665220
5
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/1315
Next page
MC853/MC873/ES8453 MFP/ES8473 MFP
Gebruikershandleiding
2015.09
45992556EE03
Inhoudsopgave
Voordat u aan de slag gaat
Voor uw veiligheid
Voorzorgsmaatregelen gerelateerd aan veiligheid
Algemene waarschuwingen
Over deze handleiding
Hoe deze handleiding te gebruiken
Scherm Compositie
Hoe de inhoudsopgave te gebruiken
De zoekfunctie gebruiken
Een onderwerp afdrukken
Over Beschrijvingen
Instellen
Installatievereisten
Controleren van de accessoires
Uitpakken en installeren van de Machine
Opties installeren
De extra lade-eenheid (eenheden) van de machine installeren
Draadloze LAN-module installeren
Aanzetten van de Machine
Dit Apparaat Instellen
Deze machine op een netwerk aansluiten
Aansluiten via een USB-Interface
Een telefoonlijn aansluiten
Een stuurprogramma en software op een computer installeren
Kopiëren
Basisbediening van Kopieerfuncties
Een document instellen
Papier Laden
Kopiëren
Kopiëren annuleren
Kleurmodus veranderen
Geef het Aantal Kopiëen aan
1
Specificeren van de papiertoevoerlade (Papiertoevoer)
Uitvoerlades wisselen
Vergrote of verkleinde kopieën maken (Zoomen)
Nuttige functies
Printen op beide zijden van het papier (Duplex Kopie)
Meerdere pagina's op één vel papier combineren (N-in-1)
Het scanformaat (Scanformaat) wijzigen
Iedere set in paginavolgorde sorteren (Sorteren)
Continu scanmodus inschakelen (Continu scannen)
Verschillende documentformaten kopiëren (Gemengd formaat)
Kopieerinstellingen resetten (Reset)
Een instelling annuleren
De documentrichting instellen 8Richting)
Onderbreking van de Huidige Taak om een Kopieertaak Uit Te Voeren.
Voor een betere afwerking
De dichtheid aanpassen (Dichtheid)
Selecteren van het Documenttype (Documenttype)
Specificeren van de scanresolutie (Resolutie)
Een document met een gekleurde achtergrond duidelijk kopiëren
(Achtergrondverwijdering)
Schaduwranden wissen (Rand wissen)
Schaduwranden wissen (centrum wissen)
Verwijderen buitenkant document (Buitenkantverwijdering)
Doorzichtige gedeelten verwijderen (Verwijderen doorzichtig)
Kleurinstellingen
Het contrast bijstellen (contrast)
Toon van kleurenkopieën aanpassen
Verzadiging aanpassen
RGB aanpassen
Geavanceerde Kopieerinstellingen
Meerdere kopieën op één vel papier maken (Herhalen)
Dubbele pagina's op twee aparte vellen kopiëren (Boekkopie)
Een stempel (watermerk) toevoegen
Beide zijden van een kaart naar een zijde kopiëren (ID-kaart kopiëren)
Instellen Marges (Marge)
Lege pagina's overslaan bij het kopiëren (Lege pagina's overslaan)
Beschrijvingen van Kopieerschermen
Namen en functies van schermitems voor kopiëren
Scannen
2
Basisbediening van Scan Functies
Een document instellen
Instellen om een document te scannen
Een documenttype opgeven
Een scanresolutie opgeven
De dichtheid aanpassen
Een document met een gekleurde achtergrond duidelijk scannen
(Achtergrondverwijdering)
Doorlopende Gegevens Verwijderen (Verwijdering van Doorlopende Gegevens)
Het contrast aanpassen
De tint aanpassen
De verzadiging aanpassen
RGB aanpassen
Schaduwranden wissen (Rand wissen)
Schaduwranden wissen (centrum wissen)
Geeft een preview weer
Scannen annuleren
Overige Scaninstellingen
Meerdere documenten continu scannen (Continu scannen)
Een scanformaat opgeven
Scannen van een Duplex Document (Duplex Scan)
Lege pagina's overslaan bij het scannen (Lege pagina's overslaan)
De oriëntatie van het document wijzigen (Richting)
Documenten van verschillend formaat scannen (Gemengd formaat)
Een bestandsnaam opgeven
Een kleurmodus opgeven
Een bestandsformaat opgeven
Een compressiegraad opgeven voor een bestand
Een PDF-bestand coderen
Gescande gegevens als een emailbijlage versturen
Voordat u Scan Naar E-mail Gebruikt
Scannen naar e-mail gebruiken
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming Opgeven (Adresboek of Groepslijst)
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming Opgeven (Verzendgeschiedenis)
Een Bestemming Opgeven (Zoeken naar de LDAP-Server)
Het adres van een zender instellen
Het instellen van een Antwoordadres
Een Onderwerp Opgeven
3
Inhoudstekst registreren
Een sjabloon gebruiken
Verzendgegevens Opslaan
Data naar een computer versturen
Voordat u Scannen Naar Computer Gebruikt
Voordat u WSD Scan Gebruikt
Een computer die is aangesloten registreren
Computer Verwijderen
Instellen om ActKey te starten, als men Scannen naar Computer gebruikt.
Hoe de functie Scannen naar Computer te gebruiken
Gescande Gegevens in een USB-Geheugen Opslaan
Gescande Gegevens in een Gedeelde Map Opslaan
Voordat Scannen Naar Gedeelde Map Gebruikt kan worden
Hoe de functie Scan naar gedeelde map te gebruiken
Wijziging van Geregistreerde Bestemming (Profiel)
Een geregistreerde bestemming verwijderen (Profiel)
Scannen vanaf een computer
Voordat u Remote Scan kunt gebruiken
Hoe Remote Scan te gebruiken
De ActKey gebruiken (Windows)
Over ActKey
ActKey installeren
Scannen van ActKey
Gescande data per fax versturen
De instelling van elke ActKey-knop wijzigen
Werken met Netwerkconfiguratie (alleen Windows)
Werken met de TWAIN-driver (Windows)
Werken met de WIA-driver (alleen Windows)
Werken met Image Capture (Mac OS X)
Schermbeschrijvingen voor de Scanner
Afdrukken
Basisbewerkingen van afdrukfuncties
Papier Laden
Printen vanaf een computer (Windows)
Afdrukken vanaf een computer (Mac OS X)
Een afdruktaak annuleren
Afdrukken op verschillende soorten papier
Op enveloppen afdrukken
Op etiketten afdrukken
4
Op lang papier afdrukken
Afdrukken op papier met een aangepast formaat
Afdrukken met verschillende instellingen vanaf een computer
Handmatig één voor één afdrukken
Vergroten of verkleinen om op het gespecificeerde papierformaat te passen
Alleen van de afdekking van een adnere lade afdrukken
Een boekje maken
Een document opdelen om op enkele bladen af te drukken en een poster te maken
Halftransparante ttekst toevoegen (watermerken)
Overliggende formulieren of logo's (Overlay)
Een document naar een bestand uitvoeren in plaats van het op papier af te drukken
Veelafgedrukte documenten in de printer opslaan
E-mailbijlages afdrukken
Papier besparen, Toner besparen
Op beide zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken)
Toner besparen
Meerdere pagina's op een vel papier combineren
Kleur aanpassen op de computer
Afdrukgegevens in kleur afdrukken in grijstinten
Over kleurkoppeling
Kleurkoppeling (Automatisch)
Keurkoppeling (Office Color)
Kleurkoppeling (Graphic Pro)
Kleurkoppeling (geen kleurkoppeling)
Afdrukresultaten voor inkt simuleren
Kleurscheiding
Handmatig herstellen van kleurregistratiefout
Handmatig herstellen Dichtheid
Maak Kleine Aanpassing voor Kleurregistratie
Kleurbalans instellen (dichtheid)
Kleur aanpassen met software
Voor een betere afwerking
Foto's verbeteren
Met een gespecificeerde resolutie afdrukken
Fijne lijnen benadrukken
Het te gebruiken lettertype specificeren
Zwarte afwerking wijzigen
Witte ruimte tussen tekst en achtergrond verwijderen (Zwart overdrukken)
Nuttige functies
Meerdere paginadocumenten in kopie-eenheden sorteren
5
Vanaf de laatste pagina van een document afdrukken
Uitvoeroriëntatie per kopie afwisselen
Automatisch een lade specificeren voor het geselecteerde papie
Automatisch naar een andere papierinvoerlade wisselen als het papier in een lade
op is
Een uitvoerlade selecteren
De standaardinstellingen van een printerdriver wijzigen
Selecteer Veelgebruikte Instellingen in het printerstuurprogramma om te gebruiken.
Afdrukgegevens in de machine voor het afdrukken opslaan
Afdrukken zonder een pdf-bestand te openen (PDF Direct Print)
In USB-geheugen gegevens afdrukken
Vertrouwelijk document afdrukken
Een wachtwoord instellen voor de afdrukgegevens (Authentificatieafdruk)
Een wachtwoord instellen en de afdrukgegeven coderen (versleutelde
authenticatieafdruk)
Codeer Afdrukgegevens en Gebruikersverificatie voor het afdrukken (ID Beveiligde
Opdracht)
Beschrijvingen van schermafdrukken
Over schermen en functies van elke printerdriver
Windows PCL-printerdriver
Windows PS Printer Driver
Windows XPS-printerdriver
Mac OS X PS Printer Driver
Namen en Functies van Scherm Onderdelen voor Printen
Fax
Basisbediening van Faxfuncties
Voordat Faxberichten kunnen worden Verzonden en Ontvangen
Een fax verzenden (Procedure)
Een document instellen
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Telefoonboek) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming (Verzendgeschiedenis en Ontvangstgeschiedenis) opgeven
Een gespecificeerde bestemming verwijderen
Geeft een preview weer
Een faxverzending annuleren
Een fax ontvangen
Ontvangen faxafbeeldingen afdrukken
Een ontvangen fax afdrukken
6
Prioriteit papierformaat
De communicatiestatus/verzending en ontvangstsgeschiedenis controleren
Een Faxbericht via Internet Versturen
Over de Internetfax-functie
Een Internetfax verzenden (Procedure)
Een internetfax ontvangen
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Adresboek/Groepslijst) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming Opgeven (Verzendgeschiedenis)
Een bestemming (LDAP Server) opgeven
Een gespecificeerde bestemming controleren, verwijderen of veranderen
Scannen voor verzending instellen
Meerdere documenten continu scannen (Continu scannen)
De dichtheid aanpassen (Dichtheid)
Specificeren van de scanresolutie (Resolutie)
Een scanformaat specificeren (Scanformaat)
Een document met een gekleurde achtergrond duidelijk kopiëren
(Achtergrondverwijdering)
Een antwoordbestemming instellen
Een e-mail bewerken
Specificeren van een bestandsnaam (bestandsnaam)
Scannen van een Duplex Document (Duplex Scan)
Specificeren van een Bestandscompressieratio (Compressierate)
De verzendgeschiedenis controleren
Scannen voor verzending instellen
Scannen van een Duplex Document (Duplex Scan)
Een scanresolutie (Resolutie) specificeren
Een fax tegelijkertijd naar meerdere bestemmingen verzenden
Een scanformaat specificeren (Scanformaat)
De dichtheid aanpassen (Dichtheid)
Het duidelijk scannen van een document met een gekleurde achtergrond
(Achtergrondverwijdering).
Schaduwranden wissen (Rand wissen)
Een verzendersnaam bijvoegen naar de ontvanger
De verzendersnaan die op een fax wordt afgedrukt wijzigen
Verzendresultaten automatisch afdrukken (Transmit Conf. Report)
De Naam van de Afzender Registreren (Opdrachtgever)
De standaardnaam van de afzender wijzigen
Een prefix toevoegen (prefix)
7
Het aantal pogingen om opnieuw te kiezen and intervallen voor opnieuw kiezen
instellen
Verzendinstellingen
Meerdere documenten continu op het documentglas scannen (Continu scannen glas)
Meerdere documenten ononderbroken scannen met de ADF (Ononderbroken Scan
(ADF))
Verzenden op een Gespecificeerde Datum en Tijd(Uitgestelde Tx)
Verzenden Terwijl een Document wordt Gescand (Geheugen Verzending/Echte tijd
Verzending)
Een fax na een oproep verzenden (Handmatige verzending)
Handmatig Verzenden (Zonder opnemen oproep)
Verkeerde faxverzendingen voorkomen
Instelling voor ontvangsten
De Ontvangstmodus Instellen
Een lade om ontvangen documenten af te drukken
Uitvoerlades wisselen
Een afdrukmethode instellen voor Wanneer een ontvangen afbeelding het
papierformaat overschrijdt.
Dubbelzijdig afdrukken
Instelling zodat u het lijnmonitorgeluid hoort
Een fax naar een ander faxnummer doorsturen
De wachttijd instellen vanaf Wanneer een inkomende oproep aankomt op Wanneer
de ontvangst start (Antwoordwachttijd)
Instelling voor Wanneer de Externe Telefoon te Bellen (Tel Voorrangsmodus)
De faxdetectiemodus instellen
De T/F-timer instellen
TAD-modus instellen
Ongewenste faxen blokkeren
Een Voorbeeld van een Ontvangen Faxbericht zien
Vertrouwelijke communicatie en bulletinbord-communicatie uitvoeren (Fcode
Communicatie)
Over Fcode-communicatie
Een Fcode-venster registreren
Een geregistreerde Fcode-venster verwijderen
Verzenden van een fax naar een Bestemming Vertrouwelijk Venster (Fcode
Verzending)
Printen van een document dat is ontvangen in het vertrouwelijke venster van deze
machine
Ontvangen van een Document Dat is Opgeslagen in een Bestemming Bulleting Bord
Venster via Fax (Fcode Polling)
Een document in het bulletinbord-venster van deze machine opslaan
Een document in het bulletinbord-venster van deze machine verwijderen
Nuttige functies
8
Een faxontvangst vanaf een telefoon op afstand inschakelen (Overschakelnummer
op afstand)
Beveiligingsprotocollen instellen
Gegevens van een ontvangen document naar een e-mailbestemming of gedeelde
mapp doorsturen (Automatische aflevering)
Verzend- en ontvangst gegevens opslaan (Opslaan verzendgegevens)
Een fax vanaf een computer verzenden
Een PC Fax verzenden
Faxen verzenden vanaf uw computer met een Voorpagina
Een PC fax tegelijkertijd naar meerdere bestemmingen verzenden
Een PC Fax-verzending annuleren
Het PC Fax-telefoonboek beheren
Data naar de faxserver versturen
Basisprocedure voor Scan naar Faxserver
De Scan naar Fax Server-functie inschakelen
Een bestemmingse-mailadres bewerken
De hoofdtekst van een e-mail aanpassen
Beschrijving van Faxberichtschermen
Namen en functies van schermitems voor faxen
Namen en functies van schermitems voor internetfax
Onderhoud
Verbruiksartikelen vervangen
Voorzorgsmaatregelen bij het vervangen
De tonercartridge vervangen
Alleen voor tonercartridge K (zwart)
Voor tonercartridges met C (cyaan), M (magenta), Y (geel)
Vervangen van de afbeeldingsdrum
Vervangen van de afbeeldingsdrum en de tonercartridge op hetzelfde moment
De band vervangen
De fuser vervangen
De Invoerrol (Lade 1/Lade 2/Lade 3/Lade 4)
De Invoerrol vervangen (MP Lade).
De nietcassette vervangen
Reinigen van Ieder Onderdeel van de Machine
Het oppervlak van de machine reinigen
De glasplaat reinigen
De Document Toevoerrollen en de Document Vasthoudrollen reinigen.
Schoonmaken van de Papierinvoerrollen (Lade 1/Lade 2/Lade 3/Lade 4)
De Papierinvoerrollen reinigen (MP Lade)
9
Reinigen van de LED-kop
Bijwerken Geïnstalleerde Drivers
Het Printerstuurprogramma (Windows) updaten
Het Faxstuurprogramma (Windows) updaten
Het Scannerstuurprogramma (Windows) updaten
Het Printerstuurprogramma (Mac OS X) updaten
Het Scannerstuurprogramma (Mac OS X) updaten
Verwijderen Geïnstalleerde Drivers
Het Printerstuurprogramma (Windows) verwijderen.
Het Faxstuurprogramma (Windows) verwijderen
Het Scannerstuurprogramma (Windows) verwijderen
Het Printerstuurprogramma (Mac OS X) verwijderen.
Het Scannerstuurprogramma (Mac OS X) verwijderen.
Geheugen en instellingen initialiseren
Flashgeheugen initialiseren
De Apparaatinstellingen initialiseren
De netwerkinstellingen initialiseren
De macrofunctie, faxverzending en ontvangstgegevens initialiseren
Problemen verhelpen
Als een Papieropstopping zich voordoet
Als de foutcode "370", "371" of "373" is
Als de foutcode "372" is
Als de foutcode "380" is
Als de foutcode "381" is
Als de foutcode "382", "383", "385" of "389" is
Als de foutcode "384" is
Als de foutcode "390" is
Als de foutcode "391", "392", "393" of "394" is
Als een Document opstopping zich voordoet
Als een document zichtbaar is in het papierpad.
Wanneer een document vastloopt in de ADF (Automatischedocumenttoevoer)
Als de STATUS-knop op het Bedieningspaneel Oplicht of Knippert
Kopieerproblemen
Kan niet kopiëren
De gekopieerde uitvoer verschilt van het originele
Overige problemen (Kopiëren)
Afdrukroblemen
Kan niet afdrukken
Netwerkaansluitingssproblemen
10
Draadloze LAN-verbindingsproblemen
USB-aansluitingsproblemen
Scanproblemen
Niet in staat te scannen
Kan geen E-Mail Verzenden en Ontvangen
Kan geen Bestanden Opslaan in een Netwerkmap
Netwerkaansluitingssproblemen
Draadloze LAN-verbindingsproblemen
Faxproblemen
Kan geen fax verzenden
Kan geen fax ontvangen
Kan geen fax verzenden of ontvangen
Overige problemen (Fax)
Faxfout codes
Over problemen met afdrukresultaten
Er verschijnen verticale, witte lijnen
Afgedrukte afbeeldingen vervagen in verticale richting
Agedrukte afbeeldingen zijn te licht
Er verschijnen vlekken en lijnen
Dauw Condensatie Verschijnt op Afgedrukt Papier
Verticale lijnen verschijnen
Er verschijnen periodiek horizontale lijnen en vlekken
Het witte gedeelte van het papier is licht bevlekt.
Het tekengebied is bevlekt
Bij het afdrukken op enveloppen of gestreken papier is het hele papier licht bevlekt.
Er komt toner los wanneer u over het afgedrukte papier wrijft.
Oneffen glans
Er verschijnen zwarte of witte stippen
Vuil wordt afgedrukt
De volledige pagina is zwart afgedrukt.
Er wordt niets afgedrukt.
Witte vlekken verschijnen
De volledige pagina is vuil
De marges rondom de pagina zijn vuil.
De afgedrukte afbeelding staat scheef
De kleur van de afgedrukte afbeelding is niet wat u verwacht
Effen afdrukken van CMY 100% zijn te licht
Problemen over Software
Problemen over de Configuratie Tool
Problemen met een Webbrowser
11
Problemen met Overige Software
Over beperkingen voor elk besturingssysteem
Problemen met het Apparaat of Papier
Problemen met het Apparaat
Problemen met Documenten en Papier
Indien er een stroomstoring optreedt
Problemen met AirPrint
Google Cloud Print Problemen
Als er een foutbericht wordt weergegeven op het besturingspaneel.
Fout Meldingenlijst
Standaardfuncties
Namen van onderdelen
Basishandelingen op het bedieningspaneel
Namen en Functies
Naam en Functies op het Aanraakpaneel
Hoe Aan te passen het Aanraak Paneel
Helderheidsaanpassing
Hoekaanpassing
Tekens invoeren
De machine inschakelen of uitschakelen.
De machine inschakelen
De machine uitschakelen.
Papier Laden
Een document instellen
Instellingen Uitvoerlade
Energieverbruik verminderen met de energiebesparingsfunctie
De energiespaarstand instellen
De webpagina van deze machine vanaf een computer gebruiken
Het configuratiehulpprogramma gebruiken (alleen Windows)
Het bedieningspaneel gebruiken
De slaapstand instellen
De webpagina van deze machine vanaf een computer gebruiken
Het configuratiehulpprogramma gebruiken (alleen Windows)
Het bedieningspaneel gebruiken
Over beperkingen in de slaap- en diepeslaapstand
Het energieverbruik verminderen door het apparaat automatisch uit te schakelen
Over de items van de functie-instelling Automatisch uitschakelen
Automatisch uitschakelen instellen
12
De webpagina van deze machine vanaf een computer gebruiken
Het configuratiehulpprogramma gebruiken (alleen Windows)
Het bedieningspaneel gebruiken
Het volume aanpassen
Gelijktijdige Bewerking (Multitasking)
Het controleren van de Informatie op de Machine
Gebruik de Offline Nietmachine
Eenvoudige instelling
Profiel
One Touch-knop configureren
JOB MACRO
Adresboek bewerken
E-mailadres
Een E-mailadres vanaf een Computer Registreren
Een E-mailgroep vanaf een Computer Registreren
Het Verwijderen van een Geregistreerde Bestemming vanaf een Computer
Het Verwijderen van een Geregistreerde E-mailgroep vanaf een Computer
Bestemmingsadressen voor e-mail importeren en exporteren
Een E-mailadres vanaf het Bedieningspaneel Registreren
Een E-mailadres vanaf het Besturingspaneel registreren
Een E-mailadres vanaf de Geschiedenis registreren
Een Geregistreerde Bestemming vanaf het Besturingspaneel Verwijderen
Een Geregistreerde E-mailgroep vanaf het Besturingspaneel Verwijderen
Faxnummers
Een Faxnummer vanaf een Computer Registreren
Een Groepsnummer vanaf de Computer Registreren
Een Geregistreerd Faxnummer vanaf een Computer Verwijderen
Een Geregistreerd Group Dial nummer vanaf een Computer Verwijderen
Sneltoetsen voor bestemmingen importeren en exporteren
Een Faxnummer vanaf het Besturingspaneel Registreren
Een Groepsnummer vanaf het Besturingspaneel Registreren
Een Geregistreerd Faxnummer vanaf het Besturingspaneel Verwijderen
Een Geregistreerde Snelkiesgroep vanaf het Besturingspaneel Verwijderen
Een Faxnummer vanaf de Geschiedenis Registreren
One Touch-knop configureren
Lijst met doelen
Verbruiksartikelen vervangen
13
Problemen met de machine oplossen
Verbruiksartikelen en kosten besparen
Beveiliging verbeteren
Efficiency verbeteren
Een papierdocument als data gebruiken
Deze machine verplaatsen of vervoeren
De status van deze machine controleren.
Besturingsbeheer/Specificaties
Wijzigen van het beheerderwachtwoord.
Instelling Admin
Kopieerinstellingen
Faxinstelling
FaxServer-functie
Internetfaxinstellingen
Scannerinstellingen
Afdrukken van instellingen USB-geheugen
Afdrukinstellingen
Menu Netwerk
Startsch. configureren
Beheer
Gebruikersinstallatie
Beheerderssoftware
Gebruikersverificatie (Toegangsbeheer)
Toegangsbeheer Inschakelen
Over de Bewerking als het Toegangsbeheer is Ingeschakeld
Printen in de Windows-omgeving
Printen in de Mac OS X-omgeving
Faxen in de Windows-omgeving
Accountbeheer
Het Instellen van Accountbeheer
Het aantal Punten bij Iedere Account Instellen
Een Gedeeld Account aanmaken
Papierpunten/Tonerpunten instellen.
Afdrukken wanneer Accountbeheer is Ingeschakeld.
Let op het volgende bij de Bewerking
Dit apparaat Verplaatsen/Vervoeren
Deze machine verplaatsen
Deze machine vervoeren
Specificaties
14
Algemene specificaties
Kopieerspecificaties
Faxspecificaties
PC/Faxspecificaties
Internetfaxspecificaties
Scannerspecificaties
Specificaties Scannen naar E-mail
Specificaties scannen naar gedeelde map
Specificaties Scannen naar USB-geheugen
Specificaties scannen naar computer
Afdrukspecificaties
Specificaties Printen vanaf USB-geheugen
Netwerkspecificaties
Draadloze LAN-specificaties (optie)
Netwerk
AirPrint
Over AirPrint (Print/Scan/FaxOut Service)
Over AirPrint (Print/Scan/FaxOut Service)
De machine op een computer registreren(Mac OS X)
Printen met AirPrint (Print)
Scannen met AirPrint (Scan)
Een Fax met AirPrint verzenden (FaxOut Service)
Google Cloud Print
Over Google Cloud Print
Google Cloud Print instellen
Met Google Cloud Print afdrukken
Google Cloud Print-registraties controleren
Het gebruik van de instellingen van de Cloud-service controleren of wijzigen
De geregistreerde informatie verwijderen
Controleren of het verwijderen is voltooid
Over het importeren van de CA-certificaten van de proxy-server
Netwerkgerelateerde Software
Netwerkinstellingen
De draadloze LAN verbinden (alleen wanneer de draadloze LAN-module gemonteerd
is)
Verbinden met WPS
Kiezen van een Draadloos Toegangspunt vanf het Bediening Paneel om te
Verbinden
Handmatig instellen vanaf het bedieningspaneel om een verbinding te maken
15
Controleren of de verbinding correct gemaakt is
Aansluiten met een LAN-kabel
De netwerkinstellingen initialiseren
De DHCP-server instellen
Netwerkproblemen
Utility Software
Lijst van bijgesloten hulpprogramma's
Software installeren
Webpagina van Deze Machine.
Open de web-pagina van deze machine
Log in als de beheerder
Wijzigen van het beheerderwachtwoord.
De Controle of Wijziging van de Instellingen van Deze Machine vanaf een Computer
Communicatie coderen via SSL/TLS
Een certificaat maken
Een certificaat importeren
Een Certificaat exporteren
Inschakelen Gecodeerde Instellingen
Deze machine instellen als de IPP-Printer in een Windows-omgeving
Deze machine instellen als de IPP-Printer in een Mac OS X-omgeving
Communicatie coderen via IPSec
Deze machine instellen
Een computer instellen
Gegevens van een ontvangen document naar een e-mailbestemming of gedeelde
mapp doorsturen (Automatische aflevering)
Limiteren via Gebruik van een IP Adres (IP Filtering).
Limiteren via Gebruik van MAC adres (MAC Address Filtering).
E-mail waarschuwing
De status van deze machine controleren via het gebruik van SNMPv3
Deze machine verbinden met het authentificatienetwerk met gebruik van
IEEE802.1X
Instellen door PEAP te gebruiken
Instellen door EAP-TLS te gebruiken
Instellen van de LDAP-server
Instelling van het ontvangstprotocol
Toegangsbeheer
Geregistreerde Gebruikers
Geregistreerde Rollen
Geregistreerde Groepen
16
De LDAP Autorisatie instellen
Over items die men kan instellen of controleren
Kleuraanpassing met PS Gamma Adjuster Utility
Werken met configuratietool.
Start het Configuratiehulpprogramma
Lijst pictogrammen gebruikt in Configuration Tool
Deze machine verwijderen
De status van deze machine controleren.
De invoegtoepassing Netwerkinstellingen instellen
Profielen instellen
Instellen van een Netwerk Scan
Klooninstellingen
De invoegtoepassing Waarschuwingsgegevens instellen
Instellen van de Netwerk Instelling Plug-in
Formulieren registreren (overlay voor formulieren)
De vrije ruimte in het geheugen controleren
Overbodige taken uit het geheugen verwijderen
Een PIN registreren
Registreren van een gebruikersnaam
Over ActKey
Afdrukken door OKI LPR Utility te gebruiken
Netwerkuitbreiding
Het gebruik van de Network Scanner Setup Tool (alleen Mac OS X).
Network Card Setup gebruiken (Mac OS X)
Client voor afdruktaakverantwoording
Maak Het Makkelijker
Vaak gebruikte documenten rechtstreeks afdrukken met het bedieningspaneel
Makkelijk afdrukken vanuit het USB-geheugen zonder uw computer te gebruiken
Uw eigen spandoeken creëren
Uw eigen evenementenposters creëren
Uw eigen boekjes maken met geniete rug
Papierloze faxen verzenden vanuit uw computer
Binnenkomende faxen vooraf bekijken via e-mail
Scan lijvige documenten voor minder rommel
De instellingen wijzigen van op afstand
Pas het aanraakpaneel aan volgens uw voorkeur
Handelsmerken en Andere Informatie
17
Licentie
Contacteer ons
18
19
Voordat u aan de slag gaat
Voor uw veiligheid
Voorzorgsmaatregelen gerelateerd aan veiligheid
Algemene waarschuwingen
Over deze handleiding
20
Voor uw veiligheid
Lees de Gebruikershandleiding (deze handleiding) voor uw veiligheid voordat u het product
gebruikt.
Voorzorgsmaatregelen gerelateerd aan veiligheid
Algemene waarschuwingen
21
Voorzorgsmaatregelen gerelateerd aan veiligheid
Toont extra informatie welke, wanneer geen aandacht eraan wordt besteed of
wordt niet opgevolgd, kan leiden tot persoonlijk letsel of dood.
Toont extra informatie welke, wanneer niet opgevolgd, kan leiden tot persoonlijk
letsel.
22
Algemene waarschuwingen
Raak de veilig-
heidschakelaar binnen
in deze machine niet
aan. Er kan een hoog
voltage aanwezig zijn.
Ook, kan er een
versnelling in werking
zijn, wat verwonding
kan veroorzaken.
Gebruik geen hoog
ontvlambare spray
nabij deze machine.
Sommige onderdelen
in de machine worden
zeer heet, wat
mogelijk brand kan
veroorzaken.
Wanneer de afdekking
zeer heet wordt,
veroorzaakt de
machine rook of lucht,
of wanneer u een
vreemd geluid hoort,
haal de stekker uit het
stopcontact, en neem
contact op met uw
verkoper.
Brand kan optreden.
Wanneer vloeistof
zoals water binnen in
de machine komt,
haal de stekker uit het
stopcontact, en neem
contact op met uw
verkoper.
Brand kan optreden.
Wanneer u een
paperclip of ander
vreemd voorwerp laat
vallen in de machine,
haal de stekker uit het
stopcontact, en haal
de vreemde
voorwerpen eruit.
Elektrische schok,
brand, of verwonding
kan optreden.
Voer geen bediening of
uit elkaar halen uit
anders dan
aangegeven in de
gebruiksaan-wijzing.
Elektrische schok,
brand, of verwonding
kan optreden.
Wanneer de machine
valt of de afdekking is
beschadigd, haal de
stekker uit het
stopcontact, en neem
contact op met uw
verkoper.
Elektrische schok,
brand, of verwonding
kan optreden.
Haal de stekker er
regelmatig uit, en
reinig de basis van en
in de stekker
uiteinden.
Wanneer de stekker in
het stopcontact
gelaten wordt voor
een langere tijd, komt
er stof op de stekker
uiteinden, en een
kortsluiting kan
optreden, wat
mogelijk resulteert in
brand.
Zuig geen gemorste
toner op met een
elektrische stofzuiger.
Het opzuigen van
gemorste toner met
een elektrische
stofzuiger kan
resulteren in
ontsteking door
vonken van
elektrische contacten
of andere redenen.
Wanneer toner wordt
gemorst op de vloer of
andere plaatsen, veeg
de toner rustig met
een natte lap of
andere doek terwijl u
voorzichtig bent om
de toner niet te
verspreiden.
Steek geen object in
een ventilatiegat.
Elektrische schok,
brand, of verwonding
kan optreden.
Plaats geen glas gevuld
met water of andere
objecten op de
machine. Elektrische
schok of brand kan
optreden.
Laat geen urine van
een huisdier of andere
vloeistof in deze
machine komen, of
laat het toe dat deze
machine nat wordt.
Elektrische schok of
brand kan optreden.
Wanneer de afdekking
van de machine is Gooi geen toner
patroon of afbeelding Verbindt de stekker,
kabels, of de
23
geopend, raak dan
niet de fixeereenheid
aan. Verbrandingen
kunnen optreden.
trommel in een vuur.
De toner kan
ontsteken, wat
brandwonden
veroorzaakt.
aardedraad niet op
een wijze anders dan
aangegeven in de
gebruiksaan-wijzing.
Brand kan optreden.
Bediening met gebruik
van een UPS
(ononderbroken
vermogen
voorziening) of
omvormer wordt niet
gegarandeerd.
Gebruik geen
ononderbroken
vermogen voorziening
(UPS) of een
omvormer.
Brand kan optreden.
Blijf uit de buurt van de papieruitvoer,
als u de stroom inschakelt of als
afdrukken plaatsvindt. Letsel kan het
gevolg zijn.
Raak een beschadigd vloeibaar-
kristalscherm niet aan. Letsel kan het
gevolg zijn. Als er vloeistof (vloeibaar
kristal) lekt uit het vloeibaar-
kristalscherm en deze terechtkomt in
de ogen of mond, dienen de ogen of
mond te worden uitgespoeld met veel
water. Win medisch advies in, indien
noodzakelijk.
Haal de afbeeldingsdrum of de
tonercartridge niet uit elkaar of breek
deze niet open. Mogelijk kunt u
verspreide toner inhaleren of de toner
kan op uw handen of kleding komen,
waardoor ze vuil worden.
Leg geen kredietkaarten, USB-
geheugen, enz. dicht bij de klemlade op
de glasplaat. Hierdoor kunnen
gegevens worden beschadigd.
24
25
Over deze handleiding
Diverse informatie over deze handleiding is hier voorzien. Lees deze onderdelen voordat u
deze handleiding gebruikt.
Hoe deze handleiding te gebruiken
In deze sectie wordt beschreven hoe en onder welke voorwaarden u deze handleiding kunt
gebruiken.
Disclaimer
We hebben ernaar gestreefd de informatie in dit document volledig, accuraat en up-to-
date weer te geven. De fabrikant neemt geen aansprakelijkheid voor de gevolgen van
fouten buiten zijn schuld. De fabrikant kan ook niet garanderen dat wijzigingen in
software en apparatuur die zijn aangebracht door andere fabrikanten en waarnaar in deze
handleiding wordt verwezen geen invloed hebben op de toepasbaarheid van de informatie
hierin. De fabrikant is niet noodzakelijkerwijs aansprakelijk voor softwareproducten die
door andere bedrijven zijn gemaakt en die in deze handleiding worden genoemd.
Hoewel we redelijkerwijs alles hebben gedaan om dit document zo accuraat en nuttig
mogelijk te maken, verlenen we geen expliciete of impliciete garantie met betrekking tot
de accuratesse of volledigheid van de betreffende informatie.
Copyright van de handleiding
Alle rechten voorbehouden aan Oki Data Corporation. Geen enkel deel van deze
gebruiksaanwijzing mag worden gereproduceerd in enige vorm of via enig middel zonder
vooraf geschreven toestemming van Oki Data Corporatie.
© 2015 Oki Data Corporation
Handmatige samenstelling
De volgende handleiding is met dit product meegeleverd.
Setup Gids
Gebruiksaanwijzing ------ Deze handleiding (HTML handleiding)
26
Hoe deze handleiding te gebruiken
Opmerking
Er zijn een aantal beperkingen aan het gebruik van deze handleiding verbonden. Wees
voorzichtig.
Het is mogelijk dat de handleiding in een gedeelde folder op een netwerk niet correct
weergegeven wordt. Sla de handleiding in deze gevallen op de computer die u gebruikt op.
Voor uw comfortabele gebruik van de handleiding, zijn de aanbevolen omgevingen als volgt.
Met andere dan de volgende omgevingen, kunnen delen van weergave verstoord zijn, en
sommige functies zullen niet gebruikt kunnen worden.
Windows: Internet Explorer 11.0 of hoger
Mac OS: Safari 7.0 of hoger
Resolutie display: 1024 x 768 of meer
Sommige functies zijn beperkt wanneer uw Webbrowser de cookie functie niet kan gebruiken
of het niet toestaat.
Wanneer u deze handleiding start door te klikken op "index.html", wordt de Active X console
weergegeven. Klik op [Allow blocked content].
Maak het browservenster groter als de tabellen in deze handleiding niet goed zichtbaar zijn.
Scherm Compositie
Dit deel beschrijft de scherm compositie van deze handleiding.
Hoe de inhoudsopgave te gebruiken
Dit deel beschrijft hoe u de tabel van inhoud gebruikt, zoals registratie van favoriete
onderwerpen.
De zoekfunctie gebruiken
Dit deel beschrijft hoe te zoeken naar onderwerpen die sleutelwoorden bevatten.
Een onderwerp afdrukken
Dit deel beschrijft hoe het onderwerp dat u wilt zien te printer,
Over Beschrijvingen
Dit gedeelte beschrijft aanduidingen, symbolen, afkortingen en andere informatie die in
deze handleiding voorkomt.
27
Scherm Compositie
Deze handleiding is samengesteld uit de eerste pagina en de hoofdpagina's in elke categorie.
Bovenste pagina
Inhoudspagina
Bovenste pagina
De bovenste pagina is de eerste pagina die wordt weergegeven wanneer u deze handleiding
opent.
Nummer Item Beschrijving
1 Voordat u aan
de slag gaat Deze paragraaf beschrijft hoe u deze gebruikershandleiding,
voorwaarden voor het gebruik van deze handleiding dient te
gebruiken enz. Lees het aandachtig door voordat u deze
gebruikershandleiding gaat gebruiken.
2Zoekt naar een woord in deze handleiding.
De zoekfunctie gebruiken
3 Functies Ga met uw muis naar "Zie meer functies". Klik om nuttige functies te
zien. Wissel tussen vier tabbladen om naar functies te zoeken.
4 Koppelingen Ga naar het desbetreffende onderwerp.
Onderhoud Beschrijft hoe de verbruiksmaterialen moeten worden vervangen en
hoe dit apparaat gereinigd moet worden.
Problemen
verhelpen Beschrijft hoe problemen kunnen worden opgelost.
Instellingsitems Beschrijft hoe dit apparaat ingesteld moet worden en hoe informatie
voor het gebruik geregistreerd moet worden.
5 FAQ Open de FAQ webbpagina.
Site Map Toont de sitemap van deze gebruikershandleiding.
Handelsmerken
en andere
informatie
Geeft de handelsmerken in deze handleiding weer.
Licentie Geeft de licentie-overeenkomst voor de software en andere licenties
weer.
Contacten Geeft de contactinformatie weer.
28
Inhoudspagina
Nummer Item Beschrijving
1 Inhoudsopgavegebied Geeft een onderwerp weer in en categorie in het inhoud gebied
door te klikken op een onderwerp titel.
Sommige categorieën, zoals een Fout Boodschap Zoeken
hebben geen inhoud gebied.
Hoe de inhoudsopgave te gebruiken
2 Inhoud gebied Geeft een onderwerp weer.
3Keert terug naar de bovenste pagina.
KOPIËREN Geeft [De kopieerfuncties gebruiken] weer.
Scannen Weergeeft [Using the Scan Functions].
AFDRUKKEN Weergeeft [Using the Print Functions].
FAX Weergeeft [Using the Fax Functions].
4 SITE MAP Toont de sitemap van deze gebruikershandleiding.
5Drukt het geselecteerde onderwerp af.
Een onderwerp afdrukken
6 Onderwerpstitel Duidt de titel van het weergegeven onderwerp aan.
7 / : Alles invouwen
: Alles uitvouwen
8Geeft het vorige onderwerp weer.
9Geeft het volgende onderwerp weer.
10 Terugkeren naar boven naar het begin van het getoonde
onderwerp.
29
30
Hoe de inhoudsopgave te gebruiken
Deze paragraaf beschrijft de [TOC (Inhoudsopgave)] boven het inhoudelijke deel.
Memo
Klik op om het inhoudelijke deel te verbergen en het inhoudelijke deel te verbreden. Klik op
om het inhoudelijke deel te verkleinen en het inhoudelijke deel te verbreden.
Tabblad [TOC (Inhoudsopgave)]
De inhoudsopgave van de categorie waarbij het weergegeven onderwerp behoort, wordt op
het rechterscherm weergegeven.
Een Titel met een tteken aan het begin heeft deelonderwerpen. Klik op het teken om
de deelonderwerpen te tonen. En klik op het teken om de deelonderwerpen te sluiten.
Klik op [Expand all] om alle onderwerp titels van de categorie weer te geven.
Klik op [Collapse all] om alle uitgevouwen onderwerpen te sluiten.
31
32
De zoekfunctie gebruiken
U kunt een "woord waarop u wilt zoeken" of een "getoonde foutmelding op het
aanraakscherm" als zoekwoord invoeren om te zoeken naar een specifiek onderwerp uit alle
onderwerpen in deze gebruikershandleiding.
1. Voer het woord in dat u wilt vinden in het zoekvak bovenaan het
scherm en klik vervolgens op [ ].
Beginpagina:
Inhoudelijke pagina:
Zoekresultaten worden weergegeven in een apart scherm.
Wanneer u meerdere woorden invult, moet u daar een spatie tussen zetten. Er wordt
gezocht naar onderwerpen die alle trefwoorden bevatten.
Zoekopties
Klik op zoektopties en voeg opties toe om de zoekwijdte te verkleinen.
Memo
EN Zoeken wordt als standaard ingesteld.
2. Klik op de titel van het onderwerp om te bekijken.
33
Het onderwerp wordt weergegeven op het rechter scherm.
Memo
Om een hoofdlettergevoelige zoekopdracht uit te voeren, selecteert u het vakje [Case-
sensitive (Hoofdlettergevoelig)] en klik op .
Voor het paginanummer onderaan het scherm
zoekresultaten
10 zoekresultaten worden weergegeven op pagina 1. Om de pagina te
veranderen voor 10 andere zoekresultaten, klik op het pagina nummer.
Als er 50 of minder zoekresultaten worden gevonden, worden slechts
paginanummer weergegeven.
Als 51 of meer zoekresultaten worden gevonden, worden de volgende
pictogrammen weergegeven voor en na de paginanummers.
: Ga naar de eerste pagina van de zoekresultaten
: Ga naar de laatste pagina van de zoekresultaten
: Ga terug naar de vorige pagina van de zoekresultaten
: Ga naar de volgende pagina van de zoekresultaten
34
Een onderwerp afdrukken
instellingen voor Afdruk
Het weergegeven onderwerp afdrukken
U kunt het onderwerp dat op dit moment wordt weergegeven afdrukken.
instellingen voor Afdruk
Memo
U moet de instellingen van uw webbrowser controleren aan de hand van de onderstaande
procedure voor de eerste afdruk.
1. Selecteer [Print (Afdrukken)] van van uw Webbrowser.
Wanneer het Webbrowser menu niet wordt weergegeven, druk op de <F!)> toets.
2. Klik op [Afdrukvoorbeeld] in de keuzelijst.
3. Klik op (Pagina Instelling).
4. Kies het [Print background colors and images] controle venster.
Het weergegeven onderwerp afdrukken
Drukt het onderwerp af day wordt weergegeven op het rechterscherm.
1. Wanneer een onderwerp wordt getoond, klik bovenaan het scherm
op [ ].
2. Stel de afdrukinstellingen in en druk vervolgens af.
35
Over Beschrijvingen
Over Tekens
Over symbolen
Over illustraties
Aanduidingen, symbolen, afbeeldingen en andere beschrijvingen zijn voorzien.
Tenzij anders aangegeven, gebruikt deze handleiding scherm afbeeldingen van de volgende
schermen.
Voor Windows: Windows 7
Voor Mac OS X: Mac OS X 10,9
Memo
De beschrijvingen in deze handleiding kunnen variëren afhankelijk van uw OS of model.
Over Tekens
Deze handleiding gebruikt de volgende aanduidingen.
Symbool Betekenis
Verwijst naar waarschuwingen en beperkingen voor de correcte werking van deze
machine. Wees er zeker van dat u het leest om te verzekeren dat u goed met de
machine kunt werken.
Geeft informatie aan die nuttig is voor het gebruik van deze machine. Het wordt
aanbevolen om te lezen.
Geeft een referentie onderwerp aan. Lees wanneer u meer informatie nodig heeft.
Geeft een gerelateerd onderwerp aan. Lees wanneer u meer gerelateerde informatie
nodig heeft.
Geeft een titel binnen het onderwerp aan. Wanneer u op de link klikt, wordt het
onderwerp weergegeven.
Over symbolen
Dit deel beschrijft de symbolen en hun betekenis in deze handleiding.
Symbool Betekenis
Illustratie (knop
naam) Geeft een knop aan (knop naam) op het bediening paneel van de machine.
[ ] Verwijst naar een menunaam, itemnaam, optie of andere items die worden
36
weergegeven op het scherm.
Geeft een menu aan, venster, of dialoog venster naam die wordt weergegeven
op het scherm op een computer.
Zij kunnen duidelijk worden onderscheiden in beschrijvingen of illustraties in
procedures.
" " Verwijst naar een melding op het scherm of de ingevoerde tekst.
Geeft een bestandsnaam aan op een computer.
Geeft de onderwerp titel aan van een link bestemming.
< > Verwijst naar een toets op het toetsenbord van de computer.
> Geeft aan hoe u het gewenste menu van het apparaat of computer kunt
weergeven.
Over illustraties
De illustraties van de MC873 worden in deze gebruikershandleiding als voorbeeld gebruikt.
De illustraties van het aanraak paneel gebruikt in deze handleiding worden weergegeven
met de fabriek standaard instellingen.
Memo
De beschrijvingen in deze handleiding kunnen variëren afhankelijk van het model.
37
Instellen
Installatievereisten
Controleren van de accessoires
Uitpakken en installeren van de Machine
Opties installeren
De machine inschakelen
Dit Apparaat Instellen
Deze machine op een netwerk aansluiten
Aansluiten via een USB-Interface
Een telefoonlijn aansluiten
Een stuurprogramma en software op een computer installeren
38
Installatievereisten
Installatieomgeving
Installatie Ruimte
Installatieomgeving
Installeren van de machine in de volgende omgeving
Omgevingstemperatuur: 10 tot 32
Omgevingsvochtigheid: 20% to 80% RH (relatieve vochtigheid)
Maximale natte lamp temperatuur: 25
Opmerking
Wees voorzichtig om condensatie te voorkomen. Dit kan een storing veroorzaken.
Indien u uw machine installeert waar de omgevingsvochtigheid 30% RH of lager is, gebruik
een bevochtiger of antistatische mat.
De verspreiding van stof, ozon, styreen, benzeen, TVOC en ultrafijne deeltjes voldoet aan de
Eco Mark 155, "Printer" certificeringscriteria voor de emissie van stoffen. (Toner werd getest
door het uitvoeren van zwart/wit en kleurafdrukken met Oki Data originele tonerpatronen
volgens het S-M Aanhangsel van de Blue Angel RAL UZ-171:2012 testmethode.)
Afhankelijk van de installatie-omgeving, kan het werkingsgeluid luider klinken. Als het geluid
u stoort, raden wij u aan om het apparaat verder weg of in een andere kamer te installeren.
Installeer deze machine niet in een locatie waar temperatuur zeer heet wordt of nabij open
vuur.
Installeer deze machine niet in een locatie waar chemische reacties kunnen opreden (zoals een
laboratorium).
Installeer deze machine niet nabij alcohol, verdunners, of andere ontvlambare oplossingen.
Installeer deze machine niet in een locatie binnen bereik van kinderen.
Installeer deze machine niet in een onstabiele locatie (zoals een onstabiele tafel of hellende
locatie).
Installeer deze machine niet in een locatie met hoge vochtigheid of stof, of in een locatie waar
de machine wordt blootgesteld aan direct zonlicht.
Installeer de machine niet in een omgeving waar het wordt blootgesteld aan zoute lucht of
corrosief gas.
Installeer de machine niet in een omgeving waar het wordt blootgesteld aan een hoge waarde
van vibratie.
Installeer deze machine niet in een locatie waar zijn ventilatiegaten worden bedekt.
39
Installeer deze machine niet direct op een dik kleed of tapijt.
Installeer deze machine niet in een afgesloten ruimte of ander locaties met slechte circulatie en
ventilatie.
Wanneer u deze machine continu gebruikt in een kleine ruimte voor een langere tijd, wees er
zeker van dat u de ruimte ventileert.
Installeer deze machine weg van een bron die sterke magnetische velden of geluid
veroorzaakt.
Installeer deze machine weg van een monitor of televisie.
Draag de machine door vast te houden aan beide zijden en het licht achterwaarts naar
beneden te houden.
Installatie Ruimte
Installeer de machine op een vlak oppervlak die breed genoeg is om de poten van de
machine te laten staan.
Laat genoeg ruimte rond de machine zoals getoond in de volgende figuren.
Bovenaanzicht
Zijaanzicht
40
Controleren van de accessoires
Controleer of u alles hebt wat hieronder wordt weergegeven.
Til deze machine met 3 personen, omdat het ongeveer 64 kg weegt.
Opmerking
Zorg ervoor dat u de meegeleverde verbruiksartikelen of de onderhoudskits eerst gebruikt. Als
andere verbruiksgoederen of onderhoudskits eerst worden gebruikt, is de levensduur mogelijk
niet correct weergegeven of de verstrekte verbruiksartikelen mogen niet worden toegepast.
Hoofdonderdeel
Vier afbeeldingsdrums (zwart, geel, magenta en cyaan)
Vier starttonercartridges (zwart, geel, magenta en cyaan)
Bij de MC-modellen, zijn de starttonercartridges geïnstalleerd in de afbeeldingsdrums, die
voor verzending in de fabriek in de printer zijn geïnstalleerd.
Opmerking
De start toner patroon is niet geïnstalleerd in ES modellen. Installeer de toner patroon die wordt
geleverd bij deze machine. Refereer aan "Vervangen van de afbeeldingsdrum".
Dvd-rom met software
Letsel kan het gevolg zijn.
41
Stroomkabel
Telefoon kabel
Kern
Memo
Er worden geen LAN- of USB-kabels meegeleverd in uw pakket. Koop het snoer dat het best
bij uw computer past apart.
De verpakking en buffermaterialen zijn nodig als de machine wordt vervoerd. Gooi
verpakkingsmaterialen niet weg. Ze kunnen in de toekomst nog van pas komen.
42
Uitpakken en installeren van de Machine
Dit deel beschrijft hoe u de machine uitpakt en installeert.
Til deze machine met 3 personen, omdat het ongeveer 64 kg weegt.
Opmerking
Wees extra voorzichtig wanneer u de afbeeldingsdrum (de groene cilinder) hanteert, omdat
deze breekbaar is.
Stel de afbeelding trommel niet bloot aan direct zonlicht of sterk licht (ongeveer 1500 lux of
meer). Zelfs onder binnenverlichting, verlaat de afbeelding trommel niet voor langer dan 5
minuten.
Verpakking en opvulmateriaal is vereist voor het transport van de machine. Ontdoe u er niet
van en houd het voor toekomstig gebruik bij.
1. Verwijder de machine uit de doos, en verwijder dan het
afdekmateriaal en de plastic zak van de machine.
Een aantal van de onderdelen is binnen dat dempende materiaal ingepakt.
2. Til uw machine op en plaats de machine daar waar deze moet
worden geïnstalleerd.
Letsel kan het gevolg zijn.
43
Opmerking
Open de scanner-eenheid niet tot stap 6.
3. Haal de accessoires eruit.
4. Verwijder de buffermaterialen en beschermende tape.
5. Verwijder de beschermende tape.
6. Houd de hendel (A) vast om de scanner-eenheid te openen.
7. Verwijder de zakjes droogmiddel en het beschermende vel dat aan
het transparante onderdeel vastzit.
44
8. Verwijder het beschermende vel.
9. Steek uw vinger in het palletje (B) aan de rechterzijde van het
apparaat en trek aan de hendel (1) voor het naar voren openen
van de voorklep (2).
Opmerking
Open voorzichtig de voorklep. Als u deze snel opent, gaat de MP-lade mogelijk open.
10. Druk op de knop ( C ) en open de Uitvoerlade (3).
45
11. Haal alle afbeeldingsdrums eruit.
Opmerking
Stel de afbeelding trommel niet langer dan 5 minuten of meer bloot.
Raak het groene glimmende oppervlak onderaan de afbeelding trommel niet aan.
12. Verwijder de beschermende vellen van de vier afbeeldingsdrums.
Plaats een afbeeldingsdrum op een krant.
Verwijder de tape van de beschermingsfolie en open het.
Verwijder de beschermingsfolie in de richting van de pijl.
Opmerking
Draai de blauwe hendel van de tonercartridge niet.
13. Plaats alle vier afbeeldingsdrums terug in de machine.
46
14. Draai de blauwe hendel van het tonercartridge naar achteren,
totdat de bovenkant één rechte lijn vormt met het teken.
Draai de hendels van alle voer tonercartridges.
