664392
6
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/162
Next page
RICOH IMAGING COMPANY, LTD.
1-3-6, Nakamagome, Ohta-ku, Tokio 143-8555, JAPAN
(http://www.ricoh-imaging.co.jp)
RICOH IMAGING EUROPE
S.A.S.
Parc Tertiaire SILIC 7-9, avenue Robert Schuman - B.P. 70102,
94513 Rungis Cedex, FRANKRIJK
(http://www.ricoh-imaging.eu)
RICOH IMAGING AMERICAS
CORPORATION
5 Dedrick Place, West Caldwell, New Jersey 07006, VS.
(http://www.us.ricoh-imaging.com)
RICOH IMAGING CANADA
INC.
5520 Explorer Drive Suite 300, Mississauga, Ontario, L4W 5L1, CANADA
(http://www.ricoh-imaging.ca)
RICOH IMAGING CHINA CO.,
LTD.
23D, Jun Yao International Plaza, 789 Zhaojiabang Road, Xu Hui District,
Shanghai, 200032, CHINA
(http://www.ricoh-imaging.com.cn)
Deze contactgegevens kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Controleer de nieuwste gegevens op onze websites.
Digitale spiegelreflexcamera
Bedieningshandleiding
Inleiding
1
2
Voorbereidingen
3
Opnamen maken
4
Weergeven
5
Delen
6
Instellingen
7
Bijlage
Lees voor optimale cameraprestaties eerst
de handleiding door voordat u deze camera
in gebruik neemt.
De specificaties en de afmetingen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
OPKP105-NL Copyright © RICOH IMAGING COMPANY, LTD. 2016
FOM 14 02 2017 Printed in Europe
e_kb581_cover_6mm.fm Page 1 Tuesday, February 14, 2017 3:51 PM
We hebben de grootst mogelijke aandacht besteed aan de veiligheid van
deze camera. Bij gebruik van deze camera vragen we om uw speciale
aandacht voor zaken die zijn aangeduid met de volgende symbolen.
Waarschuwing
Probeer de camera niet uit elkaar te halen of te veranderen. De camera
bevat onderdelen die onder hoogspanning staan, waardoor er gevaar
voor elektrische schokken bestaat.
Mocht het binnenwerk van de camera open liggen, bijvoorbeeld doordat
de camera valt of anderszins wordt beschadigd, raak dan nooit het
vrijgekomen gedeelte aan, aangezien er gevaar is voor een elektrische
schok.
Richt bij het maken van foto’s de camera niet op de zon of andere sterke
lichtbronnen, en laat de camera met de objectiefdop verwijderd niet
liggen in direct zonlicht. Dit kan tot fouten in de camera leiden of brand
veroorzaken.
Kijk niet door het objectief als deze op de zon of een andere sterke
lichtbron gericht is. Dit kan leiden tot verlies of beschadiging van het
gezichtsvermogen.
Als zich tijdens het gebruik onregelmatigheden voordoen, zoals rook of
een vreemde geur, houd dan onmiddellijk op de camera te gebruiken.
Verwijder de batterij of de netvoedingsadapter en neem contact op met
uw dichtstbijzijnde servicecentrum. Verder gebruik van de camera kan
brand of een elektrische schok veroorzaken.
Pas op
Leg uw vingers niet op de flitser wanneer u deze gebruikt. U loopt dan
gevaar op brandwonden.
Dek de flitser niet af met kleding wanneer u deze gebruikt. Er bestaat
een risico van verkleuring.
Sommige delen van de camera worden tijdens het gebruik heet.
Als dergelijke onderdelen lang worden vastgehouden, is er gevaar
voor lichte verbrandingen.
Mocht de monitor beschadigd raken, pas dan op voor glasdeeltjes.
Vermijd ook elk contact van de vloeistofkristallen met uw huid, ogen
en mond.
Afhankelijk van individuele gevoeligheden en uw fysieke conditie
kan het gebruik van de camera jeuk, uitslag en blaren veroorzaken.
Als zich in die zin iets bijzonders voordoet, mag u de camera niet langer
gebruiken en dient u onmiddellijk een arts te raadplegen.
Waarschuwing
Gebruik uitsluitend de exclusief voor dit product ontwikkelde
batterijlader en netvoedingsadapter met het juiste vermogen en de juiste
spanning. Gebruik van een batterijlader en netvoedingsadapter met
andere specificaties dan voorgeschreven voor dit product, of gebruik
van de exclusief voor dit product ontwikkelde batterijlader en
netvoedingsadapter met een niet juist gespecificeerd vermogen of
spanning kan brand, elektrische schokken of schade aan de camera
veroorzaken. De voorgeschreven spanning is 100 - 240V wisselstroom.
Probeer het product niet te demonteren of te veranderen. Dit kan
resulteren in brand of een elektrische schok.
Als het product gaat roken of een vreemde geur afgeeft, of in het geval
van welke andere onregelmatigheid dan ook, houdt u onmiddellijk op de
camera te gebruiken en neemt u contact op met het dichtstbijzijnde
servicecentrum. Verder gebruik van het product kan brand of een
elektrische schok veroorzaken.
Mocht er water binnendringen in het product, neem dan contact op met
een servicecentrum. Verder gebruik van het product kan brand of een
elektrische schok veroorzaken.
Als u tijdens gebruik van de batterijlader of netvoedingsadapter een
lichtflits ziet of onweer hoort, haal de stekker dan uit het stopcontact en
gebruik de camera niet langer. Verder gebruik van de camera kan brand
of een elektrische schok veroorzaken.
Veeg de stekker van het netsnoer schoon als deze met stof bedekt is.
Opgehoopt stof kan brand veroorzaken.
Verminder de kans op ongelukken: gebruik uitsluitend een stroomsnoer
met CSA/UL-certificering, snoertype SPT-2 of zwaarder, minimaal
AWG-koper NO.18, met aan het ene uiteinde een gegoten mannelijke
stekker (met een gespecificeerde NEMA-configuratie), en aan het
andere uiteinde een gegoten vrouwelijke connector (met een
gespecificeerde IEC-configuratie van een niet-industrieel type) of een
gelijkwaardig stroomsnoer.
Pas op
Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer en buig het netsnoer
niet overmatig. Het snoer kan daardoor beschadigd raken. Als het
netsnoer beschadigd raakt, neem dan contact op met het
dichtstbijzijnde servicecentrum.
Raak het aansluitpunt voor het netsnoer niet aan als het netsnoer is
aangesloten en vermijd kortsluiting.
Sluit het netsnoer niet met vochtige handen aan op het stopcontact.
Dit kan resulteren in een elektrische schok.
Laat de camera niet vallen en stel deze ook niet bloot aan hevige
schokken. Dat kan ertoe leiden dat de camera defect raakt.
Gebruik de batterijlader D-BC109 uitsluitend voor het opladen van
de oplaadbare lithium-ionbatterij D-LI109. Het opladen van andere
batterijen kan oververhitting, explosies of schade aan de batterijlader
veroorzaken.
Hoe u uw camera veilig gebruikt
Waarsch
uwing
Dit symbool geeft aan dat het niet in acht nemen
van deze waarschuwing ernstig persoonlijk letsel
kan veroorzaken.
Pas op
Dit symbool geeft aan dat het niet in acht nemen
van deze waarschuwing minder ernstig tot
gemiddeld persoonlijk letsel of materiële schade
kan veroorzaken.
Over de camera
Over de batterijlader en de netvoedingsadapter
Memo
e_kb581_cover_6mm.fm Page 2 Tuesday, February 14, 2017 3:51 PM
1
Waarschuwing
Mocht het lekkende materiaal van de batterij in contact komen met
uw ogen, wrijf ze dan niet uit. Spoel uw ogen met schoon water en
ga onmiddellijk naar een arts.
Pas op
Gebruik alleen de aangegeven batterij in deze camera. Het gebruik
van andere batterijen kan brand of ontploffing veroorzaken.
Demonteer de batterij nooit. Het demonteren van batterijen kan leiden
tot een explosie of lekkage.
Pas op dat u zichzelf niet verbrandt bij het verwijderen van de batterij.
Sommige delen van de camera worden tijdens het gebruik heet.
Houd snoeren, haarspeldjes en andere metalen voorwerpen uit de buurt
van de + en - polen van de batterij.
Sluit de batterij nooit kort en stel deze niet bloot aan vuur. De batterij kan
exploderen of vlam vatten.
Mocht lekkend materiaal van de batterij in contact komen met uw huid
of kleding, dan kan de huid geïrriteerd raken. Was de betroffen gebieden
grondig schoon met water.
Waarschuwingen bij het gebruik van de batterij D-LI109:
- GEBRUIK ALLEEN DE AANGEGEVEN BATTERIJOPLADER.
- NIET VERBRANDEN.
- NIET DEMONTEREN.
- NIET KORTSLUITEN.
- NIET BLOOTSTELLEN AAN HOGE TEMPERATUREN (60°C / 140°F)
Waarschuwing
Bewaar de camera en accessoires niet binnen bereik van kleine
kinderen.
1. Ernstig letsel kan optreden als het product valt of per ongeluk wordt
bediend.
2. Er bestaat verstikkingsgevaar als de riem om de hals wordt
gewikkeld.
3. Houd kleine accessoires, zoals de batterij of geheugenkaarten,
buiten bereik van kleine kinderen om te voorkomen dat deze
accessoires per ongeluk worden ingeslikt. Mocht dit toch gebeuren,
roep dan onmiddellijk de hulp van een arts in.
Over de herlaadbare lithium-ionbatterij
Houd de camera en accessoires uit de buurt van
kleine kinderen
KP-OPM-NL.book Page 1 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
2
Memo
KP-OPM-NL.book Page 2 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
1
2
3
4
5
6
7
Introductie van de KP
Voorbereidingen
Opnamen maken
Weergavefuncties
Opnamen delen
De instellingen wijzigen
Bijlage
KP-OPM-NL.book Page 3 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
Gebruik van deze handleiding
4
De inhoud van het pakket controleren........... p.9
Namen en functies van de onderdelen.......... p.10
Symbolen en indicaties op het scherm.......... p.13
Hoe functie-instellingen worden gewijzigd..... p.21
Menulijst ........................................................ p.24
De draagriem bevestigen .............................. p.40
Een objectief bevestigen ............................... p.41
Gebruik van de batterij en lader .................... p.42
Geheugenkaart plaatsen ............................... p.44
De hoek van de monitor aanpassen.............. p.45
Basisinstellingen............................................ p.46
Basishandelingen voor het maken
van opnamen................................................. p.48
Opnamen bekijken......................................... p.51
De opname-instellingen configureren ............ p.54
Foto’s maken ................................................. p.54
Video’s opnemen ........................................... p.59
De belichting instellen.................................... p.62
Werken met de ingebouwde flitser ................ p.65
De scherpstellingsmethode instellen ............. p.67
De transportstand instellen ............................ p.72
De witbalans instellen .................................... p.80
De afwerking van de opname instellen .......... p.83
Opnamen corrigeren...................................... p.86
Items in het weergavepalet............................ p.91
De weergavemethode wijzigen...................... p.92
Opnamen bewerken en verwerken ................ p.96
Gebruik van deze handleiding
1
Introductie van de KP ..............................p.9
Geeft u een overzicht van de KP.
Lees dit en leer uw KP kennen!
2
Voorbereidingen ........................................p.40
Beschrijft hoe u uw KP voorbereidt op het maken
van opnamen en geeft informatie over elementaire
bedieningshandelingen.
3
Opnamen maken...................................... p.54
Zodra u hebt gecontroleerd of de camera goed
werkt, probeer de camera dan uit en maak heel veel
opnamen!
4
Weergavefuncties .................................... p.91
Beschrijft de verschillende procedures voor het
weergeven en bewerken van opnamen.
KP-OPM-NL.book Page 4 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
Gebruik van deze handleiding
5
De camera gebruiken met een computer ...... p.102
De camera gebruiken met een
communicatieapparaat .................................. p.103
Camera-instellingen....................................... p.114
Instellingen voor bestandsbeheer.................. p.123
Beperkingen voor de combinaties
van speciale functies ..................................... p.128
Beschikbare functies met diverse
objectieven..................................................... p.129
Functies bij gebruik van een externe flitser ... p.133
Gebruik van de GPS-unit............................... p.135
Problemen oplossen ...................................... p.137
Belangrijkste technische gegevens ............... p.141
Index.............................................................. p.149
Aandachtspunten tijdens het gebruik............. p.153
GARANTIEBEPALINGEN ............................. p.157
De illustraties en het weergavescherm van de monitor in deze
handleiding kunnen afwijken van die van het feitelijke product.
5
Opnamen delen ........................................ p.102
Beschrijft hoe uw KP kan worden aangesloten op
een computer of communicatieapparaat en
opnamen in de camera kunnen worden gebruikt.
6
De instellingen wijzigen ......................... p.114
Beschrijft hoe andere instellingen worden gewijzigd.
7
Bijlage...........................................................p.128
Biedt andere hulpbronnen om het meeste te halen uit
uw KP.
KP-OPM-NL.book Page 5 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
6
Inhoudsopgave
Gebruik van deze handleiding................... 4
Introductie van de KP ................................ 9
De inhoud van het pakket controleren .....................9
Namen en functies van de onderdelen ..................10
Bedieningselementen ................................................... 11
Symbolen en indicaties op het scherm ..................13
Monitor.......................................................................... 13
Zoeker........................................................................... 19
Elektr. waterpas ............................................................ 20
Hoe functie-instellingen worden gewijzigd.............21
De richtingsknoppen gebruiken .................................... 21
Gebruik van de Smart-functie ....................................... 21
Het bedieningspaneel gebruiken .................................. 22
Gebruik van de menu’s................................................. 23
Menulijst.................................................................24
Menu’s voor opnemen .................................................. 24
Video-menu’s................................................................ 31
Menu voor weergave .................................................... 33
Menu’s voor algemene instellingen .............................. 34
Menu’s voor persoonlijke instellingen........................... 37
Voorbereidingen ...................................... 40
De draagriem bevestigen.......................................40
Een objectief bevestigen........................................41
Gebruik van de batterij en lader.............................42
De batterij opladen........................................................ 42
De batterij plaatsen/verwijderen ................................... 43
Gebruik van de netvoedingsadapter............................. 44
Geheugenkaart plaatsen .......................................44
De hoek van de monitor aanpassen ......................45
Basisinstellingen ....................................................46
De camera aanzetten ................................................... 46
De weergavetaal instellen............................................. 46
De datum en tijd instellen.............................................. 47
Het LCD-display instellen.............................................. 47
Een geheugenkaart formatteren ................................... 48
Basishandelingen voor het maken van opnamen . 48
Opnamen maken met de zoeker................................... 48
Opnamen maken terwijl u de Live weergave-opname
bekijkt............................................................................ 50
Opnamen bekijken ................................................ 51
Opnamen maken ..................................... 54
De opname-instellingen configureren ................... 54
Opname-instell. foto's ................................................... 54
Opname-instell. films .................................................... 54
Foto’s maken ........................................................ 54
Opnamen maken in belichtingsstanden........................ 55
De elektronische sluiter gebruiken................................ 58
Video’s opnemen .................................................. 59
Video’s afspelen............................................................ 61
De belichting instellen ........................................... 62
Gevoeligheid ................................................................. 62
Belichtingscorrectie....................................................... 64
Autom. lichtmeting ........................................................ 64
Werken met de ingebouwde flitser........................ 65
De scherpstellingsmethode instellen..................... 67
De autofocus instellen bij het maken
van opnamen met de zoeker ........................................ 67
De autofocus instellen bij het maken
van opnamen met Live Weergave ................................ 70
AF-aanpassing.............................................................. 72
De transportstand instellen ................................... 72
Continuopname............................................................. 73
Zelfontspanner .............................................................. 74
Bracketing ..................................................................... 74
Bracketing scherptediepte ............................................ 75
Bracketing beweging..................................................... 76
Inhoudsopgave
KP-OPM-NL.book Page 6 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
Inhoudsopgave
7
Opn. spiegel-omhoog-vergr.......................................... 77
Meerdere opnamen ...................................................... 78
Intervalopname............................................................. 79
De witbalans instellen ............................................80
De witbalans handmatig aanpassen............................. 82
De witbalans aanpassen met de kleurtemperatuur ...... 82
De afwerking van de opname instellen..................83
Aangepaste opname..................................................... 83
Digitaal filter.................................................................. 85
Opnamen corrigeren..............................................86
Helderheidsinstelling..................................................... 86
Objectiefcorrectie.......................................................... 87
Kwaliteitsniveau en textuur instellen............................. 87
Compositie aanpassen ................................................. 90
Weergavefuncties.................................... 91
Items in het weergavepalet....................................91
De weergavemethode wijzigen..............................92
Weergave van meerdere opnamen .............................. 92
Opnamen weergeven op basis van map ...................... 93
Opnamen weergeven op basis van opnamedatum ...... 93
Opnamen continu weergeven....................................... 94
Geroteerde opnamen weergeven................................. 94
De camera aansluiten op een audiovisueel apparaat... 95
Opnamen bewerken en verwerken........................96
De opnamegrootte wijzigen .......................................... 96
Kleurmoiré corrigeren ................................................... 97
Opnamen verwerken met digitale filters ....................... 97
Video bewerken............................................................ 99
RAW-opnamen ontwikkelen ....................................... 100
Opnamen delen..................................... 102
De camera gebruiken met een computer ............102
De verbindingsstand instellen..................................... 102
Een opname op de geheugenkaart kopiëren.............. 102
De camera gebruiken met een computer ................... 103
De camera gebruiken met een
communicatieapparaat........................................ 103
De Wi-Fi-functie inschakelen .................................. 103
De camera gebruiken met een communicatieapparaat .. 105
De instellingen wijzigen ......................... 114
Camera-instellingen ............................................ 114
De functies van de e-knoppen en andere knoppen
aanpassen .................................................................. 114
De monitor en indicatielampjes instellen..................... 120
Veelgebruikte instellingen opslaan ............................. 121
Instellingen selecteren om op te slaan in de camera.... 123
Instellingen voor bestandsbeheer ....................... 123
Opnamen beveiligen tegen verwijdering..................... 123
De map/bestandsinstellingen specificeren.................. 124
De copyrightgegevens instellen .................................. 126
De lokale datum en tijd van de opgegeven stad
weergeven .................................................................. 127
Bijlage.................................................... 128
Beperkingen voor de combinaties van speciale
functies................................................................ 128
Beschikbare functies met diverse objectieven .... 129
De diafragmaring gebruiken........................................ 131
Opnamen maken met Catch-in Focus opnamen ........ 132
De brandpuntsafstand instellen .................................. 133
Functies bij gebruik van een externe flitser......... 133
Gebruik van de GPS-unit .................................... 135
Hemellichamen - opnamen maken van ...................... 135
Problemen oplossen ........................................... 137
Sensor reinigen........................................................... 138
Foutberichten .............................................................. 139
Belangrijkste technische gegevens..................... 141
Besturingsomgeving voor USB-aansluiting en
bijgeleverde software .................................................. 147
Index ................................................................... 149
Aandachtspunten tijdens het gebruik .................. 153
GARANTIEBEPALINGEN................................... 157
KP-OPM-NL.book Page 7 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
Inhoudsopgave
8
Auteursrechten
Opnamen van deze camera die voor elk ander doel dan
strikt persoonlijk gebruik zijn bestemd, mogen niet worden
gebruikt zonder toestemming volgens de rechten zoals
bepaald in de auteursrechtwetgeving. Vergeet ook niet dat in
sommige gevallen zelfs het fotograferen voor persoonlijk
gebruik aan beperkingen verbonden is, zoals bij
demonstraties, voorstellingen of presentaties. Opnamen die
zijn gemaakt met het doel om auteursrechten te verkrijgen,
kunnen alleen gebruikt worden mits naleving van het
auteursrecht zoals beschreven in de auteursrechtwetgeving.
Ook hiermee dient men rekening te houden.
Aan de gebruikers van deze camera
Gebruik of bewaar deze camera niet in de buurt van
apparatuur die krachtige magnetische velden of straling
genereert. Krachtige statische ontladingen of
magnetische velden door bv. radiozenders kunnen de
werking van de monitor storen, opgeslagen gegevens
beschadigen, of gevolgen hebben voor de elektronica
in de camera en een goed functioneren verstoren.
Het paneel met vloeibare kristallen voor de monitor is
gemaakt met behulp van extreem hogeprecisie-
technologie. Hoewel het percentage werkende pixels
99,99% of hoger is, dient u er rekening mee te houden dat
0,01% of minder van de pixels niet oplicht of juist wel
oplicht wanneer dat niet zou moeten.
Dit heeft echter geen effect op het opgenomen beeld.
Het SR-mechanisme (Shake Reduction) van deze camera
maakt gebruik van de originele PENTAX-technologie en
doet de beeldsensor naar een gepast positie bewegen
aan een hoge snelheid met een magnetische kracht,
die beeldvervaging door camerabewegingen beperkt.
Er wordt een ratelend geluid gemaakt wanneer de camera
wordt geschud, bv., door de oriëntatie ervan te wijzigen,
maar dit is geen storing.
In deze handleiding wordt de algemene term
“computer(s)” gebruikt voor zowel Windows
®
-pc’s als
Macintosh-computers.
In deze handleiding heeft de term “batterij(en)” betrekking
op elk type batterij dat met deze camera en accessoires
wordt gebruikt.
Informatie over gebruikersregistratie
Wij willen u graag optimaal van dienst zijn. Daarom vragen
wij u vriendelijk om u als gebruiker te registreren. Het
formulier hiervoor kunt u vinden op de bijgeleverde cd-rom
of op onze website.
Hartelijk dank voor uw medewerking.
http://www.ricoh-imaging.com/registration/
KP-OPM-NL.book Page 8 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
1
9
Inleiding
De inhoud van het pakket controleren
Flitsschoenbeschermer FK
(gemonteerd op de camera)
Oogschelp F
R
(gemonteerd op de camera)
Cameravattingdop K II
(gemonteerd op de camera)
Driehoekige ring en
beschermende afdekking
(gemonteerd op de camera)
Aansluitingenkap
batterijhouder
(gemonteerd op de camera)
Houder S O-GP167
(gemonteerd op de camera)
Oplaadbare lithium-ionbatterij
D-LI109
Batterijlader D-BC109
Netsnoer Draagriem
O-ST162
Software (CD-ROM)
S-SW167
Handleiding
(deze handleiding)
Geschikte objectieven
Voor deze camera kan gebruik worden gemaakt van DA-, DA L-, D FA- en FA J- en FA-objectieven en objectieven met een positie
9 (Auto) op de diafragmaring. Raadpleeg p.129 als u andere objectieven of accessoires wilt gebruiken.
KP-OPM-NL.book Page 9 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
1
10
Inleiding
Namen en functies van de onderdelen
Riembevestigingspunt
Kaartlampje
Aansluitpunt USB/video-uitgang
Dioptriecorrectieknop
Zoeker
Ingebouwde flitser
Kaartsleuf voor SD-
geheugenkaart
Statief-aansluitpunt
Batterijklep
Spiegel
Ontgrendelingsknop
objectief
Objectiefinformatiecontacten
Riembevestigingspunt
Flitsschoen
Objectiefvatting-richtteken
Luidspreker
AF-hulplicht/
Zelfontspannerlampje
Kantelbare monitor
Microfoons
Aansluitpunt batterijhouder
Ontgrendelingsknop batterijklep
Aansluitpunt microfoon/draadontspanner
DC-ingang
AF-koppeling
Vattingsschroef houder
Beeldvlakindicator
KP-OPM-NL.book Page 10 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
1
Inleiding
11
1 Functiewiel
Selecteert de functie waarvan de instellingen worden
gewijzigd met het instelwiel. (Smart-functie, p.21)
U kunt functies toewijzen aan C1, C2 en C3. (p.117)
2 Instelwiel
Wijzigt de instellingen voor de functie die is geselecteerd
met het functiewiel. (p.21)
3 Belichtingscorrectie-/Fx3-knop (J/Z)
Druk deze knop in om de belichtingscorrectiewaarde
te wijzigen. (p.64)
U kunt aan deze knop een functie toewijzen. (p.114)
Druk hierop, in weergavestand, om de laatste gemaakte
JPEG-opname ook in de RAW-indeling op te slaan. (p.52)
4 Ontspanknop (0)
Druk deze knop in om opnamen te maken. (p.49)
Druk deze knop tijdens de weergavestand half in om
over te gaan naar de opnamestand.
5 Hoofdschakelaar
Schakelt de stroom in of uit. (p.46)
6 E-knop aan voorzijde (Q)
Wijzigt de waarden voor camera-instellingen zoals
de belichting. (p.55)
U kunt de menucategorie wijzigen wanneer een menuscherm
wordt getoond. (p.23)
Gebruik dit, in de weergavestand, om een andere opname
te selecteren.
7 Vergrendelingsknop moduswiel
Druk deze knop in om aan het moduswiel te kunnen
draaien. (p.49)
8 Moduswiel
Wijzigt de opnamestand. (p.49, p.54)
9 Uitklapknop flitser (1)
Indrukken om de ingebouwde flitser uit te klappen. (p.65)
0 RAW/Fx1-knop (X)
Druk op deze knop om de bestandsindeling tijdelijk te
wijzigen. (p.115)
U kunt aan deze knop een functie toewijzen. (p.114)
Bedieningselementen
KP-OPM-NL.book Page 11 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
1
Inleiding
12
a AF-modusknop (b)
Druk op deze knop om de AF-modus of het AF-punt
te wijzigen. (p.68, p.70)
b Schakelaar van de scherpstelstand (v/w-schakelaar)
Hiermee wordt de focusmethode gewijzigd. (p.67)
c Elektronisch waterpas-/Wis-/Fx2-knop (h/L/Y)
Schakelt het display van de Elektronische waterpas voor
de zoeker en Live weergave in of uit. (p.20)
Druk in de weergavestand op deze knop om opnamen
te verwijderen. (p.51)
U kunt aan deze knop een functie toewijzen. (p.114)
d E-knop achterzijde (R)
Wijzigt de waarden voor camera-instellingen zoals
de belichting. (p.55)
U kunt andere menutabs kiezen wanneer een menuscherm
wordt getoond. (p.23)
U kunt de camera-instellingen wijzigen wanneer het
bedieningspaneel wordt getoond. (p.22)
Gebruik in de weergavestand deze knop om een opname
te vergroten of meerdere opnamen tegelijkertijd weer te
geven. (p.51, p.92)
e Opnamestandschakelaar (A/K/C-schakelaar)
Schakelt tussen de standen A (foto: opnamen met de
zoeker), K (foto: opnamen met Live weergave) en C
(video). (p.48, p.59)
f AF/AE-vergrendelingsknop (f)
Om de scherpstelling aan te passen, in plaats van 0
tot halverwege in te drukken, en om de belichtingswaarde
te vergrendelen vóór de opnamen. (p.57, p.67)
g Groene knop (M)
Voert een reset uit van de waarde die wordt gewijzigd.
h Weergaveknop (3)
Schakelt over naar de weergavestand. (p.51) Druk de knop
opnieuw in om over te gaan naar de opnamestand.
i Vierwegbesturing (ABCD)
Toont het instellingenmenu van de Gevoeligheid,
Witbalans, Flitsinstelling of Transportstand. (p.21)
Als een menu of het bedieningspaneel wordt weergegeven,
verplaatst u hiermee de cursor of wijzigt u hiermee het item
dat u instelt.
Druk op B in de enkelbeeldweergave van de weergavestand
om het weergavepalet weer te geven. (p.91)
j OK-knop (E)
Druk tijdens weergave van het bedieningspaneel of een
menu op deze knop om het geselecteerde item te
bevestigen.
Houd deze knop ingedrukt wanneer [Actief AF-gebied] is
ingesteld op [Selecteren], [Uitgebr. AF-gebied] of [Meerdere
AF-punten] om ofwel de stand 'AF-gebied wijzigen', ofwel
de richtingsknoppen in te stellen als de functie van de
pijltoetsen. (p.68, p.71)
k INFO-knop (G)
Wijzigt de weergavestijl op de monitor. (p.13, p.17)
l MENU-knop (F)
Toont een menu. Druk, terwijl het menu wordt getoond,
op deze knop om terug te keren naar het vorige scherm. (p.23)
Over de vierwegbesturing
In deze handleiding wordt elke knop
van de vierwegbesturing aangeduid
zoals wordt getoond in de afbeelding
aan de rechterzijde.
KP-OPM-NL.book Page 12 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
1
Inleiding
13
Met deze camera kunt u opnamen maken terwijl u door de
zoeker kijkt, of terwijl u naar het beeld op de monitor kijkt.
Als u de zoeker gebruikt, kunt u opnamen maken terwijl u het
statusscherm op de monitor bekijkt en door de zoeker kijkt.
(p.48) Als u de zoeker niet gebruikt, dan kunt u opnamen maken
terwijl u kijkt naar het beeld van de Live weergave die op de
monitor wordt getoond. (p.50)
De camera staat in de “standby-stand” als deze klaar is voor
het maken van opnamen, zoals tijdens weergave van het
statusscherm of Live weergave. Druk op G in de standby-stand
als u het “bedieningspaneel” wilt weergeven en instellingen wilt
wijzigen. (p.22) U kunt het informatietype dat getoond wordt in
de standby-stand, wijzigen door op G te drukken terwijl het
bedieningspaneel wordt getoond. (p.16)
t Memo
U kunt de displaykleur van het statusscherm,
het bedieningspaneel en de menucursor instellen
bij “Basisinstellingen” (p.46).
Symbolen en indicaties op het
scherm
Monitor
Opnamestand
G
G
10:23
10:23
99 99 9
99999
99 99 9
99999
99 99 9
99999
Statusscherm
Statusscherm
Statusscherm
Aangepaste opname
Aangepaste opname
Aangepaste opname
Helder
Helder
Helder
02/02/2017
02/02/2017
KP-OPM-NL.book Page 13 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
1
Inleiding
14
De instellingen voor het maken van opnamen worden getoond.
Statusscherm
Live weergave
t Memo
Bij [Live weergave] in menu A5 en C2 kunt u de
display-instellingen van Live weergave wijzigen. (p.27, p.32)
Standby-stand
1 Opnamestand (p.54)
2 Belichtingsgeheugen
(p.57)
3 Aangepaste opname
(p.83)
4 Helderheid (p.87)/
Huidtint (p.87)/Digitaal
filter (p.85)/HDR-opname
(p.86)/Pixelverschuiv.
resolutie (p.88)
5 AA-filtersimulator (p.89)
6 Elektronische sluiter (p.58)
7 Status gps-positionering
(p.135)
8 Wi-Fi-verbindingsstatus
(p.103)
9 Autom. lichtmeting (p.64)
10 Shake Reduction/
Horizoncorrectie/Movie
SR/Compositie
aanpassen (p.90)
11 Batterijniveau
12 Hulp e-knop
13 Sluitertijd
14 Diafragmawaarde
15 Gevoeligheid (p.62)
16 Belichtingscorrectie
(p.64)/Bracketing (p.74)
17 LW-staafgrafiek
18 Bedieningsaanwijzing
voor Smart-functie (p.21)
19 Scherpstellingsmethode
(p.67)
1
12 12
10
14
11
15
13
17
16
18 19
21
23
3130
29
2726
2524
28
22
15
20
12
12
9234 5678
102400102400
1/1/
250250
FF
5.65.6
99 99 999999
G1 A1G1A1
+1 .0+1.0
+1.7
EV
+1.7
EV
1/
2000
1/
2000
F2.8
F2.8
102400
102400
9999
9999
±0EV
±0EV
1/
180
1/
180
F2.8
F2.8
1600
1600
9999
9999
12022233 4 9 11
27
29
10876
31
17
2
35
16
30 36 3713 14 15 28
18
32
26
33
34
20 Flitsinstelling (p.65)/
Draadloos moduskanaal
(p.134)
21 Scherpstelgebied
(AF-punt) (p.68)
22 Transportstand (p.72)/
Aantal opnamen tijdens
Meerdere opnamen of
Intervalopname
23 Witbalans (p.80)
24 Flitsbelichtingscompensatie
(p.65)
25 Fijnafstemming witbalans
(p.81)
26 Vergrend. bed.elem.
(p.57)
27 Externe invoerappar.
(p.60)
28 Bestandsindeling (p.54)
29 Geheugenkaart
30 Aantal foto’s dat kan
worden gemaakt/
resterende opnameduur
voor video’s
31 Bedieningsaanwijzingen
32 Temperatuurwaarschuwing
33 Histogram
34 Elektr. waterpas
(horizontale kanteling)
(p.20)
35 Elektr. waterpas
(verticale kanteling)
(p.20)
36 Gezichtsherkenningskader
(wanneer [Actief AF-
gebied] is ingesteld op
[Gezichtsherkenning])
(p.71)
37 Rasterweergave
(p.27, p.32)
KP-OPM-NL.book Page 14 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
1
Inleiding
15
De volgende functies worden weergegeven in de
standaardinstelling.
Stand A
Stand C
t Memo
Raadpleeg “Het bedieningspaneel gebruiken” (p.22) voor
informatie over hoe het bedieningspaneel wordt gebruikt.
De weergegeven functies op het bedieningspaneel kunnen
worden aangepast. (p.22)
Bedieningspaneel
1 Functienaam
2 Instelling
3 Geheugenkaart
4 Aantal foto’s dat kan
worden gemaakt/
resterende opnameduur
voor video’s
5 Aangepaste opname
(p.83)
6 Overbelichtingscorr. (p.86)
7 Schaduwcorrectie (p.86)
8 Ruisond. lange sltrtijd
(p.56)
9 Ruisond. hoge ISO-wrd
(p.63)
10 Helderheid (p.87)
11 Huidtint (p.87)
12 Digitaal filter (p.85)
13 HDR-opname (p.86)
14 Pixelverschuiv.resolutie
(p.88)
15 Vervormingscorrectie
(p.87)
16 Perifere verlichtings-
correctie (p.87)
17 Horizoncorrectie
18 AA-filtersimulator (p.89)
19 Shake Reduction/Movie
SR
20 AF-modus (p.68, p.70)
21 Selectie sluiterstand
(p.58)
22 Bestandsindeling (p.54)
23 JPEG-resolutie (p.54)/
Videoresolutie (p.54)
10:2310:23
1
2
34
98
11
16
21
10
15
20
12
65
7
17
22
13
18
23 24
14
19
33 3534
99 99 999999
Aangepaste opnameAangepaste opnameAangepaste opname
Helder
HelderHelder
02/02/201702/02/2017
10:23
10:23
1
2
1912
26
30
25
29
27
65
7
31
23
24
28
32
33
3534
9: 59 5 9
9:59’59”
34
Overbelichtingscorr.
Overbelichtingscorr.
Overbelichtingscorr.
Auto
Auto
Auto
02/02/2017
02/02/2017
24 Wi-Fi (p.104)
25 Actief AF-gebied (p.68,
p.71)
26 Scherpe contouren (p.70)
27 Autom. lichtmeting (p.64)
28 Beeldsnelheid (p.54)
29 Niveau opnamegeluid
(p.59)
30 Externe invoerappar.
(p.60)
31 Rasterweergave (p.32)
32 AF-hulplicht (p.25)
33 Actuele datum en tijd
34 Bestemmingstijd (p.127)
35 Bedieningsaanwijzing
voor aanpassing van het
bedieningspaneel (p.22)
KP-OPM-NL.book Page 15 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
1
Inleiding
16
U kunt instellen welk informatietype
wordt weergegeven in de standby-
stand door op G te drukken
terwijl het bedieningspaneel wordt
weergegeven. Gebruik CD om het
type te selecteren en druk op E.
Wanneer opnamen worden gemaakt
met de zoeker
Opnamen maken met Live weergave
t Memo
Het statusscherm wordt weergegeven wanneer de camera
wordt uitgezet en weer wordt aangezet. Als de camera wordt
uitgezet en weer wordt aangezet terwijl [Display opname-info]
ingesteld is op Z (Aan) bij [Geheugen] in het menu A5,
verschijnt het scherm dat is geselecteerd op het scherm voor
selectie van het display van de opname-informatie. (p.123)
Wanneer [Opties LCD-display] wordt toegewezen aan
het functiewiel, kunt u de display veranderen door de
Smart-functie te gebruiken. (p.21, p.117)
Opname-info display
Status-
scherm
Toont de instellingen voor het maken
van opnamen met de zoeker. (p.14)
Elektr.
waterpas
Geeft de camerahoek
weer.
In het midden van
het scherm wordt
een staafgrafiek
weergegeven die
de horizontale
camerahoek
aangeeft, en aan de
rechterzijde wordt
een staafgrafiek weergegeven die de verticale
camerahoek aangeeft. De indicatorsegmenten
op de grafieken worden in rood weergegeven
wanneer de hoek het bereik overschrijdt dat in
de staafgrafieken kan worden weergegeven.
Weergave uit Er wordt niets op het scherm getoond.
102400
102400
99 999
99999
Statusscherm
Statusscherm
1/
250
1/
250
F5.6F5.6 16001600 0.00.0
Voorbeeld:
1,5° naar links gekanteld
(geel) Verticaal waterpas
(groen)
Elektronisch
kompas
Geeft de huidige
geografische
breedte, lengte,
hoogte, richting,
UTC (Coordinated
Universal Time),
opnamestand en
belichtingswaarde weer. Zet de camera
uit en weer aan om terug te keren naar het
statusscherm.
Alleen beschikbaar als de optionele GPS-unit
bevestigd is op de camera en ingeschakeld is.
(p.135)
Standaard
infoweergave
Het beeld van Live weergave en de instellingen
voor het maken van opnamen met Live
weergave worden weergegeven. (p.14)
Elektr.
waterpas
Hetzelfde elektronische niveau wordt getoond
als bij het maken van opnamen met de zoeker.
Geen
infoweergave
Bepaalde pictogrammen, zoals die voor de
opnamestand en de transportstand, worden
niet getoond.
1/
250
1/
250
F5.6
F5.6
1600
1600
0.0
0.0
10:00:00
10:00:00
N
36°45.410'
N
36°45.410'
W140°02.000'
W140°02.000'
89m
89m
02/02/2017
02/02/2017
KP-OPM-NL.book Page 16 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
1
Inleiding
17
De gemaakte opname en opname-informatie worden
weergegeven in de enkelbeeldweergave van de weergavestand.
Druk op G om het type informatie te wijzigen dat wordt
weergegeven in de enkelbeeldweergave. Gebruik CD om het
type te selecteren en druk op E.
t Memo
U kunt instellen dat overbelichte gebieden rood gaan
knipperen in de Standaard infoweergave, Histogram-
weergave en Geen infoweergave. Stel dit in bij [Overbelichting]
van [LCD-display] in menu B1. (p.33)
Het scherm dat is geselecteerd in het scherm voor selectie
van het display van de weergave-info, wordt weergegeven
in de weergavestand wanneer de camera wordt uitgezet
en weer wordt aangezet. Indien [Display weergave-info]
is ingesteld op Y (Uit) bij [Geheugen] in menu A5, dan
verschijnt de Standaard infoweergave altijd als eerste
wanneer de camera wordt aangezet. (p.123)
Wanneer [Opties LCD-display] wordt toegewezen aan
het functiewiel, kunt u de display veranderen door de
Smart-functie te gebruiken. (p.21, p.117)
Weergavestand
Standaard
infoweergave
De gemaakte opname, de
bestandsindeling, de
belichtingsparameters, en de indicaties
van de bedieningsaanwijzingen
worden weergegeven.
Gedetailleerde
infoweergave
Op het scherm worden details
weergegeven over hoe en wanneer de
opname werd gemaakt. (p.18)
Histogramweergave
De gemaakte opname en het
helderheidshistogram worden getoond.
(p.19)
Niet beschikbaar tijdens het afspelen
van video's.
RGB-histogram-
weergave
De gemaakte opname en het RGB-
histogram worden getoond. (p.19)
Niet beschikbaar tijdens het afspelen
van video's.
Geen infoweergave
Enkel de gemaakte opname wordt
weergegeven.
1/
2000
1/
2000
F2.8F2.8 200200 +0.3+0.3
100-0001100-0001
1/
2000
1/
2000
F2.8F2.8 200200 +0.3+0.3
100-0001100-0001
G
Standaard infoweergaveStandaard infoweergave
KP-OPM-NL.book Page 17 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
1
Inleiding
18
Gedetailleerde infoweergave
1 Gemaakte opname
2 Rotatie-informatie (p.94)
3 Opnamestand (p.54)
4 Wi-Fi-verbindings-
status (p.103)
5 Beveiligingsinstelling
(p.123)
6 Mapnummer-bestands-
nummer (p.124)
7 Transportstand (p.72)
8 Flitsinstelling (p.65)
9 Flitsbelichtingscompensatie
(p.65)
10 Scherpstellingsmethode
(p.67)
11 Autom. lichtmeting (p.64)
12 Scherpstelgebied
(AF-punt) (p.68)
13 Sluitertijd
14 Diafragmawaarde
15 Gevoeligheid (p.62)
16 Belichtingscorrectie
(p.64)
1
3
3
4
9
14
18
24 25 26
33
40
39
39
39
40
34 35
32 33 43
36 37
27 28 29 30 31
32
19 20 21 22
23
15 16
17
18
17
10
8
12
13
14
13
38
38
11
65
45
45
6
6
45
46
44
4448
49
50
51
47
42
11
3
7
41
15 16
19
28 29 31
37
7
2
2
1
1
+1.0
+1.0
1/
2000
1/
2000
F2.8
F2.8
55.0mm
55.0mm
102400
102400
5000K
5000K
100-0001
100-0001
+1.5
+1.5
±
0
±
0
±
0
±
0
±
0
±
0
±
0
±
0
±
0
±
0
10:30
10:30
10'10"
10'10"
G1A1
G1A1
100-0001
100-0001
0m
0m
123°
123°
N
345.410'
N
36°45.410'
10:00:00
10:00:00
W140°02.000'
W140°02.000'
1/
125
1/
125
F8.0
F8.0
55.0mm
55.0mm
1600
1600
5000K
5000K
100-0001
100-0001
+1.5
+1.5
±
0
±
0
±
0
±
0
±
0
±
0
±
0
±
0
±
0
±
0
10:30
10:30
G1A1
G1A1
02/02/2017
02/02/2017
02/02/2017
02/02/2017
02/02/2017
02/02/2017
17 Witbalans (p.80)
18 Fijnafstemming witbalans
(p.81)
19 Digitaal filter (p.85)
20 HDR-opname (p.86)/
Pixelverschuivingsresolutie
(p.88)
21 Helderheid (p.87)
22 Huidtint (p.87)
23 Vervormingscorrectie
(p.87)
24 Perifere verlichtings-
correctie (p.87)
25 Laterale chromatische
aberratie-instelling (p.87)
26 Diffractiecorrectie (p.87)
27 Correctie kleurrand
(p.100)
28 Overbelichtingscorrectie
(p.86)
29 Schaduwcorrectie (p.86)
30 AA-filtersimulator (p.89)
31 Shake Reduction/
Horizoncorrectie/
Video SR
32 Bestandsindeling (p.54)
33 JPEG-resolutie (p.54)/
Videoresolutie (p.54)
34 JPEG-kwaliteit (p.54)
35 Kleurruimte (p.54)
36 Correctie kleurmoiré
(p.97)
37 Brandpuntsafstand
objectief
38 Aangepaste opname
(p.83)
39 Bedieningsaanwijzingen
40 Opnamedatum en -tijd
41 Tijdsduur van de
opgenomen video
42 Niveau opnamegeluid
(p.59)
43 Beeldsnelheid (p.54)
44 Waarschuwing voor
opname waarmee is
geknoeid
45 Fotograaf (p.126)
46 Copyrighthouder (p.126)
47 Geografische hoogte
48 Richting van het objectief
49 Geografische breedte
50 Geografische lengte
51 UTC
KP-OPM-NL.book Page 18 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
1
Inleiding
19
Gebruik AB om te wisselen tussen het helderheidshistogram
en het RGB-histogram.
Informatie wordt getoond in de zoeker als opnamen worden
gemaakt met de zoeker.
Histogramweergave
1 Histogram (Helderheid)
2 RGB-histogram/
Helderheidshistogram
3 Beveiligingsinstelling
4 Mapnummer-
bestandsnummer
5 RAW-data opslaan
6 Bestandsindeling
7 Sluitertijd
8 Diafragmawaarde
9 Gevoeligheid
10 Belichtingscorrectie
11 Histogram (R)
12 Histogram (G)
13 Histogram (B)
100-0001100-0001
1/
2000
1/
2000
F2.8F2.8 200200 +0.3+0.3
100-0001100-0001
1/
2000
1/
2000
F2.8F2.8 200200 +0.3+0.3
134
5
2
11
12
13
6 7 8 9 10
34251
6 7 8 109
Helderheidshistogram
RGB-histogram
BA
Zoeker
1 AF-kader (p.49)
2 Puntmeetkader (p.64)
3 AF-punt (p.68)
4 Flitsindicatie (p.65)
5 Scherpstellingsmethode
(p.67)
6 Sluitertijd/AF-modus
(p.68)/Belichtingstijd voor
getimede belichting in
stand M/Aantal opnamen
voor Bracketing
7 Diafragmawaarde/
Bracketwaarde voor
Bracketing
8 Scherpstelindicatie (p.49)
9 LW-staafgrafiek/Elektr.
waterpas (p.20)
10 ISO/ISO AUTO
11 Gevoeligheid (p.62)/
Belichtingscompensatie-
waarde/Beeldopslag-
capaciteit/Draadloos
moduskanaal (p.134)/
Actief AF-gebied (p.68)
S Auto (27 AF-
punten)
M Zoneselectie
N Selecteren
O Uitgebr. AF-
gebied (S)
P Uitgebr. AF-
gebied (M)
Q Uitgebr. AF-
gebied (L)
R Spot
12 Belichtingsgeheugen
13 AF-gebied wijzigen (p.68)
1
4
19
181716151413
61011
12
2
1
3
5 7 8 9
KP-OPM-NL.book Page 19 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
1
Inleiding
20
t Memo
De informatie wordt weergegeven in de zoeker wanneer
0 half wordt ingedrukt, of tijdens de bedrijftijd van de
lichtmeter (standaardinstelling: 10 sec.). U kunt de bedrijftijd
van de lichtmeter wijzigen bij [3 Bedrijftijd lichtmtr] in menu
E1. (p.37)
Het AF-punt gebruikt voor autofocus verschijnt in het rood
(AF-punt weergeven) wanneer 0 half wordt ingedrukt.
U kunt deze functie uitzetten bij [AF-punt weergeven]
van [Zoekeroverlay] in menu A5. (p.27)
U kunt de opnamescherpte
instellen in de zoeker met behulp
van de dioptriecorrectieknop.
