Voor Gebruik
- 4 -
∫ Wat u wel en niet met het toestel mag doen
•
Het toestel niet erg schudden of stoten.
U kunt hiermee de lens of de LCD-monitor beschadigen, problemen met het toestel
veroorzaken, of het opnemen onmogelijk maken.
• Laat de lens weer naar binnengaan voordat u het toestel draagt of opnamen terugspeelt.
• Wees bijzonder voorzicht op de volgende plaatsen die problemen met het toestel
kunnen veroorzaken.
– Plaatsen met veel zand of stof.
– Plaatsen waar water in het toestel kan komen zoals op een strand of op plaatsen waar het
regent.
• De lens en de uitlaten niet aanraken met vuile handen. Ook oppassen dat er zich geen
vloeistoffen, zand en andere er niet toe doende stoffen in de nabijheid van de lens,
knopen, enz. bevinden.
• Als er zeewaterdruppels op het toestel komen, een droge doek gebruiken om het
toestellichaam voorzichtig af te drogen.
∫ Over Condensatie (Wanneer de lens of de Zoeker met damp bedekt is)
•
Condens doet zich voor wanneer de omgevingstemperatuur of vochtigheid wijzigt zoals
hieronder beschreven wordt. Op condens letten omdat het vlekken op de lens, schimmel of
storing veroorzaakt.
• Als er condens in de camera komt, zet u het toestel uit en laat het ongeveer 2 uur met rust. De
aanslag verdwijnt vanzelf als de camera weer op kamertemperatuur komt.
∫ Lees ook de “Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik”. (P183)