15. Sluit de invoerlade.
16. Sluit de voorklep.
47
Opmerking
De voorklep kan niet goed worden gesloten als de uitvoerlade niet goed gesloten is.
Als de foutmelding dat de uitvoerlade- of het voorpaneel open is niet van het
bedieningspaneel verdwijnt, controleer dan of deze goed gesloten zijn.
17. Houd de hendel vast (A) om de scanner-eenheid te sluiten.
48
Opties installeren
De volgende optionele onderdelen worden verschaft voor de machine.
Extra papierlade
Draadloze LAN-module
Opmerking
Zorg ervoor dat u de machine uitschakelt en het netsnoer en alle kabels uit het stopcontact haalt
voordat u de optie installeert. Installeren van de optie met de machine aan kan veroorzaken dat
de printer en de optie niet goed werken.
De extra lade-eenheid (eenheden) van de machine installeren
Draadloze LAN-module installeren
49
De extra lade-eenheid (eenheden) van de machine
installeren
Als u meer papier wilt plaatsen, installeer dan extra lade-eenheden. U moet de printerdriver
instellen na installeren.
De extra lade-eenheid (eenheden) installeren
Installeren van de Printer Driver
Extra lade(s) instellen in de Windows PCL printer-driver
Extra lade(s) instellen in de Windows XPS printer-driver
Extra lade(s) instellen in de Windows PS printer-driver
Extra lade(s) instellen in de Mac OS X printer-driver
De extra lade-eenheid (eenheden) installeren
Een extra lade-eenheid Kabinet Basis met zwenkwieltjes
Modelnummer: N35110A
Opmerking
Zorg ervoor de machine uit te schakelen en alle kabels uit het stopcontact te halen voordat u de
extra lade installeert. Als u een aanvullende lade installeert en de machine is ingeschakeld, kan
dit ertoe leiden dat de machine en de extra lade niet goed werken.
Beschikbare combinaties
Machine + kabinet
Machine + extra lade + kabinet
Machine + extra lade + extra lade + basis zwenkwieltjes
Machine + extra lade + extra lade + extra lade + basis zwenkwieltjes
Deze sectie beschrijft als voorbeeld hoe u drie extra lades kunt installeren.
Installeer het kabinet, indien u die gebruikt, op dezelfde manier.
Til deze machine met 3 personen, omdat het ongeveer 64 kg weegt.
Letsel kan het gevolg zijn.
50
1. Zet de machine uit, en haal dan de stroomkabel en alle kabels los.
De machine uitschakelen.
2. Stapel 3 extra lades op de basis met zwenkwieltjes en zorg ervoor
dat de achterzijde van alle lades op gelijke hoogte zitten.
3. Schroef de extra lades op de basis met zwenkwieltjes.
4. Zet de extra lades vast.
51
5. Plaats de machine voorzichtig op de extra lades en zorg ervoor dat
de machine aan de achterzijde uitgelijnd is ten opzichte van de
extra lades.
6. Verbind de machine en de extra lades.
7. Vergrendel de wieltjes.
52
8. Gebruik de beschermingsmiddelen zodat ze niet omvallen.
Het apparaat is uitgerust met beschermende steunen, die het kantelen voorkomen. U
vindt ze aan de linker- en rechterkant van de zwenkwielen en ook aan de achterkant
zijn er twee geplaatst. Trek ze recht uit en draai ze 90 ° tegen de klok in totdat ze
vastklikken.
9. Stop de stroom kabel en de onaangesloten kabels in de aansluiting.
10. Druk gedurende een seconde op de hoofdschakelaar.
53
Wanneer de machine aangezet is, is de vermogen schakelaar LED verlicht.
Opmerking
Duw de machine niet als de ADF of scaneenheid openstaat.
Druk van boven geen druk uit op de cassettes als u deze eruit trekt.
Duw de machine niet van achteren als de cassettes openstaan.
Installeren van de Printer Driver
Als er een of meerdere extra lade-eenheden geïnstalleerd zijn, stel de extra lade(s) dan in
op een printerdriver.
Opmerking
Om deze procedure te volgen, moet u inloggen naar een computer als de beheerder.
Wanneer uw Mac OS voldoet aan de volgende condities, wordt de informatie over de
geïnstalleerde optie automatisch verkregen, waarbij het niet nodig is dat u de printer driver
instelt.
Wanneer de USB verbinding of de netwerk verbinding met Bonjour wordt gebruikt en u
installeert de optie naar de machine voordat u de driver installeert
De Windows XPS printer driver is niet beschikbaar met Windows Server 2003.
U moet de printer driver vooraf registreren in de computer.
Een stuurprogramma en software op een computer installeren
Extra lade(s) instellen in de Windows PCL printer-driver
1. Klik op [Start] en selecteer dan [Devices and Printers].
2. Klik met de rechter muisknop op [OKI MC873] en selecteer
vervolgens [OKI MC873(PCL6)] in [Printereigenschappen].
54
3. Kies het [Device Options] label.
4. Voer de totale hoeveelheid lades in en klik vervolgens op [OK].
Memo
Wanneer een TCP/IP netwerk verbinding wordt gebruikt, klik op [Get Printer Settings] om
de driver automatisch in te stellen.
Extra lade(s) instellen in de Windows XPS printer-driver
1. Klik op [Start] en selecteer dan [Devices and Printers].
2. Klik met de rechter muisknop op [OKI MC873] en selecteer
vervolgens [OKI MC873(XPS)] in [Printereigenschappen].
3. Kies het [Device Options] label.
4. Voer de totale hoeveelheid lades in en klik vervolgens op [OK].
55
Extra lade(s) instellen in de Windows PS printer-driver
1. Klik op [Start] en selecteer dan [Devices and Printers].
2. Klik met de rechter muisknop op [OKI MC873] en selecteer
vervolgens [OKI MC873(PS)] in [Printereigenschappen].
3. Kies het [Device Settings] label.
4. Kies [Get installed options automatically] voor [Installable
Options], en klik dan op [Setup].
Memo
Wanneer u een USB-verbinding gebruikt, selecteert u de totale hoeveelheid lades in
[Beschikbare lades] in [Installeerbare opties].
5. Klik op [OK].
56
Extra lade(s) instellen in de Mac OS X printer-driver
1. Selecteer [System Preferences] in het Apple menu.
2. Klik op [Print & Scan].
3. Selecteer de machine en klik dan op [Options & Supplies].
4. Selecteer het tabblad [Driver].
5. Selecteer de totale hoeveelheid lades in [Beschikbare lade] en klik
vervolgens op [OK].
57
Draadloze LAN-module installeren
Als u de optionele draadloze LAN-module op de machine installeert, kunt u de draadloze
LAN-functie gebruiken.
Opmerking
De draadloze LAN-module zal mogelijk in sommige landen en regio's niet beschikbaar zijn.
1. Schakel de machine uit en haal dan de stekker uit het stopcontact.
Opmerking
Wacht op zijn minst 1 minuut nadat u de stekker uit het stopcontact hebt gehaald en ga
dan verder met de volgende stap.
2. Open connectorkap door op de knop op de kap te drukken.
3. Sluit de connector van de verbindingskabel aan de draadloze LAN-
module en installeer vervolgens de module op het apparaat.
4. Sluit de klep van de connector.
5. Schakel de machine in.
6. Druk op [Device Settings (Apparaatinstellingen)] > [AdminSetup
(Beheerdersinstellingen)] > [User Install (Gebruikersinstallatie)].
7. Druk op [Inschakelen] in [Draadloze module].
58
Aanzetten van de Machine
Voor details over de voeding, zie "Over Voeding" in "De machine inschakelen of
uitschakelen.".
1. Steek de stroomkabel in de voedingsconnector.
2. Steek veilig de stroomkabel in het stopcontact.
3. Controleer dat er geen documenten zijn geplaatst op de document
glasplaat of in de ADF, en de ADF afdekking gesloten is.
4. Druk op de vermogen schakelaar voor ongeveer een seconde.
Wanneer de machine aangezet is, is de vermogen schakelaar LED verlicht.
Wanneer de machine voor het eerst wordt aangezet nadat de draadloze LAN-kaart
geplaatst is, wordt het scherm Draadloze instellingen weergegeven.
59
Wanneer u kiest [Yes], wordt de draadloze LAN instelling uitgevoerd.
Wanneer u kiest [Do not show next time.], wordt de draadloze instelling niet
uitgevoerd. Het draadloze instelling scherm wordt niet meer weergegeven.
Wanneer u kiest [No], wordt de draadloze LAN instelling niet uitgevoerd. Het
draadloze instelling scherm wordt weergegeven iedere keer dat u de machine
aanzet.
60
Dit Apparaat Instellen
Volg de instructies op het scherm om de vereiste informatie in te stellen.
1. Druk op [English (Engels)] en ga naar het volgende scherm.
2. Druk op [Continue with default settings (Doorgaan met de
standaardinstellingen)] en ga naar het volgende scherm.
3. Controleer de getoonde inhoud op het scherm en druk op [Next
(Volgende)].
4. Druk op [Next (Volgende)] en stel de datum en tijd in.
61
5.
Druk op [Next (Volgende)] en stel het beheerderswachtwoord in.
6. Druk op [Next (Volgende)] en stel het faxnummer en de informatie
over de afzender in.
7. Druk op [Next (Volgende)] en stel de essentiële netwerkinformatie
in.
8. Druk op [Next (Volgende)] en stel de informatie m.b.t. tot E-mail
in.
9. Druk op [Next (Volgende)] en druk de configuratielijst af.
62
10. Nu is de machine ingesteld.
Voor het installeren van de software op uw computer volgt u deze procedure.
63
Deze machine op een netwerk aansluiten
Verbind de machine met een draadloze LAN of een netwerk met een LAN kabel, en voer dan
het IP adres van de machine in of andere netwerk informatie vanaf het bedieningspaneel. U
kunt het IP adres voor deze machine handmatig of automatisch instellen.
Opmerking
De machine kan niet tegelijk worden verbonden met een bekabelde LAN en draadloze LAN.
Wanneer u een draadloze LAN gebruikt verbindt dan niet een LAN kabel naar de machine.
Aansluiten met een Draadloze LAN (Alleen Wanneer de Draadloze LAN Module is
Gemonteerd)
Aansluiten met een LAN-Kabel
Aansluiten met een Draadloze LAN (Alleen Wanneer de
Draadloze LAN Module is Gemonteerd)
Verbindt de machine naar een netwerk via gebruik van een draadloze LAN.
Opmerking
Hiervoor is een LAN-module (optioneel) nodig.
Lees de volgende voorzorgsmaatregelen zorgvuldig voordat u de machine gebruikt in een
draadloze LAN-omgeving.
De machine kan niet worden verbonden met een bekabelde LAN en draadloze LAN tegelijk
Wanneer u een draadloze LAN gebruikt verbindt dan niet een LAN kabel naar deze machine.
Wanneer de machine wordt gebruikt in een draadloze netwerk omgeving, gaat de machine
niet in de Diepe Slaap modus maar gaat naar Slaap modus.
Plaats geen elektronische producten die zwakke radiogolven uitstralen (zoals magnetrons of
digitale draadloze telefoons) nabij de machine.
Wanneer er metaal, aluminium belemmering, of een versterkte betonnen wand tussen de
printer en draadloze LAN toegangspunten is, worden verbindingen moeilijker om te
verkrijgen.
De communicatie snelheid van een Draadloze LAN verbinding kan trager zijn dan die van een
bedrade LAN of USB verbinding afhankelijk van de omgeving. Wanneer u veel gegevens witl
printen zoals een foto, wordt het aanbevolen om te printen met een bedrade LAN of USB
verbinding.
Voorbereidingen om een draadloze LAN te gebruiken
De machine kan verbinden naar een draadloze LAN omgeving via draadloze
toegangspunten (WPS ondersteund).
Controleer of uw draadloze LAN toeganspunt de volgende omgeving ondersteund voor
gebruik.
Onderdeel Waarde
Standaard IEEE 802.11 a/b/g/n
Toegang methode Modus Infrastructuur
64
Controleer de draadloze LAN instelling methode
Controleer of uw draadloze LAN toegangspunt WPS ondersteund, en kies dan een
instelling methode.
Wanneer uw toegangspunt WPS ondersteund, zie "Verbinden met WPS", en wanneer u
niet zeker weet of uw toegangspunt WPS ondersteund, zie "Kiezen van een Draadloos
Toegangspunt vanf het Bediening Paneel om te Verbinden".
Verbinden met WPS
Wanneer een draadloos LAN-toegangspunt WPS ondersteunt, kunt u verbinden naar de
draadloze LAN met de WPS-knop.
Kiezen van een Draadloos Toegangspunt vanf het Bediening Paneel om te Verbinden
Wanneer een draadloos toeganspunt niet ondersteunt WPS, kunt u een draadloos LAN
toegangspunt aangeven die u wilt gebruiken vanaf de draadloze LAN toegangspunten die
de printer detecteert om een verbinding te maken.
Handmatig instellen vanaf het bedieningspaneel om een verbinding te maken
Stel de draadloze LAN toegangspunt informatie (de SSID, versleuteling methode, en
versleuteling sleutel) handmatig in om te verbinden naar de draadloze LAN.
Controleren of de verbinding correct gemaakt is
Dit deel beschrijft de procedure voor het controleren door gebruik van de printer of een
verbinding naar een draadloze LAN goed is volbracht.
Aansluiten met een LAN-Kabel
Indien er geen DHCP server op een netwerk is, moet u het IP adres handmatig op een
computer zetten of bewerken.
Zelfs wanneer u onderricht wordt een uniek IP adres te zetten dat door uw netwerk
administrateur, internetprovider of router fabrikant wordt gespecificeerd, moet u het IP
adres handmatig naar de computer zetten en bewerken.
Opmerking
Maak de netwerkinstelling gereed van de computer voor u deze procedure uitvoert.
U moet inloggen als de beheerder.
Wanneer u handmatig een IP adres instelt, neem contact op met uw netwerk beheerder of
internet dienst leverancier voor het te gebruiken IP adres. Wanneer het IP adres onjuist
ingesteld wordt, kan het netwerk instorten of Internet toegang kan uitgeschakeld worden.
Memo
Wanneer u een klein netwerk maakt die alleen uit de machine en een computer bestaat, stelt
u de IP-adressen in zoals hieronder getoond (volgens RFC1918).
Voor de computer
65
IP-adres: 192.168.0.1 tot 254
Subnetmasker: 255.255.255.0
Standaard gateway> Niet gebruikt
DNS server: Niet gebruikt
Voor de machine
IP-adresinstelling: Handmatig
IP-adres: 192.168.0.1 tot 254(selecteer een andere waarde van het computer IP adres)
Subnetmasker: 255.255.255.0
Standaard gateway> 0.0.0.0
Netwerkschaal: Klein
Om in te stellen [Network Scale], kies [Device Settings] > [Admin Setup] > [Network Menu]
> [Network Setup] > [Network Setting] > [Network Scale] > [Small].
1. Bereid een L/AN kabel en hub voor.
Bereid een LAN kabel voor (categorie 5 of hoger, gedraaid paar, recht) en hub.
2. Zet de machine en computer uit.
De machine uitschakelen.
3. Bevestig de kern aan de LAN kabel.
Wind de LAN-kabel met een enkele lus op 2 tot 3 centimeter van het einde van de
kabel en bevestig vervolgens de kern aan de geluste kabel.
4. Steek een einde van de USB kabel in de netwerk interface
verbinding.
66
5. Steek het andere einde van de LAN kabel in de hub.
6. Zet de machine aan.
67
68
Aansluiten via een USB-Interface
Opmerking
USB aansluiting is standaard in de fabriek uitgeschakeld. U dient de USB-instellingsmodus te
wijzigen, voordat u met een USB-kabel deze machine op een computer aansluit. Selecteer
[AdminSetup (Beheerdersinstellingen)] - [Management (Beheer)] - [Local Interface (Lokale
Interface)] - [USB Menu (USB-Menu)] en wijzig vervolgens [USB Assignment (USB Toewijzing)]
van [IPP (IPP)] naar [Legacy (Legacy)].
1. Bereid een USB kabel voor.
Er worden geen USB-kabels meegeleverd in uw pakket. Leg een USB 2.0-kabel klaar
die u afzonderlijk hebt aangeschaft.
Memo
Wanneer u wilt verbinden in USB 2.0-hoge-Snelheidsmodus gebruikt u een hogenelheids-
USB 2.0 USB-kabel.
2. Zet de machine en computer uit.
De machine uitschakelen.
3. Steek een einde van de USB kabel in de USB interface verbinding
op de machine.
Opmerking
Plaats de USB-kabel niet in de netwerkinterfaceverbinding. Dit kan een storing
veroorzaken.
4. Steek het andere einde van de USB kabel in de USB interface
verbinding (1) op de computer.
69
Opmerking
Voor Windows, steek het andere einde van de USB kabel niet in de computer totdat een
instructie wordt weergegeven op het scherm wanneer de installatie van de driver bezig is.
70
Een telefoonlijn aansluiten
Dit deel beschrijft hoe u een telefoonlijn verbindt voor faxverzendingen. Wees er zeker van
dat u de telefoonlijn verbindt die voldoet aan uw omgeving voor het verzenden of
ontvangen van faxen.
De telefoonlijn verbinding methode varieert afhankelijk van uw omgeving. Sluit de
telefoonlijn aan die bij uw omgeving past door de afbeeldingen in deze handleiding te
raadplegen.
Plaats de telefoonlijn in de uitsparing aan het apparaat zodat het niet loshangt.
Opmerking
U kunt niet direct naar een ISDN lijn verbinden. Om te verbinden gebruik een terminale adapter
(TA) en verbindt naar de LIJN verbinding van de machine.
Verbinden met een publieke lijn (indien men alleen faxen gebruikt)
Aansluiten op de publieke lijn (indien een telefoon aansluiten op de machine).
Aansluiten op de ADSL-omgeving
De optische IP-telefoon aansluiten
Een CS-tuner of digitale televisie aansluiten
PBX, thuistelefoon of zakelijke telefoon aansluiten
Aansluiten als een extra telefoon
Verbinden met een publieke lijn (indien men alleen faxen
gebruikt)
Nr. Naam
1 Telefoon kabel
71
2 LIJN-verbinding
3 Publieke lijn (analoog)
1. Steek een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel (1) in het
LIJN-koppelstuk (2) van de machine en het andere einde op de
aansluiting van een openbare lijn (analoog) (3).
Opmerking
Steek de kabel niet per ongeluk in de TEL-verbinding.
Aansluiten op de publieke lijn (indien een telefoon
aansluiten op de machine).
Nr. Naam
1 Telefoon kabel
2 LIJN-verbinding
3 Publieke lijn (analoog)
4 Telefoonverbindingsafdekking
5 TEL koppelstuk
1. Steek een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel (1) in het
LIJN-koppelstuk (2) van de machine en het andere einde op de
aansluiting van een openbare lijn (analoog) (3).
2. Verwijder het telefoon koppelstuk deksel (4).
3. Steek de externe telefoonkabel in de TEL-connector (5) van de
72
machine.
Een telefoon die is verbonden met de machine wordt de externe telefoon genoemd.
Opmerking
Er kan maar een telefoon worden verbonden naar de machine.
Sluit de telefoon niet parallel op de machine aan. Als u de telefoon parallel met de
machine aansluit, treden de volgende problemen op, wat tot gevolg heeft dat de
machine niet goed werkt.
|Wanneer u de handset opneemt van de telefoon die is verbonden parallel terwijl de
machine een fax verzendt of ontvangt, kan de fax afbeelding corrupt worden of er
kan een communicatie fout ontstaan.
Wanneer de inkomende oproep een spraakoproep is, kan de telefoon laat rinkelen of
halverwege stoppen, en als de inkomende oproep een fax is, kan de machine niet in
staat zijn om de fax te ontvangen.
Indien u een telefoon met de fax functie verbindt, maak de fax functie onbruikbaar
(maak fax ontvangst onbruikbaar ) voor gebruik.
Memo
In het geval van een directe wederzijdse verbinding, is apart constructiewerk nodig.
Contacteer uw telefoonbedrijf.
Aansluiten op de ADSL-omgeving
73
Nr. Naam
1 Telefoon kabel
2 LIJN-verbinding
3 Publieke lijn (analoog)
4 TEL koppelstuk
5 Splitter
6 ADSL-modem
1. Steek de meegeleverde telefoonkabel (1) in die aan de ADSL
modem (6) in het LIJN koppelstuk (2) van de machine is
aangesloten.
2. Verwijder het telefoon koppelstuk deksel.
3. Steek de externe telefoonkabel in de TEL-connector (4) van de
machine.
Memo
Zet [Beltoondetectie] op [UIT] als een faxoproep mislukt.
Gebruikersinstallatie
Wanneer een faxverzending of -ontvangst faalt, stelt u [Super G3] in op [OFF].
Gebruikersinstallatie
De optische IP-telefoon aansluiten
Nr. Naam
74
1 Telefoon kabel
2 LIJN-verbinding
3 TEL koppelstuk
4 Optische IP-telefoon bijbehorende telefoon
* Plaats het in de telefoon kabel stekker.
5 LAN-kabel
6 Optische Netwerk Eenheid (ONU)
7 Optische kabel
1. Steek de meegeleverde telefoonkabel (1) in die aan de Optische IP
telefoon in het LIJN koppelstuk (2) van de machine.
2. Verwijder het telefoon koppelstuk deksel.
3. Steek de externe telefoonkabel in het TEL koppelstuk (3) van de
machine.
Memo
Zet [Beltoondetectie] op [UIT] als een faxoproep mislukt.
Gebruikersinstallatie
Wanneer een faxverzending of -ontvangst faalt, stelt u [Super G3] in op [OFF].
Gebruikersinstallatie
Een CS-tuner of digitale televisie aansluiten
Nr. Naam
1 Telefoon kabel
2 LIJN-verbinding
3 Publieke lijn (analoog)
4 TEL koppelstuk
5 CS tuner of digitale televisie
1. Plaats de bijgeleverde telefoon kabel (1) die is verbonden naar de
publieke lijn (analoog) (3) in de LIJN verbinding (2) van de
75
machine.
2. Verwijder de afdekking van de telefoon verbinding afdekking.
3. Steek de telefoonkabel (1) in die aan de CS stemmer of digitale
televisie (5) is aangesloten in het TEL koppelstuk (4) van de
machine.
PBX, thuistelefoon of zakelijke telefoon aansluiten
Nr. Naam
1 Telefoonkabel
2 LIJN-verbinding
3 Publieke lijn (analoog)
4 TEL koppelstuk
5 Besturing apparaat inclusief PBX, enz.
1. Plaats de bijgeleverde telefoon kabel (1) die is verbonden naar de
publieke lijn (analoog) (3) in de LIJN verbinding (2) van de
machine.
2. Steek de telefoonkabel (1) in die aan het controleer apparaat zoals
de PBX (5) is aangesloten in het TEL koppelstuk (4) van de
machine is aangesloten.
Memo
De huistelefoon is een simpele schakeling voor thuisgebruik, die meerdere telefoons verbindt
met een of twee telefoonlijnen, wat u in staat stelt om extensie- en deurtelefoons te
gebruiken.
Zakelijke telefoon is een eenvoudige schakelaar, die met drie of meer telefoonlijnen werkt,
waarbij vele telefoons kunnen worden gedeeld, wat u in staat stelt verlengingstelefoons te
gebruiken of telefoons voor ander doelen te gebruiken.
Aansluiten als een extra telefoon
76
Nr. Naam
1 Telefoonkabel
2 LIJN-verbinding
3 Publieke lijn (analoog)
4 Besturing apparaat inclusief PBX, enz.
1. Steek een einde van de bijgeleverde telefoon kabel (1) in de LIJN
verbinding (2) van de machine en het andere einde in een controle
apparaat zoals een PBX (4).
Memo
Wanneer u verbindt naar een PBX (privetelefooncentrale), stel de PBX lijn in naar AAN.
Faxinstelling
77
Een stuurprogramma en software op een computer
installeren
Voor het vanaf de computer gebruiken van de afdruk-, scan- en faxfuncties van dit
apparaat, moet eerst het printerstuurprogramma, scannerstuurprogramma en
faxstuurprogramma overeenkomstig uw computerversie worden geïnstalleerd.
Installeer het stuurprogramma met de "Software DVD-ROM".
Naast de stuurprogramma's uit de "Software DVD-ROM" kunt u andere software voor
hulpprogramma's installeren.
Zie het volgende over de hulpprogramma's, die op dit apparaat gebruikt kunnen worden.
Lijst van bijgesloten hulpprogramma's
Voor Windows
Sluit dit apparaat op het internet aan of sluit het met een USB-kabel op een computer aan
en start vervolgens met de installatie.
Opmerking
Controleer de status van de machine alvorens te installeren. De machine is ingeschakeld. M.b.t.
netwerkverbinding, dit apparaat is via een netwerkkabel met het netwerk verbonden en de
vereiste informatie zoals IP-adres is al ingesteld. USB aansluiting is standaard in de fabriek
uitgeschakeld. U dient de USB-instellingsmodus te wijzigen, voordat u met een USB-kabel deze
machine op een computer aansluit. Selecteer [AdminSetup (Beheerdersinstellingen)] -
[Management (Beheer)] - [Local Interface (Lokale Interface)] - [USB Menu (USB-Menu)] en
wijzig vervolgens [USB Assignment (USB Toewijzing)] van [IPP (IPP)] naar [Legacy (Legacy)]
en verbindt daarna de computer en de machine via een USB-kabel.
1. Doe de bijgevoegde "DVD-ROM Software" in de computer.
2. Wanneer [Auto Play (Automatisch Afspelen)] verschijnt klik op [Run
setup.exe (Installeer setup.exe)]
Memo
Indien het dialoogvenster [User Account Control (Gebruikersaccountbeheer)] verschijnt,
klik op [Yes (Ja)].
78
3. Selecteer in de vervolgkeuzelijst een taal.
4. Lees de licentie-overeenkomst en klik vervolgens op [Accept
(Akkoord)].
5. Lees het [Environment advice (Omgevingsadvies)] en klik
vervolgens op [Next (Volgende)].
6. Selecteer [Network(Wired/Wireless)
(Netwerk(Bekabeld/Draadloos))] of [USB (USB)] overeenkomstig
de verbindingsmethode van het apparaat en de computer en klik
vervolgens op [Next (Volgende)].
7. Selecteer de modelnaam van het apparaat en klik vervolgens op
[Next (Volgende)].
8. Klik op [Install Optional Software (Installeer Optionele Software)].
De installatie wordt gestart.
Memo
De volgende software is geïnstalleerd.
PCL6 Prinsterstuurprogramma
Scanner Driver
ActKey
Installeer software van Aangepast Installeren.
79
Software installeren
9. Zorg ervoor dat de software succesvol is geïnstalleerd en klik
vervolgens op [Complete (Voltooien)].
10. Klik op [Next (Volgende)].
11. Klik op [Exit (Stoppen)].
Voor Mac OS X
Deze paragraaf beschrijft hoe het PS printerstuurprogramma en scannerstuurprogramma
geïnstalleerd moet worden.
Zie het volgende over de installatie van hulpprogramma's.
Software installeren
Opmerking
80
USB aansluiting is standaard in de fabriek uitgeschakeld. U dient de USB-instellingsmodus te
wijzigen, voordat u met een USB-kabel deze machine op een computer aansluit. Selecteer
[AdminSetup (Beheerdersinstellingen)] - [Management (Beheer)] - [Local Interface (Lokale
Interface)] - [USB Menu (USB-Menu)] en wijzig vervolgens [USB Assignment (USB Toewijzing)]
van [IPP (IPP)] naar [Legacy (Legacy)].
Installeer het Mac OS X scannerstuurprogamma.
1. Zorg ervoor dat het apparaat en een computer zijn aangesloten en
dat het apparaat ingeschakeld is en plaats vervolgens de
meegeleverde "Software DVD-ROM" in de computer.
2. Op het bureaublad dubbelklikt u op het [OKI]-pictogram.
3. [Drivers (Stuurprogramma's)] > [Scanner (Scanner)] > Dubbelklik
[Installer for OSX10.8-10.10 (Installatieprogramma voor OSX10.8-
10.10)] of [Installer for OSX10.6-10.7 (Installatieprogramma voor
OSX10.6-10.7)] overeenkomstig uw Mac OS X versie.
4. Klik op [Continue (Ga door)].
5. Klik op [Continue (Ga door)].
6. Controleer de weergegeven inhoud en klik vervolgens op [Continue
(Doorgaan)].
7. Lees de licentie-overeenkomst en klik vervolgens op [Continue
(Doorgaan)].
8. Klik op [Agree (Akkoord)].
9. Klik op [Install (Installeren)].
Om de opslaglocatie van het stuurprogramma te wijzigen, klikt u op [Change Install
Location (Locatie installatie wijzigen)].
81
10. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en klik vervolgens
op [OK (OK)].
11. Klik op [Continue Installation (Doorgaan met installeren)].
12. Klik op [Restart (Herstarten)].
Installeer het Mac OS X printerstuurprogamma.
Na het voltooien van de installatie, druk in stap 14 een testpagina af.
1. Zorg ervoor dat het apparaat en een computer aangesloten zijn en
dat het apparaat is ingeschakeld.
2. Plaats de "Software DVD-ROM" in een computer.
3. Op het bureaublad dubbelklikt u op het [OKI]-pictogram.
4. [Drivers (Stuurprogramma's)] > [PS (PS)] > Dubbelklik [Installer
for OSX (Installatieprogramma voor OSX)].
5. Voer het beheerderswachtwoord in en klik vervolgens op [OK
(OK)].
Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
6. Selecteer [System Preferences (Systeemvoorkeuren)] in het Apple-
menu.
82
7.
Klik op [Print & Scan (Afdrukken & scannen)].
8. Klik op [+].
9. Klik op [Standaard (Default)].
10. Selecteer het apparaat en zorg ervoor dat [OKI MC873(PS)] voor
[Use (Gebruik)] verschijnt.
Naamsoorten Verschijnt in de Verbinding Methodelijst
Netwerk OKI-MC873 (laatste 6 cijfers van MAC-adres) Bonjour
USB OKI DATA CORP MC873 USB
Memo
Om de naam te wijzigen, voer een nieuwe naam in bij [Name: (Naam:)].
11. Klik op [Add(Toevoegen)].
12. Wanneer de [Installable options (Installeerbare opties)]
verschijnen, klik op [Continue (Doorgaan)].
13. Zorg ervoor dat het apparaat aan de [Printers (Printers)] wordt
toegevoegd en [OKI MC873(PS)] als [Kind (Type)] verschijnt.
83
Opmerking
Als de [OKI MC873(PS)] niet als het correcte [Kind (Type)] verschijnt, klik dan op [-] en
verwijder het apparaat uit de [Printers (Printers)] en voer vervolgens opnieuw de stappen
8 tot 12 uit.
14. Klik op [Open Print Queue… (Open de Afdrukwachtrij…)].
15. Selecteer [Print Test Page (Druk Testpagina)] vanuit het [Printers
(Afdruk)]menu.
84
Kopiëren
Basisbediening van Kopieerfuncties
Nuttige functies
Voor een betere afwerking
Kleurinstellingen
Geavanceerde Kopieerinstellingen
Beschrijvingen van Kopieerschermen
85
Basisbediening van Kopieerfuncties
Een document instellen
Papier Laden
Kopiëren
Kopiëren annuleren
Kleurmodus veranderen
Geef het Aantal Kopiëen aan
Specificeren van de papiertoevoerlade (Papiertoevoer)
Uitvoerlades wisselen
Vergrote of verkleinde kopieën maken (Zoomen)
86
Een document instellen
Dit hoofdstuk beschrijft hoe het document op deze machine in te stellen.
Een document instellen
Verschillende documentformaten kopiëren (Gemengd formaat)
87
Papier Laden
Dit hoofdstuk beschrijft papier dat in de bronnen voor papiertoevoer van het apparaat wordt
geplaatst.
Papier Laden
Instellingen Uitvoerlade
88
Kopiëren
1. Druk op [Copy (Kopiëren)] of de knop (KOPIËREN) op het
besturingspaneel.
De aanraak paneel weergave wisselt naar het kopieer bovenste scherm.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Stel de kopieerinstelling in wanneer nodig.
Nuttige functies
Voor een betere afwerking
Kleurinstellingen
Geavanceerde Kopieerinstellingen
4. Druk op de (START) knop.
Memo
U kunt een toon laten klinken wanneer het kopiëren gereed is.
Het volume aanpassen
89
Kopiëren annuleren
U kunt het kopiëren afzeggen voordat een boodschap wordt weergegeven om u te
informeren dat het kopiëren gereed is.
1. Druk op de (STOP) knop wanneer u het document scant.
90
Kleurmodus veranderen
Verandert de kleurmodus. U kunt de volgende drie kleurinstellingen gebruiken.
Kleur: Alle documenten worden full-color gekopieerd.
Mono: Alle documenten worden in zwartwit gekopieerd.
Automatisch: Deze machine detecteert de kleur van elke pagina automatisch. (Standaard)
Documenten in kleur worden full-color gekopieerd en zwartwitdocumenten in zwartwit.
Kopiëren wordt traag.
Opmerking
Wanneer [Auto] geselecteerd wordt, zullen de afdrukkleuren er in de volgende gevallen
mogelijk niet uitzien zoals u verwachtte. Stel in deze gevallen [Kleur] of [Mono] in.
Dit zijn een paar voorbeelden.
Documenten met een extreem klein gekleurd gedeelte
Donkergekleurde documenten
Lichte documenten
Gelige documenten
Documenten met gekleurde achtergrond
Memo
U kunt de criteria voor het bepalen van kleurendocumenten en zwartwit documenten vanuit de
[Device Settings (Apparateninstellingen)] > [Admin Setup (Beheerdersinstellingen)] > [Scanner
Set Up (Scaninstellingen)] > [Scanner Adjust (Scanner Aanpassen)] > [Auto Color Judge Level
(Automatisch Kleuren Bepalings Niveau)].
Scannerinstellingen
1. Druk op [Kopiëren] of de knop (KOPIËREN).
2. Plaats een document in de ADF of op de glasplaat.
3. Druk op [Color Mode (Kleurmodus)] op het [Basic (Basis)]
of[Image settings (afbeeldings instell)] tabblad.
4. Selecteer een kleurenmodus.
5. Druk op de (START)-knop.
91
92
Geef het Aantal Kopiëen aan
U kunt het aantal kopieën specificeren om meerdere kopieën te maken.
1. Druk op [Copy] of de [COPY] knop
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Voer het aantal kopieën in via gebruik van het 10-toetsenbord of
de 10-toetsen knop.
Memo
U kunt het aantal exemplaren van 1 tot 999 invoeren.
Wanneer u een onjuiste waarde invoert, druk op de (CLEAR) knop, en voer dan de
juiste waarde in.
4. Druk op de (START) knop.
Verbonden
Iedere set in paginavolgorde sorteren (Sorteren)
93
Specificeren van de papiertoevoerlade (Papiertoevoer)
Instellen van Papiertoevoerlade op Lade 1/Lade 2/Lade 3/Lade 4
Gebruiken van de MP (Meerdere-Doelen) Lade
Instellen van Papiertoevoerlade op Lade 1/Lade 2/Lade
3/Lade 4
1. Druk op [Copy] of de [COPY] knop
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Paper Feed] op het [Copy] of [Basic] label.
Memo
Alternatief, kunt u deze instelling instellen vanaf [Function Settings].
4. Kies een lade, en druk dan op [OK].
94
5.
Druk op de (START) knop.
Memo
Om de MP (Multi-Purpose) lade te gebruiken waarbij [Paper Feed] is ingesteld naar [Auto],
druk op [Device Settings], en kies dan [Paper Setup] > [Select Tray] > [Copy] > [MP Tray]
> [ON] of [ON(Prior)].
[Tray 2 (Lade 2)]/[Tray 3 (Lade 3)]/[Tray 4 (Lade 4)] worden alleen getoond als de optionele
lade-eenheden geïnstalleerd zijn.
Als de [Paper Feed (Papiertoevoer)] op [Auto (Automatisch)] is ingesteld kunt u een
papierlade selecteren waarin A3, A4 , A4 , A5 , A5 , A6 , B4, B5 , B5 , Tabloid,
Letter , Letter , Legal13/13.5/14, Executive , Statement , Statement , Folio, of 8.5
SQ papier geplaatst kan worden. Selecteer de papierlade in de [Paper Feed
(Papiertoevoer)]instelling om een andere papierafmeting te kiezen.
Gebruiken van de MP (Meerdere-Doelen) Lade
1. Druk op [Copy] of de [COPY] knop
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Paper Feed] op het [Copy] of [Basic] label.
Memo
Alternatief, kunt u deze instelling instellen vanaf [Function Settings].
4. Kies [MP Tray], en druk dan op [OK].
95
5. Laden papier in de MP lade.
Papier Laden
6. Druk op de (START) knop.
7. Controleer de boodschap, en druk dan op [Start].
8. Druk op [OK].
96
Uitvoerlades wisselen
Uitvoerlades wisselen voor af te drukken papier.
Opmerking
Controleer of de achterste uitvoerlade aan de achterzijde van de machine gesloten is.
Als de achterste uitvoerlade geopend is, wordt het papier altijd uitgevoerd via de achterste
uitvoerlade.
Memo
De standaardinstelling voor de uitvoerlade kan gewijzigd worden in [Device Settings
(Apparaatinstellingen)] > [Paper Setup (Papierinstellingen)] > [Output Tray (Uitvoerlade)] >
[Copy (Kopiëren)].
Wanneer er papier blijft liggen in de bovenste uitvoerlade, begint de LED te knipperen.
Om het waarschuwingslampje niet te laten knipperen vanuit [Device Settings
(Apparateninstelling)] > [Admin Setup (Beheerdersinstellingen)] > [Management (Beheer)]
> [System Setup (Systeeminstellingen)] > Instellen op [Enable (Inschakelen)] voor [Near
Life LED (Bijna Op LED)].
1. Druk op [Kopiëren] of de knop (KOPIËREN).
2. Plaats een document in de ADF of op de glasplaat.
3. Druk op [Uitvoerlade] op het tabblad [Basis].
4. Selecteer een uitvoerlade.
5. Druk op de (START)-knop.
97
Vergrote of verkleinde kopieën maken (Zoomen)
Opmerking
U kunt [Auto] alleen gebruiken bij het kopiëren op papier met het volgende formaat: A3, A4 ,
A4 , A5 , A5 , A6 , B4, B5 , B5 , Tabloid, Letter , Letter , Legal 13/13,5/14,
Executive , Statement , Statement , Folio of 8,5 vierkant.
1. Druk op [Copy] of de [COPY] knop
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Zoom] op het [Copy] of [Basic] label.
Memo
Alternatief, kunt u deze instelling instellen vanaf [Function Settings].
4. Stelt de zoom ratio in.
Wanneer u gebruikt [Auto]
Kies [Auto], en druk dan op [OK].
Wanneer u een vooraf ingestelde zoom ratio kiest.
Kies een zoom waarde, en druk dan op [OK].
Beschikbare ratio-instellingen.
Om een andere zoomfactor in te stellen
Druk op [Verkleinen] of [Vergroten].
Specificeer een zoomfactor.
98
Memo
Wanneer [Fit to page(98%)] is gekozen en de grootte van het document en het apier
hetzelfde zijn, wordt het document gereduceerd om op het papier te passen.
Wanneer u de zoom ratio instelling gebruikt met het 10-toetsenbord.
Voer de zoom ratio in vanaf 25 tot 400% via gebruik van het 10-toetsenbord of
drukken op het aanraak paneel, en druk dan op [OK].
Memo
U kunt de ratio in eenheden van 1% instellen.
Wanneer u een onjuiste waarde invoert, druk op de (CLEAR) knop, en voer dan de
juiste waarde in.
Bij het instellen van verschillende zoomfactors voor de verticale en horizontale assen
Druk op [Aangepast].
Geef de zoompercentages voor de verticale en horizontale assen op.
Voer het zoompercentage van 25 tot 400% in door het 10-cijferige toetsenbord te
gebruiken of druk op op het aanraakpaneel en druk vervolgens op [OK
(OK)].
Memo
Als u verschillende zoompercentages voor verticale en horizontale assen instelt, moet u
de toevoerlade opgeven.
U kunt een factor instellen in eenheden van 1%.
Wanneer u een incorrecte waarde heeft ingevoerd, drukt u op de knop (WISSEN) en
voert u vervolgens de correcte waarde in.
5. Druk op de (START) knop.
Memo
Wanneer [Paper Feed] is ingesteld naar [Auto], wordt [Zoom] automatisch ingesteld naar
[100%]. Om een andere ratio te kiezen, stel [Paper Tray] in, en stel dan [Zoom] in.
Wanneer [Paper Feed] is ingesteld naar [Auto], wordt de papier lade automatisch gekozen
volgens de gekozen zoom ratio. Om een specifieke papier lade te gebruiken, herstel
nogmaals [Paper Feed].
Zelfs als de [Paper Feed (Papiertoevoer)] op [Auto (Automatisch)] is ingesteld, kunt u geen
andere papierlade selecteren waarin u papier plaatst dan A3, A4 , A4 , A5 , A5 , A6
, B4, B5 , B5 , Tabloid, Letter , Letter , Legal13/13.5/14, Executive , Statement
, Statement , Folio, of 8.5 SQ. In dit geval geef het vanuit de [Paper Feed (Papiertoevoer)]
op.
99
Wanneer [Paper Feed] is ingesteld naar [Auto], wordt de [Paper Feed] instelling automatisch
veranderd via instelling van [Zoom] naar [Auto]. Een boodschap wordt weergegeven op het
aanraak paneel om u te informeren dat de instelling is veranderd.
100
Nuttige functies
Dit hoofdstuk beschrijft diverse kopieerinstellingen zoals N-in-1 en dubbelzijdig afdrukken.
Memo
Instellingen op het bovenste kopieerscherm zijn tijdelijk ingeschakeld. Selecteer [Device Settings
(Apparateninstellingen)] > [Admin Setup (Beheerdersinstellingen)] > [Copy Setup
(Kopieerinstellingen)] > [Default Settings (Standaardinstellingen)] om de standaard instellingen
te wijzigen.
Kopieerinstellingen
Printen op beide zijden van het papier (Duplex Kopie)
Meerdere pagina's op één vel papier combineren (N-in-1)
Het scanformaat (Scanformaat) wijzigen
Iedere set in paginavolgorde sorteren (Sorteren)
Continu scanmodus inschakelen (Continu scannen)
Verschillende documentformaten kopiëren (Gemengd formaat)
Kopieerinstellingen resetten (Reset)
Een instelling annuleren
De documentrichting instellen 8Richting)
Onderbreking van de Huidige Taak om een Kopieertaak Uit Te Voeren.
101
Printen op beide zijden van het papier (Duplex Kopie)
Beschikbare afdrukmethodes
Opmerking
Gebruik gewoon papier van standaard grootte. Gebruik van papier anders dan papier van
standaard grootte kan papier obstructies veroorzaken.
Papier Laden
Om een document in uw oriëntatie van voorkeur te kopiëren, specificeer van te voren de
oriëntatie in [Direction].
De documentrichting instellen 8Richting)
1. Druk op [Copy] of de [COPY] knop
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
Memo
Bij het dubbelzijdig afdrukken van documenten op beide zijden van het papier of op
één zijde, plaats de documenten in de ADF.
Bij het maken van dubbelzijdige kopiëen van enkelzijdige documenten via de glasplaat
wordt de Doorlopende Scanmodus automatisch ingeschakeld. Volg de instructies op
het scherm.
Continu scanmodus inschakelen (Continu scannen)
3. Druk op [Duplex Copy] op het [Copy] of [Basic] label.
Memo
Alternatief, kunt u deze instelling instellen vanaf [Function Settings].
102
4. Kies een duplex kopieer methode.
Memo
Om simplex kopieën te maken zodat elk van de voor- en achterzijden van een duplex
document kan worden gekopieerd op één zijde van verschillende vellen papier kiest u [2
1].
5. Kies een bind methode.
6. Om de document oriëntatie te wijzigen, druk op [Change].
De documentrichting instellen 8Richting)
7. Druk op [OK].
8. Druk op de (START) knop.
103
Verbonden
U kunt veranderen andere kopieer instellingen.
Nuttige functies
Voor een betere afwerking
Kleurinstellingen
Geavanceerde Kopieerinstellingen
Het wordt aanbevolen om een marge in te stellen wanneer u wilt nieten of gaten wilt maken
in duplex kopieën.
Instellen Marges (Marge)
Beschikbare afdrukmethodes
Simplex document Duplex kopieën met de lange hoek
gebonden
Simplex document Duplex kopieën met de korte hoek
gebonden
Duplex documenten Duplex kopieën met de lange hoek
gebonden of de korte hoek gebonden.
Plaats een document in de ADF.
Duplex kopieën met de lange hoek gebonden Simplex
kopieën
Plaats een document in de ADF.
104
Duplex kopieën met de korte hoek gebonden Simplex
kopieën
Plaats een document in de ADF.
105
Meerdere pagina's op één vel papier combineren (N-in-
1)
Print Methodes Die Kunnen worden Ingesteld
U kunt twee, vier of acht pagina's van een document op één zijde van een vel papier
kopiëren.
Het tegelijkertijd instellen op [Duplex Copy (Dubbelzijdig Kopiëren)] kan meer vellen papier
besparen.
Opmerking
Om een document in uw oriëntatie van voorkeur te kopiëren, specificeer van te voren de
oriëntatie in [Direction].
De documentrichting instellen 8Richting)
Wanneer [N-in-1] is ingeschakeld, is [Zoom] automatisch ingesteld naar [Auto]. Om een
zoom tarief te specificeren, zet [N-in-1], en dan [Zoom].
Vergrote of verkleinde kopieën maken (Zoomen)
Een deel van het document kan niet gekopieerd worden afhankelijk van de papier afmeting,
document afmeting of gespecificeerd tarief.
Als [N-in-1 (N-in-1)] is ingeschakeld, kunt u geen [Auto (Automatisch)] voor de
papiertoevoerbron selecteren. Selecteer de te gebruiken papierlade.
1. Druk op [Copy] of de [COPY] knop
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
Memo
Wanneer u de document glasplaat gebruikt, wordt Continu Scannen automatisch
ingeschakeld. Volg de instructies op het scherm.
Ononderbroken Scan modus geeft de gelegenheid u om veelvoudige documenten in
een keer te kopiëren. U kunt zowel de ADF en de document glasplaat gebruiken voor
het kopiëren van meerdere documenten als een enkele taak.
Continu scanmodus inschakelen (Continu scannen)
3. Druk op [N-in-1] op het [Copy] of [Basic] label.
Memo
Alternatief, kunt u deze instelling instellen vanaf [Function Settings].
106
4. Kies een N-in-1 methode.
5. Kies een layout.
6. Om de document oriëntatie te wijzigen, druk op [Change].
De documentrichting instellen 8Richting)
7. Verander andere instellingen wanneer nodig, en klik dan op [OK].
107
8.
Druk op de (START) knop.
Print Methodes Die Kunnen worden Ingesteld
Twee vellen Een zijde van een vel
Vier vellen Een zijde van een vel
Verticaal
Horizontaal
Acht vellen Eén zijde van een vel
Verticaal
Horizontaal
108
109
Het scanformaat (Scanformaat) wijzigen
U kunt het geschikte formaat selecteren voor het te scannen document.
1. Druk op [Copy] of de [COPY] knop
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Scan Size (Scanformaat)] op het tabblad [Basic (Basis)].
Memo
Alternatief, kunt u deze instelling instellen vanaf [Function Settings].
4. Kies een grootte.
Memo
Zowel de ADF als de glasplaat detecteert de volgende papierformaten automatisch.
Basis Formaten die gedetecteerd worden
AB A3, A4 , A4 , A5 , A5 , A6 , B4, B5 , B5 , Folio
Letter Tabloid, Letter , Letter , Legal 14, Executive , Statement
* Als Legal14 in de Letter series wordt opgespoord dan wordt de waarde tussen Legal13,
Legal13.5 en Legal14 die gespecificeerd zijn in [Device Settings (Apparaten Instellingen)]
> [Admin Setuo (Admin Instellingen)] > [Scanner Setup (Scanner Instellingen)] >
[Default Settings (Standaard Instellingen)] > [Auto Detect Scan Size (Auto detect Scan
Afmeting)] > [Legal Size (Legal Afmeting)] als Scan Afmeting ingesteld.
Als het apparaat niet het documentformaat met de scanafmetingsinstelling, die op
[Auto (Automatisch)] is ingesteld, kan detecteren, verschijnt bij het drukken op de
startknop het scherm voor het selecteren van de scanafmeting.
110
5. Druk op de (START) knop.
111
Iedere set in paginavolgorde sorteren (Sorteren)
De soort functie wordt de gelegenheid door fabriek standaard waarde gegeven.
1. Druk op [Copy] of de [COPY] knop
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
Memo
Continu Scan modus stelt u in staat om meerdere documenten in een keer te kopiëren.
U kunt zowel de ADF en de document glasplaat gebruiken voor het kopiëren van
meerdere documenten als een enkele taak.
Continu scanmodus inschakelen (Continu scannen)
3. Controleer of [Sort (Sorteren)] op het [Advanced (Geavanceerde)]
tabblad op [ON (AAN)] is ingesteld.
Memo
Drukken op [Sort] schakelt tussen [ON] en [OFF].
4. Voer het aantal kopieën in.
5. Druk op de (START) knop.
112
Continu scanmodus inschakelen (Continu scannen)
Deze functie is handig bij het kopiëren van meerdere boeken.
Om meerdere set van documenten te scannen en kopieën als een enkele taak te maken,
schakel de Continu Scannen modus in. De modus is nuttig wanneer u gebruikt de [Sort],
[N-in-1], of [Duplex Copy] functie.
In Continu Scannen modus, kunt u uw documenten kopiëren vanaf de ADF, document
glasplaat, of vanaf beide.
Iedere set in paginavolgorde sorteren (Sorteren)
Meerdere pagina's op één vel papier combineren (N-in-1)
Kopiëren annuleren
1. Druk op [Copy] of de [COPY] knop
2. Plaats de eerste pagina van een document in de ADF of op de
glasplaat.
Memo
Wanneer u N-in-1 en/of duplex kopieën maakt met gebruik van de document glasplaat,
wordt het {Please set next document] scherm weergegeven na het scannen van de
documenten zelfs als [Continuous Scan] is ingesteld naar [OFF].
3. Druk op [Continue scan] op het tabblad [Geavanceerd].
[Continuous Scan] is ingesteld naar [ON].
Memo
Drukken op [Continuous Scan] schakelt tussen [ON] en [OFF].
4. Voer het aantal kopieën in via gebruik van het 10-toetsenbord.
5. Druk op de (START) knop.
6. Wanneer het [Please set next document.] scherm wordt
weergegeven, plaats het volgende document in de ADF of op de
document glasplaat.
113
Opmerking
Wanneer u het volgende document op een andere plaats invoert, zorg er dan voor dat u
het vorige document verwijdert van de plaats die u daarvoor heeft gebruikt.
7. Druk op [Start Scan].
8. Wanneer het scannen van alle sets van de documenten gereed is,
druk op [Scan Complete].
Memo
Als u op [Scan Complete (Scan Voltooid)] drukt na het scannen van alle documenten met
meerdere kopiëen (2 of meer) ingesteld op [Copies (Kopiëen)] worden de resterende
kopiëen gekopieerd.
114
Verschillende documentformaten kopiëren (Gemengd
formaat)
U kunt meerdere documenten plaatsen met dezelfde breedte maar verschillende lengte in de
ADF zodat zij kunnen worden gekopieerd op hun respectievelijke papier groottes.
Opmerking
U kunt alleen voor de volgende combinaties de functie Gemengde grootte gebruiken.
Geef de afmeting van de grotere documenten voor de documentafmeting op.
Kleine Afmeting Grote Afmeting Opmerkingen
A4 A3
A4 Folio
A5 A4 *
B5 B4 *
Letter Legal 13
Letter Legal 13,5
Letter Legal 14
Letter Tabloid
Statement Letter *
* Uitsluitend beschikbaar voor enkelzijdig scannen en enkelzijdig afdrukken.
Wanneer [Mixed Size] is ingeschakeld, kan [Paper Feed] niet worden gekozen. De papier
lade die overeenkomt met het document wordt automatisch gekozen voor aanvoer van
papier.
[Mixed Size] is alleen beschikbaar wanneer [Zoom] is ingesteld naar [98% Fit to page] of
[100%].
U kunt niet instellen [Edge Erase] en [Mixed Size] op hetzelfde moment.
