492098
269
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/276
Next page
DUT
Digitale camera
Handleiding
Lees voor optimale cameraprestaties eerst de handleiding
door voordat u deze camera in gebruik neemt.
Fijn dat u hebt gekozen voor deze digitale camera van PENTAX.
Lees deze handleiding voor gebruik door om de functies van de camera
optimaal te kunnen benutten. De handleiding is een waardevol
hulpmiddel om inzicht te krijgen in alle mogelijkheden van de camera.
Bewaar hem daarom op een veilige plaats.
Auteursrechten
Met de digitale camera van PENTAX gemaakte opnamen die voor elk ander doel dan
strikt persoonlijk gebruik zijn bestemd, mogen niet worden gebruikt zonder toestemming
volgens de rechten zoals neergelegd in de auteursrechtwetgeving. Houd altijd rekening
met het volgende: in sommige gevallen is zelfs het fotograferen voor persoonlijk gebruik
aan beperkingen gebonden, zoals bij demonstraties, voorstellingen of presentaties.
Opnamen die zijn gemaakt met het doel om auteursrechten te verkrijgen, kunnen ook
niet worden gebruikt buiten het gebruiksbereik van het auteursrecht zoals beschreven
in de auteursrechtwetgeving. Ook hiermee dient men rekening te houden.
Handelsmerken
PENTAX, Optio en smc PENTAX zijn handelsmerken van HOYA
CORPORATION.
Het SDHC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
ArcSoft en het logo hiervan zijn wettig gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van ArcSoft Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Windows Vista is een
gedeponeerd handelsmerk of een handelsmerk van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de
Verenigde Staten en andere landen.
Dit apparaat ondersteunt PRINT Image Matching III. Wanneer digitale
fototoestellen, printers en software worden gebruikt die PRINT Image Matching
ondersteunen, kunnen beelden worden gemaakt die beter overeenstemmen
met hetgeen de fotograaf wil bereiken. Sommige functies zijn niet beschikbaar
op printers die niet voldoen aan PRINT Image Matching III.
Copyright 2001 Seiko Epson Corporation. Alle rechten voorbehouden.
PRINT Image Matching is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation. Het
PRINT Image Matching-logo is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
Eye-Fi, het Eye-Fi-logo en Eye-Fi connected zijn handelsmerken van Eye-Fi, Inc.
Alle overige merk- of productnamen zijn handelsmerken of wettig
gedeponeerde handelsmerken van de betreffende bedrijven. In deze
handleiding worden ™ en ® niet aangegeven.
Deze handleiding is van toepassing op de Optio RZ18 en Optio RX18.
De illustraties die in deze handleiding worden gebruikt, zijn van de Optio RZ18.
Informatie over registratie van uw product
Wij willen u graag optimaal van dienst zijn. Daarom vragen wij u vriendelijk om uw
product te registreren. Het formulier hiervoor kunt u vinden op de bijgeleverde
cd-rom of op de website van PENTAX. Bij voorbaat dank voor uw medewerking.
Zie “Aansluiten op een computer” (p.221) voor meer informatie.
1
Aan de gebruikers van deze camera
Gebruik of bewaar dit apparaat niet in de buurt van apparatuur die sterke
elektromagnetische straling of magnetische velden genereert.
Sterke elektromagnetische straling of de magnetische velden die worden
geproduceerd door apparatuur zoals radiozenders, kunnen de monitor storen,
de opgeslagen gegevens beschadigen of het interne circuit van het product
beïnvloeden en camerastoringen veroorzaken.
Het paneel met vloeibare kristallen is gemaakt met behulp van extreem hoge-
precisietechnologie. Hoewel het percentage werkende pixels 99,99% of hoger
is, dient u er rekening mee te houden dat 0,01% of minder van de pixels niet
oplicht of juist wel oplicht wanneer dat niet zou moeten. Dit heeft echter geen
effect op het opgenomen beeld.
Als u de camera op een helder voorwerp richt, kan er op het scherm een
lichtband verschijnen. Dit verschijnsel wordt smear genoemd en betekent niet
dat de camera defect is.
De illustraties en de weergave op het scherm kunnen in deze handleiding
afwijken van het feitelijke product.
In deze handleiding wordt naar SD-geheugenkaarten, SDHC-geheugenkaarten
en SDXC-geheugenkaarten verwezen met de term SD-geheugenkaarten.
In deze handleiding wordt de algemene term computer(s) gebruikt voor zowel
Windows-pc’s als Macintosh-computers.
In deze handleiding wordt de algemene term batterij(en) gebruikt voor alle
soorten batterijen die voor deze camera en de accessoires kunnen worden
gebruikt.
We hebben de grootst mogelijke aandacht besteed aan de veiligheid
van dit product. Bij gebruik van dit product vragen we om uw speciale
aandacht voor zaken die zijn aangeduid met de volgende symbolen.
Veilig gebruik van de camera
Waarschuwing
Dit symbool geeft aan dat het niet in acht nemen
van deze waarschuwing ernstig persoonlijk
letsel kan veroorzaken.
Pas op
Dit symbool geeft aan dat het niet in acht nemen
van deze waarschuwing minder ernstig tot
gemiddeld persoonlijk letsel of materiële schade
kan veroorzaken.
2
Waarschuwing
Probeer de camera niet uit elkaar te halen of te veranderen. De camera
bevat onderdelen die onder hoogspanning staan, waardoor er gevaar voor
elektrische schokken bestaat.
Mocht het binnenwerk van de camera open liggen, bijvoorbeeld doordat de
camera is gevallen of anderszins is beschadigd, raak dan nooit het
vrijgekomen gedeelte aan, aangezien er gevaar is voor een elektrische schok.
De camerariem om uw nek hangen kan gevaarlijk zijn. Pas vooral op dat
kinderen de riem niet om hun nek doen.
Als zich tijdens het gebruik onregelmatigheden voordoen, zoals rook of
een vreemde geur, houd dan onmiddellijk op de camera te gebruiken.
Verwijder de batterij of de netvoedingsadapter en neem contact op met het
dichtstbijzijnde PENTAX Service Center. Verder gebruik van de camera
kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
Pas op
Leg uw vingers niet over de flitser wanneer u deze gebruikt. U loopt dan
gevaar op brandwonden.
Dek de flitser niet af met kleding wanneer u deze gebruikt. Er bestaat een
risico van verkleuring.
Sommige delen van de camera worden tijdens het gebruik heet. Als
dergelijke onderdelen lang worden vastgehouden, is er gevaar voor lichte
verbrandingen.
Mocht de monitor beschadigd raken, pas dan op voor glasdeeltjes. Vermijd
ook elk contact van de vloeistofkristallen met uw huid, ogen en mond.
Afhankelijk van individuele gevoeligheden en uw fysieke conditie kan het
gebruik van de camera jeuk, uitslag en blaren veroorzaken. Als zich in die
zin iets bijzonders voordoet, mag u de camera niet langer gebruiken en
dient u onmiddellijk een arts te raadplegen.
Over de camera
3
Waarschuwing
Gebruik uitsluitend de exclusief voor dit product ontwikkelde batterijlader
en netvoeding met het juiste vermogen en de juiste spanning. Gebruik van
een batterijlader en netvoedingsadapter met andere specificaties dan
voorgeschreven voor dit product, of gebruik van de exclusief voor dit
product ontwikkelde batterijlader en netvoeding met een niet juist
gespecificeerd vermogen of spanning kan brand, elektrische schokken
of schade aan de camera veroorzaken. De voorgeschreven spanning is
100 - 240V AC (wisselstroom).
Probeer het product niet te demonteren of te veranderen. Dit kan
resulteren in brand of een elektrische schok.
Als het product gaat roken of een vreemde geur afgeeft, of in het geval van
welke andere onregelmatigheid dan ook, houdt u onmiddellijk op de
camera te gebruiken en neemt u contact op met het dichtstbijzijnde
PENTAX Service Center. Verder gebruik van de camera kan brand of een
elektrische schok veroorzaken.
Mocht er water binnendringen in het product, neem dan contact op met een
PENTAX Service Center. Verder gebruik van de camera kan brand of een
elektrische schok veroorzaken.
Als het tijdens het gebruik van de batterijlader of netvoedingsadapter gaat
onweren, haal het netsnoer dan uit het stopcontact en gebruik het product
niet verder. Als u het product toch verder gebruikt, kan dit resulteren in
beschadiging van de apparatuur, brand of een elektrische schok.
Veeg de stekker van het netsnoer schoon als hij met stof bedekt raakt. Stof
op de stekker kan brand veroorzaken.
Pas op
Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer en buig het netsnoer niet
overmatig. Het snoer kan daardoor beschadigd raken. Neem contact op
met een servicecentrum van PENTAX als het snoer beschadigd is.
Raak de aansluiting voor netsnoer niet aan als het netsnoer is aangesloten
en vermijd kortsluiting.
Sluit het netsnoer niet met vochtige handen aan op het stopcontact en
koppel het niet met vochtige handen los. Dit kan resulteren in een
elektrische schok.
Laat de camera niet vallen en stel haar ook niet bloot aan hevige schokken.
Dat kan ertoe leiden dat de apparatuur defect raakt.
Over de batterijlader en de netvoedingsadapter
4
Gebruik de batterijlader uitsluitend voor het opladen van de oplaadbare
lithium-ionbatterij D-LI92. Het opladen van andere batterijen kan
oververhitting, explosies of storing in de batterijlader veroorzaken.
Verminder de kans op ongelukken: gebruik uitsluitend een stroomsnoer met
CSA/UL-certificering, snoertype SPT-2 of zwaarder, minimaal AWG-koper
NO.18, met aan het ene uiteinde een gegoten mannelijke stekker (met een
gespecificeerde NEMA-configuratie) en aan het andere uiteinde een
gegoten vrouwelijke connector (met een gespecificeerde IEC-configuratie
van een niet-industrieel type) of een gelijkwaardig stroomsnoer.
Waarschuwing
Berg de batterij op buiten bereik van kleine kinderen. Als zij de batterij in
hun mond steken, kunnen ze een elektrische schok krijgen.
Mocht het lekkende materiaal van de batterij in contact komen met uw
ogen, wrijf ze dan niet uit. Spoel uw ogen met schoon water en ga
onmiddellijk naar een arts.
Pas op
Gebruik alleen de aangegeven batterij in deze camera. Het gebruik van
andere batterijen kan brand of ontploffing veroorzaken.
Demonteer de batterij nooit. Het demonteren van batterijen kan leiden tot
een explosie of lekkage.
Haal de batterij meteen uit de camera als die heet wordt of er rook uit komt.
Pas op dat u zichzelf niet verbrandt bij het verwijderen van de batterij.
Houd snoeren, haarspeldjes en andere metalen voorwerpen uit de buurt
van de plus- en minpolen van de batterij.
Sluit de batterij nooit kort en stel deze niet bloot aan vuur. De batterij kan
exploderen of vlam vatten.
Mocht het lekkende materiaal van de batterij in contact komen met uw huid
of kleding, was de betroffen gebieden dan grondig schoon met water.
Waarschuwingen bij het gebruik van de batterij D-LI92:
BIJ ONJUIST GEBRUIK KAN DE BATTERIJ EXPLODEREN OF
ONTBRANDEN.
- DEMONTEER DE BATTERIJ NOOIT EN GOOI HEM EVENMIN WEG
IN VUUR.
- LAAD DE BATTERIJ ALLEEN OP ALS AAN DE GESPECIFICEERDE
VOORWAARDEN WORDT VOLDAAN.
De batterij
5
- STEL DE BATTERIJ NIET BLOOT AAN TEMPERATUREN BOVEN
60 °C EN VOORKOM KORTSLUITING.
- VERBRIJZEL DE BATTERIJ NIET EN PROBEER NIET ER IETS AAN
TE VERANDEREN.
Waarschuwing
Zorg ervoor dat kleine kinderen niet bij de camera en accessoires kunnen.
1. Als het product valt of per ongeluk wordt gebruikt, kan dit leiden tot
ernstig persoonlijk letsel.
2. De camerariem om de nek doen kan verstikkingsgevaar inhouden.
3. Houd kleine accessoires, zoals batterijen en SD-geheugenkaarten,
buiten bereik van kleine kinderen om het risico van per ongeluk inslikken
te vermijden. Mocht een accessoire toch worden ingeslikt, ga dan
onmiddellijk naar een arts.
Neem als u op reis gaat het document Worldwide Service Network mee dat
deel uitmaakt van het pakket. Dit komt van pas bij problemen in het
buitenland.
Wanneer de camera lange tijd niet is gebruikt, ga dan na of alles nog goed
werkt, vooral als u er belangrijke opnamen mee wilt maken (bijvoorbeeld
huwelijksfoto’s of opnamen op reis). Opnamen, video en geluid kunnen
niet worden gegarandeerd als opnemen, weergeven of het overzetten van
de gegevens naar een computer enz. niet mogelijk is als gevolg van een
defect aan de camera of aan de opnamemedia (SD-geheugenkaart) enz.
Als de batterij volledig opgeladen wordt weggeborgen, kan dat tot verlies
van prestaties leiden. Vermijd met name opslag bij hoge temperaturen.
Als de camera gedurende langere tijd niet wordt gebruikt terwijl een batterij
is geplaatst, kan de batterij te ver ontladen, wat ten koste gaat van de
levensduur.
Houd de camera en accessoires buiten bereik van kleine
kinderen
Aandachtspunten tijdens het gebruik
Voor u de camera gaat gebruiken
Over de batterij en de batterijlader
6
Het verdient aanbeveling de batterij een dag voor gebruik of op de dag van
gebruik zelf op te laden.
Het bij de camera geleverde netsnoer dient uitsluitend te worden gebruikt
voor de batterijlader D-BC92. Gebruik het netsnoer niet voor andere
apparaten.
Stel de camera niet bloot aan hoge temperaturen of hoge luchtvochtigheid.
Laat de camera niet achter in een voertuig, omdat de temperatuur zeer
hoog kan oplopen.
Stel de camera niet bloot aan zware trillingen, schokken of druk. Gebruik
een kussen om de camera te beschermen tegen trillingen van een motor,
auto of schip.
Het temperatuurbereik voor gebruik van de camera is 0 ° tot 40 °C.
De monitor kan zwart worden bij hoge temperaturen, maar werkt weer
normaal bij een normale omgevingstemperatuur.
De reactiesnelheid van de monitor kan traag worden bij lage temperaturen.
Dit ligt aan de eigenschappen van de vloeistofkristallen en is geen defect.
Plotselinge temperatuurschommelingen veroorzaken condensvorming
aan de binnen- en buitenkant van de camera. Doe de camera in de
draagtas of een plastic zak en haal deze er pas uit als het
temperatuurverschil tussen de camera en de omgeving minimaal is
geworden.
Vermijd contact met afval, modder, zand, stof, water, gifgassen of zouten,
aangezien de camera hierdoor defect kan raken. Veeg de camera droog
als er regen- of waterdruppels op komen.
Druk niet met kracht op de monitor. Het risico bestaat dat de monitor
hierdoor breekt of niet meer naar behoren functioneert.
Ga niet zitten met de camera in uw achterzak. Hierdoor kan de behuizing
van de camera of het scherm beschadigd raken.
Voorkom schade aan de camera en draai de bevestigingsbout niet te vast
aan wanneer u de camera op een statief plaatst.
Het objectief van deze camera is niet verwisselbaar. Het objectief kan niet
worden verwijderd.
Voorzorgsmaatregelen voor het dragen en gebruiken van de
camera
7
Maak het product niet schoon met organische oplosmiddelen zoals
verfverdunner, alcohol of wasbenzine.
Verwijder stof dat zich op het objectief heeft verzameld met een
lenskwastje. Gebruik nooit een spuitbus voor het schoonmaken, omdat het
objectief hierdoor beschadigd kan raken.
Berg de camera niet op een plaats op met conserveermiddelen of
chemicaliën. Opslag in ruimten met hoge temperaturen en een hoge
luchtvochtigheid kan schimmelvorming veroorzaken. Haal de camera uit
de tas en berg hem op een droge en goed geventileerde plaats op.
Laat de camera om de één tot twee jaar nakijken teneinde de prestaties
van het product op peil te houden.
Houd er rekening mee dat de oorspronkelijke gegevens niet volledig
worden gewist wanneer u opnamen of geluidsbestanden verwijdert of een
SD-geheugenkaart of het ingebouwde geheugen formatteert. Verwijderde
bestanden kunnen soms worden teruggehaald met in de handel
verkrijgbare software. Het is de taak van de gebruiker om de privacy van
de gegevens te waarborgen.
De SD-geheugenkaart is voorzien van een
schuifje voor schrijfbeveiliging. Wanneer u
het schuifje van de schrijfbeveiliging op
LOCK zet, kunnen geen nieuwe gegevens
worden weggeschreven naar de kaart,
bestaande gegevens op de kaart kunnen
niet worden gewist en de kaart kan niet
worden geformatteerd door de camera of
een computer.
r verschijnt op het scherm als de kaart
tegen schrijven beveiligd is.
Pas op wanneer u de SD-geheugenkaart meteen na gebruik van de
camera uitneemt: de kaart kan dan heet zijn.
De camera schoonmaken
De camera opbergen
Andere voorzorgsmaatregelen
Schrijfbeveiliging
8
Houd de klep van de batterij/kaart gesloten, verwijder de SD-geheugenkaart
niet en zet de camera niet uit terwijl er op de kaart gegevens worden
opgeslagen of opnamen worden weergegeven of wanneer de camera met
een USB-kabel is aangesloten op een computer. Hierdoor kunnen de
gegevens verloren gaan of kan de kaart beschadigd raken.
Buig de SD-geheugenkaart niet en stel hem niet bloot aan hevige
schokken. Houd de kaart uit de buurt van water en bewaar hem niet op een
plaats met een hoge temperatuur.
Neem de SD-geheugenkaart niet uit tijdens het formatteren, omdat de
kaart hierdoor beschadigd kan raken en onbruikbaar kan worden.
Onder de volgende omstandigheden kunnen de gegevens op de
SD-geheugenkaart worden verwijderd. Wij aanvaarden geen enkele
aansprakelijkheid voor verwijderde gegevens
(1) als de SD-geheugenkaart verkeerd wordt behandeld door de
gebruiker.
(2) als de SD-geheugenkaart wordt blootgesteld aan statische elektriciteit
of elektrische storingen.
(3) als de SD-geheugenkaart lange tijd niet is gebruikt.
(4) als de SD-geheugenkaart wordt uitgenomen of de batterij wordt
uitgenomen terwijl er gegevens op de kaart worden opgeslagen of
aangesproken.
Als de kaart lange tijd niet wordt gebruikt, kunnen de gegevens op de kaart
onleesbaar worden. Sla regelmatig een reservekopie van belangrijke
gegevens op een computer op.
Gebruik of bewaar de kaart niet op plaatsen waar hij aan statische
elektriciteit of elektrische storingen kan worden blootgesteld.
Gebruik of bewaar de kaart niet op plaatsen waar hij wordt blootgesteld
aan rechtstreeks zonlicht of aan snelle temperatuurschommelingen of
condensatie.
Bij gebruik van een SD-geheugenkaart met een lage opnamesnelheid kan
de opname stoppen als u filmopnamen maakt, zelfs wanneer er voldoende
ruimte vrij is op de kaart. Ook kan het maken en weergeven van opnamen
veel tijd in beslag nemen.
SD-geheugenkaarten die niet eerder of in een andere camera zijn gebruikt,
moeten eerst worden geformatteerd. Zie “Het geheugen formatteren
(p.200).
9
Veilig gebruik van de camera ...........................................................1
Aandachtspunten tijdens het gebruik ...............................................5
Inhoudsopgave .................................................................................9
Indeling van de handleiding ............................................................15
Eigenschappen van de camera .........................................................16
De inhoud van het pakket controleren............................................20
Namen van onderdelen ..................................................................21
Namen van bedieningsonderdelen .................................................22
Monitorindicaties.............................................................................23
Voorbereidingen 31
De draagriem bevestigen ...................................................................32
De camera aanzetten ..........................................................................33
De batterij opladen .........................................................................33
De batterij plaatsen.........................................................................34
De netvoedingsadapter gebruiken..................................................37
De SD-geheugenkaart plaatsen .........................................................39
Aantal opnamen dat kan worden gemaakt op een
SD-geheugenkaart ................................................................... 41
De camera aan- en uitzetten ..............................................................42
Opstarten in de Weergavestand .....................................................43
Basisinstellingen ................................................................................44
De weergavetaal instellen ..............................................................44
De datum en tijd instellen ............................................................... 48
Veel voorkomende handelingen 51
De knopfuncties ..................................................................................52
A-stand .........................................................................................52
Q-stand ........................................................................................ 54
Schakelen tussen de stand A en de stand Q .............................57
De camerafuncties instellen ..............................................................58
Werken met de menu’s...................................................................58
Menulijst .........................................................................................62
Inhoudsopgave
10
Opnamen maken 67
Foto’s maken .......................................................................................68
Opnamen maken ............................................................................68
De opnamestand instellen ..............................................................71
Werken met de functie Gezichtsdetectie ........................................74
Automatisch opnamen maken
(Automatische opname, functie) ..............................................76
Opnamen maken in de Aangepaste instellingen
(Programmafunctie) .................................................................78
Opnamen maken in de basisfunctie (Groene modus) ....................79
Werken met de zoom .....................................................................81
Opnamen maken in het donker (Portret bij nacht/Nachtopname/
Digital SR/Vuurwerk/Kaarslicht) ...............................................83
Opnamen maken van mensen (Portret/Huidtint naturel) ................85
Opnamen maken van kinderen (de stand Kinderen) ......................86
Opnamen maken van uw huisdier (Huisdier) .................................87
Opnamen maken van sport en vrijetijdsbesteding
(Sport/Strand & Sneeuw) .........................................................91
Binnenshuis opnamen maken (Feest)............................................92
Opnamen maken van tekst (Tekst) ................................................93
Opnamen voorzien van een kader (Beeldinkadering) .................... 94
De zelfontspanner gebruiken..........................................................96
Een serie foto’s achter elkaar maken
(Continue opname/Continue opname snel) .............................97
Foto’s maken met de afstandsbediening (optioneel) ......................99
De functie Dig. Groothoek gebruiken
(Dig. Groothoek).....................................................................101
Panoramafoto’s maken
(Digitaal panorama)................................................................104
De opnamestanden instellen ...........................................................107
De flitsinstelling selecteren ...........................................................107
De scherpstelstand selecteren .....................................................109
De resolutie selecteren ................................................................113
De belichting instellen (Belichtingscorrectie) ................................115
De helderheid corrigeren (Instelling D-Range) .............................116
De witbalans aanpassen ..............................................................117
Lichtmeting voor automatische belichting instellen ......................119
De gevoeligheid instellen..............................................................120
Bereik Auto ISO instellen..............................................................121
De functie Knipperdetectie instellen ............................................122
De functie Shake Reduction instellen ...........................................123
De tijd voor Momentcontrole instellen ..........................................125
De opnamescherpte instellen (Scherpte) .....................................125
11
De kleurverzadiging instellen (Kleurverzadiging) .........................126
Het opnamecontrast instellen (Contrast) ......................................127
De functie Datumafdruk instellen..................................................127
De IQ-verbeteraar instellen ..........................................................128
De Groene toets instellen .............................................................129
Video-opnamen maken.....................................................................133
Een video-opname maken............................................................133
Resolutie en beeldteller van video-opnamen selecteren ..............135
De functie Movie SR (Video bewegingsreductie) instellen ...........136
De instellingen opslaan (Geheugen)...............................................138
Opnamen weergeven en wissen 141
Opnamen weergeven........................................................................142
Foto’s weergeven .........................................................................142
Video-opnamen weergeven..........................................................143
Weergave van meerdere opnamen tegelijkertijd ..........................144
Werken met de weergavefuncties ................................................147
Diavoorstelling ..............................................................................150
De opname roteren.......................................................................152
Zoomweergave.............................................................................154
Automatisch inzoomen op het gezicht van het onderwerp
(Weergave met close-up van gezicht)....................................155
Opnamen en geluidsbestanden wissen..........................................157
Eén opname wissen .....................................................................157
Geselecteerde opnamen en geluidsbestanden wissen ................159
Alle opnamen en geluidsbestanden wissen .................................161
Foto- en geluidsopnamen beveiligen tegen wissen (Beveiligen) ....162
De camera aansluiten op audiovisuele apparatuur .......................165
Opnamen bewerken en afdrukken 167
Opnamen bewerken..........................................................................168
De opnamegrootte wijzigen (Grootte wijzigen) .............................168
Opnamen uitsnijden......................................................................169
Opnamen zodanig verwerken dat gezichten kleiner lijken ...........170
De digitale filters gebruiken ..........................................................173
Ongewenste rode ogen verminderen ...........................................177
Een kader toevoegen (Beeldinkadering) ......................................178
Video bewerken............................................................................182
Opnamen en geluidsbestanden kopiëren.....................................184
Afdrukservice instellen (DPOF) .......................................................187
Afzonderlijke opnamen afdrukken ................................................187
Alle opnamen afdrukken...............................................................189
12
Geluidsopnamen maken en weergeven 191
Geluid opnemen (Geluidsopname) .................................................192
De functie Geluidsopname instellen .............................................192
Geluid opnemen ...........................................................................193
Geluidsopnamen weergeven........................................................194
Een gesproken memo toevoegen aan opnamen ...........................196
Een gesproken memo opnemen ..................................................196
Weergave van een gesproken memo...........................................197
Instellingen 199
Camera-instellingen..........................................................................200
Het geheugen formatteren............................................................200
De geluidsinstellingen wijzigen.....................................................201
De datum en tijd wijzigen..............................................................202
De wereldtijd instellen...................................................................205
De tekstgrootte van het menu instellen ........................................208
De weergavetaal wijzigen ............................................................209
De naaminstelling wijzigen van de map .......................................210
Het videosignaal wijzigen .............................................................211
Eye-Fi-communicatie instellen......................................................212
De helderheid van het scherm aanpassen ...................................213
De batterijbesparingsfunctie gebruiken ........................................214
Automatisch uitschakelen instellen..............................................215
Het opstartscherm wijzigen ..........................................................216
Defecte pixels in de CCD-sensor corrigeren
(Pixeluitlijning) ........................................................................217
Standaardinstellingen herstellen (Reset)......................................218
Aansluiten op een computer 221
De computer instellen ......................................................................222
Meegeleverde software ................................................................222
Systeemvereisten .........................................................................222
De software installeren .................................................................224
De instelling voor USB-aansluiting opgeven ................................227
Aansluiten op een computer............................................................229
De camera aansluiten op een computer.......................................229
Opnamen overbrengen.................................................................230
De camera loskoppelen van de computer ....................................233
MediaImpression starten ..............................................................234
Meer informatie over het gebruik van MediaImpression...............235
Opnamen verzenden met een Eye-Fi-kaart ....................................236
13
Bijlage 239
Beschikbare functies voor elke opnamefunctie ............................240
Berichten ...........................................................................................242
Problemen oplossen.........................................................................244
Standaardinstellingen ......................................................................246
Lijst met steden voor wereldtijd ......................................................251
Optionele accessoires......................................................................252
Belangrijkste technische gegevens ................................................253
GARANTIEBEPALINGEN..................................................................258
Index...................................................................................................265
14
In deze handleiding wordt de methode voor bediening van de
vierwegbesturing aangegeven in afbeeldingen, zoals in de voorbeelden
hieronder.
De betekenis van de in deze handleiding gebruikte symbolen wordt
hierna uitgelegd.
1
geeft het nummer aan van de pagina waarnaar wordt verwezen
voor een uitleg van het betreffende bedieningsonderdeel.
duidt op informatie die handig is om te weten.
duidt op aandachtspunten bij de bediening van de camera.
A-stand
Dit is de stand voor het maken van foto- en video-opnamen. In
deze handleiding wordt de stand voor het maken van foto’s de
foto-opnamestand genoemd. De stand voor het maken van video-
opnamen wordt aangeduid als de C-stand.
Q-stand
Dit is de stand voor het weergeven van foto’s en het afspelen van
video’s en geluidsbestanden.
4
of
3
of
5
of
2
of
15
Deze handleiding bevat de volgende hoofdstukken.
Indeling van de handleiding
1 Voorbereidingen––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u na aankoop van de camera moet
doen alvorens opnamen te maken. Lees dit hoofdstuk aandachtig door en
volg alle aanwijzingen op.
2 Veel voorkomende handelingen –––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk komen veelvoorkomende zaken aan de orde, zoals de
functies van de knoppen en het gebruik van de menu’s. Zie voor verdere
bijzonderheden de desbetreffende hoofdstukken.
3 Opnamen maken ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd op welke manieren u opnamen kunt maken
en hoe u de betreffende functies instelt.
4 Opnamen weergeven en wissen–––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u foto’s en video-opnamen weergeeft
op de camera of een tv en hoe u ze uit de camera verwijdert.
5 Opnamen bewerken en afdrukken –––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u foto’s afdrukt en bewerkt op de
camera.
6 Geluidsopnamen maken en weergeven–––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u geluid opneemt, geluid (een
gesproken memo) aan een opname toevoegt en geluidsbestanden afspeelt.
7 Instellingen ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de cameragerelateerde functies
instelt.
8 Aansluiten op een computer––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de camera aansluit op een computer
en vindt u bovendien instructies voor het aansluiten en een algemeen
overzicht van de meegeleverde software.
9 Bijlage ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt het oplossen van problemen behandeld en wordt een
overzicht gegeven van afzonderlijk verkrijgbare accessoires.
1
3
2
4
5
6
7
8
9
16
Eigenschappen van de camera
Naast de basisfuncties voor het maken van opnamen heeft deze camera
een heel scala van opnamefuncties voor uiteenlopende situaties. In dit
gedeelte wordt beschreven hoe u de basisfuncties van de camera
optimaal benut. Daarnaast wordt de bediening van de camera
gedetailleerd uitgelegd, zodat u alles uit uw camera kunt halen.
Dankzij het gebruiksvriendelijke
ontwerp van deze camera kunt u de
camera bedienen met slechts een paar
knoppen. Door het gewenste
pictogram te kiezen, kunt u de
opnamestand (p.71) selecteren en de
optimale instellingen voor de situatie
kiezen. Of u kiest de weergavestand
(p.147, p.168) om gebruik te maken
van de diverse weergave- en
bewerkingsfuncties. Aan de hand van
een bedieningsaanwijzing op het
scherm kunt u zien welke functies in elke stand beschikbaar zijn en hoe
u ze gebruikt.
Eenvoudig te gebruiken opname- en
weergavestanden!
In het opnamestandenpalet wordt een
bedieningsaanwijzing voor de opnamestand
weergegeven en in het weergavepalet wordt een
bedieningsaanwijzing voor de weergavestand
weergegeven (p.71, p.147).
In de Groene modus kunt u eenvoudig opnamen maken
met de standaardinstellingen (p.79).
17
De camera heeft een functie voor Gezichtsdetectie waarmee gezichten
in de compositie worden gedetecteerd, waarop vervolgens automatisch
wordt scherpgesteld en uitgelicht. De functie kan maximaal 32 gezichten
per opname detecteren (*), zodat u er ook heel goed groepsportretten
mee kunt maken. De sluiter wordt automatisch ontspannen als de
mensen glimlachen. Als op het moment van opname iemand net met de
ogen heeft geknipperd, krijgt u daarvan een melding, zodat u de opname
opnieuw kunt maken, tot hij is gelukt. Er is ook een functie voor het
achtereenvolgens uitvergroten van alle gezichten bij weergave, zodat u
snel de uitdrukking kunt beoordelen.
* Op de monitor worden maximaal 31 gezichtsdetectiekaders
weergegeven.
Als u met deze camera een opname
maakt, kunt u een keuze maken uit
onze originele kaders om aan de
opname een leuk kader toe te voegen
(p.94). U kunt ook kaders toevoegen
aan reeds gemaakte opnamen
(p.178). De positie van het onderwerp
op de foto aanpassen of de opname
vergroten of verkleinen om hem aan te
passen aan de vorm en grootte van het
kader. Zo hoeft u nooit meer te
controleren of het onderwerp in het
kader past.
Perfect voor portretopnamen!
Voeg allerlei kaders toe aan uw opnamen!
Functie Gezichtsdetectie (p.74)
Standen voor het maken van indrukwekkende opnamen
van mensen (p.85)
Close-ups van gezichten tijdens weergave voor
eenvoudige controle (p.155)
Voor het verfraaien van
opnamen met een kader
18
Met deze camera kunt u gemaakte opnamen en geluidsbestanden op
datum weergeven in kalendervorm (p.146). Zo vindt u snel de foto of
geluidsopname die u wilt weergeven.
Deze camera is uitgerust met een bewegingsreductiefunctie (Movie SR)
om tijdens het opnemen camerabewegingen te reduceren (p.136).
U kunt bovendien films opnemen in 1280×720 pixel (16:9) HDTV-
formaat (*) (p.135).
* Bij aansluiting en weergave van opnamen op AV-apparatuur worden
opnamegegevens met een normale schermresolutie uitgevoerd. Om
in HDTV films te bekijken, moet u de gegevens overzetten naar een
computer en daarop afspelen.
Deze camera heeft tal van
functies voor het weergeven en
bewerken van opnamen zonder
de camera eerst aan te sluiten op
een computer om de opnamen
over te brengen. Met deze camera
kunt u foto- en video-opnamen
maken en bewerken (p.168).
Opnamen en geluidsbestanden weergeven in
kalendervorm!
Geavanceerde functies voor video-opnamen
U kunt met tal van camerafuncties genieten van
de weergave van opnamen zonder dat u een
computer nodig hebt!
Gebruik de camera om leuke video-opnamen te maken
van uw kinderen of huisdieren als een visueel dagboek
van hun ontwikkeling (p.133).
19
U kunt de functies Formaat wijzigen (p.168), Uitsnijden
(p.169) en Rode-ogenreductie (p.177) gebruiken als de
opname wordt weergegeven in de weergavestand.
U kunt een video-opname in twee delen opsplitsen of
een beeldje uit een video-opname selecteren en opslaan
als foto (p.182).
20
Artikelen die zijn gemarkeerd met een sterretje (*) zijn ook beschikbaar als
optionele accessoires.
De batterijlader en het netsnoer zijn alleen samen verkrijgbaar (in de
batterijladerset K-BC92).
ZieOptionele accessoires” (p.252) voor meer optionele accessoires.
De inhoud van het pakket controleren
Camera
Optio RZ18/Optio RX18
Draagriem
O-ST104 (*)
Software (cd-rom)
S-SW121
USB-kabel
I-USB7 (*)
AV-kabel
I-AVC7 (*)
Oplaadbare lithium-
ionbatterij D-LI92 (*)
Batterijlader
D-BC92 (*)
Netsnoer (*) Minihandleiding
Handleiding
(deze handleiding)
21
Voorzijde
Namen van onderdelen
Microfoon
Luidspreker
Objectief
Flitser
Lampje zelfontspanner/
hulp bij scherpstelling
Sluiting van klep
voor batterij/kaart
Statiefaansluiting
Ontvanger
afstandsbediening
Klep voor batterij/kaart
22
Achterzijde
Namen van bedieningsonderdelen
Zie “De knopfuncties” (p.52 - p.56) voor uitleg over de werking van elke
knop.
Scherm
Aan/uit-knop
Ontspanknop
Riembevestiging
Klepje PC/AV-
aansluiting
4/W-knop
Groene/i toets
Vierwegbesturing
Knop 3
Zoomknop
Knop I
Aan/uit-knop
Q-knop
Ontspanknop
23
Op het scherm wordt informatie weergegeven zoals de
opnameomstandigheden in de opnamestand. Telkens wanneer u op de
knop 4/W drukt, verandert de weergave als volgt: “Normale
weergave”, “Histogram + Info” en “Geen Info”.
Monitorindicaties
Weergave in de stand A
Als de opnamestand is ingesteld op 9 (Groene)
modus, is het beeld op de monitor als in de
afbeelding rechts hiernaast. U kunt de informatie
op het scherm niet wijzigen door op de knop
4/W (p.79) te drukken.
14:25
1 4 : 2 5
14:25
38
3 8
38
OK
OK
OK
38
3 8
38
200
200
200
09/09/2011
0 9 / 0 9 / 2 0 11
09/09/2011
Histogram + Info
Geen Info
Normale weergave
38
3 8
38
24
Normale weergave in de foto-opnamestand
* 3 is afhankelijk van de instelling voor [Inst, D-range] in het menu
[A Opnemen].
P Wanneer [Hooglichtcor.] op O staat
Q Wanneer [Schaduwcorrectie] op O staat
O Wanneer [Hooglichtcor.] en [Schaduwcorrectie] beide op O
staan
Als [Hooglichtcor.] en [Schaduwcorrectie] beide zijn ingesteld op P
(Uit), wordt niets weergegeven bij 3.
1
Opnamestand (p.71)
10
Pictogram Eye-Fi (p.236)
2
Pictogram Gezichtsdetectie
(p.74)
11
Pictogram Digitale zoom/
Intelligente zoom (p.81)
3
Instelling D-range (p.116)
12
Geheugenstatus (p.42)
4
Pictogram camerabeweging
(p.123)
13
Resterende opslagcapaciteit
14
Indicatie batterijniveau (p.36)
5
Sluitertijd
15
Scherpstelkader (p.68)
6
Diafragma
16
Datum en tijd (p.48)
7
Flitsinstelling (p.107)
17
Belichtingscorrectie (p.115)
8
Transportstand (p.96, p.97)
18
Instelling Datumafdruk (p.127)
9
Scherpstelinstelling (p.109)
19
Instelling wereldtijd (p.205)
14:25
1 4 : 2 5
14:25+1.0
+ 1 . 0
+1.0
38
3 8
38
09/09/2011
0 9 / 0 9/ 20 11
09/09/2011
F3.5
F 3 . 5
F3.5
1/250
1 / 2 5 0
1/250
16
191817
1
119
13
14
15
12
87
2
3
4
5
6
10
25
* 4 varieert al naar gelang van de volgende omstandigheden.
M Wanneer u de ontspanknop half indrukt met [Shake Reduction] in
het menu [A Opnemen] op [CCD-shift] of [Beide]
l Wanneer [Shake Reduction] op [Uit] staat (Als de camera
waarschijnlijk zal bewegen, wordt f aangegeven wanneer u
de ontspanknop half indrukt.)
* 5 en 6 verschijnen alleen wanneer de ontspanknop tot halverwege
wordt ingedrukt.
*Bij 9 wordt q weergegeven op de monitor als de scherpstelinstelling is
ingesteld op = en de functie Auto-Macro is geactiveerd (p.109).
* Sommige indicaties worden afhankelijk van de opnamestand
weergegeven.
Histogram + Info/Geen Info in de foto-opnamestand
A1 t/m A19 en B1 worden weergegeven wanneer “Histogram + Info” is
geselecteerd. Alleen B1
wordt weergegeven als “Geen Info” is
geselecteerd.
F3.5
F 3 . 5
1/250
1 / 2 5 0
F3.5
1/250
38
3 8
38
200
200
200
+1.0
+ 1 . 0
+1.0
+ 1 . 0
+1.0
A
1
A5 A6 A7 A8
A
2
A
3
B1
A
4
B2
B3
A18 A19
A17
A16
A15
A14
A13
A12
A11
A10
A9
26
* A3 is afhankelijk van de instelling voor [Inst, D-range] in het menu
[A Opnemen].
P Wanneer [Hooglichtcor.] op O staat
Q Wanneer [Schaduwcorrectie] op O staat
O Wanneer [Hooglichtcor.] en [Schaduwcorrectie] beide op O
staan
Als [Hooglichtcor.] en [Schaduwcorrectie] beide zijn ingesteld op P
(Uit), wordt niets weergegeven bij A3.
* A4 varieert al naar gelang van de volgende omstandigheden.
M Wanneer u de ontspanknop half indrukt met [Shake Reduction] in
het menu [A Opnemen] op [CCD-shift] of [Beide]
l Wanneer [Shake Reduction] op [Uit] staat (Als de camera
waarschijnlijk zal bewegen, wordt f aangegeven wanneer u
de ontspanknop half indrukt.)
* B2 en B3 verschijnen alleen wanneer de ontspanknop tot halverwege
wordt ingedrukt.
* Wanneer de opnamestand b (Automatische opname) is en u drukt
de ontspanknop half in, dan wordt de automatisch geselecteerde
opnamestand weergegeven bij A1, zelfs als “Geen Info” is
geselecteerd (p.76).
* Sommige indicaties worden afhankelijk van de opnamestand
weergegeven.
A1
Opnamestand (p.71)
A12
Indicatie batterijniveau
(p.36)
A2
Pictogram Gezichtsdetectie
(p.74)
A13
Resolutie (p.113)
A3
Instelling D-range (p.116)
A14
Witbalans (p.117)
A4
Pictogram camerabeweging
(
p.123
)
A15
Autom. belicht. (p.119)
A16
Gevoeligheid (p.120)
A5
Flitsinstelling (p.107)
A17
Histogram (p.29)
A6
Transportstand (p.96, p.97)
A18
Belichtingscorrectie (p.115)
A7
Scherpstelinstelling (p.109)
A19
Instelling Datumafdruk
(p.127)
A8
Pictogram Eye-Fi (p.236)
A9
Digitale zoom/
Intelligente zoom (p.81)
B1
Scherpstelkader (p.68)
B2
Sluitertijd
A10
Geheugenstatus (p.42)
B3
Diafragma
A11
Resterende opslagcapaciteit
27
Op het scherm wordt informatie weergegeven van de opname in de
weergavestand. Telkens wanneer u op de knop 4/W drukt,
verandert de weergave als volgt: “Normale weergave”, “Histogram +
Info” en “Geen Info”.
Weergave in de stand Q
OK
OK
OK
F3.5
F 3 . 5
1/250
1 / 2 5 0
F3.5
1/250
100
1 0 0
-
0038
0 0 3 8
100
-
0038
14:25
1 4 : 2 5
14:25
200
200
200
Bewerken
Bewerken
Bewerken
09/09/2011
0 9 / 0 9 / 2 0 11
09/09/2011
100
1 0 0
-
0038
0 0 3 8
100
-
0038
14:25
1 4 : 2 5
14:25
Bewerken
Bewerken
Bewerken
09/09/2011
0 9 / 0 9 / 2 0 11
09/09/2011
Bewerken
Bewerken
Bewerken
16
M
Normale weergave
Histogram + Info
Geen Info
28
Normale weergave/Histogram + Info in weergavestand
(Alle onderdelen zijn hier alleen voor uitlegdoeleinden weergegeven.)
Op het scherm wordt informatie weergegeven zoals de
opnameomstandigheden. A1 t/m A12 verschijnen wanneer “Normale
weergave” of “Histogram + Info” is geselecteerd. B1 t/m B7 verschijnen
alleen wanneer “Histogram + Info” is geselecteerd.
* A1 wordt alleen weergegeven als de functie Gezichtsdetectie actief
was tijdens het maken van de opname.
* Bij “Normale weergave” verdwijnen A9 en A11 als gedurende twee
seconden geen bedieningshandelingen worden verricht.
