36
Opnamen maken
De functie wijzigen
In de opnamefunctie kunt u opnamen maken. In de weergavefunctie
kunt u opnamen weergeven of wissen.
Tussen de opnamefunctie en weergavefunctie schakelen
• Als u van de opnamefunctie naar de weergavefunctie wilt
schakelen, drukt u op de Weergave-knop.
• Als u van de weergavefunctie naar de opnamefunctie wilt
schakelen, drukt u op de Weergave-knop of drukt u de
ontspanknop tot halverwege in.
De opnamefunctie selecteren
Geef de virtuele functiekiezer weer en selecteer de weergavefunctie.
U kunt kiezen uit acht functies.
z
Druk op de vierwegbesturing (̄) in
de opnamefunctie.
De virtuele functiekiezer verschijnt.
x
Verplaats het pictogram voor de
gewenste functie met de
vierwegbesturing (
̇ ̈) naar de
bovenste positie in de kiezer.
Het pictogram wordt weergegeven in
een groen kader.
c
Druk op de OK-knop.
Opnamen maken
De opnamefuncties instellen
Standaardfunctie Hiermee kunt u alle functies instellen. blz. 22
Picture-functie
Hiermee kunt u de functies instellen
op basis van de bestaande situatie. Er
zijn zeven beschikbare functies in de
Picture-functie.
blz. 54
Nachtopnamefunctie
Hiermee kunt u in het donker,
bijvoorbeeld ‘s nachts, opnamen
maken.
blz. 55
Filmopnamefunctie Hiermee kunt u films opnemen. blz. 56
Panoramafunctie
Hiermee kunt u opnamen in
panoramaformaat maken.
blz. 58
3D-beeldfunctie Hiermee kunt u 3D-beelden opnemen. blz. 63
Digitale filterfunctie Hiermee kunt u een kleurfilter instellen. blz. 60
(Standaard-
instelling)