26 NL
Beelden weergeven
Stilstaande beelden weergeven
q
1 Druk met de lenskap gesloten op de
knop q (Weergeven).
• Daarmee schakelt u de monitor in met daarin het
laatst gefotografeerde beeld (Enkelbeeldweergave).
2 Kies het gewenste beeld door op de
pijlknoppen van de pendelknop te drukken.
3 Om het weergeven van beelden uit te
schakelen, drukt u op de knop q.
• Daarmee schakelt u camera en monitor uit.
Filmbeelden weergeven q
1 Druk met de lenskap gesloten op de knop q (Weergeven).
• Daarmee schakelt u de monitor in.
2 Zet met de pendelknop het filmbeeld (gemarkeerd met het
functiepictogram
n
dat u wilt weergeven in de monitor.
3 Open het hoofdmenu door op de OK/MENU-knop te drukken.
4 Selecteer het functiemenu MOVIE PLAY (Filmbeelden weergeven)
door op Ñ te drukken.
5 Selecteer PLAYBACK (Weergeven) door op Ñ of ñ te drukken en
druk dan op de OK/MENU-knop .
• Nu worden de filmbeelden weergegeven.
• Aan het einde van de weergave verschijnt een menu met de volgende functies:
PLAYBACK (Weergeven): Geeft de hele reeks filmbeelden opnieuw weer.
FRAME BY FRAME : Geeft de reeks filmbeelden handbediend
(Beeld voor beeld) beeld voor beeld weer.
EXIT (Afsluiten): Stopt het weergeven van filmbeelden.
Selecteer de functie PLAYBACK, FRAME BY FRAME of EXIT door op Ññ te
drukken en druk dan op de OK/MENU-knop .
• Als u de functie FRAME BY FRAME selecteert
Ñ: Geeft het eerste beeld van de reeks filmbeelden weer.
ñ: Geeft het laatste beeld van de reeks filmbeelden weer.
í: Bij elke druk op de knop wordt het volgende beeld weergegeven.
Houdt u de knop ingedrukt, dan lopende beelden constant door.
É: Bij elke druk op de knop wordt het voorgaande beeld weergegeven. Houdt u de
knop ingedrukt, dan worden de filmbeelden constant achteruit weergegeven.
: Opent het functiemenu MOVIE PLAYBACK.
Close-up weergave (Ñ)
Indexbeeld (ñ)
Geeft het volgende beeld weer (í)
Geeft het voorgaande
beeld weer (É)