Terugplaatsen van het wiel
Plaats het wiel.
Draai de wielbouten met de hand
vast.
Draai de wielbouten met de sleutel
enigszins vast.
Laat de krik 2 zakken en verwijder
deze dan.
Draai de wielbouten met de sleutel
1 vast.
Plaats bij auto's met stalen velgen
de wieldop, begin bij de ventiel-
opening en druk de wieldop rond-
om met de hand vast.
Plaats bij auto's met lichtmetalen
velgen de sierdoppen terug.
De houder van het gereedschap
dient tevens als ondersteuning
voor de vloerplaat van de bagage-
ruimte. Breng de houder weer aan
om vervorming van de vloerplaat
te voorkomen.
Bevestig het reservewiel met be-
hulp van de riem om trillingen te
voorkomen en voor uw veiligheid
in geval van een botsing.
Pictogram lekke band
Informatie op het
instrumentenpaneel:
Let op: verwissel een wiel uit veilig-
heidsoverwegingen alleen:
- op een horizontale, stabiele en
stroeve ondergrond,
- met aangetrokken handrem,
- met de eerste versnelling of de
achteruit ingeschakeld (bij auto-
matische transmissie de stand P ),
- Ga nooit onder een auto liggen die
alleen op de krik steunt (gebruik
bokken).
Pictogram detectie te lage
bandenspanning
De originele wielen van de auto zijn
voorzien van een bandenspannings-
sensor (zie "Detectie te lage banden-
spanning"). Als een van de wielen
met bandenspanningssensor niet op
de auto aanwezig is of als er een wiel
zonder sensor is gemonteerd, wordt dit
aangegeven door een alarmsignaal.
Zorg dat een wiel met sensor wordt ge-
monteerd en laat het systeem controle-
ren door het PEUGEOT- netwerk.
Na het verwisselen van het wiel:
- laat zo snel mogelijk het aanhaal-
moment van de wielbouten en de
bandenspanning van het reserve-
wiel controleren.
- laat de lekke band zo spoedig mo-
gelijk repareren en verwissel hem
met het reservewiel.
- laat het reservewiel controleren en
plaats het terug in de houder in de
bagageruimte.
Voorzorgsmaatregelen bij het
gebruik van het noodreservewiel *
Uw auto kan zijn voorzien van een re-
servewiel waarvan de velg anders is
dan van het standaard wiel.
Zorg ervoor dat dit reservewiel na ge-
bruik zo snel mogelijk wordt vervangen.
Volg de volgende voorschriften op om
het rijgedrag van uw auto niet te ver-
anderen:
- rijd niet harder dan 80 km/h ,
- monteer geen wieldop,
- rijd voorzichtig,
- controleer de op de sticker aange-
geven bandenspanning.
* Volgens uitvoering en land van be-
stemming.