554017
21
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/23
Next page
Installatie
InstallatieInstallatie
Installatie
Montage
Om een goede aanzuiging van de lucht te garanderen moet tussen de achterzijde van de
unit (waar de koolstof- /stoffilter en de luchtinlaat zich bevinden) en de muur een afstand
van minimaal 15 cm worden aangehouden. Wij adviseren echter om tenminste 30 cm vrij
te houden omdat dit de toegang tot het compartiment vergemakkelijkt.
De afstand tussen de bovenkant van de unit en het plafond dient minimaal 10 cm te zijn.
Ook hier hebben grotere afstanden de voorkeur. Ook moet de unit moet vrij van de
wanden staan om contact geluiden tegen te gaan.
De unit dient dusdanig gemonteerd te worden dat de zijde van de condensatie afvoer
tenminste 1 cm lager is (afschot) dan de andere zijde, om er zeker van te zijn dat het
condensatie water goed wegstroomt. In de praktijk zijn verhogingen van 1 cm op alle
hoeken behalve de hoek van het elektrische compartiment precies goed voor een
correcte afloop. Het gebruik van een waterpas wordt hierbij aangeraden.
Indien de unit op een vaste ondergrond komt te staan wordt, om contact geluiden te
voorkomen, aanbevolen de unit op rubberen dempers te plaatsen. Indien de unit wordt
opgehangen adviseren wij om onder de dempers een houten balk te plaatsen. Deze balk
kan dan weer met draadeinden aan het plafond worden vastgemaakt.
Voor ruimten waar het extra stil moet zijn, zijn speciale isolator veren te leveren.
Door de isolatorveren aan de lucht aanzuig en uitblaas-kant 15 cm van de zijkant te
plaatsen zal de unit automatisch afschot hebben en is er een betere gewichtsverdeling.
Elektrische aansluitingen
Elektrische aansluitingenElektrische aansluitingen
Elektrische aansluitingen
Om de diverse elektrische aansluitingen te maken, moet eerst het paneel links naast de
koolstoffilter/luchtinlaat verwijderd worden.
Bijgeleverd zijn een waterklep, waterlekkage sensor, hygrostaat en
ruimtetemperatuursensor. De kabels hiervan kunnen door een uitsparing in het deksel
van het elektrisch compartiment geleid worden. De aansluitingen hoeven niet losgemaakt
te worden van de aansluitstrip.
Elektrische waterklep
De stekker van de waterklep dient met de zwarte bijgeleverde kabel aangesloten te
worden (zie onderstaande afbeelding).
Aansluiting waterklep
Nadat de zwarte kabel op de stekker voor de magneetklep is aangesloten, dient de
andere kant door de doorvoerrubber aan de zijkant van de unit gevoerd te worden.
De 2 aansluitingen dienen dan op de daarvoor bestemde klemmen op de klemmenstrook
aangesloten te worden, nl. klem N en klem 7.
Waterlekkagesensor
In het elektrische compartiment ligt een losse witte draad van 5 meter, dit is de
waterlekkagesensor. Deze sensor dient door de uitsparing naar buiten gevoerd te worden
en op het laagste punt op de grond geplaatst te worden. Het einde van de sensor kabel
kan met een kroonsteen verdeeld worden over meerdere draden zodat er op meerdere
punten tegen een lekkage beveiligd wordt.
Als er een zwart dopje op de sensor zit dient deze er te worden afgeknipt en de draadjes
dienen 5mm gestript te worden. De andere zijde dient aangesloten te worden op het
witte stekkertje op de printplaat zoals op de afbeelding hieronder. Bij een waterlekkage
zal de watertoevoer middels de elektrische klep in de waterleiding onmiddellijk gestopt
worden.
Let op de kleurcodering op zowel de printplaat als de afstandsbediening
Alarmuitgang
Op de printplaat zit een alarmuitgang, deze wordt geactiveerd (maakt contact) wanneer
er een storing (error) is. Deze uitgang kan op een GSM melder of alarm worden
aangesloten. De uitgang kan op NO of NC ingesteld worden middels het instellingen
menu. Dit betekent dat het contact geopend of gesloten wordt bij een melding. Zie
hiervoor de handleiding van de gsm-melder of alarm.
Hygrostaat
Aan de bijgeleverde hygrostaat is een kabel aangesloten. Deze kabel dient alleen door de
uitsparing geleid te worden en aangesloten te worden op de klemmen 12 en 14 op de
klemmenstrook (vanaf J-serie met lichtsensor aansluiting 14, 12 en 18). De hygrostaat
moet worden opgehangen in de ruimte en mag niet afgedekt worden.
Temperatuursensor
In het compartiment ligt ook de temperatuursensor. Deze is aangesloten op de printplaat.
De sensor dient door de uitsparing naar buiten gebracht te worden en ter hoogte van de
bovenkant van het gewas gehangen te worden. De sensor moet beschermd worden tegen
warmtestraling maar mag niet in de schaduw. Een afdekkapje over de sensor is
voldoende.
