518745
6
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/16
Next page
PN. 250127 REV. 00 (06/07)
Husqvarna Outdoor Products Italia S.p.A.
Via Como 72 - 23868 Valmadrera (LC) - ITALY
Tel. + 39 0341 203111 - Fax +39 0341 581671
250127_cop 18-06-2007 10:14 Pagina 1
G
G7
G9
G10
G8
1
3
4
6
5
2
1
2
1
2
3
H
I
I1
I2
I3
1
2
3
4
5
6
T
I
L
I4
L1
I5
I6
B
A
L
L2
1
2
3
4
5
6
S
T
O
P
STOP
M1
M
M2
M3
M4
L
K
2
1
2
3
1
2
3
3
2
1
4
1
2
3
1
L3
L4
L
250127_int_fisarmonica 26-07-2007 17:38 Pagina 1
A
7
15
17
22
25
11
10
8
12
16
20
21
23
24
4
18
9
19
6
1
2
3
14
13
5
C
B
C1
B
D
B
C
B
A
C2
C3
C4
C5
C6
D
STOP
C
A
B
FE
S
T
O
P
S
T
O
P
-
+
C
D
L
G
G1
G3
G4
G5
G6
G2
1
A
B
1
A
B
1
A
B
1
2
3
4
250127_int_fisarmonica 26-07-2007 17:38 Pagina 2
NEDERLANDS - 1
Voorbeeld-etiket
LEGENDA:
1) Gewaarborgd geluidsvermogensniveau volgens de richtlijn 2000/14/EC
2) Naam en adres van de fabrikant
3) Bouwjaar (laatste twee cijfers; bijv. 03=2003)
4) Productcode
5) Serienummer
6) Model/type
7) CE-markering
1. CILINDERDEKSEL
2. VOORSTE HANDGREEP
3. KETTINGREM MET TERUGSLAGBESCHERMING
4. START
5. RESERVOIR KETTINGOLIE
6. STARTHANDGREEP
7. REGELSCHROEVEN, CARBURATEUR
8. CHOKE
9. ACHTERSTE HANDGREEP
10. STOPSCHAKELAAR
11. BRANDSTOFTANK
12. GELUIDDEMPER
13. KETTING
14. BLAD
15. HARPOEN
16. KETTINGVANGBOUT
17. BESCHERMKAP KOPPELING
18. GASHENDEL
19. GASHENDELBLOKKERING
20. BOUT KETTINGSPANNER
21. BLADBESCHERMER
22. ACHTERSTE BESCHERMING VAN RECHTERHAND
23. SLEUTEL
24. HANDLEIDING
25. VALVE DECOMPRESSION
A. Algemene beschrijving
NEDERLANDS - 2
WAARSCHUWING!
Gebruik de apparatuur op de juiste wijze om ongevallen te voorkomen.
Houd u aan de waarschuwingen en instructies voor een veilig en
efficiënt gebruik van dit product. De gebruiker dient de aanwijzingen en
instructies in deze bij het product geleverde gebruiksaanwijzing op te
volgen.
Veiligheidsinstructies
Betekenis van de symbolen
Gebruiksaanwijzing
aandachtig lezen
Veiligheidsuitrusting:
Goedgekeurde helm, gehoorbe
scherming en veiligheidsbril of vizier
Goedgekeurde
veiligheidshandschoenen
Goedgekeurde veiligheidslaarzen
Rem uitgeschakeld, ingeschakeld
Niet roken tijdens bijvullen en gebruik
Waarschuwing
Olie/benzinemengsel
Altijd met twee handen gebruiken
Gevaar voor terugslag
Choke
Controle en/of onderhoud moeten
bij uitgeschakelde motor, met de
stopknop in de stand STOP worden
uitgevoerd
Correcte richting van de kettingschakels
Stop
Kettingolie
NEDERLANDS - 3
B. Algemene veiligheidsvoorschriften
ATTENTIE! De motorzaag is uitsluitend bestemd voor het zagen van hout.
Het motorgedeelte is uitsluitend bestemd voor gebruik in combinatie met de
aanbevolen zaaguitrusting.
ATTENTIE! De motorzaag kan gevaarlijk zijn. Oneigenlijk gebruik van het
werktuig kan ook dodelijke verwonding van gebruiker of derden veroorzaken.
Lees alvorens de machine te gebruiken aandachtig de complete handleiding
door en wees er zeker van dat u de inhoud volledig begrepen hebt.
