3
TOEGANG TOT DE AUTO
74
Noodbediening
Functie die het mogelijk maakt om de
portieren mechanisch te vergrendelen
en ontgrendelen in het geval van een
storing in de centrale vergrendeling.
Steek de sleutel in het slotplaat in
de zijkant van het portier en draai de
sleutel een achtste omwenteling.
Openen
Ontgrendel de auto met de afstands-
bediening of de sleutel, trek aan de
handgreep en trek de achterklep
omhoog.
ACHTERKLEP
- bij draaiende motor gaat het
verklikkerlampje branden in
combinatie met een melding
op het multifunctionele display
gedurende enkele seconden,
- tijdens het rijden (snelheid hoger
dan 10 km/h) gaat het verklikkerlamp-
je branden in combinatie met een ge-
luidssignaal en een melding op het
multifunctionele display gedurende
enkele seconden.
Noodbediening
Hiermee kan bij een eventuele storing
in de centrale vergrendeling, de achter-
klep mechanisch ontgrendeld worden.
Ontgrendelen
Klap de achterbank naar voren om
bij het slot in de bagageruimte te
komen,
Steek een kleine schroevendraaier
in de opening A van het slot om de
achterklep te ontgrendelen.
Vergrendelen van het bestuurdersportier
Steek de sleutel in het slot en draai
deze rechtsom.
Ontgrendelen van het
bestuurdersportier
Steek de sleutel in het slot en draai
deze linksom.
Vergrendelen van de overige
portieren
Ontgrendelen van de overige
portieren
Trek aan de portiergreep aan de
binnenzijde.
Sluiten
Als de achterklep niet goed is gesloten: