478182
44
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/52
Next page
expression
2028
Gebruiksaanwijzing
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Deze huishoudnaaimachine voldoet aan de eisen van IEC/EN 60335-2-28.
Elektrische aansluiting
Deze naaimachine moet worden gebruikt met het voltage dat is aangegeven op het betreffende plaatje.
Opmerkingen over de veiligheid
Laat kinderen niet spelen met de naaimachine.
Let goed op wanneer deze naaimachine wordt gebruikt door of in de buurt van kinderen.
Een naaimachine mag nooit zonder toezicht met de stekker in het stopcontact blijven staan.
Verwijder direct na gebruik en voordat u de machine schoonmaakt de stekker van de naaimachine uit het stopcontact.
Schakel de naaimachine uit (“0”) wanneer u iets wilt veranderen in de omgeving van de naald, zoals een draad door de naald
halen, een andere naald plaatsen, een andere naaivoet plaatsen en dergelijke.
Gebruik de naaimachine nooit als het snoer of de stekker beschadigd zijn.
Houd uw vingers uit de buurt van alle bewegende delen. Wees vooral voorzichtig in de buurt van de naaimachinenaald.
Gebruik deze naaimachine alleen voor de werkzaamheden waarvoor de naaimachine bedoeld is en zoals die worden
beschreven in deze handleiding. Gebruik alleen hulpstukken die door de producent zijn aanbevolen zoals in deze handleiding
wordt beschreven.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact voordat u het lampje vervangt. Vervang het lampje door het zelfde type (voltage en
watt).
v. 1.0
Let op! Dit product moet op een veilige manier
gerecycled worden volgens de geldende nationale
wetgeving voor elektrische/elektronische producten.
Raadpleeg bij twijfel uw leverancier voor advies.
7
32
0
6
1
17
13
16
12
15
11
14
10
9
8
0
4
5
3. Blindzoom/overlock voet met IDT
820256-096
7. Rolzoomvoet met IDT, 3 mm
820249-096
0. Standaard naaivoet met IDT
820250-096
1. Siersteekvoet met IDT
820253-096
2. Siersteekvoet
820278-096
4. Ritsvoet met IDT
820248-096
5. Knoopsgatvoet
820295-096
6. Stopvoet
820243-096
Naaivoeten (standaardaccessoires)
Ga voor meer informatie over accessoires naar
uw PFAFF® dealer.
8. Lamp en steekplaatwisselaar
820292-096
9. Geleider voor doorstikken
820294-096
14. Sensorgestuurde knoopsgatplaat
820294-096
10. Garenschijfjes
11. Vilten ringetje
12. Spoel
13. Naalden
15. Tweede garenpen
16. Tornmesje
17. Kwastje
93-036 048-44/000, 93-035 050-44/000, 93-036 049-44/000
93-033 064-06/000
412 76 79-01
48-020 804-32/000
93-033 063-44/000
99-053 016-91/000
93-847 979-91/000
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
32
1
18
17
33
32
31
29
28
27
26
25
24
2322
21
19
20
30
Onderdelen van de naaimachine
1 Toetsenpaar A (steekbreedte- /
motiefbreedteverandering)
2 Toetsenpaar B (steeklengte- /
motieÁ engteverandering)
3 Toetsenpaar C (steekdichtheid /
balansregeling)
4 Handgreep
5 Handwiel
7 Selectietoets
8 Aansluiting netsnoer
9 Aansluiting voetpedaal
10 Hoofdschakelaar
11 Bodemplaat
12 Variabel werkvlak
13 Naaivoethouder met naaivoet
14 Ingebouwd Dubbel Transport
(boventransport) / IDT
15 Draadinsteker
16 Toets ”achteruit naaien”
17 Inrijggleuven
18 Bovendraadspanning
19 Draadhefboom
20 Persvoetlichter
21 Draadgeleider
22 Garenpen met garenschijf
23 Gaatje voor de tweede garenpen
24 Bovenklep met steektabel
25 Spoelwinderas
26 Grijperklep (de grijper er achter)
27 Vrije arm
28 Naailampje (max. 5 W)
29 Garenmesje
30 Toets ”spiegelen”
31 Voorspanningsschijf
32 Naaldklemschroef
33 Steekplaat
Hartelijk gefeliciteerd! U bent nu in het bezit van
een kwalitatief hoogwaardig product, dat u unieke
voordelen geeft. Het Ingebouwd Dubbel Transport
(IDT) zorgt voor de perfecte afwerking en een
gelijkmatig en precies stiksel.
In uw Pfaff naaimachine zijn de nieuwste
ontwikkelingen op het gebied van vormgeving
en techniek verwerkt. De machine is eenvoudig te
bedienen en zal u veel naaiplezier geven.
Wij adviseren u tijd vrij te maken voor het doorlezen
van deze handleiding want op deze manier leert u
alle mogelijkheden van uw naaimachine kennen.
U kunt deze daarna volop benutten.
Uw Pfaff dealer is altijd bereid u meer informatie te
geven.
Wij wensen u ten slotte veel plezier en succes met het
realiseren van de leukste naaimode-ideeën.
Ongecompliceerd en actueel
Naaien per computer
1:2
Introductie
INHOUDSOPGAVE
1. Introductie
Steekoverzicht 1:4-5
Siersteken 1:6
2. Voorebereidingen 2:1
Beschermkap 2:1
Bovenklep 2:1
Electrische aansluiting 2:2
Voetpedaal aansluiten 2:2
Spanningsschakelaar 2:2
Accessoirebox 2:3
Variabel werkvlak verwijderen 2:3
Spoelen 2:4-5
Draadspanning 2:6
Spoel inzetten 2:6
Bovendraad inrijgen 2:7
Draadinsteker 2:8
Persvoetlichter 2:8
Onderdraad omhoog halen 2:9
Onderdraad 2:9
Garenmesje 2:9
Naaivoet plaatsen 2:10
Bovendraadspanning instellen 2:10
Spoelen door de naald 2:10
Naald wisselen 2:12
Inrijgen van de tweelingnaald: 2:12
Het IDT-systeem / Ingebouwd Dubbel
Transport (boventransport) 2:13
Transporteur uitschakelen 2:13
3. Naaien 3:1
Selecteren van de steken 3:1
Steek/motiefgrootte veranderen 3:1
Steekbreedte veranderen 3:1
Naaldpositie veranderen 3:1
Motiefbreedte veranderen 3:2
Steeklengte veranderen 3:2
MotieÁ engte veranderen 3:2
Steekdichtheid veranderen. 3:2
Balans 3:3
Achteruitnaaien 3:3
Toets ”spiegelen” 3:3
Toetsblokkering 3:4
Tweelingnaald 3:4
Toelichting op de naaiadviestabellen 3:6
Rechte steek 3:6
Rits inzetten 3:6
Rijgsteek 3:7
Doorstikken 3:7
Blindzoomsteek 3:8
Rekbare blindzoomsteek 3:8
Overlocksteken 3:9
Taksteek 3:11
Flanelsteek 3:11
Randen met de zoomvoet no. 7
afwerken 3:12
Knoopsgaten 3:13
Plaatsen van de knoopsgatplaat 3:13
Plaatsen van de Knoopsgatenvoet 3:13
Volautomatisch knoopsgat 3:13
Half-automatisch knoopsgat 3:14
1:3
Introductie
Handmatig knoopsgat 3:15
Knoopsgat met vuldraad 3:16
Knopen aanzetten 3:17
Siersteken 3:18
Motiefbreedte veranderen 3:18
MotieÁ engte veranderen 3:18
Uit de vrije hand borduren 3:19
Tapering 3:19
Pitsteek (quiltsteek) 3:19
Kruissteek 3:20
Ajourwerk 3:20
4. Onderhoud en storingen 4:1
Steekplaat wisselen 4:1
Reinigen 4:1
Naailampje vervangen 4:2
Naaistoringen opheffen 4:3
1:4
1234567890 11121310
Introductie
Steekoverzicht expression™ 2028
Steek Benaming Toepassing Naai-
voet
1 Rechte steek Voor het aan elkaar naaien en doorstikken tot 6 mm steeklengte.
U heeft 13 naaldposities voor het inzetten van een rits of het
doorstikken van een kraag.
0
2 Versterkte rechte steek Voor het naaien van versterkte kruisnaden in broeken, port – en
werkkleding en voor doorstikwerk. 13 naaldposities
1
3 Zigzagsteek Naaldpositie
midden
Voor zomen, het afwerken van stof, voor het maken van applicaties
en voor het aanzetten van kant.