Om meerdere vellen papier te gebruiken, druk op [Device Settings (Apparaatinstellingen)],
en selecteer vervolgens [Paper Setup (Papierinstellingen)] > [Select Tray (Selecteer Lade)]
> [Copy (Kopiëren)] om de [MP tray (MP lade)] in te schakelen.
Wanneer u de MP lade gebruikt, laad papier in de MP lade, en weergeef dan het [Mixed Size]
menu.
Memo
In deze sectie wordt een voorbeeld besproken van A3 geplaatst in lade 1 en A4 geplaatst in
de MP-lade.
1. Plaats A3-papier in lade 1 en plaatst vervolgens papier van het
formaat A4 in de MP-lade.
2. Stel de regelschijf voor papierafmetingen van LADE 1 op [A3] in.
Memo
U kunt alleen standaard papier gebruiken voor deze functie.
115
3. Druk op [Device Settings].
4. Druk op [Paper Setup].
5. Druk op [MP-lade] en [Papierformaat] en selecteer vervolgens
[A4].
6. Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
7. Druk op [Copy] of de [COPY] knop
8. Plaats een document dat een mengeling is van de formaten A3 en
A4 in de ADF.
Papier Laden
9. Druk op [Mixed Size] op het [Advanced] label.
[Mixed Size] is ingesteld naar [ON].
Memo
Drukken op [Mixed Size] schakelt tussen [ON] en [OFF].
116
10.
Controleer dat de volgende instellingen worden weergegeven op
het kopieer start scherm.
[Gemengd formaat]: AAN
[Papierinvoer]: Auto
[Zoomen]: 100%
[Scanformaat]: Auto
11. Voer het aantal kopieën in via gebruik van het 10-toetsenbord
wanneer nodig.
12. Druk op de (START) knop.
Opmerking
Wanneer de Verschillende Afmetingenfunctie wordt gebruikt let dan op de inbinding positie van
dubbelzijdige documenten.
Bij het kopiëren van tweezijdige documenten van verschillend formaat moet u de bindpositie
voor de grotere documenten specificeren en kleine documenten binden in dezelfde richting als
de grotere documenten. (Hun binding posities kunnen niet hetzelfde zijn.)
Voorbeeld 1: Voor A3/A4
Voor A3-documenten aan de lange zijde te binden en instellen om A4-documenten met
de korte kant te binden. (Bij het plaatsen in de ADF, zorg ervoor dat de documenten, dat
de binding posities worden af gestemd op de boven- of onderkant van de ADF.)
Voor A3-documenten met korte zijde te binden, en de A4-documenten met de lange
zijde te binden. (Bij het plaatsen in de ADF, zorg ervoor dat de documenten ofwel rechts
of links strak in de ADF liggen.)
Voorbeeld 2: M.b.t. Legal/Letter
Bij Legal documenten met de lange zijde, stel je de Letter documenten ook op de lange
zijde in. (Bij het plaatsen in de ADF, zorg ervoor dat de documenten, dat de binding
posities worden af gestemd op de boven- of onderkant van de ADF.)
Bij Legal documenten met de korte zijde, stel je de Letter documenten ook op de korte
zijde in. (Bij het plaatsen in de ADF, zorg ervoor dat de documenten ofwel rechts of links
strak in de ADF liggen.)
117
Kopieerinstellingen resetten (Reset)
U kunt de kopieerfunctie herstellen naar de standaardinstellingen die u veranderde op de
volgende manieren.
Automatisch resetten
Wanneer u geen bewerking uitvoert voor een bepaalde periode, worden alle kopieer
instellingen voor uw kopieertaak hersteld naar hun standaardinstellingen. De auto reset
tijd is tot 3 minuten door fabriek standaard waarde gezet.
Memo
De automatische terugzettijd kan in de [Device Settings (Apparaatinstellingen)] > [Admin Setup(
Beheerdersinstellingen)] > [Device Management (Apparaatbeheer)] > [Screen Auto Reset
(Scherm Automatisch Resetten)] > [Reset Time (Tijd Resetten)] worden gewijzigd.
[Reset (Resetten)] gebruiken op het Aanraakpaneel
Bij het drukken op [Reset (Resetten)] op het bovenste scherm voor kopiëren of op elk
scherm, worden de instellingen voor uw kopieertaak op de standaardinstellingen
ingesteld.
Memo
Als het kopiëren is voltooid, druk op [Reset (Resetten)] om de standaardinstellingen voor de
volgende gebruiker te resetten.
118
Een instelling annuleren
Wanneer u meerdere kopieer functies instelt op hetzelfde moment, kunt u niet instaat zijn
om deze functies te gebruiken afhankelijk van de combinatie. In dit geval, wordt een
boodschap weergegeven.
Bijvoorbeeld, wanneer [Margin] is gespecificeerd, kunnen [N-in-1] en [Repeat] niet worden
ingesteld.
Beëindig de instelling van een functie met lage prioriteit tussen degenen die worden
weergegeven in de boodschap, en stel dan de functie in die u weer wilt gebruiken.
Om een instelling te beëindigen van elke functie, herstel de instelling naar de standaard
instelling.
Memo
Wanneer u de standaard waarde heeft veranderd vanaf de fabriek standaard instelling, kies de
gewijzigde standaard waarde.
Instelling Admin
1. Kies een functie om te beëindigen op elk label op het bovenste
kopieer scherm of vanaf [Function Settings].
2. Stel de standaard instelling nogmaals in.
119
De documentrichting instellen 8Richting)
U kunt [Bovenzijde boven] of [Bovenzijde links] als documentoriëntatie selecteren. Geeft de
juiste oriëntatie op om het gewenste kopieerresultaat te bereiken.
1. Druk op [Copy] of de [COPY] knop
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Direction] op het [Copy] of [Basic] label.
Memo
Alternatief, kunt u deze instelling instellen vanaf [Function Settings].
4. Kies de document oriëntatie, en klik dan op [OK].
Memo
Wanneer u drukt op [Cancel], gaat het scherm terug naar het vorige scherm zonder de
wijzigingen op te slaan.
5. Druk op de (START) knop.
120
121
Onderbreking van de Huidige Taak om een Kopieertaak
Uit Te Voeren.
Volg onderstaande procedure om het kopiëren te onderbreken:
1. Druk [Device Settings (Apparaatinstellingen)] op het
aanraakpaneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk vervolgens
op [OK (OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [Copy Setup (Kopieerinstellingen)].
5. Druk op [Interrupt (Onderbreken)] en zorg ervoor dat [Interrupt
(Onderbreken)] op [Enable (Inschakelen)] is ingesteld.
6. Druk op (Start) tijdens het printen en u kunt de huidige taak
onderbreken om een nieuw document te kopiëren.
122
Voor een betere afwerking
De dichtheid aanpassen (Dichtheid)
Selecteren van het Documenttype (Documenttype)
Specificeren van de scanresolutie (Resolutie)
Een document met een gekleurde achtergrond duidelijk kopiëren
(Achtergrondverwijdering)
Schaduwranden wissen (Rand wissen)
Schaduwranden wissen (centrum wissen)
Verwijderen buitenkant document (Buitenkantverwijdering)
Doorzichtige gedeelten verwijderen (Verwijderen doorzichtig)
123
De dichtheid aanpassen (Dichtheid)
U kunt de kopieerdichtheid in zeven niveaus instellen.
1. Druk op [Copy] of de [COPY] knop
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Dichtheid] in het scherm [Afbeeldingsinstellingen] op het
tabblad [Afbeeldingsinstellingen].
4. Kies de dichtheid.
Memo
[0] is de standaardwaarde. Om de dichtheid te verhogen, kies [+1], [+2], of [+3]
(donkerste). Om de dichtheid te verlagen, kies [-1], [-2], of [-3] (lichtste).
5. Druk op de (START) knop.
124
Selecteren van het Documenttype (Documenttype)
U kunt een document type kiezen vanaf [Text], [Text&Photo], [Photo], of [Photo (Glossy)]
om kopieën te maken op de meest geschikte kwaliteit.
Opmerking
Wanneer u kiest [Text], kan de grijswaarde worden gereduceerd afhankelijk van het
document.
Wanneer u kiest [Photo] of [Photo (Glossy)], kunnen fijne teksten of lijnen vervagen
afhankelijk van het document.
Wanneer uk iest [Photo (Glossy)], kunnen afbeeldingen helder worden.
1. Druk op [Copy] of de [COPY] knop
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Documenttype] in het scherm [Afbeeldingsinstellingen] op
het tabblad [Afbeeldingsinstellingen].
4. Selecteer een document type.
Memo
[Tekst]: Stel in wanneer u een tekstdocument kopieert.
[Text&Photo]: Stel in wanneer u een document met tekst en foto's kopieert. De goed
uitgebalanceerde tekst en foto worden weergegeven op een afbeelding.
[Foto]: Stel in wanneer u foto's en grafische documenten kopieert. Afbeeldingen
worden gereproduceerd met de focus op grijswaarden.
[Foto (Glanz.)]: Instelling voor het kopiëren van een glanzende foto of
fotodocumenten, die op glanzend inkjet papier zijn afgedrukt. Afbeeldingen worden
gereproduceerd, waarbij geconcentreerd wordt op grijstingen in verband met de
glans.
125
5. Druk op de (START) knop.
126
Specificeren van de scanresolutie (Resolutie)
U kunt de resolutie veranderen om een document te scannen.
1. Druk op [Copy] of de [COPY] knop
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Resolutie] op het tabblad [Afbeeldingsinstellingen].
4. Kies een resolutie.
Memo
De resolutie-instellingen zijn uitsluitend beschikbaar als de kleurmodus op
"Automatisch" of "Kleur" zijn ingesteld.
Als u [ExtraFine (ExtraFijn)] selecteert, zal de beeldkwaliteit en het grijsniveau van de
fijne lijnen of van de kleine letters verbeteren.
5. Druk op de (START) knop.
127
Een document met een gekleurde achtergrond duidelijk
kopiëren (Achtergrondverwijdering)
Om een niveau van de verwijdering van het document aan te passen, kunt u Auto, UIT of
aanpassen selecteren op zes niveaus.
Wanneer u kiest [Auto], wordt de achtergrond automatisch verwijderd op een niveau dat
past bij het document.
Opmerking
Als er een grote waarde wordt ingesteld voor de achtergrondverwijdering, is het mogelijk dat
smalle lijnen, teksten of lichte kleuren niet worden weergegeven op het document.
In de volgende gevallen kan de achtergrondkleur mogelijk niet goed gedetecteerd en
geëlimineerd worden.
Wanneer een document met een ongewoon formaat wordt geladen
Wanneer een document wordt geladen waarvan de voorrand gevouwen is
Wanneer een document waarvan de voorrand ontbreekt of een scheef document wordt
geladen
Wanneer een document geladen wordt waar een gat in zit dichtbij de voorrand
Wanneer een geplaatst document niet met de papiergeleider op de glasplaat op zijn plek
gehouden wordt
1. Druk op [Copy] of de [COPY] knop
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Achtergrondverwijdering] in het scherm
[Afbeeldingsinstellingen] op het tabblad [Afbeeldingsinstellingen].
4. Kies een waarde.
128
Memo
[3] voor [Background removal (Achtergrondverwijdering)] is het standaardniveau. Om een
niveau te verhogen m.b.t. documentachtergrond, selecteert u [4], [5],of [6]. Om een
niveau van de verwijdering van de achtergrond van het document te verkleinen selecteert
u [2], [1] of [UIT].
5. Druk op de (START) knop.
129
Schaduwranden wissen (Rand wissen)
Wanneer u een document kopieert met de document glasplaat geopend of wanneer u een
boek kopieert, kan er een zwarte schaduw verschijnen rond de hoeken op de geprinte
kopie. Deze functie stelt u in staat om de zwarte schaduw te verwijderen.
1. Druk op [Copy] of de [COPY] knop
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Hoekverwijdering] op het tabblad
[Afbeeldingsinstellingen].
4. Voer een waarde in vanaf 2 tot 50 mm (0.1 tot 2.0 inches) in
[Width] via gebruik van het 10-toetsenbord of via drukken op
en , en druk dan op [OK]
5. Druk op de (START) knop.
130
Schaduwranden wissen (centrum wissen)
Bij het kopiëren van documenten met de klep van de slagplaat open, of het kopiëren van
een boek of tijdschrift, kunnen er schaduwlijnen op de afdrukken verschijnen.
U kunt de schaduwlijnen van de afdrukken verwijderen.
1. Druk op [Kopiëren] of de knop (KOPIËREN).
2. Plaats een document met de tekst naar onder op de glasplaat.
3. Druk op [Centrumverwijdering] op het tabblad
[Afbeeldingsinstellingen].
4. Voer een waarde van 1 tot 50 mm in (0.1 tot 2.0 inches) voor de
[Width (Breedte)] door het 10-cijferige toetsenbord te gebruiken
of door op en , en druk vervolgens op [OK (OK)].
5. Druk op de (START)-knop.
131
132
Verwijderen buitenkant document
(Buitenkantverwijdering)
Wanneer u een dik document als een boek kopieert op de glasplaat, dan zorgt de ruimte
tussen de glasplaat en de klep ervoor dat de buitenkant van het document zo donker als
een schaduw is. De functie Buitenkantverwijdering verwijdert de buitenkant van de
documenten.
Buitenkantverwijdering wordt ingesteld.
Buitenkantverwijdering wordt ingesteld op UIT.
Opmerking
Bij het kopiëren van documenten vanuit de ADF of wanneer de klep van de ADF of glasplaat
stevig gesloten is, wordt deze functie uitgeschakeld.
Pas handmatig de achtergrondverwijdering toe, als de functie is ingeschakeld. De functie
Automatische Achtergrondverwijdering is uitgeschakeld. Niveau 3 wordt toegepast als de
Achtergrondverwijdering op Automatisch is ingesteld.
Bij het kopiëren van documenten met schuine strepen of ingewikkelde vormen, wordt de
grens tussen document en buitenkant mogelijk niet juist gedetecteerd.
1. Druk op [Kopiëren] of de knop (KOPIËREN).
2. Plaats een document met de tekst naar onder op de glasplaat.
Opmerking
Gebruik de functie niet onder licht. Het is mogelijk dat schaduwen niet succesvol
worden verwijderd.
Zet de klep van de ADF of glasplaat wijd open.
Als de klep van de ADF of de glasplaat niet ver genoeg opengaat, wordt de grens
tussen het document en de buitenkant mogelijk niet goed gedetecteerd.
Er wordt bij het kopiëren een fel licht uitgestraald. Kijk niet direct naar het oppervlak
van de gasplaat.
3. Druk op [Buitenkantverwijdering] op het tabblad
[Afbeeldingsinstellingen].
133
4. Voer een waarde van 1 tot 5 [Range Adjustment
(Aanpassingswaarden)] in door het 10-cijferige toetsenbord te
gebruiken of door op en , en druk vervolgens op [OK (OK)].
Als het standaardniveau (3) niet de gewenste resultaten levert, pas de criteria dan aan
in de volgende stappen.
Als de buitenkant van het document niet verwijderd wordt, zet de waarden van de
criteria dan hoger.
Als zwarte gedeelten binnen document verwijderd worden, zet de waarden van de
criteria dan lager.
5. Druk op de (START)-knop.
134
Doorzichtige gedeelten verwijderen (Verwijderen
doorzichtig)
Verwijderen doorzichtig verwijdert de tekst die doorschijnt van de achterzijde. U kunt het
verwijderingsniveau instellen op UIT, Laag, Gemiddeld of Hoog.
Opmerking
Deze functie wordt alleen ingeschakeld als de [Background Removal (Verwijder
Achtergrond)] op [Auto (Automatisch)] is ingesteld.
Deze functie wordt alleen ingeschakeld als het [Document Type (Documentsoort)] op [Text
(Tekst)] of [Text&Photo (Tekst en Foto)] is ingesteld.
1. Druk op [Copy] of de [COPY] knop
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Show-Thr. Rem. (Verwijderen schijnt door)] op het
scherm voor [Image Setting (Afbeeldingsinstellingen)] op het
tabblad voor [Image settings (afbeeldings instell)].
4. Kies een waarde.
Memo
De standaardinstelling is [Gemiddeld].
Als lichte kleuren slecht te zien zijn bij Gemiddeld (standaardwaarde), stel dan [Laag]
in (de doorschijnende tekst zal mogelijk niet volledig verwijderd worden).
Als de doorschijnende tekst niet volledig verwijderd wordt bij Gemiddeld
(standaardwaarde), stel dan [Hoog] is (lichte kleuren zullen mogelijk niet meer
zichtbaar zijn).
Zet het op [UIT] voor documenten die maar op één zijde afgedrukt worden of bij het
135
reproduceren van erg lichte kleuren. (Voor documenten die op twee zijden afgedrukt
worden, blijft er tekst doorschijnen.)
5. Druk op de (START) knop.
136
Kleurinstellingen
Het contrast bijstellen (contrast)
Toon van kleurenkopieën aanpassen
Verzadiging aanpassen
RGB aanpassen
137
Het contrast bijstellen (contrast)
Verschillen tussen heldere en donkere paragrafen op een document wordt geregeld door
beelden te maken en teksten gemakkelijker om te bekijken en te lezen.
1. Druk op [Copy] of de [COPY] knop
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Contrast] in het scherm [Afbeeldingsinstellingen] op het
tabblad [Afbeeldingsinstellingen].
4. Kies een waarde.
5. Druk op de (START) knop.
138
Toon van kleurenkopieën aanpassen
Rood/groen balans aanpassen. Roodachtig: Versterk rood. Groenig: Versterk groen.
1. Druk op [Kopiëren] of de knop (KOPIËREN).
2. Druk op [Afbeeldingsinstellingen] op het tabblad
[Afbeeldingsinstellingen].
3. Druk op [Tint].
4. Selecteer een waarde.
5. Druk op de (START)-knop.
139
Verzadiging aanpassen
Verzadigingsinstellingen. Levendig: Verbeter de afbeeldingsscherpte. Licht: Demp kleur.
1. Druk op [Kopiëren] of de knop (KOPIËREN).
2. Druk op [Afbeeldingsinstellingen] op het tabblad
[Afbeeldingsinstellingen].
3. Druk op [Verzadiging].
4. Selecteer een waarde.
5. Druk op de (START)-knop.
140
RGB aanpassen
De RGB contrastinstellingen aanpassen.
1. Druk op [Kopiëren] of de knop (KOPIËREN).
2. Druk op [Afbeeldingsinstellingen] op het tabblad
[Afbeeldingsinstellingen].
3. Druk op [RGB].
4. Selecteer een waarde voor elke RGB-kleur en druk vervolgens op
[OK].
5. Druk op de (START)-knop.
141
Geavanceerde Kopieerinstellingen
Meerdere kopieën op één vel papier maken (Herhalen)
Dubbele pagina's op twee aparte vellen kopiëren (Boekkopie)
Een stempel (watermerk) toevoegen
Beide zijden van een kaart naar een zijde kopiëren (ID-kaart kopiëren)
Instellen Marges (Marge)
Lege pagina's overslaan bij het kopiëren (Lege pagina's overslaan)
142
Meerdere kopieën op één vel papier maken (Herhalen)
Deze functie stelt u in staat om hetzelfde document aan één kant van een vel papier te
kopiëren. Het document kan twee, vier of acht keer worden herhaald.
Twee herhalen
Vier herhalen
Acht herhalen
Opmerking
Wanneer [Repeat] is ingeschakeld, is [Zoom] automatisch ingesteld naar [Auto]. Om een
zoom ratio te specificeren, schakel [Repeat] in, en stel dan [Zoom] in.
Om een document in uw oriëntatie van voorkeur te kopiëren, specificeer van te voren de
oriëntatie in [Direction].
De documentrichting instellen 8Richting)
Een deel van het document zal niet worden gekopieerd afhankelijk van het papier, document,
of zoom ratio.
Wanneer de herhalen functie is ingeschakeld, wort de papier lade automatisch ingesteld.
1. Druk op [Copy] of de [COPY] knop
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
Memo
Continu Scan modus stelt u in staat om meerdere documenten in een keer te kopiëren.
Continu scanmodus inschakelen (Continu scannen)
3. Druk op [Repeat] op het [Advanced] label.
143
4. Kies een herhaal methode, en druk dan op [OK].
Memo
Wanneer u drukt op [Paper Feed], kunt u een papier aanvoer lade instellen.
Specificeren van de papiertoevoerlade (Papiertoevoer)
5. Druk op [OK].
6. Druk op de (START) knop.
144
Dubbele pagina's op twee aparte vellen kopiëren
(Boekkopie)
Kopieert dubbele pagina's van gebonden documenten op afzonderlijke vellen papier.
Opmerking
U kunt de ADF niet gebruiken voor deze functie. Gebruik altijd de glasplaat.
Plaats een document met dubbele pagina's met afdrukzijde naar beneden op de glasplaat.
Alleen documenten met formaat A3, A4 , B4, Tabloid en Letter zijn beschikbaar.
Een deel van het document wordt mogelijk niet correct gekopieerd, afhankelijk van het
papierformaat, het documentformaat of de opgegeven zoomfactor.
1. Druk op [Kopiëren] of de knop (KOPIËREN).
2. Plaats een document met de tekst naar onder op de glasplaat.
3. Druk op [Boekkopie] op het tabblad [Geavanceerd].
4. Hiermee stelt u de bindingsoriëntatie in van het document dat
gekopieerd moet worden.
Binding aan linkerzijde Binding aan rechterzijde
5. Selecteer de papierlade waarin het beschikbare papier zit.
Druk op [Lade] en selecteer papier.
Selecteer de papierlade waarin het beschikbare papier zit.
6. Druk op de (START)-knop.
145
146
Een stempel (watermerk) toevoegen
Tijdens het kopiëren kunt u een datum, opeenvolgende pagina's of enig tekenstring
stempelen.
Opmerking
Karakterreeksen worden in het zwart afgedrukt.
Voor de karakterreeksen wordt het lettertype Universe Medium gebruikt.
1. Druk op [Kopiëren] of de knop (KOPIËREN).
2. Plaats een document in de ADF of op de glasplaat.
3. Druk op [Watermerk] op het tabblad [Afbeeldingsinstellingen].
4. Druk op [Paginanummer] om het eerste paginanummer en de
afdrukpositie in te stellen.
5. Druk op [String] om de karakters en afdrukpositie te specificeren.
6. Druk op [Lettergrootte] en specificeer de grootte van de karakters.
7. Druk op de (START)-knop.
147
Beide zijden van een kaart naar een zijde kopiëren (ID-
kaart kopiëren)
Deze functie stelt u in staat om beide zijden van een ID kaart te kopiëren, zoals een
rijbewijs, op een zijde van een vel papier.
Opmerking
U kunt de ADF niet gebruiken voor deze functie ID-kaartkopie.
Plaats de ID-kaart met de bovenzijde naar links.
2 mm vanaf de rand van de het document glas is de scan marge.
De machine scant een gebied van de halve afmeting van het gespecificeerde papier. Indien
het document meer dan de halve afmeting van de papier afmeting is, is het overvloedige
deel weggegooid.
1. Druk op [Copy] of de [COPY] knop
2. Druk op [ID Card Copy] op het [Advanced] label.
[ID Card Copy] is ingesteld naar [ON].
Memo
Drukken op [ID Card Copy] schakelt tussen [ON] en [OFF].
3. Leg uw kaart met de voorzijde naar beneden op de document
glasplaat.
4. Voer het aantal kopieën in.
5. Druk op de (START) knop.
6. Wanneer het [Please set back side of document.] scherm wordt
148
weergegeven, plaats uw kaart met de achterzijde naar beneden op
de document glasplaat.
Memo
Wanneer u drukt op [Scan Complete], wordt alleen de voorzijde gekopieerd zonder de
achterzijde te kopiëren.
7. Druk op [Start Scan].
149
Instellen Marges (Marge)
Kopiëren met Marges op Een Zijde
Kopiëren met Marges op Beide Zijden
De margefunctie stelt u in staat om marges in te stellen. Deze functie is nuttig wanneer u
wilt nieten of gaten wilt maken in kopieën. U kunt instellen de bovenkant, onderkant,
rechter en linker marges via het specificeren van de [Top] en [Left] waardes.
Voor staand printen
Specificeren van de linker marge is geschikt voor lange hoek binden printen.
Specificeren van de bovenste marge is geschikt voor korte hoek binden printen.
Voor liggend printen
Specificeren van de linker marge is geschikt voor korte hoek binden printen.
Specificeren van de bovenste marge is geschikt voor lange hoek binden printen.
Opmerking
Een deel van het document zal waarschijnlijk niet worden gekopieerd.
De opgegeven margewaarden blijven van toepassing zelfs nadat u het zoompercentage heeft
gewijzigd.
Om een document in uw verkozen oriëntatie te kopiëren, specificeer de oriëntatie in
[Direction] vooraf.
De documentrichting instellen 8Richting)
Memo
Wanneer alle waardes zijn ingesteld naar [0], wordt [Margin] uitgeschakeld.
U kunt [Margin] als standaard instellen zodat u geen marges hoeft in te stellen iedere keer
dat u kopieën maakt.
De waarde van de marge kan worden gewijzigd vanaf [Device Settings] > [Admin Setup] >
[Copy Setup] > [Default Settings] > [Margin].
150
Kopiëren met Marges op Een Zijde
Stel marges in naar een simplex document voor het kopiëren.
[Direction (Richting)] correct instellen.
De documentrichting instellen 8Richting)
1. Druk op [Copy] of de [COPY] knop
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Margin] op het [Advanced] label.
4. Om de linker of rechter marge in te stellen, specificeer een marge
in [Left] of [Front] via gebruik van het 10-toetsenbord of door
drukken op , , en [+/-].
Specificeer een positieve waarde om een marge aan de linkerzijde van de uitvoer te
creëren.
Specificeer een negatieve waarde om een marge aan de rechterzijde te creëren.
5. Om de linker of rechter marge in te stellen, specificeer een marge
in [Top] of [Front] via gebruik van het 10-toetsenbord of door
drukken op , , en [+/-], en druk dan op [OK].
Specificeer een positieve waarde om een marge bovenaan de uitvoer te creëren.
Specificeer een negatieve waarde om een marge onderaan de uitvoer te creëren.
151
Memo
U hoeft niet de [Back] marge in te stellen wanneer u kopieert op een enkele zijde.
Wanneer u drukt op [Cancel], gaat het scherm terug naar het vorige scherm zonder de
wijzigingen op te slaan.
6. Druk op de (START) knop.
Kopiëren met Marges op Beide Zijden
Wanneer u dubbelzijdige kopieën maakt met [Margin] ingeschakeld, moet u de marge
[Back] specificeren.
[Direction (Richting)] correct instellen.
De documentrichting instellen 8Richting)
1. Druk op [Copy] of de [COPY] knop
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Duplex Copy] op het [Copy] of [Basic] label.
4. Stel [Duplex Copy] in.
Printen op beide zijden van het papier (Duplex Kopie)
152
5.
Druk op [Margin] op het [Advanced] label.
6. Stel ieder marge in van [Front] en [Back].
Voor portret documenten met binding op de lange hoek
Voer waardes in bij [Left].
Voer een positieve waarde in bij [Front].
Voer een negatieve waarde in bij [Back].
Voor portret documenten met binding op de korte hoek
Voer waardes in bij [Top].
Voer een positieve waarde in bij [Front].
Voer een negatieve waarde in bij [Back].
Voor portret documenten met binding op de lange hoek
Voer waardes in bij [Top].
Voer een positieve waarde in bij [Front].
Voer een negatieve waarde in bij [Back].
153
Voor landschap documenten met binding op de korte hoek
Voer waardes in bij [Left].
Voer een positieve waarde in bij [Front].
Voer een negatieve waarde in bij [Back].
7. Druk op de (START) knop.
Memo
De margeposities komen overeen met [Direction].
Wanneer u de document glasplaat gebruikt, wordt Continu Scannen automatisch
ingeschakeld. Volg de instructies op het scherm.
154
Lege pagina's overslaan bij het kopiëren (Lege pagina's
overslaan)
Als er lege pagina's in het gescande document zitten, kunt u die bij het kopiëren overslaan.
Opmerking
Lege pagina's worden in de volgende gevallen mogelijk niet goed gedetecteerd.
Documenten met halftonen
Documenten met een zeer klein bedrukt gebied (bijv. lege pagina's met paginanummers)
Wanneer N-in-1 wordt toegepast, worden pagina's naar boven geschoven als er lege pagina's
weggelaten worden.
Als u tweezijdige kopieën maakt van tweezijdige documenten met lege pagina's, dan komen
de twee zijdes van kopieën en originelen mogelijk niet overeen.
Memo
U kunt de criteria voor het bepalen van blanco pagina's vanuit de [Device Settings
(Apparaatinstellingen)] > [Admin Setup (Beheerdersinstellingen)] > [Scanner Setup
(Scaninstellingen)] > [Scanner Adjust (Scanner Aanpassen)] > [White Page Skip Level (Witte
Pagina Overslaan Niveau)].
Scannerinstellingen
1. Druk op [Kopiëren] of de knop (KOPIËREN).
2. Plaats een document in de ADF of op de glasplaat.
3. Druk op [Lege pagina's overslaan] op het tabblad [Geavanceerd].
4. Overslaan lege pagina's selecteren.
[Lege pagina's overslaan] staat [AAN].
5. Druk op de (START)-knop.
155
Beschrijvingen van Kopieerschermen
Namen en functies van schermitems voor kopiëren
156
Namen en functies van schermitems voor kopiëren
Dit hoofdstuk beschrijft de schermitems.
[Copy] Label
Onderdeel Beschrijving
1 Stationaire knop
gebied Weergeeft knoppen die iedere keer op het scherm verschijnen.
2 Titel en bewerking
geleiding gebied Weergeeft de titel van het huidige scherm en voorziet in geleiding voor
mogelijk bewerkingen.
3 Tab labels Weergeeft labels voor tabs. Druk op een label om te wisselen tussen
tabs.
4 Hoofd gebied Weergeeft een vooraanzicht van kopieer uitvoer dat wordt
geproduceerd met de huidige instellingen.
5 Afkorting knoppen Weergeeft afkort iconen voor gebruik van bepaalde functies.
De scherm afbeelding toont de fabriek standaard instelling. De
instelling kan worden veranderd via Beheerder Instelling.
6 Functie instellingen Weergeeft de huidige instellingen
De instelling kan worden veranderd voor bepaalde functies.
7 Apparaat
Instellingen Specificeert verschillende instellingen zoals Beheerder Instelling.
8 Reset Zet de instellingen terug voor de huidige kopieer taak naar hun
standaard instellingen.
9Weergeeft Help onderwerpen.
10 Kopieën Specificeert het aantal kopieën om te maken.
[Basic] Label
157
Onderdeel Beschrijving
1 Papierinvoer Specificeert de lade om het kopieer papier te plaatsen.
2 Uitvoerlade Specificeert de uitvoerlade.
3 Dubbele Kopie Maakt kopieën op beide zijden van het papier.
4 N-in-1 Combineert meerdere pagina's op een vel papier.
5 Zoomen Specificeert de zoom ratio voor het maken van vergrote of gereduceerde
kopieën.
6 Richting Specificeert de oriëntatie naar aanleiding van het document,
BovenhoekBoven of BovenhoekLinks.
7 Scanformaat Specificeert het scanformaat overeenkomstig het documentformaat.
8 Registreren naar
taakmacro Registreert huidige instellingen naar Taak Macro.
[Advanced] Label
Onderdeel Beschrijving
1 Continue Scan Scant meerdere sets van documenten als een enkele kopieer taak.
2 Gemengd formaat Scant meerdere documenten die dezelfde breedte hebben maar
verschillende lengtes in de ADF, zodat zij kunnen worden gekopieerd op
hun respectievelijke papier groottes.
3 Boekkopie Kopieert dubbele pagina's van gebonden documenten op afzonderlijke
vellen papier.
4 Sorteer Sorteert meerdere sets van kopieën in dezelfde pagina volgorde als het
document.
5 Herhalen Kopieert herhaaldelijk hetzelfde document op een zijde van een vel papier
(twee of vier keer).
6 Marge Specificeert bovenkant, onderkant, rechter, of linker marge op een
geprinte kopie.
158
7 ID Kaart Kopie Kopieert beide zijden van een ID kaart, zoals een rijbewijs, op een zijde
van een vel papier.
8 Overslaan lege
pagina's Slaat lege pagina's over bij het kopiëren.
[Image Settings] Label
Onderdeel Beschrijving
1 Afb. instellingen Om de volgende afbeeldingsinstellingen te bepalen: Documenttype,
achtergrondverwijdering, dichtheid, contrast, toon, verzadiging en
RGB.
2 Kleurmodus Specificeert kleurmodus voor het kopiëren van documenten.
3 Randverwijdering Elimineert de zwarte schaduw die mogelijk zichtbaar wordt rond de
randen op de gescande afbeelding, wanneer men bijvoorbeeld een
boek scant.
4 Centrumverwijdering Elimineert schaduwlijnen bij het scannen van boeken of tijdschriften.
5 Resolutie Specificeert de resolutie waarmee een document gescand wordt.
6 Buitenkantverwijdering Elimineert schaduwlijnen buiten het document bij het scannen van
boeken of tijdschriften.
7 Watermerk Zet een stempel op de tekst tijdens het kopiëren.
[Function Settings] Scherm
Onderdeel Beschrijving
1 Instellen weergave
gebied 1 Weergeeft de huidige instellingen voor weergegeven onderdelen.
2 Instellen weergave
gebied 2 Toont een instellingslijst, die niet in de eerste rij op het
instellingsscherm 1 voorkomt.
159
160
Scannen
Basisbediening van Scan Functies
Gescande gegevens als een emailbijlage versturen
Data naar een computer versturen
Gescande Gegevens in een USB-Geheugen Opslaan
Gescande Gegevens in een Gedeelde Map Opslaan
Scannen vanaf een computer
Schermbeschrijvingen voor de Scanner
161
Basisbediening van Scan Functies
Een document instellen
Instellen om een document te scannen
Geeft een preview weer
Scannen annuleren
Overige Scaninstellingen
162
Een document instellen
Dit hoofdstuk beschrijft hoe een document in te stellen.
Een document instellen
Documenten van verschillend formaat scannen (Gemengd formaat)
163
Instellen om een document te scannen
Deze sectie beschrijft handige scanfuncties. U kunt de scanfuncties instellen om de optimale
beeldkwaliteit te produceren, indien nodig. De scan functies kunnen worden gebruikt voor
het Scannen Naar E-mail, Scanner Naar USB-Geheugen en Scannen naar Gedeelde Map.
Een documenttype opgeven
Een scanresolutie opgeven
De dichtheid aanpassen
Een document met een gekleurde achtergrond duidelijk scannen
(Achtergrondverwijdering)
Doorzichtige gedeelten verwijderen (Verwijderen doorzichtig)
Het contrast aanpassen
De tint aanpassen
De verzadiging aanpassen
RGB aanpassen
Schaduwranden wissen (Rand wissen)
Schaduwranden wissen (centrum wissen)
164
Een documenttype opgeven
Als u een documenttype selecteert, kan het document worden gescand met de beste
kwaliteit.
1. Druk op [Scannen] of de (SCAN)-knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
Een document instellen
Memo
Wanneer u een document scant met de machine, wordt aan een document in de ADF
prioriteit gegeven. Controleer dat er zich geen document in de ADF bevindt, wanneer u de
document glasplaat gebruikt. Druk op
3. Selecteert een scanmethode.
Gescande gegevens als een emailbijlage versturen
Gescande Gegevens in een USB-Geheugen Opslaan
Gescande Gegevens in een Gedeelde Map Opslaan
Geef een bestemming op door de procedure te volgen voor de geselecteerde
scanmethode.
4. Druk op [Image settings (afbeeldings instell)] op het tabblad
[Image settings (afbeeldings instell)].
5. Druk op [Document Type (Documentsoort)] en druk op een
documentsoort.
Memo
[Tekst]: Stel in wanneer u een tekstdocument kopieert.
[Tekst/Foto]: Stel in wanneer u een document met tekst en foto's kopieert. De goed
uitgebalanceerde tekst en foto worden weergegeven op een afbeelding.
[Foto]: Stel in wanneer u foto's en grafische documenten kopieert. Afbeeldingen
worden gereproduceerd met de focus op grijswaarden. In [Foto]-modus duurt het
langer om te scannen.
[Foto (Glanz.)]: Instelling voor het kopiëren van een glanzende foto of
fotodocumenten, die op glanzend inkjet papier zijn afgedrukt. Afbeeldingen worden
gereproduceerd, waarbij geconcentreerd wordt op grijstingen in verband met de
165
glans.
Opmerking
Als u [Tekst] selecteert,neemt het grijsniveau mogelijk af naargelang het document.
Als u [Foto] of [Foto (Glanzend)] selecteert, worden dunne teksten of lijnen mogelijk
vervaagd, naargelang het document. Het duurt langer om te scannen.
Indien u [Photo (Glossy)] selecteert, kunnen beelden helder zijn.
6. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
166
Een scanresolutie opgeven
Geef een resolutie op om een document te scannen en de beste kwaliteit te verkrijgen.
1. Druk op [Scannen] of de (SCAN)-knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Selecteert een scanmethode.
Gescande gegevens als een emailbijlage versturen
Gescande Gegevens in een USB-Geheugen Opslaan
Gescande Gegevens in een Gedeelde Map Opslaan
Geef een bestemming op door de procedure te volgen voor de geselecteerde
scanmethode.
4. Druk op [Image Settings (afbeeldings instell)] op het tabblad
[Image Settings (afbeeldings instell)].
5. Druk op [Resolution (Resolutie)] en druk op een resolutie.
6. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
167
De dichtheid aanpassen
U kunt de dichtheid instellen in zeven niveaus.
1. Druk op [Scannen] of de (SCAN)-knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Selecteert een scanmethode.
Gescande gegevens als een emailbijlage versturen
Gescande Gegevens in een USB-Geheugen Opslaan
Gescande Gegevens in een Gedeelde Map Opslaan
Geef een bestemming op door de procedure te volgen voor de geselecteerde
scanmethode.
4. Druk op [Image Settings (afbeeldings instell)] op het tabblad
[Image Settings (afbeeldings instell)].
5. Druk op [Density (Dichtheid)] en druk op een dichtheidsniveau.
Memo
[0] is de standaardwaarde. Om de dichtheid te verhogen, kies [+1], [+2], of [+3]
(donkerste). Om de dichtheid te verlagen, kies [-1], [-2], of [-3] (lichtste).
6. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
168
Een document met een gekleurde achtergrond duidelijk
scannen (Achtergrondverwijdering)
Om een niveau van de verwijdering van het document aan te passen, kunt u Auto, UIT of
aanpassen selecteren op zes niveaus.
Wanneer u kiest [Auto], wordt de achtergrond automatisch verwijderd op een niveau dat
past bij het document.
Opmerking
In de volgende gevallen kan de achtergrondkleur mogelijk niet goed gedetecteerd en
geëlimineerd worden.
Wanneer een document met een ongewoon formaat wordt geladen
Wanneer een document wordt geladen waarvan de voorrand gevouwen is
Wanneer een document waarvan de voorrand ontbreekt of een scheef document wordt
geladen
Wanneer een document geladen wordt waar een gat in zit dichtbij de voorrand
Wanneer een geplaatst document niet met de papiergeleider op de glasplaat op zijn plek
gehouden wordt
Als er een grote waarde wordt ingesteld voor de achtergrondverwijdering, is het mogelijk dat
smalle lijnen, teksten of lichte kleuren niet worden weergegeven op het document.
1. Druk op [Scannen] of de (SCAN)-knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Selecteert een scanmethode.
Gescande gegevens als een emailbijlage versturen
Gescande Gegevens in een USB-Geheugen Opslaan
Gescande Gegevens in een Gedeelde Map Opslaan
Geef een bestemming op door de procedure te volgen voor de geselecteerde
scanmethode.
4. Druk op [Image Settings (afbeeldings instell)] op het tabblad
[Image Settings (afbeeldings instell)].
5. Druk op [Background Removal (Verwijder Achtergrond)] en druk op
een waarde.
169
6. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
170
Doorlopende Gegevens Verwijderen (Verwijdering van
Doorlopende Gegevens)
Verwijderen doorzichtig verwijdert de tekst die doorschijnt van de achterzijde. U kunt het
verwijderingsniveau instellen op UIT, Laag, Gemiddeld of Hoog.
Opmerking
Deze functie wordt alleen ingeschakeld als de [Background Removal (Verwijder
Achtergrond)] op [Auto (Automatisch)] is ingesteld.
Deze functie wordt alleen ingeschakeld als het [Document Type (Documentsoort)] op [Text
(Tekst)] of [Text&Photo (Tekst en Foto)] is ingesteld.
1. Druk op [Scan (Scannen)] of de (Scannen) knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Selecteer een aansluitingsmethode.
Gescande gegevens als een emailbijlage versturen
Gescande Gegevens in een USB-Geheugen Opslaan
Gescande Gegevens in een Gedeelde Map Opslaan
Geef een bestemming op door de procedure voor de geselecteerde scanmethode te
volgen.
4. Druk op [Image Settings (afbeeldings instell)] op het tabblad
[Image Settings (afbeeldings instell)].
5. Druk op [Show-Thr. Rem. (Verwijderen schijnt door)] en druk op
een waarde.
Memo
De standaardinstelling is [Gemiddeld].
Als lichte kleuren slecht te zien zijn bij Gemiddeld (standaardwaarde), stel dan [Laag]
in (de doorschijnende tekst zal mogelijk niet volledig verwijderd worden).
Als de doorschijnende tekst niet volledig verwijderd wordt bij Gemiddeld
(standaardwaarde), stel dan [Hoog] is (lichte kleuren zullen mogelijk niet meer
zichtbaar zijn).
Zet het op [UIT] voor documenten die maar op één zijde afgedrukt worden of bij het
171
reproduceren van erg lichte kleuren. (Voor documenten die op twee zijden afgedrukt
worden, blijft er tekst doorschijnen.)
6. Wijzig indien nodig andere instellingen en druk vervolgens de
(START) knop.
172
Het contrast aanpassen
Verschillen tussen heldere en donkere delen van een document worden aangepast om
afbeeldingen en teksten zichtbaarder en leesbaarder te maken.
1. Druk op [Scannen] of de (SCAN)-knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Selecteert een scanmethode.
Gescande gegevens als een emailbijlage versturen
Gescande Gegevens in een USB-Geheugen Opslaan
Gescande Gegevens in een Gedeelde Map Opslaan
Geef een bestemming op door de procedure te volgen voor de geselecteerde
scanmethode.
4. Druk op [Image Settings (afbeeldings instell)] op het tabblad
[Image Settings (afbeeldings instell)].
5. Druk op [Contrast (Contrast)] en druk op een waarde.
6. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
173
De tint aanpassen
1. Druk op [Scannen] of de (SCAN)-knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Selecteert een scanmethode.
Gescande gegevens als een emailbijlage versturen
Gescande Gegevens in een USB-Geheugen Opslaan
Gescande Gegevens in een Gedeelde Map Opslaan
Geef een bestemming op door de procedure te volgen voor de geselecteerde
scanmethode.
4. Druk op [Image Settings (afbeeldings instell)] op het tabblad
[Image Settings (afbeeldings instell)].
5. Druk op [Hue (Tint )] en druk op een waarde.
6. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
174
De verzadiging aanpassen
1. Druk op [Scannen] of de (SCAN)-knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Selecteert een scanmethode.
Gescande gegevens als een emailbijlage versturen
Gescande Gegevens in een USB-Geheugen Opslaan
Gescande Gegevens in een Gedeelde Map Opslaan
Geef een bestemming op door de procedure te volgen voor de geselecteerde
scanmethode.
4. Druk op [Image Settings (afbeeldings instell)] op het tabblad
[Image Settings (afbeeldings instell)].
5. Druk op [Saturation (Verzadiging)] en druk op een waarde.
6. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
175
RGB aanpassen
1. Druk op [Scannen] of de (SCAN)-knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Selecteert een scanmethode.
Gescande gegevens als een emailbijlage versturen
Gescande Gegevens in een USB-Geheugen Opslaan
Gescande Gegevens in een Gedeelde Map Opslaan
Geef een bestemming op door de procedure te volgen voor de geselecteerde
scanmethode.
4. Druk op [Image Settings (afbeeldings instell)] op het tabblad
[Image Settings (afbeeldings instell)].
5. Druk op [RGB (RGB)] en druk op een waarde voor respectievelijk
Rood, Groen, Blauw en druk vervolgens op [OK (OK)].
6. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
176
Schaduwranden wissen (Rand wissen)
Wanneer u een document scant met de kap van de glasplaat geopend of wanneer u een
boek scant, verschijnt er mogelijk een zwarte schaduw rondom de randen van de gescande
afbeelding. De hoek verwijdering functie stelt u in staat om de zwarte schaduw te
verwijderen.
Memo
[Randen wissen] is standaard in de fabriek ingesteld op [AAN] en [Breedte] op 5 mm.
De standaardwaarde van de te wissen randbreedte kan worden gewijzigd in
[Beheerdersinstelling] > [Scannerinstellingen] > [Standaardinstellingen] > [Randen wissen] >
[AAN] > [Breedte].
1. Druk op [Scannen] of de (SCAN)-knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Selecteert een scanmethode.
Gescande gegevens als een emailbijlage versturen
Gescande Gegevens in een USB-Geheugen Opslaan
Gescande Gegevens in een Gedeelde Map Opslaan
Geef een bestemming op door de procedure te volgen voor de geselecteerde
scanmethode.
4. Druk op [Edge Erase (Rand wissen)] op het tabblad [Image
Settings (afbeeldings instell)].
5. Voer een waarde in vanaf 5 tot 50 mm (0.2 tot 2.0 inches) in
[Width] via gebruik van het 10-toetsenbord of via drukken op
op het aanraak paneel, en druk dan op [OK].
6. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
177
178
Schaduwranden wissen (centrum wissen)
Bij het scannen van documenten met de klep van de glasplaat open, of het scannen van een
boek of tijdschrift, kunnen er schaduwlijnen in de gescande afbeeldingen verschijnen.
U kunt de schaduwlijnen van de gescande afbeeldingen verwijderen.
1. Druk op [Scannen] of de (SCAN)-knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Selecteert een scanmethode.
Gescande gegevens als een emailbijlage versturen
Gescande Gegevens in een USB-Geheugen Opslaan
Gescande Gegevens in een Gedeelde Map Opslaan
Geef een bestemming op door de procedure te volgen voor de geselecteerde
scanmethode.
4. Druk op [Center Erase (Centreren wissen)] op het tabblad [Image
Settings (afbeeldings instell)].
5. Voer een waarde in vanaf 5 tot 50 mm (0.2 tot 2.0 inches) in
[Width] via gebruik van het 10-toetsenbord of via drukken op
op het aanraak paneel, en druk dan op [OK].
6. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
179
180
Geeft een preview weer
Met de preview-functie, kunt u de gescande afbeelding op het aanraakpaneel bekijken voor
het opslaan of verzenden.
Opmerking
De preview die op het scherm te zien is kan enigszins afwijken van de afdruk. Gebruik de
functie om de inhoud of oriëntatie van gescande documenten te controleren.
Bij het Scannen naar Computer, Extern Scannen of bij de WSD Scanfunctie is er geen
voorbeeld beschikbaar.
1. Druk op [Scan (Scannen)] of de (Scannen) knop.
2. Plaats een document in de ADF of op de glasplaat.
3. Selecteer een aansluitingsmethode.
4. Druk op [Preview (Voorbeeld)] op het [Advanced (Geavanceerde)]
tabblad om het op [ON (AAN)] in te stellen.
Memo
Door te drukken op [Preview (Voorbeeld)] schakelt u over tussen [ON (AAN)] en [OFF
(UIT)].
5. Druk op de (START)-knop.
6. Controleer de gescande voorbeeldafbeelding die weergegeven
wordt.
Memo
Er zijn drie manieren om previews weer te geven.
: Geeft volledige pagina weer.
: Geeft pagina weer over de breedte van het scherm.
: Geeft de gescande pagina weer met dezelfde uitvergroting.
Druk op om de preview op een volledig scherm te bekijken.
Gebruik , , en om naar de vooruitblik te scrollen.
181
Gebruik bij het scannen van meerdere pagina's of documenten de navigatieknop om
tussen de pagina's te schakelen.
: Geeft de vorige pagina weer.
: Geeft de volgende pagina weer.
: Geeft elke willekeurige pagina weer. Druk op deze knop en vul het
paginanummer in dat u wilt weergeven.
Als u het volgende document op de ADF of de glasplaat legt en op de knop drukt,
scant de machine het document en geeft het document weer.
Druk op de knop om de preview af te sluiten en de verzending te annuleren.
7. Druk op [Start Transmission (Start Transmissie)].
182
Scannen annuleren
Dit hoofdstuk beschrijft hoe scannen te annuleren.
Scannen van het besturingspaneel annuleren
Annuleren Scannen vanaf een computer
Scannen van het besturingspaneel annuleren
U kunt scannen annuleren, als een bericht wordt weergegeven om u te melden dat men op
dat moment daadwerkelijk scant.
1. Druk op de (STOP) knop.
Opmerking
U kunt niet annuleren, als u Scannen naar computer of Externe scan uitvoert.
Annuleren Scannen vanaf een computer
Als u Scannen naar computer of Externe scan uitvoert, kunt u scannen annuleren, als een
bericht wordt weergegeven om u te melden dat men op dat moment daadwerkelijk scant.
1. Klik in het scannen-dialoogvenster op [Annuleren].
183
Overige Scaninstellingen
Deze sectie beschrijft handige scanfuncties. U kunt de scanfuncties instellen om de optimale
beeldkwaliteit te produceren, indien nodig. De scan functies kunnen worden gebruikt voor
het Scannen Naar E-mail, Scanner Naar USB-Geheugen en Scannen naar Gedeelde Map.
Meerdere documenten continu scannen (Continu scannen)
Een scanformaat opgeven
Scannen van een Duplex Document (Duplex Scan)
Lege pagina's overslaan bij het scannen (Lege pagina's overslaan)
De oriëntatie van het document wijzigen (Richting)
Documenten van verschillend formaat scannen (Gemengd formaat)
Een bestandsnaam opgeven
Een kleurmodus opgeven
Een bestandsformaat opgeven
Een compressiegraad opgeven voor een bestand
Een PDF-bestand coderen
184
Meerdere documenten continu scannen (Continu
scannen)
Om meerdere documenten te scannen als een enkele taak, schakelt u de Continu
scanmodus in.
In Ononderbrokene Scan modus kunt u uw documenten van de ADF, documentglas of zij
beide scannen.
1. Druk op [Scannen] of de (SCAN)-knop.
2. Plaats de eerste pagina van een document in de ADF of op de
glasplaat.
3. Selecteert een scanmethode.
Gescande gegevens als een emailbijlage versturen
Gescande Gegevens in een USB-Geheugen Opslaan
Gescande Gegevens in een Gedeelde Map Opslaan
Geef een bestemming op door de procedure te volgen voor de geselecteerde
scanmethode.
4. Druk op [Continuous Scan (Doorlopend Scannen)] op het
[Advanced (Geavanceerde)] tabblad om het op [ON (AAN)] in te
stellen.
Memo
Drukken op [Continuous Scan] schakelt tussen [ON] en [OFF].
5. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
6. Plaats het volgende document in de ADF of op de glasplaat
wanneer het scherm [Gelieve volgende document te plaatsen]
wordt weergegeven. Opmerking
Opmerking
185
Als u het volgende document op een andere plaats legt, verwijder dan het document van
de plaats die u eerst gebruikte.
7. Druk op [Start Scan].
8. Wanneer het scannen van alle sets van de documenten gereed is,
druk op [Scan Complete].
186
Een scanformaat opgeven
U kunt de geschikte afmeting om een document te scannen specificeren.
1. Druk op [Scannen] of de (SCAN)-knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Selecteert een scanmethode.
Gescande gegevens als een emailbijlage versturen
Gescande Gegevens in een USB-Geheugen Opslaan
Gescande Gegevens in een Gedeelde Map Opslaan
Geef een bestemming op door de procedure te volgen voor de geselecteerde
scanmethode.
4. Volg de procedure in de onderstaande tabel om op [Scan Size
(Scanafmeting)] te drukken.
Scanmethode Weergave op het aanraakpaneel en
bedieningsprocedures
Scannen naar e-mail Tab [Basis] > [Scanformaat]
Scannen naar USB-
geheugen Tab [Scannen naar USB-geheugen] > [Scanformaat]
Scannen naar gedeelde
map Tab [Basis] > [Scanformaat]
5. Kies een grootte.
Memo
Zowel de ADF als de glasplaat detecteert de volgende papierformaten automatisch.