1. Gebruik deze machine niet indien u moe bent, onder de
invloed van geneesmiddelen, drugs of alcohol bent of in
elke andere gewijzigde psychisch-fysieke toestand die
een afname kan veroorzaken van gezichtsvermogen, bek-
waamheid en het vermogen om met een potentieel
gevaarlijke machine te werken enz.
2. Draag altijd gehomologeerde kleding en bescherming-
smiddelen:
• nauwsluitende kleding met snijbescherming;
veiligheidslaarzen met snijbescherming, stalen neus en
antislipzolen;
• werkhandschoenen met snijbescherming;
• veiligheidsbril of -masker;
• beschermende oorkleppen;
• helm om u te beschermen tegen vallende voorwerpen of
uitstekende delen van bomen.
3. Draag geen sjaals, armbanden of voorwerpen die in de
machine verstrikt kunnen raken of door de ketting mee-
gesleept kunnen worden.
4. De motorzaag mag uitsluitend gebruikt worden door vol-
wassenen die op de juiste wijze geïnstrueerd zijn.
5. Leen de machine uitsluitend uit aan ervaren personen die
het correcte gebruik van de machine kennen. Geef samen
met de machine ook deze handleiding en controleer of
deze goed wordt doorgelezen en volledig begrepen is.
6. Langdurig gebruik van de motorzaag of van andere werk-
tuigen stellen de gebruiker bloot aan trillingen die het "Het
verschijnsel van witte vingers" (fenomeen van Raynaud)
kunnen veroorzaken. Dit kan de gevoeligheid van de han-
den in het onderscheiden van verschillende temperaturen
verminderen en een algemene gevoelloosheid veroorza-
ken. De gebruiker moet dan ook aandachtig de toestand
van zijn handen en vingers controleren als het product
voortdurend of regelmatig gebruikt wordt. Als een van
bovenstaande symptomen mocht optreden, moet onmid-
dellijk een arts geraadpleegd worden.
7. Om optimale veiligheid en een lange levensduur van het
product te garanderen, dienen uitsluitend originele acces-
soires en reserveonderdelen gebruikt te worden. Wij advi-
seren om regelmatig uw motorzaag te laten controleren
en, indien nodig, te laten repareren bij een erkend servi-
cecentrum (zie hoofdstuk onderhoud).
8. Houd mensen en dieren ver verwijderd van de werkplek,
op een minimumafstand van 10 meter of 2 maal de leng-
te van de stam. Gebruik indien nodig waarschuwingsbor-
den om eventueel aanwezige personen op een veiligheid-
safstand te houden. Controleer of het werkgebied schoon
en vrij van voorwerpen is. Controleer het werkgebied op
eventuele gevaarzettende situaties zoals: wegen, paden,
stroomkabels, bomen in gevaarlijke posities, enz.
9. Besteed altijd aandacht aan de omliggende omgeving en
wees bedacht op mogelijke gevaren die misschien niet
gehoord worden wegens het geluid van de motorzaag.
10.Gebruik de motorzaag nooit voor het zagen op een hoog-
te boven de schouders.
11.Pak tijdens het werk de motorzaag stevig vast en altijd met
beide handen. Met de rechterhand pakt u de achterste
handgreep en met de linkerhand de voorste handgreep
beet. Werk altijd met stevig geplaatste benen.
12.Controleer of u de motor in geval van noodzaak weet uit
te schakelen.
13.Werk niet op bomen als u niet specifiek bent geïnstrueerd
en uitgerust (riemen, touwen, veiligheidshaken, enz.) voor
dit type werk.
14.Gebruik nooit een beschadigde of defecte of niet correct
gemonteerde motorzaag.
15.Gebruik nooit een motorzaag die dusdanige wijzigingen
heeft ondergaan dat hij niet meer aan de oorspronkelijke
specificaties voldoet.
16.De uitlaatgassen zijn giftig. Gebruik de motorzaag uitslui-
tend in goed geventileerde ruimten. Gebruik de motor-
zaag niet in gesloten ruimten of in omgevingen met explo-
sie- of brandgevaar.
17.Vervoer de motorzaag nooit terwijl de motor werkt. Dek, in
geval van transport, ook over korte afstanden, de ketting
af met de bladbeschermer en houd het blad naar achteren
gericht. Als de motorzaag in een voertuig wordt vervoerd,
moet hij in een stabiele positie worden geplaatst om
omkantelen en daarmee brandstofverlies te voorkomen.
