2-2 Installatie
2.1 Voordat u begint met de installatie
Lees a.u.b. de volgende informatie betreffende de plaatsing en aansluiting alvorens
u het systeem installeert.
Veiligheidsinstructies
Wanneer u de telefoonbedrading aansluit, dient u de volgende
veiligheidsinstructies altijd in acht te nemen ter voorkoming van brandgevaar,
elektrische schok en overig lichamelijk letsel:
1. Installeer de telefoonbedrading nooit tijdens onweer.
2. Installeer telefoonaansluitingen nooit in vochtige ruimten, tenzij de
aansluitingen speciaal voor vochtige ruimten zijn geconstrueerd.
3. Raak nooit ongeïsoleerde draad aan, tenzij het telefoonsnoer uit de
telefoonstekkerdoos is gehaald.
4. Ga voorzichtig te werk wanneer u telefoonlijnen installeert of aanpast.
Plaatsingsvoorwaarden
Dit systeem is speciaal gemaakt voor uitsluitend muurbevestiging. Vermijd plaatsing in de
volgende ruimten. (Er treedt storing, ruis of verkleuring op indien u het systeem toch in
dergelijke ruimten plaatst.)
1. In direct zonlicht en warme, koude of vochtige ruimten. (Temperatuur: 0°C -
40°C)
2. In gebieden waar thermische bronnen zijn, kan de apparatuur of de contacten
door zwavelgassen worden beschadigd.
3. Plaatsen waar heftige schokken of trillingen voorkomen.
4. Stoffige ruimten, of ruimten waar de apparatuur in contact kan komen met
water of olie.
5. In de nabijheid van machines die elektromagnetische storing veroorzaken, zoals
naaimachines en elektrische lasapparaten.
6. Op of nabij computers, telexen of overige kantoorapparatuur, magnetronovens
of air conditioners. (Wij raden u aan de unit niet te installeren in ruimten waar
dergelijke apparatuur staat.)
7. Minstens 1,8 m afstand houden tussen systeem en radio’s, televisies. (Zowel de
centrale als de systeemtoestellen).
8. Zorg dat de centrale goed bereikbaar is (voor onderhoud en inspectie - zorg
vooral voor voldoende ruimte voor ventilatie aan de bovenzijde en zijkanten
van de centrale).
Bedradingsvoorwaarden
Neem tijdens het bedraden de volgende instructies in acht.
1. Sluit het telefoonsnoer niet parallel aan op een voedingsbron, computer, telex
enz. Als het snoer dergelijke bedrading wordt geleid, gebruik dan geïsoleerd
snoer of leid het snoer door een metalen buis, of gebruik geïsoleerd draad en
aard deze.