471067
151
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/171
Next page
http://www.olympus.com/
Vestiging:
Afleveradres goederen:
Correspondentieadres:
Consumer Product Division
Wendenstrasse 14 – 18, 20097 Hamburg, Duitsland
Tel.: +49 40 – 23 77 3 – 0/Fax: +49 40 – 23 07 61
Bredowstrasse 20, 22113 Hamburg, Duitsland
Postfach 10 49 08, 20034 Hamburg, Duitsland
Europese Technische klantendienst:
Bezoek ook onze homepage
http://www.olympus-europa.com
of bel ons GRATIS NUMMER*:
00800 – 67 10 83 00
voor België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland,
Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Zwitserland.
* Sommige (mobiele) telefoon services/providers geven geen toegang of hebben een extra
voorvoegsel voor +800 nummers nodig.
Voor alle Europese landen die niet vermeld werden en als u ons niet kunt bereiken
op de hierboven vermelde nummers, a.u.b. gebruik maken van de volgende
BETAALDE NUMMERS:
+49 180 5 – 67 10 83
of
+49 40 – 237 73 48 99.
Onze technische klantendienst is van maandag tot en met vrijdag bereikbaar tussen 09.00 uur
en 18.00 uur (MET).
Geautoriseerde dealers
Netherlands: Olympus Nederland B.V.
Industrieweg 44
2382 NW Zoeterwoude
Tel: 0031 (0)71 – 5821888
www.olympus.nl
Belgium:
Luxemburg:
Olympus Belgium N.V.
Boomsesteenweg 77
2630 Aartselaar
Tel: (03) 870 99 99
© 2010
OE · E0462637
z
Dank u voor uw aankoop van een Olympus digitale camera. Voordat u uw nieuwe camera in gebruik
gaat nemen, leest u eerst deze instructies grondig door om optimaal van uw camera te kunnen
genieten en een lange levensduur te verzekeren. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats,
zodat u later nog iets kunt opzoeken.
z
Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet u er goed aan eerst enkele proefopnamen te maken
teneinde u met uw camera vertrouwd te maken.
z
De afbeeldingen van het scherm en de camera zijn tijdens de ontwikkeling van het toestel vervaardigd
en kunnen op kleine punten afwijken van het toestel dat u in handen hebt.
z
De inhoud van deze handleiding is gebaseerd op firmwareversie 1.0 voor deze camera. Als er
aanvullingen op en/of wijzigingen van functies hebben plaatsgevonden vanwege een firmware-update
voor de camera, kan de inhoud afwijken. Kijk voor de meest actuele informatie op de Olympus-website.
Registreer uw product op
www.olympus-consumer.com/register
en ontvang extra voordelen van Olympus!
DIGITALE CAMERA
HANDLEIDING
HANDLEIDING
Basisgids Blz. 2
Bestudeer de namen van de
cameraonderdelen, de basisstappen
voor fotograferen en weergeven en
de basisfuncties.
Inhoudsopgave Blz. 23
E-P5_Cover_Master_NL.fm Page 1 Monday, November 29, 2010 3:18 PM
2
NL
Camera
Namen van onderdelen en
Flitserschoen gblz. 78, 82
LIGHT-knop gblz. 13
Zelfontspanner/afstandsbedieningslampje/
ontvanger afstandsbediening
gblz. 60
Spiegel
Lensontgrendelknop gblz. 11
Markering voor
lenskoppeling gblz. 11
Lensvatting
(Bij het bevestigen van de lens verwijdert
u eerst de beschermkap van de camera
die voorkomt dat stof en vuil kunnen
binnendringen.)
Lensvergrendelingspen
Subregelaar (k)
gblz. 19
#-knop (flitser) gblz. 75
w (regelen van de flitssterkte)-knop
gblz. 76
Connector
afstandsbedieningskabel
Oogje voor de riem gblz. 9
AF-knop gblz. 53
G (Lichtmeting)-knop gblz. 46
COPY/< (Kopiëren/Printen) knop
gblz. 96, 123
MODE-knop gblz. 41 – 45
</Y/j (afstandsbediening/
zelfontspanner/repeterende
opnamen)-knop gblz. 59 – 60
Witbalans
sensor gblz. 67
ISO-knop
gblz. 50
Bedieningspaneel
gblz. 5
Bevestigingspunt externe
flitser gblz. 82
#UP (Flitser opklappen)-knop
gblz. 76
USB-connector
gblz. 124, 127
Klepje over de connector
V (Preview)-knop
gblz. 46
Ontspanknop
gblz. 15, 36
HDMI-miniconnector
(Type C)gblz. 92
Microfoonconnector
g
blz. 84, 94
AV OUT
-
connector (mono)
(AV OUT)
gblz. 91
Ingebouwde microfoon
(mono)
g
blz. 84, 94
Ingebouwde flitsergblz. 76
WB
(witbalans)-
knop gblz. 67
F (Belichtingscorrectie)
knop gblz. 47
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 2 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Namen van onderdelen en functiesBasisgids
3
NL
LCD-monitor gblz. 7, 8, 36
Zoeker gblz. 4
MENU-knop
gblz. 22
u-knop (Live view) gblz. 35
AEL/AFL-knop
gblz. 48, 105
0 beeldbeveiliging
gblz. 97
Pendelknop (acbd)
gblz. 22
i-knop gblz. 22
Klepje van het kaartje
gblz. 12
CF-kaartsleuf
gblz. 12
Uitwerpknop
gblz. 12
SD-kaartsleuf
gblz. 12
q weergave
gblz. 18, 86
Oogkapje
Statiefaansluiting
Klepje van het
batterijcompartiment
gblz. 10
Vergrendelknop van het batterijcompartiment
gblz. 10
Fn-knop gblz. 106
P
(AF-kader)-knop
gblz. 56
n (Film)-knop
gblz. 83
Indicatie-LED Dataverkeer
gblz. 12, 15
Dioptrieregelaar gblz. 13
Zoekersluiterhendel gblz. 60
INFO
-knop
(informatiedisplay)
gblz. 21, 40, 89
Hoofdregelaar (j)
gblz. 19
Cameraschakelaar
gblz. 13
Verlichtingssensor
gblz. 99
Luidspreker gblz. 109
D (Wissen)-knop
gblz. 18, 98
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 3 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
4
NL
Zoeker
Autofocusveld gblz. 56
Super FP-flitser
gblz. 79
Lichtmeetstand
gblz. 46
Stand Fotograferen gblz. 41 – 45
Aantal stilstaande beelden
dat kan worden opgeslagen
gblz. 59
Beeldstabilisator gblz. 62
ISO-gevoeligheid
gblz. 50
Flitser gblz. 73
(knippert: bezig met opladen, blijft continu zichtbaar: laden is klaar)
AF-teken gblz. 15, 36
Flitssterkteregelaar
gblz. 76
AE-lock gblz. 48
Witbalans
(Verschijnt bij
een andere instelling
dan automatische
witbalans.)
gblz. 66
Belichtingsmeter gblz. 44
Belichtingscorrectie-indicatie gblz. 47
Horizontale waterpasindicatie gblz. 110
Auto bracketing
gblz. 49, 51, 69, 77
Sluitertijd
gblz. 41 – 45
Spotmeetgebied
gblz. 46
ISO-gevoeligheidswaarde
gblz. 50
Batterijcontrole
gblz. 13
Diafragmawaarde
gblz. 41 – 45
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 4 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Basisgids
5
NL
Namen van onderdelen en functies
Bedieningspaneel
Meervoudige belichting
gblz. 51
Witbalans
gblz. 66, 68
Stand Fotograferen
gblz. 41 – 45
ISO-gevoeligheid
gblz. 50
Auto bracketing
gblz. 49, 51, 69, 77
Beeldkwaliteit
gblz. 64
Belichtingsmeter gblz. 44
Belichtingscorrectie-indicatie gblz. 47
Horizontale waterpasindicatie gblz. 110
Lichtmeetstand
gblz. 46
Diafragmawaarde
gblz. 41 – 45
Autofocusstand (AF)
gblz. 53
Flitserfunctie
gblz. 73
Repeterende opnamen gblz. 59
Zelfontspanner gblz. 60
Beeldstabilisator
gblz. 62
Batterijcontrole
gblz. 13
Aantal stilstaande
beelden dat kan worden
opgeslagen
gblz. 144
Afstandsbediening
gblz. 60
Sluitertijd
gblz. 41 – 45
Beeldeffect (Monotone)
gblz. 70
Autofocusveld
gblz. 56
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 5 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
6
NL
Superbedieningspaneel
Op het onderstaande scherm, het superbedieningspaneel, kunt u de fotografeerinstellingen
niet alleen bekijken, maar ook aanpassen. Druk op de
INFO
-knop om op de LCD-monitor
het superbedieningspaneel op te roepen.
g
“Instellen terwijl u op het superbedieningspaneel kijkt“ (blz. 21)
250 F5.6
+2.0
2010. 09.01
FP BKT
AF
mall
Super Fine
OFF
RC
IS
1
sRGB
ISIS
1
Batterijcontrole
gblz. 13
De flitser wordt
opgeladen gblz. 76
Sluitertijd gblz. 41 – 45
Belichtingscorrectie-indicatie gblz. 47
Belichtingsmeter gblz. 44
Flitssterkte-indicatie gblz. 76
Diafragmawaarde
gblz. 41 – 45
Belichtingscorrectie
waarde gblz. 47
Belichtingsniveau
gblz. 44
Scherpte N gblz. 70
Contrast J gblz. 70
Kleurintensiteit T gblz. 70
Gradatie z gblz. 70
Z&W-filter x gblz. 70
Fototint y gblz. 70
Stand Fotograferen
gblz. 41 – 45
Meervoudige belichting i gblz. 51
Super FP-flitser h gblz. 79
Ruisonderdrukking ml gblz. 72
Auto bracketing
0
g
blz. 49, 51, 69, 77
Kleurruimte # gblz. 114
RC-flitsstand
m
gblz. 80
Beeldstabilisator HIt gblz. 62
AF-hulpverlichtingT gblz. 103
Waarschuwing interne temperatuur
m gblz. 133
Witbalans gblz. 66
Witbalanscorrectie gblz. 68
ISO-gevoeligheid gblz. 50
Lichtmeetstand gblz. 46
Autofocusstand (AF) gblz. 53
Autofocusveld gblz. 56
Beeldkwaliteit
gblz. 64
Flitssterkteregelaar gblz. 76
Aantal stilstaande
beelden dat kan worden
opgeslagen gblz. 144
Datum gblz. 14
Afstandsbediening/zelfontspanner/
repeterende opnamen gblz. 59 – 60
Kaartje
gblz. 136
Beeldeffect
gblz. 70
De functies binnen dit kader kunt u instellen
op het superbedieningspaneel.
Beeldstabilisator
gblz. 62
Flitserfunctie gblz. 73
Gezicht-
sherkenning
gblz. 38
Breedte-hoogteverhouding
gblz. 65
MYSET gblz. 100
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 6 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Basisgids
7
NL
Namen van onderdelen en functies
LCD-monitor (Live view)
Op de LCD-monitor kunt u naast de instellingen ook het zoekerbeeld bekijken (Live view).
Druk op de knop u om Live view te activeren. g“Live view gebruiken“ (blz. 35)
Waarschuwing
interne temperatuur
gblz. 133
250
250
250
F5.6
F5.6
+2.0
+2.0
ISO
ISO
400
400
S
F
F
2
IS
4
:
34
:
3
P
AEL
BKT
HP
FPCF
RC
+2.0
+2.0
1023
1023
1023
0
0
0
S-AF
S-AF
j
j
45:30
45:30
HD
HD
Batterijcontrole
gblz. 13
Lichtmeetstand
gblz. 46
Autofocusstand (AF) gblz. 53
ISO-gevoeligheid
gblz. 50
Flitssterkteregelaar
gblz. 76
MYSET
gblz. 100
AE-lock u
gblz. 48
Stand Fotograferen
gblz. 41 – 45
Diafragmawaarde
gblz. 41 – 45
Sluitertijd
gblz. 41 – 45
Belichtingscorrectiewaarde
gblz. 47
Belichtingscorrectie-
indicatie
gblz. 47
Flitssterkte-indicatie
gblz. 76
Aantal stilstaande
beelden
dat kan worden
opgeslagen gblz. 144
Stand films opnemen
gblz. 84
Beschikbare opnametijd
gblz. 144
Flitser gblz. 76
(knippert: bezig met opladen,
blijft continu zichtbaar: laden is klaar)
AF-teken gblz. 15
Beeldkwaliteit
gblz. 64
Witbalans gblz. 66
Histogram
gblz. 39
Beeldeffecten
gblz. 70
Kaartjegblz. 136
Super FP-flitsstand s gblz. 79
RC-flitsstand q gblz. 80
Auto bracketing t
gblz. 49, 51, 69, 77
Meervoudige belichting
igblz. 51
Home-positie p gblz. 58
Gezichtsherkenning g gblz. 38
MOVIE R gblz. 84
Beeldstabilisator vws
gblz. 62
Flitserfunctie
gblz. 73
Breedte-hoogteverhouding
gblz. 65
Repeterende opnamen
gblz. 59
Zelfontspanner gblz. 60
Afstandsbediening gblz. 60
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 7 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
8
NL
LCD-monitor (weergave)
U kunt het monitorbeeld omschakelen met de knop INFO.
g“Informatiedisplay“ (blz. 89)
[
4032x3024,1/8
]
[
4032x3024,1/8
]
x
10
x
10
2010.09.01
2010.09.01
21:56
21:56
100-0015
100-0015
15
15
L
N
N
±
1.0
±
1.0
x
10
x
10
100-0015
F5.6
F5.6
100
100
±
0.0
±
0.0
ISO
ISO
250
250
15
NATURAL
NATURAL
L
N
N
+
2.0
+
2.0
45
mm
45
mm
WBAUTO
WBAUTO
G
±
0
G
±
0
A
±
0
A
±
0
Batterijcontrole
gblz. 13
Kaartjegblz. 136
Printreservering
Aantal prints
gblz. 121
Beveiligen
gblz. 97
Beeldkwaliteit
gblz. 64
Diafragmawaarde
gblz. 41 – 45
Stand Fotograferen
gblz. 41 – 45
ISO-gevoeligheid gblz. 50
Lichtmeting
stand
gblz. 46
Datum en tijd gblz. 14
Bestandsnummer
Autofocusveld gblz. 56
Belichtingscorrectie
gblz. 47
Sluitertijd
gblz. 41 – 45
Flitssterkteregelaar gblz. 76
Witbalanscorrectie
gblz. 68
Beeldeffect gblz. 70
Kleurruimte
gblz. 114
Witbalans
gblz. 66
Histogram gblz. 89
Volledige
weergave
Vereenvoudigde
weergave
Beeldnummer
Aantal pixels,
compressiefactor gblz. 64
AF-aanpassing
gblz. 118
Breedte-hoogteverhouding
gblz. 65, 115
Beeldrand
gblz. 65
Brandpuntsafstand gblz. 138
(De brandpuntsafstand wordt in eenheden
van 1 mm weergegeven.)
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 8 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Basisgids
9
NL
Voorbereidingen voor het fotograferen
Het uitpakken van de doos
V
o
or
be
re
idi
n
ge
n
vo
or
he
t
fo
Bij de camera worden de volgende onderdelen meegeleverd.
Als er een onderdeel ontbreekt of beschadigd is, neemt u contact op met de dealer waarbij
u de camera hebt gekocht.
Camera Beschermkap
van de camera
Camerariem BLM-5 lithium-
ionbatterij
BCM-5 lithium-
ionlaadapparaat
USB-kabeltje AV-kabel (mono)
OLYMPUS Setup CD-ROM
Handleiding
Garantiekaart
Camerariem bevestigen
2
1
3
Breng de camerariem
aan zoals aangegeven
door de pijlen (1, 2).
Trek de camerariem
tenslotte strak om er zeker
van te zijn dat deze goed
vastzit (3).
Maak het andere
uiteinde van de
camerariem op dezelfde
manier vast aan het
andere bevestigingsoog.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 9 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
10
NL
De batterij gereedmaken voor
gebruik
X
3
2
1
BLM-5 lithium-ionbatterij
Stopcontact
BCM-5 lithium-
ionlaadapparaat
Lichtnetkabeltje
Batterijvergrendeling
Wij raden u aan een reservebatterij bij de hand te houden voor als u langer door wilt gaan
met fotograferen en de gebruikte batterij leeg raakt.
1 Batterij opladen
3
Sluit het klepje van het batterijcompartiment en schuif de
vergrendelknop van het batterijcompartiment in de richting van
E
Druk op de
batterijvergrendeling om
de batterij te ontgrendelen.
Draai de camera om om
de batterij te verwijderen.
Vergrendelknop
van het
batterijcompartiment
Klepje van het
batterijcompartiment
Batterijcontacten
Batterij
uitnemen
2 Batterij inzetten
Amber lichtje : bezig met opladen
OFF : opladen voltooid
(Laadtijd : ca. 3,5 uur)
Amberkleurig knipperen : oplaadfout
Verwijder de beschermkap
van de batterij.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 10 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Basisgids
11
NL
Voorbereidingen voor het fotograferen
Een lens op de camera
bevestigen
2
1
Beschermkap van de camera
1
2
4
3
3
Lenskapje
Koppelingsmarkering
(rood)
2
1
Lensontgrendelknop
1 Verwijder de beschermkap van de
camera en de achterkap van de lens.
2 Een lens op de camera
bevestigen
Controleer of de
cameraschakelaar op OFF staat.
Druk de lensontgrendelknop niet in.
3 Verwijder het lenskapje
(
3, 4)
De lens uit de camera
verwijderen
Terwijl u de lensontgrendelknop (1)
ingedrukt houdt, draait u de lens in
de richting van de pijl (2).
Houd de rode koppelingsmarkering op
de lens tegenover de rode markering
op de camera en steek de lens in het
camerahuis (1).
Draai de lens in de richting van de pijl
tot u een klik hoort (2).
1
2
Achterkap
van de lens
Markering voor
lenskoppeling (rood)
Controleer of de
cameraschakelaar op OFF staat.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 11 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
12
NL
Het kaartje plaatsen
3
Compact Flash
Open het klepje van het kaartje (1, 2).
Plaats het SD/SDHC/SDXC-kaartje (hierna
het
kaartje
genoemd)
tot het vergrendelt (
3
).
Open het klepje van het kaartje (1, 2).
Plaats het CF-kaartje (hierna het
kaartje
genoemd) zo ver mogelijk in de sleuf (
3
).
Klepje van
het kaartje
CF-kaartsleuf
Voorzijde
Uitwerpknop
Geheugenkaartje verwijderen
Open het klepje van het kaartje nooit als
de indicatie-LED Dataverkeer knippert.
Druk de uitwerpknop helemaal in om het
eruit te laten springen.
Neem de kaart eruit.
Druk zachtjes op het geplaatste kaartje
en het springt eruit.
Neem de kaart eruit.
SD-kaartje
Compact Flash
Indicatie-LED Dataverkeer
SD-kaartje
Indicatie-LED
Dataverkeer
Connector
2
1
2
1
Sleuf SD-kaartje
3
Schakel de camera uit voor u het kaartje plaatst of verwijdert.
De camera wordt uitgeschakeld als u het kaartje plaatst of verwijdert terwijl de camera
ingeschakeld is.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 12 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Basisgids
13
NL
Voorbereidingen voor het fotograferen
Camera inschakelen
OFF
ON
Bedieningspaneel
Automatische stofreductie
Zodra u de camera inschakelt, wordt automatisch de functie stofreductie geactiveerd. Hierbij
wordt met behulp van ultrasone trillingen stof en vuil verwijderd van het filteroppervlak van het
beeldopneemelement.
Stel de dioptrie van de zoeker in volgens
uw wensen.
Terwijl u door de zoeker kijkt, verdraait
u langzaam de dioptrieregelaar.
Zodra u het autofocusveld goed
en scherp kunt zien, bent u klaar.
Dioptrie van de zoeker
instellen
Zodra u de camera
inschakelt, verschijnt
de batterijcontrole op
het bedieningspaneel.
Zoeker
Dioptrieregelaar
Autofocusveld
Aan (klaar voor gebruik)
Aan (batterij bijna leeg)
Knippert (opladen nodig)
Schakelt de verlichting van het
bedieningspaneel aan en uit.
LIGHT-knop
Om de camera uit te schakelen, zet u de cameraschakelaar op OFF.
1 Zet de cameraschakelaar op ON.
Cameraschakelaar
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 13 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
14
NL
Datum en tijd instellen
X
--
.
--
.
--
--
:
--
ON
5
SEC
c MENU DISPLAY
FIRMWARE
REC VIEW
s
SETBACK
ENG.
I
n
f
orma
ti
e over
d
a
t
um en
tijd
wor
d
en samen me
t
d
e
b
ee
ld
en
opgeslagen op het kaartje. De bestandsnaam is ook inbegrepen
bij de informatie over datum en tijd. Zorg ervoor dat u de juiste
datum en tijd instelt voor u de camera gebruikt.
CARD SETUP
RESET/MYSET
PICTURE MODE
D
BACK SET
IMAGE ASPECT
4:3
Y
Y/M/D
CANCEL
MD TIME
2010
Y
Y/M/D
CANCEL
M D TIME
2010 09 01 14 00
Y
Y/M/D
M D TIME
SETCANCEL
2010 09 01 14 00
Y
Y/M/D
M D TIME
SETCANCEL
’10.09.01
14:01
ON
SETBACK
ENG.
5
SEC
c MENU DISPLAY
FIRM
REC VIEW
s
X
1 Druk op de knop MENU.
2 Selecteer met ac de optie
[d] en druk daarna op d
3 Selecteer met ac de optie
[X] en druk daarna op d
4 Selecteer met ac de optie
[Y] en druk daarna op d
5 Herhaal deze procedure tot
u datum en tijd volledig heeft
ingesteld.
6 Selecteer met ac
het datumformaat
7 Druk op knop i
8 Druk op de knop MENU
om het menu te verlaten.
MENU-knop
De tijd verschijnt in 24-uurs formaat.
Pendelknop
acbd
Het menuscherm verschijnt op de
LCD-monitor.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 14 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Basisgids
15
NL
Voorbereidingen voor het fotograferen
Stand
Ontspanknop
Indicatie-LED
Dataverkeer
Het sluitergeluid klinkt en de foto wordt gemaakt.
De indicatie-LED Dataverkeer knippert en de camera begint de foto op te nemen.
AF-teken
Diafragma-
waarde
Sluitertijd
1 Kijk door de zoeker en
richt het autofocusveld
op het onderwerp.
2 Stel scherp
3 Maak de foto door de sluiter te ontspannen
Druk de ontspanknop
half in.
Zoeker
Bedieningspaneel
Druk de ontspanknop
helemaal in (tot aan
de aanslag).
Zolang de dataverkeer-LED knippert, mag u de batterij of het kaartje beslist niet
verwijderen. Doet u dat toch, dan kunnen daardoor de opgeslagen beelden verloren
gaan of kan dat verhinderen dat de zojuist door u gemaakte foto's worden opgeslagen.
De scherpstelling is vastgezet als u een pieptoon hoort. Het AF-teken en en het
autofocusveld verschijnen in de zoeker.
De door de camera automatisch gekozen combinatie van sluitertijd en diafragmawaarde
verschijnt.
Het superbedieningspaneel verdwijnt wanneer u de ontspanknop indrukt.
Zoeker
Autofocusveld
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 15 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
16
NL
250
250
250
F5.6
F5.6
ISO-A
ISO-A
200
200
L
N
N
38
38
38
P
u-knop
Horizontale stand
Verticale
stand
Zorg er ook voor dat
u niet uw vingers en
de camerariem voor
de lens, de flitser en de
witbalanssensor houdt.
Een foto maken
terwijl u op de LCD-
monitor kijkt
Het is mogelijk om de LCD-monitor als zoeker te
gebruiken en de compositie van het onderwerp
te controleren, of om te fotograferen terwijl u een
vergrote weergave op de LCD-monitor bekijkt.
g“Live view gebruiken“ (blz. 35)
1 Druk op de knop u
(live bekijken) om over
te schakelen naar live
bekijken.
Het onderwerp wordt
weergegeven op de monitor.
2 Maak de opname door de
ontspanknop in te drukken.
De foto wordt gemaakt met scherpstelling.
Ontspanknop
Vasthouden van de camera
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 16 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Voorbereidingen voor het fotograferenBasisgids
17
NL
u-knop
Een film opnemen
Tijdens fotograferen met live bekijken kunt u een
film opnemen.
1 Druk op de knop u
(live bekijken) om over
te schakelen naar live
bekijken.
Het onderwerp wordt
weergegeven op de monitor.
2 Stel scherp
Druk de ontspanknop half in.
Ontspanknop
n-knop
3 Druk op de n-knop om de opname te starten
Druk nogmaals op de n-knop om de opname te beëindigen.
Terwijl u een film opneemt, drukt u op de ontspanknop om een stilstaand beeld
vast te leggen.
Als de camera gedurende ongeveer 8 seconden niet bediend wordt terwijl de
camera aan staat, wordt de achtergrondverlichting van de monitor donkerder om
de batterijen te sparen. (als het superbedieningspaneel verlicht wordt). Als daarna
ongeveer een minuut lang geen bediening plaatsvindt, schakelt de camera naar
de sluimerstand (stand-by) en stopt te werken. De camera wordt weer geactiveerd
zodra u een van de knoppen indrukt (ontspanknop, q-knop, enz.).
g“BACKLIT LCD (timer displayverlichting)“ (blz. 109), “SLEEP“ (blz. 108)
Als de camera stopt te werken
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 17 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
18
NL
Weergeven/Wissen
Geeft het
vorige beeld
weer
Geeft het
volgende
beeld weer
q-knop
Telkens als u de hoofdregelaar naar U draait,
wordt het beeld vergroot in stappen van 2× tot 14×.
Pendelknop
Hoofdregelaar
ERASE
YES
NO
BACK SET
D-knop
Beelden
weergeven
Als u op knop q drukt, verschijnt de laatst
gemaakte foto.
Close-up
weergeven
Beelden wissen
Geef het beeld weer dat u wilt wissen en druk
op knop D.
Selecteer met ac de optie [YES] en druk
op knop i om het wissen te starten.
Gebruik k om de beelden vooruit
te doorlopen.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 18 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Basisgids
19
NL
Basisfuncties
Basisfuncties
B
as
isf
u
nc
tie
s
U kunt deze camera op drie manieren bedienen.
Het gebruik van de directe knoppen bij het
bedienen van de camera gblz. 20
U kunt functies instellen terwijl de hoofdregelaar
of de subregelaar en de directe knoppen aan een
functie zijn toegewezen. Terwijl u een functie
instelt, wordt de instelinformatie weergegeven
in de zoeker en op het bedieningspaneel en het
superbedieningspaneel. Dit is handig als u de
camera bedient terwijl u het onderwerp in de
zoeker kadreert en om de camera snel te
bedienen terwijl u de instellingen op het
bedieningspaneel controleert.
Instellen terwijl u op het
superbedieningspaneel kijkt gblz. 21
U kunt de functies instellen terwijl de LCD-
monitor het superbedieningspaneel weergeeft.
Op het superbedieningspaneel kunt u de huidige
instellingen bekijken en onmiddellijk aanpassen.
Tijdens live bekijken kunt u functie-instellingen
uitvoeren met live control (gblz. 37) terwijl u
het beeld controleert dat effectief zal worden
opgenomen.
Instellen in het menu gblz. 22
In het menu kunt u de fotografeer- en weergave-
instellingen kiezen en de camerafuncties naar
wens aanpassen.
k
Subregelaar
j
Hoofdregelaar
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 19 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
20
NL
Het gebruik van de directe knoppen
bij het bedienen van de camera
U kunt de directe knoppen op twee manieren gebruiken.
1 Terwijl u een directe knop
ingedrukt houdt, draait u aan de
hoofdregelaar of de subregelaar
Laat de knop los om de functie in te
stellen.
Als u één of twee knoppen
tegelijk heeft ingedrukt, draait
u aan de hoofdregelaar of aan
de subregelaar
De functie blijft gedurende ongeveer
8 seconden geselecteerd. Gedurende
die tijd kunt u de regelaar verdraaien
en de functie instellen. Als u geen
bewerkingen gedurende die tijd uitvoert,
wordt de instelling voor die functie
vervolgens ingesteld. g“BUTTON
TIMER“ (blz. 107)
Lijst met directe knoppen
nee.
Directe
knoppen
Regelaar Functie Zie blz.
1
AF
j Stelt de AF-stand in Blz. 53
d
k Stelt de lichtmeetmethode in Blz. 46
2
MODE
j Stand Fotograferen (P/A/S/M, enz.) Blz. 41
< / Y / j
k
Afstandsbediening/Zelfontspanner/
Repeterende opnamen
Blz. 59 – 60
1+2
AF+MODE
j/k AE bracketing (belichting variëren) Blz. 49
3
# j Stelt de flitserfunctie in Blz. 73
w k Regelen van de flitssterkte Blz. 76
4
WB j/k Stelt de witbalans in Blz. 66
2+4
MODE + WB j/k WB-bracketing Blz. 69
5
F j/k Belichtingscorrectie Blz. 47
3+5
w+F j/k Regelen van de flitssterkte Blz. 76
4+5
WB + F j/k Witbalanscorrectie Blz. 68
6
ISO j/k Stelt de ISO-gevoeligheid in Blz. 50
5+6
F + ISO j/k RESET/MYSET Blz. 101
7
P j/k Autofocusveld selecteren Blz. 56
3
2
1
4
5
6
7
k
Subregelaar
j
Hoofdregelaar
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 20 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Basisgids
21
NL
Basisfuncties
Instellen terwijl u op het
superbedieningspaneel kijkt
1 Druk op de knop INFO om het
superbedieningspaneel weer
te geven
Om het superbedieningspaneel uit te schakelen,
drukt u nogmaals op de
INFO
-knop.
Tijdens live bekijken wordt live control
weergegeven.
g“Het gebruik van live control bij het
bedienen van de camera“ (blz. 37)
g“K CONTROL SETTINGS“ (blz. 109)
3
Met
p
verplaatst u de cursor
naar de functie die u wilt
instellen, waarna u de instelling
wijzigt met de regelaar.
Meer details over de functies die u met het superbedieningspaneel kunt instellen, vindt
u onder “Superbedieningspaneel“ (gblz. 6).
k
Subregelaar
j
Hoofdregelaar
AF
arge
Normal
OFF
ISIS
1
2010. 09.01
RECOMMENDED ISO
arge
Normal
OFF
ISIS
1
Cursor is aan
Toont de geselecteerde
functienaam
arge
Normal
OFF
j /< /Y
ISIS
1
p Pendelknop
i-knop
INFO-knop
2 Druk op knop i
Om het directmenu op te roepen dat op de plaats van de
cursor staat, drukt u op knop
i
. U kunt de instelling ook
in het directmenu wijzigen. Na het wijzigen van de instelling
drukt u op knop
i
om de instelling te bevestigen. Als u enkele
seconden lang geen knop bedient, wordt de actuele instelling
bevestigd en verschijnt het superbedieningspaneel.
Directmenu
P
SINGLE
SINGLE
SINGLE
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 21 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
22
NL
Instellen in het menu
1 Druk op de knop MENU om
de instelling weer te geven
3
Selecteer een functie
met
ac
en ga met
d
naar het instelmenu
2 Selecteer een tabblad met ac en druk daarna op d
Voor meer informatie over de functies die u met het menu kunt instellen,
zie “Menulijst“ (gblz. 146).
Druk op de knop i
om uw instelling te
bevestigen
De huidige instelling verschijnt
op het scherm
CARD SETUP
RESET/MYSET
PICTURE MODE
D
BACK SET
IMAGE ASPECT
4:3
IMAGE STABILIZER
BRACKETING
IS.1
# RC MODE
MULTIPLE EXPOSURE
SETBACK
OFF
OFF
IMAGE STABILIZER
BRACKETING
IS.1
RC MODE
MULTIPLE EXPOSURE
SETBACK
OFF
OFF
IMAGE STABILIZER
BRACKETINGג
OFF
OFF
OFF
OFF
IS.1
RC MODE
MULTIPLE EXPOSURE
SETBACK
I.S. 1
FOCAL LENGTH
50 mm
IMAGE STABILIZER
k
Subregelaar
j
Hoofdregelaar
p Pendelknop
i-knop
MENU-knop
Druk op de knop MENU om
één scherm terug te keren
CARD SETUP
RESET/MYSET
PICTURE MODE
D
IMAGE ASPECT
4:3
CARD SETUP
RESET/MYSET
PICTURE MODE
D
IMAGE ASPECT
4:3
SETBACK SETBACK
j
j
k
Als u een functie selecteert
en aan de hoofdregelaar draait,
wordt automatisch van tabblad
gewisseld en kunt u een functie
op het volgende tabblad
selecteren.
(bd)
(ac)
De regelaars gebruiken om een menu in te stellen
W Fotografeermenu 1
X Fotografeermenu 2
q Weergavemenu
c Custom menu: Fotografeerfuncties aanpassen.
Dit menu bestaat uit 10 tabbladen, A t/m J.
d Setup-menu: Basisfuncties van de camera
instellen.
Functie
d
4 Druk op de knop i om uw instelling te bevestigen
Druk meerdere keren op de knop MENU om het menu te verlaten.
Bedieningsa
anwijzingen
Tabblad
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 22 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
23
NL
Inhoudsopgave
Namen van onderdelen en functies...............................................................................2
Camera .........................................................................................................2
Zoeker...........................................................................................................4
Bedieningspaneel..........................................................................................5
Superbedieningspaneel ................................................................................6
LCD-monitor (Live view)................................................................................7
LCD-monitor (weergave)...............................................................................8
Voorbereidingen voor het fotograferen..........................................................................9
Het uitpakken van de doos............................................................................9
De batterij gereedmaken voor gebruik........................................................10
Een lens op de camera bevestigen.............................................................11
Het kaartje plaatsen ....................................................................................12
Camera inschakelen ...................................................................................13
Datum en tijd instellen.................................................................................14
Stand...........................................................................................................15
Weergeven/Wissen.....................................................................................18
Basisfuncties ...............................................................................................................19
Basisfuncties...............................................................................................19
Het gebruik van de directe knoppen bij het bedienen van de camera ........20
Instellen terwijl u op het superbedieningspaneel kijkt .................................21
Instellen in het menu...................................................................................22
Live bekijken activeren................................................................................................35
Functies beschikbaar tijdens live bekijken ..................................................35
Fotograferen met live bekijken ....................................................................................36
Het gebruik van live control bij het bedienen van de camera......................................37
De gezichtsherkenningsfunctie gebruiken...................................................................38
Fotograferen met handmatig scherpstellen.................................................................38
Het informatiedisplay omschakelen.............................................................................39
Een foto maken terwijl u het effect vergelijkt ...............................................................40
Het werken met vergrote weergave.............................................................................40
Basisgids 2
Lijst met de namen van de cameraonderdelen en de basisstappen voor fotograferen
en weergeven.
1 Live view gebruiken 35
Functies en bewerkingen die alleen beschikbaar zijn tijdens live bekijken worden
uitgelegd.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 23 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
24
NL
Programmagestuurd fotograferen ...............................................................................41
Diafragmavoorkeuze ...................................................................................................42
Sluitertijdvoorkeuze.....................................................................................................43
Handmatig fotograferen (Manual) ...............................................................................44
Tijdopnamen................................................................................................................45
Preview-functie............................................................................................................46
Lichtmeetmethode wijzigen.........................................................................................46
Belichtingscorrectie .....................................................................................................47
AE-lock........................................................................................................................48
AE bracketing (belichting variëren) .............................................................................49
ISO-waarde instellen...................................................................................................50
ISO-bracketing ............................................................................................................51
Meervoudige belichting ...............................................................................................51
Autofocusstand selecteren..........................................................................................53
S-A
F (één keer scherpstellen) ....................................................................53
C-AF (continu scherpstellen).......................................................................54
MF (handmatig scherpstellen).....................................................................54
De methoden S-AF en MF gelijktijdig gebruiken (S-AF+MF)......................55
De methodes C-AF en MF gelijktijdig gebruiken (C-AF+MF)......................55
Autofocusveld selecteren ............................................................................................56
Een AF-kaderstand vastleggen...................................................................58
Repeterende opnamen................................................................................................59
Fotograferen met de zelfontspanner ...........................................................................60
Fotograferen met de afstandsbediening......................................................................60
Anti-shock - trillingen voorkomen ................................................................................62
Beeldstabilisator .........................................................................................................62
De beeldkwaliteit selecteren........................................................................................64
Opnameformaten........................................................................................64
De beeldkwaliteit selecteren .......................................................................65
De beeldverhouding instellen......................................................................................65
Witbalans selecteren...................................................................................................66
Auto WB/preset/custom WB instellen .........................................................67
Witbalanscorrectie.......................................................................................68
Een one-touch witbalans instellen (witbalans met één knop) .....................69
2 Belichting 41
Hier worden de belichtingsfuncties beschreven die belangrijk zijn bij het fotograferen.
Deze functies dienen voor het bepalen van de diafragmawaarde, de sluitertijd en
andere instellingen aan de hand van het meten van de helderheid van het beeld.
3 Scherpstellen en opnamefuncties 53
Hier worden de scherpstelmethodes beschreven die bij diverse onderwerpen
en omstandigheden het meest geschikt zijn.
4 Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect 64
Beschrijving van de beeldinstelfuncties bij digitale camera's
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 24 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
25
NL
WB-bracketing............................................................................................................. 69
Beeldeffecten.............................................................................................................. 70
Ruisonderdrukking ...................................................................................................... 72
Ruisfilter......................................................................................................................72
Flitserfunctie instellen.................................................................................................. 73
Foto
graferen met de ingebouwde flitser...................................................................... 76
Regelen van de flitssterkte.......................................................................................... 76
Flitser-bracketing......................................................................................................... 77
Fotograferen met een externe flitser........................................................................... 78
Fotograferen met het draadloze Olympus RC-flitssysteem ........................................ 80
Gebruik van andere in de handel verkrijgbare flitsers................................................. 82
Films opnemen............................................................................................................ 83
De filmopnamestand wijzigen..................................................................... 84
Geluid opnemen ......................................................................................... 84
Films bekijken ............................................................................................................. 85
Enkel beeld/Gezoomd weergeven.............................................................................. 86
Lic
htbakweergave....................................................................................................... 87
Indexweergave/kalenderweergave ............................................................................. 88
Informatiedisplay......................................................................................................... 89
Diashow ...................................................................................................................... 90
Beelden roteren........................................................................................................... 91
Weergave op een televisie.......................................................................................... 91
Foto's bewerken.......................................................................................................... 93
Beeldoverlapping ........................................................................................................ 95
Beelden kopiëren ........................................................................................................ 96
Beelden beveiligen...................................................................................................... 97
Beelden wissen........................................................................................................... 98
Setup-menu................................................................................................................. 99
X (Datum/tijd instellen) ............................................................................ 99
W (taal voor de monitor wijzigen).......................................................... 99
s (Helderheid van de monitor aanpassen).............................................. 99
5 Gebruik van de flitser 73
Hier wordt beschreven hoe u kunt fotograferen met de ingebouwde of een externe flitser.
6 Films opnemen en bekijken 83
Beschrijft methoden en functies om films op te nemen.
7 Weergavefuncties 86
Beschrijft hoe u de gemaakte opnames kunt weergeven.
8 Instelfuncties 99
Beschrijft de basisinstellingen voor het gebruik van de camera.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 25 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
26
NL
REC VIEW ..................................................................................................99
c MENU DISPLAY.....................................................................................99
FIRMWARE...............................................................................................100
RESET/MYSET.........................................................................................................100
MYSET instellen........................................................................................100
De instellingen resetten.............................................................................101
R AF/MF...................................................................................................................102
AF AREA...................................................................................................102
P SET UP..............................................................................................102
RESET LENS............................................................................................102
BULB FOCUSING.....................................................................................102
FOCUS RING............................................................................................103
MF ASSIST...............................................................................................103
P SET HOME.......................................................................................103
PD AFL......................................................................................................103
AF ILLUMINAT. (AF-lichtbron)..................................................................103
C-AF LOCK...............................................................................................103
AF AREA POINTER..................................................................................103
AF SENSITIVITY.......................................................................................103
S BUTTON/DIAL......................................................................................................104
DIAL FUNCTION.......................................................................................104
DIAL DIRECTION .....................................................................................104
AEL/AFL....................................................................................................105
AEL/AFL MEMO........................................................................................106
BUTTON FUNCTION................................................................................106
BUTTON TIMER.......................................................................................107
A......................................................................................................107
T RELEASE/j.......................................................................................................108
RLS PRIORITY S/RLS PRIORITY C ........................................................108
O fps.....................................................................................................108
U DISP/8/PC..........................................................................................................108
HDMI.........................................................................................................108
VIDEO OUT ..............................................................................................108
SLEEP.......................................................................................................108
LIVE VIEW BOOST...................................................................................109
g FACE DETECT....................................................................................109
G/INFO SETTINGS ................................................................................109
KCONTROL SETTINGS ........................................................................109
HISTOGRAM SETTINGS .........................................................................109
BACKLIT LCD (timer displayverlichting) ...................................................109
8 .............................................................................................................109
VOLUME...................................................................................................109
USB MODE...............................................................................................110
9 De camera volgens uw wensen instellen 102
Beschrijft hoe u de camera-instellingen kunt aanpassen aan uw eigen wensen.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 26 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
27
NL
LEVEL GAUGE......................................................................................... 110
4 h TIMER (Automatische uitschakeling).................................................. 111
PICTURE MODE SETTINGS ................................................................... 111
V EXP/e/ISO........................................................................................................ 111
EV STEP................................................................................................... 111
METERING (meten) ................................................................................. 111
AEL-Meting............................................................................................... 111
ISO STEP ................................................................................................. 111
ISO-AUTO SET ........................................................................................ 111
ISO-AUTO ................................................................................................ 112
BULB TIMER ............................................................................................ 112
ANTI-SHOCK z......................................................................................... 112
W # CUSTOM ......................................................................................................... 112
#X-SYNC................................................................................................. 112
#SLOW LIMIT ......................................................................................... 112
w+F....................................................................................................... 112
X K/ASPECT/COLOR/WB.................................................................................... 113
NOISE REDUCT. (Ruisonderdrukking) .................................................... 113
NOISE FILTER ......................................................................................... 113
WB............................................................................................................ 113
ALL > .................................................................................................. 113
COLOR SPACE........................................................................................ 114
SHADING COMP...................................................................................... 114
K SET .................................................................................................... 114
PIXEL COUNT.......................................................................................... 114
ASPECT SHOOTING ............................................................................... 115
Y RECORD/ERASE................................................................................................. 115
QUICK ERASE ......................................................................................... 115
RAW+JPEG ERASE................................................................................. 115
FILE NAME............................................................................................... 116
EDIT FILENAME....................................................................................... 116
PRIORITY SET......................................................................................... 116
dpi SETTING ............................................................................................ 116
r/% ..................................................................................................... 116
COPYRIGHT SETTINGS ......................................................................... 117
Z MOVIE................................................................................................................. 117
MOVIE R .................................................................................................. 117
R K UTILITY.......................................................................................................... 117
PIXEL MAPPING...................................................................................... 117
EXPOSURE SHIFT .................................................................................. 117
CLEANING MODE.................................................................................... 117
EXT. WB DETECT.................................................................................... 117
AF FOCUS ADJ........................................................................................ 118
AA BATTERY TYPE................................................................................. 119
T WARNING LEVEL .............................................................................. 120
LEVEL ADJUST........................................................................................ 120
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 27 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
28
NL
Printreservering (DPOF)............................................................................................121
Printreservering.........................................................................................121
Enkel beeld reserveren.............................................................................121
Alle beelden reserveren ............................................................................122
Printreserveringsgegevens resetten .........................................................123
Direct printen (PictBridge) .........................................................................................123
Camera aansluiten op een printer.............................................................124
Eenvoudig printen .....................................................................................124
Printen volgens de specificatie van de klant.............................................125
Windows....................................................................................................127
Macintosh..................................................................................................128
Het beeld importeren en opslaan zonder OLYMPUS Viewer 2 of [ib].......................129
Fotografeertips en -informatie ...................................................................................130
Fou
tcodes..................................................................................................................132
Onderhoud van de camera........................................................................................134
Reinigen en opbergen van de camera......................................................134
Reinigingsfunctie – Stof verwijderen.........................................................135
Pixel mapping – Controleren van de beeldbewerkingsfuncties.................135
Info over het kaartje...................................................................................................136
Toe
pasbare geheugenkaartjes .................................................................136
Het geheugenkaartje formatteren .............................................................136
Batterij en laadapparaat ............................................................................................137
Uw laadapparaat in het buitenland gebruiken...........................................................137
Verwisselbare lenzen ................................................................................................138
ZUIKO DIGITAL verwisselbare lens..........................................................138
ZUIKO DIGITAL - lensspecificaties...........................................................139
Lijndiagram van het programma (P-stand) ...............................................................140
Flitsersynchronisatie en sluitertijd .............................................................................141
Waarschuwingsindicatie belichting............................................................................141
10 Printen 121
Beschrijft hoe u uw foto's kunt printen.
11 OLYMPUS Viewer 2/[ib] gebruiken 127
Beschrijft hoe u de beelden van de camera naar uw computer overbrengt en ze daar
opslaat.
12 Fotografeertips en onderhoud 130
Raadpleeg deze paragraaf voor het verhelpen van storingen en het onderhouden
van de camera.
13 Informatie 136
Raadpleeg deze paragraaf voor informatie over leverbare accessoires,
cameraspecificaties en andere nuttige informatie over het fotograferen.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 28 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
29
NL
Beschikbare flitsstanden in de diverse fotografeerstanden....................................... 142
Witbalans en kleurtemperatuur................................................................................. 143
Beeldkwaliteit en bestandsgrootte/het aantal foto's dat kan worden opgeslagen..... 144
Functies die met de MYSET-instelling kunnen worden vastgelegd.......................... 145
Menulijst.................................................................................................................... 146
Technische gegevens ............................................................................................... 153
Systeemschema........................................................................................................ 156
VEILIGHEIDSMAATREGELEN ................................................................................ 158
Index ......................................................................................................................... 165
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 29 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
30
NL
Snelgids
Stand
Correcte scherpstelling
is
niet mogelijk.
Selecteer het AF-kader en maak de foto. Blz. 56
De minimale afstand is afhankelijk van de lens. Ga naar
de voor deze lens minimale afstand tot het onderwerp
en maak een foto.
Blz. 138
De camera kan moeilijk automatisch scherpstellen
op het onderwerp. Gebruik MF om de afstand van
de
scherpstelling te vergrendelen.
Blz. 54,
Blz. 131
Zelfs als er weinig licht is, kan het scherpstellen
gemakkelijker verlopen als de AF-lichtbron wordt gebruikt.
Blz. 103
Scherpstellen op
één
gebied
Selecteer het AF-kader en maak de foto met het
gewenste AF-kader.