De afstandbediening
De afstandsbediening, die ook in het compartiment ligt, kan opgehangen worden in de
ruimte maar ook elders. De unit kan dus ook buiten de ruimte bediend worden.
De afstandsbediening
Voedingskabels
Er zijn 4 verschillende modellen. Voor uw veiligheid en de veiligheid van uw unit dienen,
bij het aansluiten van de stroomtoevoer, de volgende voorgeschreven zekering-
automaten en kabeldiktes in acht genomen te worden:
3500pro2 1 fase aansluiting 3 x 2,5m2 + D16F automaat
6000pro2 1 fase aansluiting is 3 x 4mm
2
+ D
DD
D20-1f automaat of
3 fasen is 5 x 2,5mm
2
+ C
CC
C16-3f automaat
10000pro2 1 fase aansluiting is 3 x 4mm
2
+ D
DD
D25-1f automaat of
3 fasen is 5 x 2,5mm
2
+ D
DD
D16-3f automaat
15000pro2 3 fasen is 5 x 4mm
2
+ D
DD
D20-3f automaat
De kabels voor de voedingsspanning dienen door het doorvoerrubber geleid te worden en
aan de linkerkant van de klemmenstrook te worden aangesloten, zoals beschreven in het
aansluitschema.
Temperatuurbeveiliging
Met deze beveiliging kunnen de verwarmingsbronnen worden uitgeschakeld wanneer de
temperatuur in de ruimte te hoog oploopt door een defect of externe oorzaak.
De stuurstroomdraad die tussen de klok en het relais van het schakelbord zit wordt
onderbroken en aangesloten op de klemmen 15 en 16 op de klemmenstrook. Zie
aansluitschema.
Aansluitschema voor de 15000pro2 400V (Alleen 3 fasen)
Aansluitschema voor de 3500, 6000, 10000pro2 230V (1 en 3 fasen)
Aansluitingen koelwater aan
Aansluitingen koelwater aanAansluitingen koelwater aan
Aansluitingen koelwater aan-
--
-
en afvoer
en afvoeren afvoer
en afvoer
De unit heeft een water in- en uitgang. De ingang komt op een tappunt,
tussen het tappunt en de ingang moet een magneetklep komen (controleer altijd het
stroomrichtingspijltje van de klep!). De magneetklep moet zo dicht mogelijk bij het
tappunt geplaatst worden omdat dit het waterslot is. Bij een waterlekkage zal de
magneetklep automatisch sluiten. Zorg er voor dat de zwarte magneet spoel van de
waterklep altijd naar boven (voorkeur) of naar de zijkant gericht staat. Indien deze
naar beneden gericht staat kan er condensatiewater van de klep in de spoel terecht
komen. Zorg dat de magneetklep op een vast punt komt waar de gebruiker altijd bij kan.
Magneetklep toevoerwater
In de water ingang van de 3500pro en de 6000pro dient een zeefje geplaatst te worden.
Dit zeefje zorgt ervoor dat er geen verstopping kan optreden in het apparaat. Nadat het
zeefje is geplaatst kan de tyleen koppeling worden geplaatst, het zeefje zit nu vast op
zijn plek.
De water uitgang kan direct aangesloten worden op de afvoer (riool) of dit warme water
kan gebruikt worden voor verwarmingsdoeleinden.
Plaatsing zeefje
Let op
Let opLet op
Let op: Gebruik alleen vaste leidingen van koper of tyleen en zet deze goed vast
met klemmen op de muur. Zorg dat het tyleen nooit onder spanning staat. Zorg dat de
magneetklep altijd vast komt te zitten op de muur of een ander vast punt. Gebruik nooit
een tuinslang.
Wanneer alle tyleen verbindingen zijn gecontroleerd op lekken en de unit werkt naar
behoren, moeten alle knelkoppelingen met lijm worden vastgelijmd. Dit doet u door de
blauwe knelmoer los te draaien en op het schroefdraad wat lijm te smeren en dan de
blauwe knelmoer weer vast te draaien op de lijm. De koppelingen kunnen nu nooit meer
los trillen. Mocht het nodig zijn de koppelingen los te maken kan dit met 2
waterpomptangen.
Voor alle units is 15 mm koper of 16 mm tyleen voldoende. Om condensvorming op de
water toevoerleiding te voorkomen kan deze geïsoleerd worden met isolatiebuis.
Wanneer er meer dan 15 kW gekoeld moet worden (meerdere units) moet de
hoofdleiding 20 of 25 mm tyleen of 22 mm koperbuis zijn. Als er een hoge druk op de
toevoerleiding staat kan er met 15 mm koperbuis tot 30 kW gekoeld worden.
Alle soorten koelwater (tapwater, bron, vijver of zwembad) kunnen worden gebruikt om
te koelen, echter is tapwater gewenst daar dit niet afhankelijk is van extra elektrische
pompen. Bij bronwater willen vaak klei en ijzer deeltjes zich afzetten tegen de
binnenwand van de warmtewisselaar waardoor de unit op een gegeven moment minder
tot helemaal niet meer koelt. Er kan voor bronwater een filter worden geplaatst maar
deze zijn onderhoudsgevoelig. Een normale 22 mm tapwater aansluiting heeft voldoende
capaciteit om continu 45-60 kW aan koelunits te koelen. Dit zijn 3 of 4 15000pro2 units.