A1
Pictogram Gezichtsdetectie
(p.74)
A9
Indicatie batterijniveau (p.36)
A10
Pictogram voor volume
A2
Weergavestand
A11
Datum en tijd van de opname
(p.48)
Q : Foto’s (p.142)
K : Video (p.143)
A12
Bedieningsaanwijzing voor
vierwegbesturing
L : Geluid (p.194)
A3
Pictogram voor beveiliging
(p.162)
B1
Resolutie (p.113)
B2
Witbalans (p.117)
A4
Pictogram voor gesproken
memo (p.197)
B3
Autom. belicht. (p.119)
B4
Gevoeligheid (p.120)
A5
Pictogram Eye-Fi (p.236)
B5
Sluitertijd
A6
Geheugenstatus (p.42)
B6
Diafragma
A7
Mapnummer (p.210)
B7
Histogram (p.29)
A8
Bestandsnummer
F3.5
F 3 . 5
1/250
1 / 2 5 0
F3.5
1/250
100
1 0 0
-
0038
0 0 3 8
100
-
0038
14:25
1 4 : 2 5
14:25
200
200
200
Bewerken
Bewerken
Bewerken
09/09/2011
0 9 / 0 9/ 20 11
09/09/2011
A
2
A
3
A9
B7
A11
A12
A7
A8
B1
B2
B3
B4
B5
B6
A
1
A10
A
4
A6
A
5
29
* A10 verschijnt alleen als het volume tijdens weergave van
video-opnamen, geluidsbestanden of gesproken memo’s wordt
gewijzigd (p.143, p.194, p.197).
* A12 verschijnt zelfs wanneerGeen informatie” is geselecteerd, maar
verdwijnt als gedurende twee seconden geen bedieningshandelingen
worden verricht. Als bij “Normale weergave” of “Histogram + Info”
gedurende twee seconden geen bedieningshandelingen worden
verricht, verdwijnt alleen “Bewerken”.
Tijdens de bediening verschijnen op het scherm aanwijzingen voor de
bediening van de beschikbare knoppen/toetsen. Deze worden als volgt
weergegeven.
Een histogram toont de
helderheidsverdeling van een
opname. De horizontale as
vertegenwoordigt helderheid
(donker aan de linkerzijde en
licht aan de rechterzijde) en de
verticale as vertegenwoordigt
het aantal pixels.
De vorm van het histogram vóór
en na de opname maakt
duidelijk of de helderheid en het contrast al dan niet goed zijn. Op basis
hiervan bepaalt u of de belichting moet worden bijgeregeld en of u de
foto opnieuw moet maken.
Bedieningsaanwijzingen
2 Vierwegbesturing (2) Zoomknop
3 Vierwegbesturing (3)
4/W-knop
4 Vierwegbesturing (4) Ontspanknop
5 Vierwegbesturing (5)
X,
i Groene/i toets
Knop 3
I,
J Knop I
Het histogram gebruiken
De belichting instellen (Belichtingscorrectie) 1p.115
OK
SHUTTER
MENU
Aantal pixels
Helderheid(Donker) (Licht)
30
Inzicht in helderheid
Als de helderheid goed is, vertoont de grafiek in het midden een piek. Als
de opname te donker is, bevindt de piek zich links; als de opname te licht
is, bevindt de piek zich rechts.
Als de opname te donker is, wordt het gedeelte links afgesneden
(donkere delen) en als de opname te helder is, wordt het gedeelte rechts
afgesneden (heldere delen).
Inzicht in contrast
De piek loopt geleidelijk op als het contrast van de opname in evenwicht
is. De grafiek vertoont aan beide zijden een piek die naar het midden toe
sterk daalt als de opname een groot verschil in contrast vertoont en er
weinig gemiddelde helderheidsniveaus zijn.
Donkere opname Goede opname Lichte opname
1 Voorbereidingen
De draagriem bevestigen .........................32
De camera aanzetten ................................33
De SD-geheugenkaart plaatsen ...............39
De camera aan- en uitzetten .................... 42
Basisinstellingen ......................................44
32
1
Voorbereidingen
De draagriem bevestigen
Bevestig de met de camera meegeleverde draagriem (O-ST104).
1
Leid het dunne uiteinde van de riem door de
riembevestiging.
2
Haal het andere uiteinde door het lusje en trek de riem
stevig aan.
2
1
33
1
Voorbereidingen
De camera aanzetten
Gebruik de meegeleverde batterijlader (D-BC92) om de meegeleverde
oplaadbare lithium-ionbatterij (D-LI92) op te laden voordat u de batterij
voor het eerst in de camera gebruikt of nadat de batterij lang niet is
gebruikt. Doe dit ook wanneer de melding [Batterij leeg] verschijnt.
Opmerking: Specificaties netsnoer type SPT-2 of NISPT-2, flexibel
snoer 18/2, 125 V, 7 A, minimaal 1,8 m.
1
Sluit het netsnoer aan op de batterijlader.
2
Sluit het netsnoer aan op een stopcontact.
3
Plaats de batterij zo in de batterijlader dat het
PENTAX-logo zichtbaar is.
De oplaadindicatie brandt terwijl de batterij wordt opgeladen en gaat
uit wanneer het opladen gereed is.
4
Haal de batterij uit de batterijlader wanneer het opladen
gereed is.
De batterij opladen
3
1
2
Batterijlader
Oplaadindicatie
Tijdens het opladen: Licht op
Opladen gereed: Gaat uit
Batterij
Netsnoer
Naar
stopcontact
34
1
Voorbereidingen
Gebruik de oplaadbare lithium-ion-batterij D-LI92 die bij de camera is
geleverd. Laad de batterij op voordat u ze voor het eerst in de camera
gebruikt.
1
Open de klep van de batterij/kaart.
Schuif de sluiting van de klep van de batterij/kaart in de richting van de
pijl 1 en open de klep 2.
Gebruik de meegeleverde batterijlader (D-BC92) uitsluitend voor het
opladen van oplaadbare D-LI92 lithium-ionbatterijen, anders kan de
lader oververhit of beschadigd raken.
De batterij is opgebruikt wanneer ze snel leeg raakt nadat u ze hebt
opgeladen. Vervang ze door een nieuwe batterij.
Als de batterij correct is geplaatst maar de oplaadindicatie niet gaat
branden, is de batterij mogelijk defect. Vervang ze door een nieuwe
batterij.
Volledig opladen duurt maximaal ca. 120 minuten. (De oplaadtijd kan
varren met de omgevingstemperatuur en de oplaadomstandigheden.)
De batterij kan naar behoren worden opgeladen als de
omgevingstemperatuur tussen 0 °C en 40 °C is.
De batterij plaatsen
Klep voor batterij/
kaart
Batterijvergrendelingsknop
Batterij
Sluiting van klep
voor batterij/kaart
35
1
Voorbereidingen
2
Duw de batterijvergrendelingsknop in de richting van
3 en plaats de batterij met het PENTAX-logo naar de
lens gericht.
Lijn de markeringen op de batterij uit met de markeringen in het
batterijvak en duw de batterij aan tot ze vast klikt.
3
Sluit de klep van de batterij/kaart.
Sluit de klep van de batterij/kaart en schuif de sluiting in de
tegengestelde richting van de pijl 1. Wanneer u een klik hoort, is de
klep goed dicht.
1
Open de klep van de batterij/kaart.
2
Druk de vergrendelingsknop van de batterij-/kaartklep
in de richting van 3.
De batterij wordt uitgeworpen. Let erop dat u de batterij niet laat vallen
als u deze verwijdert.
Plaats de batterij zo dat het PENTAX-logo naar de lens is gericht. Als de
batterij verkeerd is geplaatst, kunnen er storingen optreden of werkt de
camera niet.
De batterij uitnemen
Deze camera maakt gebruik van een oplaadbare lithium-ionbatterij
D-LI92. Gebruik geen andere soorten batterijen, aangezien dit kan
leiden tot schade aan de camera en storingen.
Plaats de batterij op de juiste wijze. Als de batterij verkeerd is
geplaatst, kunnen er storingen optreden of werkt de camera niet.
Verwijder de batterij niet terwijl de camera is ingeschakeld.
Wanneer u de batterij langer dan zes maanden wilt opbergen, laad de
batterij dan gedurende dertig minuten op met de batterijlader en berg
de batterij apart op.
Laad de batterij elke zes tot twaalf maanden opnieuw op. Berg de
batterij bij voorkeur op bij of onder kamertemperatuur. Berg de batterij
niet op bij hoge temperaturen.
Als er langere tijd geen batterij in de camera is geplaatst, worden de
datum en tijd mogelijk teruggezet.
Wees voorzichtig, want de camera of de batterij kan heet worden als
u de camera gedurende langere tijd gebruikt.
36
1
Voorbereidingen
Beeldopslagcapaciteit, opnametijd voor video-opnamen,
geluidsopnametijd en weergavetijd
(bij 23 °C, met ingeschakeld scherm en volledig opgeladen batterij)
*1 Beeldopslagcapaciteit toont bij benadering het aantal opnamen dat is
gemaakt tijdens tests die zijn uitgevoerd conform CIPA (bij ingeschakeld
scherm, ingeschakelde flitser voor 50% van de opnamen en bij 23 °C).
In de praktijk kan dit afwijken, afhankelijk van de
opnameomstandigheden.
*2 Op basis van de resultaten van tests bij PENTAX.
Indicatie batterijniveau
U kunt het batterijniveau aflezen aan de indicatie op het scherm.
Beeldopslagcapaciteit
*1
(met gebruik van de
flitser voor 50% van de
opnamen)
Video-opnametijd
*2
Geluidsopnametijd
*2
Weergavetijd
*2
Ca. 240 opnamen Ca. 100 min. Ca. 300 min. Ca. 230 min.
In het algemeen kunnen de batterijprestaties tijdelijk minder worden bij
een daling van de temperatuur.
Neem een reservebatterij mee als u naar het buitenland of naar een
koud gebied gaat of als u van plan bent veel opnamen te maken.
Schermaanduiding Batterijstatus
(groen) Er is nog voldoende stroom.
(groen) Batterij raakt leeg.
(geel) Batterij is bijna leeg.
(rood) Batterij is uitgeput.
[Batterij leeg]
Nadat dit bericht is verschenen, wordt de camera
uitgeschakeld.
37
1
Voorbereidingen
Als u van plan bent de camera langdurig te gebruiken of aan te sluiten
op een computer, wordt gebruik van de optionele netvoedingsadapterset
K-AC117 aanbevolen.
1
Zorg dat de camera is uitgeschakeld en open de klep
van de batterij/kaart.
2
Verwijder de batterij.
Raadpleeg p.34 - p.35 voor instructies aangaande het openen en
sluiten van de batterij-/kaartklep en het verwijderen van de batterij.
3
Plaats het koppelstuk terwijl u de
batterijvergrendelingsknop ingedrukt houdt.
Controleer of het koppelstuk op zijn plaats vergrendeld is.
4
Trek het snoer van het koppelstuk naar buiten.
Trek het lipje op de aansluiting van de camera met de batterij-/
kaartklep naar buiten zodat het snoer van het gelijkstroomkoppelstuk
naar buiten kan komen.
5
Sluit de klep van de batterij/kaart.
De netvoedingsadapter gebruiken
Netsnoer
Gelijkstroomconnector
3
4
Netvoedingsadapter
6
1
8
7
Gelijk-
stroom-
koppelstuk
38
1
Voorbereidingen
6
Sluit de gelijkstroomconnector van de
netvoedingsadapter aan op de gelijkstroomingang van
het gelijkstroomkoppelstuk.
7
Sluit het netsnoer aan op de netvoedingsadapter.
8
Sluit het netsnoer aan op een stopcontact.
Zorg dat de camera is uitgeschakeld alvorens de netvoedingsadapter
aan te sluiten of los te maken.
Zorg dat het netsnoer en de gelijkstroomconnector waarmee de
netvoedingsadapter op de camera wordt aangesloten, goed zijn
aangesloten. Als er gegevens worden opgenomen op de SD
geheugenkaart of in het interne geheugen, kunnen er gegevens
verloren gaan wanneer een van beide of beide losraken.
Voorkom brand of elektrische schokken en ga voorzichtig om met de
netvoedingsadapter.
Lees “Over de batterijlader en de netvoedingsadapter” (p.3) voordat u
de netvoedingsadapter gebruikt.
Lees vóór gebruik van de netvoedingsadapterset K-AC117 eerst de
bijbehorende gebruiksaanwijzing.
39
1
Voorbereidingen
De SD-geheugenkaart plaatsen
In deze camera wordt gebruikgemaakt van SD-, SDHC- of
SDXC-geheugenkaarten. (Deze kaarten worden hierna
SD-geheugenkaarten genoemd.) Gemaakte opnamen en
geluidsbestanden worden op de SD-geheugenkaart opgeslagen
wanneer deze in de camera is geplaatst. Wanneer er geen kaart is
geplaatst, worden opnamen opgeslagen in het interne geheugen (p.42).
Een SD-geheugenkaart die nooit is gebruikt of in een andere
camera of een ander digitaal apparaat is gebruikt, moet eerst met
deze camera worden geformatteerd (geïnitialiseerd). Zie “Het
geheugen formatteren” (p.200) voor aanwijzingen aangaande
formatteren.
Wanneer u voor het eerst een nieuwe Eye-Fi-kaart wilt gebruiken,
moet u het installatiebestand van Eye-Fi Manager naar de computer
kopiëren voordat u de kaart formatteert.
Zet de camera uit voordat u de SD-geheugenkaart plaatst of uitneemt.
De opslagcapaciteit voor foto’s hangt af van de capaciteit van de
SD-geheugenkaart, en het geselecteerde aantal opnamepixels en
kwaliteitsniveau (p.41).
De zelfontspanner-LED knippert terwijl er wordt gecommuniceerd met
de SD-geheugenkaart (gegevens worden opgenomen of gelezen).
Kopie van gegevens opslaan
Het is mogelijk dat de camera niet in staat is om gegevens op te halen uit het
interne geheugen in geval van een storing. Sla belangrijke gegevens daarom
op uw computer of een ander apparaat op.
40
1
Voorbereidingen
1
Open de klep van de batterij/kaart.
Schuif de sluiting van de klep van de batterij/kaart in de richting van de
pijl 1 en open de klep 2.
2
Plaats de SD-geheugenkaart in de sleuf voor de
SD-geheugenkaart, met het etiket naar de achterkant
van de camera (de kant met de monitor) gericht.
Duw de kaart naar binnen (moet vastklikken). Als de kaart niet
helemaal in de camera is geplaatst, worden gegevens mogelijk niet
correct opgeslagen.
3
Sluit de klep van de batterij/kaart.
Sluit de klep van de batterij/kaart en schuif de sluiting in de
tegengestelde richting van de pijl 1. Wanneer u een klik hoort, is de
klep goed dicht.
1
Open de klep van de batterij/kaart.
2
Duw de kaart verder in de sleuf van de
SD-geheugenkaart om hem uit te nemen.
Trek de kaart naar buiten.
De SD-geheugenkaart verwijderen
SD-geheugenkaart
Sleuf SD-geheugenkaart
Klep voor batterij/
kaart
Sluiting van klep
voor batterij/kaart
41
1
Voorbereidingen
De bestandsgrootte van de opnamen is afhankelijk van de instelling voor
opnamepixels en dus is het aantal opnamen dat kan worden opgeslagen
op de SD-geheugenkaart daar ook van afhankelijk.
Kies het gewenste aantal opnamepixels voor foto’s in het menu
[A Opnemen].
Kies het gewenste aantal opnamepixels en de beeldsnelheid bij [Video]
in het menu [A Opnemen].
Raadpleeg “Belangrijkste technische gegevens” (p.254) voor een
globale indicatie van het aantal opnamen of de duur van video-opnamen
die kunnen worden opgeslagen op een SD-geheugenkaart.
Aantal opnamen dat kan worden gemaakt op een
SD-geheugenkaart
De resolutie selecteren 1p.113
Resolutie en beeldteller van video-opnamen selecteren 1p.135
42
1
Voorbereidingen
De camera aan- en uitzetten
1
Druk op de aan/uit-knop.
De camera gaat aan en het scherm wordt ingeschakeld.
Wanneer u de camera aanzet, gaat de objectiefbescherming open en
schuift het objectief uit.
Als het scherm [Language/ ] of [Datum instellen] verschijnt na het
inschakelen van de camera, volg dan de procedure op p.44 om de taal
en/of de datum en tijd in te stellen.
2
Druk nogmaals op de aan/uit-knop.
Het scherm gaat uit, het objectief schuift in en de camera gaat uit.
De SD-geheugenkaart wordt gecontroleerd als
u de camera inschakelt. Daarna wordt de
status van het geheugen weergegeven.
Foto’s maken 1p.68
De SD-geheugenkaart controleren
a
Er is een SD-kaart in de camera geplaatst.
Opnamen en geluidsbestanden worden
opgeslagen op de SD-geheugenkaart.
+
Er is geen SD-geheugenkaart in de camera
geplaatst. Opnamen en geluidsbestanden
worden opgeslagen in het interne geheugen.
r
De schrijfbeveiliging op de SD-geheugenkaart
is ingeschakeld (p.7).
U kunt geen opnamen of geluid opslaan.
Aan/uit-knop
38
3 8
38
14:25
1 4 : 2 5
14:25
09/09/2011
0 9 / 0 9 / 2 0 11
09/09/2011
Geheugenstatus
43
1
Voorbereidingen
Als u direct opnamen of geluidsbestanden wilt weergeven zonder foto’s
te maken, kunt u de camera opstarten in de weergavestand.
1
Druk op de aan/uit-knop terwijl u de Q-knop ingedrukt
houdt.
Het scherm wordt ingeschakeld terwijl het objectief ingeschoven is en
de camera wordt ingeschakeld in de weergavestand.
Opstarten in de Weergavestand
Als u van de weergavestand wilt overschakelen naar de opnamestand,
drukt u op de knop Q of drukt u de ontspanknop tot halverwege in.
Foto’s weergeven 1p.142
Q-knop
Aan/uit-knop
44
1
Voorbereidingen
Basisinstellingen
Het scherm [Language/ ] verschijnt nadat de camera voor de eerste
keer is ingeschakeld. Voer de stappen uit bij “De weergavetaal instellen
hieronder om de taal in te stellen en bij “De datum en tijd instellen” (p.48)
om de huidige datum en tijd in te stellen.
1
Kies de gewenste schermtaal met
de vierwegbesturing (2345).
De taal, datum en tijd kunnen achteraf worden gewijzigd. Raadpleeg de
pagina’s hierna voor instructies.
De taal wijzigt u door de stappen onder “De weergavetaal wijzigen” (1p.209)
uit te voeren.
De datum en tijd wijzigt u door de stappen onder “De datum en tijd wijzigen”
(1p.202) uit te voeren.
De weergavetaal instellen
Knop 3
Vierwegbesturing
Knop 4
MENU
Stop
English
Nederlands
Svenska
Italiano
Dansk
OK
Deutsch
Polski
Magyar
Suomi
OK
45
1
Voorbereidingen
2
Druk op de knop 4.
Het scherm [Basisinstellingen] wordt
weergegeven in de geselecteerde taal.
Ga verder met stap 3 als u meteen de juiste
instellingen voor [Thuistijd] en [Zomertijd]
ziet.
Ga naar “Thuistijd en zomertijd instellen
(p.47) als de gewenste instellingen niet
verschijnen.
3
Druk twee keer op de
vierwegbesturing (3) om
[Instellingen voltooid] te
selecteren.
4
Druk op de knop 4.
Het scherm [Datum instellen] verschijnt. Stel de datum en tijd in
volgens de procedure in “De datum en tijd instellen” (p.48).
Basisinstellingen
MENU
Stop
Instellingen voltooid
Nederlands
DST
OFF
OFF
OFF
Thuistijd
Amsterdam
Zomertijd
Basisinstellingen
MENU
Stop
Instellingen voltooid
Nederlands
DST
OFF
OFF
OFF
Thuistijd
Amsterdam
OK
OK
46
1
Voorbereidingen
Als u per ongeluk de verkeerde taal selecteert en naar de volgende procedure
gaat, zet u de taal als volgt terug.
Wanneer per ongeluk de verkeerde taal is geselecteerd
1
Druk op de vierwegbesturing (5).
2
Selecteer de gewenste taal met de vierwegbesturing
(2345) en druk op de knop 4.
Het scherm [Basisinstellingen] wordt weergegeven in de
geselecteerde taal.
Wanneer het scherm na stap 2 in de verkeerde taal verschijnt
1
Druk op de knop 3.
Het instelscherm wordt geannuleerd en de camera gaat in de
foto-opnamestand.
2
Druk op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
4
Selecteer [Language/ ] met de vierwegbesturing
(32).
5
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Language/ ] verschijnt.
6
Selecteer de gewenste taal met de vierwegbesturing
(2345).
7
Druk op de knop 4.
Het menu [W Instelling] verschijnt in de geselecteerde taal.
De gewenste taal is nu ingesteld. Als u [Thuistijd], [Datum] en [Tijd] opnieuw wilt
instellen, raadpleegt u de pagina’s hierna voor aanwijzingen.
Voer de stappen uit inDe wereldtijd instellen” (1p.205) als u [Thuistijd] wilt
wijzigen.
Als u [Datum] en [Tijd] wilt wijzigen, voer dan de stappen uit inDe datum en
tijd wijzigen” (1p.202).
47
1
Voorbereidingen
3
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader gaat naar [W Thuistijd].
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [W Thuistijd] verschijnt.
5
Kies een stad met de
vierwegbesturing (45).
6
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader gaat naar [Zomertijd].
7
Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing
(45).
8
Druk op de knop 4.
Het scherm [Basisinstellingen] verschijnt weer.
9
Druk op de vierwegbesturing (3)
om [Instellingen voltooid] te
selecteren.
10
Druk op de knop 4.
Het scherm [Datum instellen] verschijnt. Stel de datum en tijd in.
Thuistijd en zomertijd instellen
Basisinstellingen
MENU
Stop
Nederlands
Thuistijd
Amsterdam
Instellingen voltooid
Thuistijd
Stad Amsterdam
Zomertijd
MENU
Stop
OK
OK
Basisinstellingen
MENU
Stop
Instellingen voltooid
Nederlands
DST
OFF
OFF
OFF
Thuistijd
Amsterdam
OK
OK
48
1
Voorbereidingen
Stel de actuele datum en tijd en de weergavestijl in.
1
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader gaat naar [MM/DD/JJ].
2
Kies met de vierwegbesturing
(23) de datumweergave.
Kies tussen [MM/DD/JJ], [DD/MM/JJ]
en [JJ/MM/DD].
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader gaat naar [24h].
4
Selecteer [24h] (24-uurs
weergave) of [12h] (12-uurs
weergave) met de
vierwegbesturing (23).
5
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader gaat naar [Datumweergave].
6
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader gaat naar [Datum].
Het videosignaal (NTSC/PAL) is ingesteld op het systeem van de stad die is
geselecteerd bij [Thuistijd] op het scherm [Basisinstellingen]. Raadpleeg “Lijst
met steden voor wereldtijd (p.251) om te achterhalen welk videosignaal voor
elke stad geldt als basisinstelling, en “Het videosignaal wijzigen” (p.211) voor
het wijzigen van het videosignaal.
De datum en tijd instellen
MENU
Datum instellen
Stop
Datumweergave
D
atu
m
Tijd
Instellingen voltooid
DD/MM/JJ
01/01/2011
0 0:00
24h
MENUMENU
Datum instellen
Stop
Datumweergave
D
atu
m
Tijd
Instellingen voltooid
01/01/2011
0 0:00
DD/MM/JJ
24h
49
1
Voorbereidingen
7
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader gaat naar de maand.
8
Wijzig de maand met de
vierwegbesturing (23).
Wijzig de dag en het jaar op dezelfde wijze.
Wijzig vervolgens de tijd.
Als u [12h] hebt geselecteerd bij stap 4,
verandert de aanduiding in am (vóór
12:00 uur ’s middags) of pm (na 12:00 uur ’s
middags), al naar gelang de tijd.
9
Druk op de vierwegbesturing (3)
om [Instellingen voltooid] te
selecteren.
10
Druk op de knop 4.
Hiermee bevestigt u datum en tijd.
Als u in stap 10 op de knop 4 drukt, wordt de klok van de camera
teruggezet op 00 seconden. Om de exacte tijd in te stellen, drukt u
op de knop 4 wanneer het tijdsignaal (op tv, radio, enz.) precies
00 seconden aangeeft.
Wanneer het scherm [Basisinstellingen] of [Datum instellen] wordt
weergegeven, kunt u de tot dat punt opgegeven instellingen annuleren
en overschakelen naar de opnamestand door op de knop 3 te
drukken. In dit geval verschijnt het scherm [Basisinstellingen] weer
wanneer u de camera opnieuw aanzet.
MENU
Datum instellen
Stop
Datumweergave
D
atu
m
Tijd
Instellingen voltooid
01/01/2011
0 0:00
DD/MM/JJ 24h
MENU
Datum instellen
Stop
Datumweergave
D
atu
m
Tijd
Instellingen voltooid
0 0:00
DD/MM/JJ 24h
01/01/2011
Datum instellen
MENU
Stop
Datumweergave
Datum
01/01/2011
Tijd
00:00
24h
DD/MM/JJ
Instellingen voltooid
OK
OK
50
1
Voorbereidingen
[Language/ ], [Datum], [Tijd], [Thuistijd] en [Zomertijd] kunnen worden
gewijzigd. Raadpleeg de pagina’s hierna voor instructies.
De taal wijzigt u door de stappen onder “De weergavetaal wijzigen” (1p.209)
uit te voeren.
De datum en tijd wijzigt u door de stappen onder “De datum en tijd wijzigen”
(1p.202) uit te voeren.
De plaats en de zomertijdinstelling wijzigt u door de stappen onder “De
wereldtijd instellen” (1p.205) uit te voeren.
2 Veel voorkomende
handelingen
De knopfuncties ........................................ 52
De camerafuncties instellen ....................58
52
2
Veel voorkomende handelingen
De knopfuncties
1 Aan/uit-knop
Hiermee schakelt u de camera in en uit (p.42).
2 Zoomknop
Hiermee wijzigt u het opnamegebied (p.81).
3 Ontspanknop
Wanneer u deze knop tot halverwege indrukt in de foto-opnamestand,
stelt de camera scherp op het onderwerp (behalve in de stand 3,
s en \).
Wanneer u deze knop helemaal indrukt, wordt een foto gemaakt
(p.69).
Hiermee start en stopt u het maken van video-opnamen in de stand
C (Video) (p.133).
Hiermee start en stopt u geluidsopnamen in de stand Geluidsopname
(p.193).
4 Knop Q
Hiermee activeert u de stand Q (p.57).
A-stand
2
4
5
6
8
9
7
3
1
53
2
Veel voorkomende handelingen
5 Knop I
De functie Gezichtsdetectie in- en uitschakelen (p.74). Steeds als u op
de knop I drukt, wordt als volgt een andere stand voor
Gezichtsdetectie ingeschakeld:
Smile Capture Gezichtsdetectie UIT Gezichtsdetectie AAN
6 Vierwegbesturing
2 Hiermee wijzigt u de transportstand (p.96, p.97).
3 Hiermee geeft u het opnamestandenpalet weer (p.71).
4 Hiermee wijzigt u de flitsinstelling (p.107).
5 Hiermee wijzigt u de scherpstelinstelling (p.109).
23 Stelt scherp wanneer de scherpstelfunctie is ingesteld op \
(p.110).
7 4/W-knop
Hiermee wijzigt u de informatie die op het scherm verschijnt (p.23).
8 Groene toets
Hiermee activeert u de 9 (Groene) modus (p.79).
Hiermee roept u het toegewezen menu op (p.129).
9 3-knop
Hiermee opent u het menu [A Opnemen] (p.58).
54
2
Veel voorkomende handelingen
1 Aan/uit-knop
Hiermee schakelt u de camera in en uit (p.42).
2 Zoomknop
Draai de knop naar links (
f
) bij weergave van één opname om over te
schakelen naar de vierbeeldsweergave. U activeert de
negenbeeldsweergave als u nogmaals naar links draait. U keert terug
naar de vorige weergavestand als u de knop naar rechts draait (
y
)
(p.144).
Hiermee vergroot u de opname wanneer u de knop naar rechts
draait
(y) in de weergave van één opname. Hiermee gaat u terug naar de
vorige weergave wanneer u de knop naar links
draait
(f) (p.154).
Draai naar links (f) om van de negenbeeldsweergave naar de
map- of kalenderweergave te gaan (p.146).
Draai naar rechts (y) om van de kalender- of mapweergave naar de
negenbeeldsweergave te gaan (p.146).
Hiermee past u het volume aan tijdens het afspelen van
video-opnamen, geluidsbestanden of gesproken memo’s (p.143,
p.194, p.197).
3 Ontspanknop
Hiermee activeert u de stand A (p.57).
4 Knop Q
Hiermee activeert u de stand A (p.57).
Q-stand
2
4
5
6
8
9
7
3
1
55
2
Veel voorkomende handelingen
5 Knop I
Hiermee zoomt u in het gezichtsdetectiebeeld in op de gezichten van
het onderwerp in dezelfde volgorde waarin de gezichten werden
gedetecteerd toen de opname werd gemaakt. (Weergave met close-
up van gezichten) (p.155)
6 Vierwegbesturing
2 Hiermee speelt u een video-opname of geluidsbestand af
of onderbreekt u het afspelen van een video-opname of
geluidsbestand (p.143, p.194).
3 Hiermee geeft u de weergavestanden weer (p.147).
Hiermee stopt u het afspelen van een video of
geluidsbestand (p.143, p.194).
45 Hiermee geeft u tijdens weergave van één opname de
vorige of volgende opname of het vorige of volgende
geluidsbestand weer (p.142).
Hiermee speelt u een filmopname ofwel snel, ofwel
beeldje voor beeldje ofwel in zijn geheel vooruit of
achteruit (p.143).
Hiermee spoelt u een geluidsbestand snel vooruit of
achteruit en gaat u naar het volgende indexpunt tijdens de
geluidsweergave (p.194).
2345 Hiermee selecteert u een opname tijdens de vier-/
negenbeeldsweergave, een map in de mapweergave of
een datum in de kalenderweergave (p.144, p.146).
Hiermee verplaatst u het weergavegebied tijdens de
zoomweergave (p.154).
Hiermee verplaatst u de opname bij gebruik van de functie
Beeld inkadering (p.178).
7 4/W-knop
Hiermee wijzigt u de informatie die op het scherm verschijnt (p.27).
Hiermee keert u tijdens de vier-/negenbeeldsweergave of
zoomweergave terug naar de weergave van één opname (p.144,
p.154).
Hiermee gaat u tijdens de mapweergave naar de
negenbeeldsweergave van de geselecteerde map (p.146).
Hiermee gaat u tijdens de kalenderweergave terug naar de weergave
van één opname van de geselecteerde datum (p.146).
56
2
Veel voorkomende handelingen
8 Groene/i toets
Hiermee gaat u van de enkelbeeldsweergave naar het scherm Wissen
(p.157).
Hiermee gaat u van de vierbeelds-/negenbeeldsweergave naar het
scherm Kiezen & wissen (p.159).
Hiermee gaat u van de mapweergave naar de weergave van het
kalenderscherm (p.146).
Hiermee gaat u van de kalenderweergave naar de weergave van het
mapscherm (p.146).
9 3-knop
Hiermee gaat u naar het menu [W Instelling] in de weergave van één
opname (p.58).
Hiermee gaat u van de weergave van het weergavepalet terug naar de
weergave van één opname (p.147).
Hiermee keert u tijdens de vier-/negenbeeldsweergave of
zoomweergave terug naar weergave van één opname (p.144).
Hiermee gaat u tijdens de mapweergave naar de weergave van negen
opnamen van de geselecteerde map (p.146).
Hiermee gaat u tijdens de kalenderweergave naar de weergave van
negen opnamen van de geselecteerde datum (p.146).
57
2
Veel voorkomende handelingen
In deze handleiding wordt de opnamestand (bijvoorbeeld voor het
maken van foto’s) de stand A genoemd (de opnamestand). De
weergavestand (bijvoorbeeld voor het bekijken van gemaakte opnamen
op de monitor) wordt de stand Q genoemd (de weergavestand). In de
stand Q kunt u eenvoudige bewerkingen uitvoeren voor de gemaakte
opnamen.
Volg de onderstaande procedure om te schakelen tussen de standen A
en Q.
1
Druk op de knop Q.
De stand Q wordt geactiveerd.
1
Druk de knop Q in of druk de ontspanknop tot
halverwege in.
De stand A wordt geactiveerd.
Schakelen tussen de stand A en de stand Q
Schakelen van de stand A naar de stand Q
Schakelen van de stand Q naar de stand A
Gegevens weergeven die zijn opgeslagen in het interne geheugen
Als er een SD-geheugenkaart in de camera is geplaatst, worden
opnamen, video en geluid van die kaart afgespeeld. Als u opnamen,
video en geluid wilt afspelen uit het interne geheugen, schakelt u eerst
de camera uit en verwijdert u vervolgens de SD-geheugenkaart.
Zet de camera uit voordat u de SD-geheugenkaart plaatst of uitneemt.
58
2
Veel voorkomende handelingen
De camerafuncties instellen
Om de camera-instellingen te wijzigen drukt u op de knop 3 om het
menu [A Opnemen] of het menu [W Instelling] op te roepen. Menu’s
voor het weergeven en bewerken van opnamen en geluidsbestanden
worden opgeroepen vanuit het weergavepalet (p.147).
Druk op de knop 3 in de stand A voor het openen van het menu
[A Opnemen].
Druk op de knop 3 in de stand Q voor het openen van het menu
[W Instelling].
Gebruik de vierwegbesturing (45) om heen en weer te schakelen
tussen het menu [A Opnemen] en het menu [W Instelling].
Werken met de menu’s
59
2
Veel voorkomende handelingen
Tijdens het gebruik van het menu wordt op het scherm weergegeven
welke bedieningshandelingen beschikbaar zijn (p.29).
Instelling
Geluid
Datum instellen
09/09/2011
Wereldtijd
Nederlands
Bestandsnaam Datum
MENU
Einde
1/3
Instelling
Geluid
Datum instellen
09/09/2011
Wereldtijd
Nederlands
Bestandsnaam Datum
MENU
Einde
1/3
Opnemen
MENU
Einde
1/4
Resolutie
Witbalans
Autom. belicht.
Gevoeligheid
AF-instelling
AWB
AUTO
Bereik Auto ISO
Opnemen
MENU
Einde
1/4
Witbalans
Autom. belicht.
Gevoeligheid
AF-instelling
AWB
AUTO
Resolutie
38
3 8
38
14:25
1 4 : 25
14:25
09/09/2011
0 9 / 09/ 2 0 11
09/09/2011
38
3 8
38
14:25
1 4 : 25
14:25
09/09/2011
0 9 / 09/ 2 0 11
09/09/2011
ISO80-800
Bereik Auto ISO
ISO80-800
Tekstformaat Standaard
Tekstformaat Standaard
MENU
SHUTTER
MENU
MENU
09/09/2011
0 9 / 09/ 2 0 11
09/09/2011
14:25
1 4 : 25
14:25
100
1 0 0
-
0038
0 0 3 8
100
-
0038
09/09/2011
0 9 / 09/ 2 0 11
09/09/2011
14:25
1 4 : 25
14:25
100
1 0 0
-
0038
0 0 3 8
100
-
0038
Bewerken
Bewerken
Bewerken
Bewerken
Bewerken
Bewerken
De instelling
is gereed en
de camera
keert terug
naar de stand
A.
Tot halverwege
indrukken
Tijdens opname Tijdens weergave
De instelling
is gereed en
de camera
keert terug
naar de
stand Q.
of
60
2
Veel voorkomende handelingen
Voorbeeld: Het [AF-veld] instellen in het menu [A Opnemen]
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader gaat naar [Resolutie].
3
Druk twee keer op de vierwegbesturing (3).
Het kader gaat naar [AF-instelling].
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [AF-instelling] verschijnt.
5
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu met de
onderdelen die kunnen worden
geselecteerd.
In het afrolmenu zijn alleen die onderdelen
te zien die kunnen worden geselecteerd
met de huidige camera-instellingen.
6
Wijzig de instelling met de
vierwegbesturing (23).
Bij elke druk op de vierwegbesturing (23)
verandert het scherpstelveld.
Opnemen
MENU
Einde
1/4
Resolutie
Witbalans
Autom. belicht.
Gevoeligheid
AF-instelling
AWB
AUTO
Bereik Auto ISO
ISO
80-800
Opnemen
MENU
Einde
1/4
Resolutie
Witbalans
Autom. belicht.
Gevoeligheid
AF-instelling
AWB
AUTO
Bereik Auto ISO
ISO
80-800
AF-instelling
MENU
AF-veld
AF Hulplicht
AF-instelling
MENU OK
AF-veld
AF Hulplicht
OK
Stop
61
2
Veel voorkomende handelingen
7
Druk op de knop 4 of de vierwegbesturing (4).
De instelling wordt opgeslagen en de camera is klaar voor het instellen
van andere functies.
Om het instellen te verlaten drukt u op de knop 3.
7
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
De instelling wordt opgeslagen en de camera gaat terug naar de
opnamestand.
Wanneer u de ontspanknop volledig indrukt, wordt de opname gemaakt.
7
Druk op de knop Q.
Wanneer het menu [A Opnemen] wordt weergegeven vanuit de stand
A, wordt de instelling opgeslagen en wordt de weergavestand weer
geactiveerd.
7
Druk op de knop 3.
De wijzigingen worden geannuleerd en het scherm van stap 3
verschijnt weer.
Als u een andere bedieningshandeling wilt uitvoeren, raadpleeg dan de
volgende alternatieve opties voor stap 7.
De instelling opslaan en beginnen met het maken van opnamen
Wanneer het menu [W Instelling] wordt weergegeven vanuit de stand Q,
kunt u overschakelen naar de stand A door op de knop Q te drukken.
De instelling opslaan en beginnen met de weergave van opnamen
De wijzigingen annuleren en doorgaan met het menu
De werking van de knop 3 verschilt, afhankelijk van het scherm.
Zie de bedieningsaanwijzingen.
Einde Hiermee verlaat u het menu en gaat u terug naar
het oorspronkelijke scherm.
Hiermee gaat u terug naar het vorige scherm met
de huidige instelling.T
Stop Hiermee annuleert u de huidige selectie, verlaat u
het menu en gaat u terug naar het vorige scherm.
MENU
MENU
MENU
62
2
Veel voorkomende handelingen
Toont de onderdelen die met de menu’s kunnen worden ingesteld; bij elk
onderdeel staat een beschrijving. Zie ook de extra lijst met
standaardinstellingen in de bijlage “Standaardinstellingen” (p.246). U
kunt aangeven of u de instellingen wilt opslaan als u de camera uitzet of
dat de instellingen worden teruggezet naar de standaardinstelling als de
camera opnieuw wordt ingeschakeld.
Menu [A Opnemen]
In dit menu staan functies die betrekking hebben op het maken van
foto’s en video-opnamen.
Menulijst
Onderdeel Beschrijving Pagina
Resolutie Keuze van het aantal opnamepixels voor foto’s p.113
Witbalans
Aanpassen van de witbalans aan de
lichtomstandigheden
p.117
AF-
instelling
AF-veld Wijziging van het autofocusveld p.111
AF Hulplicht
Instelling voor gebruik van het hulplicht voor de
scherpstelling
p.112
Autom. belicht.
Instelling van het gedeelte van het scherm
waarin wordt gemeten om de belichting te
bepalen
p.119
Gevoeligheid Instellen van de gevoeligheid p.120
Bereik Auto ISO
Instelling van het bereik wanneer de
gevoeligheid op AUTO staat
p.121
Belicht. corr.
Aanpassing van de algehele helderheid van de
opname
p.115
Video
Resolutie Keuze van de resolutie voor video-opnamen p.135
Movie SR
Keuze voor het al dan niet gebruiken van de
functie bewegingsreductie voor video
p.136
Inst,
D-range
Hooglichtcor.
Wijzigt de heldere gebieden als de opname te
helder is
p.116
Schaduwcorrectie
Wijzigt de donkere gebieden als de opname te
donker is
Bewegingsreductie
Instelling van de bewegingsreductie bij het
maken van foto’s.
p.123
Knipperdetectie
Keuze voor het al dan niet gebruiken van de
knipperdetectiefunctie bij gebruik van de
functie Gezichtsdetectie
p.122
Digitale zoom
Keuze voor het al dan niet gebruiken van de
digitale zoomfunctie
p.83
63
2
Veel voorkomende handelingen
*IQ-verbeteraar = verbetering van de kwaliteit van opnamen
Momentcontrole
Keuze voor het al dan niet weergeven van de
Momentcontrole
p.125
Geheugen
De keuze of u de gewijzigde instellingen van de
opnamefunctie wilt opslaan of de
basisinstellingen wilt herstellen als de camera
wordt uitgezet
p.138
Groene toets
Voor toewijzing van een functie aan de Groene
toets, zodat u die functie meteen kunt
gebruiken in de modus A
p.129
Scherpte
Bepalen of de opname scherpe of zachte
contouren moet hebben
p.125
Kleurverzadiging Instelling van de kleurverzadiging p.126
Contrast
Instelling van het niveau van het opnamecontrast
p.127
Datumafdruk
Keuze voor het al dan niet afdrukken van de
datum en tijd bij het maken van foto’s
p.127
IQ-verbeteraar* Instelling voor gebruik van het IQ-verbeteraar. p.128
•In de 9 (Groene) modus kunt u gemakkelijk opnamen maken met de
standaardinstellingen, onafhankelijk van de instellingen in het menu
[A Opnemen] (p.79).
Als u veelgebruikte functies toewijst aan de Groene toets, kunt u de
desbetreffende functie rechtstreeks oproepen (p.129).
Menu 1 [A Opnemen]
Opnemen
MENU
Einde
1/4
Resolutie
Witbalans
Autom. belicht.
Gevoeligheid
AF-instelling
AWB
AUTO
Bereik Auto ISO
ISO
80-800
Menu 2 [A Opnemen]
Opnemen
MENU
Einde
2/4
Knipperdetectie
Digitale zoom
Belicht. corr.