Blz. 56
Gebruik MF. Het scherpstellen kan vlotter verlopen als
u
live bekijken gebruikt met een vergroot beeld.
Blz. 38,
Blz. 40,
Blz. 54
Stel [AF SENSITIVITY] in op [SMALL] en stel scherp
op een kleiner gebied.
Blz. 103
Foto's maken van
onderwerpen dichtbij
Gebruik de macrolens voor close-up-foto's. Blz. 138
Foto's maken en het
resultaat controleren
Tijdens live bekijken kunt u een foto maken terwijl u de
lichtbalans, de belichtingscorrectie, het beeldeffect en
andere instellingen controleert op de LCD-monitor.
Blz. 35
U kunt een foto maken terwijl u live multi bekijken
gebruikt, om het effect van de witbalans of
belichtingscorrectie te vergelijken.
Blz. 40
U kunt de preview-functie gebruiken om de scherptediepte
bij een bepaalde diafragmawaarde te controleren.
Blz. 46
U kunt live bekijken gebruiken om de ingestelde
belichtingsinstellingen te controleren.
Blz. 109
U kunt [TEST PICTURE] gebruiken om het beeld op de
LCD-monitor te controleren zonder het beeld op te slaan
op een kaartje.
Blz. 106
Gebruiksduur van de
batterijen verlengen
Als u de ontspanknop half indrukt, beelden weergeeft en
de functie live bekijken gedurende lange tijd gebruikt,
wordt veel batterijvermogen verbruikt. Als u dit minder
vaak doet, zal de batterij langer meegaan.
k
Stel [SLEEP] zo in, dat de camera sneller naar
de
sluimerstand gaat.
Blz. 108
Stel [BACKLIT LCD] zo in, dat de achterverlichting
sneller uitschakelt.
Blz. 109
Het aantal foto's dat
gemaakt kan worden,
verhogen
Verminder de instelling voor het aantal pixels
en de
compressiefactor.
Blz. 64,
Blz. 114
U kunt twee soorten kaartjes gebruiken.
Blz. 12,
Blz. 136
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 30 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
31
NL
Foto's maken bij weinig
licht zonder de flitser
Verhoog de ISO-waarde. Blz. 50
Stel de beeldstabilisatorfunctie in. Blz. 62
De camera instellen om
automatisch te flitsen
als
er weinig licht is
Stel de flitser in op [AUTO]. Blz. 73
Foto's maken zonder
te
witte wittinten of te
donkere zwarttinten
Foto's maken terwijl u het histogram
en
Highlight&Shadow bekijkt.
Blz. 39
Foto's maken terwijl u de sluitertijd en de
diafragmawaarde controleert. Als één van beiden
knippert, is de belichting niet optimaal.
Blz. 4143,
Blz. 141
Stel de gradatie in op [AUTO]. Onderwerpen met groot
contrast worden automatisch aangepast.
Blz. 71
Pas de belichtingscorrectie aan. Blz. 47
Monotint-foto's maken
Stel [PICTURE MODE] in op [MONOTONE]. U kunt
monotint-foto's maken in zwart/wit, sepia-tinten,
purperachtige tinten, blauwachtige tinten en
groenachtige tinten.
Of stel [PICTURE MODE] in op [GRAINY FILM].
Blz. 70
Opgeslagen foto's kunnen worden omgevormd tot
zwart/wit-foto's of foto's met sepia-tinten.
Blz. 93
Foto's maken van een
onderwerp met tegenlicht
Stel de gradatie in op [AUTO]. Blz. 71
Zet de flitserinstelling op [#] (invulflitsen) en maak
de
foto.
Blz. 73
Gebruik spotmeting om de belichting van het onderwerp
in het midden van het beeld te meten. Als het onderwerp
zich niet in het midden van het beeld bevindt, gebruikt
u AE-lock om de belichting te vergrendelen, waarna
u
de kadrering wijzigt en de foto maakt.
Blz. 46,
Blz. 48
Een donkere foto met
tegenlicht lichter maken
U kunt het beeld aanpassen met [SHADOW ADJ] van
[JPEG EDIT].
Blz. 93
Foto's maken met een
onscherpe achtergrond
Met de stand A (diafragmavoorkeuze) kunt u de
diafragmawaarde zoveel mogelijk verlagen. U kunt
de achtergrond nog meer onscherp maken door
de foto
dicht bij het onderwerp te maken.
Blz. 42
Foto's maken die het
bewegende onderwerp
stoppen of een gevoel
van
beweging geven
Gebruik de stand S (sluitertijdvoorkeuze) om de foto
te
maken.
Blz. 43
Foto's maken met
de juiste
kleur
Stel de witbalans in overeenkomstig de lichtbron. U kunt
de instellingen ook fijn bijregelen.
Blz. 66
Als u foto's maakt met WB bracketing, kunt u 3 tot
9
foto's opnemen, waarbij voor elke foto een andere
witbalans wordt gebruikt. Op die manier kunt u foto's
met de gewenste witbalans maken zonder de
instellingen bij te regelen.
Blz. 69
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 31 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
32
NL
Foto's maken zodat de
witte tinten witter worden
en de zwarte tinten
donkerder
Stel de spotmeting in voor lichte of schaduwpartijen. Als
het onderwerp zich niet in het midden van het beeld
bevindt, gebruikt u AE-lock om de belichting te
vergrendelen, waarna u de kadrering wijzigt
en de foto
maakt.
Blz. 46,
Blz. 48
Pas de belichtingscorrectie aan. Als u niet zeker bent
wat de beste belichtingscorrectiewaarde is, kunt
u
eventueel AE bracketing gebruiken.
Blz. 47,
Blz. 49
Stel de gradatie in op [HIGH KEY] of [LOW KEY]
en
maak een foto.
Blz. 71
Foto's maken zonder ruis
Stel de ISO-gevoeligheid in op een lage waarde,
ISO
200 wordt aanbevolen.
Blz. 50
Stel [NOISE REDUCT.] in op [AUTO] of [ON]. Blz. 72
Als de ISO-gevoeligheid ingesteld is op 3.200 of een
andere hoge waarde, stelt u [NOISE FILTER] in
op
[HIGH].
Blz. 72
De weergave in de zoeker
verbeteren
Stel de dioptrie van de zoeker in volgens uw wensen. Blz. 13
Als de zoeker nog steeds moeilijk te bekijken valt nadat
u de dioptrie heeft bijgeregeld, of als u de zoeker zonder
oculair wenst te gebruiken, kunt u de zoeker vervangen
door het optionele oogkapje met dioptriecompensatie.
k
De LCD-monitor
optimaliseren
U kunt de helderheid van de LCD-monitor aanpassen. Blz. 99
Tijdens live bekijken stelt u [LIVE VIEW BOOST]
in op [ON] om het onderwerp gemakkelijker
op de LCD-monitor te kunnen zien.
Blz. 109
Camerabewegingen
beperken
Stel de beeldstabilisatorfunctie in. Blz. 62
Houd de camera stevig vast als u op de ontspanknop
drukt. Als u een lange sluitertijd gebruikt, dient u de
camera te stabiliseren met een statief of een
andere
methode.
Blz. 16
Gebruik de flitser ongeacht de lichtomstandigheden. Blz. 73
Verhoog de ISO-waarde. Als ISO ingesteld is op
[AUTO], stelt u de bovengrens in op een hoge waarde,
bijv. 1.600, zodat de ISO-waarde automatisch wordt
verhoogd als er weinig licht is.
Blz. 50,
Blz. 111
Door de zelfontspanner te gebruiken, kunt u voorkomen
dat de camera beweegt als u op de ontspanknop drukt.
Blz. 60
Foto's maken terwijl
u
nagaat of de camera
waterpas staat
U kunt een waterpas weergeven om na te gaan
of de
camera waterpas staat.
Blz. 110
Roep de hulplijnen op in live bekijken. Kadreer
de
opname zo, dat het onderwerp en de hulplijnen
horizontaal en verticaal uitgelijnd zijn.
Blz. 39,
Blz. 110
Fotograferen met
de
kunstfilter
Stel [PICTURE MODE] in op C tot L. Blz. 70
Een film opnemen Activeer live bekijken en druk op de n-knop. Blz. 83
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 32 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
33
NL
Beelden weergeven
Het beeld weergeven
nadat de foto werd
gemaakt
Stel [REC VIEW] in. U kunt het aantal seconden
instellen voor de weergave van het beeld.
Blz. 99
Het beeld weergeven
nadat de foto werd
gemaakt en nodeloze
beelden verwijderen
Stel [REC VIEW] in op [AUTO q]. Als u een foto heeft
gemaakt, gaat de camera automatisch naar de stand
Weergeven, zodat u het beeld kunt verwijderen.
Blz. 99
Nagaan of het
gefotografeerde
onderwerp scherp staat.
Gebruik gezoomd weergeven om na te gaan of het
onderwerp scherp staat.
Blz. 86
Snel het gewenste
beeld
zoeken
Met indexweergave kunt u zoeken in een index van 4 tot
100 beelden.
Blz. 88
Gebruik de kalenderweergave om te zoeken
op de
datum waarop de foto werd gemaakt.
Blz. 88
Beelden bekijken op een
televisie
Gebruik de AV-kabel of de HDMI-kabel om opgenomen
beelden weer te geven op uw televisie. U kunt
de
beelden ook als een diashow bekijken.
Blz. 91,
Blz. 92
Beelden vergelijken
U kunt de lichtbakweergave gebruiken om twee beelden
naast elkaar weer te geven.
Blz. 87
U kunt een ander beeld weergeven zonder de vergroting
te wijzigen.
Blz. 86
Instellingen
Instellingen opslaan
U kunt tot vier camera-instellingen die u regelmatig
gebruikt, vastleggen als MYSET.
Door de instelling vast te leggen, kunt u deze selecteren
a
ls een van de
fotografeerstanden zoals P, S, A, M.
Wijs MYSET 1 tot 4 ook toe aan de gewenste knop
(</P/V(Preview)) in [BUTTON FUNCTION],
zo
dat
u deze functie gemakkelijk kunt gebruiken
ti
jdens
het fotograferen.
Blz. 100
Taal voor de monitor
wijzigen
U kunt de taal voor de monitor wijzigen. Blz. 99
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 33 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
34
NL
Indicaties die in deze handleiding gebruikt worden
De knoppictogrammen in deze handleiding verwijzen naar de pictogrammen
op het camerahuis. Zie “Namen van onderdelen en functies“ (gblz. 2).
In deze handleiding komt j
overeen met de hoofdregelaar aan de achterzijde
van de camera.
In deze handleiding komt k
overeen met de subregelaar aan de voorzijde van
de camera.
De gebruiksaanwijzingen van de directe knopp
en, het superbedieningspaneel
en het menu worden in deze handleiding als volgt beschreven.
•“+“ geeft handelingen aan die tegelijkertijd worden uitgevoerd.
•““ geef
t aan dat u moet doorgaan met de volgende stap.
bijv.: Bij het instellen van de witbalans
In deze handleiding worden overal de vo
lgende symbolen toegepast.
Directe knop WB + j/k
Superbedieningspaneel ip : [WB]
Menu MENU[c][X][WB]
x Opmerkingen
Belangrijke informatie over factoren die tot storingen
of pro
blemen bij de bediening kunnen leiden. Daaronder
ook waarschuwingen voor handelingen die u absoluut
dient te voorkomen.
Handige informatie en tips voor een optimaal gebruik van
uw camera.
g Verwijzin
gen naar pagina's met details of relevante informatie.
TIPS
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 34 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
1
Live view gebruiken
1
35
NL
Live view gebruiken
U kunt de LCD-monitor ook als zoeker gebruiken. U kunt het belichtings- of witbalanseffect
en de compositie van het onderwerp bekijken terwijl u de foto maakt.
Sluit de zoekersluiter, zodat het licht dat via de zoeker binnenvalt, geen invloed heeft
op de belichting terwijl u fotografeert met live bekijken.
1 Druk op de knop u.
De spiegel klapt omhoog en het onderwerp verschijnt
op de LCD-monitor.
•Als [AF MODE] is inge
steld op [C-AF]
, wordt het
automatisch ingesteld op [S-AF] (of [S-AF+MF]
indien het was ingesteld op [C-AF+
MF]).
Functies beschikbaar tijdens live bekijken
De volgende functies zijn beschikbaar tijdens het live bekijken.
Scherpstellen tijdens Live view
Een foto maken terwijl u de scherpstelling handmatig aanpast gblz. 38
Een foto maken terwijl u op een gezicht scherpstelt gblz. 38
Een foto maken terwijl u de scherpstelling controleert door het scherp te stellen gebied
te vergroten gblz. 40
Een foto maken met faseverschil-AF gblz. 103,
105
Een foto maken terwijl u het effect controleert
Een foto maken nadat u de belichtingscorrectie of de witbalans hebt vergeleken gblz. 40
Een foto maken terwijl u het effect van de beeldstabilisator controleert (gblz. 62)
De informatie op de LCD-monitor omschakelen
De informatieweergave in-/uitschakelen. Het histogram of hulplijnen
weergegeven gblz. 39
Controleren van het onderwerp op de monitor, ook bij weinig licht gblz. 109
x Opmerkingen
Als er een sterke lichtbron binnen het scherm aanwezig is, kan het beeld donkerder
weergegeven worden, maar het wordt normaal opgeslagen.
Als de functie Live bekijken langdurig wordt gebruikt, stijgt de temperatuur van het
beeldopneeme
lement waardoo
r beelden met een hoge ISO-gevoeligheid veel ruis en
oneffenheden in de kleur vertonen. Schakel de camera enige tijd uit zodat deze kan afkoelen.
Live view stopt zodra u de lens vervangt.
Live bekijken activeren
u-knop
Zoekersluiter
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 35 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
1
Live view gebruiken
36
NL
1 Druk de ontspanknop half in.
Zodra de camera heeft scherpgesteld, stoppen het
AF-teken en het AF-kader met knipperen.
Wanneer u een andere lens dan een high-speed Imager
A
F-compatibele len
s gebruikt, licht de n
scherpstelbevestig
ing mogelijk niet op. Het kan moeilijk
zijn om automatisch scherp te stellen.
2 Maak een foto door de ontspanknop helemaal
in te drukken.
Foto's maken terwijl u de hoek van de LCD-monitor
wijzigt
U kunt de hoek van de LCD-monitor op de camera
wijzigen. Op die manier kunt u in een moeilijke
hoek fotograferen terwijl u de kadrering van het
onderwerp op de LCD-monitor controleert.
Draai de LCD-monitor langzaam binnen
het toegelaten bereik.
Fotograferen met live bekijken
AF-teken
Autofocusteken
250
250
250
F5.6
F5.6
P
CF
S
F
F
1023
1023
1023
270°
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 36 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Live view gebruiken
1
37
NL
Het volgende scherm, dat tegelijk fotografeerfuncties en de bijbehorende opties weergeeft,
wordt live control genoemd. U kunt live control weergeven en gebruiken door tijdens live
bekijken op de knop
i te drukken. U kunt de kunstfilter, de witbalans en andere effecten
instellen terwijl u live bekijken controleert. Wanneer het superbedieningspaneel wordt
weergegeven, drukt u op de knop INFO om het scherm om te schakelen.
Beschikbare functies
1 Druk op de knop i om live control weer te geven
Druk nogmaals op de knop i om live control uit te schakelen.
2 Verplaats de cursor met de hoofdregelaar naar de functie die u wilt instellen,
en selecteer de instellingen met de su
bregelaar, waarna u op de knop i drukt
Als u geen bewerkingen gedurende die tijd uitvoert, wordt de instelling voor die functie bevestigd.
U kunt ook de pendelknop gebruiken in plaats van de regelaars.
Afhankelijk van de geselecteerde fotografeerstand zijn bepaalde menu's niet beschikbaar.
U kunt ook het superbedieningspaneel weergeven.
g“K CONTROL SETTINGS“ (blz. 109)
Het gebruik van live control bij het bedienen
van de camera
Beeldstabilisator ..............................Blz. 62 Flitserfunctie ...............................Blz. 73
Beeldeffect ................................. Blz. 70 Regelen van de flitssterkte ........... Blz. 76
Witbalans ...................................... Blz. 66 Lichtmeetstand ............................Blz. 46
j/</Y ............................ Blz. 59 – 60 ISO-gevoeligheid .........................Blz. 50
Breedte-hoogteverhouding .............Blz. 65 Gezichtsherkenning .....................Blz. 38
Beeldkwaliteit ............................. Blz. 64 Filmgeluidsopname ...................... Blz. 84
L F
WB
:
:
AUTO
AUTO
j
P
AUTO
5
2
3 1
>
HD
Functies
Instelling
L F
WB
:
:
AUTO
AUTO
j
P
AUTO
5
2
3 1
>
HD
Cursor
Subregelaar
k
Hoofdregelaar
j
Cursor
Toont de naam van de
geselecteerde instelling
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 37 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
1
Live view gebruiken
38
NL
Door [g FACE DETECT] in te stellen op [ON], detecteert de camera gezichten van mensen
in het kader en past hij de scherpstelling en de meting automatisch aan.
Stel het AF-kader in op B en de lichtmeetstand op e. Wijs [Fn FACE DETECT] toe aan
de Fn-knop om de beste instellingen voor het fotograferen van mensen eenvoudig te kunnen
kiezen.
Om de <-knop of
V
(preview)-knop te kunnen gebruiken, moet [Fn FACE DETECT]
vooraf ingesteld zijn in het menu. g“BUTTON FUNCTION“ (b
lz. 106)
Nadat u [g FACE DETECT] hebt ingesteld op [ON] met de knop < of met de knop V
(previ
ew), worden de volgende functies automatisch ingesteld op de beste waarden
voor het fotograferen van mensen.
1 Als de camera een gezicht detecteert, wordt er een
kader op deze plaats weergegeven.
Als u de ontspanknop indrukt, stelt de camera scherp op
de positie van het gezichtsherkenningskader (als er echter
een enkele AF-kader is geselecteerd met
[AF AREA]
, dan
stelt de camera scherp op het geselecteerde AF-kader).
x Opmerkingen
Tijdens repeterende opnamen werkt de
gezichtsherkenning alleen bij de eerste opname.
Afhankelijk van het onderwerp is het mogelijk dat
de camera het gezicht niet correct detecteert.
Deze functie is alleen beschikbaar tijdens live bekijken.
Wanneer u faseverschil-AF gebruikt, stelt de camera scherp met het AF-kader dat zich het
d
ichtst bij het wee
rgegeven kader bevindt.
Tijdens het live bekijken kunt u handmatig scherpstellen terwijl u de scherpstelling
op de LCD-monitor controleert.
1
Stel de AF-stand in op [S-AF+MF] of [MF].
g
“Autofocusstand selecteren“ (blz. 53)
2 Stel scherp door de scherpstelring te draaien.
Nadat u de ontspanknop half hebt ingedrukt of op de AEL / AFL-knop hebt gedrukt, kunt
u in de [S-AF+MF]-stand de scherpste
lring draaien om scherp te stellen voordat u een
foto maakt.
De vergrote weergave is erg handig om handmatig scherp te stellen. g“Het werken me
t
ve
rgrote weergave“ (blz. 40)
De gezichtsherkenningsfunctie gebruiken
Directe knop
</V (preview)-knop
(De instelling verandert telkens als u op de knop drukt.)
Superbedieningspaneel ip[g FACE DETECT]
Menu MENU[c][U][g FACE DETECT][ON]
Functie Instelling Zie blz.
METERING (meten) e Blz. 46
GRADATION AUTO Blz. 71
AF MODE S-AF Blz. 53
AF AREA B Blz. 56
Fotograferen met handmatig scherpstellen
1023
1023
250
250
250
F5.6
F5.6
S
F
F
P
CF
1023
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 38 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Live view gebruiken
1
39
NL
U kunt de informatie die wordt weergegeven op de monitor wijzigen door herhaaldelijk
op INFO te drukken. U kunt de weergegeven informatie ook omschakelen door aan
de regelaar te draaien terwijl u op de INFO-knop drukt.
Snel omschakelen naar de vaak gebruikte weergave:
j U kunt de informatieweergave voor alle standen verbergen behalve “Informatieweergave aan“.
[G/INFO SETTINGS] (gblz
. 109)
Het histogram lezen:
j Hieronder ziet u hoe u de histogramweergave makkelijk kunt aflezen.
1 Als de grafiek hier veel pieken heeft, zal het beeld voornamelijk
donk
er zijn.
2 Als de
grafiek hier veel pieken heeft, zal het beeld voornamelijk
wit
zijn.
3 Het g
roene gedeelte in het histogram laat de verdeling van
de
helderheid binnen het spotmeetgebied zien.
Het informatiedisplay omschakelen
TIPS
250
250
250
F5.6
F5.6
P
CF
S
F
F
1023
1023
1023
250
250
250
F5.6
F5.6
S
F
F
P
1023
1023
1023
250
250
250
F5.6
F5.6
S
F
F
P
1023
1023
1023
SETWB
/
F
+0.7
+0.3
+1.0
+0.7
0.0
-0.3
+0.3
0.0
Informatieweergave aan
*1
Alleen beeld
Histogramweergave
Highlight&shadow-
weergave
*2
Multi-weergave
*2
(gblz. 40)
250
250
250
F5.6
F5.6
P
CF
S
F
F
1023
1023
1023
Vergrote weergave
*2
(gblz. 40)
*1 Met [G/INFO SETTING] (Blz. 109) kunt u ook [w]/[x]/[y]/[&] selecteren als compositieraster.
*2 Dit wordt weergegeven wanneer [G/INFO SETTINGS] (gblz. 109) op [ON] staat.
Sommige items worden, afhankelijk van de instellingen, niet weergegeven.
*3 Wanneer u verschillende opnamen maakt (gblz. 51) of wanneer [LEVEL GAUGE] (gblz. 110)
is ingesteld op [ON], gaat de informatieweergave naar “Meervoudige weergave“ en “Digitale
waterpasweergave“.
*3
INFO
+ j
INFO
1
2
3
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 39 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
1
Live view gebruiken
40
NL
U kunt de belichtingscorrectie of de witbalans controleren op een scherm met vier beelden.
1 Druk herhaaldelijk op de knop INFO
om de multiweergave weer te geven.
g“Het informatiedisplay omschakelen“ (blz. 39)
De vergelijkingsscherm voor de belichtingscorrectie
verschijnt. Druk op a om over te sc
hakelen naar het
vergelijkingsscherm voor de witbalans. Druk op ac
om van scherm te veranderen.
2 Gebruik bd of de regelaar om de waarde te
selecteren en druk vervolgens op de knop i.
U kunt een foto maken met de ingestelde waarde.
x Opmerkingen
Belichtingscorrectie is niet mogelijk in de stand M of BULB.
Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer het beeldeffect is ingesteld op een kunstfilter.
Wanneer de waarde van de belichtingscorrectie groter is dan ±3, wordt het effect niet correct
we
ergegeven.
U kunt het onderwerp vergroot afbeelden op de LCD-monitor. Het vergroten van het beeld
tijdens MF vereenvoudigt het bevestigen en aanpassen van de scherpstelling.
1 Druk op de Fn-knop/V (preview)-knop om de vergrote weergave weer te geven.
Het kader voor vergroting wordt weergegeven.
Druk in deze toestand de ontspanknop half in en stel scherp op basis van het kader voor
vergroting, ongea
cht de instelling van het AF-kader. (Zoomkader-AF)
2 Gebruik p om het kader te verplaatsen en druk op de Fn-knop/V (preview)-knop.
Het gebied binnen het kader wordt vergroot en weergegeven.
Druk in deze toestand de ontspanknop half in om scherp te stellen terwijl het beeld gezoomd is.
Houd de i-knop ingedrukt om het kader voor vergroting weer in het midden te zetten nadat
het kader is verplaatst.
3 Draai de regelaar om de vergroting te veranderen (5×/7×/10×/14×).
Gebruik p om het beeld te schuiven, zelfs tijdens vergroting.
Druk op de i-knop, of houdt de Fn
-knop/V (preview)-knop ingedrukt om de vergrote
weergave te annuleren.
Het beeld vergroten door alleen de scherpstelring te draaien:
g“MF ASSIST“ (blz. 103)
Het
beeld vergroten wanneer de
Fn-knop/V (preview)-knop is ingesteld op een andere
functie:
j
Druk op de
INFO
-knop om de vergrote weergave weer te geven, en druk vervolgens op de knop
i
.
g“Het informatiedisplay omschakelen“ (blz. 39)
Een foto maken terwijl u het effect vergelijkt
Het werken met vergrote weergave
TIPS
SETWB
/
F
+0.7
+0.3
+1.0
+0.7
0.0
-0.3
+0.3
0.0
250
250
250
F5.6
F5.6
P
1023
1023
1023
10x
10x
Fn-knop/
V (preview)-knop
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 40 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
2
Belichting
2
41
NL
Belichting
Aan de hand van de helderheid van het onderwerp kiest de camera een optimale combinatie
van diafragmawaarde en sluitertijd.
Terwijl u de knop
MODE
ingedrukt houdt, draait u de
hoofdregelaar om de fotografeerstand in te stellen op
P
.
Als de ontspanknop half is ingedrukt, worden de sluitertijd
en diaf
rag
mawaarde weergegeven op de zoeker
en op het bedieningspaneel.
Programma-aanpassing (%)
Door in de stand P de hoofdregelaar (of de subregelaar)
te verdraaien, kunt u de combinatie van diafragma en
sluitertijd wijzigen terwijl de belichting optimaal blijft.
g“Lijndiagram van het programma (P-stand)“ (blz. 140)
Na het maken van de foto blijft deze instelling actief. Als
u de instelling voor de programma-aanpassing wenst
op te heffen, draait u aan de hoofdregelaar (of de subregelaar) tot % verdwijnt
uit de zo
eker of het bedieningspaneel, of schakelt u de camera uit.
Bij gebruik van een flitser is er geen programma-aanpassing mogelijk.
De sluitertijd en diafragmawaarde knipperen:
j
De camera kan de foto niet optimaal belichten. Voor meer informatie, zie “Waarschuwingsindicatie
belichting“ (
g
blz. 141).
Programmagestuurd fotograferen
TIPS
MODE-knop
j
AF-teken
Stand Fotograferen
Sluitertijd
Diafragmawaarde
Bedieningspaneel
Zoeker
Zoeker
Programma-aanpassing
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 41 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
42
NL
2
Belichting
De camera kiest automatisch de sluitertijd die past bij de diafragmawaarde die u hebt
ingesteld. Naarmate u het diafragma verder opent (door een lagere diafragmawaarde te
kiezen), neemt de scherptediepte verder af waardoor de achtergrond eerder onscherp wordt.
Naarmate u het diafragma verder sluit (door een hogere diafragmawaarde te kiezen), neemt
de scherptediepte toe. Gebruik deze stand als u details aan de achtergrond wilt toevoegen.
Terwijl u de knop MODE ingedrukt houdt, draait
u de hoofdregelaar om de fotografeerst
and
in te stellen op A.
Draai de hoofdregelaar
(of subregelaar) om de diafragmawaarde
in te stellen.
De scherptediepte bij de ingestelde diafragmawaarde controleren:
j Zie “Preview-functie“ (gblz. 46).
Het interval van de belichtingsaanpassing wijzigen:
j Kan worden ingesteld in stappen van 1/3 EV, 1/2 EV of 1 EV. g“EV STEP“ (blz. 111)
De sluitertijd knippert:
j
De camera kan de foto niet optimaal belichten. Voor meer informatie, zie “Waarschuwingsindicatie
belichting“ (
g
blz. 141).
Diafragmavoorkeuze
TIPS
Bij een lagere
diafragmawaarde
(f-waarde)
Bij een hogere
diafragmawaarde
(f-waarde)
MODE-knop
j
Diafragma sluiten (F-waarde is verhoogd)
Diafragma verder openen
(F-waarde wordt lager)
Diafragmawaarde
Zoeker
Bedieningspaneel
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 42 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Belichting
2
43
NL
De camera kiest automatisch de diafragmawaarde die past bij de sluitertijd die u hebt
ingesteld. Stel de sluitertijd in voor het soort effect dat u wilt bereiken. Met snelle sluitertijden
kunt u snelbewegende onderwerpen toch scherp op de foto krijgen, terwijl u met een trage
sluitertijd bewegingsonscherpte krijgt waarmee u een effect van snelheid of beweging kunt
creëren. Stel de sluitertijd in voor het soort effect dat u wilt bereiken.
Terwijl u de knop MODE ingedrukt houdt, draait
u de hoofdregelaar om de fotografeerstand in te stellen
op
S
. Draai de hoofdregelaar (of subregelaar) om de
sluitertijd in te stellen
.
De foto is onscherp:
j Tijdens macro- en telefoto-opnamen is het risico groot dat u de camera niet stil genoeg houdt
waardoor de opname onscherp wordt. Om dit te voorkomen, kiest u een snellere sluitertijd,
of gebruikt u een statief met 1 of 3 poten.
j Als de
sluitertijd lang is, is de kans groter dat de camera beweegt. U kunt bewegingen
van
de camera beperken door gebruik te maken van de beeldstabilisator.
g“B
eeldstabilisator“
(blz. 62)
Het interval van de belichtingsaanpassing wijzigen:
j Kan worden ingesteld in stappen van 1/3 EV, 1/2 EV of 1 EV. g“EV STEP“ (blz. 111)
De diafragmawaarde knippert:
j De camera kan de foto niet optimaal belichten. Voor meer informatie,
zie “Waarschuwingsindicatie belichting“ (gblz. 141).
Sluitertijdvoorkeuze
TIPS
Een korte
sluitertijd kan
een snelle actie
“bevriezen“
zonder beweging-
sonscherpte.
Door een langere
sluitertijd wordt
een opgenomen
snelle actie
onscherp. Deze
onscherpte roept
het gevoel van
een dynamische
beweging op.
MODE-knop
j
Langere sluitertijd
Kortere sluitertijd
Sluitertijd
Zoeker
Bedieningspaneel
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 43 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
44
NL
2
Belichting
Hierbij kiest u zelf de gewenste combinatie van sluitertijd en diafragma. U kunt zien hoeveel
het afwijkt van de juiste belichting door de belichtingsmeter te gebruiken. Hierbij hebt
u creatief de vrije hand, zowel qua instellingen als qua belichting.
Terwijl u de knop MODE ingedrukt houdt, draait u de
hoofdregelaa
r om de fotografeerstand in te stellen op M.
Draai aan de regelaars om de diafragmawaarde en de
sluit
ertijd in te stellen.
Het aantal beschikbare diafragmawaarden hangt af van het gebruikte lenstype.
De sluitertijd kan worden ingesteld van 1/8.000 tot 60 seconden.
In de M-st
and
verschijnt de belichtingsmeter op het superbedieningspaneel. Het geeft
het verschil aan (binnen een bereik van -3 EV tot +3 EV) tussen de belichting volgens
uw huidige instelling (diafragma en sluitertijd), en de optimale belichting zoals de camera
die hee
ft
berekend. Als het verschil groter is dan ±3 EV, knippert de volledige indicator.
Ruis in foto's
Tijdens het fotograferen met een lange sluitertijd kan er ruis op het scherm verschijnen. Deze
verschijnselen kunnen optreden als in delen van het beeldopneemelement die normaliter niet
aan licht worden blootgesteld, kleine elektrische stromen worden opgewekt die de temperatuur
in het beeldopneemelement of in de elektronica van het beeldopneemelement doen stijgen.
Dit kan ook gebeuren als u met een hoge ISO-waarde fotografeert bij extreem hoge
omgevingstemperaturen. Om deze ruis te reduceren, activeert de camera
de ruisonderdrukking.
g“Ruisonderdrukking“ (blz. 72)
Handmatig fotograferen (Manual)
Diafragmawaarde: draai de
hoofdregelaar om de waarde
in te stellen.
Sluitertijd: Gebruik de subregelaar
om de waarde in te stellen.
MODE-knop
j
Onderbelichting
Optimale belichting
Overbelichting
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 44 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Belichting
2
45
NL
De foto is onscherp:
j Het gebruik van een statief met 1 of 3 poten wordt aanbevolen bij het fotograferen met een lange
sluitertijd.
j Als de
sluitertijd lang is, is de kans groter dat de camera beweegt. U kunt bewegingen van
de
camera beperken door gebruik te maken van de beeldstabilisator.
g“B
eeldstabilisator“
(blz. 62)
Het interval van de belichtingsaanpassing wijzigen:
j Kan worden ingesteld in stappen van 1/3 EV, 1/2 EV of 1 EV. g“EV STEP“ (blz. 111)
De functies van de hoofdregelaar en de subregelaar omschakelen:
j U kunt de functies omschakelen die met de hoofdregelaar en de subregelaar worden ingesteld.
g
“DIAL FUNCTION“ (blz. 104)
x Opmerkingen
Belichtingscorrectie is niet mogelijk in de stand M (handmatig).
Bij een tijdopname maakt u een foto waarbij de sluiter open blijft staan zolang
u de ontspanknop ingedrukt houdt.
U kunt ook tijdopnamen maken met een apart verkrijgbare afstandsbediening (RM-1)
of afstandsbediening
(RM-CB1). g“Tijdopnamen met de afstandsbediening“ (blz. 61)
Terwijl u de knop MODE ingedrukt houdt, draait u de r
egelaar om de fotografeerstand
in te stellen op [BULB].
“buLb“ verschijnt in de zoeker en op het bedieningspaneel.
Om een tijdopname automatisch te stoppen na een bepaalde tijdsperiode:
j U kunt voor tijdopnamen een maximumtijd instellen. g“BULB TIMER“ (blz. 112)
Om tijdens fotograferen met handmatig scherpstellen de scherpstelling te
vergrendelen:
j U kunt de scherpstelling vergrendelen zodat deze zelfs niet wijzigt als u de scherpstelring
verdraait. g“BULB FOCUSING“
(blz. 102)
x Opmerkingen
De volgende functies zijn niet beschikbaar tijdens tijdopnamen.
Repeterende opnamen/opnamen met de zelfontspanner/AE-bracketing/beeldstabilisator/
flitser-bracketing/b
elichtingscorrectie
TIPS
Tijdopnamen
TIPS
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 45 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
46
NL
2
Belichting
De zoeker geeft het scherpstelgebied weer (scherptediepte) met de geselecteerde
diafragmawaarde.
Druk op de knop V (Preview) om de preview-functie
te gebruiken.
De camera kan de helderheid van het onderwerp op vijf manieren meten: digitale ESP-
meti
ng, lichtmeting met nadruk op het centrum en drie soorten spotmeting. Selecteer
de methode die het meest geschikt is voor de lichtomstandigheden.
Instellingenvenster
G Digitale ESP-meting
Tijdens live bekijken meet de camera de lichtniveaus en berekent de lichtniveauverschillen op
324 verschillende plaatsen van het beeld (49 plaatsen wanneer u fotografeert met de zoeker).
Deze methode wordt aanbevolen voor normaal fotograferen.
Als u de AF-gesynchroniseerde functie op [ESP
+AF] zet, wordt h
et licht gemeten rondom het
autofocusveld waarop u scherpstelt. Deze functie is beschikbaar wanneer u fotografeert met
de zoeker (faseverschil-AF).
Preview-functie
Lichtmeetmethode wijzigen
Directe knop G + k
Superbedieningspaneel ip: [METERING]
Menu MENU[c][V]
[METERING]
G : Digitale ESP-meting
H : Lichtmeting met nadruk op het centrum
I :Spotmeting
IJ : Spotmeting - bij veel lichte partijen
IK : Spotmeting - bij veel schaduwpartijen
Zoek
er
Bedieningspaneel
V (Preview)-knop
i-knop
G-knop
MENU-knop
k
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 46 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Belichting
2
47
NL
H Lichtmeting met nadruk op het centrum
Deze meetmethode berekent het gemiddelde van de lichtniveaus van
het onderwerp en de achtergrond, maar het centrum van het beeld telt
hier zwaarder mee. Kies deze methode als u wilt voorkomen dat het
lichtniveau van de achtergrond de belichting van het onderwerp
te sterk beïnvloedt.
I Spotmeting
De camera meet het lichtniveau binnen een heel klein gebied dat in
de zoeker wordt aangegeven door het spotmetingskader. Gebruik
deze methode bij opname
n met fel tegenlicht.
IJ Spotmeting - bij veel lichte partijen
Als de achtergrond over het algemeen erg licht is, zullen bij een
normale automatische belichting de witte partijen lichtgrijs worden.
Met deze lichtmeetmethode gaat de camera een beetje
overbelichte
n
zodat de witte partijen wit blijven.
Het meetgebied is hetzelfde als bij spotmeting.
IK Spotmeting - bij veel schaduwpartijen
Is de achtergrond over het algemeen erg donker, dan worden de zwarte partijen bij een normale
automatische belichting grijs. Met deze lichtmeetmethode gaat de camera een beetje onderbelichten
zodat de zwarte partijen ook zwart worden weergegeven. Het meetgebied is hetzelfde als bij
spotmeting.
Soms kunt u betere resultaten krijgen als u de belichting die de camera heeft berekend,
handmatig bijregelt. Vaak komen heldere onderwerpen (zoals sneeuw) donkerder op de foto
dan ze in feite zijn. Door een beetje over te belichten (belichtingscorrectie richting +) gaan
deze tinten eruitzien zoals ze in werkelijkheid zijn. Op dezelfde wijze kunt u de tinten van
donkere onderwerpen corrigeren, maar nu in de richting –. U kunt de belichting stapsgewijs
corrigeren binnen een bereik van –5.0 EV tot +5.0 EV.
Belichtingscorrectie
Directe knop F + j/k
: Lichtmeetgebied
-2.0EV
±0 +2.0EV
Instellen in
de richting –
Instellen in
de richting +
F-knop
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 47 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
48
NL
2
Belichting
De belichtingscorrectie-indicatie verschijnt. Bij een belichtingscorrectie met de waarde
0 verschijnt de belichtingscorrectie
-indicatie niet.
Als de belichtingscorrectiewaarde groter is d
an de schaal van de belichtingscorrectie-
indicatie, knippert de indicatie in de zoeker en op het bedieningspaneel. Een rode vw
wordt aan de linker- en rechterrand van de indicatie weergegeven op het
superbedieningspaneel.
Het interval van de belichtingsaanpassing wijzigen:
j Kan worden ingesteld in stappen van 1/3 EV, 1/2 EV of 1 EV. g“EV STEP“ (blz. 111)
De belichting aanpassen met de regelaars:
j Bij het instellen van de belichtingscorrectiewaarde hoeft u de F-knop niet in te drukken.
g“DIAL FUNCTION“
(blz. 104)
x Opmerkingen
Belichtingscorrectie is niet mogelijk in de M- en BULB-stand.
Als de belichtingscorrectiewaarde groter is dan
±3, wordt het effect niet correct weergegeven
tijdens live bekijken.
De gemeten belichtingswaarde kunt u vasthouden met knop AEL/AFL (AE-lock). Gebruik
AE-lock als u een andere belichting wilt toepassen dan de gebruikelijke belichting bij deze
situatie.
Door de ontspanknop half in te drukken worden normaliter zowel de scherpstelling
(AF – autofocus) als de automatische belichting AE vastgehouden, maar u kunt
ook alleen de belichting vasthouden door knop AEL/AFL in te drukken.
Als u op de knop AEL/AFL
drukt z
odra de gewenste
meetwaarde wordt aangegeven, zal deze belichting
worden vastgehouden.
Door nogmaals op de knop AEL/AFL te
drukken,
wordt de AE-lock geannuleerd.
TIPS
AE-lock
1/3 EV 1/2 EV
Ingesteld op stappen van 1/3 EV
Ingesteld op stappen van 1/2 EV
AEL/AFL-knop
Zoeker
AE-lock
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 48 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Belichting
2
49
NL
De belichting alleen vasthouden wanneer de knop AEL/AFL wordt ingedrukt:
g“AEL/AFL MEMO“ (blz. 106)
Als u het moeilijk vindt om de knop AEL/AFL en de ontspanknop tegelijk
in te drukken:
j U kunt de functies van de AEL/AFL-knop en van de <-knop omschakelen.
g“A“ (blz. 107)
AE-lock activeren met een ingestelde lichtmeetmethode:
j U kunt de gewenste lichtmeetmethode instellen aan de hand waarvan u de belichting
wilt vasthouden met AE-lock.
g“A
EL-Meting“
(blz. 111)
De camera neemt automatisch meerdere opnamen en belicht hierbij elke opname telkens
een beetje anders. Zelfs in situaties waarbij het moeilijk is om een juiste belichting te krijgen
(bijv. bij tegenlicht of in het halfduister), kunt u uit de serie foto's met verschillende
belichtingsinstellingen (belichtings- en correctiewaarden) de foto kiezen die u het beste
bevalt. De foto's worden in deze volgorde gemaakt: foto met optimale belichting, foto
met belichtingscorrectie in de richting –, foto met belichtingscorrectie in de richting +.
Belichtingscorrectiewaarde: 0,3, 0,5, 0,7 of 1,0
Aantal beelden: 2, 3, 5 of 7
De beschikbare correctiewaarde is af
hankeli
jk van het aantal beelden.
De correctiewaarde en het aantal beelden wijzigt
als de EV-stap wordt gewijzigd.
g“EV STEP“ (b
lz. 111)
Instellingenvenster
TIPS
AE bracketing (belichting variëren)
Directe knop MODE + AFj/k
Menu MENU[X][BRACKETING][AE BKT]
Zoeker Bedieningspaneel
bijv.) Als BKT op [3 F 1.0 EV] ingesteld is
-1.0EV +1.0EV±0
Aantal beelden
EV STEP
Bracketing
Aantal beelden
EV STEP
Correctiebereik
De belichtingswaarde voor de resterende
beelden knippert tijdens het fotograferen.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 49 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
50
NL
2
Belichting
Begin met fotograferen.
Bij enkelbeeldopnamen wijzigt de belichting te
lkens als u de ontspanknop indrukt.
Bij repeterende opnamen houdt u de ontspanknop in
gedrukt tot het geselecteerde aantal
foto's is genomen.
Zodra u de ontspanknop loslaat, stopt het fotograferen met flitser-bracketing. Als deze
st
opt
, knippert 0 in de zoeker en op het bedieningspaneel en verschijnt 0 in groen
op het superbedieningspaneel.
Hoe corrigeert AE bracketing de belichting bij elke fotografeerstand
Afhankelijk van de gekozen fotografeerstand wordt de belichting als volgt gecorrigeerd:
Stand P : Diafragmawaarde en sluitertijd
St
and A : Sluitertijd
St
and S : Diafragmawaarde
St
and M : Sluitertijd
AE
bracketing toepassen op de belichtingswaarde die u hebt gecorrigeerd:
j Corrigeer de belichtingswaarde en gebruik daarna de functie AE bracketing. AE bracketing
is nu toegepast op de belichtingswaarde die u hebt gecorrigeerd.
Hoe hoger de ISO-waarde, hoe hoger de lichtgevoeligheid van de camera en hoe minder
licht u nodig hebt om te kunnen fotograferen. Bij hoge ISO-waarden gaat uw foto's
er echter korrelig uitzien.
[AUTO] :
De gevoeligheid wordt automatisch ingesteld
aan de hand van de lichtomstandigheden.
Voor
[ISO-AUTO SET]
kunt u de
standaardwaarde (waarde die normaal
wordt gebruikt als de optimale belichting
kan worden verkregen) en de bovengrens
(bovengrens van ISO die automatisch
wijzigt) instellen.
g“ISO-AUTO
SET“ (blz. 111)
[100 - 6400] : Vast ingestelde ISO-waarde. [ISO STEP] kan worden gewijzigd in [1/3EV]
of [1EV]. g“ISO STEP“ (blz. 111)
Instellingenvenster
125 en 1250 worden in de zoeker respecti
evelijk weergegeven als 120 en 1200.
TIPS
ISO-waarde instellen
Directe knop ISOj/k
Superbedieningspaneel ip: [ISO]
Zoeker Bedieningspaneel
AUTO :
100 :
6.400 :
ISO-knop
i-knop
k
MENU-knop
j
G-knop
Als [AUTO] ingesteld is, wordt de
standaardwaarde weergegeven.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 50 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Belichting
2
51
NL
Weergave na instelling
In de stand M de
ISO-waarde automatisch laten instellen:
j Normaal gezien is de AUTO-instelling niet beschikbaar in de M-stand, maar u kunt het instellen
voor alle fotografeerstanden. g“ISO-AUTO“
(blz. 112)
De camera maakt automatisch foto's met verschillende ISO-gevoeligheid maar met dezelfde
sluitertijd en diafragmawaarde. 3 beelden met verschillende belichting worden opgenomen
in de volgorde van de ingestelde ISO-gevoeligheid (optimale belichting bij instelling
op [AUTO]), belichting in de richting – en belichting in de richting +.
Belichtingscorrectiewaarde: 0.3, 0.7 of 1.0
De correctiewaarde wordt ingesteld in stappen van 1/3 EV, ongeacht de instelling voor
de ISO-stap.
Aantal beelden: 3
x Opmerkingen
Bracketing wordt uitgevoerd, ongeacht de bovengrens die werd ingesteld met
[ISO-AUTO SET]
.
Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer het beeldeffect is ingesteld op een kunstfilter.
Hiermee worden verschillende beelden op elkaar geplaatst en als één enkel beeld
opgeslagen. Het beeld wordt opgeslagen met de beeldkwaliteit die ingesteld is op het
ogenblik waarop het beeld wordt opgeslagen.
U kunt de foto die u maakt op het beeld plaatsen, of u kunt in de stand Weergeven een
opgenomen beeld op het beeld plaatsen.
MULTIPLE EXPOSURE
In de fotografeerstand kunt u tot 4 foto's bove
n elkaar pla
atsen en als één beeld opslaan.
U kunt ook een opgeslagen RAW-beeld selecteren en verschillende foto's maken om een
overlappend beeld te maken.
[FRAME] : Selecteer [2F], [3F] of [4F] voor het aantal beelden dat u wenst te maken.
[AUTO GAIN] : Bij de instelling [ON] wordt de helderheid van elk beeld ingesteld op
“1/aantal gemaakte foto's“ en worden de beelden op elkaar geplaatst.
Bij de instelling [OFF] worden de beelden op elkaar geplaatst met
de oorspronkelijke helderheid van elk beeld.
[OVERLAY] : Bij de instelling [ON] kunt u bovenop een RAW-beeld dat op een kaartje
is opgeslagen, verschillende foto's plaatsen en als een afzonderlijk beeld
opslaan. Het aantal gemaakte foto's is één eenheid kleiner dan het
aantal beelden dat ingesteld is bij [FRAME].
Zoeker Bedieningspaneel
Als
[AUTO]
ingesteld is, worden ISO-A
en de ISO-waarde weergegeven die
door de camera werden bepaald. Voor
alle andere instellingen wordt ISO en
de ingestelde waarde weergegeven.
Wanneer een instelling van 3200 of
hoger wordt ingesteld, knippert ISO.
Bij een andere instelling dan AUTO
wordt ISO weergegeven. Wanneer
een instelling van 3200 of hoger
wordt ingesteld, knippert ISO.
