635835
8
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/152
Next page
RICOH IMAGING COMPANY, LTD.
1-3-6, Naka-magome, Ohta-ku, Tokyo 143-8555, JAPAN
(http://www.ricoh-imaging.co.jp)
RICOH IMAGING EUROPE
S.A.S.
Parc Tertiaire SILIC 7-9, avenue Robert Schuman - B.P. 70102,
94513 Rungis Cedex, FRANCE
(http://www.ricoh-imaging.eu)
RICOH IMAGING AMERICAS
CORPORATION
633 17th Street, Suite 2600, Denver, Colorado 80202, U.S.A.
(http://www.us.ricoh-imaging.com)
RICOH IMAGING CANADA
INC.
5520 Explorer Drive Suite 300, Mississauga, Ontario, L4W 5L1, CANADA
(http://www.ricoh-imaging.ca)
RICOH IMAGING CHINA CO.,
LTD.
23D, Jun Yao International Plaza, 789 Zhaojiabang Road, Xu Hui District,
Shanghai, 200032, CHINA
(http://www.ricoh-imaging.com.cn)
Deze contactgegevens kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Controleer de nieuwste gegevens op onze websites.
Digitale spiegelreflexcamera
Bedieningshandleiding
Lees voor optimale cameraprestaties eerst
de handleiding door voordat u deze camera
in gebruik neemt.
Inleiding
Voorbereidingen
Opnamen maken
Weergeven
Delen
Instellingen
Bijlage
De specificaties en de afmetingen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
OPK1105-NL Copyright © RICOH IMAGING COMPANY, LTD. 2015
FOM 01.03.2016 Printed in Europe
1
2
3
4
5
6
7
e_kb562_cover_6mm_NL.fm Page 1 Tuesday, March 22, 2016 11:16 AM
De inhoud van het pakket controleren
Flitsschoenbeschermer FK
(gemonteerd op de camera)
Oogschelp FT
(gemonteerd op de camera)
ME-zoekerkap 2P-kapje sync-aansluitpunt
(gemonteerd op de camera)
Cameravattingdop K II
(gemonteerd op de camera)
Driehoekige ring
en beschermende afdekking
(gemonteerd op de camera)
Aansluitingenkap batterijhouder
(gemonteerd op de camera)
Oplaadbare lithium-ionbatterij
D-LI90
Batterijlader D-BC90 Netsnoer Draagriem O-ST162 Software (CD-ROM) S-SW162
Handleiding (deze handleiding)
Geschikte objectieven
Voor deze camera kan gebruik worden gemaakt van D FA-, DA-, DA L-, FA- en FA J-objectieven en objectieven met een positie
9 (Auto) op de diafragmaring. Raadpleeg p.120 als u andere objectieven of accessoires wilt gebruiken.
Memo
e_kb562_cover_6mm_NL.fm Page 2 Tuesday, March 22, 2016 11:16 AM
1
1
2
3
4
5
6
7
Kennismaking met de K-1
Voorbereidingen
Opnamen maken
Weergavefuncties
Opnamen delen
De instellingen wijzigen
Bijlage
K1-OPM-NL.book Page 1 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
Gebruik van deze handleiding
2
Namen en functies van de onderdelen ......... p.7
Symbolen en indicaties op het scherm ......... p.11
Hoe functie-instellingen worden gewijzigd .... p.19
Menulijst ........................................................ p.23
De draagriem bevestigen ............................. p.37
Een objectief bevestigen ............................... p.37
Gebruik van de batterij en lader .................... p.38
Geheugenkaart plaatsen .............................. p.40
Basisinstellingen............................................ p.41
Basishandelingen voor het maken
van opnamen ................................................ p.44
Opnamen bekijken ........................................ p.47
De opname-instellingen configureren ........... p.49
Foto’s maken ................................................ p.50
Video’s opnemen .......................................... p.53
De belichting instellen ................................... p.55
De scherpstellingsmethode instellen ............ p.57
De transportstand instellen ........................... p.63
De witbalans instellen .................................... p.70
Gebruik van een flitser .................................. p.73
De afwerking van de opname instellen ......... p.74
Opnamen corrigeren ..................................... p.77
Gebruik van GPS .......................................... p.81
Gebruik van deze handleiding
1
Kennismaking met de K-1.................... p.7
Geeft u een overzicht van de K-1.
Lees dit en leer uw K-1 kennen!
2
Voorbereidingen ...................................... p.37
Beschrijft hoe u uw K-1 voorbereidt op het maken
van opnamen en geeft informatie over elementaire
bedieningshandelingen.
3
Opnamen maken..................................... p.49
Zodra u hebt gecontroleerd of de camera goed
werkt, probeer de camera dan uit en maak
heel veel opnamen!
K1-OPM-NL.book Page 2 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
Gebruik van deze handleiding
3
Items in het weergavepalet ........................... p.86
De weergavemethode wijzigen ..................... p.87
Opnamen bewerken en verwerken ............... p.91
De camera gebruiken met een computer ..... p.98
De camera gebruiken met
een communicatieapparaat .......................... p.99
Camera-instellingen ...................................... p.109
Instellingen voor bestandsbeheer ................. p.115
Beperkingen voor de combinaties
van speciale functies .................................... p.119
Beschikbare functies met diverse
objectieven .................................................... p.120
Functies bij gebruik van een externe
flitser ............................................................. p.124
Problemen oplossen ..................................... p.125
Belangrijkste technische gegevens .............. p.128
Index ............................................................. p.136
Hoe u uw camera veilig gebruikt ................... p.140
Aandachtspunten tijdens het gebruik ............ p.142
GARANTIEBEPALINGEN ............................ p.146
De illustraties en het weergavescherm van de monitor in deze
handleiding kunnen afwijken van die van het feitelijke product.
4
Weergavefuncties ................................... p.86
Beschrijft de verschillende procedures voor
het weergeven en bewerken van opnamen.
5
Opnamen delen ....................................... p.98
Beschrijft hoe uw K-1 kan worden aangesloten
op een computer of communicatieapparaat en
opnamen in de camera kunnen worden gebruikt.
6
De instellingen wijzigen ........................ p.109
Beschrijft hoe andere instellingen worden gewijzigd.
7
Bijlage.......................................................... p.119
Biedt andere hulpbronnen om het meeste te halen uit
uw K-1.
K1-OPM-NL.book Page 3 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
Inhoudsopgave
4
Gebruik van deze handleiding .................. 2
Kennismaking met de K-1 ......................... 7
Namen en functies van de onderdelen ...................7
Bedieningselementen .................................................... 8
De hoek van de monitor aanpassen ............................ 10
Symbolen en indicaties op het scherm ..................11
Monitor ......................................................................... 11
Zoeker .......................................................................... 18
LCD-display ................................................................. 19
Hoe functie-instellingen worden gewijzigd ............19
De richtingsknoppen gebruiken ................................... 19
Gebruik van de Smart-functie ...................................... 20
Het bedieningspaneel gebruiken ................................. 21
Gebruik van de menu’s ................................................ 22
Menulijst ................................................................23
Menu’s voor opnemen ................................................. 23
Video-menu’s ............................................................... 29
Menu voor weergave ................................................... 31
Menu’s voor algemene instellingen ............................. 32
Menu’s voor persoonlijke instellingen .......................... 35
Voorbereidingen ...................................... 37
De draagriem bevestigen ......................................37
Een objectief bevestigen .......................................37
Gebruik van de batterij en lader.............................38
De batterij opladen ....................................................... 38
De batterij plaatsen/verwijderen .................................. 39
Gebruik van de netvoedingsadapter ............................ 40
Geheugenkaart plaatsen ......................................40
Basisinstellingen ....................................................41
De camera aanzetten .................................................. 41
De weergavetaal instellen ............................................ 41
De datum en tijd instellen ............................................ 42
Het LCD-display instellen ............................................. 43
Een geheugenkaart formatteren .................................. 43
Basishandelingen voor het maken van opnamen .... 44
Opnamen maken met de zoeker................................... 44
Opnamen maken met Live weergave .......................... 45
Opnamen bekijken ............................................... 47
Opnamen maken ..................................... 49
De opname-instellingen configureren .................. 49
Instellingen geheugenkaart .......................................... 49
Opname-instellingen foto's ........................................... 49
Opname-instellingen films ............................................ 49
Instelling van de beeldhoek ......................................... 49
Foto’s maken ....................................................... 50
Belichtingsstanden ....................................................... 50
Belichtingscorrectie ...................................................... 52
Video’s opnemen ................................................. 53
Video’s afspelen ........................................................... 54
De belichting instellen .......................................... 55
Gevoeligheid ................................................................ 55
Automatische lichtmeting ............................................. 56
De scherpstellingsmethode instellen .................... 57
De AF-modus instellen bij het maken
van opnamen met de zoeker ....................................... 58
De AF-modus tijdens Live weergave instellen ............. 60
AF-aanpassing ............................................................. 61
De scherptediepte controleren (Voorbeeld) ................. 62
De transportstand instellen .................................. 63
Continuopname ............................................................ 64
Zelfontspanner ............................................................. 64
Afstandsbediening ....................................................... 65
Bracketing .................................................................... 65
Opnamen maken met vergrendeling spiegel omhoog ..... 67
Meerdere opnamen ...................................................... 67
Intervalopname ............................................................. 68
Inhoudsopgave
K1-OPM-NL.book Page 4 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
Inhoudsopgave
5
De witbalans instellen ...........................................70
De witbalans handmatig aanpassen ............................ 72
De witbalans aanpassen met de kleurtemperatuur ..... 72
Gebruik van een flitser ..........................................73
Een flitser aansluiten ................................................... 73
De flitsstand instellen ................................................... 73
De afwerking van de opname instellen .................74
Aangepaste opname .................................................... 74
Digitaal filter ................................................................. 76
Opnamen corrigeren .............................................77
Helderheidsinstelling .................................................... 77
Shake Reduction ......................................................... 78
Objectiefcorrectie ......................................................... 78
Kwaliteitsniveau en textuur instellen ............................ 79
Compositie aanpassen ................................................ 80
Gebruik van GPS ..................................................81
Een kalibratie uitvoeren ............................................... 82
De cameraroute registreren (GPS registreren)............. 83
Opnamen maken van hemellichamen (Sterrenvolger) .... 84
Weergavefuncties.................................... 86
Items in het weergavepalet ...................................86
De weergavemethode wijzigen .............................87
Weergave van meerdere opnamen ............................. 87
Opnamen weergeven op basis van map ...................... 88
Opnamen weergeven op basis van opnamedatum ..... 89
Opnamen continu weergeven (Diavoorstelling) ........... 89
Geroteerde opnamen weergeven ................................ 90
De camera aansluiten op een audiovisueel
apparaat ...................................................................... 90
Opnamen bewerken en verwerken........................91
Een opname kopiëren .................................................. 91
De opnamegrootte wijzigen ......................................... 92
Kleurmoiré corrigeren .................................................. 93
Opnamen verwerken met digitale filters ...................... 93
Video bewerken ........................................................... 95
RAW-opnamen ontwikkelen ........................................ 96
Opnamen delen ....................................... 98
De camera gebruiken met een computer.............. 98
De verbindingsstand instellen ...................................... 98
Een opname op de geheugenkaart kopiëren................ 98
De camera gebruiken met een computer ..................... 99
De camera gebruiken met
een communicatieapparaat .................................. 99
De Wi-Fi-functie inschakelen ....................................... 99
De camera gebruiken met een
communicatieapparaat ............................................... 101
De instellingen wijzigen ......................... 109
Camera-instellingen ............................................ 109
De functies van de e-knoppen en andere knoppen
aanpassen ................................................................. 109
De verlichting op de camerabehuizing instellen ......... 111
Veelgebruikte instellingen opslaan ............................ 112
De lokale datum en tijd van de opgegeven stad
weergeven ................................................................. 113
Instellingen selecteren om op te slaan in de camera ..... 114
Instellingen voor bestandsbeheer ....................... 115
Opnamen beveiligen tegen verwijdering
(Beveiligen) ................................................................ 115
De map/bestandsinstellingen selecteren ................... 115
De copyrightgegevens instellen ................................. 118
Bijlage.................................................... 119
Beperkingen voor de combinaties
van speciale functies .......................................... 119
Beschikbare functies met diverse
objectieven ......................................................... 120
De diafragmaring gebruiken ....................................... 122
Opnamen maken met Catch-in Focus opnamen ....... 122
De brandpuntsafstand instellen ................................. 123
Functies bij gebruik van een externe flitser ........ 124
Problemen oplossen ........................................... 125
Sensor reinigen .......................................................... 126
Foutberichten ............................................................. 127
K1-OPM-NL.book Page 5 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
Inhoudsopgave
6
Belangrijkste technische gegevens .....................128
Besturingsomgeving voor USB-aansluiting
en bijgeleverde software ............................................ 135
Index ....................................................................136
Hoe u uw camera veilig gebruikt .........................140
Aandachtspunten tijdens het gebruik ..................142
GARANTIEBEPALINGEN ...................................146
Auteursrechten
Opnamen van deze camera die voor elk ander doel dan
strikt persoonlijk gebruik zijn bestemd, mogen niet worden
gebruikt zonder toestemming volgens de rechten zoals
bepaald in de auteursrechtwetgeving. Vergeet ook niet dat in
sommige gevallen zelfs het fotograferen voor persoonlijk
gebruik aan beperkingen verbonden is, zoals bij
demonstraties, voorstellingen of presentaties. Opnamen die
zijn gemaakt met het doel om auteursrechten te verkrijgen,
kunnen alleen gebruikt worden mits naleving van het
auteursrecht zoals beschreven in de auteursrechtwetgeving.
Ook hiermee dient men rekening te houden.
Aan de gebruikers van deze camera
Gebruik of bewaar deze camera niet in de buurt van
apparatuur die krachtige magnetische velden of straling
genereert. Krachtige statische ontladingen of
magnetische velden door bv. radiozenders kunnen de
werking van de monitor storen, opgeslagen gegevens
beschadigen, of gevolgen hebben voor de elektronica
in de camera en een goed functioneren verstoren.
Het paneel met vloeibare kristallen voor de monitor is
gemaakt met behulp van extreem
hogeprecisietechnologie. Hoewel het percentage
werkende pixels 99,99% of hoger is, dient u er rekening
mee te houden dat 0,01% of minder van de pixels niet
oplicht of juist wel oplicht wanneer dat niet zou moeten.
Dit heeft echter geen effect op het opgenomen beeld.
In deze handleiding wordt de algemene term
“computer(s)” gebruikt voor zowel Windows-pc’s als
Macintosh-computers.
In deze handleiding heeft de term “batterij(en)” betrekking
op elk type batterij dat met deze camera en accessoires
wordt gebruikt.
Informatie over gebruikersregistratie
Wij willen u graag optimaal van dienst zijn. Daarom vragen
wij u vriendelijk om u als gebruiker te registreren. Het
formulier hiervoor kunt u vinden op de bijgeleverde cd-rom
of op onze website.
Hartelijk dank voor uw medewerking.
http://www.ricoh-imaging.com/registration/
K1-OPM-NL.book Page 6 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
1
7
Inleiding
Namen en functies van de onderdelen
HDR
BKT
CH/CL
ISO
Wi
-
Fi
Crop
SR
Grid
Microfoon
AF-koppeling
Spiegel
Objectiefinformatiecontacten
X-sync-ingang
Flitsschoen
Riembevestigingspunt
Ontgrendelingsknop objectief
AF-hulplicht
Luidspreker
Richtteken objectiefvatting
Klepje van de
aansluitingen
Microfoonaansluitpunt
Zoeker
Hoofdtelefoonaansluitpunt
Instelpunt voor moduswiel
LED-lampje voor
bedieningselementen
aan achterzijde
(bevindt zich aan de
achterzijde van de monitor)
Kaartlampje
LCD-display
Aansluitpunt draadontspanner
Zelfontspannerlampje/Afstandsbedieningssensor
Dioptriecorrectieschijf
Dubbele kaartsleuf voor SD-geheugenkaarten
Aansluitpunt statief
Contacten batterijhouder
Ontgrendelingsknop batterijklep
Batterijklep
Beeldvlakindicator
Wi-Fi-lampje
LED-lampje voor objectiefvatting
Zelfontspannerlampje/
Afstandsbedieningssensor
Flexibele kantelmonitor
USB-aansluitpunt (micro B)
DC-ingang
HDMI-aansluitpunt (type D)
K1-OPM-NL.book Page 7 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
1
Inleiding
8
1 Verlichtingsknop (8)
Biedt verlichting voor het LCD-display, de bedieningselementen
aan de achterzijde, de objectiefvatting en de kaartsleuf/
connector. U kunt voor elk onderdeel instellen of u de
verlichting al dan niet wilt aanzetten. (p.111)
2 ISO-knop (N)
Druk deze knop in om de ISO-gevoeligheid te wijzigen. (p.55)
3 Ontspanknop (0)
Druk deze knop in om opnamen te maken. (p.45)
Druk deze knop tijdens de weergavestand half in om over te
gaan naar de opnamestand.
4 Hoofdschakelaar
Schakelt de camera in of uit of activeert de
voorbeeldfunctie. (p.41, p.62)
5 E-knop aan voorzijde (Q)
Wijzigt de waarden voor camera-instellingen zoals
de belichting. (p.51)
U kunt de menucategorie wijzigen wanneer
een menuscherm wordt getoond. (p.22)
Gebruik dit, in de weergavestand, om een andere
opname te selecteren.
6 Belichtingscorrectieknop (J)
Druk deze knop in om de belichtingscorrectiewaarde
te wijzigen. (p.52)
7 Vergrendelingsknop moduswiel
Druk deze knop in om aan het moduswiel te kunnen
draaien. (p.44)
8 Moduswiel
Wijzigt de opnamestand. (p.50)
9 Ontgrendelingspal moduswiel
Gebruik deze pal om de vergrendeling van het moduswiel
op te heffen zodat het moduswiel kan worden gebruikt
zonder dat op de vergrendelingsknop van het moduswiel
hoeft te worden gedrukt. (p.46)
0 Vergrendelingsknop (7)
Schakelt tijdelijk de werking van knoppen, kiezers en wielen
uit om abusievelijke bediening te voorkomen. (p.46)
a RAW/Fx1-knop (X)
U kunt aan deze knop een functie toewijzen. (p.109)
b AF-modusknop (b)
Druk op deze knop om de AF-modus of het
scherpstelgebied te wijzigen. (p.58)
Bedieningselementen
HDR
BKT
CH/CL
ISO
Wi
-
Fi
Crop
SR
Grid
HDR
BKT
CH/CL
ISO
Wi
-
Fi
Crop
SR
Grid
2
f
c
j
k
n
p
9
8
g
i
h
o
7
4
3
a
0
5
1
e
d
l
b
m
6
q
r
s
K1-OPM-NL.book Page 8 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
1
Inleiding
9
c Schakelaar scherpstelstand
Hiermee wordt de scherpstelstand gewijzigd. (p.57)
d Autom. lichtmeting/Verwijderen-knop (2/L)
Druk op deze knop om de meetmethode te wijzigen. (p.56)
Druk in de weergavestand op deze knop om opnamen
te verwijderen. (p.47)
e Live weergave-knop (K)
Hiermee wordt de Live weergave getoond. (p.45)
f Groene knop (M)
Voert een reset uit van de waarde die wordt gewijzigd.
Schakelt naar ISO AUTO tijdens het aanpassen van
de gevoeligheid.
g INFO-knop (G)
Wijzigt de weergavestijl op de monitor. (p.11, p.15)
h GPS-knop (4)
Schakelt de GPS-functie in of uit. (p.81)
i Functiewiel
Selecteert de functie waarvan de instellingen worden
gewijzigd met het instelwiel. (Smart-functie, p.20)
j Keuzeschakelaar opnamestand
Wisselt tussen de stand A (foto) en C (video). (p.44)
k Instelwiel
Wijzigt de instellingen voor de functie die is geselecteerd
met het functiewiel.
l AF-knop (I)
Beschikbaar voor scherpstelling, in plaats van 0
half in te drukken. (p.57)
m Belichtingsgeheugenknop (H)
Vergrendelt de belichtingswaarde voor het maken van
de opname.
In de weergavestand kunt u de laatst gemaakte JPEG-
opname ook opslaan in RAW-indeling. (p.48)
n E-knop achterzijde (R)
Wijzigt de waarden voor camera-instellingen zoals
de belichting. (p.51)
U kunt andere menutabs kiezen wanneer een menuscherm
wordt getoond. (p.22)
U kunt de camera-instellingen wijzigen wanneer
het bedieningspaneel wordt getoond. (p.21)
Gebruik in de weergavestand deze knop om een opname
te vergroten of meerdere opnamen tegelijkertijd weer
te geven. (p.47, p.87)
o Weergaveknop (3)
Schakelt over naar de weergavestand. (p.47) Druk de knop
opnieuw in om over te gaan naar de opnamestand.
p Knop wijziging AF-punt/kaartsleuf (c/d)
Maakt wijziging van het scherpstelgebied mogelijk. (p.58)
Druk in de weergavestand deze knop in om te wisselen
tussen de geheugenkaarten die zijn geplaatst in sleuf SD1
en sleuf SD2. (p.47)
q Vierwegbesturing (ABCD)
Toont het instelmenu van de Transportstand, Witbalans
of Aangepaste opname. (p.19)
Als een menu of het bedieningspaneel wordt weergegeven,
verplaatst u hiermee de cursor of wijzigt u hiermee het item
dat u instelt.
U kunt een functie toewijzen aan B en deze gebruiken als
de Fx2-knop (Y). (p.109)
Druk op B in de enkelbeeldweergave van de weergavestand
om het weergavepalet weer te geven. (p.86)
r OK-knop (E)
Druk tijdens weergave van het bedieningspaneel of
een menu op deze knop om het geselecteerde item
te bevestigen.
s MENU-knop (F)
Toont een menu
. Druk, terwijl het menu wordt getoond, op
deze knop om terug te keren naar het vorige scherm. (p.22)
Over de vierwegbesturing
In deze handleiding wordt elke knop
van de vierwegbesturing aangeduid
zoals wordt getoond in de afbeelding
aan de rechterzijde.
K1-OPM-NL.book Page 9 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
1
Inleiding
10
De monitor kan in vier richtingen worden verplaatst (omhoog,
omlaag, naar links en naar rechts).
1 Houd de camera met één
hand vast en houd met
de andere hand zowel de
rechterkant als de linkerkant
van de monitor vast en trek
de monitor vervolgens naar
buiten.
2 De hoek van de monitor aanpassen.
De hoek van de monitor kan tot circa 44° omhoog of omlaag
worden afgesteld, en tot circa 35° naar links of rechts.
u Let op
Trek de monitor niet met bovenmatig veel kracht naar buiten.
Oefen niet te veel kracht uit op de monitor.
Houd de monitor in de ingeklapte stand als u de camera
draagt.
Over de indicatielampjes
U kunt bij [Indicatielampjes] in menu D2 de verlichtingsopties
instellen voor het Wi-Fi-lampje, GPS-indicatielampje,
zelfontspannerlampje en het lampje van de
afstandsbedieningssensor. (p.111)
De hoek van de monitor aanpassen
K1-OPM-NL.book Page 10 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
1
Inleiding
11
t Memo
De monitor kan in vier richtingen
worden verplaatst als deze
op de basissteun is geplaatst.
Wanneer de monitor vanaf
de basissteun omhoog wordt
getrokken, zoals getoond in
de afbeelding aan de rechterzijde,
dan kunt u opnamen maken
door de camera ter hoogte van
uw middel te houden.
Wanneer de monitor naar buiten is getrokken, kunt u de
bedieningselementen aan de achterzijde verlichten door op
8 te drukken. (Standaardinstelling: Uit) Wijzig de instelling
bij [Bedien.elem. achter] van [Verlichtingsinstellingen]
in menu D2. (p.111)
Als u de monitor uitklapt, plaats deze dan op de basissteun
en duw vervolgens zowel de rechterrand als de linkerrand
van de monitor naar de camerabehuizing.
Met deze camera kunt u opnamen maken terwijl u door de
zoeker kijkt, of terwijl u naar het beeld op de monitor kijkt.
Als u de zoeker gebruikt, kunt u opnamen maken terwijl u
het statusscherm op de monitor bekijkt en door de zoeker kijkt.
(p.44) Als u de zoeker niet gebruikt, dan kunt u opnamen maken
terwijl u kijkt naar het beeld van de Live weergave die op
de monitor wordt getoond. (p.45)
De camera staat in de “standby-stand” als deze klaar is voor
het maken van opnamen, zoals tijdens weergave van het
statusscherm of Live weergave. Druk op G in de standby-
stand als u het “bedieningspaneel” wilt weergeven en
instellingen wilt wijzigen. (p.21) U kunt het informatietype dat
getoond wordt in de standby-stand, wijzigen door op G
te drukken terwijl het bedieningspaneel wordt getoond. (p.14)
Basissteun
Symbolen en indicaties
op het scherm
Monitor
Opnamestand
G
G
1/1/
25 0250
16 001600
FF
5.65.6
99 9 9999999
99 9 9999999
1/1/
25 0250
16 001600
FF
5.65.6
99 9 9999999
99 9 9999999
99 9 9999999
99 9 9999999
10:2310:23
32003200
StatusschermStatusschermStatusscherm
AUTO ISO (maximum)AUTO ISO (maximum)AUTO ISO (maximum)
02/02/201602/02/2016
Standby-stand
(Statusscherm)
Scherm voor selectie van het display
van de opname-informatie
Bedieningspaneel
K1-OPM-NL.book Page 11 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
1
Inleiding
12
t Memo
U kunt de displaykleur van het statusscherm,
het bedieningspaneel en de menucursor instellen
bij “Basisinstellingen” (p.41).
De helderheid van de monitor instellen
Als het display van de monitor
moeilijk te zien is wanneer
u buiten of in andere situaties
opnamen maakt, stel dan de
helderheid van de monitor in bij
[Beeldinstelling buiten] in menu
D1. Wanneer [Beeldinstelling
buiten] is toegewezen aan X of Y, dan kunt u de
helderheid van de monitor eenvoudig met de betreffende
knop instellen. (p.109) Standaard is [Beeldinstelling buiten]
toegewezen aan Y (B).
1/
1/
25 0
250
16 00
1600
F
F
5.6
5.6
99 99 9
99999
99 99 9
99999
Beeldinstelling buiten
Beeldinstelling buiten
Statusscherm
1 Opnamestand (p.50)
2 Belichtingsgeheugen
3 Flitsstand (p.73)
4 Helderheid (p.79)/Huidtint
(p.79)/Digitaal filter (p.76)/
HDR-opname (p.77)/
Pixelverschuiv.resolutie
(p.79)
5 Status GPS-
plaatsbepaling (p.81)
6 Status draadloze LAN
(p.99)
7 Shake Reduction (p.78)/
Horizoncorrectie
8 Batterijniveau
9 Hulp e-knop
10 Sluitertijd
11 Diafragmawaarde
12 Gevoeligheid (p.55)
13 Belichtingscorrectie
(p.52)/Bracketing (p.65)
14 LW-staafgrafiek
15 Bedieningsaanwijzing
voor Smart-functie (p.20)
16 Autom. lichtmeting (p.56)
17 Scherpstellingsmethode
(p.57)
18 Transportstand (p.63)
19 Witbalans (p.70)
20 Scherpstelgebied
(AF-punt) (p.58)
21 Aangepaste opname
(p.74)
22 Bedieningsaanwijzing
voor Y (p.109)
23 Kaartsleufnummer
24 Bestandsindeling (p.49)
25 Beeldopslagcapaciteit
26 Belichtingscompensatie
(p.73)
27 Fijnafstemming
witbalans (p.71)
28 Bedieningselementen
uitgeschakeld (p.46)
29 AA-filtersimulator (p.80)
30 Aantal opnamen tijdens
Meerdere opnamen of
Intervalopname
1
910 11
12
1413
15 16 17
20
22
30292827
26252423
252423
21
18
19
9
9
9
23 45678
1/1/
25 0250
16 001600
FF
5.65.6
99 9 9999999
99 9 9999999
+1 . 0+1.0
G1A1G1A1 20002000
K1-OPM-NL.book Page 12 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
1
Inleiding
13
t Memo
Bij [Live weergave] in menu A5 en C2 kunt u de display-
instellingen van Live weergave wijzigen. (p.26, p.30)
U kunt rasterlijnen weergeven op het Live weergave-scherm
met behulp van de Smart-functie. (p.20)
De volgende functies worden weergegeven
in de standaardinstelling.
Live weergave
1 Opnamestand (p.50)
2 Flitsstand (p.73)
3 Transportstand (p.63)
4 Witbalans (p.70)
5
Aangepaste opname (p.74)
6 Helderheid (p.79)/Huidtint
(p.79)/Digitaal filter (p.76)/
HDR-opname (p.77)/
Pixelverschuiv.resolutie
(p.79)
7 Status GPS-
plaatsbepaling (p.81)
8 Status draadloze LAN
(p.99)
9 Automatische lichtmeting
(p.56)
10 Shake Reduction (p.78)/
Horizoncorrectie/Movie SR
11 Batterijniveau
12 Temperatuurwaarschuwing
13 Bedieningselementen
uitgeschakeld (p.46)
14 Bijsnijden (p.49)
15 Histogram
16 Bedieningsaanwijzing
voor Smart-functie (p.20)
17 Elektr. waterpas
(horizontale kanteling)
(p.19)
18 Elektr. waterpas (verticale
kanteling) (p.19)
19 Belichtingscorrectie
(p.52)
20 LW-staafgrafiek
21 Bedieningsaanwijzingen
22 Belichtingsgeheugen
23 Sluitertijd
24 Diafragmawaarde
25 Gevoeligheid (p.55)
26 Bestandsindeling (p.49)
27 Kaartsleufnummer dat
wordt gebruikt
28 Beeldopslagcapaciteit
29 Gezichtsherkenningskader
(wanneer [Contrast-AF]
is ingesteld op
[Gezichtsherkenning])
(p.60)
+1.7
EV
+1.7
EV
1/
2000
1/
2000
F2.8F2.8
102400102400
99999999
±0EV ±0EV
1/
2000
1/
2000
F2.8F2.8
16001600
99999999
123456 9 11
12
27
1087
21
20
22
18
19
28 2923 24 25 26
13
14
15
16
17
Bedieningspaneel
1 Functienaam
2 Instelling
3 Kaartsleufnummer
4 Aantal foto’s dat kan
worden gemaakt/
resterende opnameduur
voor video’s
5 AUTO ISO (maximum)
(p.55)
6 Overbelichtingscorr. (p.77)
7 Schaduwcorrectie (p.77)
8
Ruisond. lange sltrtijd (p.51)
9 Ruisond. hoge ISO-wrd
(p.55)
10 Helderheid (p.79)
11 Huidtint (p.79)
12 Digitaal filter (p.76)
13 HDR-opname (p.77)
14 Pixelverschuiv.resolutie
(p.79)
15 Vervormingscorrectie
(p.78)
16
Perifere verlicht. corr. (p.78)
17 Sterrenvolger (p.84)
18 AA-filtersimulator (p.80)
19 Shake Reduction (p.78)/
Movie SR
20 Geheugenkaartopties
(p.49)
21 Bijsnijden (p.49)
22 Bestandsindeling (p.49)
23 JPEG-resolutie (p.49)/
Videoresolutie (p.49)
24 AF-hulplicht (p.58)
25 Contrast-AF (p.60)
26 Scherpe contouren (p.61)
10:2310:23
1
2
34
34
98
11
16
21
10
15
20
12
65
7
17
22
13
18
23 24
14
19
31 3332
32003200
99 9 9999999
99 9 9999999
HooglichtcorrectieHooglichtcorrectieHooglichtcorrectie
AutoAutoAuto
02/02/201602/02/2016
10:23
10:23
1
2
76
19
21
12
20
27
2625
24
23
28
30
29
31
3332
9: 5 9 5 9
9:59’59”
9: 5 9 5 9
9:59’59”
34
34
Contrast-AF
Contrast-AF
Contrast-AF
Gezichtsherkenning
Gezichtsherkenning
Gezichtsherkenning
02/02/2016
02/02/2016
Stand C
Stand A
K1-OPM-NL.book Page 13 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
1
Inleiding
14
t Memo
Raadpleeg “Het bedieningspaneel gebruiken” (p.21) voor
informatie over hoe het bedieningspaneel wordt gebruikt.
De weergegeven functies op het bedieningspaneel kunnen
worden aangepast. (p.21)
U kunt instellen welk informatietype
wordt weergegeven in de standby-
stand door op G te drukken
terwijl het bedieningspaneel wordt
weergegeven. Gebruik CD om het
type te selecteren en druk op E.
Wanneer opnamen worden gemaakt met de zoeker
27 Niveau opnamegeluid
(p.53)
28 Reductie windruis (p.53)
29 Volume afspeelgeluid
30 Beeldsnelheid (p.49)
31 Actuele datum en tijd
32 Bestemmingstijd (p.113)
33 Bedieningsaanwijzing
voor aanpassing van het
bedieningspaneel (p.21)
Display opname-info
Statusscherm
Toont de instellingen voor het maken
van opnamen met de zoeker. (p.12)
Elektr.
waterpas
Geeft de
camerahoek weer.
In het midden
van het scherm
wordt een
staafgrafiek
weergegeven die
de horizontale
camerahoek
aangeeft, en aan de
rechterzijde wordt een staafgrafiek
weergegeven die de verticale camerahoek
aangeeft. De indicatorsegmenten op de
grafieken worden in rood weergegeven
wanneer de hoek het bereik overschrijdt dat in
de staafgrafieken kan worden weergegeven.
Weergave uit Er wordt niets op het scherm getoond.
Elektronisch
kompas
Schakelt de GPS-
functie in en toont de
huidige geografische
breedte, lengte,
hoogte,
objectiefrichting,
Coordinated
Universal Time (UTC), opnamestand en andere
informatie.
1/1/
25 0250
16 001600
FF
5.65.6
99 99 999999
99 99 999999
StatusschermStatusscherm
1/
250
1/
250 F5.6F5.6 16001600 0.00.0
Voorbeeld:
1,5° naar links gekanteld
(geel)
Verticaal niveau (groen)
1/
250
1/
250
F5.6
F5.6
1600
1600
0.0
0.0
10:00:00
10:00:00
N
36°45.410'
N
36°45.410'
W140°02.000'
W140°02.000'
89m
89m
02/02/2016
02/02/2016
K1-OPM-NL.book Page 14 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
1
Inleiding
15
Opnamen maken met Live weergave
t Memo
Het scherm dat is geselecteerd in het scherm voor selectie
van het display van de opname-informatie, verschijnt
wanneer de camera wordt uitgezet en weer aangezet.
De gemaakte opname en opname-informatie worden
weergegeven in de enkelbeeldweergave van de
weergavestand.
Druk op G om het type informatie te wijzigen dat wordt
weergegeven in de enkelbeeldweergave. Gebruik CD
om het type te selecteren en druk op E.
Standaard
infoweergave
Het beeld van Live weergave en
de instellingen voor het maken
van opnamen met Live weergave
worden weergegeven. (p.13)
Elektr. waterpas
De elektronische waterpas wordt
weergegeven in de standaard
infoweergave.
Geen
infoweergave
Bepaalde pictogrammen, zoals die voor
de opnamestand en de transportstand,
worden niet getoond.
Als de camera verticaal wordt gehouden
Wanneer u de camera naar de verticale
stand draait, wordt het statusscherm
weergegeven in een verticale stand.
Als u het statusscherm niet in een
verticale stand wilt weergeven, stel
[Autom. schermrotatie] dan in op Y (Uit)
bij [Andere weerg.-instell.] in menu A5.
(p.27)
1/1/
25 0250
16 001600
FF
5.65.6
99 99 999999
99 99 999999
Weergavestand
Standaard
infoweergave
De gemaakte opname, de bestands-
indeling, de belichtingsparameters,
en de indicaties van de bedieningsaan-
wijzingen worden weergegeven.
Gedetailleerde
infoweergave
Op het scherm worden details
weergegeven over hoe en wanneer
de opname werd gemaakt. (p.16)
Histogramweergave
De gemaakte opname en
het helderheidshistogram worden
getoond. (p.17)
Niet beschikbaar tijdens het afspelen
van video's.
RGB-
histogramweergave
De gemaakte opname en het RGB-
histogram worden getoond. (p.17)
Niet beschikbaar tijdens het afspelen
van video's.
Geen infoweergave
Enkel de gemaakte opname wordt
weergegeven.
1/
2000
1/
2000 F2.8F2.8 200200 +0.3+0.3
100-0001100-0001
1/
2000
1/
2000 F2.8F2.8 200200 +0.3+0.3
100-0001100-0001
G
Standaard infoweergaveStandaard infoweergave
Enkelbeeldweergave
(Standaard infoweergave)
Scherm voor selectie
van het display van
de weergave-info
K1-OPM-NL.book Page 15 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
1
Inleiding
16
t Memo
U kunt instellen dat overbelichte gebieden in rood gaan
knipperen in de Standaard infoweergave en
Histogramweergave. Stel dit in bij [Overbelichting] van
[Beeldweergave] in menu B1.
Het scherm dat is geselecteerd in het scherm voor selectie
van het display van de weergave-info, wordt weergegeven
in de weergavestand wanneer de camera wordt uitgezet
en weer wordt aangezet. Indien [Display weergave-info]
is ingesteld op Y (Uit) bij [Geheugen] in menu A5,
dan verschijnt de Standaard infoweergave altijd als eerste
wanneer de camera wordt aangezet. (p.114)
Gedetailleerde infoweergave
1 Gemaakte opname
2 Rotatie-informatie (p.90)
3 Opnamestand (p.50)
4 Beveiligingsinstelling
(p.115)
5 Kaartsleufnummer
dat wordt gebruikt
6 Mapnummer-
bestandsnummer (p.115)
7 Transportstand (p.63)
8 Flitsstand (p.73)
9 Belichtingscompensatie
(p.73)
10 Scherpstellingsmethode
(p.57)
11 Automatische
lichtmeting (p.56)
12 Scherpstelgebied
(AF-punt) (p.58)
13 Sluitertijd
14 Diafragmawaarde
15 Gevoeligheid (p.55)
16 Belichtingscorrectie
(p.52)
17 Witbalans (p.70)
1
3
3
4
9
14
18
24 25 26
33
42
41
41
41
42
34 35 36
32 33 34 45
37 38
27 28 29 30 31
32
19 20 21 22
23
15 16
17
10
8
12
13
39
40
39
40
11
65
465
465
47
48
46
4650
51
52
53
49
44
11
3
7
43
14 15 1613
17 18 19
28 29 31
38
7
2
2
1
1
+1.0+1.0
1/
2000
1/
2000 F2.8F2.8
55.0mm55.0mm
16001600
5000K5000K
100-0001100-0001
+1.5+1.5
±
0
±
0
±
0
±
0
±
0
±
0
±
0
±
0
±
0
±
0
10:3010:30
10'10"10'10"
G1A1G1A1
100-0001100-0001
0m0m
123°123°
N
345.410'N
36°45.410'
10:00:0010:00:00
W140°02.000'W140°02.000'
1/
125
1/
125 F8.0F8.0
55.0mm55.0mm
16001600
5000K5000K
100-0001100-0001
+1.5+1.5
±
0
±
0
±
0
±
0
±
0
±
0
±
0
±
0
±
0
±
0
10:3010:30
G1A1G1A1
02/02/201602/02/2016
02/02/201602/02/2016
02/02/201602/02/2016
Foto's
Video’s
Pagina 2
AB
K1-OPM-NL.book Page 16 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
1
Inleiding
17
Gebruik AB om te wisselen tussen het helderheidshistogram
en het RGB-histogram.
18 Fijnafstemming witbalans
(p.71)
19 Digitaal filter (p.76)
20 HDR-opname (p.77)/
Pixelverschuiv.resolutie
(p.79)
21 Helderheid (p.79)
22 Huidtint (p.79)
23 Vervormingscorrectie
(p.78)
24 Perifere verlicht. corr.
(p.78)
25 Aanp. Lat. Chr. Abb.
(p.78)
26 Diffractiecorrectie (p.78)
27 Correctie kleurrand (p.96)
28 Overbelichtingscorr. (p.77)
29 Schaduwcorrectie (p.77)
30 AA-filtersimulator (p.80)
31 Shake Reduction (p.78)/
Horizoncorrectie/
Movie SR
32 Bijsnijden (p.49)
33 Bestandsindeling (p.49)
34 JPEG-resolutie (p.49)/
Videoresolutie (p.49)
35 JPEG kwaliteitsniveau
(p.49)
36 Kleurruimte (p.49)
37 Correctie kleurmoiré
(p.93)
38 Brandpuntsafstand
objectief
39 Instelling Aangepaste
opname (p.74)
40 Parameters Aangepaste
opname
41 Bedieningsaanwijzingen
42 Opnamedatum en -tijd
43 Tijdsduur van de
opgenomen video
44 Niveau opnamegeluid
(p.53)
45 Beeldsnelheid (p.49)
46 Waarschuwing voor
opname waarmee is
geknoeid
47 Fotograaf (p.118)
48 Copyrighthouder (p.118)
49 Geografische hoogte
50 Richting van het objectief
51 Geografische breedte
52 Geografische lengte
53 UTC
Histogramweergave
1 Histogram (Helderheid)
2 RGB-histogram/
Helderheidshistogram
3 Beveiligingsinstelling
4 Kaartsleufnummer dat
wordt gebruikt
5 Mapn
ummer-
bestandsnummer
6 RAW-data opslaan
7 Bestandsindeling
8 Sluitertijd
9 Diafragmawaarde
10 Gevoeligheid
11 Belichtingscorrectie
12 Histogram (R)
13 Histogram (G)
14 Histogram (B)
100-0001100-0001
1/
2000
1/
2000 F2.8F2.8 200200 +0.3+0.3
100-0001100-0001
1/
2000
1/
2000 F2.8F2.8 200200 +0.3+0.3
135
6
2 4
12
13
14
7 8 9 10 11
354261
7 8 9 1110
Helderheidshistogram
AB
RGB-histogram
K1-OPM-NL.book Page 17 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
1
Inleiding
18
Informatie wordt getoond in de zoeker als opnamen worden
gemaakt met de zoeker.
t Memo
De informatie wordt weergegeven in de zoeker als 0
half ingedrukt wordt, of gedurende de bedrijftijd van
de lichtmeter (standaardinstelling: 10 sec.).
Het AF-punt dat wordt gebruikt voor autofocus, wordt
geaccentueerd als 0 half ingedrukt wordt.
U kunt de opnamescherpte van
de zoeker instellen met gebruik
van de dioptriecorrectieschijf.
Het display van Rasterweergave,
Elektronische waterpas, AF-kader,
Spotmeetkader, en AF-punten
kan worden in- of uitgeschakeld bij
[Zoekeroverlay] in menu A5. (p.26)
De zoeker wordt verlicht wanneer op een donkere plaats
scherp wordt gesteld op het onderwerp of het
scherpstelgebied wordt gewijzigd. De verlichtingsmethode
kan worden gewijzigd met [9 Zoekerlicht] in menu E2. (p.35)
Zoeker
1 Uitsnijkader (p.49)
2 Spotmeetkader (p.56)
3 AF-punt (p.58)
4 Rasterweergave
5 AF-kader (p.45)
6 Elektr. waterpas (verticale
kanteling) (p.19)
7 Elektr. waterpas
(horizontale kanteling)
(p.19)
8 Flitsindicatie
9 Scherpstellingsmethode
(p.57)
10 Sluitertijd/Resterende
verwerkingstijd voor
ruisonderdrukking bij
lange sluitertijd (p.51)/
AF-modus (p.58)/
Aantal opnamen voor
Bracketing (p.65)
11 Diafragmawaarde/
Bracketwaarde (p.65)
12 Scherpstelindicatie
13 LW-staafgrafiek
14 ISO/ISO AUTO
5
4
8
23
2422212019181716
10 14 15
2
1
6
7
3
9 11 12 13
15 Gevoeligheid (p.55)/
Belichtingscompensatie-
waarde/beeldopslag-
capaciteit/selectiestand
scherpstelgebied (p.58)
L Auto (33 AF-punten)
M Zoneselectie
N Selecteren
O Uitgebr. AF-gebied
(S)
P Uitgebr. AF-gebied
(M)
Q Uitgebr. AF-gebied
(L)
R Spot
16 Wijziging AF-punt (p.58)
17 Bedieningselementen
uitgeschakeld (p.46)
18 Belichtingsgeheugen
19 Autom. lichtmeting (p.56)
20 Meerdere opnamen
(p.67)
21 Shake Reduction (p.78)
22 Belichtingscompensatie
(p.73)
23 Belichtingscorrectie
(p.52)/Bracketing (p.65)
24 Bestandsindeling (p.49)
Wi
-
Fi
Crop
K1-OPM-NL.book Page 18 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
1
Inleiding
19
U kunt controleren of de camera gekanteld is door de
elektronische waterpas weer te geven. De elektronische
niveaus voor de verticale en horizontale camerahoek kunnen
worden weergegeven in de zoeker en op het Live weergave-
scherm. (p.13)
Selecteer bij [Zoekeroverlay] en [Live weergave] in menu A5
of u de elektronische waterpas wilt weergeven. (p.26)
t Memo
Wanneer [Elektr. waterpas] is toegewezen aan X of Y,
dan kunt u het display van de elektronische waterpas
eenvoudig met de betreffende knop aan- of uitzetten. (p.109)
t Memo
Het LCD-display wordt verlicht als u op 8 drukt.
