CLEAN / CLEAN PLUS — 83
Variabelensets als presets opslaan
Als u op het pop-up menu van het naamvak onder aan het venster klikt, ver-
schijnt er een menu waarmee u sets van labelvariabelen als preset kunt op-
slaan. U kunt dan overschakelen tussen verschillende presets van reeds
“ingevulde” variabelen. Een typische preset kan bijvoorbeeld de informatie
vertegenwoordigen van een klant met wie u regelmatig werkt. De automa-
tisch gegenereerde variabelen zullen natuurlijk net als gebruikelijk aan het
huidige project worden aangepast.
Nieuwe variabelen maken
U kunt nieuwe variabelen maken en een waarde ervoor definiëren. De
nieuwe variabele wordt automatisch in de actueel geselecteerde map (of in
de map met een actueel geselecteerde variabele) opgeslagen. Ga als volgt
te werk:
1. Maak een nieuwe map door te klikken op de knop “New Folder”. U kunt ook een map
selecteren waaraan u een nieuwe variabele wilt toevoegen.
Kiest u de eerste optie, selecteer de nieuwe map dan
.
2.
Klik op de knop “New Variable”.
Er verschijnt een nieuwe bewerkbare variabele in de geselecteerde map
.
3.
Dubbelklik in de kolom Description naast de nieuwe variabele om een tekstvak te
openen waarin een passende omschrijving kan worden ingevoerd.
Bijvoorbeeld “Producent”
.
4.
Dubbelklik in de kolom Current Value om de relevante informatie voor de nieuwe va-
riabele in te voeren, dit is de naam van de producent.
5.
Om een code te maken die kan worden gebruikt in Labeleditor om naar de variabele
te verwijzen, typt u een geschikte naam in de kolom Code in die met “%” begint en
eindigt.
Om het vorige voorbeeld te gebruiken, zou dit als volgt kunnen worden geschreven:
%Producent%.
6.
Klik op OK wanneer u klaar bent.