Als het moeilijk is om de
dioptriecorrectieknop in te stellen,
trek de oogschelp dan omhoog en
verwijder deze. Wijzig de dioptrie-
instelling totdat het AF-kader in de zoeker scherp en duidelijk is.
U kunt controleren of de camera
horizontaal gekanteld is door de
elektronische waterpassen weer te
geven. De elektronische waterpas
voor de horizontale camerahoek kan
worden weergegeven in de zoeker en
de elektronische waterpassen voor
de verticale en horizontale camerahoeken kunnen worden
weergegeven op het Live Weergave-scherm. (p.14) Gebruik
h om de display aan of uit te zetten.
Voorbeelden van de elektronische waterpas in de zoeker
t Memo
U kunt een andere functie toekennen aan h (Y). Ook kunt
u [Elektr. waterpas] aan X of Z toewijzen. (p.114)
U kunt bij [Zoekeroverlay] en [Live weergave] in menu A5
selecteren of u de elektronische waterpas wilt weergeven.
(p.27)
14 Meerdere opnamen
(p.78)
15 Autom. lichtmeting (p.64)
16 Shake Reduction
17 Belichtingscompensatie
(p.65)
18 Belichtingscorrectie
(p.64)/Bracketing (p.74)
19 Bestandsindeling (p.54)
Elektr. waterpas
KP-OPM-NL.book Page 20 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
1
Inleiding
21
Druk op ABCD in de standby-stand.
U kunt instellingen gemakkelijk
wijzigen met twee wieltjes: het
functiewiel en het instelwiel. Gebruik
het functiewiel (1) om de gewenste
functie te selecteren, en gebruik het
instelwiel (2) om de instelwaarde
van de geselecteerde functie te
wijzigen.
De volgende functies kunnen worden geselecteerd.
U kunt functies toekennen aan C1, C2 en C3 bij [Knoppen
aanpassen] in menu A5. (p.117)
De toegewezen functies kunnen
worden geraadpleegd op het
statusscherm of het Live Weergave-
scherm wanneer aan het functiewiel
of instelwiel wordt gedraaid.
Hoe functie-instellingen worden
gewijzigd
De richtingsknoppen gebruiken
A
Gevoeligheid p.62
B
Witbalans p.80
C
Flitsinstelling p.65
D
Transportstand p.72
Gebruik van de Smart-functie
Functiewiel Functie Pagina
R
Schakelt de werking van het instelwiel uit.
AE Wijzigt de lichtmeetmethode. p.64
HDR
Wijzigt het opnametype voor HDR-
opname.
p.86
CH/CL
Wijzigt de opnamesnelheid voor
Continuopname.
p.73
C1
Wijzigt de afwerking van de opname voor
Aangepaste opname
(standaardinstelling).
p.83
C2
Wijzigt het opnametype van AA-
filtersimulator (standaardinstelling).
p.89
C3
Wijzigt de helderheid van de monitor
(standaardinstelling).
p.120
1
2
99 999
99999
Aangepaste opname
Aangepaste opname
KP-OPM-NL.book Page 21 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
1
Inleiding
22
Druk op G in de standby-stand.
t Memo
Welke items kunnen worden geselecteerd, hangt af van
de huidige camera-instellingen.
Als er tijdens weergave van het bedieningspaneel circa
1 minuut lang geen bedieningshandeling heeft
plaatsgevonden, keert de camera terug naar de standby-
stand.
De functies die worden weergegeven op het bedieningspaneel,
kunnen worden aangepast.
Sommige functies in de menu's A, C en D kunnen worden
opgeslagen als bedieningspaneelitems. Raadpleeg “Menulijst”
(p.24) voor meer info over de functies die kunnen worden
opgeslagen.
1 Druk op G in de standby-stand.
Het bedieningspaneel wordt weergegeven.
2 Druk op Z.
Het aanpassingsscherm verschijnt.
3 Gebruik ABCD om de
functie te selecteren die u
wilt wijzigen.
Druk op M als u terug wilt gaan
naar de standaardinstelling.
4 Druk op E.
In het vervolgkeuzemenu worden de selecteerbare functies
getoond.
5 Gebruik AB om de functie
te selecteren die u wilt
opslaan.
Selecteer [--] als u geen enkele
functie wilt opslaan.
6 Druk op E.
Het scherm van stap 3 verschijnt opnieuw.
7 Druk op Z.
Het bedieningspaneel verschijnt opnieuw.
8 Druk op F.
De camera keert terug naar de standby-stand.
Het bedieningspaneel gebruiken
999 99
99999
999 99
99999
10:23
10:23
Annul.
Annul.
OK
OK
02/02/2017
02/02/2017
HDR-opname
HDR-opname
HDR-opname
Uit
Uit
Uit
HDR-opname
HDR-opname
HDR-opname
Uit
Uit
Uit
Bedieningspaneel aanpassen
Selecteer de locatie van het
Selecteer de locatie van het
Selecteer de locatie van het
item dat u wilt wijzigen
item dat u wilt wijzigen
item dat u wilt wijzigen
Reset
Reset
OK
OK
Aangepaste opname
Aangepaste opname
Aangepaste opname
Actief AF-gebied
Actief AF-gebied
Actief AF-gebied
Annul.
Annul.
OK
OK
KP-OPM-NL.book Page 22 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
1
23
Inleiding
De meeste functies worden ingesteld vanuit de menu’s.
t Memo
Bij de menu’s van de persoonlijke instellingen (E-menu's) kunt u het instellingenscherm van het volgende item weergeven in de
volgorde van de menulijst door aan R te draaien terwijl het submenu van het momenteel geselecteerde item wordt weergegeven
op de monitor.
Druk op F om de eerste tab weer te geven van de menu’s die voor de camera-instellingen op dat moment het meest geschikt
zijn. Als u de laatst geselecteerde menutab als eerste wilt weergeven, stelt u dit in bij [21 Menulocatie opslaan] in menu E3.
De instellingen die zijn gewijzigd met de menu's, de richtingsknoppen, de Smart-functie, het bedieningspaneel en het
weergavepalet worden naar de standaardwaarde teruggezet met [Reset] in menu D5. Als u de ingestelde waarden van de menu’s
van de persoonlijke instellingen wilt terugzetten naar de standaardwaarde, gebruikt u [Reset pers.instellingen] in menu E4.
(Sommige instellingen zijn niet van toepassing.)
Gebruik van de menu’s
1
3
3
1
AF met zoeker
AF met zoeker
AF-hulplicht
AF-hulplicht
ISO AUTO-instelling
ISO AUTO-instelling
Programmalijn
Programmalijn
ISO AUTO-instelling
ISO AUTO-instelling
Programmalijn
Programmalijn
Autom. lichtmeting
Autom. lichtmeting
Aangepaste opname
Aangepaste opname
AF met Live weergave
AF met Live weergave
Einde
Einde
Huidtint
Huidtint
Helderheid
Helderheid
HDR-opname
HDR-opname
Digitaal filter
Digitaal filter
Pixelverschuiv.resolutie
Pixelverschuiv.resolutie
Sterrenvolger
Sterrenvolger
Huidtint
Huidtint
Helderheid
Helderheid
HDR-opname
HDR-opname
Digitaal filter
Digitaal filter
Pixelverschuiv.resolutie
Pixelverschuiv.resolutie
Sterrenvolger
Sterrenvolger
Einde
Einde
Annul.
Annul.
OK
OK
Einde
Einde
Actief AF-gebied
Actief AF-gebied
Scherpe contouren
Scherpe contouren
AF met Live weergave
AF met Live weergave
AF.S-instelling
AF.S-instelling
AF met zoeker
AF met zoeker
AF-hulplicht
AF-hulplicht
Autom. lichtmeting
Autom. lichtmeting
Aangepaste opname
Aangepaste opname
AF met Live weergave
AF met Live weergave
Gebruik AB om een item te selecteren.
Gebruik R om een andere
menutab te selecteren.
Druk op F om het
menuscherm te verlaten.
Menutabs
Druk op D om het pop-up-
menu op te roepen.
Druk op D om het
submenu op te
roepen.
Druk op E om het geselecteerde
item te bevestigen.
Druk op F om het pop-up-
menu te annuleren.
Druk op F om terug te gaan naar
het vorige scherm.
Gebruik AB om een item
te selecteren.
Gebruik Q om een andere menucategorie te
selecteren.
KP-OPM-NL.book Page 23 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
1
24
Inleiding
Menulijst
Menu’s voor opnemen
Onderdeel Functie
Standaardinstelling
Pagina
A1
Aangepaste opname
*1 *2
Stelt de afwerking van de opname in met betrekking tot
bijvoorbeeld kleur en contrast voordat de opname wordt
gemaakt.
Helder p.83
AF met
zoeker
AF-modus
*1 *2
Selecteert de autofocusstand als opnamen worden
gemaakt met de zoeker.
x
p.68
Actief AF-gebied
*1 *2
Selecteert het gebied waarin scherp wordt gesteld als
opnamen worden gemaakt met de zoeker.
Auto (27 AF-
punten)
p.68
AF.S-instelling
Stelt in wat de prioriteit van acties is voor wanneer de
AF-modus is ingesteld op x en 0 volledig wordt
ingedrukt.
Scherpstellings-
voorkeuze
p.67
Actie 1e beeldje AF.C
Stelt in wat de prioriteit van acties is voor het eerste beeldje
als de AF-modus is ingesteld op y en 0 volledig
wordt ingedrukt.
Auto
Actie bij AF.C Continu
Stelt in wat de prioriteit van acties is tijdens Continuopname
voor wanneer de AF-modus ingesteld is op y.
Auto
AF-status vasthouden
Handhaaft de scherpstelling gedurende een bepaalde
hoeveelheid tijd wanneer het onderwerp uit het geselecteerde
scherpstelgebied verdwijnt nadat er scherp gesteld is.
Zwak
AF met
Live
weergave
Actief AF-gebied
*1 *2
Selecteert het gebied waarin scherp wordt gesteld als
opnamen worden gemaakt met Live weergave.
Gezichts-
herkenning
p.71
Scherpe contouren
*1 *2
Benadrukt de omtrek en het contrast van het onderwerp
waarop u scherp stelt en maakt het gemakkelijker om de
scherpstelling te controleren.
Uit
p.70
AF.S-instelling
Stelt de prioriteit van acties in voor wanneer 0
volledig wordt ingedrukt.
Scherpstellings-
voorkeuze
KP-OPM-NL.book Page 24 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
1
25
Inleiding
A1
AF-hulplicht
*1
Doet het hulplicht branden tijdens autofocus op donkere
locaties.
Aan p.68
Autom. lichtmeting
*1
Selecteert het gedeelte van de sensor dat moet worden
gebruikt voor het meten van de helderheid en het bepalen
van de belichting.
Meervlaks p.64
ISO
AUTO-
instelling
ISO-bereik
(maximum)
*1
Stelt de bovenste limietwaarde in voor ISO AUTO. ISO 6400
p.62
ISO-bereik (minimum) Stelt de onderste limietwaarde in voor ISO AUTO. ISO 100
ISO-gevoeligh.opties
*1
Hiermee stelt u in of de maximale sluitertijd automatisch of
handmatig moet worden ingesteld.
AUTO
Minimum sluitertijd
Selecteert de sluitertijdoptie of stelt de maximale sluitertijd
in.
Stand.
Programmalijn
*1 *2
Selecteert de instelling van de programmalijn. Stand. p.56
Belich-
tings-
functie
*3
Belichtingsfunctie
Wijzigt tijdelijk de belichtingsstand als het moduswiel
ingesteld is op een van de standen O t/m 5.
G
p.122
Programmalijn
Selecteert de instelling van de programmalijn wanneer het
moduswiel is ingesteld op een van de standen O t/m 5.
Stand.
A2
Selectie sluiterstand
*1 *2
Hiermee schakelt u tussen de mechanische sluiter en de
elektronische sluiter.
Mechanische
sluiter
p.58
Opname-
instell.
foto's
Bestandsindeling
*1
Stelt de bestandsindeling van opnamen in.
JPEG
p.54
JPEG-resolutie
*1 *2
Stelt de opnamegrootte van JPEG-opnamen in.
q
JPEG
kwaliteitsniveau
*1
Stelt de kwaliteit van JPEG-opnamen in.
m
RAW-formaat Stelt de RAW-bestandsindeling in.
PEF
Kleurruimte Stelt de te gebruiken kleurruimte in.
sRGB
Instel-
lingen
D-range
Overbelichtingscorr.
*1
Breidt het dynamisch bereik uit en voorkomt overbelichte
gebieden.
Auto
p.86
Schaduwcorrectie
*1
Breidt het dynamisch bereik uit en voorkomt onderbelichte
gebieden.
Auto
Onderdeel Functie
Standaardinstelling
Pagina
KP-OPM-NL.book Page 25 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
1
26
Inleiding
A2
Ruison-
derdruk-
king
Ruisond. lange
sltrtijd
*1
Selecteert de ruisonderdrukkingsinstelling voor het maken
van opnamen met een lage sluitertijd.
Auto p.56
Ruisond. hoge
ISO-wrd
*1
Selecteert de ruisonderdrukkingsinstelling voor het maken
van opnamen met een hoge ISO-gevoeligheid.
Auto p.63
A3
Helderheid
*1
Wijzigt de helderheid van opnamen met behulp van
een beeldverwerkingsprogramma.
±0 p.87
Huidtint
*1
Versterkt de huidtint van het onderwerp in de opname
met behulp van een beeldverwerkingsprogramma.
Uit p.87
Digitaal filter
*1
Past een digitaal filtereffect toe bij het maken van opnamen. Geen filter p.85
HDR-
opname
HDR-opname *
1
Maakt instellingen voor opnamen met een hoog dynamisch
bereik.
Uit
p.86Bracketwaarde ±2 LW
Automatisch uitlijnen Aan
Pixelver-
schuiv.
resolutie
Pixelverschuiv.resolutie
Voegt meerdere opnamen samen en produceert een
high-definition opname.
Uit
p.88
Bewegingscorrectie
*1
Aan
STERRENVOLGER
*1
Verricht instellingen voor het volgen en vastleggen
van hemellichamen.
Uit p.135
A4
AA-filtersimulator
*1 *2
Past een low-pass filtereffect toe met gebruik van
het Shake Reduction-mechanisme.
Uit p.89
Shake Reduction
*1
Activeert de functie Shake Reduction. Aan
Horizoncorrectie
*1
Corrigeert horizontale kanteling in de stand A. Uit
Compositie aanpassen
*1
Stelt u in staat om de compositie van uw opname met
gebruik van het Shake Reduction-mechanisme aan
te passen.
Uit p.90
Onderdeel Functie
Standaardinstelling
Pagina
KP-OPM-NL.book Page 26 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
1
27
Inleiding
A4
Objectief-
correctie
Vervormings-
correctie
*1
Vermindert vervormingen en chromatische aberraties die
optreden als gevolg van objectiefeigenschappen.
Uit
p.87
Perifere verlicht.
corr.
*1
Vermindert perifere lichtvermindering die optreedt als
gevolg van objectiefeigenschappen.
Uit
Aanp. Lat. Chr. Abb.
*1
Vermindert laterale chromatische aberraties die optreden
als gevolg van objectiefeigenschappen.
Aan
Diffractiecorrectie
*1
Corrigeert wazigheid die wordt veroorzaakt door diffractie
bij gebruik van een kleine diafragmaopening.
Aan
Inv brandp afstand
*1
Stelt de brandpuntsafstand in bij het gebruik van een
objectief dat niet automatisch objectiefinformatie kan
doorgeven.
35mm
p.133
A5
Zoeker-
overlay
Elektr. waterpas
*1
Toont de elektronische waterpas onderaan de zoeker. Uit p.20
AF-punt weergeven Toont het actieve AF-punt in rood in de zoeker. Aan p.20
Live
weergave
Rasterweergave
*1 *2
Stelt het type en de kleur van de rasterlijnen in die worden
weergegeven tijdens Live weergave.
Uit, Zwart
p.51
Elektr. waterpas
*1
Toont het elektronisch niveau tijdens Live weergave. Aan
Histogramweergave Toont het histogram tijdens Live weergave. Uit
Overbelichting
Stelt in dat overbelichte gebieden in rood knipperen tijdens
Live weergave.
Uit
Flikkerreductie
Verlaagt de schermflikkering op het Live weergave-scherm
door de vermogensfrequentie in te stellen.
50Hz
Moment-
controle
Weergavetijd Stelt de weergavetijd in voor Momentcontrole. 1sec
p.49
Controle met vergrot. Toont de vergrote opname tijdens Momentcontrole. Aan
RAW-data opslaan Slaat tijdens Momentcontrole de RAW-gegevens op. Aan
Wissen Verwijdert de getoonde opname tijdens Momentcontrole. Aan
Histogramweergave Toont het histogram tijdens Momentcontrole. Uit
Overbelichting
Stelt in dat overbelichte gebieden in rood knipperen tijdens
Momentcontrole.
Uit
Onderdeel Functie
Standaardinstelling
Pagina
KP-OPM-NL.book Page 27 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
1
28
Inleiding
A5
Andere
weerg.-
instell.
Hulpdisplay
Geeft de bedieningsaanwijzingen weer op het
statusscherm en het Live weergave-scherm als de
knoppen en wielen worden bediend.
Aan p.49
Weerg. kleur
Stelt de weergavekleur van het statusscherm, het
bedieningspaneel en de menucursor in.
1
p.47
Knoppen
aanpas-
sen
Fx1-knop Stelt de functie in voor wanneer op X wordt gedrukt.
1x voor
bestandsform.
p.114
Fx2-knop Stelt de functie in voor wanneer op Y wordt gedrukt. Elektr. waterpas
Fx3-knop Stelt de functie in voor wanneer op Z wordt gedrukt.
Belichtings-
correctie
AF/AE-L-knop Stelt de functie in voor wanneer op f wordt gedrukt. AF1 inschakelen
Functiewiel
C1
Wijst de functies toe aan C1, C2 en C3 van het functiewiel.
Aangepaste
opname
p.117C2 AA-filtersimulator
C3
Beeldinstelling
buiten
Instelling
e-knoppen
G
Stelt voor elke belichtingsstand de werking in van Q /
R / M.
I, J, XG
p.119
H
–, ISO, –
I
I, –, –
J
–, J, –
K
I, J, GLINE
L
I, J, GLINE
Rotatie-
richting
Keert het effect om dat wordt verkregen als er aan Q of
R wordt gedraaid.
Naar rechts
roteren
Onderdeel Functie
Standaardinstelling
Pagina
KP-OPM-NL.book Page 28 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
1
29
Inleiding
A5
Geheu-
gen
Gevoeligheid
Bepaalt welke instellingen moeten worden opgeslagen
wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
Aan
p.123
Belichtingscorrectie Aan
Flitsinstelling Aan
Belichtingscompensatie Aan
Transportstand Aan
Witbalans Aan
Aangepaste opname Aan
Helderheid Uit
Huidtint
Bepaalt welke instellingen moeten worden opgeslagen
wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
Uit
p.123
Digitaal filter Uit
HDR-opname Uit
Pixelverschuiv.resolutie Uit
Compositie aanpassen Aan
Display opname-info Uit
Display weergave-info Aan
Beeldinstelling buiten Uit
Nachtweerg. LCD-disp. Uit
Vergrend. bed.elem. Aan
Onderdeel Functie
Standaardinstelling
Pagina
KP-OPM-NL.book Page 29 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
1
30
Inleiding
*1 Beschikbaar als een bedieningspaneelitem.
*2 Beschikbaar als een functie van het functiewiel.
*3 De functie verschijnt alleen in de standen O t/m 5.
A5
USER-
stand
opslaan
Instellingen opslaan
U kunt veelgebruikte opname-instellingen opslaan onder
O t/m 5 van het moduswiel.
HDR-LAND-
SCHAP, MACRO,
ASTROFOTO,
HANDMATIG
OBJECTIEF
p.121
USER-st. hernoemen
Wijzigt de namen van de opgeslagen USER-standen om
weer te geven op de monitor.
HDR-
LANDSCHAP,
MACRO,
ASTROFOTO,
HANDMATIG
OBJECTIEF,
USER5
Opgesl. instellingen
control.
Geeft de instellingen opgeslagen in de USER-standen
weer.
USER-stand resetten
Zet alle instellingen opgeslagen in de USER-standen terug
naar de standaardinstelling.
Onderdeel Functie
Standaardinstelling
Pagina
KP-OPM-NL.book Page 30 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
1
31
Inleiding
Video-menu’s
Onderdeel Functie Standaardinstelling Pagina
C1
Aangepaste opname
*1 *2
Stelt de afwerking van de opname in met betrekking tot
bijvoorbeeld kleur en contrast voordat een video wordt
gemaakt.
Helder p.83
AF met
Live
weergave
AF-modus
*1 *2
Selecteert de autofocusstand als video-opnamen
worden gemaakt.
x
p.70
Actief AF-gebied
*1 *2
Selecteert het gebied waarin scherp wordt gesteld als
video-opnamen worden gemaakt.
Meerdere
AF-punten
p.71
Scherpe
contouren
*1 *2
Benadrukt de omtrek en het contrast van het onderwerp
waarop u scherp stelt en maakt het gemakkelijker om de
scherpstelling te controleren.
Uit p.70
AF-hulplicht
*1
Doet het hulplicht branden tijdens autofocus op donkere
locaties.
Aan p.68
Autom. lichtmeting
*1
Selecteert het gedeelte van de sensor dat moet worden
gebruikt voor het meten van de helderheid en het
bepalen van de belichting.
Meervlaks p.64
Opname-
instell.
films
Resolutie
*1 *2
Stelt de opnameresolutie van de video in.
u
p.54
Beeldsnelheid
*1
Stelt de beeldsnelheid van de video in. 30p
Niveau opnamegeluid
*1
Stelt het geluidsniveau voor het maken van video's in. Auto p.59
C2
Instellingen
D-range
Overbelichtingscorr.
*1
Breidt het dynamisch bereik uit en voorkomt overbelichte
gebieden.
Auto
p.86
Schaduwcorrectie
*1
Breidt het dynamisch bereik uit en voorkomt
onderbelichte gebieden.
Auto
Digitaal filter
*1
Past een digitaal filtereffect toe bij het maken van een
video.
Geen filter p.85
Movie SR
*1
Activeert de functie Shake Reduction. Aan
KP-OPM-NL.book Page 31 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
1
32
Inleiding
*1 Beschikbaar als een bedieningspaneelitem.
*2 Beschikbaar als een functie van het functiewiel.
C2
Live
weergave
Rasterweergave
*1 *2
Stelt het type en de kleur van de rasterlijnen in die
worden weergegeven tijdens Live weergave.
Uit, Zwart
p.14
Elektr. waterpas
*1
Toont het elektronisch niveau tijdens Live weergave. Aan
Histogramweergave Toont het histogram tijdens Live weergave. Uit
Overbelichting
Stelt in dat overbelichte gebieden in rood knipperen
tijdens Live weergave.
Uit
Flikkerreductie
Verlaagt de schermflikkering op het Live weergave-
scherm door de vermogensfrequentie in te stellen.
50Hz
Knoppen
aanpassen
AF/AE-L-knop Stelt de functie in voor wanneer op f wordt gedrukt. AF1 inschakelen p.114
Instelling
e-knop-
pen
m
Stelt voor elke belichtingsstand de werking in van Q /
R / M.
–, –, –
p.119
j
I, –, GLINE
n
–, J, GLINE
p
I, J, GLINE
o
I, J, GLINE
Rotatie-
richting
Keert het effect om dat wordt verkregen als er aan Q
of R wordt gedraaid.
Naar rechts roteren
Onderdeel Functie Standaardinstelling Pagina
KP-OPM-NL.book Page 32 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
1
33
Inleiding
Menu voor weergave
Onderdeel Functie Standaardinstelling Pagina
B1
Diavoor-
stelling
Weergaveduur Stelt een interval voor weergave van opnamen in. 3sec
p.94
Schermeffect
Stelt een overgangseffect in van de ene naar de andere
opname.
Uit
Weergeven herhalen
Start opnieuw een diavoorstelling vanaf het begin nadat
de laatste opname is weergegeven.
Uit
Autom. video afspelen Speelt video’s af tijdens een diavoorstelling. Aan
Alle beelden beveiligen Beveiligt alle opgeslagen opnamen in één keer. p.123
Alle opnamen verwijderen Verwijdert alle opgeslagen opnamen in één keer.
Snel zoomen
Bepaalt de aanvankelijke vergroting wanneer u opnamen
vergroot.
Uit p.52
Volume afspeelgeluid
Stelt het geluidsvolume in voor wanneer video wordt
weergegeven.
10 p.61
LCD-
display
Auto opnamerotatie
Roteert opnamen die zijn gemaakt terwijl de camera
verticaal werd gehouden of waarvan de rotatie-informatie
is gewijzigd.
Aan p.94
Rasterweergave Stelt het type en de kleur van de rasterlijnen in. Uit, Zwart p.52
Overbelichting
Stelt in dat overbelichte gedeelten in het rood knipperen
in de standaard infoweergave, histogramweergave of
geen infoweergave van de weergavestand.
Uit p.17
KP-OPM-NL.book Page 33 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
1
34
Inleiding
Menu’s voor algemene instellingen
Onderdeel Functie Standaardinstelling Pagina
D1
Language/W Wijzigt de taal.
English
p.46
Datum instellen Stelt de datum en tijd en de weergavenotatie in.
01/01/2017
p.47
Wereldtijd
Schakelt tussen de datum- en tijdweergave van uw
woonplaats en die van een opgegeven stad.
Thuistijd p.127
Tekstformaat
Vergroot de tekstgrootte als een menu-item wordt
geselecteerd.
Stand. p.46
Geluids-
effecten
Volume Stelt het geluidsvolume van pieptonen in.
3
Scherpgesteld
Stelt in of er een pieptoon moet klinken wanneer er is
scherpgesteld op het onderwerp.
Aan
p.49
AE-L
Stelt in of er een pieptoon moet klinken wanneer er de
belichtingswaarde is vergrendeld met f.
Aan
p.57
Zelfontspanner
Stelt in of er een pieptoon moet klinken tijdens het
aftellen voor het maken van opnamen met de
zelfontspanner.
Aan
p.74
Spiegel omhoog
Stelt in of er een pieptoon moet klinken tijdens het maken
van opnamen met spiegel omhoog vergrendeld.
Aan
p.77
AF-gebied wijzigen
Stelt in of er een pieptoon moet klinken wanneer de stand
'AF-gebied wijzigen' wordt gebruikt als de functie van de
pijltoetsen (ABCD).
Aan
p.69
1x voor bestandsform.
Stelt in of er een pieptoon moet klinken wanneer de
bestandsindeling wordt veranderd met X, Y of Z.
Aan
p.115
Elektr. waterpas
Stelt in of er een pieptoon moet klinken wanneer de
display van de elektronische waterpas aan of uit wordt
gezet met X, Y of Z.
Aan
p.20
Wi-Fi
Stelt in of er een pieptoon moet klinken wanneer
de Wi-Fi-functie aan of uit wordt gezet met X.
Aan
p.104
Nachtweerg.
LCD-disp.
Stelt in of er een pieptoon moet klinken wanneer de
Nachtweerg. LCD-disp. aan of uit wordt gezet met X.
Aan
p.136
KP-OPM-NL.book Page 34 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
1
35
Inleiding
D2
Instell. LCD-display
Stelt de helderheid, de verzadiging en de kleur van de
monitor in.
0
p.120
Beeldinstelling buiten
*1
*2
Stelt de helderheid van de monitor in voor het maken van
buitenopnamen.
Uit p.120
Nachtweerg. LCD-disp.
*1
Verandert de displaykleur van de monitor in het rood voor
opnamen in een donkere plaats zoals opnamen maken
bij nacht.
Uit p.136
Indicatie-
lampjes
Zelfontspanner
Stelt in of er het zelfontspannerlampje moet knipperen
tijdens het aftellen voor de transportstand
[Zelfontspanner].
Aan
p.120
LED-indicators GPS
Stelt in of de indicatielampjes moeten branden op de
GPS-unit wanneer die wordt bevestigd op de camera.
Aan
D3
Wi-Fi
*1
Activeert de Wi-Fi-functie. Uit p.104
GPS/E-
kompas
GPS-tijdsync. Past automatisch de datum- en tijdinstellingen aan. Aan
p.135
Kalibratie Voert een kalibratie van de richtingsinformatie uit.
USB-aansluiting
Stelt de USB-verbindingsstand in als deze camera wordt
aangesloten op een computer met een commercieel
verkrijgbare USB-kabel.
MSC p.102
Resolutie video-uitvoer
Stelt het uitgangsformaat in bij aansluiting op een
audiovisueel apparaat met een video-ingang.
Auto p.95
Externe invoerappar.
*1
Stelt het externe ingangsapparaat in dat is aangesloten
met het aansluitpunt voor een microfoon/
draadontspanner.
Autoselect p.60
Auto Uitsch.
Stelt de tijd in waarna de camera automatisch wordt
uitgeschakeld als binnen die tijd geen
bedieningshandelingen worden verricht.
1min p.46
D4
Nieuwe map maken Maakt een nieuwe map aan op de geheugenkaart. p.124
Mapnaam
Stelt de mapnaam in waarin de opnamen worden
opgeslagen.
Dat. p.124
Bestandsnaam
Stelt de bestandsnaam in die wordt toegewezen aan een
opname.
IMGP, _IMG p.125
Onderdeel Functie Standaardinstelling Pagina
KP-OPM-NL.book Page 35 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
1
36
Inleiding
*1 Beschikbaar als een bedieningspaneelitem.
*2 Beschikbaar als een functie van het functiewiel.
D4
Bestands-
nummer
Opeenvolgende
nummering
Continueert de volgnummering voor de bestandsnaam
wanneer een nieuwe map wordt aangemaakt.
Aan
p.126
Herstel bestandsnr.
Stelt de instelling voor de bestandsnummering terug,
en keert terug naar 0001 telkens wanneer een nieuwe
map wordt aangemaakt.
Copyrightinformatie
Stelt in of informatie over de fotograaf en copyright wordt
ingesloten in de Exif-gegevens.
Uit p.126
Formatteren Formatteert een geheugenkaart. p.48
D5
Pixeluitlijning
Brengt defecte pixels van de sensor in kaart en corrigeert
deze.
–p.138
Sensor stofvrij maken
Reinigt de sensor door hoogfrequentie (ultrasone)
trillingen toe te passen.
Aan, Aan p.138
Sensor reinigen
Zet de spiegel vast in de omhoog geklapte stand om de
sensor te kunnen reinigen met een blaasbalgje.
–p.138
Batterij kiezen
Stelt de batterijprioriteit in voor wanneer de optionele
batterijhouder wordt gebruikt.
Autoselect p.43
Certificeringsmerktek.
Toont de certificeringsmerktekens van conformiteit met
draadloze technische standaards.
–p.154
Info/opties firmware
Toont de firmwareversie van de camera. U kunt de
huidige firmwareversie controleren voordat een update
wordt uitgevoerd.
––
Reset
Stelt de instellingen terug van de richtingsknoppen, de
Smart-functie en voor de items van de A-menu’s, de
C-menu’s, menu B, de D-menu’s, het
bedieningspaneel en het weergavepalet.
––
Onderdeel Functie Standaardinstelling Pagina
KP-OPM-NL.book Page 36 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
1
37
Inleiding
Menu’s voor persoonlijke instellingen
Onderdeel Functie Standaardinstelling Pagina
E1
1 LW-stappen Stelt de aanpassingsstappen in voor de belichting. 1/3 LW Stap p.56
2 Gevoeligheidsstappen Stelt de aanpassingsstappen in voor de ISO-gevoeligheid. Stappen van 1 LW p.62
3 Bedrijftijd lichtmtr Stelt de bedrijfstijd van de lichtmeter in. 10sec p.20
4 Auto LW-correctie
Compenseert automatisch de belichting wanneer met de
huidige instellingen de juiste belichting niet kan worden
bereikt.
Uit
5 Kopp. AE en AF-punt
Stelt in of de belichtingswaarde en het AF-punt in het
scherpstelgebied worden gekoppeld.
Uit p.64
6 AE-L met AF lock
Stelt in of de belichtingswaarde wordt vergrendeld
wanneer er is scherp gesteld.
Uit
7 Opties Bulb (B)-modus
Stelt in wat de camerawerking is voor wanneer op 0
wordt gedrukt in de stand M.
Type1
p.58
E2
8 Ontspant bij opladen
Stelt in of de sluiter al dan niet kan worden ontspannen
terwijl de ingebouwde flitser opgeladen wordt.
Uit p.66
9 Volgorde bracketing
Stelt de volgorde in voor het maken van opnamen met
Bracketing.
0 - +
p.75
10 Bracketing-in-één
Maakt alle beelden door éénmaal op de ontspanknop te
drukken in Bracketing.
Uit p.75
11 Intervalopname-opties
Stelt in of wordt begonnen met het tellen van de intervaltijd
wanneer de belichting begint of wanneer de belichting
eindigt voor Intervalopname, Intervalcompositie, en
Intervalvideo opnemen.
Interval p.80
12 AF voor intervalopnamen
Stelt in of de gebruikte scherpstelstand wordt vergrendeld
wanneer de eerste opname wordt gemaakt of dat
autofocus wordt uitgevoerd voor elke opname voor
Intervalopname, Intervalcompositie, Intervalvideo
opnemen en Sterrenspoor.
Vergren. autofoc.
bij 1e opn.
p.80
13 Instellingsbereik witbalans
Stelt in of automatische fijnafstemming van de witbalans
moet worden uitgevoerd als de lichtbron wordt
gespecificeerd voor de witbalansinstelling.
Vast p.81
KP-OPM-NL.book Page 37 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
1
38
Inleiding
E2 14 AWB bij lamplicht
Stelt de kleurtoon van lamplicht in wanneer de witbalans
is ingesteld op [Automatische witbalans].
Krachtige
correctie
p.81
E3
15 WB bij flitsen Stelt de witbalansoptie in bij gebruik van een flitser.
Automatische
witbalans
p.81
16 Kleurtemperatuurstappen
Stelt de instellingsstappen in voor de optie
Kleurtemperatuur van de witbalans.
Kelvin p.82
17 Bedien.elem. aan/uit
Schakelt tijdelijk specifieke functies of bedieningen van
knoppen en wielen uit.
Type1 p.57
18 4-weg Contr. Instellingen
Selecteert de werking van de pijltoetsen (ABCD) voor
wanneer de selectiestand van het scherpstelgebied is
ingesteld op een van de selecteerbare standen.
Type1 p.69
19 Auto SR Uit
Schakelt automatisch de functie Shake Reduction uit
wanneer de transportstand is ingesteld op
[Zelfontspanner].
Auto SR Uit
inschakelen
p.73
20 Rotatie-info opslaan
Slaat rotatie-informatie op tijdens het maken van
opnamen.
Aan p.94
21 Menulocatie opslaan
Slaat de menutab op die als laatste werd weergegeven
op de monitor en toont deze opnieuw als de volgende keer
op F wordt gedrukt.
Menulocatie
resetten
p.23
E4
22 Catch-in focus
Maakt Catch-In Focus opnamen mogelijk wanneer een
handmatig scherpstelobjectief aangesloten is. De sluiter
wordt automatisch ontspannen als er scherp gesteld is op
het onderwerp.
Uit p.132
23 AF-aanpassing
Maakt fijnafstelling van uw objectieven met het
autofocussysteem van de camera mogelijk.
Uit p.72
24 Diafragmaring gebruiken
Stelt in dat de ontspanner kan ontspannen wanneer de
diafragmaring van het objectief ingesteld is op een andere
positie dan 9 (Auto).
Deactiveren p.131
Reset pers.instellingen
Stelt de ingestelde waarden in het menu Pers.instelling
terug naar de standaardwaarden.
––
Onderdeel Functie Standaardinstelling Pagina
KP-OPM-NL.book Page 38 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
1
39
Inleiding
Memo
KP-OPM-NL.book Page 39 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
2
Voorbereidingen
40
1 Haal het uiteinde van de riem
door de driehoekige ring.
2 Maak het uiteinde van de
riem vast aan de binnenkant
van de gesp.
De draagriem bevestigen
Gebruik van de optionele houder
De houder S O-GP167 wordt op
de camera geïnstalleerd. Om hem
te vervangen door de optionele
houder M O-GP1671 of houder
L O-GP1672, maakt u de
vattingsschroef van de houder
volledig los met behulp van de
inbussleutel die is meegeleverd met de optionele houder en
verwijdert u de houder. (De schroef kan niet van de houder
worden genomen.)
Bevestig de houder aan de
camera zodat de lipjes van de
houder in de gleuven van de
camera grijpen en draai de
vattingsschroef van de houder
goed vast.
De optionele batterijhouder
D-BG7 is meegeleverd met de houder L O-GP1672.
KP-OPM-NL.book Page 40 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
2
Voorbereidingen
41
1 Zorg ervoor dat de camera uitgeschakeld is.
2 Verwijder de dop van de
cameravatting (1) en de
dop van de objectiefvatting
(2).
Draai de dop van de
cameravatting linksom terwijl
u op de ontgrendelingsknop
voor het objectief (3) drukt.
Zorg er na verwijdering van de dop voor dat het objectief
wordt neergelegd met de objectiefvatting naar boven
gericht.
3 Zorg ervoor dat de richttekens
(de rode puntjes: 4) op de
camera en het objectief
tegenover elkaar liggen.
Draai vervolgens het
objectief met de klok mee
tot het vast klikt.
Het objectief verwijderen
Bevestig de objectiefdop,
en draai het objectief
vervolgens linksom terwijl
u de ontgrendelingsknop van
het objectief ingedrukt houdt.
u Let op
Kies bij het bevestigen of verwijderen van het objectief
voor een omgeving die relatief vrij is van vuil en stof.
Zorg ervoor dat de cameravattingdop op de camera
aangesloten blijft als geen objectief aangesloten is.
Bevestig de dop van de objectiefvatting en de objectiefdop
op het objectief nadat u het objectief van de camera heeft
gehaald.
Ga niet met uw vingers in de objectiefvatting van de camera
en raak de spiegel niet aan.
De camerabehuizing en objectiefvatting bevatten
objectiefinformatiecontacten. Vuil, stof of roest kunnen het
elektrisch systeem beschadigen. Neem voor professionele
reiniging contact op met het dichtstbijzijnde servicecentrum.
Als een intrekbaar objectief bevestigd is en dit niet
uitgeschoven is, kunt u geen opnamen maken of sommige
functies niet gebruiken. De camera stopt als het objectief
tijdens het maken van opnamen wordt ingetrokken.
Raadpleeg “Hoe een intrekbaar objectief wordt gebruikt”
(p.50) voor bijzonderheden.
Wij kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor
ongelukken, problemen en defecten die het gevolg zijn
van het gebruik van objectieven van een ander merk.
t Memo
Raadpleeg “Beschikbare functies met diverse objectieven”
(p.129) voor meer informatie over de objectieffuncties.
Een objectief bevestigen
3
4
4
KP-OPM-NL.book Page 41 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
2
Voorbereidingen
42
Gebruik uitsluitend de batterij D-LI109 en batterijlader
D-BC109. Deze zijn speciaal voor deze camera ontwikkeld.
1 Sluit het netsnoer aan op de batterijlader.
2 Sluit het netsnoer aan op een stopcontact.
3 Zorg ervoor dat de markering
A op de batterij naar boven
is gericht en plaats de batterij
in de batterijlader.
Plaats de batterij in een hoek
in de batterijlader, en breng de
batterij daarna op zijn plaats.
Het indicatielampje brandt tijdens
het opladen en gaat uit als de
batterij volledig is opgeladen.
u Let op
Gebruik de batterijlader D-BC109 uitsluitend voor het
opladen van de batterij D-LI109. Het opladen van andere
batterijen kan schade en hitte veroorzaken.
Vervang in de volgende gevallen de batterij door een nieuwe:
Indien het indicatielampje knippert of niet meer brandt na
het correct plaatsen van de batterij
Indien de batterij sneller leeg is na het opladen (de batterij
heeft het einde van de levensduur bereikt)
t Memo
De maximale oplaadtijd is circa 240 minuten (dit hangt
af van de temperatuur en resterend batterijvermogen).
Laad de batterij op in een gebied met een temperatuur
tussen 0°C en 40°C (32°F en 104°F).
Gebruik van de batterij en lader
De batterij opladen
KP-OPM-NL.book Page 42 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
2
Voorbereidingen
43
u Let op
Plaats de batterij op de juiste wijze. Als de batterij verkeerd is
geplaatst, kan deze mogelijk niet meer worden verwijderd.
Maak de elektroden van de batterij schoon met een zachte
droge doek voordat u de batterij plaatst.
Open de batterijklep niet en verwijder de batterij niet als
de camera aan staat.
Wees voorzichtig, want de camera of de batterij kan heet
worden nadat u de camera gedurende langere tijd
ononderbroken hebt gebruikt.
Verwijder de batterij als u van plan bent de camera langere
tijd niet te gebruiken. De batterij kan gaan lekken en schade
toebrengen aan de camera als u de batterij in de camera
achterlaat en lange tijd niet gebruikt. Laad de batterij, voordat
u deze opbergt, gedurende 30 minuten op als u denkt de
verwijderde batterij zes maanden of langer niet te zullen
gebruiken. Zorg ervoor dat u de batterij iedere zes tot twaalf
maanden oplaadt.
Bewaar de batterij op een plek waar de temperatuur op of
beneden de kamertemperatuur blijft. Vermijd plekken met
hoge temperaturen.
De datum en tijd worden mogelijk gereset indien de batterij
gedurende langere tijd uit de camera is. Stel in dat geval
de huidige datum en tijd opnieuw in. (p.46)
1 Open de batterijklep.
Verschuif de ontgrendelingsknop
(1) van de batterijklep voordat
u de klep opent.
2 Houd de batterij met de
markering A naar de zijde
van de objectiefvatting van
de camera gericht en plaats
de batterij totdat deze vast
op zijn plaats zit.
Als u de batterij wilt verwijderen,
duwt u de pal voor de batterijvergrendeling
in de richting van 2.
3 Sluit de batterijklep.
t Memo
Het batterijniveau wordt mogelijk niet correct weergegeven
als de camera bij lage temperaturen wordt gebruikt of
wanneer lange tijd continuopnamen worden gemaakt.
De batterijen kunnen bij lage temperaturen tijdelijk minder
goed functioneren. Houd bij gebruik van de camera in een
koud klimaat extra batterijen bij de hand, die u warm houdt
in uw zak. Bij het bereiken van kamertemperatuur worden
de batterijprestaties weer normaal.
Zorg ervoor dat u extra batterijen bij u hebt als u naar het
buitenland gaat of een groot aantal opnamen wilt maken.
Wanneer u de optionele batterijhouder D-BG7 gebruikt,
kunt u aangeven welke batterij als eerste moet worden
gebruikt bij [Batterij kiezen] in menu D5. (p.36)
De batterij plaatsen/verwijderen
1
2
KP-OPM-NL.book Page 43 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
2
Voorbereidingen
44
We adviseren u gebruik te maken van de optionele
netvoedingsadapterset K-AC167 als u de monitor langdurig
gebruikt of de camera aansluit op uw computer of audiovisueel
apparaat.
1 Zorg ervoor dat de camera is uitgeschakeld
en open het klepje van de aansluitingen.
2 Breng de markering A op
het DC-aansluitpunt van de
netvoedingsadapter en op
de DC-ingang van de
camera op één lijn en breng
de verbinding tot stand.
3 Sluit het netsnoer aan op de netvoedingsadapter en
steek het netsnoer vervolgens in het stopcontact.
u Let op
Zorg dat de camera is uitgeschakeld alvorens de
netvoedingsadapter aan te sluiten of los te maken.
Zorg ervoor dat de kabels goed aangesloten tussen de
aansluitpunten. De geheugenkaart of de gegevens kunnen
beschadigd raken indien de verbinding met de netstroom
wordt verbroken terwijl er op de kaart wordt gewerkt.
Lees vóór gebruik van de netvoedingsadapter eerst de
gebruiksaanwijzing van de netvoedingsadapterset.
Met deze camera kunnen de volgende geheugenkaarten
worden gebruikt.
SD-geheugenkaart
SDHC-geheugenkaart
SDXC-geheugenkaart
Deze kaarten worden in deze handleiding geheugenkaarten
genoemd.
1 Zorg ervoor dat de camera uitgeschakeld is.
2 Schuif de geheugenkaartklep
in de richting van 1 en draai
deze vervolgens open zoals
getoond door 2.
3 Breng de kaart volledig
naar binnen in de
geheugenkaartsleuf, met het
etiket van de geheugenkaart
naar de zijde met de monitor
gericht.
Druk de geheugenkaart éénmaal
naar binnen en laat deze los om
de geheugenkaart te verwijderen.
Gebruik van de netvoedingsadapter
Geheugenkaart plaatsen
2
1
KP-OPM-NL.book Page 44 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
2
Voorbereidingen
45
4 Draai aan de
geheugenkaartklep
zoals getoond door 3,
en schuif deze in de
richting van 4.
u Let op
Verwijder de geheugenkaart niet wanneer het kaartlampje
(oranje) brandt.
De camera wordt uitgeschakeld als de geheugenkaartklep
wordt geopend terwijl de stroom ingeschakeld is. Open de
klep niet terwijl de camera wordt gebruikt.
Gebruik deze camera om een geheugenkaart te formatteren
(initialiseren) die nog niet eerder of in andere apparaten is
gebruikt. (p.48)
Gebruik een geheugenkaart met hoge snelheid als u video’s
maakt. Als de snelheid waarmee wordt geschreven,
achterblijft op de snelheid waarmee wordt opgenomen, wordt
het schrijven tijdens het opnemen mogelijk afgebroken.
U kunt de monitorhoek in een verticale richting aanpassen.
1 Houd de cameragreep
vast met uw rechterhand
en houd de bovenzijde van
de monitor vast met uw
linkerhand.
2 Trek de monitor langzaam
open tot het stopt.
3 Houd de onderzijde van
de monitor vast en trek
de monitor omhoog.
4 Pas de hoek aan.
Voer stap 3 en vervolgens stap 2 uit in de tegenovergestelde
richtingen van de pijlen, om de monitor in te trekken.
u Let op
Verdraai het beweegbare gedeelte niet en oefen hierop geen
kracht uit.
Let erop dat de monitor niet tegen de zoeker aan klapt.
Houd de monitor in de ingeklapte stand als u de camera
draagt.