0
4 Genaaide zigzagsteek Zeer elastische steek. Voor afwerken, elastiek vastzetten, verstelwerk
en patchwork.
0
5 Blindzoomsteek Voor onzichtbare zomen in geweven stoffen. 3
6 Elastische blindzoomsteek Voor onzichtbare zomen met gelijktijdige randafwerking in elastische
stof.
3
7 Gesloten overlocksteek Voor het in één handeling aan elkaar naaien en afwerken van
stretchstoffen. De randdraad voorkomt dat de stof gaat rafelen.
3
8 Taksteek Om twee tegen elkaar liggende randen aan elkaar te zetten, voor
sierzomen en “crazy” quilten.
0
9 Knoopsgat voor dunne
stoffen
Knoopsgat voor blouses, t-shirts en linnen. 5
0 Knoopaanzetprogramma Voor het aanzetten van knopen met twee of vier gaatjes. 2
10 Rijgsteek Voor het aan elkaar rijgen van patroondelen. 1
11 Zigzagsteek Naaldpositie
links/rechts
Voor applicaties, koord opnaaien en het maken van nestelgaatjes. 3
12 Steelsteek, smal Voor het aan elkaar naaien van lichte stretchstoffen en voor
siernaaiwerk.
1
13 Decoratieve fagotsteek of
springsteek
Voor aan elkaar naaien van overlappende naden van compacte
stoffen zoals leer en badstof.
0
1:5
17 18 19 20 21 22 23 24 2514 15 16
26
Introductie
Steekoverzicht expression 2028
Steek Benaming Toepassing Naai-
voet
14 Steelsteek Voor het aan elkaar naaien van lichte stretchstoffen en voor
siernaaiwerk.
1
15
3-voudige zigzag Voor het inzetten van elastiek in sport- en zwemkleding. Ook
stretchsteek voor decoratieve zoomafwerking geschikt.
1
16
Overlocksteek Voor het gelijktijdig aan elkaar naaien en afwerken van
elastische stoffen.
3
17
Honingraatsteek Voor het opstikken van elastiek, het afwerken van badstof
en het maken van sierzoomnaden in elastische stoffen
(smokeffect).
0
18
Flanelsteek Zeer elastische, decoratieve steek voor zoomafwerking op
sport- en vrijetijdskleding.
0
19
Gesloten overlocksteek Voor het in één handeling aan elkaar naaien en afwerken
van stretchstoffen en snel rafelende stoffen. De randdraad
voorkomt dat de stof gaat rafelen.
3
20
Pulloversteek Elastische sluit- en afwerksteek voor grof gebreid materiaal en
jersey.
3
21
Tricotsteek Voor het naaien en herstellen van tricot (ondergoed e.d.) 3
22 Kruissteek Klassieke siersteek voor kleding, beddengoed en
keukendoeken.
1
23 Kruissteek Klassieke siersteek voor kleding, beddengoed en
keukendoeken.
1
24 Ajoursteek Voor ajourwerk. Een zwaardnaald kan gebruikt worden. 1
25 Ajoursteek Voor ajourwerk. Een zwaardnaald kan gebruikt worden. 1
25 Ajoursteek Voor ajourwerk. Een zwaardnaald kan gebruikt worden. 1
1:6
34 35 36
39
40 42
43
53
59
46
60
41
48 49 51
54
52
38
55
63
44
45
37
28
27
29
30 31 32 33
67
47
50
64
66
65
61585756 62
68
Introductie
Siersteken expression 2028
Quiltsteken 2028
2:1
Voorbereidingen
Aan de binnenkant van de bovenklep zijn de steken van de naaimachine afgebeeld.
Beschermkap
Het bijgevoegde losse netsnoer, het pedaal en de
gebruiksaanwijzing in het opbergvak van de beschermkap
opbergen.
Bovenklep
De bovenklep (24) omhoog zetten.
2. Voorebereidingen
2:2
220 V... 240 V
120 V
Voorbereidingen
Electrische aansluiting
Het netsnoer eerst op de contactbus (8) van de naaimachine en
dan op het stopcontact aansluiten.
Voetpedaal aansluiten
De stekker van het voetpedaal verbindt u met de contactbus (9)
van de naaimachine. Het naaitempo wordt door de mate van
indrukken van het pedaal bepaald.
Gebruik voetpedaal AT 0070 voor deze naaimachine.
Hoofdschakelaar
Bij het indrukken van de hoofdschakelaar (10) (schakelfunctie l)
gaat het naailichtje aan en op het scherm verschijnt steek no. 1.
De naaimachine is nu naaiklaar.
Spanningsschakelaar 220V - 240V of 120V
De naaimachine is ingesteld op de spanning 220 V - 240 V.
Als u de naaimachine gebruikt op 120 V (US/Canada), moet
u de spanningsschakelaar aan de onderkant van de machine
instellen op 120 V. Indien u niet zeker bent betreffende de
juiste spanning voor uw land dan dient u dit te controleren via
uw Pfaff dealer of het lokale electriciteitsbedrijf voordat u de
machine inschakeld.
2:3
Voorbereidingen
Accessoirebox
Open de accessoirebox door links op het geribbelde gedeelte te
drukken en de klep open te klappen.
Let op: In sommige stoffen zit zoveel textielverf dat deze kan
afgeven aan andere stoffen, maar ook aan de naaimachine. Deze
verkleuring kan moeilijk of onmogelijk te verwijderen zijn.
Fleece en spijkerstof, vooral rood en blauw, bevatten vaak een
grote hoeveelheid kleurstof.
Als u vermoedt dat uw stof of confectiekledingstuk
uitzonderlijk veel kleurstof bevat, dient u de stof of het stuk te
wassen voordat u begint met naaien of borduren - zo voorkomt
u verkleuring van de machine.
Accessoires opbergen
De bijgeleverde accessoires zijn genummerd. Sorteer deze en
berg ze op in de genummerde vakjes van de accessoirebox.
Variabel werkvlak verwijderen / Vrije arm
Om met de vrije arm te kunnen naaien, moet u het variabele
werkvlak naar links draaien en naar boven uit de houder
lichten. Bij het terugplaatsen en terugdraaien van de box erop
letten, dat het werkvlak weer precies aansluit op de vrije arm
van de naaimachine.
2:4
B
A
C
Voorbereidingen
De machine voor het spoelen voorbereiden
Plaats een leeg spoeltje zodanig op de spoelwinderas, dat de
zwarte stift in het gaatje van het spoeltje valt. Het Pfaff-logo
wijst omhoog.
Druk de spoel vervolgens naar rechts.
Attentie: Alleen als het spoeltje tegen het rechter stuitpunt staat kan
de machine spoelen.
Spoelen vanaf de garenpen
Het naaigaren op de garenpen schui ven. Voor een regelmatige
toevoer van garen en voor het vastzetten van de klos, al naar
gelang de dikte van de klos, een pas sende garenschijf op de
garenpen tegen de klos schuiven.
Inrijgen
Het naaigaren van voor naar achter in geleider A
leggen en van rechts-achter naar linksvoor tussen
voorspanningschijf B trekken. Zorg ervoor dat de draad goed
in de voorspanningschijf wordt getrokken voor de juiste
draadspanning. Trek het garen vervolgens door draadgeleider
C (van achter naar voren). Wikkel het draadeinde meerdere
malen rechtsom rond de spoel.
Hoofdschakelaar inschakelen
Het begin van de draad even vasthouden en het pedaal
indrukken. Zodra het spoeltje vol is, stopt het opwinden
automatisch. Spoeltje naar links drukken, de draad afknippen
en van de spoelwinderas nemen.
2:5
C
B
A
Voorbereidingen
Spoelen vanaf de tweede garenpen
Plaats de tweede garenpen in de daarvoor bestemde uitsparing.
Inrijgen
Het inrijgen van het garen gebeurt zoals bij de garenpen op
bladzijde 2:4.
Hoofdschakelaar inschakelen
Het begin van de draad even vasthouden en het pedaal
indrukken. Zodra het spoeltje vol is, stopt het opwinden
automatisch. De draad afknippen, spoel naar links drukken en
van de spoelwinderas nemen.
Grijperklep
Hoofdschakelaar uitzetten.
Houd de grijperklep (26) aan de zijkant vast en open deze naar
u toe.
