30
Variant 2, afbeelding ¦ of afbeelding ¢,
de camerarecorder stuurt de video-
recorder.
%
Start het kopiëren met de daarvoor bestemde toets
op de camerarecorder of op de afstandsbediening
van de camerarecorder.
De camerarecorder start met „WEERGAVE” en de
videorecorder start synchroon met „OPNAME”.
De geluidsmodulatie geschiedt automatisch.
&
Onderbreek de opname met de PAUZE- of STILL-
toets op de camerarecorder of op de
afstandsbediening van de camerarecorder.
/
Beëindig met de toets l of d
(afstandsbediening).
Enkele belangrijke opmerkingen:
* Ontbreekt het begin van de te kopiëren scène,
dan is de „Preroll-tijd” te lang ingesteld. Stel dan
een kortere tijd in.
Is vóór de te kopiëren scène al opgenomen, dan is
de „Preroll-tijd” te kort ingesteld. Verhoog dan de
tijdsinstelling.