3
4
De hoek van de monitor aanpassen
KP-OPM-NL.book Page 45 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
2
Voorbereidingen
46
Zet de camera aan en verricht de eerste instellingen.
1 Zet de hoofdschakelaar
op [ON].
Als u na aankoop van de camera
deze voor de eerste keer
inschakelt, verschijnt het scherm
[Language/W].
t Memo
De netvoeding wordt automatisch uitgeschakeld indien
gedurende een vooraf bepaalde tijd geen bedienings-
handelingen worden uitgevoerd. (Standaardinstelling: 1min.)
U kunt de instelling wijzigen
bij [Auto Uitsch.] in menu D3. (p.35)
1 Gebruik ABCD om de gewenste taal
te selecteren en druk op E.
Het scherm [Basisinstellingen]
verschijnt in de geselecteerde
taal.
Ga naar stap 6 als F (Thuistijd)
niet hoeft te worden gewijzigd.
2 Druk op B om het kader te
verplaatsen naar F en druk op D.
Het scherm [F Thuistijd] verschijnt.
3 Gebruik CD om een stad te
selecteren.
Gebruik R om de regio te
wijzigen.
y Steden die als thuistijd
kunnen worden
geselecteerd (p.147)
4 Druk op B om [Zomertijd] te selecteren en gebruik
CD om Y of Z te selecteren.
5 Druk op E.
De camera keert terug naar het scherm [Basisinstellingen].
6 Druk op B om [Tekstformaat] te selecteren en druk
op D.
7 Gebruik AB om [Stand.] of
[Groot] te selecteren, en druk
op E.
Door [Groot] te selecteren wordt
het tekstformaat van het
geselecteerde menu-item groter.
8 Druk op B om [instellingen
voltooid] te selecteren en
druk op E.
Het scherm [Datum instellen]
verschijnt.
Basisinstellingen
De camera aanzetten
De weergavetaal instellen
CH/C
C3
Tekstformaat
Tekstformaat
Stand.
Stand.
Amsterdam
Amsterdam
Nederl.
Nederl.
Basisinstellingen
Basisinstellingen
instellingen voltooid
instellingen voltooid
Annul.
Annul.
Thuistijd
Thuistijd
Amsterdam
Amsterdam
Zomertijd
Zomertijd
Annul.
Annul.
OK
OK
instellingen voltooidinstellingen voltooid
TekstformaatTekstformaat
Stand.Stand.
GrootGroot
AmsterdamAmsterdam
BasisinstellingenBasisinstellingen
Annul.Annul.
OKOK
Tekstformaat
Tekstformaat
Stand.
Stand.
Amsterdam
Amsterdam
Nederl.
Nederl.
Basisinstellingen
Basisinstellingen
instellingen voltooid
instellingen voltooid
Annul.
Annul.
OK
OK
KP-OPM-NL.book Page 46 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
2
Voorbereidingen
47
1 Druk op D, en gebruik AB
om de datumnotatie te
selecteren.
2 Druk op D, en gebruik AB om [24h] of [12h]
te selecteren.
3 Druk op E.
Het kader keert terug naar [Datumnotatie].
4 Druk op B en druk vervolgens op D.
Het kader gaat naar de maand indien de datumnotatie
is ingesteld op [mm/dd/jj].
5 Gebruik AB om de maand
in te stellen.
Stel de dag, het jaar en de tijd op
dezelfde wijze in.
6 Druk op B om [instellingen
voltooid] te selecteren en
druk op E.
Het scherm [LCD-display]
verschijnt.
1 Gebruik CD om een kleur
te selecteren.
Selecteer de weergavekleur
van het statusscherm,
het bedieningspaneel en de
menucursor. U hebt hierbij de
keuze tussen de kleuren 1 t/m 12.
2 Druk op E.
De camera keert terug naar de opnamestand en is gereed
voor het maken van een opname.
t Memo
U kunt de taal-, datum- en tijdinstellingen en het tekstformaat
instellen in menu D1 menu, en de weergavekleur bij [Andere
weerg.-instell.] in menu A5. (p.28, p.34)
De datum en tijd instellen
00:0000:00
TijdTijd
Dat.Dat.
DatumnotatieDatumnotatie
dd/mm/jjdd/mm/jj
01/01/201701/01/2017
Datum instellenDatum instellen
instellingen voltooidinstellingen voltooid
Annul.Annul.
OKOK
00:0000:00
TijdTijd
Dat.Dat.
DatumnotatieDatumnotatie
dd/mm/jjdd/mm/jj
01/01/201701/01/2017
Datum instellenDatum instellen
instellingen voltooidinstellingen voltooid
Annul.Annul.
OKOK
10:00
10:00
Tijd
Tijd
Dat.
Dat.
Datumnotatie
Datumnotatie
dd/mm/jj
dd/mm/jj
02/02/2017
02/02/2017
Datum instellen
Datum instellen
instellingen voltooid
instellingen voltooid
Annul.
Annul.
OK
OK
Het LCD-display instellen
1/1/
125125
11
Weerg. kleurWeerg. kleur
LCD-displayLCD-display
Annul.Annul.
OKOK
KP-OPM-NL.book Page 47 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
2
Voorbereidingen
48
1 Druk op F.
Het menu A1 verschijnt.
2 Gebruik Q of R om menu D4 weer te geven.
3 Gebruik AB om [Formatteren] weer te geven
en druk op D.
Het scherm [Formatteren] verschijnt.
4 Druk op A om [Formatteren]
te selecteren en druk op E.
Het formatteren begint. Zodra het
formatteren klaar is, zal het menu
D4 geopend worden.
5 Druk op F.
u Let op
Verwijder de geheugenkaart niet tijdens het formatteren.
De kaart kan hierdoor beschadigd raken.
Bij formatteren worden alle gegevens verwijderd, beveiligde
en onbeveiligde.
t Memo
Als u een geheugenkaart formatteert, wordt het volumelabel
“KP” aan de kaart toegewezen. Als deze camera op een
computer wordt aangesloten, wordt de geheugenkaart
herkend als een verwisselbare schijf met de naam “KP”.
Maak opnamen in de stand R (Auto analyseren scène)
waarin de camera de opnameomstandigheden analyseert en
automatisch de optimale opname-instellingen selecteert.
1 Verwijder de objectiefdop
aan de voorzijde door het
bovenste en onderste
gedeelte in te drukken, zoals
getoond in de afbeelding.
Wanneer een intrekbaar objectief
aangesloten is, schuif dit dan uit
voordat u de camera inschakelt.
y Hoe een intrekbaar objectief wordt gebruikt (p.50)
2 Zet de camera aan.
3 Zet de A/K/
C-schakelaar op A.
4 Zet de v/w-schakelaar
op v.
Een geheugenkaart formatteren
D4
Formatteren
Formatteren
Formatteren
Formatteren
Alle gegevens worden gewist
Alle gegevens worden gewist
Annuleren
Annuleren
OK
OK
Basishandelingen voor het maken
van opnamen
Opnamen maken met de zoeker
C1
CL
C3
C2
KP-OPM-NL.book Page 48 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
2
Voorbereidingen
49
5 Zet het moduswiel op R
terwijl u de
vergrendelingsknop van het
moduswiel indrukt.
De geselecteerde opnamestand
en de functies toegewezen aan
knoppen/wielen worden
weergegeven op de monitor
(Hulpdisplay).
y Instellingen hulpdisplay
(p.28)
6 Kijk door de zoeker voor een
beeld van het onderwerp.
Als u een zoomobjectief gebruikt,
draait u de zoomring naar rechts
of links om de beeldhoek te
wijzigen.
7 Zorg ervoor dat het
onderwerp binnen
het AF-kader is en druk
0 half in.
De scherpstelindicatie (P)
verschijnt en u hoort een
geluidssignaal wanneer het
onderwerp scherp wordt.
y Instellingen geluidseffecten (p.34)
8 Druk 0 volledig in.
De gemaakte opname wordt weergegeven op de monitor
(Momentcontrole).
Beschikbare bedieningshandelingen tijdens
Momentcontrole
t Memo
U kunt f gebruiken om scherp te stellen op het
onderwerp. (p.67)
U kunt selecteren of een piepgeluid wordt gemaakt en het
volume wijzigen bij [Geluidseffecten] in menu D1. (p.34)
U kunt de werking en display-opties instellen voor
Momentcontrole bij [Momentcontrole] in menu A5. (p.27)
Wanneer [Weergavetijd] is ingesteld op [Vast], dan zal de
Momentcontrole-opname worden weergegeven totdat de
volgende bedieningshandeling wordt uitgevoerd.
u Let op
Sommige functies zijn niet beschikbaar in de stand R.
Sv
P
AUTO
U1
U2
U3
U5
M
B
TAv
Av
Tv
C1
AE
HDR
CH/CL
C3
C2
Sv
P
AUTO
U1
U2
U3
U5
M
B
TAv
Av
Tv
Moduswiel-instelpunt
Vergrendelingsknop
moduswiel
1/
1/
250
250
1600
1600
F
F
5.6
5.6
99 999
99999
Auto analyseren scène
Auto analyseren scène
L
Verwijdert de opname.
R naar rechts Vergroot de opname.
Z
Slaat de RAW-gegevens op
(alleen wanneer een JPEG-
opname was gemaakt en de
gegevens in de buffer blijven).
Scherpstelindicatie
KP-OPM-NL.book Page 49 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
2
Voorbereidingen
50
1 Zet de A/K/C-
schakelaar op K in stap 3
van “Opnamen maken met
de zoeker” (p.48).
De Live weergave wordt op de
monitor getoond.
2 Zorg ervoor dat het
onderwerp binnen
het AF-kader op de monitor
is en druk 0 half in.
Wanneer op het onderwerp
is scherp gesteld, wordt het
AF-kader groen en klinkt
er een geluidssignaal.
Beschikbare bedieningshandelingen
De volgende stappen zijn hetzelfde als bij opnamen maken
met de zoeker.
Hoe een intrekbaar objectief
wordt gebruikt
Er verschijnt een foutbericht op
de monitor als de camera wordt
ingeschakeld wanneer een
intrekbaar objectief, zoals smc
PENTAX-DA L 18-50mm F4-5.6
DC WR RE, aangesloten en niet
uitgeschoven is. Draai de zoomring in de richting van 2
terwijl u de knop op de ring ingedrukt houdt (1) als u het
objectief wilt uitschuiven. Het objectief trekt u in door de
zoomring in tegenovergestelde richting van 2 te draaien
terwijl u de knop op de ring indrukt, en zet de witte stip
tegenover positie 3.
1
2
3
Opnamen maken terwijl u de Live
weergave-opname bekijkt
E
Vergroot de opname.
Gebruik R om de vergroting te wijzigen
(tot 16×).
Gebruik ABCD om het weer te geven
gebied te wijzigen.
Druk op M om het weergavegebied naar
het midden terug te zetten.
Druk op E om terug te keren naar
de enkelbeeldweergave.
C1
AE
HDR
CH/CL
C3
C2
1/
2000
1/
2000
F2.8F2.8
16001600
99999999
AF-kader
KP-OPM-NL.book Page 50 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
2
Voorbereidingen
51
t Memo
U kunt de Live Weergave-instellingen wijzigen bij [Live
weergave] in menu A5. (p.27) Wanneer [Rasterweergave]
wordt toegewezen aan het functiewiel, kunt u de instelling
wijzigen met behulp van de Smart-functie. (p.21, p.117)
Wanneer [Opnamevergroting] wordt toegewezen aan het
functiewiel, kunt u de opname vergroten door de Smart-
functie te gebruiken in stap 2. (p.21, p.117)
U kunt de gemaakte opname bekijken op de monitor.
1 Druk op 3.
De camera komt in de
weergavestand en de laatst
gemaakte opname wordt
weergegeven
(enkelbeeldweergave).
2 Bekijk de gemaakte opname.
Opnamen bekijken
1/
2000
1/
2000
F2.8F2.8 200200 0.00.0
100-0001100-0001
KP-OPM-NL.book Page 51 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
2
Voorbereidingen
52
Beschikbare bedieningshandelingen
t Memo
Wanneer R naar rechts wordt gedraaid om de opname
te vergroten, dan wordt de vergroting weergegeven aan de
rechteronderzijde van het scherm. U kunt bij [Snel zoomen]
in menu B1 de aanvankelijke vergroting instellen voor
wanneer opnamen worden vergroot. (p.33)
Wanneer Zv wordt weergegeven op de monitor, dan
kan de JPEG-opname die zojuist is gemaakt, ook worden
opgeslagen in de RAW-indeling (RAW-data opslaan).
U kunt rasterlijnen weergeven in de enkelbeeldweergave.
Stel dit in bij [Rasterweergave] van [LCD-display] in menu
B1. (p.33)
U kunt de instellingen voor [Rasterweergave], [Opties LCD-
display], [Opnamevergroting] en [Beeldinstelling buiten]
wijzigen met behulp van de Smart-functie tijdens weergave
wanneer deze functies zijn toegewezen aan het functiewiel.
(p.21, p.117)
C/Q naar links Geeft de vorige opname weer.
D/Q naar rechts Geeft de volgende opname
weer.
L
Verwijdert de opname.
R naar rechts Vergroot de opname (tot 16×).
Gebruik ABCD om het weer
te geven gebied te wijzigen.
Druk op M om het
weergavegebied naar het
midden terug te zetten.
Druk op E om terug te keren
naar weergave van de
volledige opname.
R naar links Schakelt over naar de
weergave van miniaturen
(p.92).
Z
Slaat de RAW-gegevens op
(alleen wanneer een JPEG-
opname was gemaakt en de
gegevens in de buffer blijven).
G
Wijzigt het type informatie dat
wordt weergegeven (p.17).
B
Hiermee geeft u het
weergavepalet weer (p.91).
KP-OPM-NL.book Page 52 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
2
Voorbereidingen
53
Memo
KP-OPM-NL.book Page 53 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
54
Stel de bestandsindeling voor foto’s in bij [Opname-instell.
foto's] in menu A2.
t Memo
Wanneer [Bestandsindeling] is ingesteld op [RAW+],
dan worden tegelijkertijd een JPEG-opname en een
RAW-opname opgeslagen met hetzelfde bestandsnummer.
[PEF] van [RAW-formaat] is een originele RAW-
bestandsindeling van PENTAX.
Wanneer u X (standaardinstelling) ingedrukt houdt, klinkt er
een pieptoon en kunt u tijdelijk foto's nemen in een andere
bestandsindeling (1x voor bestandsform.). (p.115)
Wanneer [Resolutie] is toegewezen aan het functiewiel, kunt
u de opnameresolutie wijzigen voor JPEG-opnamen of -
video's via de Smart-functie. (p.21, p.117)
Stel de bestandsindeling voor films in bij [Opname-instell. films]
in menu C1.
Selecteer de opnamestand die geschikt is voor het onderwerp
en de opnameomstandigheden.
Op deze camera zijn de volgende opnamestanden
beschikbaar.
t Memo
U kunt veelgebruikte belichtingsstanden en opname-
instellingen opslaan onder O t/m 5 door de vooraf
ingestelde instellingen te wijzigen. (p.121)
De opname-instellingen
configureren
Opname-instell. foto's
A2
Bestandsindeling JPEG, RAW, RAW+
JPEG-resolutie q, p, o, r
JPEG kwaliteitsniveau m, l, k
RAW-formaat PEF, DNG
Kleurruimte sRGB, AdobeRGB
Opname-instell. films
C1
Resolutie Beeldsnelheid
u
60i, 50i, 30p, 25p, 24p
t
60p, 50p
Foto’s maken
Opnamestand Functie Pagina
R
(Auto analyseren
scène)
Stelt automatisch de optimale
opname-instellingen in.
p.48
G, H, I, J,
K, L, M
(Belichtingsstanden)
Hiermee kunt u de sluitertijd,
diafragmawaarde en de
gevoeligheid instellen.
p.55
O
(HDR-
LANDSCHAP)
Geeft landschapsfoto's een
gedurfde en dramatische look.
P
(MACRO)
Selecteert automatisch de
optimale instellingen voor het
maken van macro-opnamen.
Q
(ASTROFOTO)
Past de zwarttinten van de
achtergrond aan en geeft de
kleuren van sterren getrouw
weer.
4
(HANDMATIG
OBJECTIEF)
Selecteert automatisch de
optimale instellingen voor het
maken van opnamen met
objectieven met een
handmatige scherpstelling.
KP-OPM-NL.book Page 54 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
55
x: Beschikbaar #: Beperkt
×
: Niet beschikbaar
*1 U kunt bij [Instelling e-knoppen] van [Knoppen aanpassen] in menu
A5 instellen welke waarde moet worden gewijzigd. (p.119)
*2 [ISO AUTO] is niet beschikbaar.
*3 Vast ingesteld op [ISO AUTO].
*4 Wanneer de getimede belichting is ingeschakeld, kunnen er
sluitertijden van 10 seconden tot 20 minuten worden ingesteld. (p.58)
1 Draai het moduswiel naar de gewenste
belichtingsstand.
Q of R wordt op het
statusscherm getoond voor
de waarde die kan worden
gewijzigd.
De waarde die kan worden
gewijzigd is in de zoeker
onderstreept.
Tijdens de Live weergave
verschijnt D voor de waarde
die kan worden gewijzigd.
2 Draai aan R.
De diafragmawaarde wordt
gewijzigd in de stand J, K,
L of M.
De gevoeligheid wordt gewijzigd
in de stand H.
3 Draai aan Q.
De sluitertijd wordt gewijzigd
in de stand I, K, of L.
Opnamen maken in belichtingsstanden
Stand
Sluitertijd wijzigen
Diafragmawaarde
wijzigen
Gevoeligheid
wijzigen
Belichtingscorrectie
G
Programma Automatische
belichting
#
*1
#
*1
xx
H
Gevoeligheidsvoorkeuze bij
automatische belichting
××
x
*2
x
I
Sluitertijdvoorkeuze met
automatische belichting
x
×
xx
J
Diafragmavoorkeuze met
automatische belichting
×
xxx
K
Sluitertijdvoorkeuze &
diafragmavoorkeuze
met
automatische belichting
xx
×
*3
x
L
Handm. belichting
xx
x
*2
x
M
Bulb-belichting
×
*4
x
x
*2
×
1/1/
250250
100
100
FF
5.65.6
99 99999999
1/
30
1/
30
F4.5
F4.5
100
100
9999
9999
KP-OPM-NL.book Page 55 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
56
t Memo
De instellingen voor de belichting kunnen worden opgegeven
in stappen van 1/3 LW. Bij [1 LW-stappen] in menu E1 kunt
u de instellingsstappen wijzigen in stappen van 1/2 LW.
In de stand L wordt het verschil ten opzichte van de juiste
belichting weergegeven in de LW-staafgrafiek terwijl de
belichting wordt aangepast.
Voor elke belichtingsstand (exclusief stand M) kunt u de
werking van de camera instellen voor wanneer aan Q of
R wordt gedraaid of M wordt ingedrukt. Stel dit in bij
[Instelling e-knoppen] van [Knoppen aanpassen] in menu
A5. (p.119)
In de stand I of J kunt u foto's nemen terwijl de sluitertijd
en diafragmawaarde automatisch worden aangepast. (p.75,
p.76)
u Let op
De juiste belichting wordt mogelijk niet bereikt met de
geselecteerde sluitersnelheid en diafragmawaarde wanneer
de gevoeligheid vast ingesteld is op een bepaalde
gevoeligheid.
Wanneer opnamen worden gemaakt met een lange sluitertijd,
kunt u beeldruis verminderen bij [Ruisond. lange sltrtijd] van
[Ruisonderdrukking] in menu A2.
Bij [Programmalijn] van menu A1 kunt u opgeven hoe de
belichting wordt geregeld.
Ruis onderdrukken bij het maken van
opnamen met een lange sluitertijd
A2
Auto
Past ruisonderdrukking toe volgens de sluitertijd,
gevoeligheid en interne temperatuur van de camera.
Aan
Past ruisonderdrukking toe als de sluitertijd langzamer
is dan 1 seconde.
Uit Past bij geen enkele sluitertijd ruisonderdrukking toe.
De belichtingsregelingsmethode instellen A1
A
Auto Bepaalt de juiste instellingen.
B
Stand.
Selecteert de automatische
belichting van het basis-
programma (allround-stand).
C
Hogesnelheidvoork.
Geeft prioriteit aan hoge
sluitertijden.
D
Scherptediepte groot
Sluit het diafragma voor een
diepere scherptediepte.
E
Scherptediepte klein
Opent het diafragma voor een
minder diepe scherptediepte.
F
MTF-voorkeuze
Stelt het scherpste diafragma in
van het aangesloten objectief bij
gebruik van een DA-, DA L-,
D FA-, FA J- of FA-objectief.
KP-OPM-NL.book Page 56 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
57
t Memo
De instelling van Programmalijn wordt ingeschakeld in de
volgende situaties.
In de stand G of H
Wanneer bij [Instelling e-knoppen] van [Knoppen
aanpassen] in menu A5 de optie GLINE is ingesteld
voor de M-werking van K of L
Wanneer [Programmalijn] wordt toegewezen aan het
functiewiel, kunt u de instelling wijzigen door de Smart-functie
te gebruiken. (p.21, p.117)
De scherptediepte controleren (Voorbeeld)
Wanneer [Voorbeeld] wordt toegewezen aan X, Y of Z,
kunt u de scherptediepte controleren vooraleer u foto's
neemt. (p.116)
Vergrendeling van de belichting
Als u de belichting wilt vergrendelen voordat u opnamen
maakt, gebruikt u de functie Belichtingsgeheugen. Deze
functie kunt u gebruiken door [Belichtingsgeheugen] toe te
wijzen aan X, Y, Z of f. (p.114)
Bedieningselementen uitschakelen
Specifieke functies of bedieningen van knoppen en wielen
kunnen tijdelijk worden uitgeschakeld om een verkeerde
werking tijdens het maken van opnamen te voorkomen door
[Vergrend. bed.elem.] toe te wijzen aan X, Y of Z.
(p.114)
Als u aan R draait terwijl u op de knop in standby-stand
drukt, worden de functies of bedieningen van de knoppen en
wielen uitgeschakeld. Door opnieuw aan R te draaien,
worden de functies of bedieningen ervan weer
ingeschakeld.
e wordt weergegeven op het
statusscherm en Live weergave-
scherm als de functies of
bedieningen van de knoppen en
wielen zijn uitgeschakeld.
Bij [17 Bedien.elem. aan/uit] in
menu E3 kan worden
geselecteerd welke functies of bedieningen van knoppen en
wielen moeten worden uitgeschakeld.
99 999
99999
Type1
Schakelt de functies of bedieningen van de
knoppen en wielen uit die moeten worden
gebruikt om de belichtingsinstellingen in
standby-stand te wijzigen.
Type2
Schakelt de functies of bedieningen van
ABCD, E en F uit in standby.
KP-OPM-NL.book Page 57 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
58
1 Zet het moduswiel op M.
2 Gebruik R om de
diafragmawaarde in te
stellen.
3 Om de getimede belichting in te schakelen,
drukt u op M en gebruikt u daarna Q om de
belichtingstijd in te stellen.
U kunt de belichtingstijd instellen tussen 10" en 20'00".
4 Druk op 0.
Wanneer 0 is ingedrukt, blijft de belichting behouden.
Als de getimede belichting is ingeschakeld in stap 3,
wordt de belichting stopgezet wanneer de ingestelde
belichtingstijd verstrijkt nadat 0 volledig wordt
ingedrukt.
t Memo
U kunt de belichting ook starten en beëindigen door op
0 te drukken. Stel dit in bij [7 Opties Bulb (B)-modus]
van menu E1.
Als u tijdopname (bulb) uitvoert, gebruik dan een statief
en monteer de camera hier stevig op. Het gebruik van
de optionele draadontspanner is aanbevolen. (p.60)
u Let op
De transportstand kan niet worden ingesteld op
[Continuopname], [Bracketing] of [Intervalopname].
Een mechanische sluiter heeft sluitergordijnen voor- en
achteraan, die geluid maken en de camera doen trillen wanneer
ze worden geopend en gesloten om de belichting te produceren.
Het gebruik van een elektronische sluiter kan geluid en trillingen
reduceren tijdens de belichting en het staat bovendien het
maken van opnamen met kortere sluitertijden toe dan een
mechanische sluiter.
Om alleen de elektronische sluiter
van de camera te gebruiken,
selecteert u [Elektronische sluiter] bij
[Selectie sluiterstand] van menu A2.
u Let op
[Elektronische sluiter] kan niet worden geselecteerd
in de volgende situaties.
In de stand M
Wanneer de transportstand is ingesteld op
[Intervalopname]
De volgende functies zijn niet beschikbaar wanneer
[Elektronische sluiter] is geselecteerd.
Ontladen flitser
Shake Reduction
Vervorming kan voorkomen bij opnamen van snelbewegende
objecten aan korte sluitertijden met behulp van de
elektronische sluiter.
t Memo
Opnamen maken met Live Weergave wanneer de elektronische
sluiter is geselecteerd (p.50), kan voor stillere opnamen
zorgen met minder spiegelbewegingsgeluid.
Wanneer [Selectie sluiterstand] wordt toegewezen aan het
functiewiel, kunt u de instelling wijzigen door de Smart-functie
te gebruiken. (p.21, p.117)
Tijdopname
16001600
FF
8.08.0
99 99999999
De elektronische sluiter gebruiken
A2
Gebruikt alleen
Gebruikt alleen
mechanische sluiter
mechanische sluiter
Selectie sluiterstand
Selectie sluiterstand
Selectie sluiterstand
Selectie sluiterstand
Annul.
Annul.
OK
OK
KP-OPM-NL.book Page 58 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
59
1 Zet de A/K/C-
schakelaar op C.
De Live Weergave-opname
wordt getoond.
2 Draai de functiekiezer naar de gewenste
opnamestand.
Afhankelijk van de opnamestand zijn de volgende
instellingen beschikbaar.
3 Gebruik Q of R om de belichting in te stellen.
4 Stel scherp op het onderwerp.
Druk in de stand v de knop 0 half in.
5 Druk 0 volledig in.
De video-opname start.
In de linkerbovenhoek van de monitor knippert “REC” en
wordt de grootte van het opgenomen videobestand
weergegeven.
6 Druk 0 nogmaals volledig in.
De video-opname stopt.
u Let op
Wanneer u een video vastlegt met geluid, worden de
geluiden die de camera maakt, ook geregistreerd. Wanneer
[AF-modus] van [AF met Live weergave] in menu C1 is
ingesteld op y, worden de focusgeluiden geregistreerd.
Het geluidsvolume aanpassen bij [Niveau opnamegeluid]
van menu C1 of een externe microfoon gebruiken,
kan de geregistreerde bedrijfsgeluiden beperken.
Wanneer [Niveau opnamegeluid] is ingesteld op [Handmatig],
kan het geluidsvolume worden ingesteld van 0 tot 20.
Bij het opnemen van een video met een
beeldverwerkingsfunctie, zoals een toegepast digitaal filter,
wordt het videobestand mogelijk opgeslagen terwijl een
aantal beeldjes is weggelaten.
De camera stopt mogelijk met opnemen als de interne
temperatuur van de camera te hoog wordt.
Als een intrekbaar objectief aangesloten is, stopt de camera
met opnemen indien het objectief wordt ingeschoven en
verschijnt er een foutbericht.
Video’s opnemen
G, I,
J, K,
L
De camera werkt in de geselecteerde
belichtingsstand. (Wanneer ingesteld
op L-stand kan de gevoeligheid worden
gewijzigd.)
O t/m 5
De camera werkt volgens de opgeslagen
belichtingsstand.
Andere
standen
De camera werkt in de stand G.
C1
AE
DR
CH/CL
C3
C2
99'99"
99'99"
Geluid
Opneembare tijd
KP-OPM-NL.book Page 59 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
60
t Memo
U kunt een video continu opnemen tot maximaal 4 GB
of ongeveer 25 minuten. Als de geheugenkaart vol is,
stopt het opnemen.
U kunt de instellingen voor het maken van video's wijzigen
in de C-menu's. (p.31)
Standaard wordt autofocus niet uitgevoerd wanneer 0
half ingedrukt wordt tijdens het maken van video's. Als er een
compatibel objectief is bevestigd aan de camera, kunt u
y selecteren bij [AF-modus] van [AF met Live weergave]
in menu C1 en continu autofocussen, zelfs tijdens het
maken van video's. (p.70) Wanneer [AF-modus] is ingesteld
op y, is de functie van de f-knop afhankelijk van de
instelling die is toegewezen aan f in [Knoppen
aanpassen] van menu C2. (p.114)
u Let op
Sluit geen microfoon of ander apparaat die niet aan de
aanbevolen specificaties voldoen aan op het aansluitpunt
voor een microfoon/draadontspanner. Gebruik ook geen
externe microfoon met een kabel van 3 meter of langer.
Dit kan leiden tot camerastoringen.
[Knoppen aanpassen]-
instelling
Autofocuswerking bij indrukken
van f
AF1 inschakelen,
AF2 inschakelen
Op f drukken, voert
autofocus uit op basis van de
[AF-modus]-instelling.
AF uitschakelen
Op f drukken, doet autofocus
stoppen en weer op f
drukken doet autofocus weer
starten.
Gebruik van een microfoon of draadontspanner
U kunt een in de handel
verkrijgbare stereomicrofoon
aansluiten op het aansluitpunt van
een microfoon/draadontspanner
van de camera. Met een externe
microfoon verkleint u ook de kans
dat de geluiden worden
opgenomen die gepaard gaan
met het bedienen van de camera.
De volgende specificaties zijn aanbevolen voor externe
microfoons. (Een monomicrofoon kan niet worden gebruikt
bij deze camera.)
U kunt de optionele draadontspanner CS-310 ook
aansluiten op het aansluitpunt voor een microfoon/
draadontspanner van de camera. Wanneer de
draadontspanner is aangesloten, worden geluiden
opgenomen met de ingebouwde microfoon.
U kunt instellen dat het apparaat
verbinding maakt bij [Externe
invoerappar.] van menu D3.
Normaal hoeft u de
standaardinstelling niet te wijzigen
([Autoselect]).
Aansluitpunt microfoon/
draadontspanner
Plug Stereominiplug (ø 3,5 mm)
Formatteren Stereo electreet condensator
Voeding
Plug-in-voedingsmethode
(werkspanning van 2,0 V of lager)
Impedantie 2,2 kΩ
Auto detectie invoerapparaten
Auto detectie invoerapparaten
en schakelt tussen
en schakelt tussen
kabelvrijgave en microfoon
kabelvrijgave en microfoon
Externe invoerappar.
Externe invoerappar.
Externe invoerappar.
Externe invoerappar.
Annul.
Annul.
OK
OK
KP-OPM-NL.book Page 60 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
61
Als er een externe microfoon wordt gebruikt bij het maken
van een video met de Wi-Fi-functie ingeschakeld,
kan er radiogeluid worden geregistreerd afhankelijk
van de compatibiliteit met de microfoon.
1 Geef in de enkelbeeld-
weergave van de
weergavestand de video
weer die u wilt afspelen.
Beschikbare bedieningshandelingen
t Memo
Het geluidsvolume aan het begin van videoweergave kan
worden ingesteld bij [Volume afspeelgeluid] in menu B1. (p.33)
Met [Video bewerken] van het weergavepalet kan een
videobestand worden gesplitst in meerdere segmenten of
kunnen geselecteerde beeldjes worden gewist. (p.99)
Video’s afspelen
A
Speelt de video-opname af
of last een pauze in.
D
Springt een beeldje vooruit
(tijdens pauze).
Druk op
D
en houd
deze ingedrukt
Speelt snel vooruit af.
C
Springt een beeldje achteruit
(tijdens pauze).
Druk op
C
en houd
deze ingedrukt
Speelt snel achteruit af.
B
Stopt de weergave.
R
Past het geluidsvolume aan
(21 niveaus).
Z
Slaat het weergegeven beeldje
op als JPEG-bestand (tijdens
pauze).
G
Wisselt tussen [Standaard
infoweergave] en [Geen
infoweergave].
10'30"
10'30"
100-0001
100-0001
KP-OPM-NL.book Page 61 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
62
1 Druk op A in de standby-stand.
Het scherm met gevoeligheidsinstellingen wordt geopend.
Ga in de stand H, K, L of M verder naar stap 3.
2 Gebruik AB om [ISO
AUTO] of [ISO] te
selecteren.
3 Gebruik Q of R om de waarde te veranderen.
4 Druk op E.
De camera keert terug naar de standby-stand.
t Memo
De instellingsstappen voor de ISO-gevoeligheid zijn stappen
van 1 LW. Om de gevoeligheid aan te passen volgens de
LW-stap-instelling voor de belichting, stelt u dit in bij [2
Gevoeligheidsstappen] in menu E1.
Wanneer de gevoeligheid is ingesteld op ISO 102400 of
hoger, wordt de ISO-waarde weergegeven in de zoeker
via een combinatie van de letter “H” en een driecijferig
getal (ISO 102400 = H102).
U kunt het bereik instellen
waarbinnen de gevoeligheid
automatisch wordt aangepast voor
ISO AUTO bij [ISO AUTO-instelling]
in menu A1.
De belichting instellen
Gevoeligheid
ISO AUTO Stelt de bovenste en de onderste limiet in.
ISO
Selecteert een gevoeligheidswaarde tussen
ISO 100 en ISO 819200.
64 006400
10 0100
10 0100
--
1/
250
1/
250
F5.6F5.6 0.00.0
Annul.Annul.
OKOK
De gevoeligheid wijzigen in standby
Wanneer [Gevoeligheid] is
toegewezen aan X, Y of Z,
kunt u de gevoeligheid wijzigen
door aan R te draaien terwijl u
op de knop drukt. (p.114) Druk op
M om de gevoeligheid weer op
[ISO AUTO] te zetten.
Wanneer [Gevoeligheid] wordt toegewezen aan het
functiewiel, kunt u de gevoeligheid wijzigen door de
Smart-functie te gebruiken. (p.21, p.117) Selecteer
[ISO AUTO] in stap 2 om de gevoeligheid weer
op [ISO AUTO] te zetten.
Het bereik van ISO AUTO instellen A1
ISO-bereik
(maximum)
Stelt de bovenste limietwaarde in voor
ISO AUTO.
ISO-bereik
(minimum)
Stelt de onderste limietwaarde in voor
ISO AUTO.
ISO-
gevoeligh.
opties
Hiermee stelt u in of de maximale sluitertijd
automatisch (AUTO) of handmatig (Tv) moet
worden ingesteld.
Minimum
sluitertijd
Wanneer [ISO-gevoeligh.opties] is ingesteld
op [AUTO]: Langzaam, Std., Snel
Wanneer [ISO-gevoeligh.opties] is ingesteld
op [Tv]: 1/6000 tot 30"
99 99999999
32003200
1/1/
250250
FF
5.65.6
6400
6400
100
100
ISO-bereik (maximum)
ISO-bereik (maximum)
ISO-bereik (minimum)
ISO-bereik (minimum)
ISO-gevoeligh.opties
ISO-gevoeligh.opties
Minimum sluitertijd
Minimum sluitertijd
ISO AUTO-instelling
ISO AUTO-instelling
KP-OPM-NL.book Page 62 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
63
U kunt de ruisonderdrukkingsfunctie gebruiken voor het maken
van opnamen met een hoge ISO-gevoeligheid.
1 Selecteer [Ruisonderdrukking] in menu A2
en druk op D.
Het scherm [Ruisonderdrukking] verschijnt.
2 Selecteer [Ruisond. hoge ISO-wrd] en druk op D.
3 Selecteer het niveau van de
ruisonderdrukking en druk
op E.
Ga verder naar stap 7 wanneer een andere optie dan
[Aangepast] is geselecteerd.
4 Selecteer [Instelling] en druk op D.
5 Gebruik AB om een
gevoeligheid te selecteren
en CD om een
ruisonderdrukkingsniveau
te selecteren.
Beschikbare bedieningshandelingen
6 Druk op F.
Het scherm van stap 3 verschijnt opnieuw.
7 Druk tweemaal op F.
Ruis onderdrukken bij het maken van
opnamen met een hoge ISO-gevoeligheid
A2
Auto
Past in het gehele ISO-bereik optimaal
berekende ruisonderdrukkingsniveaus
toe.
Zwak, Normaal,
Sterk
Past in het gehele ISO-bereik
ruisonderdrukking toe met een constant
gekozen niveau.
Aangepast
Past voor elke ISO-instelling
ruisonderdrukking toe op een door
de gebruiker ingesteld niveau.
Uit
Past in geen enkele ISO-instelling
ruisonderdrukking toe.
RuisonderdrukkingRuisonderdrukking
Ruisond. hoge ISO-wrdRuisond. hoge ISO-wrd
Ruisond. lange sltrtijdRuisond. lange sltrtijd
Annul.Annul.
OKOK
R
Toont de volgende/vorige pagina.
M
Stelt het niveau van de ruisonderdrukking
terug naar de standaardinstelling.
1
100
100
200
200
400
400
800
800
1600
1600
3200
3200
6400
6400
ISO
ISO
ISO
ISO
ISO
ISO
ISO
ISO
ISO
ISO
ISO
ISO
ISO
ISO
Ruisond. hoge ISO-wrd
Ruisond. hoge ISO-wrd
Reset
Reset
KP-OPM-NL.book Page 63 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
64
De correctiewaarde kan worden ingesteld tussen -5 en +5 LW
(-2 en +2 LW in de stand C).
1 Druk op J en draai
vervolgens aan R.
e en de correctiewaarde worden
tijdens instelling getoond op het
statusscherm, Live weergave-
scherm en in de zoeker.
Beschikbare bedieningshandelingen
t Memo
Met Bracketing kunt u opnamen maken terwijl de belichting
automatisch wordt aangepast. (p.74)
U kunt andere functies toekennen aan J (Z). Ook kunt
u [Belichtingscorrectie] toewijzen aan X of Y. (p.114)
Wanneer [Belichtingscorrectie] is toegewezen aan het
functiewiel, kunt u de instelling wijzigen met behulp van de
Smart-functie. (p.21, p.117)
Selecteer het gedeelte van de sensor dat moet worden gebruikt
voor het meten van de helderheid en het bepalen van de
belichting bij [Autom. lichtmeting] van de menu's A1 en C1.
t Memo
In [5 Kopp. AE en AF-punt] van menu E1 kunnen het
meetpunt en het AF-punt aan elkaar worden gekoppeld.
De meetmethode kan ook worden ingesteld met behulp van
de Smart-functie. (p.21)
Belichtingscorrectie
J
Start/beëindigt de wijziging van de
correctiewaarde.
M
Stelt de instelwaarde terug naar de
standaardinstelling.
1/
1/
250
250
1600
1600
F
F
5.6
5.6
99 999
99999
Autom. lichtmeting
A1/C1
A
Meervlaks
Meet de helderheid in meerdere
verschillende zones van de sensor.
Op locaties met tegenlicht wordt in
deze stand de belichting automatisch
aangepast.
B
Centraal
Meet de helderheid met een nadruk
op het midden van de sensor.
De gevoeligheid wordt groter in het
midden en ook in omstandigheden
met tegenlicht wordt geen
automatische afstelling uitgevoerd.
C
Spot
Meet de helderheid alleen in een
beperkt gebied in het midden van
de sensor.
Nuttig wanneer het onderwerp klein is.
Er vindt geen automatische
aanpassing plaats, ook niet in
omstandigheden met tegenlicht.
KP-OPM-NL.book Page 64 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
65
1 Druk op C in de standby-stand.
2 Selecteer een flitsstand.
Beschikbare bedieningshandelingen
3 Druk op E.
De camera keert terug naar de standby-stand.
4 Druk op 1.
De ingebouwde flitser wordt
geopend.
Werken met de ingebouwde flitser
A
Auto ontladen
flitser
Meet het omgevingslicht
automatisch en bepaalt of de flitser
gebruikt moet worden.
B
Auto + Anti
Rode Ogen
Hiermee gaat eerst een voorflits af
om rode ogen tegen te gaan voordat
een automatische flits afgaat.
C
Flitser aan
Schakelt de flitser in bij elke
opname.
D
Flitser aan +
AntiRodeOgen
Activeert voor elke opname een
voorflits voor anti rode ogen voordat
de hoofdflits afgaat.
E
Lange-
sluitertijdsync
Stelt een lagere sluitertijd in en
activeert een flits voor elke opname.
Gebruik deze optie bijvoorbeeld voor
het maken van een portretopname
met de zonsondergang op de
achtergrond.
F
Lange-sltrt +
AntiRodeOg.
Eerst gaat een voorflits af om rode
ogen tegen te gaan. Daarna gaat de
hoofdflits af met lange-
sluitertijdsynchronisatie.
0.0
EV
0.0
EV
±0
EV
±0
EV
Flitser aanFlitser aan
Annul.Annul.
OKOK
H
G
2e sluitergor-
dijn-sync
Activeert een flits onmiddellijk
voordat de sluiter wordt gesloten.
Stelt een lange sluitertijd in.
Maakt opnamen van bewegende
onderwerpen met een lichtspoor
erachter.
K
Handm.
ontladen
flitser
Stelt de ontlading van de flitser in
tussen FULL en 1/128 vermogen.
9
Draadloos
(Controller)
Synchroniseert met de aangewezen
externe flitser zonder het gebruik
van een sync. kabel. (p.133)
R
Compenseert de flitsbelichting.
Selecteert de hoeveelheid flitsontlading
(wanneer [Handm. ontladen flitser] is
geselecteerd).
M
Hiermee wordt de correctiewaarde
teruggezet naar de standaardinstelling.
KP-OPM-NL.book Page 65 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
66
t Memo
Het hangt van de opnamestand af welke flitsinstellingen
kunnen worden geselecteerd.
U kunt geen opnamen maken terwijl de ingebouwde flitser
wordt opgeladen. Stel [8 Ontspant bij opladen] in bij het menu
E2 als u opnamen wilt maken terwijl de flitser wordt
opgeladen.
Afhankelijk van het gebruikte objectief kan het gebruik van de
ingebouwde flitser aan beperkingen onderhevig zijn. (p.130)
Als de flitser wordt gebruikt in de stand J, dan verandert de
sluitertijd automatisch binnen een bereik vanaf
1/180 seconden tot een lange sluitertijd, afhankelijk van het
gebruikte objectief. De sluitertijd wordt vastgezet op
1/180 seconden als een ander objectief dan DA, DA L, D FA,
FA J, FA of F gebruikt wordt.
Als de ingebouwde flitser wordt gebruikt in de stand I, K
of L, dan kan iedere gewenste sluitertijd van 1/180
seconden of langzamer worden ingesteld.
De ingebouwde flitser werkt optimaal op een afstand van
circa 0,7 m tot 5 m tot het onderwerp. Bij een afstand van
minder dan 0,7 m kan er vignettering optreden (deze afstand
varieert enigszins, afhankelijk van het gebruikte objectief
en de gevoeligheidsinstelling).
Zie “Functies bij gebruik van een externe flitser” (p.133)
voor bijzonderheden over het gebruik van externe flitsers.
Opnamestand Selecteerbare flitsstand
R
A, B, C, D
G, H, J C, D, E, F, H, K, 9
I, K, L, M C, D, G, K, 9
Richtgetal
Gevoeligheid Richtgetal Gevoeligheid Richtgetal
ISO 100
Ca. 6
ISO 12800
Ca. 68
ISO 200
Ca. 8,5
ISO 25600
Ca. 96
ISO 400
Ca. 12
ISO 51200
Ca. 136
ISO 800
Ca. 17
ISO 102400
Ca. 192
ISO 1600
Ca. 24
ISO 204800
Ca. 272
ISO 3200
Ca. 34
ISO 409600
Ca. 384
ISO 6400
Ca. 48
ISO 819200
Ca. 544
KP-OPM-NL.book Page 66 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
67
Stel de scherpstellingsmethode
in met behulp van de v/w-
schakelaar.
De autofocusmethode voor het maken van opnamen met de
zoeker verschilt van die voor het maken van opnamen met Live
weergave.
De werking van de autofocus voor
wanneer opnamen worden gemaakt
met de zoeker kan worden ingesteld
bij [AF met zoeker] in menu A1.
t Memo
De [AF-modus] en [Actief AF-gebied] instellingen kan worden
gewijzigd door aan Q of R terwijl u op b drukt. (p.68)
Wanneer [AF-modus] of [Actief AF-gebied] wordt
toegewezen aan het functiewiel, kunt u de instelling wijzigen
door de Smart-functie te gebruiken. (p.21, p.117)
Bij [AF-status vasthouden] kunt u instellen of u de autofocus
onmiddellijk opnieuw wilt activeren of dat u de scherpstelling
gedurende een bepaalde tijd wilt vasthouden voordat
autofocus opnieuw wordt geactiveerd wanneer het
onderwerp uit het geselecteerde scherpstelgebied verdwijnt
nadat het scherp is gesteld.
De scherpstellingsmethode
instellen
Opnamen
maken met
de zoeker
DDL AF op basis van Phase Matching:
Selecteer de stand x, y, of z
die automatisch schakelen tussen x
en y mogelijk maakt.
Snellere autofocusprestatie dan
contrastdetectie AF is mogelijk. (p.67)
Opnamen
maken met
Live weergave
Contrastdetectie AF:
Gezichtsherkenning en Traceren zijn
beschikbaar. (p.70)
Scherp stellen op het onderwerp met de knop f
U kunt f gebruiken om scherp
te stellen op het onderwerp. De
werking van de knop f kan
worden ingesteld bij [Knoppen
aanpassen] in menu A5 en C2.
(p.114)
De autofocus instellen bij het maken van
opnamen met de zoeker
A1
AF-modus z, x, y
Actief AF-gebied
Auto (27 AF-punten), Zoneselectie,
Selecteren, Uitgebr. AF-gebied (S),
Uitgebr. AF-gebied (M), Uitgebr. AF-
gebied (L), Spot
AF.S-instelling
Scherpstellingsvoorkeuze,
Sluitervoorkeuze
Actie 1e beeldje AF.C
Auto, Scherpstellingsvoorkeuze,
Sluitervoorkeuze
Actie bij AF.C
Continu
Auto, Scherpstellingsvoorkeuze,
FPS-voorkeuze
AF-status
vasthouden
Uit, Zwak, Normaal, Sterk
AF-modus
AF-modus
Actief AF-gebied
Actief AF-gebied
AF.S-instelling
AF.S-instelling
Actie 1e beeldje AF.C
Actie 1e beeldje AF.C
Actie bij AF.C Continu
Actie bij AF.C Continu
AF-status vasthouden
AF-status vasthouden
AF met zoeker
AF met zoeker
KP-OPM-NL.book Page 67 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
68
1 Draai aan Q terwijl u b
indrukt.
t Memo
In de stand R is de AF-modus vast ingesteld op z.
