72
(Zie fig. 1 op pagina 3)
1 p – 3,5 mm aansluitbus voor stereohoofdtelefoon.
2 Displayscherm – geeft de status van het apparaat en
basisinformatie over files weer. Bijvoorbeeld:
Mb –
geheugencapaciteit;
kHz –
bemonsteringsfrequentie van de oorspronkelijke
opname;
kbps –
compressiefactor van de file.
3 CARD INSERT – plaats hier de SmartMedia-kaart.
4 YES 2 – om het apparaat in te schakelen, om het afspelen
te starten en tijdelijk te onderbreken.
5 HOLD 2 – om de functietoetsen te blokkeren zodat ze niet
per ongeluk ingedrukt worden.
6 DISPLAY – om informatie over een file weer te geven
bijvoorbeeld de naam van het nummer, de
artiest, het album, de volgnummers en de
verstreken speelduur.
7 MODE/EQ
– om de Shuffle- en Repeat-mogelijkheden te kiezen
bijvoorbeeld herhalen of afspelen in willekeurige
volgorde.
– EQ(ualizer): om te kiezen uit vier klankinstellingen:
Normal/ Jazz/ Rock/ Classic.
8 5, 6 – om naar het begin van het huidige/ vorige/
volgende nummer of file te gaan.
– om voorwaarts/ achterwaarts te zoeken binnen
een nummer of file.
9 4.5V DC – sluit hier de bijgeleverde netadapter aan als
alternatief voor de batterijvoeding.
0 DATA I/O – sluit hier de bijgeleverde parallelkabel aan en
verbind deze met de parallelpoort van uw pc.
! VOLUME 4, 3 – om het volume in te stellen.
@ DELETE – om het huidige nummer/ de SmartMedia-kaart/
alle bookmarks te wissen.
# BOOKMARK – om tot tien bookmarks op de SmartMedia-
kaart in te voeren.
$ NO 9 – om het apparaat uit te schakelen, of het afspelen
te beëindigen.
% CARD EJECT – schuiftoets om de SmartMedia-kaart uit te
halen.
^ Batterijvak – voor twee batterijen,
type AAA, R03 of UM4.