18.Raak nooit de ketting aan terwijl de motor is ingeschakeld
en wees ook bij afgezette motor uiterst voorzichtig, aan-
gezien de tanden van de motorzaag verwondingen kun-
nen veroorzaken.
19.Houd de handgrepen schoon en droog.
20.Gebruik de motorzaag niet als de stopinrichting van de
ketting (kettingrem) defect is. Raak de ketting nooit aan,
ook als hij stil staat, terwijl de motor in werking is.
21.Controleer of er iemand in de buurt is die u kan horen in
het geval dat een ongeluk optreedt. Wij adviseren tevens
degenen die in afgelegen gebieden werken, om altijd een
EHBO-doos bij de hand te hebben en anderen van hun
positie op de hoogte te stellen.
22.Werk altijd met een brandblusapparaat in de onmiddellijke
nabijheid om in te kunnen grijpen in het geval dat brand
optreedt.
NEDERLANDS - 4
23.Werkt niet onder ongunstige weersomstandigheden
(regen, wind, mist, enz.). Werken bij slecht weer is dikwijls
vermoeiend en brengt risicosituaties met zich mee, zoals
bijvoorbeeld glibberige grond. Sterke wind kan de valrich-
ting van de boom veranderen en schade aan personen of
zaken veroorzaken.
24.Laat de motor nooit aan terwijl de machine onbeheerd
wordt achtergelaten.
25.De geluiddemper blijft ook nadat de motor is afgezet zeer
heet; raak hem niet aan zolang hij heet is.
26.Bewaar deze handleiding zorgvuldig en raadpleeg hem
vóór elk gebruik.
Uw motorzaag is met de volgende veiligheidsvoorzieningen
uitgerust:
C1. KETTINGREM MET TERUGSLAGBESCHERMING
ATTENTIE! Uw motorzaag is voorzien van een
veiligheidskettingrem die de ketting, in geval
van terugslag, in enkele milliseconden stopt.
Ondanks de aanwezigheid van deze nuttige vei-
ligheidsvoorziening, is het van fundamenteel
belang dat men zich voor een veilig gebruik aan
de veiligheidsvoorschriften beschreven in deze
handleiding houdt. Om terugslag te voorkomen
en het optreden ervan te verminderen, dient u
de motorzaag altijd stevig en met beide handen
beet te houden.
Wat is terugslag?
1. Terugslag is een heftige beweging die het blad naar de
gebruiker doet steigeren, wanneer dit een voorwerp met
het bovenste gedeelte van de punt treft, de zone van “risi-
co” op terugslag. Deze beweging kan u de controle over de
motorzaag doen verliezen.
2. De terugslag treedt altijd langs het zaagvlak van het blad
op. Gewoonlijk treedt de terugslag op met een onverwach-
te beweging omhoog, maar er kunnen ook andere situaties
optreden, afhankelijk van de positie van de motorzaag tij-
dens het zagen.
3. De terugslag treedt op wanneer de “risicozone” van het
blad op een voorwerp stoot.
ATTENTIE! Werk voorzichtig en zorg ervoor dat
de “risicozone” nooit in contact met enig voor-
werp komt.
Dagelijks uit te voeren controle van de correcte werking
van de kettingrem:
4. De kettingrem (A) wordt uitgeschakeld wanneer de hendel
van de rem (B) naar achteren is getrokken en geblokkeer
is. (De ketting beweegt).
5. De kettingrem (A) is ingeschakeld wanneer de hendel van
de rem (B) naar voren is geduwd (de ketting is geblokke-
rd). De beweging activeert namelijk een veermechanisme
dat inwerkt op de band van de rem (C) die op zijn beurt het
tractiesysteem van de ketting (D) vergrendelt.
ATTENTIE! Als voor het inschakelen of uitscha-
kelen van de rem overmatige kracht benodigd
is of de hendel in geen van beide posities bewo-
gen kan worden, MAG DE MACHINE OM GEEN
ENKELE REDEN GEBRUIKT WORDEN! Breng
hem onmiddellijk naar een erkend servicecen-
trum.
Controleer altijd de werking van de rem alvorens de machine
te gebruiken ( Zie de procedure beschreven in het hoofdstuk
onderhoud)
De kettingrem beperkt het risico op ongevallen, maar het is
uitsluitend de oplettendheid van de gebruiker die ongevallen
voorkomen kan.
De terugslagbescherming dient niet alleen om de kettingrem
te activeren: hij brengt tevens het risico dat de hand in con-
tact met de ketting komt wanneer men greep op de hand-
greep verliest, tot een minimum terug.