1 Draai aan R terwijl
u op b drukt.
AF-modus
z
(Automatische
selectie)
Wisselt automatisch tussen de stand
x en y al naargelang het
onderwerp.
x
(Enkele
opname)
Wanneer 0 half wordt ingedrukt en
het onderwerp scherp gesteld is, wordt
de scherpstelling op die positie
vergrendeld.
Het AF-hulplicht wordt zo nodig
ingeschakeld.
y
(Continu-
stand)
Het onderwerp blijft scherp door
voortdurende aanpassing terwijl 0
half ingedrukt wordt.
De sluiter kan zelfs worden ontspannen
als het onderwerp niet scherp is.
1/1/
250250
1600
1600
FF
5.65.6
99 99999999
Actief AF-gebied (AF-punt)
J
Auto (27 AF-
punten)
De camera kiest uit 27 AF-punten
automatisch het optimale
scherpstelgebied.
I
Zoneselectie
De camera kiest uit 9 AF-punten
automatisch het optimale
scherpstelgebied.
E
Selecteren
Stelt het scherpstelgebied in op
het punt dat door de gebruiker
uit 27 punten is geselecteerd.
F
Uitgebr. AF-
gebied (S)
Stelt het scherpstelgebied in op het
punt dat door de gebruiker uit
27 punten is geselecteerd. Als het
onderwerp uit het geselecteerde
scherpstelgebied verdwijnt nadat het
scherp is gesteld, worden 8 perifere
punten als backup-punten gebruikt.
Alleen beschikbaar in de stand
y.
G
Uitgebr. AF-
gebied (M)
Stelt het scherpstelgebied in op het
punt dat door de gebruiker uit
27 punten is geselecteerd. Als het
onderwerp uit het geselecteerde
scherpstelgebied verdwijnt nadat het
scherp is gesteld, worden 24 perifere
punten als backup-punten gebruikt.
Alleen beschikbaar in de stand
y.
1/
1/
250
250
1600
1600
F
F
5.6
5.6
99 999
99999
KP-OPM-NL.book Page 68 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
69
Ga verder naar stap 2 wanneer een andere optie dan [Auto
(27 AF-punten)] of [Spot] is geselecteerd.
2 Selecteer het gewenste AF-
punt.
Beschikbare bedieningshandelingen
t Memo
In de stand R is [Actief AF-gebied] vast ingesteld op
[Auto (27 AF-punten)].
De instellingen [AF-modus] en [Actief AF-gebied] kunnen ook
in de zoeker worden gecontroleerd. Q wordt in de zoeker
weergegeven wanneer het AF-punt kan worden gewijzigd.
(p.19)
U kunt de stand 'AF-punt wijzigen' instellen als de functie van
de pijltoetsen met X, Y of Z, in plaats van E ingedrukt
te houden. (p.114) Wanneer [AF-gebied wijzigen] is
toegewezen aan X, Y of Z, wordt de bediening door E
ingedrukt te houden uitgeschakeld.
U kunt bij [18 4-weg Contr. Instellingen] van menu E3 de
werking van de knoppen selecteren voor wanneer het
scherpstelgebied wordt gewijzigd.
H
Uitgebr. AF-
gebied (L)
Stelt het scherpstelgebied in op het
punt dat door de gebruiker uit
27 punten is geselecteerd. Als het
onderwerp uit het geselecteerde
scherpstelgebied verdwijnt nadat het
scherp is gesteld, worden 26 perifere
punten als backup-punten gebruikt.
Alleen beschikbaar in de stand
y.
D
Spot
Selecteert het midden van de 27
punten als scherpstelgebied.
ABCD
Wijzigt het AF-punt.
E
Plaatst het AF-punt terug in
het midden.
Druk op E en
houd deze
ingedrukt
Hiermee wordt de stand
‘AF-punt wijzigen’ of het gebruik
van de richtingsknoppen
ingesteld als de functie van
de pijltoetsen (ABCD).
1/1/
250250
1600
1600
FF
5.65.6
99 99999999
Type1
Hiermee kan ofwel de stand ‘AF-punt wijzigen’,
ofwel het gebruik van de richtingsknoppen
ingesteld als de functie van de pijltoetsen.
Type2
Geeft de voorrang aan de stand 'AF-punt
wijzigen' in standby.
KP-OPM-NL.book Page 69 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
70
De werking van de autofocus voor wanneer opnamen worden
gemaakt met Live weergave kan worden ingesteld bij [AF met
Live weergave] in menu A1 en C1.
t Memo
De [AF-modus] en [Actief AF-gebied] instellingen kan worden
gewijzigd door aan Q of R terwijl u op b drukt. (p.70)
Wanneer [AF-modus], [Actief AF-gebied] of [Scherpe
contouren] wordt toegewezen aan het functiewiel, kunt u de
instelling wijzigen door de Smart-functie te gebruiken. (p.21,
p.117)
Wanneer [Scherpe contouren] is ingesteld op [Randen
accentueren] of [Randen extraheren], wordt de nadruk
gelegd op de contouren en het contrast van het onderwerp
in scherpstelling, en dit maakt het gemakkelijker om de
scherpstelling na te gaan. Deze functie werkt in zowel de
stand v als de stand w. De contouren van het
onderwerp worden niet benadrukt wanneer autofocus
wordt uitgevoerd of er een video wordt opgenomen.
Histogramweergave en Overbelichting worden inactief
wanneer de contouren van het onderwerp worden benadrukt.
Wanneer een compatibel objectief wordt bevestigd en de
camera in de stand C is, wordt het menu-item [AF-modus]
beschikbaar en kan de autofocusstand worden gewijzigd.
1 Draai aan Q terwijl u b
indrukt.
t Memo
Werk de camera- en objectieffirmware bij tot de recentste
versie om het menu-item [AF-modus] beschikbaar te maken.
Ga voor meer informatie over de firmware-update naar
http://www.ricoh-imaging.co.jp/english/support/
download_digital.html
De autofocus instellen bij het
maken van opnamen met Live
Weergave
A1/C1
AF-modus x, y
Actief AF-
gebied
Gezichtsherkenning, Traceren, Meerdere
AF-punten, Selecteren, Spot
Scherpe
contouren
Randen accentueren, Randen extraheren,
Uit
AF.S-instelling
Scherpstellingsvoorkeuze,
Sluitervoorkeuze
Actief AF-gebiedActief AF-gebied
AF-modusAF-modus
Scherpe contourenScherpe contouren
AF met Live weergaveAF met Live weergave
Actief AF-gebiedActief AF-gebied
Scherpe contourenScherpe contouren
AF.S-instellingAF.S-instelling
AF met Live weergaveAF met Live weergave
AF-modus
99'99"99'99"
Meerdere AF-puntenMeerdere AF-punten
KP-OPM-NL.book Page 70 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
71
1 Draai aan R terwijl u op
b drukt.
Kies uit [Meerdere AF-punten], [Selecteren] of [Spot]
in de stand C.
Ga verder naar stap 2 wanneer [Meerdere AF-punten]
of [Selecteren] is geselecteerd.
2 Druk op E en houd deze ingedrukt.
3 Selecteer het AF-gebied.
Gebruik het kader dat op de
monitor verschijnt om de positie
en grootte van het AF-gebied te
wijzigen.
Beschikbare bedieningshandelingen
4 Druk op E.
Het AF-gebied wordt ingesteld.
t Memo
In de stand R is [Actief AF-gebied] vast ingesteld op
[Gezichtsherkenning].
U kunt de stand 'AF-gebied wijzigen' instellen als de functie
van de pijltoetsen met X, Y of Z, in plaats van E
ingedrukt te houden. (p.114) Wanneer [AF-gebied wijzigen]
is toegewezen aan X, Y of Z, wordt de bediening door
E ingedrukt te houden uitgeschakeld.
Actief AF-gebied
e
Gezichts-
herkenning
Detecteert en traceert gezichten
van mensen.
Het detectiekader voor het
belangrijkste gezicht voor AF en AE
wordt in geel weergegeven.
f
Traceren
Volgt het onderwerp dat scherp
is gesteld.
De sluiter kan zelfs worden
ontspannen als het onderwerp niet
scherp is.
0
Meerdere
AF-punten
Het scherpstelgebied wordt ingesteld
op het gewenste gebied.
De sensor is verdeeld in 35 gebieden
(7 horizontaal bij 5 verticaal), en u kunt
kiezen uit een breder of smaller
scherpstelgebied door gebruik te
maken van 1, 9, 15, 25 of 35 van die
35 beschikbare gebieden.
h
Selecteren
Stelt het scherpstelgebied in op basis
van het aantal pixels.
i
Spot
Stelt het scherpstelgebied in op een
beperkt gebied van het midden.
1/
2000
1/
2000
F2.8
F2.8
1600
1600
9999
9999
Gezichtsherkenning
Gezichtsherkenning
ABCD
Wijzigt de positie van het AF-gebied.
R
Vergroot/verkleint de grootte van het
AF-gebied (als [Meerdere AF-punten]
is geselecteerd).
M
Zet het AF-gebied terug naar het
midden.
OK
OK
KP-OPM-NL.book Page 71 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
72
U kunt uw objectieven met behulp van het autofocussysteem
van de camera precies fijn afstemmen.
1 Selecteer [23 AF-aanpassing] in menu E4
en druk op D.
Het scherm [23 AF-aanpassing] verschijnt.
2 Selecteer [Toepassen op alle] of [Toepassen op 1]
en druk op E.
3 Selecteer [Instelling] en pas
de waarde aan.
Beschikbare bedieningshandelingen
4 Druk op E.
De aanpassingswaarde wordt opgeslagen.
5 Druk tweemaal op F.
De camera keert terug naar de standby-stand.
1 Druk op D in de standby-stand.
Het transportstandscherm
verschijnt.
2 Selecteer een
transportstand.
AF-aanpassing
E4
Toepassen
op alle
Dezelfde aanpassing wordt toegepast op
alle objectieven.
Toepassen
op 1
Slaat een instellingswaarde op voor het
gebruikte objectief. (Tot 20 waarden)
D/R naar rechts Stelt dichterbij scherp.
C/R naar links Stelt verder weg scherp.
M
Stelt de instelwaarde terug
naar de standaardinstelling.
±0
±0
±0
±0
3
3
23
23
AF-aanpassing
AF-aanpassing
Toepassen op 1
Toepassen op 1
Instelling
Instelling
Individ. instell. resetten
Individ. instell. resetten
Opslaan
Opslaan
Annul.
Annul.
De transportstand instellen
Enkelbeeldopname
(L)
Normale opnamestand
Continuopname
(Z, a, b)
Er worden continu opnamen
gemaakt terwijl u 0
ingedrukt houdt. (p.73)
Zelfontspanner
(O, P, Y)
De sluiter wordt ontspannen
na circa 12 seconden of 2
seconden nadat op 0
is gedrukt. (p.74)
Bracketing
(T, 1)
Maakt opeenvolgende foto's
met verschillende
belichtingniveaus. (p.74)
Bracketing
scherptediepte
(x, y)
Maakt opeenvolgende foto's
met verschillende
scherptedieptes
(diafagmawaarden). (p.75)
Bracketing beweging
(u, v)
Maakt opeenvolgende foto's
aan verschillende sluitertijden.
(p.76)
Opn. spiegel-
omhoog-vergr.
(c)
Maakt foto's met de spiegel
omhoog. (p.77)
EnkelbeeldopnameEnkelbeeldopname
Annul.Annul.
OKOK
KP-OPM-NL.book Page 72 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
73
u Let op
Er gelden voor sommige transportstanden beperkingen als
deze worden gebruikt in combinatie met bepaalde andere
functies. (p.128)
t Memo
Ook nadat de camera is uitgeschakeld, wordt de instelling
van de transportstand opgeslagen. Als [Transportstand] is
ingesteld op Y (Uit) bij [Geheugen] in menu A5, dan keert
de instelling terug naar [Enkelbeeldopname] wanneer de
camera wordt uitgeschakeld. (p.123)
Wanneer een transportstand die gebruikmaakt van een
zelfontspanner wordt geselecteerd, wordt [Shake Reduction]
van menu A4 automatisch ingesteld op [Uit]. Als u de
ruisonderdrukkingsfunctie niet wilt uitzetten, stel dit dan in bij
[19 Auto SR Uit] van menu E3.
1 Selecteer Z in het scherm
van de transportstand en
druk op B.
2 Gebruik CD om Z, a of b te selecteren,
en druk op E.
De camera keert terug naar de standby-stand.
t Memo
U kunt de opnamesnelheid voor Continuopname wijzigen
met behulp van de Smart-functie. (p.21)
Wanneer [AF-modus] in [AF met zoeker] van menu A1
is ingesteld op x, dan wordt de scherpstelpositie
vergrendeld bij het eerste beeldje. (p.68)
Meerdere opnamen
(V, z, W)
Creëert een samengestelde
opname door meerdere
opnamen te maken en deze tot
één enkele opname samen te
voegen. (p.78)
Intervalopname
(q, U, V, w)
Maakt automatisch opnamen
met een ingesteld interval.
(p.79)
Als er licht binnendringt in de zoeker
Wanneer een transportstand die gebruikmaakt van een
zelfontspanner wordt geselecteerd, kan de belichting
worden beïnvloed door het licht dat door de zoeker
binnenkomt. Gebruik in dat geval de functie
Belichtingsgeheugen. (p.57)
Continuopname
Z
Continuopname (met hoge snelheid)
a
Continuopname (met middelhoge snelheid)
b
Continuopname (met lage snelheid)
Continuopname (H)Continuopname (H)
Annul.Annul.
OKOK
KP-OPM-NL.book Page 73 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
74
1 Selecteer O in het scherm
van de transportstand en
druk op B.
2 Gebruik CD om O, P of Y te selecteren.
Ga verder naar Stap 6 wanneer O of P is geselecteerd.
3 Druk op G.
4 Stel [Opnamesnelheid] en
[Aantal opnamen] in.
5 Druk op E.
Het scherm van stap 1 verschijnt opnieuw.
6 Druk op E.
De camera keert terug naar de standby-stand.
7 Druk 0 half in en vervolgens volledig.
De sluiter wordt na circa 12 seconden of 2 seconden
ontspannen.
U kunt meerdere opnamen met verschillende belichtingniveaus
maken.
1 Selecteer T in het scherm
van de transportstand en
druk op B.
2 Gebruik CD om T of 1 te selecteren.
Ga verder naar stap 6 wanneer T is geselecteerd.
3 Druk op G.
4 Selecteer een
zelfontspannerstand.
5 Druk op E.
Het scherm van stap 1 verschijnt opnieuw.
6 Stel het aantal opnamen en de bracketwaarde in.
Beschikbare bedieningshandelingen
Zelfontspanner
O
Zelfontspanner (de sluiter wordt na circa
12 seconden ontspannen)
P
Zelfontspanner (de sluiter wordt na circa
2 seconden ontspannen)
Y
Zelfontspanner + Continuopname
Zelfontspanner (12sec)Zelfontspanner (12sec)
Annul.Annul.
OKOK
3
3
Zelfontspanner + Continu
Zelfontspanner + Continu
Opnamesnelheid
Opnamesnelheid
Aantal opnamen
Aantal opnamen
maal
maal
Annul.
Annul.
OK
OK
Bracketing
T
Bracketing
1
Bracketing + Zelfontspanner
Q
Stelt het aantal opnamen in.
R
Wijzigt de bracketwaarde.
JR
Wijzigt de belichtingscorrectiewaarde.
M
Stelt de instelwaarde terug naar de
standaardinstelling.
±0.3EV±0.3EVx3x3
BracketingBracketing
Annul.Annul.
OKOK
ResetReset
Bracketing
Bracketing
Zelfontspanner
Zelfontspanner
Annul.
Annul.
OK
OK
KP-OPM-NL.book Page 74 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
75
7 Druk op E.
De camera keert terug naar de standby-stand.
8 Maak de opnamen.
Nadat opnamen zijn gemaakt, keert de camera terug naar
de standby-stand.
t Memo
De bracketwaarde kan worden ingesteld in stappen van
1/3 LW of 1/2 LW volgens de instelling die is gekozen
bij [1 LW-stappen] in menu E1.
De volgende instellingen voor Bracketing kunnen worden
ingesteld in menu E2.
Wanneer [Bracketwaarde] wordt toegewezen aan het
functiewiel, kunt u de bracketingwaarde wijzigen door
de Smart-functie te gebruiken. (p.21, p.117)
U kunt drie opeenvolgende opnamen maken met verschillende
diafragmawaarden zonder de belichting te veranderen.
Deze functie is niet beschikbaar in de stand J.
1 Selecteer x in het scherm
van de transportstand en
druk op B.
2 Gebruik CD om x of y te selecteren.
Ga verder naar stap 6 wanneer x is geselecteerd.
3 Druk op G.
4 Selecteer een
zelfontspannerstand.
5 Druk op E.
Het scherm van stap 1 verschijnt opnieuw.
9 Volgorde bracketing
Wijzigt de opnamevolgorde van
opnamen.
10 Bracketing-in-één
Maakt alle opnamen door de
sluiter éénmaal te ontspannen.
Bracketing scherptediepte
x
Bracketing
y
Bracketing + Zelfontspanner
+
1.0
+
1.0
Bracketing scherptediepte
Bracketing scherptediepte
Annul.
Annul.
OK
OK
Reset
Reset
Bracketing scherptediepte
Bracketing scherptediepte
Zelfontspanner
Zelfontspanner
Annul.
Annul.
OK
OK
KP-OPM-NL.book Page 75 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
76
6 Gebruik R om de bracketingvolgorde
en bracketingwaarde in te stellen.
Beschikbare bedieningshandelingen
7 Druk op E.
De camera keert terug naar de standby-stand.
8 Maak de opnamen.
Maakt drie opnamen door de sluiter éénmaal te
ontspannen.
De camera keert terug naar de standby-stand.
t Memo
De bracketwaarde kan worden ingesteld in stappen van
1/3 LW of 1/2 LW volgens de instelling die is gekozen
bij [1 LW-stappen] in menu E1.
u Let op
Wanneer u een objectief gebruikt met een positie 9, kan
[Bracketing scherptediepte] niet worden geselecteerd als de
diafragamring op een andere positie dan 9 wordt ingesteld.
U kunt drie opeenvolgende opnamen maken aan verschillende
sluitertijden zonder de belichting te veranderen.
Deze functie is niet beschikbaar in de stand u.
1 Selecteer u in het scherm
van de transportstand en
druk op B.
2 Gebruik CD om u of v te selecteren.
Ga verder naar stap 6 wanneer u is geselecteerd.
3 Druk op G.
4 Selecteer een
zelfontspannerstand.
5 Druk op E.
Het scherm van stap 1 verschijnt opnieuw.
6 Gebruik R om de bracketingvolgorde
en bracketingwaarde in te stellen.
R naar rechts Maakt opnamen met kleinere
diafragma's (grotere f-getallen)
dan de huidige instelling.
R naar links Maakt opnamen met grotere
diafragma's (kleinere f-getallen)
dan de huidige instelling.
M
Stelt de instelwaarde terug naar
de standaardinstelling.
Bracketing beweging
u
Bracketing
v
Bracketing + Zelfontspanner
+
1.0
+
1.0
Bracketing beweging
Bracketing beweging
Annul.
Annul.
OK
OK
Reset
Reset
Bracketing beweging
Bracketing beweging
Zelfontspanner
Zelfontspanner
Annul.
Annul.
OK
OK
KP-OPM-NL.book Page 76 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
77
Beschikbare bedieningshandelingen
7 Druk op E.
De camera keert terug naar de standby-stand.
8 Maak de opnamen.
Maakt drie opnamen door de sluiter éénmaal te
ontspannen.
De camera keert terug naar de standby-stand.
t Memo
De bracketwaarde kan worden ingesteld in stappen van
1/3 LW of 1/2 LW volgens de instelling die is gekozen
bij [1 LW-stappen] in menu E1.
1 Selecteer c in het
scherm van de
transportstand en druk
op E.
De camera keert terug naar de
standby-stand.
2 Druk 0 half in en vervolgens volledig.
De spiegel klapt open en de vergrendeling van het
belichtingsgeheugen wordt geactiveerd.
3 Druk 0 nogmaals volledig in.
De opname wordt gemaakt en de spiegel keert terug naar
de oorspronkelijke positie ervan.
t Memo
De spiegel keert automatisch terug naar de oorspronkelijke
positie als er 1 minuut is verstreken nadat de spiegel is
opengeklapt.
u Let op
Terwijl deze functie wordt gebruikt, is [Shake Reduction]
in menu A4 vast ingesteld op [Uit].
R naar rechts Maakt opnamen met kortere
sluitertijden dan de huidige
instelling.
R naar links Maakt opnamen met langere
sluitertijden dan de huidige
instelling.
M
Stelt de instelwaarde terug naar
de standaardinstelling.
Opn. spiegel-omhoog-vergr.
Opn. spiegel-omhoog-vergr.Opn. spiegel-omhoog-vergr.
Annul.Annul.
OKOK
KP-OPM-NL.book Page 77 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
78
1 Selecteer V in het scherm
van de transportstand en
druk op B.
2 Gebruik CD om V, z of W te selecteren.
Ga verder naar Stap 6 als u de opnameomstandigheden
niet hoeft te wijzigen.
3 Druk op G.
4 Stel de opnameomstandig-
heden in.
5 Druk op E.
Het scherm van stap 1 verschijnt opnieuw.
6 Druk op E.
De camera keert terug naar de standby-stand.
7 Maak de opnamen.
De Momentcontrole-opname wordt getoond.
Beschikbare bedieningshandelingen tijdens
Momentcontrole
Nadat het opgegeven aantal opnamen is gemaakt, keert de
camera terug naar de standby-stand.
t Memo
Een samengestelde opname wordt in elke compositiemodus
als volgt gemaakt.
Meerdere opnamen
V
Meerdere opnamen
z
Meerdere opnamen + Continuopname
W
Meerdere opnamen + Zelfontspanner
Compositiemodus
Selecteer [Gemiddeld], [Toenemend]
of [Helder].
Aantal opnamen Kies een waarde tussen 2 en 2000.
Opnamesnelheid/
Zelfontspanner
Specificeer de bedieningsstand voor
de geselecteerde opnamestand.
00020002
Meerdere opnamenMeerdere opnamen
Annul.Annul.
Aanp. parameterAanp. parameter
CompositiemodusCompositiemodus
Aantal opnamenAantal opnamen
GemiddeldGemiddeld
OKOK
maalmaal
00020002
Meerdere opnamenMeerdere opnamen
CompositiemodusCompositiemodus GemiddeldGemiddeld
OpnamesnelheidOpnamesnelheid
Aantal opnamenAantal opnamen maalmaal
Annul.Annul.
OKOK
L
Verwijdert de opnamen die tot op dat
moment werden gemaakt, en maakt
opnieuw opnamen vanaf de eerste opname.
F
Slaat opnamen op die tot op dat moment
werden gemaakt en toont menu A.
Gemiddeld
Creëert een samengestelde opname met de
gemiddelde belichting.
Toenemend
Creëert een samengestelde opname met de
cumulatief toegevoegde belichting.
Helder
Creëert een samengestelde opname die
alleen de gedeelten vervangt die helderder
zijn in vergelijking met de eerste opname.
KP-OPM-NL.book Page 78 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
79
1 Selecteer q in het scherm
van de transportstand en
druk op B.
2 Gebruik CD om q, U, V of w te selecteren.
Ga verder naar Stap 6 als u de opnameomstandigheden
niet hoeft te wijzigen.
3 Druk op G.
4 Stel de opnameomstandig-
heden in.
5 Druk op E.
Het scherm van stap 1 verschijnt opnieuw.
6 Druk op E.
De camera keert terug naar de standby-stand.
7 Druk op 0.
Als [Int opname starten] is ingesteld op [Nu], wordt de
eerste opname gemaakt. Bij de instelling [Tijdstip] wordt
de eerste opname gemaakt op het ingestelde tijdstip. Zet de
camera uit als u wilt stoppen met het maken van opnamen.
Nadat het opgegeven aantal opnamen is gemaakt, keert de
camera terug naar de standby-stand.
Intervalopname
q
Intervalopname
Maakt opnamen met een ingesteld interval en
slaat deze op.
U
Intervalcompositie
Maakt opnamen met een ingesteld interval en
voegt deze samen tot één enkele opname.
V
Intervalvideo opnemen
Maakt foto’s met een ingesteld interval en slaat
deze op als één enkel videobestand (Motion
JPEG, bestandsextensie: .AVI).
w
Sterrenspoor
Maakt foto’s met een ingesteld interval en slaat
deze op als één enkel videobestand (Motion
JPEG, bestandsextensie: .AVI) met gebruik van
Intervalcompositie.
00020002
00
:
00´02˝00
:
00´02˝
IntervalopnameIntervalopname
Annul.Annul.
Aanp. parameterAanp. parameter
IntervalInterval
Aantal opnamenAantal opnamen
OKOK
maalmaal
Int opname startenInt opname starten
00
:
00´02˝
00
:
00´02˝
0002
0002
--
:
--
--
:
--
Intervalopname
Intervalopname
Interval
Interval
Int opname starten
Int opname starten
Aantal opnamen
Aantal opnamen
maal
maal
Annul.
Annul.
OK
OK
Begintijd
Begintijd
Resolutie
Kies tussen z, u of t
(alleen voor V en w).
Interval
Kies een waarde tussen 2 seconden
en 24 uur.
Standby-interval
Selecteer de minimale tijd of een
waarde tussen 1 seconde en 24 uur.
Aantal opnamen
Kies uit 2 tot 2000 keer (8 tot 2000
keer voor V en w).
Int opname
starten
Selecteer wanneer en hoe de eerste
opname wordt gemaakt. Kies hierbij
tussen [Nu], [Zelfontspanner] of
[Tijdstip].
Begintijd
Stel de starttijd voor het maken van
opnamen in wanneer [Int opname
starten] is ingesteld op [Tijdstip].
Compositiemodus
Kies tussen [Gemiddeld], [Toenemend]
of [Helder] (alleen voor U).
Proces opslaan
Selecteer Z om midden in de
verwerking opnamen op te slaan
(alleen voor U).
Uitfaden
Selecteer het niveau van de fade-out
van lichtsporen (alleen voor w).
KP-OPM-NL.book Page 79 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
80
t Memo
Voor q en U wordt een nieuwe map aangemaakt
en de gemaakte opnamen worden daarin opgeslagen.
De kortste tijd die voor [Interval] kan worden ingesteld,
is 5 seconden wanneer [Digitaal filter], [Helderheid] of
[Huidtint] is geselecteerd, en 10 seconden wanneer
[HDR-opname] is geselecteerd.
De tweede en latere belichtingen beginnen bij de intervallen
die zijn ingesteld bij [Interval]. Indien de belichtingstijd langer
is dan de tijd die is ingesteld bij [Interval], wordt een aantal
van de opnamen die met het ingestelde interval worden
verondersteld te worden gemaakt, feitelijk niet gemaakt.
Voorbeeld: als de tijd bij [Interval] is ingesteld op 2 seconden,
en de belichtingstijd is 3 seconden, dan wordt de eerste
belichting nog niet beëindigd op het moment dat de tweede
belichting verondersteld wordt te starten (2 seconden nadat
is begonnen met het maken van opnamen). De tweede
opname wordt dus niet gemaakt. Als gevolg hiervan eindigt
Intervalopname voordat het opgegeven aantal opnamen is
gemaakt. In dergelijke gevallen kunt u [Standby-interval]
bij [11 Intervalopname-opties] in menu E2 zo instellen dat
opnamen worden gemaakt met het ingestelde interval nadat
elke belichting is geëindigd. Het scherm dat wordt
weergegeven bij stap 4, varieert al naargelang de instelling
bij [11 Intervalopname-opties].
Bij gebruik van q, U, V en w wordt de scherpstelstand
vergrendeld die wordt gebruikt wanneer de eerste opname
wordt gemaakt. Om de autofocus te gebruiken voor elke
opname stelt u [12 AF voor intervalopnamen] in op [Wijzigt
autofoc. bij elke opn.] in menu E2 en gebruikt u de zoeker
voor het maken van opnamen.
Zet bij gebruik van U en w de camera tijdens het maken
van opnamen op een vaste steun zoals een statief.
Bij gebruik van w wordt [Shake Reduction] in menu A4
vast ingesteld op [Uit].
1 Druk op B in de standby-stand.
Het instelscherm van de witbalans verschijnt.
Druk op X om Digitaal voorbeeld te gebruiken
wanneer u opnamen maakt met de zoeker.
2 Selecteer de gewenste
witbalansinstelling.
Draai aan R bij gebruik van
k, o en p om het type
witbalans te selecteren.
De witbalans instellen
g
Automatische witbalans
u
Meervoud. autom. witbalans
h
Daglicht
i
Schaduw
j
Bewolkt
k
q Neonlicht - Daglicht kleuren
r Neonlicht - Daglicht wit
s Neonlicht - Koel wit
t Neonlicht - Warm wit
l
Lamplicht
n
Kleurtemperatuurverbetering
o
Handmatige witbalans 1 t/m 3
p
Kleurtemperatuur 1 t/m 3
WB
±
WB
±
Automatische witbalans
Automatische witbalans
Annul.
Annul.
Voorbeeld
Voorbeeld
OK
OK
KP-OPM-NL.book Page 80 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
81
Beschikbare handelingen bij het maken van opnamen met
de zoeker
Ga verder naar stap 5 als u de witbalans niet fijn hoeft af te
stemmen.
3 Druk op G.
Het scherm voor fijnafstemming
wordt weergegeven.
Beschikbare
bedieningshandelingen
4 Druk op E.
Het scherm van stap 2 verschijnt opnieuw.
5 Druk op E.
De camera keert terug naar de standby-stand.
u Let op
In de stand R is de witbalans vast ingesteld op
[Automatische witbalans].
De werking van Digitaal voorbeeld bij stap 1 wordt
uitgeschakeld wanneer de transportstand is ingesteld op
[Opn. spiegel-omhoog-vergr.], [Meerdere opnamen] of
[Intervalopname].
t Memo
Wanneer [Meervoud. autom. witbalans] is geselecteerd, zal
de camera, zelfs als er op de opnamelocatie verschillende
lichtbronnen aanwezig zijn, de witbalans automatisch
aanpassen aan de lichtbron van elk gebied. ([Meervoud.
autom. witbalans] is niet beschikbaar in de stand C.)
De volgende instellingen voor de witbalans kunnen worden
ingesteld in de menu's E2-3.
X
Maakt gebruik van Digitaal voorbeeld om het
achtergrondbeeld met de toegepaste
instelling vooraf te bekijken.
Z
Slaat de voorbeeldopname op (alleen als de
opname kan worden opgeslagen).
AB
Aanpassing: groen-magenta
CD
Aanpassing: blauw-amber
M
Stelt de instelwaarde terug naar de
standaardinstelling.
G3G3
A2A2
±0±0
Annul.Annul.
OKOK
Automatische witbalansAutomatische witbalans
13 Instellingsbereik witbalans
Vast, Automatisch
aanpassen
14 AWB bij lamplicht
Krachtige correctie,
Subtiele correctie
15 WB bij flitsen
Automatische witbalans,
Meervoud. autom.
witbalans, Onveranderd
16 Kleurtemperatuurstappen Kelvin, Mired
KP-OPM-NL.book Page 81 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
82
U kunt de witbalans meten op een geselecteerde locatie.
1 Selecteer o bij stap 2 van “De witbalans instellen”
(p.80).
2 Gebruik R om 1 t/m 3
te selecteren.
1 t/m 3 zijn de locaties waar u drie
verschillende instellingen voor de
handmatige witbalans kunt
opslaan.
3 Kies een wit gebied als onderwerp onder het licht
waarvan u de witbalans wilt meten, en druk 0
volledig in.
De gemaakte opname wordt getoond.
4 Gebruik ABCD om het
meetgebied op te geven.
Druk op M om het meetgebied
naar het midden terug te zetten.
5 Druk op E.
Het instelscherm voor de witbalans verschijnt opnieuw.
Het bericht [De bewerking is niet op correcte wijze voltooid]
verschijnt wanneer de meting is mislukt. Druk op E om de
witbalans opnieuw te meten.
t Memo
U kunt de witbalansinstellingen van een gemaakte opname
kopiëren en deze opslaan als o1 t/m o3 bij [Opslaan als
handm WB] van het weergavepalet. (p.91)
U kunt de witbalans specificeren met de kleurtemperatuur.
1 Selecteer p bij stap 2 van “De witbalans instellen”
(p.80).
2 Gebruik R om 1 t/m 3 te selecteren.
3 Druk op G.
4 Pas de kleurtemperatuur
aan.
U kunt de kleurtemperatuur-
waarde instellen tussen 2.500K
tot 10.000K.
Beschikbare bedieningshandelingen
5 Druk op E.
Het instelscherm voor de witbalans verschijnt opnieuw.
t Memo
Selecteer [Mired] bij [16 Kleurtemperatuurstappen] in menu
E3 om de kleurtemperatuur in mired-eenheden in te stellen.
De kleurtemperatuur kan worden gewijzigd in 20 mired-
eenheden met Q en 100 mired-eenheden met R.
Getallen worden echter altijd omgezet naar en weergegeven
in Kelvin.
De witbalans handmatig aanpassen
WB
±
WB
±
Handmatige witbalansHandmatige witbalans
Annul.Annul. VoorbeeldVoorbeeld
InstellenInstellen
OKOK
Annul.
Annul.
OK
OK
De witbalans aanpassen met de
kleurtemperatuur
Q
Wijzigt de kleurtemperatuur in stappen
van 100 Kelvin.
R
Wijzigt de kleurtemperatuur in stappen
van 1000 Kelvin.
ABCD
Stelt de kleurtemperatuur fijn af.
±0±0
±0±0
±0±0
Annul.Annul.
OKOK
KleurtemperatuurKleurtemperatuur
KP-OPM-NL.book Page 82 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
83
Als u opnamen wilt maken met een enigzins andere stijl,
dan kunt u deze stijl instellen voordat u opnamen gaat maken.
Probeer er verschillende uit en ontdek uw beste opnamestijl.
1 Selecteer [Aangepaste opname] in menu A1
of C1 en druk op D.
Het instelscherm voor aangepaste opname verschijnt.
2 Selecteer een afwerking
voor de opname.
Beschikbare handelingen bij het maken van opnamen met
de zoeker
Ga verder naar stap 6 als [Autoselect] is geselecteerd of als
u geen parameters wilt wijzigen.
3 Druk op G.
Het scherm voor het specificeren van parameters wordt
weergegeven.
4 Stel de parameters in.
Beschikbare bedieningshandelingen
5 Druk op F.
Het scherm van stap 2 verschijnt opnieuw.
De instelwaarden voor parameters worden weergegeven.
6 Druk tweemaal op F.
De camera keert terug naar de standby-stand.
u Let op
In de stand R is [Aangepaste opname] vast ingesteld
op [Autoselect].
De werking van Digitaal voorbeeld bij stap 2 wordt uitgeschakeld
wanneer de transportstand is ingesteld op [Opn. spiegel-
omhoog-vergr.], [Meerdere opnamen] of [Intervalopname].
De afwerking van de opname
instellen
Aangepaste opname
A1/C1
Autoselect
Helder
Natuurlijk
Portret
Landschap
Levendig
Schitterende kleur
Gedempt
Vlak
Bleach Bypass
Diapositieffilm
Monochroom
Cross-processing
X
Maakt gebruik van Digitaal voorbeeld om
het achtergrondbeeld met de toegepaste
instelling vooraf te bekijken.
Z
Slaat de voorbeeldopname op (alleen als
de opname kan worden opgeslagen).
±0±0 ±0±0 ±0±0 +1+1 +1+1
HelderHelder
Annul.Annul.
Aanp. parameterAanp. parameter
VoorbeeldVoorbeeld
OKOK
AB
Selecteert een parameter.
CD
Past de waarde aan.
Q
Wisselt tussen [Contrast], [Instell. lichte
gebieden] en [Schaduwinstelling].
R
Wisselt tussen [Scherpte], [Fijne scherpte]
en [Extra scherpte]. (Niet beschikbaar in de
stand C.)
M
Stelt de instelwaarde terug naar de
standaardinstelling.
KleurverzadigingKleurverzadiging
Annul.Annul.
OKOK
ResetReset
KP-OPM-NL.book Page 83 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
84
Wanneer [Aangepaste opname] wordt toegewezen aan het
functiewiel, kunt u de afwerking van de opname wijzigen door
de Smart-functie te gebruiken. (p.21, p.117) Standaard is
[Aangepaste opname] toegewezen aan C1.
Wanneer [Cross-processing] is ingesteld op [Willekeurig],
varieert het resultaat van Cross-processing telkens wanneer
een opname is gemaakt. Als u tevreden bent over de
Cross-processing-instellingen van een bepaalde opname,
kunt u deze instellingen opslaan, zodat u dezelfde instellingen
later herhaaldelijk opnieuw kunt gebruiken.
1 Druk op B in de enkelbeeldweergave van
de weergavestand.
Het weergavepalet verschijnt.
2 Selecteer [Cross-processing opslaan] en druk
op E.
De camera zoekt naar opnamen die met Cross-processing
zijn uitgevoerd, en begint hierbij vanaf de meest recent
gemaakte opname.
[Geen opname met cross-processing] verschijnt als er geen
opnamen zijn die met Cross-processing zijn uitgevoerd.
3 Gebruik Q om een
opname met Cross-
processing te selecteren.
4 Selecteer het “Favoriet”-nummer 1, 2 of 3 om
de instellingen op te slaan en druk op E.
De instellingen van de geselecteerde opname worden
opgeslagen als uw “Favoriet”-instellingen.
t Memo
De opgeslagen Cross-processing-instellingen kunnen
worden geladen door [Cross-processing] te selecteren bij
stap 2 van “Aangepaste opname” (p.83) en een van de
Favoriet-instellingen 1 t/m 3 te selecteren voor de parameter.
De Cross-processing-instellingen van een gemaakte
opname opslaan
100-0001
100-0001
Slaat de Cross-processing-
Slaat de Cross-processing-
instellingen van deze
instellingen van deze
opname op
opname op
Opslaan als Favoriet 1
Opslaan als Favoriet 1
Opslaan als Favoriet 2
Opslaan als Favoriet 2
Opslaan als Favoriet 3
Opslaan als Favoriet 3
Annul.
Annul.
OK
OK
KP-OPM-NL.book Page 84 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
85
1 Selecteer [Digitaal filter] in menu A3 of C2 en
druk op D.
Het scherm voor de instelling van de digitale filter verschijnt.
2 Selecteer een filter.
Selecteer [Geen filter] als u niet
met een digitaal filter opnamen
wilt maken.
Beschikbare handelingen bij het maken van opnamen met
de zoeker
Ga verder naar stap 6 als u geen parameters wilt wijzigen.
3 Druk op G.
Het scherm voor het specificeren van parameters wordt
weergegeven.
4 Stel de parameters in.
Beschikbare bedieningshandelingen
5 Druk op E.
Het scherm van stap 2 verschijnt opnieuw.
6 Druk op E.
7 Druk op F.
De camera keert terug naar de standby-stand.
u Let op
Deze functie kan niet worden gebruikt in combinatie met
sommige andere functies. (p.128)
De werking van Digitaal voorbeeld bij stap 2 wordt
uitgeschakeld wanneer de transportstand is ingesteld
op [Opn. spiegel-omhoog-vergr.], [Meerdere opnamen]
of [Intervalopname].
Afhankelijk van het toegepaste filter kan het opslaan
van opnamen langer duren.
t Memo
Foto's kunnen in de weergavestand ook met digitale filters
worden verwerkt. (p.97)
Digitaal filter
A3/C2
Kleurextractie
Kleur vervangen
Speels
Retro
Sterk contrast
Schaduw aanbrengen
Kleur inverteren
Vet één kleur
Vet zwart-wit
X
Maakt gebruik van Digitaal voorbeeld om het
achtergrondbeeld met de toegepaste
instelling vooraf te bekijken.
Z
Slaat de voorbeeldopname op (alleen als de
opname kan worden opgeslagen).
KleurextractieKleurextractie
Annul.Annul.
Aanp. parameterAanp. parameter
VoorbeeldVoorbeeld
OKOK
Onttrokken kleur 1
Onttrokken kleur 1
Annul.
Annul.
OK
OK
Voorbeeld
Voorbeeld
AB
Selecteert een parameter.
CD
Past de waarde aan.
KP-OPM-NL.book Page 85 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
86
Vergroot het dynamisch bereik en
biedt een breder toonbereik dat kan
worden geregistreerd door de
CMOS-sensor en zorgt voor minder
overbelichte/onderbelichte gebieden.
Stel de correctiefuncties in bij
[Instellingen D-range] in menu A2
of C2.
u Let op
[Overbelichtingscorr.] kan niet worden ingesteld op [Aan]
wanneer de gevoeligheid lager is ingesteld dan ISO 200.
t Memo
[Overbelichtingscorr.] in de stand C kan worden ingesteld
op [Auto] of [Uit].
Maakt drie opeenvolgende opnamen met drie verschillende
belichtingsniveaus om hiermee één enkele samengestelde
opname te maken.
1 Selecteer [HDR-opname] in menu A3 en
druk op D.
Het scherm [HDR-opname] verschijnt.
2 Selecteer een opnametype
en druk op E.
3 Stel bij [Bracketwaarde] het bereik in waarbinnen
de belichting wordt gewijzigd.
Selecteer [±1 LW], [±2 LW] of [±3 LW].
4 Stel in of Automatisch uitlijnen wordt gebruikt of niet.
5 Druk tweemaal op F.
De camera keert terug naar de standby-stand.
t Memo
Het opnametype kan ook worden gewijzigd met de Smart-
functie. (p.21)
u Let op
In de stand M of C is HDR-opname uitgeschakeld.
Deze functie kan niet worden gebruikt in combinatie met
sommige andere functies. (p.128)
Wanneer de transportstand is ingesteld op [Intervalopname]
of [Intervalvideo opnemen], dan wordt [Automatisch uitlijnen]
vast ingesteld op Y (Uit).
Opnamen corrigeren
Helderheidsinstelling
Overbelichtingscorrectie
Schaduwcorrectie
A2/C2
Overbelichtingscorr.
Overbelichtingscorr.
Schaduwcorrectie
Schaduwcorrectie
Instellingen D-range
Instellingen D-range
HDR-opname A3
Z
Gebruikt Automatisch uitlijnen.
Y
Maakt geen gebruik van Automatisch uitlijnen.
9999999999
BracketwaardeBracketwaarde
Automatisch uitlijnenAutomatisch uitlijnen
HDR-opnameHDR-opname
Annul.Annul.
OKOK
KP-OPM-NL.book Page 86 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
87
Wanneer [Automatisch uitlijnen] is ingesteld op Y (Uit), dan
wordt [Shake Reduction] in menu A4 vast ingesteld op [Uit].
Voor HDR-opname worden meerdere opnamen
gecombineerd tot één enkele opname; het kan dus tijd kosten
om de opname op te slaan.
De volgende functies kunnen worden
ingesteld bij [Objectiefcorrectie] in
menu A4.
t Memo
Correcties kunnen alleen worden uitgevoerd als een
compatibel objectief bevestigd is. (p.129) De functies zijn
uitgeschakeld als een accessoire zoals een rear converter
tussen de camera en het objectief is geplaatst.
Wanneer [Bestandsindeling] is ingesteld op [RAW] of [RAW+]
bij [Opname-instell. foto's] in menu A2, dan wordt correctie-
informatie opgeslagen als een RAW-bestandsparameter en
kunt u selecteren of de correctie op de opnamen wordt
toegepast als u deze ontwikkelt. Bij het ontwikkelen van
RAW-opnamen is de correctiefunctie [Correctie kleurrand]
ook beschikbaar (RAW-ontwikkeling. (p.100)
De textuur en het oppervlak van een
opname kunnen worden aangepast
binnen het bereik van -4 tot +4.
Stel dit in bij [Helderheid] in menu
A3.
De huidtint van portretten kan worden
verbeterd.
Stel dit in bij [Huidtint] in menu A3.
Objectiefcorrectie
A4
Vervormings-
correctie
Vermindert vervormingen en
chromatische aberraties die optreden als
gevolg van objectiefeigenschappen.
Perifere verlicht.
corr.
Vermindert perifere lichtvermindering die
optreedt als gevolg van
objectiefeigenschappen.
Aanp. Lat. Chr.
Abb.
Vermindert laterale chromatische
aberraties die optreden als gevolg van
objectiefeigenschappen.
Diffractiecorrectie
Corrigeert wazigheid die wordt
veroorzaakt door diffractie bij gebruik van
een kleine diafragmaopening.
Vervormingscorrectie
Vervormingscorrectie
Perifere verlicht. corr.
Perifere verlicht. corr.
Aanp. Lat. Chr. Abb.
Aanp. Lat. Chr. Abb.
Diffractiecorrectie
Diffractiecorrectie
Objectiefcorrectie
Objectiefcorrectie
Kwaliteitsniveau en textuur instellen
De textuur aanpassen A3
De huidtint verbeteren A3
Type1
Bepaalt de huidtint van het onderwerp door de
gezichtsherkenningsfunctie en creëert een
natuurlijke huidtint. (Alleen beschikbaar wanneer er
een gezicht wordt gedetecteerd.)
Type2
Verzacht de volledige opname en maakt
huidonregelmatigheden minder zichtbaar.
3
Huidtint
Huidtint
Digitaal filter
Digitaal filter
Sterrenvolger
Sterrenvolger
Helderheid
Helderheid
Pixelverschuiv.resolutie
Pixelverschuiv.resolutie
HDR-opname
HDR-opname
Einde
Einde
3
HuidtintHuidtint
Digitaal filterDigitaal filter
SterrenvolgerSterrenvolger
HelderheidHelderheid
Pixelverschuiv.resolutiePixelverschuiv.resolutie
HDR-opnameHDR-opname
Annul.Annul.
OKOK
KP-OPM-NL.book Page 87 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
88
Pixelverschuivingsresolutie is de functie waarmee een high-
definition opname van stilstaande onderwerpen kan worden
geproduceerd door meerdere opnamen samen te voegen die
met behulp van het Shake Reduction-mechanisme zijn
verschoven met één pixel.
1 Selecteer [Pixelverschuiv.resolutie] in menu A3
en druk op D.
Het scherm [Pixelverschuiv.resolutie] verschijnt.
2 Selecteer [Aan] of [Uit] in
[Pixelverschuiv.resolutie] en
druk op E.
