29NEDRELANDS
5 Het rode 'aan' lampje en het groene 'klaar voor gebruik' lampje gaan aan.
6 U kunt de ingrediënten op de onderste grillplaat plaatsen wanneer het groene lampje is
uitgegaan (fig. 10).
Voor een optimaal grilresultaat moeten de ingrediënten in het midden van de onderste grillplaat
geplaatst worden.
Tijdens het bakken gaat het groene lampje aan en uit om aan te geven dat de
verwarmingselementen in- en uitgeschakeld worden om te zorgen dat de bakplaten op de juiste
temperatuur blijven.
7 Sluit het apparaat (fig. 11).
Laat de bovenste grillplaat voorzichtig op de ingrediënten zakken totdat het automatische
vergrendelmechanisme de bovenplaat op de onderplaat vastklemt. De bovenste grillplaat rust nu op
de ingrediënten, zodat deze gelijkmatig aan beide zijden gegrild worden.
Vergrendel de contactgrill niet wanneer u dikke ingrediënten grilt.
Laat de contactgrill nooit zonder toezicht werken wanneer u dikke ingrediënten grilt.
8 Open de contactgrill na 3-5 minuten.
De benodigde griltijd hangt af van het soort ingrediënten, de dikte van de ingrediënten en de door u
gewenste bruiningsgraad.
Raadpleeg de tabel voor de aanbevolen griltijd en grilstand.
9 Verwijder de gegrilde ingrediënten (fig. 12).
Gebruik houten of kunststof keukengerei (bijv. een spatel) om de gegrilde ingrediënten uit het
apparaat te halen. Gebruik geen metalen, scherpe of krassende voorwerpen.
Om door te gaan met grillen, legt u nieuwe ingrediënten op de onderste grillplaat wanneer het
groene 'klaar voor gebruik' lampje uitgaat.
Veeg overtollige olie van de grillplaat met een stuk keukenpapier voordat u nieuwe ingrediënten op
de grillplaat legt. Dit garandeert een optimaal grilresultaat.
10 Haal na gebruik de stekker uit het stopcontact.
Griltijden
In de tabel vindt u een aantal gerechten die u kunt bereiden met de contactgrill. De griltijden in de
tabel zijn exclusief de tijd die nodig is om het apparaat voor te verwarmen.
Tijdens het grillen gaat het groene lampje aan en uit om aan te geven dat de verwarmingselementen
in- en uitgeschakeld worden om te zorgen dat de grillplaten op de juiste temperatuur blijven.
Wanneer het lampje aan of uit gaat, grilt het apparaat dus gewoon door.
U kunt de griltijd en de temperatuur aan uw eigen smaak aanpassen. De te kiezen stand hangt
tevens af van het soort ingrediënt (bijv. vlees) en de dikte en staat (bevroren of ontdooid) van het
ingrediënt.
Tips
◗ Gebruik de contactgrill niet voor het grillen van vlees met botten.De botten zouden de
antiaanbaklaag van de grillplaten kunnen beschadigen.
◗ Bereid altijd kleine porties voor het beste resultaat.
◗ Worstjes knappen tijdens het grillen vaak open. U kunt dit voorkomen door er met een vork
enkele gaatjes in te prikken.
◗ Met vers vlees krijgt u een beter grilresultaat dan met bevoren of ontdooid vlees.
◗ Strooi pas na het grillen zout op het vlees.Hierdoor blijven de vleessappen beter bewaard.
◗ Gril geen te dikke stukken vlees.
◗ Draai ingrediënten die dunner zijn dan 1 cm tijdens het grillen ten minste één keer om.