449592
6
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/287
Next page
Handleiding
De fabrikant behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande berichtgeving wijzigingen
in specificaties, ontwerp en beschikbaarheid aan te brengen.
AP016105/NL Copyright © PENTAX Corporation 2008
FOM 01.02.2008 Printed in Europe
PENTAX Corporation 2-36-9, Maeno-cho, Itabashi-ku, Tokyo 174-8639, JAPAN
(http://www.pentax.co.jp/english)
PENTAX Europe GmbH
(European Headquarters)
Julius-Vosseler-Strasse, 104, 22527 Hamburg, GERMANY
(HQ - http://www.pentaxeurope.com)
(Germany - http://www.pentax.de)
Hotline: 0180 5 736829 / 0180 5 PENTAX
Austria Hotline: 0820 820 255 (http://www.pentax.at)
PENTAX U.K. Limited PENTAX House,
Heron Drive, Langley, Slough, Berks SL3 8PN, U.K.
(http://www.pentax.co.uk) Hotline: 0870 736 8299
PENTAX France S.A.S.
112 Quai de Bezons - BP 204, 95106 Argenteuil Cedex, FRANCE
(http://www.pentax.fr)
Hotline: 0826 103 163 (0,15€ la minute) Fax: 01 30 25 75 76
Email: http://www.pentax.fr/_fr/photo/
contact.php?photo&contact
PENTAX Italia S.r.l. Via Dione Cassio, 15 20138 Milano, ITALY
(http://www.pentaxitalia.it) Email : info@pentaxitalia.it
PENTAX (Schweiz) AG Widenholzstrasse 1, 8304 Wallisellen,
Postfach 367, 8305 Dietlikon, SWITZERLAND
(http://www.pentax.ch)
PENTAX Scandinavia AB P.O. Box 650, 75127 Uppsala, SWEDEN
(http://www.pentax.se)
PENTAX Imaging Company
A Division of PENTAX
of America, Inc.
(Headquarters)
600 12th Street, Suite 300 Golden, Colorado 80401, U.S.A.
(PENTAX Service Department)
12000 Zuni Street, Suite 100B
Westminster, Colorado 80234, U.S.A.
(http://www.pentaximaging.com)
PENTAX Canada Inc. 1770 Argentia Road Mississauga, Ontario L5N 3S7, CANADA
(http://www.pentax.ca)
PENTAX Trading
(SHANGHAI) Limited
23D, Jun Yao International Plaza, 789 Zhaojiabang Road,
Xu Hui District, Shanghai, 200032 China
(http://www.pentax.com.cn)
Handleiding
Lees voor optimale cameraprestaties eerst de handleiding
door voordat u deze camera in gebruik neemt.
Digitale spiegelreflexcamera
e_kb442_cover_7.fm Page 1 Wednesday, February 13, 2008 11:18 AM
Fijn dat u hebt gekozen voor deze PENTAX u digitale camera. Lees deze
handleiding voor gebruik door om de functies van de camera optimaal te kunnen
benutten. De handleiding is een waardevol hulpmiddel om inzicht te krijgen in alle
mogelijkheden van de camera. Bewaar ze daarom een veilige plaats.
Geschikte objectieven
Voor deze camera zijn alle DA, D FA en FA J-objectieven en objectieven met een s-stand
(automatisch) op de diafragmaring geschikt.
Zie p.50 en 251 als u een ander objectief of accessoire wilt gebruiken.
Auteursrechten
u Opnamen die voor elk ander doel dan strikt persoonlijk gebruik zijn bestemd,
mogen niet worden gebruikt zonder toestemming volgens de rechten zoals neergelegd
in de auteursrechtwetgeving. Houd altijd rekening met het volgende: in sommige gevallen
is zelfs het fotograferen voor persoonlijk gebruik aan beperkingen gebonden, zoals bij
demonstraties, voorstellingen of presentaties. Opnamen die zijn gemaakt met het doel
om auteursrechten te verkrijgen, kunnen ook niet worden gebruikt buiten het gebruiksbereik
van het auteursrecht zoals beschreven in de auteursrechtwetgeving. Ook hiermee dient men
rekening te houden.
Handelsmerken
PENTAX en smc PENTAX zijn handelsmerken van PENTAX Corporation.
Het SD-logo en het SDHC-logo zijn handelsmerken.
Dit product maakt gebruik van DNG-technologie onder licentie van Adobe Systems
Incorporated.
Het DNG-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk
van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Alle overige merk- of productnamen zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken
van de betreffende bedrijven.
Aan de gebruikers van deze camera
De kans bestaat dat opgenomen gegevens worden gewist of dat de camera niet naar behoren
functioneert bij gebruik in omgevingen met installaties die sterke elektromagnetische straling
of magnetische velden opwekken.
Het paneel met vloeibare kristallen in de monitor is gemaakt met behulp van extreem hoge-
precisietechnologie. Hoewel het percentage werkende pixels 99,99% of hoger is, dient u er
rekening mee te houden dat 0,01% of minder van de pixels niet oplicht of juist wel oplicht
wanneer dat niet zou moeten. Dit heeft echter geen effect op het opgenomen beeld.
Dit product ondersteunt PRINT Image Matching III. Met digitale fotocamera’s, printers en
software die PRINT Image Matching ondersteunen, kunnen fotografen opnamen produceren
die hun bedoelingen beter benaderen. Sommige functies zijn niet beschikbaar op printers
die PRINT Image Matching III niet ondersteunen.
Copyright 2001 Seiko Epson Corporation. Alle rechten voorbehouden.
PRINT Image Matching is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
Het PRINT Image Matching-logo is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
Meer over PictBridge
Met PictBridge kan de gebruiker de digitale camera rechtstreeks aansluiten op een printer,
waarbij gebruik wordt gemaakt van de universele standaard voor de rechtstreekse uitvoer
van opnamen. Met een paar eenvoudige handelingen kunt u opnamen rechtstreeks vanuit
de camera afdrukken.
De illustraties en het weergavescherm van de monitor in deze handleiding kunnen afwijken
van het feitelijke product.
e001_kb442_7.fm Page 0 Tuesday, February 19, 2008 12:07 PM
1
We hebben de grootst mogelijke aandacht besteed aan de veiligheid van dit
product. Bij gebruik van dit product vragen we om uw speciale aandacht voor
zaken die zijn aangeduid met de volgende symbolen.
Waarschuwing
Probeer de camera niet uit elkaar te halen of te veranderen. De camera bevat
onderdelen die onder hoogspanning staan, waardoor er gevaar voor elektrische
schokken bestaat.
Mocht het binnenwerk van de camera open liggen, bijvoorbeeld doordat de
camera valt of anderszins wordt beschadigd, raak dan nooit het vrijgekomen
gedeelte aan, aangezien er gevaar is voor een elektrische schok.
Houd de SD-geheugenkaart buiten bereik van kleine kinderen om het risico
te vermijden dat de kaart per ongeluk wordt ingeslikt. Mocht de kaart toch worden
ingeslikt, ga dan onmiddellijk naar een arts.
De camerariem om uw nek wikkelen kan gevaarlijk zijn. Pas vooral op dat kinderen
de riem niet om hun nek wikkelen.
Kijk niet rechtstreeks naar de zon door de camera, omdat uw ogen bij blootstelling
aan direct zonlicht beschadiging kunnen oplopen. Kijk niet recht in de zon door
een teleobjectief, aangezien dit kan leiden tot blindheid.
Berg de batterij op buiten bereik van kinderen. Als de batterij in de mond wordt
gestoken, kan dit leiden tot een elektrische schok.
Gebruik uitsluitend de exclusief voor dit product ontwikkelde netvoedingsadapter
met het juiste vermogen en de juiste spanning. Gebruik van een netvoedingsadapter
met andere specificaties dan voorgeschreven voor dit product, kan brand,
elektrische schokken of schade aan de camera veroorzaken.
Als zich tijdens het gebruik onregelmatigheden voordoen, zoals rook of een
vreemde geur, houd dan onmiddellijk op de camera te gebruiken. Verwijder de
batterij of de netvoedingsadapter en neem contact op met het dichtstbijzijnde
PENTAX Service Center. Verder gebruik van de camera kan brand of elektrische
schokken veroorzaken.
Schakel tijdens onweer de netvoedingsadapter uit en haal deze uit het stopcontact.
Onweer kan storing in de apparatuur, brand of elektrische schokken veroorzaken.
VEILIG GEBRUIK VAN UW CAMERA
Waarschuwing
Dit symbool geeft aan dat het niet in acht nemen
van deze waarschuwing ernstig persoonlijk letsel
kan veroorzaken.
Pas op
Dit symbool geeft aan dat het niet in acht nemen
van deze waarschuwing minder ernstig tot gemiddeld
persoonlijk letsel of materiële schade kan veroorzaken.
OVER DE CAMERA
e_kb442.book Page 1 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
2
Pas op
Probeer nooit de batterij kort te sluiten of aan vuur bloot te stellen. Demonteer
de batterij nooit. De batterij kan exploderen of vuur vatten.
Als de batterij heet wordt of begint te roken, moet u deze onmiddellijk uit de camera
halen. Pas op dat u zichzelf niet verbrandt bij het verwijderen van de batterij.
Sommige delen van de camera worden tijdens het gebruik heet. Als dergelijke
onderdelen lang worden vastgehouden, is er gevaar voor lichte verbrandingen.
Leg uw vingers of een kledingstuk niet over de flitser wanneer u deze gebruikt.
Uw huid of kleding kan verbranden.
Sommige gebruikers kunnen last krijgen van huiduitslag of eczeem, afhankelijk
van de fysiek conditie. Als zich iets onverwachts voordoet, moet u meteen
te stoppen met het gebruik van de camera en een arts raadplegen.
Gebruik alleen de aangegeven batterij in deze camera. Het gebruik van andere
batterijen kan brand of ontploffing veroorzaken.
Houd snoeren, haarspeldjes en andere metalen voorwerpen uit de buurt van
de plus- en minpolen van de batterij. Als u de batterij buiten de camera bewaart,
bevestig dan het meegeleverde beschermingskapje op de batterij om kortsluiting
te voorkomen.
Demonteer de batterij nooit. Het demonteren van batterijen kan leiden tot
een explosie of lekkage.
Mocht het lekkende materiaal van de batterij in contact komen met uw ogen,
wrijf ze dan niet uit. Spoel uw ogen met schoon water en ga onmiddellijk naar
een arts.
Mocht het lekkende materiaal van de batterij in contact komen met uw huid
of kleding, was de betroffen gebieden dan grondig schoon met water.
Demonteer de batterij niet en sluit ze niet kort. Stel de batterij ook nooit bloot aan
vuur en berg ze niet op op een plaats waar het heet kan worden. De batterij kan
dan heet worden, ontbranden of exploderen.
Laad de batterij uitsluitend op met de gespecificeerde batterijlader.
Als de batterij heet wordt of begint te roken, moet u hem onmiddellijk uit de camera
halen. Pas op dat u zichzelf niet brandt bij het verwijderen van de batterij.
Als de batterij volledig opgeladen wordt weggeborgen, kan dat tot verlies
van prestaties leiden. Vermijd met name opslag bij hoge temperaturen.
Als de camera gedurende langere tijd niet wordt gebruikt terwijl een batterij is
geplaatst, kan de batterij te ver ontladen, wat ten koste gaat van de levensduur.
Het verdient aanbeveling de batterij een dag voor gebruik, of op de dag van gebruik
zelf op te laden.
BATTERIJGEBRUIK
e_kb442.book Page 2 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
3
Gebruik alleen de batterijlader D-BC50 die wordt meegeleverd met de camera.
Gebruik het product uitsluitend met de voorgeschreven spanning. Gebruik
met een andere stroombron of een andere spanning dan voorgeschreven,
kan resulteren in brand of een elektrische schok. De voorgeschreven spanning
is 100 - 240 V AC (wisselstroom).
Gebruik de batterijlader uitsluitend voor het opladen van de oplaadbare lithium-
ionbatterij D-LI50. Het opladen van andere batterijen kan een explosie of brand
veroorzaken, of een defect aan de camera.
Probeer het product niet te demonteren of te veranderen. Dit kan resulteren
in brand of een elektrische schok.
Als er rook of een vreemde geur uit het product komt, of in geval van welke andere
onregelmatigheid dan ook, houd dan onmiddellijk op de camera te gebruiken
en neemt u contact op met het dichtstbijzijnde PENTAX Service Center.
Verder gebruik van de camera kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
Mocht er water binnendringen in het product, neem dan contact op met
een PENTAX Service Center. Verder gebruik van het product kan brand
of een elektrische schok veroorzaken.
Als het tijdens het gebruik van de batterijlader gaat onweren, haal het netsnoer
dan uit het stopcontact en gebruik het product niet verder. Als u het product toch
verder gebruikt, kan dit resulteren in beschadiging van de apparatuur, brand of
een elektrische schok.
Veeg de stekker van het netsnoer schoon als hij met stof bedekt is. Stof kan brand
veroorzaken.
Verminder de kans op ongelukken: gebruik uitsluitend een stroomsnoer met CSA/
UL-certificering, snoertype SPT-2 of zwaarder, minimaal AWG-koper NO.18,
met aan het ene uiteinde een gegoten mannelijke stekker (met een gespecificeerde
NEMA-configuratie), en aan het andere uiteinde een gegoten vrouwelijke connector
(met een gespecificeerde IEC-configuratie van een niet-industrieel type) of een
gelijkwaardig stroomsnoer.
Het bij de camera geleverde netsnoer dient uitsluitend te worden gebruikt voor
de batterijlader D-BC50. Gebruik het netsnoer niet voor andere apparaten.
Neem, als u op reis gaat, het document Worldwide Service Network mee dat deel
uitmaakt van het pakket. Dit komt van pas bij problemen in het buitenland.
Wanneer de camera lange tijd niet is gebruikt, ga dan na of alles nog goed werkt,
vooral als u er belangrijke opnamen mee wilt maken (bijvoorbeeld huwelijksfoto’s
of opnamen op reis). Opnamen kunnen niet worden gegarandeerd als opnemen,
weergeven of het overzetten van de gegevens naar een computer enz. niet
mogelijk is als gevolg van een defect aan de camera of aan de opnamemedia
(SD-geheugenkaart) enz.
RICHTLIJNEN VOOR GEBRUIK BATTERIJLADER
Aandachtspunten tijdens het gebruik
e_kb442.book Page 3 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
4
Maak het product niet schoon met organische oplosmiddelen zoals verfverdunner,
alcohol of wasbenzine.
Stel de camera niet bloot aan hoge temperaturen of hoge luchtvochtigheid. Laat
de camera niet achter in een voertuig, omdat met name in auto’s de temperatuur
zeer hoog kan oplopen.
Bewaar de camera niet op een plaats met conserveermiddelen en chemicaliën.
Opslag in ruimten met hoge temperaturen en een hoge luchtvochtigheid kan
schimmelvorming veroorzaken. Haal de camera uit de tas en berg hem op een
droge en goed geventileerde plaats op.
Stel de camera niet bloot aan zware trillingen, schokken of druk. Gebruik een
kussen om de camera te beschermen tegen trillingen van een motor, auto of schip.
Het temperatuurbereik voor gebruik van de camera is 0° tot 40°C (32°F tot 104°F).
De monitor kan zwart worden bij hoge temperaturen, maar wordt weer normaal
bij een normale omgevingstemperatuur.
De reactiesnelheid van de monitor kan traag worden bij lage temperaturen.
Dit ligt aan de eigenschappen van de vloeistofkristallen en is geen defect.
Laat de camera om de één tot twee jaar nakijken teneinde de prestaties
van het product op peil te houden.
Plotselinge temperatuurschommelingen veroorzaken condensvorming aan
de binnen- en buitenkant van de camera. Doe de camera in de draagtas of een
plastic zak en haal deze er pas uit als het temperatuurverschil tussen de camera
en de omgeving minimaal is geworden.
Vermijd contact met afval, modder, zand, stof, water, gifgassen of zouten,
aangezien de camera hierdoor defect kan raken. Als er regen- of waterdruppels
op de camera komt, veeg deze dan droog.
Zie “Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van een SD-geheugenkaart” (p.41)
voor meer informatie over de SD-geheugenkaart.
Verwijder stof dat zich op het objectief of de zoeker heeft verzameld met een
lenskwastje. Gebruik nooit een spuitbus voor het schoonmaken, omdat het
objectief hierdoor beschadigd kan raken.
Neem contact op met het servicecentrum van PENTAX voor professionele
reiniging van de CMOS sensor. (Hieraan zijn kosten verbonden.)
Druk niet met kracht op de monitor. De kans bestaat dat de monitor hierdoor
breekt of niet meer naar behoren functioneert.
Batterijgebruik D-LI50:
- NIET VERBRANDEN, DEMONTEREN, KORTSLUITEN, WEGWERPEN
IN VUUR, NOCH BLOOTSTELLEN AAN TEMPERATUREN BOVEN 60°C.
DAT KAN ONTPLOFFING OF BRAND VEROORZAKEN.
- GEBRUIK ALLEEN DE GESPECIFICEERDE BATTERIJOPLADER.
Informatie over registratie van uw product
Wij willen u graag optimaal van dienst zijn. Daarom vragen wij u vriendelijk om uw product
te registreren. Het formulier hiervoor kunt u vinden op de bijgeleverde CD-ROM of op de
website van PENTAX. Bij voorbaat dank voor uw medewerking.
Zie de bedieningshandleiding PENTAX PHOTO Browser 3/PENTAX PHOTO Laboratory 3
voor meer informatie (Windows-gebruikers: p.9, Mac OS-gebruikers: p.10) voor meer
informatie.
e_kb442.book Page 4 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Memo
5
e_kb442.book Page 5 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
6
VEILIG GEBRUIK VAN UW CAMERA .......................................................1
OVER DE CAMERA ...................................................................................1
BATTERIJGEBRUIK...................................................................................2
RICHTLIJNEN VOOR GEBRUIK BATTERIJLADER..................................3
Aandachtspunten tijdens het gebruik..........................................................3
Inhoudstafel ................................................................................................6
Samenstelling van de handleiding ............................................................11
Voor u de camera gaat gebruiken 13
u Kenmerken van de camera................................................. 14
De inhoud van het pakket controleren............................................. 16
Namen en functies van de onderdelen ............................................ 17
Camera .....................................................................................................17
Opnamestand ...........................................................................................18
Weergavestand.........................................................................................20
Weergave van indicaties ................................................................... 22
Monitor ......................................................................................................22
Zoeker.......................................................................................................27
LCD-display ..............................................................................................29
Bediening van het menu ................................................................... 30
De functiekiezer gebruiken ............................................................... 32
Voorbereidingen 33
Draagriem bevestigen ....................................................................... 34
De batterij gebruiken ......................................................................... 35
De batterij opladen....................................................................................35
De batterij plaatsen/uitnemen ...................................................................36
Indicatie batterijniveau ..............................................................................38
Geschatte opslagcapaciteit en Weergavetijd
(Speciale batterij volledig opgeladen) ....................................................... 38
Gebruik van de netvoedingsadapter (optioneel) ....................................... 39
De SD-geheugenkaart plaatsen/uitnemen .......................................40
Opnamepixels en Kwaliteitsniveau ...........................................................42
De camera aan- en uitzetten ............................................................. 44
Standaardinstellingen ....................................................................... 45
De weergavetaal instellen.........................................................................45
Datum en tijd instellen...............................................................................48
Het objectief bevestigen.................................................................... 50
De zoekerdioptrie aanpassen ........................................................... 52
Inhoudstafel
e_kb442.book Page 6 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
7
Basisbediening 53
Basishandelingen bij opnamen ........................................................54
De camera vasthouden.............................................................................54
De camera de optimale instellingen laten bepalen ...................................55
Werken met een zoomobjectief ........................................................ 59
De ingebouwde flitser gebruiken ..................................................... 60
Opnamen maken met behulp van de functie Shake Reduction .... 65
De functie Bewegingsreductie inschakelen ..............................................66
De functie Shake Reduction instellen .......................................................67
Foto’s weergeven............................................................................... 68
Opnamen weergeven................................................................................68
Opnamen wissen ............................................................................... 70
Eén opname wissen..................................................................................70
Opnamefuncties 71
Werken met de opnamemenu’s ........................................................72
Onderdelen van het menu [A Opname] ..................................................72
Onderdelen van het menu [A Custom Setting] ........................................73
Onderdelen van het Fn-menu ...................................................................75
Belichting instellen ............................................................................76
Effect van diafragma en sluitertijd.............................................................76
De gevoeligheid instellen ..........................................................................78
De belichtingsfunctie wijzigen ...................................................................80
De lichtmeetmethode selecteren ..............................................................98
Belichting corrigeren ...............................................................................100
Dubbelopnamen maken..........................................................................103
Scherpstellen ................................................................................... 104
Autofocus gebruiken ...............................................................................104
Het scherpstelveld selecteren (AF-punt).................................................107
Scherpstelling vastzetten (Scherpstelvergrendeling)..............................108
Handmatig scherpstelling wijzigen (Handmatig scherpstellen)...............110
De =-knop gebruiken...........................................................................112
Opnamen maken in de stand Catch-in Focus.........................................112
Compositie, belichting en scherpstellen
beoordelen vóór opname ................................................................113
De voorbeeldmethode selecteren ...........................................................113
Voorbeeld weergeven .............................................................................114
Continuopnamen ............................................................................. 117
Intervalopnamen .............................................................................. 120
Opnamen met de zelfontspanner ................................................... 122
Opnamen met de afstandsbediening
(Afstandsbediening F: afzonderlijk verkrijgbaar) .........................125
e_kb442.book Page 7 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
8
Gebruik van de functie Spiegel omhoog om bewegingen
van de camera te voorkomen ......................................................... 128
Automatisch wijzigen van de opname-instellingen
tijdens het maken van opnamen (Auto Bracket)...........................129
Opslaan van Gebruikersinstellingen.............................................. 133
De flitser gebruiken 135
Corrigeren van de flitsintensiteit....................................................136
Opnamen maken terwijl de flitser nog bezig is met opladen....... 137
Flitseigenschappen bij elke belichtingsfunctie ............................ 138
Afstand en diafragma bij gebruik van de ingebouwde flitser......141
Compatibiliteit objectieven DA, D FA, FA J, FA en F
met de ingebouwde flitser............................................................... 142
Gebruik van een externe flitser (optioneel) ...................................143
Opname-instellingen 153
De methode voor het verwerken van opnamen instellen
in de opnamestand (Aangepaste opname).................................... 154
De bestandsindeling instellen ........................................................156
JPEG-opnamepixels instellen .................................................................156
Het JPEG-kwaliteitsniveau instellen .......................................................157
De bestandsindeling instellen .................................................................158
De functie van de RAW-knop instellen ...................................................159
Witbalans instellen ..................................................................................160
Kleurruimte instellen ...............................................................................167
Weergavefuncties 169
Werken met de menu’s tijdens weergave......................................170
Onderdelen van het menu [Q Weergeven]...........................................170
Onderdelen van het menu [A Custom Setting] ......................................170
Onderdelen van het Fn-menu bij weergave............................................171
Opnamen roteren .............................................................................172
Vergrote weergave Opnamen ......................................................... 173
Weergave van meerdere opnamen................................................. 175
Een map weergeven ........................................................................ 177
Opnamen vergelijken....................................................................... 178
Diavoorstelling .................................................................................179
Weergave-interval diavoorstelling instellen.............................................181
Weergavefunctie wijzigen .............................................................. 182
e_kb442.book Page 8 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
9
Meerdere opnamen wissen .............................................................185
Alle opnamen wissen ..............................................................................185
Geselecteerde opnamen wissen (vanuit de weergave van meerdere
opnamen tegelijk)....................................................................................186
Een map wissen......................................................................................188
Opnamen beveiligen tegen wissen (Beveiligen)...........................189
De camera aansluiten op audiovisuele apparatuur ......................191
Opnamen verwerken 193
Opnamen bewerken met digitale filters ......................................... 194
RAW-opnamen bewerken................................................................ 197
Eén RAW-bestand bewerken..................................................................197
Alle RAW-opnamen bewerken................................................................198
Parameters specificeren .........................................................................200
Afdrukken vanaf de Camera 203
Afdrukservice instellen (DPOF) ......................................................204
Afzonderlijke opnamen afdrukken...........................................................204
Instellingen voor alle opnamen ...............................................................205
Afdrukken met PictBridge...............................................................207
Transferfunctie instellen..........................................................................208
Camera op de printer aansluiten.............................................................209
Afzonderlijke opnamen afdrukken...........................................................210
Alle opnamen afdrukken .........................................................................212
Opnamen afdrukken op basis van DPOF-instellingen ............................ 213
De USB-kabel loskoppelen .....................................................................213
Camera-instellingen 215
Werken met het menu [R Set-up] .................................................. 216
Onderdelen van menu [R Set-up] ..........................................................216
SD-geheugenkaart formatteren ...................................................... 218
Instellingen opgeven voor het geluidssignaal,
de datum en tijd en de weergavetaal ............................................. 219
Het geluidssignaal in- en uitschakelen....................................................219
Datum/tijd en weergavestijl wijzigen .......................................................220
Wereldtijd instellen..................................................................................221
Weergavetaal instellen............................................................................224
Weergave van monitor en menu’s aanpassen ..............................225
Tekstformaat instellen.............................................................................225
De tijd voor weergave van Hulpdisplay instellen.....................................225
De helderheid van de monitor aanpassen ..............................................226
De kleur van de monitor aanpassen (LCD-kleuraanpassing) .................226
e_kb442.book Page 9 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
10
De weergave voor Momentcontrole, Live weergave
en Digitaal voorbeeld instellen ................................................................227
Conventies instellen voor bestandsnamen...................................230
De mapnaam selecteren.........................................................................230
Instelling opgeven voor bestandsnummer ..............................................230
Bestandsnaam instellen..........................................................................231
Het video-uitgangssignaal en voedingsinstellingen
selecteren ......................................................................................... 233
Het video-uitgangssignaal selecteren ..................................................... 233
Automatisch uitschakelen instellen .........................................................233
Een batterij selecteren ............................................................................234
Pixelregistratie ................................................................................. 235
Instellingen voor de opnamestand selecteren
om op te slaan in de camera...........................................................236
Standaardinstellingen herstellen (Reset) 237
De menu’s Opname/Weergeven/Set-up resetten ..........................238
Menu Pers. inst. herstellen ............................................................. 239
Andere instellingen resetten........................................................... 240
Opgeslagen USER instellingen resetten.................................................240
De bestandsnaam resetten.....................................................................241
De opgeslagen waarde voor AF-aanpassing resetten............................ 241
Bijlage 243
Standaardinstellingen ..................................................................... 244
Beschikbare functies bij verschillende objectiefcombinaties.....249
Opmerkingen over [36. Gebruik diafr. ring]................................... 251
CMOS-sensor reinigen .................................................................... 252
Stof verwijderen door de CMOS-sensor te schudden............................. 252
Stof detecteren op de CMOS-sensor (Stofalarm) ................................... 252
Stof verwijderen met een blaaskwastje...................................................254
Optionele accessoires.....................................................................256
Foutberichten ................................................................................... 261
Problemen oplossen........................................................................ 264
Belangrijkste technische gegevens ............................................... 266
Verklarende woordenlijst ................................................................ 270
Index.................................................................................................. 275
GARANTIEBEPALINGEN................................................................. 280
e_kb442.book Page 10 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
11
Deze handleiding bevat de volgende hoofdstukken.
Samenstelling van de handleiding
1 Voor u de camera gaat gebruiken
Beschrijft de kenmerken van de camera, accessoires en de namen en functies
van de verschillende onderdelen.
2 Voorbereidingen
Beschrijft uw eerste stappen, van de aankoop van de camera tot het maken van
opnamen. Lees dit hoofdstuk aandachtig door en volg alle aanwijzingen op.
3 Basisbediening
Legt de procedures uit voor het maken en weergeven van opnamen.
4 Opnamefuncties
Legt de functies voor het maken van opnamen uit.
5 De flitser gebruiken
Legt het gebruik van de ingebouwde en de externe flitser uit.
6 Opname-instellingen
Legt de procedures uit voor het configureren van beeldbewerking en het instellen
van de indeling voor opslaan.
7 Weergavefuncties
Legt de procedures uit voor het weergeven, verwijderen en beveiligen van opnamen.
8 Opnamen verwerken
Legt de procedures uit voor het gebruik van filters en het verwerken van opnamen
die zijn gemaakt in RAW-indeling.
9 Afdrukken vanaf de Camera
Legt de procedures uit voor het opgeven van afdrukinstellingen en het afdrukken
van opnamen bij een rechtstreekse verbinding met de printer.
10 Camera-instellingen
Legt de procedures uit voor het wijzigen van de camera-instellingen, bijvoorbeeld die
voor de monitor en de conventies voor het benoemen van afbeeldingsbestanden.
11 Standaardinstellingen herstellen (Reset)
Legt de procedures uit voor het resetten van alle instellingen naar de standaardinstellingen.
12 Bijlage
Behandelt het oplossen van problemen en geeft een overzicht van afzonderlijk verkrijgbare
accessoires en verschillende informatiebronnen.
1
5
4
3
2
6
10
9
8
7
12
11
e_kb442.book Page 11 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
12
De betekenis van de in deze handleiding gebruikte symbolen wordt hierna
uitgelegd.
1
Geeft het nummer aan van de pagina waarnaar wordt verwezen
voor een uitleg van het betreffende bedieningsonderdeel.
Geeft nuttige informatie weer.
Geeft aandachtspunten aan voor de bediening van de camera.
e_kb442.book Page 12 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
1 Voor u de camera gaat
gebruiken
Controleer de inhoud van het pakket en de namen en functies
van de diverse onderdelen voor het gebruik.
u Kenmerken van de camera ...................... 14
De inhoud van het pakket controleren .................. 16
Namen en functies van de onderdelen .................. 17
Weergave van indicaties ......................................... 22
Bediening van het menu ......................................... 30
De functiekiezer gebruiken ..................................... 32
Bij gebruik van de menu’s en het functiemenu zijn onderdelen die niet
kunnen worden gewijzigd vanwege instellingen van de camera grijs en niet
selecteerbaar.
e_kb442.book Page 13 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
14
Voor u de camera gaat gebruiken
1
u Kenmerken van de camera
Voorzien van een CMOS-sensor van 23,4×15,6 mm met effectief 14,6 miljoen
pixels, voor een zeer hoge precisie en een groot dynamisch bereik.
Voorzien van Shake Reduction (SR), een systeem voor het reduceren van
onscherpte door het bewegen van de beeldsensor. Daarmee kunt u scherpe
opnamen maken die minimaal worden beïnvloed door het bewegen van
de camera, ongeacht het gebruikte objectief.
Uitgerust met een 11-punts AF-sensor. Bij lichtmeting met nadruk op het
midden wordt een breed scherpstelveld met 9 scherpstelpunten gebruikt.
Geschikt voor continuopnamen bij hoge snelheid tot een maximum van
ca. 21 beelden per seconde.
Voorzien van een zoeker die vergelijkbaar is met die van een conventionele
kleinbeeldcamera, met een vergroting van ca. 0,95 en een beeldveld van ca.
95% voor comfortabeler handmatig scherpstellen. Bovendien uitgerust met
een functie die de AF-punten in de zoeker rood doet oplichten.
Voorzien van een grote monitor van 2,7 inch met ca. 230.000 pixels, een grote
beeldhoek, en een helderheids- en kleurenregeling voor een zo nauwkeurig
mogelijke weergave.
Voorzien van een live weergavefunctie voor het maken van opnamen bij
gelijktijdige real-time weergave van het onderwerp op de monitor.
Er is een gebruiksvriendelijk ontwerp toegepast op verschillende delen
van de camera. Grote tekst, de monitor met een hoog contrast en de
gebruiksvriendelijke menu’s maken de bediening van de camera eenvoudiger.
Instelwielen, knoppen, naden van de body en intrekbare onderdelen van
de camera zijn spatwater- en stofbestendig.
Op de CMOS-sensor is een speciale SP-coating aangebracht die stofwerend
is. Bij toepassing van de functie Sensor stofvrij wordt de CMOS-sensor geschud
om stof te verwijderen.
Ondersteuning van de optionele Batterijgreep D-BG2 met verticale
ontspanknop. Als in zowel de camera als de greep een batterij (D-LI50) wordt
geplaatst, wordt de batterij met het meeste vermogen gebruikt. Op die manier
levert de camera gedurende langere tijd de beste prestaties. Er is bovendien
een menuoptie waarmee u prioriteit voor een batterij kunt opgeven, zodat u
die helemaal leeg kunt maken voordat u overschakelt op de andere batterij.
Voorzien van een stand Aangepaste opname met opties voor Fijne scherpte
en Filtereffect. Met behulp van die opties kunt u verfijnd instellen en beschikt
u over een groter expressiebereik.
Opnamen worden opgeslagen in de flexibele indeling JPEG of de kwalitatief
hoogwaardige maar 100 procent bewerkbare RAW-indeling. U kunt ook
JPEG+RAW selecteren en opnamen in beide indelingen opslaan. RAW-
opnamen kunnen gemakkelijk op de camera zelf worden verwerkt.
e_kb442.book Page 14 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Voor u de camera gaat gebruiken
1
15
Met de modi Hyper-program en Hyper-manual kunt u opnamen maken
met een vooraf ingestelde belichting. Bovendien uitgerust met een
Gevoeligheidsvoorkeuze K die diafragma en sluitertijd automatisch
aanpast aan de gekozen gevoeligheid, en een Sluitertijd- en
Diafragmavoorkeuze L die de gevoeligheid automatisch aanpast
aan de ingestelde sluitertijd en diafragma.
Shake Reduction (SR)
Shake Reduction (SR) op de u is een oorspronkelijk PENTAX-systeem
waarbij met behulp van een magneet de beeldsensor met hoge snelheid wordt
bewogen om camerabeweging te compenseren.
De camera kan enig geluid veroorzaken als hij heen en weer wordt geschud,
bijvoorbeeld bij het wijzigen van een compositie. Dat is geen defect.
Het gebied dat door de camera wordt vastgelegd (de beeldhoek) is bij de u en
35 mm-kleinbeeldreflexcamera’s verschillend, zelfs wanneer hetzelfde objectief wordt
gebruikt. Dit komt doordat de formaten van kleinbeeldfilm en een CMOS-sensor
verschillen.
Afmetingen van kleinbeeldfilm en CMOS-sensor
35 mm-kleinbeeldfilm : 36×24 mm
u CMOS-sensor: 23,4×15,6 mm
Bij gelijke beeldhoeken moet de brandpuntsafstand van een objectief dat voor een
35 mm-kleinbeeldcamera wordt gebruikt, ongeveer 1,5 keer langer zijn dan die voor
de u. Om een beeldhoek te bereiken die hetzelfde gebied bestrijkt,
deelt u de brandpuntsafstand van het kleinbeeldobjectief door 1,5.
Voorbeeld)Om een zelfde opname te maken als met een 150 mm-objectief
op een kleinbeeldcamera
150÷1,5=100
Gebruik een 100 mm-objectief op de u.
Omgekeerd moet de brandpuntsafstand van het gebruikte objectief op de u
worden vermenigvuldigd met 1,5 om de brandpuntsafstand voor een
kleinbeeldcamera te bepalen.
Voorbeeld) Wanneer een 300 mm-objectief wordt gebruikt op een u
300×1,5=450
De brandpuntsafstand is gelijk aan een 450 mm-objectief
op een kleinbeeldcamera.
e_kb442.book Page 15 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
16
Voor u de camera gaat gebruiken
1
De inhoud van het pakket controleren
Bij de camera worden de volgende accessoires geleverd.
Controleer of alle accessoires zijn meegeleverd.
Flitsschoenbeschermer FK
(op de camera bevestigd)
Oogschelp F
P
(op de camera bevestigd)
ME-zoekerkapje
Sync-aansluiting 2P-kapje
(op de camera bevestigd)
Bodydop
(op de camera bevestigd)
USB-kabel
I-USB17
Videokabel
I-VC28
Software (CD-ROM)
S-SW74, S-SW75
Draagriem
O-ST53
Oplaadbare lithium-
ionbatterij
D-LI50
Batterijlader
D-BC50
Netsnoer
Handleiding
(deze handleiding)
e_kb442.book Page 16 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
17
Voor u de camera gaat gebruiken
1
Namen en functies van de onderdelen
Camera
Statiefaansluiting
Batterijklep
Zelfontspanner-LED/
Afstandsbedienings-
sensor
AF-koppeling
Spiegel
Objectiefont-
grendelknop
Objectiefinformatie-
contacten
Kaartklep
Ontgrendelknop
van de batterijklep
Klep voor de
batterijgreepaansluiting
Riembevestiging
Flitsschoen
Richtteken
objectiefvatting
LED voor lezen
van/schrijven
naar kaart
Ingebouwde flitser
USB/video-aansluiting
Gelijkstroomingang
LCD-display
Klepje voor
aansluitingen
Aansluiting
draadontspanner
Zoeker
Monitor
Ontgrendelknop
van
kaartcompartiment
Zelfontspanner-LED/
Afstandsbedienings
sensor
X-sync-aansluiting
Dioptriecorrectieknop
e_kb442.book Page 17 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
18
Voor u de camera gaat gebruiken
1
Hieronder vindt u uitleg over de functie van knoppen, instelwielen en hendels
die bij het maken van opnamen worden gebruikt.
* Hier worden de fabrieksinstellingen besproken. Afhankelijk van de knop
of het instelwiel kunnen instellingen worden gewijzigd in het menu
[A Pers.instelling] (p.73).
Opnamestand
1 Snelinstelling
De belichtingsfunctie instellen
op automatische belichting
(p.85, p.92, p.95) en weer
herstellen (p.101, p.136).
2 Ontspanknop
Indrukken om opnamen
te maken. (p.57)
3 Hoofdschakelaar
Bewegen om de camera aan/uit
te zetten (p.44) of een voorbeeld
weer te geven(p.114).
4 e-knop aan de voorzijde
De sluitertijd en de LW-correctie
instellen.
5 Ontgrendelknop voor
het objectief
Indrukken om het objectief los
te maken. (p.51)
3
5
2
a
b
c
6
k
j
i
h
g
e
4
7
8
d
0
l
m
9
f
1
e_kb442.book Page 18 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Voor u de camera gaat gebruiken
1
19
6 Knop scherpstelfunctie
Schakelen tussen automatisch
(k, l) (p.104)
en handmatig scherpstellen
(\) (p.110).
7 | knop
JPEG- en RAW-bestand
standaard opslaan. (p.158, p.159)
8 K knop
Indrukken om de ingebouwde
flitser uit te klappen. (p.60)
9 Functiekiezer
Gebruiken om de belichtings-
functie te wijzigen. (p.32)
0 Schakelaar lichtmeting
De lichtmetingsfunctie wijzigen.
(p.98)
a ] knop
Belichtingsbracketing instellen.
(p.129)
b 3 knop
Het menu [A Opname] weer-
geven (p.72). Druk vervolgens
op de vierwegbesturing (5)
voor weergave van de menu’s
[Q Weergeven] (p.170),
[R Set-up] (p.216) en
[A Pers.instelling] (p.73).
c M knop
Indrukken om opnamegegevens
weer te geven op de monitor.
(p.23)
d Q knop
De weergavefunctie activeren.
(p.68)
e { knop
Indrukken om het Fn-menu weer
te geven. (p.75)
f Schakelaar Shake
Reduction
De functie Shake Reduction
in- en uitschakelen. (p.65)
g 4 knop
De in het menu geselecteerde
instelling bevestigen.
Druk hierop als het menu
niet wordt weergegeven om
de op dit moment ingestelde
gevoeligheid weer te geven
op het LCD en in de zoeker.
h Vierwegbesturing
(2345)
De cursor verplaatsen of
onderdelen wijzigen in menu’s
en het functiemenu.
i Kiezer voor ander
scherpstelpunt
Het scherpstelkader instellen.
(p.107)
j = knop
Scherpstellen op het onderwerp
voorafgaand aan lichtmeting.
(p.104)
k L knop
De belichting vergrendelen
voordat de opname wordt
gemaakt. (p.102)
l e-knop op de achterzijde
Waarden instellen voor
diafragma en gevoeligheid.
m m knop
Houd deze knop ingedrukt terwijl
u aan de e-knop op de voorzijde
draait om de waarde voor
belichtingscorrectie in te stellen.
(p.100)
Druk op de knop om het LCD-
display te verlichten. (p.29)
e_kb442.book Page 19 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
20
Voor u de camera gaat gebruiken
1
Hieronder vindt u uitleg over de functie van knoppen, instelwielen en hendels
die bij het weergeven van opnamen worden gebruikt.
* Hier worden de fabrieksinstellingen besproken. Afhankelijk van de knop
of het instelwiel kunnen instellingen worden gewijzigd in het menu
[A Pers.instelling] (p.73).
Weergavestand
3
5
2
6
7
8
0
c
d
b
a
4
1
9
e_kb442.book Page 20 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Voor u de camera gaat gebruiken
1
21
1 Snelinstelling
Druk hierop bij Vergrote
weergave voor verdere
uitvergroting. (p.173)
2 Ontspanknop
Halverwege indrukken om over
te gaan naar de opnamefunctie.
3 Hoofdschakelaar
Bewegen om de camera uit
en aan te zetten. (p.44) Op
de positie | zetten om naar
de opname- en voorbeeldfunctie
te gaan.
4 e-knop aan de voorzijde
De vorige en volgende opname
weergeven bij weergave (p.69,
p.173) of het digitale filter
aanpassen
(p.194).
5 3-knop
Indrukken om het menu
[Q Weergeven] weer te geven
(p.170). Druk vervolgens op de
vierwegbesturing (45) voor
weergave van de menu’s
[R Set-up] (p.216),
[A Pers.instelling] (p.73)
en [A Opname] (p.72).
6 i knop
Indrukken om opnamen
te verwijderen. (p.70)
7 M knop
Indrukken om
opnamegegevens weer te
geven op de monitor. (p.25)
8 Q knop
Indrukken om over te gaan naar
de opnamefunctie.
9 m knop
Druk hierop bij Vergrote
weergave voor reductie van
de uitvergroting. (p.173)
0 Z knop
Indrukken om opnamen te
beveiligen tegen onbedoelde
verwijdering. (p.189)
a e-knop op de achterzijde
Een opname uitvergroten
(p.173) of verscheidene
opnamen tegelijkertijd
weergeven (p.175).
b 4 knop
De in het menu of
het weergavescherm
geselecteerde instelling
bevestigen.
c Vierwegbesturing
(2345)
De cursor verplaatsen of
onderdelen wijzigen in menu’s,
het functiemenu en het
weergavescherm.
d { knop
Indrukken om het Fn-menu
weer te geven. (p.171)
e_kb442.book Page 21 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
22
Voor u de camera gaat gebruiken
1
Weergave van indicaties
Afhankelijk van de camerastatus
kunnen de volgende indicaties op
de monitor worden weergegeven.
Bedieningsaanwijzingen worden gedurende 3 seconden weergegeven op de
monitor als de camera wordt ingeschakeld of de functiekiezer wordt gebruikt.
* Indicatie 3, 5, 6 en 7 worden alleen weergegeven wanneer er van
de standaardinstelling wordt afgeweken. 8 wordt alleen weergegeven als de functie
Shake Reduction is uitgeschakeld. 13 wordt alleen weergegeven wanneer
de wereldtijd is ingeschakeld.
Monitor
Bij het inschakelen of gebruik van de functiekiezer
Selecteer Uit bij [Hulpdisplay] in het menu [R Set-up] om geen indicaties weer
te geven. (p.216)
1 Flitsinstelling (Actieve instelling
wordt weergegeven) (p.61)
8 Shake Reduction (p.65)
9 Naam belichtingsfunctie (p.32)
2 Transportstand/Auto bracket/
Dubbelopnamen (p.75)
10 Hulp e-knop
11 Batterijniveau
3 Autobelichting (p.98) 12 Datum en tijd (p.220)
4 Scherpstelinstelling (p.104) 13 Wereldtijd (p.221)
5 Instelling AF-punt (p.107) 14 Hulp bij knoppen
6 Witbalans (p.160) 15 Belichtingsfunctie
7 Gevoeligheid (p.78) 16 USER (gebruiker)
Monitor
1600
1600
1600
MF
M F
MF
02
02
02
02
02 02/ 2008
2008
2008 10
10
: 39
39
AM
AM
/10:39
AM
AF
USER
USER
USER
P LINE
P LINE
P LINE
RAW
RAW+
RAW+
RAW+
//
Sl.tijd & diafr.
S l . t i j d & d i a f r.
voorkeuze Auto
v o o r k e u z e A ut o
belichting
b e l i c h t i n g
AF activeren
AF active r e n
Sl.tijd & diafr.
voorkeuze Auto
belichting
AF activeren
1
15
14
16
2345 6
7
8
10
1312 11
9
e_kb442.book Page 22 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Voor u de camera gaat gebruiken
1
23
Druk in de opnamestand op de knop M om de instellingen van de
opnamefunctie gedurende 30 seconden weer te geven op de monitor.
Druk tijdens de weergave op de vierwegbesturing (23) om over te schakelen
naar de weergave van detail-info.
Weergave van detail-info (p.1)
Opnamestand
1 Belichtingsfunctie (p.32) 16 AUTO ISO correctie (p.78)
2 Gebruikersfunctie (USER mode) (p.133) 17 Witbalans (p.160)
3 Autobelichting (p.98) 18 GM-correctie (p.162)
4 Flitsinstelling (p.61) 19 BA-correctie (p.162)
5 Transportfunctie (p.75) 20 Kleurruimte
6 Belichtingsbracket (p.129)/
Dubbelopnamen (p.103)
21 Bestandsindeling (p.158)
22 JPEG-opnamepixels (p.156)
7 Uitgebreide bracket (p.131) 23 JPEG-kwaliteit (p.157)
8 Scherpstelinstelling (p.104) 24 Shake Reduction (p.65)
9 Instelling AF-punt (p.107) 25 Beeldtint (p.154)
10 Brandpuntsafstand objectief (p.65) 26 Kleurverzadiging/Filtereffect (p.154)
11 Sluitertijd (p.76) 27 Tint/Kleur aanpassen (p.154)
12 Diafragma (p.77) 28 Contrast (p.154)
13 LW-correctie (p.100) 29 Scherpte/Fijne scherpte (p.154)
Wereldtijd (p.221)14 Flitsbelichtingscorrectie (p.136)
Gevoeligheid (p.78)
30
15 31 Datum en tijd (p.220)
32 Batterijvoeding (p.38)
1
68
9
7
13 14
18 27
26
25
2423
15 16
17 19
29
20
30 31 32
21 22
28
23
4
5
10
11
12
RAW+
RAW+
ISO
ISO
10000K
10000K
G2
G2
A1
A1
AdobeRGB
AdobeRGB
AdobeRGB
AUTO
AUTO
AUTO
AF.C
AF.C
AF.C
200-1600
2 0 0 -160 0
USER
USER
1/2000
1 / 2 000
+1.3
+ 1 . 3
F2.8
F 2 . 8
-
1.0
1 . 0
10
10
10
: 39
39
10 : 39
AM
AM
AM
400
4 0 0
mm
mm
RAW+
ISO
10000K G2 A1
200-1600
USER
1/2000
+1.3
± 0±0
± 0±0
± 0±0
± 0±0
F2.8
-
1.0
400
mm
gg
/ 2008
2008
02
02
02
02
2008//02 02/
e_kb442.book Page 23 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
24
Voor u de camera gaat gebruiken
1
Weergave van detail-info (p.2)
1 Status batterijgebruik (p.234)
2 Camera batterijvoeding (p.38, p.234)
3 Greep batterijvoeding (p.38, p.234)
4 Hulp bij knoppen
5 Hulp e-knop
AF
P LINE
P LINE
P LINE
RAW
RAW+
RAW+
RAW+
AF activeren
AF active r e n
AF activeren
1
54
3
2
e_kb442.book Page 24 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Voor u de camera gaat gebruiken
1
25
Steeds als u tijdens weergave op de knop M drukt, schakelt de camera
over naar een volgende schermweergave: Standaard, Histogram, Detail-info
en Geen infoweergave (alleen opname).
Weergave van detail-info
* De indicaties 6 (Flitsinstelling) en 14 (Flitsbelichtingscorrectie) worden alleen
weergegeven bij flitsopnamen.
Weergavestand
U kunt instellen welke informatie als eerste wordt weergegeven door op de Q-knop
te drukken.
1 Rotatie-informatie 17 Instelling AF-punt
2 Gemaakte opname 18 Brandpuntsafstand objectief
3 Beveiligen 19 Beeldtint
4 Belichtingsfunctie 20 Kleurverzadiging/Filtereffect
5 Lichtmeting 21 Tint/Kleur aanpassen
6 Flitsinstelling 22 Contrast
7 Transportstand 23 Scherpte/Fijne scherpte
8 Sluitertijd 24 Gevoeligheid
9 Shake Reduction 25 Witbalans/Kleurtemperatuur
10 Uitgebreide bracket/Dubbelopnamen 26 GM-correctie
11 Uitgebreide bracket 27 BA-correctie
12 Diafragma 28 Bestandsindeling
13 LW-correctie 29 JPEG-opnamepixels
14 Flitsbelichtingscorrectie 30 JPEG-kwaliteit
15 Mapnummer/Bestandsnummer 31 Kleurruimte
16 Scherpstelling 32 Datum en tijd opname
32
13
2
89
4
5
6
10 11
12
718
16 17
15
19
2013 14
24 25 26 27 21
28 29 30 31 22
23
RAW+
RAW+
ISO
ISO
10000K
10000K
G2
G2
A1
A1
AdobeRGB
AdobeRGB
AdobeRGB
200
200
200
AF.S
AF.S
AF.S
100-0001
1 0 0 -000 1
100-0001
1/1200
1 / 1 200
1/1200
+1.5
+ 1 . 5
+1.5
F2.8
F 2 . 8
-
0.5
0 . 5
-
0.5
14.6
10
10
: 39
39
10 : 39
AM
AM
AM
24
2 4
24
mm
mm
RAW+
ISO
10000K
G2
A1
± 0±0
± 0±0
± 0±0
± 0±0
F2.8
mm
gg
Av
Av
Av
/ 2008
2008
02
02
02
02
2008//02 02/
e_kb442.book Page 25 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
26
Voor u de camera gaat gebruiken
1
Histogramweergave
De u is uitgerust met twee histogramfuncties. Het “Helderheidshistogram”
toont de verdeling van helderheid en het “RGB-histogram” toont de verdeling
van de kleurintensiteit. Druk op de vierwegbesturing (23) om te schakelen
tussen “Helderheidshistogram” en “RGB-histogram”.
* Indicatie 4 (DPOF-instellingen) wordt alleen weergegeven bij opnamen met DPOF-
instellingen.
1 Bestandsindeling 6 Schakelen tussen
Helderheidshistogram/RGB-histogram
2 Mapnaam/Bestandsnaam
van opname (p.230)
7 Histogram (R)
3 Pictogram beveiliging (p.189) 8 Histogram (G)
4 DPOF-instellingen (p.204) 9 Histogram (B)
5 Histogram (Helderheid) (p.182)
Over- of onderbelichte gebieden die knipperen als de waarschuwing [Licht/donker
geb] is ingeschakeld bij [Weergave functie] in het menu [Q Weergeven]. (p.182)
100-0001
100- 0001
100-0001
RGB
RGB
RGB
100-0001
100- 0001
100-0001
12
5
3
4
6
5
7
8
9
6
124 3
Helderheidshistogram RGB-histogram
23
23
e_kb442.book Page 26 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Voor u de camera gaat gebruiken
1
27
Zoeker
1 AF-kader (p.52)
2 Spotmeetkader (p.98)
3 AF-punt (p.107)
4 Flitserstatus (p.60)
Wordt weergegeven wanneer de flitser gereed is en knippert wanneer het gebruik
van de flitser wordt aangeraden maar deze nog niet is ingeschakeld of wordt
opgeladen.
5 Sluitertijd (p.76)
Sluitertijd bij opname of instelling (onderstreept wanneer de sluitertijd kan worden
gewijzigd met de e-knop op de voorzijde).
6 Diafragma (p.77)
Diafragmawaarde bij opname of instelling (onderstreept wanneer de
diafragmawaarde kan worden gewijzigd met de e-knop op de achterzijde).
7 Scherpstelindicatie (p.56)
Wordt weergegeven als is scherpgesteld op het onderwerp.
Knippert als niet is scherpgesteld op het onderwerp.
8 Handmatig scherpstellen (p.110)
Wordt weergegeven wanneer de scherpstelfunctie is ingesteld op \.
9 LW-balk (p.94, p.100)
Toont de LW-correctiewaarden of het verschil tussen de optimale en ingestelde
belichting als de belichtingsfunctie is ingesteld op a.
1
4
5 6 7
810
141211
9
13 15 16
23
1
e_kb442.book Page 27 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
28
Voor u de camera gaat gebruiken
1
10 Bestandsindeling (p.158)
Weergave van de indeling waarmee wordt opgeslagen (RAW of RAW+)
als is gekozen voor opslag in RAW-indeling.
