n
GEBRUIKSAANWIJZING
LCD−8210
Wetenschappelijke Rekenmachine
Toetsfuncties
3
Rnd Ran# DRG %
yón
yón-1
y
x
xón
xón-1
xy
78 9
654
12 3
0
De afdekking van de zakrekenmachine eraf
en erop schuiven
D Om de afdekking eraf te schuiven
pakt u de afdekking aan het bovenste ui-
teinde vast en schuift u de zakrekenma-
chine van onderen eruit.
D Om de afdekking erop te schuiven
pakt u de afdekking aan het bovenste ui-
teinde vast en schuift u de zakrekenma-
chine van onderen erin.
Schuif de rekenmachine altijd met het display
naar voren in de afdekking. Schuif de rekenma-
chine nooit met het toetsenbord naar voren in de
afdekking.
Voorzorgsmaatregelen
Lees vóór het gebruik van de rekenmachine in
elk geval de volgende voorzorgsmaatregelen.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing in de buurt van
de rekenmachine om hem ook later te kunnen
raadplegen.
ï Voorzichtig
Dit pictogram staat voor aanwijzingen die
beslist moeten worden opgevolgd om letsel
of materiële schade te voorkomen.
Batterijen
D Leg de batterijen na het uitnemen weg op
een veilige plaats waar ze onbereikbaar zijn
voor kleine kinderen en dientengevolge niet
per ongeluk kunnen worden ingeslikt.
D Bewaar batterijen buiten het bereik van
kinderen. Neem direct contact op met een
arts als de batterijen per ongeluk werden in-
geslikt.
D Laad batterijen nooit op, haal ze nooit uit
elkaar en sluit ze nooit kort. Stel de batterijen
nooit bloot aan een directe warmtebron en
gooi ze nooit in het vuur.D Door verkeerd ge-
bruik van batterijen kan zuur vrijkomen en
kunnen voorwerpen in de buurt van de batte-
rijen beschadigd raken. Ook bestaat gevaar
voor brand en letsel.
D Let er bij het plaatsen van de batterijen
in de rekenmachine altijd op dat de plus−
(+) en minpolen (–) naar de juiste kant
wijzen.
D Neem de batterijen eruit, als u de reken-
machine langere tijd niet wilt gebruiken.
D Gebruik alleen de in deze gebruiksaan-
wijzing genoemde typen batterijen.
De rekenmachine afdanken
D Gooi de rekenmachine nooit in het vuur.
Hierdoor kunnen bepaalde onderdelen plot-
seling breken, zodat gevaar voor brand en
letsel bestaat.
D De displays en tekeningen (zoals toet-
saanduidingen) in deze gebruiksaanwijzing
dienen slechts ter illustratie en kunnen iets
afwijken van de daadwerkelijke, beschreven
voorwerpen.
D Wijzigingen van de inhoud deze gebruik-
saanwijzing voorbehouden.
D ’OLYMPIA’ is in geen geval aansprakelijk
voor bijzondere schade, bijkomende schade,
schade die terloops ontstaat of gevolgschade
die in verband met of door de aankoop of het
gebruik van deze materialen ontstaat. Daar-
naast is ’OLYMPIA’ niet aansprakelijk voor
aanspraken van derden met betrekking tot
het gebruik van deze materialen.
Voorzorgsmaatregelen bij de omgang
D Voordat u de rekenmachine voor het eerst
gebruikt, drukt u op de Reset−knop aan de
achterkant van de rekenmachine.
D Lege batterijen kunnen lekken en zo de re-
kenmachine beschadigen of storingen vero-
orzaken. Laat lege batterijen nooit in de re-
kenmachine zitten.
D De batterij die bij het apparaat wordt gele-
verd, ontlaadt zich gedurende de verzen-
ding en opslag iets. Hierdoor moet de batte-
rij in bepaalde gevallen eerder dan
verwacht worden vervangen.
D Door een geringe batterijlading kan de in-
houd van het geheugen beschadigd raken
of volledig verloren gaan. Noteer alle belan-
grijke gegevens.