Voor grotere installaties waarbij er problemen zijn met de water aan- en afvoer hebben
wij ook passende oplossingen. Neem hiervoor contact op met de technische dienst.
Condensatie waterafvoer
Tijdens het koelen ontvochtigt de unit ook de lucht, het vocht wat uit de lucht wordt
onttrokken komt uit de condensatie afvoer. De condensatie afvoer wordt aangesloten op
een stevige tuinslang of leiding die niet makkelijk dubbel knikt. Het condensatie water
druppelt uit de slang en kan worden aangesloten op de afvoer.
Condenswater aansluiting
De condenswater afvoerleiding mag geen lussen hebben en mag niet onder water in een
vat geplaatst worden.
Wanneer de unit gelijk of lager is geplaatst dan de afvoer of het riool, kan het water
worden opgevangen door een condensatie opvoerpomp. Deze kleine opvoerpomp pompt
het water tot 4 meter hoogte door een slangetje van 9-12 mm naar de afvoer. Er zijn ook
sterkere pompen beschikbaar.
Condenswaterafvoer pompje
Ook de afvoer naar het pompje mag niet onder water liggen en er mogen geen lussen in
de leiding zitten.
De unit is nu geïnstalleerd, er kan begonnen worden met inregelen en afstellen.
Gebruik hiervoor de gebruiksaanwijzing.
Gebruiksaanwijzing
In gebruik name
Koelcapaciteit inregelen
(alleen t/m de J-serie, vanaf de K-serie is de koelcapaciteit standaard al
ingesteld)
Wanneer de unit voor de eerste keer wordt gebruikt moet de capaciteit ingeregeld
worden. De afstandsbediening wordt op de koelstand gezet en de temperatuur wordt
ingesteld op 16. Nu zal, als de ruimte temperatuur hoger is dan 16, de magneetklep
opengaan (het kraantje en het compressor symbool wordt rechts onder in het scherm
van de afstandsbediening zichtbaar) en gaat de unit koelen.
Display van de afstandsbediening
Nu is het van belang dat u de manometer in de gaten houdt, deze mag niet te snel
stijgen. Indien deze te snel stijgt stroomt er waarschijnlijk geen water door het apparaat,
zet in dit geval het apparaat direct uit en zoek naar de oorzaak van het probleem
(hoofdkraan dicht, magneetklep verkeerd aangesloten enz). Als de manometer langzaam
stijgt, stroomt er water door het apparaat en kunt u beginnen met afstellen.
De wijzer op de manometer moet op ongeveer 1,6MPa staan
Het is de bedoeling dat de wijzer van de manometer iets voor het midden, op ongeveer
1,6MPa (rode schaal verdeling) van het venster komt te staan. Dit doet u door aan de
instelschroef van de capaciteitscontrole te draaien, deze bevindt zich op de voorzijde van
het apparaat onder de sticker met 'Cooling Capacity Control'. Draai de inregelschroef bij
ingebruikname zover naar links te draaien (10/15 slagen) tot de druk op de manometer
1,6Mpa aangeeft.
Door de schroef naar links te draaien loopt de druk op en neemt de koelcapaciteit af.
Door de schroef naar rechts te draaien zal de druk afnemen en de koelcapaciteit
toenemen. Het is raadzaam om dit te doen wanneer er warmtebronnen in de ruimte
staan zodat de unit niet steeds afslaat omdat het koeler wordt dan 16.
Capaciteitscontrole
De 1,6MPa is een gemiddelde instelling, het zou kunnen dat in uw specifieke toepassing
iets meer of minder koelcapaciteit gewenst is. De maximale koelcapaciteit is bij 1,3MPa
en de minimale bij 2,0MPa. Bij een hogere koelcapaciteit zal de unit meer water
verbruiken dan bij een lagere koelcapaciteit.
De werking
1) Aan/ Uit toets
On/Off
On/OffOn/Off
On/Off
Met de On/Of
On/OfOn/Of
On/Off
ff
ftoets wordt de unit in- en uitgeschakeld. Als de unit aan staat brandt
het ledje groen. Als de unit uit staat brandt het ledje rood. Bij een storing knippert het
ledje rood/groen.
2) Modus toetsM
MM
M
Door op de modus toets te drukken wisselt u tussen de dag modus (koelen) en de nacht
modus (verwarmen/ontvochtigen). In de dag modus brandt in het display een
sneeuwvlokje en in de nacht modus een zonnetje met waterdruppels.
Nachtmodus
In de modus functie kunnen de temperaturen ingesteld worden voor de dag en nacht (dit
kan later nog veranderd worden).
