WERKING
Elektronisch
Stabiliteitsprogramma (ESP)
WAARSCHUWING
Het systeem is niet bedoeld om de
bestuurder te ontheffen van zijn
plicht om tijdens het rijden
voorzichtig en oplettend te zijn.
Zonder ESPA
Met ESPB
Het systeem ondersteunt de stabiliteit van
de auto wanneer deze dreigt uit te breken.
Dit wordt bewerkstelligd door de wielen
afzonderlijk af te remmen en door het
motorkoppel zo nodig te verlagen.
Het systeem zorgt ook voor een betere
tractieregeling door het motorkoppel te
verlagen wanneer de wielen bij het
accelereren beginnen door te draaien. Het
verbetert de mogelijkheden om op gladde
wegdekken of losse oppervlakken op te
trekken en het verbetert het comfort door
wielspin in haarspeldbochten te beperken.
Waarschuwingslamp
stabiliteitsregeling (ESP)
Wanneer het systeem tijdens het rijden
wordt geactiveerd, knippert de lamp. Zie
Waarschuwings- en indicatielampen
(bladzijde 53).
Noodremassistent
WAARSCHUWING
Het systeem is niet bedoeld om de
bestuurder te ontheffen van zijn
plicht om tijdens het rijden
voorzichtig en oplettend te zijn.
Het systeem kan een noodstopsituatie
herkennen aan de snelheid waarmee u het
rempedaal indrukt. Het zorgt voor
maximale remdruk zolang het rempedaal
wordt ingedrukt. Het systeem kan de
remweg in kritieke situaties verkorten.
GEBRUIK MAKEN VAN
STABILITEITSREGELING
Houd bij een snelheid van 60 km/u (37
mph) de schakelaar gedurende één
seconde ingedrukt. Het lampje in de
schakelaar gaat branden.
N.B.: Wanneer u het systeem uitschakelt,
treedt dit tijdelijk opnieuw in werking
wanneer het rempedaal wordt ingedrukt en
de wagen slipt. De ESP controlelamp
knippert in een dergelijk geval.
97
Stabiliteitsregeling