3 Selecteer [Aan] of [Uit] in [Bewegingscorrectie]
en druk op E.
Wanneer [Bewegingscorrectie] is ingesteld op [Aan],
wordt ruis met mozaïekpatroon gecorrigeerd wanneer
een bewegend object wordt gedetecteerd, en een
samengestelde opname gecreëerd.
4 Druk tweemaal op F.
De camera keert terug naar de standby-stand.
5 Druk op 0.
Er worden meerdere opnamen gemaakt met behulp van
de elektronische sluiter door de sluiter éénmaal te
ontspannen.
De gemaakte opnamen worden beurtelings weergegeven,
en vervolgens worden ze samengevoegd tot één enkele
opname.
u Let op
In de stand M of C is pixelverschuivingsresolutie
uitgeschakeld.
Deze functie kan niet worden gebruikt in combinatie met
sommige andere functies. (p.128)
[AA-filtersimulator] en [Shake Reduction] in menu A4
zijn vast ingesteld op [Uit].
[Selectie sluiterstand] in menu A2 is vast ingesteld op
[Elektronische sluiter].
t Memo
Als u opnamen maakt met pixelverschuivingsresolutie,
gebruik dan een statief en monteer de camera hier stevig op.
Het gebruik van pixelverschuivingsresolutie in combinatie
met de zelfontspanner of opnamen maken met vergrendeling
van de spiegel omhoog is aanbevolen.
Opnamen in high-definition maken A3
9999999999
Pixelverschuiv.resolutiePixelverschuiv.resolutie
BewegingscorrectieBewegingscorrectie
Maakt een high-definitionMaakt een high-definition
opname door meerdereopname door meerdere
opn. te maken/combin.opn. te maken/combin.
Annul.Annul.
OKOK
KP-OPM-NL.book Page 88 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
89
Door de Shake Reduction-eenheid te schudden, kan een
moiréverminderingseffect worden bewerkstelligd dat lijkt op dat
van een laagdoorlaatfilter.
1 Selecteer [AA-filtersimulator] in menu A4
en druk op D.
2 Selecteer een opnametype
en druk op E.
u Let op
Deze functie kan niet worden gebruikt in combinatie met
sommige andere functies. (p.128)
In de stand M kan [Bracketing] niet worden geselecteerd.
[Bracketing] is alleen beschikbaar als de transportstand
is ingesteld op [Enkelbeeldopname] of [Zelfontspanner]
(12 seconden, 2 seconden).
Wanneer [HDR-opname] in menu A3 is ingesteld, wordt
[AA-filtersimulator] vast ingesteld op [Uit].
Wanneer de sluitersnelheid sneller is dan 1/1000 seconden, dan
kan het volledige effect van deze functie niet worden bereikt.
t Memo
Wanneer [AA-filtersimulator] wordt toegewezen aan het
functiewiel, kunt u het opnametype wijzigen door de Smart-
functie te gebruiken. (p.21, p.117) Standaard is [AA-
filtersimulator] toegewezen aan C2.
Kleurmoiré beperken A4
Type1
Maakt opnamen met een evenwicht
tussen de resolutie en moirévermindering.
Type2 Geeft prioriteit aan moirévermindering.
Bracketing
(2 opnamen)
Maakt twee opeenvolgende opnamen
in de volgorde [Uit] en [Type2].
Bracketing
(3 opnamen)
Maakt drie opeenvolgende opnamen
in de volgorde [Uit], [Type1] en [Type2].
4
Shake ReductionShake Reduction
HorizoncorrectieHorizoncorrectie
Compositie aanpassenCompositie aanpassen
Inv brandp afstandInv brandp afstand
AA-filtersimulatorAA-filtersimulator
ObjectiefcorrectieObjectiefcorrectie
Annul.Annul.
OKOK
KP-OPM-NL.book Page 89 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
3
Opnamen maken
90
Met gebruik van het Shake Reduction-mechanisme kan de
compositie van de opname worden aangepast. Gebruik deze
functie als u de compositie wilt aanpassen, zoals bij het gebruik
van een statief bij het maken van opnamen met Live weergave.
1 Selecteer [Aan] bij [Compositie aanpassen] in menu
A4.
2 Druk op F.
De camera keert terug naar de standby-stand.
3 Zet de A/K/C-schakelaar op K.
De Live weergave-opname wordt weergegeven en het
bericht [De compositie van de opname aanpassen]
verschijnt.
4 Pas de compositie aan.
De hoeveelheid correctie (het
aantal stappen) wordt
weergegeven aan de
rechterbovenzijde van het
scherm.
Beschikbare bedieningshandelingen
5 Druk op E.
De camera keert terug naar de standby-stand in de Live
weergave.
u Let op
U kunt deze functie niet gebruiken wanneer de functie
Sterrenvolger wordt gebruikt.
t Memo
Wanneer [Rasterweergave] is ingesteld op [Aan] bij [Live
weergave] in menu A5, worden de rasterlijnen
weergegeven op het scherm van stap 4.
De aangepaste compositie wordt zelfs opgeslagen als Live
weergave wordt afgesloten of als de camera wordt
uitgeschakeld. Als u de opgeslagen instelwaarde wilt resetten
wanneer de camera wordt uitgezet, stelt u [Compositie
aanpassen] in op Y (Uit) bij [Geheugen] in menu A5.
(p.123)
Compositie aanpassen
A4
ABCD
Verplaatst de compositie van de
opname (tot 16 stappen).
R
Corrigeert de kanteling van de
compositie (tot 8 stappen. Niet
beschikbaar als de hoeveelheid
aanpassingsstappen in verticale en
horizontale richting 8 of meer bedraagt).
M
Stelt de instelwaarden terug naar de
standaardinstellingen.
0
0
0
0
0
0
De compositie van de
De compositie van de
opname aanpassen
opname aanpassen
Annul.
Annul.
OK
OK
KP-OPM-NL.book Page 90 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
4
Weergeven
91
Weergavefuncties kunnen worden
ingesteld in het weergavepalet
en in menu B1 (p.33).
Druk op B in de
enkelbeeldweergave (Standaard
infoweergave of Geen infoweergave)
van de weergavestand om het
weergavepalet op te roepen.
*1 Niet beschikbaar wanneer een TIFF-opname of film wordt getoond.
*2 Niet beschikbaar wanneer een RAW-opname of TIFF-opname wordt
getoond.
*3 Alleen beschikbaar wanneer een RAW-opname werd opgeslagen.
*4 Alleen beschikbaar wanneer een film wordt getoond.
Items in het weergavepalet
Onderdeel Functie Pagina
a
Beeldrotatie
*1
Wijzigt de rotatie-informatie
van een opname.
p.94
b
Digitaal filter
*1
Verwerkt opnamen met
digitale filters.
p.97
c
Correctie
kleurmoiré
*1
*2
Vermindert kleurmoiré in
opnamen.
p.97
d
Formaat
wijzigen
*1
*2
Wijzigt de opnameresolutie
van een opname.
p.96
e
Bijsnijden
*1
Snijdt alleen het gewenste
gebied van een opname uit.
p.96
f
Beveiligen
Opnamen beveiligen tegen
abusievelijk verwijderen.
p.123
h
Diavoorstelling
Geeft opnamen doorlopend
weer.
p.94
i
Opslaan als
handm WB
*1
Slaat de witbalans-
instellingen van een
gemaakte opname op als
handmatige witbalans.
p.82
j
Cross-
processing
opslaan
Slaat de instellingen voor
een opname in de Cross-
processing-stand in
Aangepaste opname op als
uw “Favoriete” instelling.
p.84
Beeldrotatie
Beeldrotatie
Einde
Einde
Rotatie van opnamen.
Rotatie van opnamen.
Handig bij weergave op tv
Handig bij weergave op tv
en andere apparatuur
en andere apparatuur
OK
OK
k
RAW-
ontwikkeling
*3
Ontwikkelt RAW-opnamen
tot JPEG- of TIFF-opnamen
en slaat deze op als nieuwe
bestanden.
p.100
l
Video
bewerken
*4
Splitst een film of wist
ongewenste segmenten.
p.99
Onderdeel Functie Pagina
KP-OPM-NL.book Page 91 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
4
Weergeven
92
U kunt tegelijkertijd 6, 12, 20, 35 of 80 miniatuuropnamen
weergeven.
1 Draai R naar links
in de weergavestand.
Het scherm voor weergave
van meerdere opnamen wordt
weergegeven.
Beschikbare bedieningshandelingen
2 Druk op E.
De geselecteerde opname verschijnt in de
enkelbeeldweergave.
1 Druk op L bij stap 1 van “Weergave van meerdere
opnamen” (p.92).
2 Selecteer de opnamen die
u wilt verwijderen.
Beschikbare bedieningshandelingen
Het aantal geselecteerde opnamen wordt in de
linkerbovenhoek van de monitor weergegeven.
3 Druk op L.
Het scherm voor bevestiging van de verwijdering verschijnt.
4 Selecteer [Wissen] en druk op E.
t Memo
U kunt maximaal 500 opnamen tegelijkertijd selecteren.
U kunt geen beveiligde opnamen selecteren.
U kunt de afzonderlijk geselecteerde opnamen gezamenlijk
verwijderen met de geselecteerde opnamen door het bereik
op te geven dat moet worden verwijderd.
Gebruik dezelfde stappen om meerdere opnamen te
selecteren voor de volgende functies.
RAW-ontwikkeling (p.100)
Beveiligen (p.123)
De weergavemethode wijzigen
Weergave van meerdere opnamen
ABCD
Verplaatst het selectiekader.
Q
Toont de volgende/vorige pagina.
G
Toont het
scherm voor
de keuze van
de weergave-
stijl.
L
Wist de geselecteerde beelden.
100-0505
100-0505
100-0505100-0505
12 Miniatuurweergave12 Miniatuurweergave
Geselecteerde opnamen verwijderen
ABCD
Verplaatst het selectiekader.
E
Bevestigt/annuleert de selectie van
de opname die u wilt verwijderen.
Z
Selecteert het opnamenbereik dat
u wilt verwijderen.
R
Toont de geselecteerde opname
in de enkelbeeldweergave. Gebruik
Q
om een andere opname te selecteren.
100-0505100-0505001/500001/500
KP-OPM-NL.book Page 92 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
4
Weergeven
93
1 Draai R naar links bij
stap 1 van “Weergave van
meerdere opnamen” (p.92).
Het mapweergavescherm
verschijnt.
Beschikbare bedieningshandelingen
2 Druk op E.
De opnamen in de geselecteerde map worden weergegeven.
1 Selecteer de map die u wilt verwijderen bij stap 1
van “Opnamen weergeven op basis van map” (p.93)
en druk op L.
Het scherm voor bevestiging van de verwijdering verschijnt.
2 Selecteer [Wissen] en druk op E.
De geselecteerde map en alle opnamen in de map worden
verwijderd.
Wanneer er beveiligde opnamen in de map zijn, selecteer
dan [Alles wissen] of [Alles handhaven].
Opnamen worden gegroepeerd en weergegeven op basis
van opnamedatum.
1 Druk op G bij stap 1 van “Weergave van
meerdere opnamen” (p.92).
Het scherm voor de keuze van de weergavestijl verschijnt.
2 Selecteer
[Kalenderfilmstripweergave].
Beschikbare bedieningshandelingen
3 Druk op E.
De geselecteerde opname verschijnt in de
enkelbeeldweergave.
Opnamen weergeven op basis van map
ABCD
Verplaatst het selectiekader.
L
Verwijdert de geselecteerde map.
Een map verwijderen
100_0707
100_0707
100
100
101
101
102
102
103
103
104
104
105
105
106
106
107
107
123
123
Opnamen weergeven op basis van
opnamedatum
AB
Selecteert een opnamedatum.
CD
Selecteert een opname die is
gemaakt op de geselecteerde
opnamedatum.
R naar rechts Toont de geselecteerde opname
in de enkelbeeldweergave.
L
Wist het geselecteerde beeld.
100-0505100-0505
2/52/5
22
2017.22017.2
2017.32017.3
THUTHU
1111
SATSAT
2020
MONMON
2424
FRIFRI
55
SUNSUN
99
THUTHU
2121
TUETUE
Opname
datum
Miniatuur
KP-OPM-NL.book Page 93 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
4
Weergeven
94
1 Selecteer [Diavoorstelling]
in het weergavepalet.
Er wordt een diavoorstelling
gestart.
Beschikbare bedieningshandelingen
De camera keert terug naar de enkelbeeldweergave nadat
alle opnamen zijn weergegeven.
t Memo
U kunt de instellingen van
[Weergaveduur], [Schermeffect],
[Weergeven herhalen] en [Autom.
video afspelen] voor een
diavoorstelling wijzigen bij
[Diavoorstelling] in menu B1.
Een diavoorstelling kan ook
worden gestart vanuit het scherm waarin de diavoorstelling
wordt ingesteld.
Wanneer [Autom. video afspelen] is ingesteld op Y (Uit),
druk dan op E tijdens een diavoorstelling om een video af te
spelen.
Wanneer u opnamen maakt met de camera in een verticale
stand, dan wordt de rotatie-informatie van de opname
opgeslagen terwijl opnamen worden gemaakt. Wanneer [Auto
opnamerotatie] van [LCD-display] in menu B1 is ingesteld op
Z (Aan), dan wordt de opname tijdens de weergave
automatisch geroteerd op basis van de rotatie-informatie
(standaardinstelling).
De rotatie-informatie van een opname kunt u wijzigen met
behulp van onderstaande procedure.
1 Geef in de enkelbeeldweergave de opname weer
die u wilt bewerken.
2 Selecteer [Beeldrotatie] in het weergavepalet.
De geselecteerde opname wordt geroteerd in stappen
van 90° en de vier miniaturen worden weergegeven.
3 Gebruik ABCD om de
gewenste rotatierichting te
selecteren en druk op E.
De rotatie-informatie van de
opname wordt opgeslagen en
de camera keert terug naar de
enkelbeeldweergave.
u Let op
De rotatie-informatie van de opname wordt niet opgeslagen
wanneer [20 Rotatie-info opslaan] is ingesteld op [Uit] in
menu E3.
U kunt de rotatie-informatie van de opnamen in de volgende
gevallen niet wijzigen.
Beveiligde opnamen
Opnamen zonder rotatie-informatietag
Wanneer [Auto opnamerotatie] van [LCD-display] in menu
B1 is ingesteld op Y (Uit)
Videobestanden kunnen niet worden geroteerd.
Opnamen continu weergeven
E
Last een pauze in of hervat de weergave.
C
Geeft de vorige opname weer.
D
Geeft de volgende opname weer.
B
Stopt de weergave.
R
Wijzigt het geluidsvolume van de film.
Starten
Starten
100-0001100-0001
StartenStarten
WeergaveduurWeergaveduur 3sec3sec
SchermeffectSchermeffect
Weergeven herhalenWeergeven herhalen
Autom. video afspelenAutom. video afspelen
OKOK
Geroteerde opnamen weergeven
Annul.Annul.
OKOK
KP-OPM-NL.book Page 94 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
4
Weergeven
95
Sluit een audiovisueel apparaat, zoals een tv met een
HDMI
®
-aansluiting, aan voor het weergeven van Live
Weergave-opnamen tijdens het maken van opnamen
of het in de weergavestand weergeven van opnamen.
Het USB-aansluitpunt (micro B) van de camera ondersteunt
SlimPort
®
. Zorg ervoor dat u over een in de handel verkrijgbare
HDMI
®
-adapter en compatibele HDMI
®
-kabel beschikt.
1 Zet het audiovisuele apparaat en de camera uit.
2 Sluit de HDMI
®
-adapter en HDMI
®
-kabel aan.
3 Open op de camera het klepje van de aansluitingen
en sluit de HDMI
®
-adapter aan op het aansluitpunt
voor USB/video-uitgang.
4 Sluit het andere uiteinde van de HDMI
®
-kabel aan
op de ingang van het audiovisuele apparaat.
5 Zet het audiovisuele apparaat en de camera aan.
De camera wordt ingeschakeld in de video-uitgangstand en
de cameragegevens worden weergegeven op het scherm
van het aangesloten audiovisuele apparaat.
u Let op
Er wordt niets op de cameramonitor getoond als de camera
aangesloten is op een audiovisueel apparaat. U kunt ook het
geluidsvolume van de camera niet aanpassen. Wijzig het
volume op het audiovisuele apparaat.
Sommige HDMI
®
-adapters zijn niet compatibel met deze
camera. Met de volgende HDMI
®
-adapter werd een correcte
werking bevestigd:
SP6001 (Analogix Semiconductor, Inc.)
Lever geen stroom toe aan een HDMI
®
-adapter vanaf een
externe voedingsbron. Dit kan voor een camerastoring
zorgen.
Opnamen worden mogelijk niet uitgevoerd door een
incompatibiliteit met de gebruikte HDMI
®
-kabel. Gebruik
een HDMI
®
-kabel die geen elektronische circuits omvat.
MHL
®
-naar-HDMI
®
-adapters mogen niet worden gebruikt.
t Memo
Raadpleeg de handleiding van het audiovisuele apparaat
en selecteer een geschikte video-ingang waarop de camera
wordt aangesloten.
Automatisch wordt standaard de maximumresolutie
geselecteerd die wordt ondersteund door zowel het
audiovisuele apparaat als de camera. Als de opnamen
niet juist worden weergegeven, wijzig dan de instelling
bij [Resolutie video-uitvoer] in menu D3.
De camera aansluiten op een audiovisueel
apparaat
KP-OPM-NL.book Page 95 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
4
Weergeven
96
u Let op
U kunt het formaat van opnamen alleen wijzigen of opnamen
alleen bijsnijden als de opnamen met deze camera zijn gemaakt.
Opnamen waarvan het formaat is gewijzigd of opnamen die
al tot de minimale bestandsgrootte zijn uitgesneden, kunnen
niet worden verwerkt.
Wijzigt de opnameresolutie van de geselecteerde opname,
en slaat deze op als een nieuw bestand.
1 Geef in de enkelbeeldweergave de opname weer
die u wilt bewerken.
2 Selecteer [Formaat wijzigen] in het weergavepalet.
Het scherm verschijnt waarin de opnameresolutie kan
worden geselecteerd.
3 Gebruik CD om de
opnameresolutie te
selecteren en druk op E.
U kunt een opnamegrootte
kiezen dat kleiner is dan dat van
de originele opname.
Het scherm verschijnt waarin de opslag wordt bevestigd.
4 Selecteer [Opslaan] en druk op E.
Snijdt alleen het gewenste gebied van de geselecteerde
opname uit, en slaat dit op als een nieuw bestand.
1 Geef in de enkelbeeldweergave de opname weer
die u wilt bewerken.
2 Selecteer [Bijsnijden] in het weergavepalet.
Het uitsnijkader wordt weergegeven waarmee u de grootte
en positie bepaalt van het gebied dat u wilt uitsnijden.
3 Bepaal met behulp van het
uitsnijkader de grootte en
positie van het gebied dat
u wilt uitsnijden.
Beschikbare bedieningshandelingen
4 Druk op E.
Het scherm verschijnt waarin de opslag wordt bevestigd.
5 Selecteer [Opslaan] en druk op E.
Opnamen bewerken en verwerken
De opnamegrootte wijzigen
De opnameresolutie wijzigen
Annul.Annul.
OKOK
Een deel van de opname uitsnijden
R
Wijzigt de grootte van het uitsnijkader.
ABCD
Verplaatst het uitsnijkader.
G
Wijzigt de verhoudingen of de instelling
van de beeldrotatie.
M
Roteert het uitsnijkader (alleen wanneer
mogelijk).
3456x23043456x2304
KP-OPM-NL.book Page 96 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
4
Weergeven
97
Vermindert kleurmoiré in opnamen.
1 Geef in de enkelbeeldweergave de opname
weer die u wilt bewerken.
2 Selecteer [Correctie kleurmoiré] in het weergavepalet.
[Deze opname kan niet worden verwerkt] wordt getoond
als de opname niet kan worden bewerkt.
3 Gebruik CD om het
correctieniveau te selecteren
en druk op E.
Het scherm verschijnt waarin de
opslag wordt bevestigd.
4 Selecteer [Opslaan] en druk op E.
u Let op
De functie voor correctie van kleurmoiré kan alleen worden
gebruikt voor JPEG-opnamen die met deze camera zijn
gemaakt.
1 Geef in de enkelbeeldweergave de opname weer
die u wilt bewerken.
2 Selecteer [Digitaal filter] in het weergavepalet.
Het scherm voor selectie van een filter verschijnt.
3 Selecteer een filter.
Gebruik Q om een andere
opname te selecteren.
Ga verder naar stap 7 als u geen parameters wilt wijzigen.
4 Druk op G.
Het scherm voor het specificeren van parameters wordt
weergegeven.
Kleurmoiré corrigeren
Annul.
Annul.
OK
OK
Opnamen verwerken met digitale filters
Aanpass. basisparam.
Kleurextractie
Kleur vervangen
Speels
Retro
Sterk contrast
Schaduw aanbrengen
Kleur inverteren
Vet één kleur
Vet zwart-wit
Tintuitbreiding
Schetsfilter
Aquarel
Pastel
Posterisatie
Miniatuur
Soft
Sterren
Fisheye
Vlak
Monochroom
100-0001
100-0001
Aanpass. basisparam.
Aanpass. basisparam.
Stoppen
Stoppen
Aanp. parameter
Aanp. parameter
OK
OK
KP-OPM-NL.book Page 97 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
4
Weergeven
98
5 Stel de parameters in.
Beschikbare bedieningshandelingen
6 Druk op E.
Het scherm van stap 3 verschijnt opnieuw.
7 Druk op E.
Het scherm verschijnt waarin de opslag wordt bevestigd.
8 Selecteer [Extra filter(s) toepassen] of [Opslaan] en
druk op E.
Selecteer [Extra filter(s) toepassen] als u nog meer filters
wilt toepassen op dezelfde opname. Het scherm van stap 3
verschijnt opnieuw.
u Let op
Alleen JPEG- en RAW-opnamen die zijn gemaakt met deze
camera, kunnen worden bewerkt met de digitale filters.
RAW-opnamen die zijn gemaakt met HDR-opname of
Pixelverschuivingsresolutie kunt u met Digitaal filter niet
verwerken.
t Memo
U kunt tot 20 filters toepassen op dezelfde opname, inclusief
het digitale filter dat is gebruikt tijdens het maken van
opnamen (p.85).
Past de filtereffecten van een geselecteerde opname toe
op andere opnamen.
1 Geef een met een filter bewerkte opname weer
in de enkelbeeldweergave.
2 Selecteer [Digitaal filter] in het weergavepalet.
3 Selecteer [Filtereffecten
opnieuw maken] en druk op
E.
De filtereffecten verschijnen die
voor de geselecteerde opname
zijn gebruikt.
4 Druk op G om de details
van de parameters te
controleren.
Druk nogmaals op G om
terug te gaan naar het vorige
scherm.
5 Druk op E.
Het scherm voor selectie van opnamen verschijnt.
6 Gebruik Q om een
opname te selecteren om
dezelfde filtereffecten toe
te passen en druk op E.
U kunt alleen opnamen
selecteren die nog niet met een
filter zijn bewerkt.
Het scherm verschijnt waarin de opslag wordt bevestigd.
7 Selecteer [Opslaan] en druk op E.
t Memo
Indien [Oorspr. opname zoeken] is geselecteerd bij stap 3,
dan kan de originele opname worden opgehaald voordat het
digitale filter werd toegepast.
AB
Selecteert een parameter.
CD
Past de waarde aan.
HelderheidHelderheid
Annul.Annul.
OKOK
Filtereffecten kopiëren
Digitaal filter toepassen
Digitaal filter toepassen
Filtereffecten opnieuw maken
Filtereffecten opnieuw maken
Oorspr. opname zoeken
Oorspr. opname zoeken
OK
OK
100-0001
100-0001
20
20
19
19
18
18
17
17
16
16
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
15
15
14
14
13
13
12
12
11
11
10
10
9
9
8
8
7
7
6
6
5
5
4
4
3
3
2
2
1
1
Onderst dig filters vorige
Onderst dig filters vorige
opname opnieuw toepassen
opname opnieuw toepassen
Details
Details
OK
OK
100-0001100-0001
Opname bewerken metOpname bewerken met
digitaal filterdigitaal filter
OKOK
KP-OPM-NL.book Page 98 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
4
Weergeven
99
1 Geef in de enkelbeeldweergave de video weer die u
wilt bewerken.
2 Selecteer [Video bewerken] in het weergavepalet.
Het videobewerkingsscherm verschijnt.
3 Selecteer het punt waar u de
video wilt splitsen.
Het beeld bij het splitspunt wordt
boven in het scherm getoond.
U kunt tot vier punten selecteren
om de originele video-opname te
splitsen in vijf segmenten.
Beschikbare bedieningshandelingen
Ga verder naar stap 7 als u geen enkel segment wilt
verwijderen.
4 Druk op L.
Het scherm verschijnt waarin u de segmenten kunt
selecteren die u wilt verwijderen.
5 Gebruik CD om het
selectiekader te verplaatsen
en druk op E.
De segmenten die u wilt
verwijderen zijn gespecificeerd.
(Tegelijkertijd kunnen meerdere
segmenten worden verwijderd.)
Druk nogmaals op E als u de selectie wilt annuleren.
6 Druk op F.
Het scherm van stap 3 verschijnt opnieuw.
7 Druk op E.
Het scherm verschijnt waarin de opslag wordt bevestigd.
8 Selecteer [Opslaan] en druk op E.
t Memo
Selecteer splitspunten in chronologische volgorde vanaf het
begin van de video-opname. Als u de geselecteerde
splitspunten annuleert, annuleer deze dan elk in omgekeerde
volgorde (vanaf het einde van de video tot het begin). U kunt
splitspunten niet selecteren en de selectie van splitspunten
niet annuleren in een andere volgorde dan de
gespecificeerde volgorde.
Video bewerken
A
Speelt de video-opname af
of last een pauze in.
D
Springt een beeldje vooruit
(tijdens pauze).
Druk op D en
houd deze
ingedrukt
Speelt snel vooruit af.
C
Springt een beeldje achteruit
(tijdens pauze).
Druk op C en
houd deze
ingedrukt
Speelt snel achteruit af.
R
Wijzigt het geluidsvolume.
G
Bevestigt/annuleert het
geselecteerde splitspunt.
00 ' 00"
00' 00"
10 ' 00"
10' 00"
Stoppen
Stoppen
OK
OK
00 ' 05"
00' 05"
10 ' 00"
10' 00"
Selecteer te verwijderen segm.
Selecteer te verwijderen segm.
KP-OPM-NL.book Page 99 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
4
Weergeven
100
U kunt RAW-opnamen ontwikkelen tot JPEG- of TIFF-opnamen
en deze opslaan als nieuwe bestanden.
1 Selecteer [RAW-ontwikkeling] in het weergavepalet.
Het scherm voor selectie van het verwerkingstype verschijnt.
2 Selecteer de gewenste optie en druk op E.
Ga verder met stap 6 indien u [Eén opname selecteren]
hebt geselecteerd.
Het scherm voor selectie van de opname/map verschijnt.
3 Selecteer opname(n) of een map.
Ga verder naar stap 5 als een map is geselecteerd.
y Hoe opname(n) selecteren (p.92).
4 Druk op G.
Het scherm voor selectie van de methode voor
de parameterinstelling verschijnt.
5 Selecteer de methode voor
de parameterinstelling en
druk op E.
6 Selecteer het instellingsitem
dat u wilt wijzigen.
Beschikbare bedieningshandelingen
RAW-opnamen ontwikkelen
Eén opname
selecteren
Ontwikkelt een opname.
Meerdere
opnamen
selecteren
Ontwikkelt maximaal 500 opnamen met
dezelfde instellingen.
Een map select.
Ontwikkelt maximaal 500 opnamen in
de geselecteerde map met dezelfde
instellingen.
100-0001
100-0001
001/500
001/500
Opnamen ontwikkelen
Opnamen ontwikkelen
zoals gemaakt
zoals gemaakt
Opnamen ontwikkelen
Opnamen ontwikkelen
met aangepaste instell.
met aangepaste instell.
OK
OK
Opnamen
ontwikkelen zoals
gemaakt
Stelt u in staat om alleen
Bestandsindeling, Verhoudingen,
JPEG-resolutie, JPEG-
kwaliteitsniveau en Kleurruimte te
wijzigen.
Opnamen
ontwikkelen met
aangepaste instell.
Stelt u in staat om alle
instellingsitems te wijzigen.
Witbalans
Aangepaste opname
Gevoeligheid
Helderheid
Huidtint
Digitaal filter
HDR-opname/
Pixelverschuiv.resolutie
Schaduwcorrectie
Ruisond. hoge ISO-wrd
Vervormingscorrectie
Perifere verlicht. corr.
Aanp. Lat. Chr. Abb.
Diffractiecorrectie
Correctie kleurrand
Bestandsindeling
Verhoudingen
JPEG-resolutie
JPEG kwaliteitsniveau
Kleurruimte
Q
Selecteert een andere opname (indien in
de enkelbeeldweergave).
ABCD
Selecteert een parameter.
R
Wijzigt de waarde.
G
Evalueert de opname.
E
Verricht gedetailleerde instellingen.
100-0001100-0001
WitbalansWitbalans
VoorbeeldVoorbeeld
OKOK
KP-OPM-NL.book Page 100 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
4
Weergeven
101
7 Gebruik ABCD om [JPEGu] of [TIFFu] te
selecteren.
Draai aan R om de bestandsindeling te wijzigen.
8 Druk op E.
Het scherm verschijnt waarin de opslag wordt bevestigd.
9 Selecteer [Opslaan] en druk op E.
Wanneer [Eén opname selecteren] is geselecteerd,
selecteer dan [Doorgaan] of [Einde] en druk op E.
u Let op
U kunt alleen RAW-opnamen ontwikkelen die met deze
camera werden gemaakt.
Bij RAW-opnamen gemaakt wanneer de transportstand
is ingesteld op [Meerdere opnamen] of [Intervalcompositie],
worden de opnamen ontwikkeld met de objectiefcorrectie-
instellingen die worden gebruikt tijdens het maken van
opnamen. De objectiefcorrectie-instellingen kunnen niet
worden gewijzigd bij het ontwikkelen van RAW-opnamen.
t Memo
Als bij stap 2 [Meerdere opnamen selecteren] of [Een map
select.] is geselecteerd, dan wordt een map met een nieuw
nummer aangemaakt, en worden de JPEG- of TIFF-opnamen
hierin opgeslagen.
Voor [HDR-opname] en [Pixelverschuiv.resolutie] kunnen de
parameters van elk van de twee functies die worden gebruikt
bij het maken van opnamen worden gewijzigd.
Met de bijgeleverde software “Digital Camera Utility 5” kunt
u RAW-bestanden ontwikkelen op een computer.
KP-OPM-NL.book Page 101 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
5
Delen
102
Sluit de camera aan op een computer met een USB-kabel.
Zorg dat u een in de handel verkrijgbare USB-kabel met een
micro B-aansluitpunt gebruikt.
Stel de verbindingsstand in bij [USB-aansluiting] in menu D3
menu op basis van de functie die met de computer moet worden
uitgevoerd.
t Memo
Zie “Besturingsomgeving voor USB-aansluiting en
bijgeleverde software” (p.147) voor de systeemeisen om de
camera aan te sluiten op een computer met een in de handel
verkrijgbare USB-kabel en de software te gebruiken.
Het verdient aanbeveling om de optionele
netvoedingsadapterset te gebruiken als u van plan bent de
camera gedurende langere tijd te gebruiken. (p.44)
1 Stel [USB-aansluiting] in op [MSC] in menu D3.
2 Zet de camera uit.
3 Open op de camera het
klepje van de aansluitingen
en sluit de USB-kabel aan op
het aansluitpunt voor USB/
video-uitgang.
4 Sluit de USB-kabel aan op de USB-poort van de
computer.
5 Zet de camera aan.
De camera wordt herkend als een verwisselbare schijf.
6 Sla de opnamen op de computer op.
7 Koppel de camera los van de computer.
u Let op
De camera kan niet worden gebruikt als deze aangesloten is
op de computer. Als u de camera wilt gebruiken, beëindig dan
eerst de USB-verbinding op de computer, schakel dan de
camera uit en verwijder de USB-kabel.
Als bij stap 5 op het computerscherm het “KP”-dialoogvenster
verschijnt, selecteer dan [Map openen en bestanden
weergeven] en klik op de OK-knop.
De camera gebruiken met een
computer
De verbindingsstand instellen
D3
MSC
(standaard-
instelling)
Stelt u in staat om de gegevens op de
geheugenkaart te kopiëren naar een
computer door de computer de camera te
laten herkennen als een verwisselbare
schijf. (p.102)
PTP
Stelt u in staat om opnamen te maken met
de camera en de opnamen via een
bekabelde computerverbinding direct te
bekijken op het beeldscherm van de
computer (tethered shooting). (p.103)
Een opname op de geheugenkaart kopiëren
KP-OPM-NL.book Page 102 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
5
Delen
103
U kunt “tethered shooting” uitvoeren met de camera die is
aangesloten op een computer met behulp van de optionele
“IMAGE Transmitter 2”-software. Gemaakte opnamen worden
onmiddellijk opgeslagen op de computer.
1 Stel [USB-aansluiting] in op [PTP] in menu D3.
2 Zet de camera uit.
3 Sluit de camera aan op een computer met
een USB-kabel.
y De camera aansluiten op een computer (p.102)
4 Zet de camera aan.
5 Start “IMAGE Transmitter 2” op de computer.
“IMAGE Transmitter 2” wordt gestart en de computer
herkent de camera.
t Memo
Bijzonderheden over “IMAGE Transmitter 2” vindt u in de
“User Guide [Operation]” die beschikbaar is op de volgende
site.
http://www.ricoh-imaging.co.jp/english/support/
download_manual.html
Bij "tethered shooting" heeft het ontspannen met de sluiter
altijd prioriteit, ongeacht de instelling bij [AF.S-instelling]
van [AF met Live weergave] in menu A1. (p.70)
Deze camera is uitgerust met een ingebouwde Wi-Fi™-functie.
Door rechtstreeks verbinding te maken met een
communicatieapparaat zoals een smartphone of tablet via
draadloos LAN, kan de camera worden bediend vanaf het
communicatieapparaat en kunnen opnamen worden gedeeld
met anderen via sociale netwerken of e-mail.
De Wi-Fi-functie wordt uitgeschakeld als de camera wordt
ingeschakeld. Schakel de functie in met een van de volgende
methoden.
Instellen vanuit de menu’s (p.104)
Gebruik van de X-knop (p.104)
Wanneer de Wi-Fi-functie is
ingeschakeld, klinkt er een pieptoon
en wordt met het (witte) pictogram 7
op het statusscherm en het Live
weergave-scherm aangegeven dat er
verbinding is met de draadloze LAN.
Wanneer 8 (grijs) wordt
weergegeven, is geen correcte
verbinding met het communicatieapparaat tot stand gebracht.
t Memo
Zelfs nadat de Wi-Fi-functie is ingeschakeld, wordt deze
functie uitgeschakeld wanneer de camera wordt
uitgeschakeld en weer wordt ingeschakeld.
Automatische uitschakeling is niet beschikbaar terwijl een
Wi-Fi™-verbinding tot stand is gebracht of wanneer opnamen
worden verzonden. De Wi-Fi-functie wordt uitgeschakeld
als automatische uitschakeling wordt geactiveerd terwijl er
geen verbinding is. De functie wordt ingeschakeld wanneer
de camera terugkeert vanuit automatische uitschakeling.
De Wi-Fi-functie wordt uitgeschakeld tijdens de
USB-verbinding of bij de uitvoer van beeldgegevens.
De camera gebruiken met een computer
De camera gebruiken met een
communicatieapparaat
De Wi-Fi-functie inschakelen
99 99999999
KP-OPM-NL.book Page 103 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
5
Delen
104
u Let op
Probeer de Wi-Fi-functie niet te gebruiken op plaatsen
waar het gebruik van draadloze LAN-apparaten aan
beperkingen onderhevig of verboden is, zoals in vliegtuigen.
Houd bij het gebruik van de Wi-Fi-functie rekening met
plaatselijke wetten en regels voor radiocommunicatie.
Er kan radiogolfinterferentie optreden indien gebruik wordt
gemaakt van een geheugenkaart met een ingebouwde
draadloze LAN-functie (zoals een Eye-Fi-kaart of een
Flucard). Schakel in dat geval de Wi-Fi-functie van de
camera uit.
1 Selecteer [Wi-Fi] in menu D3 en druk op D.
Het scherm [Wi-Fi] verschijnt.
2 Stel [Actiemodus] in op
[Aan].
Selecteer [Uit] als u de Wi-Fi-
functie wilt uitschakelen.
3 Druk tweemaal op F.
t Memo
Selecteer [Communicatie-info] bij stap 2 om de SSID,
het wachtwoord en het MAC-adres van de draadloze LAN
te controleren. Of selecteer [Reset instellingen] als u de
instellingen wilt resetten naar de standaardwaarde.
Als u de Wi-Fi-functie frequent gebruikt, wijs de functie
dan toe aan de X-knop zodat u de functie gemakkelijk kunt
aan- en uitzetten met een druk op de knop.
1 [Wi-Fi] toewijzen aan X.
y De werking van de X -knop instellen (p.114)
2 Houd X ingedrukt in
standby-stand.
Er klinkt een pieptoon en [Wi-Fi
ingeschakeld] verschijnt op de
monitor.
Houd X opnieuw ingedrukt om
de Wi-Fi-functie uit te
schakelen.
Instellen vanuit de menu’s D3
Gebruik van de X-knop
Wi-Fi
Wi-Fi
Actiemodus
Actiemodus
Communicatie-info
Communicatie-info
Reset instellingen
Reset instellingen
Annul.
Annul.
OK
OK
KP-OPM-NL.book Page 104 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
5
Delen
105
De volgende functies kunnen worden gebruikt door de camera
via Wi-Fi™ te verbinden met een communicatieapparaat en
gebruik te maken van de specifieke toepassing “Image Sync”.
Image Sync ondersteunt iOS en Android™ en kan worden
gedownload vanuit de App Store of Google Play™. Raadpleeg
de downloadsite voor ondersteunde besturingssystemen en
andere bijzonderheden.
t Memo
De schermafbeeldingen van Image Sync die in deze
handleiding worden gebruikt, zijn de afbeeldingen die in
ontwikkeling waren en kunnen afwijken van wat werkelijk
wordt weergegeven. De indeling en elementen van het
scherm kunnen ook gewijzigd zijn vanwege oorzaken zoals
een versie-upgrade van de toepassing of het besturingssysteem.
Raadpleeg de bedieningshandleiding van het
communicatieapparaat voor bijzonderheden over de
bediening hiervan.
Sluit de camera en het communicatieapparaat aan
via Wi-Fi, en start Image Sync die is geïnstalleerd
op het communicatieapparaat.
1 Schakel de draadloze LAN (Wi-Fi)-functie
in op het communicatieapparaat.
2 Start Image Sync op het communicatieapparaat.
Het cameraselectiescherm verschijnt op het
communicatieapparaat.
3 Tik op [PENTAX KP].
Het scherm [Choose a Network]
(Een netwerk kiezen) verschijnt
op het communicatieapparaat.
4 Tik op [PENTAX_xxxxxx]
in de [Network List]
(Netwerklijst).
Het scherm [Enter Password]
(Wachtwoord invoeren)
verschijnt.
De camera gebruiken met een
communicatieapparaat
Opnamen vanop
afstand
Toont het beeld van de Live weergave van
de camera op het communicatieapparaat,
en maakt het vervolgens mogelijk om via
bediening van het communicatieapparaat
de belichtingsinstellingen te regelen en
opnamen te maken.
Opnameweergave
Hiermee geeft u op het communicatie-
apparaat de opnamen weer die
opgeslagen zijn op de geheugenkaart
in de camera en kunt u de opnamen
importeren naar het communicatie-
apparaat.
De camera en een communicatieapparaat aansluiten
Wanneer een Android-apparaat wordt gebruikt
KP-OPM-NL.book Page 105 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
5
Delen
106
5 Voer het wachtwoord in en tik
op [Connect] (Verbinding
maken).
Er wordt een Wi-Fi-verbinding
tot stand gebracht tussen de
camera en het communicatie-
apparaat.
De lijst met opnamen verschijnt
op het Image Sync-scherm.
t Memo
Raadpleeg [Communicatie-info] in [Wi-Fi] van menu D3 voor
het standaardwachtwoord. (p.104)
1 Schakel de draadloze LAN (Wi-Fi)-functie in op
het communicatieapparaat.
2 Tik op [PENTAX_xxxxxx] in de lijst met
gedetecteerde Wi-Fi-netwerken.
3 Voer het wachtwoord in en tik
op [Join] (Verbinding
maken).
Er wordt een Wi-Fi-verbinding
tot stand gebracht tussen de
camera en het
communicatieapparaat.
4 Start Image Sync op het communicatieapparaat.
Image Sync wordt gestart en de lijst met opnamen
verschijnt.
Tik links of rechts op het scherm om van bedieningsstand te
wisselen.
t Memo
U kunt ook van bedieningsstand wisselen door op de knoppen
te tikken die worden weergegeven onderaan het scherm.
Wanneer een iOS-apparaat wordt gebruikt
Schermen van Image Sync
KP-OPM-NL.book Page 106 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
5
Delen
107
Het beeld van de Live weergave van de camera en de knoppen
voor het maken van opnamen worden weergegeven in het
opnamescherm van Image Sync.
1 Stel de basisinstellingen op de camera in.
2 Controleer het beeld van
de Live weergave op het
opnamescherm van Image
Sync.
3 Wijzig voor zover nodig met
Image Sync de instellingen.
Opnamen maken met een communicatieapparaat
1 Instellingen (p.111)
2 Opnamestand
3 Live weergave
4 AF-kader
5 Witbalans, Sluitertijd, Diafragmawaarde,
Belichtingscorrectie, Gevoeligheid
6 Live weergave aan/uit
7 Bedieningsstanden
8 Communicatiepictogram
9 Batterijniveau
10 Miniatuur van de laatst gemaakte opname
(Als deze wordt aangetikt, verschijnt de lijst met
opnamen van de camera.)
11 Bestandsindeling, Beeldopslagcapaciteit
12 Transportstand
13 Groene knop
14 Ontspanknop
1
8
9
10
11
12
13
14
2
3
4
5
6
7
KP-OPM-NL.book Page 107 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
5
Delen
108
Tik op een item en selecteer een
waarde in de lijst.
4 Wanneer de focusmethode is ingesteld op v,
tik dan in het beeld van de Live weergave op een
gebied waar u autofocus wilt uitvoeren.
Autofocus wordt uitgevoerd op de aangetikte positie.
5 Tik op de ontspanknop.
De gemaakte opname wordt getoond als een miniatuur.
u Let op
De opnamestand (stand A (foto) of stand C (video))
kan worden gewijzigd met behulp van de
opnamestandschakelaar op de camera.
Het maken van opnamen met Image Sync is niet beschikbaar
wanneer de transportstand is ingesteld op [Continuopname
(H)], [Intervalopname], [Intervalcompositie], [Intervalvideo
opnemen] of [Sterrenspoor].
De gemaakte opnamen worden opgeslagen op de
geheugenkaart in de camera. Er kunnen geen opnamen worden
gemaakt als er op de geheugenkaart onvoldoende ruimte is.
t Memo
Er kunnen ook opnamen worden gemaakt door het beeld van
de Live weergave aan te tikken. Stel dit in bij [Aanraken voor
AF] in het scherm [Instelling]. (p.111)
Bij het maken van opnamen met Image Sync werkt het
autofocussysteem in de stand x, ongeacht de ingestelde
autofocusstand, en heeft de sluitertijd prioriteit, ongeacht de
[AF.S-instelling]-instelling van [AF met Live weergave] in
menu A1. (p.70)
KP-OPM-NL.book Page 108 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
5
Delen
109
U kunt de opgeslagen opnamen bekijken op zowel de camera
als het communicatieapparaat.
Tik op de miniatuuropname om deze
te bekijken in de enkelbeeldweergave
en controleer de opname-informatie
hiervan.
Aanraakbediening
Als u opnamen bekijkt in het display van het opnamenoverzicht
van de toepassing, kunt u de beeldopslaglocatie (album)
selecteren. U kunt hierbij kiezen tussen “Application”
(Toepassing) of “Gallery” (Galerij) (of “Camera Roll” (Filmrol)).
1 Tik op 4.
2 Selecteer het album.
De opnamen in het
geselecteerde album worden
weergegeven.
Opnamen bekijken
1 Knop voor selectie van meerdere opnamen
2 Albumkeuzeknop (alleen beschikbaar voor de lijst met
opnamen van de toepassing)
3 Bedieningsstanden
4 Instellingen (p.111)
5 Communicatiepictogram
Links/rechts aantikken Geeft de vorige/volgende
opname weer.
Twee vingers op scherm uit
elkaar of naar elkaar toe bewegen
Vergroot/verkleint de
opname.
1
2
4
5
3
De beeldsopslaglocatie selecteren
KP-OPM-NL.book Page 109 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
5
Delen
110
1 Tik op 5.
2 Tik op de opnamen die u wilt
selecteren.
Er verschijnen blauwe vinkjes.
3 Raak een van de geselecteerde opnamen aan
en houd deze vast.
4 Selecteer de gewenste actie.
t Memo
Wanneer u de gewenste opname aanraakt en vasthoudt die
wordt weergegeven in het display van het opnamenoverzicht
of in het display van de opname-informatie, dan verschijnt
hetzelfde scherm als bij stap 4 en kan de gewenste actie
worden geselecteerd.
Meerdere opnamen selecteren
KP-OPM-NL.book Page 110 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
5
Delen
111
1 Tik op 6.
Het scherm [Settings]
(Instellingen) verschijnt.
De volgende instellingen zijn beschikbaar.
2 Tik op [General Settings] (Algemene instellingen)
om de communicatie-instellingen en de displaytaal
te wijzigen.
3 Tik op het instellingsitem dat
u wilt wijzigen.
Communication Settings
(Communicatie-instellingen)
Het wachtwoord en draadloze
kanaal kunnen worden gewijzigd.
De instellingen wijzigen
Aanraken voor
AF
Stelt in of alleen autofocus wordt
uitgevoerd of dat opnamen worden
gemaakt na autofocus wanneer het
beeld van de Live weergave wordt
aangeraakt.
Opname-instell.
foto's
Wijzigt de instellingen voor
Bestandsindeling en JPEG-resolutie.
Compositie
aanpassen
Schakelt de functie
Compositiecorrectie in of uit.
