ONDERHOUD
3
Koolstoffilters vervangen
Het koolstoffilter moet worden toegepast als
de afzuigkap niet op een afvoerkanaal wordt
aangesloten (zie afvoersystemen blz. 2).
Let op:
■ Het koolstoffilter moet minimaal 2x per jaar
worden vervangen, afhankelijk van het
gebruik van de afzuigkap.
■ Koolstoffilters zijn niet uitwasbaar voor
hergebruik.
■ Verzadigd koolstof is niet milieuvriendelijk;
vervang het filter tijdig.
Filterrooster verwijderen
Netspanning uitschakelen! De stekker uit het
stopcontact nemen of de schakelaar in de
meterkast op nul zetten. Het rooster naar
beneden trekken (zie figuur 5).
Koolstoffilter aanbrengen
Het koolstofilter KF 90 (C, zie figuur 6) op de
aangegeven manier op het filterrooster leggen
en het filterrooster weer in de afzuigkap
plaatsen.
Het koolstoffilter KF 20 (zie figuur 7) met het
verdiepte ronde vlak op het motorhuisdeksel
centreren en een slag rechtsom draaien.
Lampen vervangen
Verwijder het filterrooster (zie figuur 5) en
eventueel het koolstoffilter. Vervang de lamp.
TL-verlichting
Zie figuur 8.
Verwijder het filterrooster (1) en eventueel het
koolstoffilter. Draai de 2 TORX-schroeven aan
weerszijden van de afzuigkap los en verwijder
de lijst en de glasplaat (2). Vervang de TL-lamp.
Reinigen
Afzuigkap
De afzuigkap kunt u schoonmaken met een
sopje en een zachte doek, daarna met schoon
water nabehandelen. Gebruik geen agressieve
schoonmaakmiddelen zoals bijvoorbeeld soda.
Het lakwerk van de afzuigkap blijft mooi als u
zo nu en dan de lak met was inwrijft.
Roestvrijstalen schouwkappen
Niet behandelen met schuursponsjes of
andere schuurmiddelen. Nabehandelen met
Stahlfix en met de structuur van het
roestvrijstaal meepoetsen.
Filters
■ Aluminiumfilters elke week reinigen in een
sopje. Het aluminiumfilter wordt door de
reinigingsmiddelen dof, dit is normaal.
■ Koolstoffilters zijn niet uitwasbaar voor
hergebruik.
2
Waar u op moet letten
■ Laat het toestel aansluiten door een erkend
installateur (zie hoofdstuk "Installatie").
■ Bij reparatie of schoonmaakbeurten moet
het toestel stroomloos gemaakt worden.
Neem de stekker uit het stopcontact of
draai de schakelaar in de meterkast op nul.
■ Bij koken of braden wordt de kookplaat
heet, kinderen moeten dus altijd uit de
buurt worden gehouden.
■ Vet en olie zijn bij oververhitting brandbaar.
Blijf in de buurt tijdens het bereiden van
gerechten.
■ Voordat u met koken begint de afzuigkap
inschakelen. Na het koken de afzuigkap
nog ca. 5 minuten aan laten staan.
■ Een met vet verzadigd filter is brandbaar.
Flambeer nooit onder de afzuigkap en maak
het filter op tijd schoon.
■ Maak eerst het toestel stroomloos als u de
lampen wilt vervangen! Gebruik uitsluitend
dezelfde lampen met aangegeven wattage.
■ In verband met eventuele scherpe randen
aan de ombouwkoker adviseren wij u
tijdens de montage van de koker
werkhandschoenen te gebruiken.
Afvoersystemen
De afzuigkap kan op twee manieren worden
aangesloten:
■ Op een afvoerkanaal. De aangezogen
kookdampen worden naar buiten
afgevoerd, nadat de vetdeeltjes gefilterd
zijn. Dit is de beste manier! De afzuigkap
wordt met behulp van het bijgesloten
aansluitpijpmondje aan de bovenzijde
aangesloten op het afvoerkanaal.
■ Als circulatiekap. De vetdeeltjes en de geur
uit de aangezogen kookdampen worden
gefilterd. De aangezogen lucht wordt niet
afgevoerd maar circuleert via het T-stuk (B,
zie figuur 4) door de roosters (A) van de
koker in de keuken. U moet dan wel een
koolstoffilter plaatsen.
VEILIGHEID/AFVOERSYSTEMEN