Basis Formaten die gedetecteerd worden
AB A3, A4 , A4 , A5 , A5 , A6 , B4, B5 , B5 , Folio
Letter Tabloid, Letter , Letter , Legal 14, Executive , Statement
* Als Legal14 in de Letter series wordt opgespoord dan wordt de waarde tussen Legal13,
Legal13.5 en Legal14 die gespecificeerd zijn in [Device Settings (Apparaten Instellingen)]
> [Admin Setuo (Admin Instellingen)] > [Scanner Setup (Scanner Instellingen)] >
[Default Settings (Standaard Instellingen)] > [Auto Detect Scan Size (Auto detect Scan
Afmeting)] > [Legal Size (Legal Afmeting)] als Scan Afmeting ingesteld.
187
Als de machine het documentformaat niet kan detecteren, verschijnt het scherm
Scanformaat selecteren.
6. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
188
Scannen van een Duplex Document (Duplex Scan)
Opmerking
Gebruik normaal papier van het standaardformaat. Ander papier gebruiken dan normaal
papier van het standaardformaat kan papierstoringen veroorzaken.
Om een dubbelzijdig document te scannen, plaatst u het in de ADF.
1. Druk op [Scannen] of de (SCAN)-knop.
2. Plaats een document in de ADF.
3. Selecteert een scanmethode.
Gescande gegevens als een emailbijlage versturen
Gescande Gegevens in een USB-Geheugen Opslaan
Gescande Gegevens in een Gedeelde Map Opslaan
Geef een bestemming op door de procedure te volgen voor de geselecteerde
scanmethode.
4. Volg de procedure in de onderstaande tabel om op [Duplex Scan
(Dubelzijdig Scannen)] te drukken.
Scanmethode Weergave op het aanraakpaneel en
bedieningsprocedures
Scannen naar e-mail Tab [Geavanceerd] > [Dubbelzijdig scannen]
Scannen naar USB-
geheugen Tab [Scannen naar USB-geheugen] > [Dubbelzijdig scannen]
Scannen naar gedeelde
map Tab [Basis] > [Dubbelzijdig scannen]
5. Selecteer een afdrukmethode.
6. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
189
190
Lege pagina's overslaan bij het scannen (Lege pagina's
overslaan)
Als er lege pagina's in de documenten zitten, kunt u die bij het scannen overslaan.
Opmerking
Lege pagina's worden in de volgende gevallen mogelijk niet goed gedetecteerd.
Documenten met halftonen
Documenten met een zeer klein bedrukt gebied (bijv. lege pagina's met paginanummers)
Memo
U kunt de criteria voor het bepalen van blanco pagina's vanuit de [Device Settings
(Apparateninstellingen)] > [Admin Setup (Beheerdersinstellingen)] > [Scanner Set Up
(Scaninstellingen)] > [Scanner Adjust (Scan Aanpassen)] > [Blank Page Skip Level (Blanco
Pagina)].
Scannerinstellingen
1. Druk op [Scannen] of de knop (SCANNEN).
2. Plaats een document in de ADF of op de glasplaat.
3. Selecteer een scanmethode.
Gescande gegevens als een emailbijlage versturen
Gescande Gegevens in een USB-Geheugen Opslaan
Gescande Gegevens in een Gedeelde Map Opslaan
Geef een bestemming op door de procedure voor de geselecteerde scanmethode te
volgen.
4. Druk op [White Page Skip (Witte Pagina's Overslaan)] op het
[Advanced (Geavanceerde)] tabblad om het op [ON (AAN)] in te
stellen.
Memo
Door te drukken op [Lege pagina's overslaan] schakelt u over tussen [AAN] en [UIT].
5. Wijzig indien nodig andere instellingen en klik vervolgens op de
(START)-knop.
191
192
De oriëntatie van het document wijzigen (Richting)
U kunt de oriëntatie van de afbeeldingen specificeren.
Wijzig de positie van de bovenrand van de afbeelding.
1. Druk op [Scannen] of de (SCAN)-knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Selecteert een scanmethode.
Gescande gegevens als een emailbijlage versturen
Gescande Gegevens in een USB-Geheugen Opslaan
Gescande Gegevens in een Gedeelde Map Opslaan
Geef een bestemming op door de procedure te volgen voor de geselecteerde
scanmethode.
4. Druk op [Direction (Richting)] op het [Image settings (afbeeldings
instell)] tabblad, [Advanced (Geavanceerde)] tabblad of [Basic
(Basis)] tabblad.
5. Selecteer een richting.
6. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
193
Documenten van verschillend formaat scannen
(Gemengd formaat)
U kunt meerdere documenten instellen met dezelfde breedte, maar verschillende lengten in
de ADF, zodat ze gescand kunnen worden in hun respectievelijke papierformaten.
Opmerking
U kunt alleen voor de volgende combinaties de functie Gemengde grootte gebruiken.
Specificeer een groter formaat voor het documentformaat.
Kleine Afmeting Grote Afmeting Opmerkingen
A4 A3
A4 Folio
A5 A4 *
B5 B4 *
Letter Legal 13
Letter Legal 13,5
Letter Legal 14
Letter Tabloid
Statement Letter *
* Kan slechts aan één zijde gescand worden.
Voor het Scannen Naar Computer, Externe Scan en de WSD Scanfunctie is de optie
Verschillende Formaten niet beschikbaar.
1. Druk op [Scannen] of de knop (SCANNEN).
2. Plaats een document in de ADF.
3. Selecteer een scanmethode.
Gescande gegevens als een emailbijlage versturen
Gescande Gegevens in een USB-Geheugen Opslaan
Gescande Gegevens in een Gedeelde Map Opslaan
Geef een bestemming op door de procedure voor de geselecteerde scanmethode te
volgen.
4. Volg de procedure in de onderstaande tabel om op [Mixed Size
(Verschillende Afmetingen)] te drukken en het op [ON (AAN)] in te
stellen.
Scanmethode
Scannen naar e-mail Tabblad [Geavanceerd] > [Gemengd formaat]
Scannen naar USB-geheugen Tabblad [Basis] > [Gemengd formaat]
Scan naar gedeelde map Tabblad [Basis] > [Gemengd formaat]
194
Memo
Door te drukken op [Gemengd formaat] schakelt u over tussen [AAN] en [UIT].
5. Wijzig indien nodig andere instellingen en klik vervolgens op de
(START)-knop.
Opmerking
Wanneer de Verschillende Afmetingenfunctie wordt gebruikt let dan op de inbinding positie
van dubbelzijdige documenten.
Als u dubbelzijdige documenten van verschillende afmetingen scant, specificeer de binding
positie voor de grotere documenten en bindt de kleinere documenten in dezelfde richting
als de grotere. (Hun binding posities kunnen niet hetzelfde zijn.)
Voorbeeld 1: Voor A3/A4
Voor A3-documenten aan de lange zijden te binden, stel A4-documenten met korte
kant in. (Bij het plaatsen in de ADF, zorg ervoor dat de documenten, dat de binding
posities worden af gestemd op de boven- of onderkant van de ADF.)
Voor A3-documenten aan de korte zijden te binden, stel A4-documenten met lange
kant in. (Bij het plaatsen in de ADF, zorg ervoor dat de documenten ofwel rechts of
links strak in de ADF liggen.)
Voorbeeld 2: M.b.t. Legal/Letter
Stel de Legal documenten met de lange zijde ook op de lange zijde in. (Bij het plaatsen
in de ADF, zorg ervoor dat de documenten, dat de binding posities worden af gestemd
op de boven- of onderkant van de ADF.)
De Legal documenten met een korte kant, stel die ook op de korte kant in. (Bij het
plaatsen in de ADF, zorg ervoor dat de documenten ofwel rechts of links strak in de
ADF liggen.)
195
Een bestandsnaam opgeven
U kunt een naam van een gescanned gegevensbestand specificeren.
1. Druk op [Scannen] of de (SCAN)-knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Selecteert een scanmethode.
Gescande gegevens als een emailbijlage versturen
Gescande Gegevens in een USB-Geheugen Opslaan
Gescande Gegevens in een Gedeelde Map Opslaan
Geef een bestemming op door de procedure te volgen voor de geselecteerde
scanmethode.
4. Druk op [File Name (Bestandsnaam)] op het tabblad [Advanced
(Geavanceerd)].
5. Voer een bestandsnaam in, en klik dan op [OK].
U kunt tot 64 karakters invoeren.
6. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
196
Een kleurmodus opgeven
1. Druk op [Scannen] of de (SCAN)-knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Selecteert een scanmethode.
Gescande gegevens als een emailbijlage versturen
Gescande Gegevens in een USB-Geheugen Opslaan
Gescande Gegevens in een Gedeelde Map Opslaan
Geef een bestemming op door de procedure te volgen voor de geselecteerde
scanmethode.
4. Volg de procedure in de onderstaande tabel om op [Color mode
(Kleurmodus)] te drukken.
Scanmethode Weergave op het aanraakpaneel en
bedieningsprocedures
Scannen naar e-mail Tab [Basis] > [Kleurmodus]
Scannen naar USB-
geheugen Tab [Scannen naar USB-geheugen] > [Kleurmodus]
Scannen naar gedeelde
map Tab [Basis] > [Kleurmodus]
5. Selecteer een kleurmodus.
Memo
Wanneer [Auto (Color/Grayscale) (Automatisch)(Kleur/Grijswaarden)] is ingeschakeld,
detecteert dit apparaat automatisch de kleur van iedere pagina. Kleurendocumenten
worden volledig in kleur gescand; zwart/wit documenten worden in grijstinten
gescand.
Wanneer [Auto (Color/Mono) (Automatisch)(Kleur/Zwart/Wit)] is ingeschakeld,
detecteert dit apparaat automatisch de kleur van iedere pagina. Kleurendocumenten
worden volledig in kleur gescand; zwart/wit documenten worden in zwartwit gescand.
U kunt de criteria voor het bepalen van kleurendocumenten en zwartwit documenten
vanuit de [Device Settings (Apparateninstellingen)] > [Admin Setup
(Beheerdersinstellingen)] > [Scanner Set Up (Scaninstellingen)] > [Scanner Adjust
(Scanner Aanpassen)] > [Auto Color Judge Level (Automatisch Kleuren Bepalings
Niveau)].
197
Scannerinstellingen
6. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
198
Een bestandsformaat opgeven
U kunt een bestandsformaat van een gescand document opgeven.
1. Druk op [Scannen] of de (SCAN)-knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Selecteert een scanmethode.
Gescande gegevens als een emailbijlage versturen
Gescande Gegevens in een USB-Geheugen Opslaan
Gescande Gegevens in een Gedeelde Map Opslaan
Geef een bestemming op door de procedure te volgen voor de geselecteerde
scanmethode.
4. Druk op [File Format (Bestandsformaat)] op het tabblad [Image
Settings (afbeeldings instell)].
5. Druk op een bestandsformaat.
Het scherm dat verschijnt wanneer [Auto (kleur / grijs) (Automatisch (kleur/Grijs))] is
geselecteerd, wordt getoond als voorbeeld.
6. Druk op een bestandsformaat.
De beschikbare bestandsformaten variëren naargelang het geselecteerde kleurtype.
Kleurtype Bestandsformaat
Auto
(kleur/grijs) Single-PDF, Multi-PDF, Single-HC-PDF, Multi-HC-PDF, Multi-PDF/A, Single-
TIFF, Multi-TIFF, JPEG, XPS
Auto
(kleur/mono) Single-PDF, Multi-PDF, Multi-PDF/A, Single-TIFF, Multi-TIFF, XPS
199
Kleur Single-PDF, Multi-PDF, Single-HC-PDF, Multi-HC-PDF, Multi-PDF/A, Single-
TIFF, Multi-TIFF, JPEG, XPS
Grijswaarden Single-PDF, Multi-PDF, Single-HC-PDF, Multi-HC-PDF, Multi-PDF/A, Single-
TIFF, Multi-TIFF, JPEG, XPS
Mono Single-PDF, Multi-PDF, Multi-PDF/A, Single-TIFF, Multi-TIFF, XPS
7. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
200
Een compressiegraad opgeven voor een bestand
1. Druk op [Scannen] of de (SCAN)-knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Selecteert een scanmethode.
Gescande gegevens als een emailbijlage versturen
Gescande Gegevens in een USB-Geheugen Opslaan
Gescande Gegevens in een Gedeelde Map Opslaan
Geef een bestemming op door de procedure te volgen voor de geselecteerde
scanmethode.
4. Druk op [Compression Rate (Compressie Rate)] op het tabblad
[Image Settings (afbeeldings instell)].
5. Selecteer een compressiesnelheid.
6. Kies een compressie ratio.
7. Selecteer een kleurtype.
8. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
201
202
Een PDF-bestand coderen
Bij het converteren van een gescand document naar een PDF-bestand, kunt u het bestand
coderen. U kunt een coderingsniveau instellen, een wachtwoord voor openen, een
toelatingswachtwoord en machtigingen gebruiken voor het gecreëerde PDF-bestand. Hoe
hoger het coderingsniveau, hoe hoger het beveiligingsniveau.
Een wachtwoord voor het openen van een document is bedoeld om een gecodeerd PDF-
bestand te openen. Een wachtwoord voor openen kan niet hetzelfde zijn als een
toelatingswachtwoord. U kunt tot 32 karakters invoeren.
Een toelatingswachtwoord is bedoeld om afdrukken te beheren, uitpakken, bewerken of
andere handelingen voor gecodeerde PDF-bestanden. Een toelatingswachtwoord kan niet
hetzelfde zijn als een wachtwoord voor openen. U kunt tot 32 karakters invoeren.
Opmerking
[Encrypted PDF (Gecodeerde PDF)] kan alleen worden geselecteerd als het [File Format
(Bestandsformaat)] op [PDF (PDF)] of [HC-PDF (HC-PDF)] is ingesteld. [PDF/A (PDF/A)] kan
niet worden geselecteerd.
Om een PDF-bestand te coderen, moet u een wachtwoord voor openen instellen of een
toelatingswachtwoord.
Memo
De toestemming die onderdelen voor het printen en opmaak van een PDF bestand is
afhankelijk van de codering niveaus.
Een toestemming om een document te printen, een toestemming om tekst en grafiek te
onttrekken en een toestemming om een document te veranderen is enkel getoond indien u
selecteert [Enable] of [Apply Default Password] voor [Permissions Password].
1. Druk op [Scannen] of de (SCAN)-knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Selecteert een scanmethode.
Gescande gegevens als een emailbijlage versturen
Gescande Gegevens in een USB-Geheugen Opslaan
Gescande Gegevens in een Gedeelde Map Opslaan
Geef een bestemming op door de procedure te volgen voor de geselecteerde
scanmethode.
4. Druk op [Encrypted PDF (Gecodeerde PDF)] op het tabblad [Image
Settings (afbeeldings instell)].
5. Druk op [Encrypt (Coderen)] selecteer het coderingsniveau en druk
vervolgens op [Next (Volgende)].
6. Om een wachtwoord voor het openen van documenten in te stellen,
druk op [Enable (Inschakelen)] of [Apply Default Password (Pas
203
het Standaard Wachtwoord toe)].
Om [ Apply Default Password (Pas het Standaard Wachtwoord toe)] te selecteren moet
u het standaard wachtwoord van te voren van [Device Settings
(Apparateninstellingen)] > [Admin Setup (Beheerdersinstellingen)] > [Scanner Set Up
(Scannerinstellingen)] > [Default Settings (Standaardinstellingen)] > [Encrypted PDF
Setting (Gecodeerde PDF Instellingen)] instellen.
Instelling Admin
7. Voer een wachtwoord in en klik vervolgens op [OK].
U kunt maximaal 32 tekens invullen.
8. Voer het wachtwoord opnieuw in en druk op [OK].
9. Om een toestemmingswachtwoord in te stellen druk op [Enable
(Inschakelen)] of [Apply Default Password (Pas het Standaard
Wachtwoord toe)].
10. Voer een wachtwoord in en klik vervolgens op [OK].
Het wachtwoord voor toestemming kan niet hetzelfde zijn als een wachtwoord om een
document te openen U kunt maximaal 32 tekens invullen.
11. Voer het wachtwoord opnieuw in en druk op [OK].
12. Selecteer een toelating om af te drukken en klik vervolgens op
[Next].
13. Selecteer een toelating om uit te pakken en klik vervolgens op
[Next].
14. Selecteer een toelating om te bewerken en klik vervolgens op
[Next].
15. Controleer de beveiligingsinstelling en druk op op [Ja].
16. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
204
Gescande gegevens als een emailbijlage versturen
Voordat u Scan Naar E-mail Gebruikt
Scannen naar e-mail gebruiken
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming Opgeven (Adresboek of Groepslijst)
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming Opgeven (Verzendgeschiedenis)
Een Bestemming Opgeven (Zoeken naar de LDAP-Server)
Het adres van een zender instellen
Het instellen van een Antwoordadres
Een Onderwerp Opgeven
Inhoudstekst registreren
Een sjabloon gebruiken
Verzendgegevens Opslaan
205
Voordat u Scan Naar E-mail Gebruikt
Het email-adres van de machine en de informatie over de
server registreren
Als u Scan naar e-mail, Internetfax of Scan naar faxserver gebruikt, moet u de informatie
over de instelling van e-mail vooraf op de machine registreren. U registreert het emailadres
van de machine die gebruikt wordt als de bestemming en de mailserver, maar de
instellingen verschillen afhankelijk van de provider waarmee u een contract gesloten hebt
voor het gebruik van e-mail. Houd de instellingsinformatie klaar om op de volgende
bladzijde in te vullen.
Het instellen van het informatieblad
Onderdeel Beschrijving Voorbeeld Invoerkolom voor
uw informatie
* Schrijf hier
Memo's op over de
details die u heeft
gecontroleerd of
uw instellingen.
Afzender Het e-mail adres dat wordt
gebruikt voor het verzenden van
e-mails vanaf de machine.
mc873@test.co.jp (Binnen 80
karakters)
SMTP server Het server adres dat wordt
gebruikt voor het verzenden van
e-mails
smtp.test.co.jp
POP3-server Het server adres dat wordt
gebruikt voor het ontvangen van
e-mails
pop3.test.co.jp
Authenticatie
methode Mail transmissie server
authenticatie SMTP
SMTP gebruiker-
ID De accountnaam van de
mailverzendingsserver OKIMC873
SMTP
wachtwoord Het wachtwoord van de
mailverzendingsserver okimc873
POP gebruiker-
ID De accountnaam van de
mailontvangstserver gebruiker
POP-
wachtwoord Het wachtwoord van de
mailontvangstsserver okimc873
De naam van de
e-mail
verzending
bestemming
De naam van de ontvanger
waaraan u wilt sturen met Scan
naar e-mail of Internetfax.
gebruiker
E-mailadres Het emailadres van de ontvanger
waaraan u wilt sturen met Scan
naar e-mail of Internetfax.
user@test.co.jp
U kunt het email-adres van deze machine en serverinformatie op de volgende drie
manieren registreren. Deze handleiding raadt u aan om het bedieningspaneel te
206
gebruiken of de webpagina waar u informatie met het toetsenbord van de computer kunt
invoeren.
Registreren vanaf de webpagina
Registreren vanaf het besturingspaneel
Registreren vanaf de webpagina
U kunt het e-mailadres van deze machine registreren en bewerken met de Webpagina van
deze machine. Wanneer u de server informatie registreert en bewerkt, is de inhoud in het
instelling informatie vel benodigd.
De instelling procedure varieert afhankelijk van het protocol dat de machine gebruikt voor
ontvangen van e-mails.
Memo
De instellingsinformatie wordt geleverd door uw provider wanneer u een contract afsluit.
Wanneer u de instelling informatie niet heeft, controleer met uw netwerk leverancier of
netwerk beheerder.
Wanneer u geen e-mail adres heeft dat deze machine gebruikt, verkrijg dan een e-mail adres
door het afsluiten van een contract met een leverancier of gebruik andere wegen.
Instelling van het ontvangstprotocol
Eenvoudige instelling
Registreren vanaf het besturingspaneel
U kunt het e-mailadres van deze machine van de machine en serverinformatie registreren
en bewerken met het bedieningspaneel op de machine. Wanneer u de server informatie
registreert en bewerkt, is de inhoud in het instelling informatie vel benodigd.
Stel de ontvangst methode in voor de machine om e-mail te ontvangen. Wanneer u e-mail
aanhangsel bestanden wilt ontvangen en printen die naar de machine worden gezonden,
kies [POP3] of [SMTP] om aan uw e-mail instelling omgeving te voldoen. Wanneer u geen
e-mails wilt ontvangen, kies [Disable].
Opmerking
Wanneer u een openmailserver gebruikt of andere mailserver dan die is geleverd door uw
internetleverancier, kunt u niet instellen met Gemakkelijke Setup.
Als u op [Apparaatinstellingen] drukt en vervolgens [Instelling Admin] > [Netwerkmenu] >
[Setup mailserver] selecteert, worden de gedetailleerde instellingen voor de mailserver
weergegeven, die u aan kunt passen.
Memo
De instelling informatie wordt geleverd vanaf uw provider wanneer u een contract afsluit.
Wanneer u de instelling informatie niet heeft, controleer met uw netwerk leverancier of
netwerk beheerder.
Wanneer u geen e-mail adres heeft dat deze machine gebruikt, verkrijg dan een e-mail adres
door het afsluiten van een contract met een leverancier of gebruik andere wegen.
Instelling van het ontvangstprotocol
Eenvoudige instelling
207
208
Scannen naar e-mail gebruiken
Stel een instelling voor netwerk en e-mail in voordat u de functie Scannen naar e-mail
gebruikt.
Deze machine op een netwerk aansluiten
Voordat u Scan Naar E-mail Gebruikt
1. Druk op [Scannen] of de (SCAN)-knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Scan To E-mail].
Als het toegangsbeheerd is ingeschakeld en het E-mailadres van de gebruiker die zich
op dit moment aanmeldt staat geregistreerd, wordt het E-mailadres van de gebruiker
automatisch [To (Ook)] ingevoerd.
Memo
Hier kunt u een bestemming toevoegen met een one touch-knop. Er wordt een
bestemming toegevoegd aan [Aan]. Om meerdere bestemmingen toe te voegen, drukt u
op een andere one touch-knop.
4. Controleer of het tabblad [Scan To E-mail] is geselecteerd.
Om [Cc] of [Bcc] te selecteren, drukt verschillende keren op [To].
5. Specificeer een bestemming.
Specificeer een bestemming op een van de volgende methodes.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming Opgeven (Adresboek of Groepslijst)
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming Opgeven (Verzendgeschiedenis)
Een Bestemming Opgeven (Zoeken naar de LDAP-Server)
6. Stel scan instellingen in wanneer nodig.
Geeft een preview weer
Een documenttype opgeven
Een scanresolutie opgeven
Meerdere documenten continu scannen (Continu scannen)
209
De dichtheid aanpassen
Instellen om een document te scannen
Overige Scaninstellingen
7. Druk op de (START) knop.
210
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Voer een e-mailadres rechtstreeks in op het bedieningspaneel.
Memo
Stel een e-mailadres in met de volgende stappen.
Een bestemming van de gescande gegevens: Stap 12,70 cm "Scannen naar e-mail
gebruiken"
Een antwoordbestemming van een ontvangen e-mail: Stap 9 in "Het adres van een zender
instellen"
1. Druk op [Manual Input] op het tabblad [Scan To E-mail] of [Basic].
2. Voer een e-mailadres in.
U kunt maximaal 80 tekens invoeren.
3. Druk op [OK].
211
Een Bestemming Opgeven (Adresboek of Groepslijst)
U kunt een bestemming kiezen vanaf het adresboek of groep lijst. U moet bestemmingen in
het adresboek of groep lijst van tevoren registreren.
Voor details over hoe een email-adres aan het adresboek of de groepslijst toe te voegen
raadpleegt u "E-mailadres".
Memo
Stel een e-mailadres in met de volgende stappen.
Een bestemming van de gescande gegevens: Stap 5 "Scannen naar e-mail gebruiken"
Een antwoordbestemming van een ontvangen e-mail: Stap 9 in "Het adres van een zender
instellen"
1. Druk op [Address Book] of [Group List] op het tabblad [Scan To E-
mail] of [Basic].
2. Selecteer de verzendingsbestemming of -groep.
U kunt meerdere items kiezen.
3. Wanneer u uw keuze gereed heeft van alle bestemmingen, druk op
[OK].
212
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
U kunt een email-adres selecteren dat geregistreerd is in de lijst met een one-touch knop.
Om de snelkeuze oproep nummers 09 tot 40 te kiezen die zijn toegekend naar eenmaal-
drukken knoppen, druk op of om te wisselen tussen de schermen.
213
Een Bestemming Opgeven (Verzendgeschiedenis)
Memo
Stel een e-mailadres in met de volgende stappen.
Een bestemming van de gescande gegevens: Stap 12,70 cm "Scannen naar e-mail
gebruiken"
Een antwoordbestemming van een ontvangen e-mail: Stap 9 in "Het adres van een zender
instellen"
1. Druk op [Tx History] op het tabblad [Scan To E-mail] of [Basic].
2. Selecteer de bestemming.
U kunt meerdere items kiezen.
3. Wanneer u uw keuze gereed heeft van alle bestemmingen, druk op
[OK].
214
Een Bestemming Opgeven (Zoeken naar de LDAP-
Server)
Voor Eenvoudig zoeken
Voor Geavanceerd zoeken
U kunt zoeken voor een bestemming vanaf een lijst op de LDAP server. Er zijn twee zoek
methodes, zoals getoond hieronder.
[Simple Search]: U kunt een zoekopdracht doen met alleen maar een sleutelwoord zoals
een gebruikersnaam. U kunt alleen zoeken naar karakter delen die in gebruikersnamen
zitten, en niet in e-mails.
[Advanced Search]: U kiest zoek condities om te zoeken voor onderdelen die alle
sleutelwoorden bevatten of een van de sleutelwoorden. U kunt gebruikersnamen of e-mail
adressen specificeren als sleutelwoorden om te zoeken.
Tot aan 100 zoekresultaten worden weergegeven.
Voor details over de instelling van de LDAP server, zie "Instellen van de LDAP-server".
Memo
Stel een e-mailadres in met de volgende stappen.
Een bestemming van de gescande gegevens: Stap 12,70 cm "Scannen naar e-mail
gebruiken"
Een antwoordbestemming van een ontvangen e-mail: Stap 9 in "Het instellen van een
Antwoordadres"
Voor Eenvoudig zoeken
1. Druk op [LDAP] op het tabblad [Scan To E-mail] of [Basic].
2. Druk op [Simple Search].
3. Voer een trefwoord in voor het zoeken naar een gebruikersnaam in
de LDAP-server.
4. (OK) om het zoeken te starten.
5. Wanneer de zoekresultaten worden weergegeven, drukt u op de
215
bestemming.
U kunt meerdere items kiezen.
6. Wanneer u uw keuze gereed heeft van alle bestemmingen, druk op
[OK].
7. Druk op [Back] om terug te keren naar het startscherm.
Voor Geavanceerd zoeken
1. Druk op [LDAP] op het tabblad [Scan To E-mail] of [Basic].
2. Druk op [Advanced Search].
3. Selecteer [OR (OF)] of [AND (EN)] voor [Search Method
(Zoekmethode)].
4. Druk op [User name].
5. Voer het trefwoord in waar naar gezocht dient te worden.
6. Druk op [OK].
7. Druk op [E-mail Address].
8. Voer het trefwoord in waar naar gezocht dient te worden.
9. Druk op [OK].
10. (OK) om het zoeken te starten.
11. Wanneer de zoekresultaten worden weergegeven, drukt u op de
bestemming.
U kunt meerdere items kiezen.
12. Wanneer u uw keuze gereed heeft van alle bestemmingen, druk op
[OK].
13. Druk op [Back] om terug te keren naar het startscherm.
216
217
Het adres van een zender instellen
1. Druk op [Device Settings] op het bedieningspaneel.
2. Druk meerdere keren op of om [Admin Setup
(Beheerdersinstellingen)] te selecteren.
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [Scanner Setup].
5. Druk op [E-mail Setup].
6. Druk op [From/Reply To].
7. Druk op [From].
8. Voer een e-mailadres in.
9. Druk op [OK].
10. Druk op [Terug] tot het beginscherm wordt weergegeven.
218
Het instellen van een Antwoordadres
1. Druk op [Device Settings] op het bedieningspaneel.
2. Druk meerdere keren op of om [Admin Setup
(Beheerdersinstellingen)] te selecteren.
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [Scanner Setup].
5. Druk op [E-mail Setup].
6. Druk op [From/Reply To].
7. Druk op [Reply To].
8. Specificeer een bestemming.
9. Druk op [Terug] tot het beginscherm wordt weergegeven.
219
Een Onderwerp Opgeven
U kunt maximaal vijf sjablonen met een verscheidenheid aan onderwerpen en een
inhoudelijke tekst registreren.
1. Druk op [Device Settings] op het bedieningspaneel.
2. Druk meerdere keren op of om [Admin Setup
(Beheerdersinstellingen)] te selecteren.
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [Scanner Setup].
5. Druk op [E-mail Setup].
6. Druk op [Template].
7. Druk op [Edit Subject].
8. Selecteer een nummer uit [Subject1] tot [Subject5].
9. Voer een onderwerp in.
U kunt tot 80 karakters invoeren.
10. Druk op [OK].
11. Druk op [Terug] tot het beginscherm wordt weergegeven.
220
Inhoudstekst registreren
1. Druk op [Device Settings] op het bedieningspaneel.
2. Druk meerdere keren op of om [Admin Setup
(Beheerdersinstellingen)] te selecteren.
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [Scanner Setup].
5. Druk op [E-mail Setup].
6. Druk op [Template].
7. Druk op [Edit Body].
8. Selecteer een nummer uit [Body1] tot [Body5].
9. Voer inhoudsteksten in.
U kunt tot 256 karakters invoeren.
10. Druk op [OK].
11. Druk op [Terug] tot het beginscherm wordt weergegeven.
221
Een sjabloon gebruiken
U kunt onderwerpen en inhoudsteksten gebruiken die als sjabloon zijn geregistreerd in
standaard-e-mails.
1. Druk op [Scannen] of de (SCAN)-knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Scan To E-mail].
4. Druk op het tabblad [Advanced].
5. Druk op [E-mailsetup].
6. Druk op [Subject] of [E-mail Body].
7. Druk op [Select Subject] of [Select Text].
8. Druk op het te selecteren onderwerp of inhoud.
9. Druk op het tabblad [Scan To E-mail] om een invoermethode te
selecteren.
10. Specificeer een bestemming.
11. Druk op de (START) knop.
Verbonden
Het adres van een zender instellen
222
Verzendgegevens Opslaan
U kunt verzonden data via Scannen Naar E-mail enz. Opslaan. Voor verdere details zie
"Verzend- en ontvangst gegevens opslaan (Opslaan verzendgegevens)".
223
Data naar een computer versturen
U kunt een gescanned beeld naar een computer sturen die over een netwerk of USB
raakvlak is verbonden. Scan een document dat op de machine is geplaatst door middel van
het bedieningspaneel.
Voordat u Scannen Naar Computer Gebruikt
Voordat u WSD Scan Gebruikt
Een computer die is aangesloten registreren
Computer Verwijderen
Instellen om ActKey te starten, als men Scannen naar Computer gebruikt.
Hoe de functie Scannen naar Computer te gebruiken
224
Voordat u Scannen Naar Computer Gebruikt
Voordat u Scannen Naar Computer met ActKey Gebruikt
Voordat u Scannen Naar Computer met WSD Scan Gebruikt
Voordat u Scannen Naar Computer met Image Capture (Mac OS X) Gebruikt
Instelling om het Newerk TWAIN te Gebruiken.
Om de Scannen Naar Computer functie te gebruiken heeft u de volgende instellingen nodig
afhankelijk van uw OS en verbindingsmethode.
Opmerking
Om de machine te verbinden met een netwerk, stelt u het volgende in.
Stel de [TCP/IP]-instelling van de machine in op [Inschakelen].
Zorg ervoor dat de IP-versies van de machine en een computer overeenkomen.
Stel de DNS-server in.
Memo
Met deze functie kunt u een afbeelding niet naar meerdere computers tegelijk verzenden.
De vereiste software varieert naargelang het besturingssysteem van uw computer en de te
gebruiken functie. Installeer de geschikte software.
Op de Windows computer kan de Scannen Naar Computer functie met ActKey of WSD Scan
worden gebruikt.
Zie het volgende.
Voordat u Scannen Naar Computer met ActKey (Windows) Gebruikt
Voordat u Scannen Naar Computer met WSD Scan (Windows) Gebruikt
Als u Mac OS X gebruikt, kunt u Image Capture gebruiken.
Zie het volgende.
Voordat u Scannen Naar Computer met Image Capture (Mac OS X) Gebruikt
Voordat u Scannen Naar Computer met ActKey Gebruikt
1. Stel het apparaat in op het gebruik van Scannen Naar Computer.
Zie het volgende.
Instelling voor het Gebruik van het Netwerk TWAIN (Netwerk Verbinding)
2. Installeer het scanstuurprogramma en ActKey.
Een stuurprogramma en software op een computer installeren
Als u een netwerk verbinding gebruikt, voer de volgende stappen uit.
3. Registreer in het apparaat de bestemmingscomputer die voor
225
ScannenAls Naar Computer wordt gebruikt.
Een computer die is aangesloten registreren
Memo
Uw computer kan mogelijkerwijs automatisch worden geregistreerd nadat het
stuurprogramma is geïnstalleerd.
Ingeval informatie over de computer zoals computernaam of IP-adres is gewijzigd,
moet u opnieuw de nieuwe informatie registreren.
4. Start Netwerk Configuratie.
Klik op [Start (Starten)] en selecteer vervolgens [All Programs (Alle programma's)] >
[Okidata (Okidata)] > [ActKey (ActKey)] > [Tool (Hulpprogramma)] > [Network
Configuration (Netwerkconfiguratie)].
Als het eenmaal is geïnstalleerd, start het automatisch op zodra u zich aanmeldt.
Voordat u Scannen Naar Computer met WSD Scan Gebruikt
1. Stel het apparaat in op het gebruik van WSD Scan op het apparaat.
2. Installeer dit apparaat als een WSD apparaat aangesloten op een
computer.
Voor overige details zie "Voordat u WSD Scan Gebruikt".
Als het apparaat op de computer is geïnstalleerd is de computer op het apparaat ook
geregistreerd als een bestemmingscomputer voor WSD Scan.
Voordat u Scannen Naar Computer met Image Capture
(Mac OS X) Gebruikt
Als u Mac OS X gebruikt, kunt u Image Capture gebruiken.
1. Stel het apparaat in op het gebruik van Scannen Naar Computer.
Zie het volgende.
Instelling voor het Gebruik van het Netwerk TWAIN (Netwerk Verbinding)
2. Installeer het Mac OS X scannerstuurprogamma.
Een stuurprogramma en software op een computer installeren
Voor de USB verbinding ga naar stap 4.
3. Registreer in het apparaat de bestemmingscomputer die voor
ScannenAls Naar Computer wordt gebruikt. (Voor de
netwerkverbinding)
Een computer die is aangesloten registreren
Memo
Ingeval informatie over de computer zoals computernaam of IP-adres is gewijzigd, moet u
226
opnieuw de nieuwe informatie registreren.
4. Start Capture en selecteer vervolgens dit apparaat uit de lijst aan
de linkerzijde van Image Capture.
Instelling om het Newerk TWAIN te Gebruiken.
Schakel de functie Network TWAIN in zodat u de functie Scannen naar Computer op een
computer kunt gebruiken, die aangesloten is op een netwerk.
1. Druk [Device Settings (Apparaatinstellingen)] op het
aanraakpaneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [Scanner Setup (Scannerinstellingen)].
5. Druk op [Setup TWAIN (Setup TWAIN )].
6. Zorg ervoor dat het [Network TWAIN (Netwerk TWAIN)] op [ON
(AAN)] is ingesteld.
Memo
Door te drukken op [Network TWAIN (Netwerk TWAIN)] schakelt u over tussen [ON (AAN)]
en [OFF (UIT)].
7. Druk op [Back (Terug)] tot het startscherm wordt weergegeven.
227
228
Voordat u WSD Scan Gebruikt
Over WSD Scan
Instellen om WSD Scan in te stellen
Deze machine installeren als een WSD-apparaat op een computer
Een bindpositie instellen voor dubbelzijdig scannen
Over WSD Scan
Dit onderdeel beschrijft hoe u een computer kunt instellen zodat deze de WSD-scanfunctie
gebruikt. Installeer de machine op de computer om de WSD-scanfunctie te gebruiken.
U kunt WSD scan instellen vanuit scannen naar Computer of remote scan via een netwerk,
Om WSD-scan te gebruiken, moet de machine worden verbonden met een computer met
het volgende geïnstalleerd via een netwerk:
Windows 8.1/Windows 8/Windows Vista/Windows 7/Windows Server 2012/Windows Server
2012 R2/Windows Server 2008/Windows Server 2008 R2
Controleer de netwerkverbinding alvorens de onderstaande procedure te starten.
Deze machine op een netwerk aansluiten
Instellen om WSD Scan in te stellen
Om de functie Scannen naar Computer (WSD Scan) en de functie Remote Scan (WSD Scan)
via de WSD Scan-verbinding te gebruiken, volgt u de onderstaande procedure.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of om [Admin Setup
(Beheerdersinstellingen)] te selecteren.
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [Scanner Setup].
5. Druk op [WSD-Scaninstellingen].
6. Controleer of [WSD-scannen] is ingesteld op [Inschakelen].
Memo
Door op [WSD-scannen] te drukken, schakelt u tussen [Inschakelen] en [Uitschakelen].
229
7.
Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
Deze machine installeren als een WSD-apparaat op een
computer
Installeer deze machine als een WSD-scanapparaat op een Windowscomputer die WSD-
scannen ondersteunt, zodat u de WSD-scanfunctie kunt gebruiken.
Opmerking
Als een computer voor WSD-scannen deze machine herkent en als het IP-adres van deze
machine is gewijzigd, moet u opnieuw registreren. Verwijder deze machine en installeer
deze dan opnieuw.
Alvorens deze installatie op te starten, controleert u of Zoeken op het netwerk is
ingeschakeld.
In [Controlepaneel] klikt u op [Netwerk en internet] > [Netwerkcentrum] > [Wijzig
geavanceerde deelinstellingen], selecteer [Netwerkdetectie inschakelen] voor
[Netwerkdetectie] en klik vervolgens op [Wijzigingen opslaan].
Memo
U kunt tot 50 computers registreren in deze machine.
Deze machine in een computer installeren
1. Selecteer [Netwerk] in het [Start]-menu.
De apparaten die zijn verbonden met het netwerk, worden weergegeven.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram MC873 onder
[Multifunctionele apparaten] en selecteer [Installeren].
Indien het dialoogvenster [Gebruikersaccount-beheer] wordt weergegeven, klik dan op
[Ja].
3. Wanneer een ballonmelding over de voltooide installatie verschijnt
op de taakbalk, klik dan op de ballon voor meer informatie en klik
vervolgens op [x (Sluiten)].
Controleer als volgt de installatie van het hulpprogramma op de machine.
Controleren dat de machine verbonden is met een computer.
1. Druk op [Scannen] of de (SCAN)-knop.
2. Druk op [Scannen naar computer].
3. Druk op [Selecteer een verbonden pc].
4. Druk op [Van WSD-scan].
230
5.
Controleer of er op deze machine een computer wordt
weergegeven als verbindingsbestemming voor WSD-scannen.
Een bindpositie instellen voor dubbelzijdig scannen
Om een bindpositie voor dubbelzijdig scannen in te stellen met Scannen naar Computer en
Extern scannen via WSD Scan volgt u de onderstaande procedure.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of om [Admin Setup
(Beheerdersinstellingen)] te selecteren.
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [Scanner Setup].
5. Druk op [WSD-Scaninstellingen].
6. Druk op [Binding].
7. Selecteer een bindingspositie.
8. Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
231
232
Een computer die is aangesloten registreren
Registreer de naam van de bestemmingscomputer, IP-adres en poortnummer voordat u
Scannen Naar Computer op het Netwerk TWAIN gebruikt.
Registratie van een Computer vanaf het Besturingspaneel
Werken met Netwerkconfiguratie (alleen Windows)
Het gebruik van de Network Scanner Setup Tool (alleen Mac OS X).
Registratie van een Computer vanaf het Besturingspaneel
U kunt een computer op hetzelfde netwerk registreren als een scanbestemming.
1. Druk op [Apparaatinstellingen].
2. Druk meerdere keren op of om [Network Scan Destination
(Netwerk Scanner Bestemming)] te selecteren.
3. Druk op [Registreren] van een registratielocatie.
Voor het bewerken van een geregistreerd groepsnummer, selecteert u [Bewerken].
4. Voer een bestemming in bij [Bestemming].
5. Voer een bestemming in.
U kunt tot 16 karakters invoeren.
6. Druk op [OK].
7. Druk op [Bestemmingsadres].
8. Voer een IP-adres, een hostnaam of een computernaam in.
U kunt tot 64 karakters invoeren.
9. Druk op [OK].
10. Druk op [Poortnr.].
11. Voer een poortnummer in en druk vervolgens op [OK].
12. Druk op [Close] op een bevestiging scherm.
13. Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
Werken met Netwerkconfiguratie (alleen Windows)
Om de computernaam en het IP-adres van u computer nadat het scanstuurprogramma is
233
geïnstalleerd te wijzigen, start u de Netwerk Configuratie, selecteer u de driver en
vervolgens wijzigt u de geregistreerde informatie voor Scannen Naar Computer.
1. Klik op [Start (Starten)] en selecteer vervolgens [All Programs (Alle
programma)] > [Okidata (Okidata)] > [ActKey (ActKey)] > [Tools
(Hulpprogramma's)] > [Network Configuration
(Netwerkconfiguratie)].
2. Klik met de rechter muistoets op [Show Network Configuration
(Toon netwerkconfiguratie)] in de taakbalk.
3. Selecteer de te gebruiken scannerdriver en selecteer [Properties
(Eigenschappen)] in het menu [Scanner (Scanner)].
4. Klik op het tabblad [Register (Registreren)].
Als informatie van de computer worden de computernaam, het IP-adres en het
poortnummer weergegeven. U hoeft de naam van de computer niet in te stellen,
omdat de naam van de host van de computer automatisch opgehaald wordt.
Hoewel de instelwaarde van het IP-adres van de computer automatisch weergegeven
wordt, als meerdere netwerkkaarten op de computer worden geïnstalleerd, worden
meerdere IP-adressen weergegeven. Selecteer het IP-adres van de netwerkkaart die
op dit moment gebruikt wordt. Wijzig de huidige instelling voor het poortnummer, dat
wordt weergegveven, indien noodzakelijk.
5. Nadat alle instellingen voltooid zijn, klikt u op de knop [Register
(Registreren)] om de instelling van de machine te registreren.
234
Er doet zich een fout voor bij het registreren als de machine is uitgeschakeld en niet
kan worden aangesloten. In geval informatie over de computer zoals computernaam,
IP-adres en poortnummer is gewijzigd, moet u opnieuw volgens bovenstaande
procedure de nieuwe informatie registreren.
Het gebruik van de Network Scanner Setup Tool (alleen
Mac OS X).
1. Selecteer [Application (Toepassing)] > [OKIDATA (OKIDATA)] >
[Scanner (Scanner)] > [Network Scanner Setup Tool (Netwerk
Scanner Installatie Hulpprogramma)].
2. Selecteer de machine uit het [Scan Settings (Scaninstellingen)]
dialoogvenster, klik op [Register (Registreren)], registreer [Name
(Naam)] en Host in de [Register host address (Registreer host-
adres)] en klik vervolgens op [OK (OK)].
235
Computer Verwijderen
Een geregistreerde bestemming verwijderen
U kunt een computer verwijderen die in deze machine is geregistreerd als een
scanbestemming.
1. Druk op [Apparaatinstellingen].
2. Druk meerdere keren op of om [Network Scan Destination
(Netwerk Scanner Bestemming)] te selecteren.
3. Druk op [Verwijderen] van een te verwijderen item.
4. Druk op [Ja] op de bevestiging.
5. Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
Werken met Netwerkconfiguratie (alleen Windows)
1. Klik op [Start] en selecteer dan [Alle programma's] > [Okidata] >
[ActKey] > [Hulpprogramma's > [Netwerkconfiguratie].
2. Klik met de rechter muisknop op [Geef Netwerkconfiguratie weer]
in de taakbalk.
3. Selecteer [Eigenschappen] in het [Scanner]-menu.
4. Klik op de tab [Registratie opheffen].
236
5. Selecteer de computer naam te maken de registratie ongedaan en
klik dan op [Unregister].
237
Instellen om ActKey te starten, als men Scannen naar
Computer gebruikt.
U kunt de instelling zo maken dat ActKey kan starten als u [Scan To Computer (Scannen
naar computer)] op het apparaat instelt.
1. Klik op [Start] en selecteer dan [Devices and Printers].
2. Rechterklik [OKI MC873] en vervolgens [Scan properties
(Eigenschappen scannen)].
Indien het dialoogvenster [Gebruikersaccount-beheer] wordt weergegeven, klik dan op
[Ja].
3. Klik op het tabblad Gebeurtenissen.
4. Selecteer een gebeurtenis uit [Een gebeurtenis selecteren].
5. Selecteer [Dit programma starten] en selecteer dan [ActKey].
6. Herhaal stappen 4 en 5 zodat alle gebeurtenissen worden ingesteld
op [ActKey].
7. Klik op [OK].
238
Hoe de functie Scannen naar Computer te gebruiken
De ActKey gebruiken (Windows)
Werken met WCD Scan
Werken met Image Capture (Mac OS X)
Om Scan naar Computer te gebruiken moet u het volgende voorbereiden.
Voordat u Scannen Naar Computer Gebruikt
De procedure is gebaseerd op het operationele systeem van uw computer en de
verbindingsmethode.
Op de Windows computer kan de Scannen Naar Computer functie met ActKey of WSD Scan
worden gebruikt.
Zie het volgende:
De ActKey gebruiken (Windows)
Werken met WCD Scan
Als u Mac OS X gebruikt, kunt u Image Capture gebruiken.
Zie het volgende:
Werken met Image Capture (Mac OS X)
De ActKey gebruiken (Windows)
U kunt ActKey gebruiken om de gescande afbeelding op een toepassing weer te geven, de
afbeelding in een map op te slaan, of een faxverzending toepassing te starten.
Memo
Als u ActKey via netwerk gebruikt, dan moet eerst met Netwerkconfiguratie starten.
Klik op [Start (Starten)] en selecteer vervolgens [All Programs (Alle programma)] > [Okidata
(Okidata)] > [ActKey (ActKey)] > [Tools] > [Network Configuration (Netwerkconfiguratie)].
1. Druk op [Scan (Scanner)] of (Scanner).
2. Plaats een document in de ADF of op de glasplaat.
3. Druk op [Scan To Computer (Scannen naar computer)].
Als [Select A Connecting PC (Selecteer Een PC om Aan te sluiten)] niet verschijnt, ga
dan verder met stap 7.
4. Druk op [Select A Connecting PC (Selecteer Een PC om Aan te
sluiten)].
5. Druk op [From Network (Van Netwerk)] of [From USB Interface
(Van USB Interface)] in overeenstemming met de
verbindingsmethode van het apparaat en computer.
239
6. Voor de netwerkverbinding selecteer een bestemmingscomputer
waar de gegevens aan verzonden kunnen worden.
Als de beoogde computer niet verschijnt registreer dan de computer op het apparaat.
Een computer die is aangesloten registreren
7. Druk op [Select An Application (Kies Een Toepassing)].
Memo
Als u [Application (Toepassing)] selecteert, dan geeft u deze op als [Application-1
(Toepassing-1)] van ActKey en als deze speciale applicatie voor Windows start dan
wordt de gescande afbeelding op de toepassing weergegeven.
Als u [Folder (Map)] selecteert, wordt het gescande document in de opgegeven map
opgeslagen.
Als u [PC-FAX (PC-FAX)] selecteert, start een toepassig voor faxverzending. Na het
versturen van het gescande document, stuurt u een fax met de toepassing voor
faxverzending op uw computer.
8. Selecteer een bestemming.
9. Klik op (START).
ActKey start automatisch en vervolgens begint de scannerdriver te scannen.
Werken met WCD Scan
Memo
Om met dubbelzijdig scannen te beginnen draait u de instelling om en plaatst het document
vervolgens in de ADF. De machine kan niet op de glasplaat beide zijden van het document
scannen zelfs als u dubbelzijdig scannen inschakelt.
Als u de scanner applicatie te gebruiken op een computer, wordt een document gescand met
de scanner type scan profiel instelling op de computer, ongeacht de plaats waar het
document is ingesteld of de instelling [Duplex Scan (Dubelzijdig Scannen)].
1. Druk op [Scan (Scanner)] of (Scanner).
2. Plaats een document in de ADF of op de glasplaat.
3. Druk op [Scan To Computer (Scannen naar computer)].
4. Druk op [Select A Connecting PC (Selecteer Een PC om Aan te
sluiten)].
5. Druk op [From WSD Scan (Van WSD Scannen)].
6. Selecteer een bestemmingscomputer waar de gegevens aan
verzonden kunnen worden.
240
7. Klik op (START).
Werken met Image Capture (Mac OS X)
Stel Image Capture bij Mac OS X standaard in om gescande beelden vast te leggen.
Opmerking
Een document op een flatbed-scanner kan alleen op het formaat A4 gescand worden.
Een bestand kan alleen in JPEG opgeslagen worden.
Als u via een netwerkverbinding scant, start dan eerst Image Capture. Selecteer een
apparaat van de lijst dat aan de linkerzijde van het Image Capture scherm wordt getoond.
Gebruik Image Capture in het standaard overzicht. Men kan deze functie niet gebruiken in
het detailoverzicht.
1. Druk op [Scan (Scanner)] of (Scanner).
2. Plaats een document in de ADF of op de glasplaat.
3. Druk op [Scan To Computer (Scannen naar computer)].
Als [Select A Connecting PC (Selecteer Een PC om Aan te sluiten)] niet verschijnt, ga
dan verder met stap 7.
4. Druk op [Select A Connecting PC (Selecteer Een PC om Aan te
sluiten)].
5. Druk op [From Network (Van Netwerk)] of [From USB Interface
(Van USB Interface)] in overeenstemming met de
verbindingsmethode van het apparaat en computer.
6. Voor de netwerkverbinding selecteer een bestemmingscomputer
waar de gegevens aan verzonden kunnen worden.
241
Als de beoogde computer niet verschijnt registreer dan de computer op het apparaat.
Een computer die is aangesloten registreren
7. Druk op [Select An Application (Kies Een Toepassing)].
Memo
Als u [Application (Toepassing)] of [PC-FAX (PC-FAX)] op de Mac OS X selecteert, vindt
dezelfde actie als bij het selecteren van een [Folder (Map)] plaats.
8. Selecteer een bestemming.
9. Klik op (START).
242
Gescande Gegevens in een USB-Geheugen Opslaan
Voor het opslaan van gescande gegevens in het USB-Geheugen volg onderstaande
procedure.
1. Druk op [Scannen] of de (SCAN)-knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Steek een USB geheugen in de USB poort.
Opmerking
Steek een USB geheugen rechtstreeks in de USB poort. Insteken van USB Geheugen in
een verkeerde hoek kan de USB poort beschadigen.
4. Druk op [Scan To USB Memory].
5. Stel scan instellingen in wanneer nodig.
Memo
Druk op [Preview] op het tabblad [Geavanceerd] om een voorbeeld te zien van de
gescande afbeelding.
6. Druk op de (START) knop.
7. Wanneer een bericht getoond wordt om u te informeren dat u het
USB Geheuren van de poort kunt verwijderen, verwijder het.
243
244
Gescande Gegevens in een Gedeelde Map Opslaan
Voordat Scannen Naar Gedeelde Map Gebruikt kan worden
Hoe de functie Scan naar gedeelde map te gebruiken
Wijziging van Geregistreerde Bestemming (Profiel)
Een geregistreerde bestemming verwijderen (Profiel)
245
Voordat Scannen Naar Gedeelde Map Gebruikt kan
worden
Een gedeelde map op een computer creëren
Een bestemming registreren (profiel)
Een bestemming (profiel) vanuit Configuration Tool registreren
Een bestemming (profiel) vanuit de web-pagina registreren
Een bestemming (profiel) vanuit het besturingspaneel registreren.
Een gedeelde map op een computer creëren
Maak een gedeelde map op een computer waarop men het gescande document wil opslaan.
1. Klik op [Start (Starten)] op de taakbalk van Windows, rechterklik
op [Computer (Computer)] en klik vervolgens op [Properties
(Eigenschappen)].
2. Controleer de naam van [Computer name (Computernaam)].
U hebt de computernaam nodig die u koos toen u de bestemming in de machine
registreerde. Schrijf het op.