Algemene
instellingen
Wijzigt de communicatie-instellingen
en de displaytaal.
KP-OPM-NL.book Page 111 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
5
Delen
112
Device Information
(Apparaatinformatie)
Language (Taal)
4 Wijzig de instellingen en tik op 1.
KP-OPM-NL.book Page 112 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
5
Delen
113
Memo
KP-OPM-NL.book Page 113 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
6
Instellingen
114
U kunt de functies instellen voor wanneer X, Y, Z of f
wordt ingedrukt.
In de stand C kunt u alleen de functie instellen voor wanneer
f wordt ingedrukt.
1 Selecteer [Knoppen aanpassen] in menu A5
of C2 en druk op D.
Het scherm [Knoppen aanpassen] verschijnt.
2 Selecteer het gewenste item
en druk op D.
Het scherm verschijnt waarin de
functie aan het geselecteerde
item kan worden toegewezen.
3 Druk op D en gebruik AB om de functies te
selecteren die u aan elke knop wilt toewijzen.
Camera-instellingen
De functies van de e-knoppen en
andere knoppen aanpassen
A5/C2
De werking van de knoppen instellen
1
Knoppen aanpassen
Knoppen aanpassen
Fx3-knop
Fx3-knop
Fx2-knop
Fx2-knop
AF/AE-L-knop
AF/AE-L-knop
Fx1-knop
Fx1-knop
Instelling Functie Pagina
Fx1-knop
Fx2-knop
Fx3-knop
Belichtings-
correctie
Stelt de belichtings-
compensatiewaarde
in (standaard
toegewezen aan Z).
p.64
Gevoelig-
heid
Hiermee stelt u de
ISO-waarde in.
p.62
Voorbeeld
Geeft het voorbeeld
weer om de
compositie, belichting
en scherpstelling te
controleren voor het
maken van opnamen.
p.116
Belichtings-
geheugen
Vergrendelt de
belichtingsinstellingen.
p.57
AF-gebied
wijzigen
Hiermee wordt de
stand ‘AF-gebied
wijzigen’ of het gebruik
van de
richtingsknoppen
ingesteld als de functie
van de pijltoetsen.
p.69,
p.71
1x voor
bestands-
form.
Verandert de
bestandsindeling
tijdelijk (standaard
toegewezen aan X).
p.115
Elektr.
waterpas
Schakelt het display
van Elektronische
waterpas voor de
zoeker en Live
weergave in of uit
(standaard
toegewezen aan Y).
p.20
Wi-Fi
*1
Schakelt de Wi-Fi-
functie in of uit.
p.104
KP-OPM-NL.book Page 114 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
6
Instellingen
115
*1 Alleen beschikbaar wanneer [Fx1-knop] wordt geselecteerd.
4 Druk op E.
5 Druk op F.
Het scherm van stap 2 verschijnt opnieuw.
Herhaal stappen 2 t/m 5.
6 Druk tweemaal op F.
t Memo
U kunt de functies die zijn toegewezen aan de knoppen
raadplegen wanneer de functie Hulpdisplay actief is (p.28).
Wanneer de volgende functies
worden toegewezen aan X, Y
of Z, worden de functienaam en
de huidige instelling weergegeven
nadat op de knop wordt geduwd.
1x voor bestandsform.
Elektr. waterpas
Wi-Fi
Nachtweerg. LCD-disp.
U kunt dezelfde functie toewijzen aan X, Y en Z.
Wanneer [AF-gebied wijzigen], [1x voor bestandsform.],
[Elektr. waterpas], [Wi-Fi] of [Nachtweerg. LCD-disp.] wordt
toegewezen aan X, Y of Z, maakt het duwen op de knop
een piepgeluid. Om het piepgeluid uit te schakelen, wijzigt
u de geluidsinstelling voor elke functie in [Geluidseffecten]
van menu D1. (p.34)
Wanneer [Vergrend. bed.elem.] wordt toegewezen aan X,
Y of Z en wordt ingeschakeld, worden de
gebruiksbeperkingen van knoppen en wielen geannuleerd als
er een andere functie wordt toegewezen aan de knop.
U kunt de bestandsindeling tijdelijk veranderen door op de knop
te duwen tijdens het maken van opnamen. Standaard wordt
[1x voor bestandsform.] toegewezen aan X.
1 Stel [1x voor bestandsform.] in op [Fx1-knop],
[Fx2-knop] of [Fx3-knop] in Stap 3 van “De werking
van de knoppen instellen” (p.114).
2 Selecteer Z of Y voor [Stop na 1 opname].
Fx1-knop
Fx2-knop
Fx3-knop
Nachtweerg.
LCD-disp.
*1
Schakelt de
Nachtweerg. LCD-
disp. in of uit.
p.136
Vergrend.
bed.elem.
Schakelt de functie
Vergrend. bed. elem.
in of uit.
p.57
AF/AE-L-
knop
AF1 inscha-
kelen
Autofocus wordt
uitgevoerd als u op
f drukt.
p.67
AF2 inscha-
kelen
Autofocus wordt
uitgevoerd wanneer u
op f drukt. Half
indrukken van 0
is uitgeschakeld.
AF uitscha-
kelen
Terwijl u op f
drukt, is half indrukken
van 0
uitgeschakeld.
Belichtings-
geheugen
Vergrendelt de
belichtingsinstellingen.
p.57
Instelling Functie Pagina
99 999
99999
1x voor bestandsform.
1x voor bestandsform.
1x voor bestandsformaat instellen
Z
De opname-indeling keert terug naar de
[Bestandsindeling]-instelling van [Opname-instell.
foto's] in menu A2 nadat een opname is gemaakt.
Y
De instelling blijft behouden totdat een van de
volgende bedieningshandelingen wordt uitgevoerd:
Wanneer X, Y of Z opnieuw wordt ingedrukt
Wanneer 3, F of G wordt ingedrukt, of
wanneer wordt gedraaid aan het moduswiel of
hoofdschakelaar
KP-OPM-NL.book Page 115 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
6
Instellingen
116
3 Selecteer de
bestandsindeling voor
wanneer op de knop wordt
gedrukt.
Links staat de [Bestandsindeling]-
instelling en rechts staat de
gewijzigde bestandsindeling wanneer de knop wordt
ingedrukt.
4 Druk driemaal op F.
De camera keert terug naar de standby-stand.
t Memo
Wanneer u de knop blijft indrukken, klinkt er een pieptoon
en wordt 1x voor bestandsform. ingeschakeld.
U kunt het voorbeeld weergeven door de knop in te drukken
voordat u opnamen maakt.
1 Stel [Voorbeeld] in op [Fx1-knop], [Fx2-knop]
of [Fx3-knop] in Stap 3 van “De werking van de
knoppen instellen” (p.114).
2 Selecteer een voorbeeld-
methode in [Voorbeeld
selectie] en druk op E.
Ga verder naar stap 4 wanneer U is geselecteerd.
3 Druk op B en selecteer Y of
Z voor elk display-item.
4 Druk driemaal op F.
De camera keert terug naar de standby-stand.
t Memo
Ongeacht de instelling wordt Optisch voorbeeld altijd gebruikt
in de volgende situaties.
Wanneer de transportstand is ingesteld op [Opn. spiegel-
omhoog-vergr.], [Meerdere opnamen] of [Intervalopname]
In de stand C
u Let op
De effecten van sommige functies kunnen niet worden
gecontroleerd tijdens Digitaal voorbeeld of worden niet
toegepast op de opgeslagen voorbeeldopname.
Het voorbeeld instellen
Fx1-knop
Fx1-knop
Stop na 1 opname
Stop na 1 opname
1x voor bestandsform.
1x voor bestandsform.
Annul.
Annul.
OK
OK
Fx1-knopFx1-knop
VoorbeeldVoorbeeld
Voorbeeld selectieVoorbeeld selectie
Controle van scherpte-Controle van scherpte-
diepte in zoekerdiepte in zoeker
Annul.Annul.
OKOK
U
Optisch
voorbeeld
Activeert de functie Optisch voorbeeld
om de scherptediepte te controleren
met de zoeker.
f
Digitaal
voorbeeld
Activeert de functie Digitaal voorbeeld
om de compositie, belichting en
scherpstelling op de monitor te
controleren.
Zoomcontrole, Voorbeeldopname
opslaan, Histogramweergave en
Overbelichting zijn beschikbaar.
Fx1-knopFx1-knop
VoorbeeldVoorbeeld
Controle met vergrot.Controle met vergrot.
Digitaal voorbeeld opsl.Digitaal voorbeeld opsl.
HistogramweergaveHistogramweergave
OverbelichtingOverbelichting
Voorbeeld selectieVoorbeeld selectie
KP-OPM-NL.book Page 116 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
6
Instellingen
117
Enkele nuttige functies kunnen worden toegewezen aan C1,
C2 en C3 van het functiewiel en de instellingswaarden kunnen
worden gewijzigd met het instelwiel. (p.21)
1 Selecteer [Knoppen aanpassen] in menu A5
en druk op D.
Het scherm [Knoppen aanpassen] verschijnt.
2 Draai aan R en selecteer
[Functiewiel] en druk op D.
Het scherm [Functiewiel]
verschijnt.
3 Selecteer [C1], [C2] of [C3]
en druk op D.
4 Gebruik AB om de functie te selecteren die u wilt
opslaan.
De Smart-functie instellen
Instelling Functie Pagina
Gevoeligheid Wijzigt de ISO-gevoeligheid. p.62
Belichtings-
correctie
Wijzigt de belichtings-
compensatiewaarde.
p.64
Bracketwaarde
Wijzigt de bracketwaarde voor
Bracketing.
p.74
Aangepaste
opname
Wijzigt de afwerking van de
opname voor Aangepaste
opname (standaard toegewezen
aan C1).
p.83
2
Knoppen aanpassen
Knoppen aanpassen
Instelling e-knoppen
Instelling e-knoppen
Functiewiel
Functiewiel
Functiewiel
Functiewiel
AA-filtersimulator
AA-filtersimulator
Beeldinstelling buiten
Beeldinstelling buiten
Aangepaste opname
Aangepaste opname
AF-modus Wijzigt de AF-modus.
p.68,
p.70
Actief AF-
gebied
Wijzigt de selectiestanden
voor scherpstelgebied.
p.68,
p.71
Scherpe
contouren
Wijzigt de instelling voor
Scherpe contouren.
p.70
Programmalijn
Wijzigt de instelling van de
Programmalijn.
p.56
Selectie
sluiterstand
Hiermee schakelt u tussen
de mechanische sluiter en de
elektronische sluiter.
p.58
Resolutie
Wijzigt de opnameresolutie
van een opname of video.
p.54
AA-filter-
simulator
Wijzigt het opnametype van
AA-filtersimulator (standaard
toegewezen aan C2).
p.89
Rasterweergave
Wijzigt het type van de
rasterlijnen die worden
weergegeven tijdens Live
Weergave of gewone weergave.
p.51,
p.52
Opties LCD-
display
Wijzigt het type informatie dat
tijdens het maken van opnamen
of in weergavestand getoond
wordt.
p.16,
p.17
Opname-
vergroting
Vergroot de opname bij het
maken van opnamen met Live
Weergave of tijdens weergave.
p.51,
p.52
Beeldinstelling
buiten
Wijzigt de helderheid van de
monitor (standaard toegewezen
aan C3).
p.120
Instelling Functie Pagina
KP-OPM-NL.book Page 117 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
6
Instellingen
118
5 Druk op E.
Het scherm [Functiewiel] verschijnt.
Herhaal stappen 3 t/m 5.
6 Druk driemaal op F.
t Memo
De toegewezen functies kunnen
worden geraadpleegd op het
statusscherm of het Live
Weergave-scherm wanneer aan
het functiewiel of instelwiel wordt
gedraaid.
99 999
99999
Aangepaste opname
Aangepaste opname
KP-OPM-NL.book Page 118 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
6
Instellingen
119
U kunt voor elke belichtingsstand de functies instellen voor
wanneer aan Q en R wordt gedraaid en M wordt ingedrukt.
De functie kan worden ingesteld voor andere
belichtingsstanden dan M.
1 Selecteer [Knoppen aanpassen] in menu A5
of C2 en druk op D.
Het scherm [Knoppen aanpassen] verschijnt.
2 Draai aan R en selecteer [Instelling e-knoppen]
en druk op D.
Het scherm [Instelling e-knoppen] verschijnt.
3
Selecteer een belichtingsstand
en druk op
D
.
Het scherm voor de
geselecteerde belichtingsstand
verschijnt.
4 Druk op D en gebruik AB
om de combinatie van
functies te selecteren voor
wanneer aan Q en R
wordt gedraaid en M wordt
ingedrukt.
5 Druk op E.
6 Druk op F.
Het scherm [Instelling e-knoppen] verschijnt.
Herhaal stappen 3 t/m 6.
7 Druk driemaal op F.
t Memo
Als u [Rotatierichting] selecteert bij stap 3, kunt u het
verkregen effect omkeren door aan Q of R te draaien.
U kunt de functies raadplegen die zijn toegewezen aan Q,
R en M, wanneer de Hulpdisplay (p.49) wordt getoond.
De werking van de e-knoppen instellen
I
Sluitertijd wijzigen
J
Diafragmawaarde wijzigen
ISO
Gevoeligheid wijzigen
e
Belichtingscorrectie
XG
Ga terug naar de stand G
GSHIFT
Progr. instellen
GLINE
Programmalijn
-- Niet beschikbaar
1
Instelling e-knoppenInstelling e-knoppen
de werking in van de e-knopde werking in van de e-knop
Stelt voor elke belichtingsstandStelt voor elke belichtingsstand
BelichtingsfunctieBelichtingsfunctie
Annul.Annul.
OKOK
KP-OPM-NL.book Page 119 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
6
Instellingen
120
U kunt de helderheid, de verzadiging en de kleur van de monitor
instellen.
1 Selecteer [Instell. LCD-display] in menu D2
en druk op D.
Het scherm [Instell. LCD-display] verschijnt.
2 Pas de helderheid,
verzadiging en kleur aan.
Beschikbare bedieningshandelingen
3 Druk op E.
Het menu D2 verschijnt opnieuw.
u Let op
Wanneer [Beeldinstelling buiten] is ingesteld, kan [Instell.
LCD-display] niet worden gewijzigd.
Als de display van de monitor moeilijk
te zien is wanneer u buiten opnamen
maakt of in andere situaties, pas dan
de helderheid van de monitor aan in
[Beeldinstelling buiten] van menu
D2.
t Memo
Wanneer [Beeldinstelling buiten] wordt toegewezen aan het
functiewiel, kunt u de instelling wijzigen door de Smart-functie
te gebruiken. (p.21, p.117) Standaard is [Beeldinstelling
buiten] toegewezen aan C3.
U kunt instellen of elk indicatielampje
al dan niet moet oplichten in
[Indicatielampjes] van menu D2.
De monitor en indicatielampjes instellen
D2
De helderheid, verzadiging en kleur van de monitor
instellen
AB
Selecteert een parameter.
CD
Past de waarde aan.
M
Stelt de instelwaarde terug naar de
standaardinstelling.
±0±0
Instell. LCD-displayInstell. LCD-display
HelderheidsniveauHelderheidsniveau
OKOK
Annul.Annul.
De helderheid van de monitor aanpassen voor het
maken van buitenopnamen
Het oplichten van de indicatielampjes instellen
2
Beeldinstelling buitenBeeldinstelling buiten
Nachtweerg. LCD-disp.Nachtweerg. LCD-disp.
IndicatielampjesIndicatielampjes
Instell. LCD-displayInstell. LCD-display
EindeEinde
IndicatielampjesIndicatielampjes
ZelfontspannerZelfontspanner
LED-indicators GPSLED-indicators GPS
KP-OPM-NL.book Page 120 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
6
Instellingen
121
Vier vooraf in de fabriek ingestelde instellingen—HDR
LANDSCHAP, MACRO, ASTROFOTO en HANDMATIG
OBJECTIEF—worden toegewezen aan O t/m 4 van het
moduswiel.
U kunt veelgebruikte camera-instellingen opslaan onder O
t/m 5 door de vooraf ingestelde instellingen te wijzigen.
De volgende instellingen kunnen worden opgeslagen.
1 Stel de belichtingsstand in en alle instellingen
die moeten worden opgeslagen.
2 Selecteer [USER-stand opslaan] in menu A5
en druk op D.
Het scherm [USER-stand opslaan] verschijnt.
3 Selecteer [Instellingen
opslaan] en druk op D.
Het scherm [Instellingen opslaan]
verschijnt.
4 Selecteer een USER-stand tussen [USER1]
t/m [USER5] en druk op D.
5 Selecteer [Opslaan] en druk op E.
6 Druk op F.
Het scherm van stap 3 verschijnt opnieuw.
u Let op
[USER-stand opslaan] kan niet worden geselecteerd als het
moduswiel is ingesteld op R of in de stand C.
t Memo
De instellingen die zijn opgeslagen als de USER-stand,
kunnen op de monitor worden getoond als u [Opgesl.
instellingen control.] selecteert bij stap 3.
Selecteer [USER-stand resetten] bij stap 3 als u de
opgeslagen instellingen wilt terugzetten naar de
standaardwaarden.
U kunt de naam wijzigen van de USER-stand waaronder u de
instellingen hebt opgeslagen.
1 Selecteer [USER-st. hernoemen] bij stap 3 van
“De instellingen opslaan” (p.121) en druk op D.
Het scherm [USER-st. hernoemen] verschijnt.
2 Selecteer een USER-stand tussen [USER1] t/m
[USER5] en druk op D.
Het scherm voor het invoeren van tekst wordt
weergegeven.
3 Wijzig de tekst.
Er kunnen maximaal
18 alfanumerieke single-byte
karakters en symbolen worden
ingevoerd.
Veelgebruikte instellingen opslaan
A5
Belichtingsfunctie
Gevoeligheid
Belichtingscorrectie
Flitsinstelling
Transportstand
Witbalans
Instellingen van menu A
en menu E (met
uitzonderingen)
De instellingen opslaan
USER-stand opslaanUSER-stand opslaan
USER-st. hernoemenUSER-st. hernoemen
Opgesl. instellingen control.Opgesl. instellingen control.
USER-stand resettenUSER-stand resetten
Instellingen opslaanInstellingen opslaan
Een instelnaam wijzigen
AABB CC DD EE FF GGHH II JJ KK LL MMNN OO PP QQ RR
SS TT UU VVWWXX YY ZZ 00 11 22 33 44 55 66 77 88 99
AA BB CC
USER-st. hernoemenUSER-st. hernoemen
Annul.Annul.
1 teken wissen1 teken wissen
EnterEnter
Volt.Volt .
Cursor voor tekstselectie
Cursor voor tekstinvoer
KP-OPM-NL.book Page 121 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
6
Instellingen
122
Beschikbare bedieningshandelingen
4 Verplaats na het invoeren van de tekst de
tekstselectiecursor naar [Volt.] en druk op E.
Het scherm [USER-st. hernoemen] verschijnt.
1 Zet het moduswiel in een stand tussen O t/m 5.
De USER-standnaam wordt als
de hulpdisplay weergegeven.
Gebruik AB om de opgeslagen
instellingen te controleren.
2 Wijzig de instellingen voorzover nodig.
De belichtingsstand kan worden
gewijzigd bij [Belichtingsfunctie]
in menu A1.
t Memo
De instellingen die zijn gewijzigd bij stap 2 worden niet
opgeslagen als de instellingen van de USER-stand. De camera
keert bij uitschakeling terug naar de opgeslagen USER-
instellingen. Als u de opgeslagen instellingen wilt wijzigen,
slaat u de instellingen van de USER-stand opnieuw op.
ABCD
Verplaatst de tekstselectiecursor.
R
Verplaatst de tekstinvoercursor.
Z
Wisselt tussen hoofdletters en kleine
letters.
E
Voert op de positie van de
tekstinvoercursor een karakter in dat is
geselecteerd met de tekstselectiecursor.
L
Verwijdert een karakter op de positie van
de tekstinvoercursor.
Gebruik van de opgeslagen USER-stand
1/
1/
250
250
1600
1600
F
F
5.6
5.6
99 999
99999
ABCDEFGHIJKLMNOPQR
ABCDEFGHIJKLMNOPQR
BelichtingsfunctieBelichtingsfunctie
ProgrammalijnProgrammalijn
BelichtingsfunctieBelichtingsfunctie
Annul.Annul.
OKOK
KP-OPM-NL.book Page 122 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
6
Instellingen
123
De instelwaarden van de meeste functies blijven opgeslagen
als de camera wordt uitgezet. Voor de volgende functie-
instellingen kunt u selecteren of de instellingen opgeslagen
moeten blijven (Z) of moeten worden teruggezet naar de
standaardwaarde (Y) wanneer de camera wordt uitgezet.
Stel dit in bij [Geheugen] van menu A5.
t Memo
Wanneer u [Reset] in menu D5 uitvoert, worden alle
geheugeninstellingen teruggezet naar de standaardwaarde.
U kunt opnamen beveiligen zodat deze niet per ongeluk kunnen
worden verwijderd.
u Let op
Zelfs beveiligde opnamen worden gewist wanneer de
geplaatste geheugenkaart wordt geformatteerd.
1 Selecteer [Beveiligen] in het weergavepalet.
Het scherm voor selectie van het verwerkingstype
verschijnt.
2 Selecteer [Selec.
opname(n)] of [Een map
select.] en druk op E.
3 Selecteer de opname(n) of map die
u wilt beveiligen.
Ga verder naar stap 5 indien [Een map select.]
is geselecteerd.
y Hoe opname(n) selecteren (p.92)
4 Druk op G.
Het bevestigingsscherm verschijnt.
5 Selecteer [Beveiligen] en druk op E.
t Memo
Selecteer [Alle beelden beveiligen] in menu B1 als u alle
opnamen op de geheugenkaart wilt beveiligen.
Instellingen selecteren om op te slaan
in de camera
A5
Gevoeligheid
Belichtingscorrectie
Flitsinstelling
Belichtingscompensatie
Transportstand
Witbalans
Aangepaste opname
Helderheid
Huidtint
Digitaal filter
HDR-opname
Pixelverschuiv.resolutie
Compositie aanpassen
Display opname-info
Display weergave-info
Beeldinstelling buiten
Nachtweerg. LCD-disp.
Vergrend. bed.elem.
Instellingen voor bestandsbeheer
Opnamen beveiligen tegen verwijdering
Selec. opname(n)Selec. opname(n)
Een map select.Een map select.
OKOK
KP-OPM-NL.book Page 123 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
6
Instellingen
124
Wanneer [Nieuwe map maken] is geselecteerd in menu D4,
dan wordt een map aangemaakt met een nieuw nummer
wanneer de volgende opname wordt opgeslagen.
u Let op
U kunt niet achtereenvolgens meerdere mappen aanmaken.
t Memo
Er wordt automatisch een nieuwe map aangemaakt in de
volgende gevallen.
Wanneer de transportstand is ingesteld op
[Intervalopname] (p.79)
Wanneer [Meerdere opnamen selecteren] of [Een map
select.] is geselecteerd bij [RAW-ontwikkeling] van het
weergavepalet (p.100)
Wanneer er opnamen worden gemaakt met deze camera,
wordt er automatisch een map aangemaakt en worden de
opnamen opgeslagen in deze nieuwe map. Elke mapnaam
bestaat uit een volgnummer van 100 t/m 999 en een reeks van
5 karakters.
De reeks karakters voor de mapnaam kunt u wijzigen.
1 Selecteer [Mapnaam] in menu D4 en druk op D .
Het scherm [Mapnaam] verschijnt.
2 Druk op D en selecteer
[Dat.] of [Option.].
Ga verder naar stap 6 als u [Dat.] hebt geselecteerd of de
reeks karakters niet wilt wijzigen.
3 Druk op B en druk vervolgens op D.
Het scherm voor het invoeren van tekst wordt
weergegeven.
4 Wijzig de tekst.
Voer vijf alfanumerieke single-
byte tekens in.
Beschikbare bedieningshandelingen
De map/bestandsinstellingen
specificeren
D4
Nieuwe map maken
Mapnaam
_MMDD
_MMDD
Mapnaam
Mapnaam
Dat.
Dat.
Mapnaam
Mapnaam
Option.
Option.
Dat.
De vier cijfers van de maand en de dag waarop
de opname werd gemaakt, worden
toegewezen na het mapnummer.
De maand en de dag verschijnen afhankelijk
van de [Datumnotatie]-instelling in [Datum
instellen] van menu D1.
Voorbeeld: 101_0125: voor opnamen die zijn
gemaakt op 25 januari
Option.
Een vrij te kiezen reeks van vijf karakters wordt
toegewezen na het mapnummer. (Standaard
instelling: PENTX)
Voorbeeld: 101PENTX
ABCD
Verplaatst de tekstselectiecursor.
R
Verplaatst de tekstinvoercursor.
E
Voert op de positie van de
tekstinvoercursor een karakter in dat is
geselecteerd met de tekstselectiecursor.
M
Stelt de ingevoerde tekst terug naar
“PENTX”.
PP EE NN TT XX
ABCDEFGH I JKLM
NOPQRSTUVWX YZ
0123456789
_
MapnaamMapnaam
Annul.Annul.
ResetReset
EnterEnter
Volt.Volt .
Cursor voor tekstselectie
Cursor voor tekstinvoer
KP-OPM-NL.book Page 124 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
6
Instellingen
125
5 Verplaats na het invoeren van de tekst de
tekstselectiecursor naar [Volt.] en druk op E.
6 Druk tweemaal op F.
t Memo
Er wordt een map met een nieuw nummer aangemaakt
wanneer de mapnaam wordt gewijzigd.
Er kunnen maximaal 500 opnamen worden opgeslagen in
één enkele map. Wanneer het aantal gemaakte opnamen
hoger wordt dan 500, wordt een nieuwe map aangemaakt
met een nummer dat volgt op het nummer van de map die
momenteel wordt gebruikt. Als de transportstand is ingesteld
op [Bracketing], worden opnamen opgeslagen in dezelfde
map totdat alle opnamen zijn gemaakt.
u Let op
Het maximale mapnummer is 999. Nadat u dit aantal van
999 hebt bereikt, kunt u geen nieuwe opnamen maken als
u probeert de mapnaam te wijzigen of probeert een nieuwe
map aan te maken, of als de bestandsnaam het nummer
9999 heeft bereikt.
Een van de volgende reeks karakters wordt gebruikt als het
voorvoegsel van de bestandsnaam, afhankelijk van de instelling
bij [Kleurruimte] van [Opname-instell. foto's] in menu A2.
De eerste vier karakters kunnen worden gewijzigd in een reeks
karakters van uw keuze.
1 Selecteer [Bestandsnaam] in menu D4
en druk op D.
Het scherm [Bestandsnaam] verschijnt.
2 Selecteer A of C en druk
op D.
Het scherm voor het invoeren
van tekst wordt weergegeven.
3 Wijzig de tekst.
Er kunnen maximaal vier alfanumerieke single-byte
karakters worden ingevoerd als een alternatief voor het
eerste deel van de bestandsnaam, terwijl de sterretjes
staan voor de getallen die opname na opname automatisch
hoger worden.
y Hoe tekst invoeren (p.124)
4 Druk tweemaal op F.
t Memo
Wanneer bij [Kleurruimte] de optie [AdobeRGB] is geselecteerd,
dan is “_” het voorvoegsel van de bestandsnaam en wordt de
bestandsnaam gevormd door de eerste drie karakters van de
ingevoerde reeks karakters.
Voor video’s is “IMGP.MOV” of de ingevoerde reeks
karakters de bestandsnaam, ongeacht de instelling bij
[Kleurruimte].
Bestandsnaam
Kleurruimte Bestandsnaam
sRGB IMGP.JPG
AdobeRGB _IMG.JPG
I
I
M
M
G
G
P
P

.JPG

.JPG

.
MOV
I
I
M
M
G
G
P
P
_
_
I
I
M
M
G
G
Bestandsnaam
Bestandsnaam
KP-OPM-NL.book Page 125 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
6
Instellingen
126
Elke bestandsnaam bestaat uit een
reeks van vier karakters en een
volgnummer tussen 0001 en 9999.
Zelfs als een nieuwe map wordt
aangemaakt bij [Opeenvolg.
nummering] van [Bestandsnummer]
in menu D4, kunt u instellen of u voor
de bestandsnaam door wilt gaan met de volgnummering.
Selecteer [Herstel bestandsnr.] als u het bestandsnummer wilt
terugzetten naar de standaardwaarde.
t Memo
Wanneer het bestandsnummer het nummer 9999 bereikt,
wordt een nieuwe map aangemaakt en wordt het
bestandsnummer teruggezet.
U kunt de informatie over de fotograaf en copyright ingesloten
in de Exif-gegevens instellen.
1 Selecteer [Copyrightinformatie] in menu D4
en druk op D.
Het scherm [Copyrightinformatie] verschijnt.
2 Gebruik CD om
[Copyrightgeg. insluiten]
in te stellen.
3 Selecteer [Fotograaf] of [Copyrighthouder]
en druk op D.
Het scherm voor het invoeren van tekst wordt
weergegeven.
4 Wijzig de tekst.
Er kunnen maximaal 32 alfanumerieke single-byte
karakters en symbolen worden ingevoerd.
y Hoe tekst invoeren (p.121)
5 Druk tweemaal op F.
t Memo
De Exif-informatie kan worden gecontroleerd in de
gedetailleerde infoweergave van de weergavestand (p.18)
of met behulp van de bijgeleverde software “Digital Camera
Utility 5”.
Bestandsnummer
Z
Ook als er een nieuwe map wordt aangemaakt, wordt
doorgegaan met de volgnummering voor de
bestandsnaam.
Y
De eerste opname die in een nieuwe map wordt
opgeslagen, krijgt steeds het nummer 0001.
Bestandsnummer
Bestandsnummer
Opeenvolg. nummering
Opeenvolg. nummering
Herstel bestandsnr.
Herstel bestandsnr.
Gebruikt opeenvolg. bestandsnr.
Gebruikt opeenvolg. bestandsnr.
in nieuwe map op basis van
in nieuwe map op basis van
laatste nummer in vorige map
laatste nummer in vorige map
De copyrightgegevens instellen
D4
Y
Copyrightgegevens worden niet ingesloten
in de Exif-gegevens.
Z
Copyrightgegevens worden ingesloten
in de Exif-gegevens.
CopyrightinformatieCopyrightinformatie
Copyrightgeg. insluitenCopyrightgeg. insluiten
FotograafFotograaf
CopyrighthouderCopyrighthouder
KP-OPM-NL.book Page 126 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
6
Instellingen
127
De datum en tijd die zijn ingesteld bij de basisinstellingen
(“Basisinstellingen” (p.46)) dienen als datum en tijd voor uw
huidige locatie en vormen de opnamedatum/tijd van uw
opnamen.
Als u de bestemmingstijd instelt op een locatie die verschilt van
uw huidige locatie, dan kunt u de lokale datum en tijd op de
monitor weergeven als u in het buitenland bent en ook opnamen
opslaan met het tijdstempel van de lokale datum en tijd.
1 Selecteer [Wereldtijd] in menu D1.
Het scherm [Wereldtijd] verschijnt.
2 Selecteer bij [Tijdinstelling]
de tijd die u wilt weergeven.
F (Thuistijd) of G
(Bestemmingstijd) kan worden
geselecteerd.
3 Selecteer [G Bestemmingstijd] en druk op D.
Het scherm [G Bestemmingstijd] verschijnt.
4 Gebruik CD om een stad te
selecteren.
Gebruik R om de regio te
wijzigen.
5 Selecteer [Zomertijd] en gebruik CD om Y of Z te
selecteren.
6 Druk op E.
Het scherm van stap 2 verschijnt opnieuw.
7 Druk tweemaal op F.
t Memo
Raadpleeg “Lijst met steden voor Wereldtijd” (p.147) voor
steden die als thuistijd of bestemmingstijd kunnen worden
geselecteerd.
Selecteer [F Thuistijd] bij stap 3 om voor de thuistijd de
instelling van de stad en zomertijd te wijzigen.
G en de lokale datum en tijd verschijnen in het
bedieningspaneel wanneer [Tijdinstelling] is ingesteld op G.
De lokale datum en tijd van de
opgegeven stad weergeven
D1
10:00
10:00
Wereldtijd
Wereldtijd
Tijdinstelling
Tijdinstelling
Bestemmingstijd
Bestemmingstijd
Londen
Londen
Thuistijd
Thuistijd
Amsterdam
Amsterdam
10:00
10:00
Bestemmingstijd
Bestemmingstijd
Londen
Londen
Zomertijd
Zomertijd
0 : 00
0 : 00
10 : 00
10 : 00
Annul.
Annul.
OK
OK
KP-OPM-NL.book Page 127 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
7
128
Bijlage
#: Beperkt
×
: Niet beschikbaar
*1 Er geldt een beperking voor de minimumwaarde van [Interval].
*2 Alleen wanneer de getimede belichting is ingesteld.
*3 [Bracketing] is niet beschikbaar.
*4 Alleen het laatste beeldje kan worden opgeslagen.
Beperkingen voor de combinaties van speciale functies
Elektronische
sluiter
Helderheid/
Huidtint/
Digitaal
filter
HDR-
opname
Pixel-
verschuiv.
resolutie
Sterren-
volger
AA-filter-
simulator
Vervor-
mings-
correctie/
Diffractie-
correctie
RAW-data
opslaan
Flitser
×××
Transportstand
Continuopname
×××
#
*3
×
Bracketing/
Bracketing
scherptediepte/
Bracketing
beweging
×××
#
*3
#
*4
Opn. spiegel-
omhoog-vergr.
×
#
*3
Meerdere opnamen
××××
#
*3
×
Intervalopname
×
#
*1
#
*1
×
#
*2
#
*3
#
*4
Intervalcompositie
× ××××
#
*3
×
#
*4
Intervalvideo
opnemen
×
#
*1
#
*1
×
#
*2
#
*3
×
Sterrenspoor
× ××××
#
*3
××
HDR-opname
×× ×××
Pixelverschuiv.resolutie
×× ××
AA-filtersimulator
×××
#
*3
KP-OPM-NL.book Page 128 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
7
Bijlage
129
Alle opnamestanden zijn beschikbaar bij gebruik van een DA-,
DA L-, D FA-, FA J- of FA-objectief, of als een objectief met een
positie 9 wordt gebruikt met de diafragmaring ingesteld in de
positie 9.
Afhankelijk van het gebruikte objectief gelden de volgende
beperkingen.
x: Beschikbaar #: Beperkt
×
: Niet beschikbaar
*1 Objectieven met een maximaal diafragma van F2.8 of sneller.
Alleen beschikbaar bij de stand 9.
*2 Objectieven met een maximaal diafragma van F5.6 of sneller.
*3 Beschikbaar bij gebruik van de ingebouwde flitser, AF540FGZ,
AF540FGZ II, AF360FGZ, AF360FGZ II, AF201FG, AF200FG of
AF160FC.
*4 Alleen beschikbaar bij compatibele objectieven.
*5 Vervormingscorrectie en perifere verlichtingscorrectie worden
uitgeschakeld bij gebruik van een DA FISH-EYE 10-17mm objectief.
*6 Als u een FA SOFT 28mm F2.8 objectief, FA SOFT 85mm F2.8
objectief of F SOFT 85mm F2.8 objectief gebruikt, stel [24
Diafragmaring gebruiken] dan in op [Activeren] in menu E4. Er
kunnen opnamen worden gemaakt met de ingestelde
diafragmawaarde, maar alleen binnen het bereik voor handmatige
instelling van het diafragma.
*7 De functies van de objectiefcorrectie zijn beschikbaar met de
volgende FA-objectieven (alleen vervormingscorrectie en instelling
laterale chromatische aberratie kunnen worden gebruikt als de
diafragmaring op een andere positie dan 9 is ingesteld): FA
k
24mm
F2 AL [IF], FA 28mm F2.8 AL, FA 31mm F1.8 Limited, FA 35mm F2
AL, FA 43mm F1.9 Limited, FA 50mm F1.4, FA 77mm F1.8 Limited,
FA
k
85mm F1.4 [IF], FA
k
200mm F2.8 ED [IF], FA
k
MACRO 200mm
F4 ED, FA
k
300mm F2.8 ED [IF], FA
k
300mm F4.5 ED [IF],
FA
k
400mm F5.6 ED [IF], FA
k
600mm F4 ED [IF], FA
k
28-70mm
F2.8 ED [IF], FA
k
80-200mm F2.8 ED [IF] en FA
k
250-600mm F5.6
ED [IF].
*8 Vast ingesteld op [Spot].
*9 J met het diafragma breed open. (De diafragmaring heeft geen
effect op de eigenlijke diafragmawaarde.)
u Let op
De camera werkt niet indien de diafragmaring in een andere
positie staat dan 9 of wanneer gebruik wordt gemaakt van
een objectief zonder positie 9 of van accessoires zoals een
auto-tussenringenset, tenzij [24 Diafragmaring gebruiken]
is ingesteld op [Activeren] in menu E4. Raadpleeg
“De diafragmaring gebruiken” (p.131) voor bijzonderheden.
U kunt geen opnamen maken of sommige functies niet
gebruiken als een intrekbaar objectief bevestigd is en niet
uitgeschoven is. De camera stopt als het objectief tijdens het
maken van opnamen wordt ingetrokken.
Beschikbare functies met diverse
objectieven
Objectief
[Vattingtype]
Functie
DA
DA L
D FA
FA J
FA
*6
F
*6
A
M
P
[KAF]
[KAF2]
[KAF3]
[KAF4]
[KAF]
[KAF2]
[KAF] [KA] [K]
Autofocus
(Alleen objectief)
(Met AF-adapter 1,7×)
*1
x
x
x
#
#
Handmatig scherp stellen
(Met scherpstelindicatie)
*2
(Met het matglas)
xxxxx
Quick-Shift focus #
*4
××××
Actief AF-gebied [Auto]
xxx
#
*8
×
Autom. lichtmeting
[Meervlaks]
xxxx
×
Stand G/H/I/J/K
xxxx
#
*9
Stand L
xxxx
#
Automatisch P-DDL-
flitsen
*3
xxxx
×
Automatisch informatie over
de brandpuntsafstand van
het objectief verkrijgen
xxx
××
Objectiefcorrectie #
*5
#
*7
×××
KP-OPM-NL.book Page 129 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
7
Bijlage
130
Afhankelijk van het gebruikte objectief kan het gebruik van de
ingebouwde flitser aan beperkingen onderhevig zijn.
(Vanaf december 2016)
Over vattingnamen
DA- en D FA-objectieven met een motor en FA-
zoomobjectieven met powerzoom maken gebruik van de
KAF2-vatting. (Van deze objectieven maken de objectieven
zonder AF-koppeling gebruik van de KAF3-vatting.)
De KAF3-vatting uitgerust met een elektromagnetisch
diafragmamechanisme in plaats van een diafragmabedienings-
hendel wordt de KAF4-vatting genoemd.
FA-objectieven met één enkele brandpuntsafstand
(objectieven zonder zoom), DA- en DA L-objectieven zonder
motor en D FA-, FA J- en F-objectieven zijn uitgerust met de
KAF-vatting. (De powerzoomfunctie is niet compatibel met
deze camera.)
Raadpleeg de gebruiksaanwijzingen van de betreffende
objectieven voor bijzonderheden.
Compatibiliteit met de ingebouwde flitser
Objectief
Beperkingen wanneer
de ingebouwde flitser
wordt gebruikt
DA FISH-EYE 10-17 mm
F3.5-4.5 ED [IF]/
DA 12-24 mm F4 ED AL/
DA 14 mm F2.8 ED [IF]/
DA 15 mm F4 ED AL/
D FA 15-30 mm F2.8 ED
SDM WR/
FA
k
300 mm F2.8 ED [IF]/
DA 560 mm F5.6 ED AW/
FA
k
600 mm F4 ED [IF]/
FA
k
250-600 mm F5.6 ED
[IF]
De ingebouwde flitser is niet
beschikbaar vanwege
vignettering.
F FISH-EYE 17-28 mm
F3.5-4.5
Er kan vignettering optreden
als de brandpuntsafstand
minder is dan 20 mm.
DA 16-45 mm F4 ED AL
Er kan vignettering kan
optreden als de
brandpuntsafstand minder
is dan 28 mm, of als de
brandpuntsafstand 28 mm
s en de opnameafstand 1 m
of kleiner is.
DA
k
16-50 mm F2.8 ED AL
[IF] SDM
Er kan vignettering kan
optreden als de
brandpuntsafstand 20 mm of
minder is, of als de
brandpuntsafstand 35 mm is en
de opnameafstand kleiner is
dan 1,5 m.
KP-OPM-NL.book Page 130 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
7
Bijlage
131
De sluiter kan zelfs worden ontspannen wanneer de
diafragmaring van het D FA-, FA-, F- of A-objectief niet op
positie 9 staat of wanneer een objectief zonder positie 9
aangesloten is.
Selecteer [Activeren] bij
[24 Diafragmaring gebruiken] in
menu E4.
De volgende beperkingen zijn afhankelijk van het gebruikte
objectief van toepassing.
*1 Wanneer het moduswiel is ingesteld opo L of M, kan het diafragma
worden verkleind tot de geselecteerde waarde.
DA 16-85 mm F3.5-5.6 ED
DC WR
Er kan vignettering kan
optreden als de
brandpuntsafstand 24 mm of
minder is en de opnameafstand
0,8 m of minder is.
DA 17-70 mm F4 AL [IF]
SDM
Er kan vignettering kan
optreden als de
brandpuntsafstand minder is
dan 24 mm, of als de
brandpuntsafstand 35 mm is en
de opnameafstand 1 m of
kleiner is.
DA 18-250 mm F3.5-6.3 ED
AL [IF]
Er kan vignettering optreden
als de brandpuntsafstand
minder is dan 35 mm.
DA 18-270 mm F3.5-6.3 ED
SDM
Er kan vignettering optreden
als de brandpuntsafstand
minder is dan 24 mm.
D FA 24-70 mm F2.8 ED
SDM WR
Er kan vignettering optreden
als de brandpuntsafstand
minder is dan 36 mm.
FA
k
28-70 mm F2.8 AL
Er kan vignettering kan
optreden als de
brandpuntsafstand 28 mm is en
de opnameafstand kleiner dan
1 meter is.
FA SOFT 28 mm F2.8/
FA SOFT 85 mm F2.8/
De ingebouwde flitser ontlaadt
altijd volledig.
Objectief
Beperkingen wanneer
de ingebouwde flitser
wordt gebruikt
De diafragmaring gebruiken
E4
Objectief Beperking
D FA, FA, F, A, M (alleen
objectief of met
accessoires met
automatisch diafragma
zoals tussenringenset K)
Het diafragma blijft open.
*1
De sluitersnelheid wijzigt in relatie
met het open diafragma maar een
afwijking van de belichting is
mogelijk.
D FA, FA, F, A, M, S (met
accessoires met
automatisch diafragma
zoals tussenringenset K)
Er kunnen opnamen worden
gemaakt met de ingestelde
diafragmawaarde maar een
afwijking in de belichting is
mogelijk.
Handmatig
diafragmaobjectief zoals
een reflexobjectief (alleen
objectief)
FA SOFT 28mm/
FA SOFT 85mm/
F SOFT 85mm
(alleen objectief)
Binnen een handmatig
diafragmabereik kunnen opnamen
worden gemaakt met de
ingestelde diafragmawaarde.
*1
24
24
23
23
1
1
1
1
2
2
Diafragmaring gebruiken
Diafragmaring gebruiken
Deactiveren
Deactiveren
Activeren
Activeren
Opname maken mogelijk
Opname maken mogelijk
bij andere stand dan "A"
bij andere stand dan "A"
voor diafragmaring
voor diafragmaring
OK
OK
Annul.
Annul.
KP-OPM-NL.book Page 131 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
7
Bijlage
132
t Memo
Als de diafragmaring op een andere positie dan 9 wordt
ingesteld, dan werkt de camera in de stand J, ongeacht
de instelling van het moduswiel, behalve wanneer de stand
L of M wordt geselecteerd.
[F--] verschijnt voor de diafragma-indicator in het
statusscherm, het Live Weergave-scherm en de zoeker.
U kunt opnamen maken met Catch-In Focus met behulp van
een handmatig scherpstelobjectief. De sluiter wordt automatisch
ontspannen als de camera scherp stelt op het onderwerp.
1 Sluit een handmatig scherpstelobjectief aan op
deze camera.
2 Stel [22 Catch-in focus] in op [Aan] in menu E4.
3 Stel de v/w-schakelaar in op v en stel
[AF-modus] in op x.
4 Plaats de camera op een vaste steun zoals
een statief.
5 Stel scherp op de positie waar het onderwerp
kan passeren en druk 0 volledig in.
De sluiter wordt automatisch ontspannen wanneer het
onderwerp op de gespecificeerde positie door de camera
scherp is gesteld.
Hoe de juiste belichting wordt bereikt als de diafragmaring
niet op 9 is ingesteld
De juiste belichting kan worden bereikt met de volgende
procedures wanneer de diafragmaring niet op 9 is
ingesteld.
1 Zet het moduswiel op L.
2 Stel de diafragmaring in op het gewenste diafragma.
3 Druk op M.
De juiste sluitertijd wordt ingesteld.
4 Pas de ISO-gevoeligheid aan indien de juiste belichting
niet kan worden bereikt.
Opnamen maken met Catch-in Focus
opnamen
E4
KP-OPM-NL.book Page 132 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
7
Bijlage
133
De functie Shake Reduction wordt geactiveerd op basis van
de verkregen informatie over het objectief zoals de
brandpuntsafstand. Stel de brandpuntsafstand in bij gebruik
van een objectief waarvoor informatie over de
brandpuntsafstand niet automatisch kan worden verkregen.
1 Stel [24 Diafragmaring gebruiken] in op [Activeren]
in menu E4.
2 Zet de camera uit.
3 Bevestig een objectief aan de camera en zet de
camera aan.
Het scherm [Inv brandp afstand] verschijnt.
4 Gebruik AB om de
brandpuntsafstand in
te stellen.
Druk op C om in de lijst een
waarde te selecteren.
Als u een zoomobjectief gebruikt,
selecteer dan de feitelijke brandpuntsafstand
met de zoominstelling die wordt gebruikt.
5 Druk op E.
De camera keert terug naar de standby-stand.
t Memo
De instelling van de brandpuntsafstand kan worden gewijzigd
bij [Inv brandp afstand] in menu A4.