U kunt de helderheid van het LCD-display instellen wanneer
8 wordt ingedrukt bij [Verlichtingsinstellingen] in menu D2.
(p.111)
Druk op ABCD in de standby-stand.
U kunt een functie toewijzen aan B en deze gebruiken
als de Fx2-knop (Y). Standaard is [Beeldinstelling buiten]
toegewezen. (p.12)
Elektronische waterpas
LCD-display
1 Sluitertijd/Aantal
opnamen voor
Bracketing (p.65)/
USB-verbindingsstand
(p.98)/Sensor wordt
gereinigd (p.126)
2 Diafragmawaarde/
Bracketwaarde (p.65)
3 Gevoeligheid (p.55)/
Belichtingscorrectie
(p.52)
4 Kaartsleufnummer
5 Batterijniveau
ISO
Wi-Fi
HDR
BKT
CH/CL
ISO
Wi
-
Fi
Crop
SR
Grid
Sv
P
AUTO
U1
U2
U3
U5
X
B
M
TAv
Av
Tv
12
43
5
Hoe functie-instellingen worden
gewijzigd
De richtingsknoppen gebruiken
A
Transportstand p.63
B Fx2-knop p.109
C
Witbalans p.70
D
Aangepaste
opname
p.74
K1-OPM-NL.book Page 19 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
1
Inleiding
20
U kunt instellingen gemakkelijk
wijzigen met twee wieltjes: het
functiewiel en het instelwiel. Gebruik
het functiewiel (1) om de gewenste
functie te selecteren, en gebruik het
instelwiel (2) om de instelwaarde
van de geselecteerde functie
te wijzigen.
De volgende functies kunnen worden geselecteerd.
De bedieningsaanwijzing voor de
Smart-functie wordt weergegeven
op het statusscherm en Live
weergave-scherm.
Gebruik van de Smart-functie
Functiewiel Functie Pagina
R
Schakelt de werking van
het instelwiel uit.
p.45
+/-
Wijzigt de
belichtingscompensatiewaarde.
p.52
ISO Wijzigt de ISO-gevoeligheid. p.55
CH/CL
Wisselt tussen Continuopname
en Enkelbeeldopname en wijzigt
de opnamesnelheid voor
Continuopname.
p.64
BKT
Wijzigt de bracketwaarde voor
Bracketing.
p.65
HDR Wijzigt het type voor HDR-opname. p.77
Grid
Schakelt de rasterweergave
in de zoeker in of uit als opnamen
worden gemaakt met de zoeker.
Wijzigt het type raster dat wordt
weergegeven op het Live weergave-
scherm als opnamen worden gemaakt
met Live weergave.
p.26
SR
Schakelt de functie Shake Reduction
en Movie SR in of uit.
p.78
Crop Wijzigt de instelling voor Bijsnijden. p.49
Wi-Fi Schakelt de Wi-Fi-functie in of uit. p.100
1
2
1/1/
25 0250
16 001600
FF
5.65.6
99 99 999999
99 99 999999
K1-OPM-NL.book Page 20 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
1
Inleiding
21
Druk op G in de standby-stand.
t Memo
Welke items kunnen worden geselecteerd, hangt af van
de huidige camera-instelling.
Als er tijdens weergave van het bedieningspaneel
circa 1 minuut lang geen bedieningshandeling heeft
plaatsgevonden, keert de camera terug naar de standby-
stand.
De functies die worden weergegeven op het bedieningspaneel,
kunnen worden aangepast.
1 Druk op G in de standby-stand.
Het bedieningspaneel wordt weergegeven.
2 Druk op J.
Het aanpassingsscherm verschijnt.
3 Gebruik ABCD om
de functie te selecteren
die u wilt wijzigen.
Druk op M als u terug wilt gaan
naar de standaardinstelling.
4 Druk op E.
In het vervolgkeuzemenu worden de selecteerbare functies
getoond.
5 Gebruik AB om de functie
te selecteren die u wilt
opslaan.
Selecteer [--] als u geen enkele
functie wilt opslaan.
6 Druk op E.
Het scherm van stap 3 verschijnt opnieuw.
7 Druk op J.
Het bedieningspaneel verschijnt opnieuw.
8 Druk op F.
De camera keert terug naar de standby-stand.
Het bedieningspaneel gebruiken
999 9 999999
999 9 999999
999 9 999999
999 9 999999
10:2310:23
32003200
BestandsindelingBestandsindeling
Annul.Annul. OKOK
02/02/201602/02/2016
BestandsindelingBestandsindelingBestandsindeling
Gebruik ABCD om een item te selecteren.
Gebruik R om
instellingen te wijzigen.
Druk op F om te stoppen
met de instelling.
Druk op E om het
geselecteerde item te
bevestigen en terug te gaan
naar het bedieningspaneel.
Druk op E om
gedetailleerde
instellingen
in te voeren.
Bedieningspaneel aanpassen
3200
3200
Selecteer de locatie van het
Selecteer de locatie van het
Selecteer de locatie van het
item dat u wilt wijzigen
item dat u wilt wijzigen
item dat u wilt wijzigen
Reset
Reset
OK
OK
3200
3200
AUTO ISO (maximum)
AUTO ISO (maximum)
AUTO ISO (maximum)
AF-modus
AF-modus
AF-modus
Annul.
Annul.
OK
OK
K1-OPM-NL.book Page 21 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
1
22
Inleiding
De meeste functies worden ingesteld vanuit de menu’s.
t Memo
Bij de menu’s van de persoonlijke instellingen (E1-4) kunt u het instellingenscherm van het volgende item weergeven in de volgorde
van de menu’s op de monitor door aan R te draaien terwijl het submenu van het momenteel geselecteerde item wordt
weergegeven.
Druk op F om de eerste tab weer te geven van de menu’s die voor de camera-instellingen op dat moment het meest geschikt
zijn. Als u de laatst geselecteerde menutab als eerste wilt weergeven, stelt u dit in bij [23 Menulocatie opslaan] in menu E4.
De instellingen die zijn gewijzigd met de richtingsknoppen, de Smart-functie, het bedieningspaneel en de menu’s worden naar
de standaardwaarde teruggezet met [Reset] in menu D4. Als u de instellingen van de menu’s van de persoonlijke instellingen
wilt terugzetten naar de standaardwaarde, gebruikt u [Reset pers.instellingen] in menu E4. (Sommige instellingen zijn niet
van toepassing.)
Gebruik van de menu’s
1
2 1
99 99 9
99999
99 99 9
99999
Fasedetectie AF
Fasedetectie AF
Contrastdetectie AF
Contrastdetectie AF
AF-hulplicht
AF-hulplicht
Autom. lichtmeting
Autom. lichtmeting
ISO AUTO-instelling
ISO AUTO-instelling
Flitsstand
Flitsstand
Programmalijn
Programmalijn
Programmalijn
Programmalijn
Einde
Einde
Bijsnijden
Bijsnijden
Geheugenkaartopties
Geheugenkaartopties
Instellingen D-range
Instellingen D-range
Opname-instell. foto's
Opname-instell. foto's
Ruisonderdrukking
Ruisonderdrukking
Bijsnijden
Bijsnijden
Geheugenkaartopties
Geheugenkaartopties
Instellingen D-range
Instellingen D-range
Opname-instell. foto's
Opname-instell. foto's
Ruisonderdrukking
Ruisonderdrukking
Einde
Einde
Annul.
Annul.
OK
OK
Fasedetectie AF
Fasedetectie AF
Contrastdetectie AF
Contrastdetectie AF
AF-hulplicht
AF-hulplicht
Autom. lichtmeting
Autom. lichtmeting
Einde
Einde
ISO AUTO-instelling
ISO AUTO-instelling
Flitsstand
Flitsstand
Contrast-AF
Contrast-AF
Scherpe contouren
Scherpe contouren
Contrastdetectie AF
Contrastdetectie AF
Opties Contrast-AF
Opties Contrast-AF
Gebruik AB om een item te selecteren.
Gebruik R om
een andere menutab
te selecteren.
Druk op F om het
menuscherm te verlaten.
Menutabs
Druk op D om het pop-up-
menu op te roepen.
Druk op D
om het submenu
op te roepen.
Druk op E om het geselecteerde
item te bevestigen.
Druk op F om het pop-up-
menu te annuleren.
Druk op F om terug te gaan naar het
vorige scherm.
Gebruik AB om een item
te selecteren.
Gebruik Q om een andere menucategorie
te selecteren.
K1-OPM-NL.book Page 22 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
1
23
Inleiding
Menulijst
Menu’s voor opnemen
Menu Onderdeel Functie Standaardinstelling Pagina
A1
Fasedetectie AF
AF-modus
*1
Selecteert de autofocusmethode
als opnamen worden gemaakt
met de zoeker.
x
p.58
Actief AF-gebied
*1
Selecteert het gebied waarin scherp
wordt gesteld als opnamen worden
gemaakt met de zoeker.
Auto (33 AF-punten) p.58
AF.S-instelling
Stelt in wat de prioriteit van acties is voor
wanneer de AF-modus is ingesteld
op x en 0 volledig wordt
ingedrukt.
Scherpstellings-
voorkeuze
p.59
Actie 1e beeldje AF.C
Stelt in wat de prioriteit van acties is voor
het eerste beeldje als de AF-modus
is ingesteld op y en 0 volledig
wordt ingedrukt.
Auto p.59
Actie bij AF.C Continu
Stelt in wat de prioriteit van acties is
tijdens Continuopname voor wanneer
de AF-modus ingesteld is op y.
Auto p.59
AF-status vasthouden
Handhaaft de scherpstelling gedurende
een bepaalde hoeveelheid tijd wanneer
het onderwerp uit het geselecteerde
scherpstelgebied verdwijnt nadat
er scherp gesteld is.
Zwak p.59
Contrastdetectie AF
Contrast-AF
*1
Stelt de AF-modus in voor het maken
van opnamen met Live weergave.
Gezichtsherkenning p.60
Scherpe contouren
*1
Benadrukt de omtrek van het onderwerp
waarop u scherp stelt en maakt het
gemakkelijker om de scherpstelling
te controleren.
Uit p.61
Opties Contrast-AF
Stelt de prioriteit van acties in voor
wanneer 0 volledig wordt
ingedrukt.
Scherpstellings-
voorkeuze
p.61
K1-OPM-NL.book Page 23 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
1
24
Inleiding
A1
AF-hulplicht
*1
Activeert het hulplicht tijdens autofocus
op donkere locaties.
Aan p.58
Autom. lichtmeting
*1
Selecteert het gedeelte van de sensor
dat moet worden gebruikt voor het
meten van de helderheid en het bepalen
van de belichting.
Meervlaks p.56
ISO AUTO-instelling
*1
Stelt het bereik in voor automatische
correctie bij ISO AUTO en de AUTO
ISO-parameters.
ISO 100 t/m
ISO 3200/Standaard
p.55
Flitsstand
*1
Stelt de flitsstand in.
Flitser aan of Auto
ontladen flitser
p.73
Programmalijn
*1
Selecteert de instelling van de
programmalijn.
Normaal p.52
Belichtingsfunctie
*2
Belichtingsfunctie
Wijzigt tijdelijk de belichtingsstand als
het moduswiel ingesteld is op een van
de standen O t/m 5.
G
p.113
Programmalijn
Selecteert de instelling van Programmalijn
wanneer het moduswiel is ingesteld op
een van de standen O t/m 5.
Normaal
A2
Geheugenkaartopties
*1
Stelt de opnamemethode in voor als
twee geheugenkaarten zijn geplaatst.
Opeenvolgend p.49
Bijsnijden
*1
Stelt de beeldhoek in voor het maken
van opnamen.
Auto p.49
Opname-instell.
foto's
Bestandsindeling
*1
Stelt de bestandsindeling van opnamen
in.
JPEG
p.49
JPEG-resolutie
*1
Stelt de opnamegrootte van JPEG-
opnamen in.
q
JPEG kwaliteitsniveau
*1
Stelt de kwaliteit van JPEG-opnamen in.
m
RAW-formaat Stelt de RAW-bestandsindeling in.
PEF
Kleurruimte Stelt de te gebruiken kleurruimte in.
sRGB
Instellingen D-range
Overbelichtingscorr.
*1
Breidt het dynamisch bereik uit en
voorkomt overbelichte gebieden.
Auto
p.77
Schaduwcorrectie
*1
Breidt het dynamisch bereik uit en
voorkomt onderbelichte gebieden.
Auto
Menu Onderdeel Functie Standaardinstelling Pagina
K1-OPM-NL.book Page 24 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
1
25
Inleiding
A2 Ruisonderdrukking
Ruisond. lange sltrtijd
*1
Selecteert de ruisonderdrukkingsinstel-
ling voor het maken van opnamen met
een lage sluitertijd.
Auto p.51
Ruisond. hoge ISO-wrd
*1
Selecteert de ruisonderdrukkingsinstel-
ling voor het maken van opnamen met
een hoge ISO-gevoeligheid.
Auto p.55
A3
Helderheid
*1
Wijzigt de helderheid van opnamen
met behulp van een
beeldverwerkingsfunctie.
±0 p.79
Huidtint
*1
Versterkt de huidtint van opnamen
met behulp van een
beeldverwerkingsfunctie.
Uit p.79
Digitaal filter
*1
Past een digitaal filtereffect toe bij
het maken van opnamen.
Geen filter p.76
HDR-opname
*1
Stelt het type opnemen met hoog
dynamisch bereik in.
Uit/±2 LW/Aan p.77
Pixelverschuiv.resolutie
*1
Voegt vier opnamen samen die zijn
verschoven met één pixel en produceert
een high-definition opname.
Uit p.79
Sterrenvolger
*1
Verricht instellingen voor het volgen
en vastleggen van hemellichamen.
Uit p.84
A4
AA-filtersimulator
*1
Past een low-pass filtereffect toe met
gebruik van het Shake Reduction-
mechanisme.
Uit p.80
Shake Reduction
*1
Activeert de functie Shake Reduction. Aan p.78
Horizoncorrectie
*1
Corrigeert horizontale kanteling in de
stand A.
Uit
Compositie aanpassen
*1
Stelt u in staat om de compositie van
uw opname met gebruik van het Shake
Reduction-mechanisme aan te passen.
Uit p.80
Menu Onderdeel Functie Standaardinstelling Pagina
K1-OPM-NL.book Page 25 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
1
26
Inleiding
A4
Objectiefcorrectie
Vervormingscorrectie
*1
Vermindert vervormingen en
chromatische aberraties die optreden
als gevolg van objectiefeigenschappen.
Uit
p.78
Perifere verlicht. corr.
*1
Vermindert perifere lichtvermindering
die optreedt als gevolg van
objectiefeigenschappen.
Uit
Aanp. Lat. Chr. Abb.
*1
Vermindert laterale chromatische
aberraties die optreden als gevolg
van objectiefeigenschappen.
Aan
Diffractiecorrectie
*1
Corrigeert wazigheid die wordt
veroorzaakt door diffractie bij gebruik
van een kleine diafragmaopening.
Aan
Inv brandp afstand
*1
Stelt de brandpuntsafstand in bij
het gebruik van een objectief dat
niet automatisch objectiefinformatie
kan doorgeven.
35mm
p.123
A5
Zoekeroverlay
Rasterweergave
*1
Toont rasterlijnen in de zoeker. Aan
p.18
Elektr. waterpas
*1
Toont de elektronische waterpas
in de zoeker.
Aan
AF-kader Toont het AF-kader in de zoeker. Aan
Spotmeetkader Toont het spotmeetkader in de zoeker. Aan
AF-punten Toont de AF-punten in de zoeker. Aan
Live weergave
Rasterweergave
*1
Stelt het type en de kleur van de
rasterlijnen in die worden weergegeven
tijdens Live weergave.
Uit/Zwart
p.13
Elektr. waterpas
*1
Toont het elektronisch niveau tijdens
Live weergave.
Aan
Histogramweergave
Toont het histogram tijdens Live
weergave.
Uit
Overbelichting
Stelt in dat overbelichte gebieden in rood
knipperen tijdens Live weergave.
Uit
Flikkerreductie
Verlaagt de schermflikkering op
het Live weergave-scherm door de
vermogensfrequentie in te stellen.
50Hz
Menu Onderdeel Functie Standaardinstelling Pagina
K1-OPM-NL.book Page 26 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
1
27
Inleiding
A5
Momentcontrole
Weergavetijd
Stelt de weergavetijd in voor
Momentcontrole.
1sec
p.46
Controle met vergrot.
Toont de vergrote opname tijdens
Momentcontrole.
Aan
RAW-data opslaan
Slaat tijdens Momentcontrole de RAW-
gegevens op.
Aan
Wissen
Verwijdert de getoonde opname tijdens
Momentcontrole.
Aan
Histogramweergave
Toont het histogram tijdens
Momentcontrole.
Uit
Overbelichting
Stelt in dat overbelichte gebieden in rood
knipperen tijdens Momentcontrole.
Uit
Andere weerg.-
instell.
Hulpdisplay
Toont bedieningsaanwijzingen wanneer
de opnamestand wordt gewijzigd.
Aan p.45
Autom. schermrotatie
Toont het statusscherm in een verticale
stand als de camera verticaal wordt
gehouden.
Aan
p.15
Weerg. kleur
Stelt de weergavekleur van het
statusscherm, het bedieningspaneel
en de menucursor in.
1
p.43
Menu Onderdeel Functie Standaardinstelling Pagina
K1-OPM-NL.book Page 27 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
1
28
Inleiding
*1 Beschikbaar als een functie in het bedieningspaneel.
*2 De functie verschijnt alleen wanneer het moduswiel is ingesteld op een van de standen O t/m 5.
A5
Knoppen aanpassen
Fx1-knop
Stelt de functie in voor wanneer op X
wordt gedrukt.
1x voor
bestandsform.
p.109Fx2-knop
Stelt de functie in voor wanneer op Y
(B) wordt gedrukt.
Beeldinstelling buiten
AF-knop
Stelt de functie in voor wanneer op I
wordt gedrukt.
AF1 inschakelen
Voorbeeld-wiel
Stelt de werking van de camera in voor
wanneer de hoofdschakelaar naar U
wordt gedraaid.
Optisch voorbeeld p.62
Instelling
e-knoppen
G
Stelt voor elke belichtingsstand
de werking in van Q / R / M.
I, J, XG
p.111
H
–, ISO, –
I
I, –, –
J
–, J, –
K
I, J, GLINE
L
I, J, GLINE
M
–, J, –
N
–, J, –
Rotatie-
richting
Keert het effect om dat wordt verkregen
als er aan Q of R wordt gedraaid.
Naar rechts roteren
Geheugen
Bepaalt welke instellingen moeten
worden opgeslagen wanneer de camera
wordt uitgeschakeld.
Ingeschakeld voor
andere instellingen
dan Helderheid,
Huidtint, Digitaal filter,
HDR-opname,
Pixelverschuiv.resolu
tie en Beeldinstelling
buiten
p.114
US
ER-stand opslaan
U kunt veelgebruikte opname-
instellingen opslaan onder O t/m 5
van het moduswiel.
p.112
Menu Onderdeel Functie Standaardinstelling Pagina
K1-OPM-NL.book Page 28 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
1
29
Inleiding
Video-menu’s
Menu Onderdeel Functie Standaardinstelling Pagina
C1
Contrastdetectie AF
Contrast-AF
*1
Stelt de AF-modus in. Gezichtsherkenning p.60
Scherpe contouren
*1
Benadrukt de omtrek van het
onderwerp waarop u scherp stelt
en maakt het gemakkelijker om
de scherpstelling te controleren.
Uit p.61
AF-hulplicht
*1
Activeert het hulplicht tijdens autofocus
op donkere locaties.
Aan p.58
Autom. lichtmeting
*1
Selecteert het gedeelte van de sensor
dat moet worden gebruikt voor
het meten van de helderheid
en het bepalen van de belichting.
Meervlaks p.56
Geheugenkaartopties
*1
Selecteert een van de
geheugenkaarten die zijn geplaatst
in sleuf SD1 en sleuf SD2 om video’s
op te nemen.
SD1
p.49
Bijsnijden
*1
Stelt de beeldhoek in voor het maken
van opnamen.
Auto p.49
Opname-instell. films
Resolutie
*1
Stelt de opnameresolutie van
de video in.
u
p.49
Beeldsnelheid
*1
Stelt de beeldsnelheid van de video in. 30p
Instelling geluidsvol.
Niveau opnamegeluid
*1
Stelt het geluidsniveau voor het maken
van opnamen in.
Auto
p.53Reductie windruis
*1
Vermindert het lawaai van wind. Uit
Volume hoofdtelefoon
*1
Stelt het geluidsvolume in voor wanneer
een hoofdtelefoon aangesloten is.
10
K1-OPM-NL.book Page 29 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
1
30
Inleiding
*1 Beschikbaar als een functie in het bedieningspaneel.
C2
Instellingen D-range
Overbelichtingscorr.
*1
Breidt het dynamisch bereik uit en
voorkomt overbelichte gebieden.
Auto
p.77
Schaduwcorrectie
*1
Breidt het dynamisch bereik uit en
voorkomt onderbelichte gebieden.
Auto
Digitaal filter
*1
Past een digitaal filtereffect toe bij
het maken van een video.
Geen filter p.76
Movie SR
*1
Activeert de functie Shake Reduction. Aan
Live weergave
Rasterweergave
*1
Stelt het type en de kleur van
de rasterlijnen in die worden
weergegeven tijdens Live weergave.
Uit/Zwart
p.13
Elektr. waterpas
*1
Toont het elektronisch niveau tijdens
Live weergave.
Aan
Histogramweergave
Toont het histogram tijdens
Live weergave.
Uit
Overbelichting
Stelt in dat overbelichte gebieden in
rood knipperen tijdens Live weergave.
Uit
Flikkerreductie
Verlaagt de schermflikkering op
het Live weergave-scherm door de
vermogensfrequentie in te stellen.
50Hz
Knoppen aanpassen
AF-knop (video)
Stelt de functie in voor wanneer op I
wordt gedrukt.
AF1 inschakelen p.109
Instelling
e-knoppen
m
Stelt voor elke belichtingsstand de
werking in van Q / R / M.
–, –, –
p.111
j
I, –, GLINE
n
–, J, GLINE
p
I, J, GLINE
o
I, J, GLINE
Rotatie-
richting
Keert het effect om dat wordt verkregen
als er aan Q of R wordt gedraaid.
Naar rechts roteren
Menu Onderdeel Functie Standaardinstelling Pagina
K1-OPM-NL.book Page 30 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
1
31
Inleiding
Menu voor weergave
Menu Onderdeel Functie Standaardinstelling Pagina
B1
Diavoorstelling
Weergaveduur
Stelt een interval voor weergave van
opnamen in.
3sec
p.89
Schermeffect
Stelt een overgangseffect in van de ene
naar de andere opname.
Uit
Weergeven herhalen
Start opnieuw de diavoorstelling vanaf
het begin nadat de laatste opname
is weergegeven.
Uit
Autom. video afspelen Speelt video’s af tijdens de diavoorstelling. Aan
Alle beelden beveiligen
Beveiligt alle opgeslagen opnamen
in één keer.
p.115
Alle opnamen verwijderen
Verwijdert alle opgeslagen opnamen
in één keer.
––
Snel zoomen
Bepaalt de aanvankelijke vergroting wanneer
u opnamen vergroot.
Uit
p.48
Volume afspeelgeluid
Stelt het geluidsvolume in voor wanneer video
wordt weergegeven.
10 p.54
Beeldweergave
Auto opnamerotatie
Roteert opnamen die zijn gemaakt terwijl de
camera verticaal werd gehouden of waarvan
de rotatie-informatie is gewijzigd.
Aan p.90
Rasterweergave
Stelt het type en de kleur van de rasterlijnen
in.
Uit/Zwart p.48
Overbelichting
Stelt in dat overbelichte gedeelten in rood
knipperen in de standaard infoweergave of
histogramweergave van de weergavestand.
Uit p.16
K1-OPM-NL.book Page 31 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
1
32
Inleiding
Menu’s voor algemene instellingen
Menu Onderdeel Functie Standaardinstelling Pagina
D1
Language/W Wijzigt de taal.
English
p.41
Datum instellen
Stelt de datum en tijd en
de weergavenotatie in.
01/01/2016
p.42
Wereldtijd
Schakelt tussen de datum-
en tijdweergave van uw woonplaats
en die van een opgegeven stad.
Thuistijd p.113
Tekstformaat
Vergroot de tekstgrootte als een menu-
item wordt geselecteerd.
Stand. p.42
Geluidseffecten
Schakelt het bedieningsgeluid in of uit
en wijzigt het volume voor Scherpgesteld,
Belichtingsgeheugen, Zelfontspanner,
Afstandsbediening, Spiegel omhoog,
Actief AF-gebied en de functies die zijn
opgeslagen onder X en Y (1x voor
bestandsform., Pixelverschuiv.resolutie,
Shake Reduction, Horizoncorrectie
en Elektr. waterpas).
Volume 3/Alles
ingeschakeld
Instell. LCD-display
Stelt de helderheid, de verzadiging
en de kleur van de monitor in.
0
Beeldinstelling buiten
Stelt de helderheid van de monitor
in voor het maken van buitenopnamen.
Uit p.12
D2 Verlichtingsinstellingen
LCD-display
Stelt in of het LCD-display wordt verlicht
wanneer op 8 wordt gedrukt.
Sterk
p.111
Bedien.elem. achter
Stelt in of de bedieningselementen aan
de achterzijde worden verlicht wanneer
op 8 wordt gedrukt nadat de monitor
naar buiten is getrokken.
Uit
Objectiefvatting
Stelt in of de objectiefvatting wordt verlicht
wanneer op 8 wordt gedrukt.
Uit
Kaartsleuf/connector
Stelt in of de kaartsleuven en de connector
worden verlicht wanneer op 8 wordt
gedrukt.
Uit
K1-OPM-NL.book Page 32 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
1
33
Inleiding
D2
Indicatielampjes
Wi-Fi Stelt de helderheid van het Wi-Fi-lampje in. Sterk
p.111
GPS
Stelt de helderheid van het GPS-
indicatielampje in.
Sterk
Zelfontspanner
Stelt in of het zelfontspannerlampje gaat
branden wanneer opnamen worden
gemaakt met de zelfontspanner.
Aan
Afstandsbediening
Stelt in of het zelfontspannerlampje gaat
branden wanneer opnamen worden
gemaakt met de afstandsbediening.
Aan
Wi-Fi
*1
Activeert de Wi-Fi-functie. Uit p.100
GPS/E-kompas
GPS registreren
Stelt de camerawerking voor GPS-
registratie in.
Aan
p.83GPS-tijdsync.
Past automatisch de datum- en
tijdinstellingen aan.
Aan
Kalibratie
Voert een kalibratie van de
richtingsinformatie uit.
USB-aansluiting
Stelt de USB-verbindingsstand
in bij aansluiting van de camera
op een computer.
MSC p.98
HDMI uit
Stelt het uitgangssignaal in bij aansluiting
op een audiovisueel apparaat met
een HDMI-ingang.
Auto p.91
Auto Uitsch.
Stelt de tijd in waarna de camera
automatisch wordt uitgeschakeld
als binnen die tijd geen
bedieningshandelingen worden verricht.
1min
p.41
D3
Nieuwe map maken
Maakt een nieuwe map aan op de
geheugenkaart.
–p.115
Mapnaam
Stelt de mapnaam in waarin de opnamen
worden opgeslagen.
Dat. p.115
Bestandsnaam
Stelt de bestandsnaam in die wordt
toegewezen aan een opname.
IMGP/_IMG p.116
Menu Onderdeel Functie Standaardinstelling Pagina
K1-OPM-NL.book Page 33 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
1
34
Inleiding
*1 Beschikbaar als een functie in het bedieningspaneel.
D3
Bestandsnummer
Opeenvolg. nummering
Continueert de volgnummering voor
de bestandsnaam wanneer een nieuwe
map wordt aangemaakt.
Aan
p.117
Herstel bestandsnr.
Stelt de instelling voor de
bestandsnummering terug, en keert terug
naar 0001 telkens wanneer een nieuwe
map wordt aangemaakt.
Copyrightinformatie
Stelt in of informatie over de fotograaf
en copyright wordt ingesloten
in de Exif-gegevens.
Uit p.118
Formatteren Formatteert een geheugenkaart. p.43
D4
Pixeluitlijning
Brengt defecte pixels van de sensor
in kaart en corrigeert deze.
–p.125
Sensor stofvrij maken
Reinigt de sensor door hoogfrequentie
(ultrasone) trillingen toe te passen.
Aan/Uit p.125
Sensor reinigen
Zet de spiegel vast in de omhoog geklapte
stand om de sensor te kunnen reinigen
met een blaasbalgje.
–p.126
Batterij kiezen
Stelt de camera-actie in voor wanneer
de optionele batterijhouder aan de camera
bevestigd is.
Autoselect/
Autodetect
p.40
Certificeringsmerktek.
Toont de certificeringsmerktekens van
conformiteit met draadloze technische
standaards.
–p.143
Info/opties firmware
Toont de firmwareversie van de camera.
U kunt de huidige firmwareversie
controleren voordat een update
wordt uitgevoerd.
––
Reset
Stelt de instellingen terug van de
richtingsknoppen, de Smart-functie
en voor de items van de A-menu’s,
de C-menu’s, menu B, de D-menu’s,
het bedieningspaneel en het
weergavepalet.
––
Menu Onderdeel Functie Standaardinstelling Pagina
K1-OPM-NL.book Page 34 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
1
35
Inleiding
Menu’s voor persoonlijke instellingen
Menu Onderdeel Functie Standaardinstelling Pagina
E1
1 LW-stappen Stelt de aanpassingsstappen in voor de belichting. 1/3 LW Stap p.51
2 Gevoeligheid Stelt de aanpassingsstappen in voor de ISO-gevoeligheid. Stappen van 1 LW p.55
3 Bedrijftijd lichtmtr Stelt de bedrijfstijd van de lichtmeter in. 10sec
4 Auto LW-correctie
Compenseert automatisch de belichting wanneer
met de huidige instellingen de juiste belichting
niet kan worden bereikt.
Uit
5 Kopp. AE en AF-punt
Stelt in of de belichtingswaarde en het AF-punt
in het scherpstelgebied worden gekoppeld.
Uit
6 Opties Bulb (B)-modus
Stelt in wat de camerawerking is voor wanneer op 0
wordt gedrukt in de stand M.
Type 1
7 Flitssynchronisatiesnelh. Selecteert de flitssynchronisatiesnelheid. 1/200 p.124
E2
8 AE-L met AF lock
Stelt in of de belichtingswaarde wordt vergrendeld wanneer
er is scherp gesteld.
Uit
9 Zoekerlicht
Stelt in of de zoeker wordt verlicht wanneer scherp wordt
gesteld op het onderwerp of wanneer het scherpstelgebied
wordt gewijzigd.
Auto p.18
10 AF met afstandsbediening
Bepaalt of autofocus moet worden gebruikt wanneer
u opnamen maakt met een afstandsbediening.
Uit p.65
11 Volgorde bracketing
Stelt de volgorde in voor het maken van opnamen
met Bracketing.
0 - +
p.66
12 Bracketing-in-één
Maakt alle beeldjes met éénmaal ontspannen bij gebruik
van Bracketing.
Uit p.66
13 Intervalopname-opties
Stelt in of wordt begonnen met het tellen van de intervaltijd
wanneer de belichting begint of wanneer de belichting
eindigt voor Intervalopname, Intervalcompositie,
en Intervalvideo opnemen.
Interval p.69
14 AF voor intervalopnamen
Stelt in of de gebruikte scherpstelstand wordt vergrendeld
wanneer de eerste opname wordt gemaakt of dat autofocus
wordt uitgevoerd voor elke opname voor Intervalopname,
Intervalcompositie, Intervalvideo opnemen en
Sterrenspoor.
Vergren. autofoc. bij
1e opn.
p.69
K1-OPM-NL.book Page 35 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
1
36
Inleiding
E3
15 Instellingsbereik witbalans
Stelt in of automatische fijnafstemming van de witbalans
moet worden uitgevoerd als de lichtbron wordt
gespecificeerd voor de witbalansinstelling.
Vast p.71
16 AWB bij lamplicht
Stelt de kleurtoon van lamplicht in wanneer de witbalans is
ingesteld op [Automatische witbalans].
Krachtige correctie p.71
17 WB bij flitsen Stelt de witbalansoptie in bij gebruik van een flitser.
Automatische
witbalans
p.71
18 Kleurtemperatuurstappen
Stelt de instellingsstappen in voor de optie
Kleurtemperatuur van de witbalans.
Kelvin p.72
19 Bedien.elem. aan/uit
Schakelt de werking van de geselecteerde groep knoppen
en wielen in of uit.
Type 1 p.46
20 Wijzigingsknop AF-punt
Selecteert de werking van c voor wanneer de
selectiestand van het scherpstelgebied is ingesteld op een
van de selecteerbare standen.
Type 1 p.59
21 Auto SR Uit
Schakelt automatisch de functie Shake Reduction uit
wanneer de transportstand is ingesteld op [Zelfontspanner]
of [Afstandsbediening].
Auto SR Uit
inschakelen
p.63
E4
22 Rotatie-info opslaan Slaat rotatie-informatie op tijdens het maken van opnamen. Aan p.90
23 Menulocatie opslaan
Slaat de menutab op die als laatste werd weergegeven op
de monitor en toont deze opnieuw als de volgende keer op
F wordt gedrukt.
Menulocatie resetten p.22
24 Catch-in focus
Maakt Catch-In Focus opnamen mogelijk wanneer een
handmatig scherpstelobjectief aangesloten is. De sluiter
wordt automatisch ontspannen als er scherp gesteld
is op het onderwerp.
Uit p.122
25 AF-aanpassing
Maakt fijnafstelling van uw objectieven met het
autofocussysteem van de camera mogelijk.
Uit p.61
26 Diafragmaring gebruiken
Stelt in dat de ontspanner kan ontspannen wanneer de
diafragmaring van het objectief ingesteld is op een andere
positie dan 9 (Auto).
Deactiveren p.122
Reset pers.instellingen
Zet alle instellingen van de persoonlijke instellingsmenu’s
terug naar de standaardinstelling.
––
Menu Onderdeel Functie Standaardinstelling Pagina
K1-OPM-NL.book Page 36 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
2
Voorbereidingen
37
1 Haal het uiteinde van de riem
door de driehoekige ring.
2 Maak het uiteinde
van de riem vast aan de
binnenkant van de gesp.
1 Zorg ervoor dat de camera uitgeschakeld is.
2 Verwijder de dop van
de cameravatting (1)
en de dop van de
objectiefvatting (2).
Draai de dop van de
cameravatting linksom terwijl
u op de ontgrendelingsknop
voor het objectief (3) drukt.
Zorg er na verwijdering van de dop voor dat het objectief
wordt neergelegd met de objectiefvatting naar boven gericht.
3 Zorg ervoor dat de
richttekens (de rode puntjes:
4) op de camera en het
objectief tegenover elkaar
liggen. Draai vervolgens
het objectief met de klok
mee tot het vast klikt.
Het objectief verwijderen
Bevestig de objectiefdop, en
draai het objectief vervolgens
linksom terwijl u de
ontgrendelingsknop van het
objectief ingedrukt houdt.
u Let op
Kies bij het bevestigen of verwijderen van het objectief
voor een omgeving die relatief vrij is van vuil en stof.
Zorg ervoor dat de cameravattingdop op de camera
aangesloten blijft als geen objectief aangesloten is.
De draagriem bevestigen
Wanneer de batterijhouder wordt gebruikt
Wanneer de optionele
batterijhouder D-BG6 wordt
gebruikt, kunt u één uiteinde
van de riem bevestigen aan
de batterijhouder.
Een objectief bevestigen
2
1
3
4
K1-OPM-NL.book Page 37 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
2
Voorbereidingen
38
Bevestig de dop van de objectiefvatting en de objectiefdop op
het objectief nadat u het objectief van de camera heeft
gehaald.
Ga niet met uw vingers in de objectiefvatting van de camera
en raak de spiegel niet aan.
De camerabehuizing en objectiefvatting bevatten
objectiefinformatiecontacten. Vuil, stof of roest kunnen het
elektrisch systeem beschadigen. Neem voor professionele
reiniging contact op met het dichtstbijzijnde servicecentrum.
Als een intrekbaar objectief bevestigd is en dit niet
uitgeschoven is, kunt u geen opnamen maken of sommige
functies niet gebruiken. De camera stopt als het objectief
tijdens het maken van opnamen wordt ingetrokken.
Raadpleeg “Hoe een intrekbaar objectief wordt gebruikt”
(p.47) voor bijzonderheden.
Wij kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor
ongelukken, problemen en defecten die het gevolg zijn
van het gebruik van objectieven van een ander merk.
t Memo
Raadpleeg “Beschikbare functies met diverse objectieven”
(p.120) voor meer informatie over de objectieffuncties.
U kunt het objectief verlichten door op 8 te drukken.
(Standaardinstelling: Uit) De objectiefvatting wordt zelfs
verlicht wanneer de camera uitgeschakeld is. Wijzig de
instelling bij [Objectiefvatting] van [Verlichtingsinstellingen]
in menu D2. (p.111)
Gebruik uitsluitend de batterij D-LI90 en batterijlader D-BC90.
Deze zijn speciaal voor deze camera ontwikkeld.
1 Sluit het netsnoer aan op de batterijlader.
2 Sluit het netsnoer aan op een stopcontact.
3 Zorg ervoor dat de markering A op de batterij
naar boven is gericht en plaats de batterij
in de batterijlader.
Het indicatielampje brandt tijdens het opladen en gaat
uit als de batterij volledig is opgeladen.
u Let op
Gebruik de batterijlader D-BC90 uitsluitend voor het opladen
van batterij D-LI90. Het opladen van andere batterijen kan
schade en hitte veroorzaken.
Vervang in de volgende gevallen de batterij door een nieuwe:
Indien het indicatielampje knippert of niet meer brandt na
het correct plaatsen van de batterij
Indien de batterij sneller leeg is na het opladen (de batterij
heeft het einde van de levensduur bereikt)
Gebruik van de batterij en lader
De batterij opladen
Lithium-ionbatterij
Batterijlader
Indicatielampje
Netsnoer
3
1
2
K1-OPM-NL.book Page 38 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
2
Voorbereidingen
39
t Memo
De maximale oplaadtijd is circa 390 minuten (dit hangt af van
de temperatuur en resterend batterijvermogen). Laad de
batterij op in een gebied met een temperatuur tussen 0°C
en 40°C (32°F en 104°F).
u Let op
Plaats de batterij op de juiste wijze. Als de batterij verkeerd is
geplaatst, kan deze mogelijk niet meer worden verwijderd.
Maak de elektroden van de batterij schoon met een zachte
droge doek voordat u de batterij plaatst.
Open de batterijklep niet en verwijder de batterij niet als
de camera aan staat.
Wees voorzichtig, want de camera of de batterij kan heet
worden nadat u de camera gedurende langere tijd
ononderbroken hebt gebruikt.
Verwijder de batterij als u van plan bent de camera langere
tijd niet te gebruiken. De batterij kan gaan lekken en schade
toebrengen aan de camera als u de batterij in de camera
achterlaat en lange tijd niet gebruikt. Laad de batterij, voordat
u deze opbergt, gedurende 30 minuten op als u denkt de
verwijderde batterij zes maanden of langer niet te zullen
gebruiken. Zorg ervoor dat u de batterij iedere zes tot twaalf
maanden oplaadt.
Bewaar de batterij op een plek waar de temperatuur op of
beneden de kamertemperatuur blijft. Vermijd plekken met
hoge temperaturen.
De datum en tijd worden mogelijk gereset indien de batterij
gedurende langere tijd uit de camera is. Stel in dat geval
de huidige datum en tijd opnieuw in.
1 Open de batterijklep.
Trek de ontgrendelingsknop
van de batterijklep omhoog,
draai deze naar OPEN
om te ontgrendelen en trek
vervolgens de klep open.
2 Houd de batterij met de
markering A naar de
buitenzijde van de camera
gericht en plaats de batterij
totdat deze vast op zijn
plaats zit.
Als u de batterij wilt verwijderen,
duwt u de pal voor de
batterijvergrendeling in
de richting van 3.
3 Sluit de batterijklep.
Draai de ontgrendelingsknop van
de batterijklep naar CLOSE om
de klep te vergrendelen en klap
de knop naar beneden.
t Memo
Het batterijniveau wordt mogelijk niet correct weergegeven
als de camera bij lage temperaturen wordt gebruikt of
wanneer lange tijd continuopnamen worden gemaakt.
De batterijen kunnen bij lage temperaturen tijdelijk minder
goed functioneren. Houd bij gebruik van de camera in een
koud klimaat extra batterijen bij de hand, die u warm houdt
in uw zak. Bij het bereiken van kamertemperatuur worden
de batterijprestaties weer normaal.
Zorg ervoor dat u extra batterijen bij u hebt als u naar het
buitenland gaat of een groot aantal opnamen wilt maken.
De batterij plaatsen/verwijderen
1
2
3
4
5
K1-OPM-NL.book Page 39 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
2
Voorbereidingen
40
Als u de optionele batterijhouder D-BG6 gebruikt, kunt
u de volgende instellingen verrichten bij [Batterij kiezen]
in menu D4.
Prioriteitsvolgorde van batterijgebruik
Type AA-batterijen dat wordt gebruikt
We adviseren u gebruik te maken van de optionele
netvoedingsadapterset K-AC132 als u de monitor langdurig
gebruikt of de camera aansluit op uw computer of audiovisueel
apparaat.
1 Zorg ervoor dat de camera is
uitgeschakeld en open het
klepje van de aansluitingen.
2 Breng de markering A op
het DC-aansluitpunt van
de netvoedingsadapter
en op de DC-ingang van de
camera op één lijn en breng
de verbinding tot stand.
3 Sluit het netsnoer aan op de netvoedingsadapter en
steek het netsnoer vervolgens in het stopcontact.
u Let op
Zorg dat de camera is uitgeschakeld alvorens de
netvoedingsadapter aan te sluiten of los te maken.
Zorg ervoor dat de kabels goed aangesloten tussen
de aansluitpunten. De geheugenkaart of de gegevens kunnen
beschadigd raken indien de verbinding met de netstroom wordt
verbroken terwijl er op de kaart wordt gewerkt.
Lees vóór gebruik van de netvoedingsadapter eerst
de gebruiksaanwijzing van de netvoedingsadapterset.
Met deze camera kunnen de volgende geheugenkaarten
worden gebruikt.
SD-geheugenkaart
SDHC-geheugenkaart
SDXC-geheugenkaart
Deze kaarten worden in deze handleiding geheugenkaarten
genoemd.
1 Zorg ervoor dat de camera uitgeschakeld is.
2 Schuif de
geheugenkaartklep in
de richting van 1 en draai
deze vervolgens open zoals
getoond door 2.
3 Breng de kaart volledig
naar binnen in elke
geheugenkaartsleuf,
met het etiket van de
geheugenkaart naar de zijde
met de monitor gericht.
Druk de geheugenkaart éénmaal
naar binnen en laat deze los
om de geheugenkaart
te verwijderen.
Gebruik van de netvoedingsadapter
Geheugenkaart plaatsen
2
1
K1-OPM-NL.book Page 40 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
2
Voorbereidingen
41
4 Draai aan de
geheugenkaartklep zoals
getoond door 3, en schuif
deze in de richting van 4.
u Let op
Verwijder de geheugenkaart niet wanneer de LED voor
schrijven naar/lezen van de kaart brandt.
De camera wordt uitgeschakeld als de geheugenkaartklep
wordt geopend terwijl de stroom ingeschakeld is.
Open de klep niet terwijl de camera wordt gebruikt.
Gebruik deze camera om een geheugenkaart te formatteren
(initialiseren) die nog niet eerder of in andere apparaten is
gebruikt. (p.43)
Gebruik een geheugenkaart met hoge snelheid als u video’s
maakt. Als de snelheid waarmee wordt geschreven,
achterblijft op de snelheid waarmee wordt opgenomen, wordt
het schrijven tijdens het opnemen mogelijk afgebroken.
t Memo
Raadpleeg “Instellingen geheugenkaart” (p.49) voor meer
informatie over hoe gegevens worden opgeslagen als er twee
geheugenkaarten zijn geplaatst.
