Snelkiesnummer
U kunt één telefoonnummer toewijzen aan elke
kiestoets (1 tot en met 9) op de handset.
Een telefoonnummer toewijzen aan
een snelkiestoets
1 Houd de gewenste snelkiestoets (1 t/m 9)
ingedrukt. a
2 Voer de naam in (maximaal 16 tekens). a
R U kunt de tekeninvoermodus wijzigen door
te drukken op (pagina 53).
3 Voer het telefoonnummer in (maximaal 24
cijfers). a 2 keer
Een naam in het telefoonboek
toewijzen aan een snelkiestoets
1 Ga naar het gewenste nummer (pagina 21).
a
2 MbN: “Snelkiezn” a
3 MbN: selecteer het gewenste telefoonnummer.
a
4 MbN: selecteer het gewenste kiestoetsnummer.
a
R Als de kiestoets al wordt gebruikt voor het
snelkiezen, wordt naast het
kiestoetsnummer “ ” weergegeven. Als u
deze kiestoets selecteert, wordt
“Overschrijven” weergegeven. Als u dit
met het huidige geselecteerde
telefoonnummer wilt overschrijven, gaat u
naar stap 5.
5 a M N
Opmerking:
R Als u een naam in het telefoonboek bewerkt die
is toegewezen aan een snelkiestoets, worden de
wijzigingen in de naam niet doorgevoerd in de
snelkiestoets.
Een naam bewerken
1 Houd de gewenste snelkiestoets (1 t/m 9)
ingedrukt.
R U geeft de overige toegewezen
snelkiestoetsen weer met MCN of MDN.
2 a MbN: “Wijzigen” a
3 Bewerk de naam indien nodig (maximaal 16
tekens; pagina 53). a
4 Bewerk indien nodig het telefoonnummer
(maximaal 24 cijfers). a 2 keer
Een nummer wissen
1 Houd de gewenste snelkiestoets (1 t/m 9)
ingedrukt.
2 a MbN: “Wissen” a
3 MbN: “JA” a
4 M N
Toegewezen snelkiestoetsen
bekijken
U kunt op het display van de handset bekijken
welke snelkiestoetsen zijn toegewezen.
Houd de gewenste snelkiestoets (1 t/m 9)
ingedrukt.
Telefoneren met snelkiestoetsen
1 Houd de gewenste snelkiestoets (1 t/m 9)
ingedrukt.
2 M N
25
Snelkiesnummer