29
NL
11. Mogelijke uitvaloorzaken
Probleem Oorzaak Oplossing
De compressor draait niet. 1. Netspanning ontbreekt.
2. Netspanning te laag.
3. Buitentemperatuur te laag.
4. Motor oververhit.
1. Kabel, netstekker, zekering
en stopcontact controleren.
2. Te lange verlengkabel
vermijden. Verlengkabel met
een voldoende
aderdoorsnede gebruiken.
3. Niet onder +5°
buitentemperatuur
gebruiken.
4. Motor laten afkoelen, indien
nodig, de oorzaak van de
oververhitting verhelpen.
Compressor draait, maar
bouwt geen druk op.
1. Terugslagklep lek.
2. Dichtingen defect.
3. Aflaatplug voor
condenswater (9) ondicht
1. Terugslagklep door een
vakwerkplaats laten
vervangen.
2. Dichtingen controleren,
defecte dichtingen door een
vakwerkplaats laten
vervangen.
3. Plug met de hand aanhalen.
Dichting op de plug
controleren, indien nodig,
vervangen.
Compressor draait, druk
wordt op de manometer
aangeduid, maar de
gereedschappen draaien
niet.
1. Slangverbindingen (G, H)
ondicht.
2. Snelkoppeling (5, 20)
ondicht.
3. Druk op de drukregelaar (4)
te laag afgesteld.
1. Persluchtslang en
gereedschappen
controleren, indien nodig
vervangen.
2. Snelkoppeling controleren,
indien nodig vervangen.
3. Drukregelaar verder
opendraaien.