TIPS
ISO-bracketing
Menu MENU[X][BRACKETING][ISO BKT]
Meervoudige belichting
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 51 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
52
NL
2
Belichting
IMAGE OVERLAY
In de stand Weergeven kunt u tot 4 RAW-beelden
op
elkaar plaatsen en als één beeld opslaan.
g“Beeldoverlapping“ (blz. 95)
Instellingenvenster
Als meervoudige belichting ingesteld is,
wordt u weergegeven op het bedieningspaneel
en het superbedieningspaneel. Als de opname wordt
ond
erbro
ken, knippert u en wordt i groen weergegeven op het superbedieningspaneel.
Het beeld tijdens de opname annuleren:
j Als u op knop D drukt, wordt de laatst gemaakte foto geannuleerd.
Meerdere foto's maken terwijl u de kadrering van elk beeld controleert:
j Fotograferen met live bekijken. De overlappende beelden worden semitransparant op de LCD-
monitor weergegeven, zodat u tijdens het fotograferen de positie van de beeldoverlapping kunt
controleren.
5 of meer beelden op elkaar plaatsen:
j Als u 5 of meer beelden op elkaar wenst te plaatsen, slaat u het beeld op als een RAW-bestand
en gebruikt u [OVERLAY] om de meervoudige opname te herhalen.
x Opmerkingen
Als meervoudige belichting ingesteld is, wordt [SLEEP] automatisch ingesteld op [OFF].
RAW-beelden die met een andere camera werden gemaakt, kunnen niet worden gebruikt
voor het overlapp
end beeld.
•Als [OVERLAY] ingest
eld is op [ON]
, worden de beelden die worden weergegeven als een
RAW-beeld wordt geselecteerd, ontwikkeld met de instellingen op het ogenblik van
de opname.
Om de fotografeerfuncties in te stellen, dient u eerst de functie meervoudige belichting
te annuleren. Bepaalde functies kunnen niet worden ingesteld.
De functie Meervoudige belichting wordt in de volgende situaties automatisch opgeheven.
De camera wordt uitgeschakeld/U drukt op de q-kn
op/U drukt
op de MENU-knop/U drukt
op de n-knop/De batterij heeft geen vermogen meer/De kaart werd verwisseld/De LCD-
monitor is gesloten/De USB-kabel, AV-kabel of HDMI-minikabel wordt aangesloten
De informatie voor het eerste beeld tijdens Meervoudige opname wordt als opnamegegevens
we
ergegeven.
Wanneer het beeldeffect is ingesteld op C tot L, is meervoudige belichting niet
b
e
schikbaar met MYSET of Y/X.
Menu MENU[X][MULTIPLE
EXPOSURE]
Bedieningspaneel
TIPS
FRAME
AUTO GAIN
OVERLAY
OFF
OFF
OFF
MULTIPLE EXPOSURE
BACK SET
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 52 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
3
Scherpstellen en opnamefuncties
3
53
NL
Scherpstellen en opnamefuncties
Deze camera beschikt over drie autofocusstanden: S-AF, C-AF, en MF.
U kunt foto's maken door de S-AF- of C-AF-functie met de MF-functie te combineren.
Instellingenvenster
S-AF (één keer scherpstellen)
Zodra u de ontspanknop indrukt, stelt de camera één keer scherp.
Als het scherpstellen mislukt, laat u de ontspanknop los en drukt u deze nogmaals half in.
Deze methode is geschikt voor het fotograferen van niet of nauwelijks bewegende
onderwerpen.
Druk de ontspanknop half in.
Zodra de camera heeft scherpgesteld, stopt het AF-teken
met knipp
eren
.
U hoort een pieptoon zodra de camera klaar is met
scherpste
llen.
Autofocusstand selecteren
Directe knop AF+j
Superbedieningspaneel ip: [AF MODE]
Zoeker Bedieningspaneel
S-AF :
C-AF :
MF :
S-AF+MF :
C-AF+MF:
AF-knop
i-knop
k
MENU-knop
j
AF-teken
Zoeker
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 53 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
3
Scherpstellen en opnamefuncties
54
NL
Bij weinig licht kan de camera in een AF-stand soms moeilijk automatisch scherpstellen:
j De ingebouwde flitser kan als AF-lichtbron fungeren. Op die manier kunt u gemakkelijker
scherpstellen als er weinig licht is en u de AF-stand gebruikt.
g“AF ILLUMINAT. (AF-lichtbron)“ (blz. 103)
Als u snel wenst om te schakelen van de AF-stand naar MF:
j
Door [MF] te registreren bij de <-knop, de P-knop of de V (preview)-knop, kunt u naar
de MF-stand schakelen door gewoon op die knop te drukken.
g“BUTTON FUNCTION“ (blz. 106)
Als u ook wenst te fotograferen als het onderwerp niet scherpgesteld is:
j Zie “RLS PRIORITY S/RLS PRIORITY C“ (gblz. 108).
Als u niet wenst dat het AF-kader in de zoeker wordt weergegeven als scherpgesteld
is op het onderwerp:
j Het AF-kader in de zoeker wordt rood als het onderwerp scherp staat. U kunt instellen dat het
AF-kader niet verschijnt. g“AF AREA POINTER“
(blz. 103)
C-AF (continu scherpstellen)
De camera herhaalt het scherpstellen terwijl de ontspanknop half ingedrukt blijft. Als
het onderwerp zich verplaatst, blijft de camera de scherpstelling continu aanpassen
(Predictive AF). Ook al beweegt het onderwerp of verandert u de compositie van de foto,
de camera blijft bezig met scherpstellen.
Druk de ontspanknop half in en blijf hem in deze stand houden.
Zodra de camera klaar is met scherpstellen, stopt het AF-teken met knipperen.
Het AF-teken licht niet meer op, ook
a
l is de scherpstelling in orde.
De camera blijft continu bezig met scherpstellen. Ook al beweegt het onderwerp, en zelfs
als u d
e compositie van de foto wijzigt: de camera blijft steeds bezig met scherpstellen.
U hoort een pieptoon zodra de camera klaar is met scherpstellen. U hoort deze pieptoon
niet meer na de de
rde keer scherpstellen in de stand continu AF, ook al is er goed
scherpgesteld.
De camera stelt scherp op iets dat voor het onderwerp passeert:
j U kunt de camera zo instellen, dat de scherpstelling niet wordt gewijzigd, zelfs als de afstand tot
het onderwerp wijzigt. g“C-AF LOCK“ (blz. 103)
MF (handmatig scherpstellen)
Met deze functie kunt u handmatig scherpstellen op elk onderwerp.
Stel scherp met de scherpstelring.
TIPS
TIPS
)
Dichtbij
Scherpstelring
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 54 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Scherpstellen en opnamefuncties
3
55
NL
De draairichting van de scherpstelring wijzigen.
j U kunt de draairichting van de scherpstelring naar eigen voorkeur instellen: rechtsom of juist
linksom naar de stand oneindig. g“FOCUS RING“ (blz. 103)
Bevestiging of daadwerkelijk is scherpgesteld op het onderwerp (scherpstelhulp):
j Als u de lens handmatig scherpstelt op een onderwerp (door de scherpstelring te verdraaien),
stopt het AF-teken met knipperen zodra uw scherpstelling overeenkomt met de autofocusmeting
van de camera. Als B is ingesteld met [AF AREA], licht het AF-teken op zodra in het middelste
AF-kader is scherpgesteld op het onderwerp. (Alleen wanneer de zoeker wordt gebruikt)
De scherpstelling nauwkeurig aanpassen (MF assist):
j U kunt het onderwerp vergroot op het scherm controleren door de scherpstelring te draaien
terwijl u fotografeert met live bekijken. g“MF ASSIST“ (blz. 103)
De methoden S-AF en MF gelijktijdig gebruiken (S-AF+MF)
Met deze functie kunt u, zodra de camera heeft scherpgesteld met de methode S-AF,
de scherpstelling handmatig bijregelen met de scherpstelring.
Druk de ontspanknop half in. Als AF bevestigd is, draait u aan de scherpstelring
om de scherpstelling fijn bij te regelen.
x Opmerkingen
Als u na het handmatig bijregelen met de scherpstelring de ontspanknop loslaat en opnieuw
half indrukt, wordt uw scherpstelling ongedaan gemaakt en stelt de camera opnieuw scherp.
De methodes C-AF en MF gelijktijdig gebruiken (C-AF+MF)
Stel scherp met de scherpstelring en druk de ontspanknop half in om de C-AF-methode
te activeren.
Zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt, kunt
u
niet handmatig scherpstellen (MF).
Als u de ontspanknop niet indrukt, kunt u han
dmatig scherpstellen (MF).
Een andere manier om handmatig scherp
te stellen in de stand C-AF:
j U kunt knop AEL/AFL instellen om C-AF te activeren. g“AEL/AFL“ (blz. 105)
x Opmerkingen
Als u na het handmatig bijregelen met de scherpstelring de ontspanknop loslaat en opnieuw
half indrukt, wordt uw scherpstelling ongedaan gemaakt en stelt de camera opnieuw scherp.
TIPS
TIPS
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 55 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
3
Scherpstellen en opnamefuncties
56
NL
Bij automatisch scherpstellen kan de camera gebruikmaken van 11 AF-kaders. Selecteer
de optimale AF-kaderstand overeenkomstig uw onderwerp en de kadrering.
Er zijn twee AF-kaderstanden: Alle AF-kaders, waarbij AF wordt toegepast op alle AF-kaders,
en enkelvoudig AF-kader, waarbij AF wordt gecentreerd rond één geselecteerd AF-kader.
B Alle AF-kaders
De camera stelt automatisch scherp op het onderwerp dat
zich voor de camera
bevindt en maakt daarbij gebruik van
de 11 AF-kaders. Dit is interessant als u bewegende
onderwerpen fotografeert of als u de scherpstelling
laat uitvoeren door de camera.
M Enkelvoudig AF-kader
(o Klein enk
e
lvoudig AF-kader)
De camera stelt scherp met behulp van één geselecteerd
AF
-kader. Dit is handig als u nauwkeurig wenst scherp
te stellen op het onderwerp nadat u de opname heeft
gekadreerd. Met M kunt u scherpstellen in een bereik
dat iets groter is dan één AF-kader, maar u kunt het bereik
enkel instellen binnen het AF-kader. Als [SMALL]
geselecteerd is voor [AF SENSITIVITY], wijzigt
de weergegeven instelling automatisch in o.
g“AF SENSITIVITY“ (blz. 103)
N Dynamisch enkelvoudig AF-kader
Als de camera niet kan scherpstellen op het onderwerp
met
behu
lp van het geselecteerde AF-kader, stelt de
camera scherp met behulp van het naastliggende
AF-kader.
Autofocusveld selecteren
Geselecteerd
AF-kader
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 56 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Scherpstellen en opnamefuncties
3
57
NL
Als de knop wordt losgelaten, wordt het momenteel
geselecteerde AF-kader gemarkeerd. Als M of N
ingesteld is, kunt u het AF-kader selecteren dat op
dat ogenblik moet worden gebruikt. Hoe u dat doet,
leest u bij Stap 2 in “Positie van het AF-kader
selecteren“ (gblz. 57) in de volgende paragraaf.
•Als M of
N
is geselecteerd, kunt u aan de regelaar
draaien om het AF-kader te selecteren.
•Als M of N
is ingesteld, kunt u het AF-kader selecteren met p.
Positie van het AF-kader selecteren
Selecteer het AF-kader dat u wenst te gebruiken voor de stand Enkelvoudig AF-kader.
1 Door op de knop P te drukken en uw vinger op te heffen, kunt u het AF-kader
selecteren.
2 Gebruik de hoofdregelaar / subregelaar of
de pendelknop om het AF-kader te selecteren.
De hoofdregelaar heeft dezelfde functie als ac,
terwijl de subregelaar dezelfde functie heeft als bd.
Druk op de knop i o
m
de positie van het AF-kader
weer in te stellen op het centrum.
De werking selecteren als het AF-kader geselecteerd is:
j
U kunt de werking van de regelaars en van de pendelknop wijzigen om het AF-kader te selecteren.
g“P SET UP“ (blz. 102)
De positie van het AF-kader selecteren met de pendelknop zonder op de knop P
te drukken:
j Druk de ontspanknop half in en laat hem los, gebruik vervolgens de pendelknop om de positie
van het AF-kader te wijzigen. g“BUTTON FUNCTION“
(blz. 106)
Autofocus uitvoeren met het opgegeven punt:
j U kunt autofocus uitvoeren met de positie en de grootte van het kader voor vergroting.
g“Het werken met vergrote weergave“
(blz. 40)
x Opmerkingen
Wanneer u fotografeert met live bekijken, kunt u de stand Dynamisch enkelvoudig AF-kader
niet gebruiken.
Directe knop P + j/k
Superbedieningspaneel ip: [AF AREA]
P + k
Menu MENU[c][R][AF AREA]
TIPS
P-knop
i-knop
k
MENU-knop
j
AF-knop
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 57 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
3
Scherpstellen en opnamefuncties
58
NL
Een AF-kaderstand vastleggen
U kunt een vaak gebruikte AF-kaderstand en de positie van het AF-kader vastleggen.
Vervolgens kunt u de vastgelegde instelling (“home-positie“) snel laden en gebruiken
tijdens het fotograferen.
Vastleggen
1 Selecteer de positie van het AF-kader en druk
op de i-knop.
De home-positie wordt vastgelegd als
u op de knoppen drukt.
De home-positie kan niet worden vastgelegd
wa
nneer
u de directe knop gebruikt.
Stand
Om deze functie te gebruiken, dient u [P HOME] vooraf toe te wijzen aan een van
de knoppen Fn, P of V (preview). gblz. 106
1 Druk op de knop waaraan [P HOME] is toegewezen.
De vastgelegde home-positie wordt geselecteerd. Druk nogmaals op deze knop
om naar de oorspronkelijke AF-kaderstand te gaan.
x Opmerkingen
De AF-gevoeligheid wordt niet opgenomen als u de home-positie vastlegt.
Menu MENU[c][R][P SET HOME]
[̖] SET HOME
BACK
SET
HP
Geeft aan dat het AF-kader
wordt vastgelegd.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 58 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Scherpstellen en opnamefuncties
3
59
NL
Enkelbeeldopnamen o Telkens als u de ontspanknop indrukt, maakt
de camera één foto (in de stand Fotograferen).
Repeterende opnamen H l Zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt, maakt
de camera 5 opnamen/sec. (in de stand S-AF, MF).
Repeterende opnamen L O Maakt foto's met de ingestelde snelheid
(g“O fps“ (blz. 108)) zolang u de ontspanknop ingedrukt
houdt.
Druk de ontspanknop helemaal in en houd deze
inge
drukt
. De camera blijft achter elkaar door
fotograferen tot u de knop loslaat.
De scherpstelling, de belichting en witbalans van de
eerst
e
opname (tijdens S-AF, MF) worden vastgehouden.
x Opmerkingen
Als tijdens repeterende opnamen de batterijspanningsindicator begint te knipperen, stopt
de camera met fotograferen en begint de gemaakte foto's op te slaan op het geheugenkaartje.
Al
s batterijvoeding te laag is, kan de camera misschien niet alle foto's opslaan.
Instelmethode
Instellingenvenster
Repeterende opnamen
Directe knop </Y/jk
Superbedieningspaneel ip: [j/</Y]
Zoeker Bedieningspaneel
Repeterende opnamen H :
Repeterende opnamen L :
zelfontspanner na 12 seconden :
zelfontspanner na 2 seconden :
Afstandsbediening :
2-seconden afstandsbediening :
Anti-shock-indicatie:
Een knipperende indicatie in de zoeker of op he
t bedieningspaneel en het symbool D
op het superbedieningspaneel geven aan dat anti-shock is ingeschakeld.
Mogelijk aantal
repeterende opnamen
< / Y / j-knop
k
Enkelbeeldopnamen
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 59 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
3
Scherpstellen en opnamefuncties
60
NL
Deze functie maakt fotograferen met de zelfontspanner mogelijk. U kunt hierbij de camera
zo instellen dat de foto na 12 seconden of na 2 seconden wordt gemaakt. Bij fotograferen
met de zelfontspanner kunt u de camera het beste op een statief zetten.
Voor de instelmethode, zie “Repeterende opnamen“ (gblz. 59).
Druk de ontspanknop helemaal in.
•Als Y12
s geselect
eerd is:
De zelfontspanner-LED brandt eerst ongeveer
10 seconden continu, begint dan ongeveer
2 seconden lang te knipperen, en daarna
wor
d
t de foto gemaakt.
•Als Y2s g
e
selecteerd is:
De zelfontspanner-LED knippert ongeveer
2 seconden lang, en daarna wordt de foto gemaakt.
Om de ingeschakelde zelfontspanner voortijdig
te stoppen, drukt u op de < / Y / j-knop.
x Opmerkingen
Druk de ontspanknop niet in terwijl u recht voor de camera staat omdat de camera dan bij een
half-ingedrukte ontspanknop gaat scherpstellen op het verkeerde onderwerp.
Zoekersluiter
Als u fotografeert zonder door de zoeker te kijken, sluit
u de zoekersluiter om de zoeker te blokkeren, zodat er
geen licht in de zoeker komt en de belichting wijzigt.
Zet de zoekersluiterhendel omhoog.
Met behulp van de optionele afstandsbediening RM-1 kunt u een zelfportret of een opname
b
ij
nachtlicht maken zonder dat u de camera hoeft aan te raken.
U kunt de camera zo instellen dat, na het indrukken van de ontspanknop op
de afstandsbediening, de foto onmiddellijk of na 2 seconden wordt gemaakt.
Met de optionele afstandsbediening kunt u ook tijdopnamen maken.
Voor de instelmethode, zie “Repeterende opnamen“ (gblz. 59).
Zoekersluiter gblz. 60
Zet de camera stevig op een statief, richt de
afstandsbediening op de ontvanger op de camera
en druk op de ontspanknop van de afstandsbediening.
•Als <0s is geselecteerd:
De scherpstelling en belichting worden
vastgeho
uden, het afstandsbedieningslampje
knippert en de foto wordt gemaakt.
•Als <2s i
s geselecteerd:
De scherp
stelling en belichting worden
vastgeho
uden, het afstandsbedieningslampje
knippert en na ongeveer 2 seconden wordt
de foto gemaakt.
Fotograferen met de zelfontspanner
Fotograferen met de afstandsbediening
Zelfontspanner-LED
Zoekersluiterhendel
Afstandsbedieningslampje
Ontvanger van
afstandsbedieningssignalen
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 60 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Scherpstellen en opnamefuncties
3
61
NL
Effectief bereik van de afstandsbediening
Richt de afstandsbediening op de ontvanger op de camera binnen het bereik dat hieronder
staat aangegeven.
Als sterk licht zoals direct zonlicht op de ontvanger van de afstandsbediening schijnt of als
TL-licht of apparaten, die elektrische golven of radiogolven uitstralen, in de buurt zijn,
kan dit het effectieve bereik verkleinen.
Het afstandsbedieningslampje knip
pert ni
et als u op de ontspanknop van
de afstandsbediening drukt:
j Het uitgezonden signaal bereikt de camera niet als de ontvanger op de camera wordt
blootgesteld aan fel licht. Houd de afstandsbediening dichter bij de camera en druk opnieuw
op de ontspanknop van de afstandsbediening.
j Het u
itgezonden signaal bereikt de camera niet als de afstand tot de camera te groot is.
Houd
de afstandsbediening dichter bij de camera en druk opnieuw op de ontspanknop
van de afstandsbediening.
j Het
signaal wordt gestoord. Richt de afstandsbediening op de ontvanger op de camera en houdt
de C
H-knop en de W- of T-zoomknop op de afstandsbediening tegelijk gedurende minstens drie
seconden ingedrukt, tot het afstandsbedieningslampje op de camera knippert of u een pieptoon
hoort om aan te geven dat het signaal ontvangen is.
Het fotograferen via de afstandsbediening uitschakelen:
j Na het fotograferen via de afstandsbediening wordt deze functie niet automatisch uitgeschakeld.
Druk op knop < / Y / j om de camera op [o] (enkelbeeldopnamen) te zetten, etc.
Gebruik van de ontspanknop op de camera tijdens het fotograferen via
de afstandsbediening:
j
De ontspanknop op de camera werkt altijd, ook in de stand “Fotograferen via de afstandsbediening“.
x Opmerkingen
Er wordt geen foto gemaakt als de camera niet heeft kunnen scherpstellen op het onderwerp.
Bij fel licht is het afstandsbedieningslampje moeilijk te zien waardoor u moeilijk kunt bepalen
of de foto wel gemaakt is.
Met de afstandsbediening kunt u niet in- of uitzoomen.
Tijdopnamen met de afstandsbediening
Terwijl u de knop MODE ingedrukt houdt, draait u de hoofdregelaar om de fotografeerstand
in te stellen op [BULB]. g“Tijdopnamen“ (blz. 45)
TIPS
Ca. 5 m (binnenshuis)
Ca. 3 m (buitenshuis)
Ca. 3 m (binnenshuis)
Ca. 2 m (buitenshuis)
Ca. 3 m (binnenshuis)
Ca. 2 m (buitenshuis)
Afstandsbediening
Ontvanger van
afstandsbedieningssignalen
Druk bij de afstandsbediening op knop W
om de sluiter te openen.
Zodra de bij “BULB TIMER“ (gblz. 112)
ingestelde tijd is verstreken, gaat
de sluiter automatisch dicht.
Druk op knop T om de sluiter
te sluiten.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 61 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
3
Scherpstellen en opnamefuncties
62
NL
U kunt de interval instellen tussen het moment waarop de camera de spiegel omhoogklapt,
en het moment waarop de sluiter opengaat. Hiermee voorkomt u dat de camera tijdens de
opname trilt door het opklappen van de spiegel. Deze functie kan handig zijn bij astrofotografie
en microscoopfotografie of andere fotografische situaties waarin een zeer lange sluitertijd wordt
gebruikt en trilling van de camera tot een minimum moet worden beperkt.
1 MENU[c][V][ANTI-SHOCK z]
2 Selecteer de tijd (tussen 1/8 en 30 seconden) die moet verstrijken tussen het
omhoogklappen van de spiegel en het ontspannen van de sluiter en druk
daarna op de i-knop.
3
Anti-shock wordt apart toegevoegd aan de fotografeerfuncties (enkelbeeldopnamen,
repeterende opnamen, en opnamen met de zelfontspanner en de afstandsbediening).
Voor de instelmethode, zie “Repeterende opnamen“ (
g
blz. 59).
U kunt de camerabeweging beperken die zich vaak voordoet als u foto's maakt wanneer
er weinig licht is of wanneer u fotografeert bij een hoge vergroting.
OFF Beeldstabilisator is uitgeschakeld.
I.S. 1 Beeldstabilisator is ingeschakeld.
I.S. 2 Wordt gebruikt als u met de camera in horizontale richting wenst te bewegen om
een onscherpe achtergrond te verkrijgen. De horizontale beeldstabilisator wordt
uitgeschakeld en enkel de verticale beeldstabilisator is ingeschakeld.
I.S. 3 Wordt gebruikt als u met de camera in verticale richting wenst te bewegen om een
onscherpe achtergrond te verkrijgen (kantelen). De verticale beeldstabilisator wordt
uitgeschakeld en enkel de horizontale beeldstabilisator is ingeschakeld.
Anti-shock - trillingen voorkomen
Beeldstabilisator
Superbedieningspaneel ip: [IMAGE STABILIZER]
Menu MENU[X][IMAGE STABILIZER]
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 62 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Scherpstellen en opnamefuncties
3
63
NL
De brandpuntsafstand instellen
Door vooraf de brandpuntsafstand van de lens in te stellen,
kunt u de beeldstabilisator gebruiken met andere lenzen
dat Four Thirds-lenzen. Deze instelling wordt uitgeschakeld
als u een Four Thirds-lens bevestigt.
1 Druk op de knop F als de beeldstabilisator
ingeschakeld is.
2 Gebruik de regelaar of ac om de
brandpuntsafstand in te stellen, en druk op i.
Kies de waarde die het dichtst aansluit bij de waarde die op de lens gedrukt staat.
U kunt [IS MO
DE] toewijzen aan de Fn-knop om deze als directe knop te gebruiken.
x Opmerkingen
De beeldstabilisator kan te grote camerabewegingen of camerabewegingen die optreden
wanneer de sluitertijd op de langste tijd is ingesteld, niet corrigeren. In dergelijke gevallen
dient u een statief te gebruiken.
Als u een statief gebruikt, dient u [IMAGE STABILIZ
ER]
in te stellen op [OFF].
Als u een lens met een beeldstabilisatiefunctie gebruikt, schakelt u de beeldstabilisatiefunctie
van de lens of van de camera
uit.
•Als [IMAGE ST
ABILIZER]
is ingesteld op [I.S.1], [I.S.2] of [I.S.3] en u de camera uitschakelt,
zal de camera trillen. De reden hiervoor is dat de camera het mechanisme van de
beeldstabilisator initialiseert. Zonder deze initialisering kan de beeldstabilisator niet
goed werken.
Als het pictogram voor de beeldstabilisator rood knippert op de monitor, is er een probleem
met de beeldsta
bilisatiefunctie. A
ls u dan toch een foto maakt, is de compositie waarschijnlijk
verkeerd. Neem contact op met uw geautoriseerde servicecentrum van Olympus.
łŖŕŐ
łŖŕŐ
j
HD
L F
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 63 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
4
Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect
4
64
NL
Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect
U kunt de beeldkwaliteit kiezen waarmee de foto wordt opgeslagen. Kies de beeldkwaliteit
die het beste past bij het doel van de foto (printen, bewerken op een pc, bewerken voor een
website, enz.).
Opnameformaten
JPEG
Voor JPEG-beelden selecteert u een combinatie van resolutie (
Y
,
X
,
W
) en compressiefactor
(SF, F, N, B). Beelden zijn opgebouwd uit pixels (puntjes). Als u een beeld gaat vergroten, ziet
u bij een laag aantal pixels eerder een mozaïekpatroon verschijnen. Bij een beeld met een
groot aantal pixels neemt beeldbestand meer geheugenruimte in beslag waardoor u op het
geheugenkaartje minder beelden kunt opslaan. Het beeldbestand wordt kleiner naarmate
u een hogere compressie kiest. In dat geval is het beeld echter minder helder als u het
gaat weergeven.
RAW
Dit zijn onverwerkte gegevens waarvan de witbalans, scherpte, contrast of kleur niet
veranderd werden. Gebruik OLYMPUS Viewer 2 of de [ib]-software om ze als een beeld
op de computer weer te geven. RAW-gegevens kunnen niet weergegeven worden op
een andere camera of met normale software, en kunnen niet geselecteerd worden
voor printreservering. RAW-bestanden hebben de extensie “.ORF“.
RAW-beelden kunnen met deze camera worden bewerkt en opgeslagen als JPEG-
gegevens. g“Foto's bewerken“ (blz. 93)
De beeldkwaliteit selecteren
Beeld wordt helderder
Applicatie
Aantal
pixels
Aantal
pixels
Compressiefactor
SF (Super
Fijn)
1/2,7
F
(Fijn)
1/4
N
(Normaal)
1/8
B
(Basic)
1/12
Afhankelijk
van het
gewenste
printformaat
Y (Large –
groot)
4.032 × 3.024 YSF YF YN YB
X (middel)
3.2
00 × 2.400
XSF XF XN XB2.560 × 1.920
1.600 × 1.200
W (Small –
kl
ein)
1.280 × 960
WSF WF WN WB
1.024 × 768
Voor kleine
af
drukken en
gebruik op
websites
640 × 480
Beeld met een hoog aantal pixels
Beeld met een laag aantal pixels
Het aantal pixels wordt hoger
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 64 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect
4
65
NL
De beeldkwaliteit selecteren
JPEG
Voor JPEG-beelden kunt u 4 combinaties vastleggen van resoluties (Y, X, W) en
compressie
factoren (SF, F, N, B). In totaal zijn er 12 verschillende combinaties mogelijk.
g“K SET“ (blz. 114)
Als u X of W als resolutie selecteert, kunt u ook het aantal pixels selecteren.
g“PIXEL COUNT“ (blz. 114)
JPEG+RAW
Telkens als u een foto maakt, wordt tegelijkertijd een JPEG- en een RAW-beeld opgeslagen.
RAW
Slaat het beeld op in het bestandstype RAW.
bi
jv.
) De volgende 9 beeldkwaliteiten zijn beschikbaar als YF/YN/XN/WN zijn vastgelegd.
RAW : RAW
JPEG : YF/YN/XN/WN
JPEG+RAW : YF+RAW/YN+RAW/XN+RAW/WN+RAW
De beeldkwaliteit snel instellen:
j
Door
[RAW
K
]
toe te wijzen aan de
<
-knop, de
P
-knop
of de
V
(
preview)-knop, kunt u de regelaar verdraaien terwijl
u de knop ingedrukt houdt om de beeldkwaliteit te wijzigen.
Telkens wanneer u op de knop drukt, kunt u gemakkelijk
omschakelen tussen enkel JPEG-gegevens en JPEG- en
RAW-gegevens. g“B
UTTON FUNCTION“ (blz. 106)
De bestandsgrootte bepalen en het aantal foto's dat
u per beeldkwaliteit kunt opslaan:
j “Beeldkwaliteit en bestandsgrootte/het aantal foto's dat kan
worden opgeslagen“ (gblz. 144)
U kunt de breedte-hoogteverhouding (verhouding tussen horizontaal en verticaal) wijzigen als
u foto's maakt met behulp van live bekijken. Afhankelijk van uw voorkeur kunt u de breedte-
hoogteverhouding instellen op
[4:3]
(standaard),
[16:9]
,
[3:2]
,
[6:6]
,
[5:4]
,
[7:6]
,
[6:5]
,
[7:5]
of
[3:4]
. JPEG-beelden worden uitgesneden en opgeslagen overeenkomstig de breedte-
hoogteverhouding.
x Opmerkingen
RAW-beelden worden niet uitgesneden en worden opgeslagen met de breedte-
hoogteverhouding die werd gebruikt tijdens het fotograferen.
Tijdens de weergave van RAW-beelden worden de beelden weergegeven met een rand
overeenkomstig de breedte-hoo
gteverhouding.
Superbedieningspaneel ip: [K]
Menu MENU[W][K]
TIPS
De beeldverhouding instellen
Superbedieningspaneel ip: [ASPECT]
Menu MENU[W][IMAGE ASPECT]
D
arge
Normal
OFF
ISIS
1
STILL PICTURE
MOVIE
SETBACK
STILL PICTURE
F
N
N
N
RAW
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 65 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
4
Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect
66
NL
De breedte-hoogteverhouding wijzigen van opgeslagen beelden:
j U kunt de breedte-hoogteverhouding enkel wijzigen als de breedte-hoogteverhouding van het
beeld ingesteld is op [4:3]. g“Foto's bewerken“
(blz. 93)
Opgeslagen beelden uitsnijden:
j U kunt enkel beelden uitsnijden als de breedte-hoogteverhouding van het beeld ingesteld
is op [4:3]. g“Foto's bewerken“
(blz. 93)
Fotograferen met de breedte-hoogteverhouding van het beeld wanneer u de zoeker
gebruikt:
j Stel [ASPECT SHOOTING] in op [ALL]. g“ASPECT SHOOTING“ (blz. 115)
De kleurweergave varieert altijd naargelang de lichtomstandigheden. Als u bijvoorbeeld
daglicht en gloeilamplicht afwisselend op een blad wit papier laat schijnen, ziet u dat de kleur
wit telkens een andere tint heeft. Een digitale camera kan met zijn digitale processor de kleur
van het wit aanpassen zodat de keur er natuurlijker uitziet. Dit noemen we de witbalans. Met
deze camera kunt u de witbalans (WB) op vier manieren aanpassen.
Witbalans automatisch instellen [AUTO]
De camera detecteert dan in de beelden automatisch de witte partijen en past aan de hand
d
aarvan de
kleurbalans aan. Gebruik deze stand bij normaal fotograferen.
Voorgeprogrammeerde witbalans [5][2][3][1][>][Q][n]
7 verschillende kleurtemperaturen zijn vooraf ingesteld overeenkomstig de lichtbron. Gebruik
bijv. een
preset WB om meer rood te krijgen in een opname van een zonsondergang,
of creëer hiermee een warm effect bij kunstlichtopnamen.
Custom-witbalans [CWB] (zelf-ingestelde witbalans)
U kunt de kleurtemperatuur instellen tussen 2000K en 14000K. Voor meer informatie over
d
e
kleurtemperatuur, raadpleegt u “Witbalans en kleurtemperatuur“ (gblz. 143).
Witbalans met één knop [M][N][O][P]
U kunt voor bepaalde lichtomstandigheden de optimale witbalans instellen door de camera
op
een wit object te richten, bijv. een wit stuk papier. De witbalans die zo wordt ingesteld,
wordt opgeslagen als een van de preset WB-instellingen.
TIPS
Witbalans selecteren
WB-stand Lichtomstandigheden
AUTO
Geschikt voor de meeste lichtomstandigheden (als in de zoeker een witte
beeldpartij zicht
baar is) Gebruik d
eze stand bij normaal fotograferen.
5 5
300K
Voor buiteno
pnamen op een heldere dag, of voor meer rode tinten bij een een
zonsondergang, of voor meer
kleuren bij vuurwerk
2 7500K Voor buitenopnamen in de schaduw op een heldere dag
3 6000K Voor het foto
graferen buiten op een bewolkte dag
1 3000K Voor fotograf
eren bij gloeilamplicht
> 4000K Voor fotograferen bij TL-licht
Q Voor onderwateropnamen
n 5500K Voor flitsopna
men
Mtot P
De bij one-touch WB ingestelde kleurtemperatuur.
g“Een one-touch witbalans
instellen (witbalans met één knop)“ (blz. 69)
CWB
De kleurtemperatuur die is ingesteld in het menu Custom witbalans. Kan worden
ingesteld tussen 2.000K en
14.000K. De standaardinstelling af fabriek is 5.400K.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 66 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect
4
67
NL
Auto WB/preset/custom WB instellen
U kunt de witbalans instellen door de juiste
kleurtemperatuur voor de heersende lichtomstandigheden
te kiezen.
U stelt uw eigen witbalans (CWB) in door [CWB] te
se
lecteren en dan met ingedrukte F-knop de regelaar
te verdraaien.
Instellingenvenster
Als onderwerpen die niet wit zijn in het wit verschijnen:
j In de stand Auto WB kan de juiste witbalans niet worden bepaald als er binnen het zoekerbeeld
geen witte partijen voorkomen. Probeer het in dit geval met de instelling one-touche WB of met
een van de preset-WB-instellingen.
Witbalanssensor
Deze camera beschikt over een witbalanssensor
waarmee de lichtbron in de opnameomgeving wordt bepaald.
De witbalanssensor meet en berekent het infrarode en
zichtbare licht, en bepaalt of de lichtbron zonlicht, TL-licht,
schijnwerperlicht, een blauwe lamp of een andere lichtbron is.
Let op dat u tijdens het fotograferen de sensor niet afdekt
of in de schaduw plaatst.
Directe knop WB + j/k
Superbedieningspaneel ip: [WB]
Menu MENU[c][X][WB]
Zoeker
Bedieningspaneel
:AWB
: 5
: 2
: 3
: 1
: >
: Q
: #
: M
: N
: O
: P
:
TIPS
F-knop
WB-knop
i-knop
MENU-knop
j
Kleurtemperatuur
WB-stand
Als u een eigen witbalans instelt,
wordt de kleurtemperatuur
weergegeven.
Witbalanssensor
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 67 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
4
Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect
68
NL
Witbalanscorrectie
Hiermee kunt u de instelling van Auto WB, Preset WB en One-touch WB bijregelen.
Gebruik de subregelaar om in te stellen in de richtin
g A, of de hoofdregelaar om in te stellen
in de richting G.
Selecteer de witbalans die u wilt bijregelen en druk op d.
De witbalans bijregelen in de richting A (amber/blauw)
Afhankelijk van de oorspronkelijke witbalans wordt
de beeldtint bij het bijregelen naar + oranje (amber),
en naar – blauwer.
De witbalans bijregelen in de richting G (groen/
magenta)
Afhankelijk van de oorspronkelijke witbalans wordt de
beeldtint bij het bijregelen naar + groener, en naar – roder
(magenta).
De witbalans kunt u in beide richtingen in 7 stappen
bijregele
n.
Instellingenvenster
bijv. 1)Als de richting A en de richting G allebei worden aangepast naar –
bijv. 2)Als de richting A en de richting G allebei worden aangepast naar +
Directe knop WB + Fk: aanpassen in richting A/
j: aanpassen in richting G
Superbedieningspaneel ip: [>]
Menu MENU[c][X][WB]
Zoeker Bedieningspaneel
Zoeker Bedieningspaneel
AUTO
>
SET
G
5
A
+
2
WB PREVIEW
AEL
AFL
BACK
Instelmenu directe knoppen
Aanpassen naar G: -2
Aanpassen naar A: -3
Aanpassen naar G: +2
Aanpassen naar A: +3
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 68 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect
4
69
NL
De aangepaste witbalans controleren:
j Na het instellen van de correctiewaarde richt u de camera op het onderwerp om testopnamen
te maken. Als u op knop AEL / AFL drukt, verschijnen
de testbeelden die u met de huidige
witbalansinstellingen hebt gemaakt.
Alle instellingen van de witbalans in één keer aanpassen:
j Zie “ALL >“ (gblz. 113).
Een one-touch witbalans instellen (witbalans met één knop)
Dit komt van pas als de gewenste witbalans nauwkeuriger moet zijn dan de beschikbare
preset WB's. Om de witbalans te bepalen richt u de camera op een wit vel papier dat verlicht
wordt door de gewenste lichtbron. De op deze wijze bepaalde witbalans kunt u opslaan in de
camera. Dit is handig als u een onderwerp niet alleen bij natuurlijk licht fotografeert, maar ook
bij andere lichtbronnen met verschillende kleurtemperaturen.
Wijs [V] vooraf toe aan een van de knoppen Fn, P of V (preview) in [BUTTON
FUNCTION]. (gblz. 106)
1 Richt de camera op een wit vel papier.
Houd het papier zó dat het de hele zoeker vult. Zorg dat er geen schaduwen zichtbaar zijn.
2 Terwijl u de knop ingedrukt houdt waaraan [V] is toegewezen,
drukt u op de ontspanknop.
Het scherm voor one-touch witbalans verschijnt.
3 Selecteer tussen [M] tot [P] en druk op de i-knop.
De witbalans is nu vastgelegd.
De vastgelegde witbalans wordt in de camera opgeslagen als een van de preset WB's.
De vastgelegde witbalans blijft bewaard als u de camera uitschakelt.
U kunt ook op de WB-knop dru
kken om te kiezen
tussen [M] tot [P], en daarna
op de F-knop dr
ukken om de witbalans vast te leggen.
Na het indrukken van de ontspanknop, verschijnt [WB NG RETRY]:
j Het vastleggen van de witbalans is mislukt om een van de volgende redenen: het beeld bevatte
te weinig wit, het beeld is te licht of te donker, of de kleuren zien er onnatuurlijk uit. Wijzig het
diafragma en de sluitertijd en herhaal de procedure vanaf stap 1.
Op basis van één opname worden automatisch drie beelden met verschillende witbalans
(aangepast in de opgegeven kleurrichtingen) gemaakt. Eén beeld heeft de ingestelde
witbalans, terwijl de andere beelden een witbalans hebben die aangepast is in de
verschillende kleurrichtingen.
Gebruik de subregelaar om in te stellen in de richting A-B, of de hoofdregelaar
om in te stellen in de richting G-M.
TIPS
TIPS
WB-bracketing
Directe knop WB + MODEk: EV-stap in de richting A-B/
j: EV-stap in de richting G-M
Menu MENU[X][BRACKETING][WB BKT]
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 69 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
4
Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect
70
NL
Instellingenvenster
Wanneer de directe knop wordt gebruikt
Selecteer [OFF], [3F 2STEP], [3F 4STEP] of
[3F 6STEP] voor de EV-stap voor de richting A-B
(ambe
r-blauw) en de richting G-M (groen-magenta).
Als u de ontspanknop helemaal indrukt, worden
automat
isch 3 beelden gemaakt die aangepast zijn
in de opgegeven kleurrichtingen.
WB-bracketing toepassen op de witbalans die u heeft ingesteld:
j Stel de witbalans handmatig in en gebruik daarna de functie WB-bracketing. WB-bracketing
wordt toegepast op de witbalans die u heeft ingesteld.
x Opmerkingen
Tijdens WB-bracketing kan de camera de foto's niet maken als er onvoldoende geheugen in
de camera of op het kaartje beschikbaar is voor minstens het geselecteerde aantal beelden.
Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer het beeldeffect is ingesteld op een kunstfilter.
U kunt de kunstfilter of afwerking selecteren overeenkomstig het doel van de opname. Voor
beeldtinten (afwerking) kunt u ook beeldparameters zoals contrast en scherpte voor elk item
bijregelen. De veranderbare parameters worden in elke stand beeldeffecten opgenomen.
TIPS
Beeldeffecten
Superbedieningspaneel ip: [PICTURE MODE]
Menu MENU[W]
[PICTURE MODE]
Zoeker
Bedieningspaneel
EV-stap in de richting G-M: 2STEP
EV-stap in de richting A-B: 4STEP
A
-
BG
-
M
WB BKT
3F 4STEP 3F 4STEP
BACK
SET
Wanneer het menu wordt gebr
u
PICTURE MODE
j
NATURAL
i
VIVID
Z
MUTED
h
i-ENHANCE
PORTRAIT
SETBACK
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 70 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect
4
71
NL
[hi-ENHANCE] : Voor indrukwekkendere beelden in overeenstemming met het
motiefprogramma.
[iVIVID] : Voor levendige kleuren.
[jNATUR
AL] :
Voor natuurlijke kleuren.
[ZMUTED] : Voor afgevlakte tinten.
[cPORT
RAIT] : V
oor mooie huidtinten.
[MONOTONE] : Voor zwart/wit-tinten.
[CUSTOM] :
Selecteer één beeldeffect, stel de parameters in en leg de instelling vast.
Druk op
d
om de parameter aan te passen. De aanpasbare
parameters verschillen afhankelijk van het item.
De afzonderlijke parameters luiden als volgt:
[CONTRAST] : H
et verschil tussen lichte en donkere
partijen
[SHARPNESS] :
D
e beeldscherpte
[SATURATION] : D
e kleurdiepte van het beeld
[GRADATION] : De tint aanpassen (gradatie).
[AUTO]
: Deelt het beeld op in kleinere
gebieden en bepaalt voor
elke gebied afzonderlijk de
hel
derh
eid. Dit werkt goed bij
beelden waarin gebieden met
een hoog contrast voorkomen
zodat de lichte partijen te helder,
en de donkere partijen te donker
zouden worden.
[NORMAL]
: Gebruik bij normale
lichtomstandigheden de stand
[NORMAL].
[HIGH KEY] : Gradatie bij een helder
onderwerp.
[LOW KEY]
: Gradatie bij een donker onderwerp.
[EFFECT] : Voor het instellen van de mate waarin het effect wordt toegepast.
(i-ENHANCE)
[B&W FILTER] :
V
oor zwart/wit-foto's. De filterkleur wordt lichter en de complementaire
kleur wordt donkerder. (MONOTONE)
[N: NEUTRAL] : Hiermee creëert u een normale zwart/wit-foto.
[Ye: YELLOW] : Geeft mo
oi doortekende witte wolken tegen een helderblauwe lucht.
[Or: ORANGE] : Accentu
eert de kleuren in blauwe luchten en zonsondergangen lichtjes.
[R: RED] : Accentu
eert in sterke mate kleuren in blauwe luchten en de helderheid
van karmozijnrood gebladerte.
[G: GREEN] :
Accentu
eert in sterke mate kleuren in rode lippen en groene bladeren.
(MONOTONE)
[PICT. TONE] : K
leurt zwart/wit-beelden.
[N: NEUTRAL] : Hiermee creëert u een normale zwart/wit-foto.
[S: SEPIA] : Sepia
[B: BLUE] : Blauw
[P: PURPLE] : Purper
[G: GREEN] : Groen
[C POP ART]
[D SOFT FOCUS]
[E PALE&LIGHT COLOR]
[F LIGHT TONE]
[G GRAINY FILM]
[H PIN HOLE]
[I DIORAMA]
[J CROSS PROCESS]
[K GENTLE SEPIA]
[L DRAMATIC TONE]
Selecteer en druk op de knop i.
J
±
0
N
±
0
T
±
0
h
i-ENHANCE
AUTO
STANDARD
CONTRAST
SHARPNESS
SATURATION
GRADATION
EFFECT
SETBACK
Lo Hi
Lo Hi
Lo Hi
Lo Hi
Lo Hi
CONTRAST
SHARPNESS
SATURATION
GRADATION
EFFECT
SETBACK
Lo
0
0
0
+2
+1
-
1
-
2
Hi
CONTRAST
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 71 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
4
Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect
72
NL
x Opmerkingen
[CPOP ART] tot [LDRAMATIC TONE] worden niet toegepast op RAW-beelden.
• Als de beeldkwaliteit is ingesteld op [RAW] en als [CPOP ART] tot [LDRAMATIC TONE] worden
toegepast, is de beeldkwaliteit automatisch ingesteld op [YN+RAW].
• Het korrelige uitzicht van het beeld kan extra worden beklemtoond wanneer [CPOP ART] tot
[LDRAMATIC TONE] worden toegepast.
• Wanneer u de instelling [LDRAMATIC TONE] kiest terwijl de ISO-gevoeligheid is ingesteld op AUTO,
is de bovengrens van de gevoeligheid 1.600. U kunt deze waarde hoger instellen dan 1.600 door
een andere instelling dan ISO AUTO te kiezen. In dit geval is de filter echter minder doeltreffend.
Bovendien wordt het effect van de belichtingscorrectie mogelijk niet verkregen.
• Wanneer een van de opties [CPOP ART] tot [LDRAMATIC TONE] wordt toegepast,
is [COLOR SPACE] in het menu niet beschikbaar.
U kunt instellen of elk item op het scherm wordt weergegeven of verborgen.
g“PICTURE MODE SETTINGS“ (blz. 111)
Hiermee reduceert u de ruis die optreedt bij erg lange sluitertijden. Met name bij nachtelijke
opnamen gebruikt u lange sluitertijden en kan in de opnamen beeldruis verschijnen. Met
[NOISE REDUCT.] onderdrukt de camera automatisch ruis om scherpere foto's te maken.
Als de ruisonderdrukking is ingesteld op [AUTO] wordt de ruisonderdrukking alleen
ingeschakeld als de sluitertijd lang is. Als het ingesteld is op [ON] wordt de ruisonderdrukking
steeds ingeschakeld.
Terwijl de ruisonderdrukking is ingeschakeld, duurt het tweemaal zo lang om een foto
te maken.
Na de opname start het proces waarmee de beeldruis
wordt onderdrukt.