Gebruik van de volgende externe flitsers (optioneel) maakt
diverse flitsstanden mogelijk, zoals de automatische flitsstand
P-DDL.
x: Beschikbaar #: Beperkt
×
: Niet beschikbaar
*1 Alleen de stand R is beschikbaar voor de opnamestand.
*2 Alleen beschikbaar bij gebruik van een DA-, DA L-, D FA-, FA J-, FA,
F- of A-objectief. (Indien u een objectief met een diafragmaring
gebruikt, stel dan de diafragmaring in op de positie 9.)
*3 Het AF-hulplicht is niet beschikbaar met de AF540FGZ of AF360FGZ.
De brandpuntsafstand instellen
A4
35
35
mm
mm
OK
OK
Inv brandp afstand
Inv brandp afstand
Functies bij gebruik van een externe
flitser
Compatibele flitser
Camerafunctie
Ingebouwde
flitser
AF540FGZ
AF540FGZ II
AF360FGZ
AF360FGZ II
AF201FG
AF200FG
AF160FC
Flitsen met anti rode ogen
xxx
Auto ontladen flitser
*1
xxx
Automatisch overgaan op
flitssynchronisatie-snelheid
xxx
Automatische instelling van
de diafragmawaarde in de
stand G of I
xxx
Automatisch P-DDL-
flitsen
#
*2
#
*2
#
*2
Flitsen met lange-
sluitertijdsynchronisatie
xxx
Belichtingscompensatie
xxx
AF-hulplicht van de externe
flitser
×
#
*3
×
Flitsen met 2e sluitergordijn-
synchronisatie
*4
xx
#
*5
Flitsen met contrast-
regelingssynchronisatie
#
*6
x
#
*7
Slave-flitser
×
x
×
Flitsen met korte-
sluitertijdsynchronisatie
×
x
×
Draadloos flitsen #
*7
#
*7
×
KP-OPM-NL.book Page 133 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
7
Bijlage
134
*4 Sluitertijd van 1/90 seconden of langer.
*5 Beschikbaar met de AF201FG.
*6 Alleen beschikbaar in combinatie met de AF540FGZ, AF540FGZ II,
AF360FGZ of AF360FGZ II (twee of meer compatibele externe
flitsers voor flitsen met contrastregelingssynchronisatie vereist).
*7 Alleen beschikbaar in combinatie met de AF540FGZ, AF540FGZ II,
AF360FGZ of AF360FGZ II.
u Let op
Druk nooit op de knop 1 op de camera wanneer er een
externe flitser is bevestigd op de camera. De ingebouwde
flitser botst dan tegen de externe flitser. Als u beide flitsers
tegelijk wilt gebruiken, sluit beide flitsers dan op elkaar aan
met een verlengkabel.
U kunt geen flitsers gebruiken met een omgekeerde polariteit
(het middelste contact van de flitsschoen is de minpool)
omdat de camera en flitser anders beschadigd kunnen raken.
Combineer de flitsers niet met accessoires die een afwijkend
aantal contacten hebben, zoals een flitshandgreep, omdat
hierdoor storingen kunnen optreden.
Combinaties met flitsers van andere fabrikanten kan tot
fouten in de apparatuur leiden.
t Memo
Met de AF540FGZ, AF540FGZ II, AF360FGZ of AF360FGZ
II kunt u de flitser met korte-sluitertijdsynchronisatie
gebruiken om een flitser te ontladen en neem een opname
maken met een snellere sluitersnelheid dan 1/180 seconden.
Stel de opnamestand in op I, K of L.
Bij het gebruik van twee of meer externe flitsers (AF540FGZ,
AF540FGZ II, AF360FGZ of AF360FGZ II) of bij het gebruik
van deze externe flitsers in combinatie met de ingebouwde
flitser kunt u de draadloze stand (controllerflits) gebruiken om
opnamen te maken in de P-DDL flitsstand zonder dat u de
flitsers met een kabel hoeft aan te sluiten. In dit geval stelt u
het camerakanaal in op de externe flitsers. Het ingestelde
kanaal kunt u op het statusscherm, het Live Weergave-
scherm en in de zoeker controleren. (p.14, p.19)
KP-OPM-NL.book Page 134 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
7
Bijlage
135
Wanneer de optionele GPS-unit O-GPS1 is bevestigd op de
camera, wordt er gps-informatie opgeslagen in de opname-info
van een opname en zijn bovendien de volgende functies
beschikbaar.
t Memo
Zie de handleiding van het GPS-apparaat voor meer
informatie over hoe u het GPS-apparaat aansluit en
informatie over de functies.
u Let op
“Eenvoudige Navigatie” kan niet met deze camera gebruikt
worden.
1 Bevestig de GPS-unit op de camera en zet
de camera aan.
2 Selecteer [Sterrenvolger] in menu A3
en druk op D.
Het scherm [Sterrenvolger] verschijnt.
3 Selecteer [Sterrenvolger] en druk op D.
4 Selecteer [Aan] en druk op
E.
5 Selecteer [Precieze kalibratie] en druk op D.
Het scherm [Precieze kalibratie] verschijnt.
6 Draai de camera volgens de
instructie die wordt
weergegeven op de monitor.
Het resultaat van de kalibratie
verschijnt.
7 Druk op E.
Het scherm van stap 4 verschijnt opnieuw.
Als [De bewerking is niet op correcte wijze voltooid]
verschijnt, wijzig dan de camerarichting en voer opnieuw
een kalibratie uit.
8 Druk tweemaal op F.
De camera keert terug naar de standby-stand.
Gebruik van de GPS-unit
Elektronisch
kompas
Toont de huidige
geografische breedte,
lengte, hoogte,
richting, Coordinated
Universal Time
(UTC), opnamestand
en belichtingswaarde.
Selecteer [Elektronisch kompas]
in “Opname-info display” (p.16).
Sterren-
volger
Traceert en maakt opnamen van
hemellichamen.
Hemellichten kunnen vastgelegd worden als
afzonderlijke punten, zelfs bij het maken van
opnamen met een lange belichtingsinstelling,
door de beweging van het in de camera
ingebouwde Shake Reduction toestel te
vergelijken met de beweging van de
hemellichamen. (p.135)
GPS-
tijdsync.
Past de camera-instellingen voor de datum
en tijd automatisch aan met behulp van de
verkregen informatie van GPS-satellieten.
Stel dit in bij [GPS/E-kompas] van menu D3.
1/
250
1/
250
F5.6
F5.6
1600
1600
0.0
0.0
10:00:00
10:00:00
N
36°45.410'
N
36°45.410'
W140°02.000'
W140°02.000'
89m
89m
02/02/2017
02/02/2017
Hemellichamen - opnamen maken van
Sterrenvolger instellen A3
Stelt Sterrenvolg. in Bulb-modusStelt Sterrenvolg. in Bulb-modus
in om sterrensp. te eliminerenin om sterrensp. te elimineren
tijdens getimede belichtingentijdens getimede belichtingen
SterrenvolgerSterrenvolger
SterrenvolgerSterrenvolger
Precieze kalibratiePrecieze kalibratie
Annul.Annul.
OKOK
Draai de camera in elk van deDraai de camera in elk van de
drie richtingen, zorg dat elkedrie richtingen, zorg dat elke
rotatie groter is dan 180 gr.rotatie groter is dan 180 gr.
Precieze kalibratiePrecieze kalibratie
StoppenStoppen
KP-OPM-NL.book Page 135 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
7
Bijlage
136
u Let op
Als u een kalibratie uitvoert, let er dan op dat u de camera niet
laat vallen. Wikkel de riem om uw pols of neem andere
preventieve maatregelen.
Als de batterij verwijderd is, voer dan opnieuw een kalibratie
uit nadat de batterij is teruggeplaatst.
Aangezien het magnetisch omgevingsveld varieert al
naargelang de opnamelocatie, moet op elke locatie een
nauwkeurige kalibratie worden uitgevoerd wanneer met
Sterrenvolger opnamen worden gemaakt van
hemellichamen.
Wijziging van het objectief of de hoek van de monitor nadat
een kalibratie is uitgevoerd, kan enig effect hebben op het
magnetische omgevingsveld. Voer in dat geval een nieuwe
kalibratie uit.
1 Stel het moduswiel in op M en stel de
scherpstellingsmethode in op w.
2 Stel de opname-
omstandigheden in.
Beschikbare bedieningshandelingen
3 Stel scherp en druk 0 volledig in.
Er wordt gestart met de opname.
4 Druk 0 nogmaals volledig in.
Het maken van opnamen stopt.
De camera stopt automatisch met het maken van opnamen
nadat de ingestelde tijd verstreken is wanneer getimede
belichting is geactiveerd.
u Let op
Deze functie kan in sommige opnamestanden of in combinatie
met sommige andere functies niet worden gebruikt. (p.128)
Opnamen maken met de sterrenvolger
M
Schakelt de getimede belichting in/uit.
Q
Wijzigt de belichtingstijd binnen een bereik
tussen 10" en 5'00" wanneer getimede
belichting ingeschakeld is.
R
Wijzigt de diafragmawaarde.
Z
Voert een precieze kalibratie uit.
Wanneer de monitor te fel is
Bij het maken van opnamen op een donkere plek gedurende een
lange tijd, kunt u de weergavekleur van de monitor veranderen in
het rood door [Nachtweerg. LCD-disp.] in te stellen op [Aan] in
menu
D
2. Wanneer [Nachtweerg. LCD-disp.] wordt toegekend
aan
X
, kunt u de functie Nachtweerg. LCD-display aan- of
uitzetten gewoon met een druk op de knop. (p.114)
1600
1600
F
F
8.0
8.0
99 999
99999
KP-OPM-NL.book Page 136 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
7
Bijlage
137
t Memo
In zeldzame gevallen kan het voorkomen dat de camera niet
werkt vanwege oorzaken zoals statische elektriciteit, etc.
Dit kunt u oplossen door de batterij te verwijderen en opnieuw
te plaatsen. Er is geen reparatie nodig als de camera hierna
weer correct werkt.
Problemen oplossen
Probleem Oorzaak Oplossing
De camera kan
niet worden
ingeschakeld.
De batterij is niet
op de juiste wijze
geplaatst.
Controleer of de batterij in de
juiste richting is geplaatst.
De batterij is bijna
leeg.
Laad de batterij op.
De sluiter kan
niet worden
ontspannen.
De ingebouwde
flitser wordt
opgeladen.
Wacht tot het opladen
gereed is.
Er is geen vrije
ruimte op de
geheugenkaart.
Plaats een geheugenkaart met
voldoende vrije ruimte of
verwijder overbodige opnamen.
Gegevens worden
verwerkt.
Wacht totdat de verwerking
is voltooid.
De diafragmaring
van het objectief is
op een andere
positie ingesteld
dan 9.
Zet de diafragmaring van het
objectief in de stand 9 of
selecteer [Activeren] bij [24
Diafragmaring gebruiken] in
menu E4. (p.131)
De AF-modus
staat ingesteld op
x en het
onderwerp is niet
scherp gesteld.
Stel de scherpstellingsmethode
in op w en stel handmatig
scherp.
De autofocus
werkt niet.
Er kan moeilijk
worden scherp
gesteld op het
onderwerp.
v werkt niet goed bij objecten
met een laag contrast (de
hemel, witte muren, etc.),
donkere kleuren, ingewikkelde
patronen, snel bewegende
objecten of landschaps-
opnamen via een venster of
een netachtig patroon.
Vergrendel de scherpstelling op
een ander object dat zich op
dezelfde afstand als uw
onderwerp bevindt, richt dan op
het doel en maak een opname.
Als alternatief kan gebruik
worden gemaakt van w.
Het onderwerp is
te dichtbij.
Neem meer afstand tot het
onderwerp en maak een
opname.
De scherpstelling
kan niet worden
vergrendeld.
[Actief AF-gebied]
van Live
Weergave is
ingesteld op
[Traceren].
Stel [Actief AF-gebied] in op iets
anders dan [Traceren]. (p.71)
De ingebouwde
flitser gaat niet af.
De flitsstand is
ingesteld op [Auto
ontladen flitser].
Wanneer de flitsstand is
ingesteld op [Auto ontladen
flitser], gaat de flitser niet af als
het onderwerp helder is.
Wijzig de flitsstand. (p.65)
De camera wordt
niet herkend als
deze aangesloten
is op een
computer.
De USB-
aansluitfunctie is
ingesteld op
[PTP].
Stel [USB-aansluiting] in op
[MSC] in menu D3. (p.102)
Probleem Oorzaak Oplossing
KP-OPM-NL.book Page 137 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
7
Bijlage
138
Klap de spiegel omhoog en open de sluiter als u de
CMOS-sensor reinigt met een blaaskwastje.
1 Zet de camera uit en verwijder het objectief.
2 Zet de camera aan.
3 Selecteer [Sensor reinigen] in menu D5
en druk op D.
Het scherm [Sensor reinigen] verschijnt.
4 Selecteer [Spiegel omhoog] en druk op E.
De spiegel komt omhoog.
5 Reinig de CMOS-sensor met een blaasbalgje.
6 Zet de camera uit.
De spiegel keert automatisch terug naar de oorspronkelijke
stand.
u Let op
Gebruik nooit een spuitbus of blaasbalgje met een borstel.
Deze kunnen de CMOS-sensor beschadigen. Veeg de
CMOS-sensor ook niet schoon met een doek.
Steek het uiteinde van het blaasbalgje niet in het
vattinggebied van het objectief. De sluiter, de CMOS-sensor
en de spiegel kunnen beschadigd raken als de stroom wordt
ingeschakeld tijdens reiniging. Houd de camera met het
objectief naar beneden gericht als u de sensor reinigt, zodat
stof uit de richting van de camera valt wanneer het
blaasbalgje wordt gebruikt.
Wanneer het batterijniveau laag is, dan wordt het bericht
[Onvoldoende batterijvermogen om Sensor te reinigen]
op de monitor getoond. Plaats een volledig opgeladen
batterij. Er is een waarschuwingsgeluid te horen als het
vermogen van de batterij tijdens de reiniging laag wordt.
Stop in dat geval onmiddellijk met de reiniging.
Op opnamen
verschijnen stof-
of vuildeeltjes.
De CMOS-sensor
is vuil of stoffig.
Activeer [Sensor stofvrij maken]
in menu D5. De
stofverwijderingsfunctie kan
worden geactiveerd telkens
wanneer de camera wordt
aangezet en uitgezet.
Raadpleeg “Sensor reinigen”
(p.138) als het probleem
aanhoudt.
In de opname
verschijnen
pixeldefecten
zoals heldere en
donkere plekken.
In de CMOS-
sensor zijn er
defecte pixels.
Activeer [Pixeluitlijning] in menu
D5.
Het duurt circa 30 seconden om
de defecte pixels te corrigeren.
Zorg er daarom voor dat u een
batterij gebruikt die volledig
opgeladen is.
Probleem Oorzaak Oplossing
Sensor reinigen
D5
KP-OPM-NL.book Page 138 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
7
Bijlage
139
t Memo
Neem contact op met het dichtstbijzijnde servicecentrum voor
professionele reiniging van de CMOS-sensor aangezien dit
een precisie-onderdeel betreft.
U kunt de optionele sensorschoonmaakset O-ICK1 gebruiken
om de CMOS-sensor te reinigen.
Foutberichten
Foutberichten Beschrijving
Geheugenkaart vol
De geheugenkaart is vol en er kunnen
geen opnamen meer worden opgeslagen.
Plaats een nieuwe geheugenkaart of
verwijder niet-benodigde opnamen.
Geen beeld
Er zijn op de geheugenkaart geen
opnamen aanwezig die kunnen worden
weergegeven.
Deze opname kan niet
worden weergegeven
U probeert een opname weer te geven
met een indeling die niet wordt
ondersteund door deze camera. Mogelijk
kunt u de opname wel weergeven op een
computer.
Geen geheugenkaart in
camera
Er is geen geheugenkaart in de camera
geplaatst.
Geheugenkaartfout
De geheugenkaart vertoont een
probleem, en er kunnen geen opnamen
worden gemaakt of weergegeven.
Mogelijk kunt u opnamen wel weergeven
of terughalen op een computer.
Geheugenkaart is niet
geformatteerd
De door u gebruikte geheugenkaart is niet
geformatteerd of is eerder op een ander
apparaat gebruikt en is niet compatibel
met deze camera. Formatteer de kaart
met deze camera voordat u de kaart in
gebruik neemt.
Geheugenkaart beveiligd
De schrijfbeveiliging op de
geheugenkaart is ingeschakeld. (p.154)
Geheugenkaart is niet
bruikbaar
Er is een geheugenkaart geplaatst die
niet compatibel is met deze camera.
Deze opname kan niet
worden vergroot
U probeert een opname te vergroten
die niet kan worden vergroot.
Deze opname is beveiligd
U probeert een beveiligde opname te
wissen. Maak eerst de beveiliging van
de opname ongedaan. (p.123)
KP-OPM-NL.book Page 139 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
7
Bijlage
140
Onvoldoende
batterijvermogen voor het
activeren van pixeluitlijning
Deze berichten verschijnen als u
pixeluitlijning of sensorreiniging probeert
uit te voeren, of als u een update van de
firmware uitvoert terwijl het batterijniveau
niet toereikend is. Plaats een volledig
opgeladen batterij.
Onvoldoende
batterijvermogen om Sensor
te reinigen
Onvoldoende
batterijvermogen om de
firmware bij te werken
Firmw. bijwerken onmogelijk.
Probleem met het bestand
voor het bijwerken van de
firmware
Updaten van de firmware is niet mogelijk.
Het updatebestand is beschadigd.
Probeer het updatebestand opnieuw te
downloaden.
Beeldmap kon niet gemaakt
worden
Het hoogste mapnummer (999) wordt
gebruikt, er kunnen geen opnamen meer
worden opgeslagen. Plaats een nieuwe
geheugenkaart of formatteer de kaart.
Kan de opname niet opslaan
De opname kan niet worden opgeslagen
vanwege een fout met de geheugenkaart.
De bewerking is niet op
correcte wijze voltooid
De bewerking is mislukt. Probeer het
opnieuw.
Er kunnen geen nieuwe
beelden worden
geselecteerd
U probeert meer dan het maximum aantal
opnamen voor de volgende functie te
selecteren.
Kiezen & wissen
RAW-ontwikkeling
Beveiligen
Er kan geen opname worden
bewerkt
Er zijn geen opnamen die kunnen worden
verwerkt met gebruik van de functie
Digitaal filter of RAW-ontwikkeling.
Deze opname kan niet
worden verwerkt
Dit bericht verschijnt als u probeert
Formaat wijzigen, Bijsnijden, Digitaal
filter, Video bewerken, RAW-ontwikkeling
of Opslaan als handmatige witbalans uit
te voeren voor opnamen die met een
andere camera zijn gemaakt, of wanneer
u probeert Formaat wijzigen of Bijsnijden
uit te voeren voor opnamen met een
minimale bestandsgrootte.
Foutberichten Beschrijving
Deze functie is in deze
modus niet beschikbaar
U probeert een functie in te stellen die niet
beschikbaar is voor de momenteel
geselecteerde opnamestand.
De camera wordt
uitgeschakeld om
oververhitting te voorkomen
De camera schakelt zichzelf uit omdat de
interne temperatuur te hoog is. Laat de
camera uitgeschakeld totdat deze de tijd
heeft gehad om af te koelen voordat u de
camera weer inschakelt.
Ontspanknop is
uitgeschakeld. Controleer of
zoomingindex op obj. is
ingesteld op een positie
waarbij ontspan. mogelijk is
U kunt geen opnamen maken wanneer
een intrekbaar objectief is aangesloten en
niet uitgeschoven is. (p.50)
Foutberichten Beschrijving
KP-OPM-NL.book Page 140 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
7
Bijlage
141
Modelbeschrijving
Beeldopslagunit
Bestandsindelingen
Zoeker
Live weergave
Belangrijkste technische gegevens
Type
Digitale spiegelreflexcamera met DDL-autofocus,
automatische belichting en ingebouwde, uitklapbare
P-DDL-flitser
Objectiefvatting
PENTAX KAF2-bajonetvatting (AF-koppeling,
objectiefinformatiecontacten, K-vatting met
voedingscontacten)
Bruikbare
objectieven
Objectieven met KAF4-, KAF3-, KAF2- (niet
compatibel met powerzoom), KAF-, KA-vatting
Beeldsensor
CMOS met een primaire kleurenfliter, grootte:
23,5 × 15,6 (mm)
Effectief aantal
pixels
Ca. 24,32 megapixels
Totaal aantal
pixels
Ca. 24,96 megapixels
Sensor stofvrij
maken
Reiniging beeldsensor via ultrasonische vibraties
“DR II”
Gevoeligheid
(standaarduitvoer)
ISO-bereik: 100 - 819200
LW-stappen kunnen worden ingesteld op 1 LW,
1/2 LW of 1/3 LW
ISO AUTO-
instelling
ISO-bereik (maximum), ISO-bereik (minimum)
ISO-gevoeligh.opties: AUTO, Tv
Minimum sluitertijd: AUTO (Langzaam, Stand.,
Snel), Tv (1/6000 tot 30 seconden)
Beeldstabilisator Sensorverschuiving Shake Reduction (SR II)
AA-filtersimulator
Moirévermindering met behulp van de SR-unit: Uit,
Type1, Type2, Bracketing (2 opnamen), Bracketing
(3 opnamen)
Opname-
indelingen
RAW (PEF/DNG), JPEG (compatibel met Exif 2.3),
compatibel met DCF 2.0
Resolutie
JPEG: q (24M: 6016×4000), p (14M:
4608×3072), o (6M: 3072×2048), r (2M:
1920×1280)
RAW: 24M (6016×4000)
Kwaliteitsniveau
RAW (14bit): PEF, DNG
JPEG: m (Best), l (Beter), k (Goed)
RAW + JPEG simultaan opneembaar
Kleurruimte sRGB, AdobeRGB
Opslagmedia
SD-, SDHC*- en SDXC*-geheugenkaarten
* Compatibel met UHS-I
Opslagmap
Mapnaam: Dat. (100_1018, 101_1019...) of een door
de gebruiker toegewezen naam (standaard: PENTX)
Opslagbestand
Bestandsnaam: door de gebruiker toegewezen
naam (standaard: IMGP)
Bestandsnummer: Opeenvolg. nummering, Reset
Type Pentaprismazoeker
Dekking (FOV) Ca. 100%
Vergroting Ca. 0,95× (50 mm F1.4 bij oneindig)
Lengte
oogafstand
(Eye-Relief)
Ca. 20,5 mm (vanaf het kijkvenster)
Ca. 22,3 mm (vanaf midden van objectief)
Dioptriecorrectie Circa -2,5 tot +1,5 m
-1
Scherpstelscherm
Verwisselbaar Natural-Bright-Matte III-
scherpstelscherm
Type
DDL-methode met gebruik van de
CMOS-beeldsensor
Autofocussysteem
AF-methode: Contrastdetectie AF
Actief AF-gebied: Gezichtsherkenning, Traceren,
Meerdere AF-punten, Selecteren, Spot
Scherpe contouren: Randen accentueren, Randen
extraheren, Uit
Display
Zichtveld: circa. 100%, Vergroot beeld (tot 16×),
Rasterweergave (4×4 Raster, Gulden Snede,
Schaal, Vierkant 1, Vierkant 2, Rasterkleur: Zwart,
Wit), Histogramweergave, Overbelichting,
Compositie aanpassen
KP-OPM-NL.book Page 141 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
7
Bijlage
142
LCD-monitor
Witbalans
Scherpstellingssysteem
Belichtingsregeling
Sluiter
Transportstanden
Type
Kantelbare groothoek TFT-kleur LCD-monitor in een
luchtspleetloze constructie met een frontpaneel van
getemperd glas
Grootte 3,0 inches (verhouding 3:2)
Punten Circa 921K punten
Instelling Helderheid, verzadiging en kleuren instelbaar
Beeldinstelling
buiten
Instelbare stappen van ±2
Nachtweerg.
LCD-disp.
Aan, Uit
Type
DDL-methode met gebruik van de CMOS-
beeldsensor
Programma-
standen
Automatische witbalans, Meervoud. autom.
witbalans, Daglicht, Schaduw, Bewolkt, Neonlicht
(D: Daglicht kleuren, N: Daglicht wit, W: Koel wit,
L: Warm wit), Lamplicht, n, Handm. witbalans
(tot drie instellingen), Kleurtemperatuur (tot drie
instellingen), Kopiëren van de witbalansinstellingen
van een gemaakte opname
Fijnafstelling Instelbare ±7 stappen op A-B-aslijn en G-M-aslijn
Type
DDL: autofocussysteem op basis van Phase
Matching
Scherpstelsensor
SAFOX X 11, 27 punten (25 scherpstelpunten
van het kruistype in het midden)
Helderheidsbereik LW -3 tot 18 (ISO100, bij normale temperatuur)
AF-modi
Enkel AF (x), Continu AF (y),
Automatische selectie AF (z)
Selectiestanden
voor scherpstel-
gebied
Auto (27 AF-punten), Zoneselectie, Selecteren,
Uitgebr. AF-gebied (S, M, L), Spot
AF-hulplicht Specifiek AF-hulplicht op basis van LED
Type
DDL-meting open diafragma met een 86K pixel
RGB-sensor
Lichtmetingsstanden: Meervlaks, Centraalmeting,
Spot
Lichtmetings-
bereik
LW -3 tot 20 (ISO100 bij 50mm F1.4)
Opnamestanden
Auto analyseren scène, Programma, Gevoel.
voorkeuze, Sl.tijd voorkeuze, Diafr. voorkeuze,
Sl.tijd & diafr. voorkeuze, Handmatig, Bulb, USER1,
USER2, USER3, USER4, USER5
Belichtings-
correctie
±5 LW (stappen van 1/3 LW of stappen van 1/2 LW
kunnen worden geselecteerd)
Belichtings-
geheugen
Kan worden toegekend aan f, X, Y en Z
in [Knoppen aanpassen].
Type
Mechanische sluiter (elektronisch geregelde
verticale spleetsluiter), Elektronische sluiter
Sluitertijd
[Mechanische sluiter] Auto: 1/6000 tot 30 seconden,
Handmatig: 1/6000 tot 30 seconden (1/3 LW-
stappen of 1/2 LW-stappen), Tijdopname (Bulb)
(getimede belichtingsinstelling mogelijk van 10
seconden tot 20 minuten)
[Elektronische sluiter]Auto: 1/24000 tot 30
seconden, Handmatig: 1/24000 tot 30 seconden
(1/3 LW-stappen of 1/2 LW-stappen)
Selectie van
standen
Enkelbeeld, Continu (H, M, L), Zelfontspanner
(12 sec., 2 sec., continu), Bracketing
*1
(2, 3 of
5 beeldjes), Bracketing scherptediepte
*1
(3
beeldjes), Bracketing beweging
*1
(3 beeldjes),
Opn. spiegel-omhoog-vergr., Meerdere opnamen
*2
,
Intervalopname
*1
, Intervalcompositie
*1
,
Intervalvideo opnemen
*1
, Sterrenspoor
*1
*1 Beschikbaar met zelfontspanner
*2 Beschikbaar met Continuopname of
Zelfontspanner
Bracketing scherptediepte is beschikbaar in stand
J.
Bracketing beweging is beschikbaar in stand I.
KP-OPM-NL.book Page 142 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
7
Bijlage
143
Flitser
Opnamefuncties
Continuopname
Max. circa 7,0 fps, JPEG (q: m bij Continu H):
tot circa 28 beeldjes, RAW: tot circa 8 beeldjes,
RAW+: tot circa 7 beeldjes
Max. circa 3,0 fps, JPEG (q: m bij Continu M):
tot circa 70 beeldjes, RAW: tot circa 15 beeldjes,
RAW+: tot circa 10 beeldjes
Max. circa 0,8 fps, JPEG (q: m bij Continu L):
tot circa 100 beeldjes, RAW: tot circa 100 beeldjes,
RAW+: tot circa 25 beeldjes
Wanneer de gevoeligheid is ingesteld op ISO100
De opnamesnelheid vertraagt wanneer de
elektronische sluiter wordt gebruikt of een hogere
gevoeligheid wordt ingesteld.
Meerdere
opnamen
Compositiemodus: Toenemend, Gemiddeld, Helder
Aantal opnamen 2 tot 2000 keer
Intervalopname
[Intervalopname]
Interval: 2 sec. tot 24 uur, Standby-interval:
minimumtijd of 1 sec. tot 24 uur, Aantal opnamen:
2 tot 2000 keer, Int opname starten: Nu,
Zelfontspanner, Tijdstip
[Intervalcompositie]
Interval: 2 sec. tot 24 uur, Standby-interval:
minimumtijd of 1 sec. tot 24 uur, Aantal opnamen:
2 tot 2000 keer, Int opname starten: Nu,
Zelfontspanner, Tijdstip, Compositiemodus:
Toenemend, Gemiddeld, Helder, Proces opslaan:
Aan, Uit
[Intervalvideo opnemen]
Resolutie: z, u, t, Opname-indeling: Motion
JPEG (AVI), Interval: 2 sec. tot 24 uur, Standby-
interval: minimumtijd of 1 sec. tot 24 uur, Aantal
opnamen: 8 tot 2000 keer (Wanneer z is
geselecteerd: 8 tot 500 keer), Int opname starten:
Nu, Zelfontspanner, Tijdstip
[Sterrenspoor]
Resolutie: z, u, t, Opname-indeling: Motion
JPEG (AVI), Standby-interval: minimumtijd of 1 sec.
tot 24 uur, Aantal opnamen: 8 tot 2000 keer
(Wanneer z is geselecteerd: 8 tot 500 keer),
Int opname starten: Nu, Zelfontspanner, Tijdstip,
Uitfaden: Uit, Zwak, Normaal, Sterk
Ingebouwde flitser
Ingebouwde en uitneembare uitklapbare P-DDL-
flitser
Richtgetal: ongeveer 6,0 (ISO 100/m)
Hoek van beeldweergave: gelijk aan 28 mm objectief
in 35 mm formaat
Flitsstanden
Auto ontladen flitser (Auto analyseren scène), Auto
ontladen flitser + Anti Rode Ogen (Auto analyseren
scène), Flitser aan, Flitser aan + Anti Rode Ogen,
Lange-sluitertijdsync, Lange-sluitertijdsync + Anti
Rode Ogen, 2e sluitergordijn-sync, Handm. ontladen
flitser (FULL tot 1/128 vermogen), Draadloos
ontladen flitser (controllerflits)
Synchronisatie-
snelheid
1/180 seconde
Belichtings-
compensatie
-2,0 tot +1,0 LW
Externe flitser
P-DDL, 1e-sluitergordijn-synchronisatie, 2e
sluitergordijn-sync, contrastregelingssynchronisatie,
korte-sluitertijdsynchronisatie, draadloze
synchronisatie
* Beschikbaar met twee of meer compatibele
externe flitsers
Aangepaste
opname
Autoselect, Helder, Natuurlijk, Portret, Landschap,
Levendig, Schitterende kleur, Gedempt, Vlak,
Bleach Bypass, Diapositieffilm, Monochroom,
Cross-processing
Cross-processing Willekeurig, Voorkeuze 1-3, Favoriet 1-3
Digitaal filter
Kleurextractie, Kleur vervangen, Speels, Retro,
Sterk contrast, Schaduw aanbrengen, Kleur
inverteren, Vet één kleur, Vet zwart-wit
Helderheid -4,0 tot +4,0
Huidtint Type1, Type2, Uit
HDR-opname
Auto, Type1, Type2, Type3, Geavanceerde HDR,
Uit
Bracketwaarde: instelbaar
Automatisch uitlijnen (automatische
compositiecorrectiefunctie): beschikbaar
Pixelverschuivings-
resolutie
Aan, Uit
Bewegingscorrectie: Aan, Uit
Objectiefcorrectie
Vervormingscorrectie, Perifere verlichtingscorrectie,
Laterale chromatische aberratie-instelling,
Diffractiecorrectie
Instellingen
D-range
Overbelichtingscorr., Schaduwcorrectie
Ruisonderdrukking Ruisond. lange sltrtijd, Ruisond. hoge ISO-wrd
KP-OPM-NL.book Page 143 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
7
Bijlage
144
Video
Weergavefuncties
Horizoncorrectie
SR Aan: corrigeert tot op 1,0 graad
SR Uit: corrigeert tot op 1,5 graad
Compositie
aanpassen
Instelbereik van ±1 mm omhoog, omlaag, naar links
of rechts (±0,5 mm wanneer geroteerd);
rotatiebereik van ±1 graad
Elektr. waterpas
Weergegeven in de zoeker (alleen in horizontale
richting); weergegeven op de monitor (in horizontale
en verticale richting)
Programmalijn
Auto, Stand., Hogesnelheidvoork., Scherptediepte
groot, Scherptediepte klein, MTF-voorkeuze
Opname-indeling MPEG-4 AVC/H.264 (.MOV)
Resolutie/
beeldsnelheid
u (1920×1080, 60i/50i/30p/25p/24p)
t (1280×720, 60p/50p)
Autofocussysteem
AF-methode: Contrastdetectie AF
AF-modus: Enkel AF (x), Continu AF (y)*
* Continu AF (y) is alleen beschikbaar wanneer
er een compatibel objectief is bevestigd op de
camera.
Actief AF-gebied: Meerdere AF-punten, Selecteren,
Spot
Scherpe contouren: Randen accentueren, Randen
extraheren, Uit
Geluid
Ingebouwde stereomicrofoon, externe microfoon
(compatibel met stereo-opname)
Niveau opnamegeluid: instelbaar
Opnametijd
Tot 4 GB of circa 25 minuten; het opnemen wordt
automatisch stopgezet als de interne temperatuur
van de camera te hoog wordt.
Aangepaste
opname
Autoselect, Helder, Natuurlijk, Portret, Landschap,
Levendig, Schitterende kleur, Gedempt, Vlak,
Bleach Bypass, Diapositieffilm, Monochroom,
Cross-processing
Cross-processing Willekeurig, Voorkeuze 1-3, Favoriet 1-3
Digitaal filter
Kleurextractie, Kleur vervangen, Speels, Retro,
Sterk contrast, Schaduw aanbrengen, Kleur
inverteren, Vet één kleur, Vet zwart-wit
Weergavebeeld
Enkelbeeld, Weergave van meerdere opnamen (6,
12, 20, 35 en 80 opnamen), Opnamevergroting (Tot
16×, snel zoomen), Rasterweergave (4×4 Raster,
Gulden Snede, Schaal, Vierkant 1, Vierkant 2,
Rasterkleur: Zwart, Wit), Weergave van geroteerde
opnamen, Histogramweergave (Y-histogram, RGB-
histogram), Overbelichting, Auto opnamerotatie,
Gedetailleerde infoweergave, Copyrightinformatie
(Fotograaf, Copyrighthouder), GPS-informatie
(geografische breedte, lengte, hoogte, Coordinated
Universal Time (UTC)), richting, mapweergave,
kalenderfilmstripweergave, Diavoorstelling
Wissen
Enkelbeeld, alle opnamen, kiezen en wissen, map,
Momentcontrole-opname
Digitaal filter
Aanpass. basisparam., Kleurextractie, Kleur
vervangen, Speels, Retro, Sterk contrast, Schaduw
aanbrengen, Kleur inverteren, Vet één kleur, Vet
zwart-wit, Tintuitbreiding, Schetsfilter, Aquarel,
Pastel, Posterisatie, Miniatuur, Soft, Sterren,
Fisheye, Vlak, Monochroom
RAW-
ontwikkeling
Ontwikkelopties: Eén opname selecteren, Meerdere
opnamen selecteren, Een map select.
Ontwikkelparameters: Witbalans, Aangepaste
opname, Gevoeligheid, Helderheid, Huidtint, Digitaal
filter, HDR-opname, Pixelverschuiv.resolutie,
Schaduwcorrectie, Ruisond. hoge ISO-wrd,
Vervormingscorrectie, Perifere verlichtingscorrectie,
Laterale chromatische aberratie - instelling,
Diffractiecorrectie, Correctie kleurrand,
Bestandsindeling (JPEG, TIFF), Verhoudingen,
JPEG-resolutie, JPEG kwaliteitsniveau, Kleurruimte
Bewerkings-
functies
Beeldrotatie, Correctie kleurmoiré, Formaat
wijzigen, Bijsnijden (verhouding kan worden
gewijzigd en kantelingscorrectie is beschikbaar),
Video bewerken (splitsen van een videobestand en
verwijderen van ongewenste segmenten), Een
JPEG-foto maken van een film, RAW-data opslaan
KP-OPM-NL.book Page 144 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
7
Bijlage
145
Persoonlijke instellingen
Voedingsbron
Interfaces
Draadloze LAN
USER-standen
Er kunnen maximaal 5 instellingen worden
opgeslagen.
Functiewiel
C1, C2, C3
Toewijsbare items: Gevoeligheid,
Belichtingscorrectie, Bracketwaarde, Aangepaste
opname, AF-modus, Actief AF-gebied, Scherpe
contouren, Programmalijn, Selectie sluiterstand,
Resolutie (Foto: q, p, o, r; Video: u, t),
AA-filtersimulator, Rasterweergave, Opties LCD-
display, Opnamevergroting, Beeldinstelling buiten
Persoonlijke
functies
24 items
Geheugen voor
standen
18 items
Knoppen
aanpassen
X-knop: Belichtingscorrectie, Gevoeligheid,
Voorbeeld, Belichtingsgeheugen, AF-gebied
wijzigen, 1x voor bestandsform., Elektr. waterpas,
Wi-Fi, Nachtweerg. LCD-disp., Vergrend. bed.elem.
Y/Z-knop: Belichtingscorrectie, Gevoeligheid,
Voorbeeld, Belichtingsgeheugen, CAF-gebied
wijzigen, 1x voor bestandsform., Elektr. waterpas,
Vergrend. bed.elem.
f-knop: AF1 inschakelen, AF2 inschakelen, AF
uitschakelen, Belichtingsgeheugen
E-knoppen (voor/achterzijde): aanpasbaar voor elke
belichtingsstand
AF-aanpassing
AF.S-instelling: Scherpstellingsvoorkeuze,
Sluitervoorkeuze
Actie 1e beeldje AF.C: Auto,
Scherpstellingsvoorkeuze, Sluitervoorkeuze
Actie bij AF.C Continu: Auto,
Scherpstellingsvoorkeuze, FPS-voorkeuze
AF-status vasthouden: Uit, Zwak, Normaal, Sterk
AF voor intervalopnamen: Vergrendelt
scherpstelling bij 1e belichting, Past scherpstelling
aan bij elke opname
Bedien.elem.
aan/uit
Type1: Schakelt belichtingsregeling uit in standby
Type2: Schakelt de bedieningsfuncties van
ABCD, E en F uit in standby
Tekstformaat Stand., Groot
Wereldtijd Instelling wereldtijd voor 75 steden (28 tijdzones)
AF-aanpassing
±10 stappen, uniforme instelling voor alle
objectieven of afzonderlijke instelling voor elk
objectief (er kunnen maximaal 20 waarden worden
opgeslagen)
Indicatielampjes
Zelfontspanner: Aan, Uit
LED-indicators GPS: Aan, Uit
Copyright-
informatie
Namen van fotograaf en copyright-houder zijn
ingesloten in het opnamebestand. Er kan met de
bijgeleverde software een revisiehistorie worden
bekeken.
Batterijtype Oplaadbare lithium-ionbatterij D-LI109
Netvoedings-
adapter
Netvoedingsadapterset K-AC167 (los verkrijgbaar)
Levensduur
batterij
Aantal opnamen dat kan worden gemaakt (met 50%
flitsergebruik): circa. 390 opnamen
(zonder flitsergebruik): circa 420 opnamen
Weergavetijd: circa 270 minuten
Getest in overeenstemming met CIPA-norm met
gebruik van een volledig opgeladen lithium-
ionbatterij bij een temperatuur van 23°C. Feitelijke
resultaten kunnen verschillen afhankelijk van de
opname-omstandigheden.
Aansluitpoort
USB 2.0 (micro B), externe voedingsbron,
stereomicrofoon/aansluitpunt draadontspanner
(ø3.5 mm connector)
USB-aansluiting MSC/PTP
Video-uitvoer
Aansluitpunt USB/video-uitgang
SlimPort
®
-naar-HDMI
®
-adapter vereist
Standaards
IEEE 802.11b/g/n (standaardprotocol voor
draadloos LAN)
Frequentie
(middenfrequentie)
2412 t/m 2462 MHz (kanalen: kanaal 1 t/m 11)
Beveiliging
Authenticatie: WPA2
Encryptie: AES
KP-OPM-NL.book Page 145 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
7
Bijlage
146
Afmetingen en gewicht
Systeemvoorwaarden
Inbegrepen accessoires
Optionele accessoires
(Bij gebruik van een volledig opgeladen batterij)
Getest in overeenstemming met CIPA-norm met gebruik van een
volledig opgeladen lithium-ionbatterij bij een temperatuur van 23°C.
Feitelijke resultaten kunnen verschillen afhankelijk van de opname-
omstandigheden.
(Bij gebruik van een geheugenkaart van 8 GB)
De opslagcapaciteit voor opnamen kan variëren al naar gelang het
onderwerp, de opnameomstandigheden, de geselecteerde
opnamestand, de geheugenkaart, etc.
Afmetingen
Ca. 131,5 mm (B) × 101,0 mm (H) × 76,0 mm (D)
(exclusief uitstekende delen)
Gewicht
Ca. 703 gram (inclusief specifieke batterij en een
SD-geheugenkaart)
Ca. 643 gram (alleen behuizing)
Temperatuur -10 tot 40°C
Vochtigheid 85% of minder (geen condens)
Inhoud van het
pakket
Riem O-ST132, Herlaadbare lithium-ionbatterij
D-LI109, Batterijlader D-BC109, Netsnoer, Software
(CD-ROM) S-SW167, Handleiding
<Bevestigd op de camera> Oogschelp FR,
Flitsschoenbeschermer FK, Dop cameravatting II,
Driehoekige ring en beschermende afdekking,
Houder S O-GP167, Aansluitingenkap
batterijhouder
Software Digital Camera Utility 5
GPS-unit
O-GPS1: GPS-informatie (geografische breedte,
lengte, hoogte, Coordinated Universal Time (UTC)),
Richting, Elektronisch kompas, Sterrenvolger
Kabelvrijgave Draadontspanner CS-310
Batterijhouder D-BG7
Houder
Houder S: O-GP167
Houder M: O-GP1671
Houder L: O-GP1672
Geschatte beeldopslagcapaciteit en weergavetijd
Batterij
Tempe-
ratuur
Normale
opnamen
Flitsfotografie
Weergave
tijd
50%
gebruik
100%
gebruik
D-LI109 23°C
420 390 360
270
minuten
Geschatte beeldopslagcapaciteit
Resolutie
JPEG kwaliteitsniveau
PEF
m l k
q 24M
527 1192 2339 151
p 14M
889 1996 3837
o 6M
1964 4309 7923
r 2M
4723 9824 16374
KP-OPM-NL.book Page 146 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
7
Bijlage
147
De volgende steden kunnen worden ingesteld als thuistijd en
bestemmingstijd.
Met meegeleverde software “Digital Camera Utility 5” kunt u op
een computer RAW-bestanden ontwikkelen, kleuren
aanpassen of opname-informatie controleren. Installeer de
software vanaf de meegeleverde CD-ROM (S-SW167).
Wij bevelen de volgende systeemeisen aan om de camera aan
te sluiten op een computer met een in de handel verkrijgbare
USB-kabel en de software te gebruiken.
Lijst met steden voor Wereldtijd
Regio Stad
Noord-
Amerika
Honolulu, Anchorage, Vancouver, San
Francisco, Los Angeles, Calgary, Denver,
Chicago, Miami, Toronto, New York, Halifax
Midden-
en Zuid-
Amerika
Mexico-City, Lima, Santiago, Caracas, Buenos
Aires, Sao Paulo, Rio de Janeiro
Europa
Lissabon, Madrid, Londen, Parijs, Amsterdam,
Milaan, Rome, Kopenhagen, Berlijn, Praag,
Stockholm, Boedapest, Warschau, Athene,
Helsinki, Moskou
Afrika/
West-Azië
Dakar, Algiers, Johannesburg, Istanboel, Caïro,
Jeruzalem, Nairobi, Jeddah, Teheran, Dubai,
Karachi, Kaboel, Male, Delhi, Colombo,
Kathmandu, Dacca
Oost-Az
Yangon, Bangkok, Kuala Lumpur, Vientiane,
Singapore, Phnom-Penh, Ho Chi Minhstad,
Jakarta, Hongkong, Peking, Shanghai, Manilla,
Taipei, Seoul, Tokio, Guam
Oceanië
Perth, Adelaide, Sydney, Nouméa, Wellington,
Auckland, Pago Pago
Besturingsomgeving voor USB-aansluiting en
bijgeleverde software
Windows
®
Besturings-
systeem
Windows
®
10 (32-bits, 64-bits), Windows
®
8.1
(32-bits, 64-bits), Windows
®
8 (32-bits, 64-bits)
of Windows
®
7 (32-bits, 64-bits)
Processor Intel
®
Core™ 2 Duo of hoger
RAM 4 GB of meer
HDD
Voor het installeren en opstarten van het
programma:
Ca. 100 MB of meer aan beschikbare ruimte
Voor het opslaan van opnamebestanden:
ca. 10 MB/bestand (JPEG),
ca. 30 MB/bestand (RAW)
Monitor 1280×1024 dots, 24-bit meerkleuren of hoger
KP-OPM-NL.book Page 147 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
7
Bijlage
148
t Memo
Applicatiesoftware die zowel de formaten MOV (MPEG-
4AVC/H.264) als AVI (Motion JPEG) ondersteunt, is vereist
om videobestanden af te spelen die zijn overgezet op een
computer.
Macintosh
Besturings-
systeem
OS X 10.12, OS X 10.11, OS X 10.10, OS X
10.9 of OS X 10.8
Processor Intel
®
Core™ 2 Duo of hoger
RAM 4 GB of meer
HDD
Voor het installeren en opstarten van het
programma:
Ca. 100 MB of meer aan beschikbare ruimte
Voor het opslaan van opnamebestanden:
ca. 10 MB/bestand (JPEG),
ca. 30 MB/bestand (RAW)
Monitor 1280×1024 dots, 24-bit meerkleuren of hoger
KP-OPM-NL.book Page 148 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
7
149
Bijlage
Symbolen
A-menu’s....................... 24
C-menu’s....................... 31
B-menu.......................... 33
D-menu’s........................ 34
E-menu’s ........................ 37
C-stand.......................... 59
A/K/C-
schakelaar.... 48, 50, 59
Codering
1x voor bestandsform.... 115
2e sluitergordijn-sync ...... 65
4-weg Contr.