U kunt de kamer van de kaartsleuf verlichten door op 8
te drukken. (Standaardinstelling: Uit) De kamer van de
kaartsleuf wordt zelfs verlicht wanneer de camera
uitgeschakeld is. Wijzig de instelling bij [Kaartsleuf/connector]
van [Verlichtingsinstellingen] in menu D2. (p.111)
Zet de camera aan en verricht de eerste instellingen.
1 Zet de hoofdschakelaar
op [ON].
Als u na aankoop van de camera
deze voor de eerste keer
inschakelt, verschijnt het scherm
[Language/W].
t Memo
De netvoeding wordt automatisch uitgeschakeld
indien gedurende een vooraf bepaalde tijd geen
bedieningshandelingen worden uitgevoerd.
(Standaardinstelling: 1min.) U kunt de instelling wijzigen
bij [Auto Uitsch.] in menu D2.
1 Gebruik ABCD om de gewenste taal
te selecteren en druk op E.
Het scherm [Basisinstellingen]
verschijnt in de geselecteerde
taal.
Ga naar stap 6 als F (Thuistijd)
niet hoeft te worden gewijzigd.
2 Druk op B om het kader te
verplaatsen naar F en druk op D.
Het scherm [F Thuistijd] verschijnt.
4
3
Basisinstellingen
De camera aanzetten
De weergavetaal instellen
ISO
HDR
BKT
CH/CL
ISO
Tekstformaat
Tekstformaat
Stand.
Stand.
Amsterdam
Amsterdam
Nederl.
Nederl.
Basisinstellingen
Basisinstellingen
instellingen voltooid
instellingen voltooid
Annul.
Annul.
K1-OPM-NL.book Page 41 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
2
Voorbereidingen
42
3 Gebruik CD om een stad
te selecteren.
Gebruik R om de regio te
wijzigen.
Raadpleeg “Lijst met steden voor
Wereldtijd” (p.134) voor steden
die als thuistijd kunnen worden
geselecteerd.
4 Druk op B om [Zomertijd] te selecteren, en gebruik
CD om Y of Z te selecteren.
5 Druk op E.
De camera keert terug naar het scherm [Basisinstellingen].
6 Druk op B om [Tekstformaat] te selecteren
en druk op D.
7 Gebruik AB om [Stand.]
of [Groot] te selecteren,
en druk op E.
Door [Groot] te selecteren
wordt het tekstformaat van
de geselecteerde menu-items
groter.
8 Druk op B om [instellingen
voltooid] te selecteren
en druk op E.
Het scherm [Datum instellen]
verschijnt.
1 Druk op D, en gebruik AB
om de datumnotatie te
selecteren.
2 Druk op D en gebruik AB om [24h] of [12h]
te selecteren.
3 Druk op E.
Het kader keert terug naar [Datumnotatie].
4 Druk op B en druk vervolgens op D.
Het kader gaat naar de maand indien de datumnotatie
is ingesteld op [mm/dd/jj].
5 Gebruik AB om de maand
in te stellen.
Stel de dag, het jaar en de tijd
op dezelfde wijze in.
6 Druk op B om [instellingen
voltooid] te selecteren en
druk op E.
Het scherm [LCD-display]
verschijnt.
Thuistijd
Thuistijd
Amsterdam
Amsterdam
Zomertijd
Zomertijd
Annul.
Annul.
OK
OK
TekstformaatTekstformaat
Stand.Stand.
GrootGroot
AmsterdamAmsterdam
BasisinstellingenBasisinstellingen
instellingen voltooidinstellingen voltooid
Annul.Annul. OKOK
Tekstformaat
Tekstformaat
Stand.
Stand.
Amsterdam
Amsterdam
Nederl.
Nederl.
Basisinstellingen
Basisinstellingen
instellingen voltooid
instellingen voltooid
Annul.
Annul.
OK
OK
De datum en tijd instellen
TijdTijd
Dat,Dat,
DatumnotatieDatumnotatie
00:0000:00
dd/mm/jjdd/mm/jj
01/01/201601/01/2016
Datum instellenDatum instellen
instellingen voltooidinstellingen voltooid
Annul.Annul.
OKOK
Tijd
Tijd
Dat,
Dat,
Datumnotatie
Datumnotatie
00:00
00:00
dd/mm/jj
dd/mm/jj
01/01/2016
01/01/2016
Datum instellen
Datum instellen
instellingen voltooid
instellingen voltooid
Annul.
Annul.
OK
OK
Tijd
Tijd
Dat,
Dat,
Datumnotatie
Datumnotatie
10:00
10:00
dd/mm/jj
dd/mm/jj
02/02/2016
02/02/2016
Datum instellen
Datum instellen
instellingen voltooid
instellingen voltooid
Annul.
Annul.
OK
OK
K1-OPM-NL.book Page 42 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
2
Voorbereidingen
43
1 Gebruik CD om een kleur
te selecteren.
Selecteer de weergavekleur
van het statusscherm,
het bedieningspaneel
en de menucursor. U hebt hierbij
de keus tussen de kleur 1 t/m 12.
2 Druk op E.
De camera keert terug naar de opnamestand en is gereed
voor het maken van een opname.
t Memo
U kunt de taal-, datum- en tijdinstellingen en het tekstformaat
instellen in menu D1 menu, en de weergavekleur bij [Andere
weerg.-instell.] in menu A5. (p.27, p.32)
Als GPS ingeschakeld is, worden de datum- en
tijdinstellingen aangepast aan de hand van gegevens
die worden verkregen van satellieten. (p.81)
1 Druk op F.
Het menu A1 verschijnt.
2 Gebruik Q of R om menu D3 weer te geven.
3 Gebruik AB om [Formatteren] weer te geven
en druk op D.
Het scherm [Formatteren] verschijnt.
4 Gebruik AB voor selectie
van de geheugenkaartsleuf
met daarin de
geheugenkaart die moet
worden geformatteerd,
en druk op D.
5 Druk op A om [Formatteren]
te selecteren en druk op E.
De geheugenkaart wordt
vervolgens geformatteerd.
Na voltooiing hiervan verschijnt
opnieuw het scherm van stap 4.
6 Druk tweemaal op F.
u Let op
Verwijder de geheugenkaart niet tijdens het formatteren.
De kaart kan hierdoor beschadigd raken.
Bij formatteren worden alle gegevens verwijderd, beveiligde
en onbeveiligde.
t Memo
Als u een geheugenkaart formatteert, wordt het volumelabel
“K-1” aan de kaart toegewezen. Als de camera op een
computer wordt aangesloten, wordt de geheugenkaart
herkend als een verwisselbare schijf met de naam “K-1”.
Het LCD-display instellen
1/
1/
12 5
125
F
F
5.6
5.6
1
1
Weerg. kleur
Weerg. kleur
LCD-display
LCD-display
Annul.
Annul.
OK
OK
Een geheugenkaart formatteren
D3
SD1
SD1
SD2
SD2
Formatteren
Formatteren
FormatterenFormatteren
FormatterenFormatteren
worden gewistworden gewist
Alle gegevens op SD1-geh.kaartAlle gegevens op SD1-geh.kaart
AnnulerenAnnuleren
OKOK
K1-OPM-NL.book Page 43 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
2
Voorbereidingen
44
Maak opnamen in de stand R (Auto analyseren scène)
waarin de camera de opnameomstandigheden analyseert
en automatisch de optimale opname-instellingen selecteert.
1 Verwijder de objectiefdop
aan de voorzijde door het
bovenste en onderste
gedeelte in te drukken, zoals
getoond in de afbeelding.
Wanneer een intrekbaar objectief
aangesloten is, schuif dit dan uit
voordat u de camera inschakelt.
y Hoe een intrekbaar objectief wordt gebruikt (p.47)
2 Zet de camera aan.
3 Draai de keuzeschakelaar
van de opnamestand
naar A.
4 Zet de schakelaar van de
scherpstelstand op v.
5 Zet het moduswiel
op R terwijl u de
vergrendelingsknop van
het moduswiel indrukt.
Basishandelingen voor het maken
van opnamen
Opnamen maken met de zoeker
ISO
Wi-Fi
HDR
BKT
CH/CL
ISO
Wi
-
Fi
Crop
SR
Grid
Sv
P
AUTO
U1
U2
U3
U5
X
B
M
TAv
Av
Tv
Vergrendelingsknop
moduswiel
Instelpunt moduswiel
K1-OPM-NL.book Page 44 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
2
Voorbereidingen
45
De geselecteerde opnamestand
wordt getoond op de monitor
(Hulpdisplay).
y Instellingen hulpdisplay
(p.27)
6 Kijk door de zoeker voor een beeld van het
onderwerp.
Als u een zoomobjectief gebruikt, draait u de zoomring naar
rechts of links om de beeldhoek te wijzigen.
7 Zorg ervoor dat
het onderwerp binnen
het AF-kader is en druk
0 half in.
De scherpstelindicatie (P)
verschijnt en u hoort een
geluidssignaal wanneer het
onderwerp scherp wordt.
y Instellingen geluidseffecten (p.32)
8 Druk 0 volledig in.
De gemaakte opname wordt weergegeven op de monitor
(Momentcontrole).
Beschikbare bedieningshandelingen tijdens
Momentcontrole
1 Druk op K bij stap 6 op
“Opnamen maken met de
zoeker” (p.45).
De Live weergave wordt
op de monitor getoond.
2 Zorg ervoor dat het
onderwerp binnen het AF-
kader op de monitor is en
druk 0 half in.
Wanneer op het onderwerp
is scherp gesteld, wordt het AF-
kader groen en klinkt er een
geluidssignaal.
Beschikbare handelingen tijdens Live Weergave
De volgende stappen zijn hetzelfde als bij opnamen maken
met de zoeker.
L
Verwijdert de opname.
R naar rechts Vergroot de opname.
H
Slaat de RAW-gegevens op
(alleen wanneer een JPEG-
opname was gemaakt en de
gegevens in de buffer blijven).
1/
1/
25 0
250
16 00
1600
F
F
5.6
5.6
Auto analyseren scène
Auto analyseren scène
Scherpstelindicatie
Opnamen maken met Live weergave
E
Vergroot de opname.
Gebruik R om de vergroting te wijzigen
(tot 16×).
Gebruik ABCD om het weer te geven
gebied te wijzigen.
Druk op M om het weergavegebied naar
het midden terug te zetten.
Druk op E om terug te keren naar
de enkelbeeldweergave.
K
Verlaat het maken van opnamen met
Live weergave.
1/
2000
1/
2000
F2.8
F2.8
1600
1600
9999
9999
AF-kader
K1-OPM-NL.book Page 45 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
2
Voorbereidingen
46
t Memo
U kunt I gebruiken om scherp te stellen op het onderwerp.
(p.57)
U kunt een voorbeeld bekijken op de monitor en de
scherptediepte beoordelen voordat u opnamen maakt. (p.62)
U kunt de werking en display-opties instellen voor
Momentcontrole bij [Momentcontrole] in menu A5. (p.27)
Wanneer [Weergavetijd] is ingesteld op [Vast], dan zal
Momentcontrole worden weergegeven totdat de volgende
bedieningshandeling wordt uitgevoerd.
Wanneer het functiewiel is ingesteld op R, kunt u de opname
vergroten met het instelwiel.
u Let op
Sommige functies zijn niet beschikbaar in de stand R.
Eenvoudig gebruik van het moduswiel
Ontgrendel de vergrendeling
van het moduswiel met de
ontgrendelingspal van het
moduswiel zodat u het moduswiel
eenvoudig kunt gebruiken
zonder dat u eerst op de
vergrendelingsknop van het
moduswiel hoeft te drukken.
Bedieningselementen uitschakelen
De werking van knoppen en
wielen kan tijdelijk worden
uitgeschakeld om tijdens het
maken van opnamen foutieve
handelingen te voorkomen.
De werking van knoppen en
wielen wordt uitgeschakeld door
aan R te draaien terwijl u 7 ingedrukt houdt.
De werking wordt weer ingeschakeld door opnieuw
aan R te draaien.
e wordt weergegeven op het
statusscherm en Live weergave-
scherm en in de zoeker als
de werking van de knoppen
en wielen is uitgeschakeld.
Bij [19 Bedien.elem. aan/uit]
in menu E3 kan worden
geselecteerd welke groep knoppen en wielen moet worden
uitgeschakeld.
1/1/
25 0250
16 001600
FF
5.65.6
99 99 999999
99 99 999999
Type Knoppen en wielen uitgeschakeld
Type 1 Q, R, J, N, M, H
Type 2 c, ABCD, E, F
K1-OPM-NL.book Page 46 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
2
Voorbereidingen
47
Bekijk de gemaakte opname op de monitor.
1 Druk op 3.
De camera komt in de
weergavestand en de laatst
gemaakte opname wordt
weergegeven
(enkelbeeldweergave).
2 Bekijk de gemaakte opname.
Beschikbare bedieningshandelingen
Hoe een intrekbaar objectief wordt gebruikt
Er verschijnt een foutbericht op
de monitor als de camera wordt
ingeschakeld wanneer een
intrekbaar objectief, zoals
HD PENTAX-DA 18-50mm
F4-5.6 DC WR RE, aangesloten
en niet uitgeschoven is. Draai
de zoomring in de richting van
2 terwijl u de knop op de ring
ingedrukt houdt (1) als u het objectief wilt uitschuiven.
Het objectief trekt u in door de zoomring in tegenovergestelde
richting van 2 te draaien terwijl u de knop op de ring indrukt,
en zet de witte stip tegenover positie 3.
1
2
3
Opnamen bekijken
C/Q naar links Geeft de vorige opname weer.
D/Q naar rechts Geeft de volgende opname weer.
L
Verwijdert de opname.
R naar rechts Vergroot de opname (tot 16×).
Gebruik ABCD om het weer
te geven gebied te wijzigen.
Druk op M om het
weergavegebied naar het
midden terug te zetten.
Druk op E om terug te keren
naar de weergave van de
volledige opname.
R naar links Gaat over op de
miniatuurweergave (p.87).
1/
2000
1/
2000 F2.8F2.8 200200 0.00.0
100-0001100-0001
K1-OPM-NL.book Page 47 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
2
Voorbereidingen
48
t Memo
Wanneer R naar rechts wordt gedraaid om de opname te
vergroten, dan wordt de vergroting weergegeven aan de
rechteronderzijde van het scherm. z verschijnt wanneer de
opname wordt weergegeven met de feitelijke pixelgrootte
(enkelbeeldweergave). U kunt bij [Snel zoomen] in menu B1
de aanvankelijke vergroting instellen voor wanneer opnamen
worden vergroot.
Wanneer Hv wordt weergegeven op de monitor, dan
kan de JPEG-opname die zojuist is gemaakt, ook worden
opgeslagen in de RAW-indeling (RAW-data opslaan).
U kunt rasterlijnen weergeven in de enkelbeeldweergave.
Stel dit in bij [Rasterweergave] van [Beeldweergave]
in menu B1. (p.31)
d
Wisselt tussen de SD1- en SD2-
kaart.
H
Slaat de RAW-gegevens op
(alleen wanneer een JPEG-
opname was gemaakt en de
gegevens in de buffer blijven).
G
Wijzigt het type informatie dat
wordt weergegeven (p.15).
B
Hiermee geeft u het
weergavepalet weer (p.86).
K1-OPM-NL.book Page 48 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
49
Stel bij [Geheugenkaartopties] in menu A2 in welke
opnamemethode wordt gebruikt wanneer twee
geheugenkaarten zijn geplaatst.
In de stand C worden de gegevens op de kaart in SD1
of in SD2 opgeslagen.
Stel de bestandsindeling voor foto’s in bij [Opname-instell.
foto's] in menu A2.
u Let op
Wanneer [Geheugenkaartopties] is ingesteld op [RAW/JPEG
afzonderlijk], dan is [Bestandsindeling] vast ingesteld op
[RAW+].
t Memo
Wanneer [Bestandsindeling] is ingesteld op [RAW+], dan
worden tegelijkertijd een JPEG-opname en een RAW-
opname opgeslagen met hetzelfde bestandsnummer.
U kunt de instellingen zo wijzigen dat u foto’s kunt maken
in een andere bestandsindeling wanneer X of Y wordt
ingedrukt. (p.110)
[PEF] van [RAW-formaat] is een originele RAW-
bestandsindeling van PENTAX.
Stel de bestandsindeling voor films in bij [Opname-instell. films]
in menu C1.
U kunt de beeldhoek wijzigen bij [Bijsnijden] in menu A2
en C1.
De opname-instellingen
configureren
Instellingen geheugenkaart
A2/C1
W
Opeenvolgend
De gegevens worden opgeslagen
op de kaart in SD2 als de
geheugenkaart in SD1 vol is.
Y
Opslaan op beide
Slaat dezelfde gegevens op zowel
de geheugenkaart in SD1 als
de geheugenkaart in SD2 op.
Z
RAW/JPEG
afzonderlijk
Slaat de RAW-gegevens op
de geheugenkaart in SD1 op,
en de JPEG-gegevens
op de kaart in SD2.
Opname-instellingen foto's
A2
Bestandsindeling JPEG, RAW, RAW+
JPEG-resolutie q, p, o, r
JPEG kwaliteitsniveau m, l, k
RAW-formaat PEF, DNG
Kleurruimte sRGB, AdobeRGB
Opname-instellingen films
C1
Resolutie Beeldsnelheid
u
60i, 50i, 30p, 25p, 24p
t
60p, 50p
Instelling van de beeldhoek
A2/C1
1
Wijzigt automatisch
de beeldhoek afhankelijk
van het objectief dat op
de camera is aangesloten.
2
Stelt de beeldhoek in de
indeling 35 mm full-frame in.
3
Biedt een beeldhoek die gelijk
is aan die van de beeldsensor
van het APS-C-formaat.
99 99 9
99999
99 99 9
99999
Bijsnijden
Bijsnijden
Opname-instell. foto's
Opname-instell. foto's
Geheugenkaartopties
Geheugenkaartopties
Ruisonderdrukking
Ruisonderdrukking
Instellingen D-range
Instellingen D-range
Annul.
Annul.
OK
OK
K1-OPM-NL.book Page 49 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
50
t Memo
De beeldhoek kan ook worden gewijzigd met de Smart-
functie. (p.20)
Selecteer 3 als u een uitsnede wilt dat overeenkomt met de
beeldsensor van het APS-C-formaat, ongeacht welk objectief
wordt gebruikt (DA-objectieven of objectieven die compatibel
zijn met 35mm full-frame, zoals D FA-objectieven). Selecteer
1 als u wilt dat de camera automatisch de beeldhoek
selecteert tussen 35mm full-frame en het APS-C-formaat,
afhankelijk van welk objectief wordt gebruikt.
Het uitsnijkader wordt weergegeven in de zoeker als
de beeldhoek wordt gewijzigd. (p.18)
Selecteer de opnamestand die geschikt is voor het onderwerp
en de opnameomstandigheden.
Op deze camera zijn de volgende opnamestanden beschikbaar.
x: Beschikbaar #: Beperkt ×: Niet beschikbaar
*1 U kunt bij [Instelling e-knoppen] van [Knoppen aanpassen] in menu
A5 instellen welke waarde moet worden gewijzigd. (p.111)
*2 [ISO AUTO-instelling] is niet beschikbaar.
*3 Vast ingesteld op [ISO AUTO-instelling].
*4 U kunt bij [7 Flitssynchronisatiesnelh.] in menu E1
de flitssynchronisatiesnelheid instellen.
Foto’s maken
Opnamestand Functie Pagina
R
(Auto analyseren
scène)
Stelt automatisch de
optimale opname-
instellingen in.
p.44
G/H/I/J/K/
L/M/N
(Belichtingsstanden)
Hiermee kunt u de sluitertijd,
diafragmawaarde en de
gevoeligheid instellen.
p.50
O t/m 5
(USER-standen)
Hiermee kunt u
veelgebruikte
belichtingsstanden en
opname-instellingen
samen opslaan.
p.112
Belichtingsstanden
Stand
Sluitertijd
wijzigen
Diafragma
wijzigen
Gevoeligheid
wijzigen
Belichtingscorrectie
G
Programma Automatische
belichting
#
*1
#
*1
xx
H
Gevoeligheidsvoorkeuze
bij automatische belichting
××
x
*2
x
I
Sluitertijdvoorkeuze met
automatische belichting
x
×
xx
J
Diafragmavoorkeuze met
automatische belichting
×
xxx
K
Sluitertijdvoorkeuze &
diafragmavoorkeuze met
automatische belichting
xx
×
*3
x
L
Handmatige belichting
xx
x
*2
x
M
Bulb-belichting
×
x
x
*2
×
N
Flitser X-sync snelheid
×
*4
x
x
*2
x
K1-OPM-NL.book Page 50 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
51
1 Draai het moduswiel naar de gewenste
belichtingsstand.
Q of R wordt op het
statusscherm getoond voor
de waarde die kan worden
gewijzigd.
De waarde die kan worden
gewijzigd is in de zoeker
onderstreept.
De waarden van de huidige
camera-instellingen worden
weergegeven op het LCD-
display.
Tijdens de Live weergave
verschijnt D voor de waarde
die kan worden gewijzigd.
2 Draai aan R.
De diafragmawaarde wordt
gewijzigd in de stand J,
K, L, M of N.
De gevoeligheid wordt gewijzigd
in de stand H.
3 Draai aan Q.
De sluitertijd wordt gewijzigd
in de stand I, K, of L.
t Memo
De instellingen voor de belichting kunnen worden opgegeven
in stappen van 1/3 LW. Bij [1 LW-stappen] in menu E1 kunt
u de instellingsstappen wijzigen in stappen van 1/2 LW.
In de stand L of N wordt het verschil ten opzichte van de
juiste belichting weergegeven in de LW-staafgrafiek terwijl
de belichting wordt aangepast.
Voor elke belichtingsstand kunt u de werking van de camera
instellen voor wanneer aan Q of R wordt gedraaid of
M wordt ingedrukt. Stel dit in bij [Instelling e-knoppen]
van [Knoppen aanpassen] in menu A5. (p.111)
u Let op
De juiste belichting wordt mogelijk niet bereikt met
de geselecteerde sluitersnelheid en diafragmawaarde
wanneer de gevoeligheid vast ingesteld is op een bepaalde
gevoeligheid.
In de stand M kan de transportstand niet worden ingesteld op
[Continuopname], [Bracketing] of [Intervalopname].
Wanneer opnamen worden gemaakt met een lange sluitertijd,
kunt u beeldruis verminderen bij [Ruisond. lange sltrtijd] van
[Ruisonderdrukking] in menu A2.
1/1/
3030
10 0100
FF
4.54.5
99 99 999999
99 99 999999
1/
30
1/
30
F4.5
F4.5
100
100
9999
9999
Ruisonderdrukking bij het maken van
opnamen met een lange sluitertijd
A2
AUTO
Past ruisonderdrukking toe volgens de sluitertijd,
gevoeligheid en interne temperatuur van de camera.
AAN
Past ruisonderdrukking toe als de sluitertijd
langzamer is dan 1 seconde.
UIT Past bij geen enkele sluitertijd ruisonderdrukking toe.
K1-OPM-NL.book Page 51 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
52
Bij [Programmalijn] in menu A1 kunt u opgeven hoe
de belichting wordt geregeld.
De instelling van Programmalijn wordt ingeschakeld in de
volgende situaties.
In de stand G of H
Wanneer bij [Instelling e-knoppen] van [Knoppen aanpassen]
in menu A5 de optie GLINE is ingesteld voor de M-werking
van K of L
De correctiewaarde kan worden ingesteld tussen -5 en +5 LW
(-2 en +2 LW in de stand C).
1 Druk op J en draai
vervolgens aan R.
e en de correctiewaarde worden
tijdens instelling weergegeven
op het statusscherm, het LCD-
display, het Live weergave-
scherm en in de zoeker.
Beschikbare bedieningshandelingen
t Memo
De correctiewaarde kan ook worden gewijzigd met de Smart-
functie. (p.20)
Programmalijn A1
A
AUTO Bepaalt de juiste instellingen.
B
Normaal
Selecteert de automatische
belichting van het
basisprogramma
(allround-stand).
C
Hogesnelheidvoork.
Geeft prioriteit aan hoge
sluitertijden.
D
Scherptediepte groot
Sluit het diafragma voor een
diepere scherptediepte.
E
Scherptediepte klein
Opent het diafragma voor een
minder diepe scherptediepte.
F
MTF-voorkeuze
Stelt het scherpste diafragma in
van het aangesloten objectief
bij gebruik van een D FA-, DA-,
DA L-, FA- of FA J-objectief.
Belichtingscorrectie
J
Start/beëindigt de wijziging van
de correctiewaarde.
M
Stelt de instelwaarde terug naar
de standaardinstelling.
ISO
Wi-Fi
HDR
BKT
CH/CL
ISO
Wi
-
Fi
Crop
SR
Grid
K1-OPM-NL.book Page 52 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
53
1 Draai de keuzeschakelaar van de opnamestand
naar C.
Live weergave wordt getoond.
2 Gebruik het moduswiel om een belichtingsstand
te selecteren.
G, I, J, K of L kan worden geselecteerd.
3 Gebruik Q of R om de belichting in te stellen.
4 Stel scherp op het onderwerp.
Druk in de stand v de knop 0 half in.
5 Druk 0 volledig in.
De video-opname start.
In de linkerbovenhoek van de monitor knippert “REC”
en wordt de grootte van het opgenomen videobestand
weergegeven.
6 Druk 0 nogmaals volledig in.
De video-opname stopt.
u Let op
Wanneer u een video opneemt met geluid, worden ook
de bedieningsgeluiden van de camera opgenomen.
Bij het opnemen van een video met een
beeldverwerkingsfunctie, zoals een toegepast digitaal filter,
wordt het videobestand mogelijk opgeslagen terwijl een
aantal beeldjes is weggelaten.
De camera stopt mogelijk met opnemen als de interne
temperatuur van de camera te hoog wordt.
Als een intrekbaar objectief aangesloten is, stopt de camera
met opnemen indien het objectief wordt ingeschoven
en verschijnt er een foutbericht.
In de stand C is de Wi-Fi-functie uitgeschakeld.
t Memo
Wanneer het moduswiel in een andere stand is ingesteld dan
in een van de standen die staan beschreven bij stap 2,
dan werkt de camera in de stand G.
U kunt de video-instellingen wijzigen in de menu’s C1-2.
(p.29)
Het geluidsvolume voor video’s kan worden ingesteld bij
[Instelling geluidsvol.] in menu C1.
Activering van de reductie van windruis elimineert de lage
geluidstonen. Het verdient aanbeveling deze functie op [Uit]
te zetten als reductie niet nodig is.
U kunt video opnemen tot maximaal 4 GB of 25 minuten.
Als de geheugenkaart vol is, stopt het opnemen.
Video’s opnemen
99'99"
99'99"
Geluid
Opneembare tijd
Niveau opnamegeluid AUTO, 0 t/m 20
Reductie windruis Aan, Uit
Volume hoofdtelefoon 0 t/m 20
K1-OPM-NL.book Page 53 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
54
1 Geef in de
enkelbeeldweergave van
de weergavestand de video
weer die u wilt afspelen.
Beschikbare bedieningshandelingen
t Memo
Het geluidsvolume aan het begin van videoweergave kan
worden ingesteld bij [Volume afspeelgeluid] in menu B1. (p.31)
Met [Video bewerken] van het weergavepalet kan een
videobestand worden gesplitst in meerdere segmenten of
kunnen geselecteerde beeldjes worden gewist. (p.95)
Gebruik van een microfoon
of hoofdtelefoon
U verkleint het risico dat de
camera bedieningsgeluiden
opneemt door een commercieel
verkrijgbare stereomicrofoon
aan te sluiten op het
microfoonaansluitpunt.
De volgende specificaties
worden aanbevolen voor
externe microfoons.
U kunt video’s opnemen en afspelen terwijl u luistert naar het
geluid via een hoofdtelefoon die aangesloten is op de
hoofdtelefoonaansluiting.
Microfoonaansluitpunt
Hoofdtelefoonaansluitpunt
Plug Stereominiplug (ø 3,5 mm)
Formatteren Stereo electreet condensator
Voeding
Plug-in-voedingsmethode
(werkspanning van 2,0 V of lager)
Impedantie 2,2 kΩ
Video’s afspelen
A
Speelt de video-opname af of last
een pauze in.
D
Springt een beeldje vooruit
(tijdens pauze).
Druk op D
en houd deze
ingedrukt
Speelt snel vooruit af.
C
Springt een beeldje achteruit
(tijdens pauze).
Druk op C
en houd deze
ingedrukt
Speelt snel achteruit af.
B
Stopt de weergave.
R
Past het geluidsvolume aan
(21 niveaus).
H
Slaat het weergegeven beeldje op
als JPEG-bestand (tijdens pauze).
G
Wisselt tussen [Standaard
infoweergave] en [Geen
infoweergave].
10'30"
10'30"
100-0001
100-0001
K1-OPM-NL.book Page 54 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
55
1 Druk op N en draai
vervolgens aan R.
De gevoeligheid verandert
die wordt weergegeven op het
Live weergave-scherm en het
LCD-display en in de zoeker.
Druk op M om de gevoeligheid in
te stellen op [ISO AUTO-instelling].
t Memo
De gevoeligheid kan ook worden gewijzigd met de Smart-
functie. (p.20)
In de stand C kan de gevoeligheid worden ingesteld tussen
ISO 100 en ISO 3200.
De instellingsstappen voor de gevoeligheid zijn stappen
van 1 LW. Om de gevoeligheid aan te passen volgens
de LW-stap-instelling voor belichting, stelt u dit in
bij [2 Gevoeligheidsstappen] in menu E1.
U kunt het bereik instellen
waarbinnen de gevoeligheid
automatisch wordt aangepast
wanneer de gevoeligheid is
ingesteld op [ISO AUTO-instelling].
Stel dit in bij [ISO AUTO-instelling]
in menu A1.
U kunt bij [AUTO ISO-parameters] opgeven hoe
de gevoeligheid wordt verhoogd.
u Let op
Wanneer [HDR-opname] in menu A3 is ingeschakeld en
[Automatisch uitlijnen] is ingesteld op Z (Aan), dan wordt
[AUTO ISO-parameters] vast ingesteld op J.
U kunt de ruisonderdrukkingsinstelling instellen voor het maken
van opnamen met een hoge ISO-gevoeligheid.
1 Selecteer [Ruisonderdrukking] in menu A2 en druk
op D.
Het scherm [Ruisonderdrukking] verschijnt.
2 Selecteer [Ruisond. hoge ISO-wrd] en druk op D.
3 Selecteer het niveau
van de ruisonderdrukking
en druk op E.
De belichting instellen
Gevoeligheid
Het bereik van ISO AUTO instellen A1
ISO
Wi-Fi
HDR
BKT
CH/CL
ISO
Wi
-
Fi
Crop
SR
Grid
32003200
100100
ISO-bereik (maximum)ISO-bereik (maximum)
ISO-bereik (minimum)ISO-bereik (minimum)
AUTO ISO-parametersAUTO ISO-parameters
ISO AUTO-instellingISO AUTO-instelling
H
Verhoogt de gevoeligheid zo weinig mogelijk.
I
Verhoogt de gevoeligheid op tussenliggend niveau
tussen H en J.
J
Verhoogt de gevoeligheid actief.
Ruisonderdrukking bij het maken van
opnamen met een hoge ISO-gevoeligheid
A2
AUTO
Past in het gehele ISO-bereik optimaal
berekende ruisonderdrukkingsniveaus toe.
Zwak/Normaal/
Sterk
Past in het gehele ISO-bereik
ruisonderdrukking toe met een
constant gekozen niveau.
RuisonderdrukkingRuisonderdrukking
Ruisond. hoge ISO-wrdRuisond. hoge ISO-wrd
Ruisond. lange sltrtijdRuisond. lange sltrtijd
Annul.Annul. OKOK
K1-OPM-NL.book Page 55 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
56
Ga verder naar stap 7 wanneer een andere optie dan
[AANGEPAST] is geselecteerd.
4 Selecteer [Instelling] en druk op D.
5 Selecteer het niveau van de
ruisonderdrukking voor elke
ISO-instelling.
Beschikbare bedieningshandelingen
6 Druk op F.
Het scherm van stap 3 verschijnt opnieuw.
7 Druk tweemaal op F.
Selecteer het gedeelte van de sensor dat moet worden gebruikt
voor het meten van de helderheid en het bepalen van
de belichting.
1 Draai aan R terwijl u 2
indrukt.
t Memo
De meetmethode kan ook worden ingesteld bij [Autom.
lichtmeting] in menu A1 en C1.
AANGEPAST
Past voor elke ISO-instelling
ruisonderdrukking toe op een door
de gebruiker ingesteld niveau.
UIT
Past in geen enkele ISO-instelling
ruisonderdrukking toe.
R
Toont de volgende/vorige pagina.
M
Stelt het niveau van de ruisonderdrukking
terug naar de standaardinstelling.
1
100
100
200
200
400
400
800
800
1600
1600
3200
3200
6400
6400
ISO
ISO
ISO
ISO
ISO
ISO
ISO
ISO
ISO
ISO
ISO
ISO
ISO
ISO
Ruisond. hoge ISO-wrd
Ruisond. hoge ISO-wrd
Reset
Reset
Automatische lichtmeting
A1/C1
A
Meervlaks
Meet de helderheid in meerdere
verschillende zones van de sensor.
Op locaties met tegenlicht wordt
in deze stand de belichting
automatisch aangepast.
B
Centraal
Meet de helderheid met een nadruk
op het midden van de sensor.
De gevoeligheid wordt groter in het
midden en ook in omstandigheden
met tegenlicht wordt geen
automatische afstelling uitgevoerd.
C
Spot
Meet de helderheid alleen in een
beperkt gebied in het midden
van de sensor.
Bruikbaar wanneer het onderwerp
klein is.
1/
1/
25 0
250
16 00
1600
F
F
5.6
5.6
99 99 9
99999
99 99 9
99999
K1-OPM-NL.book Page 56 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
57
Stel de schakelaar van de
scherpstelstand in op v of w.
De autofocusmethode voor het maken van opnamen
met de zoeker verschilt van die voor het maken van
opnamen met Live weergave.
De scherpstellingsmethode
instellen
Opnamen
maken met
de zoeker
DDL-detectie AF op basis van Phase Matching:
Kies tussen x en y.
Stel het scherpstelgebied door een AF-punt
te selecteren. (p.58)
Snellere autofocusprestatie dan
contrastdetectie AF is mogelijk.
Opnamen
maken
met Live
weergave
Contrastdetectie AF:
Gezichtsherkenning en Traceren zijn
beschikbaar. (p.60)
Scherp stellen op het onderwerp met de knop I
U kunt I gebruiken om scherp
te stellen op het onderwerp.
De werking van de knop I kan
worden ingesteld bij [Knoppen
aanpassen] in menu A5 en C2.
(p.109)
K1-OPM-NL.book Page 57 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
58
1 Draai aan Q terwijl u b
indrukt.
u Let op
In de stand R is de AF-modus vast ingesteld op x.
1 Draai aan R terwijl u
op b
drukt.
De AF-modus instellen bij het maken
van opnamen met de zoeker
A1
x
Enkele
opname
Wanneer 0 half wordt ingedrukt en
het onderwerp scherp gesteld is, wordt de
scherpstelling op die positie vergrendeld.
Het AF-hulplicht wordt zo nodig
ingeschakeld.
y
Continu-
stand
Het onderwerp blijft scherp door
voortdurende aanpassing terwijl 0
half ingedrukt wordt.
De sluiter kan zelfs worden ontspannen
als het onderwerp niet scherp is.
1/1/
25 0250
16 001600
FF
5.65.6
99 99 999999
99 99 999999
Het scherpstelgebied (AF-punt) selecteren A1
K
Auto
(33 AF-punten)
De camera kiest uit 33 AF-punten
automatisch het optimale
scherpstelgebied.
I
Zoneselectie
De camera kiest uit 9 AF-punten
automatisch het optimale
scherpstelgebied.
E
Selecteren
Stelt het scherpstelgebied in
op het punt dat door de gebruiker
uit 33 punten is geselecteerd.
F
Uitgebr. AF-
gebied (S)
Stelt het scherpstelgebied in op
het punt dat door de gebruiker uit
33 punten is geselecteerd. Als het
onderwerp uit het geselecteerde
scherpstelgebied verdwijnt nadat het
scherp is gesteld, worden 8 perifere
punten als backup-punten gebruikt.
Alleen beschikbaar in de stand y.
G
Uitgebr. AF-
gebied (M)
Stelt het scherpstelgebied in op
het punt dat door de gebruiker
uit 33 punten is geselecteerd. Als
het onderwerp uit het geselecteerde
scherpstelgebied verdwijnt nadat het
scherp is gesteld, worden 24 perifere
punten als backup-punten gebruikt.
Alleen beschikbaar in de stand y.
1/
1/
25 0
250
16 00
1600
F
F
5.6
5.6
99 99 9
99999
99 99 9
99999
K1-OPM-NL.book Page 58 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
59
Ga verder naar stap 2 als er een andere stand dan K
of D is geselecteerd.
2 Selecteer het gewenste
AF-punt.
Beschikbare bedieningshandelingen
u Let op
In de stand R wordt de selectiestand van het
scherpstelgebied vast ingesteld op K.
t Memo
Q wordt weergegeven in de zoeker wanneer het AF-punt
kan worden gewijzigd. Het geselecteerde AF-punt kan ook
worden gecontroleerd in de zoeker. (p.18)
Voor de werking van de autofocus voor wanneer opnamen
worden gemaakt met de zoeker kunnen de volgende opties
worden ingesteld bij [Fasedetectie AF] in menu A1.
U kunt bij [20 Wijzigingsknop AF-punt] in menu E3 de
werking van de knoppen selecteren voor wanneer het
scherpstelgebied wordt gewijzigd.
H
Uitgebr. AF-
gebied (L)
Stelt het scherpstelgebied in op
het punt dat door de gebruiker uit
33 punten is geselecteerd. Als het
onderwerp uit het geselecteerde
scherpstelgebied verdwijnt nadat het
scherp is gesteld, worden 32 perifere
punten als backup-punten gebruikt.
Alleen beschikbaar in de stand
y.
D
Spot
Selecteert het midden van de
33 punten als scherpstelgebied.
ABCD
Wijzigt het AF-punt.
E
Plaatst het AF-punt terug in het midden.
c
Hiermee wordt de stand ‘AF-punt
wijzigen’ of het gebruik van de
richtingsknoppen ingesteld als de functie
van de pijltoetsen (ABCD).
1/1/
25 0250
16 001600
FF
5.65.6
99 99 999999
99 99 999999
AF-modus x, y
Actief AF-gebied K, I, E, F, G, H, D
AF.S-instelling
Scherpstellingsvoorkeuze,
Sluitervoorkeuze
Actie 1e beeldje AF.C
Auto,
Scherpstellingsvoorkeuze,
Sluitervoorkeuze
Actie bij AF.C Continu
Auto,
Scherpstellingsvoorkeuze,
FPS-voorkeuze
AF-status vasthouden Uit, Zwak, Normaal, Sterk
Type 1
Hiermee wordt de stand ‘AF-punt wijzigen’ of het
gebruik van de richtingsknoppen ingesteld als de
functie van de pijltoetsen (ABCD) wanneer c
wordt ingedrukt.
Type 2
K1-OPM-NL.book Page 59 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
Bij [AF-status vasthouden] kunt u instellen of u de autofocus
onmiddellijk opnieuw wilt activeren of dat u de scherpstelling
gedurende een bepaalde tijd wilt vasthouden voordat
autofocus opnieuw wordt geactiveerd wanneer het onderwerp
uit het geselecteerde scherpstelgebied verdwijnt nadat het
scherp is gesteld. De standaardinstelling is om kort nadat het
onderwerp niet langer meer scherp is, autofocus opnieuw te
activeren.
Hiermee wordt het gebruik van de richtings-
knoppen ingesteld als de functie van de pijltoetsen
(ABCD) alleen wanneer c wordt ingedrukt.
3
Opnamen maken
60
1 Draai aan R terwijl u op
b drukt.
u Let op
In de stand R is de AF-modus vast ingesteld op e.
De AF-modus tijdens Live
weergave instellen
A1/C1
e
Gezichtsherkenning
Detecteert en traceert
gezichten van mensen.
Het detectiekader voor het
belangrijkste gezicht voor AF
en AE wordt in geel
weergegeven.
f
Traceren
Volgt het onderwerp dat
scherp is gesteld.
De sluiter kan zelfs worden
ontspannen als het
onderwerp niet scherp is.
1/
2000
1/
2000
F2.8
F2.8
1600
1600
9999
9999
Gezichtsherkenning
Gezichtsherkenning
g
Meerdere AF-punten
Het scherpstelgebied wordt
ingesteld op het gewenste
gebied.
De sensor is verdeeld in
35 gebieden (7 horizontaal
bij 5 verticaal), en u kunt
kiezen uit een breder of
smaller scherpstelgebied
door gebruik te maken van 1,
9, 15 of 25 van die 35
beschikbare gebieden.
h
Selecteren
Stelt het scherpstelgebied
in op basis van het aantal
pixels.
i
Spot
Stelt het scherpstelgebied
in op een beperkt gebied
van het midden.
K1-OPM-NL.book Page 60 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
61
U kunt de positie en het bereik van het autofocusgebied
(AF-gebied) instellen.
1 Stel de AF-modus in op g of h.
2 Druk op c.
3 Selecteer het AF-gebied.
Gebruik het kader dat op de
monitor verschijnt om de positie
en grootte van het AF-gebied
te wijzigen.
Beschikbare bedieningshandelingen
4 Druk op E.
Het AF-gebied wordt ingesteld.
t Memo
Voor de werking van de autofocus voor wanneer opnamen
worden gemaakt met Live weergave kunnen de volgende
opties worden ingesteld bij [Contrastdetectie AF] in menu
A1 en C1.
Wanneer [Scherpe contouren] is ingesteld op [AAN], dan wordt
de contour van het scherp gestelde onderwerp benadrukt, wat
het gemakkelijker maakt om de scherpstelling te controleren.
Deze functie werkt zowel in de stand v als w.
U kunt uw objectieven met behulp van het autofocussysteem
van de camera precies fijn afstemmen.
1 Selecteer [25 AF-aanpassing] in menu E4
en druk op D.
Het scherm [25 AF-aanpassing] verschijnt.
2 Selecteer [Toepassen op alle] of [Toepassen op 1]
en druk op E.
3 Selecteer [Instelling]
en pas de waarde aan.
Beschikbare bedieningshandelingen
4 Druk op E.
De aanpassingswaarde wordt opgeslagen.
5 Druk tweemaal op F.
De camera keert terug naar de standby-stand.
Selecteren van het gewenste scherpstelgebied
ABCD
Wijzigt de positie van het AF-gebied.
R
Vergroot/verkleint de grootte van het
AF-gebied (als g is geselecteerd).
M
Zet het AF-gebied terug naar
het midden.
Contrast-AF e, f, g, h, i
Scherpe contouren AAN, UIT
Opties Contrast-AF
Scherpstellingsvoorkeuze,
Sluitervoorkeuze
OK
OK
AF-aanpassing
E4
Toepassen
op alle
Dezelfde aanpassing wordt toegepast
op alle objectieven.
Toepassen
op 1
Slaat een instellingswaarde op voor het
gebruikte objectief. (Tot 20 waarden)
D/R naar rechts Stelt dichterbij scherp.
C/R naar links Stelt verder weg scherp.
M
Stelt de instelwaarde terug
naar de standaardinstelling.
±0
±0
±0
±0
3
3
25
25
AF-aanpassing
AF-aanpassing
Toepassen op 1
Toepassen op 1
Instelling
Instelling
Individ. instell. resetten
Individ. instell. resetten
Opslaan
Opslaan
Annul.
Annul.
K1-OPM-NL.book Page 61 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
62
Draai de hoofdschakelaar naar U om
de voorbeeldfunctie te gebruiken.
Er zijn twee voorbeeldmethoden.
1 Selecteer [Knoppen aanpassen] in menu A5
en druk op D.
Het scherm [Knoppen aanpassen] verschijnt.
2 Selecteer [Voorbeeld-wiel] en druk op D.
Het scherm [Voorbeeld-wiel] verschijnt.
3 Selecteer [Optisch voorbeeld] of [Digitaal
voorbeeld] en druk op E.
Voor Digitaal voorbeeld kan
worden ingesteld welke
informatie en opties tijdens
weergave van Digitaal voorbeeld
worden getoond.
