• Schakel de programmeerbare
standverwarming het gehele jaar
minimaal eenmaal per maand
ongeveer tien minuten in. Hierdoor
wordt voorkomen dat de
vloeistofpomp en de aanjagermotor
gaan vastzitten.
• Om corrosie te voorkomen moet de
koelvloeistof in uw auto het gehele jaar
door minstens 10 % antivries bevatten.
• Om luchtbellen te voorkomen moet u
ervoor zorgen dat het koelvloeistofpiel
zicht tussen het MAX en MIN
merkteken op het reservoir bevindt. Zie
Motorkoelvloeistof controleren
(bladzijde 137).
• De aanjager van de programmeerbare
standverwarming wordt ingeschakeld
zodra de koelvloeistof een bepaalde
temperatuur heeft bereikt. In deze
stand heeft de omgevingstemperatuur
gaan invloed.
• Wij continu gebruik van de
standverwarming, registreert deze de
omgevingstemperatuur. Wanneer deze
hoger is dan 5 °C wordt de
programmeerbare standverwarming
niet ingeschakeld.
De programmeerbare standverwarming
werkt onafhankelijk van de verwarming
van de auto door het koelvloeistofcircuit
van de motor te verwarmen. Hij wordt door
de brandstoftank van energie voorzien. U
kunt het systeem ook tijdens het rijden
gebruiken om het interieur sneller te laten
opwarmen.
Het is mogelijk dat bij ingeschakelde
programmeerbare standverwarming er
uitlaatgassen onder de zijkanten van de
auto vrijkomen. Dit is normaal.
Werkingsprincipe
Voor ingebruikneming
LET OP
Wanneer de aanjagerschakelaar in
een andere stand dan stand één
wordt gezet, heeft dit een kortere
levensduur van de accu of zelfs een lege
accu tot gevolg.
Voordat de verwarming wordt
ingeschakeld of geprogrammeerd moeten
de volgende instellingen worden
voorbereid:
• Zet de temperatuurregelknop van het
standaard verwarmingssysteem op
maximum.
• Zet de aanjagerschakelaar in stand 1.
• Schakel voor het afzetten van het
contact de recirculatiestand in. Wacht
minimaal vijf seconden met het sluiten
van de luchtroosters van het
ventilatiesysteem.
• Zet alle luchtroosters in de cabine
open.
Instellen van de tijd