De indicatie-LED Dataverkeer knippert en [busy
]
verschijnt in
de zoeker wanneer de ruisonderdrukking
actief is. U kunt pas een volgende foto maken zodra
de indicatie-LED Dataverkeer niet meer brandt.
x Opmerkingen
Tijdens repeterende opnamen wordt [NOISE REDUCT.]
automatisch uitgeschakeld [OFF].
Bij sommige lichtomstandigheden en onderwerpen werkt deze functie niet optimaal.
U kunt het ruisonderdrukkingsniveau selecteren. In de meeste gevallen kunt u [STANDARD]
gebruiken. [HIGH] wordt aanbevolen tijdens fotograferen met hoge gevoeligheid.
TIPS
Ruisonderdrukking
Menu MENU[c][X][NOISE REDUCT.]
Ruisfilter
Menu MENU[c][X][NOISE FILTER]
ON / AUTOOFF
Ruisonderdrukking [ON]
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 72 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Gebruik van de flitser
5
73
NL
5
Gebruik van de flitser
De camera kiest de flitserfunctie aan de hand van diverse factoren zoals een reeks flitsen en
het flitsmoment. Welke flitserfuncties beschikbaar zijn, hangt af van het gekozen programma.
De flitserfuncties zijn ook beschikbaar op apart verkrijgbare externe flitsers.
Autoflitsen AUTO
Bij weinig licht of tegenlicht ontsteekt de flitser automatisch.
Om een onderwerp bij tegenlicht te fotograferen, richt u het autofocusveld op het onderwerp.
Flitssynchronisatiesnelheid/trage grens
De sluitertijd kan worden gewijzigd als de ingebouwde flitser werkt.
g“#X-SYNC.“ (blz. 112), “#SLOW LIMIT“ (blz. 112)
Flitsen met onderdrukken van rode ogen !
In de stand “Flitsen met onderdrukken van rode
ogen“ ontsteekt de hoofdflits pas na een reeks
inleidende flitsen. Hierdoor wennen de ogen
van de persoon aan het heldere licht waardoor
de kans op rode ogen wordt verkleind. In de
standen S/M/BULB zal de flitser altijd flitsen.
x Opmerkingen
Na de inleidende flitsen duurt het ongeveer 1 seconde voordat de sluiter ontspant. Houd
de camera stevig vast om te voorkomen dat de camera beweegt.
Deze functie sorteert minder effect als het onderwerp niet recht naar de inleidende flitsen kijkt
of als de afsta
nd tot het ond
erwerp te groot is. Ook persoonlijke lichamelijke kenmerken
kunnen het effect beperken.
Trage synchronisatie (1e sluitergordijn) #SLOW
De trage synchronisatieflits is bedoeld voor lange sluitertijden. Normaliter kunt u bij het
fotograferen met een flitser geen al te lange sluitertijden instellen om camerabewegingen te
voorkomen. Maar als u een onderwerp tegen een nachtelijke achtergrond fotografeert, wordt
bij snellere sluitertijden de achtergrond te donker. Met trage synchronisatie kunt u zowel de
achtergrond als het onderwerp goed belichten. Omdat u met een lange sluitertijd werkt,
gebruikt u een statief om camerabewegingen te elimineren.
1e sluitergordijn
Normaliter ontsteekt de flitser direct nadat de sluiter volledig geopend is. Dit wordt het
1e sluitergordijn genoemd. Tijdens flitsopnamen wordt deze methode gewoonlijk toegepast.
Flitserfunctie instellen
De ogen van uw onderwerp zien er rood uit.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 73 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
74
NL
5
Gebruik van de flitser
Trage synchronisatie (2e sluitergordijn) #SLOW2
Bij een “2e sluitergordijn-flits“ ontsteekt de flitser pas net voordat de sluiter dichtgaat.
Door het flitsmoment te wijzigen, kunt u interessante effecten bereiken, bijvoorbeeld het
suggereren van beweging door de achterlichten van een rijdende auto als strepen weer te
geven. Hoe langer de sluitertijd, des te sterker zal het effect zijn. In de standen S/M/BULB
zal de flitser altijd flitsen.
Als de sluitertijd op 2 sec. is gezet
Trage synchronisatie (1e sluitergordijn)/flitsen met onderdrukken van rode ogen/
!SLOW
Als u trage synchronisatie combineert met het gebruik van de flitser, kunt u deze functie
ook gebruiken om rode ogen te onderdrukken. Als u een onderwerp tegen een nachtelijke
achtergrond fotografeert kunt met deze functie het verschijnsel 'rode-ogen' onderdrukken.
Aangezien de tijd tussen de inleidende flitsen en het fotograferen zelf in de
2e sluitergordijnsynchronisatie lang is, is het moeilijk om rode ogen te onderdrukken.
Daarom staat alleen de instelling van de 1e sluitergordijnsynchronisatie ter beschikking.
Invulflits #
De flitser ontsteekt altijd, ongeacht de
lichtomstandigheden. Deze functie is vooral
nuttig om schaduwen (bijvoorbeeld van
boombladeren) op het gelaat van personen,
in situaties met tegenlicht, enzovoort weg te
werken. Maar ook om kleurverschuivingen
te corrigeren welke veroorzaakt worden door
kunstlicht, en dan met name door TL-licht.
x Opmerkingen
Als de flits ontsteekt, is de sluitertijd ingesteld op 1/250 sec. of korter. Als u met de invulflitsen
een onderwerp tegen een lichte achtergrond fotografeert, kan de achtergrond overbelicht zijn.
In dit geval gebruikt u de optionele externe flitser FL-50R en fotografeert u in de stand Super
FP. g“Super FP-f
litser“
(blz. 79)
Flitser uit $
De flitser ontsteekt niet.
Zelfs in deze stand kunt u de flitser als AF-lichtbron gebruiken (mits de flitser omhoog staat).
g“AF ILLUMINAT. (AF-lichtbron)“ (blz. 103)
2e sluitergordijn 1e sluitergordijn
2e sluitergordijn: flitser ontsteekt
1e sluitergordijn: flitser ontsteekt
Sluiter gaat dicht
Sluiter helemaal open
2 seconden
2
seconden
0
seconden
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 74 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Gebruik van de flitser
5
75
NL
Handmatig flitsen (Manual)
Hiermee kunt u de ingebouwde flitser een vaste hoeveelheid licht laten afgeven.
Bij handmatig flitsen is de F-waarde die u moet instellen afhankelijk van de afstand
tot het onderwerp.
ISO-gevoeligheid
Instelmethode
Instellingenvenster
Hoeveelheid licht naar
verhouding
RG: Richtgetal
ISO 200 (Equivalent met ISO 100)
FULL (1/1) 18 (13)
1/4 9 (6,5)
1/16 4,5 (3,3)
1/64 2,3 (1,6)
ISO-waarde 100 200 400 800 1.600 3.200 6.400
ISO-gevoeligheid 1,0 1,4 2,0 2,8 4,0 5,6 8,0
Directe knop # + j
Superbedieningspaneel ip: [FLASH MODE]
Zoeker Bedieningspaneel
Meer informatie over het weergeven van de instellingen vindt u onder “Beschikbare
flitsstanden in de diverse fotografeerstanden“ (gblz. 142
).
Bereken met de onderstaande formule de F-waarde die u moet instellen
Diafragma (F-waarde) =
RG × ISO-waarde
Afstand tot het onderwerp in meters
#-knop
j
Flitserfunctie
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 75 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
76
NL
5
Gebruik van de flitser
Bij gebruik van een lens met een brandpuntsafstand van minder dan 14 mm (vergelijkbaar
met een 28 mm lens op een kleinbeeldcamera) kunnen bij het licht van de flitser de randen
van de foto donkerder worden (vignettering). Of dit effect inderdaad optreedt, hangt ook
af van het lenstype, de zonnekap en de lichtomstandigheden (zoals de afstand tot het
onderwerp).
1 Druk op de #UP-knop om de
ingebouwde flitser omhoog
te laten springen.
2 Druk de ontspanknop half in.
•Als # continu oplicht, is de flitser
gebruiksklaar. Als dit teken knippert,
is de flitser bezig met opladen. Wacht
in dit geval tot het opladen is voltooid.
3 Druk de ontspanknop helemaal in.
Foto's maken zonder te wachten tot de flitse
r opgeladen is:
j Zie “RLS PRIORITY S/RLS PRIORITY C“ (gblz. 108).
x Opmerkingen
•Als [#RC MODE] is ingesteld op [ON] ontsteekt de ingebouwde flitser alleen
om te communiceren met de externe flitser zodat deze niet als een flitser werkt.
g“Fotograferen
met het draadlo
ze Olympus RC-flitssysteem“ (blz. 80)
U kunt de flitssterkte instellen tussen +3 en -3.
Bij sommige situaties krijgt u betere resultaten als u de flitssterkte aanpast, bijv. bij het
fotograferen van kleine objecten en bij een verre achtergrond. Op deze wijze kunt
u het contrast verbeteren (het onderscheid tussen lichte en donkere partijen)
waardoor uw foto's levendiger worden.
Fotograferen met de ingebouwde flitser
TIPS
Regelen van de flitssterkte
#UP-knop
Zoeker
Flitser stand-by-teken
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 76 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Gebruik van de flitser
5
77
NL
Instellingenvenster
De flitser aanpassen met de regelaars:
j Wijs de flitssterkteregeling toe aan de hoofdregelaar (of subregelaar).
g“DIAL FUNCTION“ (blz. 104)
x Opmerkingen
Dit werkt niet bij handmatig flitsen.
Dit werkt niet als de externe flitser is ingesteld op MANUAL.
Als u de flitssterkte op de externe flitser hebt ingesteld, wordt dit gecombineerd
met de flitssterkte-instelling van de camera.
•Als u [w+F] hebt ingest
eld op [ON], wordt
de flitssterktewaarde opgeteld bij
de belichtingscorrectiewaarde. g“w+F“ (blz. 112)
De camera maakt verschillende opnamen en wijzigt telkens de hoeveelheid licht van
de flitser. De camera maakt 3 foto's met de volgende hoeveelheid licht: optimaal licht,
licht aangepast in de richting – en licht aangepast in de richting +.
De correctiewaarde wijzigt overeenkomstig de EV-stap.
g“EV STEP“ (b
lz. 111)
Bij enkelbeeldopnamen wijzigt de hoeveelheid licht van
de flitser t
elkens wanneer u op de ontspanknop drukt.
Bij repeterende opnamen houdt u de ontspanknop
inge
drukt
tot het geselecteerde aantal foto's is genomen.
Zodra u de ontspanknop loslaat, stopt het fotograferen
met flit
ser-bracketing. Als deze stopt, knippert 0
in de zoeker en op het bedieningspaneel en verschijnt
0 in gr
oen op het superbedieningspaneel.
Directe knop w + k
Superbedieningspaneel ip: [w]
Zoeker Bedieningspaneel
TIPS
Flitser-bracketing
Menu MENU[X][BRACKETING][FL BKT]
F-knop
k
w-knop
BRACKETING
SETBACK
AE BKT
WB BKT
ISO BKT
FL BKT
FL BKT
3F 0.7EV
3F 0.3EV
3F 1.0EV
OFF
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 77 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
78
NL
5
Gebruik van de flitser
Naast de ingebouwde flitser kunt u ook gebruikmaken van externe flitsers die geschikt zijn
voor deze camera. Hiermee beschikt u bij flitsopnamen over een groter aantal mogelijkheden
bij verschillende lichtomstandigheden.
De externe flitsers communiceren met de camera, zodat u de flitserfuncties van de camera
kunt uitbreiden met andere flitserfuncties zoals TTL-AUTO en Super FP. Monteer een voor
deze camera geschikte externe flitser op de flitsschoen van de camera. U kunt de flitser ook
bevestigen op de bevestigingspunt op de camera met behulp van de flitskabel (optioneel).
Raadpleeg eveneens de handleiding van de externe flitser.
Beschikbare functies bij gebruik van externe flitsers
* De brandpuntsafstand van de lens die gebruikt kan worden (kleinbeeldequivalent)
x Opmerkingen
De optionele flitser FL-40 kunt u niet gebruiken.
Gebruik van een externe elektronenflitser
Schakel de flitser altijd pas in nadat u hem op de camera hebt bevestigd.
1 Schuif het afdekkapje uit de flitsschoen
zoals aangegeven door de pijl in de
afbeelding.
Bewaar het afdekkapje van de flitsschoen op
een veilige plek zodat u het niet verliest en zet
het na het fotograferen met flits weer op de
camera.
2 Schuif de flitser in de flitsschoen.
Als de vergrendelpen uitsteekt, verdraait
u de vergrendelring zo ver mogelijk in
de tegengestelde richting van LOCK.
Hierdoor
wordt de vergrendelpen
naar
binnen getrokken.
Fotograferen met een externe flitser
Optionele flitser FL-50R FL-36R RF-11 TF-22
Flitsregeling
TTL-AUTO, AUTO, MANUAL,
FP TTL AUTO, FP
MANUAL
TTL-AUTO, MANUAL
RG (richtgetal)
(ISO100)
RG50 (85 mm
*
)
RG28 (24 mm
*
)
RG36 (85 mm
*
)
RG20 (24 mm
*
)
RG11 RG22
RC-functie 9 9 k k
Flitsschoen-
dekseltje
Vergrendelpen
Vergrendelring
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 78 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Gebruik van de flitser
5
79
NL
3 Schakel de flitser in.
Als de laadindicator op de flitser gaat
branden, is het opladen voltooid.
De flitser is gesynchroniseerd met de camera
bij sluitertijden van
1/250 sec. o
f korter.
4 Selecteer een flitserfunctie.
5 Selecteer de gewenste flitsregeling.
Kies voor normaal gebruik de instelling
TTL-AUTO.
6 Druk de ontspanknop half in.
De camera en de flitser wisselen nu informatie
uit over de ISO-waarde, de diafragmawaarde
en de sluitertijd.
7 Druk de ontspanknop helemaal in.
x Opmerkingen
De ingebouwde flitser kan niet gebruikt
worden als er een externe flitser op de
flitsschoen is aangebracht.
Super FP-flitser
Super FP-flitsen is mogelijk met de flitsers FL-50R
en FL-36R. U kunt de Super FP-flitser gebruiken, zelfs als
normale flitsers niet in combinatie met een snelle sluitertijd
kunnen worden gebruikt.
Ook invulflitsen met een ver geopend diafragma (zoals bij
portretopnamen buitenshuis) zijn mogelijk met Super FP.
Meer informatie vindt u in de handleiding van de externe flitser.
Zoeker
Super FP-flitser
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 79 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
80
NL
5
Gebruik van de flitser
Met het draadloze Olympus RC-flitssysteem kunt u zonder kabels meerdere flitsers gebruiken.
Met dit flitssysteem kunt u foto's maken met meerdere draadloze flitsers en deze flitsers in drie
groepen (A, B en C) aansturen. De ingebouwde flitser verzorgt de communicatie tussen
de camera en de externe flitsers.
Voor meer informatie over draadloos flitsen raadpleegt u de handleiding van de externe flitser.
Instelbereik bij draadloos flitsen
Plaats de draadloze flitser zó dat de RC-sensor ervan naar de camera wijst. De richtlijnen
voor het instelbereik vindt u hieronder. Het bereik is steeds afhankelijk van de omgeving
waarin u fotografeert.
1 Plaats de flitser zoals aangegeven bij “Instelbereik bij draadloos flitsen“
en schakel de flitser in.
2 Zet de flitser met zijn knop MODE in de RC-flitsstand en stel het kanaal
en de groep in.
3 Zet op de camera de RC-flitsstand op [ON].
MENU[X][#RC MODE][ON]
Het superbedieningspaneel schakelt over naar de RC-flitsstand
Met de INFO-knop k
unt u het sup
erbedieningspaneel omschakelen.
Fotograferen met het draadloze Olympus RC-flitssysteem
5m
50
50°
100
100°
50
50°
10m
30
30°
30
30°
60
60°
50°
100°
50°
30°
30°
60°
Richting van de
flitslichtbundel
Afstandsensor
Richting
van de
camera
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 80 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Gebruik van de flitser
5
81
NL
4 Op het superbedieningspaneel kunt u de flitsstand en de andere instellingen voor
elke groep aanpassen.
5 Selecteer een flitserfunctie.
In de RC-flitsstand kunt u niet flitsen met rode-ogen-reductie.
6 Druk op de #UP-knop om de ingebouwde flitser omhoog te laten springen.
7 Zodra u al deze voorbereidingen hebt getroffen, maakt u wat testopnamen om
de werking van de flitsers en de kwaliteit van de opnamen te controleren.
8 Begin vervolgens met fotograferen en controleer telkens de oplaadindicatie
van alle flitsers.
x Opmerkingen
Hoewel u een onbeperkt aantal draadloze flitsers kunt gebruiken, raden wij u aan om per
groep niet meer dan 3 flitsers toe te passen om te voorkomen dat de flitsers elkaar gaan
storen.
In de RC-flitsstand worden de draadloze flitsers aangestuurd door de ingebouwde flitser.
In deze stand kunt u de ingebouwde flitser echter niet gebruiken voor flitsopnamen.
Voor synchronisatie met het 2e sluitergordijn moet de sluitertijd en anti-shock zijn ingesteld
op een tijd kort
er dan 4 secon
den. Bij een langere sluitertijd of anti-shock-instelling zal het
draadloos flitsen mogelijk niet goed werken.
2
LOM
TTL
1 / 8
+1.0
OFF
A MODE
Flitsregeling
Groep
Selecteer de
flitserfunctie en pas
de flitssterkte
afzonderlijk aan
voor de groepen A,
B en C. Voor de
MANUAL-functie
selecteert u de
flitssterkte.
Flitssterkte
Communicatie-lichtniveau
Zet de lichtsterkte van het
communicatiesignaal op
[HI] (hoog), [MID] (medium),
of [LO] (laag).
Kanaal
Zet het communicatiekanaal
op hetzelfde kanaal dat u op
de flitser gebruikt.
Normale flitser / Super FP-flitser
Selecteer Normaal flitsen
of Super FP-flitsen.
Flitssterkte
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 81 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
82
NL
5
Gebruik van de flitser
Met deze camera kunt u de flitssterkte alleen maar goed instellen voor flitsers die geschikt
zijn voor deze camera, en dus niet voor andere soorten flitsers. Om gebruik te maken van
een andere in de handel verkrijgbare flitser, monteert u deze in de flitsschoen of verbindt
u het synchronisatiesnoer met de connector voor de externe flitser. Stel op de camera de
fotografeerstand in op M. Voor meer informatie over in de handel verkrijgbare flitsers die niet
speciaal voor deze camera zijn bedoeld, raadpleegt u “In de handel verkrijgbare flitsers die
niet speciaal voor deze camera zijn bedoeld“ (gblz. 82).
1 Schuif het kapje uit de flitsschoen om de externe
flitser te kunnen bevestigen.
2
Selecteer de fotografeerstand
M
(Manual) en stel
vervolgens de diafragmawaarde en de sluitertijd in.
Zet de sluitertijd op 1/250 sec. of langzamer. Bij snellere
sluitertijden zijn andere, in de handel verkrijgbare flitsers
onbruikbaar.
Bij een lange sluitertijd is de kans op onscherpe
fo
to'
s groter.
3 Schakel de flitser in.
Zorg dat u de flitser pas inschakelt zodra deze op de camera is bevestigd.
4 Stel op de camera de ISO- en diafragmawaarde zó in dat die overeenkomen met
de instelling van de flitser.
Raadpleeg de handleiding van de flitser over mogelijke instellingen.
x Opmerkingen
De flitser ontsteekt telkens als u de ontspanknop (helemaal) indrukt. Als u de flitser even
niet wenst te gebruiken, schakelt u de flitser gewoon uit.
Controleer vooraf of de gebruikte flitser wel gesynchroniseerd is met de camera.
In de handel verkrijgbare flitsers die niet speciaal voor deze camera zijn bedoeld
1) Voor bepaalde in de handel verkrijgbare flitsers is een spanning van 250V of meer vereist
voor de synchronisatieconnector. Als u dergelijke flitsers gebruikt, kan de camera
beschadigd raken of niet goed werken. De fabrikant van de flitser kan u de nodige
technische gegevens meedelen voor de connector voor de flitssynchronisatie.
2) Bepaalde in de handel verkrijgbare flitsers
h
ebben een synchronisatieconnector met
omgekeerde polariteit. Dit soort flitsers kunt u niet op deze camera gebruiken. Neem
contact op met de fabrikant van de flitser.
3) Om flitsopnamen te kunnen maken, moet u de externe flitser kunnen instellen. Als u de
exter
ne fl
itser in de stand Automatisch gebruikt, stelt u op de flitser en de camera dezelfde
waarden in voor het diafragma (F-waarde) en de lichtgevoeligheid (ISO).
4) Zelfs als de F-waarde en de ISO-gevoelighe
id overee
nkomen, is het mogelijk dat
opnamen toch niet altijd correct worden belicht. In dat geval past u de autofocuswaarde
of ISO op de flits aan of berekent u de afstand in de handmatige modus.
5) Gebruik een flitser met een openingshoek die overe
enkomt met de brandpuntsafstand van
de lens. Bij een gewone kleinbeeldcamera is de brandpuntsafstand van een lens ongeveer
tweemaal zo groot als van een lens met dezelfde vergrotingsfactor die speciaal voor deze
camera is ontwikkeld.
6) Gebruik geen flitser of extra TTL-flitser die over nog meer communicatiefuncties beschikt
dan die in de
door ons aanbevolen flitsers, aangezien het zou kunnen dat deze flitser niet
alleen niet normaal functioneert maar ook nog eens de camera-elektronica beschadigt.
Gebruik van andere in de handel verkrijgbare flitsers
Flitsschoendeks
e
Externe flitserconnector
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 82 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
6
Films opnemen en bekijken
6
83
NL
Films opnemen en bekijken
Tijdens live bekijken gebruikt u de n (film)-knop om HD-films (High Definition) met geluid
op te nemen. g“Stand“ (blz. 15)
1 Activeer live bekijken.
Druk op de u-knop wanneer u foto's maakt met behulp
van de zoeker.
2 Stel de gewenste opnamestand in.
De film wordt opgenomen in een opnamestand wanneer
de
n
(film)-knop wordt ingedrukt.
Hij wordt echter opgenomen in de
P
(programmagestuurd
fotograferen)-stand wanneer
S
(sluitertijdvoorkeuze) is ingesteld.
[P]: Optimale diafragmawaarde wordt automatisch ingesteld overeenkomstig de
helderheid van het onderwerp. De ISO-gevoeligheid is ingesteld op AUTO.
[A]: De weergave van de achtergrond wordt gewijzigd door de instelling van het
diafragma.
De ISO-gevoeligheid is ingesteld op AUTO.
[M]:
U regelt het diafragma en de sluitertijd. Selecteer de sluitertijd tussen 1/30 sec.
en 1/4.000 se
c.
De gevoeligheid kan handmatig worden ingesteld op een waarde tussen ISO 200
en 1.600.
C tot L kunnen worden ingesteld als beeldeffect van P/A/M.
3 Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen.
4 Druk op de n (film)-knop om de opname te starten.
Druk nogmaals op de n (f
ilm)-knop om de opname
te stoppen.
Tegelijk begint de opname van het geluid.
(Wanneer [MOVIE
R] is ingesteld op [ON].)
Een stilstaand beeld maken terwijl een film wordt
opgenomen:
j Druk tijdens het opnemen van een film op de ontspanknop om
de filmopname te pauzeren en een stilstaand beeld te maken.
Nadat het stilstaand beeld werd gemaakt, gaat de filmopname
verder. In dit geval worden drie bestanden opgenomen.
De scherpstelling opnieuw aanpassen tijden het opnemen van een film:
j Druk op de AEL/AFL-knop of druk de ontspanknop half in om de automatische scherpstelling uit
te voeren.
Het geluid van de lensactivering kan worden opgenomen.
Door een in de handel verkrijgbare microfoon aan te sluiten op de microfoonconnector,
kan het geluid van de lensactivering worden verminderd.
x Opmerkingen
Als u een film opneemt, kunt u de instellingen voor belichtingscorrectie, diafragmawaarde
en sluitertijd niet wijzigen.
•Als [IMAGE STABILIZ
ER]
geactiveerd is tijdens het opnemen van een film, wordt het
opgenomen beeld lichtjes vergroot. Zelfs als [I.S.2] of [I.S.3] is geselecteerd, wordt
de instelling voor [I.S.1] toegep
ast.
Films opnemen
TIPS
u-knop
OpnametijdWordt rood
weergegeven
tijdens de opname
2:18
2:18
P
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 83 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
6
Films opnemen en bekijken
84
NL
Stabilisatie is niet mogelijk als de camerabeweging te groot is.
Als u een lens met een beeldstabilisatiefunctie gebruikt, schakelt u de beeldstabilisatiefunctie
van de lens of va
n de camera uit.
U kunt [g FACE DETECT] niet
gebruiken in de
filmstand.
De grootte van een film is beperkt tot 2 GB. Bij sommige kaarttypes is het mogelijk dat
de opname onverwacht wordt onderbroken voor het einde van de beschikbare opnametijd
is bereikt.
Als de binnenzijde van de camera warm wordt, wordt de opname automatisch gestopt om
de camera te beschermen.
Terwijl de indicatie-LED Dataverkeer knippert, is de volgende opname niet toegestaan.
Om films op te nemen is het aan te bevelen een kaartje te gebruiken dat compatibel is met
S
D speed class 6
of hoger.
De camera geeft mogelijk de opnametijd niet correct weer in de kunstfilterstand. Films die
o
pgenomen zijn in
de stand [ART7] (DIORAMA) worden aan een hoge snelheid afgespeeld;
tijdens de opname wordt de opnametijd aangepast aan de afspeeltijd en gaat deze trager
vooruit dan normaal.
Wanneer het beeldeffect is ingesteld op [hi-ENHANC
E
], wordt de film opgenomen met
[jNATURAL].
De filmopnamestand wijzigen
Geluid opnemen
x Opmerkingen
Als u geluid in een film opneemt, kan het geluid van
de lensactivering en van de camerawerking worden
opgenomen.
In de stand [ART7] (DIORAMA) worden geen geluiden opgenomen.
Live control
iac[D]bd
Menu
MENU[W][D][MOVIE]
HD
Het aantal pixels bedraagt 1.280 x 720. U kunt films in hoge definitie opnemen.
SD
Het aantal pixels bedraagt 640 x 480.
Live control
iac[R]bd
Menu
MENU
[
c
]
[
Z
]
[MOVIE
R
]
HD SD
HD
05:00
05:00
05:00
ʼnŅġŒŖłōŊŕŚ
ʼnŅġŒŖłōŊŕŚ
L F
j
HD
OFF ON
05:00
05:00
05:00
/18+'R10
/18+'R10
S
-
AF
S
-
AF
ISO
ISO
AUTO
AUTO
g
OFF
OFF
g
OFF
e
AUTO
AUTO
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 84 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Films opnemen en bekijken
6
85
NL
1 Geef een film weer in de enkelbeeldweergave
en druk op de knop i.
2 Selecteer [MOVIE PLAY] met ac en druk
op de knop i om het afsp
elen te starten.
De volgende handelingen kunnen worden uitgevoerd
tijdens het afspelen van een film.
Films bekijken
i
Het afspelen pauzeren of hervatten.
Terwijl het afspelen gepauzeerd is, drukt u op a
om het eerste beeld weer te geven en op c om
het laatste beeld weer te geven. Druk op bd om
één beeld door te spoelen of terug te spoelen.
Houd deze knop ingedrukt om continu terug
of door te spoelen.
b/d
Een film doorspoelen of terugspoelen.
a/c
Het volume aanpassen.
MOVIE
MOVIE PLAY
m
SETBACK
00:14
/
00:34
00:14
/
00:34
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 85 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
86
NL
7
Weergavefuncties
7
Weergavefuncties
De basisprocedure voor het bekijken van foto's wordt hieronder beschreven.
Voordat u dit gaat doen, dient u echter eerst stap 1 hieronder uit te voeren.
U kunt de camera zó instellen dat deze na het maken van een foto automatisch
overschakelt naar enkelbeeldweergave. g“REC VIEW“ (blz. 99)
1 Druk op knop q (enkelbeeldweergave).
Het laatst opgenomen beeld verschijnt.
Als u binnen ca. 1 minuut niets doet, schakelt de LCD-
monitor zichzelf
uit. De camera schakelt automatisch uit als
er 4 uur niets wordt bediend. Schakel de camera weer in.
2 Gebruik bd of k om de beelden te selecteren die
u wilt bekijken. U kunt ook j dr
aaien om naar U
te gaan voor een vergrote weergave.
U kunt de functies van beide regelaars omschakelen.
gblz. 104
Enkel beeld/Gezoomd weergeven
q-knop
INFO-knop
p
<-knop
j
[4032x3024,1/8]
[4032x3024,1/8]
2010.09.01
2010.09.01
21:56
21:56
100-0015
100-0015
15
15
L
N
N
15
15
15
JPEG
R
m
JPEG EDIT
P
SETBACK
Druk op bd om de close-ups
beeld voor beeld te bekijken.
Als [g FACE DETECT]
is ingesteld op [ON], drukt
u op ac om naar een ander
gezicht in close-up te gaan.
Druk op p om het display
van de close-up-positie
te verplaatsen.
Als [g FACE DETECT]
(gblz. 38) is ingesteld
op [ON], verschijnt
er een kader rond een
gedetecteerd gezicht. Druk
op i om de kader naar
een ander gezicht te
verplaatsen.
Druk op p om de close-up-
positie te veranderen.
(Enkel-beeld)
(Vergrote weergave beeld-voor-beeld)
d : Geeft het volgende beeld weer
b : Geeft het vorige beeld weer
(Weergave close-up-positie)
(Gezoomd weergeven)
Om te stoppen met de weergave drukt
u opnieuw op de q-knop.
Zodra u de ontspanknop half indrukt,
kunt u weer fotograferen.
Druk op de knop <
Geeft het beeld weer met een
10× vergrote close-up-positie.
Het menu voor het weergegeven
beeldtype wordt weergegeven.
i-knop
INFO
INFO/Fn
INFO/Fn
U
G
Fn
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 86 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Weergavefuncties
7
87
NL
U kunt het weergegeven beeld en een ander beeld samen aan de linker- en rechterzijde
van de monitor weergeven. Dit is handig om beelden te vergelijken die u met bracketing
heeft gemaakt.
1 Druk op knop P tijdens enkelbeeldweergave.
Het beeld dat u bekijkt, bevindt zich links op de monitor,
terwijl het volgende beeld rechts staat. Het beeld wordt
weergegeven met dezelfde vergroting als het beeld
dat u bekijkt.
Het beeld links is het referentiebeeld.
2 Druk op bd, k om het beeld rechts te selecteren.
U kunt het beeld rechts beveiligen, wissen of kopiëren.
3 Druk op de P-knop.
De camera keert terug naar enkelbeeldweergave van het
beeld links met de vergroting waarin u het beeld bekijkt.
Functies tijdens lichtbakweergave
Door op de i-knop te drukken, wordt het linkerbeeld verwisseld met het rechterbeeld
zodat dit het nieuwe referentiebeeld wordt.
U kunt met de regelaar de vergroting van beide beelden tegelijk wijzigen.
Door op de <-knop of
de INF
O-knop te drukken, kunt u de positie van het rechterbeeld
verplaatsen met de p-knop. Door nogmaals op de <-knop of de INFO-knop te drukken,
kunt u de positie van beide beelden verplaatsen met de p-knop.
Lichtbakweergave
MENU-knop
i-knop
P-knop
INFO-knop
<-knop
k
+2
2.0x
2.0x
54
54
53
53
+2
+2
+2
±0
W
W
±0
T
T
+1
+1
+1
+1
±0
W
W
±0
T
T
Referentiebeeld
2.0x
2.0x
54
54
53
53
2.0x
2.0x
54
54
53
53
2.0x
2.0x
54
54
53
53
p : Selecteert het rechterbeeld p : Verschuift het rechter
beeld
p : Verschuift beide beelden
gesynchroniseerd
* U kunt de INFO-knop op dezelfde
manier voor deze procedure gebruiken.
* *
*
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 87 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
7
Weergavefuncties
88
NL
Met deze functie kunt u op de monitor verschillende beelden tegelijkertijd weergeven.
Dit is handig als u tussen een aantal foto's een bepaalde foto wilt opzoeken.
Telkens als u tijdens enkelbeeldweergave de draaiknop
naar
G draait, wijzigt het aantal beelden dat wordt
weergegeven tussen 4, 9, 25 en 100.
b
:
O
m naar het vorige beeld te gaan
d
:Om naar het volgende beeld te gaan
a :Om naar het bovenste beeld te gaan
c :Om naar het beeld eronder te gaan
Om naar de enkelbeeldweergave terug te keren,
draa
it u de ho
ofdregelaar naar U.
*1 Wordt weergegeven wanneer “G/INFO SETTINGS“ (gblz. 109) is ingesteld op [ON].
Kalenderweergave
Met kalenderweergave kunt u de op het geheugenkaartje opgeslagen beelden op datum
gesorteerd weergeven. Als u op één datum meerdere foto's hebt gemaakt, verschijnt
de foto die op die dag als eerste is gemaakt.
Selecteer met p en druk op i om de beelden van de geselecteerde datum
in de enkelbeeldweergave op te roepen.
Indexweergave/kalenderweergave
j
2010
9
x
10
x
10
2010.09.01
2010.09.01
21:56
21:56
15
15
2010.09.01
2010.09.01
21:56
21:56
15
15
[
4032x3024,1/8
]
[
4032x3024,1/8
]
100-0015
100-0015
15
15
L
N
N
2010.09.01
2010.09.01
21:56
21:56
2010.09.01
2010.09.01
21:56
21:56
15
15
2010.09.01
2010.09.01
21:56
21:56
15
15
(25-beelden
indexweergave)
(9-beelden indexweergave)
*1
(4-beelden
indexweergave)
*1
(Enkelbeeldweergave)
(Kalenderweergave) (100-beelden
indexweergave)
*1
U
G
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 88 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Weergavefuncties
7
89
NL
Hiermee kunt u gedetailleerde informatie over een foto oproepen.
Informatie over de beeldhelderheid kunt u ook laten weergeven
met een histogram en highlight-weergave (lichte partijen).
Druk meerdere keren op de knop INFO tot de gewenste
informatie verschijnt. U kunt de weergegeven informatie
ook omschakelen door aan de regelaar te draaien terwijl
u op de INF
O-knop
drukt.
De instelling wordt opgeslagen en verschijnt als het
informat
iedisplay de volgende keer opgeroepen wordt.
*1 Wordt weergegeven wanneer “G/INFO SETTINGS“ (gblz. 109) is ingesteld op [ON].
Snel omschakelen naar de vaak gebruikte weergave:
j U kunt de informatieweergave voor alle standen verbergen behalve “Vereenvoudigde weergave“.
“G/INFO SETTINGS“ (gblz.
109)
j Het bereik van het waarschuwingsgeluid wijzigen dat wordt aangegeven
op
de Highlight&Shadow-weergave “HISTOGRAM SETTINGS“ (blz. 109)
Informatiedisplay
TIPS
INFO-knop
[
4032x3024,1/8
]
[
4032x3024,1/8
]
x
10
x
10
2010.09.01
2010.09.01
21:56
21:56
100-0015
100-0015
15
15
x
10
x
10
N
SHADOW
HILIGHT
L
N
N
15
15
x
10
x
10
15
15
±
1.0
±
1.0
x
10
x
10
100-0015
F5.6
F5.6
100
100
±
0.0
±
0.0
ISO
ISO
250
250
15
NATURAL
NATURAL
L
N
N
+
2.0
+
2.0
45
mm
45
mm
WBAUTO
WBAUTO
G
±
0
G
±
0
A
±
0
A
±
0
Highlight/
Shadow-weergave
Alleen beeld
Vereenvoudigde weergave
Highlight&Shadow
*1
Histogramweergave
*1
Histogram
*
Opnamege
gevens
De verdeling van de helderheid
van het opgenomen beeld
verschijnt in een histogram
(helderheidscomponentgrafiek).
Over- of onderbelichte delen van het opgenomen beeld
worden weergegeven.
Lichte partijen (overbelichte delen) wordt aangeduid in rood.
Schaduw (onderbelichte delen) wordt aangeduid in blauw.
*Histogram
Als in het histogram de balken rechts hoger
zijn dan links, is de foto misschien te licht
(overbelicht). En als de balken links hoger
zijn dan rechts, is de foto misschien te
donker (onderbelicht). Corrigeer indien nodig
de belichting of maak de foto nogmaals.
Volledige
weergave
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 89 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
7
Weergavefuncties
90
NL
Hierbij worden de beelden die op het kaartje zijn opgeslagen, één voor één weergegeven.
De beelden worden in volgorde weergegeven, te beginnen met het weergegeven beeld.
1 MENU[q][m]
Druk tijdens de weergave op de knop i om diashow
te selecteren.
2 Voer de instellingen voor de diashow uit.
[START] :
Voer de diashow uit met de huidige instellingen.
[BGM] : Stel BGM in of schakel BGM [OFF].
[SLIDE] : Stel de ite
ms voor de diashow in.
[SLIDE INTERVAL] :
Stelt het interval waarmee beelden worden gewisseld, in op 2-10 seconden.
[MOVIE INTERVAL] :
Als een film wordt weergegeven, selecteert u [FULL] om de v
olledige
film weer
te geven, of [SHORT] om een fragment
halverwege de film weer te geven.
3 Selecteer [START] en druk op de knop i.
De diashow start.
4 Druk op i om de diashow te stoppen.
Functies tijdens diashow
Druk op ac om het algemene volume aan te passen (alleen wanneer het geluid wordt
weergegeven via de luidspreker van de camera).
Druk op bd terwijl het
scherm voor de volumeaanpassing wordt weergegeven om de
balans tussen BGM en het opgenomen geluid in te stellen.
x Opmerkingen
Als u de diashow langer dan ca. 30 minuten laat draaien terwijl u de batterij gebruikt, schakelt
de camera zichzelf uit.
Diashow
j
i-knop
MENU-knop
JPEG
R
m
JPEG EDIT
P
SETBACK
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 90 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Weergavefuncties
7
91
NL
Met deze functie kunt u beelden roteren (kantelen) en ze tijdens enkelbeeldweergave
verticaal op de monitor laten weergeven. Dit is handig als u foto's maakt met de camera
in verticale stand. De beelden worden automatisch in de juiste stand weergegeven, zelfs
als de camera gekanteld is.
1 MENU[q][y]
Als deze op [ON] staat, worden verticaal opgenomen
beelden tijdens de weergave automatisch geroteerd en
weergegeven. U kunt ook op de knop F drukken om
het beeld te roteren en weer te geven.
Na het roteren wordt het beeld in die positie opgeslagen
op het geheugenkaartje.
Gebruik de bijgeleverde AV-kabel om opgenomen beelden op uw televisie weer te geven.
1 Schakel eerst de camera en de
televisie uit en sluit de AV-kabel aan
zoals aangegeven in de afbeelding.
2 Zet de televisie aan en zet deze in
op de videostand. Raadpleeg voor
in
formatie over het omschakelen
naar de video-ingang-modus de
handlei
ding van uw televisie.
3 Schakel de camera in en druk
op knop q (weergeven).
Beelden roteren
Weergave op een televisie
F-knop
[
4032x3024,1/8
]
[
4032x3024,1/8
]
2010.09.01
2010.09.01
21:56
21:56
100-0015
100-0015
15
15
[
4032x3024,1/8
]
[
4032x3024,1/8
]
2010.09.01
2010.09.01
21:56
21:56
100-0015
100-0015
15
15
[
4032x3024,1/8
]
[
4032x3024,1/8
]
2010.09.01
2010.09.01
21:56
21:56
100-0015
100-0015
15
15
[
4032x3024,1/8
]
[
4032x3024,1/8
]
2010.09.01
2010.09.01
21:56
21:56
100-0015
100-0015
15
15
L
N
N
L
N
N
L
N
N
L
N
N
Origineel beeld vóór het roteren
FFF
F
q-knop
AV in-aansluiting
(video/audio)
AV-kabel
AV OUT
connector
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 91 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
7
Weergavefuncties
92
NL
x Opmerkingen
Sluit de camera met de bijgeleverde AV-kabel aan op de televisie.
Zorg dat het type videosignaal van de camera overeenkomt met dat van de televisie.
g“VIDEO OUT“ (blz. 108)
Zodra u de AV-kabel aansluit op de camera, schakelt de cameramonitor zichzelf uit.
Bij sommige tv's verschijnt de foto niet in het midden van het televisiescherm.
Aansluiting met een HDMI-minikabel
Schakel de camera en de televisie uit voor u de minikabel aansluit.
1 Sluit de HDMI-minikabel aan op de HDMI-connector van de televisie.
2 Sluit de HDMI-minikabel aan op de HDMI-connector van de camera.
3 Schakel de televisie in en schakel “INPUT“ naar “HDMI INPUT“.
4 Schakel de camera in.
x Opmerkingen
Voor meer informatie over het wijzigen van de ingangsbron van de televisie, raadpleegt
u de handleiding van de televisie.
Gebruik een HDMI-minikabel die overeenkomt met de HDMI-miniconnector op de camera
en de HDMI-connector op de televisie.
Als de camera en de televisie verbonden zijn met zowel een AV-kabel als een HDMI-
min
ikabel, heeft HD
MI voorrang.
Afhankelijk van de instellingen van de televisie kunnen de weergegeven beelden
en informatie bijgesneden zijn.
Als u een televisie via een HDMI-minikabel aansluit, kunt u het formaat van het digitale
vid
eosignaal selec
teren. “HDMI“ (gblz.
108)
U kunt geen foto's of films opnemen als de HDMI-kabel aangesloten is.
Sluit de camera niet aan op andere HDMI-uitvoerapparaten. Hierdoor zou de camera
b
eschadigd raken
.
HDMI-uitvoer is niet mogelijk als de camera via USB verbonden is met een computer
of een printer.
HDMI-
miniconnector
HDMI-contact
HDMI-minikabel (verkrijgbaar
in de handel)
Aansluiten op de HDMI-
connector op de
televisie.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 92 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Weergavefuncties
7
93
NL
De afstandsbediening van de tv gebruiken
De camera kan worden bediend met een afstandsbediening van een tv wanneer deze
is aangesloten op een tv die HDMI-controle ondersteunt.
1 MENU[c][U][HDMI][HDMI CONTROL]
Stel in op [ON].
2 Bedien de camera met de afstandsbediening van de tv.
U kunt de camera bedienen door de bedieningsaanwijzingen te volgen die worden
weergegeven op de tv.
Tijdens de enkelbeeldweergave kunt u de informatieweergave weergeven of verbergen door
op de [Rode] knop te drukken, e
n kunt u de indexweergave weergeven of verbergen door
op de [Groene] knop te drukken
.
Afhankelijk van de tv zijn sommige functies niet beschikbaar, zelfs niet als deze worden
weergegeven.
Een gemaakte foto kunt u bewerken en opslaan als een nieuwe foto. Welke bewerkingen
u kunt uitvoeren, hangt af van de bestandsindeling (beeldkwaliteit) waarmee de foto
is opgeslagen.
Een JPEG-bestand kunt u ongewijzigd printen. RAW-bestanden kunt u echter niet onbewerkt
printen. Om een RAW-bestand te kunnen printen, moet u dit eerst met de RAW-
bewerkingsfunctie converteren naar een JPEG-bestand.
Als RAW-bestand opgeslagen beelden bewerken.
De camera verwerkt de gegevens uit het RAW-bestand (bijv. met witbalans en scherpstelling),
en slaat de gegevens dan op als een nieuw JPEG-bestand. Terwijl u de opgeslagen beelden
controleert, kunt u ze desgewenst bewerken.
De beeldverwerking wordt uitgevoerd aan de hand van de actuele camera-instellingen.
Wijzig de camera-instellingen in uw voorkeursinstellingen voordat u gaat fotograferen.
JPEG-beelden bewerken
[SHADOW ADJ] Maakt de schaduwpartijen lichter.
[REDEYE FIX] Voor het corrigeren van rode ogen op flitsopnamen.
[P] De grootte van de uitsnede instellen
met de hoofdregelaar en de positie
van de uitsnede met de pendelknop.
[ASPECT] Wijzigt
d
e breedte-hoogteverhouding
van beelden van 4:3 (standaard) in [3:2], [16:9], [6:6], [5:4], [7:6], [6:5],
[7:5] of [3:4]. Nadat u de breedte-hoogteverhouding heeft gewijzigd,
gebruikt u de pendelknop om de positie van de uitsnede op te geven.
[BLACK & WHITE] Hiermee maakt u een beeld zwart/wit.
[SEPIA] Voor beelden in sepia-tinten.
[SATURATION] Voor het instellen van de kleurdiepte (kleurverzadiging).
De kleurverzadiging aanpassen terwijl u de foto op het scherm bekijkt.
[Q] Om de foto te converteren naar 1280 × 960, 640 × 480 of 320 × 240
pixels. Beelden met een andere breedte-hoogteverhouding dan 4:3
(standaard) worden geconverteerd naar de beeldbestandsgrootte
die hierbij het dichtst aanleunt.
[e-PORTRAIT] De huid ziet er zachter en glanzender uit.
•Als gezichtsherkenning niet goed werkt, kunt u, afhankelijk van het beeld,
eventueel niet corrigeren.
•De grootte van het gecompenseerde beeld is beperkt tot [M] (2.560 x 1.920)
of kleiner.
Foto's bewerken
SETSET
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 93 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
7
Weergavefuncties
94
NL
1 MENU[q][EDIT][SEL. IMAGE
(Beeld selecteren)]
U kunt ook tijdens de weergave selecteren door
op de knop i te drukken.
2
Selecteer een beeld met
bd
en druk daarna op
i
.
De camera herkent het bestandstype van
de beeldgegevens.
Bij JPEG+RAW-beelden verschijnt een keuzemenu
d
at u vraagt welk
bestandstype u wilt bewerken.
3 Welk instelmenu verschijnt, hangt af van het
bestandstype van de beeldgegevens. Selecteer
het item dat u wilt bewerken en volg
de onderstaande stappen.
Het bewerkte beeld wordt als een ander beeld opgeslagen, los van het originele beeld.
Om te stoppen met het bewerken drukt u op knop MENU.
x Opmerkingen
Het is mogelijk dat de rode-ogen-correctie bij sommige foto's niet werkt. De rode-ogen-
correctie kan naast de ogen ook andere delen van de foto beïnvloeden.
In de volgende gevallen kunt u een JPEG-beeld niet bewerken:
Als het beeld is opgeslagen in het bestandstype RAW, als een beeld op een pc is bewerkt,
a
ls er onvoldoend
e ruimte is op de geheugenkaart, als de foto met een andere camera is
gemaakt.
Bij het wijzigen van het aantal pixels ([Q]) kunt u noo
it een groter aa
ntal pixels kiezen
dan dat van de originele opname.
[P] en [ASPE
CT] kunt u enkel
gebruiken om beelden met een breedte-hoogteverhouding
4:3 (standaard) te bewerken.