0.0
Inst, D-range
Shake Reduction
CCD-shift
Video
Menu 3 [A Opnemen]
Opnemen
Kleurverzadiging
MENU
Einde
3/4
Scherpte
Contrast
Groene toets
Geheugen
Momentcontrole
Menu 4 [A Opnemen]
Opnemen
MENU
Einde
4/4
Datumafdruk Uit
IQ-verbeteraar
64
2
Veel voorkomende handelingen
Menu [W Instelling]
Onderdeel Beschrijving Pagina
Geluid
Aanpassing van het bedieningsvolume en het
weergavevolume en instelling van het type en het
volume van het geluid bij inschakeling, het
sluitergeluid, het geluid bij toetsbediening en
zelfontspannergeluid
p.201
Datum instellen Voor wijziging van de datum en tijd p.202
Wereldtijd Voor instelling van thuistijd en bestemming p.205
Tekstformaat Instelling van de tekstgrootte van het menu p.208
Language/
Voor het instellen van de taal waarin menu’s en
berichten worden weergegeven
p.209
Mapnaam
Keuze van de manier waarop namen worden
toegewezen aan mappen voor het opslaan van
opnamen en geluidsbestanden
p.210
USB-aansluiting
Voor het instellen van de USB-verbindingsstand
(MSC of PTP) als de camera aangesloten is op een
computer via de USB-kabel
p.227
Video uit
Voor het instellen van het uitgangssignaal voor AV-
apparatuur
p.211
Eye-Fi
Voor het starten van de verzending van opnamen met
een Eye-Fi-kaart
p.212
Helderheid Wijziging van de helderheid van het scherm p.213
Batt besparing
Instelling van de wachttijd tot de camera naar de
energiebesparingsstand gaat
p.214
Auto Uitsch.
Instelling van de wachttijd voor automatische
uitschakeling van de camera
p.215
Reset Voor het terugzetten van de standaardinstellingen p.218
Alles verwijderen
Wissen van alle opnamen en geluidsbestanden in
één keer
p.161
Pixeluitlijning
Voor uitlijning (mapping) en correctie van defecte
pixels in de CCD-sensor
p.217
Formatteren
Formatteren van de SD-geheugenkaart of het
ingebouwde geheugen
p.200
65
2
Veel voorkomende handelingen
Menu 1 [W Instelling]
Instelling
Geluid
Datum instellen
01/01/2011
Wereldtijd
Nederlands
Bestandsnaam
Tekstformaat
Datum
Standaard
MENU
Einde
1/3
Menu 2 [W Instelling]
Instelling
Video uit
Eye-Fi
2/3
MENU
Einde
PAL
Batt besparing
Auto Uitsch.
sec
Helderheid
3
min.
USB-aansluiting MSC
5
Menu 3 [W Instelling]
Instelling
Alles verwijderen
Pixeluitlijning
Formatteren
MENU
Einde
3/3
Reset
Memo
66
3 Opnamen maken
Foto’s maken ............................................. 68
De opnamestanden instellen .................107
Video-opnamen maken ...........................133
De instellingen opslaan (Geheugen) ..... 138
68
3
Opnamen maken
Foto’s maken
Deze camera is uitgerust met een groot aantal opnamestanden en -
functies voor vrijwel elk onderwerp of elke scène. In dit hoofdstuk wordt
besproken hoe u opnamen maakt met de meest gangbare instellingen
(de standaard-fabrieksinstellingen).
1
Druk op de aan/uit-knop.
De camera wordt ingeschakeld en is gereed voor het maken van
foto’s. In deze handleiding wordt dit de foto-opnamestand genoemd.
2
Controleer het onderwerp en de
opnamegegevens op het scherm.
Het scherpstelkader in het midden van het
scherm geeft de zone aan waarin
automatisch wordt scherpgesteld.
Als de camera een gezicht detecteert, wordt
de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en
verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.74).
Wanneer de camera het hele gezicht van
een huisdier ziet, wordt een lichtblauw
detectiekader weergegeven en wordt de
sluiter automatisch geopend.
Opnamen maken
Zoomknop
Aan/uit-knop
Ontspanknop
14:251 4 : 2 514:25
383 838
09/09/20110 9 / 0 9 / 2 0 1109/09/2011
Scherpstelkader
14:25
1 4 : 2 5
38
3 8
09/09/2011
0 9 / 0 9 / 2 0 11
09/09/2011
38
14:25
Gezichtsdetectiekader
69
3
Opnamen maken
U kunt het opnamegebied wijzigen door de
Zoomknop naar links of rechts te draaien
(p.81).
Rechts (x) Vergroot het onderwerp.
Links (w) Verbreedt het
opnamegebied dat de
camera vastlegt.
3
Druk de ontspanknop tot
halverwege in.
In het donker komt er licht uit de camera om
het scherpstellen te vergemakkelijken.
Het scherpstelkader (of
gezichtsdetectiekader) op het scherm wordt
groen als de camera op de juiste afstand
het onderwerp scherpstelt.
4
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
Afhankelijk van de lichtomstandigheden gaat de flitser automatisch af.
De opname verschijnt op het scherm (Momentcontrole: p.71) en wordt
vervolgens opgeslagen op de SD-geheugenkaart of in het interne
geheugen.
Druk op de Groene toets om de 9 (Groene) modus te activeren en de
camera automatisch alle opnamestanden te laten instellen (p.79).
F4.6F 4 . 6
1/2501/2 5 0
F4.6
1/250
14:25
1 4 : 2 514:25
38
3 8
38
09/09/20110 9 / 0 9 / 2 0 1109/09/2011
70
3
Opnamen maken
De ontspanknop werkt in twee stappen, en wel als volgt.
Tot halverwege indrukken
Dit verwijst naar het voorzichtig indrukken van de ontspanknop tot de
eerste stand. De scherpstelling en de belichting worden vergrendeld.
Wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt en de camera
heeft scherpgesteld op het onderwerp, wordt het scherpstelkader op het
scherm groen. Wanneer er niet op het onderwerp is scherpgesteld, is dit
scherpstelkader wit.
Volledig indrukken
Dit verwijst naar het helemaal indrukken van de ontspanknop tot de
tweede stand. Hiermee maakt u een opname.
De ontspanknop gebruiken
Ongunstige omstandigheden voor het scherpstellen
Onder de volgende omstandigheden kan de camera mogelijk niet
scherpstellen. Vergrendel in dergelijke gevallen de scherpstelling op een
voorwerp dat zich op dezelfde afstand bevindt als het onderwerp (door de
ontspanknop tot halverwege in te drukken), richt de camera op het onderwerp
en druk de ontspanknop helemaal in.
Elementen met weinig contrast, zoals een blauwe hemel of een witte muur
Donkere plaatsen of voorwerpen, dan wel omstandigheden waarin weinig tot
geen licht wordt weerkaatst
Complexe patronen
Snel bewegende voorwerpen
Als er in het opnamegebied een voorwerp op de voorgrond en een voorwerp
op de achtergrond is
Sterk weerkaatst licht of sterk tegenlicht (lichte achtergrond)
Niet ingedrukt Tot halverwege
ingedrukt
(eerste stand)
Helemaal
ingedrukt
(tweede stand)
71
3
Opnamen maken
De gemaakte opname verschijnt onmiddellijk op het scherm
(Momentcontrole). Als een onderwerp met gesloten ogen wordt
gedetecteerd terwijl de functie Gezichtsdetectie (p.74) actief is, verschijnt
het bericht [Gesloten ogen gedetecteerd] gedurende 3 seconden
(Knipperdetectie).
Deze camera heeft een groot aantal opnamefuncties waarmee u in
verschillende situaties fotos en video-opnamen kunt maken door de
gewenste stand voor de betreffende situatie te kiezen in het opnamepalet.
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet wordt weergegeven.
2
Kies een opnamestand met de
vierwegbesturing (2345).
Als in het opnamepalet een pictogram wordt
geselecteerd, verschijnt de
bedieningsaanwijzing voor de
geselecteerde opnamestand.
Momentcontrole en Knipperdetectie
Als de functie Gezichtsdetectie niet werkt, werkt Knipperdetectie
evenmin. Als gezichten wel worden gedetecteerd, is het al dan niet
functioneren van Knipperdetectie afhankelijk van de conditie van de
waargenomen gezichten.
U kunt de functie Knipperdetectie ook uitschakelen (p.122).
De opnamestand instellen
Vierwegbesturing
Knop 4
1 / 21/2
OK
OKOK
MENU
StopStop
Voor landschapsopnamen.
Nadruk op kleuren van
lucht en gebladerte
LandschapLandschap
72
3
Opnamen maken
3
Druk op de knop 4.
De opnamestand wordt vast ingesteld en de
camera gaat terug naar de opnamestatus.
In het opnamepalet kunt u 24 opnamestanden selecteren.
Opnamestand Beschrijving Pagina
b
Autom. opname
Automatische selectie van de beste
opnamestand.
p.76
R
Programma
Modus voor basisopnamen. Ook voor instelling
van verschillende functies.
p.78
c
Portret
Voor portretopnamen. Geeft de huidtint gezond
en helder weer.
p.85
B
Portret bij nacht
Voor portretopnamen bij nacht. Het is raadzaam
een statief of een andere vorm van ondersteuning
te gebruiken.
p.83
A
Nachtopname
Voor nachtopnamen. Het is raadzaam een statief
of een andere vorm van ondersteuning te
gebruiken.
p.83
C
Video Voor video-opnamen. p.133
a
Landschap
Voor landschapsopnamen. Kleuren van de lucht
en gebladerte worden geoptimaliseerd.
f
Blauwe hemel
Verbetert verzadiging van lucht voor een
helderder beeld.
K
Zonsondergang
Voor opnamen bij warm licht en
zonsondergangen.
b Bloemen
Voor fotos van bloemen. De contouren van de
bloem worden verzacht.
\ Sport
Voor opnamen van snel bewegende
onderwerpen. Volgt het onderwerp tot de opname
is gemaakt.
p.91
e
Huisdier
Geschikt voor opnamen van bewegende
huisdieren. Kan geregistreerde huisdieren
detecteren.
p.87
c Digital SR Een hogere gevoeligheid vermindert onscherpte. p.83
d
Huidtint naturel
Voor portretopnamen. Verlevendigt huidtinten en
verdoezelt onvolkomenheden.
p.85
38
3 8
38
14:25
1 4 : 2 5
14:25
09/09/2011
0 9 / 0 9 / 2 0 11
09/09/2011
73
3
Opnamen maken
* Naast de standen hierboven zijn ook 9 (Groene) modus (p.79) en
Geluidsopname (p.192) beschikbaar.
R Kinderen
Voor spelende kinderen. Geeft de huidtint gezond
en helder weer.
p.86
S Vuurwerk
Voor vuurwerk. Het is raadzaam een statief of een
andere vorm van ondersteuning te gebruiken.
p.83
N
Beeld inkadering Voor het vastleggen van beelden met een kader. p.94
B Feest
Voor groepsopnamen bij feestjes of met weinig
licht. ISO-gevoeligheid en helderheid worden
verhoogd.
p.92
K
Eten & drinken
Opnamen van voedsel en klaargemaakte
schotels. Verzadiging en contrast worden
benadrukt.
U Kaarslicht Voor opnamen bij kaarslicht. p.83
c
Tekst
Voor opnamen van tekst die goed leesbaar is. U
kunt het contrast aanpassen.
p.93
Q
Strand & Sneeuw
Voor opnamen met veel licht van bijvoorbeeld
zand en sneeuw. Nauwkeurige lichtmeting voor
helderheid.
p.91
X
Dig. Groothoek
Voor het samenvoegen van twee opnamen voor
een breder beeld.
p.101
F Digitaal panorama
Voegt beeldopnamen samen tot een
panoramische opname.
p.104
Kleurverzadiging, contrast, scherpte, witbalans, e.d. worden
automatisch op de optimale waarde voor de geselecteerde stand
ingesteld, behalve bij de opnamestanden R, A, C, c, N, X
en F.
Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar of werken niet
volledig, afhankelijk van de geselecteerde opnamestand. Zie
“Beschikbare functies voor elke opnamefunctie” (p.240) voor
bijzonderheden.
Opnamestand Beschrijving Pagina
74
3
Opnamen maken
Voor deze camera is Gezichtsdetectie
beschikbaar in alle opnamestanden.
Wanneer de camera in het beeld het gezicht
van een persoon detecteert, wordt door de
functie Gezichtsdetectie rondom het gezicht op
het scherm een geel gezichtsdetectiekader
weergegeven, scherpgesteld
(Gezichtsdetectie voor AF) en de belichting
gecorrigeerd (Gezichtsdetectie voor
belichting).
Als het onderwerp in het gezichtsdetectiekader
beweegt, beweegt het kader mee en verandert
het bij het volgen van het gezicht van grootte.
De functie Gezichtsdetectie kan maximaal
32 gezichten detecteren. Wanneer meerdere
gezichten worden gedetecteerd, wordt een
geel scherpstelkader over het belangrijkste
gezicht geprojecteerd en witte kaders over de
andere gezichten. In totaal kunnen er
maximaal 31 kaders worden weergegeven,
inclusief het hoofdkader en de witte kaders.
Werken met de functie Gezichtsdetectie
Gezichtsdetectie voor AF en belichting werken mogelijk niet als het
onderwerp een zonnebril op heeft, als het gezicht deels bedekt is of als het
onderwerp niet naar de camera kijkt.
Als de camera het gezicht van het onderwerp niet detecteert, stelt de
camera scherp met de instelling die op dat moment is geselecteerd bij
[AF-veld].
Als de functie Smile Capture is geactiveerd, wordt de sluiter mogelijk
niet automatisch ontspannen, omdat de functie Smile Capture onder
bepaalde omstandigheden niet werkt, bijvoorbeeld wanneer het
gedetecteerde gezicht te klein is.
Wanneer een huisdier wordt gedetecteerd in de stand
b
(Autom.
opname) of
e
(Huisdier), wordt een lichtblauw detectiekader
weergegeven en wordt de sluiter automatisch geopend.
14:25
1 4 : 2 5
38
3 8
09/09/2011
0 9 / 0 9 / 2 0 11
09/09/2011
38
14:25
Gezichtsdetectiekader
14:25
1 4 : 2 5
38
3 8
09/09/2011
0 9 / 0 9 / 2 0 11
09/09/2011
38
14:25
Wanneer meerdere
gezichten worden
gedetecteerd
Hoofdkader Wit kader
75
3
Opnamen maken
Standaard staat de functie Gezichtsdetectie ingesteld op
Gezichtsdetectie AAN. U kunt overschakelen naar de functie Smile
Capture, die de sluiter automatisch ontspant als het onderwerp
glimlacht. Steeds als u op de knop I drukt, wordt als volgt een andere
stand voor Gezichtsdetectie ingeschakeld:
Smile Capture Gezichtsdetectie UIT Gezichtsdetectie AAN
Op het scherm wordt een pictogram weergegeven als indicatie dat
Gezichtsdetectie of Smile Capture is ingeschakeld. (Het pictogram wordt
niet weergegeven als de functie Gezichtsdetectie is uitgeschakeld.)
Instellen van de functie Gezichtsdetectie
Knop I
2 00 8/ 0 7/ 07
1 4: 25
3 8
2 00 8/ 0 7/ 07
1 4: 25
3 8
Gezichtsdetectie AAN Smile Capture Gezichtsdetectie UIT
76
3
Opnamen maken
In de stand b (Autom. opname) selecteert de camera, afhankelijk van
de situaties en onderwerpen, automatisch de meest geschikte stand.
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet wordt weergegeven.
2
Selecteer b met de vierwegbesturing (2345).
U kunt de functie Gezichtsdetectie niet uitschakelen in de standen
b (Autom. opname), c (Portret), B (Portret bij nacht), e (Huisdier),
d (Huidtint naturel) of R (Kinderen). In deze standen is
Gezichtsdetectie altijd ingeschakeld en kunt u alleen Gezichtsdetectie
AAN of Smile Capture selecteren.
Gezichtsdetectie AAN wordt automatisch geselecteerd in de standen
9 (Groen), b (Autom. opname), c (Portret), B (Portret bij nacht),
C (Video), d (Huidtint naturel) of R (Kinderen). Als u vanuit een van
deze standen overschakelt naar een andere stand, wordt de instelling
voor Gezichtsdetectie die eerder in die stand actief was, hersteld.
Als u de functie Gezichtsdetectie inschakelt terwijl de flitsinstelling is
ingesteld op , (Auto), wordt automatisch d (Flitser+Anti Rode Ogen)
geselecteerd.
Automatisch opnamen maken
(Automatische opname, functie)
Ontspanknop
Vierwegbesturing
Knop 4
77
3
Opnamen maken
3
Druk op de knop 4.
De stand b wordt geselecteerd en de
camera keert terug naar de opnamestand.
Als de camera een gezicht detecteert, wordt
de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en
verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.74).
Wanneer de camera het hele gezicht van
een huisdier ziet, wordt een lichtblauw
detectiekader weergegeven en wordt de sluiter automatisch geopend.
4
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
De geselecteerde opnamestand wordt linksboven in het scherm
weergegeven.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera
het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
5
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
Standaard Nachtopname Portret bij nacht
Landschap Bloemen Portret
Sport Kaarslicht Blauwe hemel
Portre
Blauwe hemel
Portre
Tegenlicht
Zonsondergang
Portre
Zonsondergang
Groepsfoto Tekst
14:25
1 4 : 2 5
14:25
38
3 8
38
09/09/2011
0 9 / 0 9 / 2 0 11
09/09/2011
78
3
Opnamen maken
In de stand R (Programma) stelt de camera automatisch de sluitertijd
en het diafragma in voor het maken van foto’s. U kunt wel andere
functies selecteren, zoals de flitsinstelling of de opnamepixels.
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet wordt weergegeven.
2
Selecteer R met de vierwegbesturing (2345).
In de stand b gelden de volgende beperkingen:
U kunt de functie Gezichtsdetectie niet uitschakelen.
Het AF-veld staat vast op J (Meervoudig).
De stand (Bloemen) kunt u niet selecteren bij gebruik van digitale
zoom of intelligente zoom.
Als u de stand (Nachtopname) selecteert bij de flitsinstelling
, (Auto) of c (Auto+Anti Rode Ogen), verandert de flitsstand
automatisch in a (Flitser uit).
Als u de stand (Portret bij nacht) selecteert bij de flitsinstelling
, (Auto), verandert de flitsstand automatisch in d (Flitser+Anti Rode
Ogen) wanneer de camera een gezicht detecteert en vaststelt dat
moet worden geflitst.
Als de functie Smile Capture is ingeschakeld, worden huisdieren niet
gedetecteerd.
Opnamen maken in de Aangepaste instellingen
(Programmafunctie)
Ontspanknop
Vierwegbesturing
Knop 4
79
3
Opnamen maken
3
Druk op de knop 4.
De stand R wordt geselecteerd en de
camera keert terug naar de opnamestand.
Als de camera een gezicht detecteert, wordt
de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en
verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.74).
4
Stel de functies in die u wilt wijzigen.
Zie “De opnamestanden instellen” (p.107 - p.132) voor meer informatie
over het instellen van de functies.
5
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera
het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
6
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
In de 9 (Groene) modus kunt u gemakkelijk opnamen maken met de
standaardinstellingen, onafhankelijk van de instellingen in het menu
[A Opnemen].
De instellingen van de stand 9 worden hierna aangegeven.
Opnamen maken in de basisfunctie (Groene
modus)
Flitsinstelling , (Auto) Bereik Auto ISO 80-800
Transportstand 9 (Standaard) Belicht. corr. ±0.0
Focusinst. = (Standaard) Hooglichtcor. P (Uit)
Gezichtsdetectie Aan Schaduwcorrectie P (Uit)
Informatieweergave Normaal Bewegingsreductie CCD-shift
Resolutie m (4603456) Knipperdetectie O (Aan)
Witbalans F (Auto) Digitale zoom O (Aan)
AF-veld
J (meervoudig
scherpstelpunt)
Momentcontrole O (Aan)
Scherpte G (normaal)
AF Hulplicht O (Aan) Kleurverzadiging G (normaal)
Autom. belicht.
L (meervlaks-
meting)
Contrast G (normaal)
Datumafdruk Uit
Gevoeligheid AUTO IQ-verbeteraar O (Aan)
38
3 8
38
09/09/2011
0 9 / 0 9 / 2 0 11
14:25
1 4 : 2 5
14:25
09/09/2011
80
3
Opnamen maken
1
Druk in de stand A op de Groene
toets.
De stand 9 wordt geactiveerd.
Druk nogmaals op de Groene toets om
terug te gaan naar de stand die actief
was voordat 9 werd geselecteerd.
Als de camera een gezicht detecteert, wordt
de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en verschijnt het
gezichtsdetectiekader (p.74).
2
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera
het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
3
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
De stand 9 is alleen beschikbaar wanneer u deze toewijst aan de
Groene toets bij [Groene toets] in het menu [A Opnemen] (p.129).
Standaard is de stand 9 toegewezen aan de Groene toets.
In de stand 9 kunt u de informatie op het scherm niet wijzigen door
op de knop 4/W te drukken.
Als u op de knop 3 drukt in de stand 9, wordt het menu
[W Instelling] weergegeven. Het menu [A Opnemen] kan niet worden
weergegeven.
Als de camera wordt uitgeschakeld in de stand 9, is 9 weer actief
wanneer de camera opnieuw wordt ingeschakeld.
Ontspanknop
Groene toets
383 838
81
3
Opnamen maken
Met de zoom kunt u het opnamegebied wijzigen.
1
Draai in de stand A aan de
zoomknop.
Rechts (x) Vergroot het onderwerp.
Links (w) Verbreedt het
opnamegebied dat de
camera vastlegt.
Wanneer u naar rechts blijft draaien (x),
schakelt de camera automatisch over van
optische zoom naar Intelligente zoom. Er
wordt gestopt op het punt waar de zoom
overschakelt naar Digitale zoom.
Als u de knop loslaat en er opnieuw aan
draait, wordt overgeschakeld naar Digitale
zoom.
* Het scherpstelbereik wordt niet weergegeven wanneer de
focusinstelling op 3/s staat of wanneer de opnamestand op
S (Vuurwerk) staat.
Werken met de zoom
Zoomknop
Vierwegbesturing
Knop 4
38
3 8
38
130 x
130 x
1.3 m-
1.3 m-
1.3 m- 130 x
Zoombalk
Zoomfactor
Scherpstelbereik
(alleen bij inzoomen)
82
3
Opnamen maken
De zoombalk wordt als volgt weergegeven.
*1 U kunt maximaal 18× optisch inzoomen.
*2 Het bereik van de intelligente zoom is afhankelijk van de resolutie.
Zie de volgende tabel.
Resolutie en maximale zoomfactor
Resolutie Intelligente zoom Digitale zoom
m Niet beschikbaar (alleen optische zoom)
Vergelijkbaar met
ongeveer 13
n/o Niet beschikbaar (alleen optische zoom)
6 Ca. 27×
h Ca. 40,5×
h Circa 43,
i Ca. 51,8×
m
Ca. 13
(zelfde als
digitale zoom)
Het verdient aanbeveling een statief of een andere steun te gebruiken
om camerabewegingen te voorkomen bij het maken van opnamen met
een sterke zoomfactor.
Foto’s die worden gemaakt met de digitale zoom, zien er korreliger uit
dan foto’s die worden gemaakt met de optische zoom.
Intelligente Zoom is niet beschikbaar onder de volgende
omstandigheden:
- Als de resolutie wordt ingesteld op m/n/o (optische
zoom beschikbaar)
- In de stand c (Digital SR)
- Wanneer de gevoeligheid is ingesteld op 3200 of 6400
De met intelligente zoom uitvergrote opname kan er op het scherm
ruw uitzien. Dat heeft geen gevolgen voor de kwaliteit van de opname.
In de stand C (Video) is alleen digitale zoom beschikbaar bij het
opnemen.
Inzoomen met hoge
beeldkwaliteit.
Inzoomen met enig verlies
van beeldkwaliteit.
Bereik van optische
zoom
*1
Bereik van intel-
ligente zoom
*2
Bereik van
digitale zoom
83
3
Opnamen maken
Standaard is de digitale zoom ingesteld op O (Aan). Als u bij het maken
van opnamen alleen de optische zoom en intelligente zoom wilt
gebruiken, stelt u de digitale zoom in op P (Uit).
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Digitale zoom] met de vierwegbesturing
(23).
3
Selecteer O of P met de
vierwegbesturing (45).
O Digitale zoom wordt gebruikt
P Alleen optische zoom en intelligente
zoom worden gebruikt
De instelling wordt opgeslagen.
4
Druk op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
U kunt een stand opgeven die geschikt is voor het maken van opnamen
in het donker, zoals nachtlandschappen.
Digitale zoom instellen
De instelling van de digitale zoomfunctie opslaan 1p.138
Opnamen maken in het donker (Portret bij nacht/
Nachtopname/Digital SR/Vuurwerk/Kaarslicht)
B
Portret bij nacht
Voor portretopnamen bij nacht. Het is raadzaam een statief
of een andere vorm van ondersteuning te gebruiken.
Als u de functie Gezichtsdetectie inschakelt terwijl de
flitsinstelling is ingesteld op , (Auto), wordt automatisch
d (Flitser+Anti Rode Ogen) geselecteerd.
A
Nachtopname
Voor nachtopnamen. Het is raadzaam een statief of een
andere vorm van ondersteuning te gebruiken.
c
Digital SR
Een hogere gevoeligheid vermindert onscherpte. De
gevoeligheid wordt automatisch ingesteld op AUTO en de
resolutie wordt vast ingesteld op f (2592×1944).
Opnemen
MENU
Einde
2/4
Video
Belicht. corr.
Inst, D-range
Knipperdetectie
Digitale zoom
Shake Reduction
CCD-shift
0.0
84
3
Opnamen maken
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet wordt weergegeven.
2
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om B, A, c ,
S of U te selecteren.
3
Druk op de knop 4.
De stand B, A, c, S of U wordt geselecteerd en de camera keert
terug naar de opnamestand.
Als de camera een gezicht detecteert, wordt de functie Gezichtsdetectie
geactiveerd en verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.74).
4
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera
het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
5
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
S
Vuurwerk
Voor vuurwerk. Het is raadzaam een statief of een andere
vorm van ondersteuning te gebruiken. De sluitertijd wordt
vast ingesteld op 4 seconden en de gevoeligheid op de
minimuminstelling.
U
Kaarslicht Voor opnamen bij kaarslicht.
De sluitertijd neemt toe wanneer u opnamen in het donker maakt.
Als u bewogen opnamen wilt voorkomen, schakelt u de functie Shake
Reduction in (p.123) of gebruikt u een statief en/of de
afstandsbediening (optie) (p.99) of de zelfontspanner (p.96).
Ontspanknop
Vierwegbesturing
Knop 4
85
3
Opnamen maken
De standen c (Portret) en d (Huidtint naturel) zijn geschikt voor
opnamen van mensen. Gezichtsdetectie (p.74) is in al deze standen
actief, wat het gemakkelijker maakt om bij het maken van opnamen het
gezicht te benadrukken.
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet wordt weergegeven.
2
Selecteer c of d met de vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
De stand c of d wordt geselecteerd en de
camera keert terug naar de opnamestand.
Als de camera een gezicht detecteert, wordt
de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en
verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.74).
4
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera
het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
Opnamen maken van mensen (Portret/Huidtint
naturel)
c
Portret
Voor portretopnamen. Geeft de huidtint gezond en
helder weer.
d
Huidtint naturel
Voor portretopnamen. Verlevendigt huidtinten en
verdoezelt onvolkomenheden.
Ontspanknop
Vierwegbesturing
Knop 4
14:25
1 4 : 2 5
38
3 8
38
14:25
09/09/2011
0 9 / 0 9 / 2 0 11
09/09/2011
86
3
Opnamen maken
5
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
De stand R (Kinderen) is ideaal voor het maken van opnamen van
bewegende kinderen. Het geeft ze bovendien een gezonde en heldere
huidtint. Gezichtsdetectie (p.74) wordt in deze stand automatisch
geactiveerd, wat het makkelijker maakt om bij het maken van opnamen
het gezicht van het onderwerp te benadrukken.
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet wordt weergegeven.
2
Selecteer R met de vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
De stand R wordt geselecteerd en de
camera keert terug naar de opnamestand.
Als de camera een gezicht detecteert, wordt
de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en
verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.74).
4
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera
het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
Opnamen maken van kinderen (de stand
Kinderen)
Ontspanknop
Vierwegbesturing
Knop 4
38
3 8
38
14:25
1 4 : 2 5
14:25
09/09/2011
0 9 / 0 9 / 2 0 11
09/09/2011
87
3
Opnamen maken
5
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
In de stand e (Huisdier) wordt de sluiter automatisch ontspannen zodra
een huisdier wordt gedetecteerd. U kunt ook huisdieren registreren in de
camera.
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet wordt weergegeven.
2
Selecteer e met de vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
De stand e wordt geselecteerd en de
camera keert terug naar de opnamestand.
Wanneer de camera het hele gezicht van
een huisdier ziet, wordt een lichtblauw
detectiekader weergegeven en wordt de
sluiter automatisch geopend.
Opnamen maken van uw huisdier (Huisdier)
Ontspanknop
Vierwegbesturing
Knop 4
38
3 8
38
Selectie/reg.
Selectie/reg.
Selectie/reg.
88
3
Opnamen maken
1
Druk op de knop I in het
opnamestatusscherm van de
stand e (Huisdier).
Het scherm voor selectie van een huisdier
verschijnt.
2
Druk nogmaals op de knop I.
Het scherm voor het registreren van een
huisdier verschijnt.
Richt de camera op het hele gezicht van het
huisdier. De sluiter wordt automatisch
ontspannen en u wordt gevraagd te
bevestigen.
Wanneer u [Registratie] selecteert met de
vierwegbesturing (2) en op de knop 4
drukt, wordt de foto van het geregistreerde
huisdier weergegeven in de
linkerbovenhoek van het scherm. De
camera keert terug naar de opnamestatus.
Wanneer de camera het hele gezicht van
een huisdier ziet, wordt een lichtblauw
detectiekader weergegeven en wordt de
sluiter automatisch geopend.
U kunt ook een opname maken door de
ontspanknop in te drukken.
Wanneer u in het opnamestatusscherm
twee keer op de knop I drukt, verschijnt
het scherm voor registratie van een huisdier
zodat u nog een huisdier kunt registreren.
Registratie van maximaal drie huisdieren is mogelijk.
Een huisdier registreren
MENU
OK
OK
OK
Stop
Nwe registr.
Huisdier selecteren voor
opname
MENU
Stop
S t o p
StopStop
S t o p
StopStop
S t o p
StopStop
S t o p
StopStop
S t o p
Stop
Autom. registratie als kop
Autom. r e g i s t ratie a l s k o p
van dier naar camera gericht
van die r n a a r camera g e r i c ht
Autom. registratie als kop
van dier naar camera gericht
Scherm voor registratie
huisdier
OKOKOK
Registratie
Deze opname registreren?Deze opname registreren?Deze opname registreren?
Onderbreken
OK
OKOK
Scherm voor bevestiging
registratie
Selectie/reg.Selectie/reg.Selectie/reg.
38
3 8
38
Opnamestatusscherm
89
3
Opnamen maken
Als u meer dan één huisdier hebt geregistreerd, kies dan het gewenste
huisdier.
1
Druk op de knop I in het
opnamestatusscherm van de
stand e (Huisdier).
Het scherm voor het registreren van een
huisdier verschijnt.
2
Kies met de vierwegbesturing (45) het huisdier
waarvan u een opname wilt maken.
3
Druk op de knop 4.
Dat huisdier wordt geselecteerd en de camera gaat in de
opnamestatus.
Wanneer u in het registratiescherm op de knop 3 drukt, wordt
de registratie geannuleerd en keert de camera terug naar de
foto-opnamestand.
Alleen honden en katten kunnen worden geregistreerd in de stand
e (Huisdier). Andere dieren of mensen kunnen niet worden
geregistreerd. Mogelijk lukt registratie niet als het gezicht van het dier
te klein uitvalt.
Afhankelijk van de opnamesituatie wordt het gezicht van het
geregistreerde huisdier mogelijk niet herkend.
[AF-veld] wordt op W (Automatisch meevolgende AF) en de
flitsinstelling op a (Flitser uit) gezet. U kunt deze instellingen echter
aanpassen.
[AF Hulplicht] staat uit. U kunt deze instelling echter aanpassen.
Het gewenste huisdier selecteren
MENU
OK
OK
OK
Stop
Huisdier selecteren voor
opname
Wissen
90
3
Opnamen maken
1
Druk op de knop I in het
opnamestatusscherm van de
stand e (Huisdier).
Het scherm voor het registreren van een
huisdier verschijnt.
2
Kies met de vierwegbesturing (45) het huisdier dat u
wilt verwijderen.
3
Druk op de Groene toets.
4
Selecteer [Wissen] met de vierwegbesturing (2).
5
Druk op de knop 4.
Het geselecteerde huisdier wordt gewist.
Een geregistreerd huisdier verwijderen
MENU
OK
OK
OK
Stop
Huisdier selecteren voor
opname
Wissen
91
3
Opnamen maken
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet wordt weergegeven.
2
Selecteer \ of Q met de vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
De stand \ of Q wordt geselecteerd en de
camera keert terug naar de opnamestand.
Als de camera een gezicht detecteert, wordt
de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en
verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.74).
4
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera
het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
Als de stand \ is geselecteerd en de ontspanknop tot halverwege
wordt ingedrukt, wordt het onderwerp door het scherpstelkader gevolgd.
5
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
Opnamen maken van sport en vrijetijdsbesteding
(Sport/Strand & Sneeuw)
\
Sport
Voor opnamen van snel bewegende onderwerpen. Volgt het
onderwerp tot de opname is gemaakt.
Q
Strand &
Sneeuw
Voor opnamen met veel licht van bijvoorbeeld zand en
sneeuw. Nauwkeurige lichtmeting voor helderheid.
Ontspanknop
Vierwegbesturing
Knop 4
38
3 8
38
14:25
1 4 : 2 5
14:25
09/09/2011
0 9 / 0 9 / 2 0 11
09/09/2011
92
3
Opnamen maken
De stand B (Feest) is geschikt voor het maken van opnamen
binnenshuis, bijvoorbeeld snapshots tijdens een feestje.
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet wordt weergegeven.
2
Selecteer B met de vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
De stand B wordt geselecteerd en de camera keert terug naar de
opnamestand.
Als de camera een gezicht detecteert, wordt de functie
Gezichtsdetectie geactiveerd en verschijnt het gezichtsdetectiekader
(p.74).
4
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera
het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
5
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
Binnenshuis opnamen maken (Feest)
Ontspanknop
Vierwegbesturing
Knop 4
93
3
Opnamen maken
Met de stand c (Tekst) kunt u scherpe opnamen maken van geschreven
tekst. Dat kan van pas komen bij het maken van een digitale kopie van
een belangrijk document of het verbeteren van de leesbaarheid van
tekst met kleine lettertjes.
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet wordt weergegeven.
2
Selecteer c met de vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
Het keuzescherm c verschijnt.
4
Selecteer c, d, c of d met de vierwegbesturing (23).
Opnamen maken van tekst (Tekst)
c
Kleur De oorspronkelijke kleur van de tekst blijft behouden.
d
Neg. kleur De tekstkleuren worden omgekeerd.
c
Zwart-wit Gekleurde tekst wordt omgezet in zwart-wit.
d
Neg. zwart-wit
Gekleurde tekst wordt omgezet in witte tekst op een zwarte
ondergrond.
Ontspanknop
Vierwegbesturing
Knop 4
OK
OK
OK
MENU
Stop
Stop
94
3
Opnamen maken
5
Druk op de knop 4.
Het geselecteerde pictogram verschijnt en de
camera keert terug naar de opnamestand.
Als de camera een gezicht detecteert, wordt
de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en
verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.74).
6
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera
het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
7
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
In de stand N (Beeldinkadering) kunt u foto’s maken met behulp van de
kaders die in de camera zijn opgeslagen.
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet wordt weergegeven.
2
Selecteer N met de vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
Het scherm voor selectie van het kader verschijnt, waarin 9 kaders zijn
weergegeven.
Opnamen voorzien van een kader
(Beeldinkadering)
38
3 8
38
14:25
1 4 : 2 5
14:25
09/09/2011
0 9 / 0 9 / 2 0 11
09/09/2011
Zoomknop
Vierwegbesturing
Knop 4
Ontspanknop
95
3
Opnamen maken
4
Kies het gewenste kader met de
vierwegbesturing (2345).
5
Draai de zoomknop rechtsom of
linksom (y).
Het geselecteerde kader verschijnt in de
enkelbeeldsweergave.
U kunt op een van de volgende manieren
een ander kader kiezen.
6
Druk op de knop 4.
Het ingekaderde beeld verschijnt op het
scherm.
Als de camera een gezicht detecteert, wordt
de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en
verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.74).
7
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera
het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
8
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
Vierwegbesturing (45) Druk hierop om een ander kader te kiezen.
Zoomknop naar links (f) Terug naar de weergave van 9 kaders op het
kaderselectiescherm, zodat u vervolgens een
ander kader kunt kiezen, zoals in stap 4.
De resolutie wordt vast ingesteld op h (2048×1536).
3 standaardkaders zijn in de fabriek geïnstalleerd. (Op de
meegeleverde cd-rom staan 90 kaders, inclusief de standaardkaders.)
OK
y
OK
OK
38
3 8
38
14:25
1 4 : 2 5
14:25
09/09/2011
0 9 / 0 9 / 2 0 11
09/09/2011
96
3
Opnamen maken
Bij de zelfontspannerfunctie wordt de opname tien of twee seconden na
het indrukken van de ontspanknop gemaakt.
Stabiliseer de camera met een statief of een andere vorm van
ondersteuning als u opnamen maakt met de zelfontspanner.
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (2).
Het scherm [Transportstand] verschijnt.
2
Gebruik de vierwegbesturing (45) om g te selecteren
en druk op de vierwegbesturing (3).
Optionele kaders
De optionele kaders staan op de cd-rom (S-SW121) die met de camera is
meegeleverd. Kopieer deze kaders van de cd-rom als u ze wilt gebruiken
(p.181). Deze optionele kaders worden verwijderd als de bestanden in het
interne geheugen worden gewist met een computer en als het ingebouwde
geheugen wordt geformatteerd.
Een decoratief kader om een opname plaatsen 1 p.178
De zelfontspanner gebruiken
g
Zelfontspanner
Deze functie biedt de mogelijkheid een groepsfoto te
maken waar u zelf op staat. Ongeveer tien seconden nadat
de ontspanknop is ingedrukt, wordt de opname gemaakt.
Z
2s
Zelfontspanner
Gebruik deze stand om camerabewegingen te voorkomen.
Ongeveer twee seconden nadat u de ontspanknop hebt
ingedrukt, wordt de opname gemaakt.
Ontspanknop
Vierwegbesturing
Knop 4
97
3
Opnamen maken
3
Selecteer g of Z met de
vierwegbesturing (45) en druk
op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van
een opname met de zelfontspanner.
Als de camera een gezicht detecteert, wordt
de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en
verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.74).
4
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera
het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
5
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt tien seconden of twee seconden later gemaakt.
Er worden in deze standen continu opnamen gemaakt zolang u de
ontspanknop ingedrukt houdt.
De scherpstelling kan worden bemoeilijkt als u de camera beweegt
terwijl de LED van de zelfontspanner knippert bij het fotograferen.
In de stand
C
(Video) start de opname na tien seconden (of twee
seconden).
Druk de ontspanknop tot halverwege in terwijl de zelfontspanner is
geactiveerd om het terugtellen te stoppen. Druk de ontspanknop
helemaal in om het terugtellen te hervatten.
Z
kan niet worden geselecteerd terwijl
9
(Groene) modus de
standaardinstelling is. Selecteer
Z
in een andere opnamestand en kies
daarna
9
als opnamestand.
Een serie foto’s achter elkaar maken
(Continue opname/Continue opname snel)
j
Continue
opname
Elke keer dat er een opname wordt gemaakt, wordt de opname
opgeslagen in het geheugen voordat de volgende opname wordt
gemaakt. Hoe hoger de opnamekwaliteit, des te langer de
tussenpozen tussen de opnamen.
U kunt continuopnamen blijven maken totdat de
SD-geheugenkaart of het interne geheugen vol is.
OK
MENU
OK
O K
OK
Transportstand
Tr a n s p o r t s t a n d
Zelfontspanner
Z e l f o n t s p a n n e r
Transportstand
Zelfontspanner
Stop
S t o p
Stop
98
3
Opnamen maken
* Wanneer [Shake Reduction] in het menu [A Opnemen] op [CCD-shift] (p.123)
staat, kan een geluid te horen zijn tijdens het maken van opnamen. Dit is geen
defect.
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (2).
Het scherm [Transportstand] verschijnt.
2
Selecteer j, A, B of C met de
vierwegbesturing (45) en druk
op 4.
De camera is klaar om een serie opnamen
te maken.
3
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera
het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
A
Continue
opname
snel (L)
De resolutie wordt vast ingesteld op f (2591944) en
opnamen worden achter elkaar gemaakt. De tussenpozen
tussen de opnamen worden steeds korter in deze volgorde:
A, B en C.
B
Continue
opname
snel (G)
C
Continue
opname
snel (S)
*
Het aantal opnamen dat achter elkaar kan worden gemaakt en het
aantal beelden per seconde variëren al naar gelang de
opnameomstandigheden.
Ontspanknop
Vierwegbesturing
Knop 4
TransportstandTr a n s p o r t s t a n d
Continue opnameC o n t i n u e o p n a m e
OKMENU
OKO KOK
Transportstand
Continue opname
Stop
S t o pStop
99
3
Opnamen maken
4
Druk de ontspanknop helemaal in.
Er worden continu opnamen gemaakt zolang u de ontspanknop
ingedrukt houdt.
U kunt de afstandsbediening (optioneel) gebruiken om foto’s te maken
terwijl u zich uit de buurt van de camera bevindt.
De flitser gaat niet af in de stand j, A, B en C.
j, A, B en C kunnen niet worden geselecteerd in de standen
9 (Groen), C (Video), S (Vuurwerk), N (Beeld inkadering),
X (Dig. Groothoek) of F (Digitaal panorama).
Digitale zoom en Intelligente zoom zijn niet beschikbaar in de stand
A, B en C.
Bij het maken van de eerste opname worden de scherpstelling,
belichting en witbalans vastgehouden in het geheugen (vergrendeld).
Als de functie Gezichtsdetectie (p.74) is ingeschakeld, werkt die
functie alleen voor de eerste opname.
De functie Knipperdetectie werkt alleen voor de laatste opname.
In de stand b (Autom. opname) worden achter elkaar opnamen
gemaakt in de eerst geselecteerde opnamestand.
Foto’s maken met de afstandsbediening
(optioneel)
i
Afstandsbed.
3 sec
Circa drie seconden na het indrukken van de ontspanknop op
de afstandsbediening gaat de sluiter open.
h
Afstandsbed.
0 sec
De sluiter gaat meteen na het indrukken van de ontspanknop
op de afstandsbediening open.
Vierwegbesturing
Knop 4
Ontspanknop
100
3
Opnamen maken
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (2).
Het scherm [Transportstand] verschijnt.
2
Gebruik de vierwegbesturing (45) om i te selecteren
en druk op de vierwegbesturing (3).
3
Gebruik de vierwegbesturing
(45) om i of h te
selecteren en druk
vervolgens op 4.
De zelfontspanner-LED begint
langzaam te knipperen en de camera
is gereed om een opname te maken
met de afstandsbediening.
Als de camera een gezicht detecteert, wordt de functie
Gezichtsdetectie geactiveerd en verschijnt het gezichtsdetectiekader
(p.74).