Wordt niet weergegeven bij opslaan in JPEG-indeling.
11 LW-correctie (p.100)
Wordt weergegeven wanneer de LW-correctie gereed is of gebruikt wordt.
12 Flitsbelichtingscorrectie (p.136)
Wordt weergegeven wanneer de flitsbelichtingscorrectie wordt gebruikt.
13 Gevoeligheidsweergave
Wordt weergegeven als de gevoeligheid wordt weergegeven.
14 Indicatie belichtingsgeheugen (p.102)
Wordt weergegeven wanneer het belichtingsgeheugen wordt gebruikt.
15 Beschikbaar aantal opnamen/LW-correctie/Gevoeligheid bevestigen
Toont het beschikbare aantal opnamen bij de huidige bestandsindeling (p.158),
JPEG-opnamepixels (p.156) en JPEG-kwailteit (p.157).
De LW-correctiewaarde wordt weergegeven wanneer de LW-correctie wordt
ingesteld (p.100).
De ISO-gevoeligheid wordt weergegeven als Gevoeligheidsvoorkeuze/Sluitertijd-
en Diafragmavoorkeuze is ingesteld.
16 Shake Reduction (p.65)
Wordt weergegeven als bewegingsreductie is ingeschakeld.
Het AF-punt dat wordt gebruikt voor autofocus licht rood op als de ontspanknop
tot halverwege wordt ingedrukt. (p.107)
Druk op de knop = om \ weer te geven in de zoeker als [13. Functie AF-knop]
is ingesteld op [AF uitschakelen] in het menu [A Pers.instelling].
Druk op de knop 4 om de ISO-gevoeligheid weer te geven in 15 bij andere
instellingen dan Gevoeligheidsvoorkeuze en Sluitertijd- en Diafragmavoorkeuze.
(p.79)
Druk op de knop 4 om het aantal beschikbare opnamen weer te geven in 15
als Gevoeligheidsvoorkeuze of Sluitertijd- en Diafragmavoorkeuze is ingesteld.
e_kb442.book Page 28 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Voor u de camera gaat gebruiken
1
29
De volgende informatie wordt weergegeven op het LCD op de bovenzijde
van de camera.
LCD-display
1 Sluitertijd (p.76) 6 Auto Bracket (p.129)
2 Diafragma (p.77) (knippert als belichtingsbracket en
uitgebreide bracket beide zijn ingesteld)
3 Flitsinstelling (p.60)
b : Ingebouwde flitser is gereed 7 Flitsbelichtingscorrectie (p.136)
(knipperend: flitser moet
worden gebruikt)
8 LW-correctie (p.100)
9 Batterijniveau
> :
Flitsen met anti rode ogen aan
10 Witbalans (p.160)
(niet weergegeven indien ingesteld op Auto)
3 : Auto ontladen
Q :
Lange-sluitertijdsynchronisatie
O : Witbalanscorrectie
w :Draadloos 11 Gevoeligheidsweergave
Wordt weergegeven als de gevoeligheid
4 Transportfunctie (p.75)
9 : Enkelbeeldopnamen wordt weergegeven.
j : Continue opname 12 1 : RAW-opname
g : Opnamen met zelfontspanner 1P : RAW+JPEG-opname
W :
Opnamen via
afstandsbediening
13 Resterend aantal opn/
LW-correctie/PC (Pb)
(PC: Personal Computer (massaopslag),
5 LW-balk (p.94, p.100)
Pb: PictBridge)
Dubbelopnamen (p.103)
14
Druk op de knop m om het LCD-display te verlichten. U kunt de verlichting
van het LCD-display uitschakelen met [27. LCD-displayverlichting] in het menu
[A Pers.instelling].
2
1
3
5
9
7
8
12
11
6
13104
14
e_kb442.book Page 29 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
30
Voor u de camera gaat gebruiken
1
Bediening van het menu
In dit gedeelte wordt het gebruik uitgelegd van de menu’s [A Opname],
[Q Weergeven], [R Set-up] en [A Pers.instelling].
1
Druk op de knop 3
in de opnamefunctie.
Het menu [A Opname] wordt
weergegeven op de monitor.
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
De menu’s [Q Weergeven], [R Set-up]
en [A Pers.instelling] worden
opeenvolgend weergegeven, steeds
als u op de vierwegbesturing drukt.
(Het scherm van het menu [R Set-up]
wordt rechts hiernaast weergegeven.)
Het menuscherm weergeven
1/2
Opname
JPEG opnamepixels
JPEG kwal niveau
Uitgebreide Bracket
Dubbelopnamen
RAW-formaat
Bestandsindeling
Uit
Uit
PEF
JPEG
MENU
14.6
M
Einde
Set-up
MENU
Nederlands
Language
1/4
Formatteren
Wereldtijd
Datum instellen
Signaal
Einde
USER
e_kb442.book Page 30 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Voor u de camera gaat gebruiken
1
31
Hierna wordt bij wijze van voorbeeld de procedure uitgelegd voor instelling
van [JPEG kwal niveau] in het menu [A Opname].
3
Kies een onderdeel met
de vierwegbesturing (23).
Draai aan de e-knop op de voorzijde
om per pagina door het menu te bladeren.
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
De beschikbare kwaliteitsniveaus bij
het maken van JPEG-opnamen worden
weergegeven.
Druk op de vierwegbesturing (5) om naar
het keuzemenu te gaan als er sprake is
van een keuzemenu.
Als u het kwaliteitsniveau wijzigt, wordt
het beschikbare aantal opnamen bij die
instelling voor kwaliteit rechts boven
in het scherm weergegeven.
5
Selecteer een instelling met de vierwegbesturing (23).
6
Druk op de knop 4.
De camera keert terug naar het menuscherm. Stel vervolgens andere items in.
Druk op de knop 3 om terug te gaan naar de opname- of weergavestand.
Een menuonderdeel selecteren
Als u op de
3
-knop drukt en het menuscherm sluit maar de camera wordt verkeerd
uitgeschakeld (bijvoorbeeld doordat de batterij wordt uitgenomen terwijl de camera
aan staat), worden de instellingen niet opgeslagen.
U kunt met de e-knop op de voorzijde de vorige/volgende pagina weergeven
en met de e-knop op de achterzijde schakelen tussen de menu’s [A Opname],
[Q Weergeven], [R Set-up] en [A Pers.instelling] als er geen keuzemenu
wordt weergegeven.
Als u in de opnamestand op de knop 3 drukt, verschijnt het menu
[A Opname]. Als u in de weergavestand op de knop 3 drukt, verschijnt
het menu [Q Weergeven].
MENU
Uit
PEF
JPEG
14.6
M
Opname
JPEG opnamepixels
JPEG kwal niveau
Uitgebreide Bracket
Dubbelopnamen
RAW-formaat
Bestandsindeling
Uit
Einde
1/2
MENU
128
14.6
M
Annul. OK
OK
JPEG opnamepixels
JPEG kwal niveau
Uitgebreide Bracket
Dubbelopnamen
RAW-formaat
Bestandsindeling
Uit
e_kb442.book Page 31 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
32
Voor u de camera gaat gebruiken
1
De functiekiezer gebruiken
U kunt de belichtingsfunctie wijzigen door een pictogram op de functiekiezer
tegenover het indexstreepje te zetten.
Onderdeel Functie
Blad-
zijde
A (USER)
Voor het maken van opnamen met instellingen die u zelf
vastlegt.
p.133
B (Groen)
De sluitertijd en de diafragmawaarde worden automatisch
ingesteld in overeenstemming met Programmalijn voor
het maken van opnamen met de juiste belichting.
p.83
e (Hyper
Program)
De sluitertijd en de diafragmawaarde worden automatisch
ingesteld in overeenstemming met Programmalijn voor
het maken van opnamen met de juiste belichting. U kunt
met de e-knoppen op de voor- en achterzijde gemakkelijk
schakelen tussen sluitertijdvoorkeuze en
diafragmavoorkeuze.
p.84
K (Gevoelig-
heidsvoorkeuze)
Stelt de sluitertijd en de diafragmawaarde automatisch
in voor de juiste belichting in overeenstemming met de
ingestelde gevoeligheid.
p.85
b (Sluitertijd-
voorkeuze)
Een sluitertijd kiezen voor het bevriezen of juist
benadrukken van bewegingen van het onderwerp.
p.87
c (Diafragma-
voorkeuze)
Het diafragma instellen om invloed uit te oefenen
op de scherptediepte.
p.89
L (Sluitertijd-
en Diafragma-
voorkeuze)
Stelt de gevoeligheid automatisch zo in dat de
geselecteerde sluitertijd en diafragmawaarde de juiste
belichting opleveren in overeenstemming met de helderheid
van het onderwerp.
p.91
a (Hyper-manual)
Instelling van sluitertijd en diafragma voor het maken
van creatieve opnamen.
p.93
p (Tijd)
Instelling voor het maken van opnamen waarvoor lange
sluitertijden nodig zijn, zoals vuurwerk en nachtopnamen.
p.96
M (Flitser X-sync
snelheid)
De sluitertijd wordt vergrendeld op 1/180 seconde. Maak
hier gebruik van als u werkt met een externe flitser die
de sluitertijd niet automatisch aanpast.
p.97
Functie-indicatie
e_kb442.book Page 32 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
2 Voorbereidingen
In dit hoofdstuk worden de eerste stappen, van de aankoop
van de camera tot het maken van opnamen beschreven. Lees
dit hoofdstuk aandachtig door en volg alle aanwijzingen op.
Draagriem bevestigen ............................................. 34
De batterij gebruiken ............................................... 35
De SD-geheugenkaart plaatsen/uitnemen ............ 40
De camera aan- en uitzetten ................................... 44
Standaardinstellingen ............................................. 45
Het objectief bevestigen ......................................... 50
De zoekerdioptrie aanpassen ................................. 52
e_kb442.book Page 33 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
34
Voorbereidingen
2
Draagriem bevestigen
1
Trek het uiteinde van de riem
door de riembevestiging en maak
de riem vast aan de binnenkant
van de gesp.
2
Haal het andere uiteinde
van de riem door de andere
riembevestiging van de camera
en maak de riem vast aan
de binnenkant van de gesp.
e_kb442.book Page 34 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
35
Voorbereidingen
2
De batterij gebruiken
Plaats de batterij in de camera. Gebruik uitsluitend D-LI50-batterijen.
Laad de batterij op als u die voor het eerst gebruikt, of als de batterij lange tijd
niet is gebruikt, of als het bericht [Batterij leeg] verschijnt.
Opmerking: Netsnoer “Vermeld, Type SPT-2 of NISPT-2, 18/2 flexibel snoer,
geclassificeerd 125 V, 7A, minimaal 1,8m”
1
Sluit het netsnoer aan op de batterijlader.
2
Sluit het netsnoer aan op een stopcontact.
3
Houd de S markering op de speciale batterij naar boven
en plaats de batterij in de batterijlader.
Tijdens het opladen licht het indicatielampje rood op.
Als de batterij volledig is opgeladen, gaat het indicatielampje uit.
4
Neem de batterij uit de batterijlader, als de batterij volledig
is opgeladen.
De batterij opladen
Batterij D-LI50
Indicatielampje
Batterijlader D-BC50
Netsnoer
e_kb442.book Page 35 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
36
Voorbereidingen
2
Als u een batterij voor de eerste keer gebruikt, laad ze dan op en plaats
ze in de camera.
1
Open de batterijklep.
Til de ontgrendelknop van de batterijklep
op, draai hem naar OPEN (1) om te
ontgrendelen en trek vervolgens de klep
open (2).
Gebruik de batterijlader uitsluitend voor het opladen van de oplaadbare lithium-
ionbatterij D-LI50. Het opladen van andere batterijen kan schade en hitte
veroorzaken.
De batterij is defect als de batterij op de juiste manier in de batterijlader
is geplaatst, maar het indicatielampje licht niet op. Plaats een nieuwe batterij
in de camera.
Volledig opladen duurt maximaal ca. 180 minuten. Laad de batterij op in een
ruimte met een temperatuur tussen 0°C en 40°C. (De oplaadtijd is afhankelijk
van de temperatuur en het resterende vermogen van de batterij.)
Als de gebruikstijd te wensen over laat, zelfs nadat de batterij op de juiste manier
is opgeladen, heeft de batterij het einde van zijn levensduur bereikt. Plaats een
nieuwe batterij in de camera.
De batterij plaatsen/uitnemen
Open de batterijklep niet en neem de batterij niet uit het compartiment
als de camera aan staat.
Neem de batterij uit de camera als u die langere tijd niet gebruikt.
De batterij kan anders gaan lekken.
Als datum en tijd niet juist zijn wanneer u na langere tijd een nieuwe batterij
in de camera plaatst, volgt u de procedure voor “Datum en tijd instellen”. (p.48)
Plaats de batterij op de juiste manier in het compartiment. Als de batterij verkeerd
is geplaatst, kan de camera defect raken. Veeg de contactpunten van de batterij
met een zacht, droog doek schoon alvorens de batterij te plaatsen.
Wees voorzichtig omdat de camera of de batterij heet kunnen worden bij langdurig
continu gebruik van de camera.
2
1
e_kb442.book Page 36 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
37
Voorbereidingen
2
2
Houd de S markering op de batterij op de monitor gericht,
duw de batterijvergrendelingsknop in de richting van de pijl
(1) en plaats de batterij.
Duw de batterij aan
tot hij vastklikt.
Als u de batterij wilt uitnemen,
duwt u de batterijvergrendeling-
sknop in de richting van de pijl
(1). De batterij komt iets
omhoog. Neem de batterij uit
het compartiment.
3
Sluit de batterijklep (1) en draai
de ontgrendelknop van de
batterijklep naar CLOSE (2)
om te vergrendelen.
Berg de ontgrendelknop van de batterijklep
weg als u het compartiment hebt
vergrendeld.
Gebruik bij langdurig cameragebruik de netvoedingsadapter D-AC50 (optioneel).
(p.39)
1
Batterijvergrendelingsknop
2
1
e_kb442.book Page 37 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
38
Voorbereidingen
2
U kunt de resterende levensduur van de batterij aflezen aan het symbool {
op het LCD-display.
De opslagcapaciteit (normaal flitsergebruik 50%) is gebaseerd op meetomstandigheden
die in overeenstemming zijn met CIPA-normen en de andere waarden zijn gebaseerd
op meetomstandigheden bij PENTAX. In de praktijk kunnen afwijkingen van deze waarden
optreden, al naar gelang de opnamefunctie en opnameomstandigheden.
Indicatie batterijniveau
{ brandt : Batterij is vol.
} brandt : Batterij raakt leeg.
? brandt : Batterij is bijna leeg.
? knippert : De camera schakelt zichzelf na deze melding uit.
} kan ook worden weergegeven als de batterij nog voldoende voeding levert,
terwijl de camera wordt gebruikt bij een lage temperatuur of als u meerdere
sessies van continuopnamen maakt. Schakel dan de camera uit en weer in.
Als { wordt weergegeven, kunt u de camera weer gebruiken.
{ wordt niet op het LCD-display weergegeven als u de netvoedingsadapter
gebruikt.
Geschatte opslagcapaciteit en Weergavetijd
(Speciale batterij volledig opgeladen)
Batterij
(temperatuur)
Normale
opnamen
Flitsfotografie
Weergavetijd
50%
gebruik
100%
gebruik
D-LI50
(23°C) 740 530 420 330 minuten
( 0°C) 700 430 320 300 minuten
De prestaties van de batterijen kunnen bij lage temperaturen tijdelijk afnemen.
Houd bij gebruik van de camera in een koud klimaat extra batterijen bij de hand,
die u warm houdt in uw zak. Bij het bereiken van kamertemperatuur worden
de batterijprestaties weer normaal.
Zorg dat u extra batterijen bij u hebt als u een verre reis maakt, opnamen maakt
in een koud klimaat of een groot aantal opnamen maakt.
Als de gebruikstijd te wensen over laat, zelfs nadat de batterij op de juiste manier
is opgeladen, heeft de batterij het einde van zijn levensduur bereikt. Plaats een
nieuwe batterij in de camera.
e_kb442.book Page 38 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
39
Voorbereidingen
2
We adviseren u gebruik te maken van de netvoedingsadapter D-AC50 (optioneel)
als u de monitor langdurig gebruikt of de camera aansluit op de computer.
1
Zorg dat de camera uit staat alvorens de klep
van de aansluitingen te openen.
2
Richt de S markering op de gelijkstroomconnector van de
netvoedingsadapter naar de markering S op de camera en
sluit de gelijkstroomconnector aan op de gelijkstroomingang
van de camera.
3
Sluit het netsnoer aan op de netvoedingsadapter.
4
Sluit het netsnoer aan op een stopcontact.
Gebruik van de netvoedingsadapter (optioneel)
Zorg dat de camera is uitgeschakeld alvorens de netvoedingsadapter aan te sluiten
of los te maken.
Zorg dat de aansluitingen tussen de camera, de netvoedingsadapter, de connector
voor het netsnoer en het stopcontact goed zijn. Als een aansluiting losraakt terwijl
de camera bezig is met het vastleggen of lezen van gegevens op de SD-
geheugenkaart, raken de gegevens beschadigd.
Lees vóór gebruik de handleiding van de netvoedingsadapter D-AC50.
Bij gebruik van de netvoedingsadapter wordt de batterij in de camera
niet opgeladen.
1 2
e_kb442.book Page 39 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
40
Voorbereidingen
2
De SD-geheugenkaart plaatsen/uitnemen
Opnamen worden opgeslagen op een SD-geheugenkaart of een SDHC-
geheugenkaart. (Beide kaarten worden vanaf nu aangeduid als SD-
geheugenkaart.) Zorg dat de camera uit staat alvorens de SD-geheugenkaart
(in de handel verkrijgbaar) te plaatsen of uit te nemen.
1
Til de ontgrendelknop (1)
van het kaartcompartiment op
en draai hem naar OPEN (2).
De kaartklep gaat open.
2
Schuif de kaart helemaal naar
binnen met het etiket van de SD-
geheugenkaart naar de monitor
gericht.
Duw de SD-geheugenkaart iets naar
binnen om deze uit te nemen.
3
Sluit de kaartklep.
Verwijder de SD-geheugenkaart niet wanneer de LED voor schrijven naar/lezen
van de kaart brandt.
Gebruik deze camera om SD-geheugenkaarten te formatteren (initialiseren) die
nog niet eerder zijn gebruikt, of die in andere camera’s of digitale apparaten zijn
gebruikt. Raadpleeg “SD-geheugenkaart formatteren” (p.218) voor informatie
over formatteren.
Zorg ervoor dat de kaartklep goed gesloten is.
De camera werkt niet als de kaartklep open is.
1
2
e_kb442.book Page 40 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
41
Voorbereidingen
2
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van een SD-geheugenkaart
De SD-geheugenkaart is voorzien van een
schuifje voor schrijfbeveiliging. Als u dit
schuifje op [LOCK] zet, zijn de aanwezige
gegevens beveiligd. Er kunnen dan geen
nieuwe gegevens worden opgeslagen,
geen bestaande gegevens worden gewist
en de kaart niet kan worden geformatteerd.
Pas op wanneer u de SD-geheugenkaart meteen na gebruik van de camera
uitneemt: de kaart kan dan heet zijn.
Neem de SD-geheugenkaart niet uit en zet de camera niet uit wanneer er gegevens
op de kaart worden opgeslagen of opnamen of geluidsbestanden worden
weergegeven of wanneer de camera met een USB-kabel is aangesloten op een
computer. Hierdoor kunnen de gegevens verloren gaan of kan de kaart beschadigd
raken.
Buig de SD-geheugenkaart niet en stel hem niet bloot aan hevige schokken.
Houd de kaart uit de buurt van water en bewaar hem niet op een plaats met een
hoge temperatuur.
Neem de SD-geheugenkaart niet uit tijdens het formatteren. De kaart kan hierdoor
beschadigd raken en onbruikbaar worden.
Onder de volgende omstandigheden kunnen de gegevens op de SD-geheugenkaart
worden gewist. PENTAX aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor verwijderde
gegevens in de volgende gevallen:
(1) als de SD-geheugenkaart verkeerd wordt gebruikt door de gebruiker.
(2) als de SD-geheugenkaart wordt blootgesteld aan statische elektriciteit
of elektrische storingen.
(3) als de kaart lange tijd niet is gebruikt.
(4) wanneer de kaart wordt uitgenomen of de batterij wordt uitgenomen terwijl
er gegevens op de kaart worden opgeslagen of aangesproken.
De levensduur van de SD-geheugenkaart is eindig. Als de kaart lange tijd niet wordt
gebruikt, kunnen de gegevens op de kaart onleesbaar worden. Sla regelmatig een
reservekopie van belangrijke gegevens op een computer op.
Gebruik of bewaar de kaart niet op plaatsen waar hij aan statische elektriciteit
of elektrische storingen kan worden blootgesteld.
Gebruik of bewaar de kaart niet op plaatsen waar hij wordt blootgesteld aan
rechtstreeks zonlicht of aan snelle temperatuurschommelingen of condensatie.
Wilt u informatie over compatibele SD-geheugenkaarten, bezoek dan de website
van PENTAX.
Nieuwe SD-geheugenkaarten moeten worden geformatteerd. Dit geldt ook voor
SD-geheugenkaarten die in andere camera’s zijn gebruikt. 1 SD-geheugenkaart
formatteren (p.218)
Als u een SD-geheugenkaart weggooit, weggeeft of verkoopt, zorg dan dat de
gegevens op de kaart volledig zijn gewist of dat de kaart zelf wordt vernietigd
als deze persoonlijke of gevoelige informatie bevat. Bij formattering van een SD-
geheugenkaart worden de gegevens niet noodzakelijkerwijs gewist, zodat ze kunnen
worden hersteld met speciale software voor gegevensherstel. Er zijn speciale
programma’s voor het wissen van gegevens verkrijgbaar die de gegevens wel
volledig wissen.
In alle gevallen geldt dat het beheer van de gegevens op uw SD-geheugenkaart
volledig voor eigen risico is.
Schrijfbeveiliging
e_kb442.book Page 41 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
42
Voorbereidingen
2
Kies het aantal pixels (grootte) en het kwaliteitsniveau (JPEG-compressiefactor)
van de opnamen die passen bij wat u met de opnamen wilt gaan doen.
Opnamen met een groter aantal opnamepixels of meer sterren (E) worden
scherper afgedrukt. Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt (het aantal
opnamen dat op een SD-geheugenkaart past) wordt kleiner bij grotere bestanden.
De kwaliteit van de opname of afdruk hangt af van het kwaliteitsniveau, de
belichting, de resolutie van de printer en een aantal andere factoren. Dat betekent
dat u nooit meer dan de daarvoor benodigde hoeveelheid pixels hoeft te kiezen.
Wanneer u bijvoorbeeld op briefkaartformaat wilt afdrukken, is i (1824×1216)
voldoende. Geef instellingen op voor opnamepixels en kwaliteitsniveau
die tegemoetkomen aan het doel van de opname.
Kies het gewenste aantal opnamepixels en het kwaliteitsniveau voor JPEG-
opnamen in het menu [A Opname].
1JPEG-opnamepixels instellen (p.156)
1Het JPEG-kwaliteitsniveau instellen (p.157)
JPEG-opnamepixels, JPEG-kwaliteitsniveau en geschatte
opslagcapaciteit voor opnamen
Bovenstaande tabel geeft de geschatte opslagcapaciteit en opnametijd aan bij gebruik
van een SD-geheugenkaart van 512 MB.
Bovenstaande waarden kunnen variëren, al naar gelang het onderwerp,
opnameomstandigheden, opnamefunctie en SD-geheugenkaart, e.d.
Opnamepixels en Kwaliteitsniveau
Als JPEG de bestandsindeling is
JPEG-kwaliteitsniveau
JPEG opnamepixels
Z
Premium
C
Best
D
Beter
E
Goed
X
(4672×3104)
34 58 105 205
J
(3872×2592)
50 84 148 308
P
(3008×2000)
88 142 245 457
i
(1824×1216) 230 368 616 1118
Als het aantal opnamen dat kan worden opgeslagen, groter is dan 500, worden
opnamen opgeslagen in mappen met steeds 500 opnamen. Als de functie Auto
Bracket echter actief is, worden de opnamen in dezelfde map opgeslagen totdat het
maken van opnamen gereed is, zelfs als daardoor meer dan 500 opnamen in één
map terechtkomen.
e_kb442.book Page 42 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
43
Voorbereidingen
2
Met de u kunt u opnamen opslaan in de flexibele indeling JPEG of de
kwalitatief hoogwaardige maar bewerkbare RAW-indeling. Als RAW-indeling
kunt u kiezen voor de oorspronkelijke PEF-indeling van PENTAX of de voor
algemene doeleinden bestemde DNG-indeling (Digital Negative), ontwikkeld
door Adobe Systems. Op een SD-kaart met een capaciteit van 512 MB kunt
u maximaal 20 opnamen opslaan in PEF-indeling of DNG-indeling.
1De bestandsindeling instellen (p.158)
Als RAW de bestandsindeling is
e_kb442.book Page 43 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
44
Voorbereidingen
2
De camera aan- en uitzetten
1
Zet de hoofdschakelaar op [ON].
De camera wordt ingeschakeld.
Zet de hoofdschakelaar op de stand
[OFF] om de camera uit te zetten.
Zet de camera altijd uit wanneer deze niet in gebruik is.
De camera wordt automatisch uitgeschakeld als u er gedurende bepaalde tijd
geen handelingen mee verricht. Als de camera automatisch wordt uitgeschakeld,
schakelt u die weer in of verricht u één van de volgende handelingen.
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Druk op de knop Q.
Druk op de knop M.
Standaard wordt de camera automatisch uitgeschakeld na 1 minuut inactiviteit.
U kunt die instelling wijzigen met de optie [Auto Uitsch.] in het menu [R Set-up].
(p.233)
e_kb442.book Page 44 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
45
Voorbereidingen
2
Standaardinstellingen
De eerste keer dat de camera na aanschaf
wordt aangezet, verschijnt het scherm
[Language/ ] op de monitor. Volg de
onderstaande procedure om de taal die wordt
weergegeven op de monitor, en de actuele
datum en tijd in te stellen. Als deze instellingen
eenmaal zijn verricht, hoeven ze niet opnieuw
te worden uitgevoerd bij het aanzetten van
de camera.
Als bij inschakeling van de camera het scherm
Datum instellen verschijnt, volgt u de procedure
in “Datum en tijd instellen” (p.48) om de datum
en tijd in te stellen.
U kunt de taal kiezen waarin menu’s, foutberichten, enz. worden weergegeven.
U hebt de keuze uit: Engels, Frans, Duits, Spaans, Portugees, Italiaans,
Nederlands, Deens, Zweeds, Fins, Pools, Tsjechisch, Hongaars, Turks,
Russisch, Koreaans, Chinees (traditioneel/vereenvoudigd) en Japans.
1
Gebruik de vierwegbesturing
(2345) om de gewenste taal
te selecteren.
De standaardinstelling is Engels.
De weergavetaal instellen
MENU
OKCancel
OK
24h
00 :
00
MENU
OK
OK
dd/mm/jj
2008/0101 /
Datumnotatie
Datum instellen
Datum
Tijd
Annul.
MENU
OKAnnul.
OK
e_kb442.book Page 45 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
46
Voorbereidingen
2
2
Druk op de knop 4.
Het scherm [Basisinstellingen] voor
de geselecteerde taal verschijnt.
Druk twee keer op de vierwegbesturing (3)
en ga verder bij stap 9 als u [Thuistijd] niet
hoeft aan te passen.
3
Druk op de vierwegbesturing (3).
De cursor gaat naar W.
4
Druk op de vierwegbesturing (5) en selecteer
met de vierwegbesturing (45) de plaats.
5
Druk op de vierwegbesturing (3).
De cursor gaat naar [Zomertijd].
6
Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing (45).
7
Druk op de knop 4.
Het scherm [Basisinstellingen] verschijnt weer.
8
Druk op de vierwegbesturing (3).
De cursor gaat naar [Tekstformaat].
9
Druk op de vierwegbesturing
(5) en selecteer [Std.] of [Groot]
met de vierwegbesturing (23).
Als u [Groot] selecteert, wordt het
geselecteerde menu-item uitvergroot.
10
Druk twee keer op de knop 4.
Het scherm voor instelling van de datum en tijd verschijnt.
In deze handleiding worden de menuschermen vanaf nu beschreven
met [Tekstformaat] ingesteld op [Std.].
Nederlands
Amsterdam
Tekstformaat Stand.
Language
Basisinstellingen
MENU
OK
OK
Annul.
MENU
Stand.
Nederlands
Amsterdam
Tekstformaat Groot
Language
Basisinstellingen
OK
OK
Annul.
e02_kb442_7.fm Page 46 Thursday, February 21, 2008 3:41 PM
47
Voorbereidingen
2
Als er een verkeerde taal is ingesteld
Als u per ongeluk in het scherm [Language/ ] een verkeerde taal
selecteert, kunt u met de volgende procedure de juiste taal instellen.
1
Druk één of twee keer op de knop
3 om de Hulpdisplay (p.22)
weer te geven op de monitor.
Het scherm rechts is een voorbeeld
van de weergave van de Hulpdisplay.
Wat precies wordt weergegeven is
afhankelijk van de geselecteerde taal.
Bedieningsaanwijzingen worden
gedurende 3 seconden weergegeven
(Opnamestand).
2
Druk één keer op de knop 3.
A wordt weergegeven op de tab langs de bovenrand. (Menu [A Opname])
3
Druk twee keer op de vierwegbesturing (5).
R wordt weergegeven op de tab langs de bovenrand. (Menu [R Set-up])
4
Selecteer op de onderste regel [Language/ ]
met de vierwegbesturing (3).
5
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Language/ ] verschijnt.
6
Kies de gewenste taal met de vierwegbesturing (2345)
en druk op de knop 4.
Het scherm [R Set-up] voor de geselecteerde taal verschijnt.
Raadpleeg de volgende pagina’s om zo nodig de gewenste plaats voor
[Thuistijd] en datum en tijd in te stellen.
• Thuistijd wjzigen: “Wereldtijd instellen” (p.221)
• Datum en tijd wijzigen: “Datum/tijd en weergavestijl wijzigen” (p.220)
Als er geen instellingen zijn voor [Thuistijd] en de datum en tijd, zal het scherm
[Basisinstellingen] of het scherm [Datum instellen] worden weergegeven wanneer
de camera weer wordt ingeschakeld.
AF.S
A F. S
AF.S
01
01
01
01
01 01/2008
2008
2008/
/
00
00
: 00
00
00 00// :
AF
PP
P LINE
P LINE
P LINE
RAW
RAW+
RAW+
RAW+
99
e_kb442.book Page 47 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
48
Voorbereidingen
2
Stel de actuele datum en tijd en de weergavestijl in.
1
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader wordt verplaatst naar [dd/mm/jj].
2
Gebruik de vierwegbesturing (23) om de datumstijl te kiezen.
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader wordt verplaatst naar [24h].
4
Selecteer 24h (24-uurs weergave) of 12h (12-uurs weergave)
met de vierwegbesturing (23).
5
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader keert terug naar [Datumnotatie].
6
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader wordt verplaatst naar [Datum].
Datum en tijd instellen
24h
00 :
00
MENU
OK
OK
dd/mm/jj
2008/0101 /
Datumnotatie
Datum instellen
Datum
Tijd
Annul.
24h
00 :
00
MENU
OK
OK
2008/0101 /
dd/mm/jj
Datumnotatie
Datum instellen
Datum
Tijd
Annul.
e_kb442.book Page 48 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
49
Voorbereidingen
2
7
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader gaat naar de maand.
8
Stel de maand in metde vierwegbesturing (23).
Stel de dag en het jaar op dezelfde wijze in.
Stel vervolgens de tijd in.
Als u [12h] selecteert bij stap 4, verandert de aanduiding in am
(vóór de middag) of pm (na de middag), al naargelang van de tijd.
9
Druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van opnamen. Als u de datum en tijd
hebt ingesteld met de menubesturing, gaat u terug naar het menu [R Set-up].
Druk nogmaals op de knop 4.
Als u op de knop 3 drukt tijdens het aanpassen van de instelling voor tijd,
worden de tot dan toe opgegeven instellingen geannuleerd en wordt de opnamefunctie
geactiveerd. Als de camera wordt aangezet zonder dat instellingen zijn opgegeven
voor datum en tijd, verschijnt het scherm [Datum instellen], mits de basisinstellingen
zijn ingevoerd. U kunt de datum ook achteraf instellen met behulp van menubesturing.
(p.220)
Wanneer u klaar bent met de instellingen en op de knop 4 drukt, wordt de klok
van de camera teruggezet op 00 seconden. Om de exacte tijd in te stellen, drukt
u op de knop 4 wanneer het tijdsignaal (op TV, radio, e.d.) precies 00 seconden
aangeeft.
U kunt de taal-, datum- en tijdinstellingen wijzigen met de menubesturing.
(p.220, p.224)
MENU
24h
00 :
00
OK
OK
2008/0101 /
dd/mm/jj
Datumnotatie
Datum instellen
Datum
Tijd
Annul.
e_kb442.book Page 49 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
50
Voorbereidingen
2
Het objectief bevestigen
Alle belichtingsfuncties van de camera zijn beschikbaar wanneer u gebruik
maakt van DA-, D FA-, FA J-objectieven of andere objectieven met een
diafragmastand s (Auto). Sommige functies zijn beperkt wanneer u het
objectief niet instelt op s. Zie ook “Opmerkingen over [36. Gebruik diafr. ring]”
(p.251). Andere objectieven en accessoires zijn niet beschikbaar bij de
standaard fabrieksinstellingen. Om ontspannen toch mogelijk te maken bij
gebruik van een objectief of accessoire dat hierboven niet wordt genoemd,
stelt u [36. Gebruik diafr. ring] in in het menu [A Pers.instelling]. (p.75)
1
Controleer of de camera is uitgezet.
2
Verwijder de bodydop (1) en de
achterlensdop van het objectief
(2).
Zet een los objectief altijd met de vatting
omhoog neer om beschadiging van
de objectiefvatting te voorkomen.
3
Zorg dat de richttekens (de rode
puntjes) op de camera en het
objectief tegenover elkaar
liggen. Draai vervolgens het
objectief met de klok mee tot
het vastklikt.
Draai het objectief, nadat u het op de
body hebt bevestigd, tegen de klok in
om te controleren of u het objectief goed
hebt gemonteerd.
Zet de camera uit alvorens het objectief te bevestigen of te verwijderen
om onverwachte bewegingen van het objectief te voorkomen.
e_kb442.book Page 50 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
51
Voorbereidingen
2
4
Haal de frontdop van het objectief
door de aangegeven delen naar
binnen te duwen.
Als u het objectief wilt loskoppelen, houdt
u de ontgrendelknop voor het objectief
(3) ingedrukt en draait u het objectief
tegen de wijzers van de klok in.
De bodydop (1) is een dop die krassen en stof voorkomt tijdens het transport.
“Bodydop K” wordt separaat verkocht en kan worden vergrendeld.
Pentax kan niet aansprakelijk worden gesteld voor ongelukken, problemen en
defecten die het gevolg zijn van het gebruik van objectieven van een ander merk.
De camerabody en objectiefvatting zijn voorzien van informatiecontacten en een
AF-koppeling. Vuil, stof of corrosie kunnen problemen met het elektrische
systeem of een incorrecte werking veroorzaken. U kunt de contacten als dat nodig
is reinigen met een zachte, droge doek.
3
e_kb442.book Page 51 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
52
Voorbereidingen
2
De zoekerdioptrie aanpassen
Pas de scherpte van het zoekerbeeld aan uw gezichtsvermogen aan.
Wanneer u de zoekerinformatie niet goed kunt zien, schuift u de hendel voor
de dioptrieaanpassing opzij.
U kunt de dioptrie aanpassen van ca. –2,5 m
-1
tot +1,5m
-1
.
1
Kijk door de zoeker en richt de
camera op een witte muur of een
ander goed verlicht en effen
vlak. Verschuif vervolgens de
dioptriecorrectieknop naar links
of rechts.
Duw tegen de dioptriecorrectieknop tot
het AF-kader in de zoeker zo scherp
mogelijk zichtbaar is.
•De FP oogschelp is bevestigd op de zoeker
wanneer de camera vanuit de fabriek wordt
verzonden. Aanpassen van de dioptrie is
mogelijk met de F
P oogschelp op de camera,
maar is eenvoudiger wanneer u de oogschelp
verwijdert. Druk daartoe één kant van de F
P
oogschelp naar binnen en trek hem in de
richting van de pijl.
Om de F
P oogschelp op de camera te
bevestigen schuift u hem langs de groef
op de zoeker.
Wanneer u de zoekerinformatie niet goed
kunt zien, zelfs als u de hendel voor de dioptrieaanpassing hebt ingesteld,
gebruikt u de dioptriecorrectielensadapter M. U kunt die adapter echter alleen
gebruiken als u de oogschelp verwijdert. (p.258)
AF-kader
e_kb442.book Page 52 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
3 Basisbediening
In dit hoofdstuk wordt de basisbediening uitgelegd voor het
maken van opnamen als de functiekiezer op Snelinstelling is
gezet (Automatische belichting overeenkomstig de normale
programmalijn) om succesvol opnamen te maken.
Raadpleeg de hoofdstukken vanaf hoofdstuk 4 voor informatie
over geavanceerde functies en instellingen voor opnamen.
Basishandelingen bij opnamen ............................. 54
Werken met een zoomobjectief .............................. 59
De ingebouwde flitser gebruiken ........................... 60
Opnamen maken met behulp van de functie
Shake Reduction ..................................................... 65
Foto’s weergeven .................................................... 68
Opnamen wissen ..................................................... 70
e_kb442.book Page 53 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
54
Basisbediening
3
Basishandelingen bij opnamen
Hoe u de camera vasthoudt, is van belang bij het maken van opnamen.
Houd de camera stevig met beide handen vast.
Druk de ontspanknop voorzichtig helemaal in wanneer u een opname maakt.
De camera vasthouden
Om te voorkomen dat de camera beweegt tijdens het maken van de opname, kunt
u met de camera steun zoeken op of tegen een vast object (bijvoorbeeld een tafel,
muur of boom).
Hoewel er individuele verschillen tussen fotografen bestaan, is de sluitertijd voor
een camera die in de hand wordt gehouden in de regel 1/(brandpuntsafstand ×1,5).
De sluitertijd is bijvoorbeeld 1/75 seconde bij een brandpuntsafstand van 50 mm
en 1/150 seconde bij een brandpuntsafstand van 100 mm. Gebruik bij langere
sluitertijden een statief of de functie Bewegingsreductie (p.65).
Door bij het maken van een opname met een teleobjectief een statief te gebruiken
dat zwaarder is dan het totale gewicht van de camera en het objectief, voorkomt
u dat de camera beweegt.
Gebruik de functie Bewegingsreductie niet als u een statief gebruikt.
Horizontale positie Verticale positie
e_kb442.book Page 54 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
55
Basisbediening
3
De u is uitgerust met verschillende opnamefuncties, scherpstelfuncties
en transportfuncties om tegemoet te komen aan al uw wensen. In dit gedeelte
wordt beschreven hoe u opnamen maakt door eenvoudigweg op de ontspanknop
te drukken.
1
Zet de functiekiezer op B.
De belichtingsfunctie verandert in B
(Groen). In B wordt de juiste belichting
bepaald door de camera en worden
sluitertijd en diafragma automatisch
ingesteld. (p.83)
2
Zet de scherpstelfunctieknop
op l.
De scherpstelfunctie verandert in l
(Autofocus/Enkelbeeld). In l wordt
automatisch scherpgesteld als de
ontspanknop tot halverwege wordt
ingedrukt. Na het scherpstellen kan
de sluiter worden ontspannen. (p.104)
De camera de optimale instellingen laten bepalen
e_kb442.book Page 55 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
56
Basisbediening
3
3
Kijk door de zoeker voor een beeld
van het onderwerp.
U kunt een zoomlens gebruiken voor een
andere grootte van het onderwerp
in de zoeker.
1Werken met een zoomobjectief (p.59)
4
Breng het onderwerp binnen het
AF-kader en druk de ontspanknop
tot halverwege in.
Het autofocussysteem treedt in werking.
De scherpstelindicatie ] verschijnt in
de zoeker zodra het onderwerp binnen
het scherpstelbereik komt.
De flitser klapt niet automatisch uit.
Als flitsen nodig is, knippert het
flitserstatussymbool E. Druk op de knop
K (p.63) om de flitser handmatig uit
te klappen.
1De ontspanknop bedienen (p.57)
1Onderwerpen waarop moeilijk
automatisch kan worden scherpgesteld
(p.58)
1De ingebouwde flitser gebruiken (p.60)
1Het scherpstelveld selecteren (AF-punt)
(p.107)
5
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
U kunt een voorbeeld bekijken op de monitor, en de compositie, belichting
en scherpstelling beoordelen voordat u de opname maakt. (p.113)
Scherpstel-
indicatie
Flitserstatus
e_kb442.book Page 56 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
57
Basisbediening
3
6
Bekijk de opname op de monitor.
Na de opname wordt deze gedurende
één seconde op de monitor weergegeven
(momentcontrole).
Tijdens de momentcontrole kunt u de
opname uitvergroten door te drukken
op de e-knop aan de achterzijde. (p.174)
Tijdens de momentcontrole kunt u de
opname wissen door te drukken op
de knop i.
1 Momentcontrole instellen (p.227)
1 Opnamen wissen (p.70)
1 Weergave van Lichte/donkere gebieden
(p.227)
1 Histogramweergave (p.227)
Wissen
Wis s e n
Wissen
De ontspanknop bedienen
De ontspanknop heeft twee standen.
Als u de ontspanknop tot halverwege indrukt (eerste positie), worden
de indicaties in de zoeker en op het LCD ingeschakeld en werkt het
autofocussysteem. Als u de ontspanknop volledig indrukt (tweede positie),
wordt de opname gemaakt.
Wanneer u een opname wilt maken, moet u de ontspanknop voorzichtig
indrukken om camerabeweging te voorkomen.
Oefen met het tot halverwege indrukken van de ontspanknop om te leren
waar de eerste positie is.
De zoekerindicaties blijven aan terwijl u de ontspanknop tot halverwege
indrukt en ze blijven nog circa 10 seconden (standaardinstelling) zichtbaar
terwijl de timer voor de belichtingsmeting is ingeschakeld, nadat de knop
is losgelaten. (p.27, p.99)
Niet ingedrukt Half ingedrukt
(eerste positie)
Helemaal
ingedrukt
(tweede positie)
e_kb442.book Page 57 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
58
Basisbediening
3
Het autofocus-mechanisme is niet perfect. Scherpstellen kan moeilijk zijn
bij het maken van opnamen onder de volgende omstandigheden ((a) tot (f)
hieronder). Deze zijn ook van toepassing op handmatig scherpstellen met
de scherpstelindicatie ] in de zoeker.
Wanneer niet automatisch kan worden scherpgesteld op het onderwerp,
stelt u de scherpstelfunctieknop in op \ en gebruikt u de handmatige
scherpstelfunctie om via het matglas in de zoeker scherp te stellen
op het onderwerp. (p.111)
(a) Onderwerpen met een uitzonderlijk laag contrast, zoals een witte muur,
binnen het scherpstelkader.
(b) Onderwerpen die weinig licht reflecteren binnen het scherpstelkader.
(c) Onderwerpen die snel bewegen.
(d) Sterk weerkaatst licht of sterk tegenlicht (lichte achtergrond).
(e) Patronen met verticale of horizontale lijnen die binnen
het scherpstelkader vallen.
(f) Verscheidene onderwerpen op voor- en achtergrond binnen
het scherpstelkader.
Onderwerpen waarop moeilijk
automatisch kan worden scherpgesteld
Wanneer (e) en (f) van toepassing zijn, is mogelijk niet scherpgesteld op het
onderwerp, zelfs wanneer de ] (scherpstelindicatie) wordt weergegeven.
e_kb442.book Page 58 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
59
Basisbediening
3
Werken met een zoomobjectief
Vergroot het onderwerp (tele-opname) of leg een groter gebied vast (groothoek)
met een zoomobjectief. Stel het in op de gewenste grootte en maak de opname.
1
Draai de zoomring rechtsom
of linksom.
Draai de zoomring met de klok mee naar
de telestand of tegen de klok in naar
de groothoekstand.
De beeldhoek wordt groter naarmate de brandpuntsafstand kleiner wordt.
Hoe groter het getal, des te sterker het beeld wordt vergroot.
Power Zoom (automatisch zoomen) is beschikbaar als bij deze camera een met
Power Zoom compatibel FA-objectief wordt gebruikt.
Groothoek Tele
e_kb442.book Page 59 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
60
Basisbediening
3
De ingebouwde flitser gebruiken
Als u de flitser wilt gebruiken bij weinig licht of tegenlicht, drukt u op de knop K
om de flitser uit te klappen. Kies een flitsfunctie die past bij wat u wilt gaan doen,
op het scherm voor flitseropties in het functiemenu. U kunt de flitsintensiteit
aanpassen met de e-knop op de achterzijde bij alle belichtingsinstellingen met
uitzondering van de Snelinstelling.
De ingebouwde flitser werkt optimaal bij een afstand van circa 0,7 m tot 5 m
tot het onderwerp. Bij een afstand van minder dan 0,7 m wordt de belichting
niet juist ingesteld en kan er vignettering optreden (deze afstand varieert
enigszins, afhankelijk van het gebruikte objectief en de ingestelde
gevoeligheid (p.141)).
C
Auto ontladen
Schakelt de flitser automatisch in als het donker is
of bij tegenlicht.
D
Auto + Anti Rode
Ogen
Er wordt een voorflits gegeven (anti rode ogen) voordat
de flitser automatisch afgaat.
E
Flits aan De flitser gaat elke keer automatisch af.
F
Flits aan + rode ogen
Er wordt een voorflits gegeven (anti rode ogen) voordat
de flitser afgaat bij de stand Flitser aan.
G
Lange-sluitertijdsync
Afhankelijk van het omgevingslicht wordt een langere
sluitertijd ingesteld. Gebruik deze functie als u een
portretopname maakt voor een zonsondergang of een
ander landschap om persoon en achtergrond beide
voldoende belicht op de opname te krijgen.
H
Lange-sltrtd+rode
ogen
Er wordt een voorflits gegeven (anti rode ogen) voordat
de flitser afgaat bij de stand Lange-sluitertijdsync.
I
k
2e sluitergordijn-sync
Geeft een flits af onmiddellijk voordat het sluitergordijn
wordt gesloten. Daarmee maakt u opnamen van
bewegende onderwerpen die een spoor achterlaten.
r
Draadloze bediening
U kunt u speciale externe flitser synchroniseren
(AF540FGZ of AF360FGZ) zonder synchronisatiesnoer.
Compatibiliteit van ingebouwde flitser en objectief
Afhankelijk van het gebruikte objectief en de opnamecondities kan
vignettering optreden (de hoeken van de opname worden zwart vanwege
een gebrek aan licht). Wij raden u aan een testopname te maken
om dit te controleren.
1Compatibiliteit objectieven DA, D FA, FA J, FA en F met de ingebouwde
flitser (p.142)
Verwijder de zonnekap wanneer u de ingebouwde flitser gebruikt.
Bij objectieven die geen functie hebben voor het instellen van de
diaframaring op het objectief op s (Auto), flitst de ingebouwde flitser
volledig.
e_kb442.book Page 60 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
61
Basisbediening
3
1
Druk op de { knop.
Het functiemenu verschijnt.
Bij gebruik van Lange-sluitertijdsync of Lange-sltrtd+r ogen wordt afhankelijk
van het omgevingslicht een langere sluitertijd ingesteld. Gebruik de functie Shake
Reduction (p.65) of bevestig de camera op een statief ombewegingen van
de camera te voorkomen.
De flitsinstelling selecteren
Fn
AUTO
AUTO
AUTO
OK
CUSTOM IMAGE
Fn
Einde
E i n d e
Einde
e_kb442.book Page 61 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
62
Basisbediening
3
2
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het scherm voor flitseropties verschijnt.
3
Kies een flitsfunctie met de vierwegbesturing (45).
Als de B (Groen) niet actief is, draait u aan de e-knop op de achterzijde voor
flitsbelichtingscorrectie. (p.136)
4
Druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken
van een opname.
Als de functiekiezer in de stand B staat, kunt u C en D selecteren,
als de functiekiezer in de stand b, L, a of p staat, kunt u E, F, k
en rselecteren, en als de functiekiezer in de stand M staat, kunt u E, F
en rselecteren. In alle andere standen kunt u E, F, G, H, I en r
selecteren.
Als de functiekiezer is ingesteld op A, is het afhankelijk van de opgeslagen
instellingen welke flitsinstellingen beschikbaar zijn.
0.0
0 . 0
0.0
OK
O K
OK
OK
Flitsinstelling
F l i t s i n s t el l i n g
Flits aan
F l i t s a a n
Flitsinstelling
Flits aan
e_kb442.book Page 62 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
63
Basisbediening
3
1
Druk op de K knop.
De ingebouwde flitser klapt uit en wordt
opgeladen. Wanneer de flitser volledig is
opgeladen, verschijnt E op het LCD en
in de zoeker. (p.27, p.29)
2
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Wanneer er is scherpgesteld, wordt de scherpstelindicatie ] in de zoeker
weergegeven.
3
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
4
Druk op het afgebeelde deel van
de flitser om deze in te klappen.
De ingebouwde flitser gebruiken
Als de functiekiezer is ingesteld op B, gaat de flitser niet af als de
lichtomstandigheden dat niet vereisen, zelfs niet als de flitser niet is uitgeklapt.
Flits aan wordt gebruikt als de flitser uitgeklapt is bij een stand van de functiekiezer
anders dan B.
e_kb442.book Page 63 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
64
Basisbediening
3
Wanneer in een donkere omgeving opnamen met de flitser worden gemaakt,
kunnen de ogen van het onderwerp rood overkomen. Dit wordt veroorzaakt
door de weerspiegeling van de elektronische flitser in het netvlies.
Deze weerspiegeling treedt op doordat pupillen in het donker wijder zijn.
U kunt rode ogen niet voorkomen, maar met de volgende maatregelen kunt
u er wel iets tegen doen.
Maak de omgeving lichter voor de opname.
Stel in op een grote hoek en maak de opname van dichterbij wanneer
u een zoomobjectief gebruikt.
Gebruik een flitser die anti rode ogen ondersteunt.
Wanneer u een externe flitser gebruikt, zet u deze zo ver mogelijk weg
van de camera.
De functie tegen rode ogen van deze camera vermindert het rode-ogeneffect
door tweemaal te flitsen. Met anti rode ogen wordt er een voorflits gegeven net
voordat de sluiter ontspant. Dit vermindert de verwijding van pupillen. De hoofdflits
wordt vervolgens gegeven op het moment dat de pupillen kleiner zijn, waardoor
het rode-ogeneffect wordt verminderd. U gebruikt deze functie door D (Auto
+ Anti Rode Ogen) in te stellen in de stand Snelinstelling, of door F (Flits aan
+ rode ogen) of H (Lange-sltrtd+rode ogen) in te stellen bij andere
flitsfunctie-instellingen.
Bij daglicht voorkomt de flitser schaduwen wanneer u een portretfoto maakt
van iemand met schaduwen over het gezicht. Het gebruik van de flitser op deze
manier wordt daglichtsynchronisatie genoemd. Bij daglichtsynchronisatie wordt
de functie Flitser aan gebruikt.
Opnamen maken (Hyper Program)
1 Klap de flitser handmatig uit en controleer of de flitsfunctie is ingesteld op
E (Flits aan). (p.63)
2 Controleer of de flitser volledig is opgeladen.
3 Maak de opname.
Anti rode ogen gebruiken Flitser
Opnamen met daglichtsynchronisatie
Als de achtergrond te helder is, kan de opname worden overbelicht.
Zonder daglichtsynchronisatie Met daglichtsynchronisatie
e_kb442.book Page 64 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
65
Basisbediening
3
Opnamen maken met behulp
van de functie Shake Reduction
U kunt gemakkelijk scherpe opnamen maken met behulp van de functie
Bewegingsreductie door de schakelaar bewegingsreductie om te zetten.
Shake Reduction
De functie Shake Reduction reduceert het bewegen van de camera,
wat gemakkelijk kan voorkomen als de ontspanknop wordt ingedrukt.
Dat is handig bij situaties waarin grote kans bestaat dat de camera wordt
bewogen. Als de functie Bewegingsreductie is geactiveerd, kunt u opnamen
maken met een sluitertijd die met ongeveer 4 stappen is vertraagd zonder
risico van het bewegen van de camera.
De functie Bewegingsreductie is ideaal voor het maken van opnamen
onder de volgende omstandigheden.
Bij het maken van opnamen op slecht verlichte locaties, bijvoorbeeld
binnenshuis, bij nacht, op bewolkte dagen en in de schaduw.