Geluid toevoegen aan stilstaande beelden
U kunt een audio-opname (tot 30 sec. lang) toevoegen aan de huidige foto.
1 MENU[q][EDIT][SEL. IMAGE][R]
U kunt ook tijdens de weergave selecteren door op de knop i te drukken.
2 Selecteer met behulp van ac, en druk daarna op de knop i.
[NO] : Er wordt geen geluid opgenomen.
[R START] : De audio-opname start.
[YES] : Toegevoegd geluid wordt gewist.
x Opmerkingen
U kunt geen geluid opnemen bij beveiligde beelden.
Om de opname halverwege te stoppen, drukt u op de knop i.
BACK SET
100-0020
100-0020
L
N
N
40
40
Bevestig het bestandstype vanaf hier.
JPEG EDIT
BACK SET
SHADOW ADJ
REDEYE FIX
ASPECT
BLACK & WHITE
RAW DATA EDIT
YES
NO
BACK SET
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 94 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Weergavefuncties
7
95
NL
U kunt tot 4 RAW-beelden die met de camera werden gemaakt, op elkaar plaatsen en
als een afzonderlijk beeld opslaan. Het beeld wordt opgeslagen met de beeldkwaliteit
die ingesteld is op het ogenblik waarop het beeld wordt opgeslagen.
1 MENU[q][EDIT][IMAGE OVERLAY]
U kunt ook tijdens de weergave selecteren door op de knop i te drukken.
2 Selecteer het aantal beelden dat u op elkaar wenst te plaatsen,
en druk op de i-knop.
3 Gebruik p om een beeld te selecteren en druk
op de knop i.
Selecteer verschillende beelden overeenkomstig het
aantal beelden dat u in stap 2 heeft geselecteerd.
Om uw selectie ongedaan te maken,
drukt u nogmaals op i.
4 Gebruik bd om een beeld te selecteren, gebruik
vervolgens ac om de versterking voor
elk beeld te selecteren. Druk op knop i.
Maak uw keuze van 0.1 tot 2.0.
Het weergegeven beeld wijzigt naarmate de versterking
wordt aangepast.
5 Selecteer met ac de optie [YES] en druk daarna
op knop i.
5 of meer beelden op elkaar plaatsen:
j Als u 5 of meer beelden op elkaar wenst te plaatsen, slaat u het op elkaar geplaatste beeld
op als een RAW-bestand en gebruikt u [IMAGE OVERLAY]
herhaaldelijk.
x Opmerkingen
Als de beeldkwaliteit ingesteld is op [RAW], wordt het op elkaar geplaatste beeld opgeslagen
als [YN+RAW].
Wanneer het beeldeffect is ingesteld op [C] tot [L], wordt
het overlappen
d beeld
opgeslagen met [jNATURAL].
Beeldoverlapping
TIPS
IMAGE OVERLAY
RAW
RAW
RAW
RAW
RAW
RAW
RAW
RAW
RAW
RAW
RAW
RAW
RAW
RAW
BACK SET
x
0.3
x
0.3
x
0.1
x
0.1
x
0.1
x
0.1
x
0.3
x
0.3
IMAGE OVERLAY
BACK SET
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 95 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
7
Weergavefuncties
96
NL
Met deze functie kunt u beeld kopiëren naar en van het SD-kaartje en CompactFlash. U kunt
dit menu selecteren als er twee geheugenkaartjes in de camera zitten. Het geselecteerde
kaartje is de bron van waaruit u gaat kopiëren. g“r/C“ (blz. 116)
Enkelbeeldkopie
1 Roep het beeld op dat u wilt kopiëren en druk
op COPY / <.
2 Selecteer met ac de optie [YES] en druk
daarna op knop i.
Geselecteerde beelden kopiëren
Met deze functie kunt u in de stand indexweergave meerdere beelden selecteren
en deze allemaal tegelijkertijd kopiëren.
1 Selecteer het te kopiëren beeld in de
indexweergave en druk op de knop i.
De geselecteerde beelden krijgen een v.
Om uw selectie ongedaan te maken,
dru
kt u nogmaals op i.
2 Zodra u de beelden die u wilt kopiëren hebt
geselecteerd, drukt u op COPY / <.
3 Selecteer met ac de optie [YES] en druk
daarna op knop i.
Alle beelden kopiëren
1 MENU[q][COPY ALL]
2 Druk op d.
3 Selecteer met ac de optie [YES] en druk
daarna op knop i.
Beelden kopiëren
COPY/<-knop
COPY SELECT
YES
NO
BACK
SET
SD
YES
NO
COPY ALL
BACK
SET
SD
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 96 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Weergavefuncties
7
97
NL
Beveilig de beelden die niet mogen worden gewist. Beveiligde beelden kunnen niet worden
gewist met de functie “enkel beeld/alle beelden wissen“.
Enkelbeeldbeveiliging
Roep het beeld op dat u wilt beveiligen en druk
op de 0-knop.
9 (beveiligingsteken), verschijnt in de rechterbovenhoek
va
n het scherm.
De beveiliging opheffen
Roep de beveiligde beelden op en druk op knop 0.
Geselecteerde beelden beveiligen
Met deze functie kunt u in de stand indexweergave meerdere beelden selecteren
en deze allemaal tegelijkertijd beveiligen.
1 Roep de foto's op die u wilt beveiligen en druk daarna op knop i.
De geselecteerde beelden krijgen een v.
Om uw selectie ongedaan te maken, drukt u nogmaals op i.
Druk op p om de bee
lden te selecte
ren die u wilt beveiligen, en druk op de knop i.
2 Zodra u de beelden hebt geselecteerd die u wilt beveiligen, drukt u op knop 0.
Alle beveiligingen annuleren
Met deze functie kunt de beveiliging van meerdere beelden in één keer annuleren.
1 MENU[q][RESET PROTECT]
2 Selecteer met ac de optie [YES] en druk daarna op knop i.
x Opmerkingen
Bij het formatteren van het geheugenkaartje worden alle beelden gewist, ook de beveiligde
beelden.
g“Het geheu
genkaartje forma
tteren“ (blz. 136)
Beveiligde beelden kunnen niet worden gekanteld, ook niet als u op knop F drukt.
Beelden beveiligen
i-knop
0-knop
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 97 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
7
Weergavefuncties
98
NL
Hiermee kunt u opnamen wissen. U kunt kiezen tussen enkel beeld wissen, waarbij alleen
het momenteel weergegeven beeld wordt gewist; alle beelden wissen, waarbij alle beelden
worden gewist die op het kaartje staan; of geselecteerde beelden wissen, waarbij alleen
de geselecteerde beelden worden gewist.
x Opmerkingen
Als u het wissen van alle beelden of van geselecteerde beelden uitvoert voor beelden die met
RAW+JPEG zijn opgenomen, worden zowel de RAW- als ook de JPEG-beelden gewist. Als
u het wissen van een enkel beeld gebruikt, kunt u kiezen of u het JPEG-, RAW- of zowel het
RA
W- als ook het JP
EG-beeld wist. g“RAW+JPEG ERASE“
(blz. 115)
Beveiligde beelden kunt u niet wissen. Als u de beveiliging van de beelden opheft,
kunt
u ze wél wissen.
Eenmaal gewiste beelden kunt u niet meer herstellen. g“Beelde
n beveiligen“
(blz. 97)
Wissen van een enkel beeld
1 Geef de foto's weer die gewist moeten worden en druk
op de knop D.
2 Selecteer met ac de optie [YES] en druk daarna
op knop i.
Geselecteerde beelden wissen
Hiermee kunt u in de enkelbeeldweergave of de indexweergave de geselecteerde beelden
in één keer wissen.
1 Geef de foto weer die gewist moet worden en druk op de knop i.
De geselecteerde beelden krijgen een v.
Om uw selectie ongedaan te maken, drukt u nogmaals op i.
Druk op p om de beeld
en te selecteren
die u wilt wissen, en druk op de knop i.
2 Zodra u de beelden hebt geselecteerd die u wilt wissen, drukt u op knop D.
3 Selecteer met ac de optie [YES] en druk daarna op knop i.
Alle beelden wissen
1 MENU[W][CARD SETUP]
2 Selecteer met ac de optie [ALL ERASE] en druk vervolgens op knop i.
3 Selecteer met ac de optie [YES] en druk daarna op knop i.
Alle beelden worden gewist.
Onmiddellijk wissen:
j Als u “QUICK ERASE“ (gblz. 115) heeft ingesteld op [ON], kunt u op de D-knop drukken
om een beeld onmiddellijk te wissen.
j U kunt d
e uitgangspo
sitie van de cursor op [YES] instellen. g“PRIORITY SET“ (blz. 116)
Beelden wissen
TIPS
D-knop
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 98 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
8
Instelfuncties
8
99
NL
Instelfuncties
Gebruik het Setup-menu om de basisfuncties van
de camera in te stellen. Voor meer informatie over
het gebruik van de menulijsten, zie “Instellen in het
menu“ (gblz. 22).
X (Datum/tijd instellen) gblz. 14
W (taal voor de monitor wijzigen)
Voor de schermteksten en de foutmeldingen kunt u naast het Engels ook andere talen kiezen.
s (Helderheid van de monitor aanpassen)
U kunt de helderheid en de kleurtemperatuur van
de monitor aanpassen.
U kunt met bd overschakelen tussen j
(kleurtemperatuur) en k (helderheid) en met ac
kunt u de waarde instellen tussen [+7] en [-7].
Door [AUTO BRIGHTNESS] in te stellen, kan de
verlichtingssensor de omringende helderheid meten
en de monitor automatisch donkerder maken voor
optimale weergave.
REC VIEW
U kunt de zojuist gemaakte foto weergeven op de monitor terwijl de foto op het geheugenkaartje
wordt opgeslagen, en u kunt instellen hoe lang de foto wordt weergegeven. Dit is handig als u de
foto die u zojuist heeft genomen even wilt controleren. Door de ontspanknop half in te drukken
terwijl u de foto controleert, kunt u onmiddellijk doorgaan met fotograferen.
[1SEC] tot [20SEC] Hiermee selecteert u het aantal seconden dat de foto moet worden
weergegeven. Dit kunt u instellen in stappen van 1 seconde.
[OFF] De foto die op
het geheugenkaartje wordt opgeslagen,
wordt niet weergegeven.
[AUTO q] Gee
f
t de foto weer die wordt opgeslagen, en schakelt daarna over
naar de stand weergave. Dit is handig om een opname te controleren
en eventueel direct te wissen.
c MENU DISPLAY
[OFF] Het custom menu wordt verborgen in het menuscherm.
[ON] Het custom menu wordt weergegeven in het menuscherm.
Setup-menu
X
ON
5
SEC
cMENU DISPLAY
ENG.
W
FIRMWARE
REC VIEW
s
SETBACK
’10.09 .01
14:01
s
5
+
2
SETBACK
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 99 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
8
Instelfuncties
100
NL
FIRMWARE
De firmwareversie van uw product verschijnt.
Als u informatie gaat inwinnen over uw camera of accessoires, of als u software
wilt downloaden, moet u opgeven welke versie van elk van de producten u gebruikt.
MYSET instellen
U kunt de huidige instelling van de camera vastleggen in maximaal 4 MYSET-instellingen.
Breng de camera in de gewenste toestand en leg deze toestand vast.
Door de toestand vast te leggen, kunt u deze toestand als een van de opnamestanden
P/S/A/M selecteren.
U kunt de cameratoestand ook toewijzen aan een bepaalde knop ([<]/P/V (Preview))
in [BUTTON FUNCTION]. g“BUTTON FUNCTION“ (blz. 106)
MYSET vastleggen
1) Selecteer tussen [MYSET1] tot [MYSET4] en druk op de knop d.
2) Gebruik ac om [S
ET] te selecteren en druk daarna op knop i.
De actuele instellingen worden vastgelegd in de camera. Voor meer informatie over
de functies die in MYSET kunnen worden vastgelegd, raadpleegt u “Functies die met
de MYSET-instelling kunnen worden vastgelegd“ (gblz. 145).
Selecteer [RESE
T]
om het vastleggen te annuleren.
De MYSET-instelling als opnamestand gebruiken.
Selecteer de gewenste MYSET-instelling.
Wijs MYSET1 tot MYSET4 toe aan de Fn-knop (g“BUTTON FUN
CTION“ (blz. 106))
die u wilt gebruiken als MYSET-sneltoets.
Fotografeer terwijl u de Fn-kno
p inged
rukt houdt.
x Opmerkingen
MYSET (Mijn instelling)
RESET/MYSET
Menu MENU[W][RESET/MYSET]
Directe knop MODE + j
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 100 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Instelfuncties
8
101
NL
Elke instelling wijzigen in MYSET-instelling terwijl de huidige fotografeerstand
behouden blijft.
1) Selecteer tussen [MYSET1] tot [MYSET4] en druk op de knop i.
2) Gebruik ac om [YES] t
e selecteren en druk daarna op de knop i.
Elke instelling wordt ingesteld in de MYSET-instelling, behalve bepaalde items zoals
P
/
S
/
A
/
M
. Voor meer details over de functies die niet kunnen worden gewijzigd, raadpleegt
u “Functies die met de MYSET-instelling kunnen worden vastgelegd“ (
g
blz. 145).
De instellingen resetten
In deze camera blijven de gewijzigde instellingen behouden wanneer de camera wordt
uitgeschakeld. Om de instellingen terug te stellen, voert u [RESET] uit.
Sommige instellingen worden niet teruggesteld.
Terugstellen
Houd deze knop gedurende minstens twee seconden ingedrukt om het menu weer
te geven. Gebruik de j hoofdr
egelaar om te selecteren.
1 Selecteer [RESET], druk daarna op de knop i.
2 Selecteer met ac de optie [YES] en druk
daarna op knop i.
Menu MENU[W][RESET/MYSET]
Directe knop ISO + [F]
Menu MENU[W][RESET/MYSET]
RESET
YES
NO
SETBACK
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 101 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
102
NL
9
9
De camera volgens uw wensen instellen
De camera volgens uw wensen instellen
Gebruik het Custom-menu om de fotografeerfuncties aan te passen.
Het Custom-menu bestaat uit 10 tabbladen (R t/m R) die weer zijn onderverdeeld volgens
de functies die u kunt instellen.
Voor meer informatie over het gebruik van de menulijsten, zie “Instellen in het
menu“ (gblz. 22).
Custom MenuR AF/MF
AF AREA gblz. 53
Selecteer de AF-kaderstand.
P SET UP
Selecteert de werking van de regelaars of van de pendelknop als u het AF-kader selecteert.
[OFF] Stopt
nadat u naar het AF-kader aan het einde bent gegaan.
[LOOP] Na
dat u naar het AF-kader aan het einde bent gegaan, gaat u naar het AF-
kader aan het tegenoverliggende uiteinde van dezelfde rij of dezelfde kolom.
Selecteert alle AF-kaders voor u naar het AF-kader aan het tegenoverliggende
uiteinde gaat, en [AF AREA] wordt ingesteld op B.
[SPIRAL] N
a
dat u naar het AF-kader aan het einde bent gegaan, gaat u naar het AF-
kader aan het tegenoverliggende uiteinde van de volgende rij of de volgende
kolom. Selecteert alle AF-kaders voor u naar het AF-kader aan het
tegenoverliggende uiteinde gaat, en [AF AREA] wordt ingesteld op B.
RESET LENS
In de stand [ON] wordt de scherpstelling van de lens steeds op oneindig gezet zodra
u de camera uitschakelt.
BULB FOCUSING
U kunt de camera zo instellen dat u de scherpstelling kunt aanpassen tijdens tijdopnamen
in de stand MF.
[ON] Tijde
n
s de opname kunt u scherpstellen met de scherpstelring.
[OFF] Tijden
s de opname is de scherpstelling vergrendeld.
R
AF/MF (Blz. 102)
W
# CUSTOM (Blz. 112)
S
BUTTON/DIAL (Blz. 104)
X
K/ASPECT/COLOR/WB (Blz. 113)
T
RELEASE/j (Blz. 108)
Y
RECORD/ERASE (Blz. 115)
U
DISP/8/PC (Blz. 108)
Z
MOVIE (Blz. 117)
V
EXP/e/ISO (Blz. 111)
R
K UTILITY (Blz. 117)
bijv.) Als u van het AF-kader linksboven naar rechts gaat
[OFF] [SPIRAL][LOOP]
Instellen op B.
Instellen op B.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 102 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
9
103
NL
De camera volgens uw wensen instellen
FOCUS RING
U kunt kiezen wat voor u de meest logische draairichting
van de scherpstelring is.
Deze instelling wordt niet toegepast voor lenzen met
mechanische scherpstelling, zoals Olympus SWD-lenzen.
MF ASSIST
Stel in op [ON] om het onderwerp op de monitor automatisch te vergroten door
de scherpstelring te verdraaien terwijl u fotografeert in [S-AF+MF] of [MF] met live bekijken.
P SET HOME
U kunt de AF-kaderstand en de AF-kaderpositie die u vaak gebruikt, vastleggen als home-
positie. Wijs [P SET HOME] vooraf toe aan de gewenste knop in [BUTTON FUNCTION],
zodat u de vastgelegde home-positie snel kunt gebruiken tijdens het fotograferen. “BUTTON
FUNCTION“ (gblz. 106)
PD AFL
Stel in op [ON] om faseverschil-AF (AF met de spiegel omlaag) uit te voeren door op de
AEL/AFL-knop te drukken terwijl u fotografeert met live bekijken.
AF ILLUMINAT. (AF-lichtbron)
De ingebouwde flitser kan als AF-lichtbron fungeren. Op die manier kunt u gemakkelijker
scherpstellen als er weinig licht is en u de AF-stand gebruikt. Laat de flitser omhoog springen
om deze functie te gebruiken. Deze functie is beschikbaar wanneer u fotografeert met
faseverschil-AF (wanneer u fotografeert met de zoeker).
C-AF LOCK
Als [ON] ingesteld is, kunt u tijdens scherpstellen met de C-AF-stand de scherpstelling niet
wijzigen, ook niet als de afstand tot het onderwerp plots wijzigt. Dit is interessant als u een
foto maakt terwijl er iets voor of achter het onderwerp passeert. Deze functie is beschikbaar
wanneer u fotografeert met de zoeker.
AF AREA POINTER
Als [OFF] ingesteld is, gaat het AF-kader niet aan als het onderwerp scherp staat.
AF SENSITIVITY
U kunt het bereik van het AF-kader voor de scherpstelling instellen als [AF AREA] ingesteld
is op M. Deze functie is beschikbaar wanneer u fotografeert met faseverschil-AF (wanneer
u fotografeert met de zoeker).
[NORMAL] De camera
stelt scherp in een bereik dat iets groter is dan het geselecteerde
AF-kader.
[SMALL] De camera ste
lt enkel scherp binnen het geselecteerde AF-kader.
Als [SMALL] geselecteerd is, verandert de weergegeven instelling
voor [AF AR
EA] in o.
Dichtbij
Dichtbij
)
)
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 103 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
104
NL
9
De camera volgens uw wensen instellen
Custom MenuS BUTTON/DIAL
DIAL FUNCTION
In de stand P, A, S of M kunt u andere functies dan
de standaardfuncties toewijzen aan de hoofdregelaar en
de subregelaar. U kunt de functies van de hoofdregelaar
en de subregelaar ook omschakelen voor menu-
en weergavefuncties met de standaardfuncties.
P :[%]/[F]/[w]
A :[FNo.]/[F]/[w]
S :[SHUTTER]/[F]/[w]
M :[SHUTTER]/[FNo.]
MENU :[F]/[G]
q :[PREV/NEXT]/[GU]
[F] on [MENU] komt
overeen met de horizontale functie
van de regelaar (komt overeen met indrukken van bd).
[G] komt overeen met de verticale functie van
de regelaar (komt overeen met indrukken van ac).
DIAL DIRECTION
U kunt de draairichting van de regelaar en de richting waarin u de sluitersnelheid/
diafragmawaarde verhoogt of verlaagt, selecteren.
Instelling qe (draairichting van de regelaar) rf (draairichting van de regelaar)
DIAL1
Langere sluitertijd
Diafragma verder openen
(F-waarde wordt lager)
Kortere sluitertijd
Diafragma sluiten (F-waarde is verhoogd)
DIAL2
Kortere sluitertijd
Diafragma sluiten (F-waarde is verhoogd)
Langere sluitertijd
Diafragma verder openen
(F-waarde wordt lager)
Ps
DIAL P
BACK SET
Subregelaar Hoofdregelaar
DIAL MENU
BACK SET
FG
bd
ac
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 104 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
9
105
NL
De camera volgens uw wensen instellen
AEL/AFL
U kunt in plaats van de ontspanknop ook de knop AEL/AFL gebruiken om scherp te stellen
of de belichting te meten.
Kies de functie van de knop die bij de handeling past als de ontspanknop ingedrukt is.
Selecteer [mode1] t/m [mode4] in elke scherpstelfunctie. (In de C-AF-functie kunt
u alleen [mode4] selecteren.)
Basisfuncties
[mode1] Om tijdens het scherpstellen de belichting in te stellen. Zolang u de knop AEL/
AFL ingedrukt houdt, is AE-lock geactiveerd zodat u de scherpstelling en de
belichtingsinstelling apart kunt uitvoeren.
[mode2]
Om de belichting pas in te stellen zodra u de ontspanknop helemaal indrukt. Dit is
handig in situaties waarbij de verlichting sterk wisselt, bijvoorbeeld op een podium.
[mode3] Om scherp te stellen met de knop AEL/AFL in plaats van met de ontspanknop.
[mode4] Stel scherp met de knop AEL/AFL en stel de belichting in door de ontspanknop
helemaal in te drukken.
Faseverschil-AF gebruiken tijdens live bekijken
Door
[PD AFL]
in te stellen op
[ON]
in
[
R
]
kunt u faseverschil-AF gebruiken tijdens live bekijken.
Stand
Ontspanknopfunctie
AEL/AFL-knop functie
Half indrukken Helemaal indrukken
Scherpstellen Belichting Scherpstellen Belichting Scherpstellen Belichting
[S-AF]
modus1
S-AF Vastgehouden
k k k
Vastgehouden
modus2
S-AF
k k
Vastgehouden
k
Vastgehouden
modus3
k
Vastgehouden
k k
S-AF
k
[C-AF]
modus1
C-AF start Vastgehouden Vastgehouden
k k
Vastgehouden
modus2
C-AF start
k
Vastgehouden Vastgehouden
k
Vastgehouden
modus3
k
Vastgehouden Vastgehouden
k
C-AF start
k
modus4
k k
Vastgehouden Vastgehouden C-AF start
k
[MF]
modus1
k
Vastgehouden
k k k
Vastgehouden
modus2
k k k
Vastgehouden
k
Vastgehouden
modus3
k
Vastgehouden
k k
S-AF
k
Stand
Ontspanknopfunctie
AEL/AFL-knop functie
Half indrukken Helemaal indrukken
Scherpstellen Belichting Scherpstellen Belichting Scherpstellen Belichting
[S-AF]
modus1
S-AF Vastgehouden
kk
PD AF
k
modus2
S-AF
kk
Vastgehouden PD AF
k
modus3
k
Vastgehouden
kk
PD AF
k
[MF]
modus1
k
Vastgehouden
kkk
Vastgehouden
modus2
kkk
Vastgehouden Vastgehouden
modus3
k
Vastgehouden
kk
PD AF
k
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 105 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
106
NL
9
De camera volgens uw wensen instellen
AEL/AFL MEMO
U kunt de belichtingsinstelling vergrendelen en vasthouden met knop AEL/AFL.
[ON]
Druk op knop
AEL
/
AFL
om de belichtingsinstelling te vergrendelen en vast te
houden. Druk opnieuw op de knop om het behouden van de belichting te annuleren.
[OFF] De belichting wordt alleen vastgehouden zolang u de knop AFL/AFL ingedrukt
houdt.
BUTTON FUNCTION
U kunt de volgende functies aan elke knop toewijzen: de <-knop, de P-knop
en de V (preview)-knop.
Functie Detail
Toe te wijzen knop
< P
V
(preview)
[Fn FACE
DETECT]
Druk op de knop om [g FACE DETECT] in te
stellen op [ON]. Druk nogmaals om hier [OFF]
in te stellen.
g“De gezichtsherkenningsfunctie
gebruiken“ (blz. 38), “g FACE DETECT“ (blz. 109)
9 k 9
[PREVIEW]
Terwijl u de knop ingedrukt houdt, kunt u de preview-
functie gebruiken. g“Preview-functie“ (blz. 46)
99 9
[LIVE PREVIEW]
Door op de knop te drukken, gaat de camera
automatisch naar live bekijken voor een preview
van het beeld op de monitor.
9 k 9
[V]
Druk op de knop om de witbalanswaarde te verkrijgen.
g“Auto WB/preset/custom WB instellen“ (blz. 67)
99 9
[P HOME]
Druk op de knop om naar de vastgelegde AF-home-
positie te gaan. Druk nogmaals op de knop om naar
de oorspronkelijke AF-kaderstand te gaan.
Als u de camera uitschakelt terwijl hij ingesteld
is op de AF-home-positie, wordt de originele
positie niet opgeslagen.
g“Een AF-kaderstand vastleggen“ (blz. 58)
99 9
[MF]
Druk op de knop om de AF-stand om te schakelen
naar [MF]. Druk nogmaals op de knop om naar
de oorspronkelijke AF-stand te gaan.
99 9
[RAWK]
Druk op de knop om voor de beeldkwaliteit om
te schakelen van JPEG naar JPEG+RAW of van
JPEG+RAW naar JPEG.
U kunt de beeldkwaliteit wijzigen door de regelaar
te draaien terwijl u de knop ingedrukt houdt.
99 9
[P/A/S/M]
U kunt de fotografeerstand omschakelen door de
regelaar te draaien terwijl u de knop ingedrukt houdt.
99 9
[TEST PICTURE]
Door op de ontspanknop te drukken terwijl u de knop
indrukt, kunt u de zojuist genomen foto op de
monitor controleren zonder de foto op het kaartje
te hoeven opslaan. Dit is handig als u wilt kijken
of een foto goed gelukt is zonder deze op te slaan.
99 9
[MYSET1]/
[MYSET2]/
[MYSET3]/
[MYSET4]
Terwijl u de knop ingedrukt houdt, kunt u foto's
maken met de camera-instellingen die zijn
vastgelegd in [RESET/MYSET].
g“MYSET instellen“ (blz. 100)
99 9
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 106 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
9
107
NL
De camera volgens uw wensen instellen
n FUNCTION:
Als u P selecte
ert, kunt u met de pendelknop de positie van het AF-kader selecteren.
U kunt deze functie uitvoeren gedurende enkele seconden nadat u de ontspanknop half heeft
ingedrukt en heeft losgelaten.
x Opmerkingen
Tijdens live bekijken geldt de werking van de n-knop exclusief voor de filmknop,
ongeacht de instelling.
Dezelfde functie kan niet worden toegewezen aan meerdere knoppen.
De functies die niet kunnen worden toegewezen, worden niet weergegeven
in het functiekeuzescherm.
BUTTON TIMER
De directe knop kan geselecteerd blijven zelfs nadat u hem losgelaten.
[OFF] Enkel beschikba
ar als de knop ingedrukt is.
[3SEC]/[5SEC]/[8S
EC] De knop blijft geselecteerd gedurende het aangegeven
aantal seconden.
[HOLD] De knop blijf
t geselecteerd tot u hem opnieuw indrukt.
Knoppen die kunnen worden ingesteld met [B
UTTON TIMER]
ISO, F, WB, #, w, G, AF, </Y/j, MODE
A
U kunt de functies van de AEL/AFL-knop en van de <-knop omschakelen. Als u [ON]
selecteert, werkt de AEL/AFL-knop zoals de <-knop, en werkt de <-knop als
de AEL/AFL-knop.
De instelling geldt ook voor de <-knop op
de optionele reservebatterijhouder,
als deze op de camera is bevestigd.
Functie Detail
Toe te wijzen knop
< P
V
(preview)
[Y/X]
(Underwater wide/
Underwater macro)
U kunt de fotografeerstand omschakelen naar
[Y/X] door op de knop te drukken.
Houd de knop ingedrukt om terug te keren
naar de vorige fotografeerstand.
9 kk
[LEVEL GAUGE]
Druk op de knop om het waterpas in de zoeker
en op het bedieningspaneel weer te geven,
en druk nogmaals op deze knop om het
waterpas te verbergen.
g“LEVEL GAUGE“ (blz. 110)
99 9
[MAGNIFY]
Druk op de knop om het onderwerp vergroot weer
te geven op de monitor.
9 k 9
[AF AREA
SELECT]
U kunt het AF-kader selecteren door de regelaar
te draaien terwijl u de knop ingedrukt houdt.
99 9
[IS MODE (I.S.)]
U kunt de beeldstabilisator selecteren door de
regelaar te draaien terwijl u de knop ingedrukt houdt.
g“Beeldstabilisator“ (blz. 62)
99 9
[OFF] Laat geen toewijzing van functies toe.
99 9
9 :Beschikbaar voor toewijzing k :Kan niet worden toegewezen
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 107 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
108
NL
9
De camera volgens uw wensen instellen
Custom Menu T RELEASE/j
RLS PRIORITY S/RLS PRIORITY C
Normaal ontspant de camera de sluiter niet terwijl AF in werking is of de flitser wordt
opgeladen. Als u de sluiter wenst te ontspannen zonder te wachten tot deze bewerkingen
voltooid zijn, gebruikt u de volgende instelling. U kunt de ontspanvoorkeuze individueel
instellen in de AF-stand.
RLS PRIORITY S Stelt de ontspanvoorkeuze in voor de S-AF-stand gblz. 53.
RLS PRIORITY C Stelt de ontspanvoorkeuze in voor de C-AF-stand gblz. 54.
O fps
U kunt het aantal beelden dat in één seconde wordt opgenomen wanneer u repeterende
opnamen maakt met [O] instellen van [1fps] tot [4fps].
Custom MenuU DISP/8/PC
HDMI
Kies deze instelling wanneer de camera op een televisie wordt aangesloten via een
HDMI-minikabel.
HDMI OUT
Het type digitaal videosignaal selecteren als een televisie wordt aangesloten via een
HDMI-minikabel.
[1080i] Weerg
ave i
n het formaat 1080i.
[720p] Weergave i
n het formaat 720p.
[480p/576p] Weergave i
n het formaat 480p/576p (als [VIDEO OUT] is ingesteld
op [PAL], weergave in het formaat 576p).
x Opmerkingen
•Als [1080i] ingesteld is, heeft het formaat 1080i voorrang voor de HDMI-uitvoer. Als deze
instelling echter niet overeenkomt met de ingangsinstelling van de televisie, wordt de
resolutie eerst gewijzigd in 720p en daarna in 480p. Voor meer details over het wijzigen
van de ingangsinstelling van de televisie raadpleegt u de handleiding van de televisie.
HDMI CONTROL
Wanneer [ON] geselecteerd is, kan de camera bediend worden met de afstandsbediening
van een tv wanneer deze op de tv is aangesloten via een HDMI-minikabel.
VIDEO OUT
Afhankelijk van het type videosignaal van uw televisie kunt u NTSC of PAL selecteren.
In het buitenland moet u deze instelling misschien wijzigen als u de camera op een TV wilt
aansluiten en beelden wilt weergeven. Zorg dat u het juiste type videosignaal hebt geselecteerd
voordat u de videokabel aan gaat sluiten. Als u het verkeerde type videosignaal hebt
geselecteerd, worden de foto's niet goed weergegeven op uw televisie.
Types videosignaal in de belangrijkste landen en gebieden
Controleer het type videosignaal voordat u de camera op de tv aansluit.
SLEEP
De camera wordt in sluimerstand (stand-by) geschakeld om de batterij minder te belasten als
er geen handelingen worden uitgevoerd gedurende de opgegeven tijd. Met [OFF] schakelt
u de sluimerstand uit. Als u op een knop drukt, zoals de ontspanknop, wordt de camera
opnieuw geactiveerd.
NTSC Noord Amerika, Taiwan, Korea, Japan
PAL Europese landen, China
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 108 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
9
109
NL
De camera volgens uw wensen instellen
LIVE VIEW BOOST
Tijdens fotograferen met live bekijken, kunt u de monitor lichter maken voor gemakkelijkere
bevestiging van uw onderwerp.
[OFF]
Het onderwerp wordt weergegeven op de mo
nit
or met het helderheidsniveau dat
is aangepast aan de ingestelde belichting. U kunt,
terwijl u vooraf via de monitor
bevestigt, een foto naar uw wens maken.
[ON]
De camera past het helderheidsniveau automatisch aan en geeft het onderwerp op
de
monitor weer voor gemakkelijkere bevestiging. Het effect van de aanpassingen
van belichtingscorrectie worden niet op de monitor weergegeven.
g FACE DETECT
Als deze is ingesteld op [ON] detecteert de camera gezichten van mensen en stelt
automatisch scherp. g“De gezichtsherkenningsfunctie gebruiken“ (blz. 38)
U kunt close-ups weergeven door scherp te stellen op het gezicht van het onderwerp.
g“Enkel beeld/Gezoomd weergeven“ (blz. 86)
G/INFO SETTINGS
Selecteer de weergegeven informatie als u tijdens live bekijken of weergeven
op de
INFO-knop drukt.
[q INFO] Hiermee
bepaalt u of [IMAGE ONLY], [OVERALL], [u],
[HIGHLIGHT&SHADOW] worden weergegeven of verborgen tijdens
de weergave. g“In
formatiedisplay“ (b
lz. 89)
[LV-INFO] Bepaa
lt of [u], [HIGHLIGHT&SHADOW], [ZOOM], [MULTI VIEW],
[IMAGE ONLY], [w], [x], [y] of [&] tijdens live bekijken worden
wee
rgegeven of verborgen. g“Het informatiedisplay
omsch
akelen“ (blz. 39)
[G SETTINGS] Bepaalt of [
G4]/[G9]/[G25]/[G100]/[CALENDAR] worden
weergegeven of verborgen tijdens indexweergave/kalenderweergave.
g
Indexweergave/kalenderweergave“ (b
lz. 88)
K CONTROL SETTINGS
Bepaal of het superbedieningspaneel (gblz. 6) van live control (gblz. 37) tijdens live
bekijken wordt weergegeven of verborgen.
HISTOGRAM SETTINGS
Stel het helderheidsbereik van de lichte partijen (overbelicht) en van de schaduwpartijen
(onderbelicht) in om een waarschuwing weer te geven in de Highlight&Shadow-weergave.
BACKLIT LCD (timer displayverlichting)
Om batterijen te sparen wordt, nadat het superbedieningspaneel gedurende een bepaalde
tijd is weergegeven, de achtergrondverlichting van de monitor donker. Kies [8SEC], [30SEC]
of [1MIN] voor de tijd tot de achterverlichting donkerder wordt. [HOLD] bepaalt dat de
achterverlichting niet donkerder wordt.
Het achtergrondlicht van de monitor gaat weer aan zodra u een knop indrukt (ontspanknop,
pendelknop, enz.).
8
U kunt het piepgeluid, dat afgegeven wordt als de scherpstelling vastgezet wordt,
uitschakelen door op de ontspanknop te drukken.
VOLUME
U kunt het luidsprekervolume aanpassen.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 109 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
110
NL
9
De camera volgens uw wensen instellen
USB MODE
Met het bijgeleverde USB-kabeltje kunt u de camera rechtstreeks op een computer of printer
aansluiten. Als u van tevoren opgeeft op welk apparaat u de camera aansluit, kunt u de
instelprocedure voor de USB-aansluiting overslaan die normaliter verschijnt als u de kabel
aansluit op de camera. Voor meer informatie over hoe u de camera op een apparaat aansluit,
raadpleegt u “Camera aansluiten op een printer“ (gblz. 124) en “OLYMPUS Viewer 2/[ib]
gebruiken“ (gblz. 127).
[AUTO]
Het selectiescherm voor de USB-aansluiting verschijnt telkens als u de camera
op een computer of printer aansluit.
[STORAGE]
Hiermee kunt beelden overbrengen naar een computer. Selecteer deze stand ook
al
s u via een pc-aa
nsluiting de OLYMPUS Viewer 2 / [ib] software wilt gebruiken.
[MTP]
Hiermee kunt beelden overbrengen naar een computer waarop Windows Vista
is geïnstalleerd, zonder de OLYMPUS Viewer 2 / [ib] software te gebruiken.
[PRINT]
Voor aansluiting op een printer die compatibel is met PictBridge.
[CONTROL]
Hiermee kunt u de camera via de USB-aansluiting bedienen met behulp van Olympus
S
t
udio 2.
LEVEL GAUGE
Deze camera is uitgerust met een acceleratiesensor, waarmee een tweerichtings-waterpas
kan worden weergegeven om horizontale, voorwaartse en achterwaartse kanteling te
detecteren als [LEVEL GAUGE] ingesteld is op [ON]. Dit is een handig hulpmiddel in
situaties waarin u niet zeker weet of de camera recht staat, bijv. als u de horizon of de skyline
niet op het scherm kunt zien of als het scherm donker is wanneer u 's nachts fotografeert.
Indicaties in de zoeker en op het bedieningspaneel:
Druk de ontspanknop half in, zodat het wate
rpas na enkele
seconden in de zoeker
en op het bedieningspaneel verschijnt.
Indicatie op de monitor:
Druk zo vaak op de INFO-
knop tot het waterpas
verschijnt. g“Het informatiedisplay
omschakelen“ (blz. 39)
Zoeker Bedieningspaneel
Horizontale waterpasindicatie
Verschijnt als het weergavegebied
wordt overschreden.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 110 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
9
111
NL
De camera volgens uw wensen instellen
Waterpas kalibreren:
j g“LEVEL ADJUST“ (blz. 120)
Waterpas eenvoudig in- en uitschakelen:
j Door [LEVEL GAUGE] toe te wijzen aan de <-knop, P-knop of V (preview)-knop,
kunt u op die knop drukken om het waterpas weer te geven of te verbergen.
g“B
UTTON FUNCTION“ (blz. 106)
x Opmerkingen
Als de camera sterk vooruit of achteruit wordt gekanteld, neemt de fout van de horizontale
kanteling toe.
4 h TIMER (Automatische uitschakeling)
U kunt de camera zo instellen, dat hij automatisch uitschakelt als hij gedurende 4 uur niet
wordt gebruikt. De camera wordt niet uitgeschakeld als deze functie op [OFF] staat.
PICTURE MODE SETTINGS
Wanneer het beeldeffect wordt geselecteerd, kunt u de items overslaan die niet op [ON]
werden ingesteld.
Custom MenuV EXP/e/ISO
EV STEP
U kunt de EV-stap voor de instelling van de belichtingsparameters selecteren, zoals
sluitertijd, diafragmawaarde, belichtingscorrectiewaarde, waarbij u kunt kiezen
uit [1/3EV], [1/2EV] of [1EV].
METERING (meten) gblz. 46
Selecteer de metingsmethode.
AEL-Meting
U kunt de lichtmeetmethode instellen als u knop AEL/AFL indrukt om de belichting vast
te houden.
In de stand [AUTO] word
t de licht
meetmethode toegepast die u bij [METERING] hebt
geselecteerd.
ISO STEP
U kunt de EV-stap voor de ISO-gevoeligheid selecteren uit [1/3EV] of [1EV].
ISO-AUTO SET
Als ISO is ingesteld op [AUTO], kunt u de bovengrenswaarde en de standaard ISO-waarden
instellen.
[HIGH LIMIT]
Hiermee stelt u de bovengrens in van de automatisch variërende ISO-waarde.
De bovengrens kan worden ingesteld van 200 tot 6.400 in stappen van 1/3 EV.
[DEFAULT]
Hiermee wordt de waarde ingesteld die normaal wordt gebruikt als de optimale
be
licht
ing kan worden verkregen. De waarde kan worden ingesteld van 200
tot 6.400 in stappen van 1/3 EV.
TIPS
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 111 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
112
NL
9
De camera volgens uw wensen instellen
ISO-AUTO
U kunt de fotografeerstand instellen waarbij de instelling ISO [AUTO] wordt geactiveerd.
[P/A/S]
De instelling [AUTO] wordt
geactiveerd in alle opnamestanden behalve de stand M
en BULB. Als [AUTO] geselecteerd is in de M-stand, wordt de ISO-waarde
op 200 gezet.
[ALL]
De instelling [AUT
O] is
geactiveerd voor andere standen dan de stand BULB.
De optimale ISO-waarde wordt dan automatisch ingesteld, ook in de stand M.
BULB TIMER
U kunt voor tijdopnamen een maximumtijd (in minuten) instellen.
ANTI-SHOCK z
U kunt het interval tussen het volledig indrukken van de ontspanknop en het ontspannen
van de sluiter instellen tussen 1/8 en 30 seconden.
Dit vermindert camerabewegingen ten gevolge van trillingen. Deze functie is handig voor
bijvoorbeeld microscoopfotografie en astrofotografie.
x Opmerkingen
Anti-shock wordt apart toegevoegd aan de fotografeerfuncties (enkelbeeldopnamen, repeterende
opnamen, opnamen met de zelfontspanner en met de afstandsbediening). g“Repeterende
opnamen“ (blz. 59)
Custom MenuW # CUSTOM
#X-SYNC.
U kunt de sluitertijd instellen die zal worden gebruikt als de flitser flitst. De sluitertijd kan
worden ingesteld van 1/60 tot 1/250 in stappen van 1/3 EV.
#SLOW LIMIT
U kunt de trage grens van de sluitertijd instellen die zal worden gebruikt als de flitser flitst.
De sluitertijd kan worden ingesteld van 30 tot 1/250 in stappen van 1/3 EV.
Wanneer [AUTO] of [
REDEYE] is ingesteld, is de synchrone snelheid beperkt tot
1/30 seconde, zelfs wanneer de trage grens trager is ingesteld dan 1/30 seconde.
w+F
In de stand [ON] wordt deze waarde opgeteld bij de waarde van de belichtingscorrectie
en wordt de flitssterkteregeling geactiveerd.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 112 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
9
113
NL
De camera volgens uw wensen instellen
Custom MenuX K/ASPECT/COLOR/WB
NOISE REDUCT. (Ruisonderdrukking)
Hiermee reduceert u de ruis die optreedt bij erg lange sluitertijden. Met name bij nachtelijke
opnamen gebruikt u lange sluitertijden en kan in de opnamen beeldruis verschijnen. Met
[NOISE REDUCT.] onderdrukt de camera automatisch ruis om scherpere foto's te maken.
Als de ruisonderdrukking is ingesteld op [AUTO] wordt de ruisonderdrukking alleen
ingeschakeld als de sluitertijd lang is. Als het ingesteld is op [ON] wordt de ruisonderdrukking
steeds ingeschakeld.
Terwijl de ruisonderdrukking is ingeschakeld, duurt het tweemaal zo lang om een foto
te maken.
Na de opname start het proces waarmee de beeldruis wordt onderdrukt.
Tijdens de bewerking knippert de indicatie-LED Dataverkeer. U kunt pas een volgende
fo
to maken zodra
de indicatie-LED Dataverkeer niet meer brandt.
x Opmerkingen
Tijdens repeterende opnamen wordt [NOISE REDUCT.] automatisch uitgeschakeld [OFF].
Bij sommige lichtomstandigheden en onderwerpen werkt deze functie niet optimaal.
NOISE FILTER
U kunt het ruisonderdrukkingsniveau selecteren. In de meeste gevallen kunt u [STANDARD]
gebruiken. [HIGH] wordt aanbevolen tijdens fotograferen met hoge gevoeligheid (Hoge ISO).
WB gblz. 66
Selecteer de witbalans die geschikt is voor de lichtbron. Behalve voor de eigen witbalans
[CWB], stelt u de A-richting (rood - blauw) en de G-richting (groen - paarsrood) in op een
waarde tussen [+7] en [-7].
ALL >
U kunt in één keer dezelfde correctiewaarde toepassen op alle witbalansstanden.
[ALL SET] Bij
alle witbalansen wordt dezelfde correctiewaarde toegepast.
[ALL RESET] De op alle
witbalansen toegepaste correctiewaarde wordt hiermee
in één keer ongedaan gemaakt.
Als u [ALL SET] hebt geselecteerd
1) Selecteer de kleurrichting met bd.
Naar A: amber-blauw/Naar G: groen-magenta
2) Stel de correctiewaarde in met ac. g“Witbalanscorrectie“ (b
lz. 68)
Zodra u knop AEL/AFL loslaat
, wordt een testopname gemaakt. U kunt de aangepaste
witbalans controleren.
Als u [ALL RESET] hebt geselecteerd
1) Met knop ac selecteert u [YES].
Indien ingesteld
op [OFF]
Indien ingesteld
op [ON] of
[AUTO]
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 113 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
114
NL
9
De camera volgens uw wensen instellen
COLOR SPACE
Hiermee kunt u selecteren hoe kleuren door de monitor of printer worden weergegeven.
Het eerste teken in de bestandsnaam geeft aan welk kleurenpalet op dat moment
is ingesteld. gFILE NAME“ (blz. 116)
SHADING COMP.
In bepaalde gevallen kunnen de randen van het beeld in de schaduw komen te liggen ten
gevolge van de eigenschappen van de lens. De functie Schaduwcompensatie corrigeert
dit door de helderheid aan de donkere rand van het beeld te verhogen. Deze functie
is met name interessant als u een groothoeklens gebruikt.
x Opmerkingen
Deze functie is niet beschikbaar als u een teleconverter of een tussenring op de camera heeft
bevestigd.
Bij hogere ISO-instellingen kan er ruis zichtbaar zijn aan de randen van het beeld.
K SET
U kunt 4 combinaties vastleggen van de beschikbare
3 resoluties en 4 compressiefactoren. Selecteer
de vastgelegde instelling met [K].
g“De beeldkwaliteit selecteren“ (blz. 64)
PIXEL COUNT
U kunt het aantal pixels selecteren voor de resoluties [X] en [W].
[Xiddle] (medium) S
electeer [3200 × 2400], [2560 × 1920] of [1600 × 1200].
[Wmall] (klein) S
electeer [1280 × 960], [1024 × 768] of [640 × 480].
Pmdd0000.jpg
P : sRGB
_ : Adobe RGB
[sRGB] Gestandaardiseerde kleurruimte voor Windows.
[Adobe RGB] Kleurruimte die u met Adobe Photoshop kunt
instellen.
D
SET
BACK
SET
PIXEL COUNT
Y
Y
arge
SF F N SF
XW
W
1 2 34
Leg vier verschillende combinaties
van beeldinstellingen vast.
Selecteer de compressiefactor.
Selecteer het
gewenste aantal
pixels.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 114 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
9
115
NL
De camera volgens uw wensen instellen
ASPECT SHOOTING
Als de breedte-hoogteverhouding voor de opname ingesteld is op een andere instelling dan
[4:3], bepaalt u of de instelling enkel wordt toegepast als u fotografeert met behulp van live
bekijken, of altijd wordt toegepast als u foto's maakt met de zoeker of met live bekijken.
[LV] De instelling
is enkel van toepassing als u foto's maakt met live bekijken.
