Gebruiksklaar maken van de babyfoon
Backupfunctie
Nadat de batterijen geplaatst zijn, wordt automatisch de backupfunctie
geactiveerd. Dit houdt in dat de eenheid u opbelt bij een stroomstoring
en automatisch op batterijen gaat werken. Na afloop van de
stroomstoring schakelt de eenheid weer over op netspanning.
Batterijen in de babyeenheid plaatsen
1 Trek de stekker van de babyeenheid uit het stopcontact.
2 Verwijder het klepje van het batterijvak (12) met behulp van een
schroevendraaier.
3 Plaats 4 alkalinebatterijen van 1,5 V (type LR6 AA) in het batterijvak.
Let op de juiste positie van de polen + en -. De batterijen zijn niet
meegeleverd. Gebruik alleen niet-oplaadbare alkalinebatterijen van 1,5 V (type
LR6 AA)
4 Breng het klepje van het batterijvak (12) weer aan.
> De babyeenheid kan nu draadloos worden gebruikt als normale
babyfoon en als babyfoon met inbelverbinding. Het apparaat werkt
ongeveer 30 uur op nieuwe batterijen.
> Als de batterij-indicator op het display (9) leeg is en knippert, zijn de
batterijen bijna leeg.Vervang de batterijen door nieuwe.
Tips:
– Schakel het nachtlampje uit als de babyeenheid op batterijen werkt, dan
gaan de batterijen langer mee.
–Verwijder de batterijen als de eenheid langere tijd niet wordt gebruikt.
–Verwijder lege batterijen uit de babyeenheid.
Installeren van de eenheden voor gebruik als
gewone babyfoon
1 Zet de babyeenheid op minimaal 1 meter afstand van uw baby.
Zet de babyeenheid nooit in het bedje of de box van de baby.
2 Zet de CHANNEL (kanaal)-keuzeschakelaars (2 en 30) op beide
eenheden op hetzelfde kanaal.
3 Sluit de netadapter (21) aan op de 9 V DC —<±aansluiting (20) van de
babyeenheid en steek de stekker in het stopcontact.
4 Loop met de oudereenheid weg van de babyeenheid.
Als de eenheden te dicht bij elkaar worden geplaatst, hoort u een hoog
piepend geluid.
NEDERLANDS 7