Bij het maken van tele-opnamen
De functie Bewegingsreductie en brandpuntsafstand
De functie Bewegingsreductie is voor zijn functioneren afhankelijk van
informatie over bijvoorbeeld de brandpuntsafstand die door het objectief
wordt doorgegeven.Als op de camera een objectief DA, D FA, FA J, FA
of F is bevestigd, wordt die informatie automatisch doorgegeven als de
functie Shake Reduction wordt geactiveerd. [Brandpuntafstand] kan niet
worden ingesteld in het menu [Inv brandp afstand] in het menu [A Opname]
(u kunt de menuopties niet selecteren).
Als u een ander type objectief gebruikt, wordt de objectiefinformatie niet
automatisch doorgegeven, ook niet als de functie Shake Reduction wordt
geactiveerd.
In dat geval verschijnt het menu [Inv brandp afstand].
Stel de [Brandpuntafstand] handmatig in in het menu [Inv brandp afstand].
1 De functie Shake Reduction instellen (p.67)
De functie Bewegingsreductie compenseert geen onscherpte die het
gevolg is van een bewegend onderwerp. Als u opnamen wilt maken van
bewegende onderwerpen, verhoogt u de sluitertijd.
De functie Bewegingsreductie kan het bewegen van de camera niet altijd
volledig compenseren bij het maken van close-ups. In dat geval raden
we u aan de functie Bewegingsreductie uit te schakelen en een statief
te gebruiken.
De functie Bewegingsreductie zal niet goed werken bij het maken van
opnamen met een langzame sluitertijd, bijvoorbeeld opnamen van een
bewegend onderwerp of nachtopnamen. In dat geval raden we u aan de
functie Bewegingsreductie uit te schakelen en een statief te gebruiken.
Opname gemaakt met de functie
Bewegingsreductie
Onscherpe opname
e_kb442.book Page 65 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
66
Basisbediening
3
1
Zet de schakelaar
bewegingsreductie in de stand
ON.
Wanneer de ontspanknop tot halverwege
wordt ingedrukt, wordt k
weergegeven in de zoeker en wordt de
functie Bewegingsreductie ingeschakeld.
De functie Bewegingsreductie inschakelen
Zet de schakelaar bewegingsreductie op OFF als u een statief gebruikt.
De functie Bewegingsreductie wordt automatisch uitgeschakeld onder de
volgende omstandigheden:
bij gebruik van de zelfontspanner, zelfontspanner (2 sec), opnamen via de
afstandsbediening, vertraagde opnamen (3 sec), tijdopnamen en draadloze
bediening met een externe flitser
Als u een type objectief gebruikt dat niet automatisch objectiefinformatie als
bijvoorbeeld de brandpuntsafstand kan doorgeven (p.65), wordt het menu
[Inv brandp afstand] weergegeven. Stel de [Brandpuntafstand] handmatig in in
het menu [Inv brandp afstand]. 1 De functie Shake Reduction instellen (p.67)
Zet de schakelaar bewegingsreductie in de stand OFF als u de functie
Bewegingsreductie niet wilt gebruiken.
De functie Bewegingsreductie zal de eerste twee seconden na het inschakelen
van de camera of na activering uit de stand Automatisch uitschakelen, niet goed
werken. Wacht tot de functie Bewegingsreductie is gestabiliseerd voordat u de
ontspanknop voorzichtig indrukt om een opname te maken. Druk de ontspanknop
tot halverwege in. De camera is gereed voor het maken van opnamen als k
wordt weergegeven in de zoeker.
Shake Reduction is beschikbaar bij elk PENTAX-objectief dat compatibel is met
de u. Als de diafragmaring echter anders is ingesteld dan s (Auto) of als
een objectief zonder s stand wordt gebruikt, zal de camera niet werken, tenzij
[36. Gebruik diafr. ring] is ingesteld op [Toegestaan] in het menu
[A Pers.instelling] (zie p.75; zie p.30 en p.31 voor bedieningsmethode). Stel dat
van tevoren in. Sommige functies zijn beperkt beschikbaar als [36. Gebruik diafr.
ring] is ingesteld op [Toegestaan] in het menu [A Pers.instelling]. Zie
“Opmerkingen bij [36. Gebruik diafr. ring]” (p.251) voor details.
e_kb442.book Page 66 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
67
Basisbediening
3
Het menu voor het instellen van [Inv brandp afstand] wordt weergegeven als
de camera wordt ingeschakeld terwijl de Schakelaar Shake Reduction in de stand
Aan staat en er een objectief is bevestigd dat niet automatisch objectiefinformatie
zoals de brandpuntsafstand doorgeeft (p.65).
Stel [Brandpuntafstand] handmatig in in het menu [Inv brandp afstand].
1
Stel [Brandpuntafstand] in met
de vierwegbesturing (45) of
de e-knop op de achterzijde.
U kunt kiezen uit de volgende
34 waarden voor brandpuntsafstand.
(De standaardinstelling is 35.)
2
Druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
De functie Shake Reduction instellen
Het menu voor het instellen van de [Inv brandp afstand] verschijnt niet als u een
objectief gebruikt dat het automatisch doorgeven van objectiefinformatie zoals
de brandpuntsafstand ondersteunt, omdat [Brandpuntafstand] dan automatisch
wordt ingesteld.
Als u een objectief gebruikt zonder een positie s op de diafragmaring, of als de
diafragmaring is ingesteld op een andere positie dan s, stelt u [36. Gebruik diafr.
ring] in het menu [A Pers.instelling] in op [Toegestaan].
8 101215182024283035
40 45 50 55 65 70 75 85 100 120
135 150 180 200 250 300 350 400 450 500
550 600 700 800
Als de brandpuntsafstand van uw objectief hierboven niet wordt genoemd,
kiest u de waarde die het dichtst ligt bij de werkelijke brandpuntsafstand
(bijvoorbeeld: [18] voor 17 mm en [100] voor 105 mm).
Als u een zoomlens gebruikt, kiest u de eigenlijke brandpuntsafstand
bij de zoominstelling op dezelfde manier.
Het effect van bewegingsreductie is afhankelijk van de opnameafstand en
de informatie over de brandpuntsafstand. De functie Bewegingsreductie werkt
wellicht niet zoals verwacht bij het maken van opnamen op korte afstand.
Kies [Inv brandp afstand] in het menu [A Opname] om de instelling voor
[Brandpuntafstand] te wijzigen. (p.72)
Inv brandp afstand
135
120
100
Brandpuntafstand
MENU
OKAnnul.
OK
e_kb442.book Page 67 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
68
Basisbediening
3
Foto’s weergeven
U kunt opnamen weergeven op de camera.
1
Druk na het maken van een
opname op de Q knop.
De laatst gemaakte opname (die met
het hoogste bestandsnummer) wordt
weergegeven op de monitor.
Druk tijdens weergave op de knop M
om informatie weer te geven, bijvoorbeeld
opnamegegevens van de weergegeven
opname.
Zie p.25 en p.26 voor details van
de weergegeven informatie.
Opnamen weergeven
Met de meegeleverde software PENTAX PHOTO Browser 3 kunt u opnamen
weergeven op een computer. Raadpleeg de “Handleiding PENTAX PHOTO
Browser 3/PENTAX PHOTO Laboratory 3” voor meer informatie.
100-0001
10 0-00 01
100-0001
RGB
RGB
RGB
100-0001
10 0-00 01
100-0001
1/2000
1/ 2000
F2.8
F2 .8
1/2000
F2.8
JPEG
JPEG
JPEG
ISO
ISO
10000K
10000K
G2
G2
A1
A1
AdobeRGB
AdobeRGB
AdobeRGB
200
200
200
AF.S
AF.S
AF.S
100-0001
1 0 0- 00 01
100-0001
1/2000
1 / 20 00
1/2000
+1.5
+ 1 .5
+1.5
F2.8
F 2 .8
-
0.5
0 . 5
-
0.5
14.6
10
10
: 39
39
10 : 39
AM
AM
AM
24
2 4
24
mm
mm
ISO
10000K
G2
A1
± 0±0
± 0±0
± 0±0
± 0±0
F2.8
mm
gg
Av
Av
Av
/ 2008
2008
02
02
02
02
2008//02 02/
Standaardweergave
M
M
M
M
Histogramweergave
Geen infoweergave Weergave van detail-info
e_kb442.book Page 68 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
69
Basisbediening
3
2
Druk op de vierwegbesturing (
45
).
4 : De vorige opname wordt weergegeven.
5 : De volgende opname wordt
weergegeven.
U kunt de volgende of vorige opname weergeven door te draaien aan de e-knop
op de voorzijde.
Zie “Weergavefuncties” (p.169) voor verdere bijzonderheden van de weergavestand.
e_kb442.book Page 69 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
70
Basisbediening
3
Opnamen wissen
U kunt één opname per keer wissen.
1
Druk op de Q knop en selecteer de opname die u wilt wissen
met de vierwegbesturing (45).
2
Druk op de knop i.
Het scherm Wissen verschijnt.
3
Selecteer [Wissen] met
de vierwegbesturing (23).
Selecteer de bestandstype dat
u wilt wissen bij opnamen gemaakt
in de indeling RAW+.
4
Druk op de knop 4.
De opname wordt gewist.
Eén opname wissen
Gewiste opnamen kunnen niet meer worden teruggehaald.
Beveiligde opnamen kunnen niet worden gewist.
JPEG
wissen
Alleen de JPEG-opname
wordt gewist.
RAW
wissen
Alleen de RAW-opname
wordt gewist.
RAW+JPEG
wissen
Beide bestandstypen
worden gewist.
Zie "Meerdere opnamen tegelijkertijd wissen" (p.185) voor het wissen van meerdere
opnamen in één keer.
Wissen
100-0046
100- 0046
100-0046
OK
O K
OK
OK
Alle Beelden
A l l e B e e l de n
Annuleren
A n n u l e r e n
Alle Beelden
Annuleren
e_kb442.book Page 70 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
4 Opnamefuncties
In dit hoofdstuk worden de elementaire en de geavanceerde
opnamefuncties van de u besproken.
Werken met de opnamemenu’s ............................. 72
Belichting instellen ................................................. 76
Scherpstellen ......................................................... 104
Compositie, belichting en scherpstellen
beoordelen vóór opname ..................................... 113
Continuopnamen ................................................... 117
Intervalopnamen .................................................... 120
Opnamen met de zelfontspanner ......................... 122
Opnamen met de afstandsbediening
(Afstandsbediening F: afzonderlijk verkrijgbaar) .. 125
Gebruik van de functie Spiegel omhoog om
bewegingen van de camera te voorkomen ......... 128
Automatisch wijzigen van de opname-instellingen
tijdens het maken van opnamen (Auto Bracket) ... 129
Opslaan van Gebruikersinstellingen ................... 133
e_kb442.book Page 71 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
72
Opnamefuncties
4
Werken met de opnamemenu’s
Druk op de knop 3 in de opnamestand. Het [A Opname] wordt
weergegeven.
Instellingen voor de opnamen maakt u in het menu [A Opname].
Onderdelen van het menu [A Opname]
Onderdeel Functie
Blad-
zijde
Belichtingsfunctie
Stelt de belichtingsfunctie in.
* Verschijnt alleen als de functiekiezer is ingesteld op A
p.133
JPEG opnamepixels Stelt de opnamegrootte in van JPEG-opnamen. p.156
JPEG kwal niveau Stelt de opnamekwaliteit in van JPEG-opnamen. p.157
Bestandsindeling Stelt de bestandsindeling in. p.158
RAW-formaat
Stelt de bestandsindeling in op RAW-formaat bij het
maken van opnamen.
p.158
Uitgebreide Bracket
Stelt uitgebreide bracketing in bij het maken van
opnamen.
p.131
Dubbelopnamen Stelt dubbelopnamen in bij het maken van opnamen. p.103
Intervalopname Stelt Intervalopnamen in. p.120
Kleurruimte Stelt het te gebruiken kleurgebied in. p.167
RAW knop Stelt de functie in van de knop |.p.159
Geheugen
Stelt in dat de instellingen worden opgeslagen wanneer
de camera wordt uitgeschakeld.
p.236
Inv brandp afstand
Stelt de [Brandpuntafstand] in bij het gebruik van een
objectief dat niet automatisch objectiefinformatie kan
doorgeven.
p.67
e_kb442.book Page 72 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
73
Opnamefuncties
4
Stel in het menu Pers. instelling aangepaste functies in om volledig
gebruik te maken van de functionaliteit van de spiegelreflexcamera.
In de standaardinstelling worden persoonlijke instellingen niet gebruikt.
De instellingen in het menu [A Pers.instelling] worden geactiveerd wanneer
[Instell.], het eerste onderdeel, O (Aan) is.
Onderdelen van het menu [A Pers.instelling]
Onderdeel Functie
Blad-
zijde
Instell. Schakelt het gebruik van persoonlijke instellingen in en uit. -
1. Programma
lijn
Stelt het type Programmalijn in. p.82
2. LW-stappen Stelt de aanpassingsstappen voor de belichting in. p.101
3. Gevoeligheids-
stappen
Stelt de aanpassingsstappen voor de ISO-gevoeligheid in. p.78
4. Gevoeligheid
uitbreiden
Stelt in of de bovengrens voor gevoeligheid moet worden
gelegd bij ISO 6400.
p.78
5. Bedrijftijd
lichtmtr
Stelt de bedrijftijd voor de belichtingsmeter in. p.99
6. AE-L met AF
lock
Instelling voor het vastzetten van de belichtingswaarde
wanneer er is scherpgesteld.
p.110
7. Koppelt
belicht.+ AF
Instelling voor het koppelen van de belichtingswaarde en
het AF-punt in het scherpstelkader bij meervlaksmeting.
p.99
8. Bracketing-in-
één
Stelt in of alle beelden moeten worden gemaakt bij één
keer ontspannen bij Belichtingsbracket.
p.130
9. Volgorde A
Bracketng
Stelt de volgorde in voor opnamen met bracketing. p.129
10. Auto LW-
correctie
Stelt in of de belichting automatisch moet worden gecorrigeerd
als een juiste belichting niet kan worden vastgesteld.
-
11. Wtbalans
ongewijzigd
Stelt in of de witbalans moet worden gecorrigeerd
als de flitser wordt geactiveerd.
p.161
12. Instellings-
bereik witbalans
Stelt in of automatische fijnafstemming van de witbalans
moet worden uitgevoerd als de lichtbron wordt opgegeven
bij de instelling voor witbalans.
p.161
13. Functie AF-
knop
Instelling voor de werking van de knop =. Indien ingesteld
op [AF activeren], wordt automatisch scherpgesteld als op
de knop = wordt gedrukt.
I
ndien ingesteld op [AF uitschakelen], wordt niet scherpgesteld
wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt
terwijl op de knop = wordt gedrukt.
Indien ingesteld op [Midden AF-punt] terwijl j (Selecteren)
is gekozen op de kiezer voor ander scherpstelpunt, wordt
het centrale AF-punt geselecteerd als op de knop = wordt
gedrukt.
p.107,
p.112
e_kb442.book Page 73 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
74
Opnamefuncties
4
14. AF bij half
indrukken
Stelt in of automatisch moet worden scherpgesteld als
de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt.
-
15. AF-punt
weergeven
Instelling voor het al dan niet weergeven van het AF-punt
(scherpstelstand) in de zoeker.
p.107
16. AF met
afstandbed.
Stelt in of Autofocus moet worden gebruikt bij het maken
van opnamen met de afstandsbediening.
De sluiter ontspant nadat de autofocus actief is, wanneer
de ontspanknop wordt bediend vanaf de afstandsbediening
en deze is ingesteld op [On]. De sluiter kan niet worden
ontspannen voordat er is scherpgesteld.
De autofocus wordt niet actief door het gebruik van
de ontspanknop op de afstandsbediening wanneer deze
is ingesteld op [Uit].
-
17. Ruisonderdr
lange sltrtijd
Stelt in of de camera moet bepalen wanneer
ruisonderdrukking moet worden toegepast, of dat ruis
alleen moet worden onderdrukt bij lange sluitertijden.
p.80
18. Ruisonderdr
hoge ISO-wrd
Stelt in of ruis moet worden onderdrukt bij hoge ISO-
waarden. U kunt kiezen uit drie niveaus.
p.80
19. Instellen
kleurtemp.
stappen
Stelt de aanpassingsstappen voor de kleurtemperatuur in. p.165
20. e-knop in
Programma
Stelt de functie in van de e-knoppen in de stand e (Hyper
Program).
-
21. e-knop in
K-functie
Stelt de e-knoppen in de stand K (Gevoeligheidsvoorkeuze)
in.
-
22. e-knop in b-
functie
Stelt de functie in van de e-knoppen in de stand b
(Sluitertijdvoorkeuze).
-
23. e-knop in c-
functie
Stelt de functie in van de e-knoppen in de stand c
(Diafragmavoorkeuze).
-
24. e-knop in
L & a
Stelt de functie in van de e-knoppen in de stand L
(Sluitertijd- en Diafragmavoorkeuze) en a (Hyper-manual).
-
25. e-knop in p
& M
Stelt de functie in van de e-knoppen in de standen p (Tijd)
en M (Flitser X-sync snelheid).
-
26. Knop
Snelinst. in L
& a
Selecteert de methode voor belichtingscorrectie als op de
knop Snelinstelling wordt gedrukt in de standen L
(Sluitertijd- en Diafragmavoorkeuze) en a (Hyper-manual).
p.95
27. LCD-
displayverlichting
Stelt in of het LCD-display moet worden verlicht. p.29
28. Ontspant bij
opladen
Stelt de mogelijkheid in om de sluiter te ontspannen terwijl
de ingebouwde flitser nog bezig is met opladen.
p.137
29. Draadloos
flitsen
Stelt de functie in van de ingebouwde flitser bij draadloos
flitsen.
p.146
30. Voorbeeld-
methode
Stelt de voorbeeldmethode in als de hoofdschakelaar in de
stand voor het voorbeeld staat (|).
p.113
Onderdeel Functie
Blad-
zijde
e_kb442.book Page 74 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
75
Opnamefuncties
4
Druk op de knop { knop in de
opnamestand. Het Fn-menu verschijnt.
Druk op de vierwegbesturing (2345) of
op de knop 4 om een functie in te stellen.
31. Gevoeligheid
weergeven
Stelt in of in het LCD en de zoeker het aantal beschikbare
opnamen dan wel de gevoeligheid moet worden
weergegeven.
-
34. Catch-in
focus
Indien ingesteld op [On], terwijl de scherpstelstand is
ingesteld op l en een handmatig objectief is gemonteerd,
kunnen catch-in focus opnamen worden gemaakt en wordt
de sluiter automatisch ontspannen op het moment dat is
scherpgesteld op het onderwerp.
p.112
35. AF-
aanpassing
Voert AF-aanpassing uit. p.106
36. Diafragma-
ring gebruiken
Instelling voor het inschakelen van de ontspanknop wanneer
de diafragmaring in een andere positie staat dan s.
p.251
Reset
pers.instellingen
Zet alle instellingen in het menu Pers. instelling terug
op hun standaardwaarde.
p.239
Onderdelen van het Fn-menu
Toets of knop Onderdeel Functie Bladzijde
2
Transportfunctie
Selecteert Continuopname,
Zelfontspanner of Afstandsbediening.
p.117,
p.122,
p.125
3
Flitsinstelling Wijzigt de flitsfunctie. p.61
4
Witbalans
Wijzigt de kleurbalans
in overeenstemming met de kleur van
de lichtbron die het onderwerp verlicht.
p.160
5
Gevoeligheid Stelt de gevoeligheid in. p.78
4
Aangepaste
opname
Stelt beeldbewerking in. p.154
Onderdeel Functie
Blad-
zijde
Fn
AUTO
AUTO
AUTO
OK
CUSTOM IMAGE
Fn
Einde
E i n d e
Einde
e_kb442.book Page 75 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
76
Opnamefuncties
4
Belichting instellen
De juiste belichting is een kwestie van de juiste combinatie van sluitertijd
en diafragma. Er zijn in elke situatie tal van correcte sluitertijd-
diafragmacombinaties mogelijk, die telkens weer een ander resultaat
opleveren.
De sluitertijd bepaalt de belichtingstijd van de opname, m.a.w. de tijd
dat de CMOS-sensor aan licht wordt blootgesteld.
Een langere sluitertijd kiezen
Als het onderwerp beweegt, wordt de opname
onscherp omdat de sluiter langer open blijft.
Het is mogelijk het effect van beweging
(bijvoorbeeld een rivier, een waterval of
golven) te verbeteren door met opzet
een langere sluitertijd te kiezen.
Een kortere sluitertijd kiezen
Bij keuze van een kortere sluitertijd kan de
actie van een bewegend onderwerp worden
bevroren.
Een kortere sluitertijd helpt camerabeweging
te voorkomen.
Effect van diafragma en sluitertijd
Effect van sluitertijd
e_kb442.book Page 76 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
77
Opnamefuncties
4
Wijzig de hoeveelheid licht die op de CMOS-sensor terechtkomt
door het diafragma te wijzigen.
Het diafragma openen (diafragmawaarde verlagen)
Voorwerpen die dichterbij of verder weg zijn
dan het onderwerp waarop is scherpgesteld,
worden minder scherp. Als u bijvoorbeeld
een opname maakt van een bloem tegen
een landschapsachtergrond met een grote
diafragmaopening, wordt het landschap voor
en achter de bloem onscherp, waardoor alleen
de bloem wordt geaccentueerd.
Het diafragma sluiten (diafragmawaarde verhogen)
Het scherptegebied neemt zowel dichtbij als
veraf toe. Als u bijvoorbeeld een opname maakt
v
an een bloem tegen een landschapsachtergrond
met een kleine diafragmaopening, is ook het
landschap voor en achter de bloem scherp.
Effect van diafragma
Scherptediepte
Wanneer u scherpstelt op een deel van het onderwerp, is er een gebied
waarin voorwerpen die dichterbij en verder weg zijn, ook scherp zijn.
Dit gebied wordt scherptediepte genoemd.
De scherptediepte van de u is afhankelijk van het objectief.
Maar vergeleken met een kleinbeeldcamera is de waarde ruwweg
één diafragmastop kleiner (het scherpstelbereik wordt kleiner).
Hoe korter de brandpuntsafstand en hoe verder weg het onderwerp is,
hoe groter de scherptediepte (sommige zoomobjectieven hebben geen
schaal voor de scherptediepte vanwege hun bouwwijze).
Scherptediepte Klein Groot
Scherptegebied Smal Breed
Diafragma
Open Dicht
(Lagere waarde) (Hogere waarde)
Brandpuntsafstand
objectief
Langer Korter
(Tele-opname) (Groothoek)
Afstand tot onderwerp Dichtbij Veraf
e_kb442.book Page 77 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
78
Opnamefuncties
4
U kunt de gevoeligheid instellen op basis van het omgevingslicht.
De gevoeligheid kan worden ingesteld op [AUTO] of tussen ISO 100 en 3200.
De standaardinstelling is [AUTO].
Stel [Gevoeligheid] in het Fn-menu in. (p.75)
Stel het bereik in voor automatische correctie van de gevoeligheid wanneer
Gevoeligheid is ingesteld op [AUTO]. De gevoeligheid wordt standaard
automatisch gecorrigeerd binnen het bereik [ISO 100-400].
Draai aan de e-knop op de voor- of achterzijde om het bereik in te stellen
voor [Gevoeligheid] in het Fn-menu.
De gevoeligheid instellen
[Gevoeligheid] in het Fn-menu kan niet worden gebruikt om de gevoeligheid in
te stellen als de belichtingsfunctie is ingesteld op K (Gevoeligheidsvoorkeuze).
Draai in de opnamestand aan de e-knop op de achterzijde om de instelling
op te geven. (p.85)
Instellingen anders dan [AUTO] zijn niet beschikbaar bij [Gevoeligheid] wanneer
de belichtingsfunctie is ingesteld op L (Sluitertijd- en Diafragmavoorkeuze).
Als de belichtingsfunctie is ingesteld op p (Tijd), ligt de bovengrens voor
gevoeligheid op ISO 1600.
Het gevoeligheidsbereik kan worden uitgebreid naar een bereik van ISO 100 tot
6400 als [4. Gevoeligheid uitbreiden] in het menu [A Pers.instelling] is ingesteld
op [On].
Ruisonderdrukking wordt ingesteld op [Sterk] bij het maken van opnamen
met een gevoeligheid van ISO 3200 of hoger, ongeacht de instelling bij
[18. Ruisonderdrukking hoge ISO-waarde] (p.80) in het menu [A Pers.instelling].
Bij een hogere gevoeligheidsinstelling kunnen opnamen meer ruis vertonen.
U kunt instellen of de ISO-gevoeligheid moet worden vergrendeld met stappen
van 1 LW of moet worden gecoördineerd met de LW-stappen (p.101)
in [3. ISO-gevoeligheidsstappen] in het menu [A Pers.instelling].
Het bereik voor automatische correctie instellen bij AUTO
e-knop aan de voorzijde Stelt de ondergrens voor gevoeligheid in.
e-knop aan de achterzijde Stelt de bovengrens voor gevoeligheid in.
AUTO
AUTO
AUTO
AUTO
AUTO
AUTO
100-400
1 0 0 - 4 0 0
100-400
D-Range
D-Range
D-Range
Fn
OK
O K
OK
OK
800
800
800
1600
1600
1600
400
400
400
200
200
200
100
100
100
3200
3200
3200
Gevoeligheid
G e v o e l i g h ei d
Gevoeligheid
e_kb442.book Page 78 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
79
Opnamefuncties
4
Druk in de opnamestand op de knop 4. De ingestelde gevoeligheid wordt
weergegeven op het LCD en in de zoeker. Draai aan de e-knop op de voorzijde
terwijl u de knop 4 ingedrukt houdt om de gevoeligheid te wijzigen.
Het dynamisch bereik is het getal waarmee het lichtniveau wordt aangeduid
dat door de pixels van de CMOS-sensor wordt uitgedrukt van lichte tot donkere
gebieden.
Met behulp van de functie Dynamisch bereik uitbreiden kunt u het lichtniveau
dat door de pixels van de CMOS-sensor wordt uitgedrukt uitbreiden,
zodat heldere gebieden minder gemakkelijk voorkomen op de opname.
Druk op de knop { bij de instelling [Gevoeligheid] in het Fn-menu
om de functie in en uit te schakelen.
Als de belichtingsfunctie is ingesteld op a (Hyper-manual), p (Tijd) of M (Flitser X-
sync snelheid), kan de gevoeligheid niet worden ingesteld op [AUTO].
De gevoeligheid wijzigen in de opnamestand
U kunt de gevoeligheid instellen op ISO AUTO door gelijktijdig op de knoppen
Snelinstelling en 4 te drukken als de belichtingsfunctie is ingesteld op e
(Hyper Program), b (Sluitertijdvoorkeuze) of c (Diafragmavoorkeuze).
U kunt het aantal beschikbare opnamen weergeven door op de knop 4 te
drukken als de belichtingsfunctie is ingesteld op K (Gevoeligheidsvoorkeuze)
of L (Sluitertijd- en Diafragmavoorkeuze).
Het dynamisch bereik uitbreiden
Wanneer het dynamisch bereik wordt uitgebreid, wordt het gevoeligheidsbereik
gereduceerd tot het bereik tussen ISO 200 en 3200.
AUTO
AUTO
AUTO
AUTO
AUTO
AUTO
200-400
2 0 0 - 4 0 0
200-400
200%
2 0 0 %
D-Range
D-Range
200%
D-Range
D-Range
D-Range
D-Range
Fn
OK
O K
OK
OK
800
8 0 0
800
1600
1 6 0 0
1600
400
4 0 0
400
200
2 0 0
200
3200
3 2 0 0
3200
Gevoeligheid
G e v o e l i g h ei d
Gevoeligheid
e_kb442.book Page 79 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
80
Opnamefuncties
4
Deze camera heeft de volgende negen belichtingsfuncties.
Wijzig de belichtingsfunctie met de functiekiezer (p.32). Bij elke belichtingsfunctie
zijn de volgende instellingen mogelijk.
De belichtingsfunctie wijzigen
Belichtings-
functie
Beschrijving
Belichtings-
correctie
Sluitertijd
wijzigen
Dia-
fragma
wijzigen
Gevoelig
heid
Blad-
zijde
B (Groen)
De sluitertijd en de
diafragmawaarde
worden automatisch
ingesteld in
overeenstemming
met Programmalijn
voor het maken van
opnamen met de
juiste belichting.
Nee Nee Nee Ja p.83
Ruisonderdrukking
Als u met een digitale camera een opname maakt met een lange sluitertijd
of bij een hoge gevoeligheid, ontstaat ruis (korrel of oneffenheid)
op de afbeelding.
U kunt ruis terugdringen met behulp van Ruisonderdrukking. Het duurt
langer om opnamen op te slaan die worden gemaakt met ruisonderdrukking.
U stelt Ruisonderdrukking in bij [17. Ruisonderdr lange sltrtijd] of
[18. Ruisonderdrukking hoge ISO-waarde] in het menu [A Pers.instelling].
Ruisonderdrukking bij lange sluitertijd
Auto: De camera bepaalt de opnameomstandigheden voor sluitertijd,
gevoeligheid en interne temperatuur, en past op basis daarvan
automatisch ruisonderdrukking toe waar nodig.
Aan: Ruisonderdrukking wordt alleen toegepast bij lange sluitertijden
(langer dan 0,3 seconden).
Ruisonderdrukking bij hoge ISO-waarde
Kies een instelling voor ruisonderdrukking uit [Uit], [Minimaal], [Zwak],
of [Sterk] bij het maken van opnamen met een hoge instelling voor
gevoeligheid.
e_kb442.book Page 80 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
81
Opnamefuncties
4
e (Hyper
Program)
De sluitertijd en de
diafragmawaarde
worden automatisch
ingesteld in overeen-
stemming met Pro-
grammalijn voor het
maken van opna-
men met de juiste
belichting. U kunt
met de e-knoppen
op de voor- en acht-
erzijde gemakkelijk
schakelen tussen
sluitertijdvoorkeuze
en diafrag-
mavoorkeuze.
Ja Ja Ja Ja p.84
K
(Gevoelig-
heidsvoor-
keuze)
Stelt de sluitertijd en
de diafragmawaarde
automatisch in voor
de juiste belichting in
overeenstemming
met de ingestelde
gevoeligheid.
Ja Nee Nee
Anders
dan
Auto
p.85
b (Sluiter-
tijdvoor-
keuze)
Instelling van de
gewenste sluitertijd
voor het vastleggen
van bewegende
onderwerpen.
Ja Ja Nee Ja p.87
c
(Diafragma
voorkeuze)
Instelling van het
gewenste diafragma
voor controle over
de scherptediepte.
Ja Nee Ja Ja p.89
L
(Sluiter-
tijd- en Dia-
fragmavoo
rkeuze)
Stelt de gevoeligheid
automatisch zo in
dat de handmatig
ingestelde sluitertijd
en diafragmawaarde
de juiste belichting
opleveren in
overeenstemming
met de helderheid
van het onderwerp.
Ja Ja Ja
Alleen
Auto
p.91
Belichtings-
functie
Beschrijving
Belichtings-
correctie
Sluitertijd
wijzigen
Dia-
fragma
wijzigen
Gevoelig
heid
Blad-
zijde
e_kb442.book Page 81 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
82
Opnamefuncties
4
* Zie p.101 voor meer informatie over belichtingscorrectie voor a (Hyper-manual) en M (Flitser X-
sync snelheid).
a (Hyper-
manual)
Instelling van
sluitertijd en
diafragma voor het
maken van creatieve
opnamen.
Ja* Ja Ja
Anders
dan
Auto
(tot ISO
1600)
p.93
p (Tijd)
Instelling voor het
maken van
opnamen waarvoor
lange sluitertijden
nodig zijn, zoals
vuurwerk en
nachtopnamen.
Nee Nee Ja
Anders
dan
Auto
p.96
M (Flitser
X-sync
snelheid)
De sluitertijd wordt
vergrendeld op 1/
180 seconde. Maak
hier gebruik van als
u werkt met een
externe flitser die de
sluitertijd niet
automatisch
aanpast.
Ja* Nee Ja
Anders
dan
Auto
p.97
Belichtings-
functie
Beschrijving
Belichtings-
correctie
Sluitertijd
wijzigen
Dia-
fragma
wijzigen
Gevoelig
heid
Blad-
zijde
Over Programmalijn
Selecteer bij [1. Programmalijn] in het menu [A Pers.instelling] de
normale programmalijn of één van de volgende instellingen. Bij B en e
wordt de belichting ingesteld overeenkomstig de gekozen programmalijn.
Normaal
Normaal programma is het basisprogramma voor automatische
belichting.
Hoge snelheid
(Hogesnelheid
voorkeuze)
Het hoge snelheidvoorkeuzeprogramma is een programma
voor automatische belichting waarbij korte sluitertijden prioriteit
krijgen.
Diepte
(Scherptediept
evoorkeuze)
Het scherptedieptevoorkeuzeprogramma is een programma
voor automatische belichting waarbij scherptediepte prioriteit
krijgt.
MTF (MTF-
voorkeuze)
Het MTF-voorkeuzeprogramma is een programma voor
automatische belichting waarbij de beste diafragma-
instellingen voor het gebruikte objectief prioriteit krijgen;
het programma is effectief bij gebruik van objectieven
van het type DA, D FA, FA of FA J.
e_kb442.book Page 82 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
83
Opnamefuncties
4
De sluitertijd en de diafragmawaarde worden automatisch ingesteld in
overeenstemming met Programmalijn voor het maken van opnamen met
de juiste belichting.
1
Zet de functiekiezer op B.
2
Controleer de sluitertijd en de diafragmawaarde in de zoeker
of op het LCD-display.
De B (Groen) gebruiken
Sluitertijd, diafragma, belichtingsgeheugen, belichtingscorrectie, Auto bracket,
Dubbelopnamen en Belichtingscompensatie kunnen niet worden ingesteld
in de stand B (Groen).
Zet het diafragma op de stand s terwijl
u de knop voor automatische vergrendeling
ingedrukt houdt bij gebruik van een objectief
met een diafragmaring.
e_kb442.book Page 83 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
84
Opnamefuncties
4
De sluitertijd en de diafragmawaarde worden automatisch ingesteld in
overeenstemming met Programmalijn voor het maken van opnamen met
de juiste belichting.
Wijzig met de e-knoppen aan de voor- en achterzijde de sluitertijd en het
diafragma onder handhaving van de juiste belichting (Hyper Program).
1
Zet de functiekiezer op e.
2
Controleer de sluitertijd en de
diafragmawaarde in de zoeker
of op het LCD-display.
Het e (Hyper-program) gebruiken
Zet het diafragma op de stand s terwijl
u de knop voor automatische vergrendeling
ingedrukt houdt bij gebruik van een objectief
met een diafragmaring.
U kunt een andere programmalijn kiezen.
Instellen bij [1. Programmalijn] in het menu
[A Pers.instelling]. (p.82)
Wanneer de juiste belichting niet kan worden
ingesteld op basis van de geselecteerde
criteria, kunt u de gevoeligheid automatisch
aanpassen. Stel [Gevoeligheid] in op [AUTO]
in het menu Fn. (p.78)
e_kb442.book Page 84 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
85
Opnamefuncties
4
U kunt de gevoeligheid instellen op basis van de belichting van het onderwerp.
Sluitertijd en diafragma worden automatisch ingesteld overeenkomstig
de ingestelde gevoeligheid voor een juiste belichting.
1
Zet de functiekiezer op K.
De K (Gevoeligheidsvoorkeuze) gebruiken
Hyper-program
De sluitertijd wijzigen
U kunt overschakelen naar Automatische belichting met sluitertijdvoorkeuze
door te draaien aan de e-knop op de voorzijde in de stand e (Hyper
Program).
U kunt alleen een sluitertijd instellen die een correcte belichting
zal opleveren bij het diafragmabereik van het gebruikte objectief.
Als de helderheid verandert en de diafragmawaarde buiten het
relatieve bereik valt, zal de diafragmawaarde knipperen in de zoeker
en op het LCD-display.
Druk op de knop Snelinstelling om terug te keren naar Hyper-program
automatische belichting.
Het diafragma wijzigen
U kunt overschakelen naar Automatische belichting met
diafragmavoorkeuze door te draaien aan de e-knop op de achterzijde
in de stand e (Hyper Program).
U kunt alleen een diafragma instellen dat een correcte belichting
zal opleveren binnen het bereik van beschikbare sluitertijden.
Als de helderheid verandert en de sluitertijd buiten het relatieve bereik
valt, zal de sluitertijd knipperen in de zoeker en op het LCD-display.
Druk op de knop Snelinstelling om terug te keren naar Hyper-program
automatische belichting.
e_kb442.book Page 85 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
86
Opnamefuncties
4
2
Draai aan de e-knop op
de achterzijde en pas
de gevoeligheid aan.
Sluitertijd, diafragmawaarde en gevoeligheid
worden weergegeven in de zoeker en op
het LCD-display.
U kunt de gevoeligheid instellen op waarden die overeenkomen met ISO 100
tot ISO 3200. [AUTO] is niet beschikbaar.
Draai aan de e-knop op de voorzijde terwijl u op de knop m drukt om de waarde
voor belichtingscorrectie te wijzigen. (p.100)
Stel de gevoeligheid in stappen van 1/2 LW of 1/3 LW in. Instellen bij
[2. LW-stappen] in het menu [A Pers.instelling]. (p.101)
U kunt de gevoeligheid niet instellen bij [Gevoeligheid] in het Fn-menu.
Zet het diafragma op de stand s terwijl
u de knop voor automatische vergrendeling
ingedrukt houdt bij gebruik van een objectief
met een diafragmaring.
e_kb442.book Page 86 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
87
Opnamefuncties
4
Instelling van de gewenste sluitertijd voor het vastleggen van de beweging van
bewegende onderwerpen. Bij het maken van opnamen van snel bewegende
onderwerpen kunt u met een kortere sluitertijd het onderwerp bevriezen en
met een langere sluitertijd de beweging van het onderwerp laten zien.
Op basis van de sluitertijd wordt de diafragmawaarde automatisch ingesteld
voor de juiste belichting.
1Effect van diafragma en sluitertijd (p.76)
1
Zet de functiekiezer op b.
2
Draai aan de e-knop op
de voorzijde om de sluitertijd
te wijzigen.
De sluitertijd en de diafragmawaarde worden
weergegeven in de zoeker en op het LCD.
De b (Sluitertijdvoorkeuze) gebruiken
e_kb442.book Page 87 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
88
Opnamefuncties
4
Draai aan de e-knop op de voorzijde terwijl u op de knop m drukt om de waarde
voor belichtingscorrectie te wijzigen. (p.100)
Stel de sluitertijd in stappen van 1/2 LW of 1/3 LW in. Instellen bij [2. LW-stappen]
in het menu [A Pers.instelling]. (p.101)
Wanneer de juiste belichting niet kan worden ingesteld op basis van
de geselecteerde criteria, kunt u de gevoeligheid automatisch aanpassen.
Stel [Gevoeligheid] in op [AUTO] in het menu Fn. (p.78)
Zet het diafragma op de stand s terwijl
u de knop voor automatische vergrendeling
ingedrukt houdt bij gebruik van een objectief
met een diafragmaring.
Belichtingswaarschuwing
Als het onderwerp te licht of te donker is,
begint de diafragmawaarde te knipperen
in de zoeker en op het LCD. Is het
onderwerp te licht, kies dan een kortere
sluitertijd. Bij een te donker onderwerp kiest u een langere sluitertijd.
Wanneer de diafragmawaarde ophoudt met knipperen, kunt u de
opname maken met de juiste belichting.
Gebruik een ND-filter (neutrale densiteit) als het onderwerp te licht is.
Gebruik de flitser als het te donker is.
e_kb442.book Page 88 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
89
Opnamefuncties
4
Stel het diafragma in wanneer u de scherptediepte wilt aanpassen.
De scherptediepte is groter (voorgrond en achtergrond zijn duidelijker) wanneer
het diafragma op een hoge waarde wordt ingesteld. De scherptediepte
is kleiner (voorgrond en achtergrond zijn vager) wanneer het diafragma
op een lagere waarde wordt ingesteld.
Aan de hand van de diafragmawaarde wordt de sluitertijd automatisch
op de juiste belichting ingesteld.
1Effect van diafragma en sluitertijd (p.76)
1
Zet de functiekiezer op c.
2
Draai aan de e-knop op
de achterzijde om de
diafragmawaarde aan te passen.
De sluitertijd en de diafragmawaarde
worden weergegeven in de zoeker
en op het LCD.
De c (Diafragmavoorkeuze) gebruiken
e_kb442.book Page 89 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
90
Opnamefuncties
4
Draai aan de e-knop op de voorzijde terwijl u op de knop m drukt om de waarde
voor belichtingscorrectie te wijzigen. (p.100)
Stel de diafragmawaarde in stappen van 1/2 LW of 1/3 LW in. Instellen bij
[2. LW-stappen] in het menu [A Pers.instelling]. (p.101)
Wanneer de juiste belichting niet kan worden ingesteld op basis van de
geselecteerde criteria, kunt u de gevoeligheid automatisch aanpassen.
Stel [Gevoeligheid] in op [AUTO] in het menu Fn. (p.78)
Zet het diafragma op de stand s terwijl
u de knop voor automatische vergrendeling
ingedrukt houdt bij gebruik van een objectief
met een diafragmaring.
Belichtingswaarschuwing
Als het onderwerp te licht of te donker is,
knippert de sluitertijd in de zoeker en op
het LCD. Is het onderwerp te licht, kies
dan een kleiner diafragma (hogere
waarde). Is het onderwerp te donker, kies
dan een groter diafragma (lagere waarde). Zodra het knipperen ophoudt,
kunt u de opname maken.
Gebruik een ND-filter (neutrale densiteit) als het onderwerp te licht is.
Gebruik de flitser als het te donker is.
e_kb442.book Page 90 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
91
Opnamefuncties
4
Instelling van sluitertijd en diafragma voor het maken van opnamen.
Stelt de gevoeligheid automatisch zo in dat de handmatig ingestelde sluitertijd
en diafragmawaarde de juiste belichting opleveren in overeenstemming met
de helderheid van het onderwerp.
1
Zet de functiekiezer
in de stand L.
2
Draai aan de e-knop op de
voorzijde om de sluitertijd
te wijzigen.
3
Draai aan de e-knop op
de achterzijde om de
diafragmawaarde aan te passen.
Sluitertijd, diafragmawaarde en
gevoeligheid worden weergegeven
in de zoeker en op het LCD-display.
De L (Sluitertijd- en Diafragmavoorkeuze) gebruiken
e_kb442.book Page 91 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
92
Opnamefuncties
4
Draai aan de e-knop op de voorzijde terwijl u op de knop m drukt om de waarde
voor belichtingscorrectie te wijzigen. (p.100)
Stel sluitertijd en diafragma zo in, dat LW-correctie wordt toegepast in stappen
van 1/2 LW of 1/3 LW. Instellen bij [2. LW-stappen] in het menu
[A Pers.instelling]. (p.101)
Andere instellingen dan [AUTO] zijn niet beschikbaar voor [Gevoeligheid]
in het Fn-menu.
Zet het diafragma op de stand s terwijl
u de knop voor automatische vergrendeling
ingedrukt houdt bij gebruik van een objectief
met een diafragmaring.
Belichtingswaarschuwing
Als het onderwerp te licht of te donker is,
zal de gevoeligheidsindicatie in de zoeker
en op het LCD-display knipperen. Wijzig
de sluitertijd en het diafragma. Zodra de
indicatie ophoudt met knipperen, kunt u de opname maken bij de juiste
belichting.
Gebruik een ND-filter (neutrale densiteit) als het onderwerp te licht is.
Gebruik de flitser als het te donker is.
Over de knop Snelinstelling
Het diafragma en de sluitertijd worden automatisch aangepast aan
de juiste belichting op dat moment als u op de knop Snelinstelling drukt
bij de instelling L (Sluitertijd- en Diafragmavoorkeuze). U kunt kiezen
uit de volgende drie aanpassingsmethoden bij [26. Knop Snelinst. in L
& a] in het menu [A Pers.instelling].
De sluitertijd wordt ingesteld op de juiste belichting, afhankelijk van
het diafragma wanneer het diafragma niet in de stand s is gezet.
1 Opmerkingen over [36. Gebruik diafr. ring] (p.251)
1
Programma lijn
Het diafragma en de sluitertijd worden automatisch
aangepast.
2
b inst
Het diafragma wordt vergrendeld en de sluitertijd wordt
automatisch aangepast.
3
c inst
De sluitertijd wordt vergrendeld en het diafragma wordt
automatisch aangepast.
e_kb442.book Page 92 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
93
Opnamefuncties
4
Deze functie is handig voor het maken van opnamen met dezelfde combinatie
van sluitertijd en diafragma, of het maken opnamen die opzettelijk onderbelicht
(donkerder) dan wel overbelicht (lichter) moeten worden.
1Effect van diafragma en sluitertijd (p.76)
1
Zet de functiekiezer op a.
2
Druk op de knop Snelinstelling.
De sluitertijd en de diafragmawaarde
worden automatisch ingesteld
op de juiste belichting.
Draai aan de e-knop op de voor- of
achterzijde om de belichting naar wens
in te stellen en maak de opname.
Pas de de sluitertijd aan met de e-knop
op de voorzijde en het diafragma met
de e-knop op de achterzijde.
a (Hyper-manual) gebruiken
e_kb442.book Page 93 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
94
Opnamefuncties
4
Als de gevoeligheid is ingesteld op [AUTO] en de belichtingsfunctie op a (Hyper-
manual), krijgt de gevoeligheid de laagste waarde die is ingesteld bij “Het bereik
voor automatische correctie instellen bij Auto” (p.78).
De indicatie in de zoeker knippert als het verschil met de juiste belichting groter
is dan ±3,0.
Stel sluitertijd en diafragma zo in, dat LW-correctie wordt toegepast in stappen
van 1/2 LW of 1/3 LW. Instellen bij [2. LW-stappen] in het menu
[A Pers.instelling]. (p.101)
Zet het diafragma op de stand s terwijl
u de knop voor automatische vergrendeling
ingedrukt houdt bij gebruik van een objectief
met een diafragmaring.
LW-balk
De LW-balk wordt weergegeven in de
zoeker en op het LCD in de stand a
(Hyper-manual). De juiste belichting
wordt bereikt als V in het midden van de
LW-balk staat. Als hij meer naar – staat,
wordt onderbelicht. Als hij meer naar +
staat, wordt overbelicht. Als de waarde buiten het bereik van de LW-balk
valt, knippert de “+” of de “–”.
LW-balk
Belichtingswaarschuwing
Als het onderwerp te licht of te donker is,
knippert de “+” of de “–” op de LW-balk
in de zoeker en op het LCD.
e_kb442.book Page 94 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
95
Opnamefuncties
4
Combineren met L
Druk op de knop L (p.102) om de belichtingswaarde in Hyper-manual
vast te leggen. Als de sluitertijd of het diafragma daarna wordt gewijzigd,
wordt de combinatie van sluitertijd en diafragma aangepast om dezelfde
belichting te behouden.
Voorbeeld: als een sluitertijd van 1/125 sec en een diafragmawaarde van
F5.6 zijn vastgelegd met de L knop, en de sluitertijd wordt vervolgens
gewijzigd naar 1/30 sec met behulp van de e-knop op de voorzijde, zal de
diafragmawaarde automatisch worden gewijzigd in F11.
Over de knop Snelinstelling
Het diafragma en de sluitertijd worden automatisch aangepast aan de
juiste belichting op dat moment als u op de knop Snelinstelling drukt
bij de instelling a (Hyper-manual). U kunt kiezen uit de volgende drie
aanpassingsmethoden bij [26. Knop Snelinst. in L & a] in het menu
[A Pers.instelling].
De sluitertijd wordt ingesteld op de juiste belichting, afhankelijk van
het diafragma wanneer het diafragma niet in de stand s is gezet.
1Opmerkingen over [36. Gebruik diafr. ring] (p.251)
1
Programma lijn
Het diafragma en de sluitertijd worden automatisch
aangepast.
2
b inst
Het diafragma wordt vergrendeld en de sluitertijd
wordt automatisch aangepast.
3
c inst
De sluitertijd wordt vergrendeld en het diafragma
wordt automatisch aangepast.
e_kb442.book Page 95 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
96
Opnamefuncties
4
De tijdopnamefunctie gebruikt u voor lange belichtingstijden, bijvoorbeeld
om ’s nachts te fotograferen of om opnamen van vuurwerk te maken.
De sluiter blijft open zo lang de ontspanknop wordt ingedrukt.
1
Zet de functiekiezer op p.
De stand p (Tijdopname) gebruiken
Belichtingscorrectie, Continuopname en Belichtingsbracket zijn in de stand
p (Tijd) niet beschikbaar.
Hoe langer de belichtingstijd, des te meer ruis op de opname.
Draai aan de e-knop op de achterzijde om de diafragmawaarde te wijzigen.
Stel de diafragmawaarde in stappen van 1/2 LW of 1/3 LW in. Instellen bij
[2. LW-stappen] in het menu [A Pers.instelling]. (p.101)
De functie Shake Reduction function wordt automatisch uitgeschakeld als
de belichtingsfunctie wordt ingesteld op p (Tijd).
Gebruik een stevig statief en de optionele draadontspanner CS-205 om te
voorkomen dat de camera beweegt bij het maken van opnamen in de stand p (Tijd).
Sluit de draadontspanner aan op de aansluiting voor de draadontspanner (p.17).
Tijdopname is beschikbaar bij de afstandsbedieningsfunctie (p.125). De sluiter
blijft geopend zolang de ontspanknop van de optionele afstandsbediening ingedrukt
wordt gehouden.
Als de gevoeligheid is ingesteld op [AUTO] en de belichtingsfunctie op p (Tijd),
krijgt de gevoeligheid de laagste waarde die is ingesteld bij “Het bereik voor
automatische correctie instellen bij AUTO” (p.78).
Als de belichtingsfunctie is ingesteld op p (Tijd), ligt de bovengrens voor
gevoeligheid op ISO 1600.
Er is geen bovengrens voor de belichtingstijd bij tijdopnamen. We raden u echter
aan de optionele netvoedingsadapter D-AC50 te gebruiken als u opnamen maakt
met een lange belichtingstijd omdat de batterij wordt gebruikt als de sluiter open
staat.
e_kb442.book Page 96 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
97
Opnamefuncties
4
De sluitertijd wordt vergrendeld op 1/180 seconde. Maak hier gebruik van als
u werkt met een externe flitser die de sluitertijd niet automatisch aanpast.
1
Zet de functiekiezer op M.
De stand M (X-sync-snelheid van de flitser) gebruiken
Draai aan de e-knop op de achterzijde om de diafragmawaarde te wijzigen.
Druk op de knop Snelinstelling om de sluitertijd vast te houden op 1/180 sec
en het diafragma automatisch aan te passen.
Als de gevoeligheid is ingesteld op [AUTO] en de belichtingsfunctie op M (Flitser
X-sync snelheid), krijgt de gevoeligheid de laagste waarde die is ingesteld bij
“Het bereik voor automatische correctie instellen bij Auto” (p.78).
e_kb442.book Page 97 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
98
Opnamefuncties
4
Selecteer het gedeelte van het scherm dat moet worden gebruikt voor
lichtmeting en het bepalen van de belichting. U kunt kiezen uit L (Meervlaks
lichtmeting), M (Lichtmeting met nadruk op het midden) en N (Spotmeting).
De fabrieksinstelling is L (Meervlaks lichtmeting).
Instellen met de schakelaar lichtmeting. (p.19)
Bij meervlaks lichtmeting wordt het beeld
in de zoeker gemeten in 16 verschillende
zones, zoals de afbeelding laat zien. Zelfs bij
opnamen met tegenlicht wordt bij deze functie
automatisch bepaald welk helderheidsniveau
elk gedeelte van het beeld heeft en wordt de
belichting dienovereenkomstig aangepast.
De lichtmeetmethode selecteren
L
Meervlaks
De zoeker wordt verdeeld in 16 delen, elk deel wordt
gemeten en de juiste belichting wordt bepaald.
M
Met nadruk op
het midden
De hele zoeker wordt gemeten met nadruk op het midden,
en de belichting wordt bepaald.
N
Spotmeting
Alleen het middelste deel van de zoeker wordt gemeten,
en de belichting wordt bepaald.
Meervlaks lichtmeting gebruiken
Lichtmeting met nadruk op het midden wordt automatisch ingesteld, zelfs wanneer
u meervlaks lichtmeting selecteert, bij gebruik van een ander objectief dan DA, D FA,
FA J, FA, F of A, of als een diafragmaring anders is ingesteld dan op s. (Zo’n
objectief kan alleen worden gebruikt wanneer dit is toegestaan bij [36. Gebruik diafr.
ring] (p.75) in het menu [A Pers.instelling].)
e_kb442.book Page 98 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
99
Opnamefuncties
4
De meting legt de nadruk op het midden van
het matglas. Gebruik deze meting wanneer
u de belichting wilt corrigeren op basis van
ervaring, in plaats van dit over te laten aan
de camera. In de afbeelding ziet u dat de
gevoeligheid groter wordt wanneer het patroon
hoger wordt (midden). Deze functie corrigeert
niet automatisch opnamen met tegenlicht.