4
Wijs met de afstandsbediening naar de ontvanger voor
de afstandsbediening en druk de ontspanknop op de
afstandsbediening in.
Het scherpstelkader wordt groen als is scherpgesteld op het
onderwerp en de camera maakt een opname met de volgende timing.
Wanneer i (Afstandsbed. 3 sec) is geselecteerd:
Het lampje van de zelfontspanner knippert snel en na circa
drie seconden wordt een foto gemaakt.
Wanneer h (Afstandsbed. 0 sec) is geselecteerd:
De foto wordt onmiddellijk gemaakt.
Het werkingsbereik bedraagt circa 4 m vanaf de voorkant van de
camera bij gebruik van de afstandsbediening.
In de stand C (Video) wordt de opname gestopt zodra u nog een keer
op de ontspanknop drukt.
De camera maakt een foto, zelfs als niet goed is scherpgesteld.
Als u de ontspanknop tijdens het aftellen half indrukt, stopt het aftellen.
Als u opnieuw op de ontspanknop op de afstandsbediening drukt,
wordt het aftellen hervat.
i/hkan niet worden geselecteerd in de stand 9 (Groen).
Het lampje van de zelfontspanner knippert niet in de stand
e (Huisdier).
Transportstand
Tr a n s p o r t s t a n d
Afstandsbediening
A f s t a n d s b e d i e n i n g
OK
O K
OK
OK
MENU
Stop
S t o p
Stop
MENU
Stop
S t o p
Stop
MENU
Stop
S t o p
Stop
MENU
Stop
S t o p
Stop
MENU
Stop
S t o p
Stop
Transportstand
Afstandsbediening
101
3
Opnamen maken
In de stand X (Dig. Groothoek) kunt u twee verticale opnamen die met
deze camera zijn gemaakt samenvoegen tot een beeld met een dekking
van ongeveer een 19 mm-objectief (35mm-kleinbeeldequivalent).
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet wordt weergegeven.
2
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om X te
selecteren.
De functie Dig. Groothoek gebruiken
(Dig. Groothoek)
+
Ontspanknop
Vierwegbesturing
Knop 4
102
3
Opnamen maken
3
Druk op de knop 4.
De camera komt in de stand X.
Beweeg de camera 90° naar rechts en
kader de eerste opname uit.
Als de camera een gezicht detecteert, wordt
de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en
verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.74).
4
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera
het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
5
Druk de ontspanknop helemaal in.
De eerste gemaakte opname wordt tijdelijk
opgeslagen en het scherm voor het maken
van de tweede opname verschijnt.
6
Maak de tweede opname.
Kader op de voorbeeldweergave het beeld voor het maken van de
tweede opname zo uit dat de weergave van de eerste opname links op
de monitor gedeeltelijk wordt overlapt. Herhaal stap 4 en 5 om de
tweede opname te maken.
De samengevoegde eerste en tweede opname verschijnen op het
scherm (Momentcontrole) en worden vervolgens opgeslagen.
1
2
2
OK
E i n d e
Einde
103
3
Opnamen maken
1
Als het opnamescherm voor de tweede opname wordt
weergegeven in stap 5 op p.102, drukt u op de knop 4.
Er verschijnt een bevestigingsvenster.
2
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om een optie te selecteren
en druk op 4.
Om bij het maken van de tweede opname vervorming tot een minimum
te beperken, moet u de camera rond de rechterkant van de
voorbeeldweergave op het scherm draaien.
Er kan vervorming ontstaan bij bewegende voorwerpen, zich
herhalende patronen of als er niets aanwezig is bij het overlappen van
de eerste en de tweede opname in de voorbeeldweergave.
Als de functie Gezichtsdetectie (p.74) is ingeschakeld, werkt die
functie alleen voor de eerste opname (Knipperdetectie werkt niet).
De samengevoegde opnamen worden opgeslagen met een
pixelgrootte van f (2592×1944).
De functie stopzetten nadat de eerste opname is gemaakt
Opslaan De eerste opname opslaan en
een nieuwe eerste opname
maken. De eerste opname
wordt opgeslagen bij
h (2041536).
Annuleren De eerste opname wissen en
een nieuwe eerste opname
maken.
Onderbreken Hiermee gaat u terug naar het
opnamescherm voor de tweede
opname.
Opslaan
Annuleren
Onderbreken
Opname(m) opslaan
en afsluiten?
Opname(m) opslaan
en afsluiten?
OK
O K
OK
104
3
Opnamen maken
In de stand F (Digitaal panorama) kunt u twee of drie gemaakte
opnamen samenvoegen om een panoramische foto te maken.
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet wordt weergegeven.
2
Selecteer F met de vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
De camera komt in de stand F en het bericht [Schuifrichting
instellen] verschijnt.
4
Selecteer met de
vierwegbesturing (45) de
richting waarin de opnamen
moeten worden samengevoegd.
Het scherm voor het maken van de eerste
opname wordt weergegeven.
Als de camera een gezicht detecteert,
wordt de functie Gezichtsdetectie
geactiveerd en verschijnt het
gezichtsdetectiekader (p.74).
Panoramafoto’s maken
(Digitaal panorama)
Ontspanknop
Vierwegbesturing
Knop 4
Schuifrichting instellen
Schuifrichting instellen
38
3 8
38
14:25
1 4 : 2 5
14:25
09/09/2011
0 9 / 0 9 / 2 0 11
09/09/2011
1
105
3
Opnamen maken
5
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera
het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
6
Druk de ontspanknop helemaal in.
Het scherm voor het maken van de tweede opname wordt
weergegeven nadat u de eerste opname hebt gemaakt.
Als u bij stap 4 rechts (5) selecteert:
De rechterrand van de eerste opname wordt semi-transparant langs
de linkerkant van het scherm weergegeven.
Als u bij stap 4 links (4) selecteert:
De linkerrand van de eerste opname wordt semi-transparant langs
de rechterkant van het scherm weergegeven.
7
Maak de tweede opname.
Beweeg de camera zo dat het semi-
transparante deel en het werkelijke beeld
elkaar overlappen en druk op de
ontspanknop.
8
Maak de derde opname.
Herhaal stap 5 t/m 7 om de derde opname te maken.
De beelden worden samengevoegd tot een panorama en er verschijnt
een samengevoegde opname.
De samengevoegde opnamen worden niet weergegeven wanneer
[Momentcontrole] (p.71, p.125) op P (Uit) staat.
Er kan enige vervorming ontstaan door bewegende voorwerpen, zich
herhalende patronen of als er niets aanwezig is bij het overlappen van
de eerste en tweede opname of de tweede en derde opname in de
voorbeeldweergave.
Als de functie Gezichtsdetectie (p.74) is ingeschakeld, werkt die
functie alleen voor de eerste opname (Knipperdetectie werkt niet).
OK
Einde
Einde
SHUTTER
2e deelopn.
2e deelopn.
Einde2e deelopn.
1 2
106
3
Opnamen maken
1
Druk op de knop 4 nadat u de eerste opname in stap
6 op p.105 of de tweede opname in stap 7 hebt gemaakt.
Er verschijnt een bevestigingsvenster.
2
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om een optie te selecteren
en druk op 4.
De functie stopzetten nadat de eerste of tweede opname is
gemaakt
Opslaan De gemaakte opname(n) worden
opgeslagen en u kunt een nieuwe
eerste opname maken. Als u
deze optie kiest nadat u de
tweede opname hebt gemaakt,
worden de eerste en tweede
opname samengevoegd en
opgeslagen als panoramische
opname.
Annuleren De gemaakte opname(n) worden
gewist en u kunt een nieuwe
eerste opname maken.
Onderbreken Het vorige opnamevenster wordt
weer geactiveerd.
Niet-samengevoegde opnamen die zijn gemaakt in de stand F,
worden opgeslagen met een pixelgrootte van i (1601200).
Opslaan
Annuleren
Onderbreken
Opname(m) opslaan
en afsluiten?
Opname(m) opslaan
en afsluiten?
OK
O K
OK
107
3
Opnamen maken
De opnamestanden instellen
De flitsinstelling selecteren
,
Auto
Afhankelijk van de lichtomstandigheden gaat de flitser
automatisch af. Als u de functie Gezichtsdetectie
gebruikt, wordt de flitsinstelling automatisch ingesteld
op d.
a
Flitser uit
De flitser gaat niet af, ongeacht de lichtomstandigheden.
Deze functie is bedoeld voor het maken van opnamen op
plaatsen waar flitsfotografie verboden is.
b
Flitser aan
De flitser gaat altijd af, ongeacht de
lichtomstandigheden.
c
Auto + Anti Rode
Ogen
Deze instelling zorgt voor vermindering van het
rode-ogeneffect dat optreedt doordat het flitslicht wordt
weerkaatst in de ogen van het onderwerp. De flitser gaat
automatisch af. Voordat er echt wordt geflitst, gaat een
extra flits af.
d
Flitser+Anti Rode
Ogen
Deze instelling zorgt voor vermindering van het
rode-ogeneffect dat optreedt doordat het flitslicht wordt
weerkaatst in de ogen van het onderwerp. De flitser gaat
altijd af, ongeacht de lichtomstandigheden. Voordat er
echt wordt geflitst, gaat een extra flits af.
De flitsinstelling is vast ingesteld op a onder de volgende
omstandigheden:
-als C (Video) of S (Vuurwerk) is geselecteerd als opnamestand
-als j (Continue opname), A (Continue opname snel (L)),
B (Continue opname snel (G)) of C (Continue opname snel (S))
is geselecteerd als transportstand
-als s (Oneindig) is geselecteerd als scherpstelstand
In de stand X (Dig. Groothoek) of F (Digitaal panorama) wordt de
flits ingesteld op a. U kunt echter nog wel andere flitsinstellingen
selecteren.
In de 9 (Groene) modus kunt u alleen , of a selecteren.
In de stand A (Nachtopname) kunt u , en c niet selecteren.
Gebruik van de flitser bij het maken van opnamen van dichtbij kan
onregelmatigheden opleveren in de opname als gevolg van de spreiding
van het licht.
108
3
Opnamen maken
1
Druk in de stand A op de
vierwegbesturing (4).
Het scherm [Flitsinstelling] verschijnt.
Bij elke druk op de knop verandert de
flitsinstelling. U kunt de instelling ook
wijzigen met de vierwegbesturing (23).
2
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen en de camera gaat terug naar de
opnamestand.
Informatie over het verschijnsel rode ogen
Als u de flitser gebruikt bij het maken van opnamen, kunnen de ogen van het
onderwerp in de opname rood zijn. Dit verschijnsel treedt op wanneer het
flitslicht wordt weerkaatst in de ogen van het onderwerp. Het kan worden
verminderd door de omgeving van het onderwerp te verlichten of door dichter
bij het onderwerp te komen en uit te zoomen naar een groothoekstand. Ook het
instellen van de flits op c of d is een effectieve manier om het verschijnsel
tegen te gaan.
Als de ogen van het onderwerp ondanks dergelijke voorzorgsmaatregelen toch
rood zijn, kunt u dit corrigeren met de rode-ogenreductie (p.177).
De flitsinstelling opslaan 1p.138
Vierwegbesturing
Knop 4
Auto
Auto
Auto
Flitsinstelling
Flitsinstelling
Flitsinstelling
OK
OK
OK
OK
MENU
Stop
Stop
Stop
109
3
Opnamen maken
1
Druk in de stand A op de
vierwegbesturing (5).
Het scherm [Focusinst.] verschijnt.
Bij elke druk op de knop verandert de
scherpstelstand. U kunt de instelling ook
wijzigen met de vierwegbesturing (23).
De scherpstelstand selecteren
=
Standaard
Gebruik deze instelling wanneer de afstand tot het
onderwerp 40 cm of meer is. Wanneer de ontspanknop tot
halverwege wordt ingedrukt, stelt de camera scherp op het
onderwerp in het autofocusgebied.
q
Macro
Deze instelling wordt gebruikt wanneer de afstand tot het
onderwerp circa 10 cm tot 50 cm is. Wanneer de
ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt, stelt de
camera scherp op het onderwerp in het autofocusgebied.
r
Super Macro
Deze stand wordt gebruikt wanneer de afstand tot het
onderwerp circa 4 cm tot 30 cm is. Wanneer de
ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt, stelt de
camera scherp op het onderwerp in het autofocusgebied.
3
Pan-focus
Deze instelling wordt gebruikt wanneer u iemand anders
vraagt om opnamen voor u te maken of wanneer u
landschapsopnamen maakt vanuit een rijdende auto of
trein. De opnamen wordt van voor tot achter scherp.
s
Oneindig
Met deze functie kunt u opnamen maken van voorwerpen
in de verte. De flitser is ingesteld op a (Flitser uit).
\
Handmatig Focus Met deze instelling past u de scherpstelling handmatig aan.
Vierwegbesturing
Knop 4
Focusinst.
F o c u s i n s t .
Focusinst.
Standaard
S t a n d a a r d
Standaard
OK
OK
O K
OK
Stop
S t o p
Stop
MENU
110
3
Opnamen maken
2
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen en de camera gaat terug naar de
opnamestand.
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Focusinst.] verschijnt.
2
Selecteer \ met de vierwegbesturing (5).
3
Druk op de knop 4.
Het centrale deel van de opname wordt
tijdens het scherpstellen op het volledige
scherm getoond.
4
Wijzig de scherpstelling met de
vierwegbesturing (23).
De indicatie \ verschijnt op het scherm
en geeft de geschatte afstand tot het
onderwerp aan. Gebruik de indicatie als
richtlijn bij het scherpstellen.
2 voor scherpstelling veraf
3 voor scherpstelling dichterbij
In de 9 (Groene) modus kunt u alleen =, q en 3 selecteren.
De scherpstelstand is vast ingesteld op s in de stand S (Vuurwerk).
•Als u = selecteert terwijl het onderwerp dichterbij is dan 40 cm, stelt
de camera automatisch scherp vanaf 10 cm (functie Auto-Macro). In
dit geval verschijnt q op het scherm.
Als bij het maken van opnamen in de stand q het onderwerp verder
weg is dan 50 cm, stelt de camera automatisch scherp op
(Oneindig). Als u dan de ontspanknop helemaal indrukt, kunt u toch
een opname maken, ook als er niet is scherpgesteld.
De instelling van de scherpstelstand opslaan 1 p.138
Handmatig scherpstellen (Handmatig Focus)
OK
OK
O K
OK
Focusinst.
F o c u s i n s t .
Focusinst.
Handmatig Focus
H a n d m a t i g F o c u s
Handmatig Focus
MENU
Stop
S t o p
Stop
2m
2m
1
1
0.5
0.5
MENU
OK
OK
OK
\ Indicatie
111
3
Opnamen maken
5
Druk op de knop 4.
De scherpstelling wordt vastgehouden en de camera gaat terug naar
de opnamestand.
Nadat de scherpstelling is vastgezet, kunt u nogmaals op de
vierwegbesturing (5) drukken om de indicatie \ weer te geven en
de scherpstelling aan te passen.
U kunt het autofocusveld wijzigen (AF-veld).
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [AF-instelling] met de vierwegbesturing (23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [AF-instelling] verschijnt.
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
5
Wijzig met de vierwegbesturing
(23) de instelling van het
AF-veld.
De opnamestand en de transportstand kunnen niet worden gewijzigd
terwijl de indicatie \ wordt weergegeven.
Om te schakelen van \ naar een andere scherpstelinstelling, drukt u
op de vierwegbesturing (5) terwijl de indicatie \ wordt weergegeven.
Het AF-veld instellen
J
Meervoudig Normaal autofocusveld
K
Spotmeting Het autofocusveld wordt kleiner.
W
Automatisch volgen AF Houdt bewegende objecten scherp.
AF-instelling
MENU OK
AF-veld
AF Hulplicht
OK
Stop
112
3
Opnamen maken
6
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
7
Druk twee keer op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
In het donker komt er licht uit de camera om het scherpstellen te
vergemakkelijken. U kunt dit licht in- of uitschakelen.
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [AF-instelling] met de vierwegbesturing (23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [AF-instelling] verschijnt.
4
Selecteer [AF Hulplicht] met de
vierwegbesturing (23).
5
Selecteer [
O
(Aan)/
P
(Uit)] met de vierwegbesturing (
45
).
De instelling wordt opgeslagen.
6
Druk twee keer op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
In de stand C (Video) en N (Beeldinkadering) kan het AF-veld niet
worden ingesteld op W.
In de 9 (Groene) modus en in de stand b (Autom. opname) is het
AF-veld vast ingesteld op J.
Als u de instelling [AF-veld] vaak wijzigt, kunt u tijd besparen door deze
toe te wijzen aan de Groene toets (p.129).
Het = Hulplicht instellen (AF Hulplicht)
AF-instelling
MENU
AF-veld
AF Hulplicht
113
3
Opnamen maken
Voor foto’s kunt u kiezen uit zes instellingen voor opnamepixels.
Hoe groter het aantal opnamepixels, des te scherper de details wanneer
u de opname afdrukt. Omdat de kwaliteit van de afgedrukte opname ook
afhangt van de opnamekwaliteit, de belichtingsregeling, de resolutie van
de printer en andere factoren, hoeft u niet meer dan het benodigde
aantal opnamepixels te selecteren. Hoe groter het aantal pixels, hoe
groter de opname en daarmee ook het bestand.
In de tabel hierna kunt u zien welke instelling de beste is voor het
beoogde doel.
De standaardinstelling is m.
Rechtstreeks in dit licht kijken is niet gevaarlijk. Kijk echter niet van heel
dichtbij in het hulplicht, want dan kunt u wel even verblind raken.
In de volgende omstandigheden wordt het hulplicht niet gebruikt.
- In de stand C (Video), S (Vuurwerk).
- Wanneer de scherpstelstand op 3 (Pan-focus), s (Oneindig) of
z (Handmatig Focus) staat.
De standaardinstelling in de stand e (Huisdier) is P (Uit).
De resolutie selecteren
Resolutie Beoogd doel
m 4608×3456
Voor het afdrukken van fotos met hoge kwaliteit of
opnamen op A4-formaat of groter, of voor het bewerken
van opnamen op een computer.
n 3456×3456
o 4608×2592
6 3072×2304
Voor het maken van afdrukken op ansichtkaartformaat.
h 1920×1080
Voor een natuurlijk gevoel van ruimtelijkheid met
dezelfde hoogte/breedteverhouding als HDTV.
m 640×480
Voor plaatsing op een website of meezenden met een
e-mail.
Scherper
114
3
Opnamen maken
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Resolutie] met de vierwegbesturing (23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
4
Wijzig het aantal opnamepixels
met de vierwegbesturing (23).
5
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
6
Druk op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
Als u o of h selecteert, is de
verhoudingsfactor van de opname 16:9, en
het monitorbeeld voor opnemen en
weergeven is zoals rechts hiernaast wordt
getoond.
De opnameresolutie voor opnamen in de stand 9 (Groen) is vast
ingesteld op m.
De opnameresolutie voor opnamen in de stand N (Beeldinkadering)
is vast ingesteld op h.
De resolutie voor opnamen in de stand c (Digital SR) of X (Dig.
Groothoek) is vast ingesteld op f. (Als u echter de stand X
beëindigt voordat u een tweede opname maakt, is de resolutie h.)
Als u de instelling [Resolutie] vaak wijzigt, kunt u tijd besparen door
deze toe te wijzen aan de Groene toets (p.129).
1 4 : 2 5
38
3 8
38
09/09/2011
0 9 / 0 9 / 2 0 11
09/09/2011
14:25
Opslagcapaciteit
MENU
Stop
OK
OK
12
Resolutie
Witbalans
Autom. belicht.
Gevoeligheid
AF-instelling
7
M
Bereik Auto ISO
7
M
115
3
Opnamen maken
U kunt de algehele helderheid van de opname aanpassen.
Met deze functie kunt u opzettelijk over- of onderbelichte opnamen
maken.
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Belicht. corr.] met de vierwegbesturing
(23).
3
Selecteer de LW-waarde met de
vierwegbesturing (45).
Kies een positieve (+) waarde voor lichte
opnamen. Kies een negatieve (-) waarde
voor donkere opnamen.
U kunt een belichtingscorrectiewaarde
kiezen tussen –2,0 en +2,0 LW in stappen
van 1/3 LW.
4
Druk op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
De belichting instellen (Belichtingscorrectie)
Als het histogram wordt weergegeven in de opnamestand of
weergavestand, kunt u de belichting controleren (p.29).
U kunt de functie Belicht. corr. niet gebruiken in de 9 (Groene) of
b (Autom. opname) modus.
Als u de instelling [Belicht. corr.] vaak wijzigt, kunt u tijd besparen door
deze toe te wijzen aan de Groene toets (p.129).
De instelling van de belichtingscorrectiewaarde opslaan 1p.138
Opnemen
MENU
Einde
2/4
Video
Belicht. corr.
Inst, D-range
Knipperdetectie
Digitale zoom
Shake Reduction
CCD-shift
0.0
116
3
Opnamen maken
Hiermee wordt het dynamische bereik vergroot en wordt voorkomen dat
zich heldere en donkere gebieden voordoen. Met [Hooglichtcor.] worden
de heldere gebieden bijgeregeld wanneer de opname te licht is en met
[Schaduwcorrectie] worden de donkere gebieden bijgeregeld wanneer
de opname te donker is.
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Inst, D-range] met de vierwegbesturing
(23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Inst, D-range] verschijnt.
4
Selecteer [Hooglichtcor.] of
[Schaduwcorrectie] met de
vierwegbesturing (23).
5
Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing
(45).
6
Druk twee keer op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
Het pictogram van de instelling voor
D-Range verschijnt op het scherm.
De helderheid corrigeren (Instelling D-Range)
P
Wanneer [Hooglichtcor.] op O staat
Q
Wanneer [Schaduwcorrectie] op
O staat
O
Wanneer [Hooglichtcor.] en
[Schaduwcorrectie] beide op O staan
Inst, D-range
MENU
Hooglichtcor.
Schaduwcorrectie
14:25
1 4 : 2 5
14:25
38
3 8
38
09/09/2011
0 9 / 0 9 / 2 0 11
09/09/2011
117
3
Opnamen maken
U kunt opnamen maken met natuurlijke kleuren door de witbalans aan
te passen aan de lichtomstandigheden van het opnametijdstip.
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Witbalans] met de vierwegbesturing (23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Witbalans] verschijnt.
Wanneer [Hooglichtcor.] op O staat, staat de minimumgevoeligheid
op ISO 160.
Als u de instelling [Hooglichtcor.] of [Schaduwcorrectie] vaak wijzigt,
kunt u tijd besparen door deze toe te wijzen aan de Groene toets
(p.129).
De witbalans aanpassen
F
Auto De camera past de witbalans automatisch aan.
G
Daglicht
Gebruik deze functie bij het maken van buitenopnamen in de
zon.
l
Schaduw
Gebruik deze functie bij het maken van buitenopnamen in de
schaduw.
I
Lamplicht
Gebruik deze functie voor het maken van opnamen onder
gloeilamp- of halogeenlicht.
J
Neonlicht
Gebruik deze functie voor het maken van opnamen onder
TL-licht.
K
Handmatig
Gebruik deze functie wanneer u de witbalans handmatig wilt
aanpassen.
Geef een andere waarde op voor de witbalans als u niet tevreden bent
met de kleurbalans van opnamen die zijn genomen met [Witbalans] op
F.
Of de instelling voor de witbalans wordt geselecteerd, is afhankelijk
van de geselecteerde opnamestand. Zie “Beschikbare functies voor
elke opnamefunctie” (p.240) voor details.
118
3
Opnamen maken
4
Wijzig de instelling met de
vierwegbesturing (23).
Telkens wanneer u op de vierwegbesturing
(23) drukt, kunt u het resultaat van de
geselecteerde witbalansinstelling op de
voorbeeldopname zien.
5
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
6
Druk op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
Raadpleeg De witbalans handmatig aanpassen (p.118) voor
aanwijzingen omtrent handmatige aanpassing van de witbalans.
Zorg dat u een leeg vel wit papier of vergelijkbaar materiaal bij de hand
hebt.
1
Gebruik in het scherm [Witbalans] de vierwegbesturing
(23) om K (Handmatig) te selecteren.
2
Richt de camera op het lege vel
papier of ander materiaal, zodat dit
het kader in het midden van het
scherm vult.
3
Druk de ontspanknop helemaal in.
De witbalans wordt automatisch aangepast.
Als u de instelling [Witbalans] vaak wijzigt, kunt u tijd besparen door
deze toe te wijzen aan de Groene toets (p.129).
De instelling van de witbalans opslaan 1p.138
De witbalans handmatig aanpassen
MENU
Auto
A u t o
OK
O K
OK
Auto
OK
Witbalans
S t o p
Stop
MENU
Instellen
SHUTTER
Witbalans
OK
O K
OK
S t o p
Stop
OK
119
3
Opnamen maken
4
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen en het menu [
A
Opnemen] verschijnt
opnieuw.
5
Druk op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
U kunt instellen in welk deel van het beeld het licht wordt gemeten ter
bepaling van de belichting.
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Autom. belicht.] met de vierwegbesturing
(23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
4
Selecteer met de
vierwegbesturing (23) de
instelling van de automatische
belichting.
5
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
Lichtmeting voor automatische belichting
instellen
L
Meervlaks
lichtmeting
De camera verdeelt het beeld in 256 zones, meet het licht
en bepaalt op basis daarvan de belichting.
M
Lichtmeting met
nadruk op het
midden
De camera meet de algehele helderheid van de opname,
waarbij de lichtmeting in het midden van het beeld
zwaarder doorweegt.
N
Spotmeting
De camera bepaalt de belichting door alleen het licht in het
midden van het beeld te meten.
OK
OK
Opnemen
MENU
Stop
1/4
Resolutie
Witbalans
Autom. belicht.
Gevoeligheid
AF-instelling
AWB
Auto
Bereik Auto ISO 0.0
120
3
Opnamen maken
6
Druk op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
U kunt de gevoeligheid selecteren op basis van het omgevingslicht.
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Gevoeligheid] met de vierwegbesturing
(23).
Wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt, wordt het
licht gemeten en wordt de belichting bepaald.
Wanneer het onderwerp zich buiten het AF-veld bevindt en u
N (spotmeting) wilt gebruiken, richt u de camera op het onderwerp en
drukt u de ontspanknop tot halverwege in om de belichting vast te
zetten. Bepaal de beelduitsnede opnieuw en druk de ontspanknop
helemaal in.
Of de automatische belichting wordt aangepast, is afhankelijk van de
geselecteerde opnamestand. Zie “Beschikbare functies voor elke
opnamefunctie” (p.240) voor details.
Als u de instelling [Autom. belicht.] vaak wijzigt, kunt u tijd besparen
door deze toe te wijzen aan de Groene toets (p.129).
De instelling van de automatische belichting opslaan 1p.138
De gevoeligheid instellen
AUTO
De gevoeligheid wordt automatisch aangepast door de camera.
(Gevoeligheid 80 - 1600)
80
Bij een lagere gevoeligheid wordt de opname scherper met minder
ruis. Bij weinig licht wordt de sluitertijd langer.100
200
400
800
1600 Bij een hogere gevoeligheid is er een relatief korte sluitertijd bij slechte
lichtomstandigheden, zodat bewegingen van de camera slechts een
beperkte invloed op de opnamekwaliteit hebben. Opnamen kunnen
echter wel ruis (vlekken) bevatten.
3200
6400
121
3
Opnamen maken
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
4
Wijzig de gevoeligheid met de
vierwegbesturing (23).
5
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
6
Druk op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
Bepaal het bereik voor de gevoeligheid wanneer de gevoeligheid is
ingesteld op AUTO.
U kunt kiezen uit 80-100, 80-200, 80-400, 80-800 en 80-1600.
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
Als de gevoeligheid is ingesteld op 3200 of 6400, is de resolutie vast
ingesteld op f (2592×1944).
•Als de 9 (Groene) of C (Video) modus is geselecteerd, is alleen
AUTO (gevoeligheid 80 - 800) beschikbaar.
In de opnamestand c (Digital SR) is alleen AUTO (gevoeligheid
80-6400) beschikbaar.
Als de stand S (Vuurwerk) is geselecteerd, wordt de gevoeligheid
vast ingesteld op de minimale instelling.
Als u de instelling [Gevoeligheid] vaak wijzigt, kunt u tijd besparen door
deze toe te wijzen aan de Groene toets (p.129).
De instelling voor gevoeligheid opslaan 1p.138
Bereik Auto ISO instellen
OK
OK
Opnemen
MENU
Stop
1/4
Resolutie
Witbalans
Autom. belicht.
Gevoeligheid
AF-instelling
AWB
Auto
Bereik Auto ISO 0.0
400
200
100
80
AUTO
122
3
Opnamen maken
2
Selecteer [Bereik Auto ISO] met de vierwegbesturing
(23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
4
Selecteer het gevoeligheidsbereik
met de vierwegbesturing (23).
5
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
6
Druk op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
Hiermee bepaalt u of Knipperdetectie wordt geactiveerd als de functie
Gezichtsdetectie actief is. De standaardinstelling is O (Aan).
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Knipperdetectie] met de vierwegbesturing
(23).
Wanneer [Hooglichtcor.] in [Inst, D-range] op O (Aan) staat, kunt u
kiezen uit 160-200, 160-400, 160-800 en 160-1600.
De functie Knipperdetectie instellen
OK
OK
Opnemen
MENU
Stop
1/4
Resolutie
Witbalans
Autom. belicht.
Gevoeligheid
AF-instelling
AWB
Auto
Bereik Auto ISO 0.0
ISO80-200
ISO80-100
ISO80-400
ISO80-800
ISO80-1600
123
3
Opnamen maken
3
Selecteer O of P met de
vierwegbesturing (45).
O De functie Knipperdetectie is
ingeschakeld.
P De functie Knipperdetectie is
uitgeschakeld.
De instelling wordt opgeslagen.
4
Druk op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
U kunt met deze functie camerabewegingen corrigeren bij het maken
van foto’s. U kunt instellen of camerabeweging alleen optisch
(CCD-shift) of zowel optisch als elektronisch (Beide) moet worden
gecorrigeerd. De standaardinstelling is alleen optisch (CCD-shift).
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Shake Reduction] met de vierwegbesturing
(23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
Knipperdetectie 1p.71
De functie Shake Reduction instellen
CCD-shift
Alleen optische bewegingsreductie wordt toegepast.
Beide
Zowel optische als elektronische bewegingsreductie wordt toegepast.
Uit Er wordt geen bewegingsreductie toegepast.
Gebruik de functie Movie SR (p.136) om camerabewegingen te
corrigeren in de stand C (Video).
Opnemen
MENU
Einde
2/4
Video
Belicht. corr.
Inst, D-range
Knipperdetectie
Digitale zoom
Shake Reduction
CCD-shift
0.0
124
3
Opnamen maken
4
Selecteer de gewenste instelling
met de vierwegbesturing (23).
5
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
6
Druk op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
Een van de volgende pictogrammen verschijnt op het scherm.
M
Wanneer u de ontspanknop half indrukt met [Shake Reduction] op
[CCD-shift] of [Beide].
l
Wanneer [Shake Reduction] op [Uit] staat. (Als de camera
waarschijnlijk zal bewegen, wordt f aangegeven wanneer u de
ontspanknop half indrukt.)
Wanneer [Shake Reduction] op [Beide] staat, worden
camerabewegingen gecorrigeerd na het maken van de opname.
Vervolgens wordt de gecorrigeerde opname opgeslagen.
Wanneer [Shake Reduction] op [CCD-shift] staat, kan een geluid te
horen zijn tijdens het maken van opnamen met C (Continue opname
snel (S)). Dit is geen defect.
In de volgende omstandigheden kan [Shake Reduction] niet op [Beide]
worden gezet (alleen [CCD-shift] of [Uit] is te selecteren in het
afrolmenu). Als [Shake Reduction] op voorhand op [Beide] wordt gezet,
springt de instelling automatisch op [CCD-shift].
-als C (Video), S (Vuurwerk), N (Beeldinkadering), X (Dig.
Groothoek) of F (Digitaal panorama) is geselecteerd als
opnamestand
-als g (Zelfontspanner), j (Continue opname), A (Continue
opname snel (L)), B (Continue opname snel (G)) of C (Continue
opname snel (S)) is geselecteerd als transportstand
- als de flitser afgaat
- als de sluitertijd trager is dan 1/4 sec.
- als de gevoeligheid is ingesteld op 1600 of hoger
- tijdens Geluidsopname
Opnemen
MENU
Stop
2/4
Video
Belicht. corr.
Inst, D-range
Knipperdetectie
Digitale zoom
Shake Reduction
CCD-shift
CCD-shift
Beide
Uit
0.0
OK
OK
125
3
Opnamen maken
Bepaal met deze instelling of een opname meteen na het maken moet
worden weergegeven. De standaardinstelling is O (Aan).
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Momentcontrole] met de vierwegbesturing
(23).
3
Selecteer O of P met de
vierwegbesturing (45).
O Momentcontrole wordt
weergegeven.
P Momentcontrole wordt niet
weergegeven.
4
Druk op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
U kunt een opname scherpe of zachte contouren geven.
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Scherpte] met de vierwegbesturing (23).
De tijd voor Momentcontrole instellen
Momentcontrole 1p.71
Als de functie Knipperdetectie actief was tijdens het maken van
opnamen, verschijnt het bericht [Gesloten ogen gedetecteerd]
gedurende 3 seconden tijdens Momentcontrole.
De opnamescherpte instellen (Scherpte)
Opnemen
Kleurverzadiging
MENU
Einde
3/4
Scherpte
Contrast
Groene toets
Geheugen
Momentcontrole
126
3
Opnamen maken
3
Verander het scherpteniveau met
de vierwegbesturing (45).
F Zacht
G Normaal
H Scherp
4
Druk op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
U kunt de kleurverzadiging instellen.
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Kleurverzadiging] met de vierwegbesturing
(23).
3
Wijzig het verzadigingsniveau met
de vierwegbesturing (45).
F Laag
G Normaal
H Hoog
4
Druk op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
Als u de instelling [Scherpte] vaak wijzigt, kunt u tijd besparen door deze
toe te wijzen aan de Groene toets (p.129).
De kleurverzadiging instellen (Kleurverzadiging)
Als u de instelling [Kleurverzadiging] vaak wijzigt, kunt u tijd besparen
door deze toe te wijzen aan de Groene toets (p.129).
Opnemen
Kleurverzadiging
MENU
Einde
3/4
Scherpte
Contrast
Groene toets
Geheugen
Momentcontrole
Opnemen
Kleurverzadiging
MENU
Einde
3/4
Scherpte
Contrast
Groene toets
Geheugen
Momentcontrole
127
3
Opnamen maken
U kunt het niveau van het opnamecontrast instellen.
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Contrast] met de vierwegbesturing (23).
3
Wijzig het contrastniveau met de
vierwegbesturing (45).
F Laag
G Normaal
H Hoog
4
Druk op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
U kunt ervoor kiezen om tijdens het maken van opnamen de datum
en/of tijd op de opname af te drukken.
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Datumafdruk] met de vierwegbesturing
(23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
Het opnamecontrast instellen (Contrast)
Als u de instelling [Contrast] vaak wijzigt, kunt u tijd besparen door deze
toe te wijzen aan de Groene toets (p.129).
De functie Datumafdruk instellen
Opnemen
Kleurverzadiging
MENU
Einde
3/4
Scherpte
Contrast
Groene toets
Geheugen
Momentcontrole
128
3
Opnamen maken
4
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om de details van de
datumafdruk te selecteren.
Kies tussen [Datum], [Datum&tijd], [Tijd] en
[Uit].
5
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
6
Druk op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
Met de beeldverbeterende technieken van de IQ-verbeteraar maakt u
opnamen met meer details.
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [IQ-verbeteraar] met de vierwegbesturing
(23).
De datum en/of tijd die met de datumafdrukfunctie op opnamen wordt
afgedrukt, kan niet worden verwijderd.
Let erop dat als de printer of de beeldbewerkingssoftware zo ingesteld
is dat de datum wordt afgedrukt en de opnamen die u op een printer
wilt afdrukken al een datum- en/of tijdafdruk hebben, er dan een
overlapping kan plaatsvinden van de datum/tijdafdruk.
O verschijnt op het scherm in de stand A wanneer [Datumafdruk]
is ingesteld.
Voor de datum en/of tijd op de foto wordt de weergavestijl gebruikt die
is ingesteld met het scherm [Datum instellen] (p.48).
De IQ-verbeteraar instellen
Opnemen
Datumafdruk
MENU
Stop
4/4
OK
OK
IQ-verbeteraar
Datum&tijd
Datum
Tijd
Uit
129
3
Opnamen maken
3
Selecteer [O (Aan)/P (Uit)] met de
vierwegbesturing (45).
O (Aan) De IQ-verbeteraar is
ingeschakeld
P (Uit) De IQ-verbeteraar is
uitgeschakeld
De instelling wordt opgeslagen.
4
Druk op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
U kunt een van de volgende functies toewijzen aan de 9 (Groene)
toets: [9 Groene modus] (p.79) [Geluidsopname] (p.192), [Video]
(p.133) of [Fn-instelling]. U kunt de toegewezen functie activeren door
op de 9 (Groene) toets te drukken.
De functie IQ-verbeteraar werkt niet in de volgende situaties:
Wanneer de gevoeligheid is ingesteld op 3200 of 6400
In de stand c (Digital SR)
Wanneer de transportstand op A/B/C (Continue opname snel
(L/G/S)) staat
De Groene toets instellen
Groene modus
Druk op de knop 9 om opnamen te maken in de 9 (Groene)
modus. (Standaardinstelling)
Geluidsopname Druk op de knop 9 om geluid op te nemen.
Video Druk op de knop 9 om video op te nemen.
Fn-instelling
Druk op de knop 9 om de functies te gebruiken die aan de
vierwegbesturing (2345) zijn toegewezen. Door functies die u
vaak gebruikt toe te wijzen aan de vierwegbesturing kunt u tijdens
het maken van opnamen gemakkelijk van instellingen veranderen.
Welke functies u kunt instellen, hangt af van de opnamestand die
actief was voordat u op de knop 3 drukte.
Als u op 3 drukt in de foto-opnamestand: functies voor
foto-opnamen worden toegewezen.
als u op 3 drukt in de video-opnamestand: functies voor
video-opnamen worden toegewezen.
Opnemen
MENU
Einde
4/4
IQ-verbeteraar
Datumafdruk
Uit
130
3
Opnamen maken
Standaardinstellingen voor Fn-instelling
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Groene toets] met de
vierwegbesturing (23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Groene toets] verschijnt.
4
Selecteer de functie die u
wilt registreren met de
vierwegbesturing (23) en
druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen [Groene
modus], [Geluidsopname] of [Video]
is geselecteerd. Ga verder met stap
6 wanneer [Fn-instelling] is geselecteerd.
Vierwegbesturing Fotostand Videostand
2 Belicht. corr. Movie SR
3 Resolutie Belicht. corr.
4 Gevoeligheid Resolutie
5 Witbalans Witbalans
Wanneer de camera in de stand C is gezet met de knop 9, kunt u
[Groene toets] niet selecteren in het menu [A Opnemen]. Selecteer
eerst een andere opnamestand dan C als u [Groene toets] wilt
selecteren.
Als er al een [Fn-instelling] is geregistreerd, druk dan nog een keer op
de vierwegbesturing (5).
Opnemen
Kleurverzadiging
MENU
Einde
3/4
Scherpte
Contrast
Groene toets
Geheugen
Momentcontrole
Groene toets
Geluidsopname
Groene modus
Video
Fn-instelling
MENU
Stop OK
OK
131
3
Opnamen maken
5
Druk op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
6
Selecteer met de
vierwegbesturing (23) de toets
waaraan u een functie wilt
toewijzen.
7
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
8
Kies met de vierwegbesturing
(23) de functie die u wilt
registreren.
De volgende functies kunnen worden
geregistreerd.
9
Druk op de knop 4.
De instelling wordt geregistreerd.
Herhaal stap 6 t/m 9 om nog meer toetsen te registreren.
10
Druk twee keer op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
Wanneer Fn-instelling is geselecteerd
Functies van de
fotostand
Resolutie/Witbalans/AF-veld/Autom. belicht./
Hooglichtcor./Schaduwcorrectie/Gevoeligheid/Belicht.
corr./Scherpte/Kleurverzadiging/Contrast
Functies van de
videostand
Resolutie/Movie SR/Witbalans/AF-veld/Belicht. corr./
Scherpte/Kleurverzadiging/Contrast
Er kan maar één functie per toets worden geregistreerd.
Belicht. corr.
Groene toets
Resolutie
Witbalans
Gevoeligheid
Fn-instelling
MENU
+
+
+
+
Groene toets
Resolutie
AF-veld
Autom. belicht.
Belicht. corr.
Witbalans
+
+
+
+
Gevoeligheid
MENU
Stop OK
OK
132
3
Opnamen maken
1
Druk in de stand A op de knop 9.
De met Fn-instelling geregistreerde functies worden weergegeven in
het scherm [Fn-instelling].
Welke functies worden weergegeven, hangt af van de stand die actief
was op de camera voordat u op 9 drukte.
2
Kies met de vierwegbesturing
(2345) de functie die u wilt
wijzigen.
3
Wijzig de instelling met de
vierwegbesturing (23 of 45).
4
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen en de camera gaat terug naar de
opnamestand.
Fn-instelling gebruiken
AWB
AWB
AUTO
AUTO
± 0.0
± 0.0
16
M
OK
OK
OK
Resolutie
Resolutie
AWB
AWB
AUTO
AUTO
± 0.0
± 0.0
16
M
133
3
Opnamen maken
Video-opnamen maken
Met deze functie kunt u video-opnamen maken. Hierbij wordt gelijktijdig
geluid opgenomen.
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet wordt weergegeven.
2
Selecteer C (Video) met de
vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
De camera komt in de stand C en keert terug naar de opnamestand.
De volgende informatie verschijnt op het
scherm.
1 Pictogram video-opnamestand
2 Indicatie opname (knippert tijdens
maken van video-opname)
3 Resterende opnametijd
4 Scherpstelkader (verschijnt niet tijdens
het opnemen)
5
Pictogram voor bewegingsreductie video
Een video-opname maken
Zoomknop
Vierwegbesturing
Knop 4
Ontspanknop
1 / 2
1/2
OK
OK
OK
MENU
Stop
Stop
Voor het opnemen van film
Video
Video
0 7 : 3 407:34
09/09/2011
0 9 / 0 9 / 2 0 1109/09/2011
14:25
1 4 : 2 514:25
132
54
134
3
Opnamen maken
U kunt het opnamegebied wijzigen door de
Zoomknop naar links of rechts te draaien.
Rechts (x) Vergroot het onderwerp.
Links (w) Verbreedt het
opnamegebied dat de
camera vastlegt.
4
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname start. U kunt opnemen totdat de SD-geheugenkaart of het
interne geheugen vol is, of het bestand van de opgenomen video een
grootte bereikt van 2 GB.
5
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname stopt.
Video-opnamen weergeven 1p.143
De flitser gaat niet af in de stand C.
De scherpstelstand kan worden gewijzigd voordat de opname start.
