Richtingaanwijzer
links
knippert, met
geluidssignaal.
Als u de lichtschakelaar
omlaag beweegt.
Richtingaanwijzer
rechts
knippert, met
geluidssignaal.
Als u de lichtschakelaar
omhoog beweegt.
Controlelampjes ingeschakelde functies
De volgende controlelampjes geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.
Controlelampje brandt Oorzaak Acties / Opmerkingen
Parkeerlichten permanent.
De lichtschakelaar staat in
de stand "Parkeerlichten".
Draai de schakelaar in de gewenste stand.
Dimlicht permanent.
De lichtschakelaar staat in
de stand "Dimlicht".
Draai de schakelaar in de gewenste stand.
Grootlicht permanent.
Als u de lichtschakelaar naar
u toe trekt.
Trek aan de lichtschakelaar om terug te
schakelen naar dimlicht.
Mistlampen
vóór
permanent.
De mistlampen vóór zijn
ingeschakeld.
Draai de ring twee standen naar achteren om
de mistlampen vóór uit te schakelen.
Mistachterlichten
permanent.
De mistachterlichten zijn
ingeschakeld.
Draai de ring naar achteren om de
mistachterlichten uit te schakelen.