Spoelhuis uit de machine nemen
Trek het lipje van het spoelhuis naar u toe haal het spoelhuls
eruit. Laat het lipje los en neem de lege spoel eruit.
2:6
A
B
Voorbereidingen
Draadspanning
Voor een optimaal steekbeeld en een duurzaam stiksel, moeten
boven- en onder spanning precies op elkaar zijn afgestemd.
De verknoping van het garen moet tussen de stoÁ agen
plaatsvinden, zodat deze op beide zijden niet zichtbaar is.
Voor algemeen naaiwerk geldt:
Verknoping van het garen op de bovenkant zichtbaar:
Bovenspanning te strak.
Draadspanning moet worden gecorrigeerd.
Verknoping van het garen op de onderkant zichtbaar:
Bovenspanning te los.
Draadspanning moet worden gecorrigeerd.
Bij borduursteken, knoopsgaten en bij stopwerk moet de
verknoping aan de onderkant van de stof zichtbaar zijn.
Spoel inzetten
Plaats de volle spoel (met het Pfaff-logo in de richting
van het spoelhuis) in het spoelhuis. Trek daarbij de draad
zijdelings in gleuf A, daarna onder het spanningsplaatje (B),
tot hij in het gaatje (zie pijltje) blijft liggen.
Controleren:
Wanneer u aan de draad trekt, moet de spoel met de klok
meedraaien.
Het spoelhuis inzetten
Pak het lipje (E) van het spoelhuis vast en schuif het huis tot
het stuitpunt op stift (C) van de grijper. De opening (D) van
het spoelhuis moet naar boven wijzen. Sluit de grijperklep
weer.
Controleren:
Trek met een rukje aan de spoeldraad, daarbij mag het spoelhuis
niet uit de grijper vallen.
2:7
A
B
C
D
Voorbereidingen
Bovendraad inrijgen
Hoofdschakelaar uitzetten.
De persvoetlichter (20) omhoog zetten. Schuif het garen op
de garenpen en zet deze vast met een passende garenschijf.
Trek het garen nu met beide handen van voor naar achter
door draadgeleider A. Daarna trekt u de draad van rechts
naar links langs de voorspanningsschijf B en door de linker
inrijggleuf naar beneden. Het garen om nokje (C) door de
rechter inrijggleuf omhoog tot draadhefboom(19) leiden.
Vervolgens trekt u de draad van links naar rechts in de
draadhefboom, daarna door de rechter inrijggleuf weer naar
beneden. Tenslotte de draad vanaf de zijkant achter één van
de twee draadgeleiders D trekken.
Het inrijgen van de naald is op de volgende bladzijde
beschreven.
2:8
E
F
Voorbereidingen
Draadinsteker
Het inrijgen van de naald gebeurt automatisch met behulp
van de automatische draadinsteker. Zet de naaivoet omlaag.
Druk de draadinste ker met het hendeltje naar beneden.
Daarbij zwenkt de inrijghaak F door het oog van de naald. De
bovendraad om haak E en onder de inrijghaak F leggen en
houd het draadeinde iets strak. Verminder de druk zodanig tot
de naaldinsteker langzaam naar boven beweegt. Gelijktijdig
zwenkt de inrijghaak uit het oog van de naald en trekt het
haakje het garen er doorheen. Laat het gareneinde voorzichtig
iets losser, zodat er achter de naald een draadlus kan ontstaan.
Tegelijkertijd laat u de insteker los en trekt u de draadlus
verder door het oog van de naald.
Persvoetlichter
Met de persvoetlichter (20) wordt de naaivoet omhoog of
omlaag gebracht
2:9
Voorbereidingen
Onderdraad omhoog halen
Zet de naaivoet omhoog. Druk even kort op het voetpedaal
zodat de naald een op- en neer waartse beweging maakt. Houd
daarbij de bovendraad vast. Trek aan de bovendraad en haal de
onderdraad geheel naar boven.
Onderdraad
Sluit nu de grijperklep (26) en leid de draden onder de naaivoet
door naar links.
Garenmesje
De draden van achter naar voren door het garenmesje (29)
trekken.
Naaivoet verwijderen
Hoofdschakelaar uitzetten.
Druk gelijktijdig het voorste gedeelte van de naaivoet omhoog
en het achterste gedeelte omlaag, tot de voet vrij van de
naaivoethouder (13) komt.
2:10
Voorbereidingen
Naaivoet plaatsen
Leg de naaivoet zodanig onder de naaivoethou der (13), dat bij
het omlaag brengen van de persvoetlichter (20) de pennetjes
van de voet in de opening van de naaivoethouder klikken.
Controleren:
Door de naaivoet omhoog te brengen kunt u nagaan, of de naaivoet
goed vastzit.
Bovendraadspanning instellen
De gewenste draadspanning (18) instellen.
Voor het normale naaiwerk ligt de spanning tussen 4 en 5, bij
dunne stof iets lager. Bij borduren, stoppen en knoopsgaten de
spanning op 3 instellen.
Spoelen door de naald
U kunt ook spoelen indien de machine com pleet is ingeregen.
Zet de persvoetlichter (20) omhoog. De bovendraad voert
u onder de naaivoet en door de rechter inrijggleuf (17) naar
boven.
2:11
C
A
Voorbereidingen
Leg nu de draad van links naar rechts in de draadhefboom (19).
Attentie: De draadhefboom rnoet daarbij geheel boven, d.w.z. in zijn
hoogste positie staan.
Trek nu de draad onder de draadgeleider C door naar rechts. Wikkel het begin van de draad daarna meerdere keren om de
spoel. Houd het draadeinde vast en druk het pedaal in.
Naald wisselen
Hoofdschakelaar uitzetten.
Verwijderen: Zet de naaivoet omlaag en de naald in de hoogste
stand. Nu de naaldklemschroef (32) losdraaien en de naald naar
beneden uit de houder nemen.
Inzetten: De platte kant van de
kolf (A) van de naald moet naar de
achterkant wijzen. Zet de naaivoet
omlaag en schuif de naald omhoog
tot aan het stuitpunt in de houder.
Terwijl u de naald vasthoudt, draait
u de klemschroef (32) vast.
2:12
B
Voorbereidingen
Inrijgen van de tweelingnaald:
Vervang de naainaald door een tweelingnaald. Plaats de tweede
garenpen en plaats op beide garenpennen een garenklos. In de
linker inrijgsleuf (17) bevindt zich de spanningsplaat B. Let er
bij het inrijgen op, dat u resp. een draad links én rechts langs
de plaat voert. Rijg het garen verder in als gebruikelijk, waarbij
de draden niet in elkaar mogen draaien. Trek de draden resp.
rechts en links in de draadgeleider en rijg de naalden in (zie
hiertoe stikken met de tweelingnaald).
Attentie: In dit geval kunt u niet met de draadinsteker werken.
Het IDT-systeem / Ingebouwd Dubbel Transport
(boventransport)
Voor het verwerken van dikke materialen heeft Pfaff dé ideale
oplossing: het ingebouwde dubbel stoftransport, IDT-systeem.
Net als bij industriële naaimachines wordt daarmee de boven-
en onderlaag van het naaigoed gelijktijdig getransporteerd. De
stof wordt nauwkeurig geleid. Bij tere of lastige stoffen zoals
zijde of viscose voorkomt het dubbel stoftransport het rimpelen
van de naad en het verschuiven van de onderlinge stoÁ agen.
Boventransport / IDT inschakelen
Belangrijk: Voor alle werkzaamheden met het boventransport kunnen
uitsluitend naaivoeten met een uitsparing aan de achterzijde worden
gebruikt.
De naaivoet omhoog zetten. Druk nu het boventransport (14)
naar beneden tot deze vastklikt.
2:13
B
A
B
C
Voorbereidingen
Boventransport / IDT uitschakelen
Pak het boventransport op de gemarkeerde plek tussen duim
en wijsvinger vast. Druk het boventransport (14) iets naar
beneden, leid deze naar de achterkant en laat het dan lang zaam
omhoog glippen.
Transporteur uitschakelen
Voor sommige naaiwerkjes zoals bijv. stoppen, moet de
transporteur worden uitgeschakeld. Daarvoor opent u de
grijperklep en verplaatst u schuif B geheel naar rechts. De
transporteur is nu uitgeschakeld. Voor het inschakelen van de
transporteur verplaatst u schuif B naar links.