D Stel het apparaat nooit bloot aan extreme
temperaturen.
Zeer lage temperaturen kunnen leiden tot
trage reactie van het display, volledige uit-
val van het display en een verkorte levens-
duur van de batterij. Plaats de rekenma-
chine nooit in direct zonlicht, in de buurt van
een raam of van een verwarming en laat
het apparaat nooit op een andere plaats lig-
gen waar het blootstaat aan zeer hoge tem-
peraturen. Door warmte kan de behuizing
van de rekenmachine verkleuren of ver-
vormd raken en kunnen de stroomcircuits
beschadigd raken.
D Gebruik of bewaar de rekenmachine niet in
ruimten met een hoge luchtvochtigheid en
veel stof.
Let erop dat u de rekenmachine nooit op
plaatsen laat liggen waar hij kan worden
blootgesteld aan waterspatten of een te
hoge luchtvochtigheid en/of veel stof. Hier-
door kan het interne stroomcircuit bescha-
digd raken.
D Laat de rekenmachine nooit vallen en stel
hem niet bloot aan sterke schokken.
D Verdraai of buig de rekenmachine nooit.
Draag de rekenmachine nooit in een broek-
zak of in een ander strak zittend kledingstuk
waarin hij kan worden verdraaid of verbo-
gen.
D Probeer nooit om de rekenmachine uit el-
kaar te nemen.
D Druk nooit met een balpen of een ander
spits voorwerp op de toetsen van de reken-
machine.
D Reinig het apparaat van buiten met een
zachte, droge doek.
Als de rekenmachine zeer vuil is, reinigt u
hem met een doek die met een laag gecon-
centreerde oplossing van water en een mild
neutraal reinigingsmiddel bevochtigd is.
Wring de doek goed uit voordat u de reken-
machine afwist. Reinig de rekenmachine
nooit met verdunner, benzine of andere
oplosmiddelen. Hierdoor kan de opdruk ver-
wijderd worden en de behuizing beschadigd
raken.
Display van twee regels
U kunt nu tegelijkertijd de rekenformule en het re-
sultaat contro-leren. De eerste regel toont de re-
kenformule. De tweede regel toont het resultaat.
Voordat u gaat rekenen...
J Modi
Gebruik Modusaandui-
ding
Moduskente-
ken
Rekenmodi
Normale bere-
kening
COMP −−
Berekening
van standaard-
deviatie
SD SD
Regressiebere-
kening
REG REG
Base−n−bere-
kening (uitslui-
tend fx−85W)
BASE−N b (binair)
o (octaal)
d (decimaal)
H (hexadeci-
maal)
Modivoor
hoekeenhe-
den
Graden DEG
Radianten RAD
Gradiënten GRA
Displaymodi
Exponentieel-
weergave (heft
FIX− en SCI−in-
voer op)
NORM 1
NORM 2
−−
−−
Aantal inge-
voerde deci-
malen
FIX Fix
Aantal inge-
voerde signifi-
cante cijfers
SCI Sci
Tip!
D Moduskentekens worden in het onderste
deel van het display weergegeven, met uit-
zondering van Base−n−kentekens die in het
exponentgedeelte van het display worden
weergegeven.
D De modi COMP, SD en REG kunnen in
combinatie met modi voor hoekeenheden
worden gebruikt.
D Controleer altijd vóórdat u gaat rekenen,
welke berekeningsmodus (SD, REG,
COMP) en modus voor hoekeenheden
(DEG, RAD, GRA) op dat moment actief
zijn.
J Invoercapaciteit
D Het opslagbereik voor de rekeninvoer om-
vat 79 "stappen". Telkens wanneer u de 73e
stap van een berekening invoert, verandert
de cursor van een −−" in een J om u at-
tent te maken op de geringe resterende op-
slagcapaciteit. Wanneer u nog meer moet
invoeren, is het verstandig om uw bereke-
ningen in twee of meer delen op te splitsen.
J Correcties aanbrengen tijdens de invoer
D Verplaats de cursor met en naar de
gewenste plaats.
