NL
25
Instellingen van thuisnetwerken
Status
De pagina Status geeft de verbindingsstatus van WAN/LAN, de versienummers van
firmware en hardware, onbevoegde pogingen om toegang te krijgen tot uw netwerk
en informatie over DHCP-clients die zijn aangesloten op uw netwerk weer. Het
beveiligingslog kan naar een bestand worden opgeslagen door op ‘Opslaan’ te klikken
en een locatie te kiezen.
Netwerkinstellingen
Gebruik het menu Thuisnetwerken om het LAN IP-adres te configureren en de
DHCP-server in staat te stellen client-adressen dynamisch toe te wijzen.
Let op: Vergeet niet uw client-PC’s te configureren voor dynamische toekenning van IP-
adressen. (Zie pagina 11 voor details.)
Wireless
Het ADSL wireless basisstation werkt ook als een wireless toegangspunt, waardoor
wireless computers met elkaar kunnen communiceren. Om deze functie te
configureren, moet u de wireless functie inschakelen en het radiokanaal, de
domeinidentificator en de beveiligingsopties definiëren.
Vink Inschakelen aan en klik op ‘INSTELLINGEN OPSLAAN’.
Kanaal en SSID
U moet een gemeenschappelijk radiokanaal en SSID (serviceset-ID) opgeven voor
gebruik door het ADSL wireless basisstation en alle wireless clients.
Zorg ervoor dat u alle clients configureert met dezelfde waarden.
Toegangscontrole
Toegangscontrole stelt gebruikers in staat om te bepalen welk uitgaand verkeer
toegestaan of niet toegestaan is via de WAN-interface. Standaard wordt al het
uitgaande verkeer toegestaan.
De PC toevoegen aan de filtertabel:
1Klik op ‘PC toevoegen’ op het scherm Toegangscontrole.
2 Definieer de juiste instellingen voor client-PC-services.
3 Klik op ‘OK’ en vervolgens op ‘INSTELLINGEN OPSLAAN’ om uw instellingen op
te slaan.