MONTAGE
7
■ Cardankoppelingen aanbrengen op de
kraanstiften van de kookplaat. Koppeling
ca. 10 mm over de stift schuiven en
vastschroeven (zie fig. 6).
■ Kookplaat inbouwen, montageklemmen
vastschroeven. Bij een dun aanrechtblad
vulblokjes toepassen.
■ De kookplaat op de gasleiding aansluiten
en testen op gasdichtheid.
■ Stekker van de kookplaat (indien aanwezig)
in de wandcontactdoos steken.
■ Nadat u de ovenstekker in de wandcontact-
doos hebt gestoken, kunt u de oven voor 2/3
in de kast schuiven. Let op met de
cardankoppelingen; deze even optillen.
■ Schuif de oven verder de kast in, zodat u de
cardankoppelingen aan het
bedieningspaneel kunt monteren. Let
hierbij op de nulstand positie.
■ Vonkontstekingsschakelaar monteren:
– Afdichtstopje uit het bedieningspaneel
verwijderen.
– Schakelaar aan de beugel monteren.
– Beugel met schakelaar aan het
bedieningspaneel schroeven.
■ Schuif de oven nu geheel de kast in en
schroef hem vast. Bedieningsknoppen
aanbrengen.
■ Pandragers en branderdeksels weer op de
gaskookplaat plaatsen.
■ Controleer na installatie van het toestel of de
branders goed werken; het vlambeeld moet
regelmatig en stabiel zijn in volstand, terwijl
de branders niet mogen uitgaan in kleinstand.