UitA
PortiercontactB
AanC
Wanneer u de schakelaar in stand B zet,
gaat de interieurverlichting branden
wanneer u een deur of de achterklep
ontgrendelt of opent. Wanneer u een deur
openlaat, gaat het korte tijd later
automatisch uit om te voorkomen dat de
accu leegraakt. Zet het contact korte tijd
aan om de verlichting weer in te schakelen.
De interieurverlichting gaat ook branden
wanneer u het contact afzet. Het gaat
korte tijd later automatisch uit of wanneer
u de motor start of opnieuw start.
Wanneer u de schakelaar in stand C zet,
gaat de interieurverlichting branden. Het
gaat korte tijd later automatisch uit om te
voorkomen dat de accu leegraakt. Zet het
contact korte tijd aan om de verlichting
weer in te schakelen.
Leeslampen
Wanneer u het contact afzet, gaan de
leeslampen korte tijd later automatisch uit
om te voorkomen dat de accu leegraakt.
Zet het contact kort aan om het weer in te
schakelen.
TREDEVERLICHTING
De tredeverlichting wordt automatisch in-
en uitgeschakeld wanneer u de deuren
opent en sluit. Wanneer u de deuren met
de afstandsbediening ontgrendelt gaat de
tredeverlichting branden. Het gaat korte
tijd later automatisch uit.
GLOEILAMPEN VERVANGEN
WAARSCHUWINGEN
Schakel de verlichting uit en zet het
contact af.
Laat de gloeilamp afkoelen voordat
u deze verwijdert.
LET OP
Raak het glas van de gloeilamp niet
aan.
Breng alleen gloeilampen met het
juiste vermogen aan. Zie
Gloeilampentabel (bladzijde 48).
39
Verlichting