3. Sluit het venster.
4. Creëer een map waarin documenten op de computer worden
opgeslagen.
5. Rechterklik op de aangemaakte map en klik vervolgens op
[Properties (Eigenschappen)].
6. Klik op het tabblad [Sharing (Delen)] en vervolgens klikt u op
[Advanced Sharing (Geavanceerd delen)].
7. Selecteer het selectievakje [Share this folder (Deze map delen)] en
klik vervolgens op [Permissions (Toestemmingen)].
8. Schakel het selectievakje [Allow (Toestaan)] van [Change
(Wijzigen)] in [Permissions for Everyone (Toestemmingen voor
iedereen)] in en klik vervolgens op [OK (OK)].
9. Klik op [OK (OK)].
Een bestemming registreren (profiel)
246
Registreer de gecreëerde gedeelde map in de machine, zodat de map gebruikt kan worden
voor de scannen naar gedeelde map.
Wanneer u Scannen naar gedeelde map uitvoert, stuurt u data naar het profiel, dat u als
bestemming opgeeft.
U kunt maximaal 50 profielen registreren.
U kunt een bestemming (profiel) registreren op de volgende drie manieren. Dit handboek
raadt aan om Configuratie Werktuig of de webpagina te gebruiken waar u informatie met
het computer toetsenbord kunt ingeven.
Een bestemming (profiel) vanuit Configuration Tool
registreren
Dit deel beschrijft de registratiemethode die het configuratiehulpmiddel op een computer
gebruikt.
Wanneer u klikt op (Save to device), worden de gewijzigde instellingen gereflecteerd
naar deze machine.
Opmerking
Om de beheerder profiel te gebruiken installeert u de invoegtoepassing
Gebruikersinstellingen. U kunt deze invoegtoepassing op hetzelfde moment installeren
wanneer u Configuration Tool installeert of u kunt de invoegtoepassing later installeren.
Software installeren
U moet deze machine vooraf registreren in Configuratie Gereedschap.
Start het Configuratiehulpprogramma
1. Klik op [Start], en kies dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Kies de machine vanaf [Registered Device Table].
3. Kies het [User Setting] label.
247
4. Klik op [Profile Manager].
5. Voer het beheerderswachtwoord in en klik vervolgens op [OK].
6. Klik op (Nieuw).
7. Geef de naam in van een transmissie bestemming [Profile Name].
248
8. Kies [CIFS] for [Protocol] om een gedeelde map te registreren.
9. Voer het pad van de gedeelde map in die u heeft ingesteld op de
computer in [Target URL].
10. Voer het poort nummer in dat gebruikt moet worden in [Port No.].
11. Wanneer toegang privileges zijn ingesteld naar de gedeelde map,
voer de gebruikersnaam en wachtwoord in bij [User Name] en
[Password].
12. Kies [Encode Communication] en [CIFS Character Set] wanneer
nodig.
13. Klik op [File Name] wanneer nodig.
14. Klik op [Advanced], en stel dan de uitgebreide instellingen in.
15. Klik op [OK].
16. Klik op (Naar apparaat opslaan).
Een bestemming (profiel) vanuit de web-pagina
registreren
Dit deel beschrijft de registratie methode die de Webpagina op een computer gebruikt.
1. Start een Web browser.
2. Voer in de URL "http://(IP adres van deze machine)" in de adres
balk, en druk dan op de <Enter> toets.
Over het IP-Adres van deze machine, verwijs naar "Het controleren van de Informatie
op de Machine".
249
3.
Klik op [Administrator Login].
4. Voer "admin" in [User Name (Gebruikersnaam)] in en het huidige
gebruikerswachtwoord [Password (Wachtwoord)] en klik
vervolgens op [OK (OK)].
Voor Mac OS X voert u "admin" in [Name (Naam)] in en het huidige
gebruikerswachtwoord [Password (Wachtwoord)] en klik vervolgens op [Login
(Login)].
5. Klik op [SKIP].
6. Klik op [List] aan de bovenzijde van het scherm.
7. Klik op [Profile] aan de linkerzijde van het scherm.
8. Klik op [New].
9. Voer de naam van de verzendingsbestemming in bij [Profile Name].
250
10. Kies [CIFS] for [Protocol] om een gedeelde map te registreren.
11. Voer het pad van de gedeelde map in die u heeft ingesteld op de
computer in [Target URL].
12. Voer het poort nummer in dat gebruikt moet worden in [Port
Number].
13. Wanneer toegang privileges zijn ingesteld naar de gedeelde map,
voer de gebruikersnaam en wachtwoord in bij [User Name] en
[Password].
14. Kies [CIFS Character Set] en [Encode Communication] wanneer
nodig.
15. Stel [Detail] in wanneer nodig.
16. Klik op [Submit].
Een bestemming (profiel) vanuit het besturingspaneel
registreren.
Dit deel beschrijf hoe u profielen registreert vanaf het bediening paneel.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk op [Profile].
3. Kies een nummer, en druk dan op [Register].
4. Voer een profiel naam in, en klik dan op [Next].
251
5. Kies een instelling, en druk dan op [Delete].
6. Voer de waardes van de verzending bestemming computer naam in
en de gedeelde mapnaam in het " de verzending bestemming
computer naam de gedeelde map naam" formaat.
Voorbeeld: PC1 deel
Memo
Wanneer er geen DNS-server in het netwerk is, kunt u de computer niet specificeren
met de computernaam (de computernaam van de verzendingsbestemming). In dit
geval, gebruik het IP adres van de computer om in te stellen.
Voorbeeld: 192.168.0.3 deel
7. Druk op [Next].
8. Wanneer toegangprivileges zijn ingesteld naar de gedeelde map,
voert u de gebruikersnaam en wachtwoord in bij [User Name] en
[Password].
Opmerking
Wanneer domeinbeheer wordt uitgevoerd, voert u "gebruikersnaam@domeinnaam" in.
Wanneer domein beheer wordt uitgevoerd en u kunt geen verbinding maken zelfs na
het invoeren van "Gebruiker naam@domeinnaam", verwijder "@domeinnaam".
Ook, ga naar de Webpagina van deze machine, kies [Admin Setup] > [Network Menu],
en stel dan in de NetBIOS domeinnaam in [Workgroup name] in [NBT].
Voor de domeinnaam, controleer met uw netwerk beheerder.
9. Druk op [Next].
10. Stel andere onderdelen in wanneer nodig.
11. Druk op [OK].
252
253
Hoe de functie Scan naar gedeelde map te gebruiken
Deze sectie beschrijft de modus Scannen naar gedeelde map.
Gescande gegevens worden geconverteerd naar een PDF-, JPEG-, TIFF-, of XPS-bestand.
PDF staat ingesteld als standaard fabrieksinstelling.
Stel een standaard instelling voor netwerk en gedeelde map in voordat u de functie Scannen
naar gedeelde map gebruikt.
Deze machine op een netwerk aansluiten
Voordat Scannen Naar Gedeelde Map Gebruikt kan worden
Memo
De volgende procedure gebruikt de fabriek standaard waarde instelling.
1. Druk op [Scannen] of de (SCAN)-knop.
Het aanraakpaneel-scherm schakelt over naar het bovenste scanscherm.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Scannen naar gedeelde map].
4. Druk op [Profiel selecteren].
Als een profiel niet wordt weergegeven, controleer dan de instellingen Scannen naar
gedeelde map.
Voordat Scannen Naar Gedeelde Map Gebruikt kan worden
5. Selecteer een profiel
Memo
Druk op [Preview] op het tabblad [Geavanceerd] om een voorbeeld te zien van de
gescande afbeelding.
6. Stel scan instellingen in wanneer nodig.
7. Druk op de (START) knop.
254
Wijziging van Geregistreerde Bestemming (Profiel)
U kunt een bestemmings (profiel) op de volgende drie manieren wijzigen. Deze handleiding
raadt u aan om Configuration Tool te gebruiken of de web-pagina waar u informatie met het
toetsenbord van de computer kunt invoeren.
Wijziging van een Bestemmings(Profiel) vanaf het Configuratie Hulpprogramma
Wijziging van een Bestemmings(Profiel) vanaf een Webpagina
Wijziging van een Bestemmings(Profiel) vanaf het Bedieningspaneel
Wijziging van een Bestemmings(Profiel) vanaf het
Configuratie Hulpprogramma
Dit deel beschrijft de veranderings- en verwijderingsmethodes die het
configuratiehulpprogramma op een computer gebruikt.
Wanneer u klikt op (Save to device), worden de gewijzigde instellingen gereflecteerd
naar deze machine.
Opmerking
Om de beheerder profiel te gebruiken installeert u de invoegtoepassing
Gebruikersinstellingen. U kunt deze invoegtoepassing op hetzelfde moment installeren
wanneer u Configuration Tool installeert of u kunt de invoegtoepassing later installeren.
Software installeren
U moet deze machine vooraf registreren in Configuratie Gereedschap.
Start het Configuratiehulpprogramma
1. Klik op [Start], en kies dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Kies de machine vanaf [Registered Device Table].
3. Kies het [User Setting] label.
255
4. Klik op [Profile Manager].
5. Voer het beheerderswachtwoord in en klik vervolgens op [OK].
6. Klik op een te wijzigen profielnaam.
7. Bewerk het profiel, en klik dan op [OK].
256
8. Klik op (Naar apparaat opslaan).
Wijziging van een Bestemmings(Profiel) vanaf een
Webpagina
Deze sectie beschrijft hoe bestemmingen te wijzigen door het gebruik van een webpagina op
de computer.
1. Start een Web browser.
2. Voer in de URL "http://(IP adres van deze machine)" in de adres
balk, en druk dan op de <Enter> toets.
Over het IP-Adres van deze machine, verwijs naar "Het controleren van de Informatie
op de Machine".
3. Klik op [Administrator Login].
4. Voer "admin" in [User Name (Gebruikersnaam)] in en het huidige
gebruikerswachtwoord [Password (Wachtwoord)] en klik
vervolgens op [OK (OK)].
Voor Mac OS X voert u "admin" in [Name (Naam)] in en het huidige
gebruikerswachtwoord [Password (Wachtwoord)] en klik vervolgens op [Login
(Login)].
5. Klik op [SKIP].
257
6. Klik op [List] aan de bovenzijde van het scherm.
7. Klik op [Profile] aan de linkerzijde van het scherm.
8. Klik op een profiel om te veranderen.
9. Klik op [Edit].
10. Bewerk het profiel wanneer nodig.
11. Klik op [Submit].
258
Wijziging van een Bestemmings(Profiel) vanaf het
Bedieningspaneel
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk op [Profile].
3. Kies een nummer, en druk dan op [Edit].
4. Kies een onderdeel om te veranderen.
5. Verander het onderdeel, en druk dan op [OK]
6. Om meerdere onderdelen te veranderen, herhaal stappen 4 tot 5.
7. Druk op [Back].
8. Druk op [OK] om de instelling te registreren.
259
Een geregistreerde bestemming verwijderen (Profiel)
U kunt een bestemmings(profiel) op de volgende drie manieren wissen. Deze handleiding
raadt u aan om Configuration Tool te gebruiken of de web-pagina waar u informatie met het
toetsenbord van de computer kunt invoeren.
Wijziging van een Bestemmings(Profiel) vanaf het Configuratie Hulpprogramma
Een Bestemmings(Profiel) van de Webpagina wissen
Een Bestemmings(Profiel) van het Bedieningspaneel verwijderen
Wijziging van een Bestemmings(Profiel) vanaf het
Configuratie Hulpprogramma
Dit deel beschrijft de veranderings- en verwijderingsmethodes die het
configuratiehulpprogramma op een computer gebruikt.
Wanneer u klikt op (Save to device), worden de gewijzigde instellingen gereflecteerd
naar deze machine.
Opmerking
Om de beheerder profiel te gebruiken installeert u de invoegtoepassing
Gebruikersinstellingen. U kunt deze invoegtoepassing op hetzelfde moment installeren
wanneer u Configuration Tool installeert of u kunt de invoegtoepassing later installeren.
Software installeren
U moet deze machine vooraf registreren in Configuratie Gereedschap.
Start het Configuratiehulpprogramma
1. Klik op [Start], en kies dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Kies de machine vanaf [Registered Device Table].
3. Kies het [User Setting] label.
260
4. Klik op [Profile Manager].
5. Voer het beheerderswachtwoord in en klik vervolgens op [OK].
6. Klik op een profiel naam om te verwijderen.
7. Klik op (Verwijder)
Memo
Om alle bestemmingen te verwijderen (profielen), klik op (Verwijder alle).
261
8.
Klik op (Naar apparaat opslaan).
Een Bestemmings(Profiel) van de Webpagina wissen
Dit deel beschrijft de registratie en verwijdering methodes die de Webpagina op een
computer gebruiken.
1. Start een Web browser.
2. Voer in "http://(IP adres van deze machine)" in de adres balk, en
druk dan op de <Enter> toets.
Over het IP-Adres van deze machine, verwijs naar "Het controleren van de Informatie
op de Machine".
3. Klik op [Administrator Login].
4. Voer "admin" in [User Name (Gebruikersnaam)] in en het huidige
gebruikerswachtwoord [Password (Wachtwoord)] en klik
vervolgens op [OK (OK)].
Voor Mac OS X voert u "admin" in [Name (Naam)] in en het huidige
gebruikerswachtwoord [Password (Wachtwoord)] en klik vervolgens op [Login
(Login)].
5. Klik op [SKIP].
262
6. Klik op [List] aan de bovenzijde van het scherm.
7. Klik op [Profile] aan de linkerzijde van het scherm.
8. Klik op een profiel om te verwijderen.
9. Klik op [Delete].
10. Klik op [OK] in een dialoog box.
Een Bestemmings(Profiel) van het Bedieningspaneel
verwijderen
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk op [Profile].
3. Kies een nummer, en druk dan op [Delete].
4. Wanneer een bevestiging boodschap wordt weergegeven, druk op
263
[Yes].
Verbonden
Wijziging van Geregistreerde Bestemming (Profiel)
264
Scannen vanaf een computer
Met de Remote Scan kunt u de scan functie van het apparaat starten en documenten vanaf
een computer scannen.
Voordat u Remote Scan kunt gebruiken
Hoe Remote Scan te gebruiken
De ActKey gebruiken (Windows)
Werken met de TWAIN-driver (Windows)
Werken met de WIA-driver (alleen Windows)
Werken met Image Capture (Mac OS X)
265
Voordat u Remote Scan kunt gebruiken
Voordat u Remote Scan met Actkey, TWAIN Driver of WIA Driver Gebruikt
Voordat u Remote Scan met WSD Scan Gebruikt
Voordat u Remote Scan met Image Capture (Mac OS X) Gebruikt
Instellen hoe Remote Scan te gebruiken
Een modus voor extern scannen selecteren
Voordat u de remote scan functie kunt gebruiken moeten de volgende instellingen
overeenkomen met aansluitmethode en OS van uw computer.
Opmerking
Als u het apparaat op het netwerk aansluit, moet u het volgende instellen.
Stel [TCP/IP (TCP/IP)] in op [Enable (Inschakelen)].
Laat de IP versie van de machine en een computer overeenkomen.
Stel de DNS-server in.
Memo
De vereiste software verschilt afhankelijk van het besturingssysteem van uw computer en de
functie die u wilt gebruiken. Installeer de relevante software.
Op de Windows computer kan de Remote Scan functie ook met Actkey, TWAIN Driver, WIA
Driver of WSD Scan.
Zie het volgende.
Voordat u Remote Scan met Actkey, TWAIN Driver of WIA Driver Gebruikt
Voordat u Remote Scan met WSD Scan Gebruikt
Als u Mac OS X gebruikt, kunt u Image Capture gebruiken.
Zie het volgende.
Voordat u Remote Scan met Image Capture (Mac OS X) Gebruikt
Voordat u Remote Scan met Actkey, TWAIN Driver of WIA
Driver Gebruikt
1. Stel het apparaat in voor het gebruik van Remote Scan
Zie het volgende.
Instellen hoe Remote Scan te gebruiken
2. Stel het type stand-by modus voor de Remote Scan in.
Zie het volgende.
Een modus voor extern scannen selecteren
266
3.
Installeer het scanstuurprogramma en ActKey.
Een stuurprogramma en software op een computer installeren
M.b.t. de USB verbinding is de instelling volledig.
4. Registreer een computer die voor een Beveiligde Scan in het
apparaat wordt gebruikt. (Alleen als u Beveiligde Scan gebruikt.)
Een computer die is aangesloten registreren
Memo
Uw computer kan mogelijkerwijs automatisch worden geregistreerd nadat het
stuurprogramma is geïnstalleerd.
Ingeval informatie over de computer zoals computernaam of IP-adres is gewijzigd,
moet u opnieuw de nieuwe informatie registreren.
Voordat u Remote Scan met WSD Scan Gebruikt
1. Stel het apparaat in op het gebruik van WSD Scan op het apparaat.
2. Stel het type stand-by modus voor de Remote Scan in.
Voordat u WSD Scan Gebruikt
3. Installeer dit apparaat als een WSD apparaat aangesloten op een
computer.
Voor overige details zie "Voordat u WSD Scan Gebruikt".
Als het apparaat op de computer is geïnstalleerd is de computer op het apparaat ook
geregistreerd als een bestemmingscomputer voor WSD Scan.
Voordat u Remote Scan met Image Capture (Mac OS X)
Gebruikt
Als u Mac OS X gebruikt, kunt u Image Capture gebruiken.
1. Stel het apparaat in voor het gebruik van Remote Scan
Voordat u Scannen Naar Computer Gebruikt
2. Stel het type stand-by modus voor de Remote Scan in.
Zie het volgende.
Een modus voor extern scannen selecteren
3. Installeer het Mac OS X scannerstuurprogamma.
Een stuurprogramma en software op een computer installeren
M.b.t. de USB verbinding is de instelling volledig.
4. Registreer een computer die voor een Beveiligde Scan in het
apparaat wordt gebruikt. (Alleen als u Beveiligde Scan gebruikt.)
267
Een computer die is aangesloten registreren
Memo
Ingeval informatie over de computer zoals computernaam of IP-adres is gewijzigd, moet u
opnieuw de nieuwe informatie registreren.
Instellen hoe Remote Scan te gebruiken
Schakel de TWAIN-netwerkfunctie in zodat u de functie Scannen op afstand kunt gebruiken
op een computer.
Opmerking
Als u deze functie instelt op [OFF (UIT)], kunt u de functie Scannen naar Computer en Externe
scan niet gebruiken.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of om [Admin Setup
(Beheerdersinstellingen)] te selecteren.
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [Scanner Setup].
5. Druk op [TWAIN-instellingen].
6. Controleer of [TWAIN-netwerk] is ingesteld op [AAN].
Memo
Door te drukken op [TWAIN-netwerk] schakelt u tussen [AAN] en [UIT].
7. Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
Een modus voor extern scannen selecteren
Er zijn drie Scan op Afstand modi: Eenvoudig scannen, Handmatig scannen en Beveiligd
scannen.
In de Eenvoudig scanmodus, kunt u beginnen scannen wanneer de machine in stand-
bystatus staat.
In de modus Handmatig scannen, moet u Remote Scan op het aanraakscherm inschakelen
voordat u begint met scannen.
In Beveiligde scanmodus kunt u enkel werken op een opgegeven computer. Er kan slechts
één computer tegelijkertijd worden verbonden.
268
Als u scannen op afstand uitvoert via de WSD-scanverbinding, kunt u enkel beginnen
scannen vanaf computers die al zijn geregistreerd in de machine, los van de modi voor
Scannen op afstand.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of om [Admin Setup
(Beheerdersinstellingen)] te selecteren.
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [Scanner Setup].
5. Druk meerdere keren op of om [PC Scan Mode (PC Scan
Modus)] te selecteren.
6. Selecteer een scanmodus en druk vervolgens op [OK].
7. Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
269
Hoe Remote Scan te gebruiken
Eenvoudige scanmodus
Handmatige scanmodus
Beveiligde scanmodus
U kunt gescande afbeeldingen versturen naar een computer, die via een network of via een
USB interface is verbonden. U kunt vanaf de computer documenten scannen die op het
apparaat zijn.
Om Remote Scan te gebruiken moet u het volgende voorbereiden:
Voordat u Remote Scan kunt gebruiken
Stel de machine in op de stand-by modus voor Remote Scan voordat u op de computer
begint te scannen. De procedure is afhankelijk van de Remote Scanmodus.
Zie het volgende:
Eenvoudige scanmodus
Handmatige scanmodus
Beveiligde scanmodus
De vereiste bediening op de computer is afhankelijk van het besturingssysteem van uw
computer en de verbindingsmethode.
Op de Windows computer kunnen Actkey, TWAIN compatible toepassingen (TWAIN Driver),
WIA compatible toepassingen (WIA Driver, WSD Scan) worden gebruikt.
De ActKey gebruiken (Windows)
Werken met de TWAIN-driver (Windows)
Werken met de WIA-driver (alleen Windows)
Als u Mac OS X gebruikt, kunt u Image Capture gebruiken.
Werken met Image Capture (Mac OS X)
Eenvoudige scanmodus
In de Eenvoudige Scanmodus kunt u vanaf de computer beginnen te scannen en is het
standaard scherm op het bedieningspaneel te zien.
Memo
Er kan alleen gescand worden als het apparaat het volgende op het scherm laat zien.
[Device Settings (Apparateninstellingen)] > [Admin Setup (Beheerdersinstellingen)] >
[Management (Beheer)] > [Default Mode (Standaard Modus)]
1. Druk op (Home).
2. Plaats een document in de ADF of op de glasplaat.
3. Start een scanprogramma op de computer.
270
4.
Start scannen vanuit het programma.
De ActKey gebruiken (Windows)
Werken met de TWAIN-driver (Windows)
Werken met de WIA-driver (alleen Windows)
Werken met Image Capture (Mac OS X)
Handmatige scanmodus
De Handmatige Scanmodus start de scan functie vanaf de computer nadat de instellingen
voor Remote Scanmodus op het bedieningspaneel zijn ingesteld.
1. Druk op [Scannen] of de (SCAN)-knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op één van de remote scan knoppen, die overeenstemmen
met de scanning software, om het apparaat in de stand-by modus
voor de remote scan te zetten.
Memo
Om de remote scan knoppen te tonen moet u de instelling [PC Scan Mode (PC
Scanmodus)] naar [Manual Scan Mode (Handmatige Scanmodus)] op het aanraakscherm
wijzigen.
4. Start scansoftware op de computer.
5. Voer de scanbewerking op de software uit.
De ActKey gebruiken (Windows)
Werken met de TWAIN-driver (Windows)
Werken met de WIA-driver (alleen Windows)
Werken met Image Capture (Mac OS X)
Beveiligde scanmodus
In de Beveiligde Scanmodus stelt u het apparaat in de stand-by modus voor de Remote
Scan vanaf een computer waarin het apparaat als bestemming opgeeft en vervolgens kunt
op de computer beginnen te scannen. Slechts één computer kan op de machine worden
aangesloten.
271
1. Druk op [Scannen] of de (SCAN)-knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op één van de remote scan knoppen, die overeenstemmen
met de scanning software, om het apparaat in de stand-by modus
voor de remote scan te zetten.
Memo
Om de remote scan knoppen te tonen moet u de instelling [PC Scan Mode (PC
Scanmodus)] naar [Secure Scan Mode (Beveiligde Scanmodus)] op het aanraakscherm
wijzigen.
4. Druk op [From Network (Van Netwerk)] of [From USB Interface
(Van USB Interface)] in overeenstemming met de
verbindingsmethode van het apparaat en computer.
5. Voor de netwerkverbinding selecteer een computer die aangesloten
wordt en druk op [OK (OK)].
Memo
Als de beoogde computer niet verschijnt registreer dan de computer op het apparaat.
Een computer die is aangesloten registreren
6. Start een scanprogramma op de computer.
7. Start scannen vanuit het programma.
De ActKey gebruiken (Windows)
Werken met de TWAIN-driver (Windows)
Werken met de WIA-driver (alleen Windows)
Werken met Image Capture (Mac OS X)
272
273
De ActKey gebruiken (Windows)
ActKey stelt u in staat om met scannen te starten aa de hand van de opgegeven
instellingen, alleen door op een knop te klikken.
Over ActKey
ActKey installeren
Scannen van ActKey
Gescande data per fax versturen
De instelling van elke ActKey-knop wijzigen
Werken met Netwerkconfiguratie (alleen Windows)
274
Over ActKey
Met ActKey kunt u beginnen scannen overeenkomstig de opgegeven instellingen, simpelweg
door op een knop te drukken.
Memo
ActKey steunt Mac OS X niet.
Bij het installeren van ActKey wordt tegelijkertijd Netwerkconfiguratie geïnstalleerd.
275
ActKey installeren
1. Plaats de "Software DVD-ROM" in een computer.
2. Wanneer [AutoPlay] wordt weergegeven, klikt u op [Run
Setup.exe].
Indien het dialoogvenster [Gebruikersaccount-beheer] wordt weergegeven, klik dan op
[Ja].
3. Selecteer een taal, lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik
vervolgens op [Akkoord].
4. Lees het omgevingsadvies en klik op [Volgende].
5. Selecteer een model en klik vervolgens op [Volgende].
6. Selecteer een verbindingstype en klik vervolgens op [Volgende].
7. Klik op [Aangepaste installatie].
8. Selecteer het selectievakje [ActKey] en klik vervolgens op
[Installeren].
9. Installeer de software door de instructies te volgen.
10. Klik op [Beëindigen].
276
Scannen van ActKey
Memo
Om met Actkey te kunnen scannen moet een voorbereidingsprocedure worden gevolgd, zoals
het installeren van een vereist scannerstuurprogramma.
Voordat u Remote Scan kunt gebruiken
U moet ook eerst het apparaat in de stand-by modus instellen voor Remote Scan voordat u
op de computer kunt scannen.
Hoe Remote Scan te gebruiken
1. Zet een document in de ADF of op het document glas.
2. Klik op [Start] en selecteer dan [All Programs] > [Okidata] >
[ActKey] > [ActKey].
Als het scherm scannerselectie wordt weergegeven, kiest u [OKI Universal Twain USB]
voor een USB-aansluiting of [OKI Universal Twain ****** (*; de laatste zes tekens
van het MAC adres)] voor een netwerkaansluiting en vervolgens klikt u op [OK].
3. Druk op de scanknop.
Het scannen start.
Een gescande afbeelding is met een geselecteerde toepassing, bewaard in een folder of
is gestuurd met PC-FAX volgens de scan knop waarop u klikt.
Memo
Als u [Application1 (Toepassing1)] of [Application2 (Toepassing2)] selecteert, de aangegeven
toepassing bij ActKey of Standaard programma in Windows die gekoppeld is aan het
bestandstype, waardoor het gescande document in de toepassing wordt getoond.
Als u [Folder (Map)] selecteert, wordt het gescande document in de opgegeven map
opgeslagen.
Als u [PC-Fax (PC-Fax)] selecteert, start de toepassing voor faxverzending en het gescande
document wordt naar de toepassing gestuurd. Stuur een fax met de software voor
faxverzending opuw computer.
277
Gescande data per fax versturen
U kunt een gescand document verzenden met de faxservice van het Windows-onderdeel.
Opmerking
Nadat u een document heeft gescand, kunt u de richting van de afbeelding niet wijzigen op
een toepassing.
Deze functie gebruikt de faxservice van het Windows-component.
Memo
Voor de functie PC-FAX-verzending, is de resolutie vastgesteld op 200 dpi en de kleurmodus
op zwart-wit.
Om met Actkey te kunnen scannen moet een voorbereidingsprocedure worden gevolgd, zoals
het installeren van een vereist scannerstuurprogramma.
Voordat u Remote Scan kunt gebruiken
U moet ook eerst het apparaat in de stand-by modus instellen voor Remote Scan voordat u
op de computer kunt scannen.
Hoe Remote Scan te gebruiken
1. Zet een document in de ADF of op het document glas.
2. Klik op [Start] en selecteer dan [All Programs] > [Okidata] >
[ActKey] > [ActKey].
3. Klik op [PC-FAX ] op een computer.
[Faxinstelling] wordt opgestart.
4. Verzendt een fax door de instructies op het scherm te volgen.
278
279
De instelling van elke ActKey-knop wijzigen
U kunt de instellingen van elke van de vier scanknoppen wijzigen.
1. Start ActKey.
2. Selecteer [Knopinstellingen] in het menu [Opties].
3. Klik op een in te stellen knop.
4. Wijzig indien nodig de instelling.
Memo
De standaard-opslaglocatie wordt automatisch gecreëerd wanneer ActKey wordt
geïnstalleerd.
De gescande gegevens worden bewaard in de opslaglocatie-map met "bestandsnaam
(datum) volgnummer".
5. Klik op [OK].
280
Werken met Netwerkconfiguratie (alleen Windows)
Over Netwerkconfiguratie
De machine registreren (nieuwe machine) bij Network Configuration.
Scannen naar Computer instellen
De instellingsinformatie van de geregistreerde machine wijzigen.
Computerinformatie, die in het Apparaat is Geregistreerd, verwijderen
Over Netwerkconfiguratie
Netwerkconfiguratie is een hulpmiddel om van te voren in te stellen als men Scannen naar
Computer uitvoert. Oo als informatie, zoals het IP-adres van de machine of computer,
wordt veranderd, als men een netwerkscan uitvoert, kunt u de instelwaarden met deze tool
wijzigen.
Bij het installeren van ActKey wordt tegelijkertijd Netwerkconfiguratie geïnstalleerd.
Wanneer u een computer opstart, wordt Netwerkconfiguratie automatisch in de taakbalk
geplaatst.
De machine registreren (nieuwe machine) bij Network
Configuration.
1. Klik op [Start] en selecteer dan [Alle programma's] > [Okidata] >
[ActKey] > [Hulpprogramma's > [Netwerkconfiguratie].
2. Klik met de rechter muisknop op [Geef Netwerkconfiguratie weer]
in de taakbalk.
3. Selecteer een scanner driver, die u wilt gebruiken vervolgens
selecteert u [Add Scanner (Voeg Scanner toe)] uit het [Scanner
(Scanner)] menu.
281
4. Selecteer de scanner drivernaam, die wordt toegevoegd.
Scannen naar Computer instellen
Om Scannen naar Computer uit te voeren moet u de naam van de computer registreren, het
IP-adres en het poortnummer van de machine.
Voor details zie "Het Gebruik van Netwerk Configuratie" (Uitsluiitend voor Windows) in "Een
computer die is aangesloten registreren".
De instellingsinformatie van de geregistreerde machine
wijzigen.
Wijzig het IP-adres en het poortnummer van de machine.
1. Klik op [Start] en selecteer dan [Alle programma's] > [Okidata] >
[ActKey] > [Hulpprogramma's > [Netwerkconfiguratie].
2. Klik met de rechter muisknop op [Geef Netwerkconfiguratie weer]
in de taakbalk.
3. Selecteer de scanner driver en selecteer [Edit Scanner (Bewerk
Scanner)] vanuit het menu.
De instellingswaarde die momenteel is ingesteld op de computer, wordt weergegeven.
4. Wijzig naar het IP-adres en het poortnummer van de machine.
282
Computerinformatie, die in het Apparaat is Geregistreerd,
verwijderen
Voor details zie "Het Gebruik van Netwerk Configuratie" (Uitsluiitend voor Windows) in
"Computer Verwijderen".
283
Werken met de TWAIN-driver (Windows)
Scannen
Instellingen wijzigen in eenvoudige modus
Instellingen wijzigen in geavanceerde modus
Hoe met scannen te starten vanaf een toepassing op een computer nadat men externe PC
heeft ingesteld vanuit het besturingspaneel van de machine.
Opmerking
Om deze functie te gebruiken moet een met TWAIN compatibele toepassing (zoals Adobe
Photoshop CS3) geïnstalleerd worden.
Memo
Deze sectie gebruikt Adobe Photoshop CS3 als voorbeeld.
Deze sectie beschrijft de procedure, wanneer men Externe scan met een USB-verbinding
gebruikt.
Om met TWAIN Driver te kunnen scannen moet een voorbereidingsprocedure worden
gevolgd, zoals het installeren van een vereist scannerstuurprogramma.
Voordat u Remote Scan kunt gebruiken
U moet eerst het apparaat in de stand-by modus instellen voor Remote Scan voordat u op de
computer kunt scannen.
Hoe Remote Scan te gebruiken
Scannen
1. Zet een document in de ADF of op het document glas.
2. Start Adobe Photoshop CS3 op de computer.
3. Klik op [Importeren] in [Bestand] en selecteer vervolgens de
scannerdriver van de machine.
4. Klik op [Scannen].
5. Druk op de scanknop.
284
6. Klik op [Quit].
7. Als u de andere pagina's of de achterkant niet scant, klik dan op
[Afsluiten].
Memo
De vijf knoppen ([Foto scannen], [Tijdschrift scannen], [Scannen voor OCR], [Scannen
voor internet], [Aanpassen]) worden geregistreerd als standaardinstellingen.
Instellingen wijzigen in eenvoudige modus
Door de stuurprogramma-instellingen te wijzigen, kunt u de manier aanpassen waarop een
document wordt gescand.
Het volgende geeft uitleg over elk instellingsitem.
U kunt de instellingen van vijf geregistreerde knoppen wijzigen.
1. Zet een document in de ADF of op het document glas.
2. Start Adobe Photoshop CS3 op de computer.
3. Klik op [Importeren] in [Bestand] en selecteer vervolgens de
scannerdriver van de machine.
4. Klik op [Scannen].
5. Selecteer [Vereenvoudigd] in [Modus].
6. Klik op [Settings].
285
7. Klik op een scanknop om de instelling te wijzigen.
8. Klik op [OK].
9. Om het scannen op te starten, klikt u op de scanknop.
Instellingen wijzigen in geavanceerde modus
U kunt het scannen van een document tot in detail aanpassen.
1. Zet een document in de ADF of op het document glas.
2. Start Adobe Photoshop CS3 op de computer.
3. Klik op [Importeren] in [Bestand] en selecteer vervolgens de
scannerdriver van de machine.
4. Klik op [Scannen].
5. Selecteer [Geavanceerd] in [Modus].
6. Wijzig indien nodig de instelling.
7. Klik op [Scannen] om het scannen te starten.
286
Werken met de WIA-driver (alleen Windows)
Deze sectie beschrijft hoe u vanaf een WIA compatibele toepassing via USB of een WSD
Scan verbinding kunt scannen.
Memo
Het WIA-stuurprogramma ondersteunt de netwerkscan-functie niet. Verbindt de machine met
de computer via een USB-interface of WSD-scan.
Het WIA-stuurprogramma biedt geen ondersteuning voor MAC OS X.
Het WIA 2.0-stuurprogramma ondersteunt Windows 8.1/Windows Server 2012
R2/Windows 8/Windows Server 2012/Windows 7/Windows Server 2008 R2.
Het WIA 1.0-stuurprogramma ondersteunt Windows Vista/ Windows Server 2008/Windows
Server 2003.
Om met WIA Driver te kunnen scannen moet een voorbereidingsprocedure worden gevolgd,
zoals het installeren van een vereist scannerstuurprogramma.
Voordat u Remote Scan kunt gebruiken
U moet ook eerst het apparaat in de stand-by modus instellen voor Remote Scan voordat u
op de computer kunt scannen.
Hoe Remote Scan te gebruiken
Scannen
Memo
In de volgende procedure wordt PaperPort gebruikt als voorbeeld.
1. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
2. Start Adobe Photoshop CS3 op de computer.
3. Selecteer [Import (Importeren)] vanuit [File (Bestand)] en
selecteer vervolgens [WIA: OKI Universal WIA (OKI Universal
WIA)] voor de USB verbinding of selecteer [WIA-OKI-XXXXX (WIA-
OKI-XXXXX)] voor de WSD scan.
4. Klik op [Scannen].
5. Selecteer een papierinvoer-methode.
6. Selecteer een afbeeldingstype.
7. Specificeer het te scannen gebied.
8. Klik op [Scannen].
287
9.
Om het scannen te voltooien, klikt u op [Annuleren].
10. Als u de andere pagina's of de achterkant niet scant, klik dan op
[Afsluiten].
Werken met Windows Fax en Scan
"Windows Faxen en scannen" is een functie die beschikbaar is in
Windows 8/Windows 7/Windows Vista.
1. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
2. Klik op [Start] op een computer en selecteer dan [Alle
programma's] > [Windows Faxen en scannen]. (Voor Windows 8,
klikt u met de rechter muisknop op het [Start]-scherm, daarna
selecteert u [Alle programma's] > [Windows Faxen en scannen].)
3. Klik op [Nieuwe scan].
4. Selecteer [OKI Universal WIA] en klik vervolgens op [OK].
5. Stel indien nodig de instellingen.
6. Klik op [Scannen].
7. Verlaat [Windows Fax en scannen].
288
Werken met Image Capture (Mac OS X)
Scannen
Instellingen wijzigen
Om met Image Capture te kunnen scannen moet een voorbereidingsprocedure worden
gevolgd, zoals het installeren van een vereist scannerstuurprogramma.
Voordat u Remote Scan kunt gebruiken
U moet ook eerst het apparaat in de stand-by modus instellen voor Remote Scan voordat u
op de computer kunt scannen.
Hoe Remote Scan te gebruiken
Het ICA-stuurprogramma biedt geen ondersteuning voor Windows.
Het ICA-stuurprogramma biedt geen ondersteuning voor Mac OS X 10.6.7 of lager.
Scannen
1. Zet een document in de ADF of op het document glas.
2. Start Image Capture op uw computer.
3. Selecteer deze machine van de lijst aan de linkerkant zijde van het
Image Capture scherm.
4. Klik op [Scan].
Begint Scannen.
5. Selecteer [Close Image Capture] van [Image Capture].
Instellingen wijzigen
Door de stuurprogramma-instellingen te wijzigen, kunt u de manier aanpassen waarop een
document wordt gescand.
Het volgende geeft uitleg over elk instellingsitem.
Als u gedetailleerde informatie weergeeft, kunt u het scannen van een document tot in detail
aanpassen.
1. Zet een document in de ADF of op het document glas.
2. Start Image Capture op uw computer.
3. Selecteer deze machine van de lijst aan de linkerkant zijde van het
Image Capture scherm.
289
4.
Klik op [De gedetailleerde informatie weergeven].
5. Wijzig indien nodig de instelling.
6. Klik op [Scannen].
290
Schermbeschrijvingen voor de Scanner
Deze sectie beschrijft de items van het scherm.
Scan Naar E-mail Scherm
[Scan To E-mail (Scannen Naar E-mail)] tabblad
Item Takenlijst
1 Bestemming
gebied Selecteer een bestemming voor een e-mailadres. Het geselecteerde e-mailadres
verschijnt in dit gedeelte. Wanneer tenminste 1 bestemming is gespecificeerd,
kunt u drukken op [Display all] om te bewerken, toe te voegen, of een
bestemming te verwijderen.
2 Afkorting
knoppen Geeft snelkoppen weer om bepaalde scanfuncties te gebruiken.
De scherm afbeelding toont de fabriek standaard instelling. De instelling kan
worden veranderd via Beheerder Instelling.
3 Eenmaal-
drukken
knoppen
Weergeeft bestemmingen die zijn toegekend aan eenmaal-drukken knoppen.
Druk op een knop om een bestemming toe te voegen.
4 Functie
instellingen Weergeeft de huidige instellingen
De instelling kan worden veranderd voor bepaalde functies.
Tabblad [Basic (Basis)]
291
Onderdeel Beschrijving
1 Adresboek Weergeeft e-mail adressen geregistreerd in het Adres Boek.
Kies een e-mail adres als een bestemming vanaf het Adres Boek.
2 Groep lijst Weergeeft een lijst van groepen waarin e-mail adressen worden
geregistreerd.
Kies een groep als een bestemming vanaf de Groep Lijst.
3 Tx Geschiedenis Weergeeft een verzending geschiedenis.
Kies een bestemming vanaf de verzending geschiedenis.
4 Handmatige invoer Voer een e-mail adres handmatig in om het te gebruiken als een
bestemming.
5 LDAP Zoek naar een e-mail adres vanaf de LDAP server om het te gebruiken
als een bestemming.
Er zijn twee zoek methodes: Simpel Zoeken en Geavanceerd Zoeken.
6 Kleurmodus Specificeert kleurmodus om een document te scannen.
7 Scanformaat Specificeert de scan grootte om een document te scannen.
8 Registreren naar
taakmacro Registreert huidige instellingen naar Taak Macro.
9Weergeeft Help onderwerpen.
Tab [Advanced (Geavanceerd)]
Onderdeel Beschrijving
1 Dubbelzijdig
scannen Specificeert dubbel scannen.
Stel deze functie in wanneer u beide zijden van een document scant.
2 Richting De oriëntatie van de afbeeldingen specificeren.
3 Gemengd
formaat Scant documenten met verschillende afmetingen.
4 E-mailsetup Geeft een email-adres op als een antwoordbestemming.
Als de ontvanger de ontvangen e-mail beantwoordt, wordt het antwoord
verzonden naar het email-adres dat hier opgegeven is.
Specificeert het onderwerp van de e-mail.
Specificeert de hoofdtekst van de e-mail.
5 Bestandsnaam Specificeert de bestandsnaam voor het gescande bestand.
Wanneer niet gespecificeerd, zal het bestand genaamd worden volgens de
fabriek standaard instelling.
292
6 Continue Scan Scant meerdere documenten als een enkele taak.
7 Preview Geeft aan of er een voorbeeld van gescande afbeeldingen getoond zal worden.
8 Overslaan
lege pagina's Slaat lege pagina's over bij het scannen.
Tabblad [Image settings (afbeeldings instell)]
Onderdeel Beschrijving
1 Afbeelding
instellingen Hiermee geeft u de volgende beeldinstellingen: dichtheid,
documenttype, resolutie, achtergrondverwijdering, contrast, tint,
verzadiging en RGB.
2 Bestandsformaat Specificeert een bestandsformaat voor het gescande bestand.
3 Gecodeerde PDF Creëert een gecodeerd (beveiligd met wachtwoord) gescand bestand.
Deze functie is alleen beschikbaar als het bestandsformaat op PDF of
HC-PDF is ingesteld.
4 Compressie ratio Specificeert een compressie niveau voor het gescande bestand.
5 Rand wissen Elimineert een zwarte schaduw die kan verschijnen rond de hoeken van
het gescande bestand tijdens scannen van, bijvoorbeeld, een boek.
6 Centrumverwijdering Elimineert schaduwlijnen bij het scannen van boeken of tijdschriften.
[Function Settings (Functie-instellingen)] > tabblad [Destination (Bestemming)]
Voeg toe, bewerk of verwijder een bestemming waarnaar een fax is verzonden.
[Function Settings (Functie-instellingen)] > tabblad [Scan Setting (Scaninstelling)]
293
Item Takenlijst
1 Instellen
weergave
gebied 1
Weergeeft de huidige instellingen voor weergegeven onderdelen.
2 Instellen
weergave
gebied 2
Weergeeft een lijst van instellingen die niet zijn ingesteld door onderdelen
weergegeven in instelling weergave gebied 1.
Scan To Computer scherm
Item Beschrijving
1 Selecteer een
verbonden pc Geeft een lijst op met computers die zijn aangesloten op deze
machine. Selecteer een doelcomputer.
2Weergeeft Help onderwerpen.
Scan Naar USB-Geheugen Scherm
[Scan To USB Memory (Scannen naar USB-geheugen)] tabblad
Item Takenlijst
1 Kleurmodus Specificeert kleurmodus om een document te scannen.
2 Scanformaat Specificeert het scanformaat overeenkomstig het
documentformaat.
3 Dubbelzijdig scannen Specificeert dubbel scannen.
Stel deze functie in wanneer u beide zijden van een document
scant.
4 Registreren naar Registreert huidige instellingen naar Taak Macro.
294
taakmacro
5 Functie instellingen Weergeeft de huidige instellingen
De instelling kan worden veranderd voor bepaalde functies.
6Weergeeft Help onderwerpen.
Tabblad [Basic (Basis)]
Onderdeel Beschrijving
1 Richting De oriëntatie van de afbeeldingen specificeren.
2 Gemengd formaat Scant documenten met verschillende afmetingen.
Tab [Advanced (Geavanceerd)]
Onderdeel Beschrijving
1 Bestandsnaam Specificeert de bestandsnaam voor het gescande bestand.
Wanneer niet gespecificeerd, zal het bestand genaamd worden volgens de
fabriek standaard instelling.
2 Continue Scan Scant meerdere documenten als een enkele taak.
3 Preview Geeft aan of er een voorbeeld van gescande afbeeldingen getoond zal
worden.
4 Overslaan lege
pagina's Slaat lege pagina's over bij het scannen.
Tabblad [Image settings (afbeeldings instell)]
295
Onderdeel Beschrijving
1 Afbeeldingsinstellingen Om de volgende afbeeldingsinstellingen te bepalen: dichtheid,
documenttype, resolutie, achtergrondverwijdering, contrast, toon,
verzadiging en RGB.
2 Bestandsformaat Specificeert een bestandsformaat voor het gescande bestand.
3 Gecodeerde PDF Creëert een gecodeerd (beveiligd met wachtwoord) gescand bestand.
Deze functie is alleen beschikbaar als het bestandsformaat op PDF of
HC-PDF is ingesteld.
4 Compressie ratio Specificeert een compressie niveau voor het gescande bestand.
5 Rand wissen Elimineert een zwarte schaduw die kan verschijnen rond de hoeken
van het gescande bestand tijdens scannen van, bijvoorbeeld, een
boek.
6 Centrumverwijdering Elimineert schaduwlijnen bij het scannen van boeken of tijdschriften.
[Function Settings (Functie-instellingen)] > tabblad [File Name (Bestandsnaam)]
Bewerk een bestandsnaam van een gescand document.
[Function Settings (Functie-instellingen)] > tabblad [Scan Setting (Scaninstelling)]
Item Takenlijst
1 Instellen
weergave
gebied 1
Weergeeft de huidige instellingen voor weergegeven onderdelen.
296
2 Instellen
weergave
gebied 2
Weergeeft een lijst van instellingen die niet zijn ingesteld door onderdelen
weergegeven in instelling weergave gebied 1.
Scan Naar Gedeelde Map Scherm
[Scan To Shared Folder (Scan naar gedeelde map)] tabblad
Item Takenlijst
1 Profielgedeelte Selecteer een doelprofiel in [Profiel selecteren]. Het geselecteerde profiel
verschijnt in dit gedeelte.
2 Afkorting
knoppen Geeft snelkoppen weer om bepaalde scanfuncties te gebruiken.
De scherm afbeelding toont de fabriek standaard instelling. De instelling kan
worden veranderd via Beheerder Instelling.
3 Eenmaal-
drukken
knoppen
Weergeeft bestemmingen die zijn toegekend aan eenmaal-drukken knoppen.
Druk op een knop om een bestemming toe te voegen.
4 Functie
instellingen Weergeeft de huidige instellingen
De instelling kan worden veranderd voor bepaalde functies.
5Weergeeft Help onderwerpen.
Tabblad [Basic (Basis)]
Onderdeel Beschrijving
1 Kleurmodus Specificeert kleurmodus om een document te scannen.
2 Scanformaat Specificeert de scan grootte om een document te scannen.
3 Dubbelzijdig scannen Specificeert dubbel scannen.
Stel deze functie in wanneer u beide zijden van een document scant.
4 Richting De oriëntatie van de afbeeldingen specificeren.
297
5 Gemengd formaat Scant documenten met verschillende afmetingen.
6 Macrofunctie opdracht Registreert huidige instellingen naar taakmacro.
Tab [Advanced (Geavanceerd)]
Onderdeel Beschrijving
1 Bestandsnaam Specificeert de bestandsnaam voor het gescande bestand.
Wanneer niet gespecificeerd, zal het bestand genaamd worden volgens de
fabriek standaard instelling.
2 Submap Specificeert een submap waarin u het gescande document kunt bewaren.
Indien niet gespecificeerd, zullen de gescande gegevens worden opgeslagen
in de hoofdmap.
3 Continue Scan Scant meerdere documenten als een enkele taak.
4 Preview Geeft aan of er een voorbeeld van gescande afbeeldingen getoond zal
worden.
5 Overslaan lege
pagina's Slaat lege pagina's over bij het scannen.
Tabblad [Image settings (afbeeldings instell)]
Onderdeel Beschrijving
1 Afbeeldingsinstellingen Om de volgende afbeeldingsinstellingen te bepalen: dichtheid,
documenttype, resolutie, achtergrondverwijdering, contrast, toon,
verzadiging en RGB
2 Bestandsformaat Specificeert een bestandsformaat voor het gescande bestand.
3 Gecodeerde PDF Creëert een gecodeerd (beveiligd met wachtwoord) gescand bestand.
Deze functie is alleen beschikbaar als het bestandsformaat op PDF of
HC-PDF is ingesteld.
4 Compressie ratio Specificeert een compressie niveau voor het gescande bestand.
5 Rand wissen Elimineert een zwarte schaduw die kan verschijnen rond de hoeken
van het gescande bestand tijdens scannen van, bijvoorbeeld, een
298
boek.
6 Centrumverwijdering Elimineert schaduwlijnen bij het scannen van boeken of tijdschriften.
[Function Settings (Functie-instellingen)] > tabblad [Profile (Profiel)]
Verwijder een geselecteerd profiel op de [Profiel]-tab.
[Function Settings (Functie-instellingen)] > tabblad [Scan Setting (Scaninstelling)]
Item Takenlijst
1 Instellen
weergave
gebied 1
Weergeeft de huidige instellingen voor weergegeven onderdelen.
2 Instellen
weergave
gebied 2
Weergeeft een lijst van instellingen die niet zijn ingesteld door onderdelen
weergegeven in instelling weergave gebied 1.
299
300
Afdrukken
Dit hoofdstuk beschrijf informatie over verschillende wegen om te printen via gebruik van
deze machine.
Basisbewerkingen van afdrukfuncties
Afdrukken op verschillende soorten papier
Afdrukken met verschillende instellingen vanaf een computer
Papier besparen, Toner besparen
Kleur aanpassen op de computer
Voor een betere afwerking
Nuttige functies
Vertrouwelijk document afdrukken
Beschrijvingen van schermafdrukken
301
Basisbewerkingen van afdrukfuncties
Papier Laden
Printen vanaf een computer (Windows)
Afdrukken vanaf een computer (Mac OS X)
Een afdruktaak annuleren
302
Papier Laden
Dit hoofdstuk beschrijft papier dat in de papierladen van deze printer geplaatst kan worden.
Papier Laden
Op enveloppen afdrukken
Instellingen Uitvoerlade
303
Printen vanaf een computer (Windows)
U kunt instellen een papier grootte, papier lade, en papier gewicht, en papier type met de
printer driver.
Voor PCL-printerstuurprogramma voor Windows
Voor PS-printerdriver voor Windows
Voor XPS-printerdriver voor Windows
Voor PCL-printerstuurprogramma voor Windows
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. Kies de printer driver.
4. klik op [Preferences].
5. Kies een papier grootte vanaf [Size] op het [Setup] label.
6. Kies een papier lade vanaf [Source].
7. Kies een papier type vanaf [Type].
8. Selecteer de optie papiergewicht [Weight (Gewicht)].
304
9. Klik op [OK].
10. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Voor PS-printerdriver voor Windows
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File]-menu.
3. Kies de PS printer driver.
4. klik op [Preferences].
5. Selecteer de papierlade uit [Paper Source (Papierbron)] op het
[Paper/Quality (Papier/Kwaliteit)] tabblad.
6. Klik op [Advanced].
7. Selecteer de optie papiergewicht uit [Media Weight
(Mediagewicht)], en klik vervolgens op [OK (OK)].
305
8. Klik op [OK] op het [Printing Preferences] scherm.
9. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Voor XPS-printerdriver voor Windows
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File]-menu.
3. Kies de printer driver.
4. klik op [Preferences].
5. Kies een papier grootte vanaf [Size] op het [Setup] label.
306
6. Kies een papier lade vanaf [Source].
7. Kies een papier type vanaf [Type].
8. Selecteer de optie papiergewicht [Weight (Gewicht)].
9. Klik op [OK].
10. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
307
Afdrukken vanaf een computer (Mac OS X)
Voor Mac OS X
U kunt instellen een papier grootte, papier lade, en papier gewicht, en papier type met de
printer driver.
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. Selecteer de machine bij [Printer].
4. Selecteer het papierformaat bij [Paper Size (Papierformaat)].
5. Selecteer de papierlade voor [All Pages From (Alle pagina´s van)]
op het paneel [Paper Feed (Papierdoorvoer)].
Memo
Als instellingen niet worden weergegeven in het dialoogvenster voor afdrukken voor
Mac OS X 10.7 tot 10.10 klikt u aan de onderkant van het dialoogvenster op [Show
Details (Details weergeven)].