[ALL] De instelling
is van toepassing als u foto's maakt met de zoeker of met live
bekijken.
x Opmerkingen
Als u foto's maakt met de zoeker, worden de beelden niet uitgesneden en worden ze
opgeslagen met de breedte-hoogte verhouding die werd gebruikt tijdens het fotograferen.
Tijdens de weergave worden de beelden weergegeven met een rand overeenkomstig
de breedte-hoogteverhouding.
Deze rand wordt niet weergegeven in de zoeker.
Als u foto's maakt met behulp van de zoeker,
raadpleegt u de illustratie hiernaast.
Custom MenuY RECORD/ERASE
QUICK ERASE
U kunt de opname die u net heeft gemaakt, onmiddellijk wissen met behulp van de D-knop.
[OFF] Als u op
de D-knop drukt, verschijnt het bevestigingsscherm dat u vraagt of u het
beeld effectief wenst te wissen.
[ON] Door op
de D-knop te drukken, wordt het beeld onmiddellijk gewist.
RAW+JPEG ERASE
Hiermee selecteert u hoe u RAW+JPEG-beeld wilt wissen. Met deze functie kunt u slechts
één beeld wissen.
[JPEG] Wist alle
JPEG-beeldbestanden en laat alleen de RAW-
beeldbestanden staan.
[RAW] Wist alle
RAW-beeldbestanden en laat alleen de JPEG-
beeldbestanden staan.
[RAW+JPEG] Wist beide so
orten beeldbestanden.
x Opmerkingen
Deze functie werkt alleen als u één beeld wist. Voor “alle beelden wissen“ of “geselecteerde
beelden wissen“ worden zowel RAW en JPEG gewist, ongeacht deze instelling.
6
:
6
16
:
9
Zoeker
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 115 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
116
NL
9
De camera volgens uw wensen instellen
FILE NAME
Als u een foto maakt, slaat de camera die foto onder een unieke bestandsnaam
op in een map.
Hoe bestandsnamen worden toegekend, ziet u in de onderstaande afbeelding.
[AUTO]
Zelfs als u een nieuw kaartje plaatst, worden de mapnummers van het vorige kaartje
aange
houden. Als het nieuwe kaartje een foto bevat met hetzelfde bestandsnummer
als een foto die op het vorige kaartje is opgeslagen, krijgen de foto's op het nieuwe
kaartje een bestandsnummer dat aansluit op het hoogste nummer van het vorige
kaartje.
[RESET]
Als u een nieuwe kaart inzet beginnen de mapnummers met 100 en de
b
estan
dsnummers met 0001. Als u een kaart inzet waarop al foto's staan,
beginnen de nieuwe bestandsnummers met het nummer dat volgt op het
h
oogst
e bestandsnummer dat al op de kaart stond.
EDIT FILENAME
U kunt de naam van beeldbestanden wijzigen, zodat u ze gemakkelijker kunt identificeren
en organiseren.
Het gedeelte van de bestandsnaam dat kan worden gewijzigd, is afhankelijk van
de kleurruimte. g“COLOR SPACE“ (blz. 114)
PRIORITY SET
U kunt de uitgangspositie van de cursor ([YES] of [NO]) instellen in het scherm Erasing
images of Formatting the card.
dpi SETTING
U kunt voor foto's van tevoren al de printresolutie instellen. Deze printresolutie wordt
dan samen met de foto op de geheugenkaart opgeslagen.
[AUTO] Aut
omat
isch, aan de hand van de ingestelde beeldresolutie.
[CUSTOM] Stel de gewen
ste waarde in. Druk op d om het instelmenu op te roepen.
r/%
Als er in de camera twee geheugenkaarten zijn ingezet, CompactFlash en SD,
kunt
u selecteren welke kaart moet worden gebruikt.
Bestandsnummer (0001 – 9999)
Als u 9999 foto's gemaakt hebt, wordt de teller
teruggezet op 0001 voor de volgende foto,
en bij het mapnummer wordt de waarde 1
opgeteld om een nieuwe map te benoemen
en aan te maken waarin het volgende
beeld (bestand) wordt opgeslagen.
Mapnaam
Mapnummer (100 – 999)
Alle mappen
Bestandsnaam
Dag (01 – 31)
Kleurruimte
Maand (10, 11, 12
wordt A, B, C)
sRGB : Pmdd0000.jpg AdobeRGB : _mdd0000.jpg
U kunt het teken wijzigen in OFF, A – Z
of 0 – 9.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 116 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
9
117
NL
De camera volgens uw wensen instellen
COPYRIGHT SETTINGS
U kunt de vooraf ingestelde artiest-/copyrightnaam als Exif-gegevens toevoegen aan het beeld.
Voor de artiestnaam en de copyrightnaam kunt u tot 63 enkele-byte tekens invoeren.
Als u het beeld bewerkt, wordt de naam van de artiest en van het copyright overgezet naar
het aangemaakte bestand. Maar bij “weergave + meervoudig“ en “beeldoverlapping“ wordt
de informatie niet overgenomen, maar wordt dit blanco.
We zijn niet verantwoordelijk voor problemen of schade ten gevolge van het gebruik van
copyrightinformatie
. Gebruik deze
functie op uw eigen risico.
[COPYRIGHT INFO.] Door [ON] te selecteren, kunt u de artiest-/copyrightnaam
die vooraf werd ingesteld, als Exif-geg
evens aan het beeld
toevoegen.
Kies [OFF] om de geregistreerde naam niet toe te voegen.
[ARTIST NAME] Voe
r
de naam van de artiest in.
[COPYRIGHT NAME] Voer
de naam van het copyright in.
Tekens invoeren
Druk op acbd of draai de regelaar om een teken
te selecteren in het veld 2, en druk op de knop
i.
Het geselecteerde teken wordt weergegeven in
het veld 1.
Herhaal deze bewerking om de volledige naam
in te voeren en selecteer [END]; d
ruk vervolgens
op
de knop i.
Het ingevoerde item wordt bevestigd.
De cursor wordt tussen 1 en 2 verplaatst door
op de INFO-knop te drukken.
Custom MenuZ MOVIE
MOVIE R gblz. 84
Kies [OFF] om films zonder geluid op te nemen.
Custom MenuR K UTILITY
PIXEL MAPPING gblz. 135
EXPOSURE SHIFT
U kunt de standaardwaarde voor de optimale belichting voor elke lichtmeetmethode aanpassen
volgens uw voorkeur. Instelling is mogelijk in stappen van 1/6 EV in een bereik van -1.0 EV
tot +1.0 EV.
x Opmerkingen
De belichtingscorrectie kan worden ingesteld van -5.0 EV tot +5.0 EV. Door [EXPOSURE
SHIFT] in te stellen, wordt het bereik beperkt van de richting waarin de standaardwaarde
wordt aangepast.
U kunt de waarde voor de belichtingsverschuiving niet controleren tijdens het fotograferen.
Voor normale aa
npassingen aa
n de belichting gebruikt u de belichtingscorrectie.
g“Belichtingscorrectie“
(blz. 47)
CLEANING MODE gblz. 135
EXT. WB DETECT
U kunt de witbalanssensor uitschakelen waarmee de lichtbron tijdens automatische witbalans
wordt bepaald. Dit is handig als de lichtbron nabij de sensor en de lichtbron die het
onderwerp verlicht, verschillend zijn.
SET
NO
DELET
E
1
0
BA@
QRS TUVWXY Z
[
]
_
2
CDEFGH I JKL
+
M
,-
N
b
a
opqrstuvwxyz{}
cdef
g
hi j
k
lmn
D
E
N
O
./
P
3456789
!
#$%& ( )
:;
<=>?
*
ARTIST NAME
0/ 36
1
2
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 117 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
118
NL
9
De camera volgens uw wensen instellen
AF FOCUS ADJ.
U kunt de AF-sensor gebruiken om de scherpstelpositie fijn bij te regelen in een bereik van
±20 stappen (–: dichter, +: naar )). Normaal hoeft u dit niet te wijzigen.
[SET AF DATA]
Regel de AF-standaardwaarde bij en leg de instelling vast. U kunt de instelling
oo
k vast
leggen overeenkomstig de gebruikte lens.
[OFF]
De AF-focusaanpassing wordt niet uitgevoerd.
[DEFAULT DATA]
Alle AF-aanpassingswaarden voor de lens
die
n
iet individueel werden vastgelegd,
worden vastgelegd en toegepast.
[LENS DATA]
Regelt de AF voor elke lens bij. U kunt
de aanpassingswaarden voor maximaal
20 lenzen vastleggen.
x Opmerkingen
Afhankelijk van de uitgevoerde aanpassing kan de lens eventueel niet scherpstellen naar
de )-zijde of naar de nabije zijde.
Als u een teleconverter gebruikt, worden de teleconverter en de lens als één set vastgelegd.
Enkel Four Thirds-lenzen kunnen worden vastgelegd.
[DATA LIST]
Hiermee wordt de lensinformatie weergegeven die werd vastgelegd met
[LEN
S DATA] bij [SET AF
DATA]. Selecteer een lens uit de lijst, waarna
u de vastgelegde informatie kunt controleren, verwijderen of bewerken.
Foto's maken terwijl de AF-aanpassingswaarde lichtjes wordt gewijzigd:
j Nadat u de aanpassingswaarde fijn heeft bijgeregeld, drukt u op de ontspanknop en maakt
u verschillende foto's voor u op de i-knop drukt.
Hou rekening met het volgende als u foto's maakt om de AF-aanpassingswaarde te controleren.
Het is aan te bevelen de beeldkwaliteit in te stellen op een hogere instelling dan YN als
u foto's maakt.
Let op voor camerabewegingen, bewegingen van het onderwerp en wijzigingen in de afstand
tot het onderw
e
rp terwijl u foto's maakt.
U maakt best een foto van een onderwerp met veel contrast op een afstand van 3
m
in de eigenlijke opnameomgeving (verlichting en temperatuur).
Maak geen foto's met tegenlicht.
TIPS
LENS DATA SET
14-54 F2.8-3.5
14-54 F2.8-3.5
S/N 000000000
S/N 000000000
EC00
S/N 888888888
±88
+20
±88
W
T
CANCEL SET
Gebruik ac om aan te passen.
1 12-60 F2.8-4.0
2 14-54 F2.8-3.5
1 14-54 F2.8-3.5
2 12-60 F2.8-4.0
1 50-200 F2.8-3.5
DATA LIST
BACK SET
Als dezelfde lens verschillende
keren is vastgelegd, wordt de
aanpassingswaarde voor de
lens met v toegepast.
Selecteer welke lens moet
worden gebruikt als dezelfde
lens meerdere keren werd
vastgelegd.
Selecteer dit om de geselecteerde
lens te controleren, te verwijderen
of te bewerken.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 118 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
9
119
NL
De camera volgens uw wensen instellen
Het verschil in de aanpassingswaarde vergelijken:
j U kunt de lichtbakweergave gebruiken om de aanpassingswaarden te vergelijken.
De aanpassingswaarden worden ook weergegeven tijdens de lichtbakweergave.
g“L
ichtbakweergave“
(blz. 87)
Twee soorten aanpassingswaarden vastleggen (met het brandpunt van de lens voor
en achter het onderwerp):
j U kunt verschillende aanpassingswaarden voor dezelfde lens vastleggen. Selecteer de
aanpassingswaarde die tijdens het fotograferen moet worden toegepast, met het scherm
[DATA LIST].
Twee lenzen van hetzelfde type individueel vastleggen:
j U kunt hetzelfde type lens verschillende keren individueel vastleggen.
AF-kaders specificeren en vastleggen, of de aanpassingswaarden vastleggen
voor de groothoek- en telerichtingen van de zoom:
j In het scherm [LENS DATA SET] drukt u op d om de volgende instellingen uit te voeren.
U kunt individuele AF-kaders specificeren en elk AF-kader aanpassen. Normaal gesproken
zijn de aanpassingswaarden voor alle AF-kaders vastgelegd.
U kunt verschillende aanpassingswaarden vastleggen voor de groothoek- en telerichtingen
van de zoom. Normaal gesproken is de aanpassingswaarde voor de telerichting vastgelegd.
AA BATTERY TYPE
De kenmerken van AA-batterijen zijn afhankelijk van het batterijtype en van het merk.
Als u de optionele reservebatterijhouder (HLD-4) met AA-batterijen gebruikt, kunt
u het batterijspanningsniveau van de batterijspanningsindicator instellen volgens
de batterijkarakteristieken. Normaal hoeft u dit niet te wijzigen.
[b] Dit
is de standaardinstelling voor batterijkarakteristieken van
AA-alkalinebatterijen.
[c] Het
waarschuwingsniveau is lager ingesteld dan bij [b].
[d] Het
waarschuwingsniveau is lager ingesteld dan bij [c].
Om de reservebatterijhouder op de camera te bevestigen,
verwijdert u het batterijklepje van de camera, zoals rechts
aangegeven.
x Opmerkingen
Afhankelijk van de status van de gebruikte batterijen werkt deze functie eventueel niet goed.
Het aantal foto's dat u kunt maken, neemt toe in de volgorde [b] [c] [d]; het is
echter
mogelijk dat u geen foto's meer kunt maken zonder een waarschuwingsindicatie.
1
2
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 119 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
120
NL
9
De camera volgens uw wensen instellen
T WARNING LEVEL
U kunt de tijd instellen wanneer
T verschijnt (aangaat). Normaal hoeft u dit niet te wijzigen.
x Opmerkingen
De batterijspanningsindicator vormt geen waarschuwing dat de batterij moet worden
opgeladen. Als
S
knippert, dient u de batterij op te laden.
g
“Camera inschakelen“ (blz. 13)
LEVEL ADJUST
Als u denkt dat het waterpas niet pas staat, kunt u het waterpas kalibreren.
[RESET] Hers
telt de standaardinstellingen af fabriek.
[ADJUST] St
elt de huidige camerapositie in als het nulpunt.
x Opmerkingen
•Stel [ADJUST] enkel in als de camera goed vast staat in een horizontale positie. Als
de camera niet stabiel staat, is het mogelijk dat u het waterpas niet goed kunt kalibreren.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 120 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
10
10
121
NL
Printen
Printen
Printreservering
Het printreserveringssysteem biedt u de mogelijkheid om samen met de op het kaartje
opgeslagen beelden ook printgegevens (het aantal prints en datum- en tijdinformatie)
op te slaan.
De met printreservering opgeslagen beelden kunt u op de volgende manieren printen.
DPOF (Digital Print Order Format)
Dit is voor het opslaan van gewenste printinstellingen op digitale camera's. Door in te voeren
welke beelden moeten worden geprint en hoeveel kopieën er moeten worden gemaakt, kan
de gebruiker de beelden eenvoudig laten printen door een printer of printspeciaalzaak die
het DPOF-formaat ondersteunt.
Laten printen door een voor DPOF i
n
gerichte foto-ontwikkelcentrale
Hier kunnen foto's geprint worden aan de hand van de printreserveringen.
Printen met een voor DPOF geschikte printer
Foto's kunnen rechtstreeks met een aangesloten printer worden afgedrukt zonder dat
u een pc nodig hebt. Voor meer informatie raadpleegt u de handleiding van de printer.
Het is mogelijk dat u, om te kunnen printen, een PC-kaartadapter nodig heeft.
x Opmerkingen
Het is mogelijk dat DPOF-reserveringen die werden ingesteld met een ander apparaat, met
deze camera niet gewijzigd kunnen worden. Eventuele wijzigingen moet u dan aanbrengen
met het oorspronkelijke apparaat. Bovendien kunt u door nieuwe DPOF-reserveringen in te
stellen met deze camera, de vorige reserveringen die met een ander apparaat zijn ingesteld,
wissen.
Het is mogelijk dat bepaalde printers of fotospeciaalzaken niet over alle functies beschikken.
Het bestandstype RAW kan niet worden geprint.
Enkel beeld reserveren
Om voor een foto een printreservering in te stellen, volgt u de bedieningsaanwijzingen.
1 MENU[q][<]
2 Selecteer [<] en druk op i.
Printreservering (DPOF)
m
ON
y
EDIT
P
COPY ALL
RESET PROTECT
SETBACK
Bedieningsaanwijzingen
BACK SET
PRINT ORDER SETTING
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 121 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
122
NL
10
Printen
3 Selecteer met bd het beeld waarvoor u een
printreservering wilt instellen en selecteer
met ca het aantal prints.
Om een printreservering voor meerdere foto's
in te stellen, herhaalt u deze stap.
4 Druk op de knop i als u klaar bent.
Het menu voor reservering van een enkel beeld
verschijnt.
5 Selecteer de gewenste datumweergave
en druk op i.
[NO] De beelden worden zonder datum en tijd geprint.
[DATE] De foto'
s worden geprint met de datum van
fotograferen.
[TIME] De fot
o'
s worden geprint met het tijdstip
van fotograferen.
6 Selecteer [SET] en druk op de i-knop.
Alle beelden reserveren
Past printreservering toe op alle beelden die op het kaartje zijn opgeslagen. Het aantal prints
is ingesteld op 1.
1 MENU[q][<]
2 Selecteer [U] en druk op i.
3 Selecteer de gewenste datumweergave en druk op i.
[NO] De beelden worden zonder datum en tijd geprint.
[DATE] De foto'
s worden geprint met de datum van fotograferen.
[TIME] De foto'
s worden geprint met het tijdstip van fotograferen.
4 Selecteer [SET] en druk op de i-knop.
BACK SET
x
2
x
2
100-0009
100-0009
15
15
NO
DATE
TIME
BACK SET
SET
CANCEL
BACK SET
PRINT ORDER SETTING
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 122 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
123
NL
10
Printen
Printreserveringsgegevens resetten
U kunt alle printreserveringsgegevens annuleren of alleen de gegevens voor geselecteerde foto's.
1 MENU[q][<]
Printreserveringsgegevens van alle foto's annuleren
2 Selecteer [<] of [U] en druk op de i-knop.
3 Selecteer [RESET] en druk op i.
Annuleren van de printreserveringsgegevens van een geselecteerde foto
2 Selecteer [<] en druk op i.
3 Selecteer [KEEP] (bewaren) en druk op i.
4 Gebruik bd om het beeld te selecteren met printreserveringsgegevens die
u wilt annuleren en druk daarna op c om h
et aantal prints op 0 te zetten.
5 Druk op de knop i als u klaar bent.
6 Selecteer de gewenste datumweergave en druk op i.
Deze instelling wordt op alle beelden met printreserveringsgegevens toegepast.
7 Selecteer [SET] en druk op de i-knop.
Sluit u de camera met het USB-kabeltje aan op een voor PictBridge geschikte printer, dan
kunt u de opgeslagen beelden rechtstreeks printen. Om vast te stellen of uw printer wel
of niet geschikt is voor PictBridge raadpleegt u de handleiding van de printer.
PictBridge
De norm die het u mogelijk maakt om digitale camera's en printers van verschillende fabrikanten
op elkaar aan te sluiten en u toelaat om foto's rechtstreeks van de camera te printen.
STANDARD
Alle printers die PictBridge ondersteunen, beschikken over standaardprintinstellingen.
Selecteer [STANDARD] in het instelmenu (gblz. 125) om de foto's met deze instellingen
te printen. Voor details over de standaardinstellingen van uw printer raadpleegt u de
handleiding ervan of neemt u contact op met de fabrikant.
x Opmerkingen
Gebruik een volledig opgeladen batterij.
Beelden opgenomen met bestandstype RAW kunnen niet geprint worden.
De camera kan de sluimerstand niet aannemen, omdat hij verbonden is met het USB-kabeltje.
Direct printen (PictBridge)
De beschikbare printfuncties en instellingen, zoals papierformaat, zijn afhankelijk
van het type printer. Voor meer informatie raadpleegt u de handleiding van de printer.
Voor details over de soorten printerpapie
r
, inktcassettes, enzovoort, raadpleegt
u de handleiding van de printer.
RESET
KEEP
PRINT ORDERED
PRINT ORDER SETTING
BACK SET
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 123 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
124
NL
10
Printen
Camera aansluiten op een printer
Gebruik het meegeleverde USB-kabeltje om de camera aan te sluiten op een printer
die compatibel is met PictBridge.
1 Schakel de printer in en verbind de USB-kabel met het USB-contact van de camera
en de USB-poort van de printer.
Voor meer informatie over hoe u de printer inschakelt en over de plaats van de USB-poort,
raadpleegt u de handleiding van de printer.
2 Schakel de camera in.
Het scherm voor het selecteren van de USB-verbinding wordt weergegeven.
3 Met de knop ac selecteert u [PRINT].
[ONE MOMENT] verschijnt terwijl camera en printer
met elkaar verbonden worden.
Ga naar gblz. 125.
Wanneer niet kan worden verbonden
j Zie “USB MODE“ (gblz. 110)
Eenvoudig printen
1 Selecteer met bd de te printen foto's om deze op de camera weer te geven.
Geef de foto die u wilt printen op de camera weer en
sluit de camera met behulp van een USB-kabeltje op
een printer aan. Het scherm rechts verschijnt korte tijd.
2 Druk op de knop < (print).
Het instelmenu voor het selecteren van de foto
verschijnt als het printen is voltooid. Om een andere
foto te printen, selecteert u met bd de gewe
nste foto
en
drukt u op <.
Om af te sluiten, koppelt u het USB-kabeltje los van
de camera terwijl het instelmenu voor selecteren van
de foto wordt weergegeven.
TIPS
USB-kabeltje
USB-contact
STORAGE
MTP
CONTROL
PRINT
EXIT
USB
SET
PC / CUSTOM PRINT
EASY PRINT START
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 124 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
125
NL
10
Printen
Printen volgens de specificatie van de klant
1 Volg de bedieningsaanwijzingen op voor
het instellen van een printoptie.
Printfunctie selecteren
Selecteer de manier van printen (printfunctie)
De beschikbare printfuncties staan hieronder vermeld.
[PRINT] Print ges
electeerde foto
's.
[ALL PRINT] Print u alle beelden die
opgeslagen
zijn op het kaartje en maakt van
elke foto een print.
[MULTI PRINT] Print mee
rdere kopieën van dezelfde
foto als afzonderlijke beelden
op een enkel blad.
[ALL INDEX] Print een
index van alle
beelden
die op het kaartje zijn opgeslagen.
[PRINT ORDER]
Print overeenkomstig de printreservering die u gemaakt heeft. Als er geen foto
met printreservering bestaat, is deze functie niet beschikbaar. (
gblz. 122
)
De eigenschappen van het printpapier instellen
Deze instelling varieert afhankelijk van het type printer. Als alleen de STANDAARD-instelling
van de printer beschikbaar is, kunt u de instelling niet wijzigen.
[SIZE] Stelt het papierformaat in dat de
printer
ondersteunt.
[BORDERLESS] Selecteert of de foto op een
volledige
pagina wordt geprint of binnen een
blanco kader.
[PICS/SHEET] Selecteert het a
antal beelden
per blad.
Dit verschijnt als u de functie [MULTI
PRINT] hebt geselecteerd.
De beelden die u wilt printen selecteren
Selecteer de beelden die u wilt printen De geselecteerde foto's kunnen later worden geprint
(reservering van een enkel beeld) of het beeld dat u geopend hebt kan rechtstreeks worden geprint.
[PRINT] (f)
Print de foto die nu wordt
weergegeven. Als er een foto met
een
[SINGLE PRINT]
-reservering
bestaat, zal alleen deze
gereserveerde foto worden geprint.
[SINGLE PRINT] (t)
Maakt een printreservering voor de
foto die nu wordt weergegeven. Als
u na het maken van een
[SINGLE
PRINT]
-reservering deze
printreservering ook op andere
foto's wilt toepassen, selecteert
u met
bd
de gewenste foto's.
[MORE] (u) Voor het instellen van het aantal prints en andere eigenschappen van
de nu weergegeven foto, en of u deze wilt printen of niet. Hoe u dat
doet, leest u bij “Printgegevens instellen“ (gblz. 126) in de volgende
paragraaf.
PRINT
ALL PRINT
MULTI PRINT
ALL INDEX
PRINT ORDER
PRINT MODE SELECT
EXIT SET
Volg de hier getoonde
bedieningsaanwijzingen.
PRINTPAPER
STANDARD STANDARD
SIZE BORDERLESS
BACK
SET
PRINTPAPER
SIZE
PICS/SHEET
STANDARD
16
BACK
SET
SINGLEPRINT
SELECT
MORE
PRINT
123-3456
123-3456
15
15
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 125 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
126
NL
10
Printen
Printgegevens instellen
Selecteert of u printgegevens zoals de datum en het tijdstip of de bestandsnaam op de foto wilt
afdrukken. Als de printfunctie ingesteld is op [ALL PRINT] en [OPTION SET] geselecteerd is,
verschijnt het volgende scherm.
[<×] Voor het inste
llen van het aa
ntal prints.
[DATE] Print de datum en het tijdstip d
ie bij
de foto zijn opgeslagen.
[FILE NAME] Print de besta
ndsnaam die bij
het beeld
is opgeslagen.
[P] Snijdt het bee
ld uit voor het p
rinten.
De grootte van de uitsnede instellen met
de hoofdregelaar en de positie van de
uitsnede met d
e pendelknop
.
2
Als u de foto's die u wilt printen en de printgegevens
hebt ingesteld, selecteert u [PRINT] en drukt u op
i
.
[PRINT] Brengt de beelden die u wilt printen over
naar de printer.
[CANCEL] Annuleert de
instellingen. Alle
printreserveringsg
egevens gaan
dan verloren. Als u de
printreserveringsg
egevens wilt beh
ouden
en andere instellingen wilt maken, drukt
u op de MENU-kn
op. Hiermee keert
u terug naar de vorige instelling.
Om te stoppen en het printen te annuleren,
dru
kt u op de knop i.
[CONTINUE] Het printen wordt voortgezet.
[CANCEL] Het printen wordt geannuleerd
.
Alle printreserveringsgegevens
gaan dan verloren.
DATE
FILE NAME
1
WITHOUT
WITHOUT
PRINT INFO
BACK SET
PRINT
PRINT
CANCEL
BACK SET
CONTINUE
CANCEL
SET
PRINT
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 126 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
11
OLYMPUS Viewer 2/[ib] gebruiken
11
127
NL
OLYMPUS Viewer 2/[ib] gebruiken
Windows
1 Plaats de bijgeleverde cd in het CD-ROM-station.
Windows XP
Er verschijnt een “Setup“-dialoogvenster.
Windows Vista/Windows 7
Er verschijnt een Autorun-dialoogvenster. Klik op
“OLYMPUS Setup“ om het “Setup“-dialoogvenster
weer te geven.
x Opmerkingen
Als het dialoogvenster “Setup“ niet wordt weergegeven,
selecteert u “My Computer“ (Windows XP) of
“Computer“ (Windows Vista/Windows 7) uit
het startmenu. Dubbelklik op het pictogram CD-ROM
(O
LYM
PUS Setup) om het venster “OLYMPUS Setup“ te openen, en dubbelklik vervolgens
op “Launcher.exe“.
Als een dialoogvenster “User Account Control“ verschijnt, klikt u op “Ja“ of “Verder“.
2 Ga te werk volgens de aanwijzingen op het computerscherm.
x Opmerkingen
Als niets wordt weergegeven op het scherm van de camera nadat de camera met de
computer werd verbonden, kan de batterij leeg zijn. Gebruik een volledig opgeladen batterij.
x Opmerkingen
Wanneer u de camera via USB verbindt met een ander apparaat, verschijnt een scherm
om de verbindingsmethode te kiezen. Stel deze functie in op [STORAGE].
3 Registreer uw Olympus-product.
Klik op de knop “Registration“ en volg de instructies op het scherm.
Zoek dit teken.
Kleiner contact
Contact
USB-poort
USB-kabeltje
USB-contact
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 127 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
OLYMPUS Viewer 2/[ib] gebruiken
11
128
NL
4 Installeer OLYMPUS Viewer 2 en de [ib] computersoftware.
Controleer de systeemvereisten voor u met de installatie begint.
Klik op de knop “OLYMPUS Viewer 2“ of “OLYMPUS ib“ en volg de instructies op het scherm
om
de software te installeren.
Macintosh
1 Plaats de bijgeleverde cd in het
CD-ROM-station.
Wanneer u de CD-ROM in de Mac steekt,
wordt de inhoud van het station automatisch
weergegeven do
or de Finder. Wanneer deze
niet automatisch wordt geopend, dubbelklikt
u op het pictogram op het bureaublad.
Dubbelklik op het pictogram “Setup“ om het
d
ialoogvenster “Se
tup“ weer te geven.
2 Installeer OLYMPUS Viewer 2.
Controleer de systeemvereisten voor u met
de installatie begint.
Klik op de knop “OLYMPUS Viewer 2“ en volg
d
e instructies op h
et scherm om de software
te installeren.
OLYMPUS Viewer 2
Besturingssysteem
Windows XP (Service Pack 2 of een latere versie)/Windows Vista/
Windows 7
Processor Pentium 4 1,3 GHz of beter
RAM-geheugen 1 GB of meer (2 GB of meer aanbevolen)
Vrije ruimte op
de harde schijf
1 GB of meer
Monitorinstellingen
1.024 x 768 pixels of meer Minstens 65.536 kleuren
(16.770.000 kleuren aanbevolen)
[ib]
Besturingssysteem
Windows XP (Service Pack 2 of een latere versie)/Windows Vista/
Windows 7
Processor
Pentium 4 1,3 GHz of beter
(Pentium D 3,0 GHz of beter vereist voor films)
RAM-geheugen
512 MB of meer (1 GB of meer aanbevolen) (1 GB of meer vereist
voor films. 2 GB of meer aanbevolen)
Vrije ruimte op
de harde schijf
1 GB of meer
Monitorinstellingen
1.024 x 768 pixels of meer Minstens 65.536 kleuren
(16.770.000 kleuren aanbevolen)
Grafische kaart Minstens 64 MB video RAM met DirectX 9 of latere versie.
*Zie online-help voor informatie over het gebruik van de software.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 128 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
OLYMPUS Viewer 2/[ib] gebruiken
11
129
NL
Uw camera voldoet aan de normen voor USB Mass Storage Class. U kunt beelden overbrengen
naar een computer door de camera met de computer te verbinden met het meegeleverde USB-
kabeltje. De volgende besturingssystemen ondersteunen de USB-aansluiting:
Windows: Windows 2000 Professional/Windows XP Home Edition/
Windows XP Professional/Windows Vista/Windows 7
Macintosh: Mac OS X v10.3 of latere versie
1 Schakel de camera uit en sluit deze aan
op de computer.
De locatie van de USB-poort is afhankelijk van
de computer. Voor details raadpleegt u de handleiding
van uw computer
.
2 Schakel de camera in.
Het scherm voor het selecteren van de USB-verbinding
wordt weergegeven.
3 Selecteer met ac de optie [STORAGE].
Druk op knop i.
4 De computer herkent de camera als een nieuw apparaat.
x Opmerkingen
Als u Windows Vista gebruikt op uw computer, selecteert u [MTP] in stap 3 om Windows
Photo Gallery te kunnen gebruiken.
In de volgende werkomgevingen is een geslaagde gegevensoverdracht niet gegarandeerd,
ook niet als de
computer is uitge
rust met een USB-poort.
Computers met nieuw geïnstalleerde USB-poort met uitbreidingskaartje,
enzovoort.
Computers zonder een af fabriek geïnstalleerd besturingssysteem en
zelfgebouwde computers
Sluit u de camera aan op een computer, dan zijn alle knoppen van de camera buiten bedrijf.
OLYMPUS Viewer 2
Besturingssysteem Mac OS X v10.4.11.v10.6
Processor Intel Core Solo/Duo 1,5 GHz of beter
RAM-geheugen 1 GB of meer (2 GB of meer aanbevolen)
Vrije ruimte op
de harde schijf
1 GB of meer
Monitorinstellingen
1.024 x 768 pixels of meer Minstens 32.000 kleuren
(16.770.000 kleuren aanbevolen)
*Andere talen kunnen worden geselecteerd in het taalkeuzevak. Voor meer informatie over het
gebruik van de software, raa
dpleegt u de online-help.
Het beeld importeren en opslaan zonder
OLYMPUS Viewer 2 of [ib]
STORAGE
MTP
PRINT
EXIT
USB
SET
CONTROL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 129 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Fotografeertips en onderhoud
12
12
130
NL
Fotografeertips en onderhoud
De camera schakelt niet in, zelfs niet als batterijen zijn geplaatst
De batterij is niet volledig opgeladen
Laad de batterij op met het laadapparaat.
De batterijen werken tijdelijk niet vanwege een te lage temperatuur.
Bij lage temperatuur nemen de prestaties van batterijen af. Het opladen helpt niet om de camera
in te schakelen. Verwijder de batterij en warm deze op door hem een tijdje in uw zak te houden.
Er wordt geen opname gemaakt als de ontspanknop wordt ingedrukt.
De camera is automatisch uitgeschakeld
Om de batterijen te sparen als de camera niet bediend wordt, zal de camera na een vastgestelde
tijd in de sluimerstand gaan en niet langer meer werken. Om de camera weer te activeren, drukt
u op de ontspanknop of op een andere knop. De camera schakelt automatisch uit als er 4 uur niets
wordt
bediend. De ca
mera werkt niet tot hij weer ingeschakeld wordt. g“SLEEP“
(blz. 108),
“4 h TIMER (Automatische uitschakeling)“ (blz. 111)
De flitser wordt opgeladen.
Als de flitser ingeschakeld is en het symbool # in de zoeker knippert, betekent dit dat de flitser
wordt opgeladen. Wacht tot het knipperen stopt en druk dan op de ontspanknop.
Kan niet scherpstellen
Als het AF-teken in de zoeker knippert, betekent dit dat de camera niet kan scherpstellen met AF.
Druk de ontspanknop weer in.
Ruisonderdrukking is geactiveerd
Met name bij nachtelijke opnamen gebruikt u lange sluitertijden en kan in de opnamen beeldruis
verschijnen. De camera activeert de ruisonderdrukking na het fotograferen met lange sluitertijden.
Tijdens dit proces niet fotograferen. U kunt [NOISE REDUCT.] op [OFF] zetten.
g“Ru
isonderdrukking“
(blz. 72)
De datum en tijd zijn niet ingesteld
De camera wordt gebruikt met de instellingen van het moment van aanschaf
De datum en tijd van de camera is niet ingesteld bij aanschaf. Stel de datum en tijd in voordat
u de camera gebruikt. g“Datum en tijd instellen“
(blz. 14)
De batterij is uit de camera verwijderd
De datum en tijd worden naar de standaardinstellingen af fabriek hersteld als ongeveer 1 dag
geen batterij in de camera zit. Deze instellingen kunnen eerder verloren gaan als de batterij
maar gedurende een korte tijd in de camera heeft gezeten. Controleer, voordat u belangrijke
foto's gaat maken, of de juiste datum en tijd zijn ingesteld.
Fotografeertips en -informatie
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 130 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Fotografeertips en onderhoud
12
131
NL
Onderwerpen waarop de camera moeilijk kan scherpstellen
Het kan moeilijk zijn om met autofocus in de volgende situaties scherp te stellen.
Stel altijd scherp op iets dat een hoog contrast heeft en zich op dezelfde afstand als het
onderwerp bevindt, bepaal de compositie en neem de foto.
Gemaakte foto's zien er witachtig uit
Dit kan gebeuren als de foto met tegenlicht of semitegenlicht gemaakt is. Dit wordt
veroorzaakt door het verschijnsel dat lichtverstrooiing of lichtspiegeling wordt genoemd.
Bedenk zoveel mogelijk een compositie waarbij een sterke lichtbron niet in het beeld wordt
opgenomen. Een lichtvlek kan zelfs optreden als een lichtbron niet in het beeld aanwezig is.
Gebruik een zonnekap om de lens tegen de lichtbron af te schermen. Als een zonnekap niet
helpt, gebruikt u uw hand om de lens tegen het licht af te schermen.
g“Verwisselbare lenzen“ (blz. 138)
Onbekende heldere puntjes verschijnen op het onderwerp van de gemaakte foto
Dit kan worden veroorzaakt door vastgeraakte pixel(s) op het beeldopneemelement. Voer
[PIXEL MAPPING] uit. Als het probleem niet is opgelost, herhaalt u Pixel Mapping een
paar keer. g“Pixel mapping – Controleren van de beeldbewerkingsfuncties“ (blz. 135)
Functies die niet vanuit menu's geselecteerd kunnen worden
Het is mogelijk dat sommige functies niet geselecteerd kunnen worden vanuit de menu's
als de pendelknop gebruikt wordt.
Functies die niet ingesteld kunnen worden met de huidige stand Fotograferen
Functies die niet ingesteld kunnen worden vanwege een functie die al is ingesteld:
Combinatie van [j] en
[NOISE REDUCT.],
enz.
Wanneer de scherpstelling niet kan worden verkregen met Imager AF
Wanneer u een andere lens gebruikt dan een high-speed Imager AF-compatibele lens, is de
scherpstelling afhankelijk van het onderwerp soms moeilijk. Door [PD AFL] op [ON] te zetten
in het Custom Menu, kunt u faseverschil-AF gebruiken tijdens live bekijken door op de AFL/
AEL-knop te drukken g“PD AFL“ (blz. 103). Voor meer informatie over de high-speed
Imager AF-compatibele lens gaat u naar de website van Olympus.
Cameratrilling terwijl de camera uitgeschakeld is
De reden hiervoor is dat de camera het mechanisme van de beeldstabilisator initialiseert.
Zonder deze initialisering kan de beeldstabilisator niet goed werken.
AF-teken knippert
Deze onderwerpen
worden niet
scherpgesteld.
Object met weinig
contrast
Extreem fel licht in
het midden van het beeld
Een onderwerp
met patronen
die zich herhalen
AF-teken gaat branden
maar het onderwerp
is niet scherpgesteld.
Onderwerpen op
verschillende afstanden
Snel bewegende
objecten
Het onderwerp valt niet
binnen het AF-gebied
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 131 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Fotografeertips en onderhoud
12
132
NL
Foutcodes
Indicaties
in
de zoeker
Indicaties
op het
bedienings-
paneel
Indicatie op
de
monitor
Mogelijke oorzaak Oplossing
Normale
indicatie
NO CARD
U h
ebt geen kaartje
in de ca
mera
geplaat
st of het
kaartje wordt niet
herkend.
Steek een kaartje erin of steek
een ander ka
artje
erin.
CARD ERROR
Er is een probleem
met het kaartje.
Plaats het kaartje opnieuw
in de camera. Blijft het probleem
be
staan, dan moet u het kaartje
formatteren. Als het kaartje niet
geformatteerd kan worden, kan
dit niet gebruikt worden.
WRITE
PROTECT
Opslaan op dit
kaartje is
niet
toegest
aan.
Met de computer werd het
kaartje beveilig
d tegen
schrijven (Alleen
lezen).
Annuleer deze instelling
met de computer.
De schrijfbeveiligingsschakelaar
van het SD-kaartje staat in de
stand LOCK. Zet de schakelaar
terug om naar het kaartje te
kunnen schrijven.
CARD FULL
Het kaartje is vol.
Er kunnen geen
foto's meer word
en
genomen of er kan
geen informatie,
zoals
printreservering,
meer worden
opgeslagen.
Vervang het kaartje door
een ander of wis overbodige
beelden.
Breng belangrijke beelden
over naar een
computer
voordat u
beelden gaat
wissen.
Geen
indicat
ie
G
een
indicatie
CARD FULL
Er is geen plaats
op het kaartje en
printreserve
ring
of
nieuwe beelden
kunnen
niet
opgesla
gen
worden.
Vervang het kaartje door
een ander of wis overbodige
beelden.
Breng belangrijke beelden
over naar een
computer
voordat u beelden gaat
wissen.
Geen
indicat
ie
G
een
indicatie
SD-kaartje kan niet
worden g
elezen
of
is niet
geformat
teerd.
Selecteer [CLEAN CARD],
druk op i en zet de ca
mera
uit. Verwijder het kaartje en
veeg het metalen
contactvlak met een zachte,
droge doek schoon.
Selecteer [FORMAT]
[YES]
en druk vervolgens op
i om het ka
artje te
formatteren. Bij het
formatteren worden alle
gegevens op het kaartje
gewist.
CLEAN CARD
FORMAT
Clean the contact area of
the card with a dry cloth.
CARD SETUP
SET
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 132 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Fotografeertips en onderhoud
12
133
NL
Geen
indicatie
Geen
indicatie
NO PICTURE
Er zijn geen foto's
op het kaartje
opge
slagen.
Het kaartje bevat geen foto's.
Foto's opslaan en weergeven.
Geen
indic
atie
Geen
indicatie
PICTURE
ERROR
Er heeft zich een
proble
em met de
gesele
cteerde foto
voorgedaan,
waardoor dit beeld
met de camera niet
kan worden
weergegeven. Of
het beeld kan met
deze camera niet
worden
weergegeven.
Gebruik de
beeldbewe
r
kingssoftware
om het beeld op een PC
te bekijken.
Lukt dat niet, dan is het
beeldbesta
nd beschadigd
.
Geen
indicatie
Geen
indicatie
THE IMAG
E
CANNOT B
E
EDITED
Foto's die me
t een
andere camera zijn
geno
men kunnen
niet met deze
camera bewerkt
worden.
Gebruik
beeldbewe
r
kingssoftware
om de foto te bewerken.
Geen
indicatie
Geen
indicatie
Interne
cameratemperat
uur is te ho
og.
Wacht even
totdat de camera
is afgekoeld,
voordat u deze
gebruikt.
Langdurig gebruik
van live
bekijken
of
repeterende
opna
men heeft
de
interne
tempe
r
atuur van de
camera verhoogd.
Wacht even
totdat de camera
automatisch wordt
uitgeschake
ld. Laat de interne
temperatuur van de camera
afkoelen, voordat u de camera
weer in gebruik neemt.
Geen
indic
atie
Geen
indicatie
BATTERY
EMPTY
De batterij
is uitgeput.
Laad de batterij op.
Geen
indic
atie
Geen
indicatie
NO
CONNECTION
De camera is niet
op de juiste wijze
op de computer
of printer
aang
esloten.
Koppel de
camera los en
sluit hem opnieuw, maar
nu goed, aan.
Geen
indic
atie
Geen
indicatie
NO PAPE
R
De papiervoorraad
van d
e printer is op.
Leg een nieuwe voorraad
papier in de printer.
Geen
indicatie
Geen
indicatie
NO INK
De inkt
voorraad
van de printer is op.
Vervang de inktcassette
in de printer.
Geen
indicatie
Geen
indicatie
JAMMED
Het pa
pier in
de printer is
vastgelopen.
Haal het papier dat de printer
blokkeert uit de printer.
Indicaties
in de zoeker
Indicaties
op het
bedienings-
paneel
Indicatie op
de monitor
Mogelijke oorzaak Oplossing
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 133 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Fotografeertips en onderhoud
12
134
NL
Reinigen en opbergen van de camera
Reinigen van de camera
Schakel de camera uit en verwijder de batterij alvorens de camera te reinigen.
Camerahuis:
Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte doek. Is de camera erg vuil, dan dompelt u de doek
in een mild sopje en wringt de doek goed uit. Wrijf de camera met de vochtige doek goed af en
droog hem vervolgens met een droge doek. Heeft u de camera op het strand gebruikt, dan wrijft
u hem schoon met een met schoon water bevochtigde en goed uitgewrongen doek.
Monitor en zoeker:
Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte doek.
Lens, spiegel en scherpstelscherm:
Verwijder stof van lens, spiegel en scherpstelscherm met een in de handel verkrijgbaar
blaaskwastje. Wrijf de lens met een lensreinigingsdoekje voorzichtig schoon.
Opslag
Haal de batterij en het kaartje uit de camera als u denkt de camera langere tijd niet te
gebruiken. Berg de camera op op een koele, droge, goed geventileerde plaats.
Plaats van tijd tot tijd de batterijen in de camera en controleer de functies van de camera.
Reinigen en controleren van het beeldopneemelement
Deze camera beschikt over een stofreductiefunctie om ervoor te zorgen dat er geen
stof op het beeldopneemelement komt en om stof of vuil van het oppervlak van het
beeldopneemelement te verwijderen met ultrasone trillingen. De stofreductie wordt
geactiveerd als u de cameraschakelaar op ON zet en als u Live view start of stopt.
De stofreductiefunctie werkt op hetzelfde moment als Pixel mapping, dat het
beeldopneemelement en het beeldbewerkingscircuit controleert. Omdat de stofreductie
elke keer dat de camera aangezet wordt, geactiveerd wordt, moet de camera rechtop
gehouden worden voor een effectieve stofreductie.
Geen
indicatie
Geen
indicatie
SETTINGS
CHANGED
De papiercassette
van de
printer is
verwijderd o
f de
printer werd
bediend, terwijl de
instellingen op de
camera gemaakt
werden.
Bedien de printer niet, terwijl
u instellingen op de camera
maakt.
Geen
indicat
ie
G
een
indicatie
PRINT ERROR
Er heeft zich een
probleem met de
printer en
/of
de camera
voorged
aan.
Schakel camera
en printer uit.
Controleer de
printer en hef
eventuele storingen
op voordat
u beide apparaten weer
inschakelt.
Geen
indicat
ie
G
een
indicatie
CANNOT PRINT
Het is mogelijk dat
foto's die met
andere camera's
gemaakt
zijn, niet
vanuit deze
camera
geprint kunnen
worden.
Gebruik een computer
om de foto's te printen.
Onderhoud van de camera
Indicaties
in de zoeker
Indicaties
op het
bedienings-
paneel
Indicatie op
de monitor
Mogelijke oorzaak Oplossing
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 134 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Fotografeertips en onderhoud
12
135
NL
x Opmerkingen
Gebruik geen sterke oplosmiddelen zoals benzine of alcohol of een met chemicaliën
behandeld reinigingsdoekje.
Berg de camera niet op in ruimtes waar met chemicaliën gewerkt wordt, om de camera
te beschermen tegen roest.
Laat u de camera met een vuile lens liggen, dan kan schimmelvorming op de lens optreden.
Controleer alle onderdelen van de camera als u hem langere tijd niet heeft gebruikt.
Maak een proefopname om te controleren dat de camera naar behoren werkt,
voordat u belangrijke foto's maakt.
Reinigingsfunctie – Stof verwijderen
Als er stof of vuil op het beeldopneemelement komt, kunnen er zwarte stippen op de foto
verschijnen. Neem contact op met uw geautoriseerde servicecentrum van Olympus om het
beeldopneemelement te laten reinigen. Het beeldopneemelement is een precisiecomponent
dat gemakkelijk beschadigd raakt. Als u het beeldopneemelement zelf reinigt, dient u de
instructies hieronder op te volgen. Als de batterij tijdens het reinigen leegraakt, gaat de
sluiter dicht. Dit kan ertoe leiden dat het sluitergordijn en de spiegel stukgaan. Houd
de ladingstoestand van de batterij in het oog.
1 Verwijder de lens van de camera en zet
de cameraschakelaar op ON.
2 MENU[c][R][CLEANING MODE]
3 Druk op d, druk daarna op de i-knop.
De camera gaat in de reinigingsstand.