Terugslag kan optreden wanneer het uiteinde van het blad in
contact komt met hout of een ander solide voorwerp. Begin
dus nooit te zagen met het kettinggedeelte aan dit uiteinde.
ATTENTIE! De kettingrem verschaft geen totale
bescherming als de machine zonder de beno-
digde voorzorgsmaatregelen en de vereiste
onderhoudswerkzaamheden wordt gebruikt.
ATTENTIE! Haal het mechanisme van de ket-
tingrem niet uit elkaar. In geval van slechte wer-
king of vervanging van een onderdeel dient u
zich uitsluitend tot een erkend servicecentrum
te wenden.
De kettingrem schakelt zich automatisch in door massatraag-
heid, in geval van heftige terugslag.
In geval van minder heftige bewegingen, wordt de kettingrem
door de linkerhand bediend. Hij kan bovendien handmatig wor-
den ingeschakeld door de remhendel naar voren te bewegen.
Als de kettingrem heeft ingegrepen, moet hij alvorens met
werken wordt gestart, weer geactiveerd (ricaricato?) worden
door de terugslagbescherming terug te brengen naar de vo-
rste handgreep.
ATTENTIE! Ontgrendel de rem altijd vóór elke
start om breuk te voorkomen
Gebruik de kettingrem tijdens elke verplaatsing als parkeerrem.
C. Veiligheidsvoorzieningen
ATTENTIE! Gebruik de motorzaag nooit als de veiligheidsvoorzieningen defect
of beschadigd zijn. Volg de aanwijzingen voor controle, onderhoud en gebruik.
NEDERLANDS - 5
C2. GASHENDELBLOKKERING
De gashendelblokkering verhindert dat onopzettelijk gas
wordt gegeven. Wanneer de gashendelblokkering (A) op de
handgreep wordt bediend (terwijl men de motorzaag in han-
den heeft) wordt de gashendel (B) vrijgegeven. Bij het losla-
ten van de handgreep, worden de gashendel en de gashen-
delblokkering in hun ruststand vergrendeld. Dit mechanisme
wordt bediend door twee onafhankelijke terugstelveren. In
deze positie draait de motor met het stationaire toerental.
ATTENTIE! Gebruik nooit de motorzaag met de
gashendelblokkering die ingedrukt wordt
gehouden door plakband, koord of een ander
middel.
C3. KETTINGVANGBOUT
Deze machine is voorzien van een kettingvangbout die gesi-
tueerd is onder het rondsel. Dit mechanisme is bedoeld om
de terugslingerbeweging van de ketting te stoppen indien de
ketting knapt of van het blad afloopt. Deze verschijnselen zijn
te voorkomen door de ketting correct te spannen (zie hoofd-
stuk “ D. Montage Blad en Ketting”) . Onderwerp blad en ket-
ting altijd aan het correcte onderhoud (zie hoofdstuk
“Onderhoud”).
ATTENTIE! Gebruik de motorzaag nooit zonder
de kettingvangbout.
C4. ACHTERSTE BESCHERMING VAN RECHTERHAND
Deze bescherming dient niet alleen ter bescherming van de
hand in geval van wegspringen of breuk van de ketting, maar
verzekert ook een veilige greep in aanwezigheid van takken
of twijgen.
C5. DEMPING VAN TRILLINGEN
De motorzaag is voorzien van een systeem dat de trillingen
dempt die tijdens het gebruik van de motorzaag worden
opgewekt.
Het anti-trilsysteem beperkt de overdracht van de trillingen
van motorgedeelte en zaaggedeelte naar de handgrepen.
Het motorlichaam inclusief het zaaggedeelte zijn van de
handgrepen geïsoleerd door middel van trillingdempers.
C6. STOPSCHAKELAAR
De stopschakelaar zet de motor af. Controleer of u de machi-
ne onder alle omstandigheden kunt uitschakelen.
D. Montage blad en ketting
ATTENTIE! Start nooit de motorzaag zonder dat de ketting is gemonteerd of afge-
steld. Draag beschermende handschoenen wanneer u de ketting monteert of
afstelt.
ATTENTIE! Onthoud altijd dat de harpoen gemonteerd moet zijn, welke onmi-
sbaar is tijdens het vellen van bomen
ATTENTIE! Een te slappe ketting kan makkelijk wegspringen en vormt dus een
gevaar omdat zwaar of dodelijk letsel het gevolg kan zijn.