Steekbreedte
Motiefbreedte A
Steekpositie bij rechte steken
Steeklengte
MotieÁ engte B
Steekdichtheid
Motiefdichtheid C
Balans
Verandering van: met toetsenpaar:
Steek/motiefgrootte veranderen
Met de toetsparen A, B en C rechts naast het scherm kunt
u steek-, resp. motiefbreedte, de steek- resp. motieÁ engte,
de steekdichtheid of de balans van een geselecteerd motief
veranderen en bij rechte steken de steekpositie bepalen.
Let op: Als u tijdens het naaien even het voetpedaal indrukt,
kunt u de naald omhoog of omlaag brengen. Hiermee wordt de
vooraf ingestelde stoppositie niet veranderd.
3:1
Naaien
Selecteren van de steken
U heeft met uw naaimachine drie mogelijkheden om de
gewenste steek te selecteren:
1. met de tiptoets: voor het bladeren in de steken.
> hoger
< lager
Wanneer u in de laatste steek bent en verder bladert, begint
u opnieuw met steek no. 0.
2. met de direct-keuzetoetsen van de standaard steken
(0 - 9).
3. met de nummertoetsen d.w.z. indien u bijv. steek no. 23 wilt
selecteren, drukt u achter elkaar de toetsen 2 en 3 in. Op het
scherm verschijnt het inge toetste steeknummer.
Steekbreedte veranderen
Met het toetsenpaar A kan een geselecteerde steek op
verschillende breedten worden ingesteld, bijv. zigzagsteek no.
3.
Naaldpositie veranderen
Bij de rechte steek no. 1, bij steek no. 2 en steek no. 10 kunt u de
naald via het toetsenpaar A in 13 verschillende posities zetten.
3. Naaien
3:2
Naaien
Motiefbreedte veranderen
bijv. bij steek 35.
Bij de siersteken wordt de gehele breedte van het motief op
het scherm getoond. Steek 35 wordt in standaardgrootte
opgeroepen en kan individueel worden veranderd (toetsenpaar
A).
Steeklengte veranderen
Indien u de lengte van een steek wilt veranderen, drukt u de
toetsen van het toetsenpaar B in.
MotieÁ engte veranderen
Siermotieven kunnen in motieÁ engte met het toetsenpaar B
worden veranderd. Bij cordonsteken wordt de dichtheid niet
veranderd.
Steekdichtheid veranderen.
Bij verscheidene steken zoals bijv. knoopsgat cordonsteken enz.
kunt u de steekdichtheid van het motief veranderen, d.w.z.
bij gelijkblijvende motieÁ engte worden de motieven vaster of
losser genaaid. Druk daarvoor toetsenpaar C in.
3:3
Naaien
Achteruitnaaien
Als u tijdens het naaien op deze toets drukt, naait de
naaimachine achteruit zolang u de toets ingedrukt houdt.
Als u de achteruitnaaitoets indrukt terwijl de machine stilstaat,
wordt achteruit genaaid totdat u nogmaals op de knop drukt.
Bij het naaien van een knoopsgat wordt de knop voor
achteruitnaaien gebruikt voor het overstappen van het ene naar
het andere element van het knoopsgat.
Balans
Het materiaal (bijv. wol of zijde) bepaalt het resultaat van het
genaaide motief. Uw expression heeft een correctiesysteem
zodat u uw motieven optimaal kunt naaien: de balans.
Om motieven in elkaar te kunnen schuiven of uit elkaar te
kunnen trekken, wordt de balans bij het achteruit naaien
ingeschakeld. Zodra u een motief heeft geselecteerd, waarbij
rechtsonder op het scherm een symbool met daar achter een
nummer verschijnt, kunt u de balans veranderen.
De standaardinstelling van de balans is ”0”.
Met het toetsenpaar C kunt u het achterwaarts transport van
de machine van -9 tot (+)9 verande ren, de ingestelde waarde
wordt door een getal (met of zonder voorteken) weergegeven.
In het min-bereik worden de motieven of steken korter genaaid
en daardoor in elkaar geschoven.
In het plus-bereik worden de motieven langer genaaid en
daardoor uit elkaar getrokken.
Toets ”spiegelen”: (30)
Bij alle motieven, die in spiegelbeeld kunnen worden genaaid,
verschijnt het symbool spiegelen op het scherm. Na het
intoetsen van toets ”spiegelen” verschijnt onder het symbool
een punt. Daarmee is het motief gespiegeld.
3:4
Naaien
Toetsblokkering uitschakelen:
Druk toets
(30) zo lang tot het ontgrendelsymbool verschijnt.
De blokkeerfunctie is daarmede uitgeschakeld. Nadat u de toets
loslaat verdwijnt het symbool.
Toetsblokkering: (30)
Met de toetsblokkering kunt u uw naaimachine beveiligen
tegen abusievelijk selecteren van andere steken.
Toetsblokkering inschakelen:
Druk toets zo lang tot het vergrendelsymbool op het
scherm verschijnt. Na het loslaten van de toets verdwijnt
het symbool, de direct-keuzetoetsen (6) en het handwiel zijn
nu vergrendeld en geblokkeerd. De machine is nu tegen
het abusievelijk selecteren van een steek of motiefreeks
beveiligd. De steeklengte / -breedte, motieÁ engte / -breedte en
steekdichtheid / balansregeling blijven veranderbaar.
Attentie: Het spiegelen van een motief is ook dan nog mogelijk, indien
u toets (30) kort intoetst.
Tweelingnaald
Dit waarschuwingssymbool vindt u afhankelijk van
naaldpositie of motiefbreedte op het scherm.
Het waarschuwingssymbool verdwijnt wanneer u de
motiefbreedte verkleind. Pas daarna kunt u een tweelingnaald
met een naaldafstand van max. 2 mm plaatsen.
3:5
Naaien
Motiefbegin
Een motief kan op verschillende plaatsen beginnen.
Enkele motieven bijvoorbeeld gaan van de linker positie
uit, d.w.z. bij verandering van de steekbreedte verandert
alleen het rechter insteekpunt van de naald. Het linker
insteekpunt blijft altijd onveranderd.
Als een motief aan de rechterkant begint, blijft de
rechter insteekpositie gelijk. Ook al wijzigt u de grootte
van het motief.
Attentie: Let erop, dat u bij motieven die slechts van een
eenzijdige positie uitgaan, geen tweelingnaalden gebruikt!
Op het scherm verschijnt een doorgestreept symbool
tweelingnaald, indien geen tweelingnaalden mogen worden
gebruikt
.
Motieven die van een gecentreerde positie uitgaan
worden bij het breder of smaller instellen gelijkmatig
van rechts en van links veranderd.
3:6
1 2.5 3-5 0
1 3 3-5 4
Naaien
Toelichting op de naaiadviestabellen
In de navolgene tabellen staan de door ons aanbevolen
instellingen, die u voor het betreffende naaiwerk nodig
heeft.
Aanvullend geven deze tabellen nog verdere instructies, die
voor het naaien van de geselecteerde programma's nodig
zijn.
De keuze van de naaivoet, de instelling van de
bovendraadspanning en of met in- reps. uitgeschakeld
boventransport genaaid moet worden.
Steek
Steek Steek nummer
Steekbreedte in mm
Steeklengte in mm
IDT ingeschakeld
uitgeschakeld
Bovendraadspanning
Nummer van de naaivoet
Steek
Steek
Rechte steek
Steek 1 is de standaard rechte steek met de naaldpositie in
het midden. De steeklengte kan naar wens tot 6 mm worden
ingesteld. Ver scheidene werkzaamheden kunnen door het ver-
stellen van de naaldpositie gemakkelijker worden uitgevoerd,
bijv. het doorstikken van een kraag of het inzetten van een rits.
De expression 2028 beschikken over 13 naaldposi ties die u met
het toetsenpaar A kunt instellen.
Rits inzetten
Er zijn verschillende mogelijkheden om ritsen in te zetten. Voor
rokken is de aan beide zijden bedekte ritsinzet aan te bevelen,
terwijl voor heren- en damespantalons de aan één kant bedekte
ritsinzet beter is. De vakhandel biedt verschillende ritsen aan.
Voor stevige stoffen zoals jeans adviseren wij een metalen
rits, voor alle andere materialen kan een kunststof rits worden
gebruikt.
Voor ieder soort rits is het belangrijk dicht langs de tandjes van
de rits te naaien. Daarvoor kunt u de ritsvoet afhankelijk van
de verwerking, links of rechts in de naaivoethouder plaatsen.
Bovendien kunt u met behulp van de 13 naaldposities de naald
zodanig instellen, dat deze krap naast de tandjes insteekt.