4 Druk driemaal op F.
De camera keert terug naar de standby-stand.
t Memo
Ongeacht de instelling wordt Optisch voorbeeld altijd gebruikt
in de volgende situaties.
Wanneer de transportstand is ingesteld op [Opn. spiegel-
omhoog-vergr.], [Meerdere opnamen] of [Intervalopname]
Bij gebruik van de functie Sterrenvolger
In de stand C
u Let op
De effecten van sommige functies kunnen niet worden
gecontroleerd tijdens Digitaal voorbeeld of worden niet
toegepast op de opgeslagen voorbeeldopname.
De scherptediepte controleren (Voorbeeld)
Optisch
voorbeeld
Activeert de functie Optisch voorbeeld om de
scherptediepte te controleren met de zoeker.
Digitaal
voorbeeld
Activeert de functie Digitaal voorbeeld om
de compositie, belichting en scherpstelling
op de monitor te controleren.
U kunt de voorbeeldopname vergroten
of opslaan.
De voorbeeldmethode instellen A5
ISO
HDR
BKT
CH/CL
ISO
Digitaal voorbeeldDigitaal voorbeeld
Controle met vergrot.Controle met vergrot.
Digitaal voorbeeld opsl.Digitaal voorbeeld opsl.
HistogramweergaveHistogramweergave
OverbelichtingOverbelichting
Voorbeeld-wielVoorbeeld-wiel
K1-OPM-NL.book Page 62 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
63
1 Druk op A in de standby-stand.
Het transportstandscherm
verschijnt.
2 Selecteer een transportstand.
u Let op
Er gelden voor sommige transportstanden beperkingen als
deze worden gebruikt in combinatie met bepaalde andere
functies. (p.119)
t Memo
Ook nadat de camera is uitgeschakeld, wordt de instelling
van de transportstand opgeslagen. Als [Transportstand] is
ingesteld op Y (Uit) bij [Geheugen] in menu A5, dan keert
de instelling terug naar [Enkelbeeldopname] wanneer de
camera wordt uitgeschakeld. (p.114)
De optie [Shake Reduction] in menu A4 wordt automatisch
ingesteld op [UIT] wanneer de transportstand is ingesteld
op [Zelfontspanner], [Afstandsbediening] of [Opn. spiegel-
omhoog-vergr.]. Als u de functie Shake Reduction niet wilt
uitschakelen, stelt u dit in bij [21 Auto SR Uit] in menu E3.
De transportstand instellen
Enkelbeeldopname
(L)
Normale opnamestand
Continuopname
(Z/a/b)
Er worden continu opnamen
gemaakt terwijl u 0
ingedrukt houdt. (p.64)
Zelfontspanner
(O/P/Y)
De sluiter wordt ontspannen na
circa 12 seconden of 2 seconden
nadat op 0 is gedrukt. (p.64)
Afstandsbediening
(Q/R/S)
Activeert opnamen met de
afstandsbediening. (p.65)
Bracketing
(T/1/U)
Maakt drie opeenvolgende
opnamen met verschillende
belichtingniveaus. (p.65)
Opn. spiegel-
omhoog-vergr.
(c/d)
Maakt opnamen met de spiegel
omhoog. (p.67)
Meerdere opnamen
(V/z/W/X)
Creëert een samengestelde
opname door meerdere opnamen
te maken en deze tot één enkele
opname samen te voegen. (p.67)
Intervalopname
(q/U/V/w)
Maakt automatisch opnamen met
een ingesteld interval. (p.68)
EnkelbeeldopnameEnkelbeeldopname
Annul.Annul. OKOK
Als er licht binnendringt in de zoeker
Als de transportstand voor
de zelfontspanner of
afstandsbediening is
geselecteerd, dan wordt
de belichting mogelijk beïnvloed
door het licht dat de zoeker
binnendringt. Gebruik in dat geval
de vergrendeling van het belichtingsgeheugen of sluit
de optionele ME-zoekerkap aan. Verwijder de oogschelp
voordat u de ME-zoekerkap aansluit.
K1-OPM-NL.book Page 63 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
64
1 Selecteer Z in het scherm
van de transportstand
en druk op B.
2 Gebruik CD om Z, a of b te selecteren,
en druk op E.
De camera keert terug naar de standby-stand.
t Memo
Z, a en b kunnen ook worden geselecteerd met
de Smart-functie. (p.20)
Wanneer de AF-modus is ingesteld op x, dan wordt
de scherpstelpositie vergrendeld bij het eerste beeldje.
1 Selecteer O in het scherm
van de transportstand
en druk op B.
2 Gebruik CD om O, P of Y te selecteren.
Ga verder naar Stap 6 wanneer O of P is geselecteerd.
3 Druk op G.
4 Stel [Opnamesnelheid]
en [Aantal opnamen] in.
5 Druk op E.
Het scherm van stap 1 verschijnt opnieuw.
6 Druk op E.
De camera keert terug naar de standby-stand.
7 Druk 0 half in en vervolgens volledig.
De sluiter wordt na circa 12 seconden of 2 seconden
ontspannen.
Continuopname
Z
Continuopname (met hoge snelheid)
a
Continuopname (met middelhoge snelheid)
b
Continuopname (met lage snelheid)
Continuopname (H)Continuopname (H)
Annul.Annul. OKOK
Zelfontspanner
O
Zelfontspanner (de sluiter wordt na circa
12 seconden ontspannen)
P
Zelfontspanner (de sluiter wordt na circa
2 seconden ontspannen)
Y
Zelfontspanner + Continuopname
Zelfontspanner (12sec)Zelfontspanner (12sec)
Annul.Annul. OKOK
3
3
Zelfontspanner + Continu
Zelfontspanner + Continu
Opnamesnelheid
Opnamesnelheid
Aantal opnamen
Aantal opnamen
maal
maal
Annul.
Annul.
OK
OK
K1-OPM-NL.book Page 64 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
65
1 Selecteer Q in het scherm
van de transportstand
en druk op B.
2 Gebruik CD om Q, R of S te selecteren.
Ga verder naar Stap 6 wanneer O of R is geselecteerd.
3 Druk op G.
4 Stel [Opnamesnelheid] in.
5 Druk op E.
Het scherm van stap 1 verschijnt opnieuw.
6 Druk op E.
De camera keert terug naar de standby-stand.
7 Druk 0 half in.
8 Richt de afstandsbediening op de
afstandsbedieningssensor op de voorzijde
van de camera en druk de ontspanknop
van de afstandsbediening in.
t Memo
De afstandsbediening kan worden gebruikt tot maximaal een
afstand van circa 4 m vanaf de voorzijde van de camera.
Als u scherp wilt stellen met de afstandsbediening, stelt
u dit in bij [10 AF met afstandsbediening] in menu E2.
Bij gebruik van de waterdichte afstandsbediening Remote
Control Waterproof O-RC1 kan het autofocussysteem
worden geregeld met de knop q op de afstandsbediening.
De knop r kan niet worden gebruikt.
1 Selecteer T in het scherm
van de transportstand
en druk op B.
2 Gebruik CD om T, 1 of U te selecteren.
Ga verder naar stap 6 wanneer T is geselecteerd.
3 Druk op G.
Afstandsbediening
Q
Afstandsbediening
R
Afstandsbediening (de sluiter wordt
na circa 3 seconden ontspannen)
S
Afstandsbediening + Continuopname
AfstandsbedieningAfstandsbediening
Annul.Annul. OKOK
Continu opn afstandsbediening
Continu opn afstandsbediening
Opnamesnelheid
Opnamesnelheid
Annul.
Annul.
OK
OK
Bracketing
T
Bracketing
1
Bracketing + Zelfontspanner
U
Bracketing + Afstandsbediening
±0.3EV
±0.3EV
x3
x3
Bracketing
Bracketing
Annul.
Annul.
OK
OK
Reset
Reset
K1-OPM-NL.book Page 65 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
66
4 Selecteer de
bedieningsstand.
5 Druk op E.
Het scherm van stap 1 verschijnt opnieuw.
6 Stel het aantal opnamen en de bracketwaarde in.
Beschikbare bedieningshandelingen
7 Druk op E.
De camera keert terug naar de standby-stand.
8 Maak de opnamen.
Nadat opnamen zijn gemaakt, keert de camera terug naar
de standby-stand.
t Memo
De bracketwaarde kan worden ingesteld in stappen
van 1/3 LW of 1/2 LW volgens de instelling die is gekozen
bij [1 LW-stappen] in menu E1.
De volgende instellingen voor Bracketing kunnen worden
ingesteld in menu E2.
De bracketwaarde kan ook worden gewijzigd met de Smart-
functie. (p.20)
Q
Stelt het aantal opnamen in.
R
Wijzigt de bracketwaarde
(tot maximaal ±3 LW).
JR
Wijzigt de belichtingscorrectiewaarde.
M
Hiermee wordt de correctiewaarde
teruggezet naar de standaardinstelling.
Bracketing
Bracketing
Zelfontspanner
Zelfontspanner
Annul.
Annul.
OK
OK
BracketingBracketing
AfstandsbedieningAfstandsbediening
Annul.Annul. OKOK
11 Volgorde bracketing
Wijzigt de opnamevolgorde van
opnamen.
12 Bracketing-in-één
Maakt alle opnamen door de
sluiter éénmaal te ontspannen.
K1-OPM-NL.book Page 66 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
67
1 Selecteer c
in het scherm van
de transportstand
en druk op B.
2 Gebruik CD om c of d te selecteren.
3 Druk op E.
De camera keert terug naar de standby-stand.
4 Druk 0 half in en vervolgens volledig.
De spiegel klapt open en de vergrendeling van het
belichtingsgeheugen wordt geactiveerd.
5 Druk 0 nogmaals volledig in.
De spiegel gaat terug naar de oorspronkelijke positie nadat
de opname is gemaakt.
t Memo
De spiegel keert automatisch terug naar de oorspronkelijke
positie als er 1 minuut is verstreken nadat de spiegel
is opengeklapt.
u Let op
Opnamen met vergrendeling van de spiegel omhoog kan niet
worden geselecteerd worden bij Live weergave.
1 Selecteer V in het scherm
van de transportstand en
druk op B.
2 Gebruik CD om V, z, W of X te selecteren.
Ga verder naar Stap 6 als u de opnameomstandigheden
niet hoeft te wijzigen.
3 Druk op G.
4 Stel de opname-
omstandigheden in.
5 Druk op E.
Het scherm van stap 1 verschijnt opnieuw.
Opnamen maken met vergrendeling spiegel
omhoog
c
Opn. spiegel-omhoog-vergr.
d
Opn. spiegel-omhoog-vergr. +
Afstandsbediening
Opn. spiegel-omhoog-vergr.Opn. spiegel-omhoog-vergr.
Annul.Annul. OKOK
Meerdere opnamen
V
Meerdere opnamen
z
Meerdere opnamen + Continuopname
W
Meerdere opnamen + Zelfontspanner
X
Meerdere opnamen + Afstandsbediening
Compositiemodus
Selecteer [Gemiddeld], [Toenemend]
of [Helder].
Aantal opnamen Kies een waarde tussen 2 en 2000.
Opnamesnelheid/
Zelfontspanner/
Afstandsbediening
Specificeer de bedieningsstand voor
de geselecteerde opnamestand.
00020002
DubbelopnamenDubbelopnamen
Annul.Annul.
Aanp. parameterAanp. parameter
CompositiemodusCompositiemodus
Aantal opnamenAantal opnamen
GemiddeldGemiddeld
OKOK
maalmaal
00020002
DubbelopnamenDubbelopnamen
CompositiemodusCompositiemodus GemiddeldGemiddeld
OpnamesnelheidOpnamesnelheid
Aantal opnamenAantal opnamen maalmaal
Annul.Annul. OKOK
K1-OPM-NL.book Page 67 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
68
6 Druk op E.
De camera keert terug naar de standby-stand.
7 Maak de opnamen.
Momentcontrole wordt weergegeven.
Beschikbare bedieningshandelingen tijdens
Momentcontrole
Nadat het opgegeven aantal opnamen is gemaakt, keert de
camera terug naar de standby-stand.
t Memo
Samengestelde opnamen worden in elke compositiemodus
als volgt gemaakt.
1 Selecteer q in het scherm
van de transportstand
en druk op B.
2 Gebruik CD om q, U, V of w te selecteren.
Ga verder naar Stap 6 als u de opnameomstandigheden
niet hoeft te wijzigen.
3 Druk op G.
L
Verwijdert de opnamen die tot op dat
moment werden gemaakt, en maakt
opnieuw opnamen vanaf de eerste opname.
F
Slaat opnamen op die tot op dat moment
werden gemaakt en toont menu A.
Gemiddeld
Creëert een samengestelde opname
met de gemiddelde belichting.
Toenemend
Creëert een samengestelde opname
met de cumulatief toegevoegde belichting.
Helder
Creëert een samengestelde opname die
alleen de gedeelten vervangt die helderder
zijn in vergelijking met de eerste opname.
Intervalopname
q
Intervalopname
Maakt opnamen met een ingesteld interval
en slaat deze op.
U
Intervalcompositie
Maakt opnamen met een ingesteld interval
en voegt deze samen tot één enkele opname.
V
Intervalvideo opnemen
Maakt foto’s met een ingesteld interval en slaat
deze op als één enkel videobestand (Motion
JPEG, bestandsextensie: .AVI).
w
Sterrenspoor
Maakt foto’s met een ingesteld interval en slaat
deze op als één enkel videobestand (Motion
JPEG, bestandsextensie: .AVI) met gebruik
van Intervalcompositie.
0002
0002
00
:
00´02˝
00
:
00´02˝
Intervalopname
Intervalopname
Annul.
Annul.
Aanp. parameter
Aanp. parameter
Interval
Interval
Aantal opnamen
Aantal opnamen
OK
OK
maal
maal
Int opname starten
Int opname starten
K1-OPM-NL.book Page 68 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
69
4 Stel de opnameomstandig-
heden in.
5 Druk op E.
Het scherm van stap 1 verschijnt opnieuw.
6 Druk op E.
De camera keert terug naar de standby-stand.
7 Druk op 0.
Als [Int opname starten] is ingesteld op [Nu], wordt de
eerste opname gemaakt. Bij de instelling [Tijdstip] wordt
de eerste opname gemaakt op het ingestelde tijdstip.
Zet de hoofdschakelaar op [UIT] als u wilt stoppen met
het maken van opnamen.
Nadat het opgegeven aantal opnamen is gemaakt, keert
de camera terug naar de standby-stand.
t Memo
Voor q en U wordt een nieuwe map aangemaakt
en de gemaakte opnamen worden daarin opgeslagen.
De kortste tijd die voor [Interval] kan worden ingesteld,
is 10 seconden wanneer [Digitaal filter], [Helderheid]
of [Huidtint] is geselecteerd, en 20 seconden wanneer
[HDR-opname] is geselecteerd.
De tweede en latere belichtingen beginnen bij de intervallen
die zijn ingesteld bij [Interval]. Indien de belichtingstijd langer
is dan de tijd die is ingesteld bij [Interval], wordt een aantal
van de opnamen die met het ingestelde interval worden
verondersteld te worden gemaakt, feitelijk niet gemaakt.
Voorbeeld: als de tijd bij [Interval] is ingesteld op 2 seconden,
en de belichtingstijd is 3 seconden, dan is de eerste belichting
nog niet geëindigd op het moment dat de tweede belichting
verondersteld wordt te starten (2 seconden nadat is
begonnen met het maken van opnamen). De tweede opname
wordt dus niet gemaakt. Als gevolg hiervan eindigt
Intervalopname voordat het opgegeven aantal opnamen is
gemaakt. In dergelijke gevallen kunt u [Standby-interval] bij
[13 Intervalopname-opties] in menu E2 zo instellen dat
opnamen worden gemaakt met het ingestelde interval
nadat elke belichting is geëindigd. Het scherm dat wordt
weergegeven bij stap 4, varieert al naargelang de instelling
bij [13 Intervalopname-opties].
Bij gebruik van q en U wordt de scherpstelstand
vergrendeld die wordt gebruikt wanneer de eerste opname
wordt gemaakt. Stel [14 AF voor intervalopnamen] in op
[Wijzigt autofoc. bij elke opn.] in menu E2 wanneer u voor
elke opname autofocus wilt gebruiken.
Resolutie
Kies tussen z, u en t (alleen
voor V en w).
Interval
Kies een waarde tussen 2 seconden
en 24 uur.
Standby-interval
Selecteer de minimale tijd of een
waarde tussen 1 seconde en 24 uur.
Aantal opnamen Kies een waarde tussen 2 en 2000.
Int opname
starten
Selecteer wanneer en hoe de eerste
opname wordt gemaakt. Kies hierbij
tussen [Nu], [Zelfontspanner],
[Afstandsbediening] en [Tijdstip].
Begintijd
Stel de starttijd voor het maken van
opnamen in wanneer [Int opname
starten] is ingesteld op [Tijdstip].
Compositiemodus
Kies tussen [Gemiddeld],
[Toenemend] en [Helder] (alleen
voor U).
Proces opslaan
Selecteer Z om midden in de
verwerking opnamen op te slaan
(alleen voor U).
Uitfaden
Selecteer het niveau van de fade-out
van lichtsporen (alleen voor w).
00
:
00´02˝
00
:
00´02˝
0002
0002
--
:
--
--
:
--
Intervalopname
Intervalopname
Interval
Interval
Int opname starten
Int opname starten
Aantal opnamen
Aantal opnamen
maal
maal
Annul.
Annul.
OK
OK
Begintijd
Begintijd
K1-OPM-NL.book Page 69 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
70
Zet bij gebruik van U en w de camera tijdens het maken
van opnamen op een vaste steun zoals een statief.
Bij gebruik van V en w wordt [Shake Reduction]
in menu A4 vast ingesteld op [UIT].
Bij gebruik van w werkt de camera in de stand L, ongeacht
de instelling van het moduswiel.
1 Druk op C in de standby-stand.
Het instelscherm van de witbalans verschijnt.
Draai de hoofdschakelaar naar U om Digitaal voorbeeld te
gebruiken wanneer u opnamen maakt met de zoeker.
2 Selecteer de gewenste
witbalansinstelling.
Draai aan R bij gebruik van
k, o en p om het type
witbalans te selecteren.
Beschikbare handelingen bij het maken van opnamen met
de zoeker
Ga verder naar stap 5 als u de witbalans niet fijn hoeft af te
stemmen.
De witbalans instellen
g
Automatische witbalans
u
Meervoud. autom. witbalans
h
Daglicht
i
Schaduw
j
Bewolkt
k
q Neonlicht - Daglicht kleuren
r Neonlicht - Daglicht wit
s Neonlicht - Koel wit
t Neonlicht - Warm wit
l
Lamplicht
n
Kleurtemperatuurverbetering
o
Handmatige witbalans 1 t/m 3
p
Kleurtemperatuur 1 t/m 3
H
Slaat de voorbeeldopname op (alleen
als de opname kan worden opgeslagen).
WB
±
WB
±
Automatische witbalansAutomatische witbalans
Annul.Annul. VoorbeeldVoorbeeld OKOK
K1-OPM-NL.book Page 70 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
71
3 Druk op G.
Het scherm voor fijnafstemming
wordt weergegeven.
Beschikbare bedieningshandelingen
4 Druk op E.
Het scherm van stap 2 verschijnt opnieuw.
5 Druk op E.
De camera keert terug naar de standby-stand.
u Let op
In de stand R is de witbalans vast ingesteld op g.
De werking van Digitaal voorbeeld bij stap 1 wordt
uitgeschakeld wanneer de transportstand is ingesteld
op [Opn. spiegel-omhoog-vergr.], [Meerdere opnamen]
of [Intervalopname].
t Memo
Wanneer u is geselecteerd, zal de camera, zelfs als er op
de opnamelocatie verschillende lichtbronnen aanwezig zijn,
de witbalans automatisch aanpassen aan de lichtbron
van elk gebied. (u is niet beschikbaar in de stand C.)
De volgende instellingen voor de witbalans kunnen worden
ingesteld in menu E3.
AB
Instellen: Groen-Magenta
CD
Instellen: Blauw-Amber
M
Stelt de instelwaarde terug naar
de standaardinstelling.
G3G3
A2A2
±0±0
Annul.Annul. OKOK
Automatische witbalansAutomatische witbalans
15 Instellingsbereik witbalans
Vast, Automatisch
aanpassen
16 AWB bij lamplicht
Krachtige correctie,
Subtiele correctie
17 WB bij flitsen
Automatische witbalans,
Meervoud. autom.
witbalans, Onveranderd
18 Kleurtemperatuurstappen Kelvin, Mired
K1-OPM-NL.book Page 71 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
72
U kunt de witbalans meten op een geselecteerde locatie.
1 Selecteer o bij stap 2 van “De witbalans instellen”
(p.70).
2 Gebruik R om 1 t/m 3 te
selecteren.
1 t/m 3 zijn de locaties waar u drie
verschillende instellingen voor
de handmatige witbalans kunt
opslaan.
3 Kies een wit gebied als onderwerp onder het licht
waarvan u de witbalans wilt meten, en druk 0
volledig in.
De gemaakte opname wordt getoond.
4 Gebruik ABCD om het
meetgebied op te geven.
Druk op M om het meetgebied
naar het midden terug te zetten.
5 Druk op E.
Het instelscherm voor de witbalans verschijnt opnieuw.
Het bericht [De bewerking is niet op correcte wijze voltooid]
verschijnt wanneer de meting is mislukt. Druk op E om
de witbalans opnieuw te meten.
t Memo
U kunt de witbalansinstellingen van een gemaakte opname
kopiëren en deze opslaan als o1 t/m o3 bij [Opslaan als
handm WB] van het weergavepalet. (p.86)
Specificeer de witbalans met de kleurtemperatuur.
1 Selecteer p bij stap 2 van “De witbalans instellen”
(p.70).
2 Gebruik R om 1 t/m 3 te selecteren.
3 Druk op G.
4 Pas de kleurtemperatuur
aan.
U kunt de
kleurtemperatuurwaarde
instellen tussen 2.500K
tot 10.000K.
Beschikbare bedieningshandelingen
5 Druk op E.
Het instelscherm voor de witbalans verschijnt opnieuw.
t Memo
Selecteer [Mired] bij [18 Kleurtemperatuurstappen] in menu
E3 om de kleurtemperatuur in mired-eenheden in te stellen.
De kleurtemperatuur kan worden gewijzigd in 20 mired-
eenheden met Q en 100 mired-eenheden met R.
Getallen worden echter altijd omgezet naar en weergegeven
in Kelvin.
De witbalans handmatig aanpassen
WB
±
WB
±
Manuele witbalans
Manuele witbalans
Annul.
Annul.
Voorbeeld
Voorbeeld
Instellen
Instellen
OK
OK
Annul.
Annul.
OK
OK
De witbalans aanpassen
met de kleurtemperatuur
Q
Wijzigt de kleurtemperatuur in stappen
van 100 Kelvin.
R
Wijzigt de kleurtemperatuur in stappen
van 1000 Kelvin.
ABCD
Stelt de kleurtemperatuur fijn af.
±0±0
±0±0
±0±0
Annul.Annul. OKOK
KleurtemperatuurKleurtemperatuur
K1-OPM-NL.book Page 72 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
73
Wanneer op de camera een externe flitser (optioneel) is
aangesloten, kunt u een flitser ontladen om opnamen te maken.
Verwijder de flitsschoenbeschermer
van de camera, en sluit een externe
flitser aan.
t Memo
Raadpleeg “Functies bij gebruik van een externe flitser”
(p.124) voor meer informatie over de functies van externe
flitsers.
1 Selecteer [Flitsstand] in menu A1 en druk op D.
Het scherm van de flitsstand verschijnt.
2 Selecteer een flitsstand.
Beschikbare bedieningshandelingen
3 Druk op E.
4 Druk op F.
De camera keert terug naar de standby-stand.
t Memo
Het hangt van de opnamestand af welke flitsinstellingen
kunnen worden geselecteerd.
Gebruik van een flitser
Een flitser aansluiten
De flitsstand instellen
A1
A
Auto ontladen
flitser
Meet het omgevingslicht
automatisch en bepaalt of de
flitser gebruikt moet worden.
B
Auto + Anti
Rode Ogen
Hiermee gaat eerst een voorflits af
om rode ogen tegen te gaan
voordat een automatische flits
afgaat.
0.0
EV
0.0
EV
±0
EV
±0
EV
Flitser aanFlitser aan
Annul.Annul. OKOK
C
Flitser aan
Schakelt de flitser in bij elke
opname.
D
Flits aan+
AntiRodeOgen
Activeert voor elke opname
een voorflits voor anti rode ogen
voordat de hoofdflits afgaat.
E
Lange-
sluitertijdsync
Stelt een lagere sluitertijd
in en activeert een flits
voor elke opname.
Gebruik deze optie bijvoorbeeld
voor het maken van een
portretopname met de
zonsondergang op de
achtergrond.
F
Lange-sltrt+
AntiRodeOg.
Eerst gaat een voorflits af om rode
ogen tegen te gaan. Daarna gaat
de hoofdflits af met lange-
sluitertijdsynchronisatie.
R
Compenseert de flitsbelichting.
M
Hiermee wordt de correctiewaarde
teruggezet naar de standaardinstelling.
Opnamestand Selecteerbare flitsstand
R
A, B, C, D
G, H, J C, D, E, F
I, K, L, M, N
C, D
K1-OPM-NL.book Page 73 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
74
Als de flitser wordt gebruikt in de stand J, dan verandert
de sluitersnelheid automatisch binnen een bereik vanaf
1/200 seconde tot een lange sluitersnelheid, afhankelijk van
het gebruikte objectief. De sluitersnelheid wordt vastgezet op
1/200 seconde als een ander objectief dan D FA, DA, DA L,
FA, FA J of F wordt gebruikt.
Als de flitser wordt gebruikt in de stand I, K of L, dan
kan iedere gewenste sluitersnelheid van 1/200 seconden of
langzamer worden ingesteld.
Wanneer [Flitsstand] is toegewezen aan X of Y, dan kunt
u bij stap 2 het scherm van de flitsstand eenvoudig met de
betreffende knop weergeven. (p.109)
1 Druk op D in de standby-stand.
Het instelscherm voor aangepaste opname verschijnt.
2 Selecteer een afwerking
voor de opname.
Beschikbare handelingen bij het maken van opnamen met
de zoeker
Ga verder naar stap 6 als u geen parameters wilt wijzigen.
De afwerking van de opname
instellen
Aangepaste opname
Autoselect
Helder
Natuurlijk
Portret
Landschap
Levendig
Schitterende kleur
Gedempt
Vlak
Bleach Bypass
Diapositieffilm
Monochroom
Cross-processing
Hoofdschakelaar
op U
Maakt gebruik van Digitaal
voorbeeld om het
achtergrondbeeld met de
toegepaste instelling vooraf
te bekijken.
H
Slaat de voorbeeldopname
op (alleen als de opname
kan worden opgeslagen).
±0±0 ±0±0 ±0±0 +1+1 +1+1
HelderHelder
Annul.Annul.
Aanp. parameterAanp. parameter
VoorbeeldVoorbeeld OKOK
K1-OPM-NL.book Page 74 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
75
3 Druk op G.
Het scherm voor het specificeren van parameters wordt
weergegeven.
4 Stel de parameters in.
Beschikbare bedieningshandelingen
5 Druk op E.
Het scherm van stap 2 verschijnt opnieuw.
De instelwaarden voor parameters worden weergegeven.
6 Druk op E.
De camera keert terug naar de standby-stand.
u Let op
In de stand R is de afwerking van de opname vast
ingesteld op [Autoselect].
De werking van Digitaal voorbeeld bij stap 2 wordt
uitgeschakeld wanneer de transportstand is ingesteld
op [Meerdere opnamen] of [Intervalopname].
Het resultaat van Cross-processing varieert telkens wanneer
een opname is gemaakt. Als u tevreden bent over de Cross-
processing-instellingen van een bepaalde opname, kunt u
deze instellingen opslaan, zodat u dezelfde instellingen
later herhaaldelijk opnieuw kunt gebruiken.
1 Druk op B in de enkelbeeldweergave van
de weergavestand.
Het weergavepalet verschijnt.
2 Selecteer j en druk op E.
De camera zoekt naar opnamen die met Cross-processing
zijn uitgevoerd, en begint hierbij vanaf de meest recent
gemaakte opname.
[Geen opname met cross-processing] verschijnt als er geen
opnamen zijn die met Cross-processing zijn uitgevoerd.
3 Gebruik Q om een
opname met Cross-
processing te selecteren.
4 Selecteer “Favoriet”-nummer 1, 2 of 3 om
de instellingen op te slaan en druk op E.
De instellingen van de geselecteerde opname worden
opgeslagen als uw “Favoriet”-instellingen.
t Memo
De opgeslagen Cross-processing-instellingen kunnen
worden geladen door [Cross-processing] te selecteren bij
stap 2 van “Aangepaste opname” (p.74) en een van de
Favoriet-instellingen 1 t/m 3 te selecteren voor de parameter.
AB
Selecteert een parameter.
CD
Past de waarde aan.
Q
Wisselt tussen [Contrast], [Instell. lichte
gebieden] en [Schaduwinstelling].
R
Wisselt tussen [Scherpte], [Fijne scherpte]
en [Extra scherpte].
(Niet beschikbaar in de stand C.)
M
Stelt de instelwaarde terug naar
de standaardinstelling.
KleurverzadigingKleurverzadiging
Annul.Annul. OKOKResetReset
De Cross-processing-instellingen van een gemaakte
opname opslaan
100-0001
100-0001
Slaat de Cross-processing-
Slaat de Cross-processing-
instellingen van deze
instellingen van deze
opname op
opname op
Opslaan als Favoriet 1
Opslaan als Favoriet 1
Opslaan als Favoriet 2
Opslaan als Favoriet 2
Opslaan als Favoriet 3
Opslaan als Favoriet 3
Annul.
Annul.
OK
OK
K1-OPM-NL.book Page 75 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
76
1 Selecteer [Digitaal filter] in menu A3 of C2
en druk op D.
Het scherm voor de instelling van de digitale filter verschijnt.
2 Selecteer een filter.
Selecteer [Geen filter] als u niet
met een digitaal filter
opnamen wilt maken.
Beschikbare handelingen bij het maken van opnamen
met de zoeker
Ga verder naar stap 6 als u geen parameters wilt wijzigen.
3 Druk op G.
Het scherm voor het specificeren van parameters wordt
weergegeven.
4 Stel de parameters in.
Beschikbare bedieningshandelingen
5 Druk op E.
Het scherm van stap 2 verschijnt opnieuw.
6 Druk op E.
7 Druk op F.
De camera keert terug naar de standby-stand.
u Let op
Deze functie kan niet worden gebruikt in combinatie met
sommige andere functies. (p.119)
De werking van Digitaal voorbeeld in stap 2 wordt uitgeschakeld
wanneer de transportstand is ingesteld op [Meerdere
opnamen] of [Intervalopname].
Afhankelijk van het toegepaste filter kan het opslaan van
opnamen langer duren.
t Memo
Foto-opnamen kunnen in de weergavestand ook met digitale
filters worden verwerkt. (p.93)
Digitaal filter
A3/C2
Kleurextractie
Kleur vervangen
Speels
Retro
Sterk contrast
Schaduw aanbrengen
Kleur inverteren
Vet één kleur
Vet zwart-wit
Hoofdschakelaar
op U
Gebruikt Digitaal voorbeeld
om de achtergrondafbeelding
met het geselecteerde effect
vooraf te bekijken.
H
Slaat de voorbeeldopname
op (alleen als de opname
kan worden opgeslagen).
KleurextractieKleurextractie
Annul.Annul.
Aanp. parameterAanp. parameter
VoorbeeldVoorbeeld OKOK
AB
Selecteert een parameter.
CD
Past de waarde aan.
Onttrokken kleur 1
Onttrokken kleur 1
Annul.
Annul.
OK
OK
Voorbeeld
Voorbeeld
K1-OPM-NL.book Page 76 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
77
Vergroot het dynamisch bereik en biedt een breder toonbereik
dat kan worden geregistreerd door de CMOS-sensor en zorgt
voor minder overbelichte/onderbelichte gebieden.
Stel de correctiefuncties in bij [Instellingen D-range] in menu
A2 of C2.
u Let op
[Overbelichtingscorr.] kan niet worden ingesteld op [AAN]
wanneer de gevoeligheid lager is ingesteld dan ISO 200.
t Memo
[Overbelichtingscorr.] in de stand C kan worden ingesteld
op [AUTO] of [UIT].
Maakt drie opeenvolgende opnamen met drie verschillende
belichtingsniveaus om hiermee één enkele samengestelde
opname te maken.
1 Selecteer [HDR-opname] in menu A3 en druk
op D.
Het scherm [HDR-opname] verschijnt.
2 Selecteer het opnametype
en druk op E.
3 Stel bij [Bracketwaarde] het bereik in waarbinnen
de belichting wordt gewijzigd.
Kies tussen [±1LW], [±2LW] en [±3LW].
4 Stel in of Automatisch uitlijnen wordt gebruikt of niet.
5 Druk tweemaal op F.
De camera keert terug naar de standby-stand.
t Memo
Het HDR-type kan ook worden gewijzigd met de Smart-
functie. (p.20)
u Let op
HDR-opname is niet beschikbaar in de stand M, N of C.
HDR-opname kan niet worden gebruikt in combinatie met
sommige andere functies. (p.119)
Wanneer de transportstand is ingesteld op [Intervalopname]
of [Intervalvideo opnemen], dan wordt [Automatisch uitlijnen]
vast ingesteld op Y (Uit).
Wanneer [Automatisch uitlijnen] is ingesteld op Y (Uit), dan
wordt [Shake Reduction] in menu A4 vast ingesteld op
[UIT].
Voor HDR-opname worden meerdere opnamen
gecombineerd tot één enkele opname; het kan dus tijd kosten
om de opname op te slaan.
Opnamen corrigeren
Helderheidsinstelling
Overbelichtingscorrectie
Schaduwcorrectie
A2/C2
HDR-opname A3
99999
99999
99999
99999
Bracketwaarde
Bracketwaarde
Automatisch uitlijnen
Automatisch uitlijnen
HDR-opname
HDR-opname
Annul.
Annul.
OK
OK
Z
Gebruikt Automatisch uitlijnen.
Y
Maakt geen gebruik van Automatisch uitlijnen.
K1-OPM-NL.book Page 77 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
78
Wazigheid van opnamen kan worden verminderd door gebruik
te maken van de ingebouwde Shake Reduction-unit van
de camera. Stel dit in bij [Shake Reduction] in menu A4.
t Memo
De functie Shake Reduction kan ook worden in-
of uitgeschakeld met de Smart-functie. (p.20)
Wanneer [Shake Reduction] is toegewezen aan X of Y,
dan kunt u de functie Shake Reduction eenvoudig met
de betreffende knop in- of uitschakelen. (p.109)
De volgende functies kunnen worden
ingesteld bij [Objectiefcorrectie]
in menu A4.
t Memo
Correcties kunnen alleen worden uitgevoerd als een
compatibel objectief bevestigd is. (p.120) De functies zijn
uitgeschakeld als een accessoire, zoals Rear Converters,
gebruikt wordt die tussen de camera en het objectief
is geplaatst.
Wanneer [Bestandsindeling] is ingesteld op [RAW] of [RAW+]
bij [Opname-instell. foto's] in menu A2, dan wordt correctie-
informatie opgeslagen als een RAW-bestandsparameter
en kunt u selecteren of de correctie op de opnamen wordt
toegepast als u deze ontwikkelt. Voor de RAW-
ontwikkelfunctie kan ook [Correctie kleurrand] worden
ingesteld. (p.96)
u Let op
De functies van de objectiefcorrectie zijn niet beschikbaar
wanneer [Bijsnijden] in menu A2 en C1 is ingesteld op 2
terwijl een DA- of DA L-objectief aangesloten is (uitgezonderd
de objectieven DA
k
200mm F2.8 ED [IF] SDM, DA
k
300mm
F4 ED [IF] SDM en DA 560mm F5.6 ED AW).
Shake Reduction
A4
Objectiefcorrectie
A4
Vervormingscorrectie
Vermindert vervormingen
en chromatische aberraties
die optreden als gevolg van
objectiefeigenschappen.
Perifere verlicht. corr.
Vermindert perifere lichtvermindering
die optreedt als gevolg van
objectiefeigenschappen.
Aanp. Lat. Chr. Abb.
Vermindert laterale chromatische
aberraties die optreden als gevolg
van objectiefeigenschappen.
Diffractiecorrectie
Corrigeert wazigheid die wordt
veroorzaakt door diffractie bij gebruik
van een kleine diafragmaopening.
VervormingscorrectieVervormingscorrectie
Perifere verlicht. corr.Perifere verlicht. corr.
Aanp. Lat. Chr. Abb.Aanp. Lat. Chr. Abb.
DiffractiecorrectieDiffractiecorrectie
ObjectiefcorrectieObjectiefcorrectie
K1-OPM-NL.book Page 78 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
79
De details van de textuur en
het oppervlak kunnen worden
ingesteld tussen -4 en +4 door
gebruik te maken van een
beeldverwerkingsfunctie. Stel dit
in bij [Helderheid] in menu A3.
De huidtint van portretten kan worden
verbeterd. Selecteer [Type 1] of
[Type 2] bij [Huidtint] in menu A3.
Pixelverschuivingsresolutie is de functie waarmee een high-
definition opname van een stilstaand onderwerp kan worden
geproduceerd door vier opnamen samen te voegen die met
behulp van het Shake Reduction-mechanisme zijn verschoven
met één pixel.
Stel dit in bij [Pixelverschuiv.resolutie]
in menu A3.
Tijdens het maken van opnamen worden beurtelings vier
gemaakte opnamen weergegeven, en vervolgens worden
deze samengevoegd tot één enkele opname.
u Let op
Deze functie kunt u niet gebruiken in de volgende situaties.
In de stand M of N
In de stand C
Deze functie kan niet worden gebruikt in combinatie met
sommige andere functies. (p.119)
Terwijl deze functie wordt gebruikt, is [Shake Reduction]
in menu A4 vast ingesteld op [UIT].
t Memo
Wanneer [Pixelverschuiv.resolutie] is toegewezen aan X
of Y, dan kunt u de instelling van [Pixelverschuiv.resolutie]
eenvoudig met de betreffende knop wijzigen. (p.109)
Er kan mozaïekvormige beeldruis in de opname verschijnen
als er een bewegend object in het beeld aanwezig is.
Selecteer in dat geval de optie [Bewegingscorrectie Aan].
Als u opnamen maakt met pixelverschuivingsresolutie,
gebruik dan een statief en monteer de camera hier stevig op.
Het gebruik van de zelfontspanner, afstandsbediening, of
opnamen maken met vergrendeling van de spiegel omhoog
is aanbevolen.
Kwaliteitsniveau en textuur instellen
Helderheid A3
Huidtint A3
Pixelverschuivingsresolutie A3
3
Huidtint
Huidtint
Digitaal filter
Digitaal filter
Sterrenvolger
Sterrenvolger
Helderheid
Helderheid
Pixelverschuiv.resolutie
Pixelverschuiv.resolutie
HDR-opname
HDR-opname
Einde
Einde
3
Huidtint
Huidtint
Digitaal filter
Digitaal filter
Sterrenvolger
Sterrenvolger
Helderheid
Helderheid
Pixelverschuiv.resolutie
Pixelverschuiv.resolutie
HDR-opname
HDR-opname
Annul.
Annul.
OK
OK
9999999999
9999999999
HuidtintHuidtint
Digitaal filterDigitaal filter
SterrenvolgerSterrenvolger
HelderheidHelderheid
Pixelverschuiv.resolutiePixelverschuiv.resolutie
HDR-opnameHDR-opname
Annul.Annul. OKOK
Bewegingscorrectie
Aan
Corrigeert mozaïekvormige beeldruis
wanneer een bewegend object wordt
gedetecteerd, en creëert een
samengestelde opname.
Bewegingscorrectie
Uit
Creëert een samengestelde opname
door het gehele opnamebereik te
combineren.
Uit
Maakt geen gebruik van
pixelverschuivingsresolutie.
K1-OPM-NL.book Page 79 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
80
Door de Shake Reduction-eenheid te schudden, kan een
moiréverminderingseffect worden bewerkstelligd dat lijkt
op dat van een laagdoorlaatfilter.
1 Selecteer [AA-filtersimulator] in menu A4 en druk
op D.
2 Selecteer een type en druk
op E.
u Let op
Deze functie kan in sommige opnamestanden of in combinatie
met sommige andere functies niet worden gebruikt. (p.119)
[Bracketing] kan niet worden geselecteerd in de volgende
situaties.
In de stand M
Wanneer de transportstand anders is ingesteld dan
[Enkelbeeldopname], [Zelfontspanner] (12 seconden,
2 seconden) of [Afstandsbediening] (nu, na 3 seconden)
Wanneer HDR-opname is geselecteerd
Wanneer de sluitersnelheid sneller is dan 1/1000 seconden,
dan kan het volledige effect van deze functie niet worden
bereikt.
Met gebruik van het Shake Reduction-mechanisme kan de
compositie van de opname worden aangepast. Gebruik deze
functie als u de compositie wilt aanpassen, zoals bij het gebruik
van een statief bij het maken van opnamen met Live weergave.
1 Selecteer [AAN] bij [Compositie aanpassen]
in menu A4.
2 Druk op F.
De camera keert terug naar de standby-stand.
3 Druk op K.
Live weergave wordt weergegeven en het bericht
[De compositie van de opname aanpassen] verschijnt.
4 Pas de compositie aan.
De hoeveelheid correctie (het
aantal stappen) wordt
weergegeven aan de
rechterbovenzijde van het
scherm.
Beschikbare bedieningshandelingen
5 Druk op E.
De camera keert terug naar de standby-stand in de Live
weergave.
Anti-aliasing-filtersimulator A4
Type 1
Maakt opnamen met een evenwicht tussen
de resolutie en moirévermindering.
Type 2 Geeft prioriteit aan moirévermindering.
Bracketing
Maakt achtereenvolgens 3 opnamen
in de volgorde [Uit], [Type 1] en [Type 2].
4
Shake ReductionShake Reduction
HorizoncorrectieHorizoncorrectie
Inv brandp afstandInv brandp afstand
AA-filtersimulatorAA-filtersimulator
ObjectiefcorrectieObjectiefcorrectie
Compositie aanpassenCompositie aanpassen
Annul.Annul. OKOK
Compositie aanpassen
A4
ABCD
Verplaatst de compositie van
de opname (tot 24 stappen).
R
Past het niveau aan van de compositie
(tot 8 stappen. Niet beschikbaar als de
hoeveelheid aanpassingsstappen 17
of meer bedraagt).
M
Stelt de instelwaarde terug naar
de standaardinstelling.
0
0
0
0
0
0
De compositie van de
De compositie van de
opname aanpassen
opname aanpassen
Annul.
Annul.
OK
OK
K1-OPM-NL.book Page 80 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
81
u Let op
U kunt deze functie niet gebruiken wanneer de functie
Sterrenvolger wordt gebruikt.
t Memo
De aangepaste compositie wordt zelfs opgeslagen als Live
weergave wordt afgesloten of als de camera wordt
uitgeschakeld. Als u de opgeslagen instelwaarde wilt resetten
wanneer Live weergave wordt afgesloten, stelt u [Compositie
aanpassen] in op Y (Uit) bij [Geheugen] in menu A5.
(p.114)
De volgende functies zijn beschikbaar met de GPS-unit
die in de camera is ingebouwd.
Druk op 4 om GPS aan te zetten.
Het GPS-indicatielampje gaat
branden. Druk opnieuw op 4
als u GPS wilt uitzetten.
Gebruik van GPS
GPS registreren
Slaat de ontvangen gegevens van
de GPS-plaatsbepaling periodiek
op de geheugenkaart op. (p.83)
Sterrenvolger
Traceert en maakt opnamen van
hemellichamen. (p.84)
Hemellichamen kunnen worden
vastgelegd als afzonderlijke punten,
zelfs bij het maken van opnamen met
een lange belichtingsinstelling, door
de beweging van de in de camera
ingebouwde Shake Reduction-unit
te vergelijken met de beweging
van de hemellichamen.
GPS-tijdsync.
Past de camera-instellingen voor de datum
en tijd automatisch aan met behulp van de
verkregen informatie van GPS-satellieten.
K1-OPM-NL.book Page 81 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
82
U kunt de status van de GPS-plaatsbepaling controleren op het
statusscherm en op het scherm van de Live weergave. De kleur
van het pictogram geeft de actie aan die actief is.
Wanneer u een opname maakt terwijl GPS ingeschakeld is,
worden de GPS-gegevens intern in de opname geregistreerd.