1. Controleer of de kettingrem niet geactiveerd is, door de
terugslagbescherming naar de achterste handgreep te
trekken.
2. Draai de moeren van de beschermkap van de koppeling
los en verwijder de beschermkap (kettingrem). Monteer het
blad op de bevestigingsbouten door het zo ver mogelijk
naar achteren richting koppelinghuis te duwen.
3. Leg de ketting boven het koppelinghuis. Voer vervolgens
de ketting door de sleuf. Begin vanaf de bovenkant.
Controleer of de snijkant van de tanden naar voren is gericht,
op de bovenkant van het blad.
4. De spanning van de ketting wordt afgesteld met behulp van
een schroef (A) en een pen (B). Wanneer het blad wordt
gemonteerd, is het zeer belangrijk dat de pen op de regel-
schroef uitgelijnd wordt met het gat in het blad (C). Door de
schroef te verdraaien, verplaatst de regelpen zich hierlangs.
Zoek dus deze afstelling alvorens het blad te monteren.
5. Monteer de beschermkap van de koppeling (kettingrem)
en zoek de kettingspanner in zijn zitting op het blad. Plaats
de harpoen in zijn zitting op de beschermkap van de kop-
peling, ter hoogte van de 2 bevestigingspennen zoals
getoond in de figuur.
Controleer of de tractietanden van de ketting ingrijpen in
het aandrijfwiel en of de ketting correct in de sleuf is gepla-
tst. Draai met de hand de bevestigingsmoeren van het blad
vast.
6. Span de ketting met de hiervoor bestemde schroef en de
combinatiesleutel en draai de schroef rechtsom.
7. Til tegelijkertijd de punt van het blad op. De spanning is
correct wanneer de ketting in de sleuf rondom het blad blijft
zitten. Bovendien moet de ketting zonder moeite met de
hand gedraaid kunnen worden.
Draai de twee moeren stevig vast terwijl de punt van het blad
omhooggetild wordt. Gebruik altijd de combinatiesleutel voor
het monteren en spannen van de ketting.
Controleer dikwijls de spanning van een nieuwe ketting, na
afloop van de inloopperiode. Een correct gespannen ketting
staat borg voor betere zaagprestaties en een langere levens-
duur.
De lengte van de ketting neemt met het gebruik toe.
Controleer dikwijls de spanning van de ketting, het liefst elke
keer dat brandstof wordt bijgevuld.
NEDERLANDS - 6
BEREIDING VAN HET MENGSEL
1. Dit product is voorzien van een tweetaktmotor en moet dus
gevoed worden met een mengsel van loodvrije benzine
(met minimum octaangetal van 90) en volledig syntheti-
sche olie voor tweetaktmotoren, specifiek voor loodvrije
benzine, in de verhoudingen aangegeven in de tabel in
copertina punto (D). Gebruik absoluut geen olie voor vier-
taktmotoren.
Om het correcte mengselpercentage te verzekeren, moet
de hoeveelheid olie die met de benzine wordt gemengd
zorgvuldig worden afgemeten. Aangezien het om kleine
hoeveelheden gaat, kan ook een kleine fout in de verhou-
ding van de olie een grote invloed hebben op de samen-
stelling van het mengsel.
ATTENTIE! Controleer zorgvuldig de specifica-
ties van de olie op de verpakking; het gebruik
van oliën die niet de specificaties bezitten die in
deze handleiding zijn aangegeven, kan ernstige
schade aan de motor veroorzaken!
2. Bereid het mengsel in een schone jerrycan, goedgekeurd
voor benzine. Bereid het mengsel op een goed geventile-
rde plek zonder warmtebronnen of vonken.
Om het beste mengsel te verkrijgen, moet eerst de olie en
vervolgens de benzine in de jerrycan worden geschonken.
Mors geen benzine. Schud de jerrycan goed (schud elke
keer dat brandstof uit de jerrycan wordt genomen).
De kenmerken van het mengsel zijn onderhevig aan verou-
dering en veranderen dus met de tijd. Het wordt daarom
aanbevolen om uitsluitend de benodigde hoeveelheid meng-
sel te bereiden. Attentie: gebruik van een mengsel dat me-
rdere weken oud is, kan schade aan de motor veroorzaken.
VULLEN
ATTENTIE! De volgende maatregelen beperken
het risico op brand:
Zorg voor optimale ventilatie.
