Algemene veiligheidsinstructie
de moet de spleetbout weer worden gemon-
teerd. De spleetbout stoort bij dompelsneden
en kan een terugslag veroorzaken.
d) Om te waarborgen dat de spleetbout
functioneert, moet deze zich in de
zaagspleet bevinden. Bij korte sneden kan
de spleetbout geen terugslag voorkomen.
e) Gebruik de zaag nooit met een
verbogen spleetbout. Reeds een kleine
storing kan het sluiten van de beschermkap
verlangzamen.
WAARSCHUWING! Bescherm
uzelf tegen laserstraling:
laseRstRaling
KijK niet diRect in
de laseRstRaal!
laseR Klasse 2
J Kijk nooit direct in de laserstraal of in de
laseruitlaat.
WAARSCHUWING!
Het bekijken van de
laseruitgang
13 a
met optische instrumenten
(bijv. loep, vergrootglazen e.d.) is verbonden
met gevaar voor de ogen.
J Richt de laserstraal nooit op reflecterende
vlakken, op mensen of op dieren. Zelfs een
kort oogcontact met de laserstraal kan
oogletsel veroorzaken.
J Open de behuizing van het laserhulpstuk alleen
om de batterijen (2 AAA micro 1,5 V) te ver-
vangen. Gebruik hiervoor een passende kruis-
kopschroevendraaier.
J Plaats de batterijen overeenkomstig de correcte
polariteit en schroef de behuizing weer vast.
VOORZICHTIG! Wanneer andere bedie-
nings- of aanpassinginrichtingen of andere
werkwijzen worden gehanteerd dan hier
beschreven staan, kan dat leiden tot gevaarlijke
blootstelling aan straling.
Zo handelt u correct
J Trek in geval van gevaar de steker uit de
contactdoos.
J Gebruik het apparaat nooit ondoelmatig.
J Het apparaat moet steeds schoon, droog en
vrij van olie of andere smeermiddelen zijn.
J Bij stationair gebruik mag de machine alleen
worden ingezet op een zaagtafel met aan-
loopbescherming.
J Schakel de machine eerst in en zet hem dan
pas op het werkstuk.
J Leid de machine tijdens het werken altijd weg
van uw lichaam.
J Asbesthoudend materiaal mag niet worden
bewerkt.
J De zaaglijn moet aan boven- en onderzijde vrij
van hindernissen zijn.
J Het zaagblad mag niet meer dan 3 mm buiten
het werkstuk uitsteken.
J Let tijdens het zagen steeds op dat u niet in
spijkers, schroeven enz. zaagt.
J Werk nooit bovenhoofds met deze machine.
J Bescherm het zaagblad tegen storen en slagin-
werking en zorg dat het niet kantelt.
J Rem het zaagblad na het uitschakelen van de
machine nooit extra af.
J Zaagbladen met scheurtjes of in vervormde
zaagbladen mogen niet worden gebruikt. HSS-
(Hoogrendements-Snelsnij-Staal) zaagbladen
mogen niet worden gebruikt.
J Trek vóór alle werkzaamheden aan de machine,
bijv. instellen van de grondplaat enz., altijd de
netsteker uit de contactdoos.
J Verwijder nooit spaanders of slijpsel bij lopende
machine.
J Bij de bewerking van hout of andere materialen
waarbij gezondheidsschadelijk stof ontstaat,