GPS-gegevens worden niet geregistreerd in het videobestand.
U kunt de GPS-informatie controleren in de gedetailleerde
infoweergave in de weergavestand. (p.16)
u Let op
De batterij loopt sneller leeg als GPS ingeschakeld is.
Het elektronisch kompas werkt mogelijk niet goed als u de
camera gebruikt in de buurt van objecten die een magnetisch
veld genereren, zoals magneten, of in de buurt van materialen
met magnetisme, zoals ijzer.
De GPS-gegevens die worden geregistreerd in het
opnamebestand, kunnen niet worden verwijderd.
Als u de informatie van de opnamelocatie niet wilt delen
met het publiek als u de opname publiceert op SNS, etc.,
zet GPS dan uit voordat u opnamen maakt.
U kunt op deze camera geen gebruikmaken van de optionele
GPS-unit O-GPS1.
Raadpleeg “Over GPS” (p.143) voor andere
voorzorgsmaatregelen ten aanzien van GPS.
t Memo
Wanneer GPS-informatie kan worden verkregen, wordt
Coordinated Universal Time (UTC) geregistreerd als de
opnamedatum/tijd voor opnamen. Op het scherm van
het elektronisch kompas (p.14) wordt de tijd weergegeven
nadat het verschil tussen UTC en de tijd van de
opnamelocatie is gecorrigeerd.
Voer een kalibratie uit om ervoor te zorgen dat de GPS-unit
correct werkt.
1
Selecteer [GPS/E-kompas] in menu
D
2 en druk op
D
.
Het scherm [GPS/E-kompas] verschijnt.
2 Selecteer [Kalibratie]
en druk op D.
Het scherm [Kalibratie]
verschijnt.
3 Draai de camera volgens
de instructie die wordt
weergegeven op de monitor.
Het resultaat van de kalibratie
verschijnt.
4 Druk op E.
Het scherm van stap 2 verschijnt opnieuw.
Als [De bewerking is niet op correcte wijze voltooid]
verschijnt, wijzig dan de camerarichting en voer
opnieuw een kalibratie uit.
u Let op
Als u een kalibratie uitvoert, let er dan op dat u de camera
niet laat vallen. Wikkel de riem om uw pols of neem andere
preventieve maatregelen.
Als de batterij verwijderd is, voer dan opnieuw een kalibratie
uit nadat de batterij is teruggeplaatst.
Wijziging van het objectief of de hoek van de monitor nadat
een kalibratie is uitgevoerd, kan enig effect hebben op het
magnetische omgevingsveld. Voer in dat geval een nieuwe
kalibratie uit.
Groen 3D-plaatsbepaling
Geel 2D-plaatsbepaling
Rood Geen plaatsbepaling
1/
1/
25 0
250
16 00
1600
F
F
5.6
5.6
99 99 9
99999
99 99 9
99999
Status GPS-
positiebepaling
Een kalibratie uitvoeren
D2
GPS/E-kompas
GPS/E-kompas
GPS registreren
GPS registreren
GPS-tijdsync.
GPS-tijdsync.
Kalibratie
Kalibratie
Draai de camera in elk van deDraai de camera in elk van de
drie richtingen, zorg dat elkedrie richtingen, zorg dat elke
rotatie groter is dan 180 gr.rotatie groter is dan 180 gr.
KalibratieKalibratie
StoppenStoppen
K1-OPM-NL.book Page 82 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
83
t Memo
De datum- en tijdinstellingen van de camera worden
automatisch ingesteld wanneer [GPS-tijdsync.] is ingesteld
op Z in het scherm van stap 2.
1 Selecteer [GPS/E-kompas] in menu D2
en druk op D.
Het scherm [GPS/E-kompas] verschijnt.
2 Selecteer [GPS registreren] en druk op D.
Het scherm [GPS registreren] verschijnt.
De GPS wordt automatisch aangezet.
3 Stel de registratiecondities
in.
4 Selecteer [GPS registreren] en druk op D.
Het bevestigingsscherm verschijnt.
5 Selecteer [Starten] en druk op E.
De registratie van GPS begint.
Het scherm van stap 3 verschijnt opnieuw.
De cameraroute registreren
(GPS registreren)
D2
Interval registreren
Selecteer [5sec], [10sec],
[15sec], [30sec] of [1min].
Duur registratie
Kies tussen [1uur] t/m [24hr].
(Wanneer [Interval registreren]
is ingesteld op [5sec], kies dan
tussen [1uur] t/m [9hr]. Wanneer
[Interval registreren] is ingesteld
op [10sec], kies dan tussen
[1uur] t/m [18hr].)
Geheugenkaartopties
Selecteer de SD1-kaart of de
SD2-kaart.
11
GPS registrerenGPS registreren
GPS registrerenGPS registreren
Interval registrerenInterval registreren
Duur registratieDuur registratie
GeheugenkaartoptiesGeheugenkaartopties
15sec15sec
uuruur
K1-OPM-NL.book Page 83 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
84
u Let op
GPS-gegevens kunnen niet worden geregistreerd wanneer
de camera via USB op een computer aangesloten is.
t Memo
Tijdens GPS-registratie wordt “LOG” weergegeven onder
het statuspictogram van de GPS-plaatsbepaling op het
statusscherm en op het Live weergave-scherm. Wanneer de
tijd verstrijkt die is ingesteld bij [Duur registratie], wordt “LOG
END” weergegeven en wordt een GPS-registratiebestand
opgeslagen.
Selecteer [Einde] bij stap 5 als u de GPS-registratie wilt
stopzetten. Er wordt een GPS-registratiebestand opgeslagen.
Wanneer GPS wordt uitgeschakeld door 4 in te drukken,
stopt de GPS-registratie tijdelijk. (Het aftellen voor [Duur
registratie] blijft doorgaan.) De GPS-registratie begint weer
wanneer GPS wordt ingeschakeld.
Als er GPS-registratiegegevens zijn die moeten worden
opgeslagen als een registratiebestand, dan wordt “LOG
END” weergegeven bij [GPS registreren] in het scherm van
stap 3. Selecteer [Opslaan] bij stap 5 om de GPS-
registratiegegevens op te slaan als een registratiebestand.
“LOG END” wordt ook weergegeven wanneer de stroom
wordt uitgeschakeld vanwege een te lage batterijcapaciteit
of wanneer de batterij wordt vervangen. Sla in dat geval
het GPS-registratiebestand op voordat opnieuw wordt
gestart met GPS-registratie.
Tijdens GPS-registratie kunt u de instellingen van [Interval
registreren] en [Duur registratie] niet wijzigen.
Er wordt op de geheugenkaart een registratiebestand (KML-
indeling) opgeslagen in de “GPSLOG”-map met een
bestandsnaam die een volgnummer krijgt tussen 001 t/m
999 en de maand en de dag (voorbeeld: 001_0505). Er wordt
echter geen registratiebestand of map aangemaakt als
er geen GPS-registratiegegevens zijn die kunnen worden
opgeslagen. Er kan bovendien geen nieuw registratiebestand
worden opgeslagen als het registratiebestand “999_
al opgeslagen is.
U kunt de cameraroute weergeven op Google Earth, etc. door
een registratiebestand over te zetten naar een computer en
dit te importeren.
1 Druk op 4.
2
Selecteer [Sterrenvolger] in menu
A
3 en druk op
D
.
Het scherm [Sterrenvolger] verschijnt.
3 Selecteer [Sterrenvolger] en druk op D.
4 Selecteer [AAN] en druk
op E.
5 Selecteer [Precieze kalibratie] en druk op D.
Het scherm [Precieze kalibratie] verschijnt.
Raadpleeg “Een kalibratie uitvoeren” (p.82) voor informatie
over hoe een kalibratie wordt uitgevoerd.
6 Druk op E.
Het scherm [Sterrenvolger] verschijnt.
7 Druk tweemaal op F.
De camera keert terug naar de standby-stand.
u Let op
Aangezien het magnetisch omgevingsveld varieert
al naargelang de opnamelocatie, moet op elke locatie
een nauwkeurige kalibratie worden uitgevoerd wanneer
met Sterrenvolger opnamen worden gemaakt van
hemellichamen.
Wijziging van het objectief of de hoek van de monitor nadat
een precieze kalibratie is uitgevoerd, kan enig effect hebben
op het magnetische omgevingsveld. Voer in dat geval een
nieuwe precieze kalibratie uit.
Opnamen maken van hemellichamen
(Sterrenvolger)
A3
Sterrenvolger instellen
Stelt Sterrenvolg. in Bulb-modus
Stelt Sterrenvolg. in Bulb-modus
in om sterrensp. te elimineren
in om sterrensp. te elimineren
tijdens getimede belichtingen
tijdens getimede belichtingen
Sterrenvolger
Sterrenvolger
Sterrenvolger
Sterrenvolger
Precieze kalibratie
Precieze kalibratie
Annul.
Annul.
OK
OK
K1-OPM-NL.book Page 84 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
3
Opnamen maken
85
1 Stel de belichtingsstand in op M en stel
de scherpstellingsmethode in op w.
2 Stel de opnameomstandig-
heden in.
Beschikbare bedieningshandelingen
3 Stel scherp en druk 0 volledig in.
Er wordt gestart met de opname.
4 Druk 0 nogmaals volledig in.
Het maken van opnamen stopt.
De camera stopt automatisch met het maken van opnamen
nadat de ingestelde tijd verstreken is wanneer getimede
belichting is geactiveerd.
u Let op
Deze functie kan niet worden gebruikt in combinatie
met sommige andere functies. (p.119)
Opnamen maken met de sterrenvolger
M
Schakelt de getimede belichting in/uit.
Q
Wijzigt de belichtingstijd binnen een bereik
tussen 0'10" en 5'00" wanneer getimede
belichting ingeschakeld is.
R
Wijzigt de diafragmawaarde.
J
Voert een precieze kalibratie uit.
16 00
1600
F
F
8.0
8.0
99 99 9
99999
99 99 9
99999
-´--˝
-´--˝
K1-OPM-NL.book Page 85 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
4
Weergeven
86
Weergavefuncties kunnen worden
ingesteld in het weergavepalet
en in menu B1 (p.31).
Druk op B in de
enkelbeeldweergave (Standaard
infoweergave of Geen infoweergave)
van de weergavestand om het
weergavepalet op te roepen.
*1 Niet beschikbaar wanneer een TIFF-opname of film wordt getoond.
*2 Niet beschikbaar wanneer een RAW-opname of TIFF-opname wordt
getoond.
*3 Alleen beschikbaar wanneer een RAW-opname is opgeslagen.
*4 Alleen beschikbaar wanneer een film wordt getoond.
t Memo
De functies van het weergavepalet kunnen alleen worden
gebruikt voor de opnamen die zijn opgeslagen op de
geheugenkaart die momenteel wordt weergegeven.
Om gebruik te maken van de functies voor de opnamen
die op de andere geheugenkaart zijn opgeslagen,
gaat u naar de andere geheugenkaartsleuf door tijdens
de enkelbeeldweergave op d te drukken, en vervolgens
het weergavepalet op te roepen.
Items in het weergavepalet
Onderdeel Functie Pagina
a
Beeldrotatie
*1
Wijzigt de rotatie-
informatie van
opnamen.
p.90
b
Digitaal filter
*1
Verwerkt opnamen
met digitale filters.
p.93
c
Correctie
kleurmoiré
*1
*2
Vermindert kleurmoiré
in opnamen.
p.93
d
Formaat wijzigen
*1
*2
Wijzigt de
opnameresolutie
van de opname.
p.92
e
Bijsnijden
*1
Snijdt alleen het
gewenste gebied van
een opname uit.
p.92
f
Beveiligen
Opnamen beveiligen
tegen abusievelijk
verwijderen.
p.115
h
Diavoorstelling
Geeft opnamen
doorlopend weer.
p.89
i
Opslaan als handm
WB
*1
Slaat de
witbalansinstellingen
van een gemaakte
opname op als
handmatige witbalans.
p.72
BeeldrotatieBeeldrotatie
EindeEinde
Rotatie van opnamen.Rotatie van opnamen.
Handig bij weergave op tvHandig bij weergave op tv
en andere apparatuuren andere apparatuur
OKOK
j
Cross-processing
opslaan
Slaat de instellingen
voor een opname in de
Cross-processing-stand
in Aangepaste opname
op als uw “Favoriete”
instelling.
p.75
k
RAW-ontwikkeling
*3
Ontwikkelt RAW-
opnamen tot JPEG-
opnamen en slaat
deze op als nieuwe
bestanden.
p.96
l
Video bewerken
*4
Splitst een film
of wist ongewenste
segmenten.
p.95
n
Opnamen kopiëren
Kopieert opnamen
tussen kaarten in de
SD1- en de SD2-sleuf.
p.91
Onderdeel Functie Pagina
K1-OPM-NL.book Page 86 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
4
Weergeven
87
U kunt tegelijkertijd 6, 12, 20, 35 of 80 miniatuuropnamen
weergeven.
1 Draai R naar links in de weergavestand.
Het scherm voor weergave
van meerdere opnamen
wordt weergegeven.
Beschikbare bedieningshandelingen
2 Druk op E.
De geselecteerde opname verschijnt in de
enkelbeeldweergave.
1 Druk op L bij stap 1 van “Weergave van meerdere
opnamen” (p.87).
2 Selecteer de opnamen
die u wilt verwijderen.
Beschikbare bedieningshandelingen
Het aantal geselecteerde opnamen wordt in de
linkerbovenhoek van de monitor weergegeven.
3 Druk op L.
Het scherm voor bevestiging van de verwijdering verschijnt.
4 Selecteer [Wissen] en druk op E.
De weergavemethode wijzigen
Weergave van meerdere opnamen
ABCD
Verplaatst het selectiekader.
Q
Toont de volgende/vorige pagina.
d
Wisselt tussen de SD1- en SD2-kaart.
G
Toont het
scherm
voor de keuze
van de
weergavestijl.
L
Wist de geselecteerde beelden.
100-0505
100-0505
100-0505
100-0505
12 Miniatuurweergave
12 Miniatuurweergave
Geselecteerde opnamen verwijderen
ABCD
Verplaatst het selectiekader.
E
Bevestigt/annuleert de selectie van
de opname die u wilt verwijderen.
J
Selecteert het opnamenbereik dat
u wilt verwijderen.
R
Toont de geselecteerde opname
in de enkelbeeldweergave.
Gebruik Q om een andere opname
te tonen.
100-0505100-0505001/500001/500
K1-OPM-NL.book Page 87 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
4
Weergeven
88
t Memo
U kunt maximaal 500 opnamen tegelijkertijd selecteren.
U kunt geen beveiligde opnamen selecteren.
U kunt de afzonderlijk geselecteerde opnamen gezamenlijk
verwijderen met de geselecteerde opnamen door het bereik
op te geven dat moet worden verwijderd.
Gebruik dezelfde stappen om meerdere opnamen te
selecteren voor de volgende functies.
Opnamen kopiëren (p.91)
RAW-ontwikkeling (p.96)
Beveiligen (p.115)
1 Draai R naar links bij
stap 1 van “Weergave van
meerdere opnamen” (p.87).
Het mapweergavescherm
verschijnt.
Beschikbare bedieningshandelingen
2 Druk op E.
De opnamen in de geselecteerde map worden
weergegeven.
1 Selecteer de map die u wilt verwijderen bij stap 1
van “Opnamen weergeven op basis van map” (p.88)
en druk op L.
Het scherm voor bevestiging van de verwijdering verschijnt.
2 Selecteer [Wissen] en druk op E.
De geselecteerde map en alle opnamen in de map worden
verwijderd.
Wanneer er beveiligde opnamen in de map aanwezig zijn,
selecteer dan [Alles wissen] of [Alles handhaven].
Opnamen weergeven op basis van map
ABCD
Verplaatst het selectiekader.
L
Verwijdert de geselecteerde map.
100_0707
100_0707
100
100
101
101
102
102
103
103
104
104
105
105
106
106
107
107
123
123
Een map verwijderen
K1-OPM-NL.book Page 88 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
4
Weergeven
89
Opnamen worden gegroepeerd en weergegeven op basis
van opnamedatum.
1 Druk op G bij stap 1 van “Weergave van
meerdere opnamen” (p.87).
Het scherm voor de keuze van de weergavestijl verschijnt.
2 Selecteer
[Kalenderfilmstripweergave].
Beschikbare bedieningshandelingen
3 Druk op E.
De geselecteerde opname verschijnt in de
enkelbeeldweergave.
1 Selecteer h in
het weergavepalet.
Diavoorstelling start.
Beschikbare bedieningshandelingen
De camera keert terug naar de enkelbeeldweergave nadat
alle opnamen zijn weergegeven.
t Memo
U kunt bij [Diavoorstelling] in menu
B1 de instellingen wijzigen van
[Weergaveduur], [Schermeffect],
[Weergeven herhalen] en [Autom.
video afspelen] voor de
diavoorstelling. De diavoorstelling
kan ook worden gestart vanuit het
scherm waarin de diavoorstelling wordt ingesteld. Wanneer
[Autom. video afspelen] is ingesteld op Y (Uit), druk dan op
E tijdens de diavoorstelling om een film af te spelen.
Opnamen weergeven op basis
van opnamedatum
AB
Selecteert een opnamedatum.
CD
Selecteert een opname die is
gemaakt op de geselecteerde
opnamedatum.
R naar
rechts
Toont de geselecteerde opname
in de enkelbeeldweergave.
L
Wist het geselecteerde beeld.
100-0505
100-0505
2/5
2/5
4
4
2016.2
2016.2
2016.3
2016.3
THU
THU
13
13
SAT
SAT
22
22
MON
MON
26
26
FRI
FRI
6
6
SUN
SUN
10
10
THU
THU
22
22
TUE
TUE
Opname-
datum
Miniatuur
Opnamen continu weergeven (Diavoorstelling)
E
Last een pauze in of hervat de weergave.
C
Geeft de vorige opname weer.
D
Geeft de volgende opname weer.
B
Stopt de weergave.
R
Wijzigt het geluidsvolume van de film.
StartenStarten
100-0001100-0001
StartenStarten
WeergaveduurWeergaveduur 3sec3sec
SchermeffectSchermeffect
Weergeven herhalenWeergeven herhalen
Autom. video afspelenAutom. video afspelen
OKOK
K1-OPM-NL.book Page 89 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
4
Weergeven
90
Wanneer u opnamen maakt met de camera in een verticale
stand, dan wordt de rotatie-informatie van de opname
opgeslagen terwijl opnamen worden gemaakt. Wanneer [Auto
opnamerotatie] van [Beeldweergave] in menu B1 is ingesteld
op Z (Aan), dan wordt de opname tijdens de weergave
automatisch geroteerd op basis van de rotatie-informatie
(standaardinstelling).
De rotatie-informatie van een opname kunt u wijzigen met
behulp van onderstaande procedure.
1 Geef in de enkelbeeldweergave de opname weer
die u wilt bewerken.
2 Selecteer a in het weergavepalet.
De geselecteerde opname wordt geroteerd in stappen
van 90° en de vier miniaturen worden weergegeven.
3 Gebruik ABCD om de
gewenste rotatierichting te
selecteren en druk op E.
De rotatie-informatie van de
opname wordt opgeslagen
en de camera keert terug naar
de enkelbeeldweergave.
u Let op
De rotatie-informatie van de opname wordt niet opgeslagen
wanneer [22 Rotatie-info opslaan] is ingesteld op [Uit]
in menu E4.
U kunt de rotatie-informatie van de opnamen in de volgende
gevallen niet wijzigen.
Beveiligde opnamen
Opnamen zonder rotatie-informatietag
Wanneer [Auto opnamerotatie] van [Beeldweergave]
in menu B1 is ingesteld op Y (Uit)
Videobestanden kunnen niet worden geroteerd.
Sluit een audiovisueel apparaat aan, zoals een TV met een
HDMI-aansluitpunt, om Live Weergave-opnamen te tonen
tijdens het maken van opnamen of om opnamen weer
te geven in de weergavestand.
Zorg dat u een in de handel verkrijgbare HDMI-kabel met
een HDMI-aansluitpunt (type D) gebruikt.
1 Zet het audiovisuele apparaat en de camera uit.
2 Open op de camera het klepje van de aansluitingen
en sluit de kabel aan op het HDMI-aansluitpunt.
3 Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op
de ingang van het AV-apparaat.
4 Zet het audiovisuele apparaat en de camera aan.
De camera wordt ingeschakeld in de HDMI-stand en
de cameragegevens worden weergegeven op het scherm
van het aangesloten audiovisuele apparaat.
u Let op
Er wordt niets op de cameramonitor getoond als de camera
aangesloten is op een audiovisueel apparaat. U kunt ook het
geluidsvolume van de camera niet aanpassen. Wijzig het
volume op het audiovisuele apparaat.
Geroteerde opnamen weergeven
Annul.
Annul.
OK
OK
De camera aansluiten op een audiovisueel
apparaat
K1-OPM-NL.book Page 90 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
4
Weergeven
91
t Memo
Raadpleeg de handleiding van het audiovisuele apparaat
en selecteer een geschikte video-ingang waarop de camera
wordt aangesloten.
Automatisch wordt standaard de maximumresolutie
geselecteerd die wordt ondersteund door zowel het
audiovisuele apparaat als de camera. Als de opnamen
niet juist worden weergegeven, wijzig dan de instelling
bij [HDMI uit] in menu D2.
Het verdient aanbeveling om de optionele
netvoedingsadapterset te gebruiken als u van plan bent
de camera gedurende langere tijd te gebruiken. (p.40)
Kopieert opnamen tussen kaarten in de SD1- en SD2-sleuf.
1 Selecteer een opname die is opgeslagen op
de geheugenkaart vanwaar de opnamen moeten
worden gekopieerd, en toon deze opname
in de enkelbeeldweergave.
2 Selecteer n in het weergavepalet.
3 Selecteer [Selec. opname(n)] of [Een map select.]
en druk op E.
4 Selecteer opname(n) of een map.
Raadpleeg stap 2 van “Geselecteerde opnamen
verwijderen” (p.87) voor informatie over hoe
opnamen worden geselecteerd.
5 Druk op G.
Het scherm verschijnt waarin de opslag wordt bevestigd.
6 Selecteer de locatie waar de opname(n) of map
moet worden opgeslagen en druk op E.
Opnamen bewerken en verwerken
Een opname kopiëren
K1-OPM-NL.book Page 91 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
4
Weergeven
92
u Let op
U kunt het formaat van opnamen alleen wijzigen of opnamen
alleen bijsnijden als de opnamen met deze camera zijn
gemaakt.
Opnamen waarvan het formaat is gewijzigd of opnamen die
al tot de minimale bestandsgrootte zijn uitgesneden, kunnen
niet worden verwerkt.
Wijzigt de opnameresolutie van de geselecteerde opname,
en slaat deze op als een nieuw bestand.
1 Geef in de enkelbeeldweergave de opname weer
die u wilt bewerken.
2 Selecteer d in het weergavepalet.
Het scherm verschijnt waarin de opnameresolutie
kan worden geselecteerd.
3 Gebruik CD om de
opnameresolutie te
selecteren en druk op E.
U kunt een opnamegrootte
kiezen dat kleiner is dan dat
van de originele opname.
Het scherm verschijnt waarin de opslag wordt bevestigd.
4 Selecteer [Opslaan op SD1] of [Opslaan op SD2]
en druk op E.
Snijdt alleen het gewenste gebied van de geselecteerde
opname uit, en slaat dit op als een nieuw bestand.
1 Geef in de enkelbeeldweergave de opname weer
die u wilt bewerken.
2 Selecteer e in het weergavepalet.
Het uitsnijkader wordt weergegeven waarmee u de grootte
en positie bepaalt van het gebied dat u wilt uitsnijden.
3 Bepaal met behulp van het
uitsnijkader de grootte en
positie van het gebied
dat u wilt uitsnijden.
Beschikbare bedieningshandelingen
4 Druk op E.
Het scherm verschijnt waarin de opslag wordt bevestigd.
5 Selecteer [Opslaan op SD1] of [Opslaan op SD2]
en druk op E.
De opnamegrootte wijzigen
De opnameresolutie wijzigen (Formaat wijzigen)
Annul.Annul. OKOK
Een deel van de opname uitsnijden (Bijsnijden)
R
Wijzigt de grootte van het uitsnijkader.
ABCD
Verplaatst het uitsnijkader.
G
Wijzigt de verhoudingen of de instelling
van de beeldrotatie.
M
Roteert het uitsnijkader (alleen wanneer
mogelijk).
4224x28164224x2816
K1-OPM-NL.book Page 92 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
4
Weergeven
93
Vermindert kleurmoiré in opnamen.
1 Geef in de enkelbeeldweergave de opname weer
die u wilt bewerken.
2 Selecteer c in het weergavepalet.
[Deze opname kan niet worden verwerkt] wordt getoond als
de opname niet kan worden bewerkt.
3 Gebruik CD om het
correctieniveau te selecteren
en druk op E.
Het scherm verschijnt waarin de
opslag wordt bevestigd.
4 Selecteer [Opslaan op SD1] of [Opslaan op SD2]
en druk op E.
u Let op
De functie voor correctie van kleurmoiré kan alleen worden
gebruikt voor JPEG-opnamen die met deze camera zijn
gemaakt.
1 Geef in de enkelbeeldweergave de opname weer
die u wilt bewerken.
2 Selecteer b in het weergavepalet.
Het scherm voor selectie van een filter verschijnt.
3 Selecteer een filter.
Gebruik Q om een andere
opname te selecteren.
Ga verder naar stap 7 als u geen parameters wilt wijzigen.
4 Druk op G.
Het scherm voor het specificeren van parameters wordt
weergegeven.
Kleurmoiré corrigeren
Annul.
Annul.
OK
OK
Opnamen verwerken met digitale filters
Aanpass. basisparam.
Kleurextractie
Kleur vervangen
Speels
Retro
Sterk contrast
Schaduw aanbrengen
Kleur inverteren
Vet één kleur
Vet zwart-wit
Tintuitbreiding
Schetsfilter
Aquarel
Pastel
Posterisatie
Miniatuur
Soft
Sterren
Fisheye
Vlak
Monochroom
100-0001100-0001
Aanpass. basisparam.Aanpass. basisparam.
StoppenStoppen
Aanp. parameterAanp. parameter
OKOK
K1-OPM-NL.book Page 93 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
4
Weergeven
94
5 Stel de parameters in.
Beschikbare bedieningshandelingen
6 Druk op E.
Het scherm van stap 3 verschijnt opnieuw.
7 Druk op E.
Het scherm verschijnt waarin de opslag wordt bevestigd.
8 Selecteer [Extra filter(s) toepassen], [Opslaan op
SD1], of [Opslaan op SD2] en druk op E.
Selecteer [Extra filter(s) toepassen] als u nog meer filters
wilt toepassen op dezelfde opname. Het scherm van stap 3
verschijnt opnieuw.
u Let op
Alleen JPEG- en RAW-opnamen die zijn gemaakt met deze
camera, kunnen worden bewerkt met de digitale filters.
RAW-opnamen die zijn gemaakt met HDR-opname of
Pixelverschuivingsresolutie kunt u met Digitaal filter niet
verwerken.
t Memo
U kunt tot 20 filters toepassen op dezelfde opname, inclusief
het digitale filter dat is gebruikt tijdens het maken van
opnamen (p.76).
Past de filtereffecten van een geselecteerde opname toe op
andere opnamen.
1 Geef een met een filter bewerkte opname weer
in de enkelbeeldweergave.
2 Selecteer b in het weergavepalet.
3 Selecteer [Filtereffecten
opnieuw maken]
en druk op E.
De filtereffecten verschijnen
die voor de geselecteerde
opname zijn gebruikt.
4 Druk op G om de details
van de parameters te
controleren.
Druk nogmaals op G om
terug te gaan naar het vorige
scherm.
5 Druk op E.
Het scherm voor selectie van opnamen verschijnt.
6 Gebruik Q om een
opname te selecteren om
dezelfde filtereffecten toe
te passen en druk op E.
U kunt alleen een opname
selecteren die op dezelfde
geheugenkaart staat en die niet met een filter is bewerkt.
Het scherm verschijnt waarin de opslag wordt bevestigd.
7 Selecteer [Opslaan op SD1] of [Opslaan op SD2] en
druk op E.
t Memo
Indien [Oorspr. opname zoeken] is geselecteerd bij stap 3,
dan kan de originele opname worden opgehaald voordat het
digitale filter werd toegepast.
AB
Selecteert een parameter.
CD
Past de waarde aan.
HelderheidHelderheid
Annul.Annul. OKOK
Filtereffecten kopiëren
Digitaal filter toepassen
Digitaal filter toepassen
Filtereffecten opnieuw maken
Filtereffecten opnieuw maken
Oorspr. opname zoeken
Oorspr. opname zoeken
OK
OK
100-0001100-0001
2020
1919
1818
1717
1616
----
----
----
----
----
----
----- ---
----- ---
----
----
----
1515
1414
1313
1212
1111
1010
99
88
77
66
55
44
33
22
11
Onderst dig filters vorigeOnderst dig filters vorige
opname opnieuw toepassenopname opnieuw toepassen
DetailsDetails OKOK
100-0001
100-0001
Opname bewerken met
Opname bewerken met
digitaal filter
digitaal filter
OK
OK
K1-OPM-NL.book Page 94 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
4
Weergeven
95
1 Geef in de enkelbeeldweergave de video weer die u
wilt bewerken.
2 Selecteer l in het weergavepalet.
Het videobewerkingsscherm verschijnt.
3 Selecteer het punt waar
u de video wilt splitsen.
Het beeld bij het splitspunt wordt
boven in het scherm getoond.
U kunt tot vier punten selecteren
om de originele video-opname te
splitsen in vijf segmenten.
Beschikbare bedieningshandelingen
Ga verder naar stap 7 als u geen enkel segment wilt
verwijderen.
4 Druk op L.
Het scherm verschijnt waarin u de segmenten kunt
selecteren die u wilt verwijderen.
5 Gebruik CD om het
selectiekader te verplaatsen
en druk op E.
De segmenten die u wilt
verwijderen zijn gespecificeerd.
(Tegelijkertijd kunnen meerdere
segmenten worden verwijderd.)
Druk nogmaals op E als u de selectie wilt annuleren.
6 Druk op F.
Het scherm van stap 3 verschijnt opnieuw.
7 Druk op E.
Het scherm verschijnt waarin de opslag wordt bevestigd.
8 Selecteer [Opslaan op SD1] of [Opslaan op SD2]
en druk op E.
t Memo
Selecteer splitspunten in chronologische volgorde vanaf
het begin van de video-opname. Als u de geselecteerde
splitspunten annuleert, annuleer deze dan elk in omgekeerde
volgorde (vanaf het einde van de video tot het begin). U kunt
splitspunten niet selecteren en de selectie van splitspunten
niet annuleren in een andere volgorde dan de
gespecificeerde volgorde.
Video bewerken
A
Speelt de video-opname
af of last een pauze in.
D
Springt een beeldje vooruit
(tijdens pauze).
Druk op D en
houd deze
ingedrukt
Speelt snel vooruit af.
C
Springt een beeldje achteruit
(tijdens pauze).
Druk op C en
houd deze
ingedrukt
Speelt snel achteruit af.
R
Wijzigt het geluidsvolume.
G
Bevestigt/annuleert het
geselecteerde splitspunt.
00 ' 00"
00' 00"
10 ' 00"
10' 00"
Stoppen
Stoppen
OK
OK
00 ' 05"
00' 05"
10 ' 00"
10' 00"
Selecteer te verwijderen segm.
Selecteer te verwijderen segm.
K1-OPM-NL.book Page 95 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
4
Weergeven
96
U kunt RAW-opnamen ontwikkelen tot JPEG- of TIFF-opnamen
en deze opslaan als nieuwe bestanden.
1 Selecteer k in het weergavepalet.
Het scherm voor selectie van het verwerkingstype
verschijnt.
2 Selecteer de gewenste optie en druk op E.
Ga verder met stap 6 indien u [Eén opname selecteren]
hebt geselecteerd.
Het scherm voor selectie van de opname/map verschijnt.
3 Selecteer opname(n) of een map.
Raadpleeg stap 2 van “Geselecteerde opnamen
verwijderen” (p.87) voor informatie over hoe opnamen
worden geselecteerd.
Ga verder naar stap 5 als een map is geselecteerd.
4 Druk op G.
Het scherm voor selectie van de methode voor
de parameterinstelling verschijnt.
5 Selecteer de methode voor
de parameterinstelling
en druk op E.
6 Selecteer het instellingsitem
dat u wilt wijzigen.
RAW-opnamen ontwikkelen
Eén opname
selecteren
Ontwikkelt een opname.
Meerdere
opnamen
selecteren
Ontwikkelt maximaal 500 opnamen
met dezelfde instellingen.
Een map select.
Ontwikkelt maximaal 500 opnamen
in de geselecteerde map met dezelfde
instellingen.
Opnamen ontwikkelen
zoals gemaakt
Stelt u in staat om alleen
Bestandsindeling,
Verhoudingen, JPEG-resolutie,
JPEG-kwaliteitsniveau en
Kleurruimte te wijzigen.
Opnamen ontwikkelen
met aangepaste instell.
Stelt u in staat om alle
instellingsitems te wijzigen.
Witbalans Vervormingscorrectie
Aangepaste opname Perifere verlicht. corr.
Gevoeligheid Aanp. Lat. Chr. Abb.
Helderheid Diffractiecorrectie
Huidtint Correctie kleurrand
Digitaal filter Bestandsindeling
HDR-opname Verhoudingen
Pixelverschuiv.resolutie JPEG-resolutie
Schaduwcorrectie JPEG kwaliteitsniveau
Ruisond. hoge ISO-wrd Kleurruimte
100-0001
100-0001
001/500
001/500
Opnamen ontwikkelen
Opnamen ontwikkelen
zoals gemaakt
zoals gemaakt
Opnamen ontwikkelen
Opnamen ontwikkelen
met aangepaste instell.
met aangepaste instell.
OK
OK
100-0001
100-0001
Witbalans
Witbalans
Voorbeeld
Voorbeeld
OK
OK
K1-OPM-NL.book Page 96 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
4
Weergeven
97
Beschikbare bedieningshandelingen
7 Gebruik ABCD om [JPEGu] of [TIFFu]
te selecteren.
Draai aan R om de bestandsindeling te wijzigen.
8 Druk op E.
Het scherm verschijnt waarin de opslag wordt bevestigd.
9 Selecteer [Opslaan op SD1] of [Opslaan op SD2]
en druk op E.
Wanneer [Eén opname selecteren] is geselecteerd,
selecteer dan [Doorgaan] of [Einde] en druk op E.
u Let op
U kunt alleen RAW-opnamen ontwikkelen die met deze
camera werden gemaakt.
De functies van de objectiefcorrectie kunnen niet worden
toegepast op RAW-opnamen die zijn gemaakt met een
transportstand die was ingesteld op [Meerdere opnamen]
of [Intervalcompositie].
t Memo
Als bij stap 2 [Meerdere opnamen selecteren] of [Een map
select.] is geselecteerd, dan wordt een map met een nieuw
nummer aangemaakt, en worden de JPEG- of TIFF-
opnamen hierin opgeslagen.
Voor [HDR-opname] en [Pixelverschuiv.resolutie] geldt
dat het instellingsitem waarvan parameters kunnen worden
gewijzigd, afhangt van het item dat tijdens het maken van
opnamen werd gebruikt.
Met de bijgeleverde software “Digital Camera Utility 5” kunt u
RAW-bestanden ontwikkelen op een computer.
Q
Selecteert een andere opname
(indien in de enkelbeeldweergave).
ABCD
Selecteert een instellingsitem.
R
Wijzigt de waarde.
G
Evalueert de opname.
E
Verricht gedetailleerde instellingen.
K1-OPM-NL.book Page 97 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
5
Delen
98
Sluit de camera aan op een computer met een USB-kabel.
Zorg dat u een in de handel verkrijgbare USB-kabel
met een micro B-aansluitpunt gebruikt.
Stel de verbindingsstand in bij [USB-aansluiting] in menu D2
menu op basis van de functie die met de computer moet worden
uitgevoerd.
U kunt de geselecteerde verbindingsstand controleren
op het LCD-display. (p.19)
t Memo
Raadpleeg “Besturingsomgeving voor USB-aansluiting
en bijgeleverde software” (p.135) voor de systeemeisen
die gelden voor de aansluiting van de camera op de
computer en het gebruik van de software.
Het verdient aanbeveling om de optionele
netvoedingsadapterset te gebruiken als u van plan bent
de camera gedurende langere tijd te gebruiken. (p.40)
1 Stel [USB-aansluiting] in op [MSC] in menu D2.
2 Zet de camera uit.
3 Open op de camera het klepje van de aansluitingen
en sluit de USB-kabel aan op het USB-aansluitpunt.
4 Sluit de USB-kabel aan op de USB-poort van
de computer.
5 Zet de camera aan.
De camera wordt herkend als een verwisselbare schijf.
6 Sla de opnamen op de computer op.
7 Koppel de camera los van de computer.
u Let op
De camera kan niet worden gebruikt als deze aangesloten
is op de computer. Als u de camera wilt gebruiken, beëindig
dan eerst de USB-verbinding op de computer, schakel dan
de camera uit en verwijder de USB-kabel.
Als bij stap 5 op het computerscherm het “K-1”-dialoogscherm
verschijnt, selecteer dan [Map openen en bestanden
weergeven] en klik op de OK-knop.
De camera gebruiken
met een computer
De verbindingsstand instellen
D2
MSC
(standaardinstelling)
Stelt u in staat om de gegevens op de
geheugenkaart te kopiëren naar een
computer door de computer de
camera te laten herkennen als
een verwisselbare schijf. (p.98)
PTP
Stelt u in staat om opnamen te maken
met de camera en de opnamen via
een bekabelde computerverbinding
direct te bekijken op het beeldscherm
van de computer (tethered shooting).
(p.99)
Een opname op de geheugenkaart kopiëren
K1-OPM-NL.book Page 98 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
5
Delen
99
U kunt “tethered shooting” uitvoeren door de camera te
gebruiken in combinatie met een computer met behulp van de
optionele “IMAGE Transmitter 2”. Gemaakte opnamen worden
onmiddellijk opgeslagen op de computer.
1 Stel [USB-aansluiting] in op [PTP] in menu D2.
2 Zet de camera uit.
3 Sluit de camera aan op een computer met een USB-
kabel.
Raadpleeg stap 3 en 4 van “Een opname op de
geheugenkaart kopiëren” (p.98).
4 Zet de camera aan.
5 Start de “IMAGE Transmitter 2” op de computer.
De “IMAGE Transmitter 2” wordt gestart en de computer
herkent de camera.
u Let op
Tethered shooting kan niet worden uitgevoerd wanneer de
keuzeschakelaar van de opnamestand is ingesteld op C.
t Memo
Bijzonderheden over “IMAGE Transmitter 2” vindt u in
de “User Guide [Operation]” die beschikbaar is op de
volgende site. http://www.ricoh-imaging.co.jp/english/
support/download_manual.html
Deze camera is uitgerust met een ingebouwde Wi-Fi-functie.
Door rechtstreeks verbinding te maken met een
communicatieapparaat zoals een smartphone of tablet via
draadloos LAN, kan de camera worden bediend vanaf het
communicatieapparaat en kunnen opnamen worden gedeeld
met anderen via sociale netwerken of e-mail.
De Wi-Fi-functie wordt uitgeschakeld als de camera wordt
ingeschakeld. Schakel de functie in met een van de volgende
methoden.
Instellen vanuit de menu’s (p.100)
De Smart-functie (p.100)
Wanneer de Wi-Fi-functie is
ingeschakeld, gaat het Wi-Fi-lampje
branden en wordt met het (witte)
pictogram 7 op het statusscherm
en het Live weergave-scherm
aangegeven dat er verbinding is
met de draadloze LAN. Wanneer 8
(grijs) wordt weergegeven, is geen
correcte verbinding met het communicatieapparaat tot stand
gebracht.
t Memo
Zelfs nadat de Wi-Fi-functie is ingeschakeld, wordt deze
functie uitgeschakeld wanneer de camera wordt
uitgeschakeld en weer wordt ingeschakeld. De Wi-Fi-functie
wordt ook uitgeschakeld wanneer de camera in de stand C
wordt gezet.
Automatische uitschakeling is niet beschikbaar terwijl een
Wi-Fi-verbinding tot stand is gebracht of wanneer opnamen
worden verzonden. De Wi-Fi-functie wordt uitgeschakeld
als automatische uitschakeling wordt geactiveerd terwijl
er geen verbinding is of tijdens standby. De functie wordt
ingeschakeld wanneer de camera terugkeert vanuit
automatische uitschakeling.
De Wi-Fi-functie wordt uitgeschakeld tijdens de USB-
verbinding.
De camera gebruiken met een computer
De camera gebruiken met
een communicatieapparaat
De Wi-Fi-functie inschakelen
1/1/
25 0250
16 001600
FF
5.65.6
99 99 999999
99 99 999999
K1-OPM-NL.book Page 99 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
5
Delen
100
u Let op
Probeer de Wi-Fi-functie niet te gebruiken op plaatsen waar
het gebruik van draadloze LAN-apparaten aan beperkingen
onderhevig of verboden is, zoals in vliegtuigen.
Houd bij het gebruik van de Wi-Fi-functie rekening met
plaatselijke wetten en regels voor radiocommunicatie.
Er kan radiogolfinterferentie optreden indien gebruik wordt
gemaakt van een geheugenkaart met een ingebouwde
draadloze LAN-functie (zoals een Eye-Fi-kaart of een Flucard).
Schakel in dat geval de Wi-Fi-functie van de camera uit.
1 Selecteer [Wi-Fi] in menu D2 en druk op D.
Het scherm [Wi-Fi] verschijnt.
2 Stel [Actiemodus]
in op [AAN].
Selecteer [UIT] als u de Wi-Fi-
functie wilt uitschakelen.
3 Druk tweemaal op F.
t Memo
Selecteer [Communicatie-info] bij stap 2 om de SSID,
het wachtwoord en het MAC-adres van de draadloze LAN
te controleren. Of selecteer [Reset instellingen] als u de
instellingen wilt resetten naar de standaardwaarde.
1 Zet het functiewiel op [Wi-Fi].
2 Draai aan het instelwiel.
De Wi-Fi-functie wordt in- of uitgeschakeld.
Instellen vanuit de menu’s D2
Wi-Fi
Wi-Fi
Actiemodus
Actiemodus
Communicatie-info
Communicatie-info
Reset instellingen
Reset instellingen
Annul.
Annul.
OK
OK
Instellen met de Smart-functie
1
2
K1-OPM-NL.book Page 100 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
5
Delen
101
De volgende functies kunnen worden gebruikt door de camera
via Wi-Fi rechtstreeks aan te sluiten op een
communicatieapparaat en gebruik te maken van de specifieke
toepassing “Image Sync”.
Image Sync ondersteunt iOS en Android en kan worden
gedownload vanuit de App Store of Google Play Store.
Raadpleeg de downloadsite voor ondersteunde
besturingssystemen en andere bijzonderheden.
t Memo
De schermafbeeldingen van Image Sync die in deze
handleiding worden gebruikt, zijn de afbeeldingen die in
ontwikkeling waren en kunnen afwijken van wat werkelijk
wordt weergegeven. De indeling en elementen van het
scherm kunnen ook gewijzigd zijn vanwege oorzaken
zoals een versie-upgrade van de toepassing.
Raadpleeg de bedieningshandleiding van het
communicatieapparaat voor bijzonderheden over
de bediening hiervan.
Sluit de camera en het communicatieapparaat aan via Wi-Fi,
en start Image Sync die is geïnstalleerd op het
communicatieapparaat.
1 Schakel de draadloze LAN (Wi-Fi)-functie
in op het communicatieapparaat.
2 Start Image Sync op het communicatieapparaat.
Het NFC-verbindingsscherm verschijnt op het
communicatieapparaat.
3 Tik op [Choose a Network]
(Een netwerk kiezen).
Het scherm [Choose a Network]
(Een netwerk kiezen) verschijnt
op het communicatieapparaat.
De camera gebruiken met een
communicatieapparaat
Remote Capture
(Opnemen op
afstand)
Toont het beeld van de Live weergave
van de camera op het communicatie-
apparaat, en maakt het vervolgens
mogelijk om via bediening van het
communicatieapparaat de belichtings-
instellingen te regelen en opnamen te
maken.
Image View
(Opnameweergave)
Hiermee geeft u op het communicatie-
apparaat de opnamen weer die opge-
slagen zijn op de geheugenkaart in de
camera en kunt u de opnamen importe-
ren naar het communicatieapparaat.
De camera en een communicatieapparaat aansluiten
Wanneer een Android-apparaat wordt gebruikt
K1-OPM-NL.book Page 101 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
5
Delen
102
4 Tik op [PENTAX_xxxxxx]
in de [Network List]
(Netwerklijst).