Rook niet en breng geen warmtebronnen of
vonken in de buurt van de brandstof.
Vul terwijl de motor is afgezet.
Open de dop van de tank voorzichtig, zodat
eventuele overdruk wordt geëlimineerd.
Verwijder de tankdop niet terwijl de motor is
ingeschakeld.
Sluit de dop stevig na het vullen.
Verplaats de motorzaag alvorens hem in wer-
king te stellen.
Vul op een goed geventileerde plek.
3. Plaats de motorzaag op een vlak en stevig oppervlak,
zodat hij niet kan omkantelen, met de doppen van de tan-
ken omhoog gericht.
Reinig zorgvuldig de zone rondom de vulpijp van de tank
alvorens de dop te verwijderen, om invoer van onreinheden
te voorkomen. Open de dop van de jerrycan voorzichtig.
Draai de tankdop los en vul met de benodigde hoeveelheid
met behulp van een trechter. Mors geen brandstof. Zodra
de tank is gevuld, moet de dop stevig vastgedraaid worden.
ATTENTIE! Als brandstof wordt gemorst, moet
de motorzaag zorgvuldig afgedroogd worden.
Als u brandstof op uw kleding hebt gemorst,
moet u onmiddellijk andere kleding aantrekken.
Voorkom contact met de huid of met de ogen.
ATTENTIE! De geluiddemper is erg warm tij-
dens het gebruik en meteen na het afzetten van
de motor. Dit geldt ook voor de motor op het
stationaire toerental. Schenk bijzondere aan-
dacht aan brandgevaar, vooral in aanwezigheid
van ontvlambare materialen of gassen.
Controleer altijd of er geen brandstoflekken aanwezig zijn.
BEWAREN VAN DE BRANDSTOF
Benzine is bijzonder brandbaar. Bewaar de brandstof in een
koele en goed geventileerde omgeving, in een recipiënt die
voor dat doel is bestemd. Sla de motorzaag nooit op terwijl er
nog brandstof in de tank aanwezig is, in slecht geventileerde
omgevingen, waar de door de benzine geproduceerde dam-
pen zich kunnen verspreiden en vuur, kaarsen, vlammen van
branders of verwarmingsketels, schakelaars, elektrische
machines, boilers, drogers enz. kunnen bereiken. De gassen
die uit de brandstoffen vrijkomen kunnen een explosie of
brand veroorzaken. Bewaar nooit overmatige hoeveelheden
brandstof.
SMERING VAN DE MOTORZAAG
ATTENTIE! Smering van de motorzaag.
Onvoldoende smering van de motorzaag vero-
rzaakt breuk van de ketting met ernstig risico
op (dodelijk) letsel.
De smering van de ketting wordt verzekerd door een auto-
matische pomp.
De oliepomp kan naar behoefte afgeregeld worden.
De opbrengst van de oliepomp kan beinvloed worden door
het verdraaien van schroef (zie adbeelding).
E. Motormengsel en kettingolie
ATTENTIE! De motorzaag is voorzien van een tweetaktmotor. Gebruik uitsluitend
een olie-/benzinemengsel. Gebruik geen andere brandstofsoorten behalve de
brandstof die in deze handleiding wordt aanbevolen. Tijdens alle handelingen
waarbij men met brandstof in contact komt, is het volstrekt verboden om te roken!
Alle werkzaamheden voor onderhoud, montage, demontage en tanken moeten
worden uitgevoerd met de machine op een vlakke en stevige ondergrond, in een
stabiele positie zodat hij niet kan kantelen, met uitgeschakelde motor, de scha-
kelaar op O/STOP, en stilstaand snijgereedschap. Draag geschikte veiligheids-
handschoenen.
NEDERLANDS - 7
Kettingolie
Men adviseert om nieuwe olie (van speciaal type) met een
goede viscositeit te gebruiken. De kettingolie moet goed aan
de ketting hechten en zowel in de winter als de zomer voor
een goede loop van de ketting zorgen.
Mocht geen kettingolie beschikbaar zijn, dan kan olie voor
transmissies EP 90 gebruikt worden. Gebruikt nooit uitge-
werkte oliën. Deze oliën zijn schadelijk voor u, de motorzaag
en het milieu. Het is belangrijk dat de juiste olie voor de tem-
peratuur van de lucht wordt gebruikt (correcte viscositeit). Bij
temperaturen onder 0°C worden sommige oliën taaier,
waardoor de pomp overbelast en dientengevolge beschadigd
wordt. Neem voor de keuze van de olie contact op met een
servicewerkplaats.
