Normaal schoonmaken met stoomlap
- Bevestig een schone, droge lap stof aan het
grote borstelmondstuk met behulp van de
speciale klemmen (fig. 18 en 19).
Kies hiervoor een lap die goed vocht kan
opnemen.
- Zet de stoomregelaar in stand “Minimum” of
“Normaal” (fig. 20).
- Zodra er stoom komt, laat u het mondstuk met
de lap over het te reinigen oppervlak glijden
(fig. 21). Niet schrobben! De resultaten zijn
beter als de haren niet worden platgedrukt.
- Kwetsbare oppervlakken kunt u het best
vluchtig en met een dubbele lap op het
mondstuk behandelen.
Zet de stoomregelaar hiervoor op minimum
stoomafgifte.
Grondig schoonmaken
Om sterk vervuilde oppervlakken grondig te
reinigen en hardnekkige
vlekken te verwijderen:
- Borstelmondstuk eerst
zonder stoomlap op het
te reinigen oppervlak
plaatsen, zodat de
stoom en de borstel zo
goed mogelijk op het
vuil kunnen inwerken
(fig 22).
- Zet de stoomregelaar in stand “Normaal” of
“Maximum” (fig. 23).
- Borstel het opgeloste vuil luchtig op (fig. 24).
Niet schrobben!
Opgelost vuil verwijderen
Om het opgeloste vuil
te verwijderen kunt u:
- een stoomlap op het
borstelmondstuk
bevestigen (fig. 25)
(zie gedeelte “Normaal
schoonmaken met
stoomlap”);
- het vuile water met behulp van de rubberen
strip van het grote mondstuk bij elkaar vegen
(fig. 26);
- een aparte doek of spons gebruiken (fig. 27).
Na het gebruik
- Schakel het apparaat uit door de aan/uit
schakelaar I in te drukken.
- Haal de stekker uit het stopcontact.
- Om roestvorming in de stoomreiniger te
voorkomen: zorg ervoor dat de dop goed
vastzit als u het apparaat opbergt.
27
NOR.
MAX.
NOR.
MIN.