Het scherm [Enter Password]
(Wachtwoord invoeren)
verschijnt.
5 Voer het wachtwoord
in en tik op [Connect]
(Verbinding maken).
Er wordt een Wi-Fi-verbinding tot
stand gebracht tussen de camera
en het communicatieapparaat.
De lijst met opnamen verschijnt
op het Image Sync-scherm.
t Memo
Raadpleeg [Communication Info] bij [Wi-Fi] in menu D2 voor
het standaardwachtwoord. (p.100)
1 Schakel de draadloze LAN (Wi-Fi)-functie
in op het communicatieapparaat.
2 Tik op [PENTAX_xxxxxx] in de lijst met
gedetecteerde Wi-Fi-netwerken.
3 Voer het wachtwoord in en tik
op [Join] (Verbinding
maken).
Er wordt een Wi-Fi-verbinding tot
stand gebracht tussen de camera
en het communicatieapparaat.
4 Start Image Sync op het communicatieapparaat.
Image Sync wordt gestart en de lijst met opnamen
verschijnt.
Wanneer een iOS-apparaat wordt gebruikt
K1-OPM-NL.book Page 102 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
5
Delen
103
Tik links of rechts op het scherm om van scherm te wisselen.
t Memo
U kunt ook van bedieningsstand wisselen door
op de knoppen te tikken die worden weergegeven
aan de onderzijde van elk scherm.
Het beeld van de Live weergave van de camera en de knoppen
voor het maken van opnamen worden weergegeven
in het opnamescherm van Image Sync.
Schermen van Image Sync
Opnamenoverzicht
van toepassing
Opnamenoverzicht
van camera
Stand A
Opnamen maken met een communicatieapparaat
1 Instellingen (p.107)
2 Opnamestand
3 Live weergave
4 AF-kader
5 Witbalans, Sluitertijd, Diafragmawaarde,
Belichtingscorrectie, Gevoeligheid
6 Live weergave aan/uit
7 Bedieningsstanden
8 Communicatiepictogram
9 Batterijniveau
10 Miniatuur van de laatst gemaakte opname
(Als deze wordt aangetikt, verschijnt de lijst
met opnamen van de camera.)
11 Kaartsleufnummer, Bestandsindeling,
Beeldopslagcapaciteit
12 Transportstand
13 Groene knop
14 Ontspanknop
1
8
9
10
11
12
13
14
2
3
4
5
6
7
K1-OPM-NL.book Page 103 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
5
Delen
104
1 Stel de basisinstellingen op de camera in.
2 Controleer het beeld van
de Live weergave op
het opnamescherm
van Image Sync.
3 Wijzig voor zover nodig met
Image Sync de instellingen.
Tik op een item en selecteer een
waarde in de lijst.
4 Wanneer de scherpstelstand is ingesteld op v,
tik dan in het beeld van de Live weergave op
een gebied waar u autofocus wilt uitvoeren.
Autofocus wordt uitgevoerd in de aangetikte stand.
5 Tik op de ontspanknop.
De gemaakte opname wordt getoond als een miniatuur.
u Let op
Opnamen maken met Image Sync is niet beschikbaar
in de volgende situaties.
In de stand C
Wanneer de transportstand anders is ingesteld dan
op [Enkelbeeldopname]
Wanneer de camera aangesloten is op een apparaat
via een USB- of HDMI-aansluitpunt
Bij gebruik van de functie Sterrenvolger
De gemaakte opnamen worden opgeslagen op de
geheugenkaart in de camera. Er kunnen geen opnamen
worden gemaakt als er op de geheugenkaart onvoldoende
ruimte is.
K1-OPM-NL.book Page 104 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
5
Delen
105
t Memo
Er kunnen ook opnamen worden gemaakt door het beeld
van de Live weergave aan te tikken. Stel dit in bij [Touch AF]
(Aanraken voor AF) in het scherm [Settings] (Instellingen).
(p.107)
Bij het maken van opnamen met Image Sync heeft het
ontspannen met de sluiter altijd prioriteit, ongeacht de
instelling bij [Opties Contrast-AF] van [Contrastdetectie AF]
in menu A1.
U kunt de opgeslagen opnamen bekijken op zowel de camera
als het communicatieapparaat.
Tik op de miniatuuropname om deze
te bekijken in de enkelbeeldweergave
en controleer de opname-informatie
hiervan.
Opnamen bekijken
1 Knop voor selectie van meerdere opnamen
2 Wisselen tussen de SD1-kaart en de SD2-kaart (alleen
beschikbaar voor het opnamenoverzicht van de camera)
3 Bedieningsstanden
4 Instellingen (p.107)
1
2
4
3
K1-OPM-NL.book Page 105 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
5
Delen
106
Aanraakbediening
Als u opnamen bekijkt in het display van het opnamenoverzicht
van de toepassing, kunt u de beeldopslaglocatie (album)
selecteren. U kunt hierbij kiezen tussen “Application”
(Toepassing) en “Gallery” (Gallerij) (of “Camera Roll” (Filmrol)).
1 Tik op 4.
2 Selecteer het album.
De opnamen in het
geselecteerde album worden
weergegeven.
1 Tik op 5.
Links/rechts aantikken Geeft de vorige/volgende
opname weer.
Twee vingers op scherm uit
elkaar of naar elkaar toe
bewegen
Vergroot/verkleint de
opname.
De beeldsopslaglocatie selecteren
Meerdere opnamen selecteren
K1-OPM-NL.book Page 106 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
5
Delen
107
2 Tik op de opnamen die u wilt
selecteren.
Er verschijnen blauwe vinkjes.
3 Raak een van de geselecteerde opnamen
aan en houd deze vast.
4 Selecteer de gewenste actie.
t Memo
Wanneer u de gewenste opname aanraakt en vasthoudt die
wordt weergegeven in het display van het opnamenoverzicht
of in het display van de opname-informatie, dan verschijnt
hetzelfde scherm als bij stap 4 en kunt u de actie selecteren
die u wilt toepassen.
1 Tik op 6.
Het scherm [Settings]
(Instellingen) verschijnt.
De instellingen wijzigen
K1-OPM-NL.book Page 107 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
5
Delen
108
De volgende instellingen zijn beschikbaar.
2 Tik op [General Settings] (Algemene instellingen)
als u de communicatie-instellingen en displaytaal
wilt wijzigen.
3 Tik op het instellingsitem dat
u wilt wijzigen.
Communication Settings
(Communicatie-instellingen)
Het wachtwoord en draadloze
kanaal kunnen worden gewijzigd.
Device Information
(Apparaatinformatie)
Language (Taal)
4 Wijzig de instellingen en tik op 1.
Touch AF
(Aanraken voor AF)
Stelt in of alleen autofocus wordt
uitgevoerd of dat opnamen
worden gemaakt na autofocus
wanneer het beeld van de Live
weergave wordt aangeraakt.
Image Capture
Settings
(Opname-instell. foto's)
Wijzigt de instellingen voor
Geheugenkaartopties,
Bestandsindeling en JPEG-
resolutie.
General Settings
(Algemene
instellingen)
Wijzigt de communicatie-
instellingen en de displaytaal.
K1-OPM-NL.book Page 108 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
6
Instellingen
109
U kunt de functies instellen voor wanneer X, Y (B) of I
wordt ingedrukt, of wanneer de hoofdschakelaar op U staat.
In de stand C kunt u alleen de functie instellen voor wanneer
I wordt ingedrukt.
1 Selecteer [Knoppen aanpassen] in menu A5 of
C2 en druk op D.
Het scherm [Knoppen aanpassen] verschijnt.
2 Selecteer het gewenste item
en druk op D.
Het scherm verschijnt waarin de
functie aan het geselecteerde
item kan worden toegewezen.
3 Druk op D en gebruik AB om de functies te
selecteren die u aan elke knop wilt toewijzen.
De volgende functies kunnen worden toegewezen aan elke
knop.
Camera-instellingen
De functies van de e-knoppen en
andere knoppen aanpassen
A5/C2
De werking van de knoppen instellen
Knoppen aanpassen
Knoppen aanpassen
Fx2-knop
Fx2-knop
AF-knop
AF-knop
Voorbeeld-wiel
Voorbeeld-wiel
Instelling e-knoppen
Instelling e-knoppen
Fx1-knop
Fx1-knop
Instelling Functie Pagina
Fx1-knop
Fx2-knop
1x voor
bestandsform.
Wijzigt tijdelijk de
bestandsindeling.
p.110
Beeldinstelling
buiten
Stelt de helderheid
van de monitor in
voor het maken van
buitenopnamen.
p.12
Flitsstand Stelt de flitsstand in. p.73
Pixelverschuiv.
resolu ti e
Wijzigt de instelling
van de functie Pixel-
verschuivingsresolu-
tie.
p.79
Shake
Reduction
Schakelt de functie
Shake Reduction en
Movie SR in of uit.
p.78
Horizon-
correctie
Schakelt de functie
Horizoncorrectie
in of uit.
Elektr.
waterpas
Schakelt het display
van Elektronische
waterpas voor de
zoeker en Live
weergave in of uit.
p.19
K1-OPM-NL.book Page 109 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
6
Instellingen
110
4 Druk op E.
5 Druk op F.
Het scherm van stap 2 verschijnt opnieuw.
Herhaal stappen 2 t/m 5.
6 Druk tweemaal op F.
Selecteer voor elke [Bestandsindeling]-instelling de
bestandsindeling waarnaar moet worden overgeschakeld
wanneer X of Y wordt ingedrukt.
1 Stel [Fx1-knop] of [Fx2-knop] in op [1x voor
bestandsform.] bij stap 3 van “De werking van de
knoppen instellen” (p.109).
2 Selecteer Z of Y voor [Stop na 1 opname].
3 Selecteer de
bestandsindeling voor
wanneer X of Y
wordt ingedrukt.
Links staat de
[Bestandsindeling]-instelling
en rechts staat de gewijzigde
bestandsindeling wanneer X
of Y wordt ingedrukt.
u Let op
De functie 1x voor bestandsformaat kan niet worden gebruikt
wanneer [Geheugenkaartopties] in menu A2 is ingesteld op
[RAW/JPEG afzonderlijk]. (p.49)
AF-knop
AF-knop
(video)
AF1
inschakelen
Autofocus wordt
uitgevoerd als u op
I drukt.
p.57
AF2
inschakelen
Autofocus wordt
uitgevoerd wanneer u
op I drukt.
Half indrukken
van 0 is
uitgeschakeld.
AF
uitschakelen
Terwijl u op I drukt,
is half indrukken van
0
uitgeschakeld.
Voorbeeld-
wiel
Optisch
voorbeeld
Activeert de functie
Optisch voorbeeld.
p.62
Digitaal
voorbeeld
Activeert de functie
Digitaal voorbeeld.
1x voor bestandsformaat instellen
Instelling Functie Pagina
Z
De opname-indeling keert terug naar de
[Bestandsindeling]-instelling van [Opname-instell.
foto's] in menu A2 nadat een opname is gemaakt.
Y
De instelling blijft behouden totdat een van de
volgende bedieningshandelingen wordt uitgevoerd:
Wanneer X of Y opnieuw wordt ingedrukt
Wanneer 3, F of G wordt ingedrukt, of
wanneer wordt gedraaid aan het moduswiel of
hoofdschakelaar
Fx1-knopFx1-knop
Stop na 1 opnameStop na 1 opname
1x voor bestandsform.1x voor bestandsform.
Annul.Annul. OKOK
K1-OPM-NL.book Page 110 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
6
Instellingen
111
U kunt voor elke belichtingsstand de functies instellen voor
wanneer aan Q en R wordt gedraaid en M wordt ingedrukt.
1 Selecteer [Instelling e-knoppen] bij [Knoppen
aanpassen] in menu A5 of C2 en druk op D.
Het scherm [Instelling e-knoppen] verschijnt.
2 Selecteer een belichtingsstand en druk op D.
Het scherm voor de geselecteerde belichtingsstand verschijnt.
3 Druk op D en gebruik AB
om de combinatie van
functies te selecteren voor
wanneer aan Q en R
wordt gedraaid en M wordt
ingedrukt.
4 Druk op E.
5 Druk op F.
Het scherm [Instelling e-knoppen] verschijnt.
Herhaal stappen 2 t/m 5.
6 Druk tweemaal op F.
t Memo
Als u [Rotatierichting] selecteert bij stap 2, kunt u het
verkregen effect omkeren door aan Q of R te draaien.
U kunt instellen of de verlichting wordt ingesteld voor de
volgende cameraonderdelen wanneer u op 8 drukt.
Stel dit in bij [Verlichtingsinstellingen]
van menu D2. Als u [Uit] selecteert,
zullen onderdelen niet worden
verlicht, zelfs niet wanneer 8
wordt ingedrukt.
U kunt instellen of op de camerabehuizing de volgende
indicatielampjes gaan branden.
Stel dit in bij [Indicatielampjes] van
menu D2.
De instelling bij [Zelfontspanner]
bepaalt of het zelfontspannerlampje
knippert tijdens het aftellen voor
de transportstand [Zelfontspanner
(12sec)]. De instelling bij
[Afstandsbediening] bepaalt of het lampje van de
afstandsbedieningssensor knippert tijdens standby
voor het maken van opnamen.
De werking van de e-knoppen instellen
I
Sluitertijd wijzigen
J
Diafragma wijzigen
ISO
Gevoeligheid wijzigen
e
Belichtingscorrectie
XG
Ga terug naar de stand G
GSHIFT
Progr. instellen
GLINE
Programmalijn
-- Niet beschikbaar
BelichtingsfunctieBelichtingsfunctie
Annul.Annul. OKOK
De verlichting op de camerabehuizing
instellen
D2
De instellingen van de verlichtingsknop specificeren
LCD-display Uit, Zwak, Sterk
Bedien.elem. achter Uit, Zwak, Sterk
Objectiefvatting Uit, Aan
Kaartsleuf/connector Uit, Aan
De verlichting van de indicatielampjes instellen
Door de verlichtingsknop in te
Door de verlichtingsknop in te
drukken wordt het LCD-display
drukken wordt het LCD-display
sterk verlicht
sterk verlicht
Verlichtingsinstellingen
Verlichtingsinstellingen
LCD-display
LCD-display
Bedien.elem. achter
Bedien.elem. achter
Lensvatting
Lensvatting
Kaartsleuf/connector
Kaartsleuf/connector
Wi-Fi
Wi-Fi
GPS
GPS
Indicatielampjes
Indicatielampjes
Zelfontspanner
Zelfontspanner
Afstandsbediening
Afstandsbediening
K1-OPM-NL.book Page 111 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
6
Instellingen
112
Camera-instellingen kunnen worden opgeslagen onder O t/m
5 van het moduswiel en kunnen herhaaldelijk worden gebruikt.
De volgende instellingen kunnen worden opgeslagen.
1 Stel de belichtingsstand in en alle instellingen
die moeten worden opgeslagen.
2 Selecteer [USER-stand opslaan] in menu A5
en druk op D.
Het scherm [USER-stand opslaan] verschijnt.
3 Selecteer [Instellingen
opslaan] en druk op D.
Het scherm [Instellingen opslaan]
verschijnt.
4 Selecteer een USER-stand tussen [USER1] t/m
[USER5] en druk op D.
5 Selecteer [Opslaan] en druk op E.
Het scherm van stap 3 verschijnt opnieuw.
u Let op
[USER-stand opslaan] kan niet worden geselecteerd
als het moduswiel is ingesteld op R.
t Memo
De instellingen die zijn opgeslagen als de USER-stand,
kunnen op de monitor worden getoond als u [Opgesl.
instellingen control.] selecteert bij stap 3.
Selecteer [USER-stand resetten] bij stap 3 als u de
instellingen wilt terugzetten naar de standaardwaarden.
U kunt de naam wijzigen van de USER-stand waaronder u
de instellingen hebt opgeslagen.
1 Selecteer [USER-st. hernoemen] bij stap 3 van
“De instellingen opslaan” (p.112) en druk op D.
Het scherm [USER-st. hernoemen] verschijnt.
2 Selecteer een USER-stand tussen [USER1] t/m
[USER5] en druk op D.
Het scherm voor het invoeren van tekst wordt
weergegeven.
3 Wijzig de tekst.
Er kunnen maximaal 18
alfanumerieke single-byte
karakters en symbolen worden
ingevoerd.
Wi-Fi Uit, Zwak, Sterk
GPS Uit, Zwak, Sterk
Zelfontspanner Uit, Aan
Afstandsbediening Uit, Aan
Veelgebruikte instellingen opslaan
A5
Belichtingsfunctie
(uitgezonderd R)
Gevoeligheid
Belichtingscorrectie
Transportstand
Witbalans
Aangepaste opname
Instellingen van menu A1-5
(met uitzonderingen)
Instellingen van menu E1-4
De instellingen opslaan
USER-stand opslaan
USER-stand opslaan
USER-st. hernoemen
USER-st. hernoemen
Opgesl. instellingen control.
Opgesl. instellingen control.
USER-stand resetten
USER-stand resetten
Instellingen opslaan
Instellingen opslaan
Een instelnaam wijzigen
AA BB CC DD EE FF GG HH II JJ KK LLMMNNOO PP QQRR
SS TT UU VVWW XX YY ZZ 00 11 22 33 44 55 66 77 88 99
AA BB CC
USER-st. hernoemenUSER-st. hernoemen
Annul.Annul.
1 teken wissen1 teken wissen
EnterEnter
Volt.Volt.
Cursor voor
tekstselectie
Cursor voor
tekstinvoer
K1-OPM-NL.book Page 112 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
6
Instellingen
113
Beschikbare bedieningshandelingen
4 Verplaats na het invoeren van de tekst de
tekstselectiecursor naar [Volt.] en druk op E.
Het scherm [USER-st. hernoemen] verschijnt.
1 Zet het moduswiel in een stand tussen O t/m 5.
De naam van de USER-stand
wordt getoond.
Gebruik AB om de opgeslagen
instellingen te controleren.
2 Wijzig de instellingen voorzover nodig.
De belichtingsstand kan worden
gewijzigd bij [Belichtingsfunctie]
in menu A1.
t Memo
De instellingen die zijn gewijzigd bij stap 2 worden niet
opgeslagen als de instellingen van de USER-stand.
De camera keert bij uitschakeling terug naar de instellingen
die oorspronkelijk waren opgeslagen. Als u de oorspronkelijke
instellingen wilt wijzigen, slaat u de instellingen van de
USER-stand opnieuw op.
De datum en tijd die zijn ingesteld bij de basisinstellingen
(“Basisinstellingen” (p.41)) dienen als datum en tijd
voor uw huidige locatie en vormen de opnamedatum/tijd
van uw opnamen.
Als u de bestemmingstijd instelt op een locatie die verschilt
van uw huidige locatie, dan kunt u de lokale datum en tijd
op de monitor weergeven als u in het buitenland bent en ook
opnamen opslaan met het tijdstempel van de lokale datum
en tijd.
1 Selecteer [Wereldtijd] in menu D1.
Het scherm [Wereldtijd] verschijnt.
2 Selecteer bij [Tijdinstelling]
de tijd die u wilt weergeven.
F (Thuistijd) of
G (Bestemmingstijd) kan
worden geselecteerd.
3 Selecteer [G Bestemmingstijd] en druk op D.
Het scherm [G Bestemmingstijd] verschijnt.
ABCD
Verplaatst de tekstselectiecursor.
R
Verplaatst de tekstinvoercursor.
J
Wisselt tussen hoofdletters en kleine
letters.
E
Voert op de positie van de
tekstinvoercursor een karakter in dat is
geselecteerd met de tekstselectiecursor.
L
Verwijdert een karakter op de positie
van de tekstinvoercursor.
Gebruik van de opgeslagen USER-stand
1/
1/
25 0
250
16 00
1600
F
F
5.6
5.6
ABCDEFGHIJKLMNOPQR
ABCDEFGHIJKLMNOPQR
Belichtingsfunctie
Belichtingsfunctie
Programmalijn
Programmalijn
Belichtingsfunctie
Belichtingsfunctie
Annul.
Annul.
OK
OK
De lokale datum en tijd van
de opgegeven stad weergeven
D1
10:0010:00
WereldtijdWereldtijd
TijdinstellingTijdinstelling
BestemmingstijdBestemmingstijd
LondenLonden
ThuistijdThuistijd
AmsterdamAmsterdam
10:0010:00
K1-OPM-NL.book Page 113 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
6
Instellingen
114
4 Gebruik CD om een stad
te selecteren.
Gebruik R om de regio
te wijzigen.
5 Selecteer [Zomertijd] (DST) en gebruik CD om Y
of Z te selecteren.
6 Druk op E.
Het scherm van stap 2 verschijnt opnieuw.
7 Druk tweemaal op F.
t Memo
Raadpleeg “Lijst met steden voor Wereldtijd” (p.134) voor
steden die als thuistijd of bestemmingstijd kunnen worden
geselecteerd.
Selecteer [F Thuistijd] bij stap 3 om voor de thuistijd
de instelling van de stad en zomertijd te wijzigen.
G verschijnt in het bedieningspaneel wanneer [Tijdinstelling]
is ingesteld op G.
De instelwaarden van de meeste functies blijven opgeslagen
als de camera wordt uitgezet. Voor de volgende functie-
instellingen kunt u selecteren of de instellingen opgeslagen
moeten blijven (Z) of moeten worden teruggezet naar de
standaardwaarde (Y) wanneer de camera wordt uitgezet.
Stel dit in bij [Geheugen] in menu A5.
t Memo
Wanneer u [Reset] in menu D4 uitvoert, worden alle
geheugeninstellingen teruggezet naar de standaardwaarde.
BestemmingstijdBestemmingstijd
LondenLonden
ZomertijdZomertijd
0 : 000 : 00
10 : 0010 : 00
Annul.Annul.
OKOK
Instellingen selecteren om op te slaan in
de camera
A5
Gevoeligheid Huidtint
Belichtingscorrectie Digitaal filter
Flitsstand HDR-opname
Belichtingscompensatie Pixelverschuiv.resolutie
Transportstand Compositie aanpassen
Witbalans Display weergave-info
Aangepaste opname Vergrend. bed.elem.
Helderheid Beeldinstelling buiten
K1-OPM-NL.book Page 114 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
6
Instellingen
115
U kunt opnamen beveiligen zodat deze niet per ongeluk kunnen
worden verwijderd.
u Let op
Zelfs beveiligde opnamen worden gewist wanneer
de geplaatste geheugenkaart wordt geformatteerd.
1 Selecteer f in het weergavepalet.
Het scherm voor selectie van het verwerkingstype verschijnt.
2 Selecteer [Selec.
opname(n)] of [Een map
select.] en druk op E.
3 Selecteer de opname(n) of map die u wilt
beveiligen.
Raadpleeg stap 2 van “Geselecteerde opnamen
verwijderen” (p.87) voor informatie over hoe opnamen
worden geselecteerd.
Ga verder naar stap 5 indien [Een map select.]
is geselecteerd.
4 Druk op G.
Het bevestigingsscherm verschijnt.
5 Selecteer [Beveiligen] en druk op E.
t Memo
Selecteer [Alle beelden beveiligen] in menu B1 als u alle
opnamen op de geheugenkaart wilt beveiligen.
Wanneer [Nieuwe map maken] is geselecteerd in menu D3,
dan wordt een map aangemaakt met een nieuw nummer
wanneer de volgende opname wordt opgeslagen.
u Let op
U kunt niet achtereenvolgens meerdere mappen aanmaken.
t Memo
Er wordt automatisch een nieuwe map aangemaakt
in de volgende gevallen.
Wanneer de transportstand is ingesteld op
[Intervalopname] (p.68)
Wanneer [Meerdere opnamen selecteren] of [Een map
select.] is geselecteerd bij [RAW-ontwikkeling] van het
weergavepalet (p.96)
Wanneer er opnamen worden gemaakt met deze camera,
wordt er automatisch een map aangemaakt en worden de
opnamen opgeslagen in deze nieuwe map. Elke mapnaam
bestaat uit een volgnummer van 100 t/m 999 en een reeks
van vijf karakters.
De reeks karakters voor de mapnaam kunt u wijzigen.
1 Selecteer [Mapnaam] in menu D3 en druk op D.
Het scherm [Mapnaam] verschijnt.
2 Druk op D en selecteer
[Dat.] of [Option.].
Instellingen voor bestandsbeheer
Opnamen beveiligen tegen verwijdering
(Beveiligen)
Selec. opname(n)
Selec. opname(n)
Een map select.
Een map select.
OK
OK
De map/bestandsinstellingen selecteren
D3
Nieuwe map maken
Mapnaam
_MMDD
_MMDD
Mapnaam
Mapnaam
Dat,
Dat,
Mapnaam
Mapnaam
Option.
Option.
K1-OPM-NL.book Page 115 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
6
Instellingen
116
Ga verder naar stap 6 als u [Dat.] hebt geselecteerd of de
reeks karakters niet wilt wijzigen.
3 Druk op B en druk vervolgens op D.
Het scherm voor het invoeren van tekst wordt
weergegeven.
4 Wijzig de tekst.
Voer vijf alfanumerieke single-
byte tekens in.
Beschikbare bedieningshandelingen
5 Verplaats na het invoeren van de tekst de
tekstselectiecursor naar [Volt.] en druk op E.
6 Druk tweemaal op F.
t Memo
Er wordt een map met een nieuw nummer aangemaakt
wanneer de mapnaam wordt gewijzigd.
Er kunnen maximaal 500 opnamen worden opgeslagen in
één enkele map. Wanneer het aantal gemaakte opnamen
hoger wordt dan 500, wordt een nieuwe map aangemaakt
met een nummer dat volgt op het nummer van de map die
momenteel wordt gebruikt. Als de transportstand is ingesteld
op [Bracketing], worden opnamen opgeslagen in dezelfde
map totdat alle opnamen zijn gemaakt.
u Let op
Het maximale mapnummer is 999. Nadat u dit aantal van 999
hebt bereikt, kunt u geen nieuwe opnamen maken als u
probeert de mapnaam te wijzigen of probeert een nieuwe
map aan te maken, of als de bestandsnaam het nummer
9999 heeft bereikt.
Een van de volgende reeks karakters wordt gebruikt als het
voorvoegsel van de bestandsnaam, afhankelijk van de instelling
bij [Kleurruimte] van [Opname-instell. foto's] in menu A2.
De eerste vier karakters kunnen worden gewijzigd in een reeks
karakters van uw keuze.
Dat.
De vier cijfers van de maand en de dag waarop
de opname werd gemaakt, worden
toegewezen na het mapnummer.
De maand en dag worden weergegeven op
basis van de datumnotatie die is ingesteld bij
[Datum instellen].
Voorbeeld: 101_0125: voor opnamen die zijn
gemaakt op 25 januari
Option.
Een vrij te kiezen reeks van vijf karakters wordt
toegewezen na het mapnummer.
(Standaardinstelling: PENTX)
Voorbeeld: 101PENTX
ABCD
Verplaatst de tekstselectiecursor.
R
Verplaatst de tekstinvoercursor.
E
Voert op de positie van de
tekstinvoercursor een karakter in dat is
geselecteerd met de tekstselectiecursor.
M
Stelt de ingevoerde tekst terug naar
“PENTX”.
P
P
E
E
N
N
T
T
X
X
ABCDEFGH I JKLM
NOPQRSTUVWX YZ
0123456789
_
Mapnaam
Mapnaam
Annul.
Annul.
Reset
Reset
Enter
Enter
Volt.
Volt.
Cursor voor tekstselectie
Cursor voor tekstinvoer
Bestandsnaam
Kleurruimte Bestandsnaam
sRGB IMGP.JPG
AdobeRGB _IMG.JPG
K1-OPM-NL.book Page 116 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
6
Instellingen
117
1 Selecteer [Bestandsnaam] in menu D3
en druk op D.
Het scherm [Bestandsnaam] verschijnt.
2 Selecteer A of C
en druk op D.
Het scherm voor het invoeren
van tekst wordt weergegeven.
3 Wijzig de tekst.
Er kunnen maximaal vier alfanumerieke single-byte
karakters worden ingevoerd als een alternatief voor
het eerste deel van de bestandsnaam, terwijl de sterretjes
staan voor de getallen die opname na opname automatisch
hoger worden.
Raadpleeg stap 4 en 5 van “Mapnaam” (p.115) voor
informatie over hoe tekst wordt ingevoerd.
4 Druk tweemaal op F.
t Memo
Wanneer bij [Kleurruimte] de optie [AdobeRGB]
is geselecteerd, dan is “_” het voorvoegsel van
de bestandsnaam en wordt de bestandsnaam gevormd
door de eerste drie karakters van de ingevoerde reeks
karakters.
Voor video’s is “IMGP.MOV” of de ingevoerde reeks
karakters de bestandsnaam, ongeacht de instelling bij
[Kleurruimte].
Elke bestandsnaam bestaat uit een
reeks van vier karakters en een
volgnummer tussen 0001 en 9999.
Zelfs als een nieuwe map wordt
aangemaakt bij [Opeenvolg.
nummering] van [Bestandsnummer]
in menu D3, kunt u instellen of u voor
de bestandsnaam door wilt gaan met de volgnummering.
Selecteer [Herstel bestandsnr.] als u het bestandsnummer wilt
terugzetten naar de standaardwaarde.
t Memo
Wanneer het bestandsnummer het nummer 9999 bereikt,
wordt een nieuwe map aangemaakt en wordt het
bestandsnummer teruggezet.
I
I
M
M
G
G
P
P

.JPG

.JPG

.
MOV
I
I
M
M
G
G
P
P
_
_
I
I
M
M
G
G
Bestandsnaam
Bestandsnaam
Bestandsnummer
Z
Ook als er een nieuwe map wordt aangemaakt,
wordt doorgegaan met de volgnummering voor
de bestandsnaam.
Y
De eerste opname die in een nieuwe map wordt
opgeslagen, krijgt steeds het nummer 0001.
BestandsnummerBestandsnummer
Opeenvolg. nummeringOpeenvolg. nummering
Herstel bestandsnr.Herstel bestandsnr.
Gebruikt opeenvolg. bestandsnr.Gebruikt opeenvolg. bestandsnr.
in nieuwe map op basis vanin nieuwe map op basis van
laatste nummer in vorige maplaatste nummer in vorige map
K1-OPM-NL.book Page 117 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
6
Instellingen
118
Stelt in of informatie over de fotograaf en copyright wordt
ingesloten in de Exif-gegevens.
1 Selecteer [Copyrightinformatie] in menu D3
en druk op D.
Het scherm [Copyrightinformatie] verschijnt.
2 Gebruik CD om
[Copyrightgeg. insluiten]
in te stellen.
3 Selecteer [Fotograaf] of [Copyrighthouder]
en druk op D.
Het scherm voor het invoeren van tekst wordt
weergegeven.
4 Wijzig de tekst.
Er kunnen maximaal 32 alfanumerieke single-byte
karakters en symbolen worden ingevoerd.
Raadpleeg stap 3 en 4 van “Een instelnaam wijzigen”
(p.112) voor informatie over hoe tekst wordt ingevoerd.
5 Druk tweemaal op F.
t Memo
De Exif-informatie kan worden gecontroleerd in de
gedetailleerde infoweergave van de weergavestand (p.16)
of met behulp van de bijgeleverde software “Digital Camera
Utility 5”.
De copyrightgegevens instellen
D3
Y
Copyrightgegevens worden niet ingesloten
in de Exif-gegevens.
Z
Copyrightgegevens worden ingesloten
in de Exif-gegevens.
Copyrightinformatie
Copyrightinformatie
Copyrightgeg. insluiten
Copyrightgeg. insluiten
Fotograaf
Fotograaf
Copyrighthouder
Copyrighthouder
K1-OPM-NL.book Page 118 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
7
119
Bijlage
#: Beperkt ×: Niet beschikbaar
*1 Er geldt een beperking voor de minimumwaarde van [Interval].
*2 [Bracketing] is niet beschikbaar.
*3 Alleen het laatste beeldje kan worden opgeslagen.
Beperkingen voor de combinaties van speciale functies
Helderheid/
Huidtint/
Digitaal filter
HDR-
opname
Pixelverschuiv.
resolutie
Vervormingscorrectie/
Diffractiecorrectie
Sterrenvolger
AA-
filtersimulator
RAW-data
opslaan
Flitser
××
Transportstand
Continuopname
×× ×
#
*2
×
Bracketing
×× ×
#
*2
Opn. spiegel-
omhoog-vergr.
×
#
*2
Meerdere opnamen
×× × × ×
#
*2
Intervalopname #
*1
#
*1
××
#
*2
#
*3
Intervalcompositie
×× × × ×
#
*2
Intervalvideo
opnemen
#
*1
#
*1
××××
Sterrenspoor
×× × × ×
#
*2
×
HDR-opname
× ×××
Pixelverschuiv.resolutie
×× ××
AA-filtersimulator
×× ×
K1-OPM-NL.book Page 119 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
7
Bijlage
120
Alle opnamestanden zijn beschikbaar bij gebruik van een D FA-,
DA-, DA L-, FA- of FA J-objectief, of als een objectief met een
positie 9 wordt gebruikt met de diafragmaring ingesteld
in de positie 9.
Als gebruik wordt gemaakt van andere objectieven dan boven
beschreven of van een objectief met een positie 9 dat in een
andere positie staat dan positie 9, dan gelden de volgende
beperkingen.
x: Beschikbaar #: Beperkt ×: Niet beschikbaar
*1 Objectieven met een maximaal diafragma van F2.8 of sneller.
Alleen beschikbaar bij de stand 9.
*2 Objectieven met een maximaal diafragma van F5.6 of sneller.
*3 Beschikbaar bij gebruik van AF540FGZ, AF540FGZ II, AF360FGZ,
AF360FGZ II, AF201FG, AF200FG of AF160FC.
*4 Alleen beschikbaar bij compatibele objectieven.
*5 Vervormingscorrectie en perifere verlichtingscorrectie worden
uitgeschakeld bij gebruik van een DA FISH-EYE 10-17mm objectief.
*6 Als u een FA SOFT 28mm F2.8 objectief, FA SOFT 85mm F2.8
objectief of F SOFT 85mm F2.8 objectief gebruikt, stel [26
Diafragmaring gebruiken] dan in op [Activeren] in menu E4.
Er kunnen opnamen worden gemaakt met de ingestelde
diafragmawaarde, maar alleen binnen het bereik voor handmatige
instelling van het diafragma.
*7 De automatische zoom en voorkeuzezoom zijn uitgeschakeld.
*8 De objectiefcorrectie is beschikbaar met de volgende FA-objectieven:
FA
k
24mm F2.4 AL [IF], FA 28mm F2.8 AL, FA 31mm F1.8 Limited,
FA 35mm F2 AL, FA 43mm F1.9 Limited, FA 50mm F1.4, FA 77mm
F1.8 Limited, FA
k
85mm F1.4 [IF], FA
k
200mm F2.8 ED [IF],
FA
k
MACRO 200mm F4 ED, FA
k
300mm F2.8 ED [IF], FA
k
300mm
F4.5 ED [IF], FA
k
400mm F5.6 ED [IF], FA
k
600mm F4 ED [IF],
FA
k
28-70mm F2.8 ED [IF], FA
k
80-200mm F2.8 ED [IF],
en FA
k
250-600mm F5.6 ED [IF].
*9 Vast ingesteld op [Spot].
*10 J met het diafragma breed open. (De diafragmaring heeft geen
effect op de eigenlijke diafragmawaarde.)
u Let op
Stel de beeldhoek in bij [Bijsnijden] van menu A2 en C1
wanneer u een DA- of DA L-objectief gebruikt. (p.49)
Het uitsnijkader wordt getoond in de zoeker wanneer de
beeldhoek zo wordt gewijzigd dat deze overeenkomt met de
beeldsensor van het APS-C-formaat. (p.18) Maak dusdanig
opnamen dat het onderwerp in het kader is geplaatst.
De functies van de objectiefcorrectie zijn niet beschikbaar
wanneer [Bijsnijden] is ingesteld op 2 terwijl een DA- of
DA L-objectief aangesloten is (behalve wanneer een van de
volgende objectieven is aangesloten: DA
k
200mm F2.8 ED
[IF] SDM, DA
k
300mm F4 ED [IF] SDM of DA 560mm F5.6
ED AW).
Beschikbare functies met diverse
objectieven
Objectief
[Vattingtype]
Functie
D FA
DA
DA L
FA
*6
FA J
F
*6
A M
P
[KAF]
[KAF2]
[KAF3]
[KAF]
[KAF2]
[KAF] [KA] [K]
Autofocus
(Alleen objectief)
(Met AF-adapter 1,7×)
*1
x
x
x
#
#
Handmatig scherp stellen
(Met scherpstelindicatie)
*2
(Met het matglas)
xxxxx
Quick-Shift focus #
*4
××××
Selectiestand
scherpstelgebied [Auto]
xxx
×
*9
×
*9
Autom. lichtmeting
[Meervlaks]
xxxx
×
Stand G/H/I/J/K
xxxx
#
*10
Stand L
xxxx
#
Automatisch P-DDL-
flitsen
*3
xxxx
×
Power zoom #
*7
–––
Automatisch informatie over
de brandpuntsafstand van
het objectief verkrijgen
xxx
××
Objectiefcorrectie #
*5
#
*8
×××
K1-OPM-NL.book Page 120 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
7
121
Bijlage
De camera werkt niet indien de diafragmaring in een andere
positie staat dan 9 of wanneer gebruik wordt gemaakt van
een objectief zonder positie 9 of van accessoires zoals een
auto-tussenringenset, tenzij [26 Diafragmaring gebruiken]
is ingesteld op [Activeren] in menu E4. Raadpleeg
“De diafragmaring gebruiken” (p.122) voor bijzonderheden.
U kunt geen opnamen maken of sommige functies niet
gebruiken als een intrekbaar objectief bevestigd is en niet
uitgeschoven is. De camera stopt als het objectief tijdens
het maken van opnamen wordt ingetrokken.
Namen van objectieven en vattingen
DA-objectieven met een motor en FA- zoomobjectieven
met powerzoom maken gebruik van de KAF2-vatting.
(Van deze objectieven maken de objectieven zonder
AF-koppeling gebruik van de KAF3-vatting.)
FA-objectieven met één enkele brandpuntsafstand,
DA- en DA L-objectieven zonder motor en D FA-, FA J-
en F-objectieven maken gebruik van de KAF-vatting.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzingen van de betreffende
objectieven voor bijzonderheden.
Vatting
Type
objectief
Objectieftype
MF
SS
Voor 35mm full-frameK K, M
KA A
AF
KAF
D FA
Voor zowel 35mm full-frame
als APS-C
DA
Voor APS-C
Zonder de diafragmaring
FA
Voor 35mm full-frame
Niet compatibel met powerzoom
FA J
Voor 35mm full-frame
Zonder de diafragmaring
F Voor 35mm full-frame
KAF2
DA
Voor APS-C
Compatibel met SDM
Zonder de diafragmaring
FA
Voor 35mm full-frame
Compatibel met powerzoom
KAF3
D FA
Voor zowel 35mm full-frame
als APS-C
DA
Voor APS-C
Specifiek voor SDM
Zonder de diafragmaring
K1-OPM-NL.book Page 121 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
7
Bijlage
122
De sluiter kan zelfs worden ontspannen wanneer de
diafragmaring van het D FA-, FA-, F- of A-objectief niet op
positie 9 staat of wanneer een objectief zonder positie 9
aangesloten is.
Selecteer [Activeren] bij
[26 Diafragmaring gebruiken]
in menu E4.
De volgende beperkingen zijn afhankelijk van het gebruikte
objectief van toepassing.
t Memo
Als de diafragmaring op een andere positie dan 9 wordt
ingesteld, dan werkt de camera in de stand J, ongeacht de
instelling van het moduswiel, behalve wanneer de stand L,
M of N wordt geselecteerd.
[F--] verschijnt voor de diafragma-indicator in het
statusscherm, het Live weergave-scherm, de zoeker
en op het LCD-display.
U kunt opnamen maken met Catch-In Focus met behulp
van een handmatig scherpstelobjectief. De sluiter wordt
automatisch ontspannen als de camera scherp stelt op
het onderwerp.
1 Sluit een handmatig scherpstelobjectief aan op
deze camera.
2 Stel [24 Catch-in focus] in op [Aan] in menu E4.
3 Stel de AF-modus in op v en stel [AF-modus]
in op x.
4 Plaats de camera op een vaste steun zoals
een statief.
5 Stel scherp op de positie waar het onderwerp
kan passeren en druk 0 volledig in.
De sluiter wordt automatisch ontspannen wanneer het
onderwerp op de gespecificeerde positie door de camera
scherp is gesteld.
De diafragmaring gebruiken
E4
Objectief Beperking
D FA, FA, F, A, M (alleen
objectief of met accessoires
met automatisch diafragma
zoals tussenringenset K)
Het diafragma blijft open.
De sluitersnelheid wijzigt in
relatie met het open diafragma
maar een afwijking van de
belichting is mogelijk.
D FA, FA, F, A, M, S
(met accessoires met
automatisch diafragma
zoals tussenringenset K)
Er kunnen opnamen worden
gemaakt met de ingestelde
diafragmawaarde maar een
afwijking in de belichting
is mogelijk.
Handmatig
diafragmaobjectief zoals
een reflexobjectief
(alleen objectief)
FA SOFT 28 mm/ FA SOFT
85 mm/ F SOFT 85 mm
(alleen objectief)
In het handmatige
diafragmabereik kunnen
opnamen worden gemaakt met
de ingestelde diafragmawaarde.
2626
2525 11
11
22
Diafragmaring gebruikenDiafragmaring gebruiken
DeactiverenDeactiveren
ActiverenActiveren
Opname maken mogelijkOpname maken mogelijk
bij andere stand dan "A"bij andere stand dan "A"
voor diafragmaringvoor diafragmaring
OKOKAnnul.Annul.
Hoe de juiste belichting wordt bereikt als de diafragmaring
niet op 9 is ingesteld
De juiste belichting kan worden bereikt met de volgende
procedures wanneer de diafragmaring niet op 9 is ingesteld.
1 Zet het moduswiel op L.
2 Stel de diafragmaring in op het gewenste diafragma.
3 Druk op M.
De juiste sluitertijd wordt ingesteld.
4 Pas de ISO-gevoeligheid aan indien de juiste belichting
niet kan worden bereikt.
Opnamen maken met Catch-in Focus
opnamen
E4
K1-OPM-NL.book Page 122 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
7
123
Bijlage
De functie Shake Reduction wordt geactiveerd op basis
van de verkregen informatie over het objectief zoals
de brandpuntsafstand. Stel de brandpuntsafstand in
bij gebruik van een objectief waarvoor informatie over de
brandpuntsafstand niet automatisch kan worden verkregen.
1 Stel [26 Diafragmaring gebruiken] in op [Activeren]
in menu E4.
2 Zet de camera uit.
3 Bevestig een objectief aan de camera
en zet de camera aan.
Het scherm [Inv brandp afstand] verschijnt.
4 Gebruik AB om de
brandpuntsafstand
in te stellen.
Druk op C om in de lijst
een waarde te selecteren.
Als u een zoomobjectief gebruikt,
selecteer dan de feitelijke brandpuntsafstand
met de zoominstelling die wordt gebruikt.
5 Druk op E.
De camera keert terug naar de standby-stand.
t Memo
De instelling van de brandpuntsafstand kan worden gewijzigd
bij [Inv brandp afstand] in menu A4.
De brandpuntsafstand instellen
A4
3535
mmmm
OKOK
Inv brandp afstandInv brandp afstand
K1-OPM-NL.book Page 123 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
7
Bijlage
124
Gebruik van de volgende externe flitsers (optioneel) maakt
diverse flitsstanden mogelijk, zoals de automatische flitsstand
P-DDL.
x: Beschikbaar #: Beperkt ×: Niet beschikbaar
*1 Alleen beschikbaar in de stand R (Auto analyseren scène).
*2 Alleen beschikbaar bij gebruik van een D FA-, DA-, DA L-, FA-,
FA J-, F- of A-objectief.
*3 Het AF-hulplicht is niet beschikbaar met de AF540FGZ of AF360FGZ.
*4 Sluitertijd van 1/100 seconden of langer.
*5 Niet beschikbaar met de AF200FG of AF160FC.
*6 Meerdere AF540FGZ-, AF540FGZ II-, AF360FGZ- of AF360FGZ II-
units zijn vereist.
*7 Alleen beschikbaar in combinatie met de AF540FGZ, AF540FGZ II,
AF360FGZ of AF360FGZ II.
u Let op
U kunt geen flitsers gebruiken met een omgekeerde polariteit
(het middelste contact van de flitsschoen is de minpool)
omdat de camera en flitser anders beschadigd kunnen raken.