Vullen van de kettingolie
4. Schroef de dop van het oliereservoir van de ketting los. Vul
het reservoir zonder olie uit te laten stromen; als dat mocht
gebeuren, moet de motorzaag zorgvuldig gereinigd wor-
den. Sluit de dop goed en controleer of er geen lekken zijn.
Vul tijdens elke tankbeurt bij.
ATTENTIE! In geval van langdurige opslag moe-
ten de brandstoftank en het kettingoliereservoir
geleegd en gereinigd worden. Neem contact op
met het dichtstbijzijnde tankstation voor het
verwerken van de overtollige brandstof en olie.
STAREN BIJ KOUDE MOTOR
ATTENTIE! Schenk tijdens het starten maxima-
le aandacht aan de beweging van de ketting.
ATTENTIE!
Wikkel het startkoord nooit om de hand.
Laat nooit de starthandgreep met het volledig
uitgetrokken startkoord plotseling los, aange-
zien dat de motorzaag kan beschadigen.
Begeleid de handgreep naar zijn rustpositie.
1. Controleer of de kettingrem is uitgeschakeld door de hen-
del (L) naar de voorste handgreep te trekken. Breng de
stopschakelaar in de positie tegenover de STOP positie.
Trek aan de chokehendel. Druk een aantal malen op de
rubberen balg van de brandstofpomp totdat er brandstof in
de balg komt (C). De balg hoeft niet helemaal gevuld te
worden. Druk de decompressieklep (D) (indien uw model
hiermee is uitgerust) naar beneden.
2. Grijp de voorste handgreep stevig met de linkerhand beet.
Zet een voet op de onderkant van de achterste handgreep.
Trek langzaam aan het koord zodat de startinrichting
ingrijpt. Geef vervolgens een krachtige en snelle ruk en
trek hierbij niet de kabel volledig uit, die zou kunnen bre-
ken, en laat de starthandgreep niet plotseling los.
Herhaal deze handeling totdat de motor begint aan te slaan.
3. Duw de hendel van de choke in de oorspronkelijke stand
en geef enkele krachtige rukken totdat de motor is gestart.
4. Bedien, bij gestarte motor, de gashendel en laat hem
onmiddellijk los zodat hij uit de startpositie wordt ontgrendeld.
Laat de motor niet langer dan 10 seconden opwarmen; zo
verkrijgt men de juiste voorverwarming voor betere zaag-
prestaties.
Herhaal, indien de motor niet start, zorgvuldig alle hande-
lingen.
Om startmoeilijkheden te voorkomen, moet men ervoor zor-
gen dat het brandstofmengsel in de tank nooit opraakt; dit
zal de motor beschermen.
STARTEN BIJ WARME MOTOR
5. Ga net zoals bij koude motor te werk, maar zonder de cho-
kehendel te bedienen. Het gas voor het opnieuw starten
wordt verkregen door aan de chokehendel te trekken en
deze vervolgens weer in de oorspronkelijke stand te bren-
gen.
STARTEN BIJ WARME MOTOR NA TANKBEURT
Indien de brandstoftank volledig leeg was, moet na het tan-
ken de motor gestart worden volgens de aanwijzingen voor
het starten bij koude motor.
STOPPEN
6. De motor stopt onmiddellijk wanneer de schakelaar wordt
bediend.
(In de positie “Stop”, naar rechts).
ATTENTIE! Met deze schakelaar wordt de nood-
stop van de motorzaag verkregen.
ATTENTIE! Onthoud dat de ketting, ook na het
stoppen van de motor, door massatraagheid
blijft voortbewegen.
F. Starten en stoppen
ATTENTIE!
Start nooit de motorzaag zonder de ketting en de beschermkap van de koppeling
gemonteerd te hebben. De koppeling kan losraken en de gebruiker verwonden.
Verwijder de motorzaag altijd van de tankplek voordat de motor in werking wordt
gesteld.
• Neem een stabiele positie aan en controleer of de ketting vrij kan draaien.
• Controleer of er geen buitenstaanders in de buurt aanwezig zijn!
NEDERLANDS - 10
I1. Kettingrem met terugslagbescherming
ATTENTIE! Demonteer of zit in geen geval aan
het mechanisme van de kettingrem. Wendt u
zich in geval van een slechte werking of als u
een onderdeel moet vervangen, uitsluitend tot
een erkend servicecentrum.
