In de montagehulp (12) is een afsluitplug (13) ter voorkoming van ver-
vuiling geplaatst.
Trek de afsluitplug (13) uit de montagehulp (12).
Attentie!
Controleer voor het aanbrengen van de kogelkop altijd de montagehulp (12) op vervuiling. Om
een goede vergrendeling van de kogelkop te kunnen waarborgen moeten verontreinigingen in
de montagehulp (12) beslist worden verwijderd (zie 2.7 “Onderhoudstips”).
Neem de kogelkop uit het opbergvak.
De schacht (14), de ontspannerkogel (4), de vergrendelingskogel (3)
en de knop (5) mogen niet vervuild of beschadigd zijn (bij vervuilingen
zie 2.7 “Onderhoudstips”).
2.2 Voorbereiding voor het aanbrengen van de kogelkop
De kogelkop (2) moet zijn voorgespannen, d.w.z.
• de rode markering (9) op de knop (5) is gericht naar de witte
markering (10) op de kogelkop (2).
• de knop staat duidelijk zichtbaar weg van de kogelkop (2), zodat
er een luchtspleet (15) van minimaal 4 mm tussen de knop (5) en
de kogelkop (2) aanwezig is.
• de vergrendelingskogels (3) kunnen over de gehele diameter in de
schacht (14) van de koppelingskogel worden gedrukt.
• de sleutel (7) steekt in het slot, de pijl op de sleutel (7) wijst naar
het symbool “Slot open” en de sleutel (7) kan niet uit het slot wor-
den getrokken.
Attentie!
De kogelkop (2) kan alleen in de voorgespannen staat worden
gemonteerd.