Bij spotmeting wordt het licht slechts in
een klein vak in het midden van het matglas
gemeten, zoals de afbeelding laat zien.
U kunt deze functie combineren met het
belichtingsgeheugen (p.102) wanneer het
onderwerp uitzonderlijk klein is en een correcte
belichting moeilijk te realiseren is.
Lichtmeting met nadruk op het midden gebruiken
Spotmeting gebruiken
AF-punt koppelen aan de automatische belichting tijdens
meervlaksmeting
Bij [7. Koppelt belicht. + AF] (p.73) in het menu [A Pers.instelling]
kunt u de belichting koppelen aan het scherpstelpunt tijdens meervlaks
lichtmeting. De standaardinstelling is [Uit].
1
Uit De belichting wordt onafhankelijk van het AF-punt ingesteld.
2
Aan De belichting wordt op basis van het AF-punt ingesteld.
Meettijd instellen
Stelt de tijd voor lichtmeting bij [5. Bedrijftijd lichtmtr] [p.73] in het menu
[A Pers.instelling] in. De standaardinstelling is [10 sec].
1
10 sec Stelt de timer voor de belichtingsmeting in op 10 seconden.
2
3 sec Stelt de timer voor de belichtingsmeting in op 3 seconden.
3
30 sec Stelt de timer voor de belichtingsmeting in op 30 seconden.
e_kb442.book Page 99 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
100
Opnamefuncties
4
Hiermee kunt u met opzet overbelichte (lichte) of onderbelichte (donkere)
opnamen maken.
Selecteer 1/2 LW of 1/3 LW bij [2. LW-stappen] in het menu [A Pers.instelling].
(p.101)
U kunt de LW-correctie instellen tussen –3 en +3 (LW) in stappen van 1/2 LW,
of tussen –2 en +2 (LW) in stappen van 1/3 LW.
1
Stel de correctie in met de e-knop
op de voorzijde terwijl u de knop
m indrukt.
m wordt weergegeven in de zoeker
en op het LCD tijdens de correctie.
Druk op de knop m om de
correctiewaarde te bevestigen.
N wordt weergegeven als de
belichtingscompensatie (p.136)
is ingesteld.
Belichting corrigeren
Correctiewaarde
e_kb442.book Page 100 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
101
Opnamefuncties
4
Stel de belichting in bij [2. LW-stappen] in het menu [A Pers.instelling]
met stappen van 1/2 LW of 1/3 LW.
Belichtingscorrectie is niet beschikbaar als de belichtingsfunctie is ingesteld op
B (Groen) of p (Tijd).
De belichtingscorrectie kan niet worden geannuleerd door de camera uit te zetten
of door een andere belichtingsfunctie in te stellen.
De belichtingscorrectie wordt teruggezet op 0 als op de knop Snelinstelling wordt
gedrukt terwijl de knop m ingedrukt wordt gehouden.
Belichtingsstappen wijzigen
Belichtingscorrectie voor a (Hyper-manual) en M
(Flitser X-sync snelheid)
Als de waarde voor Belichtingscorrectie bijvoorbeeld is ingesteld op +1.5
voor a en M, wordt een onderbelichting van 1,5 LW weergegeven op de
LW-balk. Als u de belichtingswaarde zo instelt dat de V op het midden van
LW-balk wordt weergegeven, zal de opname worden gemaakt met de
gecorrigeerde waarde.
2.
LW-stappen
Stappen belichting
ingesteld op 1/2 LW
1/2 LW Stap
1/3 LW Stap
e_kb442.book Page 101 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
102
Opnamefuncties
4
Het belichtingsgeheugen is een functie die de belichting vasthoudt zoals die is
vóór het maken van de opname. Gebruik deze functie wanneer het onderwerp
te klein is of wanneer er sprake is van tegenlicht, waardoor een correcte
belichting niet mogelijk is.
1
Druk op de knop L.
De camera houdt de belichting
(helderheid) van dat moment vast
in het geheugen.
Druk de knop nogmaals
in om te ontgrendelen.
Belichting vastleggen alvorens een opname te maken
(Belichtingsgeheugen)
@ staat aangegeven in de zoeker wanneer het belichtingsgeheugen
is geactiveerd. (p.27)
De belichting wordt zo lang in het geheugen vastgehouden als op de knop L
wordt gedrukt of de ontspanknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden.
De belichting wordt in het geheugen vastgehouden gedurende een periode
van 0,5× tot 2× de lichtmeettijd na het loslaten van de knop L.
Er klinkt een geluidssignaal wanneer de L-knop wordt ingedrukt.
Het geluidssignaal kan worden uitgeschakeld. (p.219)
Belichtingsgeheugen is niet beschikbaar wanneer de belichtingsfunctie is ingesteld
op B (Groen), p (Tijd) of M (Flitser X-sync snelheid).
Als de maximale diafragmawaarde van een zoomobjectief afhankelijk is van
de brandpuntsafstand, is de combinatie van sluitertijd en diafragmawaarde zelfs
bij een werkend belichtingsgeheugen afhankelijk van de zoompositie.
De belichtingswaarde is echter stabiel, zodat opnamen worden gemaakt met
het belichtingsniveau dat is ingesteld in het belichtingsgeheugen.
De belichtingswaarde kan worden vergrendeld wanneer er is scherpgesteld.
Instellen bij [6. AE-L met AF lock] in het menu [A Pers.instelling]. (p.110)
e_kb442.book Page 102 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
103
Opnamefuncties
4
U kunt verscheidene opnamen over elkaar heen maken.
1
Kies [Dubbelopnamen] in het
menu [A Opname] en druk
op de vierwegbesturing (5).
Het scherm Dubbelopnamen wordt
weergegeven.
2
Selecteer met de vierwegbesturing (5) het aantal opnamen.
Gebruik de vierwegbesturing (23) om te kiezen uit 2 tot 9 opnamen.
3
Druk op de knop 4.
4
Gebruik de vierwegbesturing (3) om Auto LW instel
te selecteren.
5
Gebruik de vierwegbesturing (5) om Auto LW instel
in te stellen op O (Aan) of P (Uit).
Als u O (Aan) kiest, wordt de belichting automatisch aangepast aan
het aantal opnamen.
6
Druk twee keer op de knop 4.
De opnamestand wordt geactiveerd.
7
Maak de opname.
De gemaakte opname wordt steeds na het loslaten van de ontspanknop
in de momentcontrole weergegeven. Druk op de knop i tijdens de
momentcontrole om opnamen te verwijderen die tot dat moment zijn
gemaakt en opnieuw te beginnen vanaf de eerste opname.
De totale opname wordt opgeslagen als het ingestelde aantal opnamen
is gemaakt.
Dubbelopnamen maken
Als op de knop | of 3 wordt gedrukt, of als belichtingsbracketing is
ingesteld tijdens het maken van dubbelopnamen, worden de opnamen die al zijn
gemaakt, opgeslagen en wordt het maken van dubbelopnamen afgebroken.
Het maken van dubbelopnamen kan niet worden gecombineerd met Auto Bracket
of Uitgebreide Bracket. De functie die als laatste is ingesteld, wordt gebruikt.
Dubbelopnamen
Aantal opnamen
Auto LW instel
MENU
Uit
e_kb442.book Page 103 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
104
Opnamefuncties
4
Scherpstellen
U kunt op de volgende manieren scherpstellen.
U kunt ook kiezen uit twee autofocus-functies: l (Eén opname), waarbij
de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt om scherp te stellen op het
onderwerp en de scherpstelling op die stand wordt vastgehouden, en k
(Continu), waarbij continu wordt scherpgesteld op het onderwerp zolang de
ontspanknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden. De fabrieksinstelling
is l.
1
Zet de scherpstelfunctieknop
op l of k.
=
Autofocus
De camera stelt scherp wanneer de ontspanknop
tot halverwege wordt ingedrukt.
\
Handmatig scherpstellen Stel handmatig scherp.
Autofocus gebruiken
l
Eén
opname
Wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt,
wordt de scherpstelling in die stand vastgehouden.
k
Continu
Er wordt continu scherpgesteld op het onderwerp zolang
de ontspanknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden.
Zelfs als niet is scherpgesteld op het onderwerp, kan de
sluiter ontspannen wanneer de ontspanknop helemaal wordt
ingedrukt.
e_kb442.book Page 104 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
105
Opnamefuncties
4
2
Kijk door de zoeker en druk de
ontspanknop tot halverwege in.
Wanneer op het onderwerp is
scherpgesteld, verschijnt de
scherpstelindicatie ] in de zoeker.
(Als de indicatie knippert, is er niet
scherpgesteld op het onderwerp.)
1 Onderwerpen waarop moeilijk
automatisch kan worden scherpgesteld
(p.58)
U kunt de camera scherpstellen door op de knop = te drukken,
maar ook door de ontspanknop tot halverwege in te drukken.
Bij l (Eén opname) is de scherpstelling vergrendeld terwijl ] brandt
(scherpstelvergrendeling). Om scherp te stellen op een ander onderwerp,
haalt u eerst uw vinger van de ontspanknop.
•In k (Continu) (p.104) wordt continu scherpgesteld bij het volgen
van het onderwerp zolang de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt.
De sluiter kan pas ontspannen als er is scherpgesteld op het onderwerp in l
(Eén opname) (p.104). Als het onderwerp zich te dicht bij de camera bevindt, gaat
u achteruit en maakt u de opname. Stel de scherpstelling handmatig in als er moeilijk
op het onderwerp kan worden scherpgesteld (p.58). (p.110)
Druk in de stand l (Eén opname) de ontspanknop tot halverwege in. Wanneer
de ingebouwde flitser beschikbaar is, gaat deze automatisch verschillende keren
af, zodat de autofocus makkelijker kan scherpstellen op een onderwerp in een
donkere omgeving.
Wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt om op het onderwerp
scherp te stellen terwijl het onderwerp beweegt, volgt de k het onderwerp
automatisch. Het objectief werkt automatisch en zal steeds scherpstellen
op het onderwerp.
Scherpstelindicatie
e_kb442.book Page 105 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
106
Opnamefuncties
4
AF-aanpassing
U kunt het AF-punt aanpassen bij [35. AF-aanpassing] in het menu
[A Pers.instelling].
1 Kies [35. AF-aanpassing] in het menu [A Pers.instelling] en druk
op de vierwegbesturing (5).
2 Selecteer [On] met de vierwegbesturing (23) en druk
op de vierwegbesturing (5).
Het scherm voor AF-aanpassing verschijnt.
3 Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Toepassen op al]
of [Toepassen op 1] te selecteren.
4 Druk op de vierwegbesturing (5) en pas
de waarde aan met de e-knop op de
achterzijde of met de vierwegbesturing
(45).
Druk op de vierwegbesturing (5)
(e-knop op de achterzijde y) om de
scherpstelling dichterbij te halen en druk
op de vierwegbesturing (4) (e-knop op
de achterzijde f) om de scherpstelling
verder weg te plaatsen.
5 Druk op de knop 4.
6 Druk op de knop 4.
De opnamestand wordt weer geactiveerd.
7 Maak een testopname.
U kunt het scherpstelpunt controleren door de weergave uit te vergroten
tijdens Live weergave (p.114) of Digitaal voorbeeld (p.115).
Gebruik AF-aanpassing alleen als dat nodig is. Gebruik de functie
voorzichtig, want aanpassing van autofocus kan het moeilijk maken
om opnamen te maken met de juiste scherpstelling.
Camerabeweging tijdens het maken van de testopname voor AF-aanpassing
kan het moeilijk maken om een nauwkeurig AF-punt te verkrijgen.
Gebruik daarom bij het maken van testopnamen altijd een statief.
Toepassen
op al
Past dezelfde aanpassing toe op alle objectieven.
Toepassen
op 1
Als het nummer van het objectief is opgehaald, wordt dat
weergegeven. Een aanpassingswaarde voor elk type objectief
wordt opgeslagen en toegepast (maximaal 20 objectieftypen).
Druk in stap 4 op de knop Snelinstelling om de aanpassingswaarde
in te stellen op ±0.
Als een aanpassingswaarde is opgeslagen met Toepassen op 1 en u drukt
in stap 6 op de knop 4 terwijl [Toepassen op al] is geselecteerd, wordt de
waarde Toepassen op al gebruikt in plaats van de waarde Toepassen op 1.
Als u een opgeslagen aanpassingswaarde wilt resetten, selecteert u in stap
3 [Reset] in het scherm AF-aanpassing. (p.241)
AF-aanpassing
35.
Reset
Toepassen op 1 Niet t.
Toepassen op al
+5
MENU
Opsl
OK
Annul.
e_kb442.book Page 106 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
107
Opnamefuncties
4
Selecteer het gedeelte van de zoeker waarmee moet worden scherpgesteld.
De fabrieksinstelling is S (Auto).
Het geselecteerde AF-punt licht rood op in de zoeker. (AF-punt weergeven)
Instellen met de kiezer voor ander scherpstelpunt. (p.19)
1
Selecteer j (Selecteren) met de
kiezer voor ander scherpstelpunt.
Het scherpstelveld selecteren (AF-punt)
S
Auto
De camera selecteert het optimale AF-punt,
zelfs als het onderwerp niet in het midden staat.
j
Selecteren
Het scherpstelkader wordt ingesteld op een van de elf
punten in het AF-gebied.
U
Midden
Het scherpstelkader wordt ingesteld op het midden
van de zoeker.
Het AF-punt wordt niet weergegeven in de zoeker als u [Uit] hebt geselecteerd
voor [15. AF-punt weergeven] in het menu [A Pers.instelling]. (p.74)
Als [Midden AF-punt] is geselecteerd bij [13. Functie =-knop] in het menu
[A Pers.instelling], kan de camera zo worden ingesteld dat het centrale AF-punt
weer wordt geselecteerd als j (Selecteren) is ingesteld en op de knop =
wordt gedrukt. (p.73)
Het AF-punt wordt ongeacht de instelling vergrendeld op de middenpositie bij
het gebruik van objectieven anders dan de typen DA, D FA, FA J, FA of F.
De scherpstelstand instellen in de zoeker
e_kb442.book Page 107 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
108
Opnamefuncties
4
2
Kijk door de zoeker en controleer
de positie van het onderwerp.
3
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om het gewenste
AF-punt te selecteren.
Het AF-punt licht rood op in de zoeker (AF-punt weergeven) zodat u kunt
controleren waarop het AF-punt is ingesteld.
Als het onderwerp buiten het bereik van het scherpstelveld valt, kan de camera
niet automatisch scherpstellen op het onderwerp. In deze situatie zet u de
scherpstelfunctieknop op l (Eén opname). U kunt het scherpstelveld
op het onderwerp richten, de scherpstelvergrendeling gebruiken en het
onderwerp opnieuw uitkaderen.
1
Kader het onderwerp
in de zoeker uit.
Gebruik de scherpstelvergrendeling
als het onderwerp waarop u wilt
scherpstellen buiten het bereik
van het scherpstelveld valt.
Scherpstelling vastzetten
(Scherpstelvergrendeling)
(Voorbeeld)
Er wordt
scherpgesteld op de achtergrond
in plaats van op de persoon.
e_kb442.book Page 108 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
109
Opnamefuncties
4
2
Centreer het onderwerp in de
zoeker en druk de ontspanknop
tot halverwege in.
Wanneer op het onderwerp is
scherpgesteld, verschijnt de
scherpstelindicatie ] en klinkt er een
geluidssignaal. (Als de indicatie knippert,
is er niet scherpgesteld op het onderwerp).
3
Vergrendel de scherpstelling.
Houd de ontspanknop tot halverwege ingedrukt. De scherpstelling wordt
vastgehouden.
4
Houd de ontspanknop tot
halverwege ingedrukt en kader
het onderwerp opnieuw in.
De scherpstelling is vergrendeld zolang de scherpstelindicatie ] brandt.
Als u de zoomring van het objectief draait terwijl de scherpstelvergrendeling actief
is, bestaat de kans dat het onderwerp niet meer scherp is.
Het geluidssignaal kan worden uitgeschakeld. (p.219)
e_kb442.book Page 109 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
110
Opnamefuncties
4
Stel [6. AE-L met AF lock] in het menu [A Pers.instelling] in (p.73)
om de waarde voor belichting te vergrendelen wanneer de scherpstelling
is vergrendeld. De belichting wordt standaard niet vergrendeld wanneer
de scherpstelling is vergrendeld.
Bij handmatige aanpassing van de scherpstelling kunt u aan de hand van de
scherpstelindicatie of het matglas in de zoeker vaststellen of op het onderwerp
is scherpgesteld.
De scherpstelindicatie ] verschijnt in de zoeker wanneer op het onderwerp
is scherpgesteld, ook bij handmatig scherpstellen.
Met de scherpstelindicatie kunt u de scherpstelling handmatig aanpassen ].
1
Zet de scherpstelfunctieknop
op \.
Belichting vergrendelen wanneer scherpstelling
is vergrendeld
1
Uit De belichting is niet vergrendeld wanneer de scherpstelling is vergrendeld.
2
Aan De belichting is vergrendeld wanneer de scherpstelling is vergrendeld.
Handmatig scherpstelling wijzigen
(Handmatig scherpstellen)
De scherpstelindicatie gebruiken
6.
AE-L met AF lock
Auto belichting niet
vergrendeld als de AF
is vergrendeld
Uit
Aan
e_kb442.book Page 110 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
111
Opnamefuncties
4
2
Kijk door de zoeker, druk de
ontspanknop tot halverwege in
en draai aan de scherpstelring.
Wanneer op het onderwerp
is scherpgesteld, gaat de
scherpstelindicatie ] branden en klinkt
er een geluidssignaal.
U kunt handmatig scherpstellen met behulp van het matglas in de zoeker.
1
Zet de scherpstelfunctieknop
op \.
Als er moeilijk op het onderwerp kan worden scherpgesteld (p.58) en de
scherpstelindicatie niet blijft branden, stelt u handmatig scherp met behulp
van het matglas in de zoeker.
Het geluidssignaal kan worden uitgeschakeld. (p.219)
Het matglas in de zoeker gebruiken
Scherpstelindicatie
e_kb442.book Page 111 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
112
Opnamefuncties
4
2
Kijk door de zoeker en draai
de scherpstelring tot het
onderwerp scherp is op
het matglas.
De =-knop bestuurt het
autofocusmechanisme op dezelfde manier
als bij het tot halverwege indrukken van de
ontspanknop. (De opname wordt gemaakt
met de ontspanknop.)
Als het onderwerp is scherpgesteld met de =
knop in l (Enkelbeeld), wordt de
scherpstelling vergrendeld als op de knop wordt
gedrukt.
De scherpstelling op het onderwerp blijft
gehandhaafd (Autofocus wordt geactiveerd) zolang op de = wordt gedrukt
in k (Continu).
Als [34. Catch-in focus] is ingeschakeld in het menu [A Pers.instelling] en
de scherpstelstand is ingesteld op l en één van de volgende objectieven
wordt gebruikt, is het maken van catch-in focus opnamen mogelijk en wordt
de sluiter automatisch ontspannen op het moment dat is scherpgesteld
op het onderwerp.
Objectief met handmatige scherpstelling
DA- of FA-objectief met een = en een \ instelling op het objectief
(het objectief moet zijn ingesteld op \ voor het maken van de opname)
Ga als volgt te werk om opnamen te maken
1 Bevestig het objectief op de camera.
2 Zet de scherpstelfunctieknop op l.
3 Stel scherp op een punt waar het onderwerp langs zal komen.
4 Gebruik de draadontspanner CS-205 en druk de ontspanknop helemaal in.
De sluiter wordt automatisch ontspannen als het onderwerp het punt bereikt
waarop is scherpgesteld.
De =-knop gebruiken
Opnamen maken in de stand Catch-in Focus
e_kb442.book Page 112 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
113
Opnamefuncties
4
Compositie, belichting en scherpstellen
beoordelen vóór opname
U kunt met de voorbeeldfunctie de scherptediepte, de compositie, de belichting
en de scherpstelling controleren voordat u een opname maakt.
Er zijn drie voorbeeldmethoden.
Kies uit Live weergave, Optisch voorbeeld en Digitaal voorbeeld
als de hoofdschakelaar in de voorbeeldstand (|) wordt gezet.
De standaardinstelling is Live weergave.
Instellen bij [30. Voorbeeldmethode] in het menu [A Pers.instelling]. (p.74)
Live weergave Weergave van een real-time beeld op de monitor.
Optisch voorbeeld Voor het controleren van de scherptediepte door de zoeker.
Digitaal voorbeeld
Voor het beoordelen van compositie, belichting en scherpstelling
op de monitor.
De voorbeeldmethode selecteren
Bij de instelling voor dubbelopnamen (p.103), wordt automatisch een optisch
voorbeeld gemaakt, ongeacht de instelling voor [30. Voorbeeldmethode].
30.
Voorbeeldmethode
Compositie en scherpstelling
live weergeven
op de LCD-monitor
Live weergave
Optisch voorbeeld
Digitaal voorbeeld
e_kb442.book Page 113 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
114
Opnamefuncties
4
1
Stel scherp op het onderwerp
en zet de hoofdschakelaar
op de stand |.
De spiegel klapt omhoog en er wordt
een real-time beeld weergegeven op
de monitor. Zet de hoofdschakelaar weer
op de stand | om Live weergave weer
te verlaten.
Live weergave kan maximaal 3 minuten
worden ingeschakeld.
Voorbeeld weergeven
Live weergave weergeven
Als u Live weergave gebruikt op plaatsen waar de camera heet kan worden,
bijvoorbeeld in rechtstreeks zonlicht, kan l (temperatuurwaarschuwing) worden
weergegeven op de monitor. Annuleer Live weergave als de interne temperatuur
van de camera oploopt.
Als u Live weergave blijft gebruiken, zelfs nadat l (temperatuurwaarschuwing) wordt
weergegeven, wordt Live weergave wellicht afgesloten voordat de drie minuten
zijn verstreken. U kunt in dat geval wel normaal opnamen blijven maken.
Als de hoofdschakelaar in de stand | wordt gezet terwijl de interne temperatuur
van de camera hoog is, zal l (temperatuurwaarschuwing) worden weergegeven
op de monitor en zal Live weergave niet mogelijk zijn.
Als in de scherpstelstand l tijdens de Live weergave op de knop =
wordt gedrukt, wordt de weergave onderdrukt en Autofocus geactiveerd.
Na het scherpstellen wordt het beeld van de Live weergave weer hersteld.
Autofocus met behulp van de ontpanknop is tijdens Live weergave niet beschikbaar.
Diafragma, sluitertijd, gevoeligheid, belichtingscorrectie en belichtingsbracket
kunnen tijdens Live weergave niet worden ingesteld.
De waarden voor diafragma en sluitertijd worden tijdens Live weergave niet
weergegeven op het LCD-display of het scherm met opnamegegevens.
Live weergave wordt beëindigd na drie minuten, of als wordt gedrukt
op één van de knoppen 3, { of Q.
Het raster en het scherpstelkader kunnen tijdens Live weergave worden
weergegeven. Instellen bij [Live weergave] (p.228) in het menu [Q Weergeven].
Tijdens Live weergave kunt u de opname uitvergroten met de e-knop
op de achterzijde. (p.174)
Opnamen maken met de camera in de hand en kijkend naar de monitor kan
camerabeweging veroorzaken. Het verdient aanbeveling dan een statief
te gebruiken.
Live weergave is niet beschikbaar terwijl gegevens worden opgeslagen
op een SD-geheugenkaart.
e_kb442.book Page 114 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
115
Opnamefuncties
4
1
Breng het onderwerp binnen het
AF-kader en druk de ontspanknop
tot halverwege in om op het
onderwerp scherp te stellen.
2
Zet de hoofdschakelaar op |
terwijl u door de zoeker kijkt.
U kunt de scherptediepte beoordelen
door de zoeker als de hoofdschakelaar
in de stand | staat.
1
Stel scherp op het onderwerp,
kader het beeld uit in de zoeker
en zet de hoofdschakelaar
op de stand |.
Het pictogram (|) wordt op de monitor
weergegeven gedurende de weergave
van het voorbeeld en u kunt compositie,
belichting en scherpstelling beoordelen.
Druk de ontspanknop tot halverwege in om
de weergave van het digitale voorbeeld af te sluiten en te beginnen
met scherpstellen.
Optisch voorbeeld weergeven
Zolang de hoofdschakelaar op de voorbeeldstand (|) staat, worden er geen
opnamegegevens weergegeven in de zoeker en kan er geen opname worden
gemaakt.
U kunt de scherptediepte controleren in alle belichtingsfuncties.
Digitaal voorbeeld weergeven
e_kb442.book Page 115 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
116
Opnamefuncties
4
U kunt in het digitale voorbeeld de waarschuwing Licht/donker gebied of een
histogram weergeven. Instellen bij [Digitaal voorbeeld] (p.229) in het menu
[Q Weergeven].
De maximale duur van de weergave van het digitale voorbeeld is 60 seconden.
Tijdens het digitale voorbeeld kunt u de opname uitvergroten met de e-knop
op de achterzijde. (p.174)
Druk tijdens het digitale voorbeeld op de knop { om de voorbeeldweergave
op te slaan als JPEG-bestand. Het scherm voor het bevestigen van het opslaan
wordt weergegeven. Selecteer [Opslaan als] en druk op de knop 4.
e_kb442.book Page 116 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
117
Opnamefuncties
4
Continuopnamen
U kunt diverse opnamen achter elkaar maken door de ontspanknop ingedrukt
te houden.
U kunt bij continuopnamen kiezen uit g (Continuopname (snel))
en h (Continuopname (langzaam)).
1
Druk op de { knop.
Het functiemenu verschijnt.
2
Druk op de vierwegbesturing (2).
Het scherm met opties voor de
transportfunctie verschijnt.
3
Selecteer g met de
vierwegbesturing (45).
g Continuopname (snel)
Als JPEG-kwaliteit is ingesteld op X (Kwaliteitsniveau
C), worden continu opnamen gemaakt met ca. 3
opnamen per seconde. In één sessie kunnen maximaal
38 opnamen worden gemaakt.
h Continuopname (langzaam)
Als JPEG-kwaliteit is ingesteld op X (Kwaliteitsniveau
C), worden continu opnamen gemaakt met ca.
2,3 opnamen per seconde. U kunt continu opnamen
maken tot de SD-geheugenkaart vol is.
Fn
AUTO
AUTO
AUTO
OK
CUSTOM IMAGE
Fn
Einde
E i n d e
Einde
OK
O K
OK
OK
Transportfunctie
Tr a n s po r t f un c t ie
Enkelbeeld opname
E n k e l b e e l d o p n am e
Transportfunctie
Enkelbeeld opname
OK
O K
OK
OK
Transportfunctie
Tr a n s po r t f un c t ie
Continuopname (snel)
C o n t i n u o p na m e (s n e l)
Transportfunctie
Continuopname (snel)
e_kb442.book Page 117 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
118
Opnamefuncties
4
4
Druk op de vierwegbesturing (3) en selecteer g of h
met de vierwegbesturing (45).
5
Druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van continu-opnamen.
6
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het autofocussysteem treedt in werking. De scherpstelindicatie ] verschijnt
in de zoeker zodra is scherpgesteld.
7
Druk de ontspanknop helemaal in.
Zolang de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden, worden er achter elkaar
opnamen gemaakt. Haal uw vinger van de ontspanknop om de continuopname
te stoppen.
In de scherpstelstand l (Eén opname), wordt de scherpstelling vergrendeld
bij de eerste opname en worden continu opnamen gemaakt met hetzelfde interval.
De scherpstelling is tijdens het maken van continuopnamen continu actief wanneer
de scherpstelfunctie is ingesteld op k (continu).
Bij gebruik van de ingebouwde flitser kan pas een opname worden gemaakt
wanneer de flitser volledig is opgeladen. U kunt opgeven dat de sluiter ook moet
ontspannen voordat de ingebouwde flitser gereed is in het menu [A Pers.instelling].
(p.137)
U kunt bij het maken van continuopnamen ook de afstandsbediening gebruiken.
(p.125)
Kies een andere instelling dan gh in het scherm met opties voor de transportfunctie
om het maken van opnamen met de zelfontspanner te annuleren. De instelling wordt
geannuleerd als de camera wordt uitgezet terwijl [Transportfunctie] bij [Geheugen]
in het menu [A Opname] (p.236) is ingesteld op P (Uit).
e_kb442.book Page 118 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
119
Opnamefuncties
4
In deze stand worden opnamen opgeslagen met de instelling Y (1536×1024)
voor JPEG opnamepixels, ongeacht de instelling voor de indeling voor opslaan
(p.156). De JPEG-kwaliteit die is ingesteld in het menu [A Opname] wordt
gebruikt.
1
Druk op de { knop.
Het functiemenu verschijnt.
2
Druk op de vierwegbesturing (2)
en selecteer j met de
vierwegbesturing (45).
3
Druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van continu-opnamen.
4
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het autofocussysteem treedt in werking. De scherpstelindicatie ] verschijnt
in de zoeker zodra is scherpgesteld.
5
Druk de ontspanknop helemaal in.
Zolang de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden, worden er achter elkaar
opnamen gemaakt tot het camerageheugen vol is (JPEG-kwaliteit C:
maximaal ca. 115 opnamen). De scherpstelling is tijdens het maken
van de opnamen vergrendeld.
Continu snel opnemen
De spiegel wordt tijdens het maken van de opnamen opgeklapt
en de momentcontrole wordt voortdurend weergegeven op de monitor.
De flitser wordt uitgeschakeld en de knop | is in deze stand niet beschikbaar.
Dubbelopnamen en Auto Bracket zijn in deze stand uitgeschakeld.
Kies een andere instelling dan j in het scherm met opties voor de transportfunctie
om continu snel opnemen te annuleren. De instelling wordt geannuleerd als
de camera wordt uitgezet terwijl [Transportfunctie] bij [Geheugen] in het menu
[A Opname] (p.236) is ingesteld op P (Uit).
OK
O K
OK
OK
Transportfunctie
Tr a n s po r t f un c t ie
Continu snel opnemen
C o n t i n u s ne l o pn e m en
Transportfunctie
Continu snel opnemen
e_kb442.book Page 119 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
120
Opnamefuncties
4
Intervalopnamen
Bij het maken van Intervalopnamen worden vanaf een ingesteld tijdstip
opnamen gemaakt met een ingesteld interval.
1
Selecteer [Intervalopname] in het menu [A Opname].
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
3
Selecteer O (Aan) met
de vierwegbesturing (45).
4
Selecteer [Interval] met de vierwegbesturing (3).
Stel bij het maken van twee of meer opnamen het interval in tussen
twee opnamen.
Selecteer met de vierwegbesturing (45) het aantal uren, minuten en
seconden, en druk op de vierwegbesturing (23) om de tijd in te stellen.
U kunt een tijd opgeven van maximaal 24 uren, 0 minuten en 0 seconden.
5
Selecteer [Aantal opnamen] met de vierwegbesturing (3).
Stel het aantal opnamen in dat moet worden gemaakt.
Druk op de vierwegbesturing (5) en selecteer het aantal opnamen dat moet
worden gemaakt met de vierwegbesturing (23).
U kunt een aantal opgeven tussen 1 en 99 opnamen.
6
Selecteer [Starten] met de vierwegbesturing (3).
Stel het tijdstip in wanneer de camera de eerste opname moet maken.
Druk op de vierwegbesturing (5) en selecteer [Nu] of [Tijd]
met de vierwegbesturing (45).
Nu Het maken van opnamen begint meteen.
Tijd
Het maken van opnamen begint op de ingestelde tijd. Selecteer [Begintijd]
met de vierwegbesturing (3), selecteer de tijd met de vierwegbesturing
(45), en druk op de vierwegbesturing (23) om het begintijdstip
in te stellen.
Intervalopname
Interval
Aantal opnamen
Int opn starten Nu
1
opn
Begintijd
MENU
00 : "00 01
OK
OK
Annul.
e_kb442.book Page 120 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
121
Opnamefuncties
4
7
Druk op de knop 4.
De camera is klaar om een reeks intervalopnamen te maken.
8
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
De scherpstelindicatie []] verschijnt in de zoeker wanneer op het onderwerp
is scherpgesteld.
9
Druk de ontspanknop helemaal in.
Als [Starten] is ingesteld op [Nu], wordt de eerste opname gemaakt. Bij de
instelling [Tijd], wordt de eerste opname gemaakt op het ingestelde tijdstip.
Bij het maken van meerdere opnamen worden de opnamen gemaakt met het
in stap 4 ingestelde interval.
Nadat het ingestelde aantal opnamen is gemaakt, wordt de normale
opnamestand weer geactiveerd.
De camera kan tijdens het maken van intervalopnamen niet worden bediend. Als
u het maken van intervalopnamen wilt annuleren, drukt u op een van de knoppen
op de achterzijde van de camera of drukt u op de ontspanknop en de knop 3
om het scherm weer te geven ter bevestiging van het annuleren, en selecteert
u vervolgens [Stoppen] met de vierwegbesturing (23) en drukt u op de knop 4.
U kunt het maken van intervalopnamen ook annuleren door de camera met de
hoofdschakelaar uit te zetten of door aan de functiekiezer te draaien.
U kunt deze functie niet combineren met Auto Bracket of Uitgebreide Bracket.
U kunt deze functie niet gebruiken in de stand p (Tijd). U kunt wel tijdopnamen
maken met behulp van het meegeleverde PENTAX REMOTE Assistant 3 als
de camera is aangesloten op een pc.
De transportfunctie wordt ingesteld op [Enkelbeeld opname], ongeacht de instelling
voor transportfunctie.
Als niet is scherpgesteld op het onderwerp in de stand l (Eén opname),
of als de instelling bij [Interval] te klein is en de verwerking van een opname
niet kan worden voltooid voordat een nieuw opname moet worden gemaakt,
wordt wellicht geen opname gemaakt.
Hoewel elke gemaakte opname wordt weergegeven op de monitor met
momentcontrole, kunnen ze niet worden uitvergroot of gewist.
De instelling [Interval] wordt uitgeschakeld als [Aantal opnamen] is ingesteld op [1].
Het maken van intervalopnamen wordt afgebroken als de SD-geheugenkaart vol is.
Als de camera tijdens het maken van intervalopnamen wordt uitgeschakeld door
de functie Automatisch uitschakelen (p.233), wordt hij automatisch weer ingeschakeld
tegen de tijd dat de volgende opname moet worden gemaakt.
Het verdient aanbeveling om bij het maken van intervalopnamen gedurende langere
tijd de camera aan te sluiten op de netvoedingsadapter.
e_kb442.book Page 121 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
122
Opnamefuncties
4
Opnamen met de zelfontspanner
Deze camera heeft twee zelfontspannerfuncties: g en Z.
1
Bevestig de camera op een statief.
2
Druk op de { knop.
Het functiemenu verschijnt.
3
Druk op de vierwegbesturing (2).
Het scherm met opties voor
de transportfunctie verschijnt.
4
Selecteer g met de vierwegbesturing (45).
g
De sluiter ontspant na circa 12 seconden. Gebruik deze functie om als fotograaf
ook op de foto te komen.
Z
Onmiddellijk nadat de ontspanknop is ingedrukt, wordt de spiegel opgeklapt.
De sluiter ontspant na circa 2 seconden. Gebruik deze functie om te voorkomen
dat de camera beweegt wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt.
Fn
AUTO
AUTO
AUTO
OK
CUSTOM IMAGE
Fn
Einde
E i n d e
Einde
OK
O K
OK
OK
Transportfunctie
Tr a n s po r t f un c t ie
Enkelbeeld opname
E n k e l b e e l d o p n am e
Transportfunctie
Enkelbeeld opname
e_kb442.book Page 122 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
123
Opnamefuncties
4
5
Druk op de vierwegbesturing (3)
en selecteer g of Z met
de vierwegbesturing (45).
6
Druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
7
Kijk in de zoeker of het onderwerp
goed is ingekaderd en druk de
ontspanknop tot halverwege in.
De scherpstelindicatie ] verschijnt
in de zoeker wanneer op het onderwerp
is scherpgesteld.
8
Druk de ontspanknop helemaal in.
Voor g begint de zelfontspanner-LED op
de voorzijde en de achterzijde langzaam
te knipperen en vervolgens twee seconden
snel voordat de sluiter wordt ontspannen.
Het geluidsignaal is hard en de frequentie
neemt toe. Ongeveer 12 seconden nadat de
ontspanknop helemaal is ingedrukt,
wordt de opname gemaakt.
Bij Z wordt de opname ongeveer 2 seconden
nadat de ontspanknop helemaal is ingedrukt,
gemaakt.
OK
O K
OK
OK
Transportfunctie
Tr a n s po r t f un c t ie
Zelfontspanner (12sec)
Z e l f o n t s p an n e r ( 1 2 se c )
Transportfunctie
Zelfontspanner (12sec)
e_kb442.book Page 123 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
124
Opnamefuncties
4
Het geluidssignaal kan worden uitgeschakeld (p.219).
Als er licht binnendringt in de zoeker, kan dit de belichting beïnvloeden. Bevestig
het meegeleverde ME-zoekerkapje of gebruik de belichtingsgeheugenfunctie
(p.102). (U kunt het binnendringende licht negeren door de belichtingsfunctie
in te stellen op a (Hyper-manual) (p.93).)
Kies een andere instelling dan g of Z in het scherm met opties voor de
transportfunctie om het maken van opnamen met de zelfontspanner te annuleren.
De instelling wordt geannuleerd als de camera wordt uitgezet terwijl [Transportfunctie]
bij [Geheugen] in het menu [A Opname] (p.236) is ingesteld op P (Uit).
De functie Shake Reduction wordt automatisch uitgeschakeld als g of Z is ingesteld.
Oogschelp FP verwijderen
Het ME-zoekerkapje bevestigen
e_kb442.book Page 124 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
125
Opnamefuncties
4
Opnamen met de afstandsbediening
(Afstandsbediening F: afzonderlijk
verkrijgbaar)
De ontspanknop kan ook worden bediend met de optionele afstandsbediening.
U kunt kiezen uit h (Afstandbediening) en i (drie seconden vertraging) en
i (continu opn afstandsbediening) bij het maken van opnamen met de
afstandsbediening.
1
Bevestig de camera op een statief.
2
Druk op de { knop.
Het functiemenu verschijnt.
3
Druk op de vierwegbesturing (2).
Het scherm met opties voor de transportfunctie verschijnt.
4
Selecteer h met de vierwegbesturing (45).
h
De sluiter wordt onmiddellijk ontspannen nadat de ontspanknop
op de afstandsbediening is ingedrukt.
i
De sluiter wordt circa drie seconden nadat de ontspanknop
op de afstandsbediening is ingedrukt, ontspannen.
i
Het maken van continuopnamen start zodra op de ontspanknop
van de afstandsbediening wordt gedrukt. Druk opnieuw op de ontspanknop
van de afstandsbediening om het maken van continuopnamen af te breken.
Fn
AUTO
AUTO
AUTO
OK
CUSTOM IMAGE
Fn
Einde
E i n d e
Einde
e_kb442.book Page 125 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
126
Opnamefuncties
4
5
Druk op de vierwegbesturing (3)
en selecteer h, i of i met
de vierwegbesturing (45).
De zelfontspanner-LED knippert, ten teken
dat de camera zich in de wachtstand voor
de afstandsbediening bevindt.
6
Druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
7
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het autofocussysteem treedt in werking. De scherpstelindicatie ] verschijnt
in de zoeker zodra is scherpgesteld.
8
Richt de afstandsbediening
op de afstandsbedieningssensor
op de voorzijde of achterzijde van
de camera en druk de ontspanknop
van de afstandsbediening in.
De afstandsbediening kan gebruikt worden
tot een afstand van circa 5 m vanaf de
voorzijde of de achterzijde van de camera.
Bij h wordt de opname onmiddellijk nadat
de ontspanknop helemaal is ingedrukt,
gemaakt.
Bij i wordt de opname ongeveer 3 seconden
nadat de ontspanknop helemaal is ingedrukt,
gemaakt.
Wanneer de opname is gemaakt, brandt
het lampje van de zelfontspanner twee
seconden en gaat dan weer knipperen.
Bij i, wordt het maken van continuopnamen meteen nadat op de
ontspanknop is gedrukt gestart. Als u het maken van continuopnamen wilt
afbreken, drukt u opnieuw op de ontspanknop op de afstandsbediening.
U kunt bij standaardinstellingen niet scherpstellen via de afstandsbediening.
Stel eerst scherp op het onderwerp voordat u de afstandsbediening gebruikt.
U kunt [AF met afstandbed.] instellen op [On] in het menu [A Pers.instelling]. (p.74)
OK
O K
OK
OK
Transportfunctie
Tr a n s po r t f un c t ie
Afstandsbediening
A f s t a n d s b ed i e ni n g
Transportfunctie
Afstandsbediening
5 m
5 m
e_kb442.book Page 126 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
127
Opnamefuncties
4
Als er licht binnendringt in de zoeker, kan dit de belichting beïnvloeden. Bevestig
het meegeleverde ME-zoekerkapje of gebruik de belichtingsgeheugenfunctie
(p.102). (U kunt het binnendringende licht negeren door de belichtingsfunctie
in te stellen op a (Hyper-manual) (p.93).)
Kies een andere instelling dan h, i of i in het scherm met opties voor de
transportfunctie om de bediening met de afstandsbediening te annuleren nadat
die is geactiveerd. De instelling wordt geannuleerd als de camera wordt uitgezet
terwijl [Transportfunctie] bij [Geheugen] in het menu [A Opname] (p.236) is
ingesteld op P (Uit).
De afstandsbediening werkt mogelijk niet bij tegenlicht.
De afstandsbediening werkt niet wanneer de flitser bezig is op te laden.
Als u gebruik wilt maken van de ingebouwde flitser, klap deze dan eerst uit.
De batterij van de afstandsbediening heeft capaciteit voor het verzenden van
ongeveer 30.000 afstandsbedieningssignalen. Neem contact op met een
PENTAX service center om de batterij te vervangen (hieraan zijn kosten
verbonden).
De functie Shake Reduction wordt automatisch uitgeschakeld wanneer h,
i of i is ingesteld.
Oogschelp FP verwijderen Het ME-zoekerkapje bevestigen
e_kb442.book Page 127 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
128
Opnamefuncties
4
Gebruik van de functie Spiegel omhoog
om bewegingen van de camera
te voorkomen
Gebruik de functie Spiegel omhoog wanneer de camera duidelijk beweegt,
ook wanneer de draadontspanner (optioneel) of de afstandsbediening (optioneel)
wordt gebruikt in combinatie met een statief.
Bij gebruik van de zelfontspanner (2 sec) klapt de spiegel op en wordt de sluiter
ontspannen twee seconden nadat u op de ontspanknop drukt, zodat trillen
van de spiegel wordt voorkomen.
Volg de onderstaande procedure om een opname te maken met de functie
Spiegel omhoog.
1
Bevestig de camera op een statief.
2
Selecteer Z (zelfontspanner (2 sec)) in de transportfunctie.
1Opnamen met de zelfontspanner (p.122)
3
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het autofocussysteem treedt in werking. De scherpstelindicatie ] verschijnt
in de zoeker zodra is scherpgesteld.
4
Druk de ontspanknop helemaal in.
De spiegel klapt op en de opname wordt twee seconden later gemaakt.
Het belichtingsgeheugen is ingeschakeld met de belichtingswaarde die
onmiddellijk voorafgaand aan het opklappen van de spiegel is ingesteld.
De functie Shake Reduction wordt automatisch uitgeschakeld bij het maken
van opnamen met de zelfontspanner (2 sec).
e_kb442.book Page 128 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
130
Opnamefuncties
4
2
Stel de trapinterval in.
Draai aan de e-knop op de achterzijde
terwijl u op de knop ] drukt. In het
menu [A Pers.instelling] (p.73)
beschikt u bij [2. LW-stappen] over de
volgende bracketinghoeveelheden.
3
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Wanneer er is scherpgesteld, wordt de scherpstelindicatie ] in de zoeker
weergegeven.
4
Druk de ontspanknop helemaal in.
Er worden achtereenvolgens drie opnamen gemaakt, de eerste zonder
correctie, de tweede met een negatieve correctie en de derde met een
positieve correctie (als het aantal opnamen wordt ingesteld op [3]).
Bracketinghoev.
(trapinterval)
1/2LW ±0.5, ±1.0, ±1.5, ±2.0
1/3LW ±0.3, ±0.7, ±1.0, ±1.3, ±1.7, ±2.0
Wanneer de scherpstelfunctieknop op l (Eén opname) staat, wordt
de scherpstelling vergrendeld bij de eerste opname en wordt deze gebruikt
voor de volgende opnamen uit de reeks.
Als u uw vinger van de ontspanknop haalt tijdens Auto Bracket, blijft de instelling
voor Auto Bracket twee keer zo lang actief als de timer-instelling voor de lichtmeting
(de standaardinstelling is 20 seconden) (p.99) en kunt u de volgende opname
maken met de volgende correctiestap. In dit geval werkt de autofocus voor
elke opname. Na een tijdsduur van circa twee keer die van de timer-instelling
(de standaardinstelling is 20 seconden) gaat de camera terug naar de instellingen
voor de eerste opname.
U kunt Auto Bracket combineren met de ingebouwde flitser of een externe flitser
(alleen automatische P-DDL-flitsers) om alleen de hoeveelheid flitslicht doorlopend
te wijzigen. Bij gebruik van een externe flitser bestaat echter de kans dat bij het
ingedrukt houden van de ontspanknop voor het maken van drie opeenvolgende
opnamen, de tweede en derde opname worden gemaakt voordat de flitser volledig
is opgeladen. Maak altijd één opname tegelijk nadat u hebt gecontroleerd
of de flitser is opgeladen.
Belichtingsbracket is niet beschikbaar wanneer de belichtingsfunctie is ingesteld
op p (Tijd).
Belichtingsbracket en Dubbelopnamen kunnen niet samen worden gebruikt.
De functie die als laatste is ingesteld, wordt gebruikt.
Als [8. Bracketing-in-één] in het menu [A Pers.instelling] is ingesteld op [On],
worden alle opnamen automatisch gemaakt na één keer drukken op de ontspanknop,
zelfs als de ontspanknop niet voortdurend helemaal wordt ingedrukt.
e_kb442.book Page 130 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
131
Opnamefuncties
4
U kunt opnamen opslaan met drie verschillende niveaus voor witbalans,
kleurverzadiging, tint, scherpte en contrast.
In tegenstelling tot belichtingsbracketing, worden bij elke opname
drie afbeeldingen opgeslagen.
U kunt de volgorde van opslaan instellen bij [9. Volgorde A Bracketng]
in het menu [A Pers.instelling].
1
Kies [Uitgebreide Bracket] in het
menu [A Opname] en druk op
de vierwegbesturing (5).
Het scherm voor Uitgebreide Bracket
verschijnt.
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
3
Kies een onderdeel met de vierwegbesturing (23).
4
Druk op de knop 4.
Opnamen maken met Uitgebreide Bracket
Volgorde A Bracketng
0 ´´ +, – ´ 0 ´ +, + ´ 0 ´ –, 0 ´ + ´
Alleen overbelichte of onderbelichte opnamen maken
U kunt de functie Auto Bracket combineren met de belichtingscorrectie
(p.100) om alleen onderbelichte of overbelichte opnamen te maken.
In beide gevallen wordt de opgegeven belichtingscorrectiewaarde
gebruikt voor Auto Bracket.
Uitgebreide Bracket
Uit
Bracketinghoev.
MENU
Uitgebreide Bracket
Uit
Witbalans
Scherpte
MENU
Kleurverzadiging
Contrast
Tint
OK
OK
Annul.
e_kb442.book Page 131 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
132
Opnamefuncties
4
5
Selecteer [Bracketinghoev.] met de vierwegbesturing (3)
en druk op de vierwegbesturing (5).
Selecteer de bracketinghoeveelheid met de vierwegbesturing (23).
Kies voor [Witbalans] uit BA±1, BA±2, BA±3, GM±1, GM±2 en GM±3.
De standaardinstelling is BA±1.
Kies voor [Kleurverzadiging], [Tint], [Contrast] en [Scherpte] uit ±1, ±2, ±3
en ±4. De standaardinstelling is ±1.
6
Druk twee keer op de knop 4.
7
Druk op de knop 3.
De opnamestand wordt geactiveerd.
8
Maak de opname.
Er worden drie afbeeldingen opgeslagen.
U kunt uitgebreide bracketing combineren met belichtingsbracketing (p.129).
Uitgebreide bracketing en Dubbelopnamen kunnen niet samen worden gebruikt.
De functie die als laatste is ingesteld, wordt gebruikt.
Uitgebreide bracketing wordt uitgeschakeld als de bestandsindeling wordt ingesteld
op RAW of RAW+.
Als uitgebreide bracketing wordt gekozen terwijl de bestandsindeling is ingesteld
op RAW of RAW+, wordt de bestandsindeling gewijzigd in JPEG.
Als Beeldtint voor aangepaste opname is ingesteld op [Monochroom], is bracketing
met [Kleurverzadiging] en [Tint] niet beschikbaar.
e_kb442.book Page 132 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
133
Opnamefuncties
4
Opslaan van Gebruikersinstellingen
U kunt de huidige camera-instellingen gemakkelijk opslaan en oproepen
door de functiekiezer op A te zetten.
U kunt de volgende instellingen opslaan.
Sla de instellingen op bij [USER] in het menu [R Set-up].
U kunt ook instellingen opgeven als de functiekiezer op A staat.
Als u de belichtingsfunctie wilt wijzigen, drukt u op de knop 3
in de opnamestand en geeft u instellingen op bij [Belichtingsfunctie]
in het menu [A USER].
Belichtingsfunctie
Aanpassingsbereik automatische
gevoeligheid
Flitsinstelling Witbalans
Belichtingscorrectie Kleurruimte
Belichtingsbracketingstappen en aantal
afbeeldingen
Bestandsindeling
Transportfunctie JPEG opnamepixels
Belichtingscompensatie JPEG kwal niveau
Uitgebreide bracketingstappen en type Dynamisch bereik uitbreiden
Gevoeligheid RAW-formaat
De instellingen in A wijzigen
Gewijzigde instellingen worden niet opgeslagen tenzij ze zijn geregistreerd bij [USER]
in het menu [R Set-up]. Als de camera wordt uitgeschakeld, worden de gewijzigde
instellingen toegepast.
MENU
+1.3
+ 1 . 3
-
1.0
1 . 0
1.0x5
1 . 0 x 5
BA
BA
±
±
3
3
BA±3
10000K
10000K
10000K
RAW+
RAW+
RAW+
G2
G2
A1
A1
G2 A1
D-Range
200%
Slaat huidige inst voor
opnamen in USER mode op
200-1600
2 0 0 - 1 6 0 0
+1.3
-
1.0
1.0x5
200-1600
14.6
OK
OK
AdobeRGB
USER
MENU
JPEG opnamepixels
Belichtingsfunctie
JPEG kwal niveau
RAW-formaat
Uitgebreide Bracket
Dubbelopnamen
Bestandsindeling
P
Sv
Tv
Av
OK
OK
Annul.
e_kb442.book Page 133 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Memo
134
e_kb442.book Page 134 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
5 De flitser gebruiken
In dit hoofdstuk worden het gebruik van de ingebouwde flitser
van de u en het maken van opnamen met een externe
flitser besproken.
Corrigeren van de flitsintensiteit ......................... 136
Opnamen maken terwijl de flitser
nog bezig is met opladen ..................................... 137
Flitseigenschappen bij elke belichtingsfunctie .. 138
Afstand en diafragma bij gebruik
van de ingebouwde flitser .................................... 141
Compatibiliteit objectieven DA, D FA, FA J, FA en F
met de ingebouwde flitser .................................... 142
Gebruik van een externe flitser (optioneel) ........ 143
e_kb442.book Page 135 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
136
De flitser gebruiken
5
Corrigeren van de flitsintensiteit
U kunt de flitsintensiteit aanpassen in een bereik van –2.0 tot +1.0.
De flitscorrectiewaarden zijn als volgt bij 1/2 LW en 1/3 LW.
* Stel de trapinterval in bij [2. LW-stappen] in het menu [A Pers.instelling]. (p.101)
Draai aan de e-knop op de achterzijde om [Flitsinstelling] in het Fn-menu
in te stellen (p.75).
Trapinterval Flitscorrectie
1/2 LW
–2.0, –1.5, –1.0, –0.5, 0.0, +0.5, +1.0
1/3 LW
–2.0, –1.7, –1.3, –1.0, –0.7, –0.3, 0.0, +0.3, +0.7, +1.0
De flitsintensiteit kan niet worden gecorrigeerd bij de Snelinstelling.
N verschijnt op het LCD en in de zoeker als de flitscorrectie is ingeschakeld. (p.27)
Wanneer de maximale flitsopbrengst wordt overschreden indien deze is
gecorrigeerd in de plusrichting (+), wordt er geen correctie toegepast.