1. Reinig regelmatig de rem en de trommel van de koppeling
door zaagsel, hars en vuil te verwijderen (zonder de rem te
demonteren) en controleer visueel de slijtage van de band
(als de dikte van de band van de rem gelijk of kleiner is dan
0,60 mm in het punt van maximale slijtage, moet u zich voor
de vervanging tot een erkend servicecentrum wenden).
2. Controleer of de bescherming in intacte toestand verkeert,
zonder duidelijke defecten zoals materiaalbeschadigingen.
3. Verplaats de bescherming voor- en achteruit om te contro-
leren of hij zich vrij beweegt en of hij goed verankerd zit in
de beschermkap van de koppeling.
4. Start de motorzaag op een stabiele ondergrond.
Controleer of de ketting vrij kan draaien.
5. Houd de handgrepen met beide handen vast.
6. Geef gas en activeer de kettingrem door met de linkerpols
I. Onderhoud van de veiligheidsvoorzieningen
ATTENTIE! Volg nauwgezet de onderhoudsinstructies in deze handleiding op. De
motorzaag moet tijdens het onderhoud afgezet zijn. Start uitsluiten de motor wan-
neer de procedure dit vereist en volg de algemene veiligheidsvoorschriften op.
ATTENTIE! Voer onderhoud aan de veiligheidsvoorzieningen uit alvorens de
motorzaag te gebruiken. Als de motorzaag ook maar een van de volgende con-
troles niet doorstaat, mag hij absoluut niet gebruikt worden. Neem contact op
met een erkend servicecentrum uit de lijst die u in de verpakking van de motor-
zaag aantreft.
H1. WERKING
• De carburateur regelt via de gashendel het toerental van de
motor. De menging van lucht en benzine gebeurt in de car-
burateur. Dit mengsel is afstelbaar. Om het vermogen van
de motorzaag optimaal te benutten, moet de afstelling van
de carburateur correct zijn.
• De schroef T regelt de positie van de gashendel op het sta-
tionaire toerental. Door rechtsom te draaien, wordt het sta-
tionaire toerental hoger, terwijl door linksom te draaien het
stationaire toerental van de motor lager wordt.
AFSTELLING
ATTENTIE! Tijdens de afstelling van de carbura-
teur moet men bijzonder oplettend zijn, aange-
zien de bewegende ketting ernstige verwondin-
gen kan veroorzaken.
De carburateur afstellen betekent de motor aanpassen aan
de plaatselijke weersomstandigheden, aan het beschikbare
type benzine en aan het gebruikte type olie voor tweetaktmo-
toren.
De carburateur is tijdens de keuring in de fabriek afgesteld.
Gewoonlijk is geen enkele afstelling nodig. Als de omstandig-
heden die de werking de carburateur beïnvloeden dusdanig
zijn dat een nieuwe afstelling is vereist, moeten de volgende
aanwijzingen nauwgezet gevolgd worden.
Controleer, alvorens af te stellen, of het luchtfilter schoon is
en of het deksel van de cilinder in goede toestand verkeert.
EINDAFSTELLING VAN HET STATIONAIRE TOERENTAL T
De afstelling van het stationaire toerental gebeurt met de
schroef T. Draai indien nodig de schroef T rechtsom en met
draaiende motor totdat de ketting begint te draaien. Draai ver-
volgens linksom totdat de ketting stopt. Het stationaire toe-
rental is correct afgesteld wanneer de motor in elke stand
regematig draait en met een goede marge voordat de ketting
begint te draaien.
Neem in geval van twijfels of vragen contact op met een
erkend servicecentrum.
H. Carburateur
ATTENTIE! Start nooit de motorzaag zonder blad, ketting of beschermkap van de
koppeling (kettingrem), want anders kan de koppeling losraken en verwondingen
veroorzaken.
ATTENTIE! De geluiddemper bereikt tijdens het gebruik en meteen na het afzetten
van de motor hoge temperaturen.
Vermijd contact met de geluiddemper om brandwonden te voorkomen. Besteed
maximale aandacht aan brandgevaar, vooral in aanwezigheid van brandbare mate-
rialen of gassen.
ATTENTIE! Men adviseert om de afstelling van de carburateur bij een erkend ser-
vicecentrum te laten uitvoeren. De afstelling van de carburateur is van fundamen-
teel belang en indien foutief uitgevoerd, kan ernstige schade aan de motorzaag het
gevolg zijn.
6


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Partner P5300 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Partner P5300 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 2,28 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info