brandt.
Kraan dicht.
Watertoevoer onderbroken.
Watertoevoerslang geknikt.
Zeef aan de kraan verstopt.
Apparaat uitschakelen en de
stekker uit het stopcontact
trekken.
Kraan dichtdraaien.
Zeef in de toevoerslang
schoonmaken.
Stroom weer inschakelen.
Kraan opendraaien.
Apparaat inschakelen.
Na afloop van het programma
blijft er water in het apparaat
staan.
Waterafvoerslang verstopt
of geknikt.
Waterafvoerpomp
geblokkeerd, afdekking van
de waterafvoerpomp niet
vastgeklikt (zie Schoonmaken
en onderhoud).
Zeven verstopt.
Programma nog niet
beëindigd. Einde van het
programma afwachten of
functie „Reset” activeren.
Indicatie „Watertoevoer
controleren”
knippert snel.
Water in veiligheidssysteem.
Apparaat uitschakelen en de
stekker uit het stopcontact
trekken.
Kraan dichtdraaien.
Inschakelen van de Service-
dienst.
Bijvulindicatie voor zout
brandt niet.
Bijvulindicatie(s) uitgeschakeld.
Voldoende zout/glansspoelmiddel
aanwezig.
... bij de afwas
Abnormale schuimvorming
Handafwasmiddel in het reservoir
voor glansspoelmiddel.
Gemorst glansspoelmiddel leidt
tot overmatige schuimvorming.
Daarom moet u het gemorste
glansspoelmiddel met een doekje
verwijderen.
Het programma stopt tijdens
de afwas.
Stroomtoevoer onderbroken.
Watertoevoer onderbroken.
Klappende/kletterende geluiden
tijdens de afwas.
De sproeiarm slaat tegen het
serviesgoed.
Het serviesgoed is niet goed
ingeruimd.
Klappende geluiden van
de vulventielen.
Wordt veroorzaakt door de ligging
van de waterleiding maar heeft
geen invloed op het functioneren
van het apparaat. Deze geluiden
kunnen niet verholpen worden.