3) Fan snelheid toetsFn
FnFn
Fn
Deze wordt gebruikt voor het selecteren van de lucht snelheid van de fan, de volgorde is:
automatisch -laag -medium -hoog .
De snelheid verandert als er op de Fn toets gedrukt wordt.
Als er voor de automatische ventilatie stand wordt gekozen, zal de unit harder of zachter
gaan ventileren afhankelijk van de koeling behoefte.
4) Temperatuur Instelling
De temperatuur kan ingesteld worden van 16tot 34. Wanneer de of toets wordt
ingedrukt, wordt de ingestelde temperatuur SET TEMP
SET TEMP SET TEMP
SET TEMP weergegeven op het display, als hier
nogmaals op wordt gedrukt, kan de gewenste temperatuur ingesteld worden. Na 3 sec
wordt de instelling opgeslagen. Met de modus toetsM
MM
M】wordt er gewisseld tussen de
dag- en nachttemperatuur.
4B) Automatische Lichtcel modus
Vanaf de J-serie zit in de hygrostaat een lichtcel. Deze registreert dat het licht brandt
waardoor de timer niet ingesteld hoeft te worden. Met de M
MM
Mtoets hoeven alleen de
dag- en nachttemperaturen ingesteld te worden. De rest gaat vanzelf.
Als men de unit toch handmatig wil instellen, kan de lichtcel uitgeschakeld worden en
werkt de unit handmatig. Door deM
MM
Mtoets 3 seconden in te drukken wisselt de modus
tussen lichtcel en handmatig. Door weer 3 seconden de M toets in te drukken gaat de
modus weer terug naar de lichtcel modus. Als de lichtcel geactiveerd is, is een A in het
display te zien.
Let op: De externe hygrostaat moet wel aangesloten zijn op de klemmenstrook in het
elektrische compartiment (aansluiting 12, 14 en 18) anders blijft de unit in de nachtstand
omdat er geen licht gedetecteerd wordt.
5) Tijd Instelling toets
T
TT
T
Druk eenmaal op deT
TT
Ttoets om de uren te selecteren, en druk nu op de of toets
om de uren te wijzigen. Druk nogmaals op deT
TT
Ttoets om de minuten te selecteren, en
druk nu op de
of
toets om de minuten te wijzigen. Druk nu op deR
RR
Rtoets om de
ingaven te bevestigen.
6) Timer Instelling (DAG / NACHT programma)
Met deze functie kan het DAG / NACHT programma ingesteld worden. Dit programma
start elke dag opnieuw, ongeacht welke dag het is. Als de timer is ingesteld, is op het
display bij de tijd het klok symbool te zien.
Druk op deT
TT
Ttoets voor 2 sec, wanneer "---", ON zichtbaar is kan de timer
instelling gewijzigd worden. Door op of op te drukken kunnen de uren van de ON
tijd ingesteld worden. Door nogmaals opT
TT
Tte drukken kunnen de minuten ingesteld
worden. De ON tijd is de tijd dat de unit gaat koelen.
Als er weer opT
TT
Tgedrukt wordt, kan de OFF tijd ingesteld worden. De OFF tijd is de tijd
dat de unit gaat verwarmen/ontvochtigen.
Indien er nog geen timer is ingesteld zal het display "--:--" weergeven, of anders de tijd
die al is ingesteld. De tijd kan ingesteld worden van 12:00 AM tot 11:59 PM.
De timer werkt op basis van de Amerikaanse tijd (AM/PM):
0:00hr = 12:00 AM
1:00hr = 1:00 AM
2:00hr = 2:00 AM
--->
11:00hr = 11:00 AM
12:00hr = 12:00 PM
13:00hr = 1:00 PM
14:00hr = 2:00 PM
--->
23:00hr = 11:00 PM
0:00hr = 12:00 AM
Om de timer instellingen te wissen drukt u 2 sec op deT
TT
Ttoets en vervolgens op
deR
RR
Rtoets. Het display zal "--:--" weergeven.
AFSLUITEN: Druk 3 maal op deT
TT
Ttoets of wacht 10 sec om af te sluiten.
De instellingen van de huidige tijd en de timer instellingen dienen synchroon te lopen
met de tijden op het schakelbord.
7) Gebruik van de hygrostaat voor ontvochtigen in de nacht
De hygrostaat kan worden ingesteld op de gewenste maximale luchtvochtigheid voor de
nacht. Als de NACHT modus actief is en de hygrostaat geeft aan dat de unit moet
ontvochtigen gaat het druppel symbool knipperen. Tijdens het ontvochtigen wordt er ook
water gebruikt.
Hygrostaat
8) Uitlees functie voor de temperatuur sensoren
Druk op deS
SS
Stoets en de sensor temperaturen worden weergegeven. Het nummer en
de temperatuur van de sensoren wordt weergegeven op de plaats van de klok. Door op
de en toetsen te drukken, kunnen gebruikers kiezen om de verschillende sensoren
uit te lezen.
AFSLUITEN: Druk op deS
SS
Stoets om af te sluiten of wacht 60s om automatisch af te
sluiten.
