3
!
i
TOEGANG TOT DE AUTO
65
Bewaar de kaart op een veilige
plaats buiten de auto.
Bewaar de kaart bij uw persoon-
lijke documenten.
Als de auto is vergrendeld en per
ongeluk wordt ontgrendeld zonder
dat binnen 30 seconden een por-
tier wordt geopend, wordt de auto
automatisch weer vergrendeld.
Het automatisch in- en uitklappen
van de buitenspiegels kan worden
uitgeschakeld door een PEUGEOT-
servicepunt.
Inklappen van de sleutel
Druk op de knop A om de sleutel in
te klappen.
Lokaliseren van de auto
Codekaart
Druk op het gesloten hangslot om de
eerder vergrendelde auto te lokalise-
ren op een parkeerplaats.
De plafonniers gaan branden en de
knipperlichten knipperen gedurende
enkele seconden.
Elektronische startblokkering
In de sleutel is een chip aangebracht
die over een specifieke code beschikt.
Om te kunnen starten, moet bij het aan-
zetten van het contact de code van de
sleutel worden herkend door de start-
blokkering.
Deze elektronische startblokkering
blokkeert het motormanagementsys-
teem zodra het contact wordt afgezet
en voorkomt zo het starten van de mo-
tor bij een inbraak.
Diefstalbeveiliging
De codekaart wordt u bij aflevering van
de auto samen met de twee sleutels
overhandigd.
Op deze kaart staat de identificatiecode
die uw PEUGEOT-servicepunt nodig
heeft bij werkzaamheden aan de elek-
tronische startblokkering.
De code is afgedekt, verwijder de film
alleen als dit strikt noodzakelijk is.
Bij een storing in het systeem
wordt u gewaarschuwd door dit
verklikkerlampje in combinatie
met een geluidssignaal en een
melding op het multifunctionele
display.
De auto kan dan niet gestart wor-
den. Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.