VEILIGHEID/BEDIENING
2
3
VEILIGHEID
Vóór het eerste gebruik
■ Dit toestel mag alleen door een erkend
gas-technisch installateur aangesloten
worden.
■ Gebruik het toestel alleen indien het op de
juiste wijze is ingebouwd. Bij een verkeerd
geïnstalleerd toestel vervalt bij schade de
aanspraak op garantie.
■ Bij reparatie of schoonmaakbeurten moet
het toestel afgesloten worden van stroom
en gas. Neem de stekker uit de
contactdoos of draai de schakelaar in de
meterkast op nul. Draai de gaskraan in de
toevoerleiding dicht.
■ Wees voorzichtig wanneer u boven het
kookvlak aardewerken, glazen of metalen
voorwerpen hanteert. Een vallend
kruidenpotje kan bijvoorbeeld een barst
doen ontstaan.
■ Wanneer een barst in het kookvlak
zichtbaar wordt, moet u het toestel
spanningsloos maken. Gebruik het toestel
niet meer en neem contact op met de
servicedienst.
■ Dit kooktoestel is ontworpen voor
huishoudelijk gebruik. Gebruik het alleen
voor het bereiden van gerechten.
■ Bij koken en braden wordt de kookplaat
heet. Let op als er kinderen in de buurt zijn.
■ Gebruik het kookvlak niet als opslagplaats.
■ Vet en olie zijn bij oververhitting
ontvlambaar. Blijf in de buurt tijdens het
bereiden van gerechten.
■ Gebruik het toestel niet voor het
verwarmen van de keuken. Er ontstaat dan
een vochtige atmosfeer.
■ Bij het gebruik van gas-kookapparatuur
ontstaat warmte en vocht in de ruimte
waar het toestel is geplaatst. Let op dat de
ruimte voldoende is geventileerd: houd
natuurlijke ventilatie-openingen open. Bij
langdurig gebruik van de kookplaat kan
extra ventilatie noodzakelijk zijn,
bijvoorbeeld een open raam.
■ De branders mogen niet zonder pannen
worden gebruikt. Nooit aluminium of
kunststof bakjes direct op een brander
leggen.
■ Wees voorzichtig met snoeren van
elektrische apparaten, zoals van een mixer.
Deze mogen niet terecht komen op hete
branders.
■ De onderkant van de inbouwkookplaat
wordt heet. Let erop, dat u geen brandbare
of kunststof voorwerpen in de eventueel
onder het toestel aanwezige lade legt.
■ Controleer voor het installeren van het
toestel of de gassoort en gasdruk van de
gasbron overeenkomt met het typeplaatje.
Waar u op moet letten
Inbranden email
■ De pandrager wordt door de kookbrander
zeer sterk verhit, waardoor na verloop van
tijd het email op de dragerpunt kan
inbranden. Dit is niet te voorkomen en valt
dan ook niet onder de garantie.
Branderdoppen
■ Controleer regelmatig of de branderdoppen
juist op de branderkelken liggen; onjuiste
positionering kan slechte ontsteking,
ongunstige verbranding of beschadiging
van de doppen tot gevolg hebben.
Wokbrander
■ De wokbrander is bij uitstek geschikt voor
het "wokken" en het braden en bakken van
vlees. Daarnaast kunt u op deze brander
grote hoeveelheden koken of blancheren.
■ Voor het sudderen of bereiden van sausen
is de wokbrander minder geschikt,
vanwege het hoge vermogen van de
brander.
Ontsteking
Draai de bedieningsknop naar de gewenste
positie tussen vol-open en de kleinstand. Druk
de bedieningsknop in. De brander ontsteekt.
■ Ontsteekt de brander niet, controleer dan:
– of de dop goed op de brander ligt;
– of de brander droog en schoon is.
Pannen
De aanbevolen pandiameters zijn:
sterkbrander . . . . . . . . . . . . . . minimaal 24 cm.
normaalbrander . . . . . . . . . . . minimaal 20 cm.
sudderbrander . . . . . . . . . . . . minimaal 12 cm.
wokbrander . . . . . . . . . . . minimaal 24 - 26 cm.
Fout:
Er ontsnapt veel
warmte langs de pan.
Goed:
De warmte wordt
gelijkmatig over de
panbodem verdeeld.
Tip
Kook met een deksel op de pan en u bespaart
tot 50% energie.
Schone pannen nemen beter warmte op.
fig. 2
fig. 3