C:01=Temperatuur koelblok
C:02=Temperatuur afvoerwater
C:03=Temperatuur ruimte 2 (alleen bij Dual room configuratie)
9) Uitlees functie voor de error codes
Als de Aan/Uit LED groen/rood knippert is er een storing. De actuele error code zal
weergegeven worden met E:XX. Als het probleem zichzelf oplost verdwijnt de error.
Onder in de display van afstandbediening zit de error log (alarm geschiedenis). Als er een
error is geweest zal de error continu onder in het display zichtbaar zijn zelfs wanneer de
error is opgelost. Op deze manier kan een opkomende storing of foutieve afstelling
vroegtijdig worden opgemerkt en verholpen worden.
Error codes
10) Water lekkage beveiliging
Als er water op de grond komt (door bijv een verkeerd gemonteerde koppeling of
verstopte riolering) en dit contact maakt met de waterlekkage sensor (de witte platte
draad met aan het einde 2 blanke draadjes) stopt de unit met koelen en sluit de
magneetklep onmiddellijk af. Pas als de lekkage is verholpen en de storing is gereset
door deOn/Off
On/OffOn/Off
On/Offtoets in te drukken, gaat de unit weer naar normaal bedrijf.
11) Alarm uitgang
Op de printplaat zit een alarm uitgang (pag. 13) welke contact maakt bij een alarm of
error. Op dit contact kan een alarm systeem of SMS (GSM) melder aangesloten worden.
12) Compressor actief stand
Als de compressor draait, wordt het compressor symbool rechts onder op het display
weergegeven, bij uitschakelen verdwijnt deze.
De compressor werkt alleen in de dag-periode als de ingestelde temperatuur
overschreden wordt en in de nacht-periode als de ingestelde relatieve luchtvochtigheid
overschreden wordt.
13) Verwarmingselementen actief stand
Als de verwarmingselementen worden ingeschakeld wordt het hete lucht symbool rechts
onder op het display weergegeven, bij uitschakelen verdwijnt deze.
De verwarmingselementen werken alleen in de nacht-periode als de temperatuur
onder de ingestelde waarde komt.
Instellingen (Setup)
In dit menu kunt u bepaalde instellingen wijzigen en de verwarming, de
temperatuurbeveiliging, het auto herstarten en de hysterese instellen.
Door deS
SS
Stoets langer dan 6 sec ingedrukt te houden komt u in het instellingenmenu.
Er verschijnt een hoofdletter D: in het scherm gevolgd door een nummer van 01 tot 28.
Door deS
SS
Stoets telkens kort in te drukken wordt door de instellingen gelopen. De
eerste instelling is D:01 de tweede D:02 enz.
Als u een instelling wilt wijzigen doet u dit met de
of
toets. Als u dit wilt bevestigen
drukt u op deOn/Off
On/OffOn/Off
On/Offtoets. Als u niets wilt wijzigen en het menu wilt verlaten drukt u
op deR
RR
Rtoets. De instellingen lopen van D:01 tot D:28.
Pas de instellingen 10 en 12 t/m 26 niet aan. Dit zijn fabrieksinstellingen.
Om de instellingen terug te zetten naar de fabrieksinstellingen houdt u deM
MM
Mtoets
ingedrukt als u in het instellingen menu zit.
D:01 Verwarmingselementen aan/uit schakelen
Er zitten 3 verwarmingselementen in de unit. Deze zijn bij 1 fase systemen alle 3
aangesloten op 1 fase en bij 3 fase verdeeld over de 3 fasen. In het Instellingen menu
kunnen deze elementen per stuk worden aan- en uitgeschakeld. Ze kunnen ook allemaal
uitgeschakeld worden als er bijvoorbeeld wordt verwarmd met CV.
D:1 =3 betekent 3 elementen zullen verwarmen
D:1 =2 betekent 2 elementen zullen verwarmen
D:1 =1 betekent 1 element zal verwarmen
D:1 =0 betekent alle elementen zijn uit
D:02 Temperatuur beveiliging
Als de ruimtetemperatuur meer dan 5boven de ingestelde dagtemperatuur komt,
schakelt de unit, middels klemmen 15 en 16 op de klemmenstrook, de
verwarmingsbronnen uit. Met instelling D:02 kan de uitschakel temperatuur veranderd
worden tussen de 3 en 9℃. De minimale uitschakel temperatuur is 30en de maximale
40. Als de ingestelde koel modus temperatuur 28is en in D:02 is gekozen voor 5℃,
dan zal de beveiliging boven de 33inschakelen. Als de temperatuur hierna onder de
ingestelde koel modus temperatuur van 28 komt schakelt de beveiliging weer uit. De
beveiliging heeft geen invloed op de werking van de unit, alleen de verwarmingsbronnen
worden uitgeschakeld. Op het display zal wel een foutmelding worden weergegeven, nl
code 15 (zie ook de fout code-tabel).