Indien de naaivoet rechts ingezet is, mag de naald alleen naar
rechts worden verplaatst. Wanneer de naaivoet links is ingezet
mag de naald alleen naar links worden verplaatst.
3:7
10
6.0
30
Naaien
Steek
Rijgsteek
Met steek 10 kunt u patroondelen aan elkaar rijgen zodat u
het kledingstuk kunt passen. Daarbij naait de naaimachine
bij het indrukken van het voetpedaal telkens maar één steek.
Voor iedere volgende steek moet het pedaal opnieuw wor den
ingedrukt.
Verzink de transporteur.
Leg de stof onder de naaivoet.
Naai een steek en trek de stof in de gewenste lengte naar
achteren.
Herhaal het voorgaande tot de naad klaar is.
TIP: Zet spelden dwars op de naad zodat de stoÁ agen niet kunnen
verschuiven. Dunne stoffen kunt u beter met ingeschakelde
transporteur verwerken.
Doorstikken
De rechte steek kan met 13 verschillende naaldposities worden
genaaid, zodat u bij het door stikken de naaivoet altijd langs
de stofkant kunt leiden. De breedte voor het doorstikken
bepaalt u door de naaldpositie. Het verder van de kant
doorstikken wordt gemakkelijk gemaakt door de ingegraveerde
geleidingslijnen op de steekplaat of met behulp van de geleider
voor doorstikken. De geleidingslijnen zijn én in cm én in inch
aangegeven.
De geleider voor doorstikken wordt in het gaatje C van de
naaivoethouder gestoken en met stopschroef F vastgezet.
3:8
A
B
5 4.5 2.5 3-5 3
6 4.5 1.5 3-5 3
Naaien
Steek
Steek
Steek 5
Steek 6
Blindzoomsteek
Met de blindzoomsteek kunt u een onzichtbare zoom maken.
De zoom wordt genaaid en gelijktijdig afgewerkt.
Eerst de zoom afwerken.
Sla de zoom naar binnen om. Indien de steken op de
goede stofkant zichtbaar zijn,
dient de geleider B met behulp
van de stelschroef A te worden
verplaatst.
Sla het werkstuk nu zover terug,
dat de afgewerkte zoomkant 6
mm naar buiten steekt.
Nu de stof zo onder de voet leggen, dat de vouw in de
bovenlaag tegen geleider B ligt.
Bij het insteken in de vouw mag de naald maar één
weefseldraad opnemen.
Rekbare blindzoomsteek
Deze speciale blindzoomsteek is bijzonder geschikt voor
rekbare materialen. Het afwerken van de zoom kant vervalt
echter door de geïntegreerde zigzagsteek. Naaiverloop zie
beschrijving hierboven.
3:9
7 6.0 3.0 3-5 0/3
16 6.0 3.0 3-5 0/3
19 6.0 3.0 3-5 0/3
Naaien
Overlocksteken
Voor elastische stoffen, gebreide stoffen, weef- en jerseystoffen biedt de expression 2028 een ruime keus aan overlocksteken. Met deze
steken kunt u tegelijkertijd twee delen aan elkaar naaien en afwerken. Deze steken zijn rekbaarder en zijn duurzamer dan gewone steken.
Tip: Gebruik blindzoomvoet nr. 3 als u overlock naden naait. Deze zorgt voor een nauwkeurigere stofgeleiding en voorkomt dat de
naad plooit bij grotere steekbreedten. Stel de steekbreedte en de zoomgeleider goed in om er zeker van te kunnen zijn dat de naald bij de
rechteruitslag niet bij de niet-afgewerkte rand van de stof en de pen van de naaivoet komt.
Vergeet niet om de rode markering van de
naaivoet naar rechts te zetten. Zo geleidt u de rand van de stof.
Steek
Steek
Steek
Gesloten overlocksteek
Deze steek is geschikt voor het maken van zomen.
Vouw de stof 1 cm om en naai de gesloten overlocksteek aan
de goede zijde van de omgevouwen stof. Wanneer u klaar bent,
knipt u de overtollige stof weg.
Overlocksteek
Met deze steek kunt u stevige materialen en alle stoffen die niet
erg rafelen, aan elkaar naaien.
Gesloten overlocksteek met randdraad
Wanneer u een sterk rafelend materiaal wilt bewerken, kiest
u steek 19. Bij deze steek beschermt een extra randdraad de
stofrand tegen uitrafelen.
3:10
1 0 - 2-3
6
-
D
C
G
F
E
A
B
Naaien
Steek
Naaien uit de vrije hand
Stopvoet aanzetten:
Breng de naald in de hoogste stand. Druk de beugel van de
voet tegen het achterstuk en schuif de stift tot de aanslag in
gat C. Daarbij wordt geleidervork G om de naaldstang gelegd.
De beugel E moet over de naaldklemschroef F liggen. Nu met
schroef D vastdraaien.
Uit de vrije hand positie:
Druk de persvoetlichter iets van u af bij het omlaag brengen
van de voet. Dan valt hij vanzelf in de eerste stand B (uit de
vrije hand positie)
• Transporteur verzinken.
Haal de onderdraad naar boven en houd de draden bij de
beginsteken vast.
Kies een rechte steek of een zigzagsteek.
Houd een gelijkmatige snelheid aan en verplaats de stof met
de hand.
TIP: Verplaats de stof voor gelijkmatige steken gelijkmatig en rustig.
Verplaats de stof zo, dat de steken niet kruisen.
3:11
8 6.0 2.0 3-5 0
18 6.0 2.0 3-5 0
Naaien
Steek
Steek
Taksteek
Met de taksteek kunt u zeer rekbare naden met een ajourachtig
effect naaien, bijv. in foundation.
Stofkanten afwerken en naar de verkeerde kant persen.
De af te werken zijkanten met een afstand van ongeveer 3
mm onder de naaivoet leggen.
Naai op de goede kant van de stof zodanig dat de naald
afwisselend links en rechts in het materiaal steekt.
TIP: Het geleiden van de beide stofkanten wordt gemakkelijker met
de fagotgeleider (extra accessoire). Deze is verkrijgbaar in de
breedten 3 mm en 5 mm en wordt in het gaatje van de steekplaat
geplaatst.
Flanelsteek
Door zijn grote elasticiteit is de Á anelsteek heel praktisch
voor het naaien van decoratieve zomen, bijv. in T-shirts en
ondergoed.
De zoom afwerken.
De zoom naar de verkeerde kant vouwen, spelden en
persen.
Naai vervolgens de zoom (goede kant boven). Let op dat de
onderkant van de stof ook netjes afgewerkt wordt.
3:12
1 0 3 3-5
7
5 4.5 1.5 4-5 0
Naaien
Steek
Randen met de zoomvoet no. 7 afwerken
Met deze zoomvoet kunt u gemakkelijk blou ses, zijden sjaals of
volants, mooi afwerken zonder dat u een zoom in de stof hoeft
te persen. De afwerking voorkomt uitrafelen van de stof en
geeft een À jne, duurzame rand.
Sla aan het begin de stofkant twee keer met ca. 2 mm om.
Leg de omgeslagen stofkant onder de rolzoomvoet en naai
een paar afhechtsteken.
Stop met de naald in de stof, zet de naaivoet omhoog en trek
met behulp van de draden de stof door de trechter van het
zoomvoetje.
Zet de naaivoet weer omlaag en leid de stof tijdens het
naaien in een rechte lijn door de zoomtrechter. Let erop, dat
de stof niet onder de rechter voethelft loopt.
TIP: Bij een smal ingestelde zigzagsteek wordt de rolzoom eveneens
mooi.
Steek
Schulprand – 5
De schulprand is bijzonder decoratief op dunne, zachte
weefsels zoals zijde en viscose. Ze wordt meestal gebruikt
als randafwerking op ondergoed. Selecteer daartoe de
blindzoomsteek no. 5 en spiegel dit met toets ”spiegelen”
.
Hoe strakker de bovendraadspanning is ingesteld, hoe
dieper de schulpjes worden. De stofkant eerst afwerken en de
naadtoeslag naar de verkeerde stofkant strijken. Erop letten, dat
de stof tijdens het naaien maar voor de helft onder de naaivoet
loopt. Daardoor wordt het schulpeffect versterkt.
TIP: Door het meevoeren van een dik en kleurig, los gedraaid
woldraadje versterkt u de schulprand en ontstaat er gelijktijdig
een mooie contrasterende randafwerking. In plaats van een dikke
woldraad kan er onder ook een gekleurd dubbel reepje dunne stof
worden meegevoerd.
