1 Zet beide eenheden in dezelfde ruimte om de verbinding te
testen. Plaats daarbij de babyeenheid op minstens een meter
van de oudereenheid.
2 Druk op de AAN/UIT-knop (A-1) om de babyeenheid in te
schakelen.
> Het voedingslampje (A-7) licht groen op.
3 Druk op de AAN/UIT-knop van de oudereenheid (B-9) om
deze in te schakelen en stel het volume in op het gewenste
niveau met behulp van de volumeregelaar (B-9).
>Het voedingslampje (B-10) licht groen op.
> Als de verbinding tussen de eenheden tot stand is gebracht,
licht het verbindingslampje op de oudereenheid (B-8) groen
op.
4 Plaats de babyeenheid op minstens 1 meter afstand van uw
baby.
5 Plaats de oudereenheid op de gewenste plaats binnen het
bereik van de babyeenheid, maar op minstens 1 meter afstand
ervan. Raadpleeg de ‘Technische specificaties’ voor meer
informatie over het bereik.
➜U kunt nu op uw baby letten!
NL
Bediening van de babyfoon
60