Storingszoeklijst
Een storing? Gebruik deze lijst. Mogelijk kunt u het probleem zelf oplossen.
Wijzigingen voorbehouden.
ENERGIEWIJZER
TYPEPLAATJE
BESCHRIJVING ENERGIEWIJZER EN TYPEPLAATJE BOVEN IN
KOELGEDEELTE
1. Vermogen koelgedeelte
2. Vermogen verwarmingselement ijsmaker
3. Vermogen automatisch ontdooi-element
4-7. Aantal lampen, ieder bij maximale belasting
8. Energieverbruik koelsysteem per 24 uur
9. Bruto capaciteit
10. Netto opnamecapaciteit
11. Capaciteit vriesgedeelte
12. Capaciteit koelgedeelte
13. Totaalwaarden
14. Max. vriescapaciteit (kg/24 h.)
15. ISO-temperatuurklasse
16. Toegestane waterdruk automatische ijsmaker
17. 4-sterren waardering vriesgedeelte
18. Typenummer. Doorgeven aan dealer bij storingen.
19. Serienummer. Doorgeven aan dealer bij storingen.
20. Veiligheidsklasse
21. Max. ampèrage
22. Koelmiddel en hoeveelheid (in 1/100 kg)
23. Nominale spanning
24. Max. koelmiddeldruk bij normaal gebruik
25. Testnorm
PLAATSING
• Plaats het toestel niet in een ruimte
met een temperatuur onder 13 °C.
GELUID
• Het geluid is duidelijk
waarneembaar. Dit heeft een aantal
oorzaken.
• Koelautomaat staat niet waterpas.
• Normale geluid van de koelmotor.
• Vloer niet stevig genoeg.
KOELAUTOMAATTRILT
• Koelautomaat staat niet waterpas.
• Leidingen trillen.
• Ontdooiwaterbakje onjuist
geplaatst.
• Vloer niet stevig genoeg.
WATER OP VLOER ONDER
KOELAUTOMAAT
• Ontdooiwaterbakje niet of onjuist
geplaatst. Verwijder vloerrooster en
controleer dit.
• Ontdooiwaterbakje moet als gevolg
van hoge luchtvochtigheid geleegd
worden.
RUISEND GELUID IN
DIEPVRIESGEDEELTE
• Normaal geluid. Ontdooiwater loopt
langs het ontdooi-element.
MOTOR SLAAT VAAK AAN EN
AF
• Motor houdt temperatuur stabiel.
• Deuren worden te vaak geopend.
• Deuren staan te lang open.
MOTOR DRAAIT GEDURENDE
LANGERE PERIODES
• Moderne koelkasten vereisen een
langere koeling.
• Omgevingstemperatuur te hoog.
• Deuren worden te vaak en/of te
lang geopend.
• Condensor schoonmaken. Zie
gebruikershandleiding.
KOELAUTOMAAT SLAAT NIET
AAN
• Thermostaatknop op stand Ø.
• Stekker niet in stopcontact.
• Storing in de stroomvoorziening.
• Zekering defect.
• Automatische ontdooicyclus. Duur:
± 20 minuten.
WARME LUCHT UIT
VLOERROOSTER
• Normale luchtcirculatie rond
condensor.
VOORKANT TOESTEL VOELT
WARM AAN
• Bijzondere voorziening waardoor
condensatie bij hoge
luchtvochtigheid beperkt wordt.
DE KOELAUTOMAAT RUIKT
• Sterk geurend voedsel is niet
verpakt.
• Controleer groenten-/fruitladen op
bedorven voedsel.
VOEDSEL DROOGT UIT (VERS
OF INGEVROREN)
• Voedsel niet goed afgedekt of
verpakt.
• Groenten-/fruitladen niet goed
gesloten.
• Temperatuur te laag ingesteld.
TE HOGE
LUCHTVOCHTIGHEID IN
GROENTEN-/FRUITLADEN
• Voedsel niet goed afgedekt of
verpakt.
• Warm, vochtig weer.
VOCHTVORMING AAN
BUITENKANT
KOELAUTOMAAT
• Kan voornamelijk in de ochtend
optreden tijdens warm, vochtig
weer.
• Controleer de
spaarstandschakelaar.
VOCHTVORMING AAN
BINNENKANT
KOELAUTOMAAT
• Kan optreden tijdens warm, vochtig
weer als de deuren te vaak en/of te
lang worden geopend.
• Deur sluit niet goed.
DIEPVRIESGEDEELTE KOELT
NIET GOED
(consumptie-ijs, geconcentreerd
vruchtensap)
• Producten met een hoog suiker-
gehalte worden in bevroren
toestand niet “hard”.
KOELGEDEELTE TE WARM
• Temperatuur koelgedeelte te hoog
ingesteld.
• Thermostaat diepvriesgedeelte op
laagste stand ingesteld.
• Deur te lang geopend.
KOELGEDEELTE TE KOUD
• Temperatuur koelgedeelte te laag
ingesteld.
VRIESGEDEELTE TE WARM
• Temperatuur vriesgedeelte te hoog
ingesteld.
• Deur te lang geopend.
INTERIEURVERLICHTING
BRANDT NIET
• Gloeilamp defect.
• Stroomtoevoer onderbroken.
RODE GLOED IN
DIEPVRIESGEDEELTE
• Reflectie ontdooi-element
gedurende ontdooicyclus.
IJSBLOKJES KRIMPEN
• IJsblokjes krimpen door de koude
lucht die erover geblazen wordt,
vooral bij laag verbruik.
IJSBLOKJES KLEVEN AAN
IJSBAKJE
• Kalksporen in het water zijn afgezet
op het ijsbakje. Reinig het bakje
met een met azijn bevochtigde
doek. Maak ijsbakjes tegelijk met
het toestel schoon.
AUTOMATISCHE IJSMAKER
WERKT NIET
• Voeler staat in “OFF”-stand.
• Wateraanvoer is afgesloten/
dichtgedraaid.
• Waterdruk te laag.
• Vriesgedeelte te warm.
IJSDISPENSER WERKT NIET
• Dispenser geblokkeerd door ijs.
• IJsmaker defect.
• Aan-/uitschakelaar in UIT-stand.
• Deur vriesgedeelte niet gesloten.
WATERDISPENSER WERKT
NIET
• Wateraanvoer is afgesloten/
dichtgedraaid.
• Waterdruk te laag.
• Aan-/uitschakelaar in UIT-stand.