Als de afdrukoptie niet wordt weergegeven in het dialoogvenster voor afdrukken voor
Mac OS X 10.6.8 klikt u op de informatiedriehoek naast de vervolgkeuzelijst van
[Printer (Printer)].
6. Selecteer de optie papiergewicht voor [Media Weight
(Mediagewicht)] op het paneel [Print Options (Afdrukopties)].
308
7. Klik op [Print].
309
Een afdruktaak annuleren
U kunt een afdrukopdracht annuleren vanuit een computer door de opdracht in de
opdrachtlijst op het bedieningspaneel te verwijderen.
Opmerking
De pagina's die klaar zijn om te worden geprint op deze machine worden geprint zonder
wijzigingen.
Wanneer het bediening paneel aangeeft dat het printen bezig is voor een lange tijd,
verwijder de print taak van de computer.
1. Druk op de (STATUS)-knop.
Het aanraakpaneel-scherm schakelt over naar het statusscherm.
2. Druk op het tabblad [Device Information].
3. Druk op [Job List].
4. Kies de taak die u wilt verwijderen, en klik dan op [Delete].
5. Druk op [Yes (Ja)] in het bevestigingsscherm.
De print gegevens zijn verwijderd.
310
Afdrukken op verschillende soorten papier
Op enveloppen afdrukken
Op etiketten afdrukken
Op lang papier afdrukken
Afdrukken op papier met een aangepast formaat
311
Op enveloppen afdrukken
Enveloppen laden
Voor Windows PCL Printer Driver
Voor Windows PS Printer Driver
Voor Mac OS X
Opmerking
Kreukelen of plooivorming kan optreden na printen. Wees en zeker van dat u een testafduk
uitvoert om te controleren dat er geen problemen bestaan.
Laadt enveloppen met de adreszijde naar boven in de richting zoals hieronder beschreven.
Als u enveloppen gebruikt met de klep (voor plakken) aan de lange kant (Monarch, Com-
10, DL, C5), plaats ze dan met de klep gevouwen, zodat de klep links zit, wanneer de
enveloppen worden ingevoerd.
Dubbelzijdig printen is niet beschikbaar voor enveloppen.
Enveloppen laden
Als u op enveloppen drukt, wijzig dan de instellingen van het type papier en gebruik de MP-
lade en de achterste uitvoerlade.
1. Laad enveloppen in de MP lade.
Com-10, DL, C5
C4
2. Open de achterste uitvoerlade.
3. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
4. Druk op [Paper Setup].
5. Druk op [MP Tray].
6. Druk op [Media Type].
7. Druk het formaat van enveloppen in dat je gebruikt.
312
8.
Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
Vervolgens, stel print instellingen in vanaf een printer driver.
Verbonden
Beschikbare enveloppe types
Papier Laden
De handmatige aanvoer methode is beschikbaar voor enveloppen.
Handmatig één voor één afdrukken
Voor Windows PCL Printer Driver
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. klik op [Preferences].
4. Kies [Envelope*] vanaf [Size] op het [Setup] label.
* Kies een enveloppetype.
5. Selecteer [Universele lade] in [Bron].
6. Selecteer [Landscape] van [Orientation].
7. Verander andere instellingen wanneer nodig, en klik dan op [OK].
8. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Memo
Voor het Windows XPS printerstuurprogramma, volg de stappen zodat het Windows PCL
printerstuurprogramma kan afdrukken.
Voor Windows PS Printer Driver
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Page Setup] vanaf het [File] menu.
3. Kies de enveloppe grootte voor [Size], [Landscape] vanaf
[Orientation], en klik dan op [OK].
4. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
5. klik op [Preferences].
313
6.
Kies [Multi Purpose Tray] voor [Paper Source] op het
[Paper/Quality] label.
7. Klik op [OK].
8. Verander andere instellingen wanneer nodig, en klik dan op [Print].
Voor Mac OS X
1. Open het af te drukken bestand.
2. Selecteer [Print (Afdrukken)] in het menu [File (Bestand)].
3. Selecteer de envelopgrootte uit [Paper Size (Papierformaat)] en
selecteer de richting [Orientation (Richting)].
Memo
Als instellingsdetails niet worden weergegeven in het dialoogvenster voor afdrukken
voor Mac OS X 10.7 tot 10.10, klikt u aan de onderkant van het dialoogvenster op
[Details weergeven].
Als de printeroptie niet wordt weergegeven in het printdialoogvenster voor
Mac OS X 10.6, klikt u op weergavedriehoekje naast de [Printer]-vervolgkeuzelijst.
4. Selecteer [Multi-purpose Tray (multifunctionele invoerlade)] [All
Pages From (Alle pagina´s van)] op het paneel [Paper Feed
(Papierdoorvoer)].
5. Verander andere instellingen wanneer nodig, en klik dan op [Print].
314
Op etiketten afdrukken
Laden Etiketten
Voor Windows PCL Printer Driver
Voor Windows PS Printer Driver
Voor Mac OS X
Zet een papierafmeting en papiertype van het MP lade van het bedieningspaneel. Dan, stel
een papier grootte, papier lade, en andere print instellingen in met een printer driver.
Opmerking
Dubbelzijdig printen is niet beschikbaar voor etiketten.
Laden Etiketten
Als u op etiketten afdrukt, wijzig dan de instelling van het type papier en het papierformaat
en gebruik de MP-lade en de achterste uitvoerlade.
1. Laad etiketten in de MP lade.
2. Open de achterste uitvoerlade.
3. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
4. Druk op [Paper Setup].
5. Druk op [MP Tray].
6. Druk op [Paper Size].
7. Druk op [A4] of [Letter].
8. Druk op [Media Type].
9. Druk op [Labels].
10. Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
Voor Windows PCL Printer Driver
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
315
3.
klik op [Preferences].
4. Kies [A4 210x297mm] of [Letter 8.5x11in] vanaf [Size] op het
[Setup] label.
5. Selecteer [Multi purpose Tray] van [Source].
6. Verander indien nodig andere instellingen en druk op [OK].
7. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Memo
Voor het Windows XPS printerstuurprogramma, volg de stappen voor het Windows PCL-
printerstuurprogramma en selecteer een envelopgrootte uit [Size (Formaat)] in het [Setup
(Instellingen)] tabblad om af te drukken.
Voor Windows PS Printer Driver
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Page Setup] vanaf het [File] menu.
3. Kies [A4] of [Letter] vanaf [Size],[Portrait] of [Landscape] vanaf
[Orientation], en klik dan op [OK].
4. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
5. klik op [Preferences].
6. Kies [Multi Purpose Tray] voor [Paper Source] op het
[Paper/Quality] label.
7. Klik op [OK].
8. Verander andere instellingen wanneer nodig, en klik dan op [Print].
Voor Mac OS X
1. Open het af te drukken bestand.
2. Selecteer [Print (Afdrukken)] in het menu [File (Bestand)].
3. Selecteer [Letter (Brief)] of [A4 (A4)] van [Paper Size
(Papierformaat)] en selecteer de richting [Orientation (Richting)].
316
Memo
Als instellingsdetails niet worden weergegeven in het dialoogvenster voor afdrukken voor
Mac OS X 10.7 tot 10.10, klikt u aan de onderkant van het dialoogvenster op [Details
weergeven].
Als de printeroptie niet wordt weergegeven in het printdialoogvenster voor Mac OS X 10.6,
klikt u op weergavedriehoekje naast de [Printer]-vervolgkeuzelijst.
4. Selecteer [Multi-purpose Tray (multifunctionele invoerlade)] [All
Pages From (Alle pagina´s van)] op het paneel [Paper Feed
(Papierdoorvoer)].
5. Verander andere instellingen wanneer nodig, en klik dan op [Print].
317
Op lang papier afdrukken
Lang Papier Laden
Voor Windows PCL Printer Driver
Voor Windows PS Printer Driver
Voor Mac OS X
Stel het papierformaat voor de MP-lade in vanaf het bedieningspaneel. Daarna registreert u
een papier grootte met een printer driver.
Opmerking
Registreer de papier grootte zodanig zodat de lengte langer is dan de breedte. U kunt geen
lengte instellen die korter is dan de breedte.
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar in sommige toepassingen.
Wanneer de lengte van het papier boven de 356 mm komt, kan de print kwaliteit niet worden
gegarandeerd zelfs als het papier wordt gebruikt onder de aanbevolen condities.
Lang Papier Laden
Als men op lang papier drukt, wijzig dan de instellingen van het type papier en gebruik de
MP-lade en de achterste uitvoerlade.
1. Plaats papier in de universele cassette.
2. Open de achterste uitvoerlade.
3. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
4. Druk op [Paper Setup].
5. Druk op [MP Tray].
6. Druk op [Paper Size].
7. Selecteer [Custom].
8. Stel een papiergrootte in binnen het volgende bereik, en klik dan
op [OK].
Breedte: 64 tot 297 mm
Lengte: 90 tot 1321 mm
9. Druk op [Terug] tot het beginscherm wordt weergegeven.
Verbonden
318
Beschikbaar lang papier
Papier Laden
Voor Windows PCL Printer Driver
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File]-menu.
3. klik op [Preferences].
4. Selecteer [Door gebruiker bepaald formaat] in [Formaat] op het
tabblad [Setup].
Memo
U kunt het papierformaat selecteren in [Banner *** x ***] als het papierformaat ingesteld
is op 210,0 x 900,0 mm, 215,0 x 900,0 mm, 215,0 x 1200,0 mm, 297 x 900 mm of
297 x 1200 mm.
5. Verander andere instellingen wanneer nodig, en klik dan op [OK].
6. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Memo
Voor het Windows XPS printerstuurprogramma, klik op [Start (Start)] > [Devices and Printers
(Apparaten en Printers)] en maak een nieuw papierformaat in het tabblad [Forms (vormen)]
voor [Print server properties (Afdrukserver eigenschappen)] op de balk bovenaan in het venster.
En selecteer dan het papierformaat in de [Print server properties (Afdrukserver eigenschappen)]
dialoogvenster van [Paper size (Papierformaat)] op het [Settings (Instellingen)] tabblad.
Voor Windows PS Printer Driver
1. Klik op [Start] en selecteer dan [Devices and Printers].
2. Klik met de rechter muisknop op het pictogram OKI MC873 en
selecteer vervolgens [Afdrukvoorkeuren] > [OKI MC873(PS)].
3. Klik op [Advanced] op het [Layout] label.
4. Klik op [Paper Size], kies [PostScript Custom Page Size] vanaf de
neerdalende lijst, en voer dan andere waardes in bij [Width] en
[Height].
5. Druk op [OK] totdat het print dialoog venster wordt gesloten.
319
6.
Open een bestand om te printen vanaf een computer.
7. Verander andere instellingen wanneer nodig, en klik dan op [OK].
8. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Voor Mac OS X
1. Open het af te drukken bestand.
2. Selecteer [Print (Afdrukken)] in het menu [File (Bestand)].
3. Kies [Manage Custom Sizes] vanaf [Paper Size].
4. Klik op [+] om een onderdeel toe te voegen aan de lijst van
normale papier groottes.
5. Dubbelklik op [Untitled], en geef dan een naam op voor het lange
papier.
6. Voer waardes in bij [Width] en [Height].
7. Klik op [OK].
8. Selecteer het geregistreerde papierformaat uit [Paper Size
(Papierformaat)].
Memo
Als instellingen niet worden weergegeven in het dialoogvenster voor afdrukken voor
Mac OS X 10.7 tot 10.10 klikt u aan de onderkant van het dialoogvenster op [Show
Details (Details weergeven)].
Als de afdrukoptie niet wordt weergegeven in het dialoogvenster voor afdrukken voor
Mac OS X 10.6.8 klikt u op de informatiedriehoek naast de vervolgkeuzelijst van
[Printer (Printer)].
9. Selecteer [Multi-purpose Tray (multifunctionele invoerlade)] [All
Pages From (Alle pagina´s van)] op het paneel [Paper Feed
(Papierdoorvoer)].
10. Verander indien nodig andere instellingen en druk op [Print].
320
321
Afdrukken op papier met een aangepast formaat
Laden Aangepast Papier Formaat
Voor Windows PCL Printer Driver
Voor Windows PS Printer Driver
Voor Mac OS X
Stel een normale papier grootte en papier type in op het bediening paneel. Dan, registreer
een papier grootte met een printer driver.
Aanwezige papier maat
Lade 1 Breedte 105 tot 297 mm (4,1 tot 11,7 inch), lengte 148 tot 431,8 mm (5,8
tot 17 inch)
Lade 2/3/4
(optioneel) Breedte 148 tot 297 mm (5,8 tot 11,7 inch), lengte 182 tot 431,8 mm (5,8
tot 17 inch)
Multifunctionele
lade Breedte 64 tot 297 mm (2,5 tot 52 inches), lengte 90 tot 1321 mm (3,5 tot
52 inches)
Opmerking
Registreer papier in portret, en laad papier in een lade volgens portret.
Als het papier langer is dan 432 mm (17 inch), gebruik dan de achterste uitvoerlade.
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar in sommige applicaties.
Als het papier langer is dan 432 mm (17 inch), kan de afdrukkwaliteit niet gegarandeerd
worden.
Wanneer papier zo lang is dat het buiten de papier ondersteuning komt van de MP lade,
ondersteun het papier dan met uw handen.
Het is niet aan te raden om een papierbreedte van minder dan 100 mm (3,9 inch) te
gebruiken, omdat dan papierstoringen kunnen optreden.
Over beschikbare papier groottes voor elke lade en voor duplex printen
Papier Laden
De functie van de auto lade schakelaar is naar [ON] door fabriek standaardwaarde gezet.
Wanneer het papier in een lade opraakt tijdens het printen, schakelt de printer automatisch
over op invoer vanuit een andere lade. Om gewone afmeting papier van een gespecificeerd
lade te voeren, zet de functie van de auto lade schakelaar naar [OFF].
Als afbeeldingen niet juist worden afgedrukt op papier van groot formaat, worden ze
mogelijk wel juist afgedrukt als u in de PS-driver [Standaard (600x600dpi)] in
[Afdrukkwaliteit] selecteert.
Laden Aangepast Papier Formaat
Wanneer op gewone papier afmeting afdrukt, verander de papier type instelling en
specificeer een papier lade.
1. Laad papier dat kan worden ingesteld op het aangepaste formaat in
lade 1, Lade 2, 3 of 4 (optioneel).
322
2.
Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
3. Druk op [Paper Setup].
4. Druk op [Tray 1 (Lade1)], [Tray 2 (Lade2)], [Tray 3 (Lade3)] of
[Tray 4 (Lade4)].
5. Druk op [Paper Size].
6. Selecteer [Custom].
7. Stel een papiergrootte in binnen het volgende bereik, en klik dan
op [OK].
8. Wijzig andere instellingen wanneer nodig.
9. Druk op [Terug] tot het beginscherm wordt weergegeven.
Voor Windows PCL Printer Driver
1. Klik op [Start] en selecteer dan [Devices and Printers].
2. Klik met de rechter muisknop op het pictogram OKI MC873 en
selecteer vervolgens [Afdrukvoorkeuren] > [OKI MC873(PCL6)].
3. Klik op [Paper Feed Options] op het [Setup] label.
4. Klik op [Custom Size].
5. Voer een naam van de nieuwe grootte in bij [Name].
6. Voer waardes in bij [Width] en [Length].
7. Klik op [Add] om de normale papier grootte op te slaan naar de
lijst, en klik dan op [OK].
U kunt maximaal 32 aangepaste formaten opslaan.
8. Klik op [OK] totdat het [Printing Preferences] dialoog venster wordt
gesloten.
9. Open een bestand.
10. Kies [Print] vanaf het [File]-menu.
11. klik op [Preferences].
323
12.
Specificeer een geregistreerde papier grootte.
13. Verander ander instellingen wanneer nodig, en klik dan op [OK].
14. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Memo
Voor het Windows XPS printerstuurprogramma, klik op [Start (Start)] > [Devices and Printers
(Apparaten en Printers)] en maak een nieuw papierformaat in het tabblad [Forms (vormen)]
voor [Print server properties (Afdrukserver eigenschappen)] op de balk bovenaan in het venster.
En selecteer dan het papierformaat in de [Print server properties (Afdrukserver eigenschappen)]
dialoogvenster van [Size (Grootte)] op het [Settings (Instellingen)] tabblad.
Voor Windows PS Printer Driver
1. Klik op [Start] en selecteer dan [Devices and Printers].
2. Klik met de rechter muisknop op het pictogram OKI MC873 en
selecteer vervolgens [Afdrukvoorkeuren] > [OKI MC873(PS)].
3. Klik op [Advanced] op het [Layout] label.
4. Klik op [Paper Size], en kies dan [PostScript Custom Page Size]
vanaf de neerdalende lijst.
5. Klik op [Edit Custom Page Size].
6. Voer waardes in bij [Width] en [Length], en klik dan op [OK].
Opmerking
U kunt niet instellen [Offsets Relative to Paper Feed Direction].
7. Klik op [OK] totdat het print instelling dialoog venster wordt
gesloten.
8. Open een bestand.
9. Selecteer het papierformaat voor het geregistreerde papier.
10. Verander ander instellingen wanneer nodig, en klik dan op [OK].
11. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Voor Mac OS X
324
Opmerking
Je kunt een papierformaat instellen, verschillend van de beschikbare opties in het
printerstuurprogramma, resulterend in onjuiste afdrukken. Stel een papierformaat binnen het
beschikbare bereik in.
1. Open het af te drukken bestand.
2. Selecteer [Print (Afdrukken)] in het menu [File (Bestand)].
3. Kies [Manage Custom Sizes] vanaf [Paper Size].
4. Klik op [+] om een onderdeel toe te voegen aan de lijst van
normale papier groottes.
5. Dubbelklik op [Untitled], en geef dan een naam op voor het
aangepaste papier.
6. Voer waardes in bij [Width] en [Height].
7. Klik op [OK (OK)].
8. Selecteer het papierformaat gemaakt van [Paper Size
(Papierformaat)].
9. Verander andere instellingen wanneer nodig, en klik dan op [Print].
Memo
Als instellingen niet worden weergegeven in het dialoogvenster voor afdrukken voor
Mac OS X 10.7 tot 10.10 klikt u aan de onderkant van het dialoogvenster op [Show
Details (Details weergeven)].
Als de afdrukoptie niet wordt weergegeven in het dialoogvenster voor afdrukken voor
Mac OS X 10.6.8 klikt u op de informatiedriehoek naast de vervolgkeuzelijst van
[Printer (Printer)].
325
326
Afdrukken met verschillende instellingen vanaf een
computer
Handmatig één voor één afdrukken
Vergroten of verkleinen om op het gespecificeerde papierformaat te passen
Alleen van de afdekking van een adnere lade afdrukken
Een boekje maken
Een document opdelen om op enkele bladen af te drukken en een poster te maken
Halftransparante ttekst toevoegen (watermerken)
Overliggende formulieren of logo's (Overlay)
Een document naar een bestand uitvoeren in plaats van het op papier af te drukken
Veelafgedrukte documenten in de printer opslaan
E-mailbijlages afdrukken
327
Handmatig één voor één afdrukken
Voor PCL-printerdriver voor Windows
Voor WINDOWS PS Printer Driver
Voor Mac OS X
U kunt een vel per keer printen via het laden van papier in de MP lade.
Het " Papier verzoek op MP Tray. " bericht is op het bedieningspaneel elke keer als u een
pagina print. Om verder te printen, selecteer [Print Resume].
Voor PCL-printerdriver voor Windows
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File]-menu.
3. klik op [Preferences].
4. Selecteer [Universele lade] in [Papierbron] op het tabblad [Setup].
5. Klik op [Paper Feed Options].
6. Kies het [Use MP tray as manual feed] controle venster, en klik dan
op [OK].
7. Verander ander instellingen wanneer nodig, en klik dan op [OK].
8. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
9. Wanneer een boodschap wordt weergegeven op het aanraak
paneel, laad papier in de MP lade, en druk dan op [Start].
Als het bericht niet wordt weergegeven, druk op [Print (Afdrukken)].
Wanneer u een meerdere pagina document print, wordt dezelfde boodschap
weergegeven iedere keer dat u een pagina print.
Memo
Voor het Windows XPS printerstuurprogramma, volg de stappen voor het Windows PCL-
printerstuurprogramma en selecteer [Multi Purpose Tray (Multifunctioneel invoerlade)] uit
[Source (Bron)] van het tabblad [Setup (Instellingen)] . En klik dan vervolgens op [Paper Feed
Options (Papierdoorvoer Opties)] en selecteer het selectievakje [Use MP tray as manual feed
(Gebruik MP lade als handmatige invoer)].
Voor WINDOWS PS Printer Driver
328
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File]-menu.
3. klik op [Preferences].
4. Kies [Multi Purpose Tray] voor [Paper Source] op het
[Paper/Quality] label.
5. Klik op [Advanced].
6. Klik op [Multipurpose tray is handled as manual feed], en kies dan
[Yes].
7. Verander ander instellingen wanneer nodig, en klik dan op [OK].
8. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
9. Wanneer het bericht wordt weergegeven op het aanraakscherm,
laad papier in de MP lade en druk op [Start (Start)].
Als het bericht niet wordt weergegeven, druk op [Print (Afdrukken)].
Als men een document met meerdere pagina's afdrukt, wordt hetzelfde bericht
weergegeven, telkens wanneer u één pagina afdrukt.
Voor Mac OS X
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File]-menu.
3. Selecteer [Multi-purpose Tray (multifunctionele invoerlade)] [All
Pages From (Alle pagina´s van)] op het paneel [Paper Feed
(Papierdoorvoer)].
Memo
Als instellingsdetails niet worden weergegeven in het dialoogvenster voor afdrukken
voor Mac OS X 10.7 tot 10.10, klikt u aan de onderkant van het dialoogvenster op
[Details weergeven].
Als de printeroptie niet wordt weergegeven in het printdialoogvenster voor
Mac OS X 10.6, klikt u op weergavedriehoekje naast de [Printer]-vervolgkeuzelijst.
4. Selecteer [Afdrukopties] in het paneelmenu.
5. Selecteer [Multipurpose tray is handled as manual feed
(Multifunctionele lade wordt behandeld als handmatige invoer)]
329
selectievakjes in het tabblad [Feed (Invoer)].
6. Verander ander instellingen wanneer nodig, en klik dan op [Print].
7. Wanneer het bericht wordt weergegeven op het aanraakscherm,
laad papier in de MP lade en druk op [Start (Start)].
Als het bericht niet wordt weergegeven, druk op [Print (Afdrukken)].
Als men een document met meerdere pagina's afdrukt, wordt hetzelfde bericht
weergegeven, telkens wanneer u één pagina afdrukt.
330
Vergroten of verkleinen om op het gespecificeerde
papierformaat te passen
Voor Windows PCL Printer Driver
Voor Windows PS Printer Driver
Voor Mac OS X
U kunt printen op papier van een verschillende grootte zonder de print gegevens te
veranderen.
Opmerking
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar in sommige applicaties.
Voor Windows PCL Printer Driver
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. klik op [Preferences].
4. Kiest een papier grootte om te bewerken vanaf [Size] op het
[Setup] label.
5. Kies het [Resize document to fit printer page] controle venster, en
kies een papier grootte om te printen.
6. Verander andere instellingen wanneer nodig, en klik dan op [OK].
7. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Memo
Voor het Windows XPS printerstuurprogramma, volg de stappen voor het Windows PCL-
printerstuurprogramma en selecteer [Paper Feed Options (Papierdoorvoer Opties)] [Media
(Materiaal)] in het tabblad [Setup (Instellingen)] en klik vervolgens op [Conversion
(Conversie)].
Voor Windows PS Printer Driver
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
331
3. klik op [Preferences].
4. Kies het [Resize document to fit printer page] controle venster op
het [Job Options] label.
5. Kies de papier grootte, en klik dan op [OK].
6. Verander andere instellingen wanneer nodig, en klik dan op [OK].
7. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Voor Mac OS X
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. Selecteer het selectievakje [Scale to fit paper size (Aanpassen aan
papierformaat)] op het paneel [Paper Handling
(Papierverwerking)].
4. Kies een papier grootte om te gebruiken vanaf [Destination Paper
Size].
5. Verander ander instellingen wanneer nodig, en klik dan op [Print].
332
Alleen van de afdekking van een adnere lade afdrukken
Voor Windows PCL Printer Driver
Voor Mac OS X
U kunt de eerste pagina van een afdruktaak invoeren vanuit een bepaalde cassette en de
resterende pagina's invoeren vanuit een een andere cassette.
Opmerking
Deze functie is niet beschikbaar voor de PS-printerdriver voor Windows.
Voor Windows PCL Printer Driver
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. klik op [Preferences].
4. Klik op [Paper Feed Options] op het [Setup] tab.
5. Selecteer het [Use different source for first page] selectievakje en
klik dan [OK].
6. Selecteer bij [Source] een papierformaat en klik vervolgens op
[OK].
Kies een papier type vanaf [Type] en media gewicht vanaf [Weight] wanneer nodig.
7. Verander indien nodig andere instellingen en druk op [OK].
8. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Memo
Voor het Windows XPS printerstuurprogramma, volg de stappen voor het Windows PLC-
printerstuurprogramma en selecteer [Paper Feed Option (Papierdoorvoer Opties)] in [Media
(Matariaal)] in het tabblad [Setup (Instellingen)] en klik vervolgens op [Conversion
(Conversie)].
Voor Mac OS X
1. Open het af te drukken bestand.
333
2.
Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. Kies [Paper Feed] vanaf het paneel menu.
4. Kies [First Page From], en kies dan een lade om de eerste pagina in
te voeren.
5. Kies een lade om de resterende pagina;s in te voeren vanaf
[Remaining From]
6. Verander andere instellingen wanneer nodig, en klik dan op [Print].
334
Een boekje maken
Voor Windows PCL Printer Driver
Voor PS-printerdriver voor Windows
Opmerking
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar in sommige applicaties.
Deze functie is niet beschikbaar voor Mac OS X.
Watermerken worden niet goed afgedrukt met deze functie.
Deze functie is niet beschikbaar bij het uitvoeren van gecodeerde authenticatie printen van
de cliëntcomputer die de machine in het netwerk deelt met de printer server.
Voor Windows PCL Printer Driver
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. klik op [Preferences].
4. Kies [Booklet] vanaf [Finishing Mode] op het [Setup] label.
5. Klik op [Options], en stel dan boekje printen instellingen in
wanneer nodig.
[Signature]: Specificeer een eenheid van pagina's om te binden.
[2 pages]: Print twee pagina's op een pagina.
[Right to Left]: Print een boekje dat van de rechterkant wordt geopend.
[Bind Margin]: Zet een marge.
6. Klik op [OK].
7. Verander indien nodig andere instellingen en druk op [OK].
8. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Memo
Om een A5 boekje te maken met gebruik van A4 papier, kies [A4] vanaf [Size] op het
[Setup] label.
Als deze functie niet beschikbaar is met de Windows PCL printerdriver, selecteert u [Start] >
[Apparaten en printers], klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram OKI MC873 en
selecteert vervolgens [Printereigenschappen] > [OKI MC873(PCL6)] > het tabblad
[Geavanceerd] > [Afdrukprocessor] > [OKX055PP] > [OK].
Voor het Windows XPS printerstuurprogramma, volg de stappen voor het Windows PCL-
335
printerstuurprogramma en selecteer [Finishing Mode (Afwerkingsmodus)] in het tabblad
[Setup (Instellingen)].
Voor PS-printerdriver voor Windows
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. klik op [Preferences].
4. Kies [Booklet] vanaf [Page Format] op het [Layout] label.
5. Kies het [Draw Borders] controle venster wanneer nodig.
6. Klik op [Advanced].
7. Klik op [Booklet Binding Edge], en stel de marges in.
Memo
Om een rechts gevouwen boekje te maken (een boekje met zijn binding op de
rechterzijde wanneer de eerste pagina naar boven gericht is), kies [On Right Edge].
Om een A5 boekje te maken met gebruik van A4 papier, kies [A4] vanaf [Paper Size].
8. Druk op [OK] totdat het print dialoog venster wordt gesloten.
9. Verander indien nodig andere instellingen en druk op [OK].
10. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
336
Een document opdelen om op enkele bladen af te
drukken en een poster te maken
Voor Windows PCL Printer Driver
U kunt een poster creëren door het printen van een document op meerdere vellen papier, en
dan de vellen nadien te combineren.
Opmerking
Deze functie is niet beschikbaar wanneer u een IPP netwerk gebruikt.
Deze functie is niet beschikbaar in het Windows PS-printerstuurprogramma of op Mac OS X.
Deze functie is uitgeschakeld wanneer u versleuteld authentificatie printen uitvoert vanaf een
cliënt computer die deze machine deelt via de print server.
Voor Windows PCL Printer Driver
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. klik op [Preference].
4. Klik op [Poster Print] vanaf [Finishing Mode] op het [Setup] label.
5. Klik op [Options].
6. Stel waardes in naar [Enlarge], [Add Registration Marks], en [Add
Overlap] wanneer nodig, en klik dan op [OK].
Om een A3 poster te maken via gebruik van twee vellen A4 papier, kies [A4] voor de
papier grootte, en kies dan [2] voor [Zoom].
7. Verander andere instellingen wanneer nodig, en klik dan op [OK].
8. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Memo
Als deze functie niet beschikbaar is met de Windows PCL printerdriver, selecteert u [Start] >
[Apparaten en printers], klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram OKI MC873 en
selecteert vervolgens [Printereigenschappen] > [OKI MC873(PCL6)] > het tabblad
[Geavanceerd] > [Afdrukprocessor] > [OKX055PP] > [OK].
Voor het Windows XPS printerstuurprogramma, volg de stappen voor het Windows PCL-
printerstuurprogramma en selecteer [Finishing Mode (Afwerkingsmodus)] in het tabblad
[Setup (Instellingen)].
337
338
Halftransparante ttekst toevoegen (watermerken)
Voor Windows PCL Printer Driver
Voor Windows PS Printer Driver
Opmerking
Deze functie is niet beschikbaar voor Mac OS X.
Watermerken worden niet goed afgedrukt met de modus voor het afdrukken van een boekje.
Wanneer het [Background] controle venster is gekozen op het [Watermark] scherm, kan een
watermerk niet worden geprint afhankelijk van de applicatie. In dit geval, verwijder het
[Background] contole venster.
Voor Windows PCL Printer Driver
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. klik op [Preferences].
4. Kies het [Extend] label.
5. Klik op [Watermarks].
6. Klik op [New].
7. Specificeer de tekst grootte, en klik dan op [OK].
8. Klik op [OK].
9. Verander indien nodig andere instellingen en druk op [OK].
10. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Memo
Voor het Windows XPS printerstuurprogramma, volg de stappen voor het Windows PCL-
printerstuurprogramma en selecteer [Watermarks (Watermerken)] in het tabblad [Job Options
(Opdrachtopties)].
Voor Windows PS Printer Driver
1. Open het af te drukken bestand.
339
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. klik op [Preferences].
4. Klik op [Watermark] op het [Jod Option] label.
5. Klik op [New].
6. Voer tekst in dat wordt geprint als een watermerk bij [Text] in
[Watermarks].
7. Stel [Font in, of andere instellingen wanneer nodig, en klik dan op
[OK].
8. Controleer dat het watermerk dat moet worden geprint is gekozen,
en klik dan op [OK].
9. Verander indien nodig andere instellingen en druk op [OK].
10. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
340
Overliggende formulieren of logo's (Overlay)
Voor Windows PCL Printer Driver
Voor Windows PS Printer Driver
U kunt overlays (zoals logo's of formulieren) printen op een document. Een overlay is een
groep formulieren. U kunt drie formulieren registreren naar een overlay. De formulieren
worden eroverheen geplaatst in volgorde van registratie en geprint. Het formulier dat het
laatste is geregistreerd wordt aan de bovenknat geprint.
Opmerking
Deze functie is niet beschikbaar in het Windows XPS-printerstuurprogramma of op Mac OS X.
Memo
Van tevoren, kunt u een formulier creëren, en het dan registreren in deze machine.
Formulieren registreren (overlay voor formulieren)
Voor Windows PCL Printer Driver
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File]-menu.
3. klik op [Preferences].
4. Kies het [Extend] label.
5. Klik op [Overlays].
6. Kies het [Print Using Active Overlays] controle venster.
7. Klik op [Define Overlays].
8. Voer een naam van de overlay in bij [Overlay Name].
9. Voer de ID in van de vorm waarmee je je hebt geregistreerd met
de Opslagbeheerder-plug-in voor Configuratietool [ID (ID)].
10. Selecteer in de vervolgkeuzelijst [Print on Pages] de pagina's van
het document waarop u de overlay wilt afdrukken.
11. Klik op [Add].
341
12.
Klik op [Close].
13. Kies een overlay om te gebruiken vanaf [Defined Overlays], en klik
dan op [Add].
14. Klik op [OK].
15. Verander indien nodig andere instellingen en druk op [OK].
16. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Voor Windows PS Printer Driver
Opmerking
Om deze functie te gebruiken met de Windows PS printer driver, moet u inloggen naar een
computer als de beheerder.
1. Klik op [Start] en selecteer dan [Devices and Printers].
2. Klik met de rechter muisknop op het pictogram OKI MC873 en
selecteer vervolgens [Afdrukvoorkeuren] > [OKI MC873(PS)].
3. Klik op [Overlays] op het [Job Option] label.
4. Kies [Use Overlay] vanaf de neerdalende lijst, en klik dan op
[New].
5. Vul de formuliernaam in die je geregistreerd hebt bij de
Opslagbeheerder-plug-in voor Configuratietool [Form Name
(Formuliernaam)], en klik vervolgens op [Add (Toevoegen)].
6. Voer een naam van de overlay in bij [Overlay Name].
7. Kies de pagina's van het document waarop u de overlay wilt printen
vanaf [Print on Pages].
Memo
Om een overlay toe te passen via specificeren van de pagina's. kies [Custom], en voer dan
de pagina's in waarvoor de overlay toegepast moet worden in [Custom Pages].
8. Klik op [OK].
9. Kies een overlay om te gebruiken vanaf [Defined Overlays], en klik
dan op [Add].
342
10.
Klik op [OK].
11. Verander indien nodig andere instellingen en druk op [OK].
12. Open het af te drukken bestand.
13. Kies [Print] vanaf het [File]-menu.
14. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
343
Een document naar een bestand uitvoeren in plaats van
het op papier af te drukken
Voor Windows Printer Driver
Voor Mac OS X
U kunt een document naar een bestand uitvoeren.
Opmerking
U moet inloggen naar een computer als de beheerder.
Voor Windows Printer Driver
1. Klik op [Start] en selecteer dan [Devices and Printers].
2. Klik met de rechter muisknop op het pictogram OKI MC873 en
selecteer vervolgens [Printereigenschappen] > [OKI MC873(*)].
* Kies een drivertype om te gebruiken.
3. Kies het [Ports] label.
4. Kies het [FILE:] vanaf de poort lijst, en klik dan op [OK].
5. Open een bestand.
6. Kies [Print] vanaf het [File]-menu.
7. Klik op [Print].
8. Geef de naam van een bestand op, en klik dan op [OK].
Voor Mac OS X
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File]-menu.
3. Klik op [PDF] in het print dialoog venster, en kies dan een bestand
formaat.
4. Geef de naam van een bestand, kies een opslag bestemming, en
klik dan op [Save].
344
345
Veelafgedrukte documenten in de printer opslaan
Opslaan van een Computer in Deze Machine (Windows PCL Only)
Het opslaan vanaf een computer in deze machine (sllen Windows PS)
Afdrukkend van een Password-Gebeschermen Document van This Machine
Een afdruktaak in het interne geheugen van de printer opslaan Wanneer u print, roept u een
afdruktaak op door het invoeren van het wachtwoord vanaf het bediening paneel.
Opmerking
Wanneer u de doorgestuurde gegevens niet kunt opslaan door onvoldoende vrije ruimte in
het interne geheugen, wordt er een boodschap weergegeven om u te informeren dat het
bestand systeem vol is, en de print taak wordt niet uitgevoerd.
Deze functie is niet beschikbaar in het Windows XPS-printerstuurprogramma of op Mac OS X.
Opslaan van een Computer in Deze Machine (Windows PCL
Only)
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File]-menu.
3. Klik op [Preferences].
4. Kies het [Job Options] label.
5. Kies [Store for Re-print].
6. Voer een taak naam in bij [Job Name] en een wachtwoord in bij
[Job Password].
7. Indien u het [Request Job Name voor elke drukkerbaan]
selectievakje selecteert, wordt een geheugensteuntje getoond de
baannaam te vragen wanneer u de afdrukbaan naar deze machine
stuurt.
8. Klik op [OK].
9. Stel andere instellingen in wanneer nodig.
De print taak wordt alleen naar de printer verstuurd, maar wordt nog niet geprint.
Het opslaan vanaf een computer in deze machine (sllen
Windows PS)
346
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File]-menu.
3. klik op [Preferences].
4. Kies het [Job Options] label.
5. Kies [Store for Re-print] vanaf [Job Type].
6. Voer een taak naam in bij [Job Name] en een wachtwoord in bij
[Personal ID Number (PIN)].
7. Als het selectievakje [Request Job Name for each printer job
(Verzoek Opdrachtsnaam voor elke printopdracht)] is
geselecteerd, zal een scherm de opdrachtsnaam vragen wanneer
een opdracht is verzonden.
8. Klik op [OK].
9. Verander andere instellingen wanneer nodig, en klik dan op [OK].
10. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
De print taak wordt alleen naar de printer verstuurd, maar wordt nog niet geprint.
Afdrukkend van een Password-Gebeschermen Document
van This Machine
1. Druk op [Print] of de (PRINT) knop.
De aanraak paneel weergave wisselt naar het printen bovenste scherm.
2. Druk op [Stored Job].
3. Voer het wachtwoord in, en druk dan op [OK].
Het zoeken naar een taak begint.
Memo
Het wachtwoord is dat wat u specificeerde op een computer wanneer u print
Om een onjuiste invoer te verwijderen, druk op (CLEAR).
Om het taak zoeken te stoppen, druk op (STOP).
4. Druk op [Print].
Om de print taak te beëindigen, kies [Delete].
347
348
E-mailbijlages afdrukken
Instellen van een POP server.
Instellen van een SMTP server.
Om deze functie te gebruiken dient u de instellingen voor de ontvangst van e-mails in te
stellen op een POP-server of SMTP-server.
Opmerking
De volgende bestand formaten worden ondersteund:
PDF (v1.7), JPEG, TIFF (V6 Baseline)
Voor het aantal exemplaren, dubbelzijdig afdrukken of andere afdrukinstellingen worden de
huidige instellingen in het menu [Instellingen Admin] toegepast.
Memo
Tot aan 10 bestanden, waarvan elk met een maximum van 8 MB, kunnen worden geprint.
Je kunt uitvoerbestemmingen wisselen voor afdrukken van bijlagebestanden uit [E-mail/I-
Fax (E-mail/I-Fax)] van [Output Tray (Uitvoerlade)]. (Alleen voor MC873 Series)
Instellingen Uitvoerlade
Je kunt bijlagen doorsturen van ontvangen E-mail.
Gegevens van een ontvangen document naar een e-mailbestemming of gedeelde mapp
doorsturen (Automatische aflevering)
Instellen van een POP server.
Memo
Wanneer de POP server geen SSL versleuteling ondersteund, zult u niet juist e-mails kunnen
ontvangen.
1. Open de Webpagina van deze machine
Hoe in te loggen naar de webpagina
Log in als de beheerder
2. Log in als de beheerder.
3. Selecteer [Admin Setup].
4. Kies [Network] > [E-mail] > [Receive Settings].
5. Selecteer [POP3], en klik dan [To STEP2].
6. Volg de instructies op het scherm om gedetailleerde instellingen op
349
te geven.
Memo
Stel de mail server in die u juist wilt gebruiken. Wanneer de mail server geen APOP
protocol ondersteund, zult u niet juist e-mails kunnen ontvangen.
Wanneer u een domeinnaam van de mail server wilt instellen, stel de DNS server in in
de [TCP/IP] instelling.
7. Klik op [Submit].
Instellen van een SMTP server.
1. Open de Webpagina van deze machine
Hoe in te loggen naar de webpagina
Log in als de beheerder
2. Log in als de beheerder.
3. Selecteer [Admin Setup].
4. Kies [Network] > [E-mail] > [Receive Settings].
5. Selecteer [SMTP], en klik dan [To STEP2].
6. Volg de instructies op het scherm om gedetailleerde instellingen op
te geven.
7. Klik op [Submit].
350
Papier besparen, Toner besparen
Op beide zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken)
Toner besparen
Meerdere pagina's op een vel papier combineren
351
Op beide zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig
afdrukken)
Voor Windows PCL Printer Driver
Voor Windows PS Printer Driver
Voor Mac OS X
U kunt afdrukken op beide zijden van een vel papier.
Dubbelzijdig printen is beschikbaar voor de volgende papiergroottes.
A3, A4, A5 , B4, B5, B6 , Letter, Legal (13 inch), Legal (13,5 inch), Legal (14 inch),
Tabloid, Executive , 8,5 vierkant (8,5in x 8,5 inch), Folio, 8K (270mm x 390mm,
273mm x 394mm, 260mm x 368mm), 16K (197 mm x 273 mm, 195 mm x 270 mm,
184 mm x 260 mm), aangepast formaat
Duplex printen is verkrijgbaar voor de volgende media gewichten.
64 tot 220g/m2 (17 tot 58 lb)
Gebruik geen media gewicht anders dan hierboven, omdat papier obstructie kan optreden.
Opmerking
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar in sommige applicaties.
Memo
Wanneer u print op normale grootte papier, is duplex printen bescikbaar voor de volgende
breedte en lengte bereiken.
Breedte: 128 tot 297 mm (5,0 tot 11,7 inch)
Lengte: 182 tot 431,8 mm (7,2 tot 17 inches)
Voor Windows PCL Printer Driver
1. Sluit de achterste uitvoerlade.
2. Open het af te drukken bestand.
3. Kies [Print] vanaf het [File]-menu.
4. klik op [Preferences].
5. Kies [Long Edge] of [Short Edge] vanaf [2-Sided Printing] op het
[Setup] label.
6. Verander ander instellingen wanneer nodig, en klik dan op [OK].
7.
Klik op [Print] op het [Print] scherm.
352
Memo
Voor het Windows XPS printerstuurprogramma, volg de stappen voor het Windows PCL-
printerstuurprogramma en selecteer [2-Sided Printing (Duplex) (2-zijdige afdrukken (Duplex))]
op het tabblad [Setup (Instellingen)].
Voor Windows PS Printer Driver
1. Sluit de achterste uitvoerlade.
2. Open het af te drukken bestand.
3. Kies [Print] vanaf het [File]-menu.
4. klik op [Preferences].
5. Kies [Flip on Long Edge] of [Flip on Short Edge] vanaf [Print on
Both Sides] op het [Layout] label.
6. Verander andere instellingen wanneer nodig, en klik dan op [OK].
7. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Voor Mac OS X
1. Sluit de achterste uitvoerlade.
2. Open het af te drukken bestand.
3. Kies [Print] vanaf het [File]-menu.
4. Selecteer [Long-Edge binding (Lange zijde binden)] of [Short-Edge
binding (Korte zijde binden)] [Two-Sided (Dubbelzijdig)] op het
[Layout (Layout)] paneel.
Memo
Als instellingsdetails niet worden weergegeven in het dialoogvenster voor afdrukken
voor Mac OS X 10.7 tot 10.10, klikt u aan de onderkant van het dialoogvenster op
[Details weergeven].
Als de printeroptie niet wordt weergegeven in het printdialoogvenster voor
Mac OS X 10.6, klikt u op weergavedriehoekje naast de [Printer]-vervolgkeuzelijst.
5. Verander andere instellingen wanneer nodig, en klik dan op [Print].
353
354
Toner besparen
Voor Windows PCL Printer Driver
Voor PS-printerdriver voor Windows
Voor Mac OS X
Printen is mogelijk met minder toner.
De hoeveelheid toner kan worden bespaard op drie niveaus.
[Printerinstelling]: Komt overeen met de instelling van de printer.
[Uit]: Drukt af met een normale dichtheid zonder dat toner bespaard wordt.
[Bespaarniveau laag]: Drukt af op een ietwat lager dichtheidsniveau.
[Bespaarniveau middelhoog]: Drukt bij een lage dichtheid af.
[Bespaarniveau hoog]: Drukt bij een zeer lage dichtheid af.
Opmerking
Indien deze functie word gebruikt, enkel [Normal (600x600)] of [Fast (600x600)] kan als de
print kwaliteit gespecificeerd worden.
Memo
De dichtheid van de afbeelding die wordt geprint met deze functie kan variëren afhankelijk van
het geprinte document.
Voor Windows PCL Printer Driver
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. klik op [Preferences].
4. Kies het [Setup] label.
5. Kies de hoeveelheid toner om te besparen vanaf [Toner saving].
6. Verander indien nodig andere instellingen en druk op [OK].
7. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Memo
Voor het Windows XPS printerstuurprogramma, volg de stappen voor het Windows PCL-
printerstuurprogramma en selecteer [Toner Saving (Toner besparen)] in het tabblad [Job
Options (Opdrachtopties)].
355
Voor PS-printerdriver voor Windows
1. Open het af te drukken bestand.
2. Selecteer [Afdrukken] in het menu [Bestand].
3. Klik op [Voorkeuren].
4. Selecteer het tabblad [Kleur].
5. Selecteer de hoeveelheid toner die u wilt besparen in [Toner
besparen].
6. Wijzig indien nodig andere instellingen en klik vervolgens op [OK].
7. Klik op [Afdrukken] in het scherm [Afdrukken].
Voor Mac OS X
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. Selecteer [Afdrukopties] in het paneelmenu.
4. Selecteer de hoeveelheid toner om te besparen van [Toner Saving
(Toner Besparen)] in het [Quality2 (Kwaliteit2)] tabblad.
5. Verander indien nodig andere instellingen en druk op [Print].
356
Meerdere pagina's op een vel papier combineren
Voor Windows PCL Printer Driver
Voor Windows PS Printer Driver
Voor Mac OS X
U kunt meerdere pagina's van een document op één zijde van een vel papier afdrukken.
Opmerking
Deze functie reduceert de pagina grootte van uw document voor het printen. Het midden van
de afdruk bevindt zich mogelijk niet in het midden van het papier.
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar in sommige toepassingen.
Voor Windows PCL Printer Driver
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. klik op [Preferences].
4. Kies het aantal pagina's aan om te printen op elk vel bij [Finishing
Mode] op het [Setup] label.
5. Klik op [Options].
6. Stel iedere instelling in bij [Page Borders], [Page layout], en [Bind
Margin], en klik dan op [OK].
7. Verander andere instellingen wanneer nodig, en klik dan op [OK].
8. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Memo
Voor het Windows XPS printerstuurprogramma, volg de stappen voor het Windows PCL-
printerstuurprogramma en selecteer [Finishing Mode (Afwerkingsmodus)] in het tabblad [Setup
(Instellingen)] en stel de gegevens in van [Options (Opties)].
Voor Windows PS Printer Driver
1. Open het af te drukken bestand.
357
2.
Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. klik op [Preferences].
4. Kies [Pages per Sheet] op het [Layout] label.
Opmerking
[Draw Borders] en [Pages per Sheet Layout] zijn niet beschikbaar met Windows Server
2003.
5. Kies een waarde vanaf de neerdalende lijst.
6. Verander andere instellingen wanneer nodig, en klik dan op [OK].
7. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Voor Mac OS X
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. Selecteer het aantal pagina's om af te drukken op elke bladzijde
van [Pages per Sheet (Pagina's per Blad)] op het [Layout
(Layout)] paneel.
Memo
Als instellingsdetails niet worden weergegeven in het dialoogvenster voor afdrukken
voor Mac OS X 10.7 tot 10.10, klikt u aan de onderkant van het dialoogvenster op
[Details weergeven].
Als de printeroptie niet wordt weergegeven in het printdialoogvenster voor
Mac OS X 10.6, klikt u op weergavedriehoekje naast de [Printer]-vervolgkeuzelijst.
4. Stel elke instelling in op [Border] en [Layout Direction].
5. Verander ander instellingen wanneer nodig, en klik dan op [Print].
358
359
Kleur aanpassen op de computer
Afdrukgegevens in kleur afdrukken in grijstinten
Over kleurkoppeling
Kleurkoppeling (Automatisch)
Keurkoppeling (Office Color)
Kleurkoppeling (Graphic Pro)
Kleurkoppeling (geen kleurkoppeling)
Afdrukresultaten voor inkt simuleren
Kleurscheiding
Handmatig herstellen van kleurregistratiefout
Handmatig herstellen Dichtheid
Maak Kleine Aanpassing voor Kleurregistratie
Kleurbalans instellen (dichtheid)
Kleur aanpassen met software
360
Afdrukgegevens in kleur afdrukken in grijstinten
U kunt kleurendocumenten afdrukken in grijstinten.
Voor PCL-printerdriver voor Windows
1. Open het af te drukken bestand.
2. Selecteer [Afdrukken] in het menu [Bestand].
3. Klik op [Voorkeuren] of [Eigenschappen].
4. Selecteer op het tabblad [Setup] [Monochroom].
5. Klik op [OK].
Memo
Door [Monochroom] te selecteren in de printerdriver, kunt u een kleurendocument
afdrukken in grijstinten, zelfs wanneer de tonercartridges voor cyaan, magenta en geel
leeg zijn.
Voor PS-printerdriver voor Windows
1. Open het af te drukken bestand.
2. Selecteer [Afdrukken] in het menu [Bestand].
3. Klik op [Voorkeuren] of [Eigenschappen].
4. Klik op het tabblad [Kleur] en selecteer vervolgens [Grijsschaal].
5. Klik op [OK].
Memo
Stel afdrukken in grijstinten in op het tabblad [Job Options (Opdrachtopties)].
Door [Grijsschaal] te selecteren in de printerdriver, kunt u een kleurendocument
afdrukken in grijstinten, zelfs wanneer de tonercartridges voor cyaan, magenta en
geel leeg zijn.
Voor het Windows XPS printerstuurprogramma, volg de stappen voor het Windows PS-
printerstuurprogramma.
Voor Mac OS X
Open het af te drukken bestand.
361
1.
2. In het menu [Bestand] selecteert u [Afdrukken].
3. Selecteer [Kleur] in het paneelmenu.
4. Selecteer [Grijsschaal].
5. Klik op [Afdrukken].
Memo
Door [Grijsschaal] te selecteren in de printerdriver, kunt u een kleurendocument afdrukken
in grijstinten, zelfs wanneer de tonercartridges voor cyaan, magenta en geel leeg zijn.
362
Over kleurkoppeling
Kleurkoppeling betekent dat u kleur van documenten beheert en aanpast om ervoor te
zorgen dat er kleurconsistentie is tussen invoer- en uitvoerapparaten.
Er zijn functies voor kleurkoppeling: [Office Color] en [Graphic Pro] ([Kleur
(Gebruikersinstellingen)] indien u een XPS-driver gebruikt). Als u Mac OS X gebruikt, kunt u
ook gebruikmaken van [ColorSync] om kleurkoppeling uit te voeren.
363
Kleurkoppeling (Automatisch)
Als u voornamelijk zakelijke documenten gebruikt, is Automatisch geschikt. Kleurkoppeling
wordt toegepast door afdrukgegevens in de RGB-kleurruimte te converteren naar de CMYK-
kleurruimte van de printer.
Opmerking
Deze functie ondersteunt alleen RGB-kleurgegevens.
Als u CMYK-kleurgegevens wilt beheren, gebruikt u de functie Graphic Pro.
Voor PCL-printerdriver voor Windows
Voor PS-printerdriver voor Windows
Voor Mac OS X
Voor PCL-printerdriver voor Windows
1. Open het af te drukken bestand.
2. Selecteer [Afdrukken] in het menu [Bestand].
3. Klik op [Voorkeuren] of [Eigenschappen].
4. Klik [Detail ... (Detail...)] in het tabblad [Setup (Instellingen)] en
selecteer [Automatic (Automatisch)], en klik vervolgens op [OK
(OK)].
Voor PS-printerdriver voor Windows
1. Open het af te drukken bestand.
2. Selecteer [Afdrukken] in het menu [Bestand].
3. Klik op [Voorkeuren] of [Eigenschappen].
4. Selecteer het tabblad [Color (Kleur)] en selecteer [Automatic
(Automatisch)], en klik vervolgens op [OK (OK)].
Memo
Voor het Windows XPS printerstuurprogramma, volg de stappen voor het Windows PS-
printerstuurprogramma en selecteer [Auto Color (Automatisch Kleur)] in het tabblad [Color
(Kleur)].
