8
Foutsituaties
Het foutalarm
Dit alarm geeft een fout van de medewerker aan (meestal het indrukken
van een verkeerde toets) of een fout tijdens het programmeren van het
kasregister. Het foutalarm kan ook aangeven dat de schakelaar in de
verkeerde stand staat voor de huidige bewerking. In het geval van een
fout klinkt een foutsignaal, verschijnt de letter E op het display en wordt
het toetsenblok vergrendeld.
OPMERKING: Indien u de schakelaar vanuit de R1- of R2-stand in een
andere stand zet voordat een transactie is voltooid, treedt
een foutsituatie op om u erop te wijzen dat u de transac-
tie moet afsluiten.
Een fout opheffen
Druk op de [C]-toets om een foutsituatie op te heffen. Het foutsignaal
stopt, de letter E verdwijnt van het display en het toetsenblok wordt
ontgrendeld. U kunt nu verdergaan met de transactie of het programma
opnieuw starten.
Als u een foutsituatie niet kunt opheffen, kunt u een algemene
opschoning uitvoeren. Het is echter wel zo dat met één van de twee
procedures voor algemene opschoning, zoals beschreven in de
paragraaf hieronder, alle tellers en totalen op nul worden gezet en
dat alle geprogrammeerde functies worden gewist.
OPMERKING: Met de [C]-toets kunt u tevens een onjuiste invoer
verwijderen van het display als u de invoer nog niet hebt
vastgelegd. Als een invoer is verwerkt, is het noodzakelijk
de [Void]-toets te gebruiken om een fout te corrigeren.
Algemene opschoning
Als het kasregister niet meer reageert, bijvoorbeeld tijdens het
programmeren, en u het foutsignaal niet kunt stoppen met de [C]-toets,
kunt u een algemene opschoning uitvoeren. Er zijn twee manieren om een
algemene opschoning uit te voeren, maar met de tweede methode
worden alle totalen en tellers op nul gezet en worden alle
geprogrammeerde functies gewist. Gebruik deze methode daarom
alleen als u de foutsituatie op geen enkele manier kunt oplossen.
Algemene opschoning uitvoeren zonder totalen en
programmering te wissen
1. Open de afdekkap van het printercompartiment en schuif de
schakelaar in de stand OFF.
2. Controleer of vier geladen AA batterijen in de batterijhouder
zijn geplaatst.
3. Haal de stekker van het kasregister uit het stopcontact.
4. Wacht tien seconden en steek de stekker weer in het stopcontact om
verder te gaan.
Als het probleem met het kasregister niet is opgelost, gaat u verder met
de tweede methode voor algemene opschoning.
Algemene opschoning uitvoeren met wissen van
alle totalen en programmering
OPMERKING: Zoals aangegeven, worden met deze procedure alle
totalen, tellers en geprogrammeerde functies gewist.
1. Open de afdekkap van het printercompartiment en schuif de
schakelaar in de stand OFF.
2. Laat de afdekkap van het printercompartiment open en verwijder de
geheugenbatterijen.
3. Haal de stekker van het kasregister uit het stopcontact.
4. Wacht 15 minuten en steek de stekker weer in het stopcontact.
5. Breng de batterijen weer op hun plaats.
6. Programmeer het kasregister opnieuw.