Corrigeren in de minrichting (–) heeft mogelijk geen effect wanneer het onderwerp
te dichtbij is, het diafragma klein is of de gevoeligheid hoog is.
Flitscorrectie werkt ook bij gebruik van een externe flitsers die Automatisch P-DDL-
flitsen ondersteunen.
Als u in het menu [Flitsinstelling] op de knop Snelinstelling drukt, wordt de flitscorrectie
weer teruggezet op de standaardinstelling (0.0).
-
0.7
0 . 7
-
0.7
OK
O K
OK
OK
Flitsinstelling
F l i t s i n s t el l i n g
Flits aan
F l i t s a a n
Flitsinstelling
Flits aan
e_kb442.book Page 136 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
137
De flitser gebruiken
5
Opnamen maken terwijl de flitser
nog bezig is met opladen
U kunt opnamen maken terwijl de flitser nog wordt opgeladen.
Stel [On] in voor [28. Ontspant bij opladen] in het menu [A Pers.instelling]
(p.74). Bij de standaardinstelling kunt u geen opnamen maken terwijl de flitser
wordt opgeladen.
28.
Ontspant bij opladen
Ontspannen mogelijk
tijdens opladen
van ingebouwde flitser
Uit
Aan
e_kb442.book Page 137 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
138
De flitser gebruiken
5
Flitseigenschappen bij elke
belichtingsfunctie
Bij het fotograferen van een bewegend onderwerp kunt u de flitser gebruiken
om het onscherpte-effect te veranderen.
Voor het maken van flitsfoto’s kunt u een sluitertijd van 1/180 seconde of langer
instellen.
Het diafragma wordt automatisch aangepast aan het omgevingslicht.
De sluitertijd staat vast op 1/180 s wanneer een ander objectief dan DA,
D FA, FA J, FA of F wordt gebruikt.
Wanneer u de scherptediepte wilt wijzigen of een opname van grote afstand
wilt maken, kunt u het gewenste diafragma instellen om een flitsfoto te maken.
De sluitertijd wordt automatisch aangepast aan het omgevingslicht.
De sluitertijd wordt automatisch aangepast tot 1/180 s of langer (p.54)
waarbij minder camerabeweging wordt veroorzaakt. De langst mogelijke
sluitertijd hangt af van de brandpuntsafstand van het gebruikte objectief.
De sluitertijd staat vast op 1/180 s wanneer een ander objectief dan DA,
D FA, FA J, FA of F wordt gebruikt.
Gebruik van de flitser in b bij sluitertijdvoorkeuze
De flitser gebruiken in c (Diafragmavoorkeuze)
e_kb442.book Page 138 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
139
De flitser gebruiken
5
U kunt lange-sluitertijdsynchronisatie gebruiken wanneer u portretopnamen
maakt met een zonsondergang op de achtergrond. Zowel het portret
als de achtergrond worden prachtig vastgelegd.
In de standen e/K/c
1 Zet de functiekiezer op e, K of c.
2 Druk op de K knop.
3 Druk op de { knop en op de vierwegbesturing (3).
4 Selecteer G of H en druk op de knop 4.
De sluitertijd wordt langer gemaakt voor een juiste belichting
van de achtergrond.
5 Maak de opname.
In de standen b/L/a
1 Zet de functiekiezer op b, L of a.
2 Druk op de { knop en op de vierwegbesturing (3).
3 Selecteer E of F en druk op de knop 4.
4 Stel de sluitertijd in (b) of de sluitertijd en het diafragma (L/a).
Geef waarden op waarbij een juiste belichting ontstaat bij 1/180 sec of langer.
5 Druk op de K knop.
6 Maak de opname.
De lange-sluitertijdsynchronisatie gebruiken
Een lange-sluitertijdsynchronisatie verlengt de sluitertijd. Gebruik de functie Shake
Reduction of schakel de functie Shake Reduction uit en gebruik een statief
om camerabeweging te voorkomen. De opname wordt ook onscherp wanneer
het onderwerp beweegt.
Lange-sluitertijdsynchronisatie is ook mogelijk met een externe flitser.
e_kb442.book Page 139 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
140
De flitser gebruiken
5
2e sluitergordijn-synchronisatie geeft een flits af onmiddellijk voordat het
sluitergordijn wordt gesloten. Bij het maken van opnamen van bewegende
voorwerpen bij een lange sluitertijd, zorgen 2e sluitergordijn-synchronisatie
en lange-sluitertijdsynchronisatie voor verschillende effecten, afhankelijk
van het moment waarop de flitser afgaat.
Als u bijvoorbeeld een opname maakt van een auto met 2e sluitergordijn-
synchronisatie, wordt, zolang de sluiter open is, een lichtspoor vastgelegd,
terwijl de flits de auto vastlegt op het moment dat de sluiter wordt ontspannen.
Dat levert een opname op met een scherp en helder weergegeven auto
en daarachter een lichtspoor.
1 Zet de functiekiezer op een andere stand dan B of M.
2 Druk op de { knop en op de vierwegbesturing (3).
3 Selecteer I of k en druk op de knop 4.
4 Druk op de K knop.
5 Maak de opname.
2e sluitergordijn-synchronisatie gebruiken
2e sluitergordijn-synchronisatie verlengt de sluitertijd. Zet de functie Bewegingsreductie
uit en gebruik een statief om camerabeweging te voorkomen.
Lange-sluitertijdsync 2e sluitergordijn-sync
e_kb442.book Page 140 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
141
De flitser gebruiken
5
Afstand en diafragma bij gebruik
van de ingebouwde flitser
Wanneer u opnamen maakt met de flitser, moeten richtgetal, diafragma
en afstand op elkaar zijn afgestemd voor een juiste belichting.
Bereken de opnamecondities en pas deze aan wanneer de flitsintensiteit
onvoldoende is.
Richtgetal ingebouwde flitser
Met de volgende formule berekent u de flitsafstand voor diafragmawaarden.
Maximale flitsafstand L1 = richtgetal ÷ gekozen diafragmawaarde
Minimale flitsafstand L2 = maximale flitsafstand ÷ 5*
* De waarde 5 in de bovenstaande formule is een vaste waarde
die alleen geldt bij gebruik van de ingebouwde flitser.
Voorbeeld
Bij een gevoeligheid van [ISO 100] en een diafragmawaarde van F2.8
L1 = 13 ÷ 2,8 = ca. 4,6 (m)
L2 = 4,6 ÷ 5 = ca. 0,9 (m)
De flitser kan dus worden gebruikt op een afstand van ca. 0,9 tot 4,6 m.
Wanneer de afstand tot het onderwerp 0,7 meter of minder bedraagt, kan
de flitser niet worden gebruikt. Gebruik van de flitser binnen deze afstand
veroorzaakt vignettering in de hoeken van de opname, onevenwichtige
lichtverdeling en mogelijk overbelichting.
Met de volgende formule berekent u de diafragmawaarde voor de opnameafstand.
Gebruikte diafragmawaarde F = richtgetal ÷ opnameafstand
Voorbeeld
Bij een gevoeligheid van [ISO 100] en een opnameafstand van 3 m
is de diafragmawaarde:
F = 13 ÷ 3 = 4.3
Wanneer de uitkomst (in bovenstaand voorbeeld 4.3) niet beschikbaar
is als diafragmawaarde, wordt meestal het dichtstbijzijnde lagere getal
(in bovenstaand voorbeeld 4.0) gebruikt.
ISO-gevoeligheid Richtgetal ingebouwde flitser
ISO 100 13
ISO 200 18.4
ISO 400 26
ISO 800 36.8
ISO 1600 52
ISO 3200 73.5
Berekenen van de opnameafstand
op basis van de diafragmawaarde
Berekenen van de diafragmawaarde op basis van opnameafstand
e_kb442.book Page 141 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
142
De flitser gebruiken
5
Compatibiliteit objectieven DA, D FA,
FA J, FA en F met de ingebouwde flitser
Afhankelijk van het objectief dat met de u wordt gebruikt, kan de flitser
mogelijk niet worden gebruikt of slechts beperkt worden gebruikt wegens
vignettering, zelfs niet als een objectief met een zonnekap wordt gebruikt.
DA, D FA, FA J, and FA objectieven die hieronder niet worden genoemd kunnen
zonder problemen worden gebruikt.
* De objectieven hieronder zijn beoordeeld zonder gebruik van een zonnekap.
Niet beschikbaar vanwege vignettering
Beschikbaar afhankelijk van andere factoren
Type objectief
DA Fish-eye 10-17 mm F3.5-4.5ED (IF)
DA12-24 mm F4ED AL
DA14 mm F2.8ED (IF)
FA
300 mm F2.8ED (IF)
FA
600 mm F4ED (IF)
FA
250-600 mm F5.6ED (IF)
Type objectief Compatibiliteit
F Fish-eye 17-28 mm F3.5-4.5
Als de brandpuntsafstand minder is dan 20 mm,
kan vignettering optreden.
DA16-45 mm F4ED AL
Als de brandpuntsafstand minder is dan 28 mm of als
de brandpuntsafstand 28 mm is en de opnameafstand
kleiner dan 1 m, kan vignettering optreden.
DA
16-50 mm F2.8ED AL (IF) SDM
Als de brandpuntsafstand minder is dan 20 mm of ls
de brandpuntsafstand 35 mm is en de opnameafstand
kleiner dan 1,5 m, kan vignettering optreden.
DA18-250 mm F3.5-6.3ED AL (IF)
Als de brandpuntsafstand minder is dan 35 mm,
kan vignettering optreden.
FA
28-70 mm F2.8AL
Als de brandpuntsafstand minder is dan 28 mm en
de opnameafstand kleiner dan 1 m, kan vignettering
optreden.
FA Soft 28 mm F2.8 De ingebouwde flitser ontlaadt altijd volledig.
FA Soft 85 mm F2.8 De ingebouwde flitser ontlaadt altijd volledig.
e_kb442.book Page 142 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
143
De flitser gebruiken
5
Gebruik van een externe flitser
(optioneel)
De optionele externe flitsers AF540FGZ, AF360FGZ en AF200FG ondersteunen
een aantal flitsfuncties, zoals automatisch P-DDL-flitsen, afhankelijk van welke
externe flitser wordt gebruikt. Zie de onderstaande tabel voor meer informatie.
(Ja: beschikbaar #: Beperkt Nee: niet beschikbaar)
*1 Bij gebruik van een objectief DA, D FA, FA J, FA, F of A.
*2 Sluitertijd van 1/90 s of langer.
*3 Bij combinatie met de AF540FGZ of de AF360FGZ kan 1/3 van het flitslicht worden
geproduceerd door de ingebouwde flitser en 2/3 door de externe flitser.
*4 Meerdere AF540FGZ- of AF360FGZ-flitsers of een combinatie van AF540FGZ/AF360FGZ-
flitsers en de ingebouwde flitser is vereist.
*5 Alleen beschikbaar in combinatie met de flitsers AF540FGZ en AF360FGZ.
Flitser
Camerafunctie
Ingebouwde
Flitser
AF540FGZ
AF360FGZ
AF200FG
Flitsen met rode-ogenreductie
Ja Ja Ja
Automatisch flitsen
Ja Ja Ja
Na het opladen wordt automatisch
de flitssynchronisatietijd ingesteld
Ja Ja Ja
Het diafragma wordt automatisch ingesteld
in de standen e (Hyper Program) en
b (Sluitertijdvoorkeuze).
Ja Ja Ja
Automatisch controleren in de zoeker
Nee Nee Nee
Automatische P-DDL-flitser (geschikte
gevoeligheid: ISO 100-1600)
Ja
*1
Ja
*1
Ja
*1
Lange-sluitertijdsync
Ja Ja Ja
Flitsbelichtingscorrectie
Ja Ja Ja
AF-hulplicht
Ja Ja Nee
2e sluitergordijn-synchronisatie
*2
Ja Ja Nee
Flitsen met contrastregelingssynchronisatie
#
*3
Ja #
*5
Slave-flitser
Nee Ja Nee
Stroboscoopflitsen
Nee Nee Nee
Flitsen met korte-sluitertijdsynchronisatie
Nee Ja Nee
Draadloos flitsen
#
*5
Ja
*4
Nee
e_kb442.book Page 143 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
144
De flitser gebruiken
5
De AF360FGZ heeft geen functie voor het instellen van het filmformaat op
[DIGITAAL], maar het verschil in beeldhoek tussen standaard kleinbeeld en
de u wordt automatisch berekend op basis van de brandpuntsafstand
van het gebruikte objectief (als u een objectief gebruikt van het type DA, D FA,
FA J, FA of F).
De conversie-indicatie wordt weergegeven en de formaatindicatie verdwijnt
wanneer de timer van de belichtingsmeting van de u aan is.
(Deze keert terug naar kleinbeeldweergave (35 mm) wanneer de timer
van de belichtingsmeting wordt uitgeschakeld).
* Bij gebruik van groothoekpaneel
Gebruik deze functie met de AF540FGZ, AF360FGZ of AF200FG flitser.
Wanneer de flitsfunctie is ingesteld op [Automatisch P-DDL-flitsen], geeft
de flitser een voorflits voor de eigenlijk flits en bevestigt hij de kenmerken
van het onderwerp (afstand, helderheid, contrast, eventueel tegenlicht, enz.)
met behulp van de sensor voor 16-segmentsmeting van de camera.
De flitsintensiteit van de eigenlijke flits wordt berekend op basis van de met
de voorflits verzamelde gegevens, zodat het mogelijk wordt flitsopnamen
te maken met een betere belichting dan normaal bij DDL-Auto mogelijk is.
P-DDL Auto is beschikbaar bij draadloos flitsen als er twee of meer AF540FGZ
of AF360FGZ flitsers worden gebruikt.
1 Verwijder de flitsschoenbeschermer en bevestig de externe flitser
(AF540FGZ of AF360FGZ).
2 Zet de camera en de externe flitser aan.
3 Stel de externe flitsinstelling in op [Automatisch P-DDL-flitsen].
4 Controleer of de externe flitser volledig is opgeladen en maak de opname.
Weergave op het LCD van de AF360FGZ
Brandpuntsafstand objectief 8mm 7mm 50mm 35mm 28mm 24mm 20mm 18mm
LCD
AF360FGZ
Timer van de
belichtingsmeting
uitgeschakeld
85mm 70mm 50mm 35mm 28mm
24mm
*
Timer van de
belichtingsmeting
ingeschakeld
58mm 48mm 34mm 24mm 19mm
16mm
*
Gebruik van de functie Automatisch P-DDL-flitsen
e_kb442.book Page 144 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
145
De flitser gebruiken
5
Met de AF540FGZ of de AF360FGZ kunt u de flitser activeren om een opname
te maken met een sluitertijd die korter is dan 1/180 s. Flitsen met korte-
sluitertijdsynchronisatie kan ook worden gebruikt met de flitser aangesloten
op de camera of bij draadloos flitsen.
De AF540FGZ of de AF360FGZ op de camera aansluiten en gebruiken
1 Verwijder de flitsschoenbeschermer en bevestig de externe flitser
(AF540FGZ of AF360FGZ).
2 Draai aan de functiekiezer en stel de belichtingsfunctie in op b of a.
3 Zet de camera en de externe flitser aan.
4 Stel de synchronisatiefunctie van de externe flitser in op HSb
(Flitsen met korte-sluitertijdsynchronisatie).
5 Controleer of de externe flitser volledig is opgeladen en maak de opname.
Door gebruik te maken van twee externe flitsers (AF540FGZ of AF360FGZ)
of wanneer de ingebouwde flitser wordt gebruikt in combinatie met een externe
flitser, kunt u P-DDL-flitsen zonder de flitsers aan te sluiten met een
draadverbinding. Flitsen met korte-sluitertijdsynchronisatie is ook beschikbaar
bij draadloos flitsen.
Automatisch P-DDL-flitsen is alleen beschikbaar voor de flitsers AF540FGZ,
AF360FGZ en AF200FG.
Wanneer de ingebouwde flitser gereed is (volledig opgeladen), brandt b
in de zoeker.
Gedetailleerde gegevens, zoals de bedieningsmethode en de effectieve flitsafstand
zijn te vinden in de handleiding bij de externe flitser.
Wanneer flitsfunctie C of i is geselecteerd, gaat de flitser niet af wanneer het
onderwerp licht genoeg is. Daarom kan de flitser in sommige gevallen ongeschikt
zijn voor opnamen met daglichtsynchronisatie.
Druk nooit op de knop K wanneer er een externe flitser is bevestigd op de camera.
De ingebouwde flitser botst dan tegen de externe flitser. Als u beide flitsers tegelijk
wilt gebruiken, zie dan p.149 voor de aansluitingsmethode.
Flitsen met korte-sluitertijdsynchronisatie
Wanneer de ingebouwde flitser gereed is (volledig opgeladen), brandt b
in de zoeker.
Flitsen met korte-sluitertijdsynchronisatie is alleen beschikbaar bij een sluitertijd
die korter is dan 1/180 s.
Flitsen met korte-sluitertijdsynchronisatie is niet beschikbaar wanneer
de belichtingsfunctie is ingesteld op p (Tijd).
Draadloos flitsen
Zet de aan/uit-knop van de externe flitser in de stand [DRAADLOOS].
Zet de functie voor draadloos flitsen van de externe flitser die niet rechtstreeks
is aangesloten op de camera in de stand [SLAVE].
e_kb442.book Page 145 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
146
De flitser gebruiken
5
Het kanaal voor de externe flitser instellen op de camera
Stel eerst het kanaal voor de externe flitser in op de camera.
1 Stel het kanaal voor de externe flitser in.
2 Zet de externe flitser op de flitsschoen van de camera.
3 Schakel de camera en de externe flitser in en druk de ontspanknop
tot halverwege in.
De ingebouwde flitser wordt ingesteld op hetzelfde kanaal als de externe
flitser.
De ingebouwde flitser draadloos gebruiken
Activeer de draadloze flitsfunctie van de camera als u een externe flitser gebruikt
in combinatie met de ingebouwde flitser.
1 Druk op de { knop en op de vierwegbesturing (3).
Het scherm voor flitseropties verschijnt.
2 Selecteer r met de vierwegbesturing (45).
Druk op de knop 4 om terug te gaan naar
de opnamestand.
De flitsfunctie van de ingebouwde flitser wijzigen
U kunt de flitsfunctie van de ingebouwde flitser bij draadloos flitsen wijzigen.
Instellen bij [29. Draadloos flitsen] in het menu [A Pers.instelling].
In de stand r wordt het huidige kanaal waarop de ingebouwde flitser is ingesteld,
gedurende 10 seconden weergegeven op het LCD-display.
Stel alle flitsers in op hetzelfde kanaal. Raadpleeg de handleiding van de AF540FGZ
of de AF360FGZ voor informatie over het instellen van het kanaal op die flitsers.
r is niet beschikbaar in de stand B.
Als de transportfunctie is ingesteld op i of als het diafragma van het objectief niet
is ingesteld op s, wordt r grijs weergegeven en is de functie niet beschikbaar.
1 Aan De ingebouwde flitser flitst.
2 Uit De ingebouwde flitser geeft een proefflits.
HSb (korte-sluitertijdsynchronisatie) is niet beschikbaar als de camera is ingesteld
op het flitsen van de ingebouwde flitser.
OK
O K
OK
OK
0.0
0 . 0
0.0
Flitsinstelling
F l i t s i n s t el l i n g
Draadloze bediening
D r a a d l o z e b e d ie n i n g
Flitsinstelling
Draadloze bediening
e_kb442.book Page 146 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
147
De flitser gebruiken
5
Draadloos flitsen
Met een combinatie van de ingebouwde flitser en een externe flitser
1 Verwijder de externe flitser waarvoor het kanaal is ingesteld op de camera
en plaats de flitser op de gewenste plek.
2 Stel de flitsfunctie van de camera in op r en klap de ingebouwde flitser uit.
3 Controleer of de externe flitser en de ingebouwde flitser volledig zijn
opgeladen en maak de opname.
Met een combinatie van externe flitsers
1 Zet de functie voor draadloos flitsen van de externe flitser op de camera
in de stand [MASTER] of [STUUR].
2 Stel de draadloze flitser in de stand [SLAVE] en stel het kanaal in op
hetzelfde kanaal als de camera. Plaats de flitser dan op de gewenste plek.
3 Controleer of de externe flitser en de ingebouwde flitser volledig zijn
opgeladen en maak de opname.
MASTER
Zowel de flitser die direct is aangesloten op de camera
als de draadloze flitser gaan af.
STUUR
De flitser die direct is aangesloten op de camera geeft alleen
een proefflits en gaat niet af als hoofdflits.
Bewegingsreductie is niet beschikbaar bij draadloos flitsen.
e_kb442.book Page 147 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
148
De flitser gebruiken
5
Net als bij de ingebouwde flitser is ook voor een externe flitser Rode-ogenreductie
beschikbaar. Voor sommige flitsers is deze functie mogelijk niet beschikbaar
en er kunnen beperkingen gelden voor de gebruiksomstandigheden.
Zie het schema op p.143.
Wanneer de ingebouwde flitser wordt gebruikt in combinatie met een externe
flitser (AF540FGZ of AF360FGZ) die is ingesteld op 2e-sluitergordijn-
synchronisatie, dan gebruikt ook de ingebouwde flitser deze functie.
Controleer of beide flitsers volledig zijn opgeladen alvorens de opname te maken.
Rode-ogenreductie
De functie voor rode-ogenreductie werkt ook wanneer alleen een externe flitser
wordt gebruikt. (p.64)
Als de rode-ogenreductie van de ingebouwde flitser wordt gebruikt terwijl de externe
flitser is ingesteld als slave-flitser of draadloze flitser, zorgt de voorflits voor de rode-
ogenreductie ervoor dat de externe flitser afgaat. Stel daarom bij gebruik van een
slave-flitser geen rode-ogenreductie in.
2e sluitergordijn-synchronisatie
Draadloze bediening van de flitser (P-DDL flitsfunctie)
De volgende gegevens worden uitgewisseld tussen de flitsers voordat
de flits afgaat, als u externe flitsers (AF540FGZ of AF360FGZ) draadloos
gebruikt.
Druk de ontspanknop helemaal in.
1 De direct op de camera bevestigde flitser geeft een proefflits
(geeft de flitsstand van de camera door).
2 De draadloze flitser geeft een proefflits (geeft bevestiging van het
onderwerp door).
3 De direct op de camera bevestigde flitser geeft een kleine proefflits
(geeft flitsintensiteit door aan de draadloze flitser).
* De direct op de camera bevestigde flitser geeft hierna nog één keer een
proefflits om de duur van de flits door te geven als is ingesteld op HS b
(Korte-sluitertijdsynchronisatie).
4 De draadloze flitser geeft de hoofdflits.
Als de externe flitser op de camera voor draadloos flitsen is ingesteld
op [MASTER] of als [29. Draadloos flitsen] (p.146) is ingesteld op [On]
voor de ingebouwde flitser, geven alle flitsers tegelijkertijd een flits.
e_kb442.book Page 148 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
149
De flitser gebruiken
5
Zoals op de afbeelding hieronder te zien is, bevestigt u de optionele
flitsschoenadapter F
G op de flitsschoen van de camera en een flitsschoenadapter
F onder op de externe flitser. Vervolgens verbindt u beide met elkaar met behulp
van het optionele verlengsnoer F5P. De flitsschoenadapter F kan met een
statiefschroef op een statief worden bevestigd.
Alleen de automatische P-DDL flitser kan worden gebruikt samen
met de ingebouwde flitser.
Combinatie met de ingebouwde flitser
U kunt twee of meer externe flitsers combineren (AF540FGZ, AF360FGZ en
AF200FG) of u kunt twee of meer externe flitsers gebruiken in combinatie met
de ingebouwde flitser. U kunt de aansluiting voor het verlengsnoer op de flitser
gebruiken om de AF540FGZ aan te sluiten. U kunt AF360FGZ of de AF200FG
flitsers aansluiten zoals weergegeven in de onderstaande afbeelding.
Sluit een externe flitser en de optionele flitsschoenadapter F aan op de optionele
schoenadapter F en sluit dan nog een schoenadapter F met een externe flitser
aan met behulp van het optionele verlengsnoer F5P.
Raadpleeg de bedieningshandleiding van de flitser voor details.
Gebruik van de ingebouwde flitser samen met de externe flitser
Meerdere flitsers tegelijk gebruiken
Combineer geen accessoires met een afwijkend aantal contacten zoals
een flitshandgreep, omdat hierdoor storingen kunnen optreden.
Als u PENTAX flitsers combineert met flitsers van andere fabrikanten, kan dit de
apparatuur beschadigen. We adviseren u alleen de flitsers F540FGZ, AF360FGZ
en AF200FG te gebruiken.
e_kb442.book Page 149 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
150
De flitser gebruiken
5
Twee of meer externe flitsers combineren
Als u twee of meer externe flitsers combineert (AF540FGZ, AF360FGZ of
AF200FG) of een externe flitser gebruikt in combinatie met de ingebouwde flitser,
kunt u opnamen maken met meerdere flitsers (Flitsfotografie met contrast-
regelingssynchronisatie). Flitsfotografie met contrastregelingssynchronisatie
is gebaseerd op het verschil in de hoeveelheid licht die de flitsers opbrengen.
1 Sluit de externe flitser indirect aan op de camera. (p.149)
2 Stel de synchronisatiefunctie voor de externe flitser in op contrastregelings-
synchronisatie.
3 Draai aan de functiekiezer en stel de belichtingsfunctie in op e, b, c of a.
4 Controleer of de externe flitser en de ingebouwde flitser volledig zijn
opgeladen en maak de opname.
Wanneer u diverse externe flitsers of een externe flitser gebruikt samen met
de ingebouwde flitser, wordt P-DDL gebruikt voor de flitserbesturing.
Flitsen met contrastregelingssynchronisatie
De AF200FG moet worden gecombineerd met de AF540FGZ of de AF360FGZ.
Combineer geen accessoires met een afwijkend aantal contacten zoals een
flitshandgreep, omdat hierdoor storingen kunnen optreden.
Als u PENTAX flitsers combineert met flitsers van andere fabrikanten,
kan dit de apparatuur beschadigen. We adviseren u alleen automatische flitsers
van PENTAX te gebruiken.
Als u twee of meer externe flitsers gebruikt en de functie Flitsen met contrast-
regelingssynchronisatie instelt op de externe master-flitser, is de verhouding van
de flitsintensiteit 2 (master-flitser) : 1 (slave-flitser). Als u de externe flitser gebruikt
in combinatie met de ingebouwde flitser, is de verhouding van de flitsintensiteit 2
(externe flitser) : 1 (ingebouwde flitser).
Wanneer u diverse externe flitsers of een externe flitser gebruikt samen
met de ingebouwde flitser, wordt P-DDL gebruikt voor de flitserbesturing.
e_kb442.book Page 150 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
151
De flitser gebruiken
5
U kunt een externe flitser aansluiten op
de camera met een synchronisatiesnoer via
de X-sync-aansluiting.
X-sync-aansluiting
Bij gebruik van externe flitsers die met een hoog voltage of een sterke stroom
werken, kan de camera beschadigd raken.
Als een synchronisatiesnoer is aangesloten op de X-sync-aansluiting,
werken gekoppelde functies niet.
Het verdient aanbeveling om een proefopname te maken bij een sluitertijd
die één stop trager is dan de flitssynchronisatietijd om vignettering te voorkomen
die kan optreden bij 2e sluitergordijn-synchronisatie.
Het contact van de X-sync-aansluiting is niet spatwater- en stofbestendig.
Breng het meegeleverde Sync-aansluiting 2P-kapje aan wanneer u de aansluiting
niet gebruikt.
e_kb442.book Page 151 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Memo
152
e_kb442.book Page 152 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
6 Opname-instellingen
In dit hoofdstuk worden allerlei instellingen besproken,
onder andere hoe u de indeling voor het opslaan kunt instellen.
De methode voor het verwerken van opnamen instellen
in de opnamestand (Aangepaste opname) ............ 154
De bestandsindeling instellen .............................. 156
e_kb442.book Page 153 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
154
Opname-instellingen
6
De methode voor het verwerken van
opnamen instellen in de opnamestand
(Aangepaste opname)
Als u met behulp van Aangepaste opname de [Beeldtint] wijzigt, kunt
u instellingen aanpassen voor bijvoorbeeld kleur en contrast voordat
u een opname maakt.
U kunt voor Beeldtint één van de volgende zes standen kiezen: Helder, Natuurlijk,
Portret, Landschap, Levendig en Monochroom.
De standaardinstelling is afhankelijk van de instelling voor [Language/ ]
(p.224), en kan worden gezet op [Natuurlijk].
U kunt de volgende eigenschappen van Beeldtint instellen.
*1 Instelling mogelijk bij elke andere selectie dan [Monochroom].
*2 Instelling mogelijk bij selectie van [Monochroom].
1
Druk op de knop {
in de opnamefunctie.
Het Fn-menu voor opnamen wordt
weergegeven.
Kleurverzadiging
*1
Instelling van de kleurverzadiging. (Beschikbare instellingen:
–4 tot +4)
Tint
*1
Instelling van de kleur. (Beschikbare instellingen: –4 tot +4)
Filtereffect
*2
Aanpassing van het contrast zodat het lijkt alsof een zwart-
wit-kleurenfilter is gebruikt. Instelling van filterkleur.
(Beschikbare instellingen: [Geen], [Groen], [Geel], [Oranje],
[Rood], [Magenta], [Blauw], [Cyaan], [Infrarood])
Kleur aanpassen
*2
Instelling van het aanpassingsniveau voor koude kleurtinten
(- richting) en warme kleurtinten (+ richting). (Beschikbare
instellingen: –4 tot +4)
Contrast Instelling van het contrast (Beschikbare instellingen: –4 tot +4)
Scherpte
Instelling van de scherpte van de contouren van de afbeelding.
(Beschikbare instellingen: –4 tot +4)
Fn
AUTO
AUTO
AUTO
OK
CUSTOM IMAGE
Fn
Einde
E i n d e
Einde
e_kb442.book Page 154 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
155
Opname-instellingen
6
2
Druk op de knop 4.
Het scherm Aangepaste opname wordt
weergegeven.
Nadat de voeding is ingeschakeld, wordt de
laatst gemaakte opname weergegeven als
achtergrond. Zet de hoofdschakelaar op |
om de achtergrondopname te vervangen
door het digitale voorbeeld.
3
Selecteer met de vierwegbesturing
(45) de Beeldtint.
4
Gebruik de vierwegbesturing (23) om de parameter
te kiezen die u wilt wijzigen([Kleurverzadiging], [Tint],
[Contrast], [Scherpte]).
Als Beeldtint is ingesteld op [Monochroom], kunt u instellingen wijzigen
voor [Filtereffect], [Kleur aanpassen], [Contrast] en [Scherpte].
5
Wijzig de instelling met de vierwegbesturing (45).
De achtergrondopname verandert overeenkomstig de instelling.
U kunt kleurverzadiging en tint controleren met behulp van het diagram.
Draai voor [Scherpte] de e-knop op de achterzijde naar y om over te
schakelen op [Fijne scherpte]. De contouren van de afbeelding worden bij
[Fijne scherpte] nog scherper en dunner, wat de functie heel geschikt maakt
voor opnamen met bijvoorbeeld haar.
6
Druk op de knop 4.
De opnamestand wordt geactiveerd.
U kunt de opname op de achtergrond met de huidige instellingen opslaan als JPEG-
bestand. Druk op de knop { om het scherm voor het bevestigen van het opslaan
weer te geven en selecteer dan [Opslaan als] en druk op de knop 4.
R
Y
G
C
B
M
OK
O K
OK
OK
R
Y
G
C
B
M
Voorbeeld
Vo o r b e e l d
Voorbeeld
Natuurlijk
N a t u u r l i j k
Natuurlijk
BW
R
Y
G
C
B
M
R
Y
G
C
B
M
OK
O K
OK
OK
Voorbeeld
Vo o r b e e l d
Voorbeeld
Portret
P o r t r e t
Portret
e_kb442.book Page 155 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
156
Opname-instellingen
6
De bestandsindeling instellen
U kunt het aantal opnamepixels kiezen uit X, J, P en i. Hoe meer
pixels, hoe groter de opname en hoe groter het bestand. De bestandsgrootte
is ook afhankelijk van de instelling voor [JPEG kwal niveau].
De standaardinstelling is X 4672×3104.
De papierformaten hierboven zijn de formaten voor optimale afdrukken bij het
ingestelde aantal opnamepixels. De kwaliteit van de opname of afdruk hangt
af van het kwaliteitsniveau, de belichting, de resolutie van de printer en een
aantal andere factoren.
Kies het gewenste aantal JPEG-opnamepixels bij [JPEG opnamepixels]
in het menu [A Opname]. (p.72)
Als u de instelling voor opnamepixels wijzigt, wordt het beschikbare aantal
opnamen bij die instelling rechts boven in het scherm weergegeven.
JPEG-opnamepixels instellen
X
4672×3104 420×594 mm / A2-papier
J
3872×2592 297×420 mm / A3-papier
P
3008×2000 210×297 mm / A4-papier
i
1824×1216 148×210 mm / A5-papier
128128
MENU
10
2
14.6
M
Annul. OK
OK
JPEG opnamepixels
JPEG kwal niveau
Uitgebreide Bracket
Dubbelopnamen
RAW-formaat
Bestandsindeling
Uit
Uit
Resterend aantal opn.
e_kb442.book Page 156 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
157
Opname-instellingen
6
U kunt het kwaliteitsniveau van de opname instellen. De bestandsgrootte
is ook afhankelijk van de instelling voor [JPEG opnamepixels].
De standaardinstelling is C (Best).
Kies het JPEG-kwaliteitsniveau bij [JPEG kwal niveau] in het menu
[A Opname]. (p.72)
Als u het kwaliteitsniveau wijzigt, wordt het beschikbare aantal opnamen
bij die instelling voor kwaliteit rechts boven in het scherm weergegeven.
Het JPEG-kwaliteitsniveau instellen
Z Premium De opnamen zijn scherper, maar de bestanden zijn groter.
C Best
D Beter
E Goed De opnamen zijn korreliger, maar de bestanden zijn kleiner.
MENU
128
14.6
M
Annul. OK
OK
JPEG opnamepixels
JPEG kwal niveau
Uitgebreide Bracket
Dubbelopnamen
RAW-formaat
Bestandsindeling
Uit
Resterend aantal opn.
e_kb442.book Page 157 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
158
Opname-instellingen
6
U kunt een bestandsindeling opgeven voor opnamen. De standaardinstelling
is JPEG.
Instellen bij [Bestandsindeling] in het menu [A Opname]. (p.72)
Als u de bestandsindeling wijzigt, wordt het beschikbare aantal opnamen
rechts boven in het scherm weergegeven.
Als u RAW-opnamen maakt, kunt u kiezen uit de bestandsindelingen PEF
en DNG bij [RAW-formaat] in het menu [A Opname]. De standaardinstelling
is PEF.
PEF: De oorspronkelijke RAW-indeling van PENTAX
DNG: Een voor algemene doeleinden bestemde, publiekelijk beschikbare
RAW-bestandsindeling, ontwikkeld door Adobe Systems.
De bestandsindeling instellen
JPEG
Opnamen worden gemaakt met een JPEG-bestandsindeling. Kies het
gewenste aantal opnamepixels bij [JPEG opnamepixels] in het menu
[A Opname] en het kwaliteitsniveau bij [JPEG kwal niveau] in het menu
[A Opname]. De bestandsgrootte is afhankelijk van de instellingen.
RAW
RAW-gegevens zijn uitvoergegevens van de CMOS-sensor die worden
opgeslagen zonder verdere bewerking.
Effecten zoals Witbalans, Aangepaste opname en Kleurruimte worden niet
op de opname toegepast, maar deze informatie wordt wel opgeslagen.
Gebruik RAW-weergave (p.197) of breng de opnamen over naar een
computer, pas effecten toe via de meegeleverde software PENTAX
PHOTO Laboratory 3 en maak hiermee JPEG- en TIFF-bestanden.
RAW+
Opnamen worden opgeslagen in zowel RAW- als JPEG-indeling.
Opnamen worden ook tijdelijk opgeslagen in beide indelingen als
uopdeknop | drukt. (p.19)
MENU
128
14.6
M
JPEG
RAW
RAW+
Annul. OK
OK
JPEG opnamepixels
JPEG kwal niveau
Uitgebreide Bracket
Dubbelopnamen
RAW-formaat
Bestandsindeling
Uit
MENU
PEF
DNG
JPEG
14.6
M
Annul. OK
OK
Opname
JPEG opnamepixels
JPEG kwal niveau
Uitgebreide Bracket
Dubbelopnamen
RAW-formaat
Bestandsindeling
Uit
e_kb442.book Page 158 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
159
Opname-instellingen
6
U kunt de functie instellen als u op de knop | (p.19) drukt.
De volgende instellingen zijn beschikbaar.
1
Selecteer [|-knop] in het menu [A Opname].
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
3
Selecteer O (Aan) of P (Uit) voor [Elke keer stoppen]
met de vierwegbesturing (45).
Bij de instelling O (Aan), wordt de opname-indeling na elke opname
teruggezet op de instelling [Bestandsindeling] in het menu [A Opname].
De standaardinstelling is O (Aan).
4
Kies met de vierwegbesturing (23) een bestandindeling.
Links staat de instelling voor [Bestandsindeling] in het menu [A Opname]
en rechts de bestandsindeling wanneer op de knop | wordt gedrukt.
5
Druk op de vierwegbesturing (5) en selecteer
de bestandsindeling met de vierwegbesturing (23) terwijl
u op de knop | drukt.
6
Druk op de knop 4.
7
Druk twee keer op de knop 3.
De opnamestand of de weergavestand wordt weer geactiveerd.
De functie van de RAW-knop instellen
Elke keer stoppen O (Aan)/P (Uit)
Bestandsindeling
Bestandsindeling die wordt geselecteerd als op de knop
| wordt gedrukt.
RAW knop
Elke keer stoppen
MENU
RAW+JPEG
RAW+RAW
RAW+
RAW+
e_kb442.book Page 159 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
160
Opname-instellingen
6
Witbalans is een functie voor het aanpassen van kleuren van een opname
zodat witte onderwerpen ook werkelijk wit zijn. Stel de witbalans in als u niet
tevreden bent met de kleurbalans van opnamen die zijn genomen met de
instelling F (Auto), of als u uw opnamen een creatief tintje wilt geven.
De standaardinstelling is F (Auto).
* De kleurtemperatuur (K) is een benadering en vormt geen indicatie van de exacte kleuren.
1
Druk op de { knop.
Het functiemenu verschijnt.
Witbalans instellen
F
Auto Past de witbalans automatisch aan. (Circa 4000 tot 8000K)
G
Daglicht Voor het maken van opnamen bij zonlicht. (Circa 5200K)
H
Schaduw
Voor het maken van opnamen in de schaduw.
Hierdoor worden blauwe kleurzwemen in een opname
verminderd. (Circa 8000K)
^
Bewolkt
Voor het maken van opnamen op bewolkte dagen.
(Circa 6000K)
J
Neonlicht
Voor het maken van opnamen bij neonlicht. U kunt kiezen
uit W (wit) (circa 4200K), N (neutraal wit) (circa 5000K),
en D (daglicht) (circa 6500K).
I
Lamplicht
Voor het maken van opnamen bij elektrisch licht of ander
lamplicht. Hierdoor worden rode kleurzwemen in een
opname verminderd (Circa 2850K)
b
Flitser
Voor het maken van opnamen met de ingebouwde flitser.
(Circa 5400K)
K
Handmatig
Gebruik deze functie om de witbalans handmatig aan
te passen op basis van het omgevingslicht, zodat witte
voorwerpen natuurlijk wit overkomen.
K
Kleurtemperatuur
Stel de kleurtemperatuur cijfermatig in.
U kunt drie instellingen opslaan.
Fn
AUTO
AUTO
AUTO
OK
CUSTOM IMAGE
Fn
Einde
E i n d e
Einde
e_kb442.book Page 160 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
161
Opname-instellingen
6
2
Druk op de vierwegbesturing (4).
Het scherm [Witbalans] verschijnt.
3
Druk op de vierwegbesturing (23) en stel de witbalans in.
Zet de hoofdschakelaar op | om een digitaal voorbeeld weer te geven
bij de ingestelde witbalans.
Fijnafstemming van witbalans is gemakkelijker in het digitale voorbeeld.
Druk op de knop { om het digitale voorbeeld op de achtergrond op te slaan.
4
Druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van een opname bij de ingestelde
witbalans.
Zie p.163 voor handmatige aanpassing.
Het voorbeeld is een digitaal voorbeeld, ongeacht de instelling
voor [30. Voorbeeldmethode] in het menu [A Pers.instelling].
Als de lichtbron wordt opgegeven, wordt automatisch fijnafstemming uitgevoerd
door de camera. De kleurtemperatuur van de lichtbron wordt vast ingesteld als
[12. Instellingsbereik witbalans] in het menu [A Pers.instelling] is ingesteld
op [Vast].
Omdat de lichtbron verandert als de flitser afgaat, kunt u de witbalans daarop
instellen. Selecteer [AWB], [Bij gebruik flitser] of [Flitser] bij [11. Wtbalans
ongewijzigd] in het menu [A Pers. instelling].
5000K
5000K
5000K
OK
O K
OK
OK
Witbalans
Wit b a l a n s
Auto
A u t o
Voorbeeld
Vo o r b e e l d
Witbalans
Auto
Voorbeeld
e_kb442.book Page 161 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
162
Opname-instellingen
6
Met de u kunt u de instelling voor witbalans heel fijn afstemmen.
1
Geef de instellingen op van de stappen 1 tot en met 3
van “De witbalans instellen”.
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm voor fijnafstemming van de witbalans verschijnt.
3
Gebruik de vierwegbesturing
(2345) voor fijnafstemming
van de witbalans.
Langs de GM- en de BA-assen zijn
zeven niveaus en 225 patronen beschikbaar.
Druk op de knop Snelinstelling om de GM-correctie en de BA-correctie
te resetten.
4
Druk op de knop 4.
U keert terug naar het scherm Witbalans.
5
Druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van een opname bij de ingestelde
witbalans.
Fijnafstemming van de witbalans
GM-correctie Aanpassing van de kleurtinten tussen groen en magenta.
23
BA-correctie Aanpassing van de kleurtinten tussen blauw en amber.
45
±0±0
±0±0
G1
G1
G1
MENU
GG
BBA
A
A
MM
OK
O K
OK
OK
Annul.
A n n u l .
Schaduw
S c h a d u w
Annul.
Schaduw
e_kb442.book Page 162 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
163
Opname-instellingen
6
U kunt de witbalans aanpassen aan de lichtbron die aanwezig is tijdens het
maken van opnamen. Met de handmatige witbalans kan de camera delicate
kleurnuances vastleggen die niet precies kunnen worden ingesteld met de
vooraf ingestelde waarden voor de witbalans van de camera zelf(p.160).
Hierdoor stelt u de optimale witbalans in voor uw omgeving.
1
Druk op de { knop.
Het functiemenu verschijnt.
2
Druk op de vierwegbesturing (4).
Het scherm Witbalans verschijnt.
3
Selecteer K (Handmatig)
met de vierwegbesturing (3).
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm voor fijnafstemming van de witbalans verschijnt.
5
Richt de zoeker bij het juiste omgevingslicht voor het
instellen van de witbalans beeldvullend op een vel wit papier
of op een wit oppervlak.
Witbalans handmatig aanpassen
5000K
5000K
5000K
OK
O K
OK
OK
Voorbeeld
Vo o r b e e l d
Voorbeeld
Handmatig
H a n d m a t i g
Witbalans
Wit b a l a n s
Handmatig
Witbalans
e_kb442.book Page 163 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
164
Opname-instellingen
6
6
Druk de ontspanknop helemaal in.
Schuif de scherpstelfunctieknop naar \
wanneer de sluiter niet kan worden
ontspannen.
Het scherm voor het selecteren van
het meetbereik wordt weergegeven.
7
Selecteer met de e-knop op de achterzijde het hele scherm
of een spotgebied als meetbereik.
8
Als u een spotgebied selecteert, gebruikt u de
vierwegbesturing (2345) om het kader over het gebied
te plaatsen dat u wilt meten.
9
Druk op de knop 4.
Het scherm voor fijnafstemming van
de witbalans verschijnt als de meting
is voltooid.
Voer de stappen van “Fijnafstemming van
de witbalans” uit als fijnafstemming
noodzakelijk is. (p.162)
10
Druk op de knop 4.
U keert terug naar het scherm Witbalans.
11
Druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van een opname bij de ingestelde
witbalans.
Er wordt geen opname gemaakt als u op de ontspanknop drukt om de witbalans
aan te passen. Druk op de knop { om de achtergrondafbeelding op te slaan als
JPEG-bestand. Het scherm ter bevestiging van het opslaan wordt weergegeven.
Selecteer [Opslaan als] en druk op de knop 4.
[NG] verschijnt als de meting is mislukt. Druk tijdens de weergave van die melding
op de knop 4 om terug te gaan naar het scherm voor fijnafstemming van
de witbalans om de meting opnieuw uit te voeren.
Als een opname extreem over- of onderbelicht is, kan de witbalans mogelijk niet
worden aangepast. Pas in dat geval de belichting aan en vervolgens de witbalans.
OK
O K
OK
OK
±0±0±0±0
±0±0
MENU
GG
BBA
A
A
MM
SHUTTER
OK
O K
OK
OK
Annul.
A n n u l .
Handmatig
H a n d m a t i g
Witbalans
Wit b a l a n s
Annul.
Handmatig
Witbalans
e_kb442.book Page 164 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
165
Opname-instellingen
6
Gebruik getalwaarden om de kleurtemperatuur in te stellen.
1
Druk op de { knop.
Het Fn-menu verschijnt.
2
Druk op de vierwegbesturing (4).
Het scherm Witbalans verschijnt.
3
Gebruik de vierwegbesturing (3)
om de kleurtemperatuur te
selecteren (de standaardinstelling
is 5000K).
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
5
Gebruik de vierwegbesturing (23) om de gewenste
kleurtemperatuur te selecteren.
U kunt drie instellingen opslaan. Instellingen worden op de hier
geselecteerde locatie opgeslagen. U kunt dezelfde handelingen ook
uitvoeren om de kleurtemperatuur te wijzigen die al is ingesteld.
6
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm voor het opgeven van de kleurtemperatuur verschijnt.
De witbalans aanpassen met de kleurtemperatuur
5000K
5000K
5000K 5000K
5000K
5000K
5000K
5000K
5000K
5000K
5000K
5000K
OK
O K
OK
OK
Voorbeeld
Vo o r b e e l d
Voorbeeld
Witbalans
Witbalans
Kleurtemperatuur
Kleurtemperatuur
Witbalans
Kleurtemperatuur
e_kb442.book Page 165 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
166
Opname-instellingen
6
7
Pas de kleurtemperatuur aan met de e-knoppen op de voor-
en achterzijde.
Kleurtemperatuurstappen verschillen per e-knop.
* De standaardeenheid voor kleurtemperatuurstappen is Kelvin. U kunt de eenheid voor
stappen wijzigen in Mired bij [19. Instellen kleurtemp. stappen] in het menu
[A Pers.instelling]. De waarden worden echter voor weergave omgezet in Kelvin.
U kunt ook de stappen van (“Fijnafstemming van de witbalans” (p.162))
uitvoeren voor fijnafstemming.
8
Druk op de knop 4.
De instellingen worden opgeslagen en de camera keert terug naar
het scherm Witbalans.
Zet de hoofdschakelaar op | om een digitaal voorbeeld weer te geven
bij de ingestelde kleurtemperatuur.
9
Druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van een opname bij de ingestelde
witbalans.
Kelvin Mired*
e-knop aan de voorzijde 1 stap (100K) 1 stap (20M)
e-knop aan de achterzijde 10 stappen (1000K) 5 stappen (100M)
Kleurtemperatuur
De kleur van het licht krijgt een blauwachtige kleurzweem naarmate de
kleurtemperatuur hoger wordt en een roodachtige kleurzweem naarmate
de kleurtemperatuur lager wordt. De kleurtemperatuur beschrijft deze
verandering in lichtkleur in termen van absolute temperatuur (K: Kelvin).
Bij deze camera kan de witbalans zodanig worden ingesteld dat u onder
een groot aantal verschillende lichtomstandigheden opnamen met
natuurlijke kleuren kunt maken.
2000 3000 4000 5000 6000 8000 10000 12000
[
K
]
Candle flame
Oil lamp
Tungsten light
Halogen light bulb
White (Fluorescent light)
Daylight
Cloudy
Shade
Clear sky
Daylight (Fluorescent light)
Neutral white (Fluoresc
Flash
Red tint Blue tint
Heldere lucht
Schaduw
Daglicht (neonlicht)
Bewolkt
Daglicht
Neutraal wit (neonlicht)
Wit (neonlicht)
Halogeenlamplicht
Lamplicht
Olielamp
Kaarslicht
Rode tint
Blauwe tint
e_kb442.book Page 166 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
167
Opname-instellingen
6
U kunt de kleurruimte instellen. De standaardinstelling is [sRGB].
Instellen bij [Kleurruimte] in het menu [A Opname]. (p.72)
Kleurruimte instellen
1sRGB
Instellen op sRGB-kleurgebied.
2 AdobeRGB
Instellen op kleurgebied AdobeRGB.
Bestandsnamen verschillen afhankelijk van de instelling voor kleurgebied,
zie hieronder.
Voor sRGB : IMGPxxxx.JPG
Voor AdobeRGB : _IGPxxxx.JPG
U kunt naar wens voor [IMGP] en [IGP] andere tekens gebruiken. (p.231)
[xxxx] is het bestandsnummer. Dat is een viercijferig volgnummer. (p.230)
MENU
Intervalopname
Kleurruimte
Inv brandp afstand
Geheugen
RAW knop
AdobeRGB
sRGB
Opname
Uit
OK
OK
Annul.
Kleurruimte
Kleurbereiken voor verschillende invoer-/uitvoerapparaten, zoals digitale
camera’s, monitoren en printers kunnen verschillen.
Dit kleurbereik wordt het kleurgebied (of kleurruimte) genoemd.
Om de verschillen in kleurgebieden tussen verschillende apparaten
te overbruggen zijn er standaard kleurgebieden bepaald. Deze camera
ondersteunt sRGB en AdobeRGB.
sRGB wordt vooral gebruikt voor apparaten zoals computers.
AdobeRGB bestrijkt een groter gebied dan sRGB en wordt gebruikt
voor beroepsmatig gebruik zoals industrieel drukwerk.
Een opname die is gemaakt in AdobeRGB kan er lichter uitzien dan
een opname die is gemaakt in sRGB wanneer deze wordt uitgevoerd
via een apparaat dat compatibel is met sRGB.
e_kb442.book Page 167 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Memo
168
e_kb442.book Page 168 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
7 Weergavefuncties
In dit hoofdstuk worden de verschillende weergavefuncties
in de weergavestand besproken.
Werken met de menu’s tijdens weergave ........... 170
Opnamen roteren .................................................. 172
Vergrote weergave Opnamen ............................... 173
Weergave van meerdere opnamen ...................... 175
Een map weergeven .............................................. 177
Opnamen vergelijken ............................................ 178
Diavoorstelling ...................................................... 179
Weergavefunctie wijzigen ..................................... 182
Meerdere opnamen wissen .................................. 185
Opnamen beveiligen tegen wissen (Beveiligen) .. 189
De camera aansluiten op audiovisuele
apparatuur ...................................................................191
e_kb442.book Page 169 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
170
Weergavefuncties
7
Werken met de menu’s tijdens
weergave
Druk op de knop 3 in de weergavestand. Het menu [Q Weergeven]
wordt weergegeven.
Instellingen voor weergave en bewerking van opnamen maakt u in het menu
[Q Weergeven].
Stel in het menu Persoonlijke instellingen aangepaste functies in om volledig
gebruik te maken van de functionaliteit van de spiegelreflexcamera.
In de standaardinstelling worden persoonlijke instellingen niet gewijzigd.
De instellingen in het menu [A Pers.instelling] worden geactiveerd wanneer
[Instell.], het eerste onderdeel, O (Aan) is.
Onderdelen van het menu [Q Weergeven]
Onderdeel Functie Bladzijde
Weergave functie
Stelt in of de waarschuwing Licht/donker gebied moet
worden weergegeven in de weergavestand, en stelt
de beginwaarde in bij het vergroten van beelden.
p.184
Momentcontrole
Stelt in hoe lang Momentcontrole moet worden
weergegeven, en of de waarschuwing Licht/donker
geb en een histogram moeten worden weergegeven.
p.227
Live weergave
Stelt in of het raster en het AF-kader moeten worden
weergegeven tijdens Live weergave.
p.114,
p.228
Digitaal voorbeeld
Stelt in of de waarschuwing Licht/donker geb en het
histogram moeten worden weergegeven bij het digitale
voorbeeld.
p.115,
p.229
Diavoorstelling Geeft opnamen doorlopend weer. p.181
Onderdelen van het menu [A Pers.instelling]
Onderdeel Functie Bladzijde
Instell.