4 Druk de ontspanknop helemaal in.
De spiegel gaat omhoog en het sluitergordijn gaat open.
5 Reinig het beeldopneemelement.
Blaas voorzichtig het stof van het oppervlak van het
beeldopneemelement met behulp van een in de handel verkrijgbaar blaaskwastje.
6 Zorg ervoor dat het blaaskwastje niet vast komt te zitten in het sluitergordijn
als u de camera uitschakelt om de reiniging te beëindigen.
Als de camera uitschakelt, gaat het sluitergordijn dicht, waardoor de spiegel daalt.
x Opmerkingen
Zorg ervoor dat het blaaskwastje (in de handel verkrijgbaar) het beeldopneemelement niet
raakt. Als het blaaskwastje het beeldopneemelement raakt, wordt het beeldopneemelement
beschadigd.
Plaats het blaaskwastje nooit achter de lensvatting. Als de camera uitschakelt, gaat de sluiter
dicht, waardoor
het sluitergordijn s
tukgaat.
Gebruik niets anders dan het blaaskwastje. Als er hogedrukgas op het beeldopneemelement
wordt gespoten, bevriest het o
p het oppervlak van het beeldopneemelement, waardoor het
beschadigd raakt.
Pixel mapping – Controleren van de beeldbewerkingsfuncties
Met de functie Pixel Mapping kan de camera het beeldopneemelement en de
beeldbewerkingfuncties controleren en bijstellen. Als u de monitor heeft gebruikt of continu
foto's gemaakt heeft, wacht dan minstens één minuut voordat u de functie pixel mapping
gebruikt om er zeker van te zijn dat de functie correct werkt.
1 MENU[c][R][PIXEL MAPPING]
2 Druk op d, druk daarna op de i-knop.
Tijdens het controleren van de beeldbewerkingfuncties geeft de [BUSY]-balk in het
monitorbeeld de voortgang weer. Als het controleren van de beeldbewerkingsfuncties
afgesloten is, verschijnt het menu weer.
x Opmerkingen
Als u tijdens het controleren van de beeldbewerkingsfuncties de camera uitschakelt,
begint u opnieuw vanaf stap 1.
ON
PIXEL MAPPING
EXPOSURE SHIFT
EXT. WB DETECT
AA BATTERY TYPE
CLEANING MODE
AF FOCUS ADJ.
SETBACK
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 135 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Informatie
13
13
136
NL
Informatie
Toepasbare geheugenkaartjes
Met “Kaartje“ in deze handleiding wordt een opslagmedium bedoeld. Deze camera kan
gebruik maken van CompactFlash- of SD-kaartjes, SDHC-kaartjes en SDXC-kaartjes
(verkrijgbaar in de handel).
Schrijfbeveiligingsschakelaar van SD-kaartje
Het SD-kaartje is voorzien van een schrijfbeveiligingsschakelaar. Als
u de schakelaar naar “LOCK“ zet, kunt u niet schrijven naar het kaartje,
gegevens van het kaartje verwijderen of het kaartje formatteren.
Zet de schakelaar terug om naar het kaartje te kunnen schrijven.
x Opmerkingen
De gegevens op het kaartje zullen niet compleet worden gewist, zelfs
niet na het formatteren van het kaartje of het wissen van de gegevens.
Indien u het kaartje wegdoet, dient u het te vernietigen om verspreiding van persoonlijke
informatie te voorkomen.
Het geheugenkaartje formatteren
Kaarten die op een computer zijn geformatteerd, moet u eerst met de camera formatteren
voordat u ze kunt gebruiken.
Bij het formatteren worden alle gegevens gewist die op het kaartje staan, ook eventuele
beveiligde opnamen. Gaat u een gebruikt kaartje formatteren, controleer dan eerst of dit
kaartje geen opnamen bevat die u wilt bewaren.
1 MENU[W][CARD SETUP]
2 Selecteer met ac de optie [FORMAT] en druk
daarna op i.
3 Selecteer met ac de optie [YES] en druk
daarna op knop i.
Het kaartje wordt dan geformatteerd.
Als u kaartjes in de twee kaartsleuven steekt:
j Selecteer het kaartje dat gebruikt moet worden in [r/%].
g“r/C“ (blz. 116)
Info over het kaartje
CompactFlash
(Type I) (UDMA-compatibel)
Een CompactFlash-kaart bevat een chip met
een groot flashgeheugen. Deze kaarten zijn
gewoon in de winkel verkrijgbaar.
SD-kaartje
Een SD-kaartje is een opslagmedium dat ook
vaak wordt gebruikt in compacte camera's.
TIPS
LOCK
LOCK
ALL ERASE
FORMAT
BACK SET
CARD SETUP
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 136 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Informatie
13
137
NL
z Gebruik één enkele Olympus lithium-ionbatterij (BLM-5). Gebruik uitsluitend originele
Olympus-batterijen. De BLM-1 kan worden gebruikt, maar gebruik in elk geval het speciale
laadapparaat (BCM-1 of BCM-2) om deze batterij op te laden. Het is aan te bevelen
BLM-5 te gebruiken.
z He
t verbruik van de camera varieert aanzienlijk,
afhankelijk van het gebruik en andere
omstandigheden.
z Aangezien de volgende functies veel energie verbruiken, zelfs zonder fotograferen,
zal
de batterij snel leeg zijn.
Het vaak half indrukken van de ontspanknop in de stand Fotograferen waardoor
de autofocus herhaaldelijk wo
rdt in
geschakeld.
Live view gebruiken.
Langdurig weergeven van beelden op de LCD-monitor.
Als de camera op een computer of printer aangesloten is.
z A
ls u een lege batterij gebruikt, kan de camera eventueel uitschakelen zonder dat
de w
aarschuwing 'batterij bijna leeg' verschijnt.
z O
p het moment van aanschaf is deze batterij niet volledig opgeladen. Laad de batterij
voor g
ebruik op met het meegeleverde laadapparaat (BCM-5).
z De normaal laadtijd met het meegeleverde laadapparaat bedraagt ongeveer 3,5 uur
(
schatting).
z Wanneer de meegeleverde batterij wordt opgeladen, mag u nooit een ander laadapparaat
d
an het daarvoor bestemde laadapparaat gebruiken. Gebruik het meegeleverde
laadapparaat nooit voor een andere batterij dan deze specifieke batterij.
z Het laadapparaat kan in de meeste elektrische bronnen thuis worden gebruikt binnen het
bereik van 100 V tot 240 V AC (50 / 60 Hz), over de hele wereld. Afhankelijk van uw land
of regio kan het stopcontact echter anders gevormd zijn waardoor het laadapparaat een
verloopstuk nodig heeft. Vraag naar de details bij uw plaatselijke elektriciteitszaak
of reisagentschap.
z G
ebruik geen in de handel verkrijgbare reisadapters omdat het laadapparaat
dan eventueel niet goed functioneert.
Batterij en laadapparaat
Uw laadapparaat in het buitenland gebruiken
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 137 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Informatie
13
138
NL
Selecteer de lens waarmee u wilt fotograferen.
Gebruik een Four Thirds-lens (Four Thirds-lensvatting). Als u een andere lens dan
de aanbevolen types gebruikt, zal autofocus en de lichtmeting niet goed werken.
Soms zullen ook andere functies niet werken.
De Micro Four Thirds-lens kan niet worden gebruikt.
FOUR THIRDS-lensvatting
Ontwikkeld door Olympus als lensvattingstandaard voor het Four-Thirds-systeem. Deze
compleet-nieuwe verwisselbare lenzen met Four Thirds-lensvatting zijn speciaal voor
digitale camera's optisch opnieuw berekend en ontwikkeld.
ZUIKO DIGITAL verwisselbare lens
De verwisselbare Four Thirds-lenzen zijn ontworpen om bestand te zijn tegen hardhandig
professioneel gebruik. Bij het Four Thirds-systeem met een beeldverhouding van 4:3 kan
een lens compacter en lichter worden uitgevoerd.
Brandpuntsafstand en scherptedieptebereik van Four Thirds-lenzen
Vergeleken met een gewone kleinbeeldcamera krijgt u met een Four Thirds-camera bij
eenzelfde brandpuntsafstand en diafragma andere resultaten.
Brandpuntsafstand
Met een lens van een kleinbeeldcamera gemonteerd op een Four Thirds-camera wordt de
ef
fectieve brandpuntsafstand van die lens tweemaal zo groot als op de kleinbeeldcamera.
Dit houdt in dat Four Thirds-telelenzen zeer compact kunnen worden uitgevoerd.
Een 14-50 mm Four Thirds-lens komt bijvoorbeeld overeen met een 28-100 mm lens
voor een kleinbeeldcamera.
Als u de beeldhoek van een Four Thirds-lens omreken
t
naar die van een kleinbeeldcamera,
is het perspectief hetzelfde als dat van een kleinbeeldcamera.
Scherptediepte
Een Four Thirds-camera kan een scherptedieptebereik
h
alen dat tweemaal zo groot is dan
dat van een kleinbeeldcamera. Een lichtsterkte van f2.0 van een Four Thirds-lens komt
bijvoorbeeld overeen met een lichtsterkte van f4.0 van een kleinbeeldlens.
U kunt hiermee de achtergrond even onscherp ma
ken als bij een kleinbeeldlens.
x Opmerkingen
Bij het bevestigen of verwijderen van het de beschermkap of de lens kunt u de lensvatting het
beste naar beneden laten wijzen. Hiermee voorkomt u dat er stofjes en dergelijke
in de camera terecht kunnen komen.
Op stoffige plaatsen kunt u beter nooit de beschermkap verwijderen of de lens verwisselen.
Richt met de lens op de camera, de lens nooit op de zon. Dit kan camerastoringen en zelfs
b
r
and veroorzaken omdat het zonlicht door de lens gebundeld wordt zoals bij een
vergrootglas.
Zorg dat u de beschermkap van de camera en de achterkap van de lens niet kwijtraakt.
Als er geen lens op de camera zit, kunt u het beste de beschermkap op de camera
b
evestigen om te
voorkomen dat er stof kan binnendringen.
Verwisselbare lenzen
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 138 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Informatie
13
139
NL
ZUIKO DIGITAL – lensspecificaties
Namen van onderdelen
1 Kapvatting
2 Filtervatting
3 Zoomring
4 Scherpstelring
5 Index lensvatting
6 Elektrische contacten
7 Voorkap van de lens
8 Achterkap van de lens
9 Zonnekap
Fotografeert u een object in tegenlicht, gebruik dan de zonnekap.
Be
langrijkste technische gegevens
Bevestigen van de kap Opbergen van de kap
Functies
14-54 mm
F2.8-3.5 II
ED 12-60mm
F2.8-4.0 SWD
Lensvatting FOUR THIRDS-lensvatting
Brandpuntsafstand 14 – 54 mm 12 – 60 mm
Max. diafragma f2.8 – 3.5 f2.8 – 4.0
Beeldhoek 75° – 23° 84° – 20°
Configuratie van de lens
11 groepen,
15
lenzen
10 groepen,
14 lenzen
Meerlaags-coating (gedeeltelijk enkellaags)
Irisinstelling f2,8 – 22 f2,8 – 22
Scherpstelbereik 0,22 m – ) 0,25 m – )
Scherpstelinstelling AF / MF wisseling
Gewicht (exclusief kapjes) 440 g 575 g
Afmetingen
(Max. diameter × totale lengte)
l74,5 × 88,5 mm l79,5 × 98,5 mm
Lenskapvatting Bajonet
Diameter filtervatting 67 mm 72 mm
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 139 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Informatie
13
140
NL
Geschikt voor gebruik met de optionele EX-25 tussenring onder de volgende voorwaarden.
De scherpstelling als EX-25 wordt gebruikt is MF (handmatig).
Voorzorgsmaatregelen voor opslag
Maak de lens na gebruik schoon. Verwijde
r stof en vuil van het oppervlak van de lens met
een blaaskwastje of kwastje. Gebruik in de handel verkrijgbare lensreinigingsdoekjes om
vuil van de lens te verwijderen. Gebruik geen organische oplosmiddelen.
Doe altijd een kapje op de lens en berg hem op als u hem niet gebruikt.
Niet opslaan bij insectenwerende middelen.
x Opmerkingen over het fotograferen
De randen van foto's zouden afgesneden kunnen worden als er meer dan één filter gebruikt
wordt of als er een dik filter wordt gebruikt.
In de stand P is de camera zo geprogrammeerd dat deze aan de hand van de helderheid van
het onderwerp automatisch de diafragmawaarde en de sluitertijd kiest zoals hieronder wordt
aangegeven. Het programma lijndiagram is afhankelijk van het type lens dat gebruikt wordt.
Lens,
brandpuntsafstand
Scherpstelbereik
Vergroting
( ): Berekend op basis van een
kleinbeeldcamera.
14-54 mm
F2,8-3,5 II
14 mm
Er kan niet gefotografeerd worden omdat er niet scherpgesteld kan worden
op de objecten met deze brandpuntsafstand.
54 mm 17,7 cm – 22,2 cm 0,47 – 0,65× (0,94 – 1,3×)
ED 12-60 mm
F2,8-4,0 SWD
12 mm
Er kan niet gefotografeerd worden omdat er niet scherpgesteld kan worden
op de objecten met deze brandpuntsafstand.
60 mm 21 cm – 25,6 cm 0,43 – 0,58× (0,86 – 1,16×)
Lijndiagram van het programma (P-stand)
Wanneer de
(14 – 54 mm
f2.8 – 3.5 II) zoomlens
wordt gebruikt
(brandpuntsafstand:
14 mm, ISO100)
Programma-
aanpassing
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 140 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Informatie
13
141
NL
*1 Kan worden gewijzigd met het menu: 1/60 – 1/250 g“#X-SYNC.“ (blz. 112)
*2 Kan worden gewijzigd met het menu: 30 – 1/250 g“#SLOW LIMIT“ (blz. 1
12)
Als de camera de juiste belichting niet kan instellen als u de ontspanknop half indrukt,
knippert de indicatie in de zoeker en op het superbedieningspaneel.
* Welke diafragmawaarde hierbij gaat knipperen, hangt af van het type lens
en de brandpuntsafstand van de lens.
Flitsersynchronisatie en sluitertijd
Stand
Fotograferen
Flitsmoment
Bovengrens van
synchronisatiemoment
*1
Vast moment als flitser
flitst
*2
P
1/ (brandpuntsafstand
van lens × 2) of
synchr
onisatiemoment,
waarbij de traagste
waarde voorrang heeft
1/250
1/60
A
S
De ingestelde sluitertijd k
M
Waarschuwingsindicatie belichting
Stand
Fotogra-
feren
Waarschuwings-
indicatie (knippert)
Status Actie
P
Het onderwerp is te donker. Verhoog de ISO-waarde.
Gebruik de flitser.
Het onderwerp is te helder. Verlaag de ISO-waarde.
Gebruik een in de handel
verkr
ijgbaar grijsfilter
(ND-filter) om de hoeveelheid
li
cht te beperken.
A
Het onderwerp is onderbelicht. Verlaag de diafragmawaarde.
Verhoog de ISO-waarde.
Het onderwerp is overbelicht. Verhoog de diafragmawaarde.
Verlaag de ISO-waarde of
gebr
uik een in de handel
verkrijgbaar grijsfilter
(ND-filter) om de hoeveelheid
li
cht te beperken.
S
Het onderwerp is onderbelicht. Kies in dit geval een langere
sluitertijd.
Verhoog de ISO-waarde.
Het onderwerp is overbelicht. Kies een snellere sluitertijd.
Verlaag de ISO-waarde of
gebr
uik een in de handel
verkrijgbaar grijsfilter
(ND-filter) om de hoeveelheid
licht te beperken.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 141 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Informatie
13
142
NL
Beschikbare flitsstanden in de diverse fotografeerstanden
Stand
Fotogra-
feren
Indicaties in
de zoeker
Indicaties op
het bedienings-
paneel
Indicaties
op het
superbe-
dienings-
paneel
Flitserfunctie
Flits-
moment
Voorwaar-
den om de
flitser te
laten flitsen
Grens van
sluitertijd
P
A
Y
X
#
AUTO
Autoflitsen
1e sluiter-
gordijn
Ontsteekt
automatisch
in het donker
en bij
tegenlicht
*1
1/30 sec. –
1/250 sec.
!
Autoflitsen
(rode ogen
onderdrukken)
#
Invulflitsen
Ontsteekt
altijd
30 sec. –
1/250 sec.
$
Flitser uit k k k
!
SLOW
Trage
synchronisatie
(rode ogen
onderdrukken)
1e sluiter-
gordijn
Ontsteekt
automatisch
in het donker
en bij
tegenlicht
*1
60 sec. –
1/250 sec.
#
SLOW
Trage
synchronisatie
(1e sluiter-
gordijn)
#
SLOW2
Trage
synchronisatie
(2e sluiter-
gordijn)
2e sluiter-
gordijn
#
FULL
Handmatig
flitsen
(Manual)
(FULL)
1e sluiter-
gord
ijn
Ontsteekt
altijd
#
1/4
Handmatig
flitsen
(Manual)
(1/4)
#
1/16
Handmatig
flit
sen
(Manual)
(1/16)
#
1/64
Handmatig
flit
sen
(Manual)
(1/64)
*1 Met de flitser in de stand Super FP detecteert de flitser het tegenlicht langer dan voor een
normale flits alvorens de flits te ontsteken. g“Super FP-flitser“ (bl
z. 79)
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 142 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Informatie
13
143
NL
Hoe hoger de kleurtemperatuur, hoe voller
de blauwe tinten en hoe bleker de rode tinten;
hoe lager de kleurtemperatuur, hoe voller de
rode tinten en hoe bleker de blauwe tinten.
De spectrumbalans van verschillende witte
lichtbronnen wordt aangeduid met een
kleurtemperatuurwaarde, een natuurkundige
meetwaarde op basis van de Kelvin-
temperatuurschaal (K). De kleur van zonlicht
en van andere natuurlijke lichtbronnen en de
kleur van gloeilamplicht en ander kunstlicht
kan worden aangegeven met het begrip
kleurtemperatuur.
Hieronder wordt uitgelegd waarom de kleurtemperatuur van TL-licht dit licht eigenlijk
ongeschikt maakt als kunstlichtbron. In de kleurschakering van TL-licht zitten hiaten.
Als deze hiaten klein zijn, kan er toch een kleurtemperatuur worden berekend die we
in dit geval een gecorreleerde kleurtemperatuur noemen.
De preset-instelling 4000 K in deze camera is een gecorreleerde kleurtemperatuur, maar
mag strikt genomen geen kleurtemperatuur worden genoemd. Gebruik deze instellingen
bij het fotograferen bij TL-licht.
S
M
B
(BULB)
# Invulflitsen
1e sluiter-
gordijn
Ontsteekt
altijd
60 sec. –
1/250 sec.
H
Invulflitsen
(rode ogen
onderdrukken)
$ Flitser uit k k k
2nd
CURTAIN
Invulflits/trage
synchronisatie
(2de sluiter-
gordijn)
2e sluiter-
gordijn
Ontsteekt
altijd
60 sec. –
1/250 sec.
#
FULL
Handmatig
flitsen
(Manual)
(FULL)
1e sluiter-
gordijn
#
1/4
Ha
ndmatig
fl
itsen
(Manual)
(1/4)
#
1/16
Ha
ndmatig
flitsen (1/16)
#
1/64
Handmatig
fl
itsen
(Manual)
(1/64)
Witbalans en kleurtemperatuur
Stand
Fotogra-
feren
Indicaties in
de zoeker
Indicaties op
het bedienings-
paneel
Indicaties
op het
superbe-
dienings-
paneel
Flitserfunctie
Flits-
moment
Voorwaar-
den om de
flitser te
laten flitsen
Grens van
sluitertijd
De kleurtemperaturen van de lichtbronnen
in de schaalverdeling hierboven zijn bij
benadering aangegeven
Roder Blauwer
Schakering op
heldere dag
Bewolkt
Heldere dag
Wit tl-licht
Warmwitte
gloei-lamp
Sfeerlicht
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 143 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Informatie
13
144
NL
De in de tabel aangegeven bestandsgrootte geldt bij benadering voor bestanden met een
breedte-hoogteverhouding van 4:3.
x Opmerkingen
Het aantal beelden dat nog kan worden opgeslagen, is afhankelijk van het onderwerp en van
factoren zoals eventueel opgegeven printreserveringen. In de zoeker of op de LCD-monitor
verschijnt gewoonlijk het aantal foto's dat u nog kunt maken, maar soms verandert dit aantal
niet, ook niet als u nieuwe foto's maakt of opgeslagen beelden wist.
De werkelijke bestandsgrootte is afhankelijk van het onderwerp.
Het maximale weergegeven aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen is 9999.
Het maximale aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen, weergegeven op het
b
edieningspane
el is 999.
Beeldkwaliteit en bestandsgrootte/het aantal foto's dat
kan worden opgeslagen
Beeld-
kwaliteit
Aantal pixels
(PIXEL COUNT)
Compressie-
factor
Bestands-
formaat
Bestandsgrootte
(MB)
Aantal stilstaande
beelden dat kan
worden opgeslagen
(met 1 GB SD-kaartje)
RAW
4.032 × 3.024
Verliesvrije
compressie
ORF Ca. 14 54
YSF 1/2,7
JPEG
Ca. 8,4 101
YF 1/4 Ca. 5,9 145
YN 1/8 Ca. 2,7 320
YB 1/12 Ca. 1,8 477
XSF
3.200 × 2.400
1/2,7 Ca. 5,6 154
XF 1/4 Ca. 3,4 255
XN 1/8 Ca. 1,7 504
XB 1/12 Ca. 1,2 747
XSF
2.560 × 1.920
1/2,7 Ca. 3,2 269
XF 1/4 Ca. 2,2 395
XN 1/8 Ca. 1,1 776
XB 1/12 Ca. 0,8 1.143
XSF
1.600 × 1.200
1/2,7 Ca. 1,3 673
XF 1/4 Ca. 0,9 993
XN 1/8 Ca. 0,5 1.893
XB 1/12 Ca. 0,4 2.753
WSF
1.280 × 960
1/2,7 Ca. 0,9 1.044
WF 1/4 Ca. 0,6 1.514
WN 1/8 Ca. 0,3 2.884
WB 1/12 Ca. 0,3 4.038
WSF
1.024 × 768
1/2,7 Ca. 0,6 1.594
WF 1/4 Ca. 0,4 2.243
WN 1/8 Ca. 0,3 4.038
WB 1/12 Ca. 0,2 5.507
WSF
640 × 480
1/2,7 Ca. 0,3 3.563
WF 1/4 Ca. 0,2 5.048
WN 1/8 Ca. 0,2 8.654
WB 1/12 Ca. 0,1 10.096
Beeldkwaliteit Resolutie Beeldsnelheid
Beschikbare opnametijd
(SD/SDHC/SDXC-kaartje)
2 GB
HD 1.280 x 720 (16 : 9) 30 fps Ca. 7 min.
SD 640 x 480 (4 : 3) 30 fps Ca. 14 min.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 144 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Informatie
13
145
NL
Functies die met de MYSET-instelling kunnen worden
vastgelegd
Functie
MYSET-
vastlegging
Functie
MYSET-
vastlegging
Stand Fotograferen
9
>
9
F
9
ALL >
k
Diafragmawaarde
9
MULTIPLE EXPOSURE
k
Sluitertijd
9
DIAL FUNCTION
9
IMAGE STABILIZER (I.S.)
9
DIAL DIRECTION
9
< / Y / j
9
AEL / AFL
9
K
STILL
PICTURE
9
AEL / AFL MEMO
9
MOVIE
9
LIVE VIEW BOOST
9
IMAGE ASPECT
9
QUICK ERASE
9
WB
9
RAW+JPEG ERASE
9
w+F
9
BUTTON FUNCTION
9
ISO
9
A 9
NOISE REDUCT.
9
FOCUS RING
9
NOISE FILTER
9
BULB FOCUSING
k
METERING (meten)
9
AF ILLUMINAT.
9
EXPOSURE SHIFT
9
O fps 9
#
RC MODE
9
RLS PRIORITY S
9
AF MODE
9
RLS PRIORITY C
9
AF AREA
9
RESET LENS
k
P SET HOME
k
g FACE DETECT
9
AF AREA POINTER
k
G/INFO SETTING
9
C-AF LOCK
k
K CONTROL SETTING
9
AF SENSITIVITY
k
PICTURE MODE SETTINGS
9
P SET UP
k
LEVEL GAUGE
9
PD AFL
9
ASPECT SHOOTING
9
AF FOCUS ADJ.
9
AA BATTERY TYPE
9
MF ASSIST
9
T WARNING LEVEL
k
AE BKT
9
LEVEL ADJUST
k
ISO BKT
9
EXT. WB DETECT
9
WB BKT
9
MOVIE R
9
FL BKT
9
HDMI
k
FLASH MODE
9
VOLUME
k
w 9
HISTOGRAM SETTINGS
k
#X-SYNC.
9 X k
#SLOW LIMIT
9
r/%
k
ISO STEP
9
EDIT FILENAME
k
ISO-AUTO SET
9 s k
EV STEP
9 W k
BULB TIMER
9
PRIORITY SET
k
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 145 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Informatie
13
146
NL
9: Kan worden vastgelegd. k: Kan niet worden vastgelegd.
Fotografeermenu
VIDEO OUT
k
8
9
REC VIEW
9
dpi SETTING
k
SLEEP
9
USB MODE
k
BACKLIT LCD
9
COLOR SPACE
9
4 h TIMER
k
SHADING COMP.
9
BUTTON TIMER
k
c MENU DISPLAY
k
y k
COPYRIGHT SETTINGS
k
Programma-aanpassing
k
FILE NAME
k
Menulijst
Tabblad Functie Instelling Zie blz.
CARD SETUP
(kaartinstelling)
ALL ERASE / FORMAT
Blz. 98
Blz. 136
RESET/MYSET
RESET
Blz. 100
MYSET1 SET / RESET
MYSET2 SET / RESET
MYSET3 SET / RESET
MYSET4 SET / RESET
PICTURE MODE
hi-ENHANCE/iVIVID/jNATURAL
*
/ZMUTED/
cPORTRAIT/MONOTONE/CUSTOM/CPOP ART/
DSOFT FOCUS/EPALE&LIGHT COLOR/FLIGHT
TONE/GGRAINY FILM/HPIN HOLE/IDIORAMA/
JCROSS PROCESS/KGENTLE SEPIA/LDRAMATIC
TONE
Blz. 70
K
STILL
PICTURE
RAW/YF/YN
*
/XN/WN/YF+RAW/YN+RAW/
XN+RAW/WN+RAW
Blz. 64
MOVIE HD*/SD Blz. 84
IMAGE ASPECT 4:3*/16:9/3:2/6:6/5:4/7:6/6:5/7:5/3:4 Blz. 65
* Standaardinstellingen af fabriek
Functie
MYSET-
vastlegging
Functie
MYSET-
vastlegging
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 146 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Informatie
13
147
NL
Weergavemenu
IMAGE STABILIZER OFF/I.S. 1*/I.S. 2/I.S. 3 Blz. 62
BRACKETING
AE BKT
OFF
*
/2F 0.3EV/2F 0.5EV/2F 0.7EV/2F 1.0EV/
3F 0.3EV/3F 0.5EV/3F 0.7EV/3F 1.0EV/5F
0.3EV/5F 0.5EV/5F 0.7EV/5F 1.0EV/7F 0.3EV/
7F 0.5EV/7F 0.7EV
OVER EXP. PIC./ UNDER EXP. PIC.(2F)
Blz. 49
WB BKT
A-B
OFF
*
/3F 2STEP/
3F 4STEP/3F 6STEP
Blz. 69
G-M
FL BKT OFF
*
/3F 0.3EV/3F 0.5EV/3F 0.7EV/3F 1.0EV Blz. 77
ISO BKT OFF
*
/3F 0.3EV/3F 0.7EV/3F 1.0EV Blz. 51
MULTIPLE EXPOSURE
FRAME OFF
*
/2F/3F/4F
Blz. 51AUTO GAIN OFF
*
/ON
OVERLAY OFF
*
/ON
#RC MODE OFF
*
/ON Blz. 80
* Standaardinstellingen af fabriek
Tabblad Functie Instelling Zie blz.
q
m
START
Blz. 90
BGM
MELANCHOLY*/NOSTALGIC/LOVE/JOY/
COOL/OFF
SLIDE ALL*/STILL PICTURE/MOVIE
SLIDE
INTERVAL
2 SEC – 10 SEC (3 SEC*)
MOVIE
INTERVAL
FULL/SHORT*
y OFF/ON* Blz. 91
EDIT
SEL. IMAGE RAW DATA EDIT
Blz. 93
SEL. IMAGE
JPEG EDIT
SHADOW ADJ/REDEYE FIX/
P
/ASPECT/BLACK & WHITE/
SEPIA/SATURATION/
Q
/
e-PORTRAIT
R
NO/R START/
YES
IMAGE
OVERLAY
2IMAGES MERGE*
/3IMAGES MERGE/
4IMAGES MERGE
Blz. 95
<</U Blz. 121
COPY ALL YES/NO Blz. 96
RESET PROTECT YES/NO Blz. 97
* Standaardinstellingen af fabriek
Tabblad Functie Instelling Zie blz.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 147 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Informatie
13
148
NL
Custom-menu
Tabblad Functie Instelling Zie blz.
c
R AF / MF Blz. 102
AF AREA B*/M/N Blz. 102
P SET UP OFF/LOOP/SPIRAL* Blz. 102
RESET LENS OFF/ON* Blz. 102
BULB FOCUSING OFF/ON* Blz. 102
FOCUS RING b*/c Blz. 103
MF ASSIST OFF*/ON Blz. 103
P SET HOME B*/M/N Blz. 103
PD AFL OFF*/ON Blz. 103
AF ILLUMINAT. OFF/ON* Blz. 103
C-AF LOCK OFF*/ON Blz. 103
AF AREA POINTER OFF/ON* Blz. 103
AF SENSITIVITY NORMAL*/SMALL Blz. 103
S BUTTON/DIAL Blz. 104
DIAL FUNCTION
P
%*/F/w
Blz. 104
A
FNo.*/F/w
S
SHUTTER*/F/w
M
Hoofdregelaar: SHUTTER*/FNo.
Subregelaar: SHUTTER/
FNo.*
MENU
Hoofdregelaar:F/G*
Subregelaar:F*/G
q
Hoofdregelaar:beeld terug/vooruit/
GU*
Subregelaar:beeld terug/vooruit*/
GU
DIAL DIRECTION DIAL1*/DIAL2 Blz. 104
AEL / AFL
S-AF* mode1*/mode2/mode3
Blz. 105C-AF mode1/mode2*/mode3/mode4
MF mode1*/mode2/mode3
AEL / AFL MEMO OFF/ON* Blz. 106
BUTTON FUNCTION Fn-knop functie
Fn FACE DETECT/PREVIEW/LIVE
PREVIEW/V/P HOME/MF/
RAWK/P/A/S/M/TEST PICTURE/
MYSET1/MYSET2/MYSET3/
MYSET4/Y/X/LEVEL GAUGE/
MAGNIFY*/AF AREA SELECT/IS
MODE/OFF
Blz. 106
* Standaardinstellingen af fabriek
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 148 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Informatie
13
149
NL
c
S
BUTTON FUNCTION
P-knop functie
AF AREA SELECT*/V/P HOME/
MF/RAWK/P/A/S/M/TEST
PICTURE/MYSET1/MYSET2/
MYSET3/MYSET4/LEVEL GAUGE/
IS MODE/OFF
Blz. 106
V (preview)-
knop functie
AF AREA SELECT/Fn FACE
DETECT/PREVIEW*/LIVE
PREVIEW/V/P HOME/MF/
RAWK/P/A/S/M/TEST PICTURE/
MYSET1/MYSET2/MYSET3/
MYSET4/LEVEL GAUGE/MAGNIFY/
IS MODE/OFF
nBUTTON
FUNCTION
OFF/P*
BUTTON TIMER 3SEC/5SEC/8SEC*/HOLD/OFF Blz. 107
A
OFF*/ON Blz. 107
T
RELEASE Blz. 108
RLS PRIORITY S OFF*/ON
Blz. 108
RLS PRIORITY C OFF/ON*
Ofps 1fps/2fps/3fps
*
/4fps Blz. 108
U DISP/8/PC Blz. 108
HDMI
HDMI OUT 1080i*/720p/480p/576p
Blz. 108
HDMI CONTROL OFF*/ON
VIDEO OUT *1 Blz. 108
SLEEP OFF/1MIN*/3MIN/5MIN/10MIN Blz. 108
LIVE VIEW BOOST OFF*/ON Blz. 109
g FACE DETECT OFF*/ON Blz. 109
G/INFO SETTINGS
q INFO
IMAGE ONLY/OVERALL/u/
HIGHLIGHT&SHADOW
Blz. 109
LV-INFO
DISPLAYED GRID(OFF/w/x/y/
&)/u/HIGHLIGHT&SHADOW/
ZOOM/MULTI VIEW/IMAGE ONLY
G SETTINGS G4/G9/G25/G100/CALENDAR
K CONTROL
SETTINGS
LIVE CONTROL OFF/ON*
Blz. 109
CONTROL
PANEL
OFF*/ON
* Standaardinstellingen af fabriek
*1Instellingen verschillen afhankelijk van het land waar de camera is gekocht.
Tabblad Functie Instelling Zie blz.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 149 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Informatie
13
150
NL
c
U HISTOGRAM SETTINGS HIGHLIGHT/SHADOW Blz. 109
BACKLIT LCD 8 SEC*/30 SEC/1 MIN/HOLD Blz. 109
8 OFF/ON
*
Blz. 109
VOLUME 0 tot 5(3*) Blz. 109
USB MODE AUTO
*
/STORAGE/MTP/PRINT/CONTROL Blz. 110
LEVEL GAUGE OFF*/ON Blz. 110
4 h TIMER OFF/4 h
*
Blz. 111
PICTURE MODE
SETTINGS
hi-ENHANCE/
iVIVID/
ZMUTED/
cPORTRAIT/
MONOTONE/
CUSTOM/POP
ART/SOFT
FOCUS/
PALE&LIGHT
COLOR/LIGHT
TONE/GRAINY
FILM/PIN HOLE/
DIORAMA/
CROSS
PROCESS/
GENTLE SEPIA/
DRAMATIC
TONE
OFF/ON* Blz. 111
V EXP/e/ISO Blz. 111
EV STEP 1/3EV*/1/2EV/1EV Blz. 111
METERING (meten)
e
* ESP + AF/ESP*
Blz. 111
J
5
5HI
5SH
AEL-Meting AUTO*/J/5/5HI/5SH Blz. 111
ISO STEP 1/3EV*/1EV Blz. 111
ISO-AUTO SET
HIGH LIMIT 200 – 6.400 (1.600*)
Blz. 111
DEFAULT 200 – 6.400 (200*)
ISO-AUTO P/A/S*/ALL Blz. 112
BULB TIMER 1MIN – 30MIN (8 MIN*) Blz. 112
ANTI-SHOCK z OFF*/1/8 SEC - 30 SEC Blz. 112
W # CUSTOM Blz. 112
#X-SYNC. 1/60 – 1/250 (1/250*) Blz. 112
#SLOW LIMIT 30 – 1/250 (1/30*) Blz. 112
w+F OFF*/ON Blz. 112
* Standaardinstellingen af fabriek
Tabblad Functie Instelling Zie blz.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 150 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Informatie
13
151
NL
c
X K/ASPECT/COLOR/WB Blz. 113
NOISE REDUCT. OFF/ON/AUTO* Blz. 113
NOISE FILTER OFF/LOW/STANDARD*/HIGH Blz. 113
WB
AUTO* A -7 – +7,G -7 – +7
Blz. 113
5 5.300K A -7 – +7,G -7 – +7
2 7.500K A -7 – +7,G -7 – +7
3 6.000K A -7 – +7,G -7 – +7
1 3.000K A -7 – +7,G -7 – +7
> 4.000K A -7 – +7,G -7 – +7
Q A -7 – +7,G -7 – +7
n 5.500K A -7 – +7,G -7 – +7
M A -7 – +7,G -7 – +7
N A -7 – +7,G -7 – +7
O A -7 – +7,G -7 – +7
P A -7 – +7,G -7 – +7
CWB 2000K – 14000K
ALL >
ALL SET A -7 – +7,G -7 – +7
Blz. 113
ALL RESET YES/NO
COLOR SPACE sRGB*/AdobeRGB Blz. 114
SHADING COMP. OFF*/ON Blz. 114
KSET P-QY/X/W, SF/F/N/B Blz. 114
PIXEL COUNT
Xiddle
(medium)
3.200 × 2.400/2.560 × 1.920*/
1.600 × 1.200
Blz. 114
Wmall (klein)
1.280 × 960*/1.024 × 768/640 × 480
ASPECT SHOOTING LV*/ALL Blz. 115
Y
RECORD/ERASE Blz. 115
QUICK ERASE OFF*/ON Blz. 115
RAW+JPEG ERASE JPEG/RAW/RAW+JPEG* Blz. 115
FILE NAME AUTO*/RESET Blz. 116
EDIT FILENAME
Adobe RGB
OFF*/A - Z/0 - 9 Blz. 116
sRGB
PRIORITY SET NO*/YES Blz. 116
dpi SETTING AUTO*/CUSTOM Blz. 116
r/% CF*/SD Blz. 116
COPYRIGHT SETTINGS
COPYRIGHT
INFO.
OFF*/ON
Blz. 117ARTIST NAME
k
COPYRIGHT
NAME
k
Z MOVIE Blz. 117
MOVIE R OFF/ON* Blz. 117
* Standaardinstellingen af fabriek
Tabblad Functie Instelling Zie blz.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 151 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Informatie
13
152
NL
Setup-menu
c
R K UTILITY Blz. 117
PIXEL MAPPING
k
Blz. 117
EXPOSURE SHIFT
e
-1-0* tot +1 Blz. 117J
5
CLEANING MODE
k
Blz. 117
EXT. WB DETECT OFF/ON
*
Blz. 117
AF FOCUS ADJ.
SET AF DATA OFF
*
/DEFAULT DATA/LENS DATA
Blz. 118
DATA LIST
Geregistreerde lensinformatie 1/
Geregistreerde lensinformatie 2/
Geregistreerde lens 3
AA BATTERY TYPE b*/c/d Blz. 119
T WARNING LEVEL -2 - 0* - +2 Blz. 120
LEVEL ADJUST RESET/ADJUST Blz. 120
* Standaardinstellingen af fabriek
Tabblad Functie Instelling Zie blz.
d
X
k
Blz. 99
W
*1 Blz. 99
s
s j -7 tot +7 k -7 tot +7 (j ±0, k ±0*)
Blz. 99
AUTO
BRIGHTNESS
OFF/ON*
REC VIEW AUTO q/OFF/1SEC to 20SEC (5SEC*) Blz. 99
c MENU DISPLAY OFF/ON* Blz. 99
FIRMWARE
k
Blz. 100
* Standaardinstellingen af fabriek
*1 Instellingen verschillen afhankelijk van het land waar de camera is gekocht.
Tabblad Functie Instelling Zie blz.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 152 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Informatie
13
153
NL
Producttype
Soort camera : Eénogige digitale spiegelreflexcamera met verwisselbaar
lenssysteem
Lens : Zuiko Digital, Four Thirds-systeem lens
Lensvatting : Four Thirds-lensvatting
Equivalente brandpuntsafstand
op een kleinbeeldcamera : Ca. tweemaal de brandpuntsafstand van de lens
Beeldopneemelement
Producttype : 4/3" Live MOS-sensor
Totale aantal pixels : ca. 13.100.000 pixels
Aantal effectieve pixels : ca. 12.300.000 pixels
Schermgrootte : 17,3 mm (H) × 13,0 mm (B)
Breedte-hoogteverhouding : 1,33 (4:3)
Zoeker
Producttype : Eénogige reflexzoeker op ooghoogte
Gezichtsveld : ca. 100 % (voor gezichtsveld op opgenomen beelden)
Vergroting van de zoeker : ca. 1,15× (-1 m
-1
, 50 mm lens, oneindig)
Oogpunt : ca. 20 mm vanaf het beschermglas (-1 m
-1
)
Instelbereik dioptrieregelaar : -3,0 – +1,0 m
-1
Breking optisch traject : Halfdoorlatende vlug-terugspiegel
Scherptediepte : Kan worden gecontroleerd met de preview-knop
Scherpstelscherm : Vast (Kan worden verwisseld met FS-3 (afzonderlijk verkrijgbaar)
b
ij servicedienst van
Olympus)
Oogdop : Verwisselbaar
Live view (live bekijken)
: Gebruikt Live MOS-sensor voor fotograferen
: Gezichtsveld van 100 %
LCD-monitor (Verplaatsbaar)
Producttype : 3" TFT kleuren-LCD
Totaal aantal pixels : ca. 920.000 puntjes
Sluiter
Producttype : Automatische spleetsluiter
Sluiter : 1/8.000 – 60 sec., tijdopnamen
Autofocus
Producttype : TTL fasecontrast detectiesysteem/detectiesysteem beeldcontrast
Autofocuspunten : 11 punten
AF verlichtingsbereik : EV -2 – EV 19 (equivalent met ISO 100, bij kamertemperatuur
20
°
C, TTL fasecontrast detectiesysteem)
Selectie van scherpstelpunt : Auto, Optioneel
AF-lichtbron : De ingebouwde flitser zorgt voor licht.
Technische gegevens
Technische gegevens van de camera
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 153 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Informatie
13
154
NL
Belichtingsregeling
Lichtmeetsysteem : TTL volledig diafragma lichtmeetsysteem
(1) Digitale ESP-meting
(2) Lichtmeting met nadruk op het centrum
(3) Spotmeting (ca. 2% van het zoekerscherm)
Lichtmeetbereik : EV 1 – 20 (digitale ESP-meting, lichtmeting met nadruk op het
cen
trum, spotmeting)
(bij kamertemperatuur, 50 mm f2, ISO 100)
Fotofuncties : (1) P :
Programma AE
(programma-aanpassing mogelijk)
(2) A : Diafragmavoorkeuze AE
(3) S : Sluitertijdvoorkeuze AE
(4) M : Handmatig
(5)
B :BULB
ISO-gevoeligheid : 100 – 6400 (1/3, 1 EV step)
Belichtingscorrectie : ±5 EV (1/3, 1/2, 1 EV-stap)
Witbalans
Producttype : Beeldopneemelement en witbalanssensor
Functie-instelling : Auto, Vooraf ingestelde WB, Voorkeursinstelling WB,
WB met 1 knop
Opnemen
Opslagmedium : CF-kaartje (compatibel met Type I) (UDMA-compatibel)
SD-kaartje/SDHC-kaartje/SDXC-kaartje
Opslagsysteem : Digitaal opslagsysteem, JPEG (in overeenstemming met Design
Rule
for Camera File sys
tem (DCF)), RAW-gegevens
Compatibel met de normen : Exif 2.2, Digital Print Order Format (DPOF), PRINT Image
Mat
ching III, PictBridg
e
Beelden weergeven
Stand Weergeven : Enkelbeeldweergave, gezoomd weergeven, indexweergave,
beeld draaien, diashow, lichtbakweergave, kalenderweergave
Informatieweergave : Informatieweergave, histogramweergave
Sluiterfunctie
Sluiterfunctie : Enkelbeeldopnamen, repeterende opnamen, zelfontspanner,
afstandsbediening
Repeterende opnamen : ca. 5 opnamen/sec.
Zelfontspanner : Vertragingstijd: 12 sec., 2 sec.
Optische afstandsbediening : Vertragingstijd: 2 sec., 0 sec. (direct fotograferen)
(RM-1 afstandsbediening (optioneel))
Flits-
synchronisatie : Gesynchroniseerd met de camera op 1/250 sec. of minder
Flitsregeling : TTL-AUTO (TTL voorflitsfunctie), AUTO, MANUAL
Bevestigingspunt externe flitser : Flitsschoen, externe flitserconnector (x bevestigingspunt)
Draadloos flitsen
: Compatibel met het draadloze Olympus RC-flitssysteem
Externe connector
Microfoonconnector/HDMI-miniconnector (Type C)/ USB-contact/
AV OUT-connector/ connector afstandsbedieningskabel,
externe flitserconnector (x bevestigingspunt)
Stroomvoorziening
Batterij : Li-ionbatterij (BLM-5) ×1
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 154 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Informatie
13
155
NL
Afmetingen / gewicht
Afmetingen : 142,5 mm (B) × 116,5 mm (H) × 74,5 mm (D) (exclusief
uitstekende delen)
Gewicht : ca. 892 g (inclusief batterij/CD-kaartje)
Bedrijfscondities
Temperatuur : 0 – 40° C (bediening) /
-20 – 60° C (opslag)
Relatieve vochtigheid : 30 – 90 % (tijdens bedrijf)/10 – 90 % (tijdens opslag)
HDMI, het HDMI-logo en High-Definition
Multimedia Interface zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van HDMI
Licensing LLC.
BLM-5 lithium-ionbatterij
MODEL NO. : BLM-5
Producttype : Oplaadbare lithium-ionbatterij
Nominale spanning : DC 7,4 V
Nominale capaciteit : 1.620 mAh
Aantal keren laden en
ontladen : Ca. 500 keer (afhankelijk van de gebruiksomstandigheden)
Omgevingstemperatuur : 0 – 40° C (laden)
-20 – 35° C (opslag)
BCM-5 lithium-ionlaadapparaat
MODEL NO. : BCM-5
Nominaal ingangsvermogen : 100 tot 240 V AC(50/60 Hz)
Nominaal uitgangsvermogen : DC 8,4 V, 600 mA
Laadtijd : ca. 3,5 uur (kamertemperatuur bij gebruik van de BLM-5)
Omgevingstemperatuur : 0 – 40° C (bediening) /
-20 – 60° C (opslag)
* Het meegeleverde AC-kabeltje is speciaal voor dit product bedoeld. Gebruik het niet met
andere apparaten. Gebruik geen kabels van andere producten met dit product.
WIJZIGINGEN IN TECHNISCHE GEGEVENS ZIJN VOORBEHOUDEN ZONDER
VOORAFGAANDE KENNISGEVING OF VERPLICHTING VAN DE ZIJDE VAN DE FABRIKANT.