Wanneer de scherpstelstand is ingesteld op \(Handmatig Focus),
kunt u de scherpstelstand wijzigen voordat de opname start.
U kunt de optische zoom alleen voor het maken van de opname
instellen, terwijl de digitale zoom ook tijdens het opnemen beschikbaar
is.
Zelfs als u de weergavestand wijzigt door de knop 4/W in te
drukken terwijl u een film opneemt, kan het histogram niet op de
monitor worden weergegeven.
Wanneer de opnamestand is ingesteld op C, wordt de functie
Gezichtsdetectie automatisch ingeschakeld. U kunt overgaan op
Smile Capture of Gezichtsdetectie UIT door op de knop I te drukken
voordat u start met het opnemen van een video (p.74). Als u de functie
Smile Capture selecteert, wordt het maken van de video-opname
automatisch gestart zodra de camera de glimlach van het onderwerp
detecteert. Of de functie Smile Capture werkt en er dus automatisch
een opname wordt gemaakt, is echter afhankelijk van de toestand van
de gedetecteerde gezichten. Als dat niet gebeurt, drukt u op de
ontspanknop om het maken van de video-opname te starten.
U kunt een film opnemen met de afstandsbediening (optioneel) (p.99).
135
3
Opnamen maken
Als u de ontspanknop langer dan een seconde ingedrukt houdt, gaat het
opnemen door zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt. Het opnemen
stopt zodra u de ontspanknop loslaat.
Voor video-opnamen kunt u kiezen uit de volgende resoluties en
beeldsnelheden.
Hoe groter het aantal opnamepixels, hoe scherper de details en hoe
groter het bestand. Hoe meer beeldjes per seconde, des te beter de
kwaliteit van de video, maar ook des te groter het bestand.
* De beeldsnelheid (fps, frames per second) is een aanduiding voor het aantal
beeldjes per seconde.
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
De ontspanknop ingedrukt houden
Resolutie en beeldteller van video-opnamen
selecteren
Instelling Resolutie Beeldteller Toepassing
M 1280×720 30 fps
Neemt beelden op in HDTV-formaat (16:9).
Bewegingen worden vloeiend opgenomen.
(Standaardinstelling)
F 1280×720 15 fps
Neemt beelden op in HDTV-formaat (16:9).
De totale opnametijd neemt toe omdat de
bestandsgrootte afneemt.
G 640×480 30 fps
Geschikt voor weergave van opnamen op een
TV- of computerbeeldscherm. Bewegingen
worden vloeiend opgenomen.
H 640×480 15 fps
Geschikt voor weergave van opnamen op een
TV- of computerbeeldscherm. De totale
opnametijd neemt toe omdat de bestandsgrootte
afneemt.
I 320×240 30 fps
Geschikt voor plaatsing op een website of als
bijlage bij e-mail. Bewegingen worden vloeiend
opgenomen.
J 320×240 15 fps
Geschikt voor plaatsing op een website of als
bijlage bij e-mail. De totale opnametijd neemt toe
omdat de bestandsgrootte afneemt.
136
3
Opnamen maken
2
Selecteer [Video] met de vierwegbesturing (23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Video] verschijnt.
4
Selecteer [Resolutie] met de vierwegbesturing (23).
5
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
6
Wijzig de resolutie en de
beeldsnelheid met de
vierwegbesturing (23).
7
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
8
Druk twee keer op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
In de stand C kunt u met de functie Movie SR (Bewegingsreductie
video) camerabeweging compenseren terwijl u video-opnamen maakt.
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Video] met de vierwegbesturing (23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Video] verschijnt.
4
Selecteer [Movie SR] met de vierwegbesturing (23).
De functie Movie SR (Video bewegingsreductie)
instellen
Opnametijd
MENU
Stop
OK
OK
15:02:26
Resolutie
Movie SR
137
3
Opnamen maken
5
Selecteer O of P met de
vierwegbesturing (45).
O Corrigeert camerabewegingen.
P Corrigeert camerabewegingen niet.
De instelling wordt opgeslagen.
6
Druk twee keer op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
Video
MENU
Resolutie
Movie SR
138
3
Opnamen maken
De instellingen opslaan (Geheugen)
De geheugenfunctie dient voor het opslaan van de camera-instellingen
die gelden wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
Bij sommige camera-instellingen is de geheugenfunctie altijd ingesteld
op O (Aan) (de instellingen worden opgeslagen als de camera wordt
uitgeschakeld), terwijl u voor andere O of P (Uit) kunt kiezen (kiezen of
de instellingen al dan niet worden opgeslagen als de camera wordt
uitgeschakeld). In de tabel hieronder wordt aangegeven welke
onderdelen u in de geheugenfunctie op O of P kunt zetten. (Onderdelen
die in de tabel niet staan vermeld, worden met de geselecteerde
instelling altijd opgeslagen als de camera wordt uitgeschakeld.)
Als u O kiest, worden de instellingen opgeslagen met de status die ze
hebben op het moment dat de camera wordt uitgeschakeld. Als u
P kiest, worden de standaardinstellingen hersteld bij uitschakeling van
de camera. In de tabel hieronder wordt voor elk onderdeel tevens
getoond of de standaardgeheugeninstelling O of P is.
Onderdeel Beschrijving
Standaard-
instelling
Pagina
Gezichtsdetectie
Een instelling voor Gezichtsdetectie die is
ingesteld met de knop I
P p.74
Flitsinstelling
De flitsinstelling die is ingesteld met de
vierwegbesturing (4)
O p.107
Transportstand
De transportstand die is ingesteld met de
vierwegbesturing (2)
P
p.96
p.97
Focusinst.
De scherpstelstand die is ingesteld met de
vierwegbesturing (5)
P p.109
Zoomstand De zoomstand, ingesteld met de zoomknop P p.81
Handm.
scherpst.
De handmatige scherpstelpositie die is
ingesteld met de vierwegbesturing (23)
P p.110
Witbalans
De instelling voor [Witbalans] in het menu
[A Opnemen]
P p.117
Gevoeligheid
De instelling voor [Gevoeligheid] in het menu
[A Opnemen]
P p.120
Belicht. corr.
De instelling voor [Belicht. corr.] in het
menu [A Opnemen]
P p.115
Autom. belicht.
De instelling voor [Autom. belicht.] in het
menu [A Opnemen]
P p.119
Digitale zoom
De instelling voor [Digitale zoom] in het menu
[A Opnemen]
O p.83
139
3
Opnamen maken
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Geheugen] met de vierwegbesturing (23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Geheugen] verschijnt.
4
Kies een onderdeel met de
vierwegbesturing (23).
5
Selecteer O of P met de vierwegbesturing (45).
6
Druk twee keer op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
DISPLAY
De weergavefunctie van het scherm
die wordt ingesteld met de knop
4/W
P p.23
Bestand
Als er een nieuwe SD-geheugenkaart wordt
geplaatst terwijl O (Aan) is geselecteerd,
wordt het eerstvolgende bestandsnummer
toegewezen
O
Geheugen
MENU
Gezichtsdetectie
Flitsinstelling
Transportstand
Focusinst.
Zoomstand
Handm. scherpst.
1/3
Memo
140
4 Opnamen weergeven
en wissen
Opnamen weergeven ..............................142
Opnamen en geluidsbestanden
wissen ...................................................... 157
De camera aansluiten op audiovisuele
apparatuur ...............................................165
142
4
Opnamen weergeven en wissen
Opnamen weergeven
1
Druk na het maken van een
opname op de Q-knop.
De camera komt in de stand Q en de
gemaakte opname verschijnt op het scherm
(enkelbeeldsweergave).
2
Druk op de vierwegbesturing (45).
De vorige of volgende opname verschijnt.
Druk op de knop i terwijl de opname wordt
weergegeven om het scherm Wissen op te
roepen. Selecteer [Wissen] met de
vierwegbesturing (2) en druk op de knop 4.
Foto’s weergeven
De vorige of volgende opname weergeven
De weergegeven opname wissen
Voor informatie over andere wisprocedures 1p.157
Q-knop
Vierwegbesturing
14:25
1 4 : 2 5
14:25
100
1 0 0
-
0038
0 0 3 8
100
-
0038
09/09/2011
0 9 / 0 9 / 2 0 11
09/09/2011
Bewerken
Bewer ken
Bewerken
Bestandsnummer
OK
OKOK
Wissen
Onderbreken
1001 0 0
-
0017
0 0 1 7100
-
0017
143
4
Opnamen weergeven en wissen
U kunt video-opnamen die u hebt gemaakt weergeven. Het geluid wordt
gelijktijdig weergeven.
1
Kies in de stand Q met de vierwegbesturing (45) de
film die u wilt weergeven.
2
Druk op de vierwegbesturing (2).
De weergave begint.
Beschikbare bedieningshandelingen tijdens weergave
Beschikbare bedieningshandelingen tijdens pauze in de weergave
Video-opnamen weergeven
Zoomknop naar rechts (x) Het volume verhogen.
Zoomknop naar links (w) Het volume verlagen.
Vierwegbesturing (2) Weergave onderbreken.
Vierwegbesturing (5) Snel vooruit spoelen zolang op de knop wordt
gedrukt.
Vierwegbesturing (4) Weergave tijdens terugspoelen.
Snel achteruit spoelen zolang op de knop wordt
gedrukt.
Vierwegbesturing (2) Weergave hervatten.
Vierwegbesturing (5) Weergave van één beeld vooruit.
Vierwegbesturing (4) Weergave van één beeld terug.
Q-knop
Vierwegbesturing
Zoomknop
0 0 : 3 0
00:30
1 4 : 2 5
14:25
100
1 0 0
-
0017
0 0 1 7
100
-
0017
09/09/2011
0 9 / 0 9 / 2 0 11
Bewerken
Bewer ken
09/09/2011
Bewerken
144
4
Opnamen weergeven en wissen
3
Druk op de vierwegbesturing (3).
De weergave stopt.
U kunt vier of negen miniaturen van opnamen tegelijkertijd weergeven.
1
Draai in de stand Q de zoomknop naar links (f).
Weergave van meerdere opnamen tegelijkertijd
Vierbeeldsweergave/Negenbeeldsweergave
Q-knop
Vierwegbesturing
Zoomknop
Groene toets
Knop 4
145
4
Opnamen weergeven en wissen
De vierbeeldsweergave wordt geactiveerd:
op het scherm worden vier miniaturen
weergegeven. Draai de zoomknop opnieuw
naar links (f) om over te schakelen op de
negenbeeldsweergave.
Op het scherm worden negen miniaturen
weergegeven. U kunt steeds in één keer
vier of negen nieuwe opnamen oproepen.
Verplaats het kader met de
vierwegbesturing (2345). Als er meer
opnamen zijn dan kunnen worden
weergegeven, kunt u op de
vierwegbesturing (24) drukken terwijl
opname 1 is geselecteerd, om de vorige
reeks opnamen weer te geven. Als u
opname 2 selecteert en op de
vierwegbesturing (35) drukt, wordt de
volgende reeks opnamen weergegeven.
De pictogrammen die in de opnamen verschijnen, hebben de
volgende betekenis:
Druk op de knop 4 om alleen de geselecteerde opname weer te
geven.
Druk op de knop Q om de stand A te activeren.
(Geen pictogram) Foto zonder geluid
C Video-opname (het eerste beeld wordt weergegeven)
O (Met beeld) Foto met geluid
O (Zonder beeld) Alleen geluidsbestand
Kiezen&wissen
100-0010
1
2
Kiezen&wissen 100-0010
1
2
Kader
Vierbeeldsweergave
Negenbeeldsweergave
146
4
Opnamen weergeven en wissen
Draai in de negenbeeldsweergave de zoomknop naar f om de
mapweergave of de kalenderweergave te activeren. Druk op de Groene
toets om te schakelen tussen de mapweergave en de kalenderweergave.
1
Draai in de stand Q de zoomknop drie keer naar links
(f).
De mapweergave of de kalenderweergave verschijnt.
Mapweergave
De lijst met gemaakte opnamen en
geluidsbestanden verschijnt.
Kalenderweergave
Opnamen en geluidsbestanden worden op
datum weergegeven in kalendervorm.
De kalender laat een miniatuur zien van de
eerste opname op die dag.
O verschijnt voor datums waarop een
geluidsbestand als eerste bestand is
opgeslagen.
Mapweergave/Kalenderweergave
Vierwegbesturing
(2345)
Verplaatst het kader.
Zoomknop naar
rechts (y)/
4 -knop
Toont de opnamen in de
geselecteerde map in de
negenbeeldsweergave.
Knop 3
Keert terug naar de
negenbeeldsweergave.
Vierwegbesturing
(2345)
Verplaatst het kader.
Zoomknop naar
rechts (y)
Toont de opnamen voor
die datum in de
negenbeeldsweergave.
Knop 4
Toont in de
enkelbeeldsweergave
de eerste opname die op
die datum is gemaakt.
Knop 3
Keert terug naar de
negenbeeldsweergave.
100_0707
100 101
103 104
102
Kader
2011. 09
2 0 11 . 0 9
2011. 09
SUN
SUN
TUE
TUE
WED
WED
THU
THU
FRI
FRI
SAT
SAT
4
4
8
8
10
10
3
3
11
11
12
12
13
13
14
14
15
15
16
16
17
17
18
18
19
19
20
20
21
21
22
22
23
23
1
1
2
2
24
24
25
25
26
26
27
27
28
28
29
29
30
30
9
9
7
7
MON
MON
6
6
5
5
Kader
147
4
Opnamen weergeven en wissen
1
Druk op de vierwegbesturing (3) in de stand Q.
Het Weergavepalet wordt weergegeven.
2
Kies een weergavestand met de
vierwegbesturing (2345).
Onder de pictogrammen worden
aanwijzingen voor de geselecteerde functie
weergegeven.
3
Druk op de knop 4.
De geselecteerde weergavefunctie wordt opgeroepen.
Werken met de weergavefuncties
1 / 21/2
DiavoorstellingDiavoorstelling
OK
OKOK
MENU
StopStop
Diavoorstelling
OK
Stop
Voor continue weergave.
Scherm- of klankeffecten
zijn instelbaar
148
4
Opnamen weergeven en wissen
OK
MENU
SHUTTER
09/09/2011
0 9 / 09/ 2 0 11
09/09/2011
14:25
1 4 : 25
14:25
100
1 0 0
-
0038
0 0 3 8
100
-
0038
38
3 8
38
14:25
1 4 : 25
14:25
09/09/2011
0 9 / 09/ 2 0 11
09/09/2011
MENU
Stop
Stop
OK
OK
OK
Stop OK
1 / 2
1/2
Diavoorstelling
Diavoorstelling
OK
OK
OK
MENU
Stop
Stop
Diavoorstelling
OK
Stop
Voor continue weergave.
Scherm- of klankeffecten
zijn instelbaar
1 / 2
1/2
Beeldrotatie
Beeldrotatie
Roteert opgenomen beelden,
Nuttig voor weergave van
verticale beelden op TV
OK
OK
OK
MENU
Stop
Stop
OK
Stop
Bewerken
Bewerken
Bewerken
Het scherm voor
de geselecteerde
weergavefunctie verschijnt.
Het weergavepalet wordt
gesloten en de stand A
wordt geactiveerd.
Tot halverwege indrukken
149
4
Opnamen weergeven en wissen
Weergavepalet
Weergavestand Beschrijving Pagina
u
Diavoorstelling
Voor continue weergave. Scherm- of
klankeffecten zijn instelbaar.
p.150
s
Beeldrotatie
Roteert opgenomen beelden. Nuttig voor
weergave van verticale beelden op TV.
p.152
k
Klein-gezichtfilter
Verkleint gezichten in opnamen, voor goed
geproportioneerde portretten.
p.170
P
Digitaal filter Wijzigt beelden met een kleuren- of Soft-filter. p.173
N
Beeld inkadering
Plaatst een lijst rond het beeld. Kies Overschrijven
of sla op als nieuw beeld.
p.178
[
Video bewerken
Bewaar als
foto
Opslaan van één beeldje uit een video-opname
als foto.
p.182
Video delen Een video-opname in twee delen splitsen.
Z
Rode-
ogenreductie
Vermindert rode ogen. Werkt mogelijk niet in alle
lichtomstandigheden.
p.177
n
Grootte wijzigen
Wijzigt opgenomen pixels en kwaliteitsniveau om
het bestand te verkleinen.
p.168
o
Uitsnijden
Snijdt beelden bij tot het gewenste formaat.
Opslaan als een nieuw beeld.
p.169
p
Kopieer beeld/
geluid
Voor het uitwisselen van opnamen en
geluidsbestanden tussen het interne geheugen en
de SD-geheugenkaart.
p.184
\
Gesproken memo
Voegt geluid toe aan de beelden. Opname
mogelijk tot geheugenkaart vol is.
p.196
Z
Beveiligen
Beveiligt beeld en klank tegen ongewild wissen.
Formatteren verwijdert ook beveiligde gegevens.
p.162
r
DPOF
Voor printinstellingen. Handig bij bestellen van
afdrukken via printservice.
p.187
^
Opstart scherm
Voor het instellen van een beeld als
opstartscherm.
p.216
150
4
Opnamen weergeven en wissen
U kunt opgeslagen opnamen doorlopend weergeven.
1
Gebruik in de stand Q de vierwegbesturing (45) om
de opname te selecteren waarmee u de diavoorstelling
wilt beginnen.
2
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het weergavepalet verschijnt.
3
Selecteer u (Diavoorstelling) met
de vierwegbesturing (2345).
4
Druk op de knop 4.
Het scherm voor het opgeven van instellingen voor de diavoorstelling
wordt weergegeven.
5
Selecteer [Starten] met de
vierwegbesturing (23).
6
Druk op de knop 4.
De diavoorstelling begint.
Wanneer u tijdens de diavoorstelling op de knop 4 drukt, wordt de
diavoorstelling onderbroken. Druk nogmaals op de knop 4 om de
diavoorstelling voort te zetten.
7
Druk op een andere knop dan de 4-knop.
De diavoorstelling stopt.
Diavoorstelling
1 / 2
1/2
Diavoorstelling
Diavoorstelling
OK
OK
OK
MENU
Stop
Stop
Diavoorstelling
OK
Stop
Voor continue weergave.
Scherm- of klankeffecten
zijn instelbaar
MENU
3
3
s e c
sec
I n t e r v a l
Interval
D i a v o o r s t e l l i n g s t a r t
Diavoorstelling start
B e e l d e f f e c t
Beeldeffect
Starten
Ve g e n
Vegen
G e l u i d s e f f e c t
Geluidseffect
OK
O K
OK
151
4
Opnamen weergeven en wissen
U kunt het weergave-interval instellen, maar ook een schermeffect en
een geluidseffect voor de overgang van de ene opname naar de
volgende.
1
Selecteer met de
vierwegbesturing (23) [Interval]
in stap 5 op p.150.
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
3
Selecteer het interval met de vierwegbesturing (23) en
druk op de knop 4.
Kies tussen [3sec], [5sec], [10sec], [20sec] en [30sec].
4
Selecteer [Beeldeffect] met de vierwegbesturing (23).
5
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
6
Kies met de vierwegbesturing (23) het beeldeffect en
druk op 4.
7
Selecteer [Geluidseffect] met de vierwegbesturing (
23
).
Instellingen voor de diavoorstelling
Vegen De volgende opname schuift van links naar rechts over de vorige
Dambord De volgende opname verschijnt in vierkante mozaïekblokjes
Vervagen
De huidige opname vervaagt geleidelijk en de volgende opname
verschijnt geleidelijk
Willekeur Willekeurig gebruik van diverse effecten
Uit Geen effect
3sec
Interval
Beeldeffect
Beeld effect
Geluidseffect
Geluidseffect
Starten
Start en
Vegen
Vegen
MENU
Beeldeffect
Geluidseffect
Starten
Vegen
152
4
Opnamen weergeven en wissen
8
Selecteer O of P met de vierwegbesturing (45).
Behalve wanneer [Beeldeffect] is ingesteld op [Uit], kunt u O (Aan) of
P (Uit) kiezen voor het geluid dat wordt afgespeeld bij de overgang van
de ene opname naar de volgende.
9
Selecteer [Starten] met de vierwegbesturing (23) en
druk op de knop 4.
De diavoorstelling start met het geselecteerde interval en effect.
De diavoorstelling wordt vervolgd totdat u een andere knop dan de
4 indrukt.
Video’s of opnamen met geluid worden tot het einde afgespeeld
voordat de volgende opname wordt weergegeven, ongeacht het
ingestelde interval. Als u echter op de vierwegbesturing (5) drukt
tijdens het afspelen van een video of opname met geluid, springt de
weergave naar de volgende opname.
Geluidsbestanden die in de geluidsopnamestand zijn gemaakt, worden
niet weergegeven in de diavoorstelling.
Panoramafoto’s worden gedurende vier seconden van links naar
rechts verschuivend weergegeven voordat de volgende opname wordt
weergegeven, ongeacht de instellingen voor Interval en Beeldeffect.
Wanneer [Willekeur] is geselecteerd als beeldeffect, ligt het interval
vast en wordt het geluidseffect uitgeschakeld. Ook het geluid van
opnamen met geluid erbij wordt niet afgespeeld.
De camera aansluiten op audiovisuele apparatuur 1p.165
De opname roteren
Q-knop
Vierwegbesturing
Knop 4
153
4
Opnamen weergeven en wissen
1
Druk na het maken van een opname op de Q-knop.
De opname verschijnt op het scherm.
2
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het weergavepalet verschijnt.
3
Selecteer s (Beeldrotatie) met de
vierwegbesturing (2345).
4
Druk op de knop 4.
Het scherm voor selectie van de rotatie (0°, rechts 90°, links 90° of
180°) verschijnt.
5
Kies de rotatierichting met de
vierwegbesturing (2345) en
druk op de knop 4.
De geroteerde opname wordt opgeslagen.
Panoramische beelden en video-opnamen kunt u niet roteren.
Beveiligde opnamen kunnen worden geroteerd, maar kunnen niet
worden opgeslagen in geroteerde stand.
1 / 2
1/2
Beeldrotatie
Beeldrotatie
Roteert opgenomen beelden,
Nuttig voor weergave van
verticale beelden op TV
OK
OK
OK
MENU
Stop
Stop
OK
Stop
MENU
StopStopStop OKOKOK
OK
154
4
Opnamen weergeven en wissen
U kunt een opname maximaal tien keer zo groot maken.
1
Kies in de stand Q met de vierwegbesturing (45) de
opname die u wilt vergroten.
2
Draai de zoomknop rechtsom of
linksom (y).
De opname wordt uitvergroot (×1,1 tot ×10).
Als u de zoomknop naar rechts y blijft
draaien, verandert de vergroting doorlopend.
Met behulp van het plusteken (+) in het
hulpkader links onder op het scherm kunt u
zien welk deel van de opname wordt
uitvergroot.
Beschikbare bedieningshandelingen
terwijl een opname is vergroot
3
Druk op de knop 4.
Op het scherm verschijnt weer de weergave van één opname.
Zoomweergave
Vierwegbesturing
(2345)
Verplaatst de positie die
wordt vergroot.
Zoomknop naar
rechts (y)
Maakt de opname groter
(max. ×10).
Zoomknop naar
links (f)
Maakt de opname kleiner
(min. ×1.1).
Video-opnamen kunnen niet worden uitvergroot.
Q-knop
Vierwegbesturing
Zoomknop
Knop 4
2.0
2.0×
2.0×
Uitleg
155
4
Opnamen weergeven en wissen
U kunt opnamen weergeven met een close-up van het gezicht door op
de knop I te drukken (Weergave met close-up van gezicht) als
Gezichtsdetectie was geactiveerd bij het maken van de opname.
1
Kies in de stand Q met de vierwegbesturing (45) de
opname die u wilt vergroten.
2
Controleer of het pictogram I wordt weergegeven en
druk op de knop I.
De opname wordt uitvergroot, gecentreerd
rond het gezicht dat bij het maken van de
opname als eerste is gedetecteerd.
Als bij het maken van de opname meerdere
gezichten zijn gedetecteerd, wordt steeds
na het drukken op de knop I op een
volgend gezicht ingezoomd in de volgorde
van detectie bij het maken van de opname.
Automatisch inzoomen op het gezicht van het
onderwerp (Weergave met close-up van gezicht)
Q-knop
Knop I
Zoomknop
Knop 4
1/21 / 21/2
2 / 2
2 / 2
2 / 2
156
4
Opnamen weergeven en wissen
Beschikbare bedieningshandelingen
tijdens de weergavestand met close-up
van gezicht
3
Druk op de knop 4.
Op het scherm verschijnt weer de weergave van één opname.
Zoomknop naar
rechts (y)
Inzoomen op het onderwerp
tijdens de weergave met
close-up van gezicht voor
een weergave met gelijke of
iets hogere uitvergroting.
Zoomknop naar
links (f)
Inzoomen op het onderwerp
tijdens de weergave met
close-up van gezicht voor
een weergave met gelijke of
iets lagere uitvergroting.
Weergave met close-up van gezicht is niet beschikbaar voor video en
opnamen die zijn opgeslagen als stilbeelden uit films.
De vergrotingsfactor bij Weergave met close-up van gezicht kan
variëren al naar gelang de opnameomstandigheden, bijvoorbeeld de
grootte van het gezicht dat tijdens het maken van de opname wordt
gedetecteerd.
Weergave met close-up van gezicht is ook beschikbaar voor opnamen
die zijn gemaakt met de functie voor detectie van huisdieren.
157
4
Opnamen weergeven en wissen
Opnamen en geluidsbestanden wissen
U kunt opnamen en geluidsbestanden wissen die u niet wilt bewaren.
U kunt één enkel beeld- of geluidsbestand wissen.
1
Gebruik in de stand Q de vierwegbesturing (45) om
het beeld/geluidsbestand te selecteren dat u wilt
wissen.
2
Druk op de knop i.
Er verschijnt een bevestigingsvenster.
3
Selecteer [Wissen] met de
vierwegbesturing (23).
4
Druk op de knop 4.
Het beeld- of geluidsbestand wordt gewist.
Eén opname wissen
Beveiligde opnamen en geluidsbestanden kunnen niet worden gewist
(p.162).
Q-knop
Vierwegbesturing
Knop i
Knop 4
OK
OKOK
Wissen
Onderbreken
1001 0 0
-
0017
0 0 1 7100
-
0017
158
4
Opnamen weergeven en wissen
Als er geluid (gesproken memo’s) is toegevoegd aan een opname
(p.196), kunt u dit verwijderen zonder dat de opname wordt verwijderd.
1
Gebruik in de stand Q de vierwegbesturing (45) om
de opname met geluid te selecteren.
U verschijnt op de opnamen met geluid.
2
Druk op de knop i.
Er verschijnt een bevestigingsvenster.
3
Selecteer [Geluid wissen] met de
vierwegbesturing (23).
4
Druk op de knop 4.
De geluidsgegevens worden gewist.
Geluid uit een opname verwijderen
Selecteer [Wissen] in stap 3 om zowel de opname als het geluid te
verwijderen.
U kunt niet alleen het geluid van een video-opname wissen.
OK
OK
OK
Wissen
Geluid wissen
Onderbreken
100
1 0 0
-
0017
0 0 1 7
100
-
0017
159
4
Opnamen weergeven en wissen
U kunt een aantal geselecteerde opnamen/geluidsbestanden in één
keer wissen vanuit de vier-/negenbeeldsweergave.
1
Draai in de stand Q de zoomknop één of twee keer
naar links (f).
De vierbeelds- of negenbeeldsweergave wordt geactiveerd.
2
Druk op de knop i.
P verschijnt op de opnamen en
geluidsbestanden.
Geselecteerde opnamen en geluidsbestanden
wissen
Beveiligde opnamen en geluidsbestanden kunnen niet worden gewist
(p.162).
Q-knop
Vierwegbesturing
Zoomknop
Knop i
Knop 4
Kiezen&wissen 100-0010
160
4
Opnamen weergeven en wissen
3
Kies de te wissen opnamen en
geluidsbestanden met de
vierwegbesturing (2345) en
druk op de knop 4.
O verschijnt op de geselecteerde opnamen
en geluidsbestanden.
Als u een opname selecteert en de
zoomknop naar rechts y draait, verschijnt de geselecteerde opname
in de enkelbeeldsweergave zolang u de knop in die stand houdt. Zo
kunt u controleren of u de opname al dan niet wilt wissen. (Wanneer u
de knop loslaat, verschijnt de vier-/negenbeeldsweergave.) In de
enkelbeeldsweergave kunnen beveiligde opnamen echter niet worden
weergegeven.
4
Druk op de knop i.
Er verschijnt een bevestigingsvenster.
5
Selecteer [Kiezen&wissen] met de
vierwegbesturing (23).
6
Druk op de knop 4.
De geselecteerde opnamen en geluidsbestanden worden gewist.
OKMENU
Stop
Wissen
Kiezen&wissen
Onderbreken
O n d e r b r e k e n
Onderbreken
OK
OK
O K
OK
MENU
Alle geselecteerde
A l l e g e s e l e c t e e r d e
beelden/geluiden wissen?
b e e l d e n / g e l u i d e n w i s s e n ?
Alle geselecteerde
beelden/geluiden wissen?
161
4
Opnamen weergeven en wissen
U kunt alle opnamen en geluidsbestanden in één keer wissen.
1
Druk op de knop 3 in de stand Q.
Het menu [W Instelling] verschijnt.
Als u op 3 drukt in de stand A, druk dan eenmaal op de
vierwegbesturing (5).
2
Selecteer [Alles verwijderen] met
de vierwegbesturing (23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Alles verwijderen] verschijnt.
4
Selecteer [Alles verwijderen] met
de vierwegbesturing (23).
Alle opnamen en geluidsbestanden wissen
Beveiligde opnamen en geluidsbestanden kunnen niet worden gewist
(p.162).
Q-knop
Vierwegbesturing
Knop 3
Knop 4
Instelling
Alles verwijderen
Pixeluitlijning
Formatteren
MENU
Einde
3/3
Reset
Alles verwijderen
OK
OK
Alles verwijderen
Onderbreken
Alle beelden en
geluiden wissen?
162
4
Opnamen weergeven en wissen
5
Druk op de knop 4.
Alle opnamen en geluidsbestanden worden gewist.
U kunt opgeslagen opnamen en geluidsbestanden beveiligen, zodat ze
niet per ongeluk kunnen worden gewist.
1
Kies in de stand Q met de vierwegbesturing (45) de
opname die u wilt beveiligen.
2
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het weergavepalet verschijnt.
3
Selecteer Z (Beveiligen) met de
vierwegbesturing (2345).
4
Druk op de knop 4.
Het scherm voor het selecteren van [Eén Beeld/Geluid] of [Alle Beeld/
Geluid] verschijnt.
5
Selecteer [Eén Beeld/Geluid] met
de vierwegbesturing (23).
6
Druk op de knop 4.
Het bericht [Beveiligt dit beeld/geluid] verschijnt.
Om een andere opname of geluidsbestand te beveiligen, selecteert u
met de vierwegbesturing (45) een andere opname of geluidsbestand.
Foto- en geluidsopnamen beveiligen tegen
wissen (Beveiligen)
2 / 2
2/2
Beveiligen
Beveiligen
OK
OK
OK
MENU
Stop
Stop
Beveiligen
OK
Stop
Beveiligt beeld en klank
tegen ongewild wissen.
Wissen kan dmv formatteren
Alle Beeld/Geluid
A l l e B e e l d / G e l u i d
OK
OK
O K
OK
Eén Beeld/Geluid
Onderbreken
O n d e r b r e k e n
Alle Beeld/Geluid
Onderbreken
163
4
Opnamen weergeven en wissen
7
Selecteer [Beveiligen] met de
vierwegbesturing (23).
8
Druk op de knop 4.
De geselecteerde opname/geluidsbestand wordt beveiligd en het
scherm uit stap 5 verschijnt weer.
Om nog meer opnamen of geluidsbestanden te beveiligen, herhaalt u
stap 5 t/m 8.
Selecteer [Onderbreken] om het instellen van de beveiliging te verlaten.
1
Selecteer [Alle Beeld/Geluid] in
stap 5 op p.162.
2
Druk op de knop 4.
Selecteer [Beveiliging opheffen] in stap 7 om de beveiliging van een
opname ongedaan te maken.
Tijdens weergave wordt op de beveiligde opnamen en
geluidsbestanden Y weergegeven.
U kunt met [Eén Beeld/Geluid] maximaal 99 opnamen en
geluidsbestanden achter elkaar beveiligen.
Alle opnamen en geluidsbestanden beveiligen
Beveiligen
Beveiligt dit
B e v e i l i g t d i t
beeld/geluid
b e e l d / g e l u i d
Beveiligt dit
beeld/geluid
Beveiliging opheffen
Onderbreken
100
1 0 0
-
0017
0 0 1 7
100
-
0017
OK
OK
O K
OK
Alle Beeld/Geluid
Eén Beeld/Geluid
E é n B e e l d / G e l u i d
OK
OK
O K
OK
Onderbreken
O n d e r b r e k e n
Eén Beeld/Geluid
Onderbreken
164
4
Opnamen weergeven en wissen
3
Selecteer [Beveiligen] met de
vierwegbesturing (23).
4
Druk op de knop 4.
Alle opnamen en geluidsbestanden worden beveiligd en het scherm
uit stap 1 verschijnt weer.
5
Selecteer [Onderbreken] met de vierwegbesturing
(23) en druk op de knop 4.
Het weergavepalet verschijnt weer.
Beveiligde opnamen en geluidsbestanden worden verwijderd wanneer
de SD-geheugenkaart of het ingebouwde geheugen wordt
geformatteerd. (p.200).
Selecteer [Beveiliging opheffen] in stap 3 om de beveiliging van alle
opnamen en geluidsbestanden ongedaan te maken.
Beveiligt alle
B e v e i l i g t a l l e
beelden/geluiden
b e e l d e n / g e l u i d e n
Beveiligt alle
beelden/geluiden
OK
OK
O K
OK
Beveiligen
Beveiliging opheffen
Onderbreken
165
4
Opnamen weergeven en wissen
De camera aansluiten op audiovisuele
apparatuur
Met de meegeleverde AV-kabel (I-AVC7) kunt u opnamen vastleggen en
weergeven op apparatuur met een video-ingang, zoals een TV.
1
Zet het audiovisuele apparaat en de camera uit.
2
Sluit de AV-kabel aan op de PC/AV-uitgang van de
camera.
Sluit de connector van de AV-kabel aan met de pijlmarkering naar
de zijde met het scherm gericht.
3
Sluit de andere uiteinden van de AV-kabel aan op de
video- en audio-ingang van het AV-apparaat.
Als u gebruikmaakt van stereoapparatuur, sluit de geluidsconnector
dan aan op de L-ingang (wit).
4
Zet het audiovisuele apparaat aan.
Als het apparaat waarop de camera is aangesloten en het apparaat
dat opnamen weergeeft niet dezelfde zijn, zet beide apparaten dan
aan.
Als opnamen worden weergegeven op audiovisuele apparatuur met
verscheidene video-aansluitingen (zoals een TV), raadpleeg dan de
bedieningshandleiding van het apparaat en selecteer de video-
aansluiting waarop de camera is aangesloten.
VIDEO
AUDIO
(L) (R)
PC/AV-
aansluiting
Geel Wit
Externe ingang
166
4
Opnamen weergeven en wissen
5
Zet de camera aan.
Als u van plan bent de camera langdurig te gebruiken, is gebruik van
de optionele netvoedingsadapterset K-AC117 aan te bevelen (p.37).
Afhankelijk van het land of de regio bestaat de kans dat opnamen en
geluidsbestanden niet kunnen worden weergegeven als het
ingestelde videosignaal afwijkt van het aldaar gebruikte signaal. Mocht
dit zich voordoen, wijzig dan de instelling van het videosignaal (p.211).
Het camerascherm wordt uitgeschakeld en het volume kan niet
worden aangepast met de zoomknop terwijl de camera is aangesloten
op AV-apparatuur.
Wanneer de camera is aangesloten op AV-apparatuur, kunt u de
opnamen wijzigen met de afstandsbediening (optioneel).
Bij aansluiting en weergave van opnamen op AV-apparatuur worden
opnamegegevens met een normale schermresolutie uitgevoerd. Om in
HDTV films te bekijken die zijn opgenomen met M (1280×720, 30 fps)
en F (1280×720, 15 fps), moet u deze overzetten naar een computer
en daarop afspelen (p.221).
5 Opnamen bewerken
en afdrukken
Opnamen bewerken ................................168
Afdrukservice instellen (DPOF) .............187
Afdrukken
De volgende opties zijn beschikbaar voor het afdrukken van opnamen
die met deze camera zijn gemaakt.
1 Gebruik van een afdrukcentrale.
2 Gebruik van uw printer met een SD-geheugenkaartsleuf om
rechtstreeks vanaf de SD-geheugenkaart af te drukken.
3 Gebruik van software op uw computer om opnamen af te
drukken.
168
5
Opnamen bewerken en afdrukken
Opnamen bewerken
Door de resolutie van een geselecteerde opname te wijzigen, kunt u de
bestandsgrootte verkleinen. U kunt deze functie gebruiken om opnamen
te blijven maken wanneer de SD-geheugenkaart of het interne geheugen
vol is, door de opnamen te verkleinen en de oorspronkelijke opnamen te
overschrijven. Zo maakt u ruimte vrij op de kaart of in het geheugen.
1
Kies in de stand Q met de vierwegbesturing (45) de
opname waarvan u de grootte wilt wijzigen.
2
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het weergavepalet verschijnt.
3
Selecteer n (Formaat wijzigen)
met de vierwegbesturing
(2345).
4
Druk op de knop 4.
Het scherm voor het kiezen van de resolutie wordt geopend.
5
Wijzig de resolutie met de
vierwegbesturing (45).
De opnamegrootte wijzigen (Grootte wijzigen)
Opnamen die zijn gemaakt met de resolutie n (3453456)/
h (1920×1080) of panoramische opnamen en video-opnamen
kunnen niet van formaat worden veranderd.
U kunt geen hogere resolutie selecteren dan die van de originele
opname.
1 / 2
1/2
Formaat wijzigen
Formaat wijzigen
OK
OK
OK
MENU
Stop
Stop
Formaat wijzigen
OK
Stop
Wijzigt opgenomen pixels
en kwaliteitsniveau om het
bestand te verkleinen
Resolutie
MENU
Stop
Stop
OK
OK
OK
7
M
169
5
Opnamen bewerken en afdrukken
6
Druk op de knop 4.
Er verschijnt een venster waarin om bevestiging van het overschrijven
van de opname wordt gevraagd.
Als de geselecteerde opname beveiligd is, wordt de bewerkte opname
opgeslagen als nieuwe opname en verschijnt het volgende
bevestigingsvenster niet.
7
Selecteer [Overschrijven] of
[Opslaan als] met de
vierwegbesturing (23).
8
Druk op de knop 4.
De opname met het gewijzigde formaat wordt opgeslagen.
U kunt het ongewenste gedeelte van een opname verwijderen en de
bijgesneden opname bewaren als een nieuwe opname.
1
Kies in de stand Q met de vierwegbesturing (45) de
opname die u wilt bijsnijden.
2
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het weergavepalet verschijnt.
3
Selecteer o (Uitsnijden) met de
vierwegbesturing (2345).
Opnamen uitsnijden
Opnamen die zijn gemaakt met de resolutie n (3453456)/
o (4602592)/h (1921080) of panoramische opnamen
en video-opnamen kunnen niet worden bijgesneden.
Oorspronkelijk beeld
overschrijven?
Oorspronkelijk beeldO o r s p r o n k e l i j k b e e l d
overschrijven?o v e r s c h r i j v e n ?
Oorspronkelijk beeld
overschrijven?
Oorspronkelijk beeld
overschrijven?
OK
OKO KOK
Overschrijven
Opslaan als
Onderbreken
1 / 21/2
UitsnijdenUitsnijdenUitsnijden
Snijdt beelden bij tot het
gewenste formaat. Opslaan
als een nieuw beeld
OK
OKOK
MENU
StopStop
OK
Stop
170
5
Opnamen bewerken en afdrukken
4
Druk op de knop 4.
Het scherm voor het bijsnijden verschijnt.
Het maximale bereik voor het bijsnijden wordt op het scherm aangegeven
met een groen kader. De bijgesneden afbeelding kan niet groter zijn dan
dit bijsnijkader.
5
Selecteer het uitsnedegebied.
Met de volgende handelingen verplaatst u het
groene kader en bepaalt u het gebied voor de
uitsnede op het scherm.
6
Druk op de knop 4.
De aangesneden opname wordt onder een nieuwe bestandsnaam
opgeslagen.
Het aantal opnamepixels wordt automatisch geselecteerd op basis
van de grootte van de bijgesneden opname.
In opnamen wordt de grootte gereduceerd van de gezichten die tijdens
het opnemen zijn gedetecteerd met Gezichtsdetectie (p.74), zodat deze
kleiner lijken.
1
Kies in de stand Q met de vierwegbesturing (45) de
opname die u wilt bewerken.
2
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het weergavepalet verschijnt.
Zoomknop Hiermee wijzigt u de grootte
van het bijsnijkader.
Vierwegbesturing
(2345)
Verplaatst het bijsnijkader
naar boven, naar beneden,
naar links en naar rechts.
Groene toets Roteert het bijsnijkader.
De knop wordt alleen
weergegeven als het
bijsnijkader kan worden
geroteerd.
Opnamen zodanig verwerken dat gezichten
kleiner lijken
OKMENU
S t o p
OK
O K
Stop OK
171
5
Opnamen bewerken en afdrukken
3
Selecteer k (Klein-gezichtfilter)
met de vierwegbesturing
(2345).
4
Druk op de knop 4.
Er worden gezichtsdetectiekaders weergegeven voor gezichten die
kunnen worden gecorrigeerd.
Ga verder met stap 6 als er slechts één gezichtsdetectiekader is.
5
Selecteer met de
vierwegbesturing (2345) een
gezicht dat u wilt bewerken.
Een groen kader geeft het gezicht aan dat
moet worden bewerkt.
6
Druk op de knop 4.
7
Gebruik de vierwegbesturing
(45) om de reductieverhouding
te wijzigen.
F Circa 5 %
G Circa 7 %
H Circa 10 %
8
Druk op de knop 4.
Er verschijnt een venster waarin om bevestiging van het overschrijven
van de opname wordt gevraagd.
Als de geselecteerde opname beveiligd is, wordt de bewerkte opname
opgeslagen als nieuwe opname en verschijnt het volgende
bevestigingsvenster niet.
1 / 2
1/2
Klein-gezichtfilter
Klein-gezichtfilter
Klein-gezichtfilter
OK
OK
OK
MENU
Stop
Stop
OK
Stop
Verkleint gezichten in
opnamen, voor goed ge-
proportioneerde portretten
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
MENU
Stop
Stop
OKStop
172
5
Opnamen bewerken en afdrukken
9
Selecteer [Overschrijven] of
[Opslaan als] met de
vierwegbesturing (23).
10
Druk op de knop 4.
De camera keert terug naar de stand
Q
en de bewerkte opname wordt
weergegeven.