Instellingen ............... 69
A
AA-filtersimulator ............. 88
Aangepaste opname ....... 83
Aansluitpunt
batterijhouder ........... 10
Aansluitpunt
draadontspanner...... 60
Aansluitpunt microfoon/
draadontspanner...... 10
Aansluitpunt USB/video-
uitgang ..................... 10
Actie 1e beeldje AF.C...... 67
Actie bij AF.C Continu ..... 67
Actief AF-gebied........ 68, 71
AdobeRGB ...................... 54
AE-L met AF lock ............ 37
AF met Live weergave..... 70
AF met zoeker ................. 67
AF op basis van Phase
Matching................... 67
AF voor intervalopnamen... 80
z .............................. 68
y............................... 68
x ............................... 68
AF.S-instelling ........... 67, 70
AF/AE-L-knop ................ 115
v/w-schakelaar.. 48, 67
AF-aanpassing ................ 72
AF-hulplicht ............... 10, 68
AF-kader.................... 49, 50
AF-koppeling ................... 10
AF-modus.................. 68, 70
AF-punt............................ 68
AF-punt weergeven ......... 20
AF-status vasthouden ..... 67
Afwerking van
de opname ............... 83
Algemene instellingen
menu’s...................... 34
Alle beelden wissen......... 33
Alle opnamen
beveiligen ............... 123
Andere weerg.-instell....... 28
Anti-aliasing-filter............. 88
Aquarel (Digitaal filter)..... 97
ASTROFOTO .................. 54
Audiovisueel apparaat..... 95
Auto (Actief AF-gebied) ... 68
Auto + Anti Rode Ogen ... 65
Auto analyseren scène-
stand ........................ 48
Auto LW-correctie............ 37
Auto opnamerotatie ......... 94
Auto SR Uit...................... 73
Auto Uitsch. ..................... 46
Autofocus ........................ 67
Automatisch
ontladen flitser.......... 65
Automatische
lichtmeting ................ 64
Automatische witbalans
(Witbalans) ............... 80
Autoselect (Aangepaste
opname) ................... 83
R-stand.................... 48
J-bracketing................. 75
J-stand......................... 55
AWB bij lamplicht ............ 81
B
Basisinstellingen.............. 46
Basisparameters-
aanpassing
(Digitaal filter) ........... 97
Batterij ............................. 42
Batterij opladen ............... 42
Batterij kiezen.................. 43
Batterijhouder .................. 43
Bedien.elem. aan/uit........ 57
Bedieningspaneel...... 15, 22
Bedrijftijd lichtmtr ............. 20
Beelden vergroten ..... 50, 52
Beeldinstelling buiten .... 120
Beeldopslagcapaciteit ... 146
Beeldrotatie ..................... 94
Beeldsnelheid.................. 54
Beeldvlakindicator ........... 10
Belichtingscorrectie ......... 64
Belichtingsgeheugen ....... 57
Belichtingsstanden .. 55, 122
Bestandsindeling ............. 54
Bestandsnaam .............. 125
Bestandsnummer .......... 126
Bestemmingstijd ............ 127
Beveiligen...................... 123
Bewerken van opnamen.... 96
Bewolkt (Witbalans)......... 80
Bijsnijden ......................... 96
Bleach Bypass (Aangepaste
opname) ................... 83
Bracketing........................ 74
Bracketing-volgorde......... 75
Bracketing beweging ....... 76
Bracketing scherptediepte 75
Bracketing-in-één ............ 75
Brandpuntsafstand-
invoer ..................... 133
Brandpuntsafstand
objectief.................. 133
M-stand ........................... 55
Bulb-belichting................. 55
C
Catch-in focus................ 132
Centraalmeting ................ 64
Certificeringsmerktekens 154
Communicatieapparaat . 105
Communicatie-info......... 104
Compositie aanpassen.... 89
Computer....................... 102
Continu weergeven van
opnamen .................. 94
Continuopname ............... 73
Continu-stand
(AF-modus) .............. 68
Contrast (Aangepaste
opname) ................... 83
Contrastdetectie AF......... 67
Controllerflits.................. 134
Copyrighthouder............ 126
Copyrightinformatie ....... 126
Correctie kleurrand........ 100
Index
KP-OPM-NL.book Page 149 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
7
150
Bijlage
Cross-processing
(Aangepaste
opname) ................... 83
Cross-processing
opslaan..................... 84
n (Witbalans) ............ 80
D
Daglicht (Witbalans) ........ 80
Datum instellen................ 47
Datumnotatie ................... 47
DC-ingang ....................... 44
DDL AF op basis van
Phase Matching ....... 67
Diafragmaring
gebruiken ............... 131
Diafragmavoorkeuze
met automatische
belichting .................. 55
Diafragmawaarde ............ 55
Diapositiefilm (Aangepaste
opname) ................... 83
Diavoorstelling................. 94
Diffractiecorrectie ............ 86
Digitaal filter............... 84, 97
Digitaal voorbeeld.......... 116
Digital Camera
Utility 5 ........... 101, 147
Dioptriecorrectieknop ...... 20
DNG ................................ 54
Draadloos ontladen
flitser......................... 65
Draadloze LAN .............. 103
Draadontspanner............. 60
Draagriem........................ 40
D-range instellingen ........ 85
Dynamisch bereik............ 85
E
E-knop ........................... 119
Elektronisch
kompas............. 16, 135
Elektronische sluiter ........ 58
Elektronische
waterpas............. 16, 20
Enkelbeeldopname.......... 72
Enkelbeeldweergave.... 17, 51
Enkele opname
(AF-modus) .............. 68
Exif-gegevens................ 126
Externe flitser ................ 133
F
Filter .......................... 84, 97
Fisheye (Digitaal filter)..... 97
Flikkerreductie ................. 27
Flits aan + Anti Rode
Ogen ........................ 65
Flitscorrectie .................... 65
Flitsen met korte-sluiter-
tijdsynchronisatie.... 134
Flitser....................... 65, 133
Flitser aan........................ 65
Flitsschoen ...................... 10
Formaat wijzigen ............. 96
Formatteren..................... 48
Fotograaf ....................... 126
Foutberichten ................ 139
Functiewiel .............. 21, 117
Fx1/Fx2/Fx3-knop .... 114, 115
G
GARANTIE-
BEPALINGEN ........ 157
Gebruikersregistratie ......... 8
Gedempt (Aangepaste
opname) ................... 83
Gedetailleerde
infoweergave............ 18
Geheugen...................... 123
Geheugenkaart................ 44
Geheugenkaart -
initialiseren ............... 48
Geluid .............................. 59
Geluidseffecten ............... 34
Getimede belichting......... 58
Gevoeligheid ................... 62
Gevoeligheidsstappen..... 62
Gevoeligheidsvoorkeuze
bij automatische
belichting .................. 55
Gezichtsherkenning
(Actief AF-gebied) .... 71
GPS/E-kompas.............. 135
GPS-tijdsync.................. 135
GPS-unit ........................ 135
H
Handm. ontladen
flitser......................... 65
HANDMATIG
OBJECTIEF ............. 54
Handmatige belichting..... 55
Handmatige witbalans ..... 82
HDMI
®
-aansluitpunt......... 95
HDR-LANDSCHAP.......... 54
HDR-opname .................. 86
Helder (Aangepaste
opname) ................... 83
Helderheid ....................... 87
Helderheidshistogram ..... 19
Helderheidsinstelling ....... 85
Hemellichamen-opnamen
maken van.............. 135
Histogramweergave .. 19, 27
Horizoncorrectie .............. 26
Houder............................. 40
Huidtint ............................ 87
Hulpdisplay...................... 49
I
Image Sync ................... 105
IMAGE Transmitter 2..... 103
Image View
(Image Sync).......... 105
Indicatielampjes............. 120
Info/opties firmware ......... 36
Ingebouwde flitser ..... 10, 65
Instell. LCD-display........ 120
Instelwiel.......................... 21
Intervalcompositie............ 79
Intervalopname................ 79
Intervalopname-opties..... 80
Intervalvideo opnemen .... 79
Intrekbaar objectief.......... 50
ISO AUTO-instelling ........ 62
ISO-gevoeligheid............. 62
J
JPEG ............................... 54
JPEG kwaliteitsniveau ..... 54
JPEG-resolutie ................ 54
K
Kaart ................................ 44
Kaartlampje ..................... 10
Kalenderfilmstrip-
weergave.................. 93
Kalibratie........................ 135
Kelvin............................... 82
Kleur inverteren
(Digitaal filter) ..... 84, 97
Kleur vervangen
(Digitaal filter) ..... 84, 97
Kleurextractie
(Digitaal filter) ..... 84, 97
Kleurmoiré - correctie ...... 97
Kleurruimte ...................... 54
Kleurtemperatuur
(Witbalans) ............... 82
Kleurtemperatuur-
stappen .................... 82
Knop ................................ 11
KP-OPM-NL.book Page 150 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
7
151
Bijlage
Knoppen aanpassen ..... 114
Kopp. AE en AF-punt ...... 64
Kwaliteit ........................... 54
Kwaliteitsniveau
instellen .................... 87
L
Lamplicht (Witbalans)...... 80
Landschap (Aangepaste
opname) ................... 83
Lange-sltrt + Anti Rode
Ogen ........................ 65
Lange-sluitertijdsync........ 65
Language/W ................ 46
Laterale chromatische
aberratie-
instelling ................... 86
LCD-display............... 33, 47
Levendig (Aangepaste
opname) ................... 83
Live weergave ................. 14
Luidspreker...................... 10
LW-stappen ..................... 56
M
Macintosh ...................... 148
MACRO ........................... 54
Mapnaam ...................... 124
Mapweergave.................. 93
Mechanische sluiter......... 58
Meerdere AF-punten
(Actief AF-gebied) .... 71
Meerdere opnamen ......... 78
Meerdere opnamen-
weergave.................. 92
Meervlaksmeting ............. 64
Meervoudige automatische
witbalans
(Witbalans) ............... 80
Menu ............................... 23
Menulocatie opslaan ....... 23
Microfoon................... 10, 60
Microfoonaansluitpunt ..... 60
Miniatuur
(Digitaal filter) ........... 97
Miniatuurweergave .... 52, 92
Mired ............................... 82
Moduswiel ....................... 49
Moduswiel-instelpunt....... 49
Moirévermindering........... 88
Momentcontrole......... 27, 49
Monitor ...................... 13, 45
Monochroom (Aangepaste
opname) ................... 83
Monochroom
(Digitaal filter) ........... 97
Movie SR......................... 31
MSC .............................. 102
L-stand .......................... 55
N
Nachtweerg.
LCD-disp. ............... 136
Natuurlijk (Aangepaste
opname) ................... 83
Neonlicht - Daglicht
wit (Witbalans).......... 80
Neonlicht – Daglicht
kleuren (Witbalans) .. 80
Neonlicht – Koel wit
(Witbalans) ............... 80
Neonlicht – Warm wit
(Witbalans) ............... 80
Netvoedingsadapter ........ 44
Nieuwe map maken....... 124
Niveau opnamegeluid...... 59
O
Objectief .................. 41, 129
Objectief met
diafragmaring ......... 131
Objectiefcorrectie ............ 86
Objectiefinformatie-
contacten.................. 10
Objectiefvatting-
richtteken.................. 41
Ontgrendelingsknop
objectief.................... 41
Ontspant bij opladen ....... 66
Ontwikkelen van
RAW-opnamen....... 100
Opeenvolgende
nummering ............. 126
Oplaadtijd ........................ 42
Opnamegrootte
wijzigen .................... 96
Opname-info display ....... 16
Opname-instellingen
foto's......................... 54
Opnamen corrigeren ....... 85
Opnamen maken............. 48
Opnamen maken met
de zoeker ................. 48
Opnamen maken met
Live weergave .......... 50
Opnamestand.................. 54
Opneembare tijd.............. 59
Opnemen menu’s ............ 24
Opslaan als handmatige
witbalans .................. 82
Opties Bulb (B)-modus .... 58
Optisch voorbeeld ......... 116
Overbelichting ........... 17, 27
Overbelichtingscorr. ........ 85
P
Pastel (Digitaal filter) ....... 97
PEF ................................. 54
Perifere verlichtings-
correctie ................... 86
Persoonlijke
instellingen ....... 22, 114
Persoonlijke instellingen
menu’s...................... 37
Pixeluitlijning.................. 138
Pixelverschuivings-
resolutie.................... 87
Portret (Aangepaste
opname) ................... 83
Posterisatie
(Digitaal filter) ........... 97
Precieze kalibratie ......... 135
Programma Automatische
belichting .................. 55
Programmalijn ................. 56
G-stand .......................... 55
PTP................................ 102
R
Rasterweergave ........ 27, 52
RAW ................................ 54
RAW-data opslaan .... 49, 52
RAW-formaat................... 54
RAW-ontwikkeling ......... 100
Reiniging........................ 138
Remote Capture
(Image Sync).......... 105
Reset ......................... 36, 38
Resolutie.......................... 54
Resolutie video-uitvoer.... 95
Retro (Digitaal filter)... 84, 97
RGB-histogram................ 19
Richtgetal......................... 66
Richtingsknoppen............ 21
Riembevestigingspunt ..... 40
Rotatie-info opslaan......... 94
Rotatierichting................ 119
Roteren van opnamen..... 94
Ruisonderdrukking..... 56, 63
Ruisonderdrukking
bij hoge
ISO-waarde .............. 63
KP-OPM-NL.book Page 151 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
7
152
Bijlage
Ruisonderdrukking
bij lange sluitertijd..... 56
S
Schaduw (Witbalans) ...... 80
Schaduw aanbrengen
(Digitaal filter) ..... 84, 97
Schaduwcorrectie............ 85
Schakelaar ...................... 11
Scherpe contouren .......... 70
Scherpstelindicatie .......... 49
Scherpstellings-
methode ................... 67
Scherpte (Aangepaste
opname) ................... 83
Scherptediepte ................ 57
Schetsfilter
(Digitaal filter) ........... 97
Schitterende kleur
(Aangepaste
opname) ................... 83
SD-geheugenkaart .......... 44
Selecteren (Actief
AF-gebied) ......... 68, 71
Selectie sluiterstand ........ 58
Sensor reinigen ............. 138
Shake Reduction ............. 26
SlimPort
®
......................... 95
Sluitertijd.......................... 55
Sluitertijdvoorkeuze &
diafragmavoorkeuze
met automatische
belichting .................. 55
Sluitertijdvoorkeuze
met automatische
belichting .................. 55
Smart-functie ........... 21, 117
Smartphone................... 103
Snel zoomen ................... 52
Soft (Digitaal filter)........... 97
Software-
bijgeleverde............ 147
Specificaties .................. 141
Speels
(Digitaal filter) ..... 84, 97
Spiegel ............................ 10
Spiegel omhoog
vergrendeling -
opnamen maken ...... 77
Spot (Actief
AF-gebied) ......... 69, 71
Spotmeting ...................... 64
sRGB ............................... 54
Standby-stand ................. 13
Statusscherm .................. 14
Steden - namen....... 46, 147
Sterk contrast
(Digitaal filter) ..... 84, 97
Sterren (Digitaal filter) ..... 97
Sterrenspoor.................... 79
Sterrenvolger................. 135
Stofvrij maken sensor.... 138
H-stand ........................ 55
Systeemvoorwaarden.... 147
T
Taal instellen ................... 46
K-stand ........................ 55
Tekstformaat ................... 46
Tekstinvoer............ 121, 124
Tethered shooting ......... 103
Textuur instellen .............. 87
Thuistijd ................... 46, 127
TIFF............................... 100
Tijd(B) opname................ 58
Tijdinstelling................... 127
Tintuitbreiding
(Digitaal filter) ........... 97
Traceren (Actief
AF-gebied) ............... 71
Transportstand ................ 72
I-bracketing................. 76
I-stand......................... 55
U
Uitgebreid AF-gebied
(Actief AF-gebied) .... 68
Uitschakelen van de
werking van wielen
en knoppen .............. 57
USB-aansluiting..... 102, 147
USB-aansluitpunt .......... 102
USER-stand opslaan..... 121
V
Vattingtype .................... 129
Vergrendelingsknop
moduswiel ................ 49
Verhoudingen .......... 96, 100
Vervormingscorrectie....... 86
Verwerken
van opnamen ........... 96
Verwijderen van
geselecteerde
opnamen .................. 92
Vet één kleur
(Digitaal Filter).... 84, 97
Vet zwart-wit
(Digitaal Filter).... 84, 97
Video ............................... 59
Video bewerken............... 99
Video-menu’s .................. 31
Vierwegbesturing....... 12, 21
Vlak (Aangepaste
opname) ................... 83
Vlak (Digitaal filter) .......... 97
Voeding ........................... 46
Volume ............................ 34
Volume afspeelgeluid ...... 61
Volumelabel..................... 48
Voorbeeld ................ 57, 116
W
WB bij flitsen.................... 81
Weergave-info-
scherm voor selectie
van display ............... 17
Weergavekleur ................ 47
Weergavemenu ............... 33
Weergavepalet ................ 91
Weergavestand ............... 51
Wereldtijd....................... 127
Wiel.................................. 11
Wi-Fi™ .......................... 103
Windows
®
...................... 147
Wissen............................. 52
Witbalans......................... 80
Witbalans -
instellingsbereik........ 81
Z
Zelfontspanner................. 74
Zelfontspannerlampje...... 10
Zoeker ............................. 19
Zoekeroverlay.................. 27
Zomertijd.................. 46, 127
Zoneselectie
(Actief AF-gebied) .... 68
KP-OPM-NL.book Page 152 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
7
153
Bijlage
Wanneer de camera lange tijd niet is gebruikt, controleer dan of alles
nog goed werkt, vooral als u belangrijke opnamen wilt maken
(bijvoorbeeld bij een huwelijk of op reis). Als uw camera of
opnamemedium (SD-geheugenkaart) een defect vertoont, kunt u er niet
zeker van zijn dat beelden correct worden opgenomen of afgespeeld of
ongeschonden naar een computer worden gekopieerd.
Voor een optimale werking van de batterij bewaart u ze niet in volledig
opgeladen toestand of bij hoge temperaturen.
Als de camera gedurende langere tijd niet wordt gebruikt terwijl een
batterij is geplaatst, kan de batterij te ver ontladen, wat ten koste gaat
van de levensduur.
Het verdient aanbeveling de batterij een dag voor gebruik, of op de dag
van gebruik zelf op te laden.
Het bij de camera geleverde netsnoer dient uitsluitend te worden
gebruikt voor de batterijlader D-BC109. Gebruik het netsnoer niet voor
andere apparaten.
6 Klasse II apparatuur: De meegeleverde batterijlader is een Klasse II
(dubbel geïsoleerd) product.
Stel de camera niet bloot aan hoge temperaturen of hoge
luchtvochtigheid. Laat de camera niet achter in een voertuig, omdat met
name in auto's de temperatuur zeer hoog kan oplopen.
Stel de camera niet bloot aan zware trillingen, schokken of druk. Gebruik
een kussen om de camera te beschermen tegen trillingen van een
motor, auto of schip.
Het temperatuurbereik voor gebruik van de camera is -10°C tot 40°C
(14°F to 104°F).
De monitor kan bij hoge temperaturen zwart worden, maar werkt weer
normaal bij een normale omgevingstemperatuur.
De reactiesnelheid van de monitor kan traag worden bij lage
temperaturen. Dit ligt aan de eigenschappen van de vloeistofkristallen
en is geen defect.
Plotselinge temperatuurschommelingen veroorzaken condensvorming
aan de binnen- en buitenkant van de camera. Doe de camera in de
draagtas of een plastic zak en haal deze er pas uit als het
temperatuurverschil tussen de camera en de omgeving minimaal is
geworden.
Vermijd contact met afval, modder, zand, stof, water, gifgassen of
zouten, aangezien de camera hierdoor defect kan raken. Als er regen-
of waterdruppels op de camera komen, veeg deze dan onmiddellijk weg.
Bevestig of verwijder geen objectief wanneer er regen- of waterdruppels
op de camera zijn. Water dat de camera of het objectief binnendringt,
kan een storing veroorzaken.
Druk niet met kracht op de monitor. Het risico bestaat dat de monitor
hierdoor gaat barsten of niet meer naar behoren functioneert.
Draai de bevestigingsbout niet te vast aan wanneer u de camera op
een statief plaatst.
Maak de camera niet schoon met organische oplosmiddelen zoals
verfverdunner, alcohol of benzine.
Verwijder met een lenskwastje stof dat zich op het objectief heeft
verzameld. Gebruik voor reiniging nooit een spuitbus, omdat het
objectief hierdoor beschadigd kan raken.
Neem contact op met het dichtstbijzijnde servicecentrum voor
professionele reiniging van de CMOS-sensor. (Deze dienst is
niet gratis.)
Laat de camera om de één tot twee jaar nakijken teneinde de prestaties
van het product op peil te houden.
Berg de camera niet op in de nabijheid van conserveermiddelen of
chemicaliën. Opslag in ruimten met hoge temperaturen en een hoge
luchtvochtigheid kan schimmelvorming veroorzaken. Haal de camera uit
de tas en berg deze op een droge en goed geventileerde plaats op.
Gebruik of bewaar de camera niet op plaatsen waar deze aan statische
elektriciteit of elektrische storingen kan worden blootgesteld.
Gebruik of bewaar de camera niet op plaatsen waar deze wordt
blootgesteld aan rechtstreeks zonlicht of aan snelle
temperatuurschommelingen of condensatie.
Aandachtspunten tijdens het
gebruik
Voor u de camera gaat gebruiken
Over de batterij en de batterijlader
Voorzorgsmaatregelen voor het dragen en gebruiken
van de camera
De camera schoonmaken
De camera opbergen
KP-OPM-NL.book Page 153 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
7
154
Bijlage
De SD-geheugenkaart is
voorzien van een
schrijfbeveiligingsschuifje.
Wanneer u het schuifje op
LOCK zet, kunnen geen nieuwe
gegevens worden wegge-
schreven naar de kaart, kunnen
bestaande gegevens op de
kaart niet worden gewist en kan
de kaart door de camera of een
computer niet worden geformatteerd.
De SD-geheugenkaart kan heet zijn als u de kaart onmiddellijk na
gebruik van de camera verwijdert.
Verwijder de SD-geheugenkaart niet en schakel de stroom niet uit terwijl
er gegevens op de kaart worden opgeslagen of aangesproken. Anders
kunnen gegevens verloren gaan of kan de kaart beschadigd raken.
Buig de SD-geheugenkaart niet en stel hem niet bloot aan hevige
schokken. Houd de kaart uit de buurt van water en bewaar hem niet
op een plaats met een hoge temperatuur.
Neem de SD-geheugenkaart niet uit tijdens het formatteren. De kaart
kan hierdoor beschadigd raken en onbruikbaar worden.
Onder de volgende omstandigheden bestaat het risico dat gegevens op
de SD-geheugenkaart ongewild worden gewist. Wij aanvaarden geen
enkele aansprakelijkheid voor gewiste gegevens als
1. de SD-geheugenkaart verkeerd wordt gebruikt door de gebruiker.
2. de SD-geheugenkaart wordt blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische storingen.
3. als de SD-geheugenkaart lange tijd niet is gebruikt.
4. de SD-geheugenkaart of de batterij wordt verwijderd terwijl er
gegevens op de kaart worden opgeslagen of aangesproken.
Als de SD-geheugenkaart lange tijd niet wordt gebruikt, kunnen de
gegevens op de kaart onleesbaar worden. Sla regelmatig een
reservekopie van belangrijke gegevens op een computer op.
Nieuwe SD-geheugenkaarten moeten worden geformatteerd. Dit geldt
ook voor SD-geheugenkaarten die al in andere camera's werden
gebruikt.
Let op dat door het verwijderen van gegevens op een SD-
geheugenkaart, of door het formatteren van een SD-geheugenkaart, de
originele gegevens niet volledig verwijderd worden. Verwijderde
gegevens kunnen soms hersteld worden met behulp van commercieel
beschikbare software. Indien u uw SD-geheugenkaart gaat weggooien,
weggeven of verkopen, dan dient u ervoor te zorgen dat de gegevens
op de kaart volledig verwijderd worden of dat de kaart zelf vernietigd
wordt indien deze persoonlijke of gevoelige informatie bevat.
Het beheer van de gegevens op uw SD-geheugenkaart is volledig voor
eigen risico.
Gebruik de camera niet op een plaats waar elektrische producten,
AV/OA-apparaten, etc. magnetische velden en elektromagnetische
golven genereren.
De camera kan mogelijk niet communiceren als deze wordt beïnvloed
door magnetische velden en elektromagnetische golven.
Als de camera wordt gebruikt in de buurt van een tv of radio, kan er een
slechte ontvangst of een storing op het tv-scherm optreden.
De zoekactie wordt mogelijk niet correct uitgevoerd als er meerdere
draadloze LAN-toegangspunten in de buurt van de camera zijn en
hetzelfde kanaal wordt gebruikt.
De beveiliging van de gegevens die door u worden opgeslagen,
verzonden of ontvangen is uw eigen verantwoordelijkheid.
Deze camera is in overeenstemming met de technische standaards
krachtens de Radio Law and Telecommunications Business Law en de
certificering van conformiteit met technische standaards kan worden
weergegeven op de monitor.
De certificeringsmerktekens van conformiteit met draadloze technische
standaards krachtens de Radio Law and Telecommunications Business
Law kunnen worden getoond via [Certificeringsmerktek.] in menu D5
menu. Raadpleeg “Gebruik van de menu’s” (p.23) voor hoe u de menu’s
gebruikt.
Over SD-geheugenkaarten
Schrijfbeveiliging
Over de draadloze LAN-functie
De frequentieband die door de camera wordt gebruikt, wordt - samen
met industriële, wetenschappelijke en medische toestellen zoals een
magnetron – ook gebruikt door radiozenders voor locaties en
inrichtingen (draadloze zenders waarvoor een licentie is vereist) en
radiozenders met laag vermogen (draadloze zenders waarvoor geen
licentie is vereist) voor mobiele objectidentificatie die gebruikt worden
in productielijnen van fabrieken, etc. en amateurradiozenders
(draadloze zenders waarvoor een licentie is vereist).
1. Controleer, voordat u de camera gebruikt, of er geen
radiozenders voor locaties en inrichtingen, radiozenders met laag
vermogen voor mobiele objectidentificatie en
amateurradiozenders in de buurt worden gebruikt.
2. In het geval dat de camera radiogolven uitzendt die schadelijke
interferentie veroorzaken bij radiozenders voor locaties en
inrichtingen voor mobiele objectidentificatie, wijzigt u de gebruikte
frequentie onmiddellijk om interferentie te voorkomen.
3. Als u andere problemen heeft zodanig dat de camera radiogolven
uitzendt die schadelijke interferentie veroorzaken bij
radiozenders met laag vermogen voor mobiele objectidentificatie
of bij amateurradiozenders, neem dan contact op met uw
dichtstbijzijnde servicecentrum.
KP-OPM-NL.book Page 154 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
7
155
Bijlage
Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
Macintosh, macOS, OS X en App Store zijn handelsmerken van
Apple Inc., gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen.
Intel en Intel Core zijn handelsmerken van Intel Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
Het SDXC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
Google, Google Play en Android zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van Google Inc.
Wi-Fi is een gedeponeerd handelsmerk van Wi-Fi Alliance.
IOS is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Cisco
in de Verenigde Staten en andere landen en wordt gebruikt krachtens
een licentie.
Dit product maakt gebruik van DNG-technologie onder licentie van
Adobe Systems Incorporated.
Het DNG-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk of een
handelsmerk van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten
en/of andere landen.
HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing,
LLC in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Analogix en SlimPort zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van Analogix Semiconductor, Inc.
MHL, het MHL-logo en Mobile High-Definition Link zijn handelsmerken
of gedeponeerde handelsmerken van MHL, LLC in de Verenigde Staten
en/of andere landen.
Alle overige handelsmerken behoren toe aan de desbetreffende houders.
Dit product maakt gebruik van het RICOH RT-font dat is ontworpen door
Ricoh Company Ltd.
Dit apparaat ondersteunt PRINT Image Matching III. Wanneer digitale
fototoestellen, printers en software worden gebruikt die PRINT Image
Matching ondersteunen, kunnen beelden worden gemaakt die beter
overeenstemmen met hetgeen de fotograaf wil bereiken. Sommige
functies zijn niet beschikbaar op printers die niet compatibel zijn met
PRINT Image Matching III.
Copyright 2001 Seiko Epson Corporation. Alle rechten voorbehouden.
PRINT Image Matching is een handelsmerk van Seiko Epson
Corporation. Het PRINT Image Matching-logo is een handelsmerk van
Seiko Epson Corporation.
Dit product is in licentie gegeven onder de AVC-patentportfoliolicentie voor
privégebruik door een consument en andere vormen van gebruik zonder
vergoeding met het oog op (i) het coderen van video in overeenstemming
met de AVC-norm (“AVC-video”) en/of (ii) het decoderen van AVC-video
die werd gecodeerd door een consument in een privéactiviteit en/of werd
verkregen via een videoleverancier die een licentie heeft om AVC-video te
leveren. Geen enkele licentie wordt gegeven of wordt geacht te zijn
gegeven voor enig ander gebruik.
Meer informatie kunt u krijgen bij MPEG LA, LLC.
Zie http://www.mpegla.com.
Handelsmerken
AVC Patent Portfolio License
KP-OPM-NL.book Page 155 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
7
156
Bijlage
Dit product omvat software waarvoor een BSD-licentie geldt. Een BSD-
licentie is een licentievorm die herdistributie van de software toestaat, mits
duidelijk wordt vermeld dat voor het gebruik geen garantie geldt, en een
copyrightverklaring en licentievoorwaarden worden geleverd. De volgende
inhoud wordt hier weergegeven op basis van de bovengenoemde
licentievoorwaarden en is niet bedoeld om uw gebruik van het product
te beperken, etc.
Tera Term
Copyright (C) 1994-1998 T. Teranishi
(C) 2004-2016 TeraTerm Project
All rights reserved.
Herdistributie en gebruik in bronvorm en binaire vorm is, met of zonder
modificatie, toegestaan mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
1. Herdistributies van de broncode moeten bovengenoemde
copyrightverklaring, deze lijst met voorwaarden en de volgende
disclaimer bevatten.
2. Herdistributies in binaire vorm moeten de bovengenoemde
copyrightverklaring, deze lijst met voorwaarden en de volgende
disclaimer bevatten in de documentatie en/of andere materialen die
met de distributie zijn mee geleverd.
3. De naam van de auteur mag zonder specifieke voorafgaande
schriftelijke toestemming niet worden gebruikt voor ondersteuning
of promotie van producten die van deze software zijn afgeleid.
DEZE SOFTWARE WORDT DOOR DE AUTEUR “AS IS” (ZOALS DEZE
IS) GELEVERD EN ALLE EXPLICIETE OF IMPLICIETE GARANTIES
WORDEN AFGEWEZEN, INCLUSIEF, MAAR NIET BEPERKT TOT,
DE IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. IN GEEN ENKEL GEVAL
IS DE AUTEUR AANSPRAKELIJK VOOR DIRECTE, INDIRECTE,
INCIDENTELE OF SPECIALE SCHADE OF GEVOLGSCHADE OF
SCHADE MET EEN BOETEKARAKTER (INCLUSIEF, MAAR NIET
BEPERKT TOT, AANKOOP VAN VERVANGENDE GOEDEREN OF
DIENSTEN; VERLIES VAN GEBRUIK, DATA, OF WINST; OF
BEDRIJFSONDERBREKING), OP WELKE WIJZE DAN OOK
VEROORZAAKT EN OP BASIS VAN WELKE AANSPRAKELIJKHEID
DAN OOK, ONGEACHT OF DIE BETREKKING HEEFT OP EEN
CONTRACT, AANSPRAKELIJKHEID BUITEN SCHULD, OF
ONRECHTMATIGE DAAD (INCLUSIEF NALATIGHEID OF
ANDERSZINS), DIE OP ENIGE WIJZE VOORTVLOEIT UIT HET
GEBRUIK VAN DEZE SOFTWARE, ZELFS ALS BEKEND IS DAT
DERGELIJKE SCHADE KAN OPTREDEN.
Mededeling betreffende het gebruik van software
met BSD-licentie
KP-OPM-NL.book Page 156 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
7
157
Bijlage
Al onze camera’s die via de erkende kanalen door de officiële
importeur zijn ingevoerd en via de erkende handel worden
gekocht, zijn tegen materiaal- en/of fabricagefouten
gegarandeerd voor een tijdsduur van twaalf maanden na de
datum van uw aankoop. Tijdens die periode worden onderhoud
en reparaties kosteloos uitgevoerd, op voorwaarde dat de
camera niet beschadigd is door vallen of stoten, ruwe
behandeling, inwerking van zand of vloeistoffen, corrosie van
batterijen of door chemische inwerking, gebruik in strijd met de
bedieningsvoorschriften, of wijzigingen aangebracht door een
niet-erkende reparateur. De fabrikant of zijn officiële
vertegenwoordiger is niet aansprakelijk voor enige reparatie
of verandering waarvoor geen schriftelijke toestemming is
verleend en aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade als
gevolg van vertraging en gederfd gebruik voortvloeiend uit
indirecte schade van welke aard dan ook, of deze nu
veroorzaakt wordt door ondeugdelijk materiaal, slecht
vakmanschap of enige andere oorzaak. Uitdrukkelijk wordt
gesteld dat de verantwoordelijkheid van de fabrikant of zijn
officiële vertegenwoordiger onder alle omstandigheden beperkt
blijft tot het vervangen van onderdelen als hierboven
beschreven. Kosten voortvloeiend uit reparaties die niet door
een officieel servicecentrum zijn uitgevoerd, worden niet
vergoed.
Procedure tijdens de garantieperiode van 12 maanden
Een camera die defect raakt gedurende de garantieperiode van
12 maanden, moet worden geretourneerd aan de handelaar
waar het toestel is gekocht, of aan de fabrikant. Als in uw land
geen vertegenwoordiger van de fabrikant gevestigd is, zendt
u het apparaat naar de fabriek met een internationale
antwoordcoupon voor de kosten van de retourzending. In dit
geval zal het vrij lang duren voordat het apparaat aan u kan
worden geretourneerd, als gevolg van de ingewikkelde
douaneformaliteiten. Wanneer de garantie op het apparaat nog
van kracht is, zal de reparatie kosteloos worden uitgevoerd en
zullen de onderdelen gratis worden vervangen, waarna het
apparaat aan u wordt teruggezonden. Indien de garantie
verlopen is, wordt het normale reparatietarief in rekening
gebracht. De verzendkosten zijn voor rekening van de
eigenaar. Indien uw camera gekocht is in een ander land dan
waarin u tijdens de garantieperiode de reparatie wilt laten
verrichten, kunnen de normale kosten in rekening worden
gebracht door de vertegenwoordigers van de fabrikant in dat
land. Indien u uw camera in dat geval aan de fabriek terugzendt,
wordt de reparatie desalniettemin uitgevoerd volgens de
garantiebepalingen. De verzend- en inklaringskosten zijn echter
altijd voor rekening van de eigenaar. Teneinde de
aankoopdatum indien nodig te kunnen bewijzen, gelieve u het
garantiebewijs en de aankoopnota van uw camera gedurende
ten minste één jaar te bewaren. Voordat u uw camera voor
reparatie opstuurt, dient u zich ervan te vergewissen dat u de
zending inderdaad hebt geadresseerd aan de fabrikant. Vraag
altijd eerst een prijsopgave. Pas nadat u zich hiermee akkoord
hebt verklaard, geeft u het servicecentrum toestemming de
reparatie uit te voeren.
Deze garantiebepalingen zijn niet van invloed op de
wettelijke rechten van de klant.
De plaatselijke garantiebepalingen van onze distributeurs
in sommige landen kunnen afwijken van deze
garantiebepalingen. Wij adviseren u daarom kennis te
nemen van de garantiekaart die u hebt ontvangen bij uw
product ten tijde van de aankoop, of contact op te nemen
met onze distributeur in uw land voor meer informatie en
voor een kopie van de garantiebepalingen.
GARANTIEBEPALINGEN
KP-OPM-NL.book Page 157 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
7
158
Bijlage
Voor klanten in Europa
Informatie voor gebruikers over inzameling en verwerking
van afgedankte apparatuur en gebruikte batterijen
1. In de Europese Unie
Deze symbolen op de verpakking en in
bijgevoegde documenten duiden erop dat
gebruikte elektrische en elektronische
apparatuur en batterijen niet bij het gewone
huisvuil mogen worden verwerkt.
Gebruikte elektrische/elektronische apparatuur
en batterijen moeten afzonderlijk en in
overeenstemming met de bestaande wetgeving
worden behandeld.
Als u zich op de juiste wijze van deze producten
ontdoet, dan draagt u ertoe bij dat het afval op
de juiste wijze wordt behandeld en hergebruikt
en dat geen schade optreedt aan het milieu of de
gezondheid.
Als een chemisch symbool is toegevoegd onder het hierboven
getoonde symbool (conform de richtlijn voor batterijen), dan wil
dit zeggen dat een zwaar metaal (Hg = kwik, Cd = cadmium, Pb
= lood) in de batterij aanwezig is met een concentratie die hoger
is dan de desbetreffende drempelwaarde die in de
batterijrichtlijn is vastgelegd.
Neem voor meer informatie over de inzameling en recycling
van gebruikte producten contact op met de gemeente,
de vuilnisdienst of de leverancier van het product.
2. In andere landen buiten de EU
Deze symbolen zijn alleen geldig in de Europese Unie. Als u
zich van gebruikte producten wilt ontdoen, neem dan contact op
met de lokale overheid of een dealer om te vragen naar de juiste
methode voor afvalverwerking.
Voor Zwitserland: Gebruikte elektrische/elektronische
apparatuur kan gratis worden teruggebracht naar de detaillist,
zelfs wanneer u geen nieuw product koopt. Andere
verzamelpunten vindt u op de website www.swico.ch
of
www.sens.ch
.
Kennisgeving aan gebruikers in EER-landen
Dit product voldoet aan de essentiële eisen en bepalingen
van Richtlijn 2014/53/EU.
U kunt de CE-conformiteitsverklaring raadplegen via de URL:
http://www.ricoh-imaging.co.jp/english/support/
declaration_of_conformity.html
en door het toepasselijke product te selecteren.
Operationele frequentieband: 2400 MHz - 2483,5 MHz
Maximaal radiofrequentievermogen: 8,16 dBm EIRP
Europese importeur: RICOH IMAGING EUROPE S.A.S.
Parc Tertiaire SILIC 7-9, avenue Robert Schuman - B.P. 70102,
94513 Rungis Cedex, FRANKRIJK
Fabrikant: RICOH IMAGING COMPANY, LTD.
1-3-6, Nakamagome, Ohta-ku, Tokio 143-8555, JAPAN
OPKP105-NL
Het CE-keurmerk is een keurmerk voor
conformiteit met richtlijnen van de Europese
Unie.
KP-OPM-NL.book Page 158 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM
We hebben de grootst mogelijke aandacht besteed aan de veiligheid van
deze camera. Bij gebruik van deze camera vragen we om uw speciale
aandacht voor zaken die zijn aangeduid met de volgende symbolen.
Waarschuwing
Probeer de camera niet uit elkaar te halen of te veranderen. De camera
bevat onderdelen die onder hoogspanning staan, waardoor er gevaar
voor elektrische schokken bestaat.
Mocht het binnenwerk van de camera open liggen, bijvoorbeeld doordat
de camera valt of anderszins wordt beschadigd, raak dan nooit het
vrijgekomen gedeelte aan, aangezien er gevaar is voor een elektrische
schok.
Richt bij het maken van foto’s de camera niet op de zon of andere sterke
lichtbronnen, en laat de camera met de objectiefdop verwijderd niet
liggen in direct zonlicht. Dit kan tot fouten in de camera leiden of brand
veroorzaken.
Kijk niet door het objectief als deze op de zon of een andere sterke
lichtbron gericht is. Dit kan leiden tot verlies of beschadiging van het
gezichtsvermogen.
Als zich tijdens het gebruik onregelmatigheden voordoen, zoals rook of
een vreemde geur, houd dan onmiddellijk op de camera te gebruiken.
Verwijder de batterij of de netvoedingsadapter en neem contact op met
uw dichtstbijzijnde servicecentrum. Verder gebruik van de camera kan
brand of een elektrische schok veroorzaken.
Pas op
Leg uw vingers niet op de flitser wanneer u deze gebruikt. U loopt dan
gevaar op brandwonden.
Dek de flitser niet af met kleding wanneer u deze gebruikt. Er bestaat
een risico van verkleuring.
Sommige delen van de camera worden tijdens het gebruik heet.
Als dergelijke onderdelen lang worden vastgehouden, is er gevaar
voor lichte verbrandingen.
Mocht de monitor beschadigd raken, pas dan op voor glasdeeltjes.
Vermijd ook elk contact van de vloeistofkristallen met uw huid, ogen
en mond.
Afhankelijk van individuele gevoeligheden en uw fysieke conditie
kan het gebruik van de camera jeuk, uitslag en blaren veroorzaken.
Als zich in die zin iets bijzonders voordoet, mag u de camera niet langer
gebruiken en dient u onmiddellijk een arts te raadplegen.
Waarschuwing
Gebruik uitsluitend de exclusief voor dit product ontwikkelde
batterijlader en netvoedingsadapter met het juiste vermogen en de juiste
spanning. Gebruik van een batterijlader en netvoedingsadapter met
andere specificaties dan voorgeschreven voor dit product, of gebruik
van de exclusief voor dit product ontwikkelde batterijlader en
netvoedingsadapter met een niet juist gespecificeerd vermogen of
spanning kan brand, elektrische schokken of schade aan de camera
veroorzaken. De voorgeschreven spanning is 100 - 240V wisselstroom.
Probeer het product niet te demonteren of te veranderen. Dit kan
resulteren in brand of een elektrische schok.
Als het product gaat roken of een vreemde geur afgeeft, of in het geval
van welke andere onregelmatigheid dan ook, houdt u onmiddellijk op de
camera te gebruiken en neemt u contact op met het dichtstbijzijnde
servicecentrum. Verder gebruik van het product kan brand of een
elektrische schok veroorzaken.
Mocht er water binnendringen in het product, neem dan contact op met
een servicecentrum. Verder gebruik van het product kan brand of een
elektrische schok veroorzaken.
Als u tijdens gebruik van de batterijlader of netvoedingsadapter een
lichtflits ziet of onweer hoort, haal de stekker dan uit het stopcontact en
gebruik de camera niet langer. Verder gebruik van de camera kan brand
of een elektrische schok veroorzaken.
Veeg de stekker van het netsnoer schoon als deze met stof bedekt is.
Opgehoopt stof kan brand veroorzaken.
Verminder de kans op ongelukken: gebruik uitsluitend een stroomsnoer
met CSA/UL-certificering, snoertype SPT-2 of zwaarder, minimaal
AWG-koper NO.18, met aan het ene uiteinde een gegoten mannelijke
stekker (met een gespecificeerde NEMA-configuratie), en aan het
andere uiteinde een gegoten vrouwelijke connector (met een
gespecificeerde IEC-configuratie van een niet-industrieel type) of een
gelijkwaardig stroomsnoer.
Pas op
Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer en buig het netsnoer
niet overmatig. Het snoer kan daardoor beschadigd raken. Als het
netsnoer beschadigd raakt, neem dan contact op met het
dichtstbijzijnde servicecentrum.
Raak het aansluitpunt voor het netsnoer niet aan als het netsnoer is
aangesloten en vermijd kortsluiting.
Sluit het netsnoer niet met vochtige handen aan op het stopcontact.
Dit kan resulteren in een elektrische schok.
Laat de camera niet vallen en stel deze ook niet bloot aan hevige
schokken. Dat kan ertoe leiden dat de camera defect raakt.
Gebruik de batterijlader D-BC109 uitsluitend voor het opladen van
de oplaadbare lithium-ionbatterij D-LI109. Het opladen van andere
batterijen kan oververhitting, explosies of schade aan de batterijlader
veroorzaken.
Hoe u uw camera veilig gebruikt
Waarsch
uwing
Dit symbool geeft aan dat het niet in acht nemen
van deze waarschuwing ernstig persoonlijk letsel
kan veroorzaken.
Pas op
Dit symbool geeft aan dat het niet in acht nemen
van deze waarschuwing minder ernstig tot
gemiddeld persoonlijk letsel of materiële schade
kan veroorzaken.
Over de camera
Over de batterijlader en de netvoedingsadapter
Memo
e_kb581_cover_6mm.fm Page 2 Tuesday, February 14, 2017 3:51 PM
RICOH IMAGING COMPANY, LTD.
1-3-6, Nakamagome, Ohta-ku, Tokio 143-8555, JAPAN
(http://www.ricoh-imaging.co.jp)
RICOH IMAGING EUROPE
S.A.S.
Parc Tertiaire SILIC 7-9, avenue Robert Schuman - B.P. 70102,
94513 Rungis Cedex, FRANKRIJK
(http://www.ricoh-imaging.eu)
RICOH IMAGING AMERICAS
CORPORATION
5 Dedrick Place, West Caldwell, New Jersey 07006, VS.
(http://www.us.ricoh-imaging.com)
RICOH IMAGING CANADA
INC.
5520 Explorer Drive Suite 300, Mississauga, Ontario, L4W 5L1, CANADA
(http://www.ricoh-imaging.ca)
RICOH IMAGING CHINA CO.,
LTD.
23D, Jun Yao International Plaza, 789 Zhaojiabang Road, Xu Hui District,
Shanghai, 200032, CHINA
(http://www.ricoh-imaging.com.cn)
Deze contactgegevens kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Controleer de nieuwste gegevens op onze websites.
Digitale spiegelreflexcamera
Bedieningshandleiding
Inleiding
1
2
Voorbereidingen
3
Opnamen maken
4
Weergeven
5
Delen
6
Instellingen
7
Bijlage
Lees voor optimale cameraprestaties eerst
de handleiding door voordat u deze camera
in gebruik neemt.
De specificaties en de afmetingen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
OPKP105-NL Copyright © RICOH IMAGING COMPANY, LTD. 2016
FOM 14 02 2017 Printed in Europe
e_kb581_cover_6mm.fm Page 1 Tuesday, February 14, 2017 3:51 PM
6


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Pentax KP at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Pentax KP in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 18,05 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Pentax KP

Pentax KP User Manual - English - 148 pages

Pentax KP User Manual - German - 156 pages

Pentax KP User Manual - French - 158 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info