Specificaties batterij / laadapparaat
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 155 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Informatie
13
156
NL
Systeemschema
Digitale spiegelrefl excamera
FL-CB05
Flitserkabeltje
FL-36R
Draadloze flitser
FL-50R
Draadloze flitser
FP-1***
Flitser
Power handgreep
(incl. FL-CB02)
voor FL-50R
BN-1
Ni-MH-
batterijblok
AC-2
Lichtnetadapter
FL-CB02
Flitskabel
HV-1
Hoogspannings-
blok
FLST-1
Flitserstatief
(incl. bij -FL-50R
en FL-36R)
FLBA-1
Flits-
adapter
(incl. met -FL-50R)
FLRA-1
Flitser reflector-
adapter
(incl. met -FL-50R)
Flitssysteem
FC-1
Controller
macroflitser
RF-11
Ringflitser
TF-22
Dubbele flitser
SRF-11
Ringflitser-set
(i nc l . F C-1 / R F-11)
SHV-1
Hoogspanningsset flitser
(i n c l . H V -1 / BN -1 / AC - 2 )
Stof-/spatbestendig
14–28mm (kleinbeeldequivalent)
ZUIKO DIGITAL
ED 7–14mm 1:4,0
Superwijde zoom
28–70mm (kleinbeeldequivalent)
ZUIKO DIGITAL
ED 14–35mm 1:2,0 SWD
Standaardzoom
70–200mm (kleinbeeldequivalent)
ZUIKO DIGITAL
ED 35–100mm 1:2,0
Telefoto -zoom
180–500mm (kleinbeeldequivalent)
ZUIKO DIGITAL
ED 90–250mm 1:2,8
Telefoto -zoom
600mm (kleinbeeldequivalent)
ZUIKO DIGITAL
ED 300mm 1:2,8
Vaste focuslens
300mm (kleinbeeldequivalent)
ZUIKO DIGITAL
ED 150mm 1:2,0
Vaste focuslens
Combineerbaar met
EX-25*
Tuss enring
allee n bij 120–200mm
EC-14/EC-20
Teleconverter
Combineerbaar met
EX-25*
Tuss enring
EC-14/EC-20
Teleconverter
Combineerbaar met
EX-25*
Tuss enring
EC-14/EC-20
Teleconverter
Combineerbaar met
EC-14/EC-20*
Teleconverter
Combineerbaar met
EC-14/EC-20
Teleconverter
Combineerbaar met
EX-25*
Tuss enring
EC-14/EC-20
Teleconverter
Inclusief set losse filter s
Top Pro lens
De camera wordt weergegeven met optionele accessoires. *Alleen bij MF. Alle vermelde brandpuntsafstanden zijn kleinbeeldequivalente waarden. **AF mogelijk bij gebruik van middenbeeld.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 156 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Informatie
13
157
NL
FS-3****
Scherpstel-
scherm
ME-1
Oogkapje
Oogkapje 1,2x
EP-5
Oogkapje
(Standard)
VA-1
Varimagni
hoekzoeker
EP-6
Oogkapje
EP-7
Oogkapje
DE-P3
Oogkapje
Dioptrie +3
DE-N3
Oogkapje
Dioptrie –3
Oogkapjes
FR-1
Adapterring flitser
voor 35/50mm macro
STF-22
Dubbele flitserset
(incl. FC-1 / TF-22)
28–84mm (kleinbeeldequivalent)
ZUIKO DIGITAL
ED 14–42mm 1:3,5–5,6
Standaardzoom
18–36mm (kleinbeeldequivalent)
ZUIKO DIGITAL
ED 9–18mm 1:4,0–5,6
Ultrawijde zoom
36–360mm (kleinbeeldequivalent)
ZUIKO DIGITAL
ED 18–180mm 1:3,5–6,3
Superzoom (10x)
70mm (kleinbeeldequivalent)
ZUIKO DIGITAL
35mm 1:3,5
Macrolens
80–300mm (kleinbeeldequivalent)
ZUIKO DIGITAL
ED 40–150mm 1:4,0–5,6
Telefoto -zoom
140–600mm (kleinbeeldequivalent)
ZUIKO DIGITAL
ED 70–300mm 1:4,0–5,6
Supertelefoto-zoom
35–90mm (kleinbeeldequivalent)
ZUIKO DIGITAL 17,5–45mm
1:3,5 5,6 Stand a a r d z o o m
(alleen verkrijgbaar in speciale kit)
50mm (kleinbeeldequivalent)
ZUIKO DIGITAL
25mm 1:2,8 Pancake
Vaste focuslens
Combineerbaar met
EX-25*
Tuss enring
alleen bij 50–84mm
EC-14*/EC-20*
Teleconverter
Combineerbaar met
EC-14*/EC-20*
Teleconverter
Combineerbaar met
EX-25*
Tuss enring
EC-14*/EC-20*
Teleconverter
Combineerbaar met
EX-25*
Tuss enring
EC-14*/EC-20*
Teleconverter
Combineerbaar met
EX-25*
Tuss enring
EC-14/EC-20
Teleconverter
Combineerbaar met
EX-25*
Tuss enring
EC-14/EC-20*
Teleconverter
TF-22
Dubbele flitser
met FR-1
RF-11
Ringflitser
met FR-1
Combineerbaar met
EX-25*
Tuss enring
allee n bij 100 –360mm
EC-14*/EC-20*
Teleconverter
Combineerbaar met
EX-25*
Tuss enring
alleen bij 56–90mm
EC-14*/EC-20*
Teleconverter
Standaardlens
ZUIKO DIGITAL
1, 4 x T e l e c o n ve r t e r
EC-14
MF-1
OM-adapter
ZUIKO DIGITAL
2.0x Teleconverter
EC-20
EX-25
Tussenr i n g
Adapter
BCM-5
Li-ionbatterijlader
Greepriem
GS-3
BLM-5
Li-ionbatterijblok
HLD-4
Reservebatterij-
houder
(voor 2x BLM-5)
AABH-1
Batterijhouder
(incl. bij HLD-4)
LBH-1
Li-ionbatterijhouder
(voor 3x CR123A)
(alleen met HLD-4)
Stroomvoorziening
Tassen E-systeem
Tas E -systeem E-systeem
Compacttas II
E-systeem
Professionele rugzak
E-systeem
Rugzak
Afstandsbediening
RM-1
Afstandsbediening
RM-UCI
Kabel voor
afstandsbediening
Stof-/spatbestendig
24–120mm (kleinbeeldequivalent)
ZUIKO DIGITAL
ED 12–60mm 1:2,8–4,0 SWD
Standaardzoom
22–44mm (kleinbeeldequivalent)
ZUIKO DIGITAL
112 2 m m 1: 2, 8 – 3, 5
Wijde zoom
16mm (kleinbeeldequivalent)
ZUIKO DIGITAL
ED 8mm 1:3,5
Visooglens
100mm (kleinbeeldequivalent)
ZUIKO DIGITAL
ED 50mm 1:2,0
Macrolens
100–400mm (kleinbeeldequivalent)
ZUIKO DIGITAL
ED 50–200mm 1:2,8– 3,5 SWD
Te le fot o-z oo m
28–108mm (kleinbeeldequivalent)
ZUIKO DIGITAL
14–54mm 1:2,83,5 II
Standaardzoom
Combineerbaar met
EC-14/EC-20**
Teleconverter
TF-22
Dubbele flitser
Combineerbaar met
EX-25*
Tuss enring
alleen bij 120mm
EC-14/EC-20*
Teleconverter
Combineerbaar met
EC-14/EC-20*
Teleconverter
Combineerbaar met
EX-25*
Tuss enring
alleen bij 108mm
EC-14/EC-20**
Teleconverter
TF-22
Dubbele flitser
Combineerbaar met
EX-25
Tuss enring
EC-14/EC-20
Teleconverter
TF-22
Dubbele flitser
met FR-1
RF-11
Ringflitser
met FR-1
Pro lens
Combineerbaar met
EC-14/EC-20**
Teleconverter
TF-22
Dubbele flitser
EX-25*
Tuss enring
***Geen ontspanning bij FP-1. ****Vervanging enkel via servicedienst van Olympus. Technische gegevens en uiterlijk voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving of enige verplichting van de zijde van de fabrikant.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 157 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Informatie
13
158
NL
Lees alle gebruiksaanwijzingen – Lees, voordat u het apparaat gaat gebruiken, alle
gebruiksaanwijzingen. Bewaar alle handleidingen en documentatie om deze later nog eens
te kunnen raadplegen.
Reinigen – Trek
voordat u het
apparaat gaat reinigen altijd eerst de stekker uit het stopcontact.
Gebruik uitsluitend een vochtige doek om het apparaat te reinigen. Gebruik nooit vloeibare of
aerosole reinigingsmiddelen, of welk soort organische oplosmiddelen dan ook, om het apparaat
te reinigen.
Accessoires – Gebruik voor
uw veiligheid en o
m beschadigingen aan dit product te voorkomen,
uitsluitend de door Olympus aanbevolen accessoires.
Water en vocht – Voor de voorz
orgsmaatregelen
bij het gebruik van weerbestendig uitgevoerde
producten raadpleegt u de desbetreffende paragrafen over de weerbestendigheid.
Plaats van opstelling – Bevestig het
product op een statief, standaard of beugel om beschadigingen
te voorkomen.
Elektrische voedingsbron – Sluit de camera uits
luitend aan op de in de technische gegevens
beschreven elektrische voedingsbron.
Vreemde voorwerpen –
S
teek om persoonlijk letsel te voorkomen, nooit een metalen voorwerp in de
camera.
Hitte – Gebruik of berg de came
ra nooit op in de buurt van een warmtebron zoals een radiator,
verwarmingsrooster, kachel of enig ander apparaat of toestel dat warmte ontwikkelt, met inbegrip
van stereo-versterkers.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Algemene voorzorgsmaatregelen
LET OP: OM HET GEVAAR VOOR EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE
VOORKOMEN, MAG DE BEHUIZING (OF ACHTERKANT) NIET
VERWIJDERD WORDEN. IN DE CAMERA BEVINDEN ZICH GEEN
ONDERDELEN WAARAAN U ONDERHOUD KUNT VERRICHTEN.
LAAT DAT OVER AAN ERKENDE SERVICETECHNICI VAN OLYMPUS.
Een driehoek met daarin een uitroepteken vestigt uw aandacht op
belangrijke aanwijzingen in de bij deze camera geleverde documentatie ten
aanzien van de bediening en het onderhoud ervan.
GEVAAR
Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool
verstrekte informatie, dan kan dat ernstig letsel of de dood tot gevolg
hebben.
WAAR-
SCHUWING
Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool
verstrekte informatie, dan kan dat letsel of de dood tot gevolg hebben.
LET OP
Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool
verstrekte informatie, dan kan dat licht persoonlijk letsel, schade aan
apparatuur, of het verlies van waardevolle gegevens tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING !
STEL DE CAMERA, OM GEVAAR VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOK
TE VOORKOMEN, NOOIT BLOOT AAN WATER, GEBRUIK DE CAMERA OOK NIET
IN OMGEVINGEN MET ZEER HOGE VOCHTIGHEID EN DEMONTEER HEM NIET.
LET OP
GEVAAR VOOR ELEKTRISCH
SCHOK - NIET OPENEN
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 158 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Informatie
13
159
NL
WAARSCHUWING
( Gebruik de camera niet in de buurt van brandbare of explosieve gassen.
( Gebruik de flitser en LED nooit bij personen (zuigelingen, kleine kinderen, enz.) die zich dichtbij
bevinden.
U moet zich minimaal op 1 m afstand van de gezichten van de te fotograferen personen bevinden. Het
te
dicht bij de ogen van de te fotograferen personen flitsen kan tijdelijk gezichtsverlies veroorzaken.
( Houd de camera uit de buurt van kleine kinderen en zuigelingen.
Gebruik en berg de camera altijd op buiten het bereik van kleine kinderen en zuigelingen omdat anders
de vol
gende gevaarlijke situaties kunnen ontstaan die ernstig letsel kunnen veroorzaken:
Verward raken in de riem van de camera, wat verstikking tot gevolg kan hebben.
Per ongeluk inslikken van de batterijen, kaartjes of andere kleine onderdelen.
Per ongeluk ontsteken van de flitser terwijl ze in de flitser kijken of vlak voor de ogen van andere kinderen.
Per ongeluk letsel oplopen door bewegende delen van de camera.
( Kijk met de camera niet recht in de zon of in het licht van sterke lichtbronnen.
( Gebruik en berg de camera niet op i
n stoffige of vochtige ruimten.
( Dek de flitser, op het moment dat die ontsteekt, niet af met uw hand.
LET OP
( Bespeurt u in de buurt van de camera ongewone geuren, vreemde geluiden of rook, gebruik
de camera dan onmiddellijk niet meer.
Haal de batterijen nooit met blote handen uit de camera omdat u zich dan kunt branden.
( Gebruik de camera niet met natte handen.
( Laat de camera nooit achter op plaatsen waar deze aan extreem hoge temperaturen kan worden
blo
otgesteld.
Doet u dat toch, dan kan daardoor de kwaliteit van bepaalde onderdelen achteruit gaan en in sommige
geval
len zelfs brand worden veroorzaakt. Gebruik het laadapparaat niet als dit is bedekt (bijvoorbeeld
een deken). Hierdoor kan oververhitting en uiteindelijk zelfs brand ontstaan.
( Behandel de camera met zorg om te voorkomen dat u verbrandingen oploopt.
Omdat de camera metalen onderdelen bevat, kan oververhitting ontstaan en kunt u zich branden.
Let d
aarom op het volgende:
Gebruikt u de camera lang achtereen, dan kan hij heet worden. Hanteert u de camera in deze
toestand, dan kan dat een verbranding veroorzaken.
Op plaatsen waar extreem lage temperaturen kunnen optreden, kan de temperatuur van het
camerahuis lager worden dan de omgevingstemperatuur. Draag waar mogelijk handschoenen
als u de camera bij lage temperaturen hanteert.
( Wees voorzichtig met de camerariem.
Let op de camerariem terwijl u de camera met u meedraagt. De riem kan achter een vreemd voorwerp
blijven haken en zo ernstige schade veroorzaken.
GEVAAR
De camera gebruikt een door Olympus voorgeschreven lithium-ionbatterij. Laad de batterij op met het
voorgeschreven laadapparaat. Gebruik geen andere laadapparaten.
Probeer nooit batterijen te verhitten en gooi ze ook niet in het vuur.
Tref voorzorgsmaatregelen bij het vervoeren of opbergen van batterijen om te voorkomen dat ze in
aanraking komen met metalen objecten, zoals sieraden, pennen, paperclips, enzovoort.
Berg batterijen nooit op op plaatsen waar ze blootgesteld kunnen worden aan direct zonlicht of aan hoge
temperaturen, zoals in een afgesloten auto in de zon, in de buurt van warmtebronnen, enzovoort.
Volg altijd alle aanwijzingen met betrekking tot het gebruik van batterijen zorgvuldig op, om te voorkomen
dat de batterijen gaan lekken of de contacten ervan beschadigd raken. Probeer nooit batterijen uit elkaar
te halen of op een of andere manier aan te passen, bijvoorbeeld door er aan te solderen, enzovoort.
Is batterijvloeistof in uw ogen terecht gekomen, spoel uw ogen dan onmiddellijk overvloedig met schoon,
stromend water en raadpleeg onmiddellijk een arts.
Berg batterijen altijd op buiten het bereik van kleine kinderen. Als een kind per ongeluk een batterij heeft
doorgeslikt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
WAARSCHUWING
Houd batterijen altijd droog.
Gebruik om te voorkomen dat batterijen gaan lekken, oververhit raken, brand veroorzaken of exploderen,
uitsluitend het voor dit product aanbevolen type batterijen.
Plaats de batterijen voorzichtig, zoals beschreven in de gebruiksaanwijzing, in de camera.
Voorzorgsmaatregelen bij de omgang met het product
Voorzorgsmaatregelen bij de omgang met batterijen
Volg onderstaande belangrijke richtlijnen op om te voorkomen dat batterijen gaan lekken,
oververhit raken, ontbranden, exploderen of elektrische schokken of verbrandingen veroorzaken.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 159 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Informatie
13
160
NL
Indien de oplaadbare batterijen niet binnen de vastgestelde tijd opgeladen zijn, laad de batterijen dan niet
verder op en gebruik ze niet meer.
Gebruik geen batterij die gebarsten of gebroken is.
Is een batterij gaan lekken, verkleurd of vervormd, of gedraagt de batterij zich op een of andere manier
afwijkend, gebruik de camera dan niet meer.
Als er batterijvloeistof op uw kleding terecht is gekomen, trek het kledingstuk dan uit en spoel het
onmiddellijk met schoon, stromend, koud water. Raadpleeg onmiddellijk een arts wanneer de vloeistof met
uw huid in aanraking is gekomen.
Stel batterijen nooit bloot aan zware schokken of ononderbroken trillingen.
LET OP
Controleer de batterij voor het opladen altijd op lekkage, verkleuringen, vervormingen of andere afwijkingen.
Tijdens langdurig gebruik kunnen de batterijen heet worden. Verwijder de batterij nooit onmiddellijk na
gebruik van de camera om kleine brandwonden te voorkomen.
Denkt u de camera langere tijd achtereen niet te gebruiken, haal de batterijen er dan uit.
Deze camera gebruikt een door Olympus voorgeschreven lithium-ionbatterij. Gebruik geen ander type
batterij. Lees de handleiding voor de batterij zorgvuldig door voor een veilig en juist gebruik.
Er kan een storing in het contact optreden als de polen van de batterij nat of vettig zijn. Droog de batterij
voor gebruik goed met een droge doek.
Laad de batterij altijd op als deze voor het eerst wordt gebruikt of als deze langere tijd niet gebruikt is.
Probeer de camera en de reservebatterij zo warm mogelijk te houden, indien de camera wordt gebruikt
met batterijvoeding bij een lage temperatuur. Het is mogelijk dat een batterij die is leeggeraakt bij lage
temperaturen, weer herstelt als deze de kamertemperatuur aanneemt.
Het aantal foto's dat u kunt maken, is afhankelijk van de lichtomstandigheden of van de batterij.
Schaf voordat u een lange reis maakt voldoende reservebatterijen aan, zeker als u naar het buitenland gaat.
Het is mogelijk dat het aanbevolen type batterij in het buitenland niet verkrijgbaar is.
Zorg ervoor dat de batterijen gerecycled worden om de natuurlijke hulpbronnen te ontzien. Zorg er bij
de afvoer van lege batterijen voor, dat de polen zijn afgedekt en neem altijd de plaatselijke voorschriften
en regelgeving in acht.
Laat de camera, ter bescherming van de hoge-precisietechnologie die er aan ten grondslag ligt, nooit achter
op de hieronder genoemde plaatsen, niet tijdens gebruik en niet tijdens opslag:
Plaatsen met hoge temperaturen en/of relatieve vochtigheid of plaatsen waar extreme fluctuaties
in de temperatuur optreden. Direct zonlicht, aan het strand, in een afgesloten auto, of in de buurt
van warmtebronnen (kachels, radiatoren, enzovoort) of luchtbevochtigers.
In zanderige of stoffige omgevingen.
In de buurt van brandbare stoffen of explosieven.
In natte ruimten, zoals in de badkamer of in de regen. Lees, ook als u een weerbestendig product
gebruikt, de handleiding aandachtig door.
In ruimten waar sterke trillingen kunnen optreden.
Laat de camera niet vallen en stel hem niet bloot aan zware schokken of trillingen.
Als de camera op een statief bevestigd is, stelt u de positie van de camera met de statiefkop in. Verdraai
de camera niet.
Laat de camera niet achter met de lens op de zon gericht. Daardoor kan de lens of het sluitergordijn
be
schadigd raken en kunnen kleurvervalsing of nevenbeelden op het beeldopneemelement optreden
en kan zelfs brand ontstaan.
Laat de elektrische contacten van de camera en verwisselbare lenzen ongemoeid. Denk eraan het kapje
erop
te doen als u de lens verwijdert.
Haal de batterijen uit de camera als u denkt de camera langere tijd achtereen niet te gebruiken. Kies een
koele, droge plaats om de camera op te bergen om condensvorming of schimmelvorming in de camera te
voorkomen. Is de camera langere tijd opgeborgen geweest, dan schakelt u deze in en controleert u de juiste
werking door de ontspanknop in te drukken.
Houd u altijd aan de beperkingen die gesteld zijn aan de omgevingscondities zoals die zijn beschreven
in de handleiding van de camera.
Oefen geen overmatige kracht uit op de monitor. Hierdoor kan het beeld vaag worden, waardoor een storing
in de
weergave of beschadigingen aan de monitor veroorzaakt kunnen worden.
Langs onder- en bovenrand van het monitorbeeld kan een heldere band verschijnen, maar dat wijst niet
op een defect.
Kijkt u met de camera schuin naar een object, dan kunnen de contouren van het beeld er op de monitor
gera
feld uitzien, maar dat wijst niet op een defect. Met de camera in de stand Weergeven is dit verschijnsel
minder opvallend.
Op plaatsen waar lage temperaturen kunnen optreden kan het enkele momenten duren voordat de LCD-
monitor oplicht of kunnen tijdelijke kleurverschuivingen optreden. Gebruikt u de camera op extreem koude
plaatsen, dan is het goed om de camera tussen de opnamen op een warme plaats op te bergen. Een LCD-
monitor die slecht presteert als gevolg van lage temperaturen herstelt zich weer zodra de temperatuur weer
normale waarden aanneemt.
Het LCD dat voor de monitor wordt gebruikt, is met hoge-precisietechnologie gemaakt. Er kunnen echter
zw
arte of lichte punten op de LCD-monitor verschijnen. Als gevolg van de karakteristieke eigenschappen
van de monitor of van de hoek waaronder u het beeld op de monitor bekijkt, zijn deze punten niet gelijk in
kleur en helderheid. Dit wijst echter niet op een defect.
Let op de werkomgeving
LCD-monitor
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 160 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Informatie
13
161
NL
Niet onderdompelen in water of nat laten worden.
Niet laten vallen of geweld op de lens uitoefenen.
Houd het beweegbare deel van de lens niet vast.
Raak het lensoppervlak niet direct aan.
Raak de contactpunten niet direct aan.
Niet blootstellen aan abrupte temperatuurwijzigingen.
Het temperatuurbereik voor bediening is -10 – 40° C. Gebruik de camera altijd binnen dit temperatuurbereik.
Olympus geeft geen enkele garantie of waarborg ten aanzien van mogelijke kosten of van winstverwachtingen
door rechtmatig gebruik van dit apparaat, of van aanspraken van derden, die voortvloeien uit ondeskundig
gebruik van dit apparaat.
Olympus geeft geen enkele garantie of waarborg ten aanzien van mogelijke kosten of van winstverwachtingen
door rechtmatig gebruik van dit apparaat die voortvloeien uit het verloren gaan van beeldgegevens.
Olympus geeft geen enkele garantie of waarborg, noch uitdrukkelijk noch stilzwijgend aanvaard, ten
aanzien van of met betrekking tot de inhoud van dit geschreven materiaal of van de software en kan
in geen enkel opzicht aansprakelijk worden gesteld voor enige stilzwijgende waarborg met betrekking
tot de verkoopbaarheid of de geschiktheid voor enige specifiek doel of voor enige directe, indirecte,
zwaarwegende, bijkomstige of andere schade (met inbegrip van en niet beperkt tot schade door derving
van inkomsten of verlies van zakelijke winsten, onderbreking van zakelijke activiteiten en verlies van
zakelijke informatie) die voortvloeien uit het gebruik van of niet kunnen gebruiken van het geschreven
materiaal of van de software of van de apparatuur. Sommige landen accepteren een dergelijke uitsluiting
of beperking op de aansprakelijkheid voor directe of indirecte schade of van de stilzwijgende waarborg niet,
zodat de hierboven opgesomde beperkingen mogelijk op uw situatie niet van toepassing zijn.
Olympus behoudt zich alle rechten van deze handleiding voor.
Fotograferen of gebruik van materiaal waarop het auteursrecht van toepassing is kan schending van
het auteursrecht betekenen. Olympus aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor ongeautoriseerd
fotograferen, voor het gebruik van de apparatuur of voor handelingen die in strijd zijn met de rechten
van belanghebbenden.
Alle rechten voorbehouden. Niets van dit geschreven materiaal of van deze software mag zonder vooraf
verkregen
schriftelijke toestemming van Olympus op geen enkele wijze of langs welke elektronische
of mechanische weg dan ook, met inbegrip van fotokopiëren, het langs elektronische weg vastleggen
en het gebruik van informatieopslag en informatiezoeksystemen, worden gebruikt of gereproduceerd.
Olympus aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor de in deze handleiding of in de software
besloten informatie, of voor schade die kan voortvloeien uit het gebruik van de in deze handleiding
of in de software besloten informatie. Olympus behoudt zich het recht voor de uitvoering en de inhoud
van
deze handleiding te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving of enige verplichting.
Storing in radio- en televisieontvangst
Wijzigingen of aanpassingen waarvoor de fabrikant niet uitdrukkelijk toestemming heeft verleend, kunnen het
recht van de gebruiker om dit apparaat te gebruiken ongeldig maken. Dit apparaat werd getest en is gebleken
te voldoen aan de eisen voor digitale apparatuur Class B volgens Part 15 van de FCC Rules. Deze eisen
werden opgesteld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke storingen in huisinstallaties.
Dit apparaat genereert en werkt met hoogfrequentenergie, kan die ook uitstralen en kan, indien niet
geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met de aanwijzingen, hinderlijke storingen in radioapparatuur
veroorzaken.
Er wordt echter geen enkele garantie gegeven dat in een bepaalde installatie geen storingen zouden
kunnen
optreden. Als dit apparaat radio- en televisieontvangst hinderlijk stoort, wat kan worden bepaald
door het apparaat uit en weer in te schakelen, wordt de gebruiker geadviseerd te trachten de storing op
te heffen door een of meer van de volgende maatregelen te treffen:
- Richt de ontvangstantenne anders of verplaats deze.
- Vergroot de afstand tussen apparaat en ontvanger.
-
Sluit het apparaat aan op een stopcontact van een andere groep dan die waarop de ontvanger is aangesloten.
- Raadpleeg voor hulp de dealer of een ervaren radio / televisie-technicus. Voor het aansluiten van de
camera op een personal computer (PC) mag uitsluitend het door OLYMPUS bij de camera geleverde
USB-kabeltje worden gebruikt.
U dient zich er wel van bewust te zijn dat eventuele onoordeelkundig aangebrachte wijzigingen
of modificaties van het apparaat, het recht van de gebruiker om dit apparaat te gebruiken
ongeldig maken.
Lens
Wettelijke en andere bepalingen
Beperkte aansprakelijkheid
Waarschuwing
Betreffende het copyright
FCC-voorschriften
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 161 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Informatie
13
162
NL
We adviseren u om uitsluitend de originele toepassingsgerichte oplaadbare batterijen en batterijlader van
Olympus bij deze camera te gebruiken.
Het gebruik van niet originele oplaadbare batterijen en/of batterijlader kan brand of persoonlijk letsel
veroorzaken als gevolg van lekken, verhitting, ontbranding of beschadiging van de batterij. Olympus stelt
zich niet aansprakelijk voor ongelukken of beschadigingen die voortkomen uit het gebruik van batterijen
en/of batterijlader die geen originele Olympus-accessoire zijn.
Gebruik uitsluitend toepassingsgerichte oplaadbare batterijen
en batterijlader
Voor klanten in Noord- en Zuid-Amerika
Voor klanten in Europa
Het waarmerk “CE“ garandeert dat dit product voldoet aan de richtlijnen van de EU
(Europese Unie) wat betreft veiligheid, gezondheid, milieu-aspecten en bescherming van
de gebruiker. Apparaten met het waarmerk “CE“ zijn bedoeld voor de Europese markt.
Dit symbool [doorgekruiste verrijdbare afvalbak volgens WEEE Annex IV] geeft
de gescheiden inzameling van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
in de landen van de EU aan.
Gooi het apparaat a.u.b. niet bij het gewone huisvuil.
Maak a.u.b. gebruik van het inzamelsysteem dat in uw land beschikbaar is voor de afvoer
van dit product.
Dit symbool [doorgekruiste verrijdbare afvalbak volgens richtlijn 2006/66/EG Bijlage II] geeft
de gescheiden inzameling van afgedankte batterijen in de landen van de EU aan.
Gooi de batterijen a.u.b. niet bij het gewone huisvuil.
Maak a.u.b. gebruik van het inzamelsysteem dat in uw land beschikbaar is voor de afvoer
van lege batterijen.
Voor klanten in de VS
Verklaring van conformiteit
Modelnummer :E-5
Handelsnaam :OLYMPUS
Verantwoordelijke partij :
Adres :3500 Corporate Parkway, P.O. Box 610, Center Valley,
PA 18034-0610, USA
Telefoonnummer : 484-896-5000
Getest op naleving van FCC-normen
VOOR GEBRUIK THUIS OF OP KANTOOR
Dit apparaat voldoet aan Part 15 van de FCC rules. Bediening is afhankelijk van de volgende twee
voorwaarden:
(1) Dit apparaat mag geen hinderlijke storingen veroorzaken.
(2) Dit apparaat moet elke ontvangen storing accepteren, inclusief storing die onbedoelde bediening kan
veroorzaken.
Voor klanten in CANADA
Dit digitale apparaat Class B voldoet aan Canadian ICES-003.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 162 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Informatie
13
163
NL
Waarborgbepalingen
1. Indien dit product gebreken vertoont, hoewel het op de juiste wijze gebruikt wordt (in overeenstemming
met de meegeleverde documentatie Voorzichtig gebruik en gebruiksaanwijzingen), tijdens de geldende
nationale garantieperiode en als het werd aangeschaft bij een geautoriseerde Olympus-dealer binnen het
zakengebied van Olympus Europa Holding GmbH zoals bepaald op de website: http://www.olympus.com,
wordt dit product gerepareerd of, naar Olympus' keuze, kosteloos vervangen. Voor aanspraak op deze
garantie dient de klant, voor het einde van de geldende nationale garantieperiode, het product binnen te
brengen bij de dealer waar het product aangeschaft is of iedere andere servicedienst van Olympus binnen
het zakengebied van Olympus Europa Holding GmbH zoals bepaald op de website:
http://www.olympus.com. Tijdens de wereldwijde garantiep
eriode van één jaar kan de klant het product
terugbrengen naar iedere servicedienst van Olympus. Let erop dat niet in alle landen een dergelijke
servicedienst van Olympus gevestigd is.
2. De klant dient het product op eigen risico naar de dealer of de geautoriseerde servicedienst van Olympus
te brengen en hij draagt zelf de kosten die ontstaan bij het transport van het product.
Garantiebepalingen
1. “OLYMPUS IMAGING CORP., Shinjuku Monolith, 2-3-1 Nishi-Shinjuku, Shinjuku-ku, Tokyo 163-0914,
Japan verleent een wereldwijde garantie van 1 jaar. Deze wereldwijde garantie moet worden aangeboden
bij een geautoriseerde servicedienst van Olympus voor een herstelling onder deze garantievoorwaarden
kan worden uitgevoerd. Deze garantie is enkel geldig als het Garantiecertificaat en het aankoopbewijs
worden aangeboden aan de servicedienst van Olympus. Merk op dat deze garantie een aanvulling vormt
op en geen invloed heeft op de hierboven vermelde wettelijke rechten van de klant.“
2. Deze garantie geldt niet in onderstaande gevallen. De klant is zelf verantwoordelijk voor de
reparatiekosten, zelfs indien deze gebreken optreden tijdens de hierboven vermelde garantieperiode.
(a) Elk gebrek dat optreedt wegens onoordeelkundig gebruik (zoals handelingen die niet worden
geno
emd in Voorzichtig gebruik of andere delen van de gebruiksaanwijzing, etc.)
(b) Elk gebrek dat optreedt wegens een reparatie, wijziging, reiniging, etc. die niet is uitgevoerd door
Olympus of een geautoriseerde servicedienst van Olympus.
(c) Gebreken of beschadigingen die ontstaan bij het transporteren, door vallen, stoten, etc. na aankoop
va
n het product.
(d) Gebreken of beschadigingen die ontstaan door een brand, aardbeving, overstroming, blikseminslag,
andere natuurrampen, milieuvervuiling en onregelmatige spanningsbronnen.
(e) Elk gebrek dat optreedt wegens onzorgvuldige of ongeschikte opslag (zoals opbergen op een plaats
die
is blootgesteld aan hoge temperaturen en relatieve vochtigheid, nabij insectenwerende middelen
zoals naftaleen of schadelijke stoffen, etc.), ondeskundig onderhoud, etc.
(f) Elk gebrek dat optreedt wegens lege batterijen, etc.
(g) Elk gebrek dat ontstaat doordat zand, modder, etc. in de behuizing van het product is gekomen.
(h) Indien de garantieverklaring niet wordt meegeleverd met het product.
(i) Indien de garantieverklaring op een of andere wijze gewijzigd wordt met betrekking tot het jaar,
de maand en de datum van aankoop, de naam van de klant, de naam van de dealer, en het
serie
nummer.
(j) Indien geen bewijs van aankoop bij deze garantieverklaring gevoegd wordt.
3. Deze garantie is uitsluitend op het product van toepassing; de garantie is niet van toepassing op ieder
an
der toebehoren, zoals de behuizing, de camerariem, het lenskapje en de batterijen.
4. Olympus' enige verplichting onder deze garantie is beperkt tot het repareren of vervangen van het product.
Iede
re verplichting onder de garantie voor verlies of beschadiging, indirect of voortvloeiend, op enigerlei
wijze opgelopen door de klant vanwege een gebrek in het product, en met name alle soorten verlies of
schade veroorzaakt in lenzen, fotorolletjes, andere uitrusting of toebehoren dat bij het product hoort of
ieder soort verlies dat het resultaat is van een vertraagde reparatie of gegevensverlies, is uitgesloten.
Deze bepalingen hebben geen invloed op de wettelijke dwingende regelgeving.
Opmerkingen met betrekking tot het onderhoud onder garantie
1. Deze garantie geldt uitsluitend, indien de garantieverklaring naar behoren is ingevuld door Olympus of een
geautoriseerde dealer of indien andere documenten voldoende bewijskrachtig zijn. Controleer daarom of
uw naam, de naam van de dealer, het serienummer en het jaar, de maand en datum van aankoop volledig
zijn ingevuld, of dat de originele factuur of de bon (met vermelding van de naam van de dealer, de datum
van aankoop en het producttype) aan deze garantieverklaring is toegevoegd. Olympus behoudt zich het
recht voor om kostenloze dienstverlening te weigeren, indien noch de garantieverklaring volledig is
ingevuld, noch het bovengenoemde document toegevoegd is of indien de informatie die daar in staat
onvolledig of niet leesbaar is.
2. Aangezien deze garantieverklaring niet nogmaals verstrekt wordt, dient deze op een veilige plek bewaard
te w
orden.
Raadpleeg de lijst op de website: http://www.olympus.com voor het geautoriseerde, internationale
servicenetwerk van Olympus.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 163 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Informatie
13
164
NL
IBM is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation.
Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Macintosh is een handelsmerk van Apple Inc.
Het SDXC-logo en het SDHC-logo zijn handelsmerken.
De functie “Schaduwaanpassingstechniek“ bevat gepatenteerde technologieën van Apical Limited.
Four Thirds en het Four Thirds-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van OLYMPUS
IMAGING Corporation in Japan, de Verenigde Staten, de lidstaten van de Europese Unie, en andere
landen.
Alle andere genoemde bedrijfs- en productnamen zijn gedeponeerde handelsmerken en/of handelsmerken
van de betreffende rechthebbenden.
De in deze handleiding genoemde normen voor camera be
standssystemen zijn de door de Japan
Electronics and Information Technology Industries Association (JEITA) opgestelde “Design Rule
for Camera File System/DCF“-normen.
Handelsmerken
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 164 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
165
NL
Symbolen
A ........................................................ 107
w+F ......................................................... 112
8 (Piepgeluid) ................................... 109, 150
W (taalkeuze) .......................................... 99
K CONTROL SETTINGS .........................109
c Custom-menu ................................. 102, 148
W Fotografeermenu 1 .................................146
X Fotografeermenu 2 .................................147
n FUNCTION .......................................... 107
O fps ....................................................... 108
K SET ...................................................... 114
T WARNING LEVEL ................................. 120
q Weergavemenu ..................................... 147
P HOME .................................................. 106
P SET UP ................................................102
P SET HOME .......................................... 103
# RC-flitsstand ............................................. 80
# SLOW LIMIT ........................................... 112
# X-SYNC. ................................................. 112
G/INFO SETTINGS .................................. 109
d Setup-menu ....................................... 99, 152
R AF/MF ..................................................... 102
S BUTTON/DIAL ........................................ 104
T RELEASE/j ........................................ 108
U DISP/8/PC ........................................... 108
V EXP/e/ISO .......................................... 111
W # CUSTOM ...........................................112
X K/ASPECT/COLOR/WB ...................... 113
Y RECORD/ERASE ................................... 115
Z MOVIE .................................................... 117
R K UTILITY ............................................ 117
Y/X (Underwater wide/
Underwater macro) ..........................107
4 h TIMER ................................................... 111
A
AA BATTERY TYPE ...................................119
Aantal pixels .......................................... 64, 114
Adobe RGB ................................................. 114
AE BKT ......................................................... 49
AE bracketing (belichting variëren) ............... 49
AEL / AFL .................................................... 105
AEL / AFL MEMO ........................................ 106
AEL-Meting ................................................. 111
AE-lock .......................................................... 48
AF AREA ....................................................... 57
AF AREA POINTER .................................... 103
AF AREA SELECT ...................................... 107
AF FOCUS ADJ. ......................................... 118
AF ILLUMINAT. (AF-lichtbron) .................... 103
AF MODE ...................................................... 53
AF SENSITIVITY ......................................... 103
AF-kader P ................................................ 56
Af-kaderstand ................................................58
Afstandsbediening < ......................................60
ALL > .....................................................113
ALL ERASE ...................................................98
Alle AF-kaders B ........................................56
ANTI-SHOCK z .............................59, 62, 112
ASPECT ........................................................93
ASPECT SHOOTING ..................................115
Autoflitsen ......................................................73
Autofocus .....................................................131
B
B (Basis) ........................................................64
B&W FILTER .................................................71
BACKLIT LCD .............................................109
Batterij ...................................................10, 137
Bedieningspaneel ............................................5
Beeldeffecten .................................................70
Beelden beveiligen 0 .................................97
Beelden roteren y ........................................91
Beeldkwaliteit K ............................64, 84, 144
Belichtingscorrectie F ..................................47
BGM ..............................................................90
BLACK & WHITE ...........................................93
BULB FOCUSING .......................................102
BULB TIMER ...............................................112
BUTTON FUNCTION ..................................106
BUTTON TIMER ..........................................107
C
C-AF (continu scherpstellen) .........................54
C-AF LOCK .................................................103
C-AF+MF .......................................................55
Camerariem .....................................................9
CARD SETUP (kaartinstelling) ..............98, 136
r/% ........................................................116
CLEANING MODE ......................................135
COLOR SPACE ...........................................114
Compact Flash ......................................12, 136
Compressiefactor ..........................................64
Continu scherpstellen (C-AF) ........................54
CONTRAST ...................................................71
CONTROL ...................................................110
COPY ALL .....................................................96
COPYRIGHT SETTINGS ............................117
CROSS PROCESS J .................................71
Custom-witbalans CWB .................................66
D
Datum-/tijdinstelling X ................................14
Diafragmavoorkeuze A .................................42
Diafragmawaarde ..............................15, 41, 42
DIAL DIRECTION ........................................104
DIAL FUNCTION .........................................104
Diashow m ..................................................90
Index
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 165 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
166
NL
Digitale ESP-meting G .................................46
DIORAMA I ................................................71
Direct printen ...............................................123
dpi SETTING ...............................................116
DPOF ...........................................................121
Draadloos Olympus RC-flitssysteem .............80
DRAMATIC TONE L ...................................71
Dynamisch enkelvoudig AF-kader N ..........56
E
EDIT FILENAME ..........................................116
Eén keer scherpstellen (S-AF) .......................53
Enkelbeeldbeveiliging ....................................97
Enkelbeeldkopie ............................................96
Enkelbeeldopnamen o ................................59
Enkelbeeldweergave .....................................86
Enkelvoudig AF-kader M ............................56
e-PORTRAIT .................................................93
EV STEP ......................................................111
EXPOSURE SHIFT .....................................117
EXT. WB DETECT .......................................117
F
F (Fijn) ...........................................................64
FACE DETECT g ................................38, 109
FILE NAME ..................................................116
FIRMWARE .................................................100
FL BKT ...........................................................77
Flitsen met onderdrukken
van rode ogen ! .............................73
Flitser uit $ ...................................................74
Flitser-bracketing ...........................................77
Flitserfunctie # ..............................................73
Fn FACE DETECT .................................38, 106
FOCUS RING ..............................................103
Formaat wijzigen Q .....................................93
FORMAT ......................................................136
Four Thirds-lenzen ...............................138, 156
G
Geluid toevoegen aan stilstaande
beelden R ...........................................94
GENTLE SEPIAK ........................................71
Gezoomd weergeven U ...............................86
GRAINY FILM G ..........................................71
H
Handmatig flitsen (Manual) ............................75
Handmatig fotograferen M (Manual) .............44
Handmatig scherpstellen (MF) .................38, 54
HD ..................................................................84
HDMI ......................................................92, 108
HDMI CONTROL ...................................93, 108
HDMI OUT ...................................................108
Helderheid van monitor aanpassen s ........99
HIGH KEY H ................................................71
Histogram ................................................39, 89
HISTOGRAM SETTINGS ............................109
Home-positie p ........................................... 58
I
i- ENHANCEh .............................................. 71
ib ................................................................. 127
IMAGE ASPECT ........................................... 65
IMAGE OVERLAY ......................................... 52
Indexweergave G ........................................ 88
Informatiedisplay ..................................... 39, 89
Instelling dioptrie ........................................... 13
Invulflitsen # ................................................. 74
IS MODE (I.S.) ............................................ 107
ISO ................................................................ 50
ISO BKT ........................................................ 51
ISO STEP .................................................... 111
ISO-AUTO ................................................... 112
ISO-AUTO SET ........................................... 111
ISO-bracketing .............................................. 51
J
JPEG EDIT .................................................... 93
K
Kaartjes ................................................. 12, 136
Kalenderweergave ........................................ 88
Klein enkelvoudig AF-kader o ......... 56, 103
Kleurtemperatuur ........................................ 143
L
Y (Large - groot) ...........................................64
Lens ...................................................... 11, 138
LEVEL ADJUST .......................................... 120
LEVEL GAUGE ................................... 107, 110
Lichtbakweergave ......................................... 87
Lichtmeting met nadruk
op het centrumH .............................. 47
LIGHT TONE F ........................................... 71
Lithium-ionbatterij .................................. 10, 137
Lithium-ionlaadapparaat ........................ 10, 137
Live control .................................................... 37
LIVE PREVIEW ..................................... 46, 106
Live view (live bekijken) ................................35
LIVE VIEW BOOST ..................................... 109
LOW KEY I ................................................. 71
M
X (middel) .....................................................64
MAGNIFY .................................................... 107
MEERVOUDIGE BELICHTING a ..............51
METERING (meten) ...................................... 46
MF ............................................................... 106
MF (handmatig scherpstellen) ....................... 54
MF ASSIST ................................................. 103
MONOTONE ................................................. 71
MOVIE R ............................................... 84, 117
MOVIE PLAY ................................................85
MTP ..................................................... 110, 129
Multi-weergave .............................................. 40
MUTED ......................................................... 71
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 166 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
167
NL
MUTED Z .................................................... 71
MYSET ........................................................ 100
MYSET-opname .......................................... 106
N
N (Normaal) ................................................... 64
NATURAL j ................................................ 71
NOISE FILTER ...................................... 72, 113
NOISE REDUCT. .................................. 72, 113
NTSC .......................................................... 108
O
OLYMPUS Viewer 2 .................................... 127
P
PAL ............................................................. 108
PALE&LIGHT COLOR E ............................ 71
PD AFL ........................................................ 103
PICT. TONE .................................................. 71
PictBridge .................................................... 123
PICTURE MODE ........................................... 70
PICTURE MODE SETTINGS ...................... 111
PIN HOLE H ................................................71
PIXEL MAPPING ........................................135
POP ART C ................................................. 71
PORTRAIT c ............................................... 71
PREVIEW .............................................. 46, 106
PRINT ......................................................... 110
Printen volgens de specificatie
van de klant ...................................... 125
Printreservering ........................................... 121
PRIORITY SET ........................................... 116
Programma-aanpassing % .......................... 41
Programmagestuurd fotograferen P ............. 41
Q
QUICK ERASE ............................................ 115
R
RAW .............................................................. 64
RAW DATA EDIT .......................................... 93
RAW K ..................................................... 106
RAW+JPEG ERASE ...................................115
REC VIEW .................................................... 99
REDEYE FIX ................................................. 93
Regelen van de flitssterkte w ...................... 76
Repeterende opnamen H l ..................... 59
Repeterende opnamen L O ...................... 59
RESET ........................................................ 101
RESET LENS .............................................. 102
RESET PROTECT ........................................ 97
RESET/MYSET ........................................... 100
RLS PRIORITY C ........................................ 108
RLS PRIORITY S ........................................ 108
S
W (Small - klein) ............................................64
S-AF (één keer scherpstellen) ......................53
S-AF+MF ....................................................... 55
SATURATION .........................................71, 93
SD ..................................................................84
SD/SDHC/SDXC-kaartje .......................12, 136
SEPIA ............................................................93
SF (SuperFijn) ...............................................64
SHADING COMP. .......................................114
SHADOW ADJ ...............................................93
SHARPNESS ................................................71
SLEEP .........................................................108
SLIDE ............................................................90
Sluitertijd ............................................15, 41, 43
Sluitertijdvoorkeuze S ...................................43
SOFT FOCUS D ..........................................71
Spotmeting – bij veel lichte partijen IJ ....47
Spotmeting – bij veel
schaduwpartijen IK .......................47
Spotmeting I ..............................................47
sRGB ...........................................................114
Stofreductie ...........................................13, 134
STORAGE ...................................................110
Super FP-flitser ..............................................79
Superbedieningspaneel .............................6, 21
Systeemschema ..........................................156
T
TEST PICTURE ...........................................106
Tijdopnamen ............................................45, 61
Trage synchronisatie #SLOW2/
2nd CURTAIN .....................................74
Trage synchronisatie#SLOW .......................73
U
UitsnijdenP ..........................................93, 126
USB MODE .................................................110
V
VIDEO OUT .................................................108
VIVID i ........................................................71
VOLUME .....................................................109
Vooraf ingestelde witbalans ...........................66
W
WB .................................................................67
WB BKT .........................................................69
Wissen van een enkel beeld D .....................98
Witbalans automatisch instellen ....................66
Witbalans met één knop V .................69, 106
Witbalans WB ...............................................66
Witbalans-bracketing .....................................69
Witbalanscorrectie .........................................68
Witbalanssensor ............................................67
Z
Zelfontspanner Y ..........................................60
Zoeker .................................................4, 13, 15
Zoekersluiter ..................................................60
Zoomkader-AF ...............................................40
Zoomweergave ..............................................40
ZUIKO DIGITAL verwisselbare lens ............138
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 167 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
168
NL
Memo
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 168 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
169
NL
Memo
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 169 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
170
NL
Memo
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 170 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
171
NL
Memo
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 171 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
151


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Olympus E-5 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Olympus E-5 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 13,81 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Olympus E-5

Olympus E-5 User Manual - English - 172 pages

Olympus E-5 User Manual - German - 171 pages

Olympus E-5 User Manual - French - 171 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info