In de volgende situaties kunt u opnamen mogelijk niet bewerken:
- Als de grootte van het opgenomen gezicht in relatie tot een opname
te groot of te klein is
- Als gezichten zich in de randen van een opname bevinden
In dergelijke gevallen zal het gezichtsdetectiekader in stap 4 niet
verschijnen.
Overschrijven
Opslaan als
Onderbreken
Oorspronkelijk beeld
Oorspronkelijk beeld
overschrijven?
overschrijven?
Oorspronkelijk beeld
overschrijven?
OK
OK
OK
OK
173
5
Opnamen bewerken en afdrukken
Met deze functie kunt u kleurtinten aanpassen en speciale bewerkingen
uitvoeren op een geselecteerde opname.
1
Kies in de stand Q met de vierwegbesturing (45) de
opname die u wilt bewerken.
2
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het weergavepalet verschijnt.
De digitale filters gebruiken
Zwart-wit
Bewerkt de opname tot een opname die het uiterlijk heeft van een
foto in zwart-wit.
Sepia
Bewerkt de opname tot een opname die het uiterlijk heeft van een
foto in sepiatonen.
Speels
Bewerkt de opname tot een opname die eruitziet of ze gemaakt is
met een speelgoedcamera.
Retro
Bewerkt de opname tot een opname die het uiterlijk heeft van een
oude foto.
Kleur
De opname wordt bewerkt met het geselecteerde kleurfilter. U kunt
kiezen uit zes filters: rood, roze, paars, blauw, groen en geel.
Kleurextractie
Onttrekt alleen een specifieke kleur en bewerkt de rest van de
opname tot zwart-wit. U kunt kiezen tussen drie filters: rood, groen
en blauw.
Kleurverbetering
Er zijn vier filters: Hemelsblauw/Frisgroen/Zachtroze/
Herfstbladeren.
Sterk contrast
Versterkt het contrast van een opname.
Sterren
Bewerkt de opname tot een opname met een speciaal sterreneffect
(door toevoeging van een soort kruisjes aan lichte delen,
bijvoorbeeld bij nachtopnamen of lichtjes weerspiegeld in het
water). U kunt kiezen tussen drie filters: Kruis, Hart en Ster.
Soft
Bewerkt de opname tot een softe opname die in zijn geheel soft lijkt.
Helderheid
De helderheid van de opname aanpassen.
Miniatuur
Een deel van de opname onscherp maken om een miniatuur te
creëren.
Met de functie Digitaal filter kunt u geen bewerkingen uitvoeren op
panoramische opnamen, films of opnamen die met een andere camera
zijn gemaakt. Er wordt een foutmelding weergegeven als u deze functie
kiest vanuit de weergavestanden en op de knop 4 drukt.
174
5
Opnamen bewerken en afdrukken
3
Selecteer P (Digitaal filter) met
de vierwegbesturing (2345).
4
Druk op de knop 4.
Het filterselectiescherm verschijnt.
1 Zwart-wit
2 Sepia
3 Speels
4 Retro
5 Kleur
6 Kleurextractie
7 Kleurverbetering
8 Sterk contrast
9 Sterren
10 Soft
11 Helderheid
12 Miniatuur
De achtereenvolgende stappen variëren al naar gelang van uw
selectie.
5
Selecteer een filter met de vierwegbesturing (23).
Op het scherm verschijnt de voorbeeldweergave van het filtereffect.
6
Druk op de knop 4.
Er verschijnt een venster waarin om bevestiging van het overschrijven
van de opname wordt gevraagd.
Als de geselecteerde opname beveiligd is, wordt de bewerkte opname
opgeslagen als nieuwe opname en verschijnt het volgende
bevestigingsvenster niet.
Een zwart-witfilter, sepia- of soft-filter selecteren
1 / 2
1/2
Digitaal filter
Digitaal filter
Digitaal filter
Wijzigt beelden met een
kleuren- of Soft-filter
OK
OK
OK
MENU
Stop
Stop
OK
Stop
OKMENU
Stop
Stop
Stop
Zwart-wit
Zwart-wit
Zwart-wit
OK
OK
OK
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7
8
8
9
9
10
10
11
11
12
12
175
5
Opnamen bewerken en afdrukken
7
Selecteer [Overschrijven] of
[Opslaan als] met de
vierwegbesturing (
23).
8
Druk op de knop 4.
De met het filter bewerkte opname wordt opgeslagen.
5
Selecteer een filter met de vierwegbesturing (23).
Op het scherm verschijnt de voorbeeldweergave van het filtereffect.
6
Selecteer de kleur met de
vierwegbesturing (
45).
Telkens als u op de vierwegbesturing (5)
drukt, wordt in onderstaande volgorde een
van de kleurenfilters geselecteerd.
7
Druk op de knop 4.
Er verschijnt een venster waarin om bevestiging van het overschrijven
van de opname wordt gevraagd.
Als de geselecteerde opname beveiligd is, wordt de bewerkte opname
opgeslagen als nieuwe opname en verschijnt het volgende
bevestigingsvenster niet.
Een retrofilter, kleurfilter, kleurextractiefilter,
kleurverbeteringsfilter of sterfilter selecteren
Retro Originele opname Amber Blauw
Kleur Rood Roze Paars Blauw Groen Geel
Kleurextractie Rood Groen Blauw
Kleurverbetering Hemelsblauw Frisgroen Zachtroze Herfstbladeren
Sterren Kruis Hart Ster
OK
OK
OK
Overschrijven
Opslaan als
Onderbreken
Oorspronkelijk beeld
overschrijven?
Oorspronkelijk beeld
overschrijven?
OKMENU
OK
OK
OK
Retro
Retro
Retro
Stop
Stop
Stop
176
5
Opnamen bewerken en afdrukken
8
Selecteer [Overschrijven] of
[Opslaan als] met de
vierwegbesturing (
23).
9
Druk op de knop 4.
De met het filter bewerkte opname wordt opgeslagen.
5
Selecteer een filter met de vierwegbesturing (23).
Op het scherm verschijnt de voorbeeldweergave van het filtereffect.
6
Gebruik de vierwegbesturing
(45) om de sterkte van het effect
aan te passen.
7
Druk op de knop 4.
Er verschijnt een venster waarin om bevestiging van het overschrijven
van de opname wordt gevraagd.
Als de geselecteerde opname beveiligd is, wordt de bewerkte opname
opgeslagen als nieuwe opname en verschijnt het volgende
bevestigingsvenster niet.
Een speelgoedcamera-, sterkcontrast-, helderheids- of
miniatuurfilter selecteren
Vierwegbesturing
(4)
Standaardinstelling
Vierwegbesturing
(5)
Speels Zwak Standaard Sterk
Sterk
contrast
Zwak Standaard Sterk
Helderheid Donker Standaard Helder
Miniatuur Boven Boven en onder Onder
OK
OK
OK
Overschrijven
Opslaan als
Onderbreken
Oorspronkelijk beeld
overschrijven?
Oorspronkelijk beeld
overschrijven?
OKMENU
OK
OK
OK
Speels
Speels
Speels
Stop
Stop
Stop
177
5
Opnamen bewerken en afdrukken
8
Selecteer [Overschrijven] of
[Opslaan als] met de
vierwegbesturing (23).
9
Druk op de knop 4.
De met het filter bewerkte opname wordt opgeslagen.
U kunt opnamen corrigeren waarop het onderwerp door het flitslicht rode
ogen heeft gekregen.
1
Kies in de stand Q met de vierwegbesturing (45) de
opname die u wilt corrigeren.
2
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het weergavepalet verschijnt.
3
Selecteer Z (Rode-ogen reductie)
met de vierwegbesturing
(2345).
Ongewenste rode ogen verminderen
De functie voor rode-ogenreductie kan niet worden gebruikt voor
panoramische opnamen, video-opnamen of voor opnamen waarop
rode ogen niet met de camera kunnen worden gedetecteerd.
Er verschijnt een foutbericht in stap 4.
De functie voor rode-ogenreductie is alleen beschikbaar voor
foto-opnamen die met deze camera zijn gemaakt.
OK
OK
OK
Overschrijven
Opslaan als
Onderbreken
Oorspronkelijk beeld
overschrijven?
Oorspronkelijk beeld
overschrijven?
1 / 21/2
Rode-ogen reductieRode-ogen reductieRode-ogen reductie
Vermindert rode ogen.
Werkt mogelijk niet in
alle lichtomstandigheden
OK
OKOK
MENU
StopStop
OK
Stop
178
5
Opnamen bewerken en afdrukken
4
Druk op de knop 4.
Er verschijnt een venster waarin om bevestiging van het overschrijven
van de opname wordt gevraagd.
Als de geselecteerde opname beveiligd is, wordt de bewerkte opname
opgeslagen als nieuwe opname en verschijnt het volgende
bevestigingsvenster niet.
5
Selecteer [Overschrijven] of
[Opslaan als] met de
vierwegbesturing (23).
6
Druk op de knop 4.
De bewerkte opname wordt opgeslagen.
Met deze functie kunt u een decoratief kader toevoegen aan foto’s. In de
camera zijn reeds 3 kaders opgeslagen.
1
Gebruik in de stand Q de vierwegbesturing (45) om
de opname te selecteren waaraan u een kader wilt
toevoegen.
2
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het weergavepalet verschijnt.
Een kader toevoegen (Beeldinkadering)
De functie Beeldinkadering kan niet worden gebruikt bij opnamen die
zijn gemaakt met de resolutie n (3456×3456)/o (4602592)/
h (1921080), panoramische opnamen, video-opnamen en
opnamen met het formaat h (2041536) of kleiner. Er verschijnt een
foutbericht in stap 4.
OK
OKO KOK
Overschrijven
Opslaan als
Onderbreken
Oorspronkelijk beeld
O o r s p r o n k e l i j k b e e l d
overschrijven?o v e r s c h r i j v e n ?
Oorspronkelijk beeld
overschrijven?
179
5
Opnamen bewerken en afdrukken
3
Selecteer N (Beeld inkadering)
met de vierwegbesturing
(2345).
4
Druk op de knop 4.
Het scherm voor selectie van het kader verschijnt, waarin 9 kaders zijn
weergegeven.
5
Kies een kader met de
vierwegbesturing (2345).
6
Draai de zoomknop rechtsom of
linksom (y).
Het geselecteerde kader verschijnt in de
enkelbeeldsweergave.
U kunt op een van de volgende manieren
een ander kader kiezen.
Vierwegbesturing
(45)
Druk hierop om een ander
kader te kiezen.
Zoomknop naar
links (f)
Terug naar de weergave van
9 kaders op het
kaderselectiescherm, zodat u
vervolgens een ander kader
kunt kiezen, zoals in stap 5.
1 / 2
1/2
Beeld inkadering
Beeld inkadering
Beeld inkadering
Plaatst een lijst rond het
beeld. Kies Overschrijven
of sla op als nieuw beeld
OK
OK
OK
MENU
Stop
Stop
OK
Stop
OK
y
OK
OK
OK
f
OKOK
180
5
Opnamen bewerken en afdrukken
7
Druk op de knop 4.
Het scherm voor aanpassing van de positie
en grootte van het kader verschijnt.
U kunt de opname aanpassen op een van
de volgende manieren.
8
Druk op de knop 4.
Er verschijnt een venster waarin om bevestiging van het overschrijven
van de opname wordt gevraagd.
Als de geselecteerde opname beveiligd is, wordt de bewerkte opname
opgeslagen als nieuwe opname en verschijnt het volgende
bevestigingsvenster niet.
9
Selecteer [Overschrijven] of
[Opslaan als] met de
vierwegbesturing (23).
10
Druk op de knop 4.
De bewerkte opname wordt opgeslagen met een resolutie van
h (2048×1536).
Vierwegbesturing
(2345)
Pas de positie van de
opname aan door op de
knoppen te drukken
Zoomknop Maakt de opname groter of
kleiner.
OKMENU
Stop
S t o p
Stop
O K
OK
OK
O K
OK
Overschrijven
Opslaan als
Onderbreken
O o r s p r o n k e l i j k b e e l d
o v e r s c h r i j v e n ?
Oorspronkelijk beeld
overschrijven?
181
5
Opnamen bewerken en afdrukken
Optionele kaders
De optionele kaders staan op de cd-rom (S-SW121) die met de camera is
meegeleverd. Kopieer deze kaders van de cd-rom als u ze wilt gebruiken. Deze
optionele kaders worden verwijderd als de bestanden in het interne geheugen
worden gewist met een computer en als het ingebouwde geheugen wordt
geformatteerd.
Kaders kopiëren
1
Verwijder de SD-geheugenkaart uit de camera.
Als u de SD-geheugenkaart in de camera laat zitten, worden de
kaders gekopieerd naar de kaart en niet naar het interne geheugen
van de camera.
2
Sluit de camera aan op de computer met de
bijgeleverde USB-kabel (I-USB7).
Zie “Aansluiten op een computer” (p.221) voor aanwijzingen omtrent
het aansluiten van de camera op een computer.
3
Klik op [Onderbreken] wanneer het venster voor
apparaatdetectie verschijnt.
4
Plaats de meegeleverde cd-rom (S-SW121) in het
cd-romstation.
5
Klik op [Exit] wanneer het installatievenster
verschijnt.
6
Als er in de hoofdmap van de camera (verwisselbaar
station) geen submap KADER (FRAME) is, maakt u die
map via de computer.
7
Kopieer de gewenste bestanden uit de map KADER
(FRAME) in de hoofdmap van de cd-rom naar de map
KADER van de camera (verwisselbaar station).
Raadpleeg de computerhandleiding voor informatie over het werken
met bestanden op uw computer.
182
5
Opnamen bewerken en afdrukken
Bij het inkaderen van opnamen kunt u gebruikmaken van kaders die zijn
gedownload van de PENTAX-website of andere bronnen.
U kunt een beeld uit een video-opname selecteren en opslaan als foto,
of een video-opname in twee delen opsplitsen.
1
Kies in de stand Q met de vierwegbesturing (45) de
film die u wilt bewerken.
2
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het weergavepalet verschijnt.
3
Selecteer [ (Video bewerken) met
de vierwegbesturing (2345).
8
Verwijder de USB-kabel uit de computer en camera.
Zie “Aansluiten op een computer” (p.221) voor informatie over het
loskoppelen van de kabel.
Een nieuw kader gebruiken
Pak het gedownloade kader uit en kopieer het naar de map KADER
in het interne geheugen of op de SD-geheugenkaart.
De map KADER wordt aangemaakt bij het formatteren van de
SD-geheugenkaart met deze camera.
Raadpleeg de PENTAX-website voor meer informatie over
downloaden.
Video bewerken
U kunt kaders zowel in het interne geheugen als op de
SD-geheugenkaart opslaan, maar grote aantallen kaders vertragen
het werken met de camera.
1 / 2
1/2
Video bewerken
Video bewerken
Video bewerken
Om een foto te extraheren
uit een film of een film
te splitsen
OK
OK
OK
MENU
Stop
Stop
OK
Stop
183
5
Opnamen bewerken en afdrukken
4
Druk op de knop 4.
Het scherm voor selectie van de
videobewerking verschijnt.
De achtereenvolgende stappen variëren al
naar gelang van uw selectie.
5
Selecteer [Bewaar als foto] in het scherm voor selectie
van de videobewerking.
6
Druk op de knop 4.
Het scherm voor selectie van een beeldje dat moet worden
opgeslagen als foto verschijnt.
7
Kies met de vierwegbesturing
(2345) een beeld dat u wilt
opslaan.
2 De video afspelen of onderbreken
3 Het afspelen stoppen en teruggaan
naar het eerste beeldje
4 De video beeld voor beeld
achterwaarts afspelen
5 De video beeld voor beeld voorwaarts afspelen
8
Druk op de knop 4.
Het geselecteerde beeldje wordt opgeslagen als foto.
5
Selecteer [Video delen] in het scherm voor selectie van
de videobewerking.
6
Druk op de knop 4.
Het scherm voor het kiezen van de opsplitsingspositie wordt geopend.
Een beeldje uit een video opslaan als foto
Een video-opname splitsen
OK
OK
O K
OK
Bewaar als foto
Video delen
Vi d e o d e l e n
Onderbreken
O n d e r b r e k e n
Video delen
Onderbreken
Kies beeld om op te slaan
Kies beeld om op te slaan
100
1 0 0
-
0042
0 0 4 2
100
-
0042
00:06
0 0 : 0 6
00:06
OKMENU
OK
OK
Stop
Stop
1
1
184
5
Opnamen bewerken en afdrukken
7
Bepaal de splitsingspositie met de
vierwegbesturing (2345).
2 De video afspelen of onderbreken
3 Het afspelen stoppen en teruggaan
naar het eerste beeldje
4 De video beeld voor beeld
achterwaarts afspelen
5 De video beeld voor beeld voorwaarts afspelen
8
Druk op de knop 4.
Er verschijnt een bevestigingsvenster.
9
Selecteer [Delen] met de
vierwegbesturing (23).
10
Druk op de knop 4.
De filmopname wordt op de opgegeven positie gesplitst en de twee
delen worden als nieuwe bestanden opgeslagen; het oorspronkelijke
bestand wordt gewist.
U kunt opnamen en geluidsbestanden kopiëren van het interne geheugen
naar de SD-geheugenkaart en vice versa. Deze functie is alleen
beschikbaar wanneer er een SD-geheugenkaart in de camera is geplaatst.
1
Druk op de vierwegbesturing (3) in de stand Q.
Het weergavepalet verschijnt.
Beveiligde video-opnamen kunnen niet worden gedeeld.
Opnamen en geluidsbestanden kopiëren
Zet de camera uit voordat u de SD-geheugenkaart plaatst of uitneemt.
Kies beeld om te delen
Kies beeld om te delen
100
1 0 0
-
0042
0 0 4 2
100
-
0042
00:09
0 0 : 0 9
1
00:09
1
OKMENU
OK
OK
Stop
Stop
Delen
Onderbreken
Delen op deze positie?
D e l e n o p d e z e p o s i t i e ?Delen op deze positie?
OK
OKO KOK
185
5
Opnamen bewerken en afdrukken
2
Selecteer p (Kopieer beeld/
geluid) met de vierwegbesturing
(2345).
3
Druk op de knop 4.
Het scherm voor selectie van de gewenste kopieermethode verschijnt.
De achtereenvolgende stappen variëren al naar gelang van uw
selectie.
Alle opnamen en geluidsbestanden in het interne geheugen worden
tegelijk naar de SD-geheugenkaart gekopieerd. Zorg dat er voldoende
ruimte is op de SD-geheugenkaart voordat u de bestanden kopieert.
4
Selecteer [{}2] met de
vierwegbesturing (23).
5
Druk op de knop 4.
Alle opnamen en geluidsbestanden worden gekopieerd naar de
SD-geheugenkaart.
Bestanden kopiëren vanuit het interne geheugen naar de
SD-geheugenkaart
1 / 2
1/2
Kopieer beeld/geluid
Kopieer beeld/geluid
Kopieer beeld/geluid
Kopieert beelden en klank
tussen intern geheugen
en SD-geheugenkaart
OK
OK
OK
MENU
Stop
Stop
OK
Stop
OK
OK
O K
OK
Onderbreken
O n d e r b r e k e n
Onderbreken
SD
SD
SD
SD
186
5
Opnamen bewerken en afdrukken
Geselecteerde opnamen en geluidsbestanden van de
SD-geheugenkaart worden één voor één naar het interne geheugen
gekopieerd.
4
Selecteer [{}2] met de vierwegbesturing (23).
5
Druk op de knop 4.
6
Gebruik de vierwegbesturing
(45) om het beeld/
geluidsbestand te selecteren dat u
wilt kopiëren.
7
Druk op de knop 4.
Het geselecteerde beeld/geluidsbestand wordt gekopieerd naar het
interne geheugen.
Om nog meer opnamen of geluidsbestanden te kopiëren, herhaalt u
stap 4 t/m 7. Selecteer [Onderbreken] om het kopiëren te verlaten.
Bestanden kopiëren van de SD-geheugenkaart naar het interne
geheugen
Als er geluid (gesproken memo’s) is toegevoegd aan een opname,
wordt de opname gekopieerd met geluid.
Wanneer u een bestand van de SD-geheugenkaart naar het interne
geheugen kopieert, krijgt het bestand een nieuwe naam.
OK
OKO KOK
StopStopStop
MENU
Kopieert ditK o p i e e r t d i t
beeld/geluidb e e l d / g e l u i d
Kopieert dit
beeld/geluid
1001 0 0
-
0017
0 0 1 7100
-
0017
187
5
Opnamen bewerken en afdrukken
Afdrukservice instellen (DPOF)
DPOF (Digital Print Order Format) is de indeling voor het opslaan van
afdrukordergegevens op foto’s die zijn gemaakt met een digitale
camera. Als de afdrukordergegevens zijn opgeslagen, kunnen de
opnamen worden afgedrukt op basis van de DPOF-instellingen op een
DPOF-compatibele printer of in een fotolab dat DPOF ondersteunt.
U kunt geen afdrukordergegevens opslaan voor video-opnamen of
geluidsbestanden.
Stel voor elke opname de volgende opties in.
1
Druk in de stand Q op de vierwegbesturing (3).
Het weergavepalet verschijnt.
2
Selecteer r (DPOF) met de
vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
Het selectiescherm van de DPOF-instelmethode verschijnt.
Als er op de foto al een datum en/of tijd gedrukt is (p.127), zet [Datum]
dan niet op O (Aan) in de DPOF-instellingen. Als u O selecteert, kan er
een overlapping plaatsvinden van de afgedrukte datum en/of tijd.
Afzonderlijke opnamen afdrukken
Kopieën Kies het aantal exemplaren (maximaal 99).
Datum Geef aan of de datum moet worden afgedrukt op de afdruk.
2 / 2
2/2
DPOF
DPOF
DPOF
Voor printinstellingen.
Handig bij bestellen van
afdrukken via printservice
OK
OK
OK
MENU
Stop
Stop
OK
Stop
188
5
Opnamen bewerken en afdrukken
4
Selecteer [Enkel beeld] met de
vierwegbesturing (23).
5
Druk op de knop 4.
Het bericht [DPOF instelling voor dit beeld] verschijnt.
6
Selecteer een opname met de vierwegbesturing (45).
Als er al DPOF-instellingen zijn opgegeven voor de geselecteerde
opname, verschijnt de vorige instelling van het aantal afdrukken en de
datumweergave (O of P).
7
Kies het aantal exemplaren met de
vierwegbesturing (23).
8
Druk op de Groene toets om O of
P te kiezen voor de instelling
[Datum].
O De datum wordt afgedrukt.
P De datum wordt niet afgedrukt.
Herhaal stap 6 t/m 8 als u door wilt
gaan met het instellen van
DPOF-afdrukordergegevens.
9
Druk op de knop 4.
De instellingen worden opgeslagen en het scherm uit stap 4 verschijnt
weer.
Afhankelijk van de printer of de afdrukapparatuur van het fotolab bestaat
het risico dat de datum niet wordt afgedrukt op de opnamen, zelfs als O
(Aan) is geselecteerd voor [Datum] in de DPOF-instellingen.
OK
OK
O K
OK
Alle Beelden
A l l e B e e l d e n
Enkel beeld
Onderbreken
O n d e r b r e k e n
Alle Beelden
Onderbreken
Kopieën
D P O F i n s t e l l i n g
v o o r d i t b e e l d
DPOF instelling
voor dit beeld
Datum
D a t u m
Datum
00
S t o p
Stop
MENU OK
O K
OK
100
1 0 0
-
0017
0 0 1 7
100
-
0017
MENU
Kopieën
D P O F i n s t e l l i n g
v o o r d i t b e e l d
DPOF instelling
voor dit beeld
Datum
D a t u m
Datum
S t o p
Stop
OK
O K
OK
100
1 0 0
-
0017
0 0 1 7
100
-
0017
01
189
5
Opnamen bewerken en afdrukken
Wanneer u het aantal exemplaren kiest en instelt of de datum al dan niet
moet worden afgedrukt, worden de instellingen toegepast op alle
opnamen die zijn opgeslagen in de camera.
1
Selecteer [Alle Beelden] in stap 4 op p.188.
2
Druk op de knop 4.
Het bericht [DPOF-instelling voor alle beelden] verschijnt.
3
Kies het aantal exemplaren en kies
O of P voor de instelling [Datum].
Zie stap 7 en 8 in “Afzonderlijke opnamen
afdrukken” (p.188) voor nadere informatie
over de instellingen.
4
Druk op de knop 4.
De instellingen voor alle opnamen worden opgeslagen en het
selectiescherm van de DPOF-instelmethode verschijnt weer.
Als u de DPOF-instellingen wilt annuleren, stelt u het aantal exemplaren
in stap 7 in op [00] en drukt u op de knop 4.
Alle opnamen afdrukken
Het aantal exemplaren dat u opgeeft bij [Alle Beelden] geldt voor alle
opnamen. Controleer of het aantal correct is alvorens de opnamen af
te drukken.
Instellingen voor afzonderlijke opnamen worden geannuleerd als er
instellingen worden verricht met [Alle Beelden].
Kopieën
D P O F - i n s t e l l i n g v o o r
a l l e b e e l d e n
DPOF-instelling voor
alle beelden
Datum
D a t u m
Datum
S t o p
Stop
OK
O K
OK
MENU
01
Memo
190
6
Geluidsopnamen
maken en weergeven
Geluid opnemen (Geluidsopname) ....... 192
Een gesproken memo toevoegen aan
opnamen ..................................................196
192
6
Geluidsopnamen maken en weergeven
Geluid opnemen (Geluidsopname)
U kunt geluid opnemen met de camera. De microfoon bevindt zich op de
voorzijde van de camera. Richt de camera bij het opnemen van geluid
op de geluidsbron om de beste geluidskwaliteit te krijgen.
Als u de functie Geluidsopname wilt gebruiken, wijst u die eerst toe aan
de Groene toets.
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Groene toets] met de vierwegbesturing (
23
).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
4
Selecteer [Geluidsopname] met de
vierwegbesturing (23) en druk
op de knop 4.
De functie Geluidsopname instellen
Luidspreker
Microfoon
Groene toets
MENU
Stop OK
OK
Geluidsopname
Groene modus
Video
Fn-instelling
193
6
Geluidsopnamen maken en weergeven
5
Druk op de knop 3.
De functie Geluidsopname is nu toegewezen aan de Groene toets.
1
Druk in de stand A op de Groene
toets.
De functie Geluidsopname wordt
geactiveerd. Op het scherm verschijnen de
resterende opnametijd en de opnametijd
van het huidige bestand.
1 Duur van de opname
2 Resterende opnametijd
2
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname start. Tijdens de opname
knippert de zelfontspanner-LED.
U kunt continu geluidsopnamen maken tot
een maximum van 18 uur.
Wanneer tijdens de geluidsopname op de
Groene toets wordt gedrukt, wordt een
index toegevoegd aan het huidige
geluidsbestand.
3
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname stopt.
Geluid opnemen
Ontspanknop
Groene toets
0 1 : 3 1 : 4 4
01:31:44
00:00:00
0 0 : 00: 0 0
00:00:00
SHUTTER
Starten
Starten
12
0 1 : 3 0 : 2 2
01:30:22
00:01:22
0 0 : 01: 2 2
SHUTTER
Stoppen
Stoppen
REC
REC
Index
Index
00:01:22
194
6
Geluidsopnamen maken en weergeven
U kunt de geluidsbestanden weergeven die u hebt gemaakt met de
functie Geluidsopname.
1
Druk op de knop Q.
2
Kies met de vierwegbesturing (45) het geluidsbestand
dat u wilt afspelen.
3
Druk op de vierwegbesturing (2).
De weergave begint.
1 Totale opnametijd
2 Weergavetijd
Als u de ontspanknop meer dan één seconde ingedrukt houdt in stap
2, gaat de opname door tot u uw vinger van de ontspanknop haalt. Dat
kan handig zijn voor korte geluidsopnamen.
Geluid wordt opgeslagen in WAVE-bestanden (mono).
Geluidsopnamen weergeven
Q-knop
Vierwegbesturing
Zoomknop
00:01:30
0 0 : 0 1 : 3 0
00:00:00
0 0 : 00: 0 0
00:00:00
00:01:30
100
100
-
0025
0025
100
-
0025
14:25
1 4 : 2 5
14:25
09/09/2011
0 9 / 0 9 / 2 0 11
09/09/2011
12
195
6
Geluidsopnamen maken en weergeven
Beschikbare bedieningshandelingen tijdens weergave
Beschikbare bedieningshandelingen tijdens pauze in de
weergave
4
Druk op de vierwegbesturing (3).
De weergave stopt.
Zoomknop naar rechts (x) Het volume verhogen.
Zoomknop naar links (w) Het volume verlagen.
Vierwegbesturing (2) Weergave onderbreken.
Vierwegbesturing (4) (Als er geen opgenomen indices zijn) Achteruit
versneld weergeven.
(Als er opgenomen indices zijn) Weergave start
vanaf de vorige index.
Vierwegbesturing (5) (Als er geen opgenomen indices zijn) Vooruit
versneld weergeven.
(Als er opgenomen indices zijn) Weergave start
vanaf de volgende index.
Vierwegbesturing (2) Weergave hervatten.
Vierwegbesturing (4) Ca. 5 seconden terugspoelen.
Vierwegbesturing (5) Ca. 5 seconden vooruitspoelen.
196
6
Geluidsopnamen maken en weergeven
Een gesproken memo toevoegen aan
opnamen
U kunt een gesproken memo toevoegen aan foto-opnamen.
1
Kies in de stand Q met de vierwegbesturing (45) de
foto waaraan u een gesproken memo wilt toevoegen.
2
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het weergavepalet verschijnt.
3
Selecteer \ (Gesproken memo)
met de vierwegbesturing
(2345).
4
Druk op de knop 4.
De opname start. U kunt een gesproken
memo opnemen van maximaal 18 uur.
5
Druk op de knop 4.
De opname stopt.
Een gesproken memo opnemen
U kunt geen gesproken memo toevoegen aan een opname die al een
gesproken memo bevat. Verwijder het oude memo (p.158) en neem
een nieuw memo op.
U kunt geen gesproken memo toevoegen aan beveiligde opnamen
(p.162).
2 / 2
2/2
Gesproken memo
Gesproken memo
Gesproken memo
Voegt geluid toe aan de
beelden. Opname mogelijk
tot geheugenkaart vol is
OK
OK
OK
MENU
Stop
Stop
OK
Stop
01:31:44
0 1 : 3 1 : 4 4
01:31:44
100
1 0 0
-
0038
0 0 3 8
100
-
0038
197
6
Geluidsopnamen maken en weergeven
1
Kies in de stand Q met de vierwegbesturing (45) de
foto met het gesproken memo dat u wilt afspelen.
Bij weergave van één opname verschijnt U op opnamen met
gesproken memo’s.
2
Druk op de vierwegbesturing (2).
De weergave begint.
Beschikbare bedieningshandelingen
tijdens weergave
3
Druk op de vierwegbesturing (3).
De weergave stopt.
Weergave van een gesproken memo
Zoomknop naar rechts
(x)
Het volume verhogen
Zoomknop naar links
(w)
Het volume verlagen
Geluid uit een opname verwijderen 1p.158
Q-knop
Vierwegbesturing
Zoomknop
14:25
1 4 : 2 5
14:25
100
1 0 0
-
0038
0 0 3 8
100
-
0038
Bewerken
Bewerken
Bewerken
09/09/2011
0 9 / 0 9 / 2 0 11
09/09/2011
Memo
198
7 Instellingen
Camera-instellingen ................................200
200
7
Instellingen
Camera-instellingen
Bij formatteren worden alle gegevens van de SD-geheugenkaart of uit
het ingebouwde geheugen gewist.
Een SD-geheugenkaart die nooit is gebruikt of in een andere camera of
een ander digitaal apparaat is gebruikt, moet eerst met deze camera
worden geformatteerd (geïnitialiseerd).
1
Druk op de knop 3 in de stand Q.
Het menu [W Instelling] verschijnt.
Als u op 3 drukt in de stand A, druk dan eenmaal op de
vierwegbesturing (5).
2
Selecteer [Formatteren] met de vierwegbesturing
(23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Formatteren] verschijnt.
Het geheugen formatteren
Neem de SD-geheugenkaart niet uit tijdens het formatteren, omdat de
kaart hierdoor beschadigd kan raken en onbruikbaar kan worden.
Als u een kaart formatteert, worden alle beveiligde opnamen gewist,
evenals alle gegevens die op de kaart zijn opgenomen met een
computer of een andere dan deze camera.
Een SD-geheugenkaart die is geformatteerd op een computer of op
een ander apparaat dan deze camera, is niet bruikbaar. Formatteer de
kaart met deze camera.
Als u het ingebouwde geheugen wilt formatteren, moet u eerst de
SD-geheugenkaart verwijderen. Anders wordt de SD-geheugenkaart
geformatteerd.
Wanneer u voor het eerst een nieuwe Eye-Fi-kaart wilt gebruiken,
moet u het installatiebestand van Eye-Fi Manager naar de computer
kopiëren voordat u de kaart formatteert.
De optionele kaders die u van de cd-rom (S-SW121) hebt gekopieerd,
worden verwijderd wanneer de SD-geheugenkaart of het ingebouwde
geheugen wordt geformatteerd (drie standaardkaders worden niet
verwijderd).
201
7
Instellingen
4
Selecteer [Formatteren] met de
vierwegbesturing (23).
5
Druk op de knop 4.
Het formatteren begint.
Nadat de kaart is geformatteerd, keert de camera terug naar de stand
A of Q.
U kunt het volume van bedieningsgeluiden aanpassen en het type geluid
wijzigen.
1
Druk op de knop 3 in de stand Q.
Het menu [W Instelling] verschijnt.
Als u op 3 drukt in de stand A, druk dan eenmaal op de
vierwegbesturing (5).
2
Selecteer [Geluid] met de vierwegbesturing (23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Geluid] verschijnt.
4
Selecteer [Bedieningsvolume] met de vierwegbesturing
(23).
De geluidsinstellingen wijzigen
Het volume van bedieningsgeluiden/weergave wijzigen
Formatteren
Alle gegevens
worden gewist
Formatteren
Onderbreken
OK
OK
O K
OK
Geluid
Bedieningsvolume
Opstartgeluid
Sluitergeluid
Bedieningsgeluid
Zelfontsp.geluid
MENU
Weergavevolume
1
1
1
1
202
7
Instellingen
5
Pas het volume aan met de vierwegbesturing (45).
Stel het volume in op 0 om het opstartgeluid, sluitergeluid,
bedieningsgeluid en zelfontspannergeluid uit te zetten.
6
Wijzig [Weergavevolume] op dezelfde manier als in stap
4 en 5.
4
Selecteer [Opstartgeluid] met de vierwegbesturing
(23).
5
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
6
Selecteer het geluidstype met de vierwegbesturing
(23).
Kies tussen [1], [2], [3] en [Uit].
7
Druk op de knop 4.
8
Stel [Sluitergeluid], [Bedieningsgeluid] en
[Zelfontsp.geluid] op dezelfde manier in als in stap 4 tot
en met 7.
9
Druk twee keer op de knop 3.
De stand A of Q wordt weer geactiveerd.
U kunt de aanvankelijk ingestelde datum en tijd wijzigen (p.48). U kunt
ook de datumweergave wijzigen.
1
Druk op de knop 3 in de stand Q.
Het menu [W Instelling] verschijnt.
Als u op 3 drukt in de stand A, druk dan eenmaal op de
vierwegbesturing (5).
Het geluidstype wijzigen
De datum en tijd wijzigen
203
7
Instellingen
2
Selecteer [Datum instellen] met de vierwegbesturing
(23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Datum instellen] verschijnt.
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader gaat naar [MM/DD/JJ].
Afhankelijk van de basisinstelling of de
vorige instelling kan [DD/MM/JJ] of
[JJ/MM/DD] verschijnen.
5
Kies met de vierwegbesturing
(23) de datumweergave.
Kies tussen [MM/DD/JJ], [DD/MM/JJ]
en [JJ/MM/DD].
6
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader gaat naar [24h].
7
Selecteer [24h] (24-uurs
weergave) of [12h] (12-uurs
weergave) met de
vierwegbesturing (23).
8
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader gaat naar [Datumweergave].
9
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader gaat naar [Datum].
Datum instellen
MENU
Stop
Datumweergave
D
atu
m
Tijd
Instellingen voltooid
DD/MM/JJ
01/01/2011
0 0:00
24h
MENU
Datum instellen
Stop
Datumweergave
D
atu
m
Tijd
Instellingen voltooid
DD/MM/JJ
01/01/2011
0 0:00
24h
MENUMENU
Datum instellen
Stop
Datumweergave
D
atu
m
Tijd
Instellingen voltooid
01/01/2011
0 0:00
DD/MM/JJ
24h
204
7
Instellingen
10
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader gaat naar een van de volgende
onderdelen, afhankelijk van de
datumweergave die is ingesteld in stap 5.
Maand voor [MM/DD/JJ]
Dag voor [DD/MM/JJ]
Jaar voor [JJ/MM/DD]
Voor de volgende handelingen en het
scherm is [MM/DD/JJ] als voorbeeld gebruikt. De handelingen zijn
gelijk, ook als een andere datumweergave is geselecteerd.
11
Wijzig de maand met de
vierwegbesturing (23).
12
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader gaat naar het veld voor de dag. Wijzig de dag met de
vierwegbesturing (23). Nadat de dag is gewijzigd, wijzigt u het jaar
op dezelfde manier.
13
Wijzig de tijd op dezelfde manier als in stap 8 tot en met
12.
Als u [12h] hebt geselecteerd bij stap 7, verandert de aanduiding in am
(vóór 12:00 uur ’s middags) of pm (na 12:00 uur ’s middags), al naar
gelang de tijd.
14
Druk op de vierwegbesturing (3)
om [Instellingen voltooid] te
selecteren.
15
Druk op de knop 4.
De datum- en tijdinstellingen worden opgeslagen.
MENU
Datum instellen
Stop
Datumweergave
D
atu
m
Tijd
Instellingen voltooid
01
/01/2
01
1
0 0:00
DD/MM/JJ 24h
MENU
Datum instellen
Stop
Datumweergave
D
atu
m
Tijd
Instellingen voltooid
0 0:00
DD/MM/JJ 24h
01/01/2011
Datum instellen
MENU
Stop
Datumweergave
Datum
01/01/2011
Tijd
00:00
24h
DD/MM/JJ
Instellingen voltooid
OK
OK
205
7
Instellingen
De datum en tijd die zijn geselecteerd in “De datum en tijd instellen”
(p.48) en “De datum en tijd wijzigen” (p.202), dienen als datum en tijd
voor de Thuistijd. Met de wereldtijdfunctie kunt u de tijd weergeven in
een andere plaats dan uw woonplaats (Bestemmingstijd). Dat is handig
wanneer u fotografeert in een andere tijdzone.
1
Druk op de knop 3 in de stand Q.
Het menu [W Instelling] verschijnt.
Als u op 3 drukt in de stand A, druk dan eenmaal op de
vierwegbesturing (5).
2
Selecteer [Wereldtijd] met de vierwegbesturing (
23
).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Wereldtijd] verschijnt.
4
Selecteer [X Bestemmingstijd]
met de vierwegbesturing (23).
5
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [X Bestemmingstijd] verschijnt. De momenteel
geselecteerde plaats knippert op de kaart.
Als u in stap 15 op de knop 4 drukt, wordt de klok van de camera
teruggezet op 00 seconden. Om de exacte tijd in te stellen, drukt u op de
knop 4 wanneer het tijdsignaal (op tv, radio, enz.) precies 00
seconden aangeeft.
De wereldtijd instellen
De bestemming instellen
MENU
14:25
DST
OFF
OFF
OFF
DST
OFF
OFF
OFF
Wereldtijd
Bestemmingstijd
Thuistijd
Selecteer tijd
Amsterdam
Amsterdam
14:25
206
7
Instellingen
6
Wijzig de plaats van de
bestemmingstijd met de
vierwegbesturing (45).
Het huidige tijdstip, de locatie en het
tijdsverschil van de gekozen plaats
verschijnen.
7
Selecteer [Zomertijd] met de vierwegbesturing (23).
8
Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing
(45).
Selecteer O als de stad van bestemming de zomertijd hanteert.
9
Druk op de knop 4.
De instellingen worden opgeslagen en het menu [Wereldtijd]
verschijnt.
10
Druk twee keer op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand met de huidige instelling.
1
Druk op de knop 3 in de stand Q.
Het menu [W Instelling] verschijnt.
Als u op 3 drukt in de stand A, druk dan eenmaal op de
vierwegbesturing (5).
2
Selecteer [Wereldtijd] met de vierwegbesturing (23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Wereldtijd] verschijnt.
Selecteer [W Thuistijd] in stap 4 om de plaats en de zomertijdinstelling
voor de eigen woonplaats in te stellen.
De tijd van de bestemmingstijd weergeven (Selecteer Tijd)
Bestemmingstijd
Stad Amsterdam
Zomertijd Tijd+/-
+
0:00
MENU
Stop
OK
OK
14:25
207
7
Instellingen
4
Selecteer [Selecteer tijd] met de
vierwegbesturing (23).
5
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
6
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om X of W te selecteren.
X Weergave van de bestemmingstijd
W Weergave van de thuistijd
7
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
8
Druk twee keer op de knop 3.
De stand A of Q wordt weer geactiveerd.
Wanneer X (Bestemmingstijd) wordt
geselecteerd in stap 6, wordt op het scherm
het pictogram X weergegeven om aan te
geven dat de datum en tijd van de
bestemming worden weergegeven in de
stand A.
MENU
14:25
DST
DST
OFF
OFF
OFF
Wereldtijd
Bestemmingstijd
Thuistijd
Selecteer tijd
Londen
Amsterdam
14:25
DST
DST
OFFOFFOFF
MENU
14:25
Bestemmingstijd
Thuistijd
Selecteer tijd
OK
OK
Wereldtijd
Londen
Amsterdam
14:25
Stop
38
3 8
38
09/09/2011
0 9 / 0 9 / 2 0 11
09/09/2011
0 0 : 2 5
00:25
208
7
Instellingen
U kunt de grootte van de tekst van het met de cursor geselecteerde item
in het menu instellen op [Standaard] (normale weergave) of [Groot]
(grotere weergave).
1
Druk op de knop 3 in de stand Q.
Het menu [W Instelling] verschijnt.
Als u op 3 drukt in de stand A, druk dan eenmaal op de
vierwegbesturing (5).
2
Selecteer [Tekstformaat] met de vierwegbesturing
(23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
4
Selecteer de gewenste grootte
met de vierwegbesturing (23).
U kunt kiezen uit [Standaard] en [Groot].
5
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
De tekstgrootte van het menu instellen
Instelling
Geluid
Datum instellen
01/01/2011
Wereldtijd
Bestandsnaam
Tekstformaat
Datum
MENU
1/3
Groot
Standaard
OK
OK
Stop
209
7
Instellingen
U kunt de taal wijzigen waarin de menu’s, foutberichten, enz. worden
weergegeven.