3:13
Naaien
Knoopsgaten
Uw expression heeft u voor ieder materiaal en kledingstuk het optimale knoopsgat. Of u nu jasjes, pantalons, blouses of
elastisch materiaal verwerkt - 3 verschillende knoopsgaten geven uw zelfgemaakt naaigoed een professionele uitstraling.
Om het stoftransport te ondersteunen plaatst u de knoopsgatplaat. Leg de stof tussen het knoopsgatenvoetje en de plaat.
Zodoende wordt de plaat en niet de stof zelf bewogen en daardoor een gelijkmatig transport gegarandeerd. Daarmee kunt u
ook knoopsgaten maken in moelijk materiaal zoals pluche, Á uweel, brijwerk of dikke wolstof.
U heeft drie mogelijkeden om uw knoopsgaten te naaien:
• volautomatisch
• halfautomatisch
• handmatig.
Bij het halfautomatische en bij het handmatige knoopsgat wordt tijdens het naaien het knoopsgat in het geheugen
geprogrammeerd.
Plaatsen van de knoopsgatplaat
Schuif het metalen gedeelte van de knoopsgatplaat van
achteren in de gleuf (tussen de beide pijlmarkeringen) van
de behuizing. Het witte kunststof gedeelte bevindt zich
boven de steekplaat.
Schuif de plaat tot het stuitpunt naar voren. Daarbij moet
deze iets terugveren, zodat een kleine afstand ontstaat.
Plaatsen van de Knoopsgatenvoet no. 5:
Gebruik voor het naaien van knoopsgaten de knoopsgatenvoet
no. 5. Trek deze voor het naaien tot de tweede rode markering
naar voren (zie hiervoor naaivoet wisselen blz. 2:9).
Volautomatisch knoopsgat
Selecteer het gewenste knoopsgat (b.v. no. 9). U kunt meteen
met het naaien beginnen.
Met het toetsenpaar A, B en C kunt u de breedte, lengte en
steekdichtheid van het knoopsgat veranderen.
3:14
Naaien
Halfautomatisch knoopsgat
Wordt gebruikt om de lengte in te stellen tijdens het naaien.
Raak eerst de toets “achteruitnaaien” aan. In het venster van de
expression verschijnt het woord "man". Naai de voorwaartse
rups en druk op de toets “achteruitnaaien” wanneer het
knoopsgat de juiste lengte heeft bereikt.
In het venster verschijnt het woord "auto". De rest van het
knoopsgat wordt automatisch afgemaakt. Het woord “auto”
in het venster van de expression betekent dat het knoopsgat
automatisch is opgeslagen en zo vaak als gewenst kan worden
herhaald. Uw expression blijft knoopsgaten met dezelfde
lengte naaien totdat u iets aanpast of eenmaal op de toets
“achteruitnaaien” drukt.
Let op: als de knoopsgat-Sensormatic niet is geplaatst, moet u het
knoopsgat handmatig afwerken door de toets ”achteruitnaaien” in te
drukken.
U kunt de laatste trens ook handmatig aanbrengen, zelfs nadat
het knoopsgat is geprogrammeerd. Druk eenmaal op de toets
“achteruitnaaien” nadat u de eerste trens hebt genaaid. In
het venster verschijnt het woord "man". Dit geeft aan dat het
knoopsgat met de hand moet worden afgewerkt.
Voordat de linkerkant van het knoopsgat klaar is, gaat de
machine langzamer naaien.
Wanneer de linkerkant van het knoopsgat even lang is als de
rechterkant, drukt u nogmaals op de toets “achteruitnaaien”
(33).
De tweede trens wordt genaaid en het knoopsgat wordt
afgemaakt. In het venster verschijnt het woord "auto".
3:15
Naaien
Handmatig knoopsgat
Als de knoopsgat-Sensormatic niet is geplaatst, kan het
knoopsgat handmatig worden afgewerkt. Raak eerst de
toets “achteruitnaaien” aan. In het venster van de expression
verschijnt het woord "man". Naai de voorwaartse rups en druk
op de toets “achteruitnaaien” wanneer het knoopsgat de juiste
lengte heeft bereikt.
Voordat de achterwaartse rups helemaal klaar is, gaat
de machine langzamer naaien. Om het knoopsgat af te
maken met een tweede trens, drukt u nogmaals op de toets
“achteruitnaaien”. De machine naait de tweede trens en
maakt het knoopsgat af. In het venster verschijnt "auto". Alle
andere knoopsgaten kunnen nu helemaal automatisch worden
herhaald.
Let op: De programmering van het knoopsgat wordt gewist wanneer u
een ander programma selecteert.
U kunt de laatste trens ook handmatig aanbrengen, zelfs nadat
het knoopsgat is geprogrammeerd. Druk eenmaal op de toets
“achteruitnaaien” nadat u de eerste trens hebt genaaid. In
het venster verschijnt het woord "man". Dit geeft aan dat het
knoopsgat met de hand moet worden afgewerkt.
Voordat de linkerkant van het knoopsgat klaar is, gaat de
machine langzamer naaien.
Wanneer de linkerkant van het knoopsgat even lang is als de
rechterkant, drukt u nogmaals op de toets “achteruitnaaien”
(33).
De tweede trens wordt genaaid en het knoopsgat wordt
afgemaakt. In het venster verschijnt het woord "auto".
3:16
Naaien
Knoopsgat met vuldraad
Door het meevoeren van een vuldraad worden de knoopsgaten
duurzamer en fraaier van vorm. Gebruik daarvoor parelgaren
of de wat dunnere cordonnet dat in de vakhandel ver-
krijgbaar is. Leg de vuldraad over het achterste nokje van de
knoopsgatenvoet en klem de beide draadeinden links en rechts
in het voor ste nokje vast. Maak nu het knoopsgat no. 9.
Na beëindiging van het knoopsgat trekt u aan beide einden
van de vuldraad, tot de lus door de knoopsgatentrens bedekt
is. De losse einden van de vuldraad vlak achter de sluittrens
wegknippen.
Mantelknoopsgaten met vuldraad
Leg de vuldraad over het voorste nokje. Trek de draad strak
naar achteren en klem de beide draadeinden links en rechts in
het achterste nokje vast. Geleid de vuldraad zijdelings langs
het voetje. Naai nu de eerste rups van het knoopsgat. Wanneer
de machine de eerste steken van het oogje naait trekt u met een
knopspeld de vuldraad van het nokje naar onderen.
Attentie: De naaivoet mag in geen geval omhoog worden gezet.
Trek de vuldraad aan de linker kant voorzichtig zover terug,
tot de lus kort voor de naald ligt. Nu het oogje langzaam
naaien. Daarna trekt u de vuldraad ietsje strakker en u kunt het
knoopsgat afmaken. Beide vuldraadeinden afknippen.
3:17
0 4.0 - 2-3 -/0
Naaien
Steek
Knopen aanzetten
Met steek 0 kunt u knopen met twee of vier gaatjes eenvoudig
aanzetten.
Maaivoet verwijderen en de transporteur omlaag zetten.
Plaats de knoop op de bestemde, geken merkte plaats.
Draai het handwiel naar u toe en verschuif het geheel
zodanig, dat de naald in het linkergat van de knoop steekt
Breng nu de persvoetlichter omlaag, waar door de knoop
wordt vastgehouden.
Naai de knoop nu aan. Let erop, dat de naald ook in het
rechter gaatje steekt.
De machine hecht af en het programma is klaar.
Met de volgende tips maakt u ook in moeilijke stoffen altijd
een perfect knoopsgat:
Voor zware stoffen is een breder, niet al te dicht knoopsgat
aan te bevelen.
Knoopsgaten, die zeer dicht op de kant liggen, kunnen
met de knoopsgatenvoet vaak niet optimaal worden
getransporteerd, omdat de voet niet recht op de stof staat.
Een beter resultaat verkrijgt u met naaivoet no. 1.
Materialen die gemakkelijk vervormen, kunt u met
Avalon (VliesoÀ x van Madeira) of vloeipa pier nog extra
verstevigen.
Mantelknoopsgaten worden steviger en sprekender,
wanneer u bovendien een vuldraad laat meelopen (zie
”Oogjesknoopsgat met vuldraad”).
Standaard knoopsgaten worden bijzonder dicht en mooi
door stop- of borduurga-ren te gebruiken.
