1514
comfortabel koken
Gebruik een iets lagere stand voor:
■ aanbraden van vlees;
■ bakken van platvis, dunne moten of filet;
■ bakken van gare aardappelen;
■ bereiden van glad gebonden soepen en sauzen;
■ bakken van omeletten;
■ bakken van biefstuk (medium, rozerood);
■ frituren (afhankelijk van de temperatuur en de hoeveelheid).
Gebruik een stand iets boven de middelste stand voor:
■ bakken van dikke pannenkoeken;
■ bakken van dik, gepaneerd vlees;
■ gaar bakken van dun vlees;
■ doorbraden van groot vlees;
■ uitbakken van spek of bacon;
■ bakken van rauwe aardappelen;
■ bakken van wentelteefjes;
■ bakken van gepaneerde vis;
■ bakken van dun, gepaneerd vlees;
■ bakken van omeletten.
Gebruik de middelste standen voor:
■ doorkoken van grote hoeveelheden;
■ ontdooien van harde groenten, bijvoorbeeld sperziebonen.
Gebruik de laagste standen voor:
■ trekken van bouillon;
■ rood koken van stoofperen;
■ bereiden van stoofvlees;
■ doorkoken van gerechten;
■ smoren van groenten.
comfortabel koken
■ Kook altijd met het deksel op de pan om energieverlies te voorkomen.
■ Schuif de panbodem over een licht vochtige doek, voordat u de pan op de
kookzone zet. Dit voorkomt dat er vuil op het kookvlak terechtkomt.
■ De kookzone kan 5 tot 10 minuten voordat de kooktijd is verstreken, uit
worden geschakeld. Het gerecht gaart dan na op de restwarmte, mits u het
deksel op de pan houdt.
Kooktabel
De onderstaande tabel is uitsluitend bedoeld als leidraad, omdat de
instelwaarde afhankelijk is van de hoeveelheid en samenstelling van het gerecht
en de pan.
Gebruik de hoogste stand voor:
■ snel aan de kook brengen;
■ slinken van bladgroenten;
■ blancheren van groenten;
■ verhitten van olie, vet en boter;
■ bakken van biefstuk (saignant, rood);
■ onder druk brengen van een snelkookpan;
■ koken van glad gebonden pudding en vla.