4
INSTALLATIE/MONTAGE
Installatie
Algemeen
Dit toestel mag alleen door een erkend gas-
technisch installateur aangesloten worden.
Let op:
Dit toestel wordt niet aangesloten op een
rookgas-afvoerkanaal. Zorg dus voor
voldoende ventilatie.
Elektrische aansluiting (alleen voor toestellen
met vonkontsteking)
230 V - 50 Hz.
■ De elektrische aansluiting moet voldoen aan
de nationale en lokale voorschriften. Voor
Nederland is dit onder andere NEN 1010.
■ Stopcontact en stekker moeten te allen
tijde bereikbaar blijven.
Gasaansluiting RC 3/8˝ (ISO 7/1-RC 3/8)
■ De gasaansluiting moet voldoen aan de
nationale en lokale voorschriften. Voor
Nederland zijn dit onder andere de GAVO-
voorschriften (NEN 1078).
Deze bepalen onder andere dat:
– uitsluitend goedgekeurde materialen
gebruikt mogen worden.
Let op:
De gassoort en het land waarvoor het toestel is
ingericht staan vermeld op het gegevensplaatje.
■ Wij adviseren de kookplaat aan te sluiten
met een vaste leiding. Aansluiting door
middel van een speciaal daarvoor
bestemde veiligheidsslang is ook
toegestaan. In alle gevallen moet er voor
het toestel een aansluitkraan geplaatst
worden op een makkelijk bereikbare plaats,
bijvoorbeeld in het naastgelegen
keukenkastje.
Let op:
Een veiligheidsslang mag niet worden geknikt
en niet in aanraking komen met hete delen van
de inbouwoven of bewegende delen van het
keukenmeubel, bijvoorbeeld een lade.
■ Alvorens het toestel in gebruik te nemen de
aansluitingen met zeepsop controleren op
gasdichtheid.
Montage gasinbouwkookplaten
Let op:
Plaats een kookplaat niet naast een hoge kast
of wand van brandbaar materiaal. (Indien niet
anders mogelijk, houdt dan een minimale
afstand van 40 mm tussen buitenkant
kookplaat en deze wand. Houd ook een
afstand van minimaal 65 cm aan tussen de
kookplaat en een eventueel te plaatsen
afzuigkap.)
■ Met behulp van het sjabloon kunt u de
uitzaagmaat (490x560 mm) aftekenen op het
aanrechtblad (zie fig. 3).