De camera ondersteunt de volgende talen: Engels, Frans, Duits,
Spaans, Portugees, Italiaans, Nederlands, Japans, Deens, Zweeds,
Fins, Pools, Tsjechisch, Hongaars, Turks, Grieks, Russisch, Thai,
Koreaans, Chinees traditioneel en Chinees vereenvoudigd.
1
Druk op de knop 3 in de stand Q.
Het menu [W Instelling] verschijnt.
Als u op 3 drukt in de stand A, druk dan eenmaal op de
vierwegbesturing (5).
2
Selecteer [Language/ ] met de vierwegbesturing
(23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Language/ ] verschijnt.
4
Selecteer de gewenste taal met de
vierwegbesturing (2345).
5
Druk op de knop 4.
De menu’s en berichten worden weergegeven in de geselecteerde
taal.
De weergavetaal wijzigen
MENU
Stop
English
Nederlands
Svenska
Italiano
Dansk
OK
Deutsch
Polski
Magyar
Suomi
OK
210
7
Instellingen
U kunt de naamgeving van de map waarin opnamen worden
opgeslagen, wijzigen. Als de naamgeving wordt ingesteld op [Datum],
worden de opnamen bewaard in afzonderlijke mappen op basis van de
datum waarop ze zijn gemaakt.
1
Druk op de knop 3 in de stand Q.
Het menu [W Instelling] verschijnt.
Als u op 3 drukt in de stand A, druk dan eenmaal op de
vierwegbesturing (5).
2
Selecteer [Bestandsnaam] met de vierwegbesturing
(23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
4
Selecteer [PENTX] of [Datum] met de vierwegbesturing
(23).
De naaminstelling wijzigen van de map
PENTX xxxPENTX (xxx is het 3-cijferige mapnummer)
Datum
xxx_mmdd (3-cijferig mapnummer_maand dag)
* xxx_ddmm (3-cijferig mapnummer_dag maand) wanneer
[Datumweergave] is ingesteld op [DD/MM/JJ]
DCIM
100PENTX
101_0925
102_1001
DCIM
100PENTX
101_0925
DCIM
100PENTX
100 100
101
100
101
102
Mapnaam ingesteld op
[PENTX].
(bijv. 25 september)
Mapnaam ingesteld op
[Datum].
(bijv. 25 september)
Volgende keer opnieuw
met de mapnaam
ingesteld op [Datum].
(bijv. 1 oktober)
U kunt maximaal 900 mappen maken.
U kunt maximaal 9999 opnamen of geluiden opslaan in een map.
211
7
Instellingen
5
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
Wanneer u de camera aansluit op audiovisuele apparatuur moet u het
juiste videosignaal (NTSC of PAL) kiezen voor het maken en weergeven
van opnamen.
1
Druk op de knop 3 in de stand Q.
Het menu [W Instelling] verschijnt.
Als u op 3 drukt in de stand A, druk dan eenmaal op de
vierwegbesturing (5).
2
Selecteer [Video uit] met de vierwegbesturing (23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
4
Selecteer een videosignaal met de
vierwegbesturing (23).
Kies het videosignaal dat overeenkomt met
het ingangssignaal van de AV-apparatuur.
5
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
Het videosignaal wijzigen
Afhankelijk van het land of de regio bestaat de kans dat opnamen en
geluidsbestanden niet kunnen worden weergegeven als het ingestelde
videosignaal afwijkt van het aldaar gebruikte signaal. Mocht dit zich
voordoen, wijzig dan de instelling van het videosignaal.
De camera aansluiten op audiovisuele apparatuur 1p.165
Videosignalen voor alle steden 1p.251
Instelling
Video uit
Eye-Fi
2/3
Batt besparing
Helderheid
MSC
5
sec
Auto Uitsch.
3
min.
MENU
OK
OK
Stop
USB-aansluiting
NTSC
PAL
212
7
Instellingen
Met een Eye-Fi-kaart kunt u uw opnamen automatisch naar uw
computer overbrengen via het draadloze netwerk. Zie “Opnamen
verzenden met een Eye-Fi-kaart” (p.236) voor meer informatie over het
overbrengen van opnamen. De standaardinstelling is P (Uit).
1
Druk op de knop 3 in de stand Q.
Het menu [W Instelling] verschijnt.
Als u op 3 drukt in de stand A, druk dan eenmaal op de
vierwegbesturing (5).
2
Selecteer [Eye-Fi] met de vierwegbesturing (23).
3
Selecteer O of P met de
vierwegbesturing (45).
O Overdracht via Eye-Fi-kaart wordt
gestart
P Geen overdracht via Eye-Fi-kaart
4
Druk op de knop 3.
De stand A of Q wordt weer geactiveerd.
De opnamen worden automatisch verzonden.
Eye-Fi-communicatie instellen
Instelling
Video uit
Eye-Fi
2/3
Batt besparing
Helderheid
MSC
5
sec
Auto Uitsch.
3
min.
MENU
Einde
USB-aansluiting
PAL
213
7
Instellingen
U kunt de helderheid van het scherm aanpassen.
1
Druk op de knop 3 in de stand Q.
Het menu [W Instelling] verschijnt.
Als u op 3 drukt in de stand A, druk dan eenmaal op de
vierwegbesturing (5).
2
Selecteer [Helderheid] met de vierwegbesturing (23).
3
Pas de helderheid aan met de
vierwegbesturing (45).
F Donker
G Normaal
H Licht
4
Druk op de knop 3.
De stand A of Q wordt weer geactiveerd.
Het scherm wordt weergegeven met de ingestelde helderheid.
De helderheid van het scherm aanpassen
Instelling
Video uit
Eye-Fi
2/3
Batt besparing
Helderheid
MSC
5
sec
Auto Uitsch.
3
min.
MENU
Einde
USB-aansluiting
PAL
214
7
Instellingen
U kunt batterijvoeding besparen door in te stellen dat het scherm
automatisch wordt gedimd wanneer er een bepaalde tijd geen handeling
wordt uitgevoerd. Nadat de batterijbesparingsfunctie is geactiveerd, kunt
u het scherm weer met normale verlichting weergeven door op een van
de knoppen te drukken.
1
Druk op de knop 3 in de stand Q.
Het menu [W Instelling] verschijnt.
Als u op 3 drukt in de stand A, druk dan eenmaal op de
vierwegbesturing (5).
2
Selecteer [Batt besparing] met de vierwegbesturing
(23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
4
Stel met de vierwegbesturing
(23) in na hoeveel tijd de camera
in de energiebesparingsstand
gaat.
Kies tussen [2min.], [1min.], [30sec],
[15sec], [5sec] en [Uit].
5
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
De batterijbesparingsfunctie gebruiken
De functie Batterijbesparing werkt niet in de volgende situaties:
- Bij het maken van opnamen in de stand j (Continue opname),
A/B/C (Continue opname snel (L/G/S))
- In de weergavestand
- Bij het maken van een filmopname
- Als de camera is aangesloten op een computer
- Bij weergave van een menu
Als na het inschakelen van de camera geen handeling wordt
uitgevoerd, zal na vijftien seconden de functie Batterijbesparing
worden geactiveerd, zelfs als u die hebt ingesteld op [5sec].
Instelling
Video uit
Eye-Fi
2/3
Batt besparing
Helderheid
Auto Uitsch.
MENU
Stop
OK
OK
USB-aansluiting
2min.
Uit
5sec
30sec
1min.
15sec
215
7
Instellingen
De camera kan automatisch worden uitgeschakeld wanneer een
bepaalde tijd geen activiteit plaatsvindt.
1
Druk op de knop 3 in de stand Q.
Het menu [W Instelling] verschijnt.
Als u op 3 drukt in de stand A, druk dan eenmaal op de
vierwegbesturing (5).
2
Selecteer [Auto Uitsch.] met de vierwegbesturing
(23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
4
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om de tijd te selecteren
totdat de camera automatisch
wordt uitgeschakeld.
Kies tussen [5min.], [3min.] en [Uit].
5
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
Automatisch uitschakelen instellen
De automatische uitschakeling werkt niet in de volgende situaties:
- Tijdens het opnemen van geluid in de stand Geluidsopname
- Bij het maken van opnamen in de stand j (Continue opname),
A/B/C (Continue opname snel (L/G/S))
- Bij het maken van een filmopname
- Tijdens een diavoorstelling of weergave van video/geluid
- Als de camera is aangesloten op een computer
- Tijdens de verzending van opnamen met een Eye-Fi-kaart
Instelling
Video uit
Eye-Fi
2/3
Batt besparing
Helderheid
MSC
Auto Uitsch.
MENU OK
OK
Stop
USB-aansluiting
PAL
Uit
3min.
5min.
216
7
Instellingen
U kunt het opstartscherm kiezen dat wordt weergegeven wanneer de
camera wordt ingeschakeld.
U kunt een van de volgende beelden selecteren als opstartscherm:
- Het opstartscherm met een hulpdisplay voor de opnamestanden en
knoppen
- Een van de 3 voorgeïnstalleerde opnamen
- Een van uw eigen opnamen (alleen compatibele opnamen)
1
Druk in de stand Q op de vierwegbesturing (3).
Het weergavepalet verschijnt.
2
Selecteer ^ (Opstartscherm) met
de vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
Het scherm voor selectie van opnamen verschijnt.
4
Kies met de vierwegbesturing
(45) een opname voor het
opstartscherm.
Alleen opnamen die beschikbaar zijn voor
het opstartscherm worden weergegeven. U
kunt ook een van de 3 voorgnstalleerde
opnamen kiezen of het opstartscherm met
het hulpdisplay dat al in de camera is opgeslagen.
5
Druk op de knop 4.
Het opstartscherm is ingesteld.
Het opstartscherm wijzigen
2 / 2
2/2
Opstart scherm
Opstart scherm
Opstart scherm
Voor het instellen van
een beeld als opstart-
scherm
OK
OK
OK
MENU
Stop
Stop
OK
Stop
100
1 0 0
-
0017
0 0 1 7
100
-
0017
MENU
Stop
S t o p
Stop OK
O K
OK
OK
217
7
Instellingen
Pixeluitlijning is een functie voor het uitlijnen en corrigeren van defecte
pixels in de CCD-sensor. Activeer de pixeluitlijningsfunctie als
beeldpunten altijd op dezelfde plaats defect schijnen te zijn.
1
Druk op de knop 3 in de stand A en druk op de
vierwegbesturing (5).
Het menu [W Instelling] verschijnt.
[Pixeluitlijning] kan niet worden geselecteerd wanneer u op de knop
3 drukt in de stand Q.
2
Selecteer [Pixeluitlijning] met de vierwegbesturing
(23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Pixeluitlijning] verschijnt.
Als het opstartscherm eenmaal is ingesteld, wordt het niet gewist,
zelfs niet als de oorspronkelijke opname wordt gewist of als de
SD-geheugenkaart of het ingebouwde geheugen wordt
geformatteerd. De opname is wel weg als u het opstartscherm wijzigt
nadat u de opname hebt verwijderd of wanneer u het geheugen
formatteert.
Selecteer [Uit] om het opstartscherm te verbergen.
Het opstartscherm wordt niet weergegeven als u de camera inschakelt
in de weergavestand.
Video-opnamen of gewone opnamen in de stand F (Digitaal
panorama) kunnen niet worden gebruikt voor het opstartscherm.
Defecte pixels in de CCD-sensor corrigeren
(Pixeluitlijning)
Instelling
Alles verwijderen
Pixeluitlijning
Formatteren
MENU
Einde
3/3
Reset
218
7
Instellingen
4
Selecteer [Pixeluitlijning] met de
vierwegbesturing (23).
5
Druk op de knop 4.
Pixels die defect zijn, worden geregistreerd en gecompenseerd.
U kunt de standaardinstellingen van de camera herstellen. Zie
“Standaardinstellingen” (p.246) voor het herstellen van instellingen.
1
Druk op de knop 3 in de stand Q.
Het menu [W Instelling] verschijnt.
Als u op 3 drukt in de stand A, druk dan eenmaal op de
vierwegbesturing (5).
2
Selecteer [Reset] met de vierwegbesturing (23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Reset] verschijnt.
4
Selecteer [Reset] met de
vierwegbesturing (23).
Wanneer de batterij bijna leeg is, wordt [Onvoldoende batterijvermogen
om pixelmapping te activeren] weergegeven op het scherm. Gebruik in
dat geval de optionele netvoedingsadapterset K-AC117 of gebruik een
volledig opgeladen batterij.
Standaardinstellingen herstellen (Reset)
Pixeluitlijning
Controleert de
beeldsensor en
corrigeert defecte pixels
Pixeluitlijning
Onderbreken
OK
OK
Reset
Terug naar fabrieks
instellingen
Reset
Onderbreken
OK
OK
219
7
Instellingen
5
Druk op de knop 4.
De standaardinstellingen worden hersteld.
De volgende instellingen worden niet beïnvloed wanneer de
standaardinstellingen van de camera worden hersteld:
- Datum instellen
- Wereldtijd
- Language/
- Video uit
Memo
220
8 Aansluiten op een
computer
De computer instellen ............................222
Aansluiten op een computer ..................229
Opnamen verzenden met
een Eye-Fi-kaart .......................................236
222
8
Aansluiten op een computer
De computer instellen
U kunt foto’s en video’s die u hebt opgenomen met de camera,
overbrengen naar de computer en ze vervolgens weergeven en
bewerken als u de software op de meegeleverde cd-rom installeert op
uw computer en de camera op de computer aansluit met de USB-kabel.
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de meegeleverde software
installeert en andere voorbereidingen treft om op uw computer te
kunnen genieten van de opnamen.
De volgende software staat op de meegeleverde cd-rom (S-SW121).
Software voor het bekijken/beheren/bewerken van beelden
Windows
MediaImpression 3.1 for PENTAX
Macintosh
MediaImpression 2.1 for PENTAX
Talen: Engels, Frans, Duits, Spaans, Portugees, Italiaans, Nederlands, Zweeds,
Russisch, Koreaans, Chinees (traditioneel en vereenvoudigd) en Japans
Om op de computer te kunnen genieten van foto’s en video’s die u hebt
opgenomen met de camera, moet aan de volgende vereisten worden
voldaan.
Meegeleverde software
Het verdient aanbeveling de optionele netvoedingsadapterset K-AC117
te gebruiken als de camera is aangesloten op de computer (p.37). Er
kunnen gegevens verloren gaan of beschadigd raken wanneer de
batterij leeg raakt terwijl er gegevensoverdracht plaatsvindt naar de
computer.
Systeemvereisten
223
8
Aansluiten op een computer
* De werking wordt niet gegarandeerd op alle computers die aan de vereisten
voldoen.
* De systeemvereisten zijn de minimale vereisten voor het afspelen en bewerken
van video’s.
* De werking wordt niet gegarandeerd op alle computers die aan de vereisten
voldoen.
* De systeemvereisten zijn de minimale vereisten voor het afspelen en bewerken
van video’s.
Windows
Besturingssysteem Windows XP (SP3), Windows Vista of Windows 7
Het besturingssysteem moet zijn geïnstalleerd en bijgewerkt
naar de nieuwste versie.
Processor Pentium 4 1,6 GHz of gelijkwaardige AMD Athlon
(Intel Core 2 Duo 2,0 GHz of gelijkwaardige AMD Athlon
X2-processor aanbevolen)
Geheugen 512 MB minimum (1 GB of meer aanbevolen)
Vrije schijfruimte 300 MB minimum
Overige Cd-romstation
USB-poort moet tot standaarduitrusting behoren
1024×768 pixels, 16-bits kleurenmonitor of beter
Windows 95, Windows 98, Windows 98SE, Windows Me, Windows NT
en Windows 2000 worden niet ondersteund.
Macintosh
Besturingssysteem Mac OS X (versie 10.3.9, 10.4, 10.5, 10.6, 10.7)
Het besturingssysteem moet zijn geïnstalleerd en bijgewerkt
naar de nieuwste versie.
Processor PowerPC G4 800MHz-processor of gelijkwaardige processor
(Power PC G5 of Intel Core Duo aanbevolen)
Geheugen 512 MB minimum (1 GB of meer aanbevolen)
Vrije schijfruimte 300 MB minimum
Overige Cd-romstation
USB-poort moet tot standaarduitrusting behoren
1024×768 pixels, 16-bits kleurenmonitor of beter
224
8
Aansluiten op een computer
Installeer de software “MediaImpression” voor het afspelen, beheren en
bewerken van opnamen.
1
Zet uw Windows-pc aan.
2
Plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation.
Ga naar stap 5 als het installatiescherm verschijnt.
3
Klik op [Computer] in het menu Start.
4
Dubbelklik op het pictogram van het cd-rom-/
dvd-station (S-SW121).
Het installatiescherm verschijnt.
5
Klik op [MediaImpression 3.1
for PENTAX], kies een taal in
het scherm “Choose Setup
Language” en klik op [OK].
Het installatiescherm verschijnt. Volg
de aanwijzingen op het scherm om de
software te installeren.
De software installeren
Controleer of uw computer aan de systeemvereisten voldoet voordat
u de software installeert.
Als u verscheidene accounts hebt ingesteld op uw computer, moet u
zich eerst aanmelden met een account met beheerdersrechten
voordat u de software installeert.
Windows
225
8
Aansluiten op een computer
6
Selecteer de gewenste
bestandsindeling en klik op
[Volgende].
Alle bestanden met de geselecteerde
indeling worden geopend in
MediaImpression 3.1 for PENTAX.
Schakel het selectievakje uit als u het
bestand wilt gebruiken in een andere
toepassing.
7
Klik op [Voltooien].
Hiermee is de installatie voltooid.
Start de computer opnieuw.
1
Zet de Macintosh aan.
2
Plaats de meegeleverde cd-rom (S-SW121) in het
cd-rom-/dvd-station.
3
Dubbelklik op het pictogram van het cd-romstation met
de cd-rom (S-SW121).
4
Dubbelklik op het pictogram [PENTAX Software
Installer].
Het installatiescherm verschijnt.
Macintosh
226
8
Aansluiten op een computer
5
Klik op [MediaImpression 2.1
for PENTAX].
Het installatiescherm verschijnt. Volg
de aanwijzingen op het scherm om de
software te installeren.
6
Klik op [Sluit].
Hiermee is de installatie voltooid.
7
Klik op [Exit] in het installatiescherm.
Het venster wordt gesloten.
Wij willen u graag optimaal van dienst zijn. Daarom vragen wij u
vriendelijk om uw product te registreren.
Als uw computer is verbonden met
internet, klikt u op [Productregistratie] op
het installatiescherm.
De wereldkaart, rechts hiernaast, voor
productregistratie via internet wordt
weergegeven. Klik op het weergegeven
land of de weergegeven regio en volg de
aanwijzingen om de software te
registreren.
Producten kunnen alleen via de Internet Productregistratie worden
geregistreerd door klanten in de landen en regio’s die worden
weergegeven op het installatiescherm van de software.
Productregistratie op internet
227
8
Aansluiten op een computer
Stel het apparaat in waarop de camera via de USB-kabel aangesloten is.
1
Zet de camera aan.
2
Druk op de knop 3 in de stand Q.
Het menu [W Instelling] verschijnt.
Als u op 3 drukt in de stand A, druk dan eenmaal op de
vierwegbesturing (5).
3
Selecteer [USB-aansluiting] met de vierwegbesturing
(23).
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
5
Selecteer [MSC] met de
vierwegbesturing (23).
6
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
De instelling voor USB-aansluiting opgeven
Geef de instelling voor de USB-aansluiting op voordat u de camera
aansluit op de computer. U kunt de volgende instelling niet opgeven als
de camera al op de computer is aangesloten met de USB-kabel.
Instelling
Video uit
Eye-Fi
2/3
Batt besparing
Helderheid
MSC
PTP
5
sec
Auto Uitsch.
3
min.
MENU
OK
OK
Stop
USB-aansluiting
228
8
Aansluiten op een computer
MSC (Mass Storage Class)
Een stuurprogramma voor algemene doeleinden met apparaten die via
USB als geheugen op een computer zijn aangesloten. De term slaat ook
op de standaard waarop de besturing van USB-apparaten met behulp
van dit stuurprogramma berust.
Door simpelweg een apparaat dat USB Mass Storage Class ondersteunt
aan te sluiten, kunt u bestanden kopiëren, lezen van en schrijven naar
een computer zonder installatie van speciale stuurprogramma’s.
PTP (Picture Transfer Protocol)
Een protocol voor de overdracht van digitale afbeeldingen en de
besturing van digitale camera’s via USB, gestandaardiseerd als
ISO 15740.
U kunt afbeeldingsgegevens uitwisselen tussen apparaten die PTP
ondersteunen zonder apparaatstuurprogramma’s te installeren.
Kies MSC als u deze camera aansluit op uw computer, tenzij anders
aangegeven.
MSC (Mass Storage Class) en PTP (Picture Transfer Protocol)
229
8
Aansluiten op een computer
Aansluiten op een computer
Sluit de camera aan op de computer met de bijgeleverde USB-kabel
(I-USB98).
1
Zet de computer aan.
2
Zet de camera uit.
3
Sluit de camera aan op de computer met de
bijgeleverde USB-kabel.
Steek het stekkertje van de USB-kabel met naar voren in de
richting van 4 in de PC/AV-aansluiting op de camera.
4
Zet de camera aan.
Windows: Het scherm “Automatisch afspelen” wordt weergegeven op
de computer.
Als het scherm “Automatisch afspelen” niet verschijnt, volgt u de
stappen in “Als het scherm [Automatisch afspelen] niet verschijnt”
(p.230).
Macintosh: De camera wordt herkend als [NO NAME] op
het bureaublad.
De camera aansluiten op een computer
230
8
Aansluiten op een computer
Importeer de met de camera gemaakte opnamen in uw computer.
De zelfontspanner-LED knippert terwijl de camera is aangesloten op
een computer.
Macintosh: Als de SD-geheugenkaart een volumelabel heeft,
verschijnt de volumelabelnaam in plaats van [NO NAME]. Bij een
nieuwe ongeformatteerde SD-geheugenkaart kan de naam van de
fabrikant of het modelnummer te zien zijn.
Als het scherm [Automatisch afspelen] niet verschijnt
1
Dubbelklik op het pictogram
[MediaImpression] op het
bureaublad.
MediaImpression wordt gestart en de
startpagina wordt weergegeven.
2
Klik op [PhotoImpression].
3
Klik op de aangesloten
camera in de
linkerbovenhoek van het
scherm.
Het importscherm verschijnt. Ga voor
de verdere stappen naar stap 6 op
p.231.
Opnamen overbrengen
Als er zich geen SD-geheugenkaart in de camera bevindt, worden de
opnamen die zijn opgeslagen in het interne geheugen overgebracht
naar de computer.
Ga naar p.232 als u een Macintosh gebruikt.
231
8
Aansluiten op een computer
5
Klik op [Mediabestanden naar
lokale schijf importeren].
MediaImpression 3.1 for PENTAX
wordt gestart en het importscherm
verschijnt.
6
Selecteer de opname die u wilt
importeren.
U kunt meerdere opnamen selecteren
door Ctrl ingedrukt te houden.
Klik op het mappictogram om de
doelmap op te geven.
7
Klik op [Importeren].
Wanneer het importeren is voltooid,
wordt dit gemeld.
Op de geïmporteerde opname wordt
een pijl weergegeven.
Windows
232
8
Aansluiten op een computer
5
Dubbelklik op het pictogram
[MediaImpression 2.1 for
PENTAX] in de map
[Programma’s].
MediaImpression 2.1 for PENTAX wordt gestart en de Startpagina
verschijnt.
6
Klik op [Importeren].
Het importscherm verschijnt. Ga voor
de verdere stappen naar stap 6 en 7
op p.231.
Macintosh
Als de opnamen van de camera niet verschijnen in het importscherm,
selecteer dan [NO NAME] (of het volumelabel) bij [Media ophalen van].
233
8
Aansluiten op een computer
1
Klik op het pictogram
[Hardware veilig verwijderen]
op de taakbalk.
Het scherm “Hardware veilig
verwijderen” verschijnt.
2
Klik op [(Aangesloten
apparaat) uitwerpen].
Er verschijnt een bericht dat aangeeft
dat de hardware veilig kan worden
verwijderd.
3
Maak de USB-kabel los van de Windows-pc en de
camera.
1
Sleep [NO NAME] op het bureaublad naar de
prullenmand.
Als de SD-geheugenkaart een volumelabelnaam heeft, sleept u het
pictogram van die naam naar de prullenmand.
2
Maak de USB-kabel los van de Macintosh en de camera.
De camera loskoppelen van de computer
Windows
Macintosh
Als de camera (verwisselbare schijf) wordt gebruikt door een
toepassing zoals MediaImpression, kan de camera pas worden
losgekoppeld wanneer de toepassing gesloten is.
De camera schakelt automatisch over op de weergavefunctie wanneer
u de USB-kabel uit uw computer of camera haalt.
234
8
Aansluiten op een computer
Met MediaImpression kunt u opnamen weergeven, bewerken,
organiseren, zoeken, uitwisselen en afdrukken.
1
Dubbelklik op het pictogram [MediaImpression] op het
bureaublad (Windows) of in de map [Programma’s]
(Macintosh).
MediaImpression wordt gestart en de startpagina wordt weergegeven.
2
Klik op [PhotoImpression].
Het scherm Mediabrowser verschijnt.
3
Klik op de map met de
opnamen die u wilt weergeven.
De opnamen worden weergegeven.
MediaImpression starten
* Het getoonde scherm is voor
een Windows-computer.
Welke items zichtbaar zijn,
verschilt per
besturingssysteem en
afhankelijk van de
instellingen.
235
8
Aansluiten op een computer
4
Dubbelklik op de opname die u
wilt weergeven.
U kunt de weergave van de opname
vergroten of verkleinen, of kunt u de
opname bewerken. U kunt ook video-
opnamen afspelen.
Op de helppagina’s vindt u meer informatie over het gebruik van
MediaImpression.
1
Selecteer [Help] in [Menu] rechtsboven in het scherm
(Windows) of [MediaImpression Help] in [Help] op de
menubalk (Macintosh).
De Help wordt weergegeven in de webbrowser.
2
Klik op het gewenste
onderwerp.
De uitleg wordt weergegeven.
Meer informatie over het gebruik van
MediaImpression
236
8
Aansluiten op een computer
Opnamen verzenden met een
Eye-Fi-kaart
Wanneer u een geheugenkaart met ingebouwde technologie voor
draadloze netwerken (een Eye-Fi-kaart) in de camera plaatst, kunt u
opnamen automatisch overbrengen naar een computer.
1
Geef op de Eye-Fi-kaart het draadloze toegangspunt en
de bestemming op.
Raadpleeg de handleiding van de Eye-Fi-kaart voor informatie over
het configureren van de kaart.
2
Zet de camera uit.
3
Plaats de Eye-Fi-kaart in de camera.
4
Zet de camera aan.
5
Selecteer O (Aan) bij [Eye-Fi] in het menu [W Instelling].
De opnamen worden automatisch verzonden. Zie
“Eye-Fi-communicatie instellen” (p.212) voor meer informatie over het
instellen van de camera.
Een van de volgende pictogrammen verschijnt op het scherm.
Bezig met verzenden. Wanneer [Eye-Fi] op O staat en opnamen
worden verzonden of het toegangspunt wordt gezocht.
Wachten op verzending. Wanneer [Eye-Fi] op O staat en er geen
opnamen worden verzonden.
Verzenden niet toegestaan. Wanneer [Eye-Fi] op P staat.
Versiefout. Wanneer de versie van de Eye-Fi-kaart niet meer up-to-date
is of wanneer de Eye-Fi-kaart tegen schrijven is beveiligd.
Endless Memory Mode niet ondersteund.
Werk de firmware van de Eye-Fi-kaart zo nodig bij voordat u de kaart
gebruikt.
237
8
Aansluiten op een computer
Wanneer u voor het eerst een nieuwe Eye-Fi-kaart wilt gebruiken,
moet u het installatiebestand van Eye-Fi Manager naar de computer
kopiëren voordat u de kaart formatteert.
Opnamen worden verzonden via het draadloze netwerk. Zet [Eye-Fi]
op P (Uit) of gebruik geen Eye-Fi-kaarten op plaatsen waar het
gebruik van draadloze netwerkapparatuur niet of slechts in beperkte
mate is toegestaan, zoals in een vliegtuig.
Op het scherm verschijnt een foutmelding als een Eye-Fi-kaart van
een oude versie wordt geïnstalleerd.
In de volgende omstandigheden worden geen opnamen verzonden:
- Wanneer geen beschikbaar toegangspunt wordt gevonden
- Wanneer de batterij bijna leeg is (de indicatie van het batterijniveau
is rood)
Bestanden van een geluidsopname kunnen niet worden verzonden.
Het verzenden van grote aantallen opnamen kan even duren. Het
gebruik van de optionele netvoedingsadapterset (K-AC117) wordt
aanbevolen.
De automatische uitschakeling werkt niet tijdens het verzenden van
opnamen.
Wanneer de temperatuur binnen in de camera te hoog oploopt,
bijvoorbeeld tijdens het verzenden van een groot (film)bestand, wordt
de camera mogelijk automatisch uitgeschakeld om de interne
componenten te beschermen.
Voor het verzenden van opnamen via het draadloze netwerk moet een
draadloos toegangspunt in een correct geconfigureerd netwerk
worden gebruikt. Zie de website http://www.eye.fi/ voor meer
informatie.
Zie de handleiding die u bij de Eye-Fi-kaart hebt gekregen voor meer
informatie over het gebruik ervan.
Raadpleeg de fabrikant van de Eye-Fi-kaart als de kaart defect raakt.
De werking van alle functies van Eye-Fi-kaarten kan niet worden
gegarandeerd, ongeacht of het op deze camera al dan niet mogelijk is
om de draadloze communicatie van de Eye-Fi-kaart in en uit te
schakelen.
Het gebruik van Eye-Fi-kaarten is alleen toegestaan in het land waar
u de Eye-Fi-kaart hebt gekocht. Houd u aan de lokale en nationale
wet- en regelgeving van het land waar u de kaart gebruikt.
Memo
238
9 Bijlage
Beschikbare functies voor elke
opnamefunctie ........................................ 240
Berichten .................................................242
Problemen oplossen ...............................244
Standaardinstellingen ............................246
Lijst met steden voor wereldtijd ............251
Optionele accessoires ............................252
Belangrijkste technische gegevens ...... 253
GARANTIEBEPALINGEN ........................258
Index .........................................................265
240
9
Bijlage
Beschikbare functies voor elke
opnamefunctie
z: Kan worden ingesteld. ×: Kan niet worden ingesteld. -: Instellingen en wijzigingen
worden niet toegepast.
b R 9 A
c
B d
R
C
Zoomknop Zoombediening
z
*28 z*27 z*1 z*27 z*27 z*1
Knop I
Gezichtsdetectie AAN
zzzz z z
Smile Capture
Gezichtsdetectie UIT
× zzz × z
Flitsinstelling
, (Auto)
zzz × z ×
a (Flitser uit)
zzzz zz*4
b (Flitser aan)
zz × zz ×
c (Auto+Anti Rode Ogen)
zz ××z ×
d (Flitser+Anti Rode Ogen)
zz × zz ×
Transportstand
9 (Standaard)
zzzz z z
g (Zelfontspanner)
zzzz z z
Z (2s Zelfontspanner)
hi (Afstandsbediening)
zz × zzz
j (Continue opname)
z
*5 z*5 × z*5 z*5 ×
ABC (Continue opname snel L/G/S)
Focusinst.
= (Standaard)
zzzz z z
q (Macro)
r (Super Macro)
zz × zzz
3 (Pan-focus)
zzzz z z
s (Oneindig)
zz × zzz
\ (Handmatig Focus)
zz × zzz
[A Opnemen]
menu
Resolutie
zz×*7 zzz*8
Witbalans
×
*12 z ×*12 z ×*12 z
AF-instelling
AF-veld
×
*13 z ×*13 zzz*14
AF Hulplicht
zz×*20 zz×*24
Autom. belicht.
×
*15 z ×*15 z ×*15 ×*15
Gevoeligheid
zz×
*16 zz×*16
Bereik Auto ISO
zz - zz×
*25
Belicht. corr.
×*18 z ×*18 zzz
Inst, D-range
× z × zzz
Bewegingsreductie
zz×*19 zzz*21
Knipperdetectie
zz×
*20 zzz
Scherpte
× z ×
*23 z × z
Kleurverzadiging
Contrast
Datumafdruk
zz×*24 zz ×
IQ-verbeteraar
zz×*20 zzz
*1 Intelligente zoom is niet beschikbaar
*2 Alleen de optische zoom is
beschikbaar
*3 [Smile Capture] en [Gezichtsdetectie
UIT] kunnen niet worden ingesteld in
de stand e (Huisdier)
*4 Vast ingesteld op a
*5 Niet beschikbaar wanneer [Shake
Reduction] op [Beide] staat
*6 Vast ingesteld op s
*7 Vast ingesteld op m
*8 Ingesteld bij [Video] in het menu [A Opnemen]
*9 Vast ingesteld op f
*10 Vast ingesteld op h
*11 Vast ingesteld op f (Vast ingesteld op h voor het
eerste beeld)
*12 Vast ingesteld op F
*13 Vast ingesteld op J (Meervoudig)
Opnamestand
Functie
241
9
Bijlage
a f K
b
\
e
B
K
U
c
Q
c S
N X F
Pagina
z*27 z*2 zz*27 × z*27 Zoombediening Zoomknop p.81
z
zzz zz
Gezichtsdetectie AAN
Knop I p.74
z*3
Smile Capture
zzz zzGezichtsdetectie UIT
zz× zzz, (Auto)
Flitsinstelling p.107
zzz*4 zzza (Flitser uit)
zz× zzzb (Flitser aan)
zz× zzzc (Auto+Anti Rode Ogen)
zz× zzzd (Flitser+Anti Rode Ogen)
z zzzzz9 (Standaard)
Transports-
tand
z zzzzz
g (Zelfontspanner)
p.96
Z (2s Zelfontspanner)
z zzzzzhi (Afstandsbediening) p.99
z*5 z*5 ××××
j (Continue opname)
p.97
ABC (Continue opname snel L/G/S)
zz× zzz
= (Standaard)
Focusinst. p.109
q (Macro)
zz× z × z r (Super Macro)
zz× zzz3 (Pan-focus)
zzz*6 zzzs (Oneindig)
zz× zzz\ (Handmatig Focus)
z ×*9 z ×*10 ×*11 × Resolutie
[A
Opnemen]
menu
p.113
×*12 z ×*12 zzzWitbalans p.117
zz×*13 z*14 zzAF-veld
AF-instelling
p.111
zz×*24 zzzAF Hulplicht p.112
×*15 z ×*15 zzzAutom. belicht. p.119
z ×*16 ×*17 zzzGevoeligheid p.120
z ×*26 ×*17 zzzBereik Auto ISO p.121
z zzzzzBelicht. corr. p.115
z zzzzzInst, D-range p.116
zzz
*22 z*22 z*22 z *22 Bewegingsreductie p.123
zzzz× × Knipperdetectie p.71
× z × zzz
Scherpte p.125
Kleurverzadiging p.126
Contrast p.127
z zzzzzDatumafdruk p.127
z ×
*24 zz×*24 ×*24 IQ-verbeteraar p.128
*14 W (Automatisch meevolgende AF) is
niet beschikbaar
*15 Vast ingesteld op L (Meervlaks)
*16 Vast ingesteld op AUTO
*17 De gevoeligheid is vast ingesteld op de
minimuminstelling
*18 Vast ingesteld op ±0.0
*19 Vast ingesteld op [CCD-shift]
*20 Vast ingesteld op Aan
*21 [Movie SR] instellen in [Video] van het
menu [A Opnemen]
*22 [Beide] is niet beschikbaar
*23 Vast ingesteld op de normale instelling
*24 Vast ingesteld op Uit
*25 Vast ingesteld op 80-800
*26 Vast ingesteld op 80-6400
*27 Optische zoom is altijd mogelijk, digitale zoom en
intelligente zoom kunnen niet worden gebruikt als
de gevoeligheid is ingesteld op ISO 3200/6400.
*28 Bloemen kunnen niet worden gedetecteerd bij
gebruik van digitale zoom of intelligente zoom.
De items van het opnamemenu die niet in dit overzicht staan, kunnen worden ingesteld in
elke opnamestand behalve de Groene modus. Het is echter mogelijk dat deze instellingen
het in bepaalde opnamestanden en bij bepaalde andere instellingen niet goed doen, ook al
kunnen ze worden geselecteerd. Zie voor meer informatie de onderstaande pagina’s.
Functie
Opnamestand
242
9
Bijlage
Berichten
Bij de bediening van de camera kunnen de volgende berichten op het
scherm verschijnen.
Bericht Beschrijving
Batterij leeg
De batterij is uitgeput. Laad de batterij op met een
batterijlader (p.33).
Geheugenkaart vol
De SD-geheugenkaart is vol en er kunnen geen opnamen
meer worden opgeslagen.
Plaats een nieuwe SD-geheugenkaart of wis niet-
benodigde opnamen (p.39, p.157).
Wijzig de resolutie van de gemaakte opnamen en probeer
het opnieuw (p.168).
Geheugenkaartfout
Opnemen en weergeven onmogelijk door een probleem
met de SD-geheugenkaart. Mogelijk kunt u via een
computer de opnamen op de kaart weergeven of kopiëren.
Het interne geheugen is
niet geformatteerd
De gegevens in het interne geheugen zijn beschadigd.
Formatteer het interne geheugen.
Geheugenkaart is niet
geformatteerd
De SD-geheugenkaart die u gebruikt is niet geformatteerd
of is geformatteerd op een computer of ander apparaat en
is niet compatibel met deze camera. Formatteer de
SD-geheugenkaart in deze camera (p.200).
Geheugenkaart
beveiligd
De SD-geheugenkaart is beveiligd tegen schrijven (p.7).
Compressiefout
Dit bericht verschijnt als het niet is gelukt een opname te
comprimeren. Wijzig de resolutie van de opname en
probeer de opname opnieuw te maken of op te slaan.
Geen beeld en geluid
Op de SD-geheugenkaart zijn geen opnamen/
geluidsbestanden opgeslagen.
Video opname gestopt
Deze melding verschijnt als de interne temperatuur van de
camera de normale limieten van de werkende camera heeft
overschreden bij het maken van filmopnamen.
Camera wordt
uitgeschakeld om
schade door
oververhitting te
voorkomen
De camera is uitgeschakeld omdat hij oververhit is geraakt.
Wacht tot de camera is afgekoeld en zet hem dan weer aan.
Wissen
Deze melding verschijnt als u een opname of
geluidsbestand wist.
Camera kan dit beeld
en geluid niet
weergeven
U probeert een opname of geluid weer te geven met een
indeling die niet wordt ondersteund door deze camera.
Mogelijk kunt u de opname wel weergeven op een camera
van een ander merk of op uw computer.
243
9
Bijlage
Beeldmap
kon niet gemaakt
worden
Het hoogst mogelijke bestandsnummer (9999) is al
toegewezen aan een opname in het hoogste mapnummer
(999). Er kunnen geen opnamen meer worden opgeslagen.
Plaats een nieuwe SD-geheugenkaart of formatteer de
kaart of het ingebouwde geheugen (p.200).
Beeld is beschermd
Het beeld- of geluidsbestand dat u probeert te verwijderen,
is beveiligd (p.162).
Gegevens worden
opgeslagen
Deze melding verschijnt als u probeert over te schakelen
naar de stand Q terwijl er nog steeds een opname wordt
gemaakt of als de beveiligingsinstelling of de
DPOF-instelling wordt gewijzigd. Ze verdwijnt weer als de
opname is opgeslagen of als de instelling wordt gewijzigd.
Gegevens worden
bewerkt
Deze melding verschijnt wanneer het meer dan vijf
seconden duurt voordat de camera een opname weergeeft
vanwege de verwerking van de opname of wanneer de
SD-geheugenkaart of het interne geheugen wordt
geformatteerd.
Intern geheugen is vol
Deze melding verschijnt wanneer het interne geheugen vol
is, terwijl u probeert een bestand op te slaan.
Geen beeld om te
bewerken
Deze melding verschijnt als er geen opnamen of
geluidsbestanden zijn.
Dit beeld/geluid kan niet
worden bewerkt
Deze melding verschijnt bij bestanden die niet kunnen
worden bewerkt.
Geen geheugenkaart in
de camera
Deze melding verschijnt als er geen SD-geheugenkaart is
geplaatst.
Het interne geheugen is
niet toereikend om
beelden/ geluiden te
kopiëren
Deze melding verschijnt als er niet genoeg intern geheugen
is om te kopiëren.
Kan niet juist worden
bewerkt
Deze melding verschijnt als de rode-ogenreductie mislukt
is.
Onvoldoende
batterijvermogen om
pixelmapping te
activeren
Dit bericht verschijnt tijdens pixeluitlijning wanneer het
batterijniveau te laag is. Vervang de batterij door een
volledig opgeladen batterij of gebruik de optionele
netvoedingsadapterset K-AC117 (optioneel). (p.37)
Deze kaart is niet
compatibel met deze
camera
Deze melding verschijnt wanneer de versie van de
Eye-Fi-kaart niet meer up-to-date is en niet meer door de
camera wordt ondersteund (p.236).
De versie van deze
Eye-Fi-kaart is
verouderd
Bericht Beschrijving
244
9
Bijlage
Problemen oplossen
Probleem Oorzaak Oplossing
De camera gaat
niet aan
De batterij is niet
geplaatst
Controleer of een batterij is geplaatst.
Zo niet, plaats een batterij.
De batterij is verkeerd
geplaatst
Controleer de stand van de batterij.
Plaats de batterij terug met het label naar
de zijde van de lens (p.34).
De batterij is uitgeput Laad de batterij op.
Geen beeld op het
scherm
De camera is
aangesloten op een
computer
Wanneer de camera is aangesloten op
een computer, is het scherm
uitgeschakeld.
De camera is
aangesloten op een
TV
Als de camera is aangesloten op een tv,
is het scherm uitgeschakeld.
Het beeld op het
scherm is slecht
zichtbaar
De helderheid van het
scherm is te donker
ingesteld
Pas de helderheid aan bij [Helderheid] in
het menu [W Instelling] (p.213).
De batterijbesparings-
functie is geactiveerd
Als de batterijbesparingsfunctie is
ingeschakeld, wordt het scherm na
verloop van tijd automatisch gedimd.
Druk op een knop om de normale
helderheid te herstellen.
Selecteer [Uit] bij [Batt besparing] in het
menu [W Instelling] om de functie
Batterijbesparing uit te schakelen
(p.214).
De sluiter
ontspant niet
De flitser wordt
opgeladen
Er kunnen geen opnamen worden
gemaakt terwijl de flitser wordt
opgeladen. Wacht tot het opladen gereed
is.
Er is geen vrije ruimte
op de SD-
geheugenkaart of in
het interne geheugen
Plaats een SD-geheugenkaart met
voldoende vrije ruimte of verwijder
overbodige opnamen (p.39, p.157).
Opnemen Wacht tot opslaan gereed is.