Knoopsgaten worden in de regel iets groter gemaakt dan
de doorsnee van de knoop. Het is raadzaam, eerst een
proefknoopsgat te maken.
3:18
Naaien
Siersteken
Om wonigtextiel of kledingstukken te verfraaien, de expression u een aantal sier- en borduursteken. U kunt nieuwe
borduurmotieven maken door motieven te combineren alsmede kleuren en motiefgrootte te wijzigen. Wij adviseren u voor
uw bor duurwerk speciaal borduurgaren te gebruiken, wat o.a. bij uw Pfaff dealer verkrijgbaar is.
Verstevig het gedeelte dat u wilt borduren met vlieseline of leg er vloeipapier onder. Hierdoor voorkomt u dat het materiaal
samentrekt. U kunt met de Pfaff markeerpen uw borduurpatroon op de stof tekenen. De getekende lijnen verdwijnen na een
paar uur vanzelf of door strijken.
Voor de hierna volgende borduurtechnieken gelden de volgende naaiadviezen:
De steeklengte en steekbreedte kunnen naar eigen inzicht worden veranderd.
Bij borduren wordt algemeen met een lossere draadspanning gewerkt dan bij naaien (2-3). Hierdoor krijgt u een optimaal
steekbeeld en een duurzaam stiksel.
Naaivoetjes: Voor borduren zijn de naaivoetjes no. 1 (voor boventransport) en no. 2 (zonder boventransport) het beste
geschikt. Voor materiaal dat zich moeilijk laat transporteren, adviseren wij naaivoetje no. 0.
Motiefbreedte veranderen
Met behulp van het toetsenpaar A (1) kunt u de motiefbreedte
veranderen (ook tijdens het borduren).
MotieÁ engte veranderen
Met het toetsenpaar B (2) kunt u de motieÁ engte veranderen
(ook tijdens het borduren).
3:19
Naaien
Uit de vrije hand borduren
Deze opvallende motieven kunnen met uw expression heel
eenvoudig worden gecreëerd. Dat doet u als volgt:
Teken de contouren van de gordel met een textielstift, Pfaff
markeerpen, op de stof
Neem de motieven over op Avalon
Motieven op de gordel sorteren en vastspelden
Span het Avalon samen met de stof in een borduurring
Borduur de motieven uit de vrije hand
Tip: Hoe sneller u naait des te gelijkmatiger wordt het borduurmotief.
Voor de steeltjes kunt u gewoon een dichte zigzagsteek gebruiken
en met de transporteur naaien (zie hiertoe ook tapering).
Tapering / borduren met de dichte zigzagsteek
Met uw expression heeft u de mogelijkheid de zigzagsteek in
stappen van 0,5 mm te verbreden.
Een dichte zigzagsteek smal laten toelopen heet ook wel
Tapering. Door de breedteregeling van de dichte zigzagsteek
kunt u prachtige borduurmotieven maken.
Pitsteek (quiltsteek)
Bij het traditionele quilten (doorpitten) werden drie stoÁ agen
door kleine handsteken op elkaar vastgemaakt Sneller en
preciezer gaat het nu met de naaimachine, bijv. met steek 27-33.
De pitsteek 27 leent zich ook uitstekend voor doorpit- (step-
)werk in blazers en mantels. In combinatie met andere
siersteken kunt u met de pitsteek ook mooie motiefcombinaties
maken.
En zo wordt het gemaakt:
Knip volgens de gekochte of zelf gemaakte sjablonen de benodigde lapjes voor uw patchwork precies uit. Bij de
sjablonen moet een naadtoeslag van 6.3 mm (1/4 inch) worden bijgeteld.
De verschillende stukjes vervolgens voor u uitspreiden, er volgens motiefvoorbeeld kleine rechthoeken mee vormen en
deze in elkaar naaien. Van deze rechthoeken worden banen genaaid, die weer passend aan elkaar worden genaaid. Dit
geheel vormt de quilt-bovenlaag.
De naadtoeslagen worden bij het quilten niet afgewerkt en niet gestreken, alleen met de hand glad gestreken!
Rijg daarna de quilt-bovenlaag op het volumevlies met daaronder de onderlaag.
3:20
Naaien
Kruissteek
Kruissteekjes borduren heeft altijd een belangrijke rol gespeeld
in de traditionele, folkloristische borduurtechniek.
Wat gewoonlijk moeizaam met de hand wordt gedaan, kunt
u met de expression 2028 verrassend gemakkelijk en snel
borduren.
U kunt met de kruissteek no. 22 uw eigen combi naties
ontwerpen - het ziet eruit als echt handborduurwerk en uw
tafellinnen, handdoeken of kledingstukken krijgen daardoor
een bijzonder accent
Tips voor kruissteekjes borduren:
• Langzaam naaien.
Maak gebruik van de siersteekvoet
Voor borduren alleen speciaal borduurgaren gebruiken.
Verstevig de stof met Vlieseline.
Bij slap materiaal kunt u beter de stof bovendien nog in een
borduurring spannen.
Net als bij de handgemaakte kruisjes kunt u ook op Aidastof
borduren. Al naar grootte van de Aidablokjes kunt u de
kruissteken van de expression 2028 in de lengte en breedte
variëren.
Ajourwerk
Deze techniek kent iedereen - maar met de hand geborduurd!
Sneller en eenvoudiger kunt u ajourwerk met uw expression
maken.
Speciale ajoursteken zoals, steek no. 25 en 26, staan tot uw
beschik king. Door verandering van de steeklengte en -breedte
krijgt u steeds weer andere effecten. Voor ajourwerk heeft u
een WING-naald nodig, alleen bij dunne À jne stoffen gebruikt
u een normale naald, dikte 80. Ajourwerk lukt het beste in niet
al te À jn linnen, waar u enkele weefdraden gemakkelijk eruit
kunt trekken. Voor open ajourwerk is katoenen garen zeer
geschikt b.v. borduur- en stopgaren. Met de ajoursteken van uw
expression kunt u verschillende technieken toepassen.
Traditioneel ajourwerk
Steek no. 25 en 26.
Probeer de gekozen steek eerst op een proeÁ apje uit.
Tel de in het motief liggende draden om zo de
motiefbreedte te kunnen bepalen.
Trek links en rechts naast de weefseldraden, waar over het
motief moet worden genaaid, 1 - 3 draden uit de stof.
Naai met de betreffende steek over de overgebleven draden.
Daarbij moet de naald aan beide zijden net naast de kanten
in de uitgetrokken draden steken.
4:1
Onderhoud en storingen
Steekplaat wisselen
Hoofdschakelaar uitzetten.
Verwijderen
De naaivoet omhoog zetten. De steekplaatwisselaar
(lampwisselaar) zoals hiernaast afgebeeld plaatsen en de
steekplaat eerst rechts, dan links naar boven drukken. Nu
kunt u de steekplaat gemakkelijk verwijderen.
Plaatsen
De steekplaat aan de achterkant vlak tegen de uitsparing
leggen en aan de voorkant aandrukken, tot u hoort dat deze
vastklikt. Controleer voor het naaien of de steekplaat juist
ligt.
Tip: Het wisselen van de steekplaat is met verzonken transporteur
nog eenvoudiger!
Reinigen
Hoofdschakelaar uitzetten.
Steekplaat verwijderen en de transporteur verzinken. Met
de stofkwast de transporteur en de grijperruimte reinigen.
De naaimachine om de 10-15 werkuren reinigen. De
machine is verder vrij van onderhoud
Reinigen van het scherm
Wrijf zonodig met een zacht, droog en pluisvrij doekje over het
scherm. Gebruik in géén geval scherpe poets- of oplosmiddelen!
4. Onderhoud en storingen
4:2
Onderhoud en storingen
Naailampje vervangen
Hoofdschakelaar uitzetten.
Trek het netsnoer en de stekker van het voetpe daal uit
de machine.
Verwijder het variabel werkvlak. Het naailampje bevindt
zich in het naaldhoofdgedeelte van de naaimachine.
Lampje verwijderen
Druk de lampwisselaar zoals afgebeeld over het lampje
en druk het naar boven tot aan het stuitpunt. Draai nu het
lampje een halve slag tegen de klok in en neem het eruit.
Lampje inzetten
Plaats de gloeilamp in de lampwisselaar. Het lampje in de
À tting plaatsen en zo lang draaien, tot de bajonetnokjes van
de À tting vastklikken. Druk het lampje daarna tot aan het
stuitpunt in de À tting en draai het een halve slag met de
klok mee. Vervolgens de lampwisselaar eraf halen.