364
Voor Mac OS X
1. Open het af te drukken bestand.
2. In het menu [Bestand] selecteert u [Afdrukken].
3. Selecteer het tabblad [Color (Kleur)].
4. Selecteer [Automatic (Automatisch)] voor [Color (Kleur)] en klik
dan [Print (Afdrukken)].
Memo
Als instellingsdetails niet worden weergegeven in het dialoogvenster voor afdrukken
voor Mac OS X 10.7 tot 10.10, klikt u aan de onderkant van het dialoogvenster op
[Details weergeven].
Als de afdrukoptie niet wordt weergegeven in het dialoogvenster voor afdrukken voor
Mac OS X 10.6.8 klikt u op de sluitdriehoek naast de vervolgkeuzelijst van [Printer].
365
Keurkoppeling (Office Color)
Als u voornamelijk zakelijke documenten gebruikt, is Office Color geschikt. Kleurkoppeling
wordt toegepast door afdrukgegevens in de RGB-kleurruimte te converteren naar de CMYK-
kleurruimte van de printer.
Opmerking
Deze functie ondersteunt alleen RGB-kleurgegevens.
Als u CMYK-kleurgegevens wilt beheren, gebruikt u de functie Graphic Pro.
Voor PCL-printerdriver voor Windows
Voor PS-printerdriver voor Windows
Voor Mac OS X
Voor PCL-printerdriver voor Windows
1. Open het af te drukken bestand.
2. Selecteer [Afdrukken] in het menu [Bestand].
3. Klik op [Voorkeuren] of [Eigenschappen].
4. Klik [Detail ... (Detail...)] in het tabblad [Setup (Instellingen)] en
selecteer [Office Color (Office Kleur)], en klik vervolgens op [OK
(OK)].
Voor PS-printerdriver voor Windows
1. Open het af te drukken bestand.
2. Selecteer [Afdrukken] in het menu [Bestand].
3. Klik op [Voorkeuren] of [Eigenschappen].
4. Selecteer het tabblad [Color (Kleur)] en selecteer [Office Color
(Office Kleur)], en klik vervolgens op [OK (OK)].
Memo
Voor het Windows XPS printerstuurprogramma, volg de stappen voor het Windows PS-
printerstuurprogramma en selecteer [Color Mode (Kleurfunctie)] in het tabblad [Color (Kleur)].
Voor Mac OS X
366
1. Open het af te drukken bestand.
2. In het menu [Bestand] selecteert u [Afdrukken].
3. Selecteer [Kleur] in het paneelmenu.
4. Selecteer [Office Color (Office Kleur)] voor [Color (Kleur)] en klik
dan [Print (Afdrukken)].
Memo
Als instellingsdetails niet worden weergegeven in het dialoogvenster voor afdrukken
voor Mac OS X 10.7 tot 10.10, klikt u aan de onderkant van het dialoogvenster op
[Details weergeven].
Als de afdrukoptie niet wordt weergegeven in het dialoogvenster voor afdrukken voor
Mac OS X 10.6.8 klikt u op de sluitdriehoek naast de vervolgkeuzelijst van [Printer].
367
Kleurkoppeling (Graphic Pro)
De functie Graphic Pro is geschikt voor het gebruik van dtp-software. U kunt de simulatie
van het afdrukken met CMYK-uitvoerapparaten instellen.
Opmerking
Er kunnen geen koppelingsprofielen voor CMYK worden opgegeven met de PCL-driver voor
Windows.
Deze functie is niet beschikbaar voor de XPS-printerdriver voor Windows.
Voor PCL-printerdriver voor Windows
Voor PS-printerdriver voor Windows
Voor Mac OS X
Voor PCL-printerdriver voor Windows
1. Open het af te drukken bestand.
2. Selecteer [Afdrukken] in het menu [Bestand].
3. Klik op [Voorkeuren] of [Eigenschappen].
4. Klik [Detail ... (Detail...)] in het tabblad [Setup (Instellingen)] en
selecteer [Grafic Pro (Grafic Pro)], en klik vervolgens op [OK
(OK)].
Voor PS-printerdriver voor Windows
1. Open het af te drukken bestand.
2. Selecteer [Afdrukken] in het menu [Bestand].
3. Klik op [Voorkeuren] of [Eigenschappen].
4. Selecteer het tabblad [Color (Kleur)] en selecteer [Grafic Pro
(Grafic Pro)], en klik vervolgens op [OK (OK)].
Voor Mac OS X
1. Open het af te drukken bestand.
2. In het menu [Bestand] selecteert u [Afdrukken].
368
3.
Selecteer [Kleur] in het paneelmenu.
4. Selecteer [Grafic Pro (Grafic Pro)] voor [Color (Kleur)] en klik dan
[Print (Afdrukken)].
369
Kleurkoppeling (geen kleurkoppeling)
U kunt de afdrukken in de opgegeven kleuren afdrukken zonder kleur aan te passen op de
printer of via een printerdriver. Deze functie is geschikt als kleurkoppeling wordt uitgevoerd
met een toepassing.
Voor PCL-printerdriver voor Windows
Voor PS-printerdriver voor Windows
Voor Mac OS X
Voor PCL-printerdriver voor Windows
1. Open het af te drukken bestand.
2. Selecteer [Afdrukken] in het menu [Bestand].
3. Klik op [Voorkeuren] of [Eigenschappen].
4. Klik [Detail ... (Detail...)] in het tabblad [Setup (Instellingen)] en
selecteer [No Color Matching (Geen passende Kleur)], en klik
vervolgens op [OK (OK)].
Voor PS-printerdriver voor Windows
1. Open het af te drukken bestand.
2. Selecteer [Afdrukken] in het menu [Bestand].
3. Klik op [Voorkeuren] of [Eigenschappen].
4. Klik op het tabblad [Kleur] en selecteer [Kleur niet overeen laten
komen]. Klik daarna op [OK].
Memo
Voor het Windows XPS printerstuurprogramma, volg de stappen voor het Windows PS-
printerstuurprogramma en selecteer [Color Mode (Kleurfunctie)] in het tabblad [Color (Kleur)] en
selecteer vervolgens [Disabled (Uitgeschakeld)] voor [Color Matching (Kleur overeenstemmen)].
Voor Mac OS X
1. Open het af te drukken bestand.
2. In het menu [Bestand] selecteert u [Afdrukken].
370
3. Selecteer [Kleur] in het paneelmenu.
4. Selecteer [No Color Matching (Geen Passende Kleur)] voor [Color
(Kleur)] en klik dan [Print (Afdrukken)].
371
Afdrukresultaten voor inkt simuleren
U kunt uitvoer simuleren, zoals die van een offsetdrukpers, door het aanpassen van de
CMYK-kleurgegevens.
Opmerking
De XPS-printerdriver voor Windows kan niet worden gebruikt voor deze functie.
Mac OS X PS printerstuurprogramma mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van de
toepassingen.
Deze functie kan worden gebruikt wanneer [Office Color] of [Graphic Pro] geselecteerd is in
[Kleurmodus].
Voor PCL-printerdriver voor Windows
Voor PS-printerdriver voor Windows
Voor Mac OS X
Voor PCL-printerdriver voor Windows
1. Open het af te drukken bestand.
2. Selecteer [Afdrukken] in het menu [Bestand].
3. Klik op [Voorkeuren] of [Eigenschappen].
4. Klik [Detail ... (Detail...)] in het tabblad [Setup (Instellingen)] en
selecteer [Grafic Pro (Grafic Pro)].
5. Selecteer [Printersimulatie].
6. Selecteer in [Simulatie doelprofiel] in [Invoerprofiel] de inktfunctie
die u wilt simuleren en klik vervolgens op [OK].
Voor PS-printerdriver voor Windows
1. Open het af te drukken bestand.
2. Selecteer [Afdrukken] in het menu [Bestand].
3. Klik op [Voorkeuren] of [Eigenschappen].
4. Klik op het tabblad [Kleur] en selecteer [Graphic Pro]. Klik daarna
op [Detail].
U kunt een printersimulatie uitvoeren met [Office Color] voor zakelijke of andere
documenten. Klik op [Geavanceerd] en selecteer daarna in [Inktsimulatie CMYK] de
372
inktfunctie die u wilt simuleren.
5. Zet een vinkje voor [Printersimulatie].
6. Selecteer in [Simulatie doelprofiel] in [Invoer] de inktfunctie die u
wilt simuleren en klik vervolgens op [OK].
Voor Mac OS X
1. Open het af te drukken bestand.
2. In het menu [Bestand] selecteert u [Afdrukken].
3. Selecteer [Kleur] in het paneelmenu.
4. Selecteer [Graphic Pro].
5. Klik op [Opties] om [Printersimulatie] te selecteren.
6. Selecteer in [Simulatie doelprofiel] de inktfunctie die u wilt
simuleren.
Memo
Als instellingsdetails niet worden weergegeven in het dialoogvenster voor afdrukken
voor Mac OS X 10.7 tot 10.10, klikt u aan de onderkant van het dialoogvenster op
[Details weergeven].
Als er geen afdrukopties, maar twee menu-opties weergegeven worden in het
dialoogvenster voor afdrukken voor Mac OS X 10.6.8 klikt u op de sluitdriehoek naast
de vervolgkeuzelijst van [Printer].
373
Kleurscheiding
U kunt afdrukken door elke kleur te scheiden zonder gebruik te maken van toepassingen.
Opmerking
De PCL-/XPS-printerdriver voor Windows kan niet worden gebruikt voor deze functie.
Als u gebruikmaakt van Adobe Illustrator, gebruikt u de functie voor kleurscheiding van die
toepassing. Schakel de functie voor kleurkoppeling van de printerdriver uit.
Voor PS-drivers voor Windows
Voor Mac OS X
Voor PS-drivers voor Windows
1. Open het af te drukken bestand.
2. Selecteer [Afdrukken] in het menu [Bestand].
3. Klik op [Voorkeuren] of [Eigenschappen].
4. Klik op het tabblad [Kleur] en selecteer vervolgens [Geavanceerd].
5. Selecteer uit [Scheiden afdrukkleur] de kleur die u wilt scheiden en
klik vervolgens op [OK].
Voor Mac OS X
1. Open het af te drukken bestand.
2. Selecteer [Print (Afdrukken)] in het menu [File (Bestand)].
3. Selecteer de [Print Options (Print Opties)] paneel.
4. Selecteer [Print Color Separations (Print Kleurscheidingen)] in het
tabblad [Quality 2 (Kwaliteit 2)] en klik op [Print (Afdrukken)].
Memo
Als instellingsdetails niet worden weergegeven in het dialoogvenster voor afdrukken
voor Mac OS X 10.7 tot 10.10, klikt u aan de onderkant van het dialoogvenster op
[Details weergeven].
Als de afdrukoptie niet wordt weergegeven in het dialoogvenster voor afdrukken voor
Mac OS X 10.6.8 klikt u op de sluitdriehoek naast de vervolgkeuzelijst van [Printer].
374
375
Handmatig herstellen van kleurregistratiefout
Het apparaat past automatisch kleurregistratie aan wanneer de machine wordt ingeschakeld
of de uitvoerladen zijn geopend/gesloten. Je kunt handmatig de kleurregistratie aanpassen
vanaf het bedieningspaneel indien nodig.
1. Druk op [Instelling apparaat].
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk meerdere keren op of en druk op [Print Setup
(Afdrukinstellingen)].
5. Druk op [Menu Kleur].
6. Druk op [Registratie aanpassen].
376
7.
Druk op [Ja].
377
Handmatig herstellen Dichtheid
Deze machine past de kleurregistratie automatisch aan wanneer een cartridge van de
afbeeldingsdrum vervangen wordt of wanneer er 500 vellen afgedrukt zijn. U kunt indien
nodig de kleurregistratie vanaf het bedieningspaneel aanpassen.
1. Druk op [Instelling apparaat].
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk meerdere keren op of en druk op [Print Setup
(Afdrukinstellingen)].
5. Druk op [Menu Kleur].
6. Druk op [Dichtheid aanpassen].
7. Druk op [Ja].
378
Maak Kleine Aanpassing voor Kleurregistratie
Verkeerde uitlijning tussen zwart en cyaan, magenta of geel noemt kleurregistratie fout.
Dit apparaat past automatisch kleurregistratiefouten aan op een regelmatige basis. In
sommige omstandigheden kan kleurregistratiefout verdacht zijn. Voor kleurregistratiefouten
in de invoerrichting kan je handmatig de aanpassing nauwkeurig instellen. Wijzig de
verdachte delen van het werkelijke afdrukresultaat.
Dit hoofdstuk beschrijft hoe kleurenregistratie fijn af te stellen voor cyaan. Om andere
kleuren af te stellen, voer in dezelfde procedure uit.
1. Druk op [Device Settings (Instellingen apparaat)].
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk meerdere keren op of en druk op [Print Setup
(Afdrukinstellingen)].
5. Druk [Color Menu (Kleurenmenu)].
6. Druk [CMY Reg Fine Adj (CMY Reg Fijn Afst)].
7. Druk [Cyan Reg Fine Adj (Cyaan Reg Fijn Afst)].
8. Selecteer waarde en druk dan op [Yes (Ja)].
Memo
Als de kleur verkeerd uitlijnt naar boven in de invoerrichting, selecteer +1 tot +3, als de
kleur verkeerd uitlijnt naar beneden, selecteer -1 tot -3.
9. Druk op de (THUIS) toets.
10. Starten met printen.
Als de kleurregistratie fout nog steeds goed zichtbaar is, herhaal dan bovenstaande
stappen.
379
Kleurbalans instellen (dichtheid)
Gebruik het bedieningspaneel om de kleurschakering naar wens aan te passen.
Om een bleek gedeelte (highlight), midtoongedeelte (midtoon) of donker gedeelte (donker)
van elke kleur te specificeren of donkerder of lichter te maken.
Deze sectie beschrijft hoe u cyaan kunt aanpassen. Voer dezelfde procedure uit om andere
kleuren en delen die u wilt aanpassen aan te passen.
1. Druk op [Instelling apparaat].
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk meerdere keren op of en druk op [Print Setup
(Afdrukinstellingen)].
5. Druk op [Menu Kleur].
6. Druk op [Kleur afstellen/Afdrukpatroon] en [Ja] om
kleuraanpassingspatroon af te drukken.
7. Druk op [Cyaan afstellen].
8. De schuifregelaars voor highlight, midtoon en donker worden
weergegeven. Selecteer de waarde en druk vervolgens op [OK].
Memo
Selecteer +1 tot +3 om de afbeelding wat donkerder te maken en -1 tot -3 om hem wat
lichter te maken.
9. Druk op de (THUIS) toets.
380
10.
Begin te printen.
Herhaal de procedure totdat de kleurschakering naar wens is.
381
Kleur aanpassen met software
Kleuraanpassing met PS Gamma Adjuster Utility
382
Voor een betere afwerking
Foto's verbeteren
Met een gespecificeerde resolutie afdrukken
Fijne lijnen benadrukken
Het te gebruiken lettertype specificeren
Zwarte afwerking wijzigen
Witte ruimte tussen tekst en achtergrond verwijderen (Zwart overdrukken)
383
Foto's verbeteren
U kunt foto's zo afdrukken dat ze er levendiger uitzien.
Opmerking
Deze functie is niet beschikbaar in het Windows PS/XPS-printerstuurprogramma of op Mac OS X.
Voor PCL-printerdriver voor Windows
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File]-menu.
3. Klik op [Voorkeuren] of [Eigenschappen].
4. Selecteer het tabblad [Taakopties].
5. Zet een vinkje voor [Fotoverbetering].
6. Verander indien nodig andere instellingen en druk op [OK].
7. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
384
Met een gespecificeerde resolutie afdrukken
Voor Windows Printer Driver
Voor Mac OS X
U kunt de print kwaliteit veranderen wanneer nodig.
Memo
Wanneer u print op papier van zeer groot formaat met de Windows PS printer driver of Mac OS X
PS printer driver, gebruiken van [Normal (600x600) kan dan de print kwaliteit verbeteren.
Voor Windows Printer Driver
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. klik op [Preferences].
4. Kies het [Job Options] label.
5. Kies een print kwaliteit niveau vanaf [Quality].
6. Verander andere instellingen wanneer nodig, en klik dan op [OK].
7. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Voor Mac OS X
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. Selecteer de [Print Options (Print Opties)] paneel.
4. Selecteer de gewenste waarde van [Quality (Kwaliteit)] in het
tabblad [Quality 1 (Kwaliteit 1)].
5. Verander andere instellingen wanneer nodig, en klik dan op [Print].
385
386
Fijne lijnen benadrukken
Voor Windows PCL Printer Driver
Voor Windows PS Printer Driver
Voor Mac OS X
Wanneer [Adjust ultra fine lines] op de printer driver aangezet is, kunt u vage kleine letters
of fijne lijnen voorkomen.
Barcode gaten of andere gaten kunnen verkleinen afhankelijk van de applicatie. In dit geval,
zet deze functie uit.
Opmerking
Deze functie is niet beschikbaar voor de XPS-printerdriver voor Windows.
Voor Windows PCL Printer Driver
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. klik op [Preferences].
4. Kies het [Job Options] label.
5. Klik op [Advanced].
6. Selecteer [Adjust ultra fine lines (Bijstellen zeer dunne lijnen)] en
selecteer [On (Aan)] voor [Settings (Instellingen)] en klik
vervolgens op [OK (OK)].
7. Verander indien nodig andere instellingen en druk op [OK].
8. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Voor Windows PS Printer Driver
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. klik op [Preferences].
4. Kies het [Job Options] label.
387
5. Klik op [Advanced].
6. Controleer het [Adjust ultra fine lines] controle venster, en klik dan
op [OK].
7. Verander andere instellingen wanneer nodig, en klik dan op [OK].
8. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Voor Mac OS X
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. Selecteer [Kwaliteit1] vanaf tabbladen.
4. Controleer het selectievakje [Adjust ultra fine lines (Stel ultra fijne
lijntjes in)] in het tabblad [Quality 1 (Kwaliteit 1)].
5. Verander andere instellingen wanneer nodig, en klik dan op [Print].
388
Het te gebruiken lettertype specificeren
Afdrukken met de lettertypen van de printer
Afdrukken met de lettertypen van de computer
Afdrukken met de lettertypen van de printer
Opmerking
De printer lettertypes dupliceren niet exact de weergave van de TrueType lettertypes
weergeven op het scherm.
Deze functie is niet beschikbaar met het Windows XPS-printerstuurprogramma of op
Mac OS X.
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar in sommige applicaties.
Voor PCL-printerstuurprogramma voor Windows
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. klik op [Preferences].
4. Kies het [Extend] label.
5. Klik op [Fonts].
6. Selecteer het selectievakje [Vervanging lettertype] in [Uitvoertype
TrueType lettertypes].
7. Specificeer het printer lettertype dat moet worden gebruikt inplaats
van TrueType lettertypes in [Font Substitution Table].
8. Klik op [OK].
9. Verander indien nodig andere instellingen en druk op [OK].
10. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Voor PS-printerdriver voor Windows
1. Klik met de rechter muisknop op het pictogram OKI MC873 en
selecteer vervolgens [Printereigenschappen] > [OKI MC873(PS)].
389
2.
Dubbelklik op [Font Substitution Table] op het [Device Settings]
label.
3. Klik op een TrueType lettertype, en kies dan een printer lettertype
die moet worden gebruikt om het TrueType lettertype te
vervangen vanaf de lijst.
4. Klik op [OK].
5. Open een bestand om te printen vanaf een computer.
6. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
7. klik op [Preferences].
8. Klik op [Advanced] op het [Layout] label.
9. Klik op [TrueType Font], en kies dan [Substitue with Device Font].
10. Klik op [OK].
11. Verander indien nodig andere instellingen en druk op [OK].
12. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Afdrukken met de lettertypen van de computer
U kunt uw documenten printen met gebruik van TrueType lettertypes in een computer om
dezelfde lettertype weergave te reproduceren als op het scherm.
Opmerking
Deze functie is niet beschikbaar in het Windows XPS-printerstuurprogramma of op Mac OS X.
Voor PCL-printerstuurprogramma voor Windows
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. klik op [Preferences].
4. Kies het [Extend] label.
5. Klik op [Fonts].
6. Wis het vak [Vervanging lettertype] in [Uitvoertype van TrueType
390
lettertype], selecteer een van de volgende uitvoerformaten en klik
vervolgens op [OK].
Downloaden als omtreklettertype
Creëert lettertypeafbeeldingen in de printer.
Download als bitmap-lettertype
Creëert lettertypeafbeeldingen met behulp van de printerdrivers.
7. Verander andere instellingen wanneer nodig, en klik dan op [OK].
8. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Voor PS-printerdriver voor Windows
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. klik op [Preferences].
4. Klik op [Advanced] op het [Layout] label.
5. Klik op [TrueType Font], en kies dan [Download as Softfont].
6. Klik op [OK].
7. Verander indien nodig andere instellingen en druk op [OK].
8. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
391
Zwarte afwerking wijzigen
U kunt de zwarte afwerking wijzigen wanneer u in kleur afdrukt. De instelling voor zwarte
afwerking kan worden gebruikt wanneer [Office Color] of [Graphic Pro] geselecteerd is in de
printerdriver.
Er zijn twee soorten zwarte afwerkingen: samengesteld zwart (afgedrukt met CMYK-toner)
en puur zwart (afgedrukt met alleen zwarte toner).
Er zijn twee typen zwarte afwerking: het ene type bestaat uit cyaantoner (C), magentatoner
(M), gele toner (Y) en zwarte toner (K), terwijl het andere alleen uit zwarte toner (K)
bestaat. Een zwarte afwerking met CMYK-toners is geschikt voor het afdrukken van foto's.
Een zwarte afwerking met alleen zwarte toner is alleen geschikt voor het afdrukken van
zwarte tekst of afbeeldingen.
Als je de [Office Color (Office Kleuren)] functie gebruikt, kun je ook kiezen voor
automatisch. Als Automatisch is ingesteld, wordt de geschikte methode automatisch
geselecteerd voor het afdrukken van het document.
Voor PCL-printerdriver voor Windows
Voor PS-printerdriver voor Windows
Voor Mac OS X
Voor PCL-printerdriver voor Windows
1. Open het af te drukken bestand.
2. Selecteer [Afdrukken] in het menu [Bestand].
3. Klik op [Voorkeuren] of [Eigenschappen].
4. Klik [Detail ... (Detail ...)] in het tabblad [Setup (Instellingen)] en
selecteer [Office Color (Office Kleur)] of [Graphic Pro (Graphic
Pro)], en klik vervolgens op [Detail (Detail)].
5. Selecteer in [Zwarte afwerking] de methode om zwart af te
drukken.
6. Klik op [OK] het venster Details te sluiten.
7. Klik op [OK].
Voor PS-printerdriver voor Windows
1. Open het af te drukken bestand.
2. Selecteer [Afdrukken] in het menu [Bestand].
392
3.
Klik op [Voorkeuren] of [Eigenschappen].
4. Klik op het tabblad [Kleur] en selecteer [Office Color] of [Graphic
Pro]. Klik daarna op [Detail].
5. Selecteer in [Zwarte afwerking] de methode om zwart af te
drukken.
6. Klik op [OK] het venster Details te sluiten.
7. Klik op [OK].
Memo
Voor het Windows XPS printerstuurprogramma, volg de stappen voor het Windows PS-
printerstuurprogramma en selecteer [Color Mode (Kleurfunctie)] in het tabblad [Color (Kleur)] en
selecteer vervolgens de methode om zwart aan te maken bij [Black Finish (Zwarte Afwerking)].
Voor Mac OS X
1. Open het af te drukken bestand.
2. In het menu [Bestand] selecteert u [Afdrukken].
3. Selecteer [Kleur] in het paneelmenu.
4. Selecteer [Office Color] of [Graphic Pro] en vervolgens [Opties].
5. Selecteer in [Zwarte afwerking] de methode om zwart af te
drukken.
6. Klik op [OK].
Memo
Als instellingsdetails niet worden weergegeven in het dialoogvenster voor afdrukken
voor Mac OS X 10.7 tot 10.10, klikt u aan de onderkant van het dialoogvenster op
[Details weergeven].
Als er geen afdrukopties, maar twee menu-opties weergegeven worden in het
dialoogvenster voor afdrukken voor Mac OS X 10.6.8 klikt u op de sluitdriehoek naast
de vervolgkeuzelijst van [Printer].
393
Witte ruimte tussen tekst en achtergrond verwijderen
(Zwart overdrukken)
Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden, kunt u de functie voor zwart overdrukken
instellen en zo de witte ruimte tussen zwarte letters en gekleurde achtergrond verminderen.
Opmerking
Deze functie kan niet worden gebruikt in sommige toepassingen.
Deze functie kan worden gebruikt wanneer u alleen tekst afdrukt op een achtergrondkleur.
Als de tonerlaag dik is, hecht de toner mogelijk niet goed.
Voor PCL-printerdriver voor Windows
Voor PS-printerdriver voor Windows
Voor Mac OS X
Voor PCL-printerdriver voor Windows
1. Open het af te drukken bestand.
2. Selecteer [Afdrukken] in het menu [Bestand].
3. Klik op [Voorkeuren] of [Eigenschappen].
4. Selecteer [Geavanceerd] op het tabblad [Taakopties].
5. Stel [Overprint Black (Overprint Zwart)] in op [On (Aan)].
Voor PS-printerdriver voor Windows
1. Open het af te drukken bestand.
2. Selecteer [Afdrukken] in het menu [Bestand].
3. Klik op [Voorkeuren] of [Eigenschappen].
4. Klik op het tabblad [Kleur] en selecteer vervolgens [Geavanceerd].
5. Zet een vinkje voor [Zwart overprint].
Memo
Voor het Windows XPS printerstuurprogramma, volg de stappen voor het Windows PS-
printerstuurprogramma en selecteer [Advanced (Geavanceerd)] in het tabblad [Job Options
(Opdrachtopties)] en selecteer vervolgens het selectievakje [Overprint Black (Overprint Zwart)].
394
Voor Mac OS X
1. Open het af te drukken bestand.
2. In het menu [Bestand] selecteert u [Afdrukken].
3. Selecteer de [Print Options (Print Opties)] paneel.
4. Selecteer het selectievakje [Black Overprint (Zwarte Overprint)] in
het tabblad [Quality 1 (Kwaliteit 1)].
Memo
Als instellingsdetails niet worden weergegeven in het dialoogvenster voor afdrukken
voor Mac OS X 10.7 tot 10.10, klikt u aan de onderkant van het dialoogvenster op
[Details weergeven].
Als de afdrukoptie niet wordt weergegeven in het dialoogvenster voor afdrukken voor
Mac OS X 10.6.8 klikt u op de sluitdriehoek naast de vervolgkeuzelijst van [Printer].
395
Nuttige functies
Meerdere paginadocumenten in kopie-eenheden sorteren
Vanaf de laatste pagina van een document afdrukken
Uitvoeroriëntatie per kopie afwisselen
Automatisch een lade specificeren voor het geselecteerde papie
Automatisch naar een andere papierinvoerlade wisselen als het papier in een lade op is
Een uitvoerlade selecteren
De standaardinstellingen van een printerdriver wijzigen
Selecteer Veelgebruikte Instellingen in het printerstuurprogramma om te gebruiken.
Afdrukgegevens in de machine voor het afdrukken opslaan
Afdrukken zonder een pdf-bestand te openen (PDF Direct Print)
In USB-geheugen gegevens afdrukken
396
Meerdere paginadocumenten in kopie-eenheden
sorteren
Voor Windows PCL Printer Driver
Voor Windows PS Printer Driver
Voor Mac OS X
U kunt een meerdere-pagina document printen in eenheden van kopieën.
Opmerking
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar in sommige applicaties.
Voor Windows PCL Printer Driver
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. klik op [Preferences].
4. Kies het [Job Options] label.
5. Geef het aantal van te printen kopieën op vanaf [Copies], en kies
dan het [Collate] controle venster.
6. Verander ander instellingen wanneer nodig, en klik dan op [OK].
7. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Memo
Voor het Windows XPS printerstuurprogramma, volg de stappen voor het Windows PCL-
printerstuurprogramma en stel [Copies (Kopieën)] en [Collate (Verzameld)] in in het tabblad
[Job Options (Opdrachtopties)].
Voor Windows PS Printer Driver
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. klik op [Preferences].
397
4.
Geef het aantal van te printen kopieën op in [Copies], en kies dan
het [Collate] controle venster op het [Job Options] label.
5. Verander ander instellingen wanneer nodig, en klik dan op [OK].
6. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Voor Mac OS X
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. Voer in hoeveel exemplaren moeten worden afgedrukt in [Aantal].
Deselecteer het selectievakje [Collate pages (Verzamelde
pagina's)] in het tabblad [Paper Handling (Papierdoorvoer)].
4. Selecteer [Afdrukopties] op het paneelmenu en zet vervolgens een
vinkje in het vakje [Sorteer] op het tabblad [Papier].
Memo
Printen wordt uitgevoerd zonder gebruik van het geheugen van de printer wanneer [Paper
Handling] is gekozen op het paneel menu en het [Collate pages] controle venster is
gekozen.
5. Verander ander instellingen wanneer nodig, en klik dan op [Print].
398
Vanaf de laatste pagina van een document afdrukken
Voor Windows PS Printer Driver
Voor Mac OS X
U kunt voorwaarts of achterwaarts printen in pagina volgorde om aan uw benodigdheden te
voldoen..
Wanneer je de bovenste uitvoerlade gebruikt, druk af in voorwaartse volgorde om afdrukken
te verzamelen in voorwaartse volgorde.
Bij gebruik van de achterste uitvoerlade, druk af in de omgekeerde volgorde om de
afdrukken te verzamelen in voorwaartse volgorde.
Opmerking
Als de achterste uitvoerlade niet open is, worden afdrukken naar de bovenste uitvoerlade
gebracht.
Voor Windows PS Printer Driver
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. klik op [Preferences].
4. Kies [Front to Back] of [Back to Front] from [Page Order] op het
[Layout] label.
5. Verander indien nodig andere instellingen en druk op [OK].
6. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Memo
Als [Paginavolgorde] niet wordt weergegeven, selecteert u [Start] > [Apparaten en printers],
drukt u met de rechter muisknop op het pictogram OKI MC873, selecteert
[Printereigenschappen] > [OKI MC873(PS)] > op het tabblad [Geavanceerd] en zet vervolgens
een vinkje voor [Geavanceerde afdrukfuncties inschakelen].
Voor Mac OS X
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
399
3.
Selecteer [Reverse (Omdraaien)] voor [Page Order
(Paginavolgorde)] op het paneel [Paper Handling
(Papierdoorvoer)].
4. Verander andere instellingen wanneer nodig, en klik dan op [Print].
400
Uitvoeroriëntatie per kopie afwisselen
U kunt de uitvoeroriëntatie afwisselen per set afdrukken.
Afdrukken worden afwisselend liggend of staand uitgevoerd zodat u probleemloos setjes
kunt maken.
Memo
Vergeet niet het papier eerst staand en liggend in te voeren in de invoerlades.
Beschikbare papierformaten:
A4, A5, B5, Letter, 16K (184 x 260 mm), 16K (195 x 270 mm), 16K (197 x 273 mm)
Voor printerdriver voor Windows
Voor Mac OS X
Voor printerdriver voor Windows
1. Open het af te drukken bestand.
2. Selecteer [Afdrukken] in het menu [Bestand].
3. Klik op [Voorkeuren].
4. Voor het PCL-printerstuurprogramma, selecteer het tabblad [Job
Options (Opdrachtopties)],voor PS/XPS printerstuurprogramma,
selecteer het tabblad [Job Options (Opdrachtopties)].
5. Voer in hoeveel exemplaren moeten worden afgedrukt in [Copies
(Aantal)], en selecteer dan het selectievakje [Collate (Verzameld)]
6. Zet een vinkje voor [Soort roteren].
7. Klik op [Afdrukken] in het scherm [Afdrukken].
Voor Mac OS X
1. Open het af te drukken bestand.
2. Selecteer [Print (Afdrukken)] in het menu [File (Bestand)].
3. Voer in hoeveel exemplaren moeten worden afgedrukt in [Copies
(Aantal)].
4. Selecteer [Collate Pages (Verzamel pagina's)] op het paneel [Paper
401
Handling (Papierdoorvoer)].
5. Selecteer het paneel [Print Options (Opdrachtopties)], selecteer
[Collate (Verzamel)] en [Page Rotate (Draai Pagina)] in het
tabblad [Paper (Papier)].
6. Wijzig indien nodig andere instellingen en klik vervolgens op [Print
(Afdrukken)].
402
Automatisch een lade specificeren voor het
geselecteerde papie
De MP Lade instellen.
Voor Windows PCL Printer Driver
Voor Windows PS Printer Driver
Voor Mac OS X
U kunt automatisch een lade selecteren (papiercassette - lade 1/2/3 of lade 4) of MP-lade
die papier bevat van dezelfde grootte die is ingesteld met het printerstuurprogramma.
Laden wisselen in overeenstemming met de instelling [Tray Sequence (Ladevolgorde)].
Memo
Vergeet niet de papiergrootte en het gewicht in te stellen voor de papiercassettes en de MP-lade
op het weergavescherm.
Papier Laden
De MP Lade instellen.
Stel de MP lade in als een doel van de automatische lade keuze.
1. Druk op [Device Settings] op het hoofdscherm.
2. Druk op [Paper Setup].
3. Druk op [MP Tray].
4. Druk op [MP Tray Usage].
5. Druk op [Normal Tray (Normale Lade)].
Memo
[MP Tray Usage] is ingesteld naar [Do Not Use] als fabriek standdaard.
6. Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
Voor Windows PCL Printer Driver
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
klik op [Preferences].
403
3.
4. Kies [Auto] vanaf [Source] op het [Setup] label.
5. Verander ander instellingen wanneer nodig, en klik dan op [OK].
6. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Memo
Voor het Windows XPS printerstuurprogramma, volg de stappen voor het Windows PCL-
printerstuurprogramma en selecteer [Auto (Automatisch)] van de [Source (Bron)] op het tabblad
[Setup (Instellingen)].
Voor Windows PS Printer Driver
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. klik op [Preferences].
4. Kies [Automatically] vanaf [Paper Source] op het [Paper/Quality]
label.
5. Klik op [OK].
6. Verander ander instellingen wanneer nodig, en klik dan op [OK].
7. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Voor Mac OS X
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. Selecteer [Auto Select (Automatische selectie)] van [All Pages From
(Alle pagina´s vanaf)] op het paneel [Paper Feed (papierinvoer)].
4. Verander andere instellingen wanneer nodig, en klik dan op [Print].
404
405
Automatisch naar een andere papierinvoerlade wisselen
als het papier in een lade op is
Instellen Lades voor de Auto Lade Wisseling
Voor Windows PCL Printer Driver
Voor Windows PS Printer Driver
Voor Mac OS X
Als de opgegeven lade geen papier meer heeft, kan de machine doorgaan met afdrukken
vanuit een andere lade, indien papier van hetzelfde formaat en gewicht in de
papiercassettes (lade 1/2/3 en lade 4) en de MP-lade wordt geplaatst.
Om deze functie te gebruiken, schakelt u eerst de functie in op het aanraakpaneel om
automatisch de lade om te wisselen. Vervolgens stelt u de functie voor het automatisch
wisselen van lade met de printerdriver in.
Opmerking
Zorg ervoor dat u dezelfde waarden (papierformaat, papiersoort, papiergewicht) instelt voor elke
lade die wordt gebruikt voor de functie voor automatische cassette wisseling. Het beschikbare
papierformaat varieert afhankelijk van de cassette.
Papier Laden
Instellen Lades voor de Auto Lade Wisseling
1. Druk op [Device Settings] op het hoofdscherm.
2. Druk op [Paper Setup].
3. Controleer dat [Auto Tray Switch] is ingesteld naar [ON].
Memo
Drukken op [Auto Tray Switch] schakelt tussen [ON] en [OFF].
Laden wisselen in overeenstemming met de instelling [Tray Sequence (Ladevolgorde)].
4. Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
Vervolgens, stel print instellingen in vanaf een printer driver.
Voor Windows PCL Printer Driver
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
406
3.
klik op [Preferences].
4. Klik op [Paper Feed Options] op het [Setup] tab.
5. Schakel het selectievakje [Auto Tray Change] in en klik vervolgens
op [OK].
6. Verander indien nodig andere instellingen en druk op [OK].
7. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Memo
Voor het Windows XPS printerstuurprogramma, volg de stappen voor het Windows PCL-
printerstuurprogramma en selecteer [Tray Change (Wissel Lade)] van de [Paper Feed Options
(Opties Papierinvoer)] op het tabblad [Setup (Instellingen)].
Voor Windows PS Printer Driver
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. klik op [Preferences].
4. Klik op [Advanced] op het [Layout] label.
5. Klik op [Tray Switch] en kies dan [ON].
6. Klik op [OK].
7. Verander indien nodig andere instellingen en druk op [OK].
8. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Voor Mac OS X
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. Selecteer [Afdrukopties] in het paneelmenu.
4. Controleer het selectievakje [Tray Switch (Wissel Lade)] in het
tabblad [Feed (Invoer)].
5. Verander ander instellingen wanneer nodig, en klik dan op [Print].
407
408
Een uitvoerlade selecteren
U kunt de lade selecteren met uitgaande afdrukken.
Voor printerdriver voor Windows
1. Open het af te drukken bestand.
2. Selecteer [Afdrukken] in het menu [Bestand].
3. Klik op [Voorkeuren].
4. Selecteer het tabblad [Job Options (Taakopties)].
5. Als u gebruik maakt van de MC873 Serie, selecteer de gewenste
papierlade [Output Tray (Uitvoerlade)].
6. Klik op [Afdrukken] in het scherm [Afdrukken].
Voor Mac OS X
1. Open het af te drukken bestand.
2. Selecteer [Print (Afdrukken)] in het menu [File (Bestand)].
3. Selecteer de [Print Options (Print Opties)] paneel.
Memo
Als instellingen niet worden weergegeven in het dialoogvenster voor afdrukken voor
Mac OS X 10.7 tot 10.10 klikt u aan de onderkant van het dialoogvenster op [Show
Details (Details weergeven)].
Als de afdrukoptie niet wordt weergegeven in het dialoogvenster voor afdrukken voor
Mac OS X 10.6.8 klikt u op de informatiedriehoek naast de vervolgkeuzelijst van
[Printer (Printer)].
4. Als u gebruik maakt van de MC 873 Serie, selecteer de gewenste
papierlade [Output Bin (Uitvoerlade)] in het tabblad [Paper
(Papier)].
5. Klik op [Print (Afdrukken)].
409
De standaardinstellingen van een printerdriver wijzigen
Voor Windows Printer Driver
Voor Mac OS X
U kunt vaak-gebruikte print instellingen gebruiken als de standaard instellingen voor de
printer driver.
Voor Windows Printer Driver
1. Klik op [Start] en selecteer dan [Devices and Printers].
2. Klik met de rechter muisknop op het pictogram OKI MC873 en
selecteer vervolgens [Afdrukeigenschappen] > [OKI MC873(*)].
* Kies een drivertype om te gebruiken.
3. Configureer de afdrukinstellingen die u als standaardinstellingen
voor het stuurprogramma wilt gebruiken.
4. Klik op [OK].
Voor Mac OS X
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. Kies [Show Presets] vanaf [Presets].
4. Verwijder het [Reset Presets Menu to "Default Settings" After
Printing] controle venster.
5. Klik op [OK].
6. Selecteer een voorinstelling die wordt gebruikt als
standaardinstellingen van de driver vanuit [Presets].
7. Klik op [Print].
410
411
Selecteer Veelgebruikte Instellingen in het
printerstuurprogramma om te gebruiken.
Vaak gebruikte instellingen registreren
Afdrukken met geregistreerde instellingen.
Vaak gebruikte instellingen registreren
U kunt de instellingen van de printerdriver opslaan.
Opmerking
Deze functie is niet beschikbaar voor de PS-printerdriver voor Windows.
Memo
U kunt tot 14 instellingen opslaan.
De instellingen voor het Windows PCL stuurprogramma
registreren
1. Klik op [Start] en selecteer dan [Devices and Printers].
2. Klik met de rechter muisknop op het pictogram OKI MC873 en
selecteer vervolgens [Afdrukeigenschappen] > [OKI MC873(*)].
* Kies een drivertype om te gebruiken.
3. Stel de printer instellingen in om op te slaan.
4. Klik op [Save] in [Driver Setting] op het [Setup] label.
5. Geef een naam op om de instellingen op te slaan, en klik dan op
[OK].
Wanneer u kiest het [Include media settings] controle venster, worden de papier
instellingen op het [Setup] label ook opgeslagen.
6. Klik op [OK] om het print setup dialoog venster te sluiten.
Memo
Voor het Windows XPS printerstuurprogramma, volg de stappen voor het Windows PCL
printerstuurprogramma en selecteer [Save (Opslaan)] van [Driver Settings (Instellingen Driver)]
in het [Setup (Setup)] tabblad.
412
Het registreren van het Mac OS X PS-printerstuurprogramma-
instellingen
Opmerking
De standaard instellingen in het [Page Setup] dialoog venster kunnen niet worden
veranderd.
De bewerking van de instellingen die worden opgeslagen met een andere printer driver
kunnen niet worden gegarandeerd. Bewaar de instellingen met een naam die u kunt
onderscheiden.
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. Stel de printer instellingen in om op te slaan.
4. Kies [Save Current Settings as Preset] vanaf [Presets].
5. Geef een naam op om de instellingen op te slaan, en klik dan op
[OK].
Afdrukken met geregistreerde instellingen.
Opmerking
Deze functie is niet beschikbaar voor het PS-printerstuurprogramma voor Windows.
Voor PCL-stuurprogramma voor Windows
1. Open het af te drukken bestand.
2. Selecteer [Print (Afdrukken)] in het menu [File (Bestand)].
3. Klik op [Preferences (Voorkeuren)].
4. Selecteer een instelling die u wilt gebruiken in [Driver Setting
(Stuurprogramma-instellingen)] op de [Setup (Instellingen)]
tabblad.
5. Klik op [OK (OK)].
6. Klik op [Print (Afdrukken)] in het scherm [Print (Afdrukken)].
Memo
Voor het Windows XPS printerstuurprogramma, volg de stappen voor het Windows PCL
printerstuurprogramma en selecteer de instelling die u gebruikt in [Driver Settings (Driver
413
Instellingen)] in het [Setup (Setup)] tabblad.
Voor PS-printerdriver voor Mac OS X
1. Open het af te drukken bestand.
2. Selecteer [Print (Afdrukken)] in het menu [File (Bestand)].
3. Selecteer een instelling om te gebruiken in [Presets
(Voorinstellingen)].
4. Klik op [Print (Afdrukken)].
414
Afdrukgegevens in de machine voor het afdrukken
opslaan
Voor Windows PCL Printer Driver
Voor Windows PS Printer Driver
U kunt spool print taken opslaan naar het geheugen dat is geïntegreerd in deze machine. Dit
stelt u in staat om uw werk eerder te beëindigen op uw computer, wat het mogelijk maakt
voor uw computer om andere taken te verwerken terwijl de machine werkt in de
achtergrond.
Opmerking
Wanneer u de doorgestuurde gegevens niet kunt opslaan door onvoldoende vrije ruimte in
het interne geheugen van de machine, wordt er een boodschap weergegeven om u te
informeren dat het bestand systeem vol is, en de print taak wordt niet uitgevoerd.
Deze functie is niet beschikbaar in het Windows XPS-printerstuurprogramma of op Mac OS X.
Voor Windows PCL Printer Driver
1. Open het bestand dat u wilt openen.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. klik op [Preferences].
4. Kies het [Job Options] label.
5. Klik op [Advanced].
6. Selecteer [Job Spool] en selecteer [On] voor [Settings] en klik dan
[OK].
7. Verander indien nodig andere instellingen en druk op [OK].
8. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Voor Windows PS Printer Driver
1. Open het bestand dat u wilt openen.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. klik op [Preferences].
415
4.
Kies het [Job Options] label.
5. Klik op [Advanced].
6. Controleer het [Job Spool] controle venster, en klik dan op [OK].
7. Verander andere instellingen wanneer nodig, en klik dan op [OK].
8. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
416
Afdrukken zonder een pdf-bestand te openen (PDF
Direct Print)
Voor Windows
Voor Mac OS X
U kunt een PDF bestand naar deze machine versturen om het direct te printen. Met PDF
Print Direct, kunt u toestaan om het PDF bestand te openen met een applicatie, zoals Adobe
Reader.
Opmerking
Het papierformaat is afhankelijk van het [PDF Paper Size (PDF-formaat)] van) [Device Settings
(Apparaatinstellingen)] > [Admin Setup (Beheerdersinstellingen)] > [Print Setup
(Printerinstellingen)] > [PS Setup (PS Instellen)].
Memo
Voor Windows, installeer PDF Print direct vooraf.
Lijst van bijgesloten hulpprogramma's
Voor Windows
1. Controleer dat het pictogram OKI MC873(*) in de map [Apparaten
en printers] staat.
* Kies een drivertype om te gebruiken.
2. Rechts-klik op een PDF bestand om te printen, en kies dan [PDF
Print Direct].
3. Selecteer een printer om te gebruiken.
Om de gebruiker authentificatie functie in te stellen met de geselecteerde printer, kies
[User Auth] vanaf het [Printer Setting] menu.
4. Om een gecodeerd bestand af te drukken, selecteert u
[Wachtwoord instellen] en voert vervolgens het wachtwoord in.
Wanneer hetzelfde wachtwoord opnieuw moet worden gebruikt, klik op [Save
password].
5. Wijzig indien nodig andere instellingen en klik vervolgens op [Print
(Afdrukken)].
Voor Mac OS X
417
1.
Kies [Print & Scan] in [System Preferences].
2. Controleer of het OKI MC873(*) pictogram wordt weergegeven.
* Kies een drivertype om te gebruiken.
3. Sleep het pictogram van het stuurprogramma naar de desktop of
Dock.
4. Sleep het bestand dat u wilt printen naar het icoon.
418
In USB-geheugen gegevens afdrukken
Gegevens afdrukken in het USB-geheugen
Een afdrukopdracht annuleren
De invoerlade voor papier opgeven (Papiertoevoer)
Aan beide kanten van papier afdrukken (dubbelzijdige kopie)
Afdrukken om op het papierformaat te passen (passend maken)
Wissel Uitvoerladen (Alleen voor MC873 Series)
Het aantal exemplaren opgeven (aantal exemplaren)
Afdrukken in specifieke kleurinstelling
Opmerking
Niet alle USB Geheugen wordt gegarandeerd om te gebruiken. (USB Geheugen met
beveiliging functies worden niet ondersteund.)
USB hubs en externe USB HDD's worden niet ondersteund.
Versleutelde PDF bestanden worden niet ondersteund.
Memo
De volgende bestandssystemen worden ondersteund: FAT12, FAT16, FAT32.
Ondersteund bestandsformaten: PDF(v1.7), JPEG, PDF, TIFF(v6 baseline), XPS, PRN (PS,
PCL, XPS)
Tot aan 32 GB USB Geheugen wordt ondersteund.
Tot aan 100 bestanden in ondersteunde formaten die zijn opgeslagen in USB Geheugen
worden weergegeven in de bestanden lijst.
Wanneer 100 of meer bestanden in USB Geheugen wordt opgeslagen, wordt de bestanden
lijst niet goed weergegeven.
USB Geheugen met een map structuur van 20 of meer niveaus worden niet juist gelezen.
Een bestand pad met meer dan 240 karakters kan niet goed gelezen worden.
U kunt maar een bestand in USB Geheugen per keer printen.
Gegevens afdrukken in het USB-geheugen
1. Steek een USB in de USB-poort.
419
2. Druk op [Print] of de (PRINT) knop.
3. Druk op [Print From USB Memory].
4. Kies [Select Print File].
5. Kies de map die het bestand bevat dat u wilt printen.
6. Stel print instellingen in wanneer nodig.
7. Druk op de (START) knop.
8. Wanneer een boodschap wordt weergegeven om u te informeren
dat u het USB Geheugen van de poort kunt verwijderen, verwijder
420
het.
Een afdrukopdracht annuleren
U kunt een taak beëindigen vanaf USB Geheugen door te drukken op de (STOP) knop.
U kunt een print taak afzeggen totdat een boodschap wordt weergegeven om u te
informeren dat het printen gereed is.
Opmerking
De pagina's die klaar zijn om te worden geprint op deze machine worden geprint zonder
wijzigingen.
1. Druk op de (STOP) knop.
Printen wordt afgezegd en het scherm keert terug naar het bovenste scherm van print
hoofd scherm.
De invoerlade voor papier opgeven (Papiertoevoer)
Opmerking
Wanneer u een PRN bestand print, volgt de papier lade specificatie de driver instellingen op het
moment van de creatie van het bestand.
1. Steek een USB geheugen in de USB poort.
2. Druk op [Print] of de (PRINT) knop.
3. Druk op [Print From USB Memory].
421
4. Kies [Select Print File].
5. Kies de map die het bestand bevat dat u wilt printen.
6. Kies een papier lade.
Memo
[Tray 2 (Lade 2)]/[Tray 3 (Lade 3)]/[Tray 4 (Lade 4)] wordt weergegeven als de optionele
tweede lade is geïnstalleerd.
7. Druk op de (START) knop.
Aan beide kanten van papier afdrukken (dubbelzijdige
kopie)
422
U kunt kiezen 1-zijdig (simplex) of 2-zijdig (duplex) printen. Wanneer u duplex printen
uitvoert, kunt u een inbind positie kiezen.
Opmerking
Wanneer u een PRN bestand print, volgen de duplex print instellingen de driver instellingen op
het moment van de creatie van het bestand.
Over inbinding van de lange hoek en de korte hoek inbinding.
Printen op beide zijden van het papier (Duplex Kopie)
1. Steek een USB geheugen in de USB poort.
2. Druk op [Print] of de (PRINT) knop.
3. Druk op [Print From USB Memory].
4. Kies [Select Print File].
5. Kies de map die het bestand bevat dat u wilt printen.
423
6. Druk op [Long Edge Bind] of [Short Edge Bind].
Memo
Instellen [Duplex] naar [OFF] is voor simplex printen.
Printen op beide zijden van het papier (Duplex Kopie)
7. Druk op de (START) knop.
Afdrukken om op het papierformaat te passen (passend
maken)
Wanneer de pagina grootte van een bestand groter of kleiner is dan het geldige print gebied,
wordt de pagina grootte automatisch bijgesteld om te passen op de papier grootte.
Opmerking
Wanneer u een PRN bestand print, zal deze instelling niet werken.
Memo
Deze functie is ingesteld op [ON] via de fabriek standaard instelling.
1. Steek een USB geheugen in de USB poort.
424
2. Druk op [Print] of de (PRINT) knop.
3. Druk op [Print From USB Memory].
4. Kies [Select Print File].
5. Kies de map die het bestand bevat dat u wilt printen.
6. Druk op [Fit] om te kiezen [ON] om passend te maken.
425
Memo
Stel [Fir (Passen)] in op [OFF (UIT)] als u de pagina niet hoeft aan te passen.
7. Druk op de (START) knop.
Wissel Uitvoerladen (Alleen voor MC873 Series)
Verandert de uitvoerlade.
Opmerking
Controleer of de achterste uitvoerlade aan de achterzijde van de machine gesloten is.
Als de achterste uitvoerlade open is, wordt het papier altijd uitgevoerd via de achterste
uitvoerlade.
Voor een PRN-bestand, is de uitvoerlade-instelling afhankelijk van het stuurprogramma
wanneer het bestand wordt gemaakt.
1. Steek USB-geheugen in de USB-poort.
2. Druk op [Print] of de (PRINT) knop.
3. Druk op [Print From USB Memory].
426
4. Kies [Select Print File].
5. Kies de map die het bestand bevat dat u wilt printen.
6. Selecteer de uitvoerlade.
7. Druk op de (START)-knop.
Het aantal exemplaren opgeven (aantal exemplaren)
1. Steek een USB geheugen in de USB poort.
427
2. Druk op [Print] of de (PRINT) knop.
3. Druk op [Print From USB Memory].
4. Kies [Select Print File].
5. Kies de map die het bestand bevat dat u wilt printen.
6. Voer het aantal kopieën in.
Memo
U kunt het aantal kopieën invoeren vanaf 1 tot 999.
Wanneer u een onjuiste waarde invoert, druk op de (CLEAR) knop, en voer dan de
juiste waarde in. Wanneer u drukt op de (CLEAR) knop. keert de waarde terug naar
428
de originele instelling waarde.
7. Druk op de (START) knop.
Afdrukken in specifieke kleurinstelling
U kunt kiezen tussen kleur en zwart-wit afdrukken.