D:03 Auto herstart na spanningsonderbreking
Als de spanning wordt onderbroken wanneer de unit aan staat en de spanning komt
terug schakelt de unit standaard weer aan. Als u wilt dat na een spanningsonderbreking
de unit uit blijft dient u de instelling D:03 te wijzigen.
D:03 = 0 betekent auto herstart is uit
D:03 = 1 betekent auto herstart is aan (dit is de standaard instelling)
Er wordt altijd een fout code gegeven bij een spanningsonderbreking, nl code 14 (zie ook
de fout code-tabel).
D:04 Cool at Night (nachtkoeling) aan/uit
In deze parameter kan de nachtkoeling worden ingeschakeld.
D:04 = 0 betekent cool at night is uit (dit is de standaard instelling)
D:04 = 1 betekent cool at night is aan
Indien de Cool at night aanstaat en de nacht temperatuur is boven de ingestelde waarde
gaat de unit in de nachtstand de ruimte naar de ingestelde waarde koelen. Als de ruimte
onder de ingestelde waarde komt zal de unit gaan verwarmen. Deze functie kan nodig
zijn bij een warm klimaat, een zeer goed geïsoleerde ruimte of andere niet uitschakelbare
verwarmingsbronnen.
D:05 Pre-Heat (voorverwarming) aan/uit
In deze parameter kan de voorverwarming worden ingeschakeld (deze functie werkt
alleen indien de timer modus is ingesteld).
D:05 = 0 betekent pre-heat is uit (dit is de standaard instelling)
D:05 = 1 betekent pre-heat is aan
Bij pre-heat ingeschakeld zal de ruimte een uur voor de dag (timer on) de ruimte
opwarmen tot de ingestelde dagtemperatuur. De ruimte is dan bij aanvang
van de dag al meteen op temperatuur. Los van het voordeel dat de dag temperatuur een
jump start maakt voorkomt dit ook natslaan van koude delen waardoor schimmel wordt
gereduceerd of voorkomen.
D:06 Slow cool- down (naverwarming) aan/uit.
In deze parameter kan de naverwarming worden ingeschakeld (deze functie werkt alleen
indien de timer modus is ingesteld).
D:06 = 0 betekent slow cool -down is uit (dit is de standaard instelling)
D:06 = 1 betekent slow cool- down is aan
Bij slow-cool down ingeschakeld zal de ruimte tot een uur nadat de dag is beëindigd de
ruimte langzaam laten afkoelen.
D:07 Dual room (2 kamers 12/12 koelen) aan/uit
In deze parameter kan het koelen van 2 kamers om en om worden ingeschakeld.
D:07 = 0 betekent dual room operation is uit (dit is de standaard instelling)
D:07 = 1 betekent dual room operation is aan
Als de Dual room functie actief is rechts onder in het scherm het huisje zichtbaar.
Om deze functie te kunnen gebruiken moet er een 3-wegklep, 2
e
temperatuursensor,
eventueel een plenumbox en/of extern waterslot besteld worden.
D:08 Alarm uitgang N.O. of N.C.
In deze parameter kan de alarm uitgang worden aangepast.
D:08 = 0 betekent N.C. Normally Closed (dit is de standaard instelling)
D:08 = 1 betekent N.O. Normally Open
Raadpleeg voor de juiste instelling de gebruiksaanwijzing van de aan te sluiten gsm
melder of alarm.
D:09 Keuze waterklep
Er kan gekozen worden om de waterklep alleen te openen als er water gevraagd wordt,
maar u kunt er ook voor kiezen om de waterklep alleen te gebruiken indien er een
lekkage wordt waargenomen door de waterlekkagesensor. Door D:09 op 0 te zetten gaat
de klep alleen open tijdens het koelen, als de optie 1 wordt gekozen staat de klep continu
open en gaat alleen dicht bij een waterlekkage.
D:11 Hysterese van de temperatuur
Bij deze instelling kan de hysterese (bandbreedte) van de temperatuurregeling worden
aangepast. Dit is het temperatuur verschil wat benodigd is om de compressor aan en uit
te schakelen.
D:11 = 2 betekent de hysterese is 2 (dit is de standaard instelling)
De hysterese is in te stellen van 1 tot 4in stappen van 0,5. Als de dagtemperatuur is
ingesteld op bv 28 en de hysterese op 2℃, dan begint de unit te koelen bij 29en
stopt met koelen bij 27℃. Om de hysterese ook daadwerkelijk korter te maken moet de
compressor rusttijd ook worden verlaagd (D:27)
D:27 Compressor rusttijd
Bij deze instelling kan de rusttijd tussen de compressor uit en de compressor aan worden
aangepast.
D:27 = 15 betekent de rust tijd is 15 seconden (dit is de standaard instelling)
Deze optie kan gebruikt worden als in de tijd dat de compressor in rust is de waardes in
de ruimte teveel veranderen.
D:28 Waterlekkage alarm aan/uit
Met deze optie kan het waterlekkage alarm aan- en uitgezet worden.
