8.2 Omschakelaar “links/rechtsdraaiend”
(fig. 2, pos. 10)
Met de omschakelaar links/rechts draaiend (10)
boven de AAN/UIT-schakelaar (9) kunt u de
draairichting van de accuschroevendraaier
instellen en het gereedschap beveiligen tegen
ongewild inschakelen. U kunt kiezen tussen
links en rechts draaiend.
Let op!
Om een beschadiging van de transmissie te
voorkomen is het aan te bevelen enkel in
stilstand van draairichting te veranderen. Als de
omschakelaar links/rechts draaiend (10) zich in
de tussenstand bevindt is de AAN/UIT-
schakelaar (9) geblokkeerd.
Draairichting Schakelaarstand
rechtsdraaiend “R” ingedrukt
linksdraaiend “L” ingedrukt
8.3 AAN/UIT-schakelaar (fig. 2, pos. 9)
Druk op de AAN/UIT-schakelaar (9) om de
accuschroevendraaier in te schakelen. Om te
stoppen laat u de AAN/UIT-schakelaar terug
los.
8.4 LED-licht (fig. 1, pos. 2)
Het LED-licht (2) maakt het verlichten van de
schroefplaats mogelijk als er niet voldoende
licht is. Om het licht in te schakelen drukt u op
de AAN/UIT-schakelaar (4), om uit te schakelen
drukt u opnieuw op de AAN/UIT-schakelaar (4).
8.5 Greepafstelling (fig. 1,2, pos. 3)
De schroever kan in 2 verschillende
greepstanden worden gearreteerd. Daarvoor
moet de vergrendelkop (3) worden ingedrukt en
moet de schroever naar de gewenste stand
worden gedraaid. Vervolgens laat u de
vergrendelknop (3) terug los.
Let op!
Voordat u de schroever in gebruik neemt dient
u na te gaan of hij in de gewenste greepstand is
vastgezet.
8.6 Accucapaciteitsindicator (fig. 4, pos. 5)
Druk op de knop voor
accucapaciteitsaanduiding (6). De
accucapaciteitsindicator (5) signaleert u de
laadtoestand van de accu aan de hand van 3
gekleurde LEDs.
Alle LEDs branden:
de accu is vol geladen.
De gele en rode LED branden:
de accu beschikt over een voldoende
restlading.
Rode LED:
de accu is leeg, laad de accu.
8.7 Verwisselen van gereedschap (fig. 5)
Let op!
Breng bij alle werkzaamheden (zoals
verwisselen van gereedschap, onderhoud enz.)
op de accuschroevendraaier de omschakelaar
links/rechts draaiend (10) naar zijn
tussenstand.
Vergrendelhuls (14) terugtrekken en
vasthouden.
Bit (a) de bithouder (1) in steken,
vergrendelhuls (14) loslaten.
Vergrendeling controleren door aan het
gereedschap te trekken.
Om de bit (a) uit te nemen trekt u de
vergrendelhuls (14) terug en houdt u haar
vast.
Bit (a) wegnemen en vergrendelhuls (14)
loslaten.
28
NL/
BE