Belangrijk: Er mogen uitsluitend bajonetlampjes van maximaal 5
Watt worden gebruikt.
Deze zijn bij uw Pfaff dealer verkrijgbaar.
4:3
Onderhoud en storingen
Storing/Oorzaak Oplossing
De machine slaat steken over
De naald is niet juist ingezet. Naald tot stuitpunt omhoog schuiven (met de platte kant
naar achteren).
Er is een verkeerde naald ingezet. Naaldsystem 130/705 H inzetten
De naald is krom of bot. Nieuwe naald inzetten
De machine is niet goed ingeregen. Inrijgweg controleren
De naald is te dun voor het garen. Dikkere naald inzetten
De bovendraad breekt
Door bovenstaande oorzaken. Zie hierboven.
Bij te strakke draadspanning. Draadspanning wijzigen.
Bij slechte kwaliteit naaigaren, of oud garen dat in de loop
van de tijd te droog geworden is.
Alleen goed of nieuw naaigaren gebruiken.
Bij te dik garen. Naald met lang oog inzetten (systeem 130 N).
De naald breekt
De naald is niet hoog genoeg ingezet. Naald opnieuw tot het stuitpunt schuiven.
De naald is krom. Nieuwe naald inzetten.
De naald is te dun of te dik. Nieuwe naald inzetten.
Door trekken of duwen aan de stof wordt de naald
kromgetrokken en stoot op de steekplaat.
De machine zelf laten transporteren en de stof alleen maar
leiden.
Het spoelhuis is niet goed ingezet. Bij het inzetten, het spoelhuis op de as aandrukken tot deze
vastklikt.
De naad is niet regelmatig
De spanning is veranderd. Bovendraadspanning controleren.
Te dik, onregelmatig of te hard garen. Alleen kwaliteitsnaaigaren gebruiken.
De onderdraad is ongelijk opgespoeld. Niet uit de vrije hand spoelen, maar de draad door de
voorspanningsschijf leiden.
Grote lussen onder of boven de stof. Opnieuw en juist inrijgen. Bovendraadspanning
controleren.
Naaistoringen opheffen
4:4
Onderhoud en storingen
Storing/Oorzaak Oplossing
De machine transporteert niet of onregelmatig
Er zit teveel stof tussen de tandjes van de transporteur
geperst.
Steekplaat afnemen, stof met kwastje verwijderen.
Transporteur is verzonken. Schuif B (zie blz. 2:20) staat
rechts
Schuif B naar links schuiven.
De steekplaat ligt niet vlak. Druk de voorkant van de steekplaat naar beneden tot dat hij
goed is vastgeklikt.
De machine loopt zwaar
Er zitten draadjes in de grijperbaan. Draadjes verwijderen.
De machine naait het ingegeven programma niet
De machine uitschakelen en na ca. 10 seconden weer
inschakelen. Het gewenste programma opnieuw
ingeven. Vóór het verwisselen van naaivoeten en naalden
moet de hoofdschakelaar worden uitgeschakeld. De
ingeregen machine niet zonder stof in beweging zetten.
Bij het verlaten van de machine, ook kortstondig, de
hoofdschakelaar uitschakelen. Dit is heel belangrijk als er
kinderen in de buurt zijn.
Verkeerd scherm of geen beeld
Bij statische ontlading kan het voorkomen, dat daardoor
enkele beeldsegmenten uitvallen.
Nadat de machine klaar is met naaien, schakelt u de
machine uit en na ca. 10 sec. weer aan. Het beeld moet
nu weer compleet op het scherm verschijnen. Toets het
gewenste programma opnieuw in.
Niet-originele onderdelen en accessoires
De garantie geldt niet voor defecten of beschadigingen
die veroorzaakt zijn door het gebruik van niet-originele
accessoires of onderdelen.
4:5
Onderhoud en storingen
Inhoud alfabetisch register
A
Accessoirebox 2:3
Achteruitnaaien 3:3
Ajourwerk 3:20
B
Balans 3:3
Beschermkap 2:1
Blindzoomsteek 3:8
Bovendraad inrijgen 2:7
Bovendraadspanning instellen 2:10
Bovenklep 2:1
D
Doorstikken 3:7
Draadinsteker 2:8
Draadspanning 2:6
E
Electrische aansluiting 2:2
F
Flanelsteek 3:11
G
Garenmesje 2:9
H
Half-automatisch knoopsgat 3:14
Handmatig knoopsgat 3:15
I
IDT-systeem 2:13
Inrijgen van de tweelingnaald: 2:12
K
Knoopsgat met vuldraad 3:16
Knoopsgaten 3:13
Knopen aanzetten 3:17
Kruissteek 3:20
M
Motiefbreedte veranderen 3:18
Motiefbreedte veranderen 3:2
MotieÁ engte veranderen 3:18
MotieÁ engte veranderen 3:2
N
Naailampje vervangen 4:2
Naaistoringen opheffen 4:3
Naaivoet plaatsen 2:10
Naald wisselen 2:12
Naaldpositie veranderen 3:1
O
Onderdraad omhoog halen 2:9
Onderdraad 2:9
Overlocksteken 3:9
P
Persvoetlichter 2:8
Pitsteek (quiltsteek) 3:19
Plaatsen van de Knoopsgatenvoet : 3:13
Plaatsen van de knoopsgatplaat 3:13
R
Randen met de zoomvoet no. 7
afwerken 3:12
Rechte steek 3:6
4:6
Onderhoud en storingen
Reinigen 4:1
Rekbare blindzoomsteek 3:8
Rijgsteek 3:7
Rits inzetten 3:6
S
Selecteren van de steken 3:1
Siersteken 1:6
Siersteken 3:18
Spanningsschakelaar 2:2
Spoel inzetten 2:6
Spoelen 2:4-5
Spoelen door de naald 2:10
Steek/motiefgrootte veranderen 3:1
Steekbreedte veranderen 3:1
Steekdichtheid veranderen. 3:2
Steeklengte veranderen 3:2
Steekoverzicht 1:4-5
Steekplaat wisselen 4:1
T
Taksteek 3:11
Tapering 3:19
Toelichting op de naaiadviestabellen 3:6
Toets ”spiegelen” 3:3
Toetsblokkering 3:4
Transporteur uitschakelen 2:13
Tweelingnaald 3:4
U
Uit de vrije hand borduren 3:19
V
Variabel werkvlak verwijderen 2:3
Voetpedaal aansluiten 2:2
Volautomatisch knoopsgat 3:13
Technische gegevens
Afmetingen (l x h x b) 408 x 290 x 187 mm
Gewicht 8,3 kg
Netspanning (omschakelbaar) 220 - 240 V / 120 V
Opgenomen vermogen 75 W
Naailampje 12 V / max. 5 W
Naaitempo max. 950 steken/min
min. 80 steken/min
Steekbreedte 0 ... 6 mm
Steeklengte 0 ... 6 mm
Hefhoogte naaivoet 8 mm
Max. naaivoethoogte 10,5 mm
Naaldsysteem 130 / 705 H
Verpakkingsinhoud
Naaimachine
Beschermkap
Voetpedaal
Netsnoer
Accessoires
Gebruiksaanwijzing
Wij behouden ons het recht voor de machineuitrusting
en het as sor ti ment toebehoren zonder voorafgaande
kennisgeving te wij zi gen of wijzigingen aan te brengen
in de prestaties of het ont werp.
Dergelijke wijzigingen zullen echter altijd in het
voordeel zijn van de gebruiker en ten goede komen
aan het product.
Intellectueel eigendom
PFAFF, EXPRESSION en IDT (afbeelding) zijn
geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van
VSM Group AB.
413 01 36 - 36C • Nederlands • Inhouse • © 2006 VSM Group AB • Printed in Sweden on environmental-friendly paper
VSM Group AB • SE-561 84 Huskvarna • SWEDEN
www.pfaff.com
44


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules
1

Forum

pfaff-expression-2028
  • Could I have some sewing lessons on this machine Pfaff expression 2028 please
    Thank you Submitted on 15-11-2021 at 05:00

    Reply Report abuse


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Pfaff Expression 2028 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Pfaff Expression 2028 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 1,28 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Pfaff Expression 2028

Pfaff Expression 2028 User Manual - English - 52 pages

Pfaff Expression 2028 User Manual - German - 52 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info