Activeert de mogelijkheid om persoonlijke instellingen
te wijzigen.
32. Rotatie-info
opslaan
Stelt in of rotatie-informatie moet worden opgeslagen
bij het maken van opnamen.
33. Auto
opnamerotatie
Stelt in dat opnamen automatisch worden geroteerd
bij weergave.
Reset
pers.instellingen
Zet alle instellingen in het menu Persoonlijke instellingen
terug op hun standaardwaarde.
p.239
e_kb442.book Page 170 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
171
Weergavefuncties
7
Druk tijdens de weergave op de knop {.
Het Fn-menu wordt weergegeven.
Druk op de vierwegbesturing (2345) of op de knop 4 om een functie
in te stellen.
Onderdelen van het Fn-menu bij weergave
Toets of knop Onderdeel Functie Bladzijde
2
DPOF-
instellingen
Stelt de DPOF-instellingen in. p.204
4
Digitaal filter
Wijzigt de kleurtint van opnamen,
past de filters Soft en Vlak toe, of past
de helderheid aan.
p.194
5
Diavoorstelling Geeft opnamen doorlopend weer. p.179
3
RAW-weergave
Converteert RAW-opnamen naar
JPEG-indeling.
p.197
4
Beeldvergelijking
U kunt twee opnamen naast elkaar
weergeven.
p.178
RAW-weergave (3) kan niet worden geselecteerd als een JPEG-opname wordt
weergegeven.
DPOF-instellingen (2) en Digitaal filter (4) kunnen niet worden geselecteerd
als een RAW-opname wordt weergegeven.
OK
Fn
Fn
Einde
E i n d e
Einde
e_kb442.book Page 171 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
172
Weergavefuncties
7
Opnamen roteren
De u is uitgerust met een functie die gebruik maakt van een sensor
om een opname te roteren en de stand van de opname te corrigeren wanneer
een opname wordt gemaakt met de zijkant van de ontspanknop boven en de
functiekiezer onder. U kunt opnamen ook in stappen van 90° tegen de wijzers
van de klok in roteren met behulp van de volgende procedure.
1
Druk op de knop Q.
Geef de opname die u wilt roteren weer met behulp van de vierwegbesturing
(45).
2
Druk op de vierwegbesturing (3).
Bij elke druk op de knop wordt de opname 90° tegen de klok in gedraaid.
3
Druk op de knop 4.
De rotatiegegevens van de opname worden bewaard.
U kun rotatiegegevens van een beveiligde opname niet opslaan, en evenmin
als [33. Auto opnamerotatie] in het menu [A Pers.instelling] is uitgeschakeld.
100-0001
10 0- 000 1
100-0001
1/250
1/ 250
1/250
F2.8
F2 .8
F2.8
OK
O K
OK
O K
OK
OK
OK
OK
33
e_kb442.book Page 172 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
173
Weergavefuncties
7
Vergrote weergave Opnamen
U kunt opnamen in de weergavestand tot maximaal 32 keer vergroten.
1
Druk op de Q knop en
selecteer een opname met
de vierwegbesturing (45).
100-0046
100- 0046
100-0046
1/2000
1/2000
F5.6
F5.6
1/2000
F5.6
e_kb442.book Page 173 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
174
Weergavefuncties
7
2
Draai de e-knop op de achterzijde
naar rechts (in de richting van y).
De opname wordt bij elke slag vergroot
(1,2 keer* tot 32 keer).
Bedieningsmogelijkheden bij uitvergrote weergave
*De standaardinstelling voor de eerste klik (minimale uitvergroting) op de e-knop op de
achterzijde (naar rechts) is 1,2 keer. U kunt dit wijzigen bij [Weergave functie] in het menu
[Q Weergeven]. (p.184)
Vierwegbesturing (2345) Verplaatst het uit te vergroten gebied
e-knop op de achterzijde
(naar rechts)/ knop Snelinstelling
Vergroot opname (tot maximaal 32 keer)
e-knop op de achterzijde
(naar links)/ knop m
Verkleint opname (tot maximaal 1,2 keer*)
Knop 4 Keert terug naar de oorspronkelijke grootte
M knop Schakelt de weergave van informatie in of uit
e-knop aan de voorzijde Houdt de uitvergroting en het uitvergrote
gebied vast en geeft de volgende/vorige
opname weer
{-knop Houdt de uitvergroting en het uitvergrote
gebied vast en zet opnamen naast elkaar
voor vergelijking (p.178)
U kunt de opname uitvergroten met behulp van dezelfde procedure die u daarvoor
gebruikt bij Momentcontrole (p.57), Live weergave (p.114) en Digitaal voorbeeld
(p.115). Voor Live weergave zijn de beschikbare vergrotingen echter 4,0 keer
en 8,0 keer.
De oorspronkelijke volledige weergave van verticale opnamen is 0,75 keer
die van horizontale opnamen, zodat de vergroting bij de eerste klik in dat geval
een vergroting is van 1,0 keer.
2×2×
100-0046
100- 0046
100-0046
Fn
e_kb442.book Page 174 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
175
Weergavefuncties
7
Weergave van meerdere opnamen
U kunt 4, 9 of 16 opnamen tegelijk weergeven op de monitor.
De standaardinstelling is weergave van 9 opnamen. U kunt het aantal
opnamen voor weergave wijzigen, maar de weergave van 9 opnamen wordt
hier uitgelegd.
1
Druk op de Q knop.
2
Draai de e-knop op de achterzijde
naar links (in de richting van f).
Het scherm voor weergave van verscheidene
opnamen tegelijkertijd wordt weergegeven.
Er kunnen maximaal negen
miniatuuropnamen worden weergegeven.
Selecteer een opname met de
vierwegbesturing (2345) Er verschijnt
rechts op het scherm een schuifbalk.
Als er een opname is geselecteerd op
de onderste rij, worden bij een druk op
de vierwegbesturing (3) de volgende
negen opnamen weergegeven.
Wanneer een opname niet kan worden
weergegeven, verschijnt er een [?].
100-0046
100- 0046
100-0046
1/2000
1/2000
F5.6
F5.6
1/2000
F5.6
100-0046
Kiezen&wissen
Schuifbalk
Kader
e_kb442.book Page 175 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
176
Weergavefuncties
7
3
Draai de e-knop op de achterzijde
naar rechts (in de richting van y)
of druk op de 4 knop.
Er verschijnt een volledige schermweergave
van de geselecteerde opname.
1
Druk in de weergave van meerdere
opnamen tegelijk op de knop {.
Het scherm met opties voor weergave van
verscheidene opnamen tegelijkertijd wordt
weergegeven.
2
Kies het aantal opnamen dat u tegelijkertijd wilt weergeven
met de vierwegbesturing (425).
U keert terug naar het scherm voor weergave van verscheidene opnamen
tegelijkertijd.
Het aantal opnamen voor weergave selecteren
4
4 opnamen
2
9 opnamen
5
16 opnamen
100-0046
100- 0046
100-0046
1/2000
1/2000
F5.6
F5.6
1/2000
F5.6
OK
MENU
e_kb442.book Page 176 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
177
Weergavefuncties
7
Een map weergeven
U kunt in het scherm voor weergave van verscheidene opnamen tegelijkertijd
de inhoud van mappen weergeven.
1
Draai de e-knop op de achterzijde
naar links in het scherm voor
weergave van meerdere opnamen
tegelijk.
2
Kies de map waarvan u opnamen wilt weergeven met
de vierwegbesturing (2345) en druk op de knop 4.
De opnamen in de map worden weergegeven, steeds met het aantal
opnamen tegelijkertijd dat u hebt ingesteld in het scherm met opties
voor weergave van verscheidene opnamen tegelijkertijd.
Druk op de knop i om alle opnamen in de geselecteerde map te wissen. (p.188)
100PENTX
100PENTX
100PENTX
100
1 0 0
100 101
1 0 1
102
1 0 2
103
1 0 3
104
1 0 4
105
1 0 5
101 102
103 104 105
Wissen
e_kb442.book Page 177 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
178
Weergavefuncties
7
Opnamen vergelijken
U kunt twee opnamen naast elkaar weergeven.
1
Druk op de knop { in de
weergavestand en vervolgens
op de knop 4.
Twee opnamen worden naast elkaar
weergegeven. Dezelfde opname wordt
zowel links als rechts weergegeven.
Draai aan de e-knop op de voorzijde om
de opnamen voor vergelijking te selecteren.
U kunt ook op de knop { drukken bij
uitvergrote weergave om opnamen voor vergelijking weer te geven.
Bewerkingen die kunnen worden uitgevoerd tijdens het vergelijken
van opnamen
2
Druk op de { knop.
De camera keert terug naar de normale weergavestand.
Knop 4 Het selectiekader verspringt van de ene opname
naar de andere, steeds als u op de knop drukt.
Vierwegbesturing
(2345)
Verplaatst het selectiekader voor vergroting. Als met
het selectiekader beide opnamen worden geselecteerd,
kunt u beide opnamen tegelijkertijd bewerken.
Knop Snelinstelling Verplaatst de weergavepositie van de uitvergroting terug
naar het midden.
e-knop aan
de achterzijde
Vergroot of verkleint de weergave van de opname.
Als met het selectiekader beide opnamen worden
geselecteerd, kunt u beide opnamen tegelijkertijd
bewerken.
e-knop aan
de voorzijde
Als met het selectiekader de linker- of de rechteropname
wordt geselecteerd, wordt daar de vorige/volgende
opname weergegeven.
M knop Schakelt de weergave van informatie in of uit.
Knop i Als met het selectiekader de linker- of de rechteropname
wordt geselecteerd, wordt de geselecteerde opname gewist.
100-0046
100- 0046
100-0046
x1.0
x1.0
x1.0
x1.0
x1.0x1.0
100-0046
100- 0046
100-0046
OKFn
e_kb442.book Page 178 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
179
Weergavefuncties
7
Diavoorstelling
U kunt alle op de SD-geheugenkaart opgeslagen opnamen na elkaar weergeven.
Om de doorlopende weergave te starten gebruikt u het menuscherm op de
monitor.
1
Druk op de knop Q en selecteer de opname die u het eerst
wilt weergeven met de vierwegbesturing (45).
2
Druk op de { knop.
Het functiemenu verschijnt.
OK
Fn
Fn
Einde
E i n d e
Einde
e_kb442.book Page 179 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
180
Weergavefuncties
7
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het startscherm verschijnt
en de diavoorstelling begint.
Bedieningsmogelijkheden bij een diavoorstelling
Bedieningsmogelijkheden tijdens onderbreking
4
De diavoorstelling afbreken.
De diavoorstelling wordt afgebroken als u een van de volgende handelingen
uitvoert tijdens weergave of onderbreking van de diavoorstelling.
U drukt op de vierwegbesturing (3)
*1
U drukt op de knop Q
*1
U drukt op de knop 3
*1
U drukt de ontspanknop tot halverwege of helemaal in
*2
U drukt op de knop =
*2
U zet de hoofdschakelaar in de stand |
*2
U draait aan de functiekiezer
*2
*1 Als de diavoorstelling is beëindigd, keert de camera terug naar de normale
weergavestand.
*2 Als de diavoorstelling is beëindigd, keert de camera terug naar de opnamestand.
Knop 4 Onderbreken
Vierwegbesturing (4) Geeft de vorige opname weer
Vierwegbesturing (5) Geeft de volgende opname weer
Vierwegbesturing (3) Stoppen
Knop 4 Weergave hervatten (Opnieuw starten)
Vierwegbesturing (4) Geeft de vorige opname weer
Vierwegbesturing (5) Geeft de volgende opname weer
Vierwegbesturing (3) Stoppen
Stel de weergavetijd voor de diavoorstelling in het menu [Q Weergeven] in.
U kunt de diavoorstelling ook starten vanuit het menu [Q Weergeven]. (p.181)
OK
Starten
S t a r t e n
Starten
e_kb442.book Page 180 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
181
Weergavefuncties
7
Zet het weergave-interval voor de diavoorstelling op [3 sec], [5 sec], [10 sec]
of [30 sec]. De standaardinstelling is [3 sec].
U kunt ook instellen dat de diavoorstelling continu moet worden herhaald.
De standaardinstelling is [Uit].
1
Selecteer [Diavoorstelling]
in het menu [Q Weergeven].
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
3
Druk op de vierwegbesturing (5)
en selecteer het weergave-interval
met de vierwegbesturing (23).
Druk op de knop 4.
4
Selecteer [Weergeven herhalen] met de vierwegbesturing (3).
5
Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing (45).
6
Druk op de knop 3.
De camera keert terug naar het menu [Q Weergeven].
Druk op de knop 4 om de diavoorstelling te starten.
Weergave-interval diavoorstelling instellen
Weergave functie
Weergeven
Momentcontrole
Live weergave
Digitaal voorbeeld
Diavoorstelling
MENU
Starten
OK
Einde
3
sec
1
sec
Diavoorstelling
Interval
Weergeven herhalen
MENU
3
sec
30
sec
5
sec
10
sec
OK
OK
Annul.
e_kb442.book Page 181 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
182
Weergavefuncties
7
Weergavefunctie wijzigen
De camera schakelt over naar weergave van andere informatie
als u op de knop M drukt in het weergavescherm.
Een histogram toont de
helderheidsverdeling van een opname.
De horizontale as vertegenwoordigt
helderheid (donker aan de linkerzijde en
licht aan de rechterzijde) en de verticale
as vertegenwoordigt het aantal pixels.
De u is uitgerust met
twee histogramfuncties.
Het “Helderheidshistogram” toont de
verdeling van helderheid en het
“RGB-histogram” toont de verdeling
van kleurintensiteit.
1 Histogramweergave (p.26)
De vorm van het histogram vóór en na de opname maakt duidelijk of
de helderheid en het contrast al dan niet goed zijn. Op basis hiervan bepaalt
u of belichtingscorrectie nodig is en u de foto opnieuw moet maken.
1
Belichting corrigeren (p.100)
Standaard Opname en indicaties worden weergegeven.
Histogram Opnamen en histogram (Helderheid/RGB) worden weergegeven.
Detail info
Opnamegegevens worden weergegeven met een miniatuur
in de linkerbovenhoek.
Geen infoweergave Alleen opnamen worden weergegeven.
Zie p.25 voor diverse informatie over weergave.
De informatie die als eerste wordt weergegeven tijdens weergave is dezelfde
informatie die tijdens de vorige sessie als laatste werd weergegeven. Het scherm
[Standaard] kan altijd eerst worden weergegeven door [Geheugen] in te stellen
in het menu [A Opname].
Het histogram gebruiken
Aantal pixels
Helderheid(Donker) (Licht)
Donkere gedeelten Lichte gedeelten
e_kb442.book Page 182 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
183
Weergavefuncties
7
Inzicht in helderheid
Als de helderheid goed is, vertoont de grafiek in het midden een piek.
Als de opname te donker is, bevindt de piek zich links; als de opname te licht is,
bevindt de piek zich rechts.
Als de opname te donker is, wordt het gedeelte links afgesneden (donkere
delen zonder details) en als de opname te licht is, wordt het gedeelte rechts
afgesneden (lichte delen zonder details).
Lichte delen knipperen rood op de monitor en donkere delen knipperen geel
als Licht/donker gebied is ingeschakeld.
1
Opnamen weergeven (p.68)
1
De weergave voor Momentcontrole, Live weergave en Digitaal voorbeeld
instellen (p.227)
Inzicht in contrast
De grafiek piekt geleidelijk in het midden als het contrast van de opname
in balans is. De grafiek vertoont aan beide zijden een piek die naar het midden
toe sterk daalt als de opname een groot verschil in contrast vertoont en er weinig
gemiddelde helderheidsniveaus zijn.
Inzicht in kleurbalans
De verdeling van de kleurenintensiteit wordt voor elke kleur weergegeven in
het RGB-histogram. De rechterkant van de grafieken ziet er hetzelfde uit voor
opnamen waarvoor ook de witbalans wordt aangepast. Als één kleur links
disproportioneel aanwezig is, is die kleur te intens.
1
Witbalans instellen (p.160)
Donkere opname Goede opname Lichte opname
e_kb442.book Page 183 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
184
Weergavefuncties
7
U kunt instellen of de waarschuwing Licht/donker gebied bij het weergeven
moet worden ingeschakeld, en wat de beginfactor is bij het uitvergroten.
1
Selecteer [Weergave functie] in het menu [Q Weergeven].
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
3
Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing (45).
4
Selecteer [Snel zoomen] met de vierwegbesturing (3).
5
Druk op de vierwegbesturing (5) en selecteer de vergroting
met vierwegbesturing (23).
6
Druk op de knop 4.
7
Druk twee keer op de knop 3.
U kunt nu opnamen maken of weergeven met de camera.
Weergave bij Weergeven instellen
Weergave functie
Licht/donker geb
Snel zoomen
Uit
MENU
e_kb442.book Page 184 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
185
Weergavefuncties
7
Meerdere opnamen wissen
U kunt alle opgeslagen opnamen in één keer wissen.
1
Druk op de knop Q.
2
Druk twee maal op de knop i.
Het scherm voor het wissen van alle
opnamen verschijnt.
3
Selecteer [Alles wissen]
met de vierwegbesturing (23).
Alle opnamen wissen
Gewiste opnamen kunnen niet meer worden teruggehaald.
Er wordt een bevestigingsscherm weergegeven als er beveiligde opnamen zijn.
OK
O K
OK
MENU
OK
Alles wissen
Annuleren
A n n u l e r e n
Alle beelden van
A l l e b e e l de n v an
geheugenkaart wissen?
g e h e u g e n k aa r t w i s s en ?
Annuleren
Alle beelden van
geheugenkaart wissen?
e_kb442.book Page 185 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
186
Weergavefuncties
7
4
Druk op de knop 4.
Alle opnamen worden gewist.
Er wordt een bevestigingsscherm
weergegeven als er beveiligde opnamen
zijn. Druk op de vierwegbesturing (23)
om [Alles wissen] of [Alles handhaven]
te selecteren en druk op de knop 4.
U kunt verscheidene opnamen tegelijk wissen uit de weergave met meerdere
opnamen tegelijk.
1
Druk op de knop Q.
2
Draai de e-knop op de achterzijde
naar links (in de richting van f).
Het scherm voor weergave van meerdere
opnamen tegelijk wordt weergegeven.
Geselecteerde opnamen wissen (vanuit
de weergave van meerdere opnamen tegelijk)
Gewiste opnamen kunnen niet meer worden teruggehaald.
Beveiligde opnamen kunnen niet worden gewist.
U kunt maximaal 100 opnamen tegelijkertijd selecteren.
Alles wissen
OK
O K
OK
OK
Alles handhaven
A l l e s h a n dh a v en
3 opname(n)
3 op name (n)
Beveiligde opnamen gevonden
Beve ilig de o pname n ge vond en
Alles handhaven
3 opname(n)
Beveiligde opnamen gevonden
100-0046
Kiezen&wissen
e_kb442.book Page 186 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
187
Weergavefuncties
7
3
Druk op de knop i.
9 verschijnt op de opnamen.
4
Kies de te wissen opnamen met
de vierwegbesturing (2345)
en druk op de 4 knop.
De opname wordt geselecteerd en O
verschijnt.
U kunt geen beveiligde opnamen selecteren.
5
Druk op de knop i.
Het scherm voor bevestiging van het wissen verschijnt.
6
Selecteer [Kiezen&wissen]
met de vierwegbesturing (23).
7
Druk op de knop 4.
De geselecteerde opnamen worden gewist.
Wissen
MENU
OK
Kiezen&wissen
MENU
OK
O K
OK
OK
Annuleren
A n n u l e r e n
Alle geselecteerde
A l l e g e s e le c t ee r d e
beelden zijn gewist
b e e l d e n z ij n g ew i s t
Annuleren
Alle geselecteerde
beelden zijn gewist
e_kb442.book Page 187 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
188
Weergavefuncties
7
U kunt alle opnamen in een geselecteerde map wissen.
1
Draai de e-knop op de achterzijde
naar links (naar f) in de
weergavestand om de mappen
weer te geven.
2
Druk op de vierwegbesturing
(2345) om de map te selecteren
die u wilt wissen en druk
op de knop i.
Het scherm voor bevestiging van
het wissen van de map verschijnt.
3
Selecteer [Wissen] met de vierwegbesturing (2).
De geselecteerde map wordt gewist met alle erin opgeslagen opnamen.
Er wordt een bevestigingsscherm weergegeven als er beveiligde opnamen
zijn. Druk op de vierwegbesturing (23) om [Alles wissen] of [Alles handhaven]
te selecteren en druk op de knop 4.
Een map wissen
100PENTX
100PENTX
100PENTX
100
1 0 0
100 101
1 0 1
102
1 0 2
103
1 0 3
104
1 0 4
105
1 0 5
101 102
103 104 105
Wissen
Wissen
MENU
OK
O K
OK
OK
Annuleren
A n n u l e r e n
Alle beelden in de
A l l e b e e l de n i n d e
geselecteerde map
g e s e l e c t e er d e m a p
worden gewist
w o r d e n g e wi s t
Annuleren
Alle beelden in de
geselecteerde map
worden gewist
e_kb442.book Page 188 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
189
Weergavefuncties
7
Opnamen beveiligen tegen wissen
(Beveiligen)
U kunt opnamen beveiligen zodat ze niet per ongeluk kunnen worden gewist.
1
Druk op de Q knop en selecteer een opname
met de vierwegbesturing (45).
2
Druk op de Z knop.
Het scherm Beveiligen verschijnt.
3
Selecteer [Beveiligen]
met de vierwegbesturing (23).
4
Druk op de knop 4.
De geselecteerde opname wordt beveiligd.
Zelfs beveiligde opnamen worden gewist wanneer de SD-geheugenkaart wordt
geformatteerd.
Selecteer [Beveiliging opheffen] in stap 3 om de beveiligingsinstelling te annuleren.
Bij de weergave van beveiligde opnamen verschijnt het pictogram Y. (p.25, p.26)
Beveiligen
100-0046
100- 0046
100-0046
OK
O K
OK
OK
Beveiliging opheffen
B e v e i l i g i ng o p he f f en
Alle Beelden
A l l e B e e l de n
Beveiliging opheffen
Alle Beelden
e_kb442.book Page 189 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
190
Weergavefuncties
7
1
Druk op de knop Q.
2
Druk twee keer op de Z knop.
Het scherm voor beveiliging van alle
opnamen verschijnt.
3
Druk opm de vierwegbesturing
(23) om [Beveiligen] te selecteren
en druk op de knop 4.
Alle opnamen op de SD-geheugenkaart
worden beveiligd.
Alle opnamen beveiligen
Als u de beveiligingsinstelling voor alle opnamen wilt annuleren,
selecteert u [Beveiliging opheffen] in stap 3.
Beveiligen
OK
O K
OK
MENU
OK
Beveiliging opheffen
B e v e i l i g i ng o p he f f en
Alle beelden beveiligen
A l l e b e e l de n b ev e i li g e n
Beveiliging opheffen
Alle beelden beveiligen
e_kb442.book Page 190 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
191
Weergavefuncties
7
De camera aansluiten op audiovisuele
apparatuur
Via de meegeleverde videokabel (l-VC28) kunt u opnamen weergeven op een
tv of andere apparatuur met een video-IN-aansluiting die u dan als monitor
gebruikt. Zorg ervoor dat zowel de tv als de camera uit staat alvorens de kabel
aan te sluiten.
1Het video-uitgangssignaal selecteren (p.233)
1
Open het klepje voor aansluitingen, richt de pijl op de
meegeleverde videokabel op de markering S op de camera
en sluit de videokabel aan op de USB/video-uitgang.
2
Sluit het andere uiteinde van de videokabel aan op de video-
IN-aansluiting van het audiovisuele apparaat.
3
Zet het audiovisuele apparaat en de camera aan.
Als u van plan bent de camera langdurig continu te gebruiken, wordt gebruik
van de (optionele) netvoedingsadapter D-AC50 aanbevolen. (p.39)
Bij AV-apparatuur met meerdere video-IN-aansluitingen (zoals een tv), raadpleegt
u de handleiding bij het AV-apparaat en selecteert u de video-IN-aansluiting
waarop de camera wordt aangesloten.
Afhankelijk van het land of de regio bestaat de kans dat opnamen en
geluidsbestanden niet kunnen worden weergegeven als het ingestelde videosignaal
afwijkt van het aldaar gebruikte signaal. Als dit het geval is, wijzigt u de instelling
van het videosignaal. (p.233)
De monitor van de camera wordt uitgeschakeld terwijl de camera op het audiovisuele
apparaat is aangesloten.
e_kb442.book Page 191 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Memo
192
e_kb442.book Page 192 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
8 Opnamen verwerken
In dit hoofdstuk wordt besproken hoe u gemaakte opnamen
verwerkt en RAW-opnamen bewerkt.
Processing Images with Digital Filters ................ 194
RAW-opnamen bewerken ..................................... 197
e_kb442.book Page 193 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
194
Opnamen verwerken
8
Opnamen bewerken met digitale filters
U kunt opnamen bewerken met digitale filters. De bewerkte opnamen worden
onder een andere naam opgeslagen.
1
Druk op de knop {
in de weergavestand.
Het functiemenu verschijnt.
2
Druk op de vierwegbesturing (4).
Het scherm voor selectie van het filter
verschijnt.
TIFF- en RAW-opnamen kunnen niet met het digitale filter worden bewerkt.
Fn
OK
Fn
Einde
E i n d e
Einde
MENU
OK
HDR
OK
O K
OK
Zwart-wit
Z w a r t - w i t
Zwart-wit
e_kb442.book Page 194 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
195
Opnamen verwerken
8
3
Selecteer een opname met de vierwegbesturing (45).
4
Selecteer een filter met de vierwegbesturing (23).
Selecteer een filter en bekijk het effect op de opname.
5
Pas het effect aan met de e-knoppen op de voorzijde
en de achterzijde.
Filternaam Functie
e-knop aan
de voorzijde
e-knop
aan de
achterzijde
Zwart-wit
Converteert naar zwart-witopname.
Wijzigt het contrast alsof een zwart-
wit-kleurenfilter is gebruikt.
—BW/R/G/B
Sepia
Geeft uw foto’s een antiek uiterlijk
door ze te converteren naar een
sepiakleur. Keuze uit drie niveaus
van dichtheid.
Dichtheid
(3 niveaus)
Kleur
Legt een kleurfilter over de opname.
Keuze uit 18 filters
(6 kleuren × 3 tinten).
Rood/Groen/
Blauw/Geel/
Magenta/
Cyaan
Dichtheid
van elke
kleur
(3 niveaus)
Kleur-
extractie
Handhaaft de geselecteerde kleur
op de opname en converteert de rest
van de opname naar dezelfde kleur.
U kunt kiezen uit zes extractiekleuren.
R/G/B/Y/M/C
Soft
Creëert een zachte opname door de
gehele opname lichtjes te vervagen.
Keuze uit drie niveaus.
Soft
(3 niveaus)
Illustratie
Maakt een opname die oogt alsof ze
met een potlood is getekend. U kunt
de instelling niet aanpassen.
——
MENU
OK
HDR
OK
O K
OK
Kleur
K l e u r
Kleur
MENU
OK
HDR
OK
O K
OK
Vlak
V l a k
Vlak
Kleurfilter Vlak-filter
e_kb442.book Page 195 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
196
Opnamen verwerken
8
Als u een andere opname selecteert met de vierwegbesturing (4), wordt die
opname weergegeven met de ingestelde filter.
6
Druk op de knop 4.
Het bevestigingsscherm voor opslaan verschijnt.
7
Selecteer [Opslaan als]
met de vierwegbesturing (23).
Druk op de knop 3 om terug
te keren naar het vorige scherm. Selecteer
[Annuleren] en druk op de knop 4
om terug te keren naar de enkelbeelds
weergave.
8
Druk op de knop 4.
De gefilterde opname wordt opgeslagen onder een andere naam.
HDR
Maakt een opname die oogt als een
opname met een groot dynamisch
bereik. Keuze uit drie niveaus.
HDR-niveau
(3 niveaus)
Vlak
Wijzigt de horizontale en verticale
verhouding van opnamen. De hoogte
en breedte kunnen tot twee keer het
oorspronkelijke formaat worden
gewijzigd.
Links: breed
Rechts: smal
Helder
Wijzigt de helderheid van opnamen.
Keuze uit ±8 niveaus.
Links: donker
Rechts: licht
Filternaam Functie
e-knop aan
de voorzijde
e-knop
aan de
achterzijde
Opslaan als
MENU
OK
O K
OK
OK
Beeld opslaan als
B e e l d o p s la a n al s
nieuw bestand
n i e u w b e s ta n d
Annuleren
A n n u l e r e n
Beeld opslaan als
nieuw bestand
Annuleren
e_kb442.book Page 196 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
197
Opnamen verwerken
8
RAW-opnamen bewerken
U kunt RAW-bestanden omzetten in JPEG-bestanden of TIFF-bestanden.
1
Druk op de knop {
in de weergavestand.
Het functiemenu verschijnt.
2
Druk op de vierwegbesturing (3).
3
Druk op de knop 4.
De in het opnamebestand opgenomen
parameters worden weergegeven.
Zie “Parameters specificeren” (p.200)
als u parameters wilt opgeven.
Eén RAW-bestand bewerken
Fn
OK
Fn
Einde
E i n d e
Einde
MENU
Fn
OK
O K
OK
OK
Deze opname ontwikkelen
D e z e o p n a me o n tw i k ke l e n
Deze opname ontwikkelen
MENU
14.6
M
OK
O K
OK
OK
AdobeRGB
AdobeRGB
AdobeRGB
Opnamepixels
O p n a m e p i x el s
Opnamepixels
e_kb442.book Page 197 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
198
Opnamen verwerken
8
4
Druk op de knop 4.
Het bevestigingsscherm voor opslaan
verschijnt.
5
Selecteer [Opslaan als] met de vierwegbesturing (23).
Druk op de knop 3 om terug te keren naar het vorige scherm. Selecteer
[Annuleren] en druk op de knop 4 om terug te keren naar de enkelbeelds
weergave.
6
Druk op de knop 4.
De gewijzigde opname wordt opgeslagen onder een andere naam.
Meerdere RAW-opnamen selecteren en tegelijkertijd bewerken.
1
Druk op de knop { in de weergavestand.
Het functiemenu verschijnt.
2
Druk op de vierwegbesturing (3).
3
Druk op de { knop.
Het scherm voor weergave van verscheidene
opnamen tegelijkertijd wordt weergegeven.
Alle RAW-opnamen bewerken
Opslaan als
MENU
OK
O K
OK
OK
Beeld opslaan als
B e e l d o p s la a n al s
nieuw bestand
n i e u w b e s ta n d
Annuleren
A n n u l e r e n
Beeld opslaan als
nieuw bestand
Annuleren
MENU
OKFn
e_kb442.book Page 198 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
199
Opnamen verwerken
8
4
Selecteer met de vierwegbesturing (2345) de RAW-
opname die u wilt bewerken en druk op de knop 4
om het selectievakje (O) in te schakelen.
Druk opnieuw op de knop 4 als u het selectievakje (P) weer wilt uitschakelen.
Draai de e-knop op de achterzijde in de richting van f om de enkelbeelds
weergave te selecteren en de opname weer te geven.
U kunt maximaal 100 opnamen tegelijkertijd selecteren.
5
Druk op de knop { en selecteer [Openen]
met de vierwegbesturing (23).
Select [Instelling wijzigen] als u parameters wilt opgeven. Zie “Parameters
specificeren” (p.200).
6
Druk op de knop 4.
Het bevestigingsscherm voor opslaan verschijnt.
7
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Opslaan als JPEG]
of [Opslaan als TIFF] te selecteren.
Druk op de knop 3 om terug te keren naar het vorige scherm. Selecteer
[Annuleren] en druk op de knop 4 om terug te keren naar de enkelbeelds
weergave.
8
Druk op de knop 4.
Alle geselecteerde RAW-opnamen worden verwerkt en in een nieuwe map
opgeslagen.
e_kb442.book Page 199 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
200
Opnamen verwerken
8
De parameters opgeven voor het verwerken van RAW-opnamen. Als u meerdere
opnamebestanden hebt geselecteerd, worden al die opnamen met dezelfde
opgegeven parameters bewerkt.
Als het kwaliteitsniveau niet is ingesteld op [TIFF], worden de opnamen
opgeslagen in JPEG-bestanden.
1
Selecteer [Instelling wijzigen] in
stap 3 van p.197 of stap 5 van p.199
en druk op de knop 4.
Het scherm voor het specificeren
van parameters wordt weergegeven.
2
Gebruik de vierwegbesturing (23) om de parameter
te kiezen die u wilt wijzigen.
U kunt de volgende parameters wijzigen.
*1 Als Kwaliteitsniveau is ingesteld op [TIFF], wordt deze functie vast ingesteld op X.
*2 U kunt geen waarde voor witbalans instellen voor RAW-opnamen die zijn gemaakt
met de functie Dubbelopnamen.
Parameters specificeren
JPEG opnamepixels
*1
X(4672×3104)/J(3872×2592)/
P(3008×2000)/i(1824×1216)
Kwaliteitsniveau
Z (Premium)/C (Best)/
D (Beter)/E (Goed)/TIFF
Witbalans
*2
F (Auto), G (Daglicht), H (Schaduw), ^ (Bewolkt),
JN (Daglicht wit neonlicht), JW (Wit licht neonlicht),
JD (Daglicht kleuren neonlicht), I (Lamplicht), E
(Flitser), K (Handmatig), Kleurtemperatuur (drie typen)
Gevoeligheid –2.0~+2.0
Aangepaste opname
Beeldtint/Kleurverzadiging (Filtereffect)/Tint
(Kleur aanpassen)/Contrast/Scherpte
Kleurruimte sRGB/AdobeRGB
Ruisonderdr hoge
ISO-wrd
Niveau Ruisonderdrukking (4 niveaus)
MENU
14.6
M
OK
O K
OK
OK
AdobeRGB
AdobeRGB
AdobeRGB
Opnamepixels
O p n a m e p i x el s
Opnamepixels
e_kb442.book Page 200 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
201
Opnamen verwerken
8
3
Wijzig de parameter met de vierwegbesturing (45).
Geef met behulp van de vierwegbesturing (5) het scherm voor het opgeven
van instellingen voor Witbalans/Aangepaste opname weer. Zie “De witbalans
aanpassen” (p.160) en “De methode voor het bewerken van beelden
in de opnamestand instellen (Aangepaste opname)” (p.154).
4
Druk op de knop 4.
Het bevestigingsscherm voor opslaan verschijnt.
5
Selecteer [Opslaan als] en druk op de knop 4.
De RAW-opname wordt bewerkt en opgeslagen als nieuw bestand.
In de stand Witbalans/Aangepaste opname kunt u de achtergrondafbeelding
niet opslaan en evenmin Digitaal voorbeeld gebruiken.
Bij handmatige witbalans wordt op een willekeurige punt van de opname met
alleen spotmeting gemeten. Als u op de ontspanknop drukt, wordt het bewerken
van RAW-opnamen volledig afgebroken en wordt de opnamestand weer geactiveerd.
e_kb442.book Page 201 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Memo
202
e_kb442.book Page 202 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
9 Afdrukken vanaf de Camera
In dit hoofdstuk wordt het opgeven van afdrukinstellingen
besproken.
Afdrukservice instellen (DPOF) ........................... 204
Afdrukken met PictBridge .................................... 207
e_kb442.book Page 203 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
204
Afdrukken vanaf de Camera
9
Afdrukservice instellen (DPOF)
U kunt conventionele foto-afdrukken bestellen door de SD-geheugenkaart
met opgeslagen opnamen naar een zaak te brengen die foto’s afdrukt.
Met de DPOF-instellingen (Digital Print Order Format) kunt u het aantal
exemplaren opgeven en eventueel de datumgegevens laten afdrukken.
Stel voor elke opname de volgende opties in.
1
Druk op de Q knop en selecteer een opname
met de vierwegbesturing (45).
2
Druk op de { knop.
Het functiemenu verschijnt.
3
Druk op de vierwegbesturing (2).
Het DPOF-scherm verschijnt.
Als er reeds DPOF-instellingen zijn voor
een opname, worden het vorig ingestelde
aantal afdrukken en de instelling van
de datumweergave (O (Aan) of P (Uit))
weergegeven.
Op RAW-opnamen kunnen geen DPOF-instellingen worden toegepast.
U kunt DPOF-instellingen opgeven voor maximaal 999 opnamen.
Afzonderlijke opnamen afdrukken
Kopieën Selecteert het aantal kopieën. U kunt maximaal 99 exemplaren afdrukken.
Datum Geeft aan of de datum al dan niet moet worden afgedrukt op de foto.
OK
Fn
Fn
Einde
E i n d e
Einde
00
Kopieën
100-0046
100- 0046
100-0046
Datum
Fn
OK
O K
OK
OK
Alle Beelden
A l l e B e e l de n
Alle Beelden
e_kb442.book Page 204 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
205
Afdrukken vanaf de Camera
9
4
Kies met de vierwegbesturing (45) het aantal kopieën
en druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader wordt verplaatst naar [Datum].
5
Gebruik de vierwegbesturing
(45) om aan te geven of de datum
al (O) dan niet (P) moet worden
afgedrukt.
O : De datum wordt afgedrukt.
P : De datum wordt niet afgedrukt.
U kunt de volgende of vorige opname
selecteren door aan de e-knop op de
voorzijde te draaien. Herhaal de stappen 4
en 5 als u instellingen wilt opgeven voor meerdere opnamen (maximaal 999).
6
Druk op de knop 4.
De bewerkte DPOF-instellingen voor alle opnamen worden opgeslagen
en op de camera wordt de enkelbeelds weergave weer geactiveerd.
1
Druk op de knop {
in de weergavestand.
Het functiemenu verschijnt.
Afhankelijk van de printer of de afdrukapparatuur van het fotolab bestaat de kans
dat de datum niet wordt afgedrukt op de opnamen, zelfs als de DPOF-instelling
hiervoor is gekozen.
Als u de DPOF-instellingen wilt annuleren, stelt u het aantal kopieën in stap 4
in op [00] en drukt u op de knop 4.
Druk tijdens het opgeven van instellingen op de knop 3 om het bewerken
van alle opnamen af te breken.
Instellingen voor alle opnamen
100-0046
100- 0046
100-0046
01
Fn
OK
O K
OK
OK
Kopieën
Datum
Alle Beelden
A l l e B e e l de n
Alle Beelden
OK
Fn
Fn
Einde
E i n d e
Einde
e_kb442.book Page 205 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
206
Afdrukken vanaf de Camera
9
2
Druk op de vierwegbesturing (2).
Het DPOF-scherm verschijnt.
3
Druk op de { knop.
Er verschijnt een scherm waar u voor alle
opnamen DPOF-instellingen kunt invoeren.
4
Gebruik de vierwegbesturing (45) om het aantal kopieën
in te stellen en te bepalen of u de datum wilt afdrukken (O)
of niet (P).
Zie stap 4 en 5 van “Afzonderlijke opnamen afdrukken” (p.205) voor nadere
informatie over de instellingen.
5
Druk op de knop 4.
De DPOF-instellingen voor alle opnamen worden opgeslagen en op de camera
wordt de enkelbeelds weergave weer geactiveerd.
Het aantal kopieën dat u opgeeft bij de instellingen, geldt voor alle opnamen.
Controleer of het aantal correct is alvorens de opnamen af te drukken.
Wanneer er instellingen worden opgegeven voor alle opnamen, worden instellingen
voor afzonderlijke opnamen geannuleerd.
00
Kopieën
100-0046
100- 0046
100-0046
Datum
Fn
OK
O K
OK
OK
Alle Beelden
A l l e B e e l de n
Alle Beelden
00
MENU
Kopieën
Datum
OK
O K
OK
OK
DPOF-instelling voor
D P O F - i n s t el l i n g v o or
alle beelden
a l l e b e e l de n
DPOF-instelling voor
alle beelden
e_kb442.book Page 206 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
207
Afdrukken vanaf de Camera
9
Afdrukken met PictBridge
Met deze functie kunt u opnamen direct vanaf de camera afdrukken,
zonder dat u daarvoor een computer nodig hebt (Rechtstreeks afdrukken).
Sluit de camera op de PictBridge-compatibele printer aan via de meegeleverde
USB-kabel (I-USB17) om rechtstreeks af te drukken.
Nadat u de camera op de printer hebt aangesloten, selecteert u de opnamen
die u wilt afdrukken, het aantal kopieën en of de datum moet worden afgedrukt.
Rechtstreeks afdrukken vindt als volgt plaats.
Stel [USB-aansluiting] op de camera in op [PictBridge] (p.208)
Sluit de camera aan op de printer (p.209)
Stel de afdrukopties in
Afzonderlijke opnamen afdrukken (p.210)
Alle opnamen afdrukken (p.212)
Afdrukken met DPOF-instellingen (p.213)
Wanneer u de camera aansluit op een printer, raden wij u aan
de netvoedingsadapter D-AC50 (optioneel) te gebruiken. De printer werkt
mogelijk niet goed, of de opnamegegevens kunnen verloren gaan wanneer
de batterij leeg raakt terwijl de camera op de printer is aangesloten.
Maak de USB-kabel niet los tijdens de overdracht van gegevens.
Al naar gelang het type printer zijn mogelijk niet alle op de camera gemaakte
instellingen (zoals de afdruk- of DPOF-instellingen) geldig.
Er kan een afdrukfout optreden als u meer dan 500 exemplaren probeert
af te drukken.
Het afdrukken van een index met opnamen, waarbij verscheidene opnamen
op één vel worden afgedrukt, is misschien niet mogelijk tenzij de printer het
afdrukken van een index ondersteunt. Mogelijk hebt u een computer nodig
om een index af te drukken.
U kunt RAW-opnamen niet rechtstreeks vanaf de camera afdrukken.
Converteer de opname met [RAW-weergave] (p.197) naar een JPEG-opname
of breng de opname over naar een pc en druk de RAW-opname af met PENTAX
PHOTO Browser 3.
Raadpleeg de “Handleiding PENTAX PHOTO Browser 3/PENTAX PHOTO
Laboratory 3” wanneer u de camera aansluit op een computer.
e_kb442.book Page 207 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
208
Afdrukken vanaf de Camera
9
1
Druk op de knop 3.
2
Selecteer het menu [R Set-up]
met de vierwegbesturing (45).
3
Selecteer [USB-aansluiting] met de vierwegbesturing (23).
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een keuzemenu.
5
Selecteer [PictBridge]
met de vierwegbesturing (23).
6
Druk op de knop 4.
De instelling wordt gewijzigd.
7
Druk op de knop 3.
Transferfunctie instellen
Set-up
MENU
Nederlands
Language
1/4
Formatteren
Wereldtijd
Datum instellen
Signaal
Einde
USER
PC
PictBridge
Hulpdisplay
Tekstformaat Stand.
Set-up
Helderheid
LCD-kleur instellen
Videosignaal
USB-aansluiting
0
3 sec
OK
OK
MENU
Annul.
e_kb442.book Page 208 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
209
Afdrukken vanaf de Camera
9
1
Zet de camera uit.
2
Richt de pijl op de meegeleverde USB-kabel naar
de markering S op de camera en sluit de camera aan
op de printer die compatibel is met PictBridge.
Op printers die compatibel zijn met PictBridge, is het PictBridge-logo
afgedrukt.
3
Zet de printer aan.
4
Nadat de printer is geïnitialiseerd,
zet u de camera aan.
Het PictBridge-menu verschijnt.
Camera op de printer aansluiten
Het PictBridge-menu wordt niet weergegeven wanneer [USB-aansluiting]
is ingesteld op [PC].
Enkel beeld
Alle Beelden
DPOF AUTOPRINT
OK
O K
OK
OK
Kies afdrukmodus
K i e s a f d r uk m o du s
Kies afdrukmodus
e_kb442.book Page 209 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
210
Afdrukken vanaf de Camera
9
1
Selecteer [Enkel beeld]
in het menu Pictbridge
met de vierwegbesturing (23).
2
Druk op de knop 4.
Het scherm Eén opname afdrukken verschijnt.
3
Kies met de vierwegbesturing
(45) een opname die u wilt
afdrukken.
4
Kies het aantal exemplaren met de vierwegbesturing (23).
U kunt maximaal 99 afdrukken afdrukken.
5
Gebruik de knop { om te bepalen of de datum al (O)
dan niet (P) moet worden afgedrukt.
O : De datum wordt afgedrukt.
P : De datum wordt niet afgedrukt.
6
Druk op de knop 4.
Het bevestigingsscherm voor de
afdrukinstellingen wordt weergegeven.
Ga verder bij stap 12 om de opnamen
met behulp van de standaardinstellingen
af te drukken.
Ga naar stap 7 om de afdrukinstellingen
te wijzigen.
Afzonderlijke opnamen afdrukken
Enkel beeld
Alle Beelden
DPOF AUTOPRINT
OK
O K
OK
OK
Kies afdrukmodus
K i e s a f d r uk m o du s
Kies afdrukmodus
11
100-0046
100- 0046
100-0046
MENU
Fn
OK
Afdrukken
A f d r u k k e n
Datum
D a t u m
Datum
D a t u m
Deze opname afdrukken
D e z e o p n a me a fd r u k ke n
Kopie
K o p i e
ë n
Afdrukken
Datum
Datum
Deze opname afdrukken
Kopieën
MENU
Fn
_
Instell.
I n s t e l l .
_
Instell.
I n s t e l l .
_
Instell.
I n s t e l l .
_
Instell.
I n s t e l l .
Kwaliteit
K w a l i t e i t
Papiertype
P a p i e r t y p e
Papierafm.
P a p i e r a f m .
Randinstelling
R a n d i n s t e ll i n g
Instelling wijzigen
I n s t e l l i n g w i j zi g e n
Afdrukken met
A f d r u k k e n m e t
deze instellingen?
d e z e i n s t el l i n ge n ?
_
Instell.
_
Instell.
_
Instell.
_
Instell.
Kwaliteit
Papiertype
Papierafm.
Randinstelling
Instelling wijzigen
Afdrukken met
deze instellingen?
OK
Afdrukken
A f d r u k k e n
Afdrukken
e_kb442.book Page 210 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
211
Afdrukken vanaf de Camera
9
7
Druk op de knop {.
Het scherm voor het wijzigen
van de afdrukinstellingen verschijnt.
8
Selecteer [Papierafm.] en druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm voor het papierformaat verschijnt.
9
Kies het papierformaat met
de vierwegbesturing (2345).
U kunt alleen een papierformaat kiezen
dat door uw printer wordt ondersteund.
Als [_ Instelling] wordt gekozen,
worden opnamen afgedrukt op basis
van de printerinstellingen.
10
Druk op de knop 4.
11
Herhaal de stappen 8 tot en met 10 om instellingen op
te geven voor [Papiertype], [Kwaliteit] en [Randinstelling].
Na het instellen van elk item wordt het scherm voor het wijzigen
van de afdrukinstellingen weergegeven.
Als voor deze afdrukinstellingen [_ Instelling] wordt gekozen,
worden opnamen afgedrukt op basis van de printerinstellingen.
[Papiertype] met meer sterren (E) duidt op een betere kwaliteit papier.
Meer sterren (E) bij [Kwaliteit] geeft een hogere afdrukkwaliteit aan.
12
Druk op de knop 3.
Het bevestigingsscherm voor de afdrukinstellingen van stap 6 wordt weer
weergegeven.
13
Druk op de knop 4.
De opname wordt afgedrukt op basis van de gekozen instellingen.
Druk op de knop 3 om het afdrukken te annuleren.
PictBridge
Papierafm.
Papiertype
Kwaliteit
Randinstelling
_
Instell.
_
Instell.
_
Instell.
_
Instell.
MENU
Papierafm.
Kaart
8 ×10
A4
A3
Letter
11 ×17
2L
Briefkaart
4 ×6
L
100×150
MENU
_
Instell.
OK
OK
Annul.
e_kb442.book Page 211 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
212
Afdrukken vanaf de Camera
9
1
Selecteer met de vierwegbesturing
(23) in het menu Pictbridge
de optie [Alle Beelden].
2
Druk op de knop 4.
Het scherm Print alle beelden verschijnt.
3
Kies het aantal kopieën en geef
aan of de datum al dan niet moet
worden afgedrukt.
Het aantal kopieën en het al dan niet
afdrukken van de datum zijn van toepassing
op alle opnamen.
Zie de stappen 4 en 5 van “Afzonderlijke
opnamen afdrukken” (p.210) voor nadere
informatie over het wijzigen
van de instellingen.
4
Druk op de knop 4.
Het bevestigingsscherm voor de afdrukinstellingen wordt weergegeven.
Zie de stappen 7 tot en met 11 van “Afzonderlijke opnamen afdrukken”
(p.211) voor nadere informatie over het wijzigen van de instellingen.
5
Druk op de knop 4 in het bevestigingsvenster voor
de afdrukinstellingen.
Alle opnamen worden afgedrukt op basis van de gekozen instellingen.
Druk op de knop 3 om het afdrukken te annuleren.
Alle opnamen afdrukken
Enkel beeld
Alle Beelden
DPOF AUTOPRINT
OK
O K
OK
OK
Kies afdrukmodus
K i e s a f d r uk m o du s
Kies afdrukmodus
1
28
28
1
28
100-0046
100- 0046
100-0046
MENU
Fn
OK
Afdrukken
A f d r u k k e n
Datum
D a t u m
Afdrukken
Datum
Datum
Datu m
Alle opnamen afdrukken
A l l e o p n a me n a fd r u kk e n
Kopie
K o p i e
ë n
Totaal
To t a a l
Datum
Alle opnamen afdrukken
Kopieën
Totaal
e_kb442.book Page 212 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
213
Afdrukken vanaf de Camera
9
1
Selecteer met de vierwegbesturing (23) in het PictBridge-
menu de optie [DPOF AUTOPRINT].
2
Druk op de knop 4.
Het scherm Afdrukken met DPOF-
instellingen wordt weergegeven.
Geef met behulp van de vierwegbesturing
(45) op hoeveel exemplaren van elke
opname moeten worden afgedrukt, of de
datum wel of niet moet worden afgedrukt,
en het totale aantal exemplaren. Het aantal
exemplaren en de instelling voor de datum
worden vastgelegd door de afdrukservice.
(p.204)
3
Druk op de knop 4.
Het bevestigingsscherm voor de afdrukinstellingen wordt weergegeven.
Zie de stappen 7 tot en met 11 van “Afzonderlijke opnamen afdrukken”
(p.211) voor nadere informatie over het wijzigen van de instellingen.
4
Druk op de knop 4 in het bevestigingsvenster voor
de afdrukinstellingen.
De opnamen worden afgedrukt op basis van de gekozen instellingen.
Druk op de knop 3 om het afdrukken te annuleren.
Maak de USB-kabel los van de camera en de printer wanneer u klaar bent
met afdrukken.
1
Zet de camera uit.
2
Maak de USB-kabel los van de camera en de printer.
Opnamen afdrukken op basis
van DPOF-instellingen
De USB-kabel loskoppelen
1
10
10
1
10
MENU
100-0046
100- 0046
100-0046
Afdrukken met
A f d r u k k e n m e t
DPOF-instellingen
D P O F - i n s t el l i n ge n
Datum
Datu m
Kopie
K o p i e
ë n
Totaal
To t a a l
Afdrukken met
DPOF-instellingen
DatumKopieën
Totaal
OK
Afdrukken
A f d r u k k e n
Afdrukken
e_kb442.book Page 213 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Memo
214
e_kb442.book Page 214 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
10Camera-instellingen
In dit hoofdstuk wordt het wijzigen van camera-instellingen
besproken.
Werken met het menu [R Set-up] ...................... 216
SD-geheugenkaart formatteren .......................... 218
Instellingen opgeven voor het geluidssignaal,
de datum en tijd en de weergavetaal ................. 219
Weergave van monitor en menu’s aanpassen .. 225
Conventies instellen voor bestandsnamen ...... 230
Het video-uitgangssignaal en voedingsinstellingen
selecteren ............................................................. 233
Pixelregistratie ..................................................... 235
Instellingen voor de opnamestand selecteren
om op te slaan in de camera .............................. 236
e_kb442.book Page 215 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
216
Camera-instellingen
10
Werken met het menu [R Set-up]
Druk op de knop 3 en selecteer met de vierwegbesturing (45)
het menu [R Set-up].
Instellingen voor de camera geeft u op in het menu [R Set-up].
Onderdelen van menu [R Set-up]
Onderdeel Functie Bladzijde
USER
Registreert de huidige camera-instellingen voor
USER (gebruiker).
p.133
Formatteren Formatteert de SD-geheugenkaart. p.218
Signaal Schakelt het geluidssignaal in/uit. p.219
Datum instellen Stelt de datumindeling en de tijd in. p.220
Wereldtijd
Stelt bij reizen naar het buitenland de weergave in
op de monitor van een lokale datum en tijd van een
stad in aanvulling op die van de huidige locatie.
p.221
Language/
Wijzigen van de taal waarin menu’s en berichten
worden weergegeven.
p.224
Tekstformaat
Stelt de grootte in van de tekst die in de menu’s
wordt geselecteerd.
p.225
Hulpdisplay Geeft indicaties al dan niet weer op de monitor. p.225
Helderheid Wijzigt de helderheid van de monitor. p.226
LCD-kleur instellen Wijzigt de kleur van de monitor. p.226
Videosignaal
Stelt het uitgangssignaal in voor weergave
op een televisie.
p.233
USB-aansluiting
*1
Stelt de USB-kabelverbinding in (computer of printer). p.208
Auto Uitsch.