D Druk op om het getal of de functie op
de desbetreffende cursorpositie te wissen.
D Druk op om te wisselen naar een
cursor voor invoegen . Wanneer u iets
invoert terwijl de cursor voor invoegen zich
in het display bevindt, wordt doorgegaan
met invoer op de positie van de cursor voor
invoegen.
D Met , , of zet u de cursor
voor invoegen weer om naar de normale
cursor.
J Weergavefunctie
D Wanneer u op of drukt, wordt de
laatst uitgevoerde berekening weer opge-
roepen. U kunt dan de gewenste wijzigin-
gen aanbrengen en de berekening opnieuw
uitvoeren.
D Wanneer u op drukt, wordt de weerga-
veopslag niet gewist, waardoor u de laatste
berekening ook nog na gebruik van deze
toets kunt oproepen.
D De weergaveopslag wordt gewist wanneer
u met een nieuwe berekening begint, over-
schakelt naar een andere modus of de re-
kenmachine uitschakelt.
J Foutaanduiding
D Wanneer u na het optreden van een fout op
of drukt, bevindt de cursor zich bij
het weergeven van de berekening op die
plaats waar zich een fout heeft voorgedaan.
J Notaties voor exponentieelweergave
Deze rekenmachine kan maximaal 10 cijfers
weergeven. Grotere waarden worden automa-
tisch exponentieel weergegeven. Bij decimale
getallen kunt u kiezen uit twee indelingen, die
elke bepalen vanaf welk punt de exponentiële
weergave wordt gebruikt. Druk op
(of ) om te kiezen tussen NORM 1 en
NORM 2.
D NORM 1
Bij NORM 1 wordt de exponentiële weergave au-
tomatisch voor gehele getallen van meer dan 10
cijfers en voor decimale getallen met meer dan
twee decimalen gebruikt.
D NORM 2
Bij NORM 2 wordt de exponentiële weergave au-
tomatisch voor gehele getallen van meer dan 10
cijfers en voor decimale getallen met meer dan
negen decimalen gebruikt.
D Bij alle voorbeelden in deze handleiding
worden de rekenresultaten weergegeven in
de indeling NORM 1.
J Resultaatopslag
D Telkens wanneer u na de invoer van waar-
den of na het indrukken van een synbool op
drukt, wordt het berekende resultaat
automatisch in de resultaatopslag opgesla-
gen. U kunt de inhoud van de resultaatop-
slag weer oproepen door op te drukken.
D De resultaatopslag kan maximaal 12 cijfers
voor de mantisse en twee cijfers voor de
exponenten opslaan.
D De inhoud van de resultaatopslag wordt niet
gewijzigd wanneer de berekening met be-
hulp van een van de hierboven genoemde
toetsen resulteert in een fout.
Basisberekeningen
D Basisberekeningen worden uitgevoerd in de
modus COMP.
Voorbeeld 1.: 3x(5x10
−9
)
3 5 9
Voorbeeld 2.: 5x(9+7)
5 9 7
Opslagberekeningen
J Onafhankelijke opslag
D De waarden kunnen rechtstreeks in het ge-
heugen worden ingevoerd, maar kunnen ook
worden opgeteld bij de opslag of worden af-
getrokken van de opslag. De onafhankelijke
opslag is bijzonder geschikt voor de bereke-
ning van totaalbedragen.
D De onafhankelijke opslag gebruikt hetzelfde
opslagbereik als de variabele M.
D Voor het wissen van de onafhankelijke op-
slag drukt u op of .
Voorbeeld 1.: 23+9+(53−6)−(2x45), (Totaal) = −11
23 9
53 6
45 2
J Variabelen
D Voor de opslag van data, constanten, resul-
taten en andere waarden hebt u de be-
schikking over negen variablen (A tot en
met F, M, X en Y).
Voorbeeld 1.: 193.2 : 23 = 8,4
193.2 : 28= 6,9
193.2 23
28
Breukberekening
J Breukberekening
D De breukberekening wordt uitgevoerd in de
modus COMP.
12345
0.000000015
80.
32.
47.
90.
−11.
8.4
6.9
