8. Bedrijf
8.1 Afkortsnede 90° en draaitafel 0°
(fig. 1-3, 12)
Let op! Door de terughaalveer slaat de
machine vanzelf omhoog, daarom de
handgreep (1) aan het einde van de zaagsnede
niet loslaten, maar de machinekop (5)
langzaam en onder lichte tegendruk omhoog
bewegen.
Bij snijbreedten tot ca. 100 mm kan de
trekfunctie van de zaag in de achterste positie
worden gefixeerd d.m.v. de vastzetschroef voor
trekgeleiding (24). Indien de snijbreedte meer
dan 100 mm bedraagt, dient erop te worden
gelet dat de vastzetschroef voor trekgeleiding
(24) los is en de machinekop (5) beweeglijk is.
Let op! De verschuifbare aanslagrail (29) moet
voor 90° afkortsneden in de binnenste positie
worden gefixeerd.
Open de vastzethendel (30) van de
verschuifbare aanslagrail en schuif de
verschuifbare aanslagrail naar binnen.
De verschuifbare aanslagrail (29) moet
zodanig voor de binnenste positie worden
gearrêteerd dat de afstand tussen
aanslagrail (29) en zaagblad (7) maximaal 5
mm bedraagt.
Controleer voor het zagen dat tussen de
aanslagrail (29) en het zaagblad (7) geen
botsing mogelijk is.
Vastzethendel (30) terug aanhalen.
Machinekop (5) naar de bovenste stand
brengen.
Machinekop (5) aan de handgreep (1) naar
achteren schuiven en, indien nodig, in deze
stand fixeren. (naargelang de snijbreedte).
Het te snijden hout tegen de aanslagrail
(19) en op de draaitafel (16) leggen.
Het materiaal op de vaststaande zaagtafel
(17) vastzetten m.b.v. de spaninrichting (8)
zodat het tijdens het zagen niet kan
verschuiven.
Op de ontgrendelhefboom (3) drukken
teneinde de machinekop (5) vrij te zetten.
AAN / UIT-schakelaar (2) indrukken om de
motor in te schakelen.
Bij gefixeerde trekgeleiding (26): met de
handgreep (1) de machinekop (5)
gelijkmatig en met lichte druk omlaag
bewegen tot het zaagblad (7) het werkstuk
heeft doorsneden.
Bij niet gefixeerde trekgeleiding (26):
Machinekop (5) helemaal naar voren
trekken. Handgreep (1) gelijkmatig en met
lichte druk helemaal naar beneden duwen.
Dan de machinekop (5) traag en gelijkmatig
helemaal naar achteren schuiven tot het
zaagblad (7) het werkstuk volledig heeft
doorsneden.
Na het zagen de machinekop (5) terug naar
zijn bovenste ruststand brengen en AAN /
UIT-schakelaar (2) loslaten.
8.2 Afkortsnede 90° en draaitafel 0°tot 45°
(fig. 1-3, 13)
Met de afkortzaag kunnen afkortsneden van 0°
tot 45° naar links en van 0° tot 45° naar rechts
ten opzichte van de aanslagrail worden
uitgevoerd.
Let op! De verschuifbare aanslagrail (29) moet
voor 90° afkortsneden in de binnenste positie
worden gefixeerd.
Open de vastzethendel (30) van de
verschuifbare aanslagrail en schuif de
verschuifbare aanslagrail naar binnen.
De verschuifbare aanslagrail (29) moet
zodanig voor de binnenste positie worden
gearrêteerd dat de afstand tussen
aanslagrail (29) en zaagblad (7) maximaal 5
mm bedraagt.
Controleer voor het zagen dat tussen de
aanslagrail (29) en het zaagblad (7) geen
botsing mogelijk is.
Vastzethendel (30) terug aanhalen.
Draaitafel (16) loszetten door de
vastzetgreep (13) los te draaien.
Op de grendelstandhendel (12) drukken.
Draaitafel (16) en wijzer (14) op de
gewenste hoekmaat van de schaal (15)
draaien en fixeren m.b.v. de vastzetgreep
(13). De zaag heeft grendelstanden bij de
posities -45°, -30°, -22,5°, -15°, 0°, 15°,
22,5°, 30° en 45°, waar u de
grendelstandhendel (12) kunt laten
vastklikken.
Zaagsnede uitvoeren zoals beschreven
onder punt 8,1.
35
NL