Voor de beste resultaten:
•
Plaats de sensor niet in direct zonlicht en uit de
buurt van vochtigheid.
•
Plaats de sensor niet verder dan 30 meter van het
apparaat (binnen).
•
Plaats de sensor in de richting van het apparaat,
met zo min mogelijk obstructies zoals deuren,
muren of meubels.
•
Plaats de sensor op een plek met een goed
zich op de lucht, en uit de buurt van metalen of
elektronische objecten.
Plaats de sensor tijdens de koude wintermaanden in
de buurt van het apparaat, aangezien temperaturen
onder het vriespunt de levensduur van de batterijen en
het zendbereik kunnen beïnvloeden.
Het zendbereik kan variëren, afhankelijk van allerlei
factoren. U kunt het best verschillende plekken
uitproberen om de beste voor uw sensor te vinden.
Standaard Alkaline batterijen bevatten een behoorlijke
hoeveelheid water. Hierdoor zullen ze bevriezen bij
lage temperaturen van onder de -12°C (10°F).
Niet oplaadbare Lithium batterijen bevriezen bij een
veel lagere temperatuur van onder de -30°C (-22°F).
Het bereik van draadloze apparatuur kan worden
beïnvloed door een aantal factoren, zoals extreem
lage temperaturen. Extreme kou kan tijdelijk zorgen
voor een verminderd effectief bereik tussen de
sensor en het basisstation. Als het apparaat niet meer
functioneert door lage temperaturen, zal een stijging
van de temperatuur tot binnen de normale grenzen dit
probleem verhelpen (het apparaat zal geen blijvende
schade oplopen door de lagere temperatuur).
SENSOR GEGEVENS VERZENDING
Het ontvangsticoon in het buitentemperatuurvak geeft
de status weer.
ICOON BESCHRIJVING
Het apparaat zoekt de
sensor(en).
Een kanaal is gevonden en
het sensorsignaal wordt
ontvangen
en “--.-“ De sensor wordt niet
(Buitentemperatuurvak) gevonden. Detecteer de
sensor of vervang batterijen.
Om een sensor te zoeken:
Druk tegelijkertijd op MEM en KANAAL het houd deze
gedurende 2 seconden ingedrukt.
NB Als de sensor nog steeds niet gevonden wordt,
controleer dan de batterijen, obstructies en de locatie
van de buitensensor.