R Als u liever de voicemaildienst (pagina 46)
gebruikt dan het antwoordapparaat van het
toestel, schakelt u het antwoordapparaat uit
(pagina 39).
R Als u liever het antwoordapparaat van het
toestel gebruikt dan de voicemaildienst van uw
serviceprovider, vraagt u de serviceprovider om
de voicemaildienst uit te schakelen.
Als uw serviceprovider dit niet kan:
– Stel de instelling “Aantal belsignalen”
van het apparaat zo in dat het
antwoordapparaat het gesprek aanneemt
voordat de voicemail van uw serviceprovider
wordt ingeschakeld. Controleer hoe vaak het
toestel moet overgaan om de voicemail van
de serviceprovider te activeren voordat u
deze instelling wijzigt.
– Wijzig het aantal keer overgaan van de
voicemail zodat het antwoordapparaat de
oproep als eerste kan aannemen. Neem
hiervoor contact op met uw serviceprovider.
Opnametijd voor beller
U kunt de maximale opnametijd voor elke beller
wijzigen. De standaardinstelling is “3 minuten”.
1 M N#305
2 MbN: Selecteer de gewenste instelling. a
MOKN a M N
“Alleen meldt.” selecteren
Wanneer u “Alleen meldt.” selecteert, wordt
wel de meldtekst afgespeeld, maar kunnen de
bellers geen berichten inspreken.
Selecteer “Alleen meldt.” in stap 2 op
“Opnametijd voor beller”, pagina 45.
Opmerking:
R Wanneer u “Alleen meldt.” selecteert:
– Als u geen eigen meldtekst opneemt, speelt
het toestel een standaardmeldtekst af waarin
de beller wordt gevraagd later opnieuw te
bellen.
– Als u uw eigen meldtekst gebruikt, spreek
dan een meldtekst in waarin de beller wordt
gevraagd later opnieuw te bellen (pagina 39).
45
Antwoordapparaat