Combineer de flitsers niet met accessoires die een afwijkend
aantal contacten hebben, zoals een flitshandgreep, omdat
hierdoor storingen kunnen optreden.
Combinaties met flitsers van andere fabrikanten kan tot
fouten in de apparatuur leiden.
t Memo
Met de AF540FGZ, AF540FGZ II, AF360FGZ of AF360FGZ
II kunt u de flitser met korte-sluitertijdsynchronisatie
gebruiken om een flitser te ontladen en neem een opname
maken met een snellere sluitersnelheid dan 1/200 seconden.
Stel de belichtingsstand in op I, K of L.
Bij gebruik van twee of meer externe flitsers (AF540FGZ,
AF540FGZ II, AF360FGZ of AF360FGZ II) kunt u de
draadloze stand gebruiken om opnamen te maken in de
P-DDL-flitsstand zonder dat u de flitsers met een kabel hoeft
aan te sluiten. In dat geval stelt u het camerakanaal in op
de externe flitsers.
U kunt bij [7 Flitssynchronisatiesnelh.] in menu E1
de flitssynchronisatiesnelheid instellen.
U kunt een externe flitser met een
sync-kabel aansluiten op de
camera via de X-sync-ingang.
Verwijder het 2P-kapje van de
X-sync-ingang om een sync-kabel
aan te sluiten op de X-sync-ingang.
Functies bij gebruik van een externe
flitser
Compatibele flitser
Camerafunctie
AF540FGZ
AF540FGZ II
AF360FGZ
AF360FGZ II
AF201FG
AF200FG
AF160FC
Flitsen met anti rode ogen
xx
Auto ontladen flitser
*1
#
*2
#
*2
Automatisch overgaan op
de flitssynchronisatie-snelheid
xx
Automatische instelling van de
diafragmawaarde in de stand G of I
#
*2
#
*2
Automatisch P-DDL-flitsen #
*2
#
*2
Flitsen met lange-sluitertijdsynchronisatie
xx
Belichtingscompensatie
xx
AF-hulplicht van de externe flitser #
*3
×
Flitsen met 2e sluitergordijn-
synchronisatie
*4
x
#
*5
Flitsen met
contrastregelingssynchronisatie
#
*6
#
*7
Slave-flitser #
*6
×
Flitsen met korte-sluitertijdsynchronisatie
x
×
Draadloos flitsen #
*6
×
K1-OPM-NL.book Page 124 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
7
125
Bijlage
t Memo
In zeldzame gevallen kan het voorkomen dat de camera niet
werkt vanwege oorzaken zoals statische elektriciteit, etc.
Dit kunt u oplossen door de batterij te verwijderen en opnieuw
te plaatsen. Er is geen reparatie nodig als de camera hierna
weer correct werkt.
Problemen oplossen
Probleem Oorzaak Oplossing
De camera
kan niet worden
ingeschakeld.
De batterij is niet
op de juiste wijze
geplaatst.
Controleer of de batterij
in de juiste richting is geplaatst.
De batterij is bijna
leeg.
Laad de batterij op.
De sluiter kan niet
worden
ontspannen.
Er is geen vrije
ruimte op de
geheugenkaart.
Plaats een geheugenkaart
met voldoende vrije ruimte of
verwijder overbodige opnamen.
Gegevens worden
verwerkt.
Wacht totdat de verwerking is
voltooid.
De diafragmaring
van het objectief is
op een andere
positie ingesteld
dan 9.
Zet de diafragmaring van
het objectief in de stand 9
of selecteer [Activeren] bij
[26 Diafragmaring gebruiken] in
menu E4. (p.122)
De AF-modus
staat ingesteld
op x en het
onderwerp is niet
scherp gesteld.
Stel de scherpstellingsmethode
in op w en stel handmatig
scherp.
De autofocus
werkt niet.
Er kan moeilijk
worden scherp
gesteld op het
onderwerp.
v werkt niet goed bij objecten
met een laag contrast (de
hemel, witte muren, etc.),
donkere kleuren, ingewikkelde
patronen, snel bewegende
objecten of landschapsopnamen
via een venster of een netachtig
patroon.
Vergrendel de scherpstelling op
een ander object dat zich op
dezelfde afstand als uw
onderwerp bevindt, richt dan op
het doel en maak een opname.
Als alternatief kan gebruik
worden gemaakt van w.
Het onderwerp is
te dichtbij.
Neem meer afstand tot het
onderwerp en maak een
opname.
De flitser gaat
niet af.
De flitsstand is
ingesteld op A
of B.
Wanneer de flitser is ingesteld
op A of B, gaat de flitser niet
af als het onderwerp helder is.
Wijzig de flitsstand. (p.73)
De camera wordt
niet herkend als
deze aangesloten
is op een
computer.
De USB-
verbindingsstand
is ingesteld
op [PTP].
Stel [USB-aansluiting] in op
[MSC] in menu D2.
Op opnamen
verschijnen stof-
of vuildeeltjes.
De CMOS-sensor
is vuil of stoffig.
Activeer [Sensor stofvrij maken]
in menu D4. De
stofverwijderingsfunctie kan
worden geactiveerd telkens
wanneer de camera wordt
aangezet en uitgezet.
Raadpleeg “Sensor reinigen”
(p.126) als het probleem
aanhoudt.
In de opname
verschijnen
pixeldefecten
zoals heldere en
donkere plekken.
In de CMOS-
sensor zijn er
defecte pixels.
Activeer [Pixeluitlijning]
in menu D4.
Het duurt circa 30 seconden om
de defecte pixels te corrigeren.
Zorg er daarom voor dat u een
batterij gebruikt die volledig
opgeladen is.
Probleem Oorzaak Oplossing
K1-OPM-NL.book Page 125 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
7
Bijlage
126
Klap de spiegel omhoog en open de sluiter als u de CMOS-
sensor reinigt met een blaaskwastje.
1 Zet de camera uit en verwijder het objectief.
2 Zet de camera aan.
3 Selecteer [Sensor reinigen] in menu D4
en druk op D.
Het scherm [Sensor reinigen] verschijnt.
4 Selecteer [Spiegel omhoog] en druk op E.
De spiegel komt omhoog.
5 Reinig de CMOS-sensor met een blaasbalgje.
6 Zet de camera uit.
De spiegel keert automatisch terug naar de oorspronkelijke
stand.
u Let op
Gebruik nooit een spuitbus of blaasbalgje met een borstel.
Deze kunnen de CMOS-sensor beschadigen. Veeg de
CMOS-sensor ook niet schoon met een doek.
Steek het uiteinde van het blaasbalgje niet in het
vattinggebied van het objectief. De sluiter, de CMOS-sensor
en de spiegel kunnen beschadigd raken als de stroom wordt
ingeschakeld tijdens reiniging. Houd de camera met het
objectief naar beneden gericht als u de sensor reinigt,
zodat stof uit de richting van het objectief valt wanneer
het blaasbalgje wordt gebruikt.
Wanneer het batterijniveau laag is, dan wordt het bericht
[Onvoldoende batterijvermogen om Sensor te reinigen] op
de monitor getoond. Plaats een volledig opgeladen batterij.
Er is een waarschuwingsgeluid te horen als het vermogen
van de batterij tijdens de reiniging laag wordt. Stop in dat
geval onmiddellijk met de reiniging.
t Memo
Neem contact op met het dichtstbijzijnde servicecentrum voor
professionele reiniging van de CMOS-sensor aangezien dit
een precisie-onderdeel betreft.
U kunt de optionele sensorschoonmaakset O-ICK1 gebruiken
om de CMOS-sensor te reinigen.
Sensor reinigen
Stof verwijderen met een blaaskwastje D4
K1-OPM-NL.book Page 126 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
7
127
Bijlage
Foutberichten
Foutberichten Beschrijving
Geheugenkaart vol
De geheugenkaart is vol en er kunnen
geen opnamen meer worden opgeslagen.
Plaats een nieuwe geheugenkaart of
verwijder niet-benodigde opnamen.
Geen beeld
Er zijn op de geheugenkaart geen
opnamen aanwezig die kunnen
worden weergegeven.
Deze opname kan niet
worden weergegeven
U probeert een opname weer te geven
met een indeling die niet wordt
ondersteund door deze camera.
Mogelijk kunt u de opname wel
weergeven op een computer.
Geen geheugenkaart in
camera
Er is geen geheugenkaart in de camera
geplaatst.
Geheugenkaartfout
De geheugenkaart vertoont een
probleem, en er kunnen geen opnamen
worden gemaakt of weergegeven.
Mogelijk kunt u opnamen wel weergeven
of terughalen op een computer.
Geheugenkaart is niet
geformatteerd
De door u gebruikte geheugenkaart is niet
geformatteerd of is eerder op een ander
apparaat gebruikt en is niet compatibel
met deze camera. Formatteer de kaart
met deze camera voordat u de kaart
in gebruik neemt.
Geheugenkaart beveiligd
De schrijfbeveiliging op de
geheugenkaart is ingeschakeld. (p.142)
Geheugenkaart is niet
bruikbaar
Er is een geheugenkaart geplaatst die
niet compatibel is met deze camera.
Wi-Fi-verbinding
uitgeschakeld
De opnamestand is gewijzigd in de stand
C terwijl draadloze LAN is ingeschakeld.
Deze opname kan niet
worden vergroot
U probeert een opname te vergroten
die niet kan worden vergroot.
Deze opname is beveiligd
U probeert een beveiligde opname
te wissen. Maak eerst de beveiliging
van de opname ongedaan. (p.115)
Onvoldoende
batterijvermogen voor het
activeren van pixeluitlijning
Deze berichten verschijnen als u
pixeluitlijning of sensorreiniging probeert
uit te voeren, of als u een update van de
firmware uitvoert terwijl het batterijniveau
niet toereikend is. Plaats een volledig
opgeladen batterij.
Onvoldoende
batterijvermogen om Sensor
te reinigen
Onvoldoende
batterijvermogen om de
firmware bij te werken
Firmw. bijwerken onmogelijk.
Probleem met het bestand
voor het bijwerken van de
firmware
Updaten van de firmware is niet mogelijk.
Het updatebestand is beschadigd.
Probeer het updatebestand opnieuw te
downloaden.
Beeldmap kon niet gemaakt
worden
Het hoogste mapnummer (999) wordt
gebruikt, er kunnen geen opnamen meer
worden opgeslagen. Plaats een nieuwe
geheugenkaart of formatteer de kaart.
Kan de opname niet opslaan
De opname kan niet worden opgeslagen
vanwege een fout met de geheugenkaart.
De bewerking is niet op
correcte wijze voltooid
De bewerking is mislukt. Probeer het
opnieuw.
Er kunnen geen nieuwe
beelden worden
geselecteerd
U probeert meer dan het maximum aantal
opnamen voor de volgende functie
te selecteren.
Kiezen & wissen
Opnamen kopiëren
RAW-ontwikkeling
Beveiligen
Er kan geen opname worden
bewerkt
Er zijn geen opnamen die kunnen worden
verwerkt met gebruik van de functie
Digitaal filter of RAW-ontwikkeling.
Deze opname kan niet
worden verwerkt
Dit bericht verschijnt als u probeert
Formaat wijzigen, Bijsnijden, Digitaal
filter, Video bewerken, RAW-ontwikkeling
of Opslaan als handmatige witbalans uit
te voeren voor opnamen die met een
andere camera zijn gemaakt, of wanneer
u probeert Formaat wijzigen of Bijsnijden
uit te voeren voor opnamen met een
minimale bestandsgrootte.
Foutberichten Beschrijving
K1-OPM-NL.book Page 127 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
7
Bijlage
128
Modelbeschrijving
Beeldopslagunit
Bestandsindelingen
Deze functie is in deze
modus niet beschikbaar
U probeert een functie in te stellen die niet
beschikbaar is voor de momenteel
geselecteerde opnamestand.
De camera wordt
uitgeschakeld om
oververhitting te voorkomen
De camera schakelt zichzelf uit omdat de
interne temperatuur te hoog is. Laat de
camera uitgeschakeld totdat deze de tijd
heeft gehad om af te koelen voordat u de
camera weer inschakelt.
Ontspanknop is
uitgeschakeld. Controleer of
zoomingindex op obj. is
ingesteld op een positie
waarbij ontspan. mogelijk is
U kunt geen opnamen maken wanneer
een intrekbaar objectief is aangesloten
en niet uitgeschoven is. (p.47)
Foutberichten Beschrijving
Belangrijkste technische gegevens
Type
Digitale SLR-camera met DDL-autofocus en
automatische belichting
Objectiefvatting
PENTAX KAF2-bajonetvatting (AF-koppeling,
objectiefinformatiecontacten, K-vatting met
voedingscontacten)
Compatibele
objectieven
Objectieven met KAF3-, KAF2- (compatibel
met powerzoom), KAF-, KA-vatting
Beeldsensor
Primair kleurenfilter, CMOS,
Grootte: 35,9 × 24,0 (mm)
Effectief aantal
pixels
Ca. 36,40 megapixels
Totaal aantal pixels Ca. 36,77 megapixels
Sensor stofvrij
maken
Reiniging beeldsensor via ultrasonische vibraties
“DR II”
Gevoeligheid
(Standaarduitvoer)
ISO AUTO, Handmatig ISO-bereik: 100 tot 204800
LW-stappen kunnen worden ingesteld op 1 LW,
1/2 LW of 1/3 LW
Beeldstabilisator
Shake Reduction met sensorverschuiving
(SR; vijfassig beeldstabilisatiesysteem)
AA-filtersimulator
Moirévermindering met behulp van SR-unit: UIT,
Type 1, Type 2, Bracketing (drie opnamen)
Opname-
indelingen
RAW (PEF/DNG), JPEG (compatibel met Exif 2.3),
compatibel met DCF 2.0
Resolutie
[35 mm Full-Frame]
JPEG: q (36M: 7360×4912)
p (22M: 5760×3840)
o (12M: 4224×2816)
r (2M: 1920×1280)
RAW: (36M: 7360×4912)
[Formaat APS-C]
JPEG: q (15M: 4800×3200)
p (12M: 4224×2816)
o (8M: 3456×2304)
r (2M: 1920×1280)
RAW: (15M: 4800×3200)
K1-OPM-NL.book Page 128 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
7
129
Bijlage
Zoeker
Live weergave
LCD-monitor
Witbalans
Autofocussysteem
Belichtingsregeling
Kwaliteitsniveau
RAW (14bit): PEF, DNG
JPEG: m (Best), l (Beter), k (Goed)
RAW + JPEG simultaan opneembaar
Kleurruimte sRGB, AdobeRGB
Opslagmedia
SD/SDHC*/SDXC*-geheugenkaart
* Compatibel met UHS-I
Twee
kaartsleuven
Opeenvolgend, Opslaan op beide, RAW/JPEG
afzonderlijk, Kopiëren tussen sleuven mogelijk
Opslagmap
Mapnaam: Dat. (100_1018, 101_1019...) of een door
de gebruiker toegewezen naam (standaard: PENTX)
Opslagbestand
Bestandsnaam: door de gebruiker toegewezen
naam (standaard: IMGP)
Bestandsnummer: Opeenvolgende nummering,
Reset
Type Pentaprismazoeker
Dekking (FOV) Ca. 100%
Vergroting Ca. 0,70× (50 mm F1.4 bij oneindig)
Lengte oogafstand
(Eye-Relief)
Ca. 20,6 mm (vanaf het kijkvenster)
Ca. 21,7 mm (vanaf midden van objectief)
Dioptriecorrectie Circa -3,5 tot +1,2 m
-1
Scherpstelscherm
Niet-verwisselbaar Natural-Bright-Matte III-
scherpstelscherm
Overlay-items
AF-punten, Rasterweergave, Elektr. waterpas,
AF-kader, en Spotmeetkader voor Zoekeroverlay;
en kader voor Bijsnijden
Type
DDL-methode met gebruik van de CMOS-
beeldsensor
Scherpstelsysteem
Contrastdetectie (Gezichtsherkenning, Traceren,
Meerdere AF-punten, Selecteren, Spot)
Scherpe contouren: AAN/UIT
Display
Zichtveld: circa. 100%, Vergroot beeld (tot 16×),
Rasterweergave (Raster 4 x 4, Gulden Snede,
Schaal, Vierkant 1, Vierkant 2, Rasterkleur: Zwart,
Wit), Histogram, Overbelichting, Compositie
aanpassen
Type
Een flexibel, kantelbaar TFT-kleuren-LCD met
brede kijkhoek en lucht-spleetloos getemperd glas
Grootte 3,2 inch (verhouding 3:2)
Punten Circa 1037K punten
Instelling Helderheid, verzadiging en kleuren instelbaar
Beeldinstelling
buiten
Instelbare stappen van ±2
Type
Methode die gebruikmaakt van een combinatie van
de CMOS-sensor en de detectiesensor van de
lichtbron
Programmastanden
Automatische witbalans, Meervoud. autom.
witbalans, Daglicht, Schaduw, Bewolkt, Neonlicht
(D: Daglicht kleuren, N: Daglicht wit, W: Koel wit,
L: Warm wit), Lamplicht, n, Handmatige
witbalans (tot drie instellingen), Kleurtemperatuur
(tot drie instellingen), Kopiëren van de
witbalansinstellingen van een gemaakte opname
Fijnafstelling Instelbare ±7 stappen op A-B-aslijn en G-M-aslijn
Type DDL-detectie AF op basis van Phase Matching
Scherpstelsensor
SAFOX12, 33 punten (25 scherpstelpunten van
het kruistype in het midden)
Helderheidsbereik LW -3 tot 18 (ISO100, bij normale temperatuur)
AF-modi Enkel AF (x), Continu AF (y)
Selectiestanden voor
scherpstelgebied
Spot, Selecteren, Uitgebr. AF-gebied (S, M, L),
Zoneselectie, Auto (33 AF-punten)
AF-hulplicht Specifiek AF-hulplicht op basis van LED
Type
DDL-meting open diafragma met een 86K pixel
RGB-sensor
Lichtmetingsstanden: Meervlaks, Centraal, Spot
Lichtmetingsbereik LW -3 tot 20 (ISO100 bij 50mm F1.4)
K1-OPM-NL.book Page 129 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
7
Bijlage
130
Sluiter
Transportstanden
Belichtingsstanden
Auto analyseren scène, Programma,
Gevoeligheidsvoorkeuze, Sluitertijdvoorkeuze,
Diafragmavoorkeuze, Sluitertijd- en
diafragmavoorkeuze, Handmatig, Bulb,
Flitser X-sync snelheid, USER1, USER2,
USER3, USER4, USER5
Belichtingscorrectie
±5 LW (stappen van 1/3 LW of stappen
van 1/2 LW kunnen worden geselecteerd)
Belichtingsgeheugen
Knoptype (timerregeling: tweemaal de bedrijftijd
van de lichtmeter die is ingesteld bij de
persoonlijke instellingen); continu zolang 0
half wordt ingedrukt.
Type
Elektronisch geregelde verticale spleetsluiter
Elektronische sluiter wordt gebruikt voor
pixelverschuivingsresolutie
Sluitertijd
Auto: 1/8000 tot 30 seconden, Handmatig:
1/8000 tot 30 seconden (1/3 LW-stappen
of 1/2 LW-stappen), Bulb
Selectie van
standen
[Foto]
Enkelbeeldopname, Continu (H, M, L),
Zelfontspanner (12 sec., 2 sec., continu),
Afstandsbediening (onmiddellijk, 3 sec., continu),
Bracketing*
1
(2, 3 of 5 beeldjes), Opn. spiegel-
omhoog-vergr.*
2
, Meerdere opnamen*
3
,
Intervalopname*
1
, Intervalcompositie*
1
,
Intervalvideo opnemen*
1
, Sterrenspoor*
1
[Video]
Afstandsbediening
*1 Beschikbaar voor Zelfontspanner of
Afstandsbediening
*2 Beschikbaar voor Afstandsbediening
*3 Beschikbaar voor Continuopname,
Zelfontspanner of Afstandsbediening
Continuopname
[35 mm Full-Frame]
Max. circa 4,4 fps, JPEG (q: m bij Continu H):
tot circa 70 beeldjes, RAW: tot circa 17 beeldjes
Max. circa 3,0 fps, JPEG (q: m bij Continu M):
tot circa 100 beeldjes, RAW: tot circa 20 beeldjes
Max. circa 0,7 fps, JPEG (q: m bij Continu L):
tot circa 100 beeldjes, RAW: tot circa 100 beeldjes
[Formaat APS-C]
Max. circa 6,5 fps, JPEG (q: m bij Continu H):
tot circa 100 beeldjes, RAW: tot circa 50 beeldjes
Max. circa 3,0 fps, JPEG (q: m bij Continu M):
tot circa 100 beeldjes, RAW: tot circa 70 beeldjes
Max. circa 1,0 fps, JPEG (q: m bij Continu L):
tot circa 100 beeldjes, RAW: tot circa 100 beeldjes
Wanneer de gevoeligheid is ingesteld op ISO100
Meerdere opnamen
Compositiemodus: Toenemend, Gemiddeld,
Helder
Aantal opnamen: 2 tot 2000 keer
Intervalopname
[Intervalopname]
Interval: 2 sec. tot 24 uur, Standby-interval:
minimumtijd of 1 sec. tot 24 uur, Aantal opnamen:
2 tot 2000 keer, Int opname starten: Nu,
Zelfontspanner, Afstandsbediening, Tijdstip
[Intervalcompositie]
Interval: 2 sec. tot 24 uur, Standby-interval:
minimumtijd of 1 sec. tot 24 uur, Aantal opnamen:
2 tot 2000 keer, Int opname starten: Nu,
Zelfontspanner, Afstandsbediening, Tijdstip,
Compositiemodus: Toenemend, Gemiddeld,
Helder, Proces opslaan: Aan, Uit
[Intervalvideo opnemen]
Resolutie: z, u, t, Opname-indeling:
Motion JPEG (AVI), Interval: 2 sec. tot 24 uur,
Standby-interval: minimumtijd of 1 sec. tot 24 uur,
Aantal opnamen: 8 tot 2000 keer (Wanneer z is
geselecteerd: 8 tot 500 keer), Int opname starten:
Nu, Zelfontspanner, Afstandsbediening, Tijdstip
[Sterrenspoor]
Resolutie: z, u, t, Opname-indeling:
Motion JPEG (AVI), Standby-interval: minimumtijd
of 1 sec. tot 24 uur, Aantal opnamen: 8 tot 2000
keer (Wanneer z is geselecteerd: 8 tot 500 keer),
Int opname starten: Nu, Zelfontspanner,
Afstandsbediening, Tijdstip, Uitfaden: Uit, Zwak,
Normaal, Sterk
K1-OPM-NL.book Page 130 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
7
131
Bijlage
Externe flitser
Opnamefuncties
Video
Flitsstanden
Auto ontladen flitser, Auto + Anti Rode Ogen, Flitser
aan, Flitser aan + Anti Rode Ogen, Lange-
sluitertijdsync, Lange-sluitertijdsync + Anti Rode
Ogen, P-DDL, Contrastregelingssynchronisatie*,
Korte-sluitertijdsynchronisatie, Draadloze
synchronisatie*
* Beschikbaar met twee of meer specifieke
externe flitsers
Synchronisatie-
snelheid
1/200 seconde
Belichtings-
compensatie
-2,0 tot +1,0 LW
Aangepaste
opname
Autoselect, Helder, Natuurlijk, Portret, Landschap,
Levendig, Schitterende kleur, Gedempt, Vlak,
Bleach Bypass, Diapositieffilm, Monochroom,
Cross-processing
Cross-processing Willekeurig, Voorkeuze 1-3, Favoriet 1-3
Digitaal filter
Kleurextractie, Kleur vervangen, Speels, Retro,
Sterk contrast, Schaduw aanbrengen, Kleur
inverteren, Vet één kleur, Vet zwart-wit
Helderheid Instelbare stappen van ±4
Huidtint Type 1, Type 2
HDR-opname
Auto, Type 1, Type 2, Type 3, Geavanceerde HDR
Bracketwaarde instelbaar
Automatisch uitlijnen: Aan, Uit
Pixelverschuiv.
resolutie
Bewegingscorrectie Aan, Bewegingscorrectie Uit,
Uit
Objectiefcorrectie
Vervormingscorrectie, Perifere verlicht. corr.,
Instelling laterale chromatische aberratie,
Diffractiecorrectie
Instellingen
D-range
Overbelichtingscorr., Schaduwcorrectie
Ruisonderdrukking Ruisond. lange sltrtijd, Ruisond. hoge ISO-wrd
GPS
GPS registreren (Interval registreren, Duur
registratie, Geheugenkaartopties), GPS-tijdsync.
Elektronisch
kompas
Beschikbaar
Sterrenvolger Beschikbaar
Horizoncorrectie
SR Aan: corrigeert tot op 1 graad
SR Uit: corrigeert tot op 2 graad
Compositie
aanpassen
Instelbereik van ±1,5 mm omhoog, omlaag, naar
links of rechts (±1 mm wanneer geroteerd);
rotatiebereik van ±1 graad
Elektr. waterpas
Weergegeven in zoeker (horizontale en verticale
richting); weergegeven op monitor (horizontale en
verticale richting)
Opname-indeling MPEG-4 AVC/H.264 (MOV)
Resolutie
u (1920×1080, 60i/50i/30p/25p/24p)
t (1280×720, 60p/50p)
Geluid
Ingebouwde stereomicrofoon, externe microfoon
(compatibel met stereo-opname)
Niveau opnamegeluid instelbaar, Reductie windruis
Opnametijd
Tot 4 GB of 25 minuten; het opnemen wordt
automatisch stopgezet als de interne temperatuur
van de camera te hoog wordt.
Aangepaste
opname
Autoselect, Helder, Natuurlijk, Portret, Landschap,
Levendig, Schitterende kleur, Gedempt, Vlak,
Bleach Bypass, Diapositieffilm, Monochroom,
Cross-processing
Cross-processing Willekeurig, Voorkeuze 1-3, Favoriet 1-3
Digitaal filter
Kleurextractie, Kleur vervangen, Speels, Retro,
Sterk contrast, Schaduw aanbrengen, Kleur
inverteren, Vet één kleur, Vet zwart-wit
K1-OPM-NL.book Page 131 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
7
Bijlage
132
Weergavefuncties
Persoonlijke instellingen
Weergavebeeld
Enkelbeeldweergave, Weergave van meerdere
opnamen (6, 12, 20, 35 en 80 opnamen),
Opnamevergroting (Tot 16×, 100% weergave, en
snel zoomen), Rasterweergave (Raster 4 x 4,
Gulden Snede, Schaal, Vierkant 1, Vierkant 2,
Rasterkleur: Zwart, Wit), Weergave van geroteerde
opnamen, Histogram (Y-histogram, RGB-
histogram), Overbelichting, Auto opnamerotatie,
Gedetailleerde infoweergave, Copyrightinformatie
(Fotograaf, Copyrighthouder), GPS-informatie
(geografische breedte, lengte, hoogte, Coordinated
Universal Time (UTC)), richting, mapweergave,
Kalenderfilmstripweergave, Diavoorstelling
Wissen
Enkelbeeld, alle opnamen, kiezen en wissen, map,
Momentcontrole-opname
Digitaal filter
Aanpass. basisparam., Kleurextractie, Kleur
vervangen, Speels, Retro, Sterk contrast, Schaduw
aanbrengen, Kleur inverteren, Vet één kleur,
Vet zwart-wit, Tintuitbreiding, Schetsfilter, Aquarel,
Pastel, Posterisatie, Miniatuur, Soft, Sterren,
Fisheye, Vlak, Monochroom
RAW-
ontwikkeling
Ontwikkelopties: Eén opname selecteren, Meerdere
opnamen selecteren, Een map select.
Ontwikkelparameters: Witbalans, Aangepaste
opname, Gevoeligheid, Helderheid, Huidtint, Digitaal
filter, HDR-opname, Pixelverschuiv.resolutie,
Schaduwcorrectie, Ruisond. hoge ISO-wrd,
Vervormingscorrectie, Perifere verlichtingscorrectie,
Instelling laterale chromatische aberratie,
Diffractiecorrectie, Correctie kleurrand,
Bestandsindeling (JPEG, TIFF), Verhoudingen,
JPEG-resolutie, JPEG kwaliteitsniveau, Kleurruimte
Bewerkings-
functies
Beeldrotatie, Correctie kleurmoiré, Formaat
wijzigen, Bijsnijden (verhouding kan worden
gewijzigd en kantelingscorrectie is beschikbaar),
Video bewerken (splitsen van een videobestand en
verwijderen van ongewenste segmenten), Een
JPEG-foto maken van een film, RAW-data opslaan,
Opnamen kopiëren
USER-stand
Er kunnen maximaal 5 instellingen worden
opgeslagen.
Persoonlijke
functies
26 items
Geheugen voor
standen
16 items
Knoppen
aanpassen
X/Y-knop: 1x voor bestandsform., Beeldinstelling
buiten, Flitsstand, Pixelverschuiv.resolutie, Shake
Reduction, Horizoncorrectie, Elektr. waterpas
I-knop: AF1 inschakelen, AF2 inschakelen,
AF uitschakelen
Voorbeeld-wiel: Optisch voorbeeld, Digitaal
voorbeeld
E-knoppen (voor/achterzijde): aanpasbaar voor elke
belichtingsstand
AF-aanpassing
AF.S: Scherpstellingsvoorkeuze, Sluitervoorkeuze
Actie 1e beeldje AF.C: Auto,
Scherpstellingsvoorkeuze, Sluitervoorkeuze
Actie bij AF.C Continu: Auto,
Scherpstellingsvoorkeuze, FPS-voorkeuze
AF-status vasthouden: Uit, Zwak, Normaal, Sterk
AF voor intervalopnamen: Vergren. autofoc. bij 1e
opn., Wijzigt autofoc. bij elke opn.
AF met afstandsbediening: Uit, Aan
Vergrend.
bed.elem.
Type 1: QR, J, N, M, H
Type 2: ABCD, c, E, F
Tekstformaat Standaard, Groot
Wereldtijd Instelling wereldtijd voor 75 steden (28 tijdzones)
AF-aanpassing
±10 stappen, instelling voor alle objectieven of
afzonderlijke objectieven (er kunnen maximaal 20
waarden worden opgeslagen)
Verlichtings-
instellingen
LCD-display: Sterk, Zwak, Uit
Bedieningselementen achterzijde: Sterk, Zwak, Uit
Objectiefvatting: Aan, Uit
Kaartsleuf/connector: Aan, Uit
Indicatielampjes
Wi-Fi: Sterk, Zwak, Uit
GPS: Sterk, Zwak, Uit
Zelfontspanner: Aan, Uit
Afstandsbediening: Aan, Uit
Copyright-
informatie
Namen van fotograaf en copyright-houder zijn
ingesloten in het opnamebestand. Er kan met de
bijgeleverde software een revisiehistorie worden
bekeken.
K1-OPM-NL.book Page 132 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
7
133
Bijlage
GPS/Elektronisch kompas
Voedingsbron
Interfaces
Draadloze LAN
Afmetingen en gewicht
Inbegrepen accessoires
Satellietsystemen
GPS, QZSS
SBAS: WAAS, EGNOS, GAGAN, MSAS
Ontvangst-
frequentie
L1, 1575,42 MHz
Geregistreerde
gegevens
Geografische breedte, lengte, hoogte, Coordinated
Universal Time (UTC), richting
Geodesics World Geodetic System (WGS84)
GPS registreren
KML-indeling, Interval registreren: 5sec, 10sec,
15sec, 30sec of 1min
Duur registratie: 1 uur tot 24 uur. (Tot 9 uur wanneer
Interval registreren is ingesteld op “5sec.” Tot 18 uur
wanneer Interval registreren is ingesteld op “10sec.”)
Elektronisch
kompas
Azimuth-berekening met gebruik van triaxiale
geomagnetische sensor en triaxiale
versnellingssensor, Geografische noorden
Batterijtype Oplaadbare lithium-ionbatterij D-LI90
Netvoedings-
adapter
Netvoedingsadapterset K-AC132 (los verkrijgbaar)
Levensduur
batterij
Aantal opnamen dat kan worden gemaakt:
circa 760 opnamen
Weergavetijd: circa 390 minuten
Getest in overeenstemming met CIPA-norm
met gebruik van een volledig opgeladen lithium-
ionbatterij bij een temperatuur van 23°C. Feitelijke
resultaten kunnen verschillen afhankelijk van
de opname-omstandigheden.
Aansluitpoort
USB 2.0 (micro B), aansluitpunt externe voeding,
aansluitpunt draadontspanner, X-sync ingang,
HDMI-uitgang (type D), ingang stereomicrofoon,
ingang hoofdtelefoon
USB-aansluiting MSC/PTP
Standaards
IEEE 802.11b/g/n (standaardprotocol voor
draadloos LAN)
Frequentie
(middenfrequentie)
2412 t/m 2462 MHz (kanalen: kanaal 1 t/m 11)
Beveiliging
Authenticatie: WPA2
Encryptie: AES
Afmetingen
Ca. 136,5 mm (B) × 110 mm (H) × 85,5 mm (D)
(exclusief uitstekende delen)
Gewicht
Ca. 1010 gram (inclusief de specifieke batterij
en een SD-geheugenkaart)
Circa 925 gram (alleen behuizing)
Inhoud van het
pakket
Riem O-ST162, ME-zoekerkap, Oplaadbare
lithiumion-batterij D-LI90, Batterijlader D-BC90,
netsnoer, Software (CD-ROM) S-SW162
<Bevestigd op de camera> Oogschelp FT,
Flitsschoenbeschermer FK, 2P-kapje synchronisatie-
ingang, Dop cameravatting K II, Aansluitingenkap
batterijhouder
Software Digital Camera Utility 5
K1-OPM-NL.book Page 133 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
7
Bijlage
134
(Bij gebruik van een volledig opgeladen batterij)
De beeldopslagcapaciteit (voor normaal opnamen maken) is gebaseerd
op meetcondities die in overeenstemming zijn met de CIPA-normen,
terwijl andere gegevens gebaseerd zijn op onze meetcondities. In de
praktijk kunnen afwijkingen van deze waarden optreden, al naar gelang
de geselecteerde opnamestand en opnameomstandigheden.
(Bij gebruik van een geheugenkaart van 8 GB)
De opslagcapaciteit voor opnamen kan variëren al naar gelang
het onderwerp, de opnameomstandigheden, de geselecteerde
opnamestand, de geheugenkaart, etc.
De volgende steden kunnen worden ingesteld als thuistijd
en bestemmingstijd.
Geschatte beeldopslagcapaciteit en weergavetijd
Batterij Temperatuur
Normale
opnamen
Weergavetijd
D-LI90 23°C 760 390 minuten
Geschatte beeldopslagcapaciteit
Opnameresolutie
(35mm Full-Frame)
JPEG kwaliteitsniveau
RAW
m l k
q 36M
351 676 1164 101
p 22M
572 1096 1874
o 12M
1054 2013 3364
r 2M
4723 8469 12927
Opnameresolutie
(APS-C)
JPEG kwaliteitsniveau
RAW
m l k
q 15M
821 1564 2669 215
p 12M
1054 2013 3364
o 8M
1564 2959 4912
r 2M
4723 8469 12927
Lijst met steden voor Wereldtijd
Regio Stad
Noord-Amerika
Honolulu, Anchorage, Vancouver, San
Francisco, Los Angeles, Calgary, Denver,
Chicago, Miami, Toronto, New York, Halifax
Midden- en
Zuid-Amerika
Mexico-City, Lima, Santiago, Caracas,
Buenos Aires, Sao Paulo, Rio de Janeiro
Europa
Lissabon, Madrid, Londen, Parijs,
Amsterdam, Milaan, Rome, Kopenhagen,
Berlijn, Praag, Stockholm, Boedapest,
Warschau, Athene, Helsinki, Moskou
Afrika/West-
Azië
Dakar, Algiers, Johannesburg, Istanboel,
Caïro, Jeruzalem, Nairobi, Jeddah, Teheran,
Dubai, Karachi, Kaboel, Male, Delhi,
Colombo, Kathmandu, Dacca
Oost-Azië
Yangon, Bangkok, Kuala Lumpur, Vientiane,
Singapore, Phnom-Penh, Ho Chi Minhstad,
Jakarta, Hongkong, Peking, Shanghai,
Manilla, Taipei, Seoul, Tokio, Guam
Oceanië
Perth, Adelaide, Sydney, Nouméa,
Wellington, Auckland, Pago Pago
K1-OPM-NL.book Page 134 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
7
135
Bijlage
Met de bijgeleverde software “Digital Camera Utility 5” kunt u
op een computer RAW-bestanden ontwikkelen, kleuren
aanpassen, of opname-informatie controleren. Installeer
de software vanaf de bijgeleverde CD-ROM (S-SW162).
Wij bevelen de volgende systeemeisen aan om de camera
aan te sluiten op een computer en de software te gebruiken.
t Memo
Besturingsomgeving voor USB-aansluiting
en bijgeleverde software
Windows
Besturingssysteem
Windows 10, Windows 8.1 (32-bits,
64-bits), Windows 8 (32-bits, 64-bits),
Windows 7 (32-bits, 64-bits), of
Windows Vista (32-bits, 64-bits)
Processor Intel Core 2 Duo of hoger
RAM 4 GB of meer
HDD
Voor installeren en opstarten
van het programma: circa 100 MB
of meer aan beschikbare ruimte
Voor het opslaan van
opnamebestanden: ca. 15 MB/bestand
(JPEG), ca. 50 MB/bestand (RAW)
Monitor
1280×1024 dots, 24-bit meerkleuren
of hoger
Macintosh
Besturingssysteem OS X 10.10, 10.9, 10.8 of 10.7
Processor Intel Core 2 Duo of hoger
RAM 4 GB of meer
HDD
Voor installeren en opstarten van het
programma: circa 100 MB of meer
aan beschikbare ruimte
Voor het opslaan van
opnamebestanden: ca. 15 MB/bestand
(JPEG), ca. 50 MB/bestand (RAW)
Monitor
1280×1024 dots, 24-bit meerkleuren
of hoger
K1-OPM-NL.book Page 135 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
Applicatiesoftware die zowel de formaten MOV (MPEG-4AVC/
H264) als AVI (Motion JPEG) ondersteuteunt, is vereist om
videobestanden af te spelen die zijn overgezet op
een computer.