Stelt de tijd in waarna de camera automatisch wordt
uitgeschakeld.
p.233
Mapnaam
Stelt de methode in die wordt gebruikt voor het
toewijzen van mapnamen voor het opslaan van
opnamen.
p.230
Bestandsnaam
Stelt de bestandsnaam in voor het opslaan
van opnamen.
p.231
Batterij kiezen
Stelt de prioriteit voor een batterij in als
de batterijgreep is gemonteerd.
p.234
Pixeluitlijning
Brengt de pixels van de CMOS-sensor die defect
zijn in kaart en compenseert die.
p.235
Stofalarm Detecteert stof op de CMOS-sensor. p.252
e_kb442.book Page 216 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
217
Camera-instellingen
10
*1 Raadpleeg p.11 van de “Handleiding PENTAX PHOTO Browser 3/PENTAX PHOTO Laboratory
3” voor informatie over aansluiting van de camera op een computer.
*2 Dit wordt in de stand USER weergegeven in plaats van Reset.
Sensor stofvrij Reinigt de CMOS-sensor door die te schudden. p.252
Sensor reinigen
Zet de spiegel vast in de omhooggeklapte stand
om de CMOS-sensor te kunnen reinigen.
p.254
Reset Reset van alle instellingen. p.238
Reset USER
instelling
*2
Reset van de opgeslagen USER-instellingen. p.240
Onderdeel Functie Bladzijde
e_kb442.book Page 217 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
218
Camera-instellingen
10
SD-geheugenkaart formatteren
Gebruik deze camera om een SD-kaart die nog niet eerder is gebruikt, of die is
gebruikt in andere camera’s of digitale apparaten, te formatteren (initialiseren).
Bij formatteren worden alle gegevens van de SD-geheugenkaart verwijderd.
1
Selecteer [Formatteren] in het menu [R Set-up].
2
Druk op de vierwegbesturing (5) om het scherm
Formatteren weer te geven.
3
Selecteer [Formatteren] met
de vierwegbesturing (23).
4
Druk op de knop 4.
Het formatteren begint. Wanneer het
formatteren is voltooid, wordt de monitor
uitgeschakeld en kunt u opnamen maken
met de camera.
Open de klep voor de SD-geheugenkaart niet bij het formatteren van een SD-
geheugenkaart. De kaart kan daardoor beschadigd raken en onbruikbaar worden.
Bij formatteren worden alle gegevens verwijderd, beveiligde en onbeveiligde.
Wees dus voorzichtig.
Formatteren
Annuleren
Formatteren
Alle gegevens worden
gewist
OK
OK
MENU
Formatteren
Formatteren
Annul.
A n n u l .
Formatteren
Annul.
e_kb442.book Page 218 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
219
Camera-instellingen
10
Instellingen opgeven voor het
geluidssignaal, de datum en tijd
en de weergavetaal
U kunt het geluidssignaal van de camera in- of uitschakelen.
De standaardinstelling is O (Aan) voor alle geluidssignalen.
U kunt geluidssignalen instellen voor vijf functies: scherpgesteld,
belichtingsgeheugen, de knop |, zelfontspanner en afstandsbediening.
1
Selecteer [Signaal] in het menu
[R Set-up].
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
3
Selecteer een functie en vervolgens Aan of Uit
met de vierwegbesturing (45).
U kunt alle geluidssignalen uitschakelen door [Instell.] te selecteren
en op de vierwegbesturing (45) te drukken.
Het geluidssignaal in- en uitschakelen
MENU
USER
1/4
Set-up
Language
Nederlands
Formatteren
Wereldtijd
Datum instellen
Signaal
Einde
Signaal
Scherpgesteld
AE-L
RAW
Zelfontspanner
Afstandbediening
MENU
Instellen
e_kb442.book Page 219 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
220
Camera-instellingen
10
U kunt de datum- en tijdinstellingen wijzigen. U kunt ook de weergavestijl
instellen. Kies [dd/mm/jj], [mm/dd/yy] of [jj/dd/mm]. Selecteer [12h] (12-uurs)
of [24h] (24-uurs) voor de tijdweergave.
Instellen bij [Datum instellen] in het menu [R Set-up]. (p.216)
1Datum en tijd instellen (p.48)
Datum/tijd en weergavestijl wijzigen
24h
00 :
00
MENU
OK
OK
dd/mm/jj
2008/0101 /
Datumnotatie
Datum instellen
Datum
Tijd
Annul.
e_kb442.book Page 220 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
221
Camera-instellingen
10
De datum en tijd die u selecteert bij “Standaardinstellingen” (p.45) zijn de datum
en tijd van uw huidige locatie.
Door [Wereldtijd] in te stellen, kunt u de lokale datum en tijd weergeven
op de monitor wanneer u in het buitenland bent.
1
Selecteer [Wereldtijd] in het menu [R Set-up].
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Wereldtijd] verschijnt.
3
Selecteer X (Bestemmingstijd) of W (Thuistijd)
met de vierwegbesturing (45).
Deze instelling wijzigt datum en tijd op het aanwijzingenscherm.
4
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het selectiekader wordt verplaatst naar X (De instelling voor Bestemmingstijd).
5
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm voor het vergroten van de bestemmingsregio wordt weergegeven.
Draai aan de e-knop op de achterzijde om een andere regio te selecteren
voor uitvergroting.
6
Selecteer de bestemming
met de vierwegbesturing (45).
Het huidige tijdstip, de plaats en het
tijdsverschil van de gekozen stad verschijnt.
Wereldtijd instellen
Wereldtijd
Amsterdam
Amsterdam
MENU
00:25
Bestemmingstijd
London
Zomertijd
MENU
Annul. OK
OK
23:25
-
1:00
e_kb442.book Page 221 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
222
Camera-instellingen
10
7
Selecteer [Zomertijd] met de vierwegbesturing (3).
8
Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing (45).
Selecteer O (Aan) als de stad van bestemming de zomertijd hanteert.
9
Druk op de knop 4.
De wereldtijdinstelling wordt opgeslagen.
10
Druk twee keer op de knop 3.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Zie “Lijst met steden voor wereldtijd” (p.223) voor steden die als bestemming
kunnen worden opgegeven.
Selecteer W (Thuistijd) in stap 4 om de plaats en de zomertijdinstelling in te stellen.
X verschijnt op het aanwijzingenscherm wanneer de wereldtijd is ingesteld
op (X) (Bestemmingstijd). (p.22)
Als u de wereldtijd wijzigt, verandert de instelling voor het videosignaal (p.233)
in de standaardinstelling van die stad.
MENU
Wereldtijd
London
Amsterdam
00:25
e_kb442.book Page 222 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
223
Camera-instellingen
10
Lijst met steden voor wereldtijd
Regio Stad Regio Stad
Noord-
Amerika
Honolulu Afrika/
West-Azië
Dakkar
Anchorage Algiers
Vancouver Johannesburg
San Francisco Istanboel
Los Angeles Caïro
Calgary Jeruzalem
Denver Nairobi
Chicago Jeddah
Miami Teheran
Toronto Dubai
New York Karachi
Halifax Kaboel
Midden- en
Zuid-Amerika
Mexico-City Male
Lima New Delhi
Santiago Colombo
Caracas Kathmandu
Buenos Aires Dacca
Sao Paulo
Oost-Azië
Yangon
Rio de Janeiro Bangkok
Europa
Lissabon Kuala Lumpur
Madrid Vientiane
Londen Singapore
Parijs Phnom-Penh
Amsterdam Ho Chi Minhstad
Milaan Jakarta
Rome Hongkong
Kopenhagen Peking
Berlijn Shanghai
Praag Manilla
Stockholm Taipei
Boedapest Seoul
Warschau Tokio
Athene Guam
Helsinki
Moskou
e_kb442.book Page 223 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
224
Camera-instellingen
10
U kunt de taal wijzigen waarin de menu’s, foutberichten, e.d. worden
weergegeven.
Instellen bij [Language/ ] in het menu [R Set-up]. (p.216)
U kunt kiezen uit 18 talen: Engels, Frans, Duits, Spaans, Portugees, Italiaans,
Nederlands, Deens, Zweeds, Fins, Pools, Tsjechisch, Hongaars, Turks,
Russisch, Koreaans, Chinees [traditioneel en vereenvoudigd] en Japans.
1 De weergavetaal instellen (p.45)
Regio Stad
Oceanië
Perth
Adelaide
Sydney
Nouméa
Wellington
Auckland
Pago Pago
Weergavetaal instellen
MENU
OKAnnul.
OK
e_kb442.book Page 224 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
225
Camera-instellingen
10
Weergave van monitor en menu’s
aanpassen
U kunt instellen hoe groot de tekst moet worden weergegeven in menu’s:
[Std.] (normale weergave) of [Groot] (vergrote weergave).
Instellen bij [Tekstformaat] in het menu [R Set-up]. (p.216)
Geef de tijdsduur op dat bedieningsaanwijzingen moeten worden
weergegeven op de monitor als de camera wordt aangezet of als een andere
belichtingsfunctie wordt geselecteerd. (p.22)
Maak een keuze uit [Uit], [3 sec], [10 sec] en [30 sec]. De standaardinstelling
is [3 sec].
Instellen bij [Hulpdisplay] in het menu [R Set-up]. (p.216)
Tekstformaat instellen
De tijd voor weergave van Hulpdisplay instellen
NTSC
PC
0
Groot
MENU
Stand.
OK
OK
Hulpdisplay
Tekstformaat
Set-up
Helderheid
LCD-kleur instellen
Videosignaal
USB-aansluiting
Annul.
PC
MENU
10
sec
30
sec
3
sec
Stand.
Uit
OK
OK
Hulpdisplay
Tekstformaat
Set-up
Helderheid
LCD-kleur instellen
Videosignaal
USB-aansluiting
Annul.
e_kb442.book Page 225 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
226
Camera-instellingen
10
U kunt de helderheid van de monitor aanpassen. Wijzig de instellingen
wanneer de monitor moeilijk leesbaar is.
Instellen bij [Helderheid] in het menu [R Set-up]. (p.216)
Wijzigt de kleur van de monitor.
1
Selecteer [LCD-kleur instellen] in het menu [R Set-up].
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
3
Pas met de vierwegbesturing (23) de kleur aan in de richting
van G of M, en met de vierwegbesturing (45) in de richting
van B of A.
U kunt de instelling in beide richtingen in vijftien niveaus aanpassen.
Druk op de knop Snelinstelling voor een reset van de aangepaste waarde.
4
Druk op de knop 4.
De helderheid van de monitor aanpassen
De kleur van de monitor aanpassen
(LCD-kleuraanpassing)
MENU
OK
OK
Hulpdisplay
Tekstformaat Stand.
Set-up
3 sec
Annul.
Helderheid
0
±0±0
±0±0
G1
G1
G1
MENU
OK
O K
GG
BBA
A
A
MM
OK
OK
LCD-kleur instellen
L C D - k l e u r i n s te l l e n
Annul.
A n n u l .
LCD-kleur instellen
Annul.
e_kb442.book Page 226 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
227
Camera-instellingen
10
5
Druk op de knop 3.
De opnamestand of de weergavestand wordt weer geactiveerd.
U kunt de instellingen opgeven voor Momentcontrole en Digitaal voorbeeld.
U kunt een weergavetijd voor momentcontrole opgeven en instellen
of het histogram en de waarschuwing Licht/donker gebied moeten worden
weergegeven. De standaardinstellingen zijn [1 sec] voor de weergavetijd
en [Uit] voor het histogram en de waarschuwing Licht/donker gebied.
1
Selecteer [Momentcontrole] in het menu [Q Weergeven].
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm met instellingen voor
de momentcontrole wordt weergegeven.
3
Druk op de vierwegbesturing (5)
en maak met de vierwegbesturing
(23) een keuze uit [1 sec], [3 sec],
[5 sec] of [Uit].
Druk op de knop 4.
Aanpassing van de waarde in de richting G of M zorgt voor aanpassing van de
kleuren groen en magenta. Aanpassing van de waarde in de richting B of A zorgt
voor aanpassing van de kleuren blauw en amber.
De weergave voor Momentcontrole,
Live weergave en Digitaal voorbeeld instellen
Momentcontrole instellen
Momentcontrole
Weergavetijd
Histogram
Licht/donker geb
MENU
1
sec
Momentcontrole
Weergavetijd
Histogram
Licht/donker geb
MENU
1
sec
Uit
3
sec
5
sec
OK
OK
Annul.
e_kb442.book Page 227 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
228
Camera-instellingen
10
4
Selecteer [Histogram] met de vierwegbesturing (3).
5
Selecteer voor [Histogram] O (Aan) of P (Uit)
met de vierwegbesturing (45).
6
Selecteer [Licht/donker geb] met de vierwegbesturing (3).
7
Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing (45).
8
Druk twee keer op de knop 3.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
U kunt opgeven of het raster en het AF-kader moeten worden weergegeven
tijdens Live weergave. Standaard wordt geen van beide weergegeven.
1
Selecteer [Live weergave] in het menu [Q Weergeven].
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm met instellingen voor Live
weergave wordt weergegeven.
3
Selecteer een van beide functies met de vierwegbesturing
(23) en selecteer vervolgens O (Aan) of P (Uit) met
de vierwegbesturing (45).
4
Druk twee keer op de knop 3.
De opnamestand of de weergavestand wordt weer geactiveerd.
Live weergave instellen
Live weergave
Raster weergeven
Weergave AF-kader
MENU
e_kb442.book Page 228 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
229
Camera-instellingen
10
U kunt instellen of in het digitale voorbeeld de waarschuwing Licht/donker
gebied of een histogram wordt weergeven. De standaardinstelling is [Uit]
voor het histogram en de waarschuwing Licht/donker gebied.
1
Selecteer [Digitaal voorbeeld] in het menu [Q Weergeven].
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm voor het instellen van digitaal
voorbeeld wordt weergegeven.
Volg de procedure vanaf stap 4
van Momentcontrole.
Digitaal voorbeeld instellen
Digitaal voorbeeld
Histogram
Licht/donker geb
MENU
e_kb442.book Page 229 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
230
Camera-instellingen
10
Conventies instellen
voor bestandsnamen
U kunt zelf een methode kiezen voor het toewijzen van mapnamen
voor het opslaan van opnamen. De standaardinstelling is [Datum].
Instellen bij [Mapnaam] in het menu [R Set-up]. (p.216)
U kunt een methode opgeven voor het toewijzen van een bestandsnummer
aan een opname als die in een nieuwe map wordt opgeslagen. Selecteer
O (Aan) of P (Uit) voor [Bestandsnummer] bij [Geheugen] in het menu
[A Opname]. (p.236)
De mapnaam selecteren
Datum
De twee cijfers van de [maand] en [dag] waarop de opname is gemaakt,
worden in de mapnaam opgenomen in de notatie [xxx_MMDD]. [xxx]
is een volgnummer van 100 tot 999.
(voorbeeld) 101_0125: voor mappen met opnamen die zijn gemaakt
op 25 januari
PENTX
De mapnaam wordt toegewezen in de notatie [xxxPENTX].
(voorbeeld) 101PENTX
Instelling opgeven voor bestandsnummer
O (aan)
Het bestandnummer van de opname die als laatste is opgeslagen in
de vorige map wordt opgeslagen, en zelfs als een nieuwe map wordt
gemaakt, krijgen opnamen die daarin worden opgeslagen een op
dat nummer volgend bestandsnummer.
P (uit)
De eerste opname die in een nieuwe map wordt opgeslagen, krijgt steeds
het nummer 0001.
Als het aantal opnamen dat kan worden opgeslagen, groter is dan 500, worden
opnamen opgeslagen in mappen met steeds 500 opnamen. Als de functie Auto
Bracket echter actief is, worden de opnamen in dezelfde map opgeslagen totdat het
maken van opnamen gereed is, zelfs als daardoor meer dan 500 opnamen in één
map terechtkomen.
1
min
Datum
PENTX
MENU
OK
OK
Set-up
Mapnaam
Auto Uitsch.
Bestandsnaam
Batterij kiezen
Pixeluitlijning
Stofalarm
Annul.
e_kb442.book Page 230 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
231
Camera-instellingen
10
U kunt bestandsnamen van opnamen wijzigen.
Voor het benoemen van de instellingen voor kleurruimte (p.167) gelden
de volgende standaardconventies.
[xxxx] is het bestandsnummer. Dat is een viercijferig volgnummer. (p.230)
Bij sRGB kunt u naar wens andere tekens kiezen voor [IMGP] (4 tekens).
Bij AdobeRGB worden de eerste drie van de vier tekens die u hebt
geselecteerd, automatisch toegewezen in plaats van [IGP].
(voorbeeld) Als u voor [ABCDxxxx.JPG] hebt gekozen ´ bestanden
met AdobeRGB worden benoemd als [_ABCxxxx.JPG]
1
Selecteer [Bestandsnaam] in het menu [R Set-up].
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
3
Selecteer [Wijzig] met
de vierwegbesturing
(23) en druk op de
vierwegbesturing (5).
Het scherm voor het
bewerken van tekst
wordt weergegeven.
U kunt in het scherm voor
het bewerken van tekst de
cursor voor het wijzigen van tekst verplaatsen met de e-knop op de achterzijde,
en de cursor voor tekstselectie met de vierwegbesturing (2345). Druk op
de knop 4 om het met de cursor voor tekstselectie geselecteerde teken
in te voeren op de positie van de cursor voor het wijzigen van tekst.
Bestandsnaam instellen
sRGB IMGPxxxx.JPG
AdobeRGB _IGPxxxx.JPG
sRGB
Bestandsnaam
AdobeRGB
IMGP0123
_
Wijzig
Bestandsnaam herstellen
MENU
IGP0123
ABCDEFGH I JKLM
NOPQRS TUVWX
_
YZ
IMGP
0123456789
Bestandsnaam
MENU
Fn
OKAnnul.
Cursor voor
tekstselectie
Cursor voor
het wijzigen
van tekst
e_kb442.book Page 231 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
232
Camera-instellingen
10
4
Druk, nadat u de gewenste tekens hebt ingevoerd,
op de knop {.
De tekst wordt gewijzigd.
5
Druk twee keer op de knop 3.
De opnamestand of de weergavestand wordt weer geactiveerd.
U kunt de bestandsnaam resetten door [Bestandsnaam herstellen] te selecteren.
(p.241)
e_kb442.book Page 232 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
233
Camera-instellingen
10
Het video-uitgangssignaal
en voedingsinstellingen selecteren
Wanneer u de camera aansluit op audiovisuele apparatuur zoals een televisie,
kies dan het juiste video-uitgangssignaal (NTSC of PAL) voor het weergeven
van opnamen.
Instellen bij [Videosignaal] in het menu [R Set-up]. (p.216)
1 De camera aansluiten op audiovisuele apparatuur (p.191)
U kunt de camera zo instellen dat deze automatisch uitschakelt wanneer hij
gedurende bepaalde tijd niet is gebruikt. Selecteer [1 min], [3 min], [5 min],
[10 min], [30 min] of [Uit]. De standaardinstelling is [1 min].
Instellen bij [Auto Uitsch.] in het menu [R Set-up]. (p.216)
Het video-uitgangssignaal selecteren
Het standaard video-uitgangssignaal verschilt per regio. Als u een andere regio
instelt bij wereldtijd, wordt het video-uitgangssignaal aangepast aan de
standaardinstelling van die locatie.
Automatisch uitschakelen instellen
Automatisch uitschakelen werkt niet tijdens de weergave van diavoorstellingen,
wanneer er een USB-verbinding bestaat, of wanneer u gebruik maakt van
de netvoedingsadapter.
PAL
NTSC
0
MENU
3 sec
OK
OK
Hulpdisplay
Tekstformaat Stand.
Set-up
Helderheid
LCD-kleur instellen
Videosignaal
USB-aansluiting
Annul.
1
min
3
min
5
min
10
min
30
min
Uit
Set-up
Mapnaam
Auto Uitsch.
Bestandsnaam
Batterij kiezen
Pixeluitlijning
Stofalarm
MENU
OK
OK
Annul.
e_kb442.book Page 233 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
234
Camera-instellingen
10
Als een batterijgreep (p.256) is gemonteerd, kunt u instellen of de batterij
van de camera of die van de greep prioriteit krijgt. De standaardinstelling is
[Autoselect].
1
Selecteer [Batterij kiezen] in het menu [R Set-up].
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm voor het selecteren van
de batterij wordt geopend.
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Selecteer [Autoselect], [Body eerst]
of [Grip eerst] met de vierwegbesturing (23).
4
Druk op de knop 4.
5
Druk twee keer op de knop 3.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Een batterij selecteren
Autoselect
De batterij met het meeste resterende vermogen krijgt
prioriteit.
Body eerst/Grip eerst De geselecteerde batterij krijgt prioriteit.
Als zowel in de body als in de greep een batterij is geplaatst, wordt het vermogen
van beide batterijen gemeten. Ongeacht de instelling voor [Batterij kiezen], worden
beide batterijen in geringe mate gebruikt.
Als de huidige geselecteerde batterij als gevolg van die controle leeg raakt,
wordt op de monitor [Batterij leeg] weergegeven. Zet de camera uit en weer aan,
zodat kan worden overgeschakeld op de andere batterij.
U kunt in de opnamestand bij de weergave van detail-informatie de gebruiksstatus
van de batterij controleren. (p.24)
Batterij kiezen
Autoselect
MENU
Body eerst
Grip eerst
MENU
Batterij kiezen
Autoselect
OK
OK
Annul.
e_kb442.book Page 234 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
235
Camera-instellingen
10
Pixelregistratie
Pixelregistratie is een functie voor het in kaart brengen en compenseren
van CMOS-sensorpixels die defect zijn.
1
Selecteer [Pixeluitlijning] in het menu [R Set-up].
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
3
Selecteer [Pixeluitlijning] met de vierwegbesturing (23)
en druk op de knop 4.
Pixels die defect zijn, worden geregistreerd en gecompenseerd.
Als de batterij bijna leeg is, wordt het bericht [Onvoldoende batterij vermogen voor
het activeren van pixeluitlijning] weergegeven op de monitor. Gebruik in dat geval
de optionele netvoedingsadapter D-AC50 of een batterij met voldoende resterend
vermogen.
Pixeluitlijning
Annuleren
Pixeluitlijning
Voor controle van de
beeldsensoreenheid voor
aanpassingen
OK
O K
OK
OK
e_kb442.book Page 235 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
236
Camera-instellingen
10
Instellingen voor de opnamestand
selecteren om op te slaan in de camera
U kunt opgeven welke instellingen moeten worden opgeslagen als de camera
wordt uitgezet.
U kunt de volgende instellingen opslaan: flitsfunctie, transportfunctie, witbalans,
gevoeligheid, belichtingscorrectie, Belichtingscomp., Auto Bracket, weergavestijl
en bestandsnr. De standaardinstelling is [Aan] voor alle functies.
1
Selecteer [Geheugen] in het menu [A Opname].
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm geheugen verschijnt.
3
Kies een onderdeel met de vierwegbesturing (23).
4
Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing (45).
5
Druk twee keer op de knop 3.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Bij [Bestandsnummer] stelt u in of voor de bestandsnaam een volgnummer
wordt opgeslagen. Zie “Instelling opgeven voor bestandsnummer” (p.230).
Geheugen
Flitsinstelling
Transportfunctie
Witbalans
Belichtingscomp.
Gevoeligheid
Belichtingscorrectie
MENU
1/2
e_kb442.book Page 236 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
11Standaardinstellingen
herstellen (Reset)
De basisinstellingen van de camera herstellen.
De menu’s Opname/Weergeven/Set-up resetten.. 238
Menu Pers. inst. herstellen .................................. 239
Andere instellingen resetten ............................... 240
e_kb442.book Page 237 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
238
Standaardinstellingen
herstellen (Reset)
11
De menu’s Opname/Weergeven/Set-up
resetten
De instellingen in de menu’s [A Opname], [Q Weergeven] en [R Set-up]
kunnen worden gereset zodat de standaardinstellingen weer actief worden.
De instellingen voor datum, taal/ , Videosignaal, tekstformaat en wereldtijd
worden niet gereset.
Als de belichtingsfunctie is ingesteld op USER, wordt [Reset USER instelling]
(p.240) weergegeven. Zet de functiekiezer dan in een andere stand dan A.
1
Selecteer [Reset] in het menu [R Set-up].
2
Geef met de vierwegbesturing (5) het scherm Reset weer.
3
Selecteer [Reset] met de
vierwegbesturing (23).
4
Druk op de knop 4.
De standaardinstellingen worden hersteld en u kunt opnamen maken
of weergeven met de camera.
Terug naar fabrieks
instellingen
Reset
Annuleren
Reset
OK
OK
e_kb442.book Page 238 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
239
Standaardinstellingen
herstellen (Reset)
11
Menu Pers. inst. herstellen
Alle instellingen in het menu [A Pers.instelling] terugzetten op hun
standaardwaarde.
De instellingen in de menu’s [A Opname], [Q Weergeven] en [R Set-up]
worden niet gereset.
1
Selecteer [Reset pers.instellingen] in het menu
[A Pers.instelling].
2
Druk op de vierwegbesturing (5) om het scherm Reset Pers.
instellingen weer te geven.
3
Selecteer [Reset] met de
vierwegbesturing (23).
4
Druk op de knop 4.
De standaardinstellingen worden hersteld en u kunt opnamen maken
of weergeven met de camera.
C
Reset pers.instellingen
Van persoonlijke
instellingen terug naar
fabrieksinstellingen
Annuleren
Reset
OK
OK
e_kb442.book Page 239 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
240
Standaardinstellingen
herstellen (Reset)
11
Andere instellingen resetten
U kunt opgeslagen USER instellingen resetten naar de standaardinstellingen.
1
Zet de functiekiezer op A.
2
Selecteer [Reset USER instelling] in het menu [R Set-up].
3
Druk op de vierwegbesturing (5)
om het scherm Reset USER
instelling weer te geven.
4
Selecteer [Reset] met de vierwegbesturing (23).
5
Druk op de knop 4.
De opgeslagen instellingen worden gereset en u kunt opnamen maken
of weergeven met de camera.
Opgeslagen USER instellingen resetten
Reset USER instelling
Annuleren
Reset
Herstelt oorspronkelijke
USER instellingen
OK
O K
OK
OK
e_kb442.book Page 240 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
241
Standaardinstellingen
herstellen (Reset)
11
Als u de instelling voor bestandsnaam hebt gewijzigd (p.231),
kunt u die instelling resetten.
1
Selecteer [Bestandsnaam] in het menu [R Set-up] en druk
op de vierwegbesturing (5).
2
Selecteer [Bestandsnaam herstellen] met de
vierwegbesturing (23) en druk op de vierwegbesturing (5).
3
Selecteer [Reset] met de vierwegbesturing (23) en druk
op de knop 4.
De bestandsnaam wordt gereset.
4
Druk twee keer op de knop 3.
U kunt nu opnamen maken of weergeven met de camera.
U kunt de waarde die u hebt opgeslagen met AF-aanpassing weer wissen
(p.106).
1
Kies [35. AF-aanpassing] in het menu [A Pers.instelling]
en druk op de vierwegbesturing (5).
2
Selecteer [Aan] met de vierwegbesturing (23) en druk
op de vierwegbesturing (5).
Het scherm voor AF-aanpassing verschijnt.
3
Selecteer [Reset] met de vierwegbesturing (23) en druk
op de vierwegbesturing (5).
4
Selecteer [Reset] met de vierwegbesturing (23) en druk
op de knop 4.
De opgeslagen waarde voor AF-aanpassing wordt gewist en de camera
is gereed voor het maken of weergeven van opnamen.
De bestandsnaam resetten
De opgeslagen waarde voor AF-aanpassing
resetten
e_kb442.book Page 241 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Memo
242
e_kb442.book Page 242 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
12Bijlage
Standaardinstellingen ......................................... 244
Beschikbare functies bij verschillende
objectiefcombinaties ........................................... 249
Opmerkingen over [36. Gebruik diafr. ring] ...... 251
CMOS-sensor reinigen ........................................ 252
Optionele accessoires ........................................ 256
Foutberichten ....................................................... 261
Problemen oplossen ........................................... 264
Belangrijkste technische gegevens ................... 266
Verklarende woordenlijst .................................... 270
Index ..................................................................... 275
GARANTIEBEPALINGEN .................................... 280
e_kb442.book Page 243 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
244
Bijlage
12
Standaardinstellingen
In onderstaande tabel staan de fabrieksinstellingen.
Gegevens in de tabel.
De actieve instelling (laatste geheugen) wordt bewaard wanneer de camera
wordt uitgezet.
Reset instelling
Ja : De instelling gaat terug naar de standaard instelling met de reset-functie
(p.237).
Nee : De instelling wordt bewaard, zelfs als de camera wordt gereset.
Menu [A Opname]
* Verschijnt alleen als de functiekiezer is ingesteld op A (USER).
Onderdeel Standaardinstelling
Reset
instelling
Blad-
zijde
Belichtingsfunctie
*
e (Hyper Program) Ja p.133
JPEG opnamepixels X (4672×3104) Ja p.156
JPEG kwal niveau C (best) Ja p.157
Bestandsindeling JPEG Ja p.158
RAW-formaat PEF Ja p.158
Uitgebreide
Bracket
Type Uit Ja
p.131
Witbalans BA ±1 Ja
Kleurverzadiging/
Tint/Contrast/
Scherpte
±1 Ja
Dubbelopnamen
Aantal opnamen Uit Ja
p.103
Auto LW instel
P (Uit) Ja
Intervalopname
Interval
1 sec
Ja
p.120
Aantal opnamen
1
Ja
Starten
Nu
Ja
Begintijd
0:00
Ja
Kleurruimte
sRGB
Ja p.167
RAW knop
Elke keer stoppen
O (Aan)
Ja
p.159
JPEG/RAW/
RAW+-formaat
RAW+ voor alle
Ja
Geheugen
O (Aan) voor alle
Ja p.236
Inv brandp afstand
35 (Brandpuntafstand)
Ja p.67
e_kb442.book Page 244 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
245
Bijlage
12
Menu [Q Weergeven]
Menu [R Set-up]
Onderdeel Standaardinstelling
Reset
instelling
Bladzijde
Weergave
functie
Licht/donker geb
P (Uit) Ja
p.184
Snel zoomen
P (Uit) Ja
Momentcontrole
Weergavetijd 1 sec Ja
p.227Histogram
P (Uit) Ja
Licht/donker geb
P (Uit) Ja
Live weergave
Raster weergeven
P (Uit) Ja
p.228
Weergave AF-kader
P (Uit) Ja
Digitaal
voorbeeld
Histogram
P (Uit) Ja
p.229
Licht/donker geb
P (Uit) Ja
Diavoorstelling
Interval 3 sec Ja
p.181
Weergeven herhalen
P (Uit) Ja
Onderdeel Standaardinstelling
Reset
instelling
Bladzijde
USER Ja
*1
p.133
Formatteren p.218
Signaal
O (Aan) voor alle Ja p.219
Datum instellen Gelijk aan standaardinstelling Nee p.220
Wereldtijd
Wereldtijdinstelling W (Thuistijd) Ja
p.221
Thuistijd (Stad) Gelijk aan standaardinstelling Nee
Thuistijd
(Zomertijd)
Gelijk aan standaardinstelling Nee
Bestemmingstijd
(Stad)
Gelijk aan Thuistijd Nee
Bestemmingstijd
(Zomertijd)
Gelijk aan Thuistijd Nee
Language/
Gelijk aan standaardinstelling Nee p.224
Tekstformaat
Gelijk aan standaardinstelling Nee p.225
Hulpdisplay 3 sec Ja p.225
Helderheid
±0
Ja p.226
LCD-kleur instellen
±0 Ja p.226
Videosignaal Gelijk aan standaardinstelling Nee p.233
USB-aansluiting
PC
Ja p.208
e_kb442.book Page 245 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
246
Bijlage
12
*1 Alleen reset voor [Reset USER instelling] weergegeven bij functiekiezer in de stand A (USER).
*2 Alleen reset voor [Bestandsnaam herstellen] in het menu [Bestandsnaam].
Menu [A Pers.instelling]
Auto Uitsch. 1 min Ja p.233
Mapnaam Datum Ja p.230
Bestandsnaam
IMGP Ja
*2
p.231
Batterij kiezen
Autoselect
Ja p.234
Pixeluitlijning
p.235
Stofalarm
p.252
Sensor
stofvrij
Sensor stofvrij
——
p.252
Bij inschakelen
P (Uit)
Ja
Sensor reinigen p.254
Reset p.238
Reset USER instelling p.240
Onderdeel Standaardinstelling
Reset
instelling
Bladzijde
Instellingen
P (Uit) Ja p.73
1. Programma lijn Normaal Ja p.82
2. LW-stappen 1/2 LW Stap Ja p.101
3. Gevoeligheidsstappen Stappen van 1 LW Ja p.78
4. Gevoeligheid uitbreiden Uit Ja p.78
5. Bedrijftijd lichtmtr 10 sec Ja p.99
6. AE-L met AF lock Uit Ja p.110
7. Koppelt belicht.+ AF Uit Ja p.99
8. Bracketing-in-één Uit Ja p.130
9. Volgorde A Bracketng 0 - + Ja p.129
10. Auto LW-correctie Uit Ja
11. Wtbalans ongewijzigd bij gebruik flitser Ja p.161
12. Instellingsbereik witbalans Automatisch aanpassen Ja p.161
13. Functie AF-knop AF activeren Ja p.112
14. AF bij half indrukken Aan Ja
15. AF-punt weergeven Aan Ja p.107
16. AF met afstandbed. Uit Ja p.74
17. Ruisonderdr lange sltrtijd Auto Ja p.80
Onderdeel Standaardinstelling
Reset
instelling
Bladzijde
e_kb442.book Page 246 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
247
Bijlage
12
*1 De opgeslagen aanpassingswaarde wordt alleen gereset voor [Reset] in het menu
[35. AF-aanpassing].
*2 De instellingen in het menu [A Pers.instelling] worden gereset.
18. Ruisonderdr hoge ISO-wrd
Uit
Ja p.80
19. Instellen kleurtemp. stappen Kelvin Ja p.166
20. e-knop in Programma
Voorzijde: b
Achterzijde: c
Ja
21. e-knop in K-functie
Voorzijde: -
Achterzijde: o
Ja
22. e-knop in b-functie
Voorzijde: b
Achterzijde: -
Ja
23. e-knop in c-functie
Voorzijde: -
Achterzijde: c
Ja
24. e-knop in L & a
Voorzijde: b
Achterzijde: c
Ja
25. e-knop in p & M
Voorzijde: -
Achterzijde: c
Ja
26. Knop Snelinst. in L & a Programma lijn Ja
p.92,
p.95
27. LCD-displayverlichting Aan Ja p.29
28. Ontspant bij opladen Uit Ja p.137
29. Draadloos flitsen Aan Ja p.146
30. Voorbeeldmethode Live weergave Ja p.113
31. Gevoeligheid weergeven Uit Ja
32. Rotatie-info opslaan Aan Ja
33. Auto opnamerotatie Aan Ja
34. Catch-in focus Uit Ja p.112
35. AF-aanpassing Uit Ja
*1
p.106
36. Diafragmaring gebruiken Niet toegestaan Ja p.251
Reset pers.instellingen
*2
——p.239
Onderdeel Standaardinstelling
Reset
instelling
Bladzijde
e_kb442.book Page 247 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
248
Bijlage
12
Fn-menu
*1 Automatische flits bij Snelinstelling.
*2 [Helder] als [Language/ ] is ingesteld op een andere taal dan Japans.
*3 De instellingen voor filterkleur en frequentie kunnen worden opgeslagen.
Onderdeel Standaardinstelling
Reset
instelling
Bladzijde
Transportfunctie 9 (Enkelbeeld opname) Ja
p.117,
p.122,
p.125
Flitsinstelling E (Flits aan)
*1
Ja p.60
Witbalans F (Auto) Ja p.160
ISO-gevoeligheid
Automatisch
(ISO 100-400)
Ja p.78
Aangepaste opname Natuurlijk
*2
Ja p.154
DPOF-instellingen Nee p.204
Digitaal filter
*3
Zwart-wit Ja p.194
Diavoorstelling 3 sec Ja p.179
RAW-weergave
Opnamepixels: 14.6 M
Kwaliteitsniveau: C
Gevoeligheid: ±0
Ja p.197
Beeldvergelijking p.178
e_kb442.book Page 248 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
249
Bijlage
12
Beschikbare functies bij verschillende
objectiefcombinaties
Compatibele objectieven
Bij deze camera kunnen alleen DA en FA J objectieven en D FA/FA/F/A
objectieven met een positie s op de diafragmaring worden gebruikt.
Zie Opmerkingen over [36. Gebruik diafr. ring] (p.251) voor andere objectieven
en D FA/FA/F/A objectieven met de diafragmaring ingesteld op een andere
positie dan s.
Ja : Functies zijn beschikbaar wanneer de diafragmaring is ingesteld
op positie s.
Nee : Functies zijn niet beschikbaar.
*1 Objectieven met een maximaal diafragma van f/2.8 of groter. Alleen beschikbaar bij positie s.
*2 Objectieven met een maximaal diafragma van f/5.6 of groter.
*3 Als u een F/FA soft 85 mm f/2.8 objectief of een FA soft 28 mm f/2.8 objectief wilt gebruiken,
stelt u [36. Gebruik diafr. ring] (p.75) in op [Toegestaan] in het menu [A Pers.instelling]. Er kunnen
opnamen worden gemaakt met de ingestelde diafragmawaarde, maar alleen binnen het bereik
voor handmatige instelling van het diafragma.
*4 Bij gebruik van de ingebouwde flitser en een AF540FGZ, AF360FGZ of AF200FG.
*5 Het AF-punt wordt O (Midden).
*6 Alleen beschikbaar bij FA-objectieven met KAF2-vatting.
Objectief [type vatting]
Functie
DA/D FA/FA J/FA-
objectief [K
AF, KAF2]
*3
F-objectief
[K
AF]
*3
A-objectief
[K
A]
Autofocus (alleen objectief) Ja Ja
(met AF-adapter 1,7×)
*1
——Ja
*5
Handmatig scherpstellen
(met de scherpstelindicatie)
*2
Ja Ja Ja
(met het matglas) Ja Ja Ja
Elf AF-punten Ja Ja Nee
*5
Power zoom Ja
*6
——
Automatische belichting
met diafragmavoorkeuze
Ja Ja Ja
Automatische belichting
met sluitertijdvoorkeuze
Ja Ja Ja
Handm. belichting Ja Ja Ja
Automatisch P-DDL-flitsen
*4
Ja Ja Ja
Meervlaks lichtmeting
(16 segmenten)
Ja Ja Ja
Automatisch doorgeven van de
brandpuntsafstand van het objectief
bij activering van de functie
Bewegingsreductie
Ja Ja Nee
e_kb442.book Page 249 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
250
Bijlage
12
Objectieven en vattingen
DA objectieven met een ultrasone motor en FA zoomobjectieven
met powerzoom hebben de K
AF2-vatting.
FA-objectieven met een vaste brandpuntsafstand (objectieven zonder zoom),
DA objectieven zonder ultrasone motor en D FA, FA J en F objectieven
hebben de K
AF-vatting.
Raadpleeg de handleiding bij het objectief voor verdere gegevens.
Objectieven en toebehoren die niet geschikt zijn voor deze camera
Wanneer de diafragmaring is ingesteld op een andere positie dan s (Auto)
of wanneer er een objectief zonder positie s, of accessoires zoals een auto-
tussenringenset of autobalg worden gebruikt, werkt de camera niet, behalve
wanneer [36. Gebruik diafr. ring] (p.75) is ingesteld op [Toegestaan] in het
menu [A Pers.instelling]. Zie Opmerkingen over [36. Gebruik diafr. ring]
(p.251) voor beperkingen die gelden wanneer [36. Gebruik diafr. ring] is
ingesteld op [Toegestaan] in het menu [A Pers.instelling].
Alle belichtingsfuncties van de camera zijn beschikbaar bij het gebruik van DA/
FA J objectieven of objectieven met een diafragmastand s die op de positie
s zijn ingesteld.
Objectief en ingebouwde flitser
De ingebouwde flitser kan niet worden geregeld en ontlaadt zich volledig
wanneer pre A-objectieven of soft-focusobjectieven worden gebruikt.
Let op: de ingebouwde flitser kan niet als automatische flitser worden gebruikt.
e_kb442.book Page 250 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
251
Bijlage
12
Opmerkingen over
[36. Gebruik diafr. ring]
Diafragmaring gebruiken
Wanneer [36. Gebruik diafr. ring] is ingesteld op [Toegestaan] in het menu
[A Pers.instelling] (p.75), kan de sluiter ontspannen worden, zelfs wanneer de
diafragmaring van het D FA, FA, F of A objectief niet op de positie s staat of
wanneer er een objectief zonder positie s wordt bevestigd. De functies zijn
dan echter beperkt, zoals in onderstaande tabel weergegeven.
De camera werkt in de functie c (Diafragmavoorkeuze), zelfs wanneer de
functiekiezer op B, e, K, b of L staat bij een andere diafragmawaarde dan s.
Gebruikt objectief Belichtingsfunctie Beperking
D FA, FA, F, A, M
(alleen objectieven
of accessoires met
automatisch diafragma
zoals auto-
tussenringenset K)
c (Diafragma-
voorkeuze)
Het diafragma blijft open, onafhankelijk
van de positie van de diafragmaring.
De sluitertijd wordt gewijzigd op basis
van de diafragma-opening, maar
er kan een belichtingsfout optreden.
Bij de diafragma-indicatie in de zoeker
verschijnt [F--].
D FA, FA, F, A, M, S
(met accessoires met
automatisch diafragma
zoals tussenringenset K)
c (Diafragma-
voorkeuze)
Er kunnen opnamen worden gemaakt
met de opgegeven diafragmawaarde,
maar er kan een belichtingsfout
optreden. Bij de diafragma-indicatie
in de zoeker verschijnt [F--].
Handmatig diafragma-
objectief zoals een
reflexobjectief
(alleen objectieven)
c (Diafragma-
voorkeuze)
FA, F soft 85 mm FA
soft 28 mm
(alleen objectieven)
c (Diafragma-
voorkeuze)
In het handmatige diafragmabereik
kunnen opnamen worden gemaakt
met de opgegeven diafragmawaarde.
Bij de diafragma-indicatie in de zoeker
verschijnt [F--]. Wanneer de
scherptediepte wordt gecontroleerd
(Optisch voorbeeld), wordt de
lichtmeting ingeschakeld. De belichting
kan worden gecontroleerd.
Alle objectieven
a (Hyper-
manual)
Er kunnen opnamen worden gemaakt
met de ingestelde diafragmawaarde
en sluitertijd. Bij de diafragma-indicatie
in de zoeker verschijnt [F--]. Wanneer
de scherptediepte wordt gecontroleerd
(Optisch voorbeeld), wordt de
lichtmeting ingeschakeld. De belichting
kan worden gecontroleerd.
e_kb442.book Page 251 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
252
Bijlage
12
CMOS-sensor reinigen
Wanneer de CMOS-sensor vuil of stoffig wordt, kunnen er schaduwen ontstaan
op de opname bij witte achtergronden of andere opnameomstandigheden.
Dit wijst erop dat de CMOS-sensor moet worden schoongemaakt.
Bij toepassing van de functie Sensor stofvrij wordt de CMOS-sensor geschud
om stof te verwijderen.
1
Selecteer [Sensor stofvrij] in
het menu [R Set-up] en druk
op de vierwegbesturing (5).
2
Druk op de knop 4.
De functie Sensor stofvrij wordt geactiveerd voor het schudden
van de CMOS-sensor.
Selecteer [Bij inschakelen] en druk op de vierwegbesturing (45)
om O (Aan) te selecteren, zodat de functie Sensor stofvrij steeds
bij het inschakelen van de camera wordt geactiveerd.
Stofalarm is een functie voor het detecteren van stof dat zich heeft verzameld
op de CMOS-sensor en het weergeven van de locatie waar het stof zich heeft
vastgezet.
U kunt de detectie-opname opslaan en weergeven op het moment
dat u de sensor schoonmaakt (p.254).
Zorg ervoor dat u een objectief hebt gemonteerd als u de functie Stofalarm
uitvoert.
Stof verwijderen door de CMOS-sensor te schudden
Stof detecteren op de CMOS-sensor (Stofalarm)
Sensor stofvrij
Sensor stofvrij
Bij inschakelen
MENU
Starten
OK
e_kb442.book Page 252 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
253
Bijlage
12
1
Selecteer [Stofalarm] in het menu
[R Set-up].
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
3
Richt het objectief op een witte
muur of een andere effen oppervlak
en druk de ontspanknop volledig in.
Nadat het verwerken van de opname
is voltooid, wordt het scherm Stofalarm
weergegeven.
4
Druk op de knop 4.
De opname wordt opgeslagen en Stofalarm wordt geactiveerd.
De belichtingstijd kan bij gebruik van de functie Stofalarm extreem lang zijn.
Als gedurende die tijd het objectief op iets anders wordt gericht, kan stof niet goed
worden gedetecteerd.
De opname die met Stofalarm wordt gemaakt, kan slechts gedurende 30 minuten
na het opslaan van de opname tijdens het schoonmaken van de sensor worden
weergegeven. Als er 30 minuten verstreken zijn, maakt u een nieuwe opname
en voert u het schoonmaken van de sensor opnieuw uit.
De opname die met Stofalarm wordt gemaakt, kan niet in de weergavestand
worden weergegeven.
De opname die met Stofalarm wordt gemaakt, kan niet worden opgeslagen
als er geen SD-geheugenkaart is geplaatst.
Als [NG] wordt weergegeven in stap 3 en de camera geen stof kan ontdekken,
drukt u op de knop 4 en maakt u een nieuwe opname.
Ongeacht de camera-instellingen wordt de opname gemaakt met de speciale
opname-omstandigheden in stap 3.
Zet het diafragma op de stand s bij gebruik van een objectief met een diafragmaring.
Druk op de knop M of draai aan de e-knop op de achterzijde bij weergave van
de opname die met Stofalarm wordt gemaakt, om de opname schermvullend weer
te geven.
1
min
IMGP
Datum
MENU
3/4
Set-up
Mapnaam
Auto Uitsch.
Bestandsnaam
Batterij kiezen
Pixeluitlijning
Stofalarm
Annul.
x1
x 1
x1
Einde
E i n d e
Einde
OK
e_kb442.book Page 253 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
254
Bijlage
12
Klap de spiegel omhoog en open de sluiter om schoon te maken met een
blaaskwastje. Neem contact op met een servicecentrum van PENTAX voor
professionele reiniging, aangezien de CMOS-sensor een precisie-onderdeel
is. Aan het schoonmaken zijn kosten verbonden.
Voor het schoonmaken van de CMOS-sensor kunt u de optionele
sensorschoonmaakset O-ICK1 gebruiken.
1
Zet de camera uit en verwijder het objectief.
2
Zet de camera aan.
3
Selecteer [Sensor reinigen] in het menu [R Set-up].
Stof verwijderen met een blaaskwastje
Gebruik nooit een spuitbus.
Maak de sensor niet schoon wanneer de belichtingsfunctie is ingesteld op
p (tijdopname).
Bevestig altijd een bodydop op de camera wanneer er geen objectief op zit
om te voorkomen dat zich vuil en stof verzamelt op de CMOS-sensor.
Wanneer de batterijen weinig stroom bevatten, verschijnt het bericht
[Onvoldoende batterij vermogen om Sensor te reinigen] op de monitor.
Als u de netvoedingsadapter D-AC50 niet gebruikt, zorg dan voor een batterij met
voldoende capaciteit. Als de batterijcapaciteit te laag wordt tijdens het reinigen,
wordt er een bericht op de monitor geplaatst en klinkt er een waarschuwingssignaal.
Onderbreek in dat geval het schoonmaken onmiddellijk.
Kom niet met de punt van het blaasbalgje binnen het gebied van de objectiefvatting.
Als de camera wordt uitgeschakeld, kan hierdoor de sluiter, de CMOS-sensor
of de spiegel beschadigd raken.
Het verdient aanbeveling de optionele netvoedingsadapter D-AC50 te gebruiken
bij het schoonmaken van de sensor.
Het lampje van de zelfontspanner knippert en er verschijnt [Cln] op het LCD tijdens
het schoonmaken van de sensor.
Deze camera is uitgerust met een systeem voor shake reduction van de CMOS-
sensor, dat enig vibratiegeluid kan veroorzaken bij het schoonmaken
van de CMOS-sensor. Dat is geen defect.
e_kb442.book Page 254 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
255
Bijlage
12
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm voor het reinigen van de sensor wordt weergegeven.
5
Selecteer [Spiegel omhoog]
met de vierwegbesturing (23).
6
Druk op de knop 4.
De spiegel wordt vastgezet in de opgeklapte stand.
Als u in de afgelopen 30 minuten de functie Stofalarm hebt gebruikt om
stof te detecteren, wordt de opname die daarbij is gemaakt op de monitor
weergegeven. Reinig de sensor terwijl u de plaats waar het stof zich heeft
vastgezet in het oog houdt.
7
Reinig de CMOS-sensor.
Gebruik een blaasbalgje zonder kwastje
om vuil en stof van de CMOS-sensor
te verwijderen. Bij gebruik van een
blaaskwastje kan het kwastje krassen
veroorzaken op de CMOS-sensor. Veeg
de CMOS-sensor nooit af met een doek.
8
Zet de camera uit.
9
Bevestig het objectief nadat de spiegel weer op zijn
uitgangspositie is gezet.
Sensor reinigen
Annuleren
Spiegel omhoog
OK
OK
Vergrendelt omhooggeklapte
spiegel voor sensorreiniging.
Schakel camera uit en ga door.
e_kb442.book Page 255 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
256
Bijlage
12
Optionele accessoires
Voor deze camera zijn verschillende speciale accessoires verkrijgbaar.
Neem contact op met een servicecentrum van PENTAX voor nadere informatie
over accessoires.
Producten met een sterretje (*) zijn producten die ook bij de camera worden
geleverd.
De batterijgreep is uitgerust met bijvoorbeeld een ontspanknop, e-knoppen op
de voorzijde en achterzijde en een L knop voor het maken van verticale
opnamen.
Netvoedingsadapter D-AC50
Voor het aansluiten van de camera op
netspanning met behulp van het netsnoer.
Batterijlader D-BC50 (*)
Oplaadbare lithium-ionbatterij D-LI50 (*)
Netsnoer (*)
Batterijgreep D-BG2
Accessoires voor netvoeding
e_kb442.book Page 256 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
257
Bijlage
12
Automatische flitser AF540FGZ
Automatische flitser AF360FGZ
De AF540FGZ en de AF360FGZ zijn flitsers met functionaliteit voor
Automatisch P-DDL-flitsen met een maximaal richtgetal van ca. 54 en 36
(ISO 100/m). Bovendien hebben ze functionaliteit voor slave-flitsen, flitsen
met contrastregelingssynchronisatie, automatisch flitsen, flitsen met korte-
sluitertijdsynchronisatie, draadloos flitsen, en flitsen met lange-
sluitertijdsynchronisatie en 2e sluitergordijn-synchronisatie.
Automatische flitser AF200FG
De AF200FG is een automatische flitser voor P-DDL-flitsen met een maximaal
richtgetal van ca. 20 (ISO 100/m). Hij kan flitsen met contrastregelings-
synchronisatie en flitsen met lange-sluitertijdsynchronisatie als hij wordt
gecombineerd met een AF540FGZ of een AF360FGZ.
Flitsschoenadapter F
G
Verlengsnoer F5P
Flitsschoenadapter F
Gebruik de adapters en snoeren om de externe flitser op afstand
van de camera te gebruiken.
Flitsertoebehoren
AF540FGZ AF360FGZ AF200FG
Flitsschoenadapter FG Flitsschoenadapter F
e_kb442.book Page 257 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
258
Bijlage
12
Flitsschoenklem CL-10
Als u de AF540FGZ of de AF360FGZ
gebruikt als draadloze flitser, wordt deze
grote klem gebruikt om de flitser op een
tafel of een bureau te bevestigen.
Oogschelploep O-ME53
Zoekeraccessoire waarmee tot 1,18 keer
wordt vergroot.
Als de oogschelp wordt gemonteerd op
de u met een zoekervergroting van
0,95 keer, levert dat een gecombineerde
vergroting op van 1,12 keer, wat handmatig
scherpstellen gemakkelijker maakt.
Zoekerloep F
B
Zoekeraccessoire waarmee het centrale
gebied van de zoeker 2× wordt vergroot.
