gesprekken schakelen door op
M N ( ) te drukken. a MbN:
“Omwisselen” a M N ( )
3 Druk op M N om het gesprek
te beëindigen.
Opmerking:
R Als u een tweede oproep wilt ontvangen met
gegevens van de tweede beller, moet u de
wisselgespreksfunctie inschakelen (pagina 26).
Conferentiegesprek
1 Druk op M N ( ) nadat de
tweede oproep wordt
aangenomen.
2 Selecteer “Samenvoegen” en
druk op M N ( ) om een
conferentiegesprek op te zetten.
R Een gesprek opsplitsen tijdens een
conferentiegesprek:
MbN: selecteer de gewenste partij. a
M N ( ) a MbN: “Opsplitsen” a
M N
3 Een gesprek beëindigen:
MbN: selecteer de gewenste
partij. a M N
Een conferentiegesprek
beëindigen:
M N ( ) a MbN: “Conf.
vrijgeven” a M N
Alle gesprekken beëindigen:
M N ( ) a MbN: “Alles
vrijgeven” a M N
Beveiligingsinstellingen
PIN-code
Met PIN1/PIN2 wordt uw SIM-kaart
beveiligd tegen onrechtmatig
gebruik.
Wanneer het PIN1-codeverzoek is
ingeschakeld, moet u de PIN1-code
steeds invoeren wanneer u de
telefoon inschakelt.
Belangrijk:
R Als u drie maal een onjuiste PIN1/PIN2-code
invoert, wordt de SIM-kaart vergrendeld. Typ de
PUK1-code van 8 cijfers voor PIN1 of de
PUK2-code van 8 cijfers voor PIN2 om te
ontgrendelen.
R Als u tien maal een onjuiste PUK1/PUK2-code
invoert, moet u contact opnemen met uw
netwerkoperator/serviceprovider voor meer
informatie.
R Beide PIN-/PUK-codes worden door uw
netwerkoperator/serviceprovider verstrekt.
R Het PIN1-codeverzoek kan voor sommige
SIM-kaarttypen niet worden ingesteld op “UIT”.
1 Druk op MDN.
2 MbN: selecteer . a M N ( )
3 MbN: “Beveiliging” a M N
4 MbN: “PIN1-verzoek” a
M N
5 MbN: selecteer de gewenste
instelling. a M N
6 Voer de huidige PIN1-code (4
tot 8 cijfers) in. a M N
Opmerking:
R Zie pagina 27 voor het wijzigen van de
PIN-code.
22
Basisbediening