D:28 = 1 betekent het alarm staat aan
D:28 = 0 betekent het alarm staat uit
Inspectie/onderhoud
Inspectie/onderhoudInspectie/onderhoud
Inspectie/onderhoud
Check regelmatig of alle koppelingen van de water aansluitingen nog goed
aangedraaid zijn en of er geen lekkage is.
Check regelmatig of er geen verdikking op de zwarte spoel (zwarte blok op de
messingklep) van de messing magneetklep (waterslot) ontstaat. Bij een slecht
(vochtig) contact kan de spoel te heet worden en uitzetten. Wanneer hier niets
aan wordt gedaan kan despoel doorbranden en zal de magneetklep niet meer
open gaan.
De stoffilter op de achterzijde van de unit dient om de 10-12 weken gecontroleerd
te worden op stof ophopingen. Wanneer er een laagje stof op de filter zit dient
deze met een stofzuiger verwijderd te worden.
Voor een goede werking dient het koolstoffilter om de 10-12 weken vervangen te
worden. Dit is een essentieel onderdeel van de installatie en dient niet vergeten te
worden. Wanneer dit niet wordt gedaan zal uw normale filter sneller doorslaan.
Om het koolstoffilter te vervangen dient het stoffilter eerst verwijderd te worden.
Storing
StoringStoring
Storingsanalyse en foutmeldingen
sanalyse en foutmeldingensanalyse en foutmeldingen
sanalyse en foutmeldingen
Indien de unit niet aangaat en de display van de afstandsbediening en de leds op de
printplaat ook uit zijn, staat er waarschijnlijk geen spanning op. Het kan ook zijn dat de
interne zekering is doorgebrand, deze zit naast de printplaat in een kunststof behuizing.
Als de unit niet aan gaat en er staat spanning op (led op de printplaat knippert en de
display van de afstandsbediening geeft E:01) moeten waarschijnlijk 2 van de 3 fasen met
elkaar verwisseld worden, welke van de 3 maakt niet uit.
Als de zekering automaat er uit klapt als de unit gaat koelen is waarschijnlijk een
verkeerde waarde of verkeerd type geïnstalleerd. Check de juiste gegevens bij de
technische specificaties (pag. 12).
Als de unit vreemde geluiden maakt of slecht koelt kijk dan altijd op de manometer of de
wijzer niet teveel rechts over het midden van het venster gaat en kijk of de water
temperatuur niet over de 55gaat. Mocht dit het geval zijn zorg dan dat de unit meer
water krijgt en check of de wijzer op de manometer daalt. Regel hem vervolgens in zoals
beschreven bij de paragraaf Inregelen
Als er water door het apparaat blijft stromen terwijl de unit uit staat kan het zijn dat de
magneetklep verkeerd om gemonteerd is. Controleer het pijltje op de messing behuizing.
Als er water uit de zijkanten van de unit druppelt heeft u een probleem met de
condensatiewaterafvoer. Check met een waterpas of de unit genoeg afschot heeft (zie de
paragraaf Montage). Het kan ook zijn dat de condensatie slang te veel bochten
of een restrictie heeft.
Storingscodelijst
Error 01
= Meestal fasen gekruist (Reversal). Alleen voor de 15000 serie actief.
Er moeten waarschijnlijk 2 van de 3 fasen met elkaar verwisseld worden, welke van de 3
maakt niet uit.
Als de unit al heeft gewerkt zijn de fasen goed aangesloten, dan kan het zijn dat er een
probleem is met de spanning (voltage). Dit wordt gecontroleerd door op het witte
kastje boven in het elektrische compartiment te kijken welke led er brand.
Over voltage = Voltage te hoog (bij de pro2 modellen komt deze storing niet meer voor)
Low voltage = Voltage te laag
Phase loss = fase onderbroken
Reversal = fasen volgorde verkeerd (gekruist)
Normal = Fasen goed aangesloten en voltage correct
Error 02
= Condenswaterbak sensor
De unit staat niet genoeg op afschot volgens de gebruiksaanwijzing of de
condenswaterslang zit verstopt of loopt niet goed af.
Error 03
= Afvoerwater temperatuur is hoger dan 57
Verschijnt de foutmelding wanneer de unit al een tijdje in gebruik is, dan stroomt er te
weinig of geen water door de unit. De druk staat misschien te hoog ingesteld, deze mag
maximaal 2,2MPa bedragen. Zie paragraaf Inregelen om de juiste doorstroom te
krijgen.
Error 04 = Omgevingstemperatuur te laag
De unit staat in een te koude omgeving waardoor er gevaar voor bevriezing ontstaat. De
ruimte waarin de unit zich bevindt moet warmer dan 4zijn.
Error 08 = Waterlekkagebeveiliging actief
Er is een waterlekkage. Verhelp de lekkage en maak het uiteinde van de sensor droog.
Bij dual room systemen is error 08 een probleem met de 2
e
temperatuur sensor.
Error 09 = Thermische beveiliging compressor is geactiveerd
De compressor verbruikt teveel stroom. Als na het resetten van de thermische beveiliging
deze weer uitspringt, contact opnemen met de technische dienst. De thermische
beveiliging zit links naast de printplaat in het elektrische compartiment.