De zoekerloep scharniert, zodat u het
gehele beeld gemakkelijk kunt weergeven
in de zoeker door de zoekerloep omhoog
te klappen.
Hoekzoeker A
Accessoire waarmee het zoekerbeeld
onder een hoek kan worden bekeken.
Klikt in met stappen van 90°.
De zoekervergroting kan worden
ingesteld op 1× of 2×.
Dioptriecorrectielens M
Dit accessoire past de dioptrie aan
en wordt op de zoeker bevestigd.
Als u moeite hebt om het beeld in de zoeker
duidelijk te zien, hebt u de keus uit acht
correctielensadapters M van ca. –5
tot +3 m
-1
(per meter).
Voor de zoeker
e_kb442.book Page 258 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
259
Bijlage
12
ME-zoekerkapje (*)
Oogschelp F
P (*)
LF-80: AF Frame Matte (standaard)
LL-80: AF Divided Matte
LI-80: AF Scale Matte
Sluit de draadontspanner aan op de
aansluiting voor de draadontspanner en
bedien dan de ontspanknop. De lengte
van het snoer is 0,5 m.
Voor het maken van opnamen tot op 5 m
afstand voor of achter de camera.
Verwisselbaar scherpstelscherm
Draadontspanner CS-205
Afstandsbediening F
e_kb442.book Page 259 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
260
Bijlage
12
Cameratas O-CC55
Camerariem O-ST53 (*)
Voor het schoonmaken van de optische
onderdelen van de camera, bijvoorbeeld
de CMOS-sensor en het objectief.
Bodydop K
Flitsschoenbeschermer F
K (*)
USB-kabel I-USB17 (*)
Videokabel I-VC28 (*)
Sync-aansluiting 2P-kapje (*)
Cameratas/-riem
Sensorschoonmaakset Kit O-ICK1
Overige
e_kb442.book Page 260 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
261
Bijlage
12
Foutberichten
Foutbericht Beschrijving
Geheugenkaart vol
De SD-geheugenkaart is vol en er kunnen geen opnamen
meer worden opgeslagen. Plaats een nieuwe SD-
geheugenkaart of verwijder niet-benodigde opnamen.
(p.40, p.70)
Wellicht kunt u nog nieuwe opnamen opslaan als u bestanden
omzet in JPEG-bestanden, als u de instelling voor JPEG-
opnamepixels of JPEG-kwaliteit aanpast. (p.156, p.157)
Geen beeld Er zijn geen opnamen opgeslagen op de SD-geheugenkaart.
Camera kan opname
niet weergeven
U probeert een opname weer te geven met een indeling
die niet wordt ondersteund door deze camera. Mogelijk
kunt u de opname wel weergeven op een camera van
een ander merk of op uw computer.
Geen geheugenkaart in
camera
Er is geen SD-geheugenkaart in de camera geplaatst.
(p.40)
Geheugenkaartfout
Er is een probleem met de SD-geheugenkaart, waardoor
het maken en weergeven van opnamen onmogelijk is.
De opnamen kunnen mogelijk worden weergegeven
op een computer, maar niet met deze camera.
Geheugenkaart is niet
geformatteerd
De SD-geheugenkaart die u gebruikt, is niet geformatteerd of
geformatteerd op een computer of ander apparaat en is niet
compatibel met deze camera. Formatteer de kaart met deze
camera alvorens deze te gebruiken in de camera. (p.218)
Geheugenkaart
beveiligd
Er is een vergrendelde SD-geheugenkaart in de camera
geplaatst. Ontgrendel de SD-geheugenkaart. (p.41)
De kaart is elektronisch
vergrendeld
De gegevens worden beschermd met de beveiligingsfunctie
van de SD-kaart.
Deze opname kan niet
worden uitvergroot
U probeert een opname uit te vergroten die niet kan worden
uitvergroot.
Deze opname is
beveiligd
U probeert een beveiligde opname te wissen. Maak eerst
de beveiliging van de opname ongedaan. (p.189)
Batterij leeg
De batterij is uitgeput. Plaats een opgeladen batterij
in de camera. (p.35)
Onvoldoende batterij
vermogen om Sensor te
reinigen
Dit bericht verschijnt tijdens het schoonmaken van de sensor
wanneer de batterij onvoldoende stroom heeft. Vervang de
batterij of gebruik een netvoedingsadapter D-AC50
(optioneel). (p.39)
e_kb442.book Page 261 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
262
Bijlage
12
Onvoldoende batterij
vermogen voor het
activeren van
pixeluitlijning
Dit bericht verschijnt tijdens pixeluitlijning wanneer de batterij
onvoldoende stroom heeft. Vervang de batterij of gebruik
een netvoedingsadapter D-AC50 (optioneel). (p.39)
Beeldmap kan niet
gemaakt worden
Het hoogste mapnummer (999) en bestandsnummer (9999)
zijn gebruikt, er kunnen geen opnamen meer worden
opgeslagen. Plaats een nieuwe SD-geheugenkaart
of formatteer de kaart. (p.218)
De opname is niet
opgeslagen
De opname kan niet worden opgeslagen vanwege een fout
met de SD-geheugenkaart.
Instellingen niet
opgeslagen
Het DPOF-instellingenbestand of de geroteerde opname
kon niet worden opgeslagen omdat de SD-geheugenkaart
vol is. Verwijder niet gewenste opnamen en stel DPOF
opnieuw in of roteer de opname opnieuw. (p.70)
NG
Het is niet gelukt om de witbalans handmatig te meten
of stof te detecteren op de sensor. Probeer het opnieuw.
(p.163, p.252)
Rotatie-informatie kan
niet worden opgeslagen
bij deze opname
Nieuwe rotatie-informatie kan niet worden opgeslagen
bij een opname als er nog geen rotatie-informatie is.
Er kunnen geen nieuwe
beelden worden
geselecteerd
U kunt niet 100 of meer opnamen selecteren voor gelijktijdig
bewerken of wissen. (p.186, p.198)
Dit RAW-bestand kan
niet worden ontwikkeld
RAW-bestanden die zijn gemaakt met een andere camera
kunnen op deze camera niet worden bewerkt.
Deze opname kan niet
worden gefilterd
Deze melding verschijnt wanneer een digitaal filter wordt
geactiveerd vanuit het functiemenu voor opnamen die zijn
gemaakt met een ander soort camera.
Geen DPOF-bestanden
Geen bestand ingesteld met DPOF. Stel DPOF in en druk
dan af. (p.204)
Printerfout
De printer meldt een fout en het bestand kan niet worden
afgedrukt. Herstel alle fouten en probeer opnieuw
af te drukken.
Geen papier in de
Printer
Het papier in de printer is op. Plaats papier in de printer
en druk dan af.
Printerinstellingen
gewijzigd
De camera heeft een bericht ontvangen dat de printerstatus
is gewijzigd. Druk op de knop 4 om opnieuw verbinding
te maken met de printer.
Het papier in de printer
is bijna op
Het papier in de printer is bijna op; het foutbericht verschijnt
als dit signaal wordt ontvangen van de printer.
Na twee seconden hervat de printer het afdrukken.
Foutbericht Beschrijving
e_kb442.book Page 262 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
263
Bijlage
12
Inktniveau van de printer
is laag
De inkt in de printer is bijna op; het foutbericht verschijnt als
dit signaal wordt ontvangen van de printer. Na twee seconden
hervat de printer het afdrukken.
Geen inkt in de printer De inkt in de printer is op. Vervang inkt en druk af.
Papier in printer
vastgelopen
Er is papier in de printer vastgelopen.
Verwijder het vastgelopen papier en druk af.
Gegevensfout Er is een gegevensfout opgetreden tijdens het afdrukken.
Schakel camera uit
Dit bericht verschijnt bij het afsluiten van de PictBridge-
modus. Zet de hoofdschakelaar uit.
Foutbericht Beschrijving
e_kb442.book Page 263 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
264
Bijlage
12
Problemen oplossen
We adviseren u te controleren of u het probleem aan de hand van de volgende
tabel kunt oplossen voordat u contact opneemt met een servicecentrum.
Probleem Oorzaak Oplossing
De camera
schakelt
niet in
De batterij is niet
geplaatst
Controleer of een batterij is geplaatst. Zo niet,
plaats dan een opgeladen batterij.
De batterij is bijna
leeg
Vervang ze door een opgeladen batterij of gebruik
de netvoedingsadapter D-AC50 (optioneel). (p.39)
De sluiter
ontspant
niet
De diafragmaring
van het objectief
staat op een
andere stand dan
s.
Zet de diafragmaring op positie s (p.84)
of selecteer [Toegestaan] bij [36. Gebruik diafr.
ring] in het menu [A Pers.instelling]. (p.251)
De flitser wordt
opgeladen
Wacht tot het opladen gereed is.
Er is geen vrije
ruimte op de SD-
geheugenkaart
Plaats een SD-geheugenkaart met voldoende vrije
ruimte of verwijder overbodige opnamen.
(p.40, p.70)
Opnemen Wacht tot opslaan gereed is.
De
autofocus
werkt niet
Er kan moeilijk
worden
scherpgesteld
op het onderwerp
De autofocus kan niet goed scherpstellen op
onderwerpen met een laag contrast (lucht, witte
muren), donkere kleuren, ingewikkelde patronen,
onderwerpen die snel bewegen of landschappen
die door een raam of netpatroon worden
gefotografeerd. Stel scherp op een ander onderwerp
op dezelfde afstand (druk de ontspanknop tot
halverwege in), richt vervolgens op het onderwerp
en druk de ontspanknop helemaal in. Gebruik
anders de handmatige scherpstelling. (p.110)
Het onderwerp
bevindt zich niet
in scherpstelveld
Plaats het onderwerp in het scherpstelkader in het
midden van de zoeker. Valt het onderwerp buiten
het scherpstelkader, richt de camera dan op het
onderwerp, stel scherp en vergrendel de
scherpstelling (houd de ontspanknop tot halverwege
ingedrukt), kader het beeld opnieuw uit en druk
de ontspanknop helemaal in.
Het onderwerp
is te dichtbij
Neem meer afstand tot het onderwerp en maak
een opname.
Scherpstelfunctie
is ingesteld op \
Zet de scherpstelfunctieknop op l (Enkelbeeld).
(p.104)
Scherpstelfunctie
is ingesteld op
k (Continu)
Autofocus wordt niet vergrendeld
(scherpstelvergrendeling) als de scherpstelfunctie
wordt ingesteld op k. De camera blijft
scherpstellen op het onderwerp wanneer de
ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt.
Als er een onderwerp is waarop u wilt scherpstellen,
schuift u de scherpstelfunctieknop naar l
en gebruikt u de scherpstelvergrendeling.
e_kb442.book Page 264 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
265
Bijlage
12
In zeldzame gevallen werkt de camera mogelijk niet naar behoren door statische elektriciteit
.
Dit kan worden opgelost door de batterij uit te nemen en opnieuw te plaatsen.
Wanneer de spiegel in de opgeklapte stand blijft staan, neemt u de batterij uit en plaatst
u die opnieuw. Zet vervolgens de camera aan. De spiegel gaat dan terug naar zijn
uitgangspositie. Als de camera hierna weer naar behoren werkt, is reparatie niet nodig.
* Raadpleeg p. 11 van de “Handleiding PENTAX PHOTO Browser 3/PENTAX PHOTO
Laboratory 3” voor informatie over aansluiting van de camera op een computer.
Het
belichtings-
geheugen
werkt niet
Het belichtings-
geheugen is niet
beschikbaar
in de standen B
(Groen), p (Tijd)
en M (Flitser X-
sync snelheid)
Gebruik het belichtingsgeheugen bij een andere
instelling dan B (Groen), p (Tijd) of M
(Flitser X-sync snelheid).
De flitser
gaat niet af
De opnamestand is
ingesteld op B
(Groen)
Alleen C (Auto ontladen) en D (Auto + Anti
Rode Ogen) zijn als flitsfunctie beschikbaar in
de opnamestand B. De flitser gaat niet af in deze
stand als het onderwerp helder genoeg is. In andere
opnamestanden dan B is alleen de flitsfunctie
beschikbaar waarbij de flitser afgaat, steeds als hij
opnieuw wordt opgeladen. Probeer de opname
in andere opnamestanden te maken.
De USB-
aansluiting
met een
computer
werkt niet
naar
behoren*
De Transferfunctie
is ingesteld op
[PictBridge]
Stel [USB-aansluiting] in het menu [R Set-up]
in op [PC].
De USB-
aansluiting
met een
printer werkt
niet naar
behoren.
De Transferfunctie
is ingesteld op [PC]
Stel [USB-aansluiting] in het menu [R Set-up]
in op [PictBridge]. (p.208)
Shake
Reduction
werkt niet
De functie Shake
Reduction is
uitgeschakeld
Zet de schakelaar Shake Reduction aan.
De functie Shake
Reduction function
is niet correct
ingesteld
Stel de [Brandpuntafstand] in in het menu [Inv
brandp afstand] bij het gebruik van een objectief
dat niet automatisch objectiefinformatie kan
doorgeven. (p.67)
De sluitertijd is bij
het uitzoomen of
het maken van
nachtopnamen te
traag, zodat de
functie Shake
Reduction niet
effectief is
Schakel de functie Shake Reduction uit en gebruik
een statief.
Het onderwerp is te
dichtbij
Beweeg weg van het onderwerp of schakel de
functie Shake Reduction uit en gebruik een statief.
Probleem Oorzaak Oplossing
e_kb442.book Page 265 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
266
Bijlage
12
Belangrijkste technische gegevens
Aantal opnamen
JPEG-kwaliteit (compressie): Z (Premium) = 1/2,8, C (Best) = 1/4,5, D (Beter) = 1/8,
E (Goed) = 1/16
Type
Digitale spiegelreflexcamera met DDL-autofocus, automatische
belichting en ingebouwde, uitklapbare P-DDL-flitser
Effectief aantal pixels Ca 14,6 megapixels
Sensor
Totaal aantal pixels ca. 15,07 megapixels, CMOS met een primair
kleurenfilter
Opnamepixels
X (RAW: 4672×3104 pixels), X (JPEG: 4672×3104 pixels),
J (3872×2592 pixels), P (3008×2000 pixels),
i (1824×1216 pixels)
Gevoeligheid
(standaardgevoeligheid)
Auto, ISO 100 tot 3200 (standaardgevoeligheid) (LW-stappen
instelbaar op 1 LW, 1/2 LW en 1/3 LW), ISO 6400 is beschikbaar
als persoonlijke instelling, tot ISO 1600 is beschikbaar bij p
Bestandsindeling
RAW (PEF/DNG), JPEG (Exif 2.21), conform DCF 2.0, compatibel
met DPOF en Print Image Matching III, geschikt voor gelijktijdig
opslaan van opnamen in RAW+JPEG-indeling
JPEG kwal niveau Z (Premium), C (Best), D (Beter) en E (Goed)
Opslagmedium SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart
Opname-
pixels
Bestandsindeling/
JPEG kwal niveau
voor opnamen
4 GB 2 GB 1 GB 512 MB 256 MB 128 MB
X
4672×3104
| (PEF) Ca. 162 Ca. 82 Ca. 40 Ca. 20 Ca. 10 Ca. 5
| (DNG) Ca. 161 Ca. 82 Ca. 40 Ca. 20 Ca. 10 Ca. 5
X
4672×3104
Z
Ca. 272 Ca. 138 Ca. 68 Ca. 34 Ca. 17 Ca. 8
C
Ca. 469 Ca. 239 Ca. 117 Ca. 58 Ca. 29 Ca. 15
D
Ca. 843 Ca. 429 Ca. 212 Ca. 105 Ca. 53 Ca. 27
E
Ca. 1630 Ca. 830 Ca. 411 Ca. 205 Ca. 103 Ca. 53
J
3872×2592
Z
Ca. 404 Ca. 206 Ca. 101 Ca. 50 Ca. 25 Ca. 13
C
Ca. 674 Ca. 343 Ca. 168 Ca. 84 Ca. 42 Ca. 21
D
Ca. 1183 Ca. 602 Ca. 296 Ca. 148 Ca. 74 Ca. 38
E
Ca. 2463 Ca. 1254 Ca. 616 Ca. 308 Ca. 155 Ca. 79
P
3008×2000
Z
Ca. 705 Ca. 359 Ca. 176 Ca. 88 Ca. 44 Ca. 22
C
Ca. 1138 Ca. 579 Ca. 285 Ca. 142 Ca. 71 Ca. 36
D
Ca. 1946 Ca. 991 Ca. 491 Ca. 245 Ca. 123 Ca. 63
E
Ca. 3657 Ca. 1862 Ca. 915 Ca. 457 Ca. 230 Ca. 118
i
1824×1216
Z
Ca. 1828 Ca. 931 Ca. 461 Ca. 230 Ca. 116 Ca. 59
C
Ca. 2943 Ca. 1499 Ca. 737 Ca. 368 Ca. 185 Ca. 95
D
Ca. 4827 Ca. 2458 Ca. 1233 Ca. 616 Ca. 310 Ca. 159
E
Ca. 8620 Ca. 4390 Ca. 2238 Ca. 1118 Ca. 564 Ca. 289
e_kb442.book Page 266 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
267
Bijlage
12
Witbalans
Auto, Daglicht, Schaduw, Bewolkt, Neonlicht (D: Daglicht, N: Neutraal wit,
W: Wit), Lamplicht, Flitser, Handmatig, Kleurtemperatuur (3 typen),
fijnafstemming beschikbaar
Monitor
2,7 inch TFT kleuren-LCD met circa 230.000 pixels, een grote beeldhoek,
helderheidsregeling en kleurregeling
Weergavefuncties
Eén opname, vier opnamen tegelijk, negen opnamen tegelijk, zestien
opnamen tegelijk, zoomweergave (max. 32 keer, schuiven mogelijk),
opnamen vergelijken, roteren, mapweergave, Diavoorstelling, histogram,
licht/donker geb
Digitaal filter
Zwart-wit, Sepia, Kleur, Kleurextractie, Soft, Illustratie, HDR, Vlak, Helder
(alleen voor bewerking na de opname)
Belichtingsfunctie
A, Groen, e Hyper Program, K Gevoeligheidsvoorkeuze,
b Sluitertijdvoorkeuze, c Diafragmavoorkeuze, L Sluitertijd- en
Diafragmavoorkeuze, a Hyper-manual, p Tijd, M Flitser X-sync snelheid
Sluiter
Elektronische, verticaal aflopende spleetsluiter. Sluitertijden:(1)
automatisch: 1/4000-30 s (traploos); (2) handbediening: 1/4000-30 s
(stappen van 1/2 LW of 1/3 LW); (3) tijdopname, elektromagnetische
ontspanknop, sluitervergrendeling wanneer hoofdschakelaar uit staat.
Objectiefvatting
PENTAX K
AF2-bajonetvatting (AF-koppeling, objectiefinformatiecontacten,
K-vatting met voedingscoontacten)
Gebruikt objectief
PENTAX objectieven met K
AF2- (niet compatibel met powerzoom),
K
AF- en KA-vatting
Autofocussysteem
Fasevergelijkend DDL-autofocussysteem (SAFOX VIII).
Effectief instelbereik: LW -1 tot 18 (bij ISO100 en f/1.4-objectief).
Scherpstelvergrendeling beschikbaar. Scherpstelfuncties: l
(Eén opname)/k (Continu)/\, aanpasbaar AF-punt
Zoeker
Pentaprism zoeker, verwisselbaar Natural-Bright-Matte II matglas,
beeldveld: ca. 95%; vergroting ca. 0,95× (met 50 mm f/1.4-objectief
op ), zoekerdioptrie: –2,5m
-1
tot +1,5m
-1
(per meter)
Indicaties
in de zoeker
Focusinformatie: ] brandt indien scherpgesteld en knippert als
scherpstelling niet mogelijk is, b brandt = ingebouwde flitser gereed,
b knippert = gebruik van flitser nodig of er wordt een niet-compatibel
objectief gebruikt, sluitertijd, gevoeligheid bevestigen, diafragmawaarde,
indicatie e-knop ingeschakeld, @ = belichtingsgeheugen, resterende
capaciteit, m = belichtingscorrectie, N = belichtingscomp., \ =
handm
atig scherpstellen, weergave Shake Reduction, LW-balk, RAW/RAW+
LCD-weergave
b brandt = ingebouwde flitser gereed, b knippert = gebruik van flitser
nodig of er wordt een niet-compatibel objectief gebruikt, 3 = Automatisch
flitsen, > = Anti rode ogen, Q = Lange-sluitertijdsynchronisatie,
9=Enkelbeeldopnamen, j = Continuopnamen, g = Zelfontspanner,
h= Opnamen via afstandsbediening, ? = Waarschuwing batterij bijna
leeg, ] = Auto Bracket (instelbaar in stappen van 1/2 LW of 1/3 LW),
N = Flitscorrectie, ISO-waarschuwing, sluitertijd, diafragmawaarde,
witbalans, resterende capaciteit en m = LW-correctie, PC (massa-opslag)/
Pb (PictBridge) wordt weergegeven wanneer de USB-kabel is aangesloten,
LW-balk, 1, 1P
Voorbeeldfunctie
Live weergave:DDL-methode die gebruik maakt van de beeldsensor,
zoomweergave en weergave raster beschikbaar
Optisch voorbeeld: Controle van scherptediepte (elektronisch gestuurd
en bruikbaar bij alle belichtingsfuncties)
Digitaal voorbeeld: Controle van compositie, belichting, scherpstelling
en bevestiging witbalans
e_kb442.book Page 267 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
268
Bijlage
12
Continuopname
(Snel/Langzaam)
Tot ca. 3 fps, JPEG: tot max. 38 opnamen (Hoog) / tot SD-geheugenkaart
vol is (Laag), RAW: tot max. 14 opnamen (PEF) / tot max. 16 opnamen (DNG)
Continu snel
opnemen
circa 21 fps, JPEG (Y/C): tot max. ca. 115 opnamen
Zelfontspanner
Elektronisch gestuurd met een vertraging van 12 s/2 s (met de functie
Spiegel omhoog). Begint nadat op de ontspanknop is gedrukt.
Bevestiging werking: mogelijkheid om geluidssignaal in te stellen.
Annuleerbaar na activering
Afstandbediening
PENTAX afstandbediening F (optioneel) De sluiter wordt onmiddellijk
of circa drie seconden nadat de ontspanknop op de afstandsbediening
is ingedrukt ontspannen, Continuopnamen met afstandsbediening
Spiegel
Vlug-terug-spiegel, functie Spiegel omhoog (beschikbaar bij zelfontspanner
met vertragingstijd van 2 s)
Aangepaste
opname
Beeldtint (6 typen), Kleurverzadiging/Filtereffect, Tint/Kleur aanpassen,
Contrast, Scherpte
Belichtingsbracket
Bij belichtingsbracketing worden steeds vijf opnamen gemaakt
(onderbelicht, juist belicht, overbelicht) (trappen voor de belichting
instelbaar op 1/2 LW of 1/3 LW)
Uitgebreide
Bracket
Er worden steeds drie opnamen gemaakt met bracketing voor witbalans,
kleurverzadiging, tint, scherpte en contrast
Dubbelopnamen
Selecteer het aantal opnamen tussen 2 en 9 (Auto LW instel kan worden
ingesteld op het aantal opnamen)
lichtmeter/
lichtmeetbereik
DDL meervlaks lichtmeting (16 segmenten). lichtmeetbereik: LW 0 tot 21
bij ISO 100 met 50 mm f/1.4-objectief. Lichtmeting met nadruk op midden
en spotmeting beschikbaar
Belichtingscorrectie
±3 LW (1/2 LW-stappen), ±2 LW (1/3 LW-stappen), LW-stappen
selecteerbaar
Belichtings-
geheugen
Knoptype (timertype: Twee keer de bij Pers.instelling ingestelde
Bedrijftijd lichtmtr) continu zolang ontspanknop tot halverwege ingedrukt
wordt gehouden
Ingebouwde flitser
Ingebouwde P-DDL-flitser met seriebesturing, RG ca. 13 (ISO 100 • m),
flitsbereik: beeldhoek van 18 mm-objectief. Flitssynchronisatie mogelijk
bij een sluitertijd van 1/180 s of langer, flitsen met daglichtsynchronisatie,
flitsen met lange-sluitertijdsynchronisatie (ISO-bereik = P-DDL: 100-6400)
Synchronisatie
met externe flitser
Flitsschoen met M-contact voor koppeling met PENTAX systeemflitsers.
ISO-bereik = P-DDL: 100-1600. Automatisch flitsen, flitsen met anti rode
ogen, met PENTAX systeemflitsers is flitsen met korte-
sluitertijdsynchronisatie en draadloos flitsen mogelijk
Persoonlijke
instellingen
Er kunnen 36 functies worden ingesteld
Tijdfunctie Instelling wereldtijd voor 75 steden (28 tijdzones)
Sensor stofvrij
SP-coating en CMOS-sensor-activering om stof te verwijderen.
Automatische activering bij het inschakelen van de camera kan worden
ingesteld.
Voeding
Oplaadbare lithium-ionbatterij D-LI50, netvoedingsadapter D-AC50
(optioneel)
e_kb442.book Page 268 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
269
Bijlage
12
Levensduur batterij
(23°C)
Aantal beschikbare opnamen: ca. 740 opnamen (zonder flits)
*1
/ ca. 530
opnamen (50% flitsergebruik)
*2
, weergavetijd: ca. 330 minuten
*1
*1 Het aantal beschikbare opnamen (zonder flits) en de weergavetijd zijn
gebaseerd op meetomstandigheden bij PENTAX. In de praktijk
kunnen afwijkingen van deze waarden optreden, al naar gelang
de opnameomstandigheden.
*2 Het aantal beschikbare opnamen (flitsergebruik 50%) is gebaseerd
op meetomstandigheden die in overeenstemming zijn met CIPA-
normen. In de praktijk kunnen afwijkingen van deze waarden
optreden, al naar gelang de opnameomstandigheden.
Uitgeputte
batterijen
Indicatie voor uitgeputte batterijen ? brandt (als ? knippert, is de
sluiter vergrendeld en wordt er geen indicatie weergegeven in de zoeker.)
In-/uitgangen
USB/Video-aansluiting (USB 2.0 (compatibel voor hoge snelheid)),
gelijkstroomaansluiting, draadontspanneraansluiting, X-sync-aansluiting
Videosignaal NTSC, PAL
PictBridge
Compatibele printer PictBridge-compatibele printer
Afdrukfuncties Eén opname, Alle opnamen, DPOF AUTOPRINT
Afmetingen
en gewicht
ca. 141,5 mm (W) × 101 mm (H) × 70 mm (D) (exclusief uitstekende
delen) 715 g (alleen body), 800 g (met batterij en SD-geheugenkaart)
Accessoires
Flitsschoenbeschermer F
K, oogschelp FP, zoekerkapje ME, Sync-
aansluiting 2P-kapje, bodydop, USB-kabel I-USB17, videokabel
I-VC28, software (cd-rom) S-SW74 (PENTAX PHOTO Browser 3/PENTAX
PHOTO Laboratory 3), S-SW75 (PENTAX REMOTE Assistant 3),
draagriem O-ST53, Oplaadbare lithium-ionbatterij D-LI50, Batterijlader
D-BC50, netsnoer, handleiding (dit boekje), Snel aan de slag, handleiding
PENTAX PHOTO Browser 3/PENTAX PHOTO Laboratory 3, handleiding
PENTAX REMOTE Assistant 3
Talen
Engels, Frans, Duits, Spaans, Portugees, Italiaans, Nederlands, Deens,
Zweeds, Fins, Pools, Tsjechisch, Hongaars, Turks, Russisch, Koreaans,
Chinees (traditioneel en vereenvoudigd) en Japans
e_kb442.book Page 269 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
270
Bijlage
12
Verklarende woordenlijst
AdobeRGB
Kleurruimte aanbevolen door Adobe Systems, Inc. voor commercieel
afdrukken. Breder bereik van kleurreproductie dan sRGB. Dekt het grootste
kleurbereik zodat kleuren die alleen beschikbaar zijn tijdens afdrukken niet
verloren gaan wanneer opnamen op een computer worden bewerkt.
Wanneer opnamen worden geopend in niet-compatibele software,
lijken de kleuren lichter.
Auto Bracket
Voor het automatisch wijzigen van de opname-instellingen. Er wordt een
opname zonder LW-correctie gemaakt, een onderbelichte opname en een
overbelichte opname. Uitgerust met belichtingsbracketing voor het maken
van opnamen bij verschillende instellingen voor belichting, en uitgebreide
bracketing voor het maken van opnamen met verschillende instellingen
voor witbalans, kleurverzadiging, tint, scherpte en contrast.
Autom. belicht.
De helderheid van het onderwerp wordt gemeten om de belichting te bepalen.
Kies op deze camera uit [Meervlaksmeting], [Lichtmeting met nadruk op het
midden] en [Spotmeting].
Belichtingscorrectie
Proces van het instellen van de opnamehelderheid door de sluitertijd
en/of diafragmawaarde te wijzigen.
Camerabeweging (waas/onscherpte)
Wanneer de camera beweegt terwijl de sluiter open is, ziet de gehele opname
er vervloeid uit. Dit komt vaker voor bij een lange sluitertijd.
Voorkom het bewegen van de camera door de gevoeligheid te verhogen, de
flitser te gebruiken of te werken met een kortere sluitertijd. U kunt de camera
ook op een statief monteren. Omdat de kans dat de camera wordt bewogen,
het grootst is wanneer op de ontspanknop wordt gedrukt, kunt u het bewegen
ook voorkomen met de functie Shake Reduction, de zelfontspanner,
de afstandsbediening en de draadontspanner.
CMOS-sensor
Fotografisch element dat het licht dat door het objectief binnenkomt omzet
in elektrische signalen waarmee het beeld wordt opgebouwd.
e_kb442.book Page 270 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
271
Bijlage
12
DCF (Design Rule for Camera File System)
Standaard voor bestandssystemen op digitale camera’s, vastgelegd door
de JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries
Association).
Diafragma
Het diafragma vergroot of verkleint de lichtstraal (doorsnede) die het objectief
passeert op weg naar de beeldsensor.
Donkere gedeelten
Het onderbelichte deel van de opname verliest contrast en lijkt zwart.
DNG RAW-bestand
DNG (Digital Negative) RAW is een voor algemene doeleinden bestemde
RAW-bestandsindeling, ontwikkeld door Adobe Systems. Na conversie van
opnamen die zijn gemaakt met eigen RAW-bestandsindelingen naar de DNG-
bestandsindeling, neemt de ondersteuning en compatibiliteit enorm toe.
DPOF (digital print order format)
Regels voor het schrijven van informatie op een kaart met opgeslagen
opnamen, met betrekking tot de specifieke opnamen die moeten worden
afgedrukt en het aantal af te drukken exemplaren. U kunt heel eenvoudig
afdrukken laten maken door de kaart naar een fotozaak te brengen die
DPOF-afdrukken maakt.
Dynamisch bereik (D-Range)
Wordt aangeduid met een waarde die uitdrukking geeft aan het lichtniveau
dat op een opname kan worden gereproduceerd.
Dit heeft dezelfde betekenis als de Engelse term “latitude” waarmee bij
analoge fotografie het bereik wordt bedoeld waarin zinvol gebruik kan worden
gemaakt van over- en onderbelichting.
Over het algemeen zullen heldere en donkere gebieden moeilijk een plekje
vinden op opnamen met een groot dynamisch bereik, en kan bij een klein
dynamisch bereik een scherp beeld worden geproduceerd.
Exif (exchangeable image file format voor digitale fotocamera‘s)
Standaard voor bestandssystemen op digitale camera’s, vastgelegd
door de JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries
Association).
e_kb442.book Page 271 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
272
Bijlage
12
Helderheid
Het overbelichte deel van de opname verliest contrast en lijkt wit.
Histogram
Weergave in grafiekvorm van een gradatiereeks van het donkerste tot
het lichtste punt in een opname. De horizontale as vertegenwoordigt de
helderheid en de verticale as het aantal pixels. Een histogram is handig
wanneer u de belichtingsstatus van een opname wilt controleren.
ISO-gevoeligheid
Het gevoeligheidsniveau voor licht. Met een hoge gevoeligheid kunnen
opnamen zelfs op donkere plaatsen worden gemaakt met een korte sluitertijd,
waardoor camerabewegingen worden verminderd. Opnamen met een hoge
gevoeligheid zijn echter vatbaarder voor ruis.
JPEG
Methode voor beeldcompressie. Bij deze camera kunt u kiezen uit Z
(Premium), C (Best), D (Beter) en E (Goed). Opnamen die zijn
opgeslagen als JPEG, zijn geschikt voor weergave op een computer
of om als bijlage bij een e-mailbericht te worden verstuurd.
Kleurruimte
Een bepaald kleurbereik uit het spectrum. Bij digitale camera’s wordt [sRGB]
gedefinieerd als de standaard van Exif. Deze camera maakt ook gebruik
van [AdobeRGB], omdat deze een rijkere kleuruitdrukking heeft dan sRGB.
Kleurtemperatuur
Beschrijving in getalswaarden van de kleur van de lichtbron die het onderwerp
verlicht. Aangegeven als absolute temperatuur in Kelvin (K). De kleur van het
licht krijgt een blauwachtige kleurzweem naarmate de kleurtemperatuur hoger
wordt, en een roodachtige kleurzweem naarmate de kleurtemperatuur lager
wordt.
Kwaliteitsniveau
Heeft betrekking op de mate van compressie van een opname. Hoe minder
compressie, des te gedetailleerder de opname wordt. De opname wordt
grover naarmate de compressie toeneemt.
e_kb442.book Page 272 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
273
Bijlage
12
LW (belichtingswaarde)
De belichtingswaarde wordt bepaald door de combinatie van diafragmawaarde
en sluitertijd.
Mired
Proportionele meeteenheid voor het consistent uitdrukken van de kleurwijziging
per eenheid. Wordt bepaald door vermenigvuldiging van de inverse
van de kleurtemperatuur met 1.000.000.
ND-filter (Neutral Density)
Filter met veel verzadigingsniveaus, dat de helderheid aanpast zonder
dat dit invloed heeft op de kleurtint van de opname.
NTSC, PAL
Dit zijn video-uitgangssignalen. NTSC wordt voornamelijk gebruikt in Japan,
Noord-Amerika en Zuid-Korea. PAL wordt voornamelijk gebruikt in Europa
en China.
Opnamepixels
Drukt de grootte van de opname uit in het aantal pixels. Hoe hoger het aantal
pixels waaruit de opname is opgebouwd, des te groter de opname wordt.
RAW-gegevens
Onbewerkte opnamegegevens van de beeldsensor. RAW-gegevens zijn nog
niet intern door de camera verwerkt. Na het fotograferen kunnen voor iedere
opname individuele instellingen worden gekozen voor witbalans, contrast,
verzadiging en scherpte. RAW-gegevens zijn 12-bits gegevens met 16 keer
zoveel informatie als 8-bits JPEG- en TIFF-gegevens. Daardoor zijn rijke
kleurschakeringen mogelijk. Breng RAW-gegevens over naar uw computer
en gebruik de meegeleverde software om de beelden om te zetten naar
een andere bestandsindeling, bijvoorbeeld JPEG of TIFF.
Ruisonderdrukking
Ruisonderdrukking is een functie voor het verminderen van ruis (ruwheid
of onregelmatigheid in opnamen), veroorzaakt door een lange sluitertijd
of een hoge gevoeligheid.
e_kb442.book Page 273 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
274
Bijlage
12
Scherptediepte
Scherpstelgebied. Dit hangt af van het diafragma, de brandpuntsafstand van
het objectief en de afstand tot het onderwerp. U kunt een kleiner diafragma
(een hogere waarde) kiezen voor meer scherptediepte, of een groter
diafragma (een lagere waarde) voor minder scherptediepte.
Scherpstelpunt
Een punt in de zoeker dat bepaalt waarop wordt scherpgesteld. Bij deze camera
kunt u kiezen uit [Auto], [Selecteren] en [Midden].
Sluitertijd
De tijd dat de sluiter open staat en er licht valt op de beeldsensor.
De hoeveelheid licht die op de beeldsensor valt kan worden gewijzigd door
de sluitertijd aan te passen.
sRGB (standaard RGB)
Internationale standaard voor kleurruimte, vastgesteld door het IEC
(International Electrotechnical Commission). Deze definieert kleurruimte
voor computerbeeldschermen en wordt ook gebruikt als standaard
kleurruimte voor Exif.
Vignettering
De randen van opnamen worden zwart omdat het door het onderwerp
gereflecteerde licht gedeeltelijk wordt geblokkeerd door de zonnekap of een
filter of wanneer de flitsbundel gedeeltelijk wordt geblokkeerd door het objectief.
Witbalans
Tijdens opnamen wordt de kleurtemperatuur aangepast, zodat die overeenkomt
met de lichtbron, om het onderwerp de juiste kleur te geven.
e_kb442.book Page 274 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
275
12
Bijlage
Index
Symbols
m (Belichtingscorrectie)
knop
................................19, 100
] (Belichtingsbracket)
knop
................................19, 129
Z (Beveiligen) knop ......21, 189
K (Flitser uitklappen)
knop
..................................19, 60
] (Handmatig scherpstellen) 110
[A Opname] menu .................72
[R Set-up] menu ...........216, 245
B (Snelinstelling) ...................83
| (Voorbeeld) .......................114
Q (Weergeven) knop .19, 21, 68
Q Weergeven menu ............170
i (Wissen) knop ...............21, 70
Numerics
2e sluitergordijn-synchronisatie
.....................................140, 148
A
Aangepaste opname ..............154
AdobeRGB ............................167
L knop ..............................19
= (Autofocus) .....................104
= knop .................................19
AF200FG ..............................143
AF360FGZ ............................143
AF540FGZ ............................143
= (aanpassing) ...................106
k (Continustand) ..............104
= knop ...............................112
AF-punt weergeven .........28, 107
AF-veld ................................... 104
l (Eén opname)
...............104
Afdrukservice instellen ............ 204
Afstandsbediening
.................125
Alle opnamen afdrukken ........212
Alle opnamen wissen .............185
Anti rode ogen .........................64
Audiovisuele apparatuur ........ 191
Auto Bracket ......................... 129
Autofocus = .........................104
Automatisch uitschakelen
...... 233
Automatische belichting ........... 98
Automatische Gevoeligheids
correctie
.................................. 78
c (Diafragmavoorkeuze) ........ 89
B
p (Tijdopname) ....................... 96
Basisinstellingen ............... 45, 244
Batterij
.................................... 35
Batterij selecteren .................. 234
Beeldtint ................................ 154
Belichting ................................ 76
Belichting vergrendelen ......... 110
Belichtingsbracket ................. 129
] (Belichtingsbracket)
knop
................................ 19, 129
Belichtingscompensatie .......... 136
Belichtingscorrectie
............... 100
m (Belichtingscorrectie)
knop
................................ 19, 100
Belichtingsfunctie .................... 80
Belichtingsgeheugen ............. 102
Belichtingswaarschuwing 88, 90, 94
Bestandsindeling ................... 158
Bestandsnaam ...................... 231
Beveiligen ............................. 189
Z (Beveiligen) knop ...... 21, 189
Bewolkt (Witbalans) ................ 195
C
A Menu Pers.
instelling
................... 73, 170, 246
Continu snel opnemen ........... 119
Continue opname .................... 117
Continustand k
.................104
Contrast
................................ 154
Contrastregelingssynchronisatie
(Flitsen)
................................. 150
e_kb442.book Page 275 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
276
12
Bijlage
D
Daglicht (Witbalans) ............... 160
Datum aanpassen
....................48
Datum toevoegen ................... 204
Datum wijzigen
......................220
Diafragma ...............................77
Diafragmavoorkeuze c ........... 89
Diavoorstelling
...............179, 181
Diavoorstelling ........................ 179
Digitaal filter
..........................194
Digitaal voorbeeld ..................114
Diopter Adjust ..........................52
DPOF AUTOPRINT ...............213
DPOF instellingen ................... 204
Draadloos (Flitsen)
................145
Draadontspanner .....................96
Dubbelopnamen ....................103
Dynamisch bereik uitbreiden ....79
E
e-knop aan de voorzijde ...........18
e-knop op de achterzijde ..........19
Externe flitser .......................... 143
F
Filtereffect .............................154
Foutbericht .............................. 261
Flitser
..............................60, 135
Flitser (Witbalans) ................... 160
K (Flitser uitklappen)
knop
..................................19, 60
Flitsen met korte-sluitertijd
synchronisatie
.......................145
{ knop ...............21, 19, 75, 171
{ Menu .........................75, 171
Format ..................................218
Functiekiezer .....................19, 32
G
Geheugen .............................236
Geluidssignaal .......................219
Gevoeligheid ...........................78
Gevoeligheidsvoorkeuze K .... 85
H
Half indrukken ......................... 57
Handmatig scherpstellen ] .. 110
Handmatige belichting a ..........93
Handmatige witbalans
........... 163
HDR (Digitaal Filter) .............. 196
Helderheid van de monitor ..... 226
Helderheid (Digitaal filter) ....... 196
Helderheidsniveau
................. 226
Helemaal indrukken ................. 57
Histogram ....................... 26, 182
Hoofdschakelaar ......... 18, 21, 44
Hulpweergave ................. 22, 225
Hyper-manual a .......................93
Hyper-program e
..................... 84
I
Illustratie (Digitaal filter) .......... 195
M knop
........... 19, 21, 23, 68
Ingebouwde flitser .....................60
Intervalopnamen .................. 120
Invoer brandpuntsafstand ........ 67
ISO-gevoeligheid ..................... 78
J
JPEG-kwaliteit ................. 42, 157
JPEG-opname pixels ....... 42, 156
Juiste belichting ....................... 76
K
Kiezen&wissen ...................... 186
Kiezer voor
ander scherpstelpunt
....... 19, 107
Kleur (Digitaal filter) ............... 195
Kleur aanpassen ................... 154
Kleurextractie (Digitaal filter) .. 195
Kleurruimte ............................ 167
Kleurtemperatuur ................... 166
Kleurverzadiging .................... 154
Knop Belichtingsbracket ........ 129
Knop scherpstelfunctie ............ 19
Kwaliteitsniveau .............. 42, 157
e_kb442.book Page 276 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
277
12
Bijlage
L
Lamplicht (Witbalans) ............160
Lange-sluitertijd-
synchronisatie
.................60, 139
LCD-display .............................29
LCD-kleuraanpassing ............226
LCD-monitor ............................22
LED voor lezen van/schrijven
naar kaart
................................17
Licht/donker geb ..................... 182
Live weergave
...............114, 228
M
a (Hyper-manual) ...................93
Map wissen ...........................188
Mapnaam ..............................230
Matglas .................................111
Meerdere flitsers ....................149
Meervlaks ................................98
Meettijd ...................................99
3 knop ................19, 21, 30
Momentcontrole .....................227
N
Nachtopname (Tijdopname) .....96
Nadruk op het midden ..............99
Neonlicht (Witbalans) .............160
Netvoedingsadapter .................39
NTSC ....................................233
O
Objectief ..........................50, 249
Objectiefontgrendelknop ..........51
4 knop ...........................19, 21
Ontgrendelknop objectief .........18
Ontspanknop ...............18, 21, 57
Opnamegegevens .............23, 25
Opname afdrukken ................210
Opname l ........................ 104
[A Opname menu]
.................72
Opnamen vergelijken ...........178
Opname wissen .......................70
Opnamen met
daglichtsynchronisatie
..............64
Opnamepixels ................. 42, 156
Optionele accessoires ............. 256
Optisch voorbeeld
................. 115
P
e (Hyper-program) ................. 84
PAL ....................................... 233
P-DDL (flitser) ....................... 148
P-DDL Auto (Flitsen) ............. 144
Persoonlijke instellingen .. 73, 170
PictBridge ............................. 207
Pixeluitlijning ........................... 235
Pixels
.................................... 156
Power ..................................... 44
Printeraansluiting ................... 209
Programma e ..........................84
Programmalijn
......................... 82
R
RAW ..................................... 158
RAW-bestand ........................ 197
| knop ............................... 19
RAW+ ................................... 158
RAW-bestandsindeling .......... 158
| knop ..................... 158, 159
Rechtstreeks afdrukken ......... 207
Reset ............................ 237, 244
Resterend aantal opnamen ...... 38
Rode-ogenreductie ................ 148
Roteren ................................. 172
Ruisonderdrukking ................... 80
Ruisonderdrukking
bij hoge ISO-waarde
................ 80
Ruisonderdrukking
bij lange sluitertijd
.................... 80
S
Schaduw (Witbalans) ..............160
Schakelaar lichtmeting
....... 19, 98
Schakelaar
Scherpstelindicatie
................ 110
Scherpstelling vastzetten ....... 108
Scherpstelpunt ...................... 107
Scherpstelstand .................... 104
e_kb442.book Page 277 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
278
12
Bijlage
Scherpstelvergrendeling ........108
Scherpte ................................154
Scherptediepte ........................77
SD-geheugenkaart ...................40
Selecteren en bewerken ........198
Sensor stofvrij ........................252
Sensor reinigen ...................... 252
Sepia (Digitaal filter)
..............195
[R Set-up] menu ...........216, 245
Shake Reduction ...............19, 65
Sluitertijd .................................76
Sluitertijd-
en Diafragmavoorkeuze L
... 91
Sluitertijdvoorkeuze b
............. 87
Snelinstelling B
....................... 83
Snelinstelling, knop
..................18
Soft (Digitaal filter) .................195
Spiegel omhoog .....................128
Spotmeting ..............................99
Stofalarm ...............................252
Strap .......................................34
K (Gevoeligheidsvoorkeuze) ...85
T
Taalinstelling ...........................45
L (Sluitertijd- en
Diafragmavoorkeuze)
...............91
Tekstformaat .........................225
Tijdopname p .......................... 96
Timer belichtingsmeter
...........130
Tint ........................................154
Trailing curtain sync .................60
Transportfunctie .......................75
TV .........................................191
b (Sluitertijdvoorkeuze) ..........87
U
Uitgebreide Bracket ...............131
USB-aansluiting .....................208
USB-kabel .............................207
A Mode ............................133
V
Videokabel ............................ 191
Video-uitgangssignaal ........... 233
Vierwegbesturing
(2345)
......................... 19, 21
Vignettering ........................... 274
Vlak (Digitaal filter) ..................196
Voorbeeld |
........................... 114
Voorbeeldmethode
................ 113
Vuurwerk ................................. 96
W
Weergave ......................... 25, 68
Weergave bij Weergeven ....... 184
Weergave
van negen opnamen ............... 175
Weergavetaal
........................ 224
Weergavetijd ........................... 38
Weergavestijl .......................... 182
Q (Weergeven) knop
. 19, 21, 68
[Q Weergeven] menu .......... 170
Wereldtijd .............................. 221
i (Wissen) knop ............... 21, 70
Wissen .............................. 70, 185
Witbalans
.............................. 160
X
M (X-sync-snelheid
van de flitser) ............................. 97
X-sync-aansluiting
................. 151
X-sync-snelheid
van de flitser M
.........................97
Z
Zelfontspanner ........................ 122
Zoeker
.............................. 27, 52
Zoomobjectief ........................... 59
Zoomweergave ....................... 173
Zwart-wit (Digitaal filter) .......... 195
e_kb442.book Page 278 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Memo
279
e_kb442.book Page 279 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
280
12
Bijlage
GARANTIEBEPALINGEN
Alle PENTAX-camera’s die via de erkende kanalen door de officiële importeur
zijn ingevoerd en via de erkende handel worden gekocht, zijn tegen materiaal-
en/of fabricagefouten gegarandeerd voor een tijdsduur van twaalf maanden
na aankoopdatum. Tijdens die periode worden onderhoud en reparaties
kosteloos uitgevoerd, op voorwaarde dat de apparatuur niet beschadigd is
door vallen of stoten, ruwe behandeling, inwerking van zand of vloeistoffen,
corrosie van batterijen of door chemische inwerking, gebruik in strijd met de
bedieningsvoorschriften, of wijzigingen aangebracht door een niet-erkende
reparateur. De fabrikant of zijn officiële vertegenwoordiger is niet aansprakelijk
voor enige reparatie of verandering waarvoor geen schriftelijke toestemming
is verleend en aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade als gevolg van
vertraging en gederfd gebruik voortvloeiend uit indirecte schade van welke aard
dan ook, of deze nu veroorzaakt wordt door ondeugdelijk materiaal, slecht
vakmanschap of enige andere oorzaak. Uitdrukkelijk wordt gesteld dat de
verantwoordelijkheid van de fabrikant of zijn officiële vertegenwoordiger onder
alle omstandigheden beperkt blijft tot het vervangen van onderdelen als hierboven
beschreven. Kosten voortvloeiend uit reparaties die niet door een officieel
PENTAX-servicecentrum zijn uitgevoerd, worden niet vergoed.
Handelwijze tijdens de garantieperiode
Een PENTAX-apparaat dat defect raakt gedurende de garantieperiode van
12 maanden, moet worden geretourneerd aan de handelaar waar het toestel
is gekocht, of aan de fabrikant. Als in uw land geen vertegenwoordiger van
de fabrikant gevestigd is, zendt u het apparaat naar de fabriek met een
internationale antwoordcoupon voor de kosten van de retourzending.
In dit geval zal het vrij lang duren voordat het apparaat aan u kan worden
geretourneerd, als gevolg van de ingewikkelde douaneformaliteiten.
Wanneer de garantie op het apparaat nog van kracht is, zal de reparatie kosteloos
worden uitgevoerd en zullen de onderdelen gratis worden vervangen, waarna
het apparaat aan u wordt teruggezonden. Indien de garantie verlopen is, wordt
het normale reparatietarief in rekening gebracht. De verzendkosten zijn voor
rekening van de eigenaar. Indien uw PENTAX gekocht is in een ander land
dan waarin u tijdens de garantieperiode de reparatie wilt laten verrichten, kunnen
de normale kosten in rekening worden gebracht door de vertegenwoordigers
van de fabrikant in dat land. Indien u uw PENTAX in dat geval aan de fabriek
terugzendt, wordt de reparatie desalniettemin uitgevoerd volgens de
garantiebepalingen. De verzend- en inklaringskosten zijn echter altijd voor
rekening van de eigenaar. Om de aankoopdatum indien nodig te kunnen
bewijzen, dient u het garantiebewijs en de aankoopnota van uw camera
gedurende ten minste één jaar te bewaren. Voordat u uw camera voor reparatie
opstuurt, dient u zich ervan te vergewissen dat u de zending inderdaad heeft
geadresseerd aan de fabrikant. Vraag altijd eerst een prijsopgave. Pas nadat
u zich hiermee akkoord hebt verklaard, geeft u het servicecentrum toestemming
de reparatie uit te voeren.
e_kb442.book Page 280 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
281
12
Bijlage
Deze garantiebepalingen zijn niet van invloed op de wettelijke rechten
van de klant.
De plaatselijke garantiebepalingen van PENTAX-distributeurs in
sommige landen kunnen afwijken van deze garantiebepalingen.
Wij adviseren u daarom kennis te nemen van de garantiekaart die
u hebt ontvangen bij uw product ten tijde van de aankoop, of contact
op te nemen met de PENTAX-distributeur in uw land voor meer
informatie en voor een kopie van de garantiebepalingen.
Het CE-keurmerk is een keurmerk voor conformiteit met richtlijnen
van de Europese Unie.
e_kb442.book Page 281 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Informatie voor gebruikers over afvoeren
1. In de Europese Unie
Als uw product met dit symbool is gemarkeerd, dan houdt dit in dat
het gaat om een gebruikt elektrisch/elektronisch product dat niet
met het gewone huishoudelijke afval mag worden meegegeven.
Deze producten worden apart ingezameld.
Gebruikte elektrische/elektronische apparatuur moet afzonderlijk
en in overeenstemming met de bestaande wetgeving worden
behandeld.
Gezinnen binnen de EU kunnen hun gebruikte elektrische/
elektronische producten kosteloos inleveren bij inzamelpunten*.
In sommige landen nemen ook winkeliers uw oude product
in als u een vergelijkbaar nieuw product koopt.
*Neem voor meer bijzonderheden contact op met de plaatselijke
instanties.
Als u zich op de juiste wijze van dit product ontdoet, dan draagt
u ertoe bij dat het afval op de juiste wijze wordt behandeld
en hergebruikt en dat geen schade optreedt aan het milieu
of de gezondheid.
2. In andere landen buiten de EU
Als u zich van dit product wilt ontdoen, neem dan contact op met
de plaatselijke instanties om te informeren wat hiervoor de juiste
methode is.
In Zwitserland kan gebruikte elektrische/elektronische apparatuur
gratis teruggebracht worden naar de detaillist, zelfs wanneer
u geen nieuw product koopt. Andere verzamelpunten vindt
u op de website www.swico.ch
of www.sens.ch.
e_kb442.book Page 282 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Memo
e_kb442.book Page 283 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Memo
e_kb442.book Page 284 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Memo
e_kb442.book Page 285 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
6


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Pentax slr k20D at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Pentax slr k20D in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 17,82 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info