Wanneer het PIN1-codeverzoek is
ingeschakeld, moet u de PIN1-code
steeds invoeren wanneer u de
telefoon inschakelt.
Belangrijk:
R Als u drie maal een onjuiste PIN1/PIN2-code
invoert, wordt de SIM-kaart vergrendeld. Typ de
PUK1-code van 8 cijfers voor PIN1 of de
PUK2-code van 8 cijfers voor PIN2 om te
ontgrendelen.
R Als u tien maal een onjuiste PUK1/PUK2-code
invoert, moet u contact opnemen met uw
netwerkoperator/serviceprovider voor meer
informatie.
R Beide PIN-/PUK-codes worden door uw
netwerkoperator/serviceprovider verstrekt.
R Het PIN1-codeverzoek kan voor sommige
SIM-kaarttypen niet worden ingesteld op “UIT”.
1 Druk op MDN.
2 MbN: selecteer . a M N ( )
3 MbN: “Beveiliging” a M N
4 MbN: “PIN1-verzoek” a
M N
5 MbN: selecteer de gewenste
instelling. a M N
6 Voer de huidige PIN1-code (4
tot 8 cijfers) in. a M N
Opmerking:
R Zie pagina 29 voor het wijzigen van de
PIN-code.
Telefooncode
De telefooncode beschermt de
telefoon tegen onrechtmatig gebruik.
Wanneer het telefooncodeverzoek
is ingeschakeld, moet u de
telefooncode steeds invoeren
wanneer u de telefoon inschakelt.
Belangrijk:
R De telefoon wordt automatisch uitgeschakeld als
u drie maal een onjuiste telefooncode invoert.
Neem contact op met een erkend
servicecentrum als u uw telefooncode vergeet.
1 Druk op MDN.
2 MbN: selecteer . a M N ( )
3 MbN: “Beveiliging” a M N
4 MbN: “Telefooncode
verzoek” a M N
5 MbN: selecteer de gewenste
instelling. a M N
6 Voer de huidige telefooncode
van 4 cijfers in (standaard
“0000”). a M N
Opmerking:
R Zie pagina 29 voor het wijzigen van de
telefooncode.
25
Basisbediening