De opname is
donker bij gebruik
van de flitser
Het onderwerp is te ver
weg in een donkere
omgeving, zoals bij
een nachtopname
De opname wordt donker als het
onderwerp te ver weg is. Maak opnamen
binnen het aangegeven flitsbereik.
245
9
Bijlage
Er is niet
scherpgesteld op
het onderwerp
Er kan moeilijk op het
onderwerp worden
scherpgesteld
De camera kan problemen ondervinden
bij het scherpstellen op onderwerpen
zoals: onderwerpen met weinig contrast
(een witte muur, een blauwe hemel,
enz.), donkere onderwerpen,
voorwerpen met subtiele patronen en
snel bewegende voorwerpen. Een goede
scherpstelling is ook problematisch bij
fotograferen via een raam of een net.
Probeer opnamen te maken met de
scherpstelvergrendeling (p.70) of gebruik
de handmatige scherpstelling
(Handmatig Focus) (p.110).
Het onderwerp bevindt
zich niet in
scherpstelveld
Zoek het gewenste onderwerp in het
scherpstelkader (AF-veld) in het midden
van het scherm. Als dit problematisch is,
vergrendel dan eerst de scherpstelling op
het gewenste onderwerp
(scherpstelvergrendeling) en beweeg
daarna de camera om de gewenste
beeldinkadering te bereiken.
De flitser gaat niet
af
De flitsinstelling is
ingesteld op a
Instellen op , (Auto) of b (Flitser aan)
(p.107).
De transportstand is
ingesteld op j, A, B
of C
De scherpstelfunctie is
ingesteld op s
De opnamestand is
ingesteld op C of S
In deze standen gaat de flitser niet af.
Zo nu en dan veroorzaakt statische elektriciteit camerastoring. Neem in
dat geval de batterij uit de camera en plaats hem opnieuw. Als de
camera daarna correct functioneert, is de normale toestand hersteld en
kunt u de camera weer gebruiken.
Probleem Oorzaak Oplossing
246
9
Bijlage
Standaardinstellingen
In onderstaande tabel staan de fabrieksinstellingen.
Hierna wordt de betekenis uitgelegd van de indicaties voor
menuonderdelen met een standaardinstelling.
Laatste geheugeninstelling
Ja : De actieve instelling (laatste geheugen) wordt bewaard
wanneer de camera wordt uitgezet.
Nee : De instelling gaat terug naar de standaardwaarde als de
camera wordt uitgezet.
* : De instelling hangt af van de instelling bij [Geheugen] (p.138).
—:nvt
Reset instelling
Ja : De instelling gaat terug naar de standaardinstelling met de
resetfunctie (p.218).
Nee : De instelling wordt bewaard, zelfs als de camera wordt
gereset.
—:nvt
Items van het menu [A Opnemen]
Onderdeel Standaardinstelling
Laatste
geheugen-
instelling
Reset
instelling
Pagina
Resolutie m (4608×3456) Ja Ja p.113
Witbalans F (Auto) * Ja p.117
AF-
instelling
AF-veld
J (meervoudig
scherpstelpunt)
Ja Ja p.111
AF Hulplicht O (Aan) Ja Ja p.112
Autom. belicht. L (meervlaks) * Ja p.119
Gevoeligheid AUTO * Ja p.120
Bereik Auto ISO 80-800 * Ja p.121
Belicht. corr. ±0.0 * Ja p.115
Video
Resolutie
M(128720/
30 fps)
Ja Ja p.135
Movie SR O (Aan) Ja Ja p.136
Inst,
D-range
Hooglichtcor. P (Uit) Ja Ja
p.116
Schaduwcorrectie P (Uit) Ja Ja
Bewegingsreductie CCD-shift Ja Ja p.123
247
9
Bijlage
Knipperdetectie O (Aan) Ja Ja p.122
Digitale zoom O (Aan) * Ja p.83
Momentcontrole O (Aan) Ja Ja p.125
Geheugen
Gezichtsdetectie P (Uit) Ja Ja
p.138
Flitsinstelling O (Aan) Ja Ja
Transportstand P (Uit) Ja Ja
Focusinst. P (Uit) Ja Ja
Zoomstand P (Uit) Ja Ja
Handm. scherpst. P (Uit) Ja Ja
Witbalans P (Uit) Ja Ja
Gevoeligheid P (Uit) Ja Ja
Belicht. corr. P (Uit) Ja Ja
Autom. belicht. P (Uit) Ja Ja
Digitale zoom O (Aan) Ja Ja
DISPLAY P (Uit) Ja Ja
Bestand O (Aan) Ja Ja
Groene toets Groene modus Ja Ja p.129
Scherpte G (normaal) Ja Ja p.125
Kleurverzadiging G (normaal) Ja Ja p.126
Contrast G (normaal) Ja Ja p.127
Datumafdruk Uit Ja Ja p.127
IQ-verbeteraar O (Aan) Ja Ja p.128
Onderdeel Standaardinstelling
Laatste
geheugen-
instelling
Reset
instelling
Pagina
248
9
Bijlage
Items van het menu [W Instelling]
Onderdeel Standaardinstelling
Laatste
geheugen-
instelling
Reset
instelling
Pagina
Geluid
Bedieningsvolume 3 Ja Ja
p.201
Weergavevolume 3 Ja Ja
Opstartgeluid 1 Ja Ja
Sluitergeluid 1 Ja Ja
Bedieningsgeluid 1 Ja Ja
Zelfontsp.geluid 1 Ja Ja
Datum
instellen
Datumweergave
(datum)
Op basis van
basisinstelling
Ja Nee
p.48
p.202
Datumweergave
(tijd)
24h Ja Nee
Datum 1/1/2011 Ja Nee
Tijd
Op basis van
basisinstelling
Ja Nee
Wereldtijd
Selecteer tijd W Thuistijd Ja Ja
p.205
Bestemmingstijd
(Stad)
Op basis van
basisinstelling
Ja Nee
Bestemmingstijd
(Zomertijd)
P (Uit) Ja Nee
Thuistijd (Stad)
Op basis van
basisinstelling
Ja Nee
Thuistijd
(Zomertijd)
P (Uit) Ja Nee
Tekstformaat Standaard Ja Nee p.208
Language/
Op basis van
basisinstelling
Ja Nee
p.44
p.209
Mapnaam Datum Ja Ja p.210
USB-aansluiting MSC Ja Ja p.227
Video uit
Op basis van
basisinstelling
Ja Nee p.211
Eye-Fi P (Uit) Ja Ja p.212
Helderheid G Ja Ja p.213
Batt besparing 5 s Ja Ja p.214
Auto Uitsch. 3 min. Ja Ja p.215
Reset Onderbreken p.218
Alles verwijderen Onderbreken p.161
Pixeluitlijning Onderbreken p.217
Formatteren Onderbreken p.200
249
9
Bijlage
Items van het Weergavepalet
Onderdeel Standaardinstelling
Laatste
geheugen-
instelling
Reset
instelling
Pagina
Diavoor-
stelling
Interval 3 s Ja Ja
p.150Beeldeffect Vegen Ja Ja
Geluidseffect O (Aan) Ja Ja
Beeldrotatie Normaal p.152
Klein-gezichtfilter 7% Nee Nee p.170
Digitaal filter Zwart-wit Nee p.173
Beeld inkadering Standaard1 Ja Ja p.178
Rode-ogenreductie p.177
Video
bewerken
Bewaar als foto
p.182
Video delen
Grootte
wijzigen
Resolutie
Afhankelijk van de
genomen opname
p.168
Uitsnijden
Afhankelijk van de
genomen opname
p.169
Kopieer beeld/geluid
Intern geheugen 
SD-geheugenkaart
p.184
Gesproken memo p.196
Beveiligen
Eén Beeld/Geluid
Afhankelijk van de
beeld/geluidsopname
——
p.162
Alle Beeld/Geluid
Afhankelijk van de
beeld/geluidsopname
——
DPOF
Enkel beeld Kopieën: 0
p.187
Alle Beelden Datum: P (Uit)
Opstart scherm Opstartscherm 1 Ja Ja p.216
250
9
Bijlage
Toetsbediening
Onderdeel Functie Standaardinstelling
Laatste
geheugen-
instelling
Reset
instelling
Pagina
Q -knop Bediening Q-stand
Zoomknop Zoomstand Max. groothoekstand * Nee p.81
Vierweg-
besturing
2
Transports-
tand
9 (Standaard) * Ja
p.96
p.97
3 Opnamestand b (Autom. opname) Ja Ja p.71
4 Flitsinstelling
,
(Auto) * Ja p.107
5 Focusinst. = (Standaard) * Ja p.109
Knop 3
Menu
weergeven
Opnamestand:
[A Opnemen] menu
Weergavestand:
[W Instelling]-menu
p.58
4/W
knop
Informatie-
weergave
Normaal * Ja p.23
Knop I Bediening
Gezichtsdetectie
AAN
*Jap.74
251
9
Bijlage
Lijst met steden voor wereldtijd
Stad:
steden die u kunt opgeven als basisinstelling (p.44) of als Wereldtijd (p.205).
Videosignaal: het videosignaal van de stad, ingesteld als basisinstelling.
Regio Stad Videosignaal
Regio
Stad Videosignaal
Noord-
Amerika
Honolulu NTSC Afrika/
West-Azië
Istanboel PAL
Anchorage NTSC Caïro PAL
Vancouver NTSC Jeruzalem PAL
San Francisco NTSC Nairobi PAL
Los Angeles NTSC Jeddah PAL
Calgary NTSC Teheran PAL
Denver NTSC Dubai PAL
Chicago NTSC Karachi PAL
Miami NTSC Kaboel PAL
Toronto NTSC Male PAL
New York NTSC New Delhi PAL
Halifax NTSC Colombo PAL
Midden-
en Zuid-
Amerika
Mexico-City NTSC Kathmandu PAL
Lima NTSC Dacca PAL
Santiago NTSC Oost-Azië Yangon NTSC
Caracas NTSC Bangkok PAL
Buenos Aires PAL Kuala Lumpur PAL
Sao Paulo PAL Vientiane PAL
Rio de Janeiro NTSC Singapore PAL
Europa Lissabon PAL Phnom-Penh PAL
Madrid PAL Ho Chi Minhstad PAL
Londen PAL Jakarta PAL
Parijs PAL Hongkong PAL
Amsterdam PAL Peking PAL
Milaan PAL Shanghai PAL
Rome PAL Manilla NTSC
Kopenhagen PAL Taipei NTSC
Berlijn PAL Seoul NTSC
Praag PAL Tokio NTSC
Stockholm PAL Guam NTSC
Boedapest PAL Oceanië Perth PAL
Warschau PAL Adelaide PAL
Athene PAL Sydney PAL
Helsinki PAL Nouméa PAL
Moskou PAL Wellington PAL
Afrika/
West-Azië
Dakkar PAL Auckland PAL
Algiers PAL Pago Pago NTSC
Johannesburg PAL
252
9
Bijlage
Optionele accessoires
Bij deze camera zijn verschillende speciale accessoires verkrijgbaar.
Producten met een sterretje (*) zijn producten die ook bij de camera
worden geleverd.
Voedingsbron
Oplaadbare lithium-ionbatterij D-LI92 (*)
Batterijlader K-BC92 (*)
(Batterijlader D-BC92, netsnoer)
Netvoedingsadapterset K-AC117
(netvoedingsadapter D-AC115, gelijkstroomkoppelstuk D-DC92,
netsnoer)
De batterijlader en het netsnoer zijn alleen samen verkrijgbaar.
Kabel
USB-kabel I-USB7 (*)
AV-kabel I-AVC7 (*)
Draagriem
O-ST104 (*)
O-ST8 Zilveren ketting
O-ST24 Riem van echt leer
O-ST81 Waterbestendige riem
Afstandsbediening
WATERBESTENDIGE AFSTANDSBEDIENING O-RC1
AFSTANDSBEDIENING E
AFSTANDSBEDIENING F
253
9
Bijlage
Belangrijkste technische gegevens
Type Volautomatische compacte digitale fotocamera met
ingebouwd zoomobjectief
Aantal effectieve pixels Ca. 16 megapixels
Beeldsensor 1/2,33-inch CCD
Aantal opnamepixels Foto’s m (4608×3456), n (3456×3456),
o (4608×2592), 6 (3072×2304),
h (1920×1080), m (640×480)
*
Vast ingesteld op f in de stand Digital SR.
*
Vast ingesteld op h in de stand Beeld inkadering.
*
Vast ingesteld op f in de stand Digitaal breed
(groothoek), maar het eerste beeld gebruikt h.
*
Vast ingesteld op i voor één kader in de stand Digitaal
panorama.
*
Vast ingesteld op f als de gevoeligheid is ingesteld op
3200 of 6400.
*
Vast ingesteld op f in de stand Continue opname snel
L/G/S.
Video M (1280×720/30 fps), F (1280×720/15 fps)
G (640×480/30 fps), H (640×480/15 fps)
I (320×240/30 fps), J (320×240/15 fps)
(resolutie/beeldsnelheid)
Gevoeligheid
(standaardgevoeligheid)
AUTO (ISO 80, 100, 200, 400, 800, 1600)
Handmatig (ISO 80, 100, 200, 400, 800, 1600, 3200, 6400)
* Vast ingesteld op AUTO (ISO 80 - 6400) in de stand Digital
SR.
Bestandsindeling Foto’s JPEG (Exif 2,3), DCF 2.0, DPOF,
PRINT Image Matching III
Video AVI (Motion JPEG), ca. 30 fps/15 fps (beeldjes per
seconde), PCM-systeem, monogeluid, Movie SR
(video Shake Reduction)
Geluid
Gesproken memo, geluidsopname: WAV
(PCM)-systeem, mono
Opslagmedia Intern geheugen (ca. 96 MB), SD-geheugenkaart,
SDHC-geheugenkaart, SDXC-geheugenkaart, Eye-Fi-kaart
254
9
Bijlage
Geschatte opslagcapaciteit en opnametijd
Foto’s
Intern geheugen
2 GB
SD-geheugenkaart
m 4608×3456
32 opnamen 653 opnamen
n 3456×3456
42 opnamen 853 opnamen
o 4608×2592
42 opnamen 853 opnamen
6 3072×2304
60 opnamen 1205 opnamen
h 1920×1080
175 opnamen 3415 opnamen
m 640×480
683 opnamen 12294 opnamen
De opslagcapaciteit is alleen ter informatie en alleen voor opnamen die worden
opgeslagen op het blanco ingebouwde geheugen of een blanco SD-geheugenkaart.
Als video of geluid wordt opgeslagen, is de opslagcapaciteit minder. De feitelijke
opslagcapaciteit kan variëren, afhankelijk van de SD-geheugenkaart en het onderwerp.
Video/geluid
Intern geheugen
2 GB
SD-geheugenkaart
M(1280×720/30 fps)
30 s 10 min. 8 sec.
F(1280×720/15 fps)
59 s 19 min. 42 sec.
G(640×480/30 fps)
1 min. 27 sec. 29 min. 16 sec.
H(640×480/15 fps)
2 min. 46 sec. 53 min. 55 sec.
I(320×240/30 fps)
2 min. 13 sec. 44 min. 32 sec.
J(320×240/15 fps)
4 min. 5 sec. 1 uur 18 min. 48 sec.
Geluid 26 min. 14 sec. 8 uur 44 min. 34 sec.
Bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op onze standaard opnameomstandigheden
en kunnen variëren al naar gelang het onderwerp, de opnameomstandigheden en
het gebruikte type SD-geheugenkaart. Als andere gegevens worden opgeslagen,
zoals foto’s, worden de opnametijden korter.
U kunt continu opnamen blijven maken totdat het interne geheugen of de
SD-geheugenkaart vol is, of het bestand van de opgenomen video een grootte heeft
van 2 GB (bij gebruik van een SDHC- of SDXC-geheugenkaart). Als het opnemen
bij 2 GB wordt afgebroken, kunt u het opnemen opnieuw starten om de rest van de
video op te nemen in blokken van 2 GB.
255
9
Bijlage
Witbalans Automatisch, daglicht, schaduw, lamplicht, TL-licht, handmatig
Objectief Brandpuntafstand 4,5 mm - 81 mm
(ca. 25 mm - 450 mm in 35 mm equivalent
brandpuntsafstand)
Diafragma F3.5 (G) - F5.9 (T)
Samenstelling
objectief
12 elementen in 11 groepen (4 asferische
elementen)
Type zoom Elektrisch gestuurd
Optische zoom 1
Intelligente zoom Ca. 27× bij 6 (3072×2304), ca. 130× bij m (640×480) (in
combinatie met optische zoom)
Digitale zoom Max. ca. 7,2× (geeft in combinatie met 18× optische zoom een
vergroting die vergelijkbaar is met ca. 130×)
Bewegingson-
scherptereductie
Foto’s Type CCD-shift (SR: Shake Reduction), Beide
(SR en Pixeltrack SR), bewegingscorrectie bij
hoge gevoeligheid (Digital SR)
Video Elektronische videobewegingsreductie (Movie
SR)
Scherm 3-inch LCD, ca. 460.000 pixels, grote beeldhoek
Weergavestanden Enkelbeeld, vierbeeldsweergave, negenbeeldsweergave, vergroting
(max. 10×, schuiven), weergave met close-up van gezicht,
mapweergave, kalenderweergave, geluidsweergave,
histogramweergave, wissen van geselecteerde opnamen,
diavoorstelling, beeldrotatie, klein-gezichtfilter, digitaal filter,
beeldinkadering, video afspelen/bewerken (opslaan als stilbeelden,
video splitsen), rode-ogenreductie, formaat wijzigen, bijsnijden,
kopiëren van opnamen en geluiden, gesproken memo, beveiliging,
DPOF, instelling startscherm
Scherpstelinstellin-
gen
Autofocus, Macro, Super Macro, Pan Focus, Oneindig, Handmatig
Focus
Scherpstelling Type TTL-contrastdetectiesysteem met sensor
9-punts autofocus (keuze uit meervlaks/spot/
automatisch meevolgende AF)
Scherpstelbereik
(vanaf voorzijde
objectief)
Standaard : 0,4 m -
(Groothoek)
1,3 m - (Telefoto)
Macro : 0,1 m - 0,5 m (Groothoek)
Super Macro : 0,04 m - 0,3 m (Groothoek)
* Overschakelen op Pan Focus, Oneindig en
handmatig scherpstellen is mogelijk.
* Gezichtsdetectie voor AF is alleen
beschikbaar als de camera het gezicht van
het onderwerp detecteert.
Scherpstelvergren-
deling
Door de ontspanknop tot halverwege in te
drukken
Belichtingsregeling Belichtingsmeting Meervlaks lichtmeting, lichtmeting met nadruk
op het midden en Spotmeting
Belichtingscorrectie ±2 LW (instelbaar in stappen van 1/3 LW)
256
9
Bijlage
Gezichtsdetectie
Detectie van 32 gezichten van mensen (max. 31 gezichtsdetectiekaders
op het scherm), Smile Capture, Knipperdetectie
* Gezichtsdetectie voor belichting is alleen beschikbaar wanneer de
camera het gezicht van het onderwerp detecteert.
Huisdierdetectie Het gezicht van één huisdier (automatisch of keuze uit een van drie
geregistreerde gezichten)
Opnamefuncties Automatische opname, Programma, Portret, Portret bij nacht,
Nachtopname, Video, Landschap, Blauwe hemel, Zonsondergang,
Bloemen, Sport, Huisdier, Digital SR, Huidtint naturel, Kinderen,
Vuurwerk, Beeldinkadering, Feest, Eten & drinken, Kaarslicht, Tekst,
Strand & Sneeuw, Dig. Groothoek, Digitaal panorama, Groen
Digitale filters Zwart-wit, Sepia, Speels, Retro (Blauw, Amber), Kleur (Rood, Roze,
Paars, Blauw, Groen, Geel), Kleurextractie (Rood, Groen, Blauw),
Kleurverbetering (Hemelsblauw, Frisgroen, Zachtroze,
Herfstbladeren), Sterk contrast, Sterren, Soft, Helderheid, Miniatuur
Video Continue
opnametijd
Van ca. 1 seconde - tot intern geheugen of
SD-geheugenkaart vol is (met een maximale
grootte van 2 GB)
Sluitertijd 1/2000 s - 1/4 s, max. 4 s (nachtopname)
Ingebouwde flitser Instellingen Automatisch, flitser uit, flitser aan, automatisch
+ anti rode ogen, flitser aan + anti rode ogen
Flitsbereik Groothoek: ca. 0,2 m - 4,3 m
(Gevoeligheid: in AUTO-toestand)
Telefoto: ca. 1,3 m - 2,6 m
(Gevoeligheid: in AUTO-toestand)
Transportstanden Enkel beeld, Zelfontspanner (ca. 10 sec., ca. 2 sec.),
Afstandsbediening (Afstandsbed. 3 sec, Afstandsbed. 0 sec),
Continu, Continue opname snel (L/G/S)
Zelfontspanner Elektronisch gestuurde zelfontspanner, vertragingstijd: ca. 10 of 2 s.
Tijdfunctie Wereldtijd 75 steden (28 tijdzones)
Voedingsbron Oplaadbare lithium-ionbatterij D-LI92, netvoedingsadapter (optioneel)
Levensduur batterij Aantal te maken
opnamen
ca. 240 opnamen
* Opnamecapaciteit toont bij benadering het
aantal opnamen dat is gemaakt tijdens tests
die zijn uitgevoerd conform CIPA (bij
ingeschakeld scherm, ingeschakelde flitser
voor 50% van de opnamen en bij 23 °C).
In de praktijk kan dit afwijken, afhankelijk van
de opnameomstandigheden.
Weergavetijd
ca. 230 min.
* Op basis van de resultaten van tests bij
PENTAX. De feitelijke tijd kan varren,
afhankelijk van de gebruiksomstandigheden.
Video-opnametijd
ca. 100 min.
Geluidsopnametijd
ca. 300 min.
Interfaces PC/AV-uitgang USB 2.0 (ondersteunt hoge snelheid)
Videosignaal NTSC/PAL (mono)
257
9
Bijlage
Afmetingen Ca. 108 × 60 × 34,5 mm (b x h x d) (exclusief bedieningselementen/
uitstekende delen)
Gewicht Ca. 170 gram (zonder batterij en SD-geheugenkaart)
Ca. 191 g (met batterij en SD-geheugenkaart)
Accessoires Oplaadbare lithium-ionbatterij, batterijlader, netsnoer, USB-kabel,
AV-kabel, software (cd-rom), draagriem, handleiding, minihandleiding
258
9
Bijlage
GARANTIEBEPALINGEN
Alle PENTAX-camera’s die via de erkende kanalen door de officiële importeur zijn
ingevoerd en via de erkende handel worden gekocht, zijn tegen materiaal- en/of
fabricagefouten gegarandeerd voor een tijdsduur van twaalf maanden na
aankoopdatum. Tijdens die periode worden onderhoud en reparaties kosteloos
uitgevoerd, op voorwaarde dat de apparatuur niet beschadigd is door vallen of stoten,
ruwe behandeling, inwerking van zand of vloeistoffen, corrosie van batterijen of door
chemische inwerking, gebruik in strijd met de bedieningsvoorschriften, of wijzigingen
aangebracht door een niet-erkende reparateur. De fabrikant of zijn officiële
vertegenwoordiger is niet aansprakelijk voor enige reparatie of verandering waarvoor
geen schriftelijke toestemming is verleend en aanvaardt geen aansprakelijkheid voor
schade als gevolg van vertraging en gederfd gebruik voortvloeiend uit indirecte
schade van welke aard dan ook, of deze nu veroorzaakt wordt door ondeugdelijk
materiaal, slecht vakmanschap of enige andere oorzaak. Uitdrukkelijk wordt gesteld
dat de verantwoordelijkheid van de fabrikant of zijn officiële vertegenwoordiger onder
alle omstandigheden beperkt blijft tot het vervangen van onderdelen als hierboven
beschreven. Kosten voortvloeiend uit reparaties die niet door een officieel PENTAX-
servicecentrum zijn uitgevoerd, worden niet vergoed.
Handelwijze tijdens de garantieperiode
Een PENTAX-apparaat dat defect raakt gedurende de garantieperiode van
12 maanden, moet worden geretourneerd aan de handelaar waar het toestel is
gekocht of aan de fabrikant. Als in uw land geen vertegenwoordiger van de fabrikant
gevestigd is, zendt u het apparaat naar de fabriek met een internationale
antwoordcoupon voor de kosten van de retourzending. In dit geval zal het vrij lang
duren voordat het apparaat aan u kan worden geretourneerd, als gevolg van de
ingewikkelde douaneformaliteiten. Wanneer de garantie op het apparaat nog van
kracht is, zal de reparatie kosteloos worden uitgevoerd en zullen de onderdelen gratis
worden vervangen, waarna het apparaat aan u wordt teruggezonden. Indien de
garantie verlopen is, wordt het normale reparatietarief in rekening gebracht. De
verzendkosten zijn voor rekening van de eigenaar. Als uw PENTAX gekocht is in een
ander land dan waarin u tijdens de garantieperiode de reparatie wilt laten verrichten,
kunnen de normale kosten in rekening worden gebracht door de vertegenwoordigers
van de fabrikant in dat land. Als u uw PENTAX in dat geval aan de fabriek terugzendt,
wordt de reparatie desalniettemin uitgevoerd volgens de garantiebepalingen. De
verzend- en inklaringskosten zijn echter altijd voor rekening van de eigenaar.
Teneinde de aankoopdatum indien nodig te kunnen bewijzen, gelieve u het
garantiebewijs en de aankoopnota van uw camera gedurende ten minste één jaar te
bewaren. Voordat u uw camera voor reparatie opstuurt, dient u zich ervan te
vergewissen dat u de zending aan een geautoriseerde vertegenwoordiger of een
door hen erkende reparateur stuurt, tenzij u de camera direct aan de fabrikant stuurt.
Vraag altijd eerst een prijsopgave. Pas nadat u zich hiermee akkoord hebt verklaard,
geeft u het servicecentrum toestemming de reparatie uit te voeren.
259
9
Bijlage
Deze garantiebepalingen zijn niet van invloed op de wettelijke rechten van
de klant.
De plaatselijke garantiebepalingen van PENTAX-distributeurs in
sommige landen kunnen afwijken van deze garantiebepalingen. Wij
adviseren u daarom kennis te nemen van de garantiekaart die u hebt
ontvangen bij uw product ten tijde van de aankoop, of contact op te
nemen met de PENTAX-distributeur in uw land voor meer informatie en
voor een kopie van de garantiebepalingen.
Het CE-keurmerk is een keurmerk voor conformiteit met
richtlijnen van de Europese Unie.
260
9
Bijlage
Voor klanten in de Verenigde Staten
FCC-VERKLARING
Dit toestel is in overeenstemming met Deel 15 van de FCC-regels. De
werking is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden: (1) Dit
toestel mag geen schadelijke interferentie veroorzaken, en (2) moet elke
ontvangen interferentie aanvaarden, zelfs als het gaat om interferenties
die een ongewenstfunctioneren veroorzaken.
Wijzigingen of modificaties die niet zijn goedgekeurd door de instantie
die verantwoordelijk is voor naleving van de voorschriften, kunnen
ervoor zorgen dat de gebruiker het recht verliest om het toestel te
bedienen.
Dit toestel is getest en valt binnen de limieten voor digitale toestellen van
Klasse B, volgens Deel 15 van de FCC-regels.
Deze limieten zijn opgesteld om een redelijke bescherming te bieden
tegen schadelijke interferentie in een residentiële installatie. Deze
apparatuur genereert en gebruikt radiogolven en kan, indien niet
geïnstalleerd volgens de instructies, schadelijke interferentie
veroorzaken bij radiocommunicatie. Er is echter geen garantie dat er in
een bepaalde installatie geen storingen zullen voorkomen.
Als dit toestel inderdaad schadelijke storing veroorzaakt bij de ontvangst
van radio- of televisiesignalen, wat kan worden vastgesteld door de
apparatuur uit en weer aan te zetten, verdient het aanbeveling een of
meer van de volgende maatregelen te nemen om de storing te
verhelpen:
Verander de ontvangstantenne van richting of van plaats.
Zet het apparaat en de ontvanger verder uit elkaar.
Sluit het apparaat aan op een ander circuit dan de ontvanger.
* Raadpleeg de leverancier of een ervaren radio- of televisiemonteur.
Voor klanten in Canada
Dit digitale toestel van klasse B voldoet aan alle vereisten van de
Canadese norm ICES-003.
Pour les utilisateurs au Canada
Cet appareil numérique de la classe B est conforme à la norme
NMB-003 du Canada.
261
9
Bijlage
VOOR CALIFORNIË (VS)
Speciale behandeling van materiaal met perchloraat kan van toepassing
zijn. De in deze camera gebruikte lithiumbatterij bevat perchloraat,
waarvoor een speciale behandeling noodzakelijk kan zijn. Zie
www.dtsc.ca.gov/hazardouswaste/perchlorate
262
9
Bijlage
Verklaring van overeenstemming
In overeenstemming met 47CFR, Delen 2 en 15 voor
personal computers en randapparaten van Klasse B
Wij: PENTAX Imaging Company
A Division of PENTAX of America, Inc.
Gevestigd: 600 12 Street, Suite 300
Golden, Colorado 80401 U.S.A.
Telefoon: 303-799-8000 Fax: 303-790-1131
Verklaren dat onder alleen onze verantwoordelijkheid het hierin
gespecificeerde product voldoet aan 47CFR delen 2 en 15 van de FCC-
richtlijnen als een digitaal apparaat van klasse B. Elk product is identiek
aan het geteste apparaat en voldoet aan de normen. De administratie
die continu wordt bijgehouden, geeft aan dat verwacht kan worden dat
de geproduceerde apparatuur valt binnen een geaccepteerde afwijking,
veroorzaakt door massaproductie en het testen op statistische basis
zoals vereist in 47CFR §2.909. De werking is onderworpen aan de
volgende twee voorwaarden: (1) Dit toestel mag geen schadelijke
interferentie veroorzaken, en (2) moet elke ontvangen interferentie
aanvaarden, zelfs als het gaat om interferenties die een
ongewenstfunctioneren veroorzaken. De hierboven genoemde partij is
er verantwoordelijk voor dat de apparatuur voldoet aan de normen
gesteld in 47CFR §15.101 tot §15.109.
Productnaam: PENTAX Digital Still Camera
Modelnummer: Optio RZ18 / Optio RX18
Contactpersoon: Manager klantenservice
Datum en plaats:September 2011, Colorado
th
263
9
Bijlage
Informatie voor gebruikers over inzameling en verwerking van
afgedankte apparatuur en gebruikte batterijen
1. In de Europese Unie
Deze symbolen op de verpakking en in bijgevoegde
documenten duiden erop dat gebruikte elektrische en
elektronische apparatuur en batterijen niet bij het
gewone huisvuil mogen worden verwerkt.
Gebruikte elektrische/elektronische apparatuur en
batterijen moeten afzonderlijk en in overeenstemming
met de bestaande wetgeving worden behandeld.
Als u zich op de juiste wijze van deze producten ontdoet,
dan draagt u ertoe bij dat het afval op de juiste wijze
wordt behandeld en hergebruikt en dat geen schade
optreedt aan het milieu of de gezondheid.
Als een chemisch symbool is toegevoegd onder het hierboven getoonde
symbool (conform de richtlijn voor batterijen), dan wil dit zeggen dat een
zwaar metaal (Hg = kwik, Cd = cadmium, Pb = lood) in de batterij
aanwezig is met een concentratie die hoger is dan de desbetreffende
drempelwaarde die in de batterijrichtlijn is vastgelegd.
Neem voor meer informatie over de inzameling en recycling van
gebruikte producten contact op met de gemeente, de vuilnisdienst of de
leverancier van het product.
2. In andere landen buiten de EU
Deze symbolen zijn alleen geldig in de Europese Unie. Als u zich van
gebruikte producten wilt ontdoen, neem dan contact op met de lokale
overheid of een dealer om te vragen naar de juiste methode voor
afvalverwerking.
Voor Zwitserland: Gebruikte elektrische/elektronische apparatuur kan
gratis worden teruggebracht naar de detaillist, zelfs wanneer u geen
nieuw product koopt. Andere verzamelpunten vindt u op de website
www.swico.ch
of www.sens.ch.
Memo
265
9
Bijlage
Index
Symbolen
A-stand ...................... 14, 57
Q-stand ..................... 14, 57
Q-knop ...................... 52, 54
Knop I ....................... 53, 55
9 (Groene) toets ............ 129
[A Opnemen]
menu ......................... 62, 246
[W Instelling]-menu .... 64, 248
9 Groene modus ............. 79
i Wissen ................ 142, 157
x Tele ............................... 81
w Groothoek ................... 81
y Vergroten ................... 154
f Vier-/Negenbeelds-
weergave ......................... 144
g Zelfontspanner .............. 96
j Continue opname ......... 97
ABC Continue
opname snel ...................... 98
b Automatische
opname ............................. 76
i Afstandsbed. 3 sec ....... 99
h Afstandsbed. 0 sec ....... 99
R Programma .................. 78
A Nachtopname ............... 83
B Portret bij nacht ............ 83
C Video .......................... 133
a Landschap ................... 72
f Blauwe hemel .............. 72
K Zonsondergang .......... 72
b Bloemen ........................ 72
c Portret ........................... 85
Q Strand & sneeuw .......... 91
\ Sport ............................. 91
c Digital SR ................... 83
R Kinderen ........................86
e Huisdier ........................87
K Eten & drinken ...............73
S Vuurwerk ......................84
N Beeldinkadering ...........94
B Feest .............................92
d Huidtint naturel .............85
U Kaarslicht ......................84
c Tekst ..............................93
X Digitaal breed
(groothoek) ......................101
F Digitaal panorama .....104
A
Aan/uit-knop .....42, 43, 52, 54
Aansluiten op een tv ........165
Aantal pixels ....................113
AF Hulplicht .....................112
Afstandsbediening .............99
AF-veld ............................111
Alles verwijderen ..............161
Audiovisuele apparatuur ..165
Auto Uitsch. .....................215
Auto+Anti Rode
Ogen c ...........................107
Autom. belicht. .................119
Automatisch , .................107
Automatisch F ..........117
Automatisch
volgen AF ...................74, 111
Automatische opname,
functie ................................76
AV-kabel ..........................165
B
Basisfunctie .......................79
Basisinstellingen ................44
266
9
Bijlage
Batt besparing ................. 214
Batterij plaatsen ................. 34
Bedieningsaanwijzingen .... 29
Beeld inkadering ........ 94, 178
Beeldeffect ...................... 151
Beeldteller ....................... 135
Belichtingsinstelling ......... 115
Bereik Auto ISO ............... 121
Bestandsnummer ............ 139
Bestemmingstijd .............. 205
Beveiligen Z ................ 162
Bewegingsreductie .......... 123
Blauwe hemel .................... 72
Bloemen ............................ 72
C
Camerabeweging .... 123, 136
Continue opname
snel A/B/C .................... 97
Continuopname j ............ 97
Contrast ........................... 127
D
Daglicht G ....................... 117
Datum en tijd
instellen ..................... 48, 202
Datumafdruk .................... 127
De software installeren .... 224
Diavoorstelling ................. 150
Digitaal breed .................. 101
Digitaal filter ..................... 173
Digital SR .......................... 83
Digitale zoom ............... 81, 83
DPOF-instellingen ........... 187
Draagriem .......................... 32
E
Eten & drinken ................... 73
Eye-Fi ...................... 212, 236
F
Feest ..................................92
Filters ...............................173
Flitser aan b ...................107
Flitser uit a ......................107
Flitser+Anti Rode
Ogen d ............................107
Flitsinstelling ....................107
Fn-instelling .....................129
Focusinst. ........................109
Formatteren .....................200
Fotolab .............................187
Foutmeldingen .................242
Functies toewijzen ...........129
G
Geheugen ........................138
Geluid opnemen ..............192
Geluid toevoegen
(Gesproken memo) ..........196
Geluiden verwijderen
(gesproken memo) ...........158
Geluidsinstellingen ...........201
Geluidsopname ................192
Geluidsopnamen
weergeven .......................194
Geluidstype ......................202
Gesproken memo ............196
Gevoeligheid ....................120
Gezichtsdetectie ................74
Groene modus ...........79, 129
Groene toets ................53, 56
Grootte wijzigen ...............168
H
Handmatig K ..................117
Handmatig
scherpstellen \ ............109
Helderheid .......................213
267
9
Bijlage
Helderheid van het
scherm ............................. 213
Helderheidsfilter .............. 173
Histogram .......................... 29
Hooglichtcor. ................... 116
Huidtint naturel .................. 85
Huisdier ............................. 87
I
Indicatie batterijniveau ....... 36
Inst, D-range .................... 116
Instelling-menu .......... 64, 248
Intelligente zoom ............... 81
Intern geheugen .............. 184
IQ-verbeteraar ................. 128
K
Kaarslicht ........................... 83
Kalenderweergave .......... 146
Kinderen ............................ 86
Kleurenfilter ..................... 173
Kleurextractiefilter ............ 173
Kleurverbeteringsfilter ..... 173
Kleurverzadiging .............. 126
Knipperdetectie ......... 71, 122
Kopiëren .......................... 184
L
Lamplicht I .................... 117
Landschap ......................... 72
Lichtmeting met nadruk
op het midden M ............ 119
M
Macintosh ........................ 223
Macro q .......................... 109
Mapnaam ........................ 210
Mapweergave .................. 146
Mass Storage Class ........ 228
MediaImpression ............. 222
Meegeleverde software ... 222
Meervlaks
lichtmeting L ..................119
Menu’s, werken met ...........58
Knop 3 ................53, 56
Miniatuurfilter ...................173
Momentcontrole .........71, 125
Movie SR
(Bewegingsreductie film) ..136
MSC .................................228
N
Nachtopname ....................83
Negenbeeldsweergave
f .....................................144
Neonlicht J .....................117
Netvoedingsadapter ...........37
NTSC ...............................211
O
4/W-knop .....53, 55
Oneindig s ......................109
Ontspanknop .........52, 54, 70
Openingsscherm ..............216
Opladen van een batterij ....33
Opname-informatie ............24
Opnamen opslaan
op datum ..........................210
Opnamepalet .....................71
Opnamestand ....................71
Opnemen, menu ........62, 246
Opslaan als foto (video) ...183
Opslaan van instellingen ..138
Opslagcapaciteit ..............254
Opstarten in de
Weergavestand ..................43
Opstartscherm .................216
Optioneel accessoire .......252
P
PAL ..................................211
Pan-focus 3 ..................109
268
9
Bijlage
Panoramafoto’s ............... 104
Picture Transfer
Protocol ........................... 228
Pixeluitlijning .................... 217
Portret ................................ 85
Portret bij nacht ................. 83
Productregistratie ............ 226
Programma ........................ 78
PTP ................................. 228
R
Reset ............................... 218
Resolutie ................. 113, 135
Retrofilter ......................... 173
Rode-ogenreductie .......... 177
Rode-ogenreductie cd .. 107
Roteren ............................ 152
S
Schaduw l .................... 117
Schaduwcorrectie ............ 116
Scherpstellen ................... 109
Scherpte .......................... 125
SD-geheugenkaart ............ 39
SD-geheugenkaart
controleren ........................ 42
Selecteer tijd .................... 206
Sepiafilter ........................ 173
Smile Capture .................... 75
Soft-filter .......................... 173
Speelgoedcamerafilter .... 173
Splitsen, video-
opnamen ......................... 183
Sport .................................. 91
Spotmeting N ................. 119
Stad ................................. 251
Standaard = ................. 109
Standaardinstellingen ...... 246
Sterk contrast (filter) ........ 173
Sterrenfilter ...................... 173
Strand & sneeuw ............... 91
Super Macro ....................109
Systeemvereisten ............222
T
Taalinstelling ..............44, 209
Technische gegevens ......253
Tekst ..................................93
Tekstformaat ....................208
Thuistijd .....................47, 205
Tijdafdruk .........................127
Tot halverwege indrukken
(ontspanknop) ....................70
Transportstand .............96, 97
TV ....................................165
U
Uitsnijden .........................169
USB-aansluiting ...............227
V
Vergroten y ....................154
Video ................................133
Video bewerken ...............182
Video-opnamen maken ....133
Video-opnamen
weergeven .......................143
Videosignaal ............211, 251
Vierbeeldsweergave f ...144
Vierwegbesturing .........53, 55
Volledig indrukken
(ontspanknop) ....................70
Volume wijzigen ......143, 195,
201
Vuurwerk ............................83
W
Weergave Info ...................25
Weergave met close-up
van gezicht .......................155
Weergavepalet .........147, 249
Weergavetaal .............44, 209
269
9
Bijlage
Weergeven
................. 142, 143, 194, 197
Wereldtijd ........................ 205
Windows .......................... 223
Wissen i ................ 142, 157
Witbalans ......................... 117
Z
Zelfontspanner g .............. 96
Zomertijd ................... 47, 206
Zonsondergang ................. 72
Zoom /x/w ..................... 81
Zoomknop ................... 52, 54
Zwart-witfilter ................... 173
Memo
Memo
Memo
Memo
De fabrikant behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande berichtgeving
wijzigingen in specificaties, ontwerp en beschikbaarheid aan te brengen.
OPRZ18105/DUT Copyright © HOYA CORPORATION 2011
FOM 01.10.2011 Printed in Europe
HOYA CORPORATION
PENTAX Imaging Systems Division
2-35-7, Maeno-cho, Itabashi-ku, Tokyo 174-8639, JAPAN
(http://www.pentax.jp)
PENTAX Europe Imaging
Systems S.A.S.
(European Headquarters)
112 Quai de Bezons, B.P. 204, 95106 Argenteuil
Cedex, FRANCE
(HQ - http://www.pentax.eu)
(France - http://www.pentax.fr)
PENTAX Imaging Systems
GmbH
Julius-Vosseler-Strasse 104, 22527 Hamburg,
GERMANY
(http://www.pentax.de)
PENTAX Imaging Systems
Limited
PENTAX House, Heron Drive, Langley, Slough, Berks
SL3 8PN, U.K.
(http://www.pentax.co.uk)
PENTAX Imaging Company
A Division of PENTAX of America, Inc.
(Headquarters)
600 12th Street, Suite 300 Golden, Colorado 80401, U.S.A.
(PENTAX Service Department)
250 North 54th Street Chandler, Arizona 85226, U.S.A.
(http://www.pentaximaging.com)
PENTAX Canada Inc. 1770 Argentia Road Mississauga, Ontario L5N 3S7,
CANADA (http://www.pentax.ca)
PENTAX Trading
(SHANGHAI) Limited
23D, Jun Yao International Plaza, 789 Zhaojiabang
Road, Xu Hui District, Shanghai, 200032 CHINA
(http://www.pentax.com.cn)
http://www.pentax.jp/english
269


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Pentax Optio RZ 18 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Pentax Optio RZ 18 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 12,97 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Pentax Optio RZ 18

Pentax Optio RZ 18 User Manual - English - 260 pages

Pentax Optio RZ 18 User Manual - German - 280 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info