7
Bijlage
136
Symbolen
A-menu’s....................... 23
C-menu’s....................... 29
B-menu.......................... 31
D-menu’s........................ 32
E-menu’s ........................ 35
C-stand.......................... 53
Codering
1x voor bestandsform.... 110
A
AA-filtersimulator ............. 80
Aangepaste opname ....... 74
Actie 1e beeldje AF.C...... 59
Actie bij AF.C Continu ..... 59
AdobeRGB ...................... 49
AE-L met AF lock ............ 35
AF met
afstandsbediening....... 65
AF voor
intervalopnamen ......... 69
y............................... 58
x ............................... 58
AF.S-instelling ................. 59
AF-aanpassing ................ 61
AF-gebied........................ 61
AF-hulplicht ................. 7, 58
AF-kader.................... 18, 45
AF-knop......................... 110
AF-koppeling ..................... 7
AF-modus.................. 58, 60
AF-punt............................ 58
Afstandsbediening........... 65
Afstandsbedieningssensor
... 7
AF-status vasthouden ..... 59
Afwerking van
de opname .................. 74
Algemene instellingen -
menu’s ........................ 32
Anti-aliasing-filter............. 80
Aquarel (Digitaal filter)..... 93
Audiovisueel apparaat..... 90
Auto (Actief AF-gebied) ... 58
Auto analyseren
scène - stand .............. 44
AUTO ISO-parameters .... 55
Auto LW-correctie............ 35
Auto opnamerotatie ......... 90
Auto SR Uit...................... 63
Autofocus ........................ 57
Automatisch ontladen
flitser ........................... 73
Automatische
lichtmeting................... 56
Automatische
schermrotatie .............. 15
Automatische
uitschakeling ............... 41
Automatische witbalans
(Witbalans).................. 70
Automatische witbalans
bij lamplicht ................. 71
Autoselect (Aangepaste
opname)...................... 74
R-stand.................... 44
J-stand ........................ 50
B
Basisinstellingen.............. 41
Basisparameters -
aanpassing
(Digitaal filter).............. 93
Batterij ............................. 38
Batterij - opladen ............. 38
Batterij kiezen.................. 40
Batterijhouder .................. 40
Batterijhouder -
contacten....................... 7
Bedieningselementen
aan/uit ......................... 46
Bedieningspaneel...... 13, 21
Bedrijftijd lichtmeter ......... 35
Beeldhoek ....................... 49
Beeldinstelling buiten ...... 12
Beeldopslagcapaciteit ... 133
Beeldrotatie ..................... 90
Beeldsnelheid.................. 49
Beeldvlakindicator ............. 7
Belichtingscorrectie ......... 52
Belichtingsstanden.... 50, 113
Bestandsindeling ............. 49
Bestandsnaam .............. 116
Bestandsnummer .......... 117
Bestemmingstijd ............ 113
Beveiligen...................... 115
Beveiligen van alle
opnamen ................... 115
Bewerken
van opnamen .............. 91
Bewolkt (Witbalans)......... 70
Bijsnijden ................... 49, 92
Bleach Bypass
(Aangepaste opname). 74
Bracketing ....................... 65
Bracketing - volgorde ...... 66
Bracketing-in-één ............ 66
Brandpuntsafstand -
invoer ........................ 123
Brandpuntsafstand
objectief..................... 123
M-stand ........................... 50
Bulb (B)-modus -
opties........................... 35
Bulb-belichting................. 50
C
Cameraroute.................... 83
Catch-in focus................ 122
Centraalmeting ................ 56
Certificeringsmerkteken
.................................. 143
Communicatieapparaat
.................................. 101
Communicatie-info......... 100
Compositie aanpassen.... 80
Computer......................... 98
Continu weergeven
van opnamen .............. 89
Continuopname ............... 64
Continu-stand
(AF-modus) ................. 58
Contrast (Aangepaste
opname)...................... 75
Contrastdetectie
AF.......................... 57, 61
Controle met
vergroting .............. 45, 47
Copyrighthouder............ 118
Copyrightinformatie ....... 118
Correctie kleurrand.......... 96
Cross-processing
(Aangepaste
opname)...................... 74
Cross-processing
opslaan........................ 75
Index
K1-OPM-NL.book Page 136 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
7
Bijlage
137
n................................ 70
D
Daglicht (Witbalans) ........ 70
Datum instellen................ 42
Datumnotatie ................... 42
DC-ingang ....................... 40
DDL
Diafragmaring
gebruiken .................. 122
Diafragmavoorkeuze
met automatische
belichting..................... 50
Diafragmawaarde ............ 50
Diapositiefilm (Aangepaste
opname)...................... 74
Diavoorstelling................. 89
Diffractiecorrectie ............ 78
Digitaal filter............... 76, 93
Digitaal voorbeeld............ 62
Digital Camera
Utility 5 ................ 97, 135
Dioptriecorrectieschijf ...... 18
DNG ................................ 49
Draadloze LAN ................ 99
Draadontspanner -
aansluitpunt................... 7
Draagriem........................ 37
D-range - instellingen ...... 77
Dynamisch bereik............ 77
E
E-knop ........................... 111
Elektronisch kompas ....... 14
Elektronische
waterpas ............... 14, 19
Enkelbeeldopname.......... 63
Enkelbeeldweergave
........................ 15, 47, 48
Enkele opname
(AF-modus) ................. 58
Exif-gegevens................ 118
Externe flitser ................ 124
F
Fasedetectie AF .............. 59
Filter .......................... 76, 93
Fisheye (Digitaal filter)..... 93
Flikkerreductie ........... 26, 30
Flitscorrectie .................... 73
Flitser....................... 73, 124
Flitser - X-sync-
snelheid............... 50, 124
Flitser aan........................ 73
Flitsschoen ...................... 73
Flitsstand ......................... 73
Formaat wijzigen ............. 92
Formatteren..................... 43
Fotograaf ....................... 118
Foutberichten ................ 127
Fx1/Fx2-knop ................ 109
G
GARANTIEBEPALINGEN
.................................. 146
Gebruikersregistratie ......... 6
Gedempt (Aangepaste
opname)...................... 74
Gedetailleerde
infoweergave............... 16
Geheugen...................... 114
Geheugenkaart................ 40
Geheugenkaart -
initialiseren .................. 43
Geheugenkaartopties ...... 49
Geluid .............................. 53
Geluidseffecten ............... 32
Geluidsvolume -
instelling ...................... 53
Gevoeligheid ................... 55
Gevoeligheidsstappen..... 55
Gevoeligheidsvoorkeuze
bij automatische
belichting..................... 50
Gezichtsherkenning
(Contrast AF)............... 60
GPS ................................. 81
GPS registreren............... 83
GPS/E-kompas................ 83
GPS-indicatielampje........ 81
GPS-tijdsync.................... 81
H
Handmatige belichting..... 50
Handmatige witbalans ..... 72
HDMI uit .......................... 91
HDR-opname .................. 77
Helder (Aangepaste
opname)...................... 74
Helderheid ....................... 79
Helderheidshistogram ..... 17
Helderheidsinstelling ....... 77
Hemellichamen -
opnamen maken van... 84
Histogramweergave ........ 17
Hoek aanpassen ............. 10
Hoofdtelefoon .................. 54
Horizoncorrectie .............. 25
Huidtint ............................ 79
Hulpdisplay...................... 45
I
Image Sync ................... 101
IMAGE Transmitter 2....... 99
Image View
(Image Sync)............. 101
Indicatielampjes............. 111
Info/opties firmware ......... 34
Instell. LCD-display ......... 32
Intervalcompositie ........... 68
Intervalopname................ 68
Intervalopname-opties..... 69
Intervalvideo opnemen .... 68
Intrekbaar objectief.......... 47
ISO AUTO-instelling ........ 55
ISO-gevoeligheid............. 55
J
JPEG ............................... 49
JPEG kwaliteitsniveau ..... 49
JPEG-resolutie ................ 49
K
Kaartlampje ....................... 7
Kalenderfilmstripweergave
.................................... 89
Kalibratie.......................... 82
Kelvin............................... 72
Kleur inverteren
(Digitaal filter)........ 76, 93
Kleur vervangen
(Digitaal filter)........ 76, 93
Kleurextractie
(Digitaal filter)........ 76, 93
Kleurmoiré - correctie ...... 93
Kleurruimte ...................... 49
Kleurtemperatuur
(Witbalans) .................. 72
Kleurtemperatuurstappen
.................................... 72
Knop .................................. 8
Knoppen aanpassen...... 109
Kopiëren van opnamen ... 91
Koppeling AE
en AF-punt .................. 35
Kwaliteit ........................... 49
Kwaliteitsniveau
instellen....................... 79
L
Lamplicht (Witbalans)...... 70
Landschap (Aangepaste
opname)...................... 74
K1-OPM-NL.book Page 137 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
7
Bijlage
138
Lange-sluitertijdsync........ 73
Language/W ................ 41
Laterale chromatische
aberratie - instelling..... 78
LCD-display............... 19, 43
LED-lampje voor
bedieningselementen
aan achterzijde.............. 7
LED-lampje voor kaartsleuf/
connector .................... 41
LED-lampje voor
objectiefvatting ........ 7, 38
Levendig (Aangepaste
opname)...................... 74
Live weergave ................. 13
Luidspreker........................ 7
LW-stappen ..................... 51
M
Macintosh ...................... 135
Mapnaam ...................... 115
Mapweergave.................. 88
Meerdere AF-punten
(Contrast-AF) .............. 60
Meerdere opnamen ......... 67
Meerdere opnamen,
weergave .................... 87
Meervlaksmeting ............. 56
Meervoudige
automatische witbalans
(Witbalans).................. 70
Menu ............................... 22
Menulocatie opslaan ....... 22
ME-zoekerkap ................. 63
Microfoon..................... 7, 54
Miniatuur
(Digitaal filter).............. 93
Miniatuurweergave .... 47, 87
Mired ............................... 72
Moduswiel ....................... 44
Moduswiel - instelpunt..... 44
Moduswiel -
ontgrendelingspal........ 46
Moduswiel -
vergrendelingsknop..... 44
Moirévermindering........... 80
Momentcontrole......... 45, 46
Momentcontrole met
vergroting .................... 45
Monitor ............................ 11
Monochroom (Aangepaste
opname)...................... 74
Monochroom
(Digitaal filter).............. 93
Movie SR......................... 30
MSC .............................. 125
L-stand .......................... 50
N
Natuurlijk (Aangepaste
opname)...................... 74
Neonlicht - Daglicht
wit (Witbalans)............. 70
Neonlicht – Daglicht
kleuren (Witbalans) ..... 70
Neonlicht – Koel
wit (Witbalans)............. 70
Neonlicht – Warm
wit (Witbalans)............. 70
Netvoedingsadapter ........ 40
Nieuwe map maken....... 115
Niveau opnamegeluid...... 53
O
Objectief .................. 37, 120
Objectief met
diafragmaring ............ 122
Objectiefcorrectie ............ 78
Objectiefinformatie-
contacten ...................... 7
Objectiefvatting -
richtteken ................ 7, 37
Ontgrendelingsknop
objectief....................... 37
Ontwikkelen van
RAW-opnamen............ 96
Opeenvolgende
nummering ................ 117
Oplaadtijd ........................ 39
Opnamegrootte
wijzigen ....................... 92
Opname-info - display ..... 14
Opname-instellingen
films............................. 49
Opname-instellingen
foto's............................ 49
Opnamen corrigeren ....... 77
Opnamen maken............. 44
Opnamen maken
met de zoeker ............. 44
Opnamen maken
met Live weergave...... 45
Opnamestand.................. 50
Opnamestand -
keuzeschakelaar ......... 44
Opneembare tijd.............. 53
Opnemen - menu’s.......... 23
Opslaan als handmatige
witbalans ..................... 72
Opties Contrast-AF.......... 61
Optisch voorbeeld ........... 62
Overbelichting ................. 16
Overbelichtingscorrectie.. 77
P
Pal ..................................... 8
Pastel (Digitaal filter) ....... 93
PEF ................................. 49
Perifere
verlichtingscorrectie .... 78
Persoonlijke
instellingen ................ 109
Persoonlijke instellingen -
menu’s......................... 35
Pixeluitlijning.................. 125
Pixelverschuivings-
resolutie....................... 79
Portret (Aangepaste
opname)...................... 74
Posterisatie
(Digitaal filter).............. 93
Programma Automatische
belichting..................... 50
Programmalijn ................. 52
G-stand .......................... 50
PTP................................ 125
R
Rasterweergave ........ 18, 48
RAW ................................ 49
RAW-data opslaan .... 45, 48
RAW-formaat................... 49
RAW-ontwikkeling ........... 96
Reductie windruis ............ 53
Registratiebestand........... 84
Reiniging........................ 126
Remote Capture
(Image Sync)............. 101
Reset ......................... 34, 36
Resolutie.......................... 49
Retro
(Digitaal filter)........ 76, 93
RGB-histogram................ 17
Richtingsknoppen............ 19
Rode-ogenreductie.......... 73
Rotatie-info opslaan......... 90
Rotatierichting................ 111
Roteren van opnamen..... 90
Ruisonderdrukking..... 51, 55
K1-OPM-NL.book Page 138 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
7
Bijlage
139
Ruisonderdrukking
bij hoge ISO-waarde ... 55
Ruisonderdrukking
bij lange sluitertijd ....... 51
S
Schaduw (Witbalans) ...... 70
Schaduw aanbrengen
(Digitaal filter)........ 76, 93
Schaduwcorrectie............ 77
Schakelaar ........................ 8
Scherpe contouren .......... 61
Scherpstelindicatie .......... 45
Scherpstellings-
methode ...................... 57
Scherpstelstand -
schakelaar............. 44, 57
Schetsfilter
(Digitaal filter).............. 93
Schitterende kleur
(Aangepaste
opname)...................... 74
SD-geheugenkaart .......... 40
Selecteren (Actief
AF-gebied) .................. 58
Selecteren
(Contrast-AF) .............. 60
Sensor reinigen ............. 126
Shake Reduction ............. 78
Sluitertijd.......................... 50
Sluitertijdvoorkeuze &
diafragmavoorkeuze
met automatische
belichting..................... 50
Sluitertijdvoorkeuze
met automatische
belichting..................... 50
Smart-functie ................... 20
Snel zoomen ................... 48
Soft (Digitaal filter)........... 93
Software -
bijgeleverde............... 135
Specificaties .................. 128
Speels
(Digitaal filter)........ 76, 93
Spiegel .............................. 7
Spiegel omhoog
vergrendeling -
opnamen maken ......... 67
Spot
(Actief AF-gebied) ....... 59
Spot (Contrast-AF) .......... 60
Spotmeting ...................... 56
sRGB ............................... 49
Standby-stand ................. 11
Statief - aansluitpunt.......... 7
Statusscherm .................. 12
Steden - namen....... 41, 134
Sterk contrast
(Digitaal filter)........ 76, 93
Sterren (Digitaal filter) ..... 93
Sterrenspoor.................... 68
Sterrenvolger................... 84
Stofvrij maken sensor.... 125
H-stand ........................ 50
Systeemvoorwaarden.... 135
T
Taal instellen ................... 41
K-stand ........................ 50
Tekstformaat ................... 42
Tekstinvoer.................... 112
Tethered shooting ........... 99
Textuur instellen .............. 79
Thuistijd ................... 41, 113
Tijdinstelling................... 113
Tintuitbreiding
(Digitaal filter).............. 93
Traceren (Contrast AF) ... 60
Transportstand ................ 63
I-stand......................... 50
U
Uitgebreid AF-gebied
(Actief AF-gebied) ....... 58
Uitschakelen van
de werking van wielen
en knoppen ................. 46
Uitsnijkader...................... 18
USB-aansluiting....... 98, 135
USB-aansluitpunt ............ 98
USER-stand opslaan..... 112
V
Verhoudingen ............ 92, 96
Verlichtingsinstellingen.. 111
Verticale stand................. 15
Vervormingscorrectie....... 78
Verwerken
van opnamen .............. 91
Verwijderen van
alle opnamen............... 31
Verwijderen van
geselecteerde
opnamen ..................... 87
Vet één kleur
(Digitaal Filter)....... 76, 93
Vet zwart-wit
(Digitaal Filter)....... 76, 93
Video ............................... 53
Video bewerken............... 95
Video-menu’s .................. 29
Vierwegbesturing......... 9, 19
Vlak (Aangepaste
opname)...................... 74
Vlak (Digitaal filter) .......... 93
Voeding ........................... 41
Volume afspeelgeluid ...... 54
Volume hoofdtelefoon ..... 53
Volumelabel..................... 43
Voorbeeld ........................ 62
Voorbeeld-wiel................. 62
W
Weergave - menu............ 31
Weergave-info - scherm
voor selectie van
display......................... 15
Weergavekleur ................ 43
Weergavepalet ................ 86
Weergavestand ............... 47
Wereldtijd....................... 113
Wiel.................................... 8
Wi-Fi ................................ 99
Wi-Fi-lampje ...................... 7
Wijzigingsknop
AF-punt ....................... 59
Windows ........................ 135
Wissen............................. 47
Witbalans......................... 70
Witbalans -
instellingsbereik........... 71
Witbalans bij flitsen.......... 71
X
N-stand .......................... 50
X-sync-ingang................ 124
Z
Zelfontspanner................. 64
Zelfontspannerlampje........ 7
Zoeker ............................. 18
Zoekeroverlay.................. 18
Zoekerverlichting ............. 18
Zomertijd.................. 42, 114
Zoneselectie
(Actief AF-gebied) ....... 58
K1-OPM-NL.book Page 139 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
7
Bijlage
140
We hebben de grootst mogelijke aandacht besteed aan de veiligheid van
deze camera. Bij gebruik van deze camera vragen we om uw speciale
aandacht voor zaken die zijn aangeduid met de volgende symbolen.
Waarschuwing
Probeer de camera niet uit elkaar te halen of te veranderen. De camera
bevat onderdelen die onder hoogspanning staan, waardoor er gevaar
voor elektrische schokken bestaat.
Mocht het binnenwerk van de camera open liggen, bijvoorbeeld doordat
de camera valt of anderszins wordt beschadigd, raak dan nooit het
vrijgekomen gedeelte aan, aangezien er gevaar is voor een elektrische
schok.
Richt bij het maken van foto’s de camera niet op de zon of andere sterke
lichtbronnen, en laat de camera met de objectiefdop verwijderd niet
liggen in direct zonlicht. Dit kan tot fouten in de camera leiden of brand
veroorzaken.
Kijk niet door het objectief als deze op de zon of een andere sterke
lichtbron gericht is. Dit kan leiden tot verlies of beschadiging van het
gezichtsvermogen.
Als zich tijdens het gebruik onregelmatigheden voordoen, zoals rook
of een vreemde geur, houd dan onmiddellijk op de camera te gebruiken.
Verwijder de batterij of de netvoedingsadapter en neem contact op met
het dichtstbijzijnde servicecentrum. Verder gebruik van de camera kan
brand of een elektrische schok veroorzaken.
Pas op
Leg uw vingers niet op de flitser wanneer u deze gebruikt. U loopt dan
gevaar op brandwonden.
Dek de flitser niet af met kleding wanneer u deze gebruikt. Er bestaat
een risico van verkleuring.
Sommige delen van de camera worden tijdens het gebruik heet.
Als dergelijke onderdelen lang worden vastgehouden, is er gevaar voor
lichte verbrandingen.
Mocht de monitor beschadigd raken, pas dan op voor glasdeeltjes.
Vermijd ook elk contact van de vloeistofkristallen met uw huid, ogen
en mond.
Afhankelijk van individuele gevoeligheden en uw fysieke conditie
kan het gebruik van de camera jeuk, uitslag en blaren veroorzaken.
Als zich in die zin iets bijzonders voordoet, mag u de camera niet
langer gebruiken en dient u onmiddellijk een arts te raadplegen.
Waarschuwing
Gebruik uitsluitend de exclusief voor dit product ontwikkelde batterijlader
en netvoedingsadapter met het juiste vermogen en de juiste spanning.
Gebruik van een batterijlader en netvoedingsadapter met andere
specificaties dan voorgeschreven voor dit product, of gebruik van
de exclusief voor dit product ontwikkelde batterijlader en
netvoedingsadapter met een niet juist gespecificeerd vermogen of
spanning kan brand, elektrische schokken of schade aan de camera
veroorzaken. De voorgeschreven spanning is 100 - 240V wisselstroom.
Probeer het product niet te demonteren of te veranderen. Dit kan
resulteren in brand of een elektrische schok.
Als het product gaat roken of een vreemde geur afgeeft, of in het geval
van welke andere onregelmatigheid dan ook, houdt u onmiddellijk op
de camera te gebruiken en neemt u contact op met het dichtstbijzijnde
servicecentrum. Verder gebruik van het product kan brand of een
elektrische schok veroorzaken.
Mocht er water binnendringen in het product, neem dan contact op met
een servicecentrum. Verder gebruik van het product kan brand of een
elektrische schok veroorzaken.
Als u tijdens gebruik van de batterijlader of netvoedingsadapter een
lichtflits ziet of onweer hoort, haal de stekker dan uit het stopcontact
en gebruik de camera niet langer. Verder gebruik van de camera
kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
Veeg de stekker van het netsnoer schoon als deze met stof bedekt is.
Opgehoopt stof kan brand veroorzaken.
Verminder de kans op ongelukken: gebruik uitsluitend een stroomsnoer
met CSA/UL-certificering, snoertype SPT-2 of zwaarder, minimaal
AWG-koper NO.18, met aan het ene uiteinde een gegoten mannelijke
stekker (met een gespecificeerde NEMA-configuratie), en aan het
andere uiteinde een gegoten vrouwelijke connector (met een
gespecificeerde IEC-configuratie van een niet-industrieel type)
of een gelijkwaardig stroomsnoer.
Pas op
Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer en buig het netsnoer
niet overmatig. Het snoer kan daardoor beschadigd raken. Als het
netsnoer beschadigd raakt, neem dan contact op met het
dichtstbijzijnde servicecentrum.
Hoe u uw camera veilig gebruikt
Waarschuwing
Dit symbool geeft aan dat het niet in acht
nemen van deze waarschuwing ernstig
persoonlijk letsel kan veroorzaken.
Pas op
Dit symbool geeft aan dat het niet in acht
nemen van deze waarschuwing minder
ernstig tot gemiddeld persoonlijk letsel
of materiële schade kan veroorzaken.
Over de camera
Over de batterijlader en de netvoedingsadapter
K1-OPM-NL.book Page 140 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
7
Bijlage
141
Raak het aansluitpunt voor het netsnoer niet aan als het netsnoer
is aangesloten en vermijd kortsluiting.
Sluit het netsnoer niet met vochtige handen aan op het stopcontact.
Dit kan resulteren in een elektrische schok.
Laat de camera niet vallen en stel deze ook niet bloot aan hevige
schokken. Dat kan ertoe leiden dat de camera defect raakt.
Gebruik de batterijlader D-BC90 uitsluitend voor het opladen van
de oplaadbare lithium-ionbatterij D-LI90. Het opladen van andere
batterijen kan oververhitting, explosies of schade aan de batterijlader
veroorzaken.
Waarschuwing
Mocht het lekkende materiaal van de batterij in contact komen met
uw ogen, wrijf ze dan niet uit. Spoel uw ogen met schoon water
en ga onmiddellijk naar een arts.
Pas op
Gebruik alleen de aangegeven batterij in deze camera. Het gebruik
van andere batterijen kan brand of ontploffing veroorzaken.
Demonteer de batterij nooit. Het demonteren van batterijen kan leiden
tot een explosie of lekkage.
Pas op dat u zichzelf niet verbrandt bij het verwijderen van de batterij.
Sommige delen van de camera worden tijdens het gebruik heet.
Houd snoeren, haarspeldjes en andere metalen voorwerpen uit de buurt
van de + en - polen van de batterij.
Sluit de batterij nooit kort en stel deze niet bloot aan vuur. De batterij kan
exploderen of vlam vatten.
Mocht lekkend materiaal van de batterij in contact komen met uw huid
of kleding, dan kan de huid geïrriteerd raken. Was de betroffen gebieden
grondig schoon met water.
Waarschuwingen bij het gebruik van de batterij D-LI90:
- ALLEEN DE GESPECIFICEERDE OPLADER GEBRUIKEN.
BRANDGEVAAR EN BRANDWONDENGEVAAR.
- NIET VERBRANDEN.
- NIET DEMONTEREN.
- NIET KORTSLUITEN.
- NIET BLOOTSTELLEN AAN HOGE TEMPERATUREN (60°C / 140°F)
- RAADPLEEG HANDLEIDING.
Waarschuwing
Bewaar de camera en accessoires niet binnen bereik van kleine
kinderen.
1. Ernstig letsel kan optreden als het product valt of per ongeluk
wordt bediend.
2. Er bestaat verstikkingsgevaar als de riem om de hals wordt
gewikkeld.
3. Houd kleine accessoires, zoals de batterij of geheugenkaarten,
buiten bereik van kleine kinderen om te voorkomen dat deze
accessoires per ongeluk worden ingeslikt. Mocht dit toch gebeuren,
roep dan onmiddellijk de hulp van een arts in.
Over de oplaadbare lithium-ionbatterij
Houd de camera en accessoires uit de buurt
van kleine kinderen
K1-OPM-NL.book Page 141 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
7
Bijlage
142
Wanneer de camera lange tijd niet is gebruikt, controleer dan of alles
nog goed werkt, vooral als u belangrijke opnamen wilt maken
(bijvoorbeeld bij een huwelijk of op reis). Als uw camera of
opnamemedium (SD-geheugenkaart) een defect vertoont, kunt u er niet
zeker van zijn dat beelden correct worden opgenomen of afgespeeld
of ongeschonden naar een computer worden gekopieerd.
Voor een optimale werking van de batterij bewaart u ze niet in volledig
opgeladen toestand of bij hoge temperaturen.
Als de camera gedurende langere tijd niet wordt gebruikt terwijl een
batterij is geplaatst, kan de batterij te ver ontladen, wat ten koste gaat
van de levensduur.
Het verdient aanbeveling de batterij een dag voor gebruik, of op de dag
van gebruik zelf op te laden.
Het bij de camera geleverde netsnoer dient uitsluitend te worden
gebruikt voor de batterijlader D-BC90. Gebruik het netsnoer niet voor
andere apparaten.
Stel de camera niet bloot aan hoge temperaturen of hoge
luchtvochtigheid. Laat de camera niet achter in een voertuig, omdat
met name in auto's de temperatuur zeer hoog kan oplopen.
Stel de camera niet bloot aan zware trillingen, schokken of druk.
Gebruik een kussen om de camera te beschermen tegen trillingen
van een motor, auto of schip.
Het temperatuurbereik voor gebruik van de camera is -10°C tot 40°C
(14°F to 104°F).
De monitor kan bij hoge temperaturen zwart worden, maar werkt weer
normaal bij een normale omgevingstemperatuur.
De reactiesnelheid van de monitor kan traag worden bij lage
temperaturen. Dit ligt aan de eigenschappen van de vloeistofkristallen
en is geen defect.
Plotselinge temperatuurschommelingen veroorzaken condensvorming
aan de binnen- en buitenkant van de camera. Doe de camera in de
draagtas of een plastic zak en haal deze er pas uit als het
temperatuurverschil tussen de camera en de omgeving minimaal
is geworden.
Vermijd contact met afval, modder, zand, stof, water, gifgassen of
zouten, aangezien de camera hierdoor defect kan raken. Als er regen-
of waterdruppels op de camera komen, veeg deze dan weg.
Druk niet met kracht op de monitor. Het risico bestaat dat de monitor
hierdoor gaat barsten of niet meer naar behoren functioneert.
Draai de bevestigingsbout niet te vast aan wanneer u de camera
op een statief plaatst.
Maak de camera niet schoon met organische oplosmiddelen zoals
verfverdunner, alcohol of benzine.
Verwijder met een lenskwastje stof dat zich op het objectief heeft
verzameld. Gebruik voor reiniging nooit een spuitbus, omdat het
objectief hierdoor beschadigd kan raken.
Neem contact op met het dichtstbijzijnde servicecentrum voor
professionele reiniging van de CMOS-sensor. (Deze dienst is niet
gratis.)
Laat de camera om de één tot twee jaar nakijken teneinde de prestaties
van het product op peil te houden.
Berg de camera niet op in de nabijheid van conserveermiddelen of
chemicaliën. Opslag in ruimten met hoge temperaturen en een hoge
luchtvochtigheid kan schimmelvorming veroorzaken. Haal de camera uit
de tas en berg deze op een droge en goed geventileerde plaats op.
Gebruik of bewaar de camera niet op plaatsen waar deze aan statische
elektriciteit of elektrische storingen kan worden blootgesteld.
Gebruik of bewaar de camera niet op plaatsen waar deze wordt
blootgesteld aan rechtstreeks zonlicht of aan snelle
temperatuurschommelingen of condensatie.
De SD-geheugenkaart
is voorzien van een
schrijfbeveiligingsschuifje.
Wanneer u het schuifje
op LOCK zet, kunnen geen
nieuwe gegevens worden
weggeschreven naar de kaart,
kunnen bestaande gegevens op
de kaart niet worden gewist en
kan de kaart door de camera of
een computer niet worden geformatteerd.
De SD-geheugenkaart kan heet zijn als u de kaart onmiddellijk na
gebruik van de camera verwijdert.
Aandachtspunten tijdens
het gebruik
Voor u de camera gaat gebruiken
Over de batterij en de batterijlader
Voorzorgsmaatregelen voor het dragen en gebruiken
van de camera
De camera schoonmaken
De camera opbergen
Over SD-geheugenkaarten
Schrijfbeveiliging
K1-OPM-NL.book Page 142 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
7
Bijlage
143
Verwijder de SD-geheugenkaart niet en schakel de stroom niet uit terwijl
er gegevens op de kaart worden opgeslagen of aangesproken. Anders
kunnen gegevens verloren gaan of kan de kaart beschadigd raken.
Buig de SD-geheugenkaart niet en stel hem niet bloot aan hevige
schokken. Houd de kaart uit de buurt van water en bewaar hem niet
op een plaats met een hoge temperatuur.
Neem de SD-geheugenkaart niet uit tijdens het formatteren.
De kaart kan hierdoor beschadigd raken en onbruikbaar worden.
Onder de volgende omstandigheden bestaat het risico dat gegevens op
de SD-geheugenkaart ongewild worden gewist. Wij aanvaarden geen
enkele aansprakelijkheid voor gewiste gegevens als
1. de SD-geheugenkaart verkeerd wordt gebruikt door de gebruiker.
2. de SD-geheugenkaart wordt blootgesteld aan statische elektriciteit
of elektrische storingen.
3. als de SD-geheugenkaart lange tijd niet is gebruikt.
4. de SD-geheugenkaart of de batterij wordt verwijderd terwijl er
gegevens op de kaart worden opgeslagen of aangesproken.
Als de SD-geheugenkaart lange tijd niet wordt gebruikt, kunnen de
gegevens op de kaart onleesbaar worden. Sla regelmatig een
reservekopie van belangrijke gegevens op een computer op.
Nieuwe SD-geheugenkaarten moeten worden geformatteerd.
Dit geldt ook voor SD-geheugenkaarten die al in andere camera's
werden gebruikt.
Let op dat door het verwijderen van gegevens op een SD-
geheugenkaart, of door het formatteren van een SD-geheugenkaart,
de originele gegevens niet volledig verwijderd worden. Verwijderde
gegevens kunnen soms hersteld worden met behulp van commercieel
beschikbare software. Indien u uw SD-geheugenkaart gaat weggooien,
weggeven of verkopen, dan dient u ervoor te zorgen dat de gegevens
op de kaart volledig verwijderd worden of dat de kaart zelf vernietigd
wordt indien deze persoonlijke of gevoelige informatie bevat.
Het beheer van de gegevens op uw SD-geheugenkaart is volledig
voor eigen risico.
Gebruik de camera niet op een plaats waar elektrische producten, AV/
OA-apparaten, etc. magnetische velden en elektromagnetische golven
genereren.
De camera kan mogelijk niet communiceren als deze wordt beïnvloed
door magnetische velden en elektromagnetische golven.
Als de camera wordt gebruikt in de buurt van een tv of radio, kan er een
slechte ontvangst of een storing op het tv-scherm optreden.
De zoekactie wordt mogelijk niet correct uitgevoerd als er meerdere
draadloze LAN-toegangspunten in de buurt van de camera zijn en
hetzelfde kanaal wordt gebruikt.
De beveiliging van de gegevens die door u worden opgeslagen,
verzonden of ontvangen is uw eigen verantwoordelijkheid.
Deze camera is in overeenstemming met de technische standaards
krachtens de Radio Law and Telecommunications Business Law en de
certificering van conformiteit met technische standaards kan worden
weergegeven op de monitor.
De certificeringsmerktekens van conformiteit met draadloze technische
standaards krachtens de Radio Law and Telecommunications Business
Law kunnen worden getoond via [Certificeringsmerktek.] in menu D4
menu. Raadpleeg “Gebruik van de menu’s” (p.22) voor hoe u de menu’s
gebruikt.
Plaatselijke geografische en atmosferische omstandigheden kunnen de
ontvangst van GPS-gegevens verhinderen of vertragen. Deze camera
ontvangt mogelijk geen GPS-gegevens binnenshuis, ondergronds,
of in de buurt van grote constructies, bomen of andere objecten
die satellietsignalen blokkeren of reflecteren.
De posities van GPS-satellieten veranderen voortdurend en dit kan
de ontvangst van GPS-gegevens op bepaalde uren van de dag
verhinderen of vertragen.
De ontvangst van GPS-gegevens wordt mogelijk belemmerd door
de aanwezigheid van mobiele telefoons of andere apparaten die
frequenties uitzenden die dicht in de buurt liggen van frequenties van
GPS-satellieten of door gemagnetiseerde hoogspanningsleidingen.
Merk op dat het enige tijd duurt voordat deze camera opnieuw een
signaal opvangt als de camera langere tijd niet gebruikt is of over
een grote afstand is verplaatst vanaf de locatie waar de GPS-gegevens
de laatste keer werden ontvangen.
Over de draadloze LAN-functie
De frequentieband die door de camera wordt gebruikt, wordt - samen
met industriële, wetenschappelijke en medische toestellen zoals een
magnetron – ook gebruikt door radiozenders voor locaties en
inrichtingen (draadloze zenders waarvoor een licentie is vereist) en
radiozenders met laag vermogen (draadloze zenders waarvoor geen
licentie is vereist) voor mobiele objectidentificatie die gebruikt worden
in productielijnen van fabrieken, etc. en amateurradiozenders
(draadloze zenders waarvoor een licentie is vereist).
1. Controleer, voordat u de camera gebruikt, of er geen
radiozenders voor locaties en inrichtingen, radiozenders met laag
vermogen voor mobiele objectidentificatie en
amateurradiozenders in de buurt worden gebruikt.
2. In het geval dat de camera radiogolven uitzendt die schadelijke
interferentie veroorzaken bij radiozenders voor locaties en
inrichtingen voor mobiele objectidentificatie, wijzigt u de gebruikte
frequentie onmiddellijk om interferentie te voorkomen.
3. Als u andere problemen heeft zodanig dat de camera radiogolven
uitzendt die schadelijke interferentie veroorzaken bij
radiozenders met laag vermogen voor mobiele objectidentificatie
of bij amateurradiozenders, neem dan contact op met uw
dichtstbijzijnde servicecentrum.
Over GPS
K1-OPM-NL.book Page 143 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
7
Bijlage
144
Schakel de GPS-functie uit op plaatsen en onder omstandigheden waar
het gebruik van elektronische apparaten is verboden, zoals bij bezoek
aan een ziekenhuis of bij het landen of opstijgen van een vliegtuig.
In sommige landen of regio’s bestaan er voorschriften voor het gebruik
van GPS of de verzameling van plaatsbepalingsgegevens. Als u naar
het buitenland reist, raadpleeg dan uw ambassade of reisagentschap
over het gebruik van een camera met GPS-functie of de verzameling
van plaatsbepalings-registratiegegevens.
De GPS-functie van deze camera is ontwikkeld voor digitale camera’s
die zijn bestemd voor persoonlijk gebruik. Deze functie kan niet worden
gebruikt voor landmeetkunde of voor een navigatiesysteem voor
vliegtuigen, voertuigen of mensen, etc. Wij aanvaarden geen
verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor schade die ontstaat
als deze functie voor onjuiste doeleinden wordt gebruikt.
Microsoft, Windows en Windows Vista en Photosynth zijn gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en
andere landen.
Macintosh, OS X, QuickTime, iPhone en App Store zijn handelsmerken
van Apple Inc., gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen.
Intel en Intel Core zijn handelsmerken van Intel Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
Het SDXC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
Google, Google Play, Android en Google Earth zijn handelsmerken
of gedeponeerde handelsmerken van Google Inc.
Wi-Fi is een gedeponeerd handelsmerk van Wi-Fi Alliance.
IOS is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Cisco
in de Verenigde Staten en andere landen en wordt gebruikt krachtens
een licentie.
Facebook is een gedeponeerd handelsmerk van Facebook, Inc.
Twitter is een gedeponeerd handelsmerk van Twitter, Inc.
Tumblr is een gedeponeerd handelsmerk van Tumblr, Inc.
Dit product maakt gebruik van DNG-technologie onder licentie
van Adobe Systems Incorporated.
Het DNG-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk of een
handelsmerk van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten
en/of andere landen.
HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing,
LLC in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Alle overige handelsmerken behoren toe aan de desbetreffende houders.
Dit product maakt gebruik van het RICOH RT-font dat is ontworpen door
Ricoh Company Ltd.
Dit apparaat ondersteunt PRINT Image Matching III. Wanneer digitale
fototoestellen, printers en software worden gebruikt die PRINT Image
Matching ondersteunen, kunnen beelden worden gemaakt die beter
overeenstemmen met hetgeen de fotograaf wil bereiken. Sommige
functies zijn niet beschikbaar op printers die niet compatibel zijn met
PRINT Image Matching III.
Copyright 2001 Seiko Epson Corporation. Alle rechten voorbehouden.
PRINT Image Matching is een handelsmerk van Seiko Epson
Corporation. Het PRINT Image Matching-logo is een handelsmerk
van Seiko Epson Corporation.
Dit product is in licentie gegeven onder de AVC-patentportfoliolicentie voor
privégebruik door een consument en andere vormen van gebruik zonder
vergoeding met het oog op (i) het coderen van video in overeenstemming
met de AVC-norm (“AVC-video”) en/of (ii) het decoderen van AVC-video
die werd gecodeerd door een consument in een privéactiviteit en/of werd
verkregen via een videoleverancier die een licentie heeft om AVC-video
te leveren. Geen enkele licentie wordt gegeven of wordt geacht te zijn
gegeven voor enig ander gebruik.
Meer informatie kunt u krijgen bij MPEG LA, LLC.
Zie http://www.mpegla.com.
Handelsmerken
AVC Patent Portfolio License
K1-OPM-NL.book Page 144 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
7
Bijlage
145
Dit product omvat software waarvoor een BSD-licentie geldt. Een BSD-
licentie is een licentievorm die herdistributie van de software toestaat, mits
duidelijk wordt vermeld dat voor het gebruik geen garantie geldt, en een
copyrightverklaring en licentievoorwaarden worden geleverd. De volgende
inhoud wordt hier weergegeven op basis van de bovengenoemde
licentievoorwaarden en is niet bedoeld om uw gebruik van het product
te beperken, etc.
Tera Term
Copyright (C) 1994-1998 T. Teranishi
(C) 2004-2015 TeraTerm Project
All rights reserved.
Herdistributie en gebruik in bronvorm en binaire vorm is, met of zonder
modificatie, toegestaan mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
1. Herdistributies van de broncode moeten bovengenoemde
copyrightverklaring, deze lijst met voorwaarden en de volgende
disclaimer bevatten.
2. Herdistributies in binaire vorm moeten de bovengenoemde
copyrightverklaring, deze lijst met voorwaarden en de volgende
disclaimer bevatten in de documentatie en/of andere materialen
die met de distributie zijn mee geleverd.
3. De naam van de auteur mag zonder specifieke voorafgaande
schriftelijke toestemming niet worden gebruikt voor ondersteuning
of promotie van producten die van deze software zijn afgeleid.
DEZE SOFTWARE WORDT DOOR DE AUTEUR “AS IS” (ZOALS
DEZE IS) GELEVERD EN ALLE EXPLICIETE OF IMPLICIETE
GARANTIES WORDEN AFGEWEZEN, INCLUSIEF, MAAR NIET
BEPERKT TOT, DE IMPLICIETE GARANTIES VAN
VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD
DOEL. IN GEEN ENKEL GEVAL IS DE AUTEUR AANSPRAKELIJK
VOOR DIRECTE, INDIRECTE, INCIDENTELE OF SPECIALE SCHADE
OF GEVOLGSCHADE OF SCHADE MET EEN BOETEKARAKTER
(INCLUSIEF, MAAR NIET BEPERKT TOT, AANKOOP VAN
VERVANGENDE GOEDEREN OF DIENSTEN; VERLIES VAN
GEBRUIK, DATA, OF WINST; OF BEDRIJFSONDERBREKING), OP
WELKE WIJZE DAN OOK VEROORZAAKT EN OP BASIS VAN WELKE
AANSPRAKELIJKHEID DAN OOK, ONGEACHT OF DIE BETREKKING
HEEFT OP EEN CONTRACT, AANSPRAKELIJKHEID BUITEN
SCHULD, OF ONRECHTMATIGE DAAD (INCLUSIEF NALATIGHEID
OF ANDERSZINS), DIE OP ENIGE WIJZE VOORTVLOEIT UIT HET
GEBRUIK VAN DEZE SOFTWARE, ZELFS ALS BEKEND IS DAT
DERGELIJKE SCHADE KAN OPTREDEN.
Mededeling betreffende het gebruik van software met BSD-
licentie
K1-OPM-NL.book Page 145 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
7
Bijlage
146
Al onze camera’s die via de erkende kanalen door de officiële
importeur zijn ingevoerd en via de erkende handel worden
gekocht, zijn tegen materiaal- en/of fabricagefouten
gegarandeerd voor een tijdsduur van twaalf maanden na de
datum van uw aankoop. Tijdens die periode worden onderhoud
en reparaties kosteloos uitgevoerd, op voorwaarde dat de
camera niet beschadigd is door vallen of stoten, ruwe
behandeling, inwerking van zand of vloeistoffen, corrosie van
batterijen of door chemische inwerking, gebruik in strijd met de
bedieningsvoorschriften, of wijzigingen aangebracht door een
niet-erkende reparateur. De fabrikant of zijn officiële
vertegenwoordiger is niet aansprakelijk voor enige reparatie
of verandering waarvoor geen schriftelijke toestemming is
verleend en aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade
als gevolg van vertraging en gederfd gebruik voortvloeiend
uit indirecte schade van welke aard dan ook, of deze nu
veroorzaakt wordt door ondeugdelijk materiaal, slecht
vakmanschap of enige andere oorzaak. Uitdrukkelijk wordt
gesteld dat de verantwoordelijkheid van de fabrikant of zijn
officiële vertegenwoordiger onder alle omstandigheden beperkt
blijft tot het vervangen van onderdelen als hierboven beschreven.
Kosten voortvloeiend uit reparaties die niet door een officieel
servicecentrum zijn uitgevoerd, worden niet vergoed.
Procedure tijdens de garantieperiode van 12 maanden
Een camera die defect raakt gedurende de garantieperiode van
12 maanden, moet worden geretourneerd aan de handelaar
waar het toestel is gekocht, of aan de fabrikant. Als in uw land
geen vertegenwoordiger van de fabrikant gevestigd is, zendt
u het apparaat naar de fabriek met een internationale
antwoordcoupon voor de kosten van de retourzending. In dit
geval zal het vrij lang duren voordat het apparaat aan u kan
worden geretourneerd, als gevolg van de ingewikkelde
douaneformaliteiten. Wanneer de garantie op het apparaat nog
van kracht is, zal de reparatie kosteloos worden uitgevoerd
en zullen de onderdelen gratis worden vervangen, waarna
het apparaat aan u wordt teruggezonden. Indien de garantie
verlopen is, wordt het normale reparatietarief in rekening
gebracht. De verzendkosten zijn voor rekening van de
eigenaar. Indien uw camera gekocht is in een ander land
dan waarin u tijdens de garantieperiode de reparatie wilt laten
verrichten, kunnen de normale kosten in rekening worden
gebracht door de vertegenwoordigers van de fabrikant in dat
land. Indien u uw camera in dat geval aan de fabriek terugzendt,
wordt de reparatie desalniettemin uitgevoerd volgens de
garantiebepalingen. De verzend- en inklaringskosten zijn echter
altijd voor rekening van de eigenaar. Teneinde de
aankoopdatum indien nodig te kunnen bewijzen, gelieve u het
garantiebewijs en de aankoopnota van uw camera gedurende
ten minste één jaar te bewaren. Voordat u uw camera voor
reparatie opstuurt, dient u zich ervan te vergewissen dat u de
zending inderdaad hebt geadresseerd aan de fabrikant. Vraag
altijd eerst een prijsopgave. Pas nadat u zich hiermee akkoord
hebt verklaard, geeft u het servicecentrum toestemming
de reparatie uit te voeren.
Deze garantiebepalingen zijn niet van invloed op
de wettelijke rechten van de klant.
De plaatselijke garantiebepalingen van onze distributeurs
in sommige landen kunnen afwijken van deze
garantiebepalingen. Wij adviseren u daarom kennis te
nemen van de garantiekaart die u hebt ontvangen bij uw
product ten tijde van de aankoop, of contact op te nemen
met onze distributeur in uw land voor meer informatie en
voor een kopie van de garantiebepalingen.
GARANTIEBEPALINGEN
K1-OPM-NL.book Page 146 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
7
Bijlage
147
Voor klanten in Europa
RICOH IMAGING COMPANY, LTD. verklaart dat deze
PENTAX K-1 in overeenstemming is met de essentiële
vereisten en andere relevante bepalingen van de richtlijn
1999/5/EG.
Een volledige versie van de verklaring van conformiteit -
Declaration of Conformity (DoC) - vindt u op
http://www.ricoh-imaging.co.jp/english
Informatie voor gebruikers over inzameling en verwerking
van afgedankte apparatuur en gebruikte batterijen
1. In de Europese Unie
Deze symbolen op de verpakking en in
bijgevoegde documenten duiden erop dat
gebruikte elektrische en elektronische
apparatuur en batterijen niet bij het gewone
huisvuil mogen worden verwerkt.
Gebruikte elektrische/elektronische apparatuur
en batterijen moeten afzonderlijk en in
overeenstemming met de bestaande wetgeving
worden behandeld.
Als u zich op de juiste wijze van deze producten
ontdoet, dan draagt u ertoe bij dat het afval op
de juiste wijze wordt behandeld en hergebruikt
en dat geen schade optreedt aan het milieu of de
gezondheid.
Als een chemisch symbool is toegevoegd onder het hierboven
getoonde symbool (conform de richtlijn voor batterijen), dan wil
dit zeggen dat een zwaar metaal (Hg = kwik, Cd = cadmium,
Pb = lood) in de batterij aanwezig is met een concentratie
die hoger is dan de desbetreffende drempelwaarde die
in de batterijrichtlijn is vastgelegd.
Neem voor meer informatie over de inzameling en recycling
van gebruikte producten contact op met de gemeente,
de vuilnisdienst of de leverancier van het product.
2. In andere landen buiten de EU
Deze symbolen zijn alleen geldig in de Europese Unie.
Als u zich van gebruikte producten wilt ontdoen, neem dan
contact op met de lokale overheid of een dealer om te vragen
naar de juiste methode voor afvalverwerking.
Voor Zwitserland: Gebruikte elektrische/elektronische
apparatuur kan gratis worden teruggebracht naar de detaillist,
zelfs wanneer u geen nieuw product koopt. Andere
verzamelpunten vindt u op de website www.swico.ch
of www.sens.ch
.
OPK1105-NL
Het CE-keurmerk is een keurmerk voor
conformiteit met richtlijnen van de Europese
Unie.
K1-OPM-NL.book Page 147 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
Memo
K1-OPM-NL.book Page 148 Wednesday, March 23, 2016 8:31 AM
De inhoud van het pakket controleren
Flitsschoenbeschermer FK
(gemonteerd op de camera)
Oogschelp FT
(gemonteerd op de camera)
ME-zoekerkap 2P-kapje sync-aansluitpunt
(gemonteerd op de camera)
Cameravattingdop K II
(gemonteerd op de camera)
Driehoekige ring
en beschermende afdekking
(gemonteerd op de camera)
Aansluitingenkap batterijhouder
(gemonteerd op de camera)
Oplaadbare lithium-ionbatterij
D-LI90
Batterijlader D-BC90 Netsnoer Draagriem O-ST162 Software (CD-ROM) S-SW162
Handleiding (deze handleiding)
Geschikte objectieven
Voor deze camera kan gebruik worden gemaakt van D FA-, DA-, DA L-, FA- en FA J-objectieven en objectieven met een positie
9 (Auto) op de diafragmaring. Raadpleeg p.120 als u andere objectieven of accessoires wilt gebruiken.
Memo
e_kb562_cover_6mm_NL.fm Page 2 Tuesday, March 22, 2016 11:16 AM
RICOH IMAGING COMPANY, LTD.
1-3-6, Naka-magome, Ohta-ku, Tokyo 143-8555, JAPAN
(http://www.ricoh-imaging.co.jp)
RICOH IMAGING EUROPE
S.A.S.
Parc Tertiaire SILIC 7-9, avenue Robert Schuman - B.P. 70102,
94513 Rungis Cedex, FRANCE
(http://www.ricoh-imaging.eu)
RICOH IMAGING AMERICAS
CORPORATION
633 17th Street, Suite 2600, Denver, Colorado 80202, U.S.A.
(http://www.us.ricoh-imaging.com)
RICOH IMAGING CANADA
INC.
5520 Explorer Drive Suite 300, Mississauga, Ontario, L4W 5L1, CANADA
(http://www.ricoh-imaging.ca)
RICOH IMAGING CHINA CO.,
LTD.
23D, Jun Yao International Plaza, 789 Zhaojiabang Road, Xu Hui District,
Shanghai, 200032, CHINA
(http://www.ricoh-imaging.com.cn)
Deze contactgegevens kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Controleer de nieuwste gegevens op onze websites.
Digitale spiegelreflexcamera
Bedieningshandleiding
Lees voor optimale cameraprestaties eerst
de handleiding door voordat u deze camera
in gebruik neemt.
Inleiding
Voorbereidingen
Opnamen maken
Weergeven
Delen
Instellingen
Bijlage
De specificaties en de afmetingen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
OPK1105-NL Copyright © RICOH IMAGING COMPANY, LTD. 2015
FOM 01.03.2016 Printed in Europe
1
2
3
4
5
6
7
e_kb562_cover_6mm_NL.fm Page 1 Tuesday, March 22, 2016 11:16 AM
8


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Pentax K-1 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Pentax K-1 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 18,61 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Pentax K-1

Pentax K-1 User Manual - English - 140 pages

Pentax K-1 User Manual - German - 150 pages

Pentax K-1 User Manual - French - 150 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info