Opmerking
Deze instelling is niet beschikbaar wanneer u een PRN-bestand afdrukt.
1. Steek USB-geheugen in de USB-poort.
2. Druk op [Print (Afdrukken)] of de knop (AFDRUKKEN).
3. Druk op [Print From USB Memory (Afdrukken van USB-geheugen)].
4. Druk op [Select Print File (Selecteer afdrukbestand)].
5. Selecteer de map met het document dat u wenst af te drukken.
429
6. Druk op [Color Mode (Kleureninstelling)].
7. Selecteer [Color (Kleur)] of [Mono (Mono)].
8. Klik op (START).
430
Vertrouwelijk document afdrukken
Een wachtwoord instellen voor de afdrukgegevens (Authentificatieafdruk)
Een wachtwoord instellen en de afdrukgegeven coderen (versleutelde authenticatieafdruk)
Codeer Afdrukgegevens en Gebruikersverificatie voor het afdrukken (ID Beveiligde
Opdracht)
431
Een wachtwoord instellen voor de afdrukgegevens
(Authentificatieafdruk)
Voor PCL-printerstuurprogramma voor Windows
Voor PS-printerdriver voor Windows
Opmerking
Wanneer u de doorgestuurde gegevens niet kunt opslaan door onvoldoende vrije ruimte in
het interne geheugen, wordt er een boodschap weergegeven om u te informeren dat het
bestand systeem vol is, en de print taak wordt niet uitgevoerd.
Deze functie is niet beschikbaar in het Windows XPS-printerstuurprogramma of op Mac OS X.
Voor PCL-printerstuurprogramma voor Windows
1. Open het bestand dat u wilt openen.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. klik op [Preferences].
4. Kies het [Job Options] label.
5. Kies [Secure Print] vanaf [Job Type].
6. Voer een taak naam in bij [Job Name] en een wachtwoord in bij
[Job Password].
Wanneer u kiest het [Request Job Name for each print job] controle venster, wordt een
vraag weergegeven om de taak naam te vragen wanneer u de print taak naar de
machine stuurt.
7. Klik op [OK].
8. Verander indien nodig andere instellingen en druk op [OK].
9. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
10. Druk op [Print (Afdrukken)] of de knop (AFDRUKKEN) van het
besturingspaneel.
11. Druk op [Stored Job (Opgeslagen taak)]
12. Bij het afdrukken, voert u het wachtwoord in dat u op de computer
hebt ingesteld en drukt vervolgens op [OK (OK)].
432
13.
Druk op [Print (Afdrukken)].
Opmerking
Als u uw wachtwoord vergeet dat werd ingesteld voor een taak en de taak niet afdrukt die
naar de printer gestuurd werd, blijft de taak in het interne geheugen.
Voor PS-printerdriver voor Windows
1. Open het bestand dat u wilt openen.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. klik op [Preferences].
4. Kies het [Job Options] label.
5. Kies [Secure Print] vanaf [Job Type].
6. Voer een taak naam in bij [Job Name] en een wachtwoord in bij
[Personal ID Number (PIN)].
Wanneer u kiest het [Request Job Name for each print job] controle venster, wordt een
vraag weergegeven om de taak naam te vragen wanneer u de print taak naar de
machine stuurt.
7. Klik op [OK].
8. Verander indien nodig andere instellingen en druk op [OK].
9. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
De print taak wordt alleen naar de machine verstuurd, maar wordt nog niet geprint.
Opmerking
Als u uw wachtwoord vergeet dat werd ingesteld voor een taak en de taak niet afdrukt die
naar de printer gestuurd werd, blijft de taak in het interne geheugen.
433
Een wachtwoord instellen en de afdrukgegeven coderen
(versleutelde authenticatieafdruk)
Instellen van het Wachtwoord/Versleutelen van een Bestand op een Computer (Alleen
Windows PCL/PS)
Printen van een Versleuteld/Wachtwoord-beveiligd Document vanaf Deze Machine
U kunt uw documenten versleutelen voordat u ze verzendt vanaf een computer naar deze
machine. Het document wordt niet geprint en opgeslagen in een versleuteld formaat in het
interne geheugen van deze machine totdat u het geregistreerde wachtwoord invoert op het
bediening paneel. U kunt ongeautoriseerde toegang voorkomen tot vertrouwelijke
informatie.
Opmerking
Wanneer u de doorgestuurde gegevens niet kunt opslaan door onvoldoende vrije ruimte in
het interne geheugen van de machine, wordt er een boodschap weergegeven om u te
informeren dat het bestand systeem vol is, en de print taak wordt niet uitgevoerd.
Deze functie is niet beschikbaar in het Windows XPS-printerstuurprogramma of op Mac OS X.
U kunt deze functie niet gebruiken met de poster printen functie en de boekje printen functie
met de Windows PCL printer driver wanneer u deze machine deelt via de print server.
Wanneer u deze functie gebruikt, verwijder dan het [Give Priority to the host release]
controle venster.
Afdrukgegevens in de machine voor het afdrukken opslaan
Instellen van het Wachtwoord/Versleutelen van een
Bestand op een Computer (Alleen Windows PCL/PS)
U kunt een bestand versleutelen om te printen. De versleutelde gegevens worden
opgeslagen in het geheugen van deze machine. U kunt de gegevens niet printen voordat u
het wachtwoord invoert op het bediening paneel.
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. klik op [Preferences].
4. Kies het [Job Options] label.
5. Kies [Encrypted Secure Print].
6. Voer een wachtwoord in [Password (Wachtwoord)].
7. Klik op [OK].
8. Stel andere instellingen in wanneer nodig.
434
De afdrukopdracht is naar de machine verzonden, maar wordt niet afgedrukt.
Memo
De afdruktaak opgeslagen in het geheugen wordt automatisch verwijderd, als afdrukken
voltooid is of een bepaalde periode niet afgedrukt. Als er een fout optreedt bij het
verzenden van de gegevens of de opdracht wordt gewijzigd nadat ze zijn verzonden,
wordt de opdracht automatisch verwijderd.
Printen van een Versleuteld/Wachtwoord-beveiligd
Document vanaf Deze Machine
Print een versleuteld en wachtwoord-beveiligde print taak opgeslagen in het interne
geheugen van de printer.
1. Druk op [Print] of de (PRINT) knop.
2. Druk op [Encrypted Job].
3. Wanneer u print, voer het wachtwoord in dat u heeft ingesteld op
de computer, en druk dan op [OK].
4. Druk op [Print].
Om de print taak te beëindigen, kies [Delete].
Alle versleutelde taken met hetzelfde wachtwoord worden verwijderd.
435
Codeer Afdrukgegevens en Gebruikersverificatie voor
het afdrukken (ID Beveiligde Opdracht)
U kunt geclassificeerde gegevens coderen en versturen naar dit apparaat met de gegevens
van de gebruiker die momenteel is aangemeld bij de computer. Het document wordt
opgeslagen in het interne geheugen van dit apparaat en afgedrukt als u dezelfde
gebruikersnaam invoert in de computer en om te printen.
Deze functie voorkomt onbevoegde toegang tot geclassificeerde gegevens en maakt het
efficiënt omdat u geen wachtwoord voor elke opdracht moet invoeren.
Opmerking
Om van deze functie gebruik te maken, gebruik de toegangscontrolefunctie en log in met
dezelfde gebruikersgegevens in het apparaat en de computer.
Als u de gespoolde gegevens niet kunt opslaan op grond van onvoldoende vrije ruimte in het
interne geheugen van de printer, wordt er een bericht weergegeven, dat u ervan op de
hoogte stelt dat het bestandssysteem vol is en dat de afdruktaak niet uitgevoerd wordt.
Deze functie is alleen beschikbaar met het Windows PCL-printerstuurprogramma.
Als u dit apparaat deelt via het netwerk met een printserver, kunt u deze functie niet
gebruiken met de afdrukfunctie voor posters of brochures.
Wanneer u deze functie gebruikt, deselecteer dan het selectievak [Give Priority to the host
release (Geef prioriteit aan de vrijgave van de host)].
Afdrukgegevens in de machine voor het afdrukken opslaan
Instellen van de ID Beveiligde Opdracht instelling op een
Computer (Alleen Windows PCL)
Specifeer "ID Beveiligde Opdracht" voor het opdrachttype.
Gecodeerde ID beveiligde opdrachten worden verzonden naar het apparaat met de gegevens
van de gebruiker die momenteel is aangemeld.
De gecodeerde beveiligde opdrachten kunnen niet worden afgedrukt als u zich aanmeldt op
het apparaat met dezelfde gebruikersgegevens die u gebruikt op de computer.
1. Open het af te drukken bestand.
2. Selecteer [Print (Afdrukken)] in het menu [File (Bestand)].
3. Klik op [Preferences (Voorkeuren)].
4. Selecteer het tabblad [Job Options (Taakopties)].
5. Selecteer [ID Secure Print (ID Beveiliging Afdrukken)].
Als de ID beveiligde opdracht niet beschikbaar is, selecteer [Start (Start)] > [Devices
and Printers (Apparaten en Printers)], klik met de rechtermuisknop op de [OKI
MC873], selecteer [OKI MC873 (PCL)] [Printer properties (Printerinstellingen)] en
selecteer vervolgens [ID Secure Job (ID Beveiligde Opdracht)] in de [Device Options
(Apparaatopties)] tabblad om te activeren.
436
6.
Klik op [OK (OK)].
7. Stel andere instellingen in, indien nodig.
De ID beveiligde afdrukopdracht naar het apparaat wordt verzonden, en printen start
nog niet.
Memo
De afdrukopdracht opgeslagen in het geheugen wordt automatisch gewist als het
afdrukken is voltooid of als de opdracht niet wordt afgedrukt na het verstrijken van een
bepaalde periode. Als er een fout optreedt bij het verzenden van de gegevens of de
opdracht wordt gewijzigd nadat ze zijn verzonden, wordt de opdracht automatisch
verwijderd.
Afdrukken Opgeslagen ID Beveiligde documenten van Dit
Apparaat
Print een ID beveiligde opdracht opgeslagen in het interne geheugen van dit apparaat.
1. Log in op het apparaat met de gebruikersgegevens die u gebruikt
op de computer.
U kunt alle willekeurige soorten certificaten gebruiken (gebruikersnaam/wachtwoord,
PIN, IC-kaart).
2. Druk op [Print (Afdruk)] of (Afdruk).
3. Druk op [ID Secure Print (ID Beveiligde Afdruk)].
Alsu zich hebt aangemeld met beheerdersrechten, selecteer of de ID beveiligde
opdrachten voor alle gebruikers moeten worden weergegeven.
Als u [Yes (Yes)] selecteert, worden alle ID beveiligde opdrachten opgeslagen in het
apparaat weergegeven.
Als u [No (Nee)] selecteert, worden alleen uw eigen ID beveiligde opdrachten
weergegeven.
4. Wanneer ID beveiligde opdrachten worden weergegeven, drukt u
op [Print (Afdrukken)] voor de gewenste opdracht. Om alle
weergegeven ID beveiligde opdrachten af te drukken, druk op [All
Print (Alles afdrukken)].
Druk op [Delete (Verwijder)] om een geselecteerde ID beveiligde opdracht te
verwijderen en druk op [All Delete (Alles Wissen)] om alle weergegeven ID beveiligde
opdrachten te verwijderen.
Wanneer u alle ID beveiligde opdrachten met beheerdersrechten kunt weergeven, kunt
u de opdrachten verwijderen maar geen opdrachten afdrukken op dat scherm.
437
438
Beschrijvingen van schermafdrukken
Over schermen en functies van elke printerdriver
Namen en Functies van Scherm Onderdelen voor Printen
439
Over schermen en functies van elke printerdriver
Dit onderdeel beschrijft de naam en functie van elk scherm.
Windows PCL-printerdriver
Windows XPS-printerdriver
Windows PS Printer Driver
Mac OS X PS Printer Driver
440
Windows PCL-printerdriver
U kunt schakelen tussen de [Setup], [Job Options], en [Extend] labels voor instellingen.
[Setup] Label
Item Takenlijst
1 Driver
Instellingen Bewaar uw instellingen.
2 Vooraanzicht Weergeeft een vooraanzicht afbeelding van het print resultaat.
3 Media Specificeert de papier grootte, type, gewicht, papier aanvoer methode,
of andere instellingen.
4 Afwerking Modus Specificeert de multi-pagina-printen, boekje-printen, affiche druk of
andere instellingen.
5 2-Zijdig Printen
(Duplex) Specificeert deze instelling wanneer u duplex printen wilt verrichten.
6 Hoek opslaan Specificeert de print richting.
7 Kleurmodus Hiermee schakelt u tussen afdrukken in kleur en monochroom.
8 Toner besparing Neemt de print dichtheid af om toner te bewaren.
9 Over Weergeeft de versie van de printer driver.
10 Standaard Herstelt de instellingen op het label naar hun standaard waardes.
[Job Options] Label
Item Takenlijst
1 Kwaliteit Specificeert de resolutie voor printen.
2 Schaal Specificeert de vergroting/reductie ratio voor printen.
3 Kopieën Specificeert het aantal kopieën om te worden geprint.
441
4 Taak Type Specificeert het print type.
5 Uitvoerlade Hiermee selecteert u welke bestemming wordt gebruikt voor het afdrukken.
6 Geavanceerd Stelt andere printer instellingen in.
7 Standaard Herstelt de instellingen op het label naar hun standaard waardes.
[Extend] Label
Item Takenlijst
1 Watermerken Specificeert wanneer u stempel printen wilt gebruiken.
2 Bedekkingen Specificeert wanneer u overliggend printen wilt gebruiken.
3 Lettertypes Specificeert TrueType lettertypes en printer lettertypes.
4 Gebruiker Verificatie Specificeert de gebruiker authenticatie.
442
Windows PS Printer Driver
U kunt voor instellingen overschakelen tussen de tabbladen [Layout], [Papier/Kwaliteit] en
[Taakopties] en [Kleur].
[Layout] Label
Item Takenlijst
1 Hoek opslaan Specificeert de print richting.
2 Printen aan
Beide Zijden Specificeert deze instelling wanneer u duplex printen wilt uitvoeren.
3 Pagina Volgorde Specificeert de te printen pagina's.
4 Pagina Formaat Geeft het aantal pagina's op, dat op een vel papier wordt afgedrukt of het
afdrukken van een kleine boekje.
5 Vooraanzicht Weergeeft een vooraanzicht afbeelding van het print resultaat.
6 Geavanceerd Stelt u in staat om gedetailleerde instellingen in te stellen voor print
kwaliteit en een papier grootte.
[Paper/Quality] Label
Item Takenlijst
1 Lade Keuze Veranderd de papier aanvoer lade.
443
2 Kleur Selecteert kleur of zwartwit.
3 Geavanceerd Stelt u in staat om gedetailleerde instellingen in te stellen voor print kwaliteit
en een papier grootte.
[Job Options] Label
Item Takenlijst
1 Kwaliteit Specificeert de resolutie voor printen. Wanneer u instelt [Toner Saving], zal
de print dichtheid verminderen om toner te besparen.
2 Taak Type Specificeert het taak type en aantal kopieën om te printen. [Job PIN] kan
worden gebruikt wanneer [Secure Print] of [Store for Re-print] is gekozen.
Wanneer u kiest het [Collate] controle venster, worden meerdere
documenten geprint in eenheden van kopieën.
3 Uitvoerlade Hiermee selecteert u welke bestemming wordt gebruikt voor het afdrukken.
4 Passend op
Pagina Wanneer u kiest het [Resize document to fit printer page] controle venster,
wordt een document geprint op papier van een grootte verschillend van de
document grootte.
5 Watermerken Specificeert wanneer u stempel printen wilt gebruiken.
6 Bedekkingen Specificeert wanneer u overliggend printen wilt gebruiken.
7 Geavanceerd Stelt andere print opties in.
8 Gebruiker
Autorisatie Specificeert de gebruiker autorisatie.
9 Over Weergeeft de versie van de printer driver.
10 Standaard Herstelt de instellingen op het label naar hun standaard waardes.
Tabblad [kleur]
444
Item Takenlijst
1 Kleurmodus Hiermee selecteert u de kleuraanpassingen voor kleurenafdrukken.
2 Toner besparen Bespaart toner tijdens het afdrukken.
3 Geavanceerd Stelt enkele andere afdrukinstellingen in.
4 Kleurmonster Start Color Swatch Utility.
5 Standaard Reset de instellingen op het tabblad naar hun standaard instellingen.
445
Windows XPS-printerdriver
U kunt schakelen tussen de [Setup] en [Job Options] labels voor instellingen.
[Setup] Label
Item Takenlijst
1 Media Specificeert de papier grootte, type, gewicht, papier aanvoer methode,
of andere instellingen.
2 Afwerking Modus Specificeert de multi-pagina-print, boekje-print en affiche-print.
3 Hoek opslaan Specificeert de print richting.
4 2-Zijdig Printen
(Duplex) Specificeert wanneer u 2-zijdig printen wilt gebruiken.
5 Driver Instellingen Bewaar uw instellingen.
6 Vooraanzicht Weergeeft een vooraanzicht afbeelding van het print resultaat.
7 Over Weergeeft de versie van de printer driver.
8 Standaard Herstelt de instellingen op het label naar hun standaard waardes.
[Job Options] Label
446
Item Takenlijst
1 Kwaliteit Specificeert de resolutie voor printen.
2 Toner besparen Vermindert de printdichtheid om toner te bewaren.
3 Blanco pagina's
overslaan Print geen blanco pagina's door het kiezen van dit controle venster.
4 Taak Instellingen Specificeert hoeveel exemplaren moeten worden geprint.
5 Schaal Specificeert de vergroting/reductie ratio voor printen.
6 Uitvoerlade Hiermee selecteert u welke bestemming wordt gebruikt voor het
afdrukken.
7 Geavanceerd Geeft het scherm "Geavanceerd" weer.
8 Watermerken Specificeert wanneer u stempel printen wilt gebruiken.
9 Standaard Herstelt de instellingen op het label naar hun standaard waardes.
Tabblad [kleur]
Item Takenlijst
1 Kleurmodus Hiermee selecteert u de kleurafdrukmethode.
447
2 Standaard Reset de instellingen op het tabblad naar hun standaard instellingen.
448
Mac OS X PS Printer Driver
U kunt overschakelen tussen de panelen [Layout], [Kleuren overeen laten komen], [Omgaan
met papier], [Papierinvoer], [Voorblad], [Kleur], [Afdrukopties], [Gebruikersauthenticatie],
[Voorraad] voor instellingen.
[Layout] Paneel
Onderdeel Beschrijving
1 Pagina's per Vel Kiest het aantal pagina's dat wordt geprint op een vel papier.
2 Layout Richting Specificeert de layout die wordt toegepast wanneer u meerdere
pagina's print op een vel papier.
3 Grens Specificeert en type van een grens.
4 Tweezijdig Specificeert wanneer dubbel printen uitgevoerd wordt.
5 Omgekeerde pagina
oriëntatie. Keert de richting van een pagina om om te printen door het kiezen
van dit controle venster.
6 Horizontaal
omdraaien Draait links en rechts om te printen door het kiezen van dit controle
venster.
[Color Matching] Paneel
Item Takenlijst
1 ColorSync Specificeert de ColorSync functie.
2 In printer Voert een kleur overeenkomst uit met deze machine.
3 Profiel Specificeert een profiel.
[Paper Handling] Paneel
449
Onderdeel Beschrijving
1 Vergelijk pagina's Print in eenheden van kopieën via keuze van dit controle venster.
2 Pagina's om te
printen. Specificeert pagina's om te printen.
3 Pagina Volgorde Specificeert de te printen pagina's.
4 Schalen om te
passen op papier. Print om te passen op papier. Een document kan niet juist geprint
worden afhankelijk van de instelling.
Vergroot of reduceert een document om te passen op de uitvoer papier
grootte door het kiezen van dit controle venster.
5 Bestemming
Papier Grootte. Kiest de uitvoer papier grootte wanneer [Scale to fit paper size]
controle venster is gekozen. Alleen naar beneden schalen
6 Alleen naar
beneden schalen Reduceert alleen een document om te passen op de uitvoer papier
grootte door het kiezen van dit controle venster.
[Paper Feed] Paneel
Item Takenlijst
1 Alle Pagina's
Vanaf Specificeert de papier aanvoer lade. Wanneer u specificeert [Auto Select],
wordt een lade automatisch gekozen.
2 Eerste Pagina
Vanaf Kies deze instelling wanneer u alleen de eerste pagina print vanaf de
gespecificeerde lade.
3 Overgebleven
Vanaf Kies deze instelling om de overgebleven pagina's te printen vanaf de
gespecificeerde lade.
[Cover Page] Paneel
450
Onderdeel Beschrijving
1 Print Kaft Pagina Specificeert de kaft om te printen.
2 Kaft Pagina Type Specificeert een string wanneer u de kaft print
3 Rekening Informatie Deze functie is niet beschikbaar.
Paneel [Kleur]
Item Takenlijst
1 Grijsschaal Geeft aan dat er monochroom afgedrukt zal worden.
2 Kleur Hiermee selecteert u afstemming op kleurmodus bij afdrukken in kleur.
Paneel [Afdrukopties]
Item Takenlijst
1 Printopties Hiermee selecteert u afstemming op de items die ingesteld zijn zoals
afdrukkwaliteit, papiertype, etc.
2 Setup
items Hiermee selecteert u de items die op het tabblad Printersetup ingesteld kunnen
worden.
[User Authentication] Paneel
451
Onderdeel Beschrijving
1 Gebruiker
Verificatie Kies dit controle venster wanneer u de gebruiker authentificatie in wilt
stellen wanneer u print.
2 Gebruikersnaam De gebruikersnaam voor gebruiker authentificatie
3 Wachtwoord Het wachtwoord voor gebruiker authentificatie
Paneel [Voorraad]
Item Takenlijst
1 Verbruiksartikelen Geeft de resterende hoeveelheid verbruiksartikelen weer.
452
Namen en Functies van Scherm Onderdelen voor
Printen
Dit deel beschrijft de onderdelen op het scherm.
Item Takenlijst
1 Stationaire
knop gebied Weergeeft knoppen die iedere keer op het scherm verschijnen.
2 Titel en
bewerking
geleiding
gebied
Weergeeft de titel van het huidige scherm en voorziet in geleiding voor
mogelijk bewerkingen.
3 Hoofd gebied Weergeeft een vooraanzicht van kopieer uitvoer dat wordt geproduceerd met
de huidige instellingen.
4 [Stored Job] Print een wachtwoord-beveiligd document opgeslagen in de machine.
5 [Encrypted
Job] Print een wachtwoord-beveiligd en versleuteld document opgeslagen in de
machine.
ID Beveiligde
Afdruk Druk gecodeerde documenten af beveiligd op basis van de informatie
opgeslagen in het apparaat. Deze knop is niet beschikbaar als de
toegangscontrole is ingesteld op [Disable (Uitschakelen)].
6 [Print From
USB
Memory]
Prind print gegevens direct vanuit opgeslagen USB Geheugen.
7 [Google
Cloud Print] Print print gegevens handmatig ontvangen vanaf Google Cloud Print.
8 [Offline] Schakelt deze machine offline.
9 [RESET] Zet de instellingen terug voor de huidige print taak naar hun standaard
instellingen.
10 [Device
Settings] Specificeert verschillende instellingen zoals Beheerder Instelling.
11 [Online] Schakelt deze machine online.
453
Item Takenlijst
1 Vlak met stationaire
knoppen Weergeeft knoppen die iedere keer op het scherm verschijnen.
2 Titel en bewerking
geleiding gebied Weergeeft de titel van het huidige scherm en voorziet in geleiding
voor mogelijk bewerkingen.
3 Papierinvoer Specificeert de lade die is ingesteld om papier naar te kopiëren.
4 Duplex Afdrukken op beide zijden van papier.
5 Passend maken Afdrukken passen de paginagrootte aan, aan het geselecteerde
papier.
6 Kleurmodus Specificeert kleurinstelling om een document te kopiëren.
7 Registreren naar
taakmacro Registreert huidige instellingen naar taakmacro
8 Uitvoerlade Specificeert de uitvoerlade.
9 Selecteer Afdrukbestand Selecteer bestanden om af te drukken.
10 Kopieën Specificeert het aantal kopieën om te maken.
11 Reset Zet de instellingen voor de huige kopie terug naar de
standaardinstellingen.
12 Apparaatinstellingen Specificeert verschillende instellingen zoals de beheerdersinstelling.
454
Fax
Basisbediening van Faxfuncties
Een Faxbericht via Internet Versturen
Scannen voor overdracht instellen
Verzendinstellingen
Ontvangsten instellen
Vertrouwelijke communicatie uitvoeren en mededelingenvenster
communicatie (Fcode communicatie) uitvoeren
Nuttige functies
Een fax vanaf een computer verzenden
Data naar de faxserver versturen
Beschrijving van Faxberichtschermen
455
Basisbediening van Faxfuncties
Dit hoofdstuk beschrijft faxen die worden verzonden en ontvangen via gebruik van de
standaard telefoonlijn.
Voordat Faxberichten kunnen worden Verzonden en Ontvangen
Een fax verzenden (Procedure)
Een document instellen
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Telefoonboek) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming (Verzendgeschiedenis en Ontvangstgeschiedenis) opgeven
Een gespecificeerde bestemming verwijderen
Geeft een preview weer
Een faxverzending annuleren
Een fax ontvangen
De communicatiestatus/verzending en ontvangstsgeschiedenis controleren
456
Voordat Faxberichten kunnen worden Verzonden en
Ontvangen
Voorbereiding voor de verzending en ontvangst van faxberichten.
Een telefoonlijn aansluiten
457
Een fax verzenden (Procedure)
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
De weergave van het aanraakscherm wisselt naar het bovenste scherm van
fax/internet.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Fax].
4. Specificeer een bestemming.
Specificeer een bestemming op een van de volgende methodes.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Telefoonboek) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming (Verzendgeschiedenis en Ontvangstgeschiedenis) opgeven
5. Verander de instellingen wanneer nodig.
Memo
Wanneer u drukt op de (START) zonder iets te veranderen, de volgende
(standaardwaarde) instellingen zijn toegepast voor het scannen en sturen van een
document.
[Scanformaat]: Auto
[Resolution]: Normaal
[Density]: 0
U kunt de standaard instellingen veranderen met [Admin Setup].
Faxinstelling
458
Wanneer [Tx roteren] AAN staat, wordt A4 verzonden als A4 en Letter als
Letter .
Meerdere documenten continu op het documentglas scannen (Continu scannen glas)
Meerdere documenten ononderbroken scannen met de ADF (Ononderbroken Scan
(ADF))
Scannen van een Duplex Document (Duplex Scan)
Een scanresolutie (Resolutie) specificeren
Scannen voor verzending instellen
Schaduwranden wissen (Rand wissen)
Memo
Schakel [Preview] in op het tabblad [Advanced] om een preview te zien van de afbeelding
die verzonden zal worden.
6. Druk op de (START) knop.
459
Een document instellen
Over documenten die men kan instellen
Plaatsen in de ADF
Plaatsen op de glasplaat
Deze paragraaf beschrijft hoe documenten in te stellen.
Over documenten die men kan instellen
Over waar een document in te stellen
Stel een document in in de ADF of op de document glasplaat om te kopiëren, scannen, of
het document te scannen.
ADF
Te scannen
formaat A3, A4 , A4 , A5 , A5 , A6 , B4, B5 , B5 , Tabloid, Letter ,
Letter , Legal 13/13.5/14, Executive , Statement , Statement ,
Folio
Papiercapaciteit 100 vellen (80 g/m2)
Papiergewicht 60 tot 120 g/m2 (16 tot 32 lb)
Glasplaat
Te scannen
formaat A3, A4 , A4 , A5 , A5 , A6 , B4, B5 , B5 , Tabloid, Letter ,
Letter , Legal 13/13.5/14, Executive , Statement , Statement , Folio
Documentdikte Tot 20 mm
Memo
Dubbelzijdig scannen kan niet bij A5 , A6, B5 , Statement .
Opmerking
Voor documenten waarop plakmiddelen, inkt, of correctie vloeistof is gebruikt, wees er zeker van
dat zij volkomen opgedroogd zijn voor het instellen.
Over documenten die men niet kan instellen
U kunt niet de volgend documenten instellen in de ADF. Gebruik de document glasplaat,
in plaats hiervan.
Documenten met gaten of scheuren
Sterk gekruld of opgerolde documenten
Vochtige documenten
Documenten door statische elektriciteit aan elkaar zijn vastgeplakt
Carbon doorgedrukte documenten
460
Kleding, metalen vellen, OHP films
Vast geniete, afgekapte, of met tape bevestigde documenten
Documenten die met elkaar zijn geplakt, of documenten met lijm
Glanzende documenten
Bedekte documenten
Observeer het volgende om schade aan de document glasplaat te voorkomen.
Wanneer u een dik document scant, druk het niet op de document glasplaat.
Plaats een hard document voorzichtig.
Stel niet een document in die scherpe uitsteeksels heeft.
Symbolen die documentoriëntatie aanduiden.
Dit symbool geeft aan dat het document verticaal geplaatst wordt vanaf de
voorzijde van deze machine.
Plaats het document in de ADF zo dat de lange kant eerst ingevoerd wordt.
Dit symbool geeft aan dat het document horizontaal geplaatst wordt vanaf de
voorzijde van deze machine.
Plaats het document in de ADF zo dat de korte kant eerst ingevoerd wordt.
Bij het plaatsen van een A4 document in de ADF
Bij het plaatsen van een A4 document in de ADF
Plaatsen in de ADF
461
1.
Plaats een document met de voorkant omhoog in de ADF.
2. Lijn de document geleiders uit naar de document breedte.
Opmerking
Verminder het aantal documentpagina's als er problemen optreden met de
papierinvoer van de ADF.
Documenten van tot 100 vellen (80 GSM) en 10 mm hoog kunnen onafhankelijk van
het formaat geladen worden.
Let er bij gekrulde documenten op dat de papiergeleiders aansluiten op de breedte van
het document.
Memo
De machine detecteert automatisch de volgende documentformaten.
Basis Formaten die gedetecteerd worden
AB A3, A4 , A4 , A5 , A5 , A6 , B4, B5 , B5 , Folio
Letter Tabloid, Letter , Letter , Legal 14, Executive , Statement
* Als Legal14 in de Letter series wordt opgespoord dan wordt de waarde tussen Legal13,
Legal13.5 en Legal14 die gespecificeerd zijn in [Device Settings (Apparaten Instellingen)]
> [Admin Setuo (Admin Instellingen)] > [Scanner Setup (Scanner Instellingen)] >
[Default Settings (Standaard Instellingen)] > [Auto Detect Scan Size (Auto detect Scan
Afmeting)] > [Legal Size (Legal Afmeting)] als Scan Afmeting ingesteld.
Plaatsen op de glasplaat
1. Open het deksel van de glasplaat.
2. Plaats een document met afdrukzijde naar beneden op de
glasplaat.
Opmerking
Druk niet krachtig op de glasplaat.
462
3. Sluit voorzichtig de klep van de glasplaat.
Memo
De machine detecteert automatisch de volgende documentformaten.
Basis Formaten die gedetecteerd worden
AB A3, A4 , A4 , A5 , A5 , A6 , B4, B5 , B5 , Folio
Letter Tabloid, Letter , Letter , Legal 14, Executive , Statement
* Als Legal14 in de Letter series wordt opgespoord dan wordt de waarde tussen Legal13,
Legal13.5 en Legal14 die gespecificeerd zijn in [Device Settings (Apparaten Instellingen)]
> [Admin Setuo (Admin Instellingen)] > [Scanner Setup (Scanner Instellingen)] >
[Default Settings (Standaard Instellingen)] > [Auto Detect Scan Size (Auto detect Scan
Afmeting)] > [Legal Size (Legal Afmeting)] als Scan Afmeting ingesteld.
Opmerking
Wanneer het document op het documentglas geplaatst wordt, wordt het documentformaat
pas gedetecteerd nadat de klep van de glasplaat gesloten wordt.
Zorg ervoor dat u de klep van de glasplaat sluit.
463
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
U kunt direct een bestemming faxnummer invoeren via gebruik van het 10-toetsenbord.
Memo
Geef een bestemming op bij stap 4 "Een fax verzenden (Procedure)".
1. Druk op [Manual Dial (Handmatig Kiezen)] op het [Fax (Fax)]
tabblad.
2. Voer een bestemmingfaxnummer in via gebruik van het 10-
toetsenbord op het bedieningspaneel.
U kunt maximaal 40 cijfers invoeren.
3. Druk op [OK].
Over de Oproep Functie
Wanneer u een bestemming faxnummer invoert, kunt u de volgende functies gebruiken
"-", "Prefix", en "Flash"
Voer elk teken in door te drukken op het corresponderende teken op het faxnummer
invoerscherm.
- (Verbindingsstreepje)
Voegt een verbindingsstreepje aan het ingevoerde faxnummer toe.
Kengetal
Plaats een kengetal nummer dat van tevoren is geregistreerd. "N" wordt ingevoegd
tijdens invoeren.
Een prefix toevoegen (prefix)
Flits
Vraagt uw PBX (Private Branch Exchange) op om u te verbinden met PSTN (Public
Switched Telephone Network). Voer "" in tijdens het invoeren. "F" wordt ingevoerd
tijdens invoeren.
"Pause", "#"
Voer in met de < # > toets op het 10-toetsenbord. Drukken op de < # > toets wisselt
tussen "P" en "#".
464
Pauze
Pauzeert 2 seconden tijdens de oproep. U kunt zoveel pauzes invoeren als u wilt. "P"
wordt ingevoegd tijdens invoeren.
# (Hekje)
Stuurt "#" naar de telefoonlijn als [MF(Tone)/DP(Pulse)] is ingesteld op [Tone]. "#"
wordt ingevoegd wanneer ingaan.
"Toon", "*"
Invoeren met de < * > toets op het 10-toetsenbord. Drukken op de < * > toets wisselt
tussen "T" en "*".
Toon
Wisselt naar bellen met toon wanneer [MF(Tone)/DP(Pulse)] is ingesteld naar [Pulse].
"T" wordt ingevoegd wanneer ingaan.
* (Sterretje)
Stuurt "*" naar de telefoonlijn indien [MF(Tone)/DP(Pulse)] naar [Tone] is gezet. "*"
wordt ingevoegd tijdens invoeren.
Verbonden
Een fax verzenden (Procedure)
Specificeren van een bestemming in andere methodes.
Een Bestemming (Telefoonboek) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming (Verzendgeschiedenis en Ontvangstgeschiedenis) opgeven
465
Een Bestemming (Telefoonboek) opgeven
U kunt een bestemming kiezen vanaf nummers die zijn geregistreerd in de snelkeuze oproep
lijst of de groeplijst. U moet nummers van tevoren registreren.
Faxnummers
Memo
Geef een bestemming op bij stap 4 "Een fax verzenden (Procedure)".
U kunt maximaal 1000 bestemmingen in de lijst voor snelkiezen registreren.
U kunt maximaal 32 groepen invullen.
1. Druk op [Speed Dial] of [Group List] op het [Fax] or [Basic] label.
2. Druk op een bestemming of groep.
De controle markering op de linkerzijde van de bestemming of groep gaat aan. U kunt
meerdere bestemmingen kiezen.
3. Wanneer u uw keuze gereed heeft van alle bestemmingen, druk op
[OK].
Verbonden
Een fax verzenden (Procedure)
Specificeren van een bestemming in andere methodes.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming (Verzendgeschiedenis en Ontvangstgeschiedenis) opgeven
466
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
U kunt een fax nummer kiezen dat is geregistreerd in de snelkeuze oproep lijst met een
eenmaal-drukken knop.
Memo
Geef een bestemming op bij stap 4 "Een fax verzenden (Procedure)".
Druk op of om tussen de schermen te schakelen om de nummers voor snel bellen 09
tot 40 te selecteren die toegewezen zijn aan one-touch knoppen.
Verbonden
Een fax verzenden (Procedure)
Specificeren van een bestemming in andere methodes.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Telefoonboek) opgeven
Een Bestemming (Verzendgeschiedenis en Ontvangstgeschiedenis) opgeven
467
Een Bestemming (Verzendgeschiedenis en
Ontvangstgeschiedenis) opgeven
U kunt een bestemming kiezen vanaf de 50 meest recente dossiers in de verzending
geschiedenis of ontvangst geschiedenis.
Opmerking
De ontvangst geschiedenis die wordt weergegeven op het paneel toont ontvangsten met alleen
Fcode polling.
Vertrouwelijke communicatie en bulletinbord-communicatie uitvoeren (Fcode Communicatie)
Memo
Geef een bestemming op bij stap 4 "Een fax verzenden (Procedure)".
1. Druk op [Redial] op het [Fax] label.
2. Druk op een bestemming.
De controle markering op de linkerzijde van de bestemming gaat aan. U kunt
meerdere bestemmingen kiezen.
3. Wanneer u uw keuze gereed heeft van alle bestemmingen, druk op
[OK].
Verbonden
Een fax verzenden (Procedure)
Specificeren van een bestemming in andere methodes.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Telefoonboek) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
468
Een gespecificeerde bestemming verwijderen
Memo
Verwijder adressen zoals aangegeven in stap 4 van "Een fax verzenden (Procedure)".
1. Druk op [Display All] op het [Advanced] label.
2. Druk op [Delete] van een bestemming om te verwijderen.
3. Wanneer u de keuze van alle bestemmingen gereed heeft om te
verwijderen, druk op [Back].
Wanneer u alle bestemmingen heeft verwijderd, keert het scherm automatisch terug
naar het hoofdscherm.
469
Geeft een preview weer
Met de preview-functie, kunt u de gescande afbeelding op het aanraakpaneel bekijken voor
verzending.
Opmerking
De preview die op het scherm te zien is kan enigszins afwijken van de afdruk. Gebruik de
functie om de inhoud of oriëntatie van gescande documenten te controleren.
Bij real-time verzending en handmatige verzending kunnen er geen previews van
afbeeldingen getoond worden.
1. Druk op [Fax/Internet Fax (Fax/Internet Fax)] of de (FAX)
knop.
2. Plaats een document in de ADF of op de glasplaat.
3. Druk op [Fax (Fax)].
4. Specificeer een bestemming.
5. Druk op [Preview (Voorbeeld)] op het [Advanced (Geavanceerde)]
om het op [ON (AAN)] in te stellen.
Memo
Door te drukken op [Preview (Voorbeeld)] schakelt u over [ON (AAN)] en [OFF (UIT)].
Bij de verzending van een faxbericht
Een fax verzenden (Procedure)
Een internetfax verzenden
Een Internetfax verzenden (Procedure)
Bij de verzending van gegevens naar de bestandsserver
Basisprocedure voor Scan naar Faxserver
6. Wijzig instellingen, als dat nodig is.
7. Klik op de (START) knop.
470
8.
Controleer de afbeelding, die als faxbericht wordt verzonden, op
het voorbeeldscherm. Na het controleren, druk op [Start
Transmission (Start Verzending)].
Memo
Er zijn drie manieren om previews weer te geven.
: Toon de volledige pagina.
: Geeft pagina weer over de breedte van het scherm.
: Geeft de gescande pagina weer met dezelfde uitvergroting.
Druk de knop om het afbeeldingsvoorbeeld op het volledige scherm te zien.
Gebruik , , en om naar de vooruitblik te scrollen.
Gebruik bij het scannen van meerdere pagina's of documenten de navigatieknop om
tussen de pagina's te schakelen.
: Toon de vorige pagina.
: Toon de volgende pagina.
: Geeft elke willekeurige pagina weer. Druk op deze knop en vul het
paginanummer in dat u wilt weergeven.
Als u het volgende document in de ADF of op de glasplaat instelt en vervolgens op de
knop drukt, scant het apparaat het document en toont het gescande document.
Druk op de knop om het voorbeeldscherm te sluiten en de verzending te
annuleren.
471
Een faxverzending annuleren
Beëindigen Tijdens een Verzending
Beëindigen van een Gereserveerde Verzending
Beëindigen Tijdens een Verzending
U kunt de verzending van een faxbericht annuleren tijdens het tonen van een melding en
het scannen.
1. Druk op de (STOP) knop.
Beëindigen van een Gereserveerde Verzending
U kunt een gereserveerde verzending taak beëindigen.
Opmerking
Wanneer u uitzenden kiest, wordt de verzendt taak beëindigd.
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
2. Druk op [Fax].
3. Druk op het [Fax Job View/Cancel] label.
4. Druk op [Delete] om een taak te verwijderen.
Memo
Een fax die wordt verzonden wordt weergegeven aan de bovenkant van de lijst.
5. Druk op [Yes] op een bevestiging scherm.
472
Een fax ontvangen
Dit deel beschrijft hoe de ontvangen fax te controleren.
Ontvangen faxafbeeldingen afdrukken
Een ontvangen fax afdrukken
Prioriteit papierformaat
473
Ontvangen faxafbeeldingen afdrukken
Beschikbaar opnamegebied
Roteren voor afdrukken
Prioriteit papierformaat
Drempel
Beschikbaar opnamegebied
Inhoud op tot ongeveer 4,2 mm vanaf de randen kan niet afgedrukt worden. Daarom
worden ontvangen afbeeldingen mogelijk verkleind of afgesneden bij het afdrukken. Het
gedeelte dat afgedrukt kan worden, wordt het beschikbare opnamegebied genoemd.
Roteren voor afdrukken
Deze machine meet automatisch de breedte en lengte van ontvangen afbeeldingen en
selecteert het geschikte, beschikbare papier.
Als de oriëntatie van de ontvangen afbeelding afwijkt van die van het papier, wordt de
afbeelding voor het afdrukken automatisch gedraaid.
Prioriteit papierformaat
Ontvangen afbeeldingen worden gewoonlijk afgedrukt op hetzelfde formaat als dat van de
verzender.
Als er geen papier van hetzelfde formaat beschikbaar is, wordt een alternatief formaat
geselecteerd, op basis van de volgende prioriteitenlijst.
Memo
Controleer de prioriteit van het papierformaat.
Prioriteit papierformaat
Drempel
Drempel refereert naar de waarde die de positie bepaalt om de ontvangen afbeelding te
verkleinen of af te snijden wanneer deze groter is dan het effectieve opnamegebied.
Memo
Drempel wijzigen.
Een afdrukmethode instellen voor Wanneer een ontvangen afbeelding het papierformaat
overschrijdt.
Lijst opnamegebied
Documentgrootte Rx-reduc. Snelheid
474
Auto 100%
Document standaardformaat
Origineel formaat
* Wordt mogelijk licht
verkleind.
Origineel formaat
Banner (langer
dan
standaardformaat)
Wanneer de extra
inhoud het bereik van
de drempel niet
overschrijdt
Verkleind om op de
pagina te passen. Origineel formaat. Extra
inhoud wordt
afgesneden.
Wanneer de extra
inhoud de het bereik
van drempel
overschrijdt
Origineel formaat. De
extra inhoud wordt op
de volgende pagina
afgedrukt.
Origineel formaat. De
extra inhoud wordt op
de volgende pagina
afgedrukt.
475
Een ontvangen fax afdrukken
De te gebruiken lade selecteren
Wanneer U Niet Kunt Printen een Ontvangen Fax
Ontvangen fax worden automatisch afgedrukt. U kunt een papier lade specificeren om te
gebruiken.
Opmerking
Trek de papier cassette er niet uit tijdens het printen.
Memo
Gebruik alleen normaal of hergebruikt papier
De volgende papierformaten zijn beschikbaar.
Basis Beschikbaar papierformaat
AB A3, A4 , A4 , A5 , A5 , B4, B5 , B5 , Folio
Letter Tabloid, Letter , Letter , Legal 13, Legal 13,5, Legal 14, Statement , Statement
Als de [Device Settings (Apparaatinstellingen)] > [Admin Setup (Beheerdersinstellingen)] >
[Management (Beheer)] > [System Setup (Systeeminstellingen)] > [Default Paper Size
(Standaard Papierafmeting)] is ingesteld op A4, zie de AB-series. Als het op Letter is ingesteld,
zie de Letter-series.
Wanneer een ontvangen fax groter is dan de gespecificeerde papier grootte, de fax is
gereduceerd, verworpen, of geprint op meerdere vellen papier afhankelijk van de ontvangst
print instellingen.
Een afdrukmethode instellen voor Wanneer een ontvangen afbeelding het papierformaat
overschrijdt.
De te gebruiken lade selecteren
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk op [Paper Setup].
3. Druk op [Select Tray].
4. Druk op [Fax].
5. Specificeert een lade om te gebruiken.
6. Kies een instelling.
476
De papier lade met [ON(Prior)] ingesteld wordt gebruikt voor een andere lade die
papier bevat van dezelfde grootte.
De MP lade is ingesteld naar [OFF] door fabriek standaard.
7. Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
Memo
U kunt de uitvoerbestemming voor ontvangen faxberichten instellen.
Uitvoerlades wisselen
Wanneer U Niet Kunt Printen een Ontvangen Fax
Zelfs als de machine geen ontvangen faxen kan afdrukken op grond van een tekort aan
papier of papierstoringen, kan de machine gegevens van maximaal 400 vel ontvangen.
(Niettemin verschilt deze hoeveelheid afhankelijk van het resterende geheugen en de
inhoud van het document.) Zelfs als de machine geen ontvangen faxen kan afdrukken op
grond van een tekort aan papier of papierstoringen, zie dan de volgende items om een
probleem op te lossen. Als het probleem opgelost is, start het afdrukken automatisch.
Papier Laden
Als een Papieropstopping zich voordoet
477
Prioriteit papierformaat
De ontvangen faxen worden afgedrukt op basis van de voorkeuren voor papierformaat die in
de tabel hieronder weergegeven worden.
Documentformaat
op de machine
van de verzender
Prioriteit papierformaat
478
De communicatiestatus/verzending en
ontvangstsgeschiedenis controleren
Dit deel beschrijft hoe te controleren fax verzending en ontvangst
De communicatiestatus controleren
Verzend- en ontvangstgeschiedenis controleren
De communicatiestatus controleren
U kunt controleren of een fax juist wordt verzonden wanneer de fax verzending taak bezig
is.
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
2. Druk op [Fax].
3. Kies het [Fax Job View/Cancel] label.
4. Controleer de taak inhoud.
Verzend- en ontvangstgeschiedenis controleren
U kunt de verzending geschiedenis controleren en de ontvangst geschiedenis.
Opmerking
De ontvangst geschiedenis die wordt weergegeven op het paneel toont ontvangsten met alleen
Fcode polling.
Vertrouwelijke communicatie en bulletinbord-communicatie uitvoeren (Fcode Communicatie)
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
2. Druk op [Fax].
3. Druk op [Redial] op het [Fax] label.
4. Kies het [Tx History] label of het [Rx History] label.
5. Controleer de Geschiedenisinhoud.
Memo
Wanneer een fax verzending bezig is, kunt u de verzending status controleren op het [Fax Job
View/Cancel] scherm.
De verzendgeschiedenis controleren
479
480
Een Faxbericht via Internet Versturen
Over de Internetfax-functie
Een Internetfax verzenden (Procedure)
Een internetfax ontvangen
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Adresboek/Groepslijst) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming Opgeven (Verzendgeschiedenis)
Een bestemming (LDAP Server) opgeven
Een gespecificeerde bestemming controleren, verwijderen of veranderen
Scannen voor verzending instellen
De verzendgeschiedenis controleren
481
Over de Internetfax-functie
De Internet Fax functie stelt u in staat om faxen te verzenden en ontvangen via een Internet
lijn. Wanneer u standaard faxen gebruikt via een standaard telefoonlijn, worden korsten
berekend afhankelijk van de afstand. Echter, wanneer u de Internet lijn gebruikt, zullen
kosten niet fluctueren ongeacht de afstand, wat u in staat stelt om meer kosten te
reduceren dan bij standaard faxen.
Wanneer u de Internet Fax functie gebruikt, worden de fax gegevens geconverteerd naar
een TIFF bestand, en verzonden als een e-mail aanhangsel bestand. De gegevens worden
direct verzonden nadat het scannen gereed is, en de gegevens niet worden opgeslagen in
het geheugen van deze machine. U kunt alleen e-mail adressen specificeren voor de
bestemming.
Memo
U kunt de volgende document groottes instellen. Elk document dat verschillende papier
groottes gebruikt kan niet worden gebruikt.
Documentformaten die men in de ADF kan instellen: A3, A4 , A4 , A5 , A6 , B4, B5
, Tabloid, Letter , Letter , Legal13/13.5/14, Executive , Statement of Folio
Documentformaten die men op de glasplaat kan instellen: A3, A4 , A4 , A5 , A6 ,
B4, B5 , Tabloid, Letter , Letter , Legal13/13,5/14, Executive , Statement of
Folio
De document gegevens kunnen niet juist worden geprint afhankelijk van de machine van de
ontvanger.
Voordat u de Internet Fax functie gebruikt. moet u een server instellen.
Voordat u Scan Naar E-mail Gebruikt
A4 wordt verzonden als A4 en Letter als Letter .
Documenten die groter zijn dan A4 worden automatisch verkleind naar A4 en vervolgens
verzonden.
482
Een Internetfax verzenden (Procedure)
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Internet Fax].
4. Controleer of [To] is geselecteerd.
Om [Cc] of [Bcc] te selecteren, drukt verschillende keren op [To].
5. Voer een bestemmingse-mailadres in.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Adresboek/Groepslijst) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming Opgeven (Verzendgeschiedenis)
Een bestemming (LDAP Server) opgeven
6. Stel scan instellingen in wanneer nodig.
Memo
Wanneer u drukt op (START) zonder iets te veranderen, de volgende (fabriek
standaard waarde) instellingen zijn toegepast voor het scannen en sturen van een
document.
[Scanformaat]: Auto
[Resolution]: Normaal
[Density]: 0
Meerdere documenten continu scannen (Continu scannen)
De dichtheid aanpassen (Dichtheid)
Specificeren van de scanresolutie (Resolutie)
Scannen voor verzending instellen
Memo
Om een afbeeldingsvoorbeeld te zien druk op [Preview (Voorbeeld)] in het [Advanced
(Geavanceerde)] tabblad om het op [ON (AAN)] in te stellen.
483
7. (INSTELLING). (START).
484
Een internetfax ontvangen
Een ontvangen internetfax wordt automatisch afgedrukt.
Om Internet Faxen te ontvangen, moet u de e-mail ontvangst instellingen van te voren
instellen.
Voordat u Scan Naar E-mail Gebruikt
Wanneer u een Internet Fax wilt doorsturen, kunt u de automatische aflevering functie
gebruiken.
Gegevens van een ontvangen document naar een e-mailbestemming of gedeelde mapp
doorsturen (Automatische aflevering)
Memo
U kunt de uitvoerbestemmingen van de afdrukken van afbeeldingen in bijlagen van [E-mail/I-
Fax] van [Output Tray] veranderen.
Instellingen Uitvoerlade
485
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Voer een e-mail adres direct in op het aanraak paneel.
Memo
Geef een bestemming op bij stap 5 in "Een Internetfax verzenden (Procedure)".
1. Druk op [Manual Setup].
Een e-mailadres kan worden ingevoerd door op [Bestemming (To)] te drukken.
2. Voer een e-mailadres in.
U kunt maximaal 80 tekens invoeren.
Tekens invoeren
3. Druk op [OK].
Verbonden
Een Internetfax verzenden (Procedure)
Specificeren van een bestemming in andere methodes.
Een Bestemming (Adresboek/Groepslijst) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming Opgeven (Verzendgeschiedenis)
Een bestemming (LDAP Server) opgeven
486
Een Bestemming (Adresboek/Groepslijst) opgeven
U kunt een bestemming selecteren vanuit het adresboek of de groepslijst. Zorg ervoor dat
ze van tevoren geregistreerd zijn. Raadpleeg voor informatie over het registreren van
bestemmingen in het adresboek of de groepslijst.
Voordat u Scan Naar E-mail Gebruikt
Opmerking
Wanneer u een antwoord bestemming of een Internet Fax specificeert, kunt u geen groep
specificeren.
Memo
Geef een bestemming op bij stap 5 in "Een Internetfax verzenden (Procedure)".
U kunt maximaal 1000 bestemmingen registreren in het adresboek.
U kunt maximaal 32 groepen registreren.
1. Druk op [Address Book] of [Group List] op het tabblad [Internet
Fax] of [Basic].
2. Selecteer de verzendingsbestemming of -groep.
U kunt meerdere items kiezen.
3. Wanneer u uw keuze gereed heeft van alle bestemmingen, druk op
[OK].
Verbonden
Een Internetfax verzenden (Procedure)
Specificeren van een bestemming in andere methodes.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming Opgeven (Verzendgeschiedenis