Het apparaat gereed maken voor gebruik
- Verwijder,vóórdat u gaat strijken,een eventueel op
de zoolplaat aangebrachte sticker of beschermfolie.
Wrijf de zoolplaat even schoon met een zachte
doek.
- Wikkel het aansluitsnoer (J) en de verbindingsslang
(L) geheel af.
- Zet de stoomtank (B) op een stevige,vlakke
ondergrond.
- Zet het strijkijzer op de wegzetplaat (C).
Tips
- Kijk altijd eerst of er een etiket met
strijkvoorschrift op het stuk textiel is genaaid.
Volg in alle gevallen de aanwijzingen van het
strijkvoorschrift op.
• Als het strijkvoorschrift ontbreekt maar u wel weet
welke soort textiel het betreft, zie dan de tabel voor
de aanbevolen strijktemperaturen.
• De tabel heeft alleen betrekking op de
vezelmaterialen.
Indien het textiel een bepaalde finish heeft gekregen
(glans, plooien, reliëf),dan kunt u het beter op een
lagere temperatuur strijken.
• Sorteer het strijkgoed vooraf, rekening houdend
met de strijktemperatuur:wol bij wol,katoen bij
katoen, enz.
• Het strijkijzer warmt snel op,maar koelt langzamer
af. Daarom kunt u het beste eerst de synthetische
stoffen (kunststoffen) strijken: die vereisen de
laagste strijktemperatuur. Daarna gaat u verder met
de hogere strijktemperaturen.
• Wanneer het textiel uit verschillende vezelsoorten
bestaat, kies dan altijd de temperatuur die geldt
voor de gevoeligste stof van deze samenstelling.
(Bijvoorbeeld:Indien een stuk textiel bestaat uit
"60% polyester en 40% katoen",kies dan de
temperatuur voor polyester (1) en strijk zonder
stoom.)
Als u niet weet uit welke vezelsoorten het textiel
bestaat, zoek dan een plek op die niet zichtbaar zal
20
B
Synthetisch
b.v. acetaat,
acryl, viscose,
polyamide,
polyester
Zijde
MIN
|
|
1
|
|
|
-
C
Wol
|
2
|
q
D
Katoen
Linnen
|
3
MAX
q
Z
Let op! Z op het etiket betekent:
“Dit artikel kan niet gestreken worden!”
Tabel
Etiket met
strijkvoor-
schrift
Textiel Temperatuur
regelaar
Stoomregelaar
(Alleen bij type
GC6005/6004)