Error 10
= Anti-vries beveiliging, de temperatuur van het koelblok is te laag
Als het koelblok kouder is dan 0 kan deze dichtvriezen. De unit stopt nu met koelen en
gaat ontdooien. Waarschijnlijk stroomt er teveel water door de unit en heeft deze
hierdoor te veel koelcapaciteit. De minimale druk is 1,3MPa, het kan zijn dat de druk iets
verhoogd moet worden om de koelcapaciteit iets te verminderen. Zie paragraaf
Inregelen
om dit te verhelpen. Ook kan de stof-/koolstoffilter verstopt zitten of de
uitblaas is te krap (te weinig gaten of te dunne slang) waardoor de unit zijn koude niet
kwijt kan.
Error 11
= Slechte koeling
De koeling is niet naar behoren. De condensator van de compressor kan defect zijn of
een los contact hebben. Draai alle bedrading na. Controleer ook de druk op de
manometer als de compressor niet loopt. Als deze te laag is, contact opnemen met de
technische dienst.
Error 12
= Hoge druk protectie
Als deze foutmelding verschijnt stroomt er waarschijnlijk geen water door de
unit, dit moet onmiddellijk opgelost worden, de unit kan zijn warmte niet kwijt en de
druk van het koelsysteem zal telkens te hoog oplopen. Het kan ook dat de unit te weinig
water krijgt zie paragraaf Inregelen om de juiste water doorstroom te krijgen.
Wanneer er geen water door de unit stroomt en de kranen en de magneetklep staan
open kan ook de warmtewisselaar verstopt zijn bij gebruik van bron of verontreinigd
water. Check het zeefje in de inlaat.
Error 13
= Lage druk protectie
Check de manometer als de unit uitstaat. Is de druk lager dan 5 bar/0,5Mpa, neem
contact op met de technische dienst.
Error 14
= Spanning onderbreking alarm
De unit is zonder spanning komen te staan. Dit alarm is alleen zichtbaar in de
alarm geschiedenis onder in het scherm en geeft aan dat er een spanningsprobleem is
geweest.
Error 15
= Hoge omgevingstemperatuur beveiliging actief
Pas wanneer de omgevingstemperatuur onder de ingestelde dagtemperatuur
komt zal de unit de verwarmingsbronnen weer aanschakelen en zal het alarm
verdwijnen.
Error 16
= Waterlekkage beveiliging actief
Er is een lekkage, de externe watersensor (draad van 5 meter met aan het einde 2
blanco draadjes) maakt contact met water en de water toevoer is afgesloten. Als het lek
is verholpen dient u deON/OFF
ON/OFFON/OFF
ON/OFFtoets in te drukken en zal de unit weer in normaal
bedrijf gaan.
Voor overige foutmeldingen dient u contact op te nemen met uw leverancier.
Optioneel bij te leveren
Optioneel bij te leverenOptioneel bij te leveren
Optioneel bij te leveren
Super isolator veren (trillingsdempers voor een extra stille ruimte). Deze dempers
zijn exact berekend op het gewicht van de unit en zorgen voor bijna 100% contact
isolatie. Deze isolatie waarde wordt met andere oplossingen uit een bouwmarkt
nooit gehaald.
Anti-vibratie platen (dempingsplaten voor extra stille ruimte), deze platen kunnen
op de vlakke panelen van de unit geplakt worden om ook afgestraalde geluiden
tot het minimum te beperken. De platen zijn zelfklevend.
Aansluit set voor open water (sloot, gracht enz.) bestaande uit een gesloten
warmtewisselaar systeem met glycol vulling (antivries) en pomp.
Condensatiewater opvoerpomp van hoge kwaliteit. Opvoerhoogte tot maximaal 4
meter. Deze pomp wordt vaak gebruikt als er geen afvoer in de buurt is voor het
condenswater of als de unit lager is geplaatst als de afvoer. Aansluiting PVC slang
9-12 mm.
3-Wegklep met servomotor en extra temperatuur sensor van 5 meter te behoeve
van Dual room. Deze klep maakt het mogelijk om 2 ruimten 12/12 te koelen
wanneer de Dual room functie is ingeschakeld. Elke ruimte heeft een eigen
sensor en de sensoren volgen de ruimte waar de koeling actief is. De hoge
temperatuur beveiliging zal voor beide ruimten tegelijk actief zijn.
Externe waterlekkage beveiliging. Als er gebruik wordt gemaakt van de Dual
room functie, komt de waterbeveiliging van de unit te vervallen. De externe
watersensor is dan aan te raden.
Plenumbox. Deze box kan achterop de unit geplaatst worden zodat de unit buiten
de ruimte geplaatst kan worden. Op de plenumbox kunnen 1 tot 3 slangen worden
aangesloten om de warme lucht uit de ruimte te zuigen.
21


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Opticlimate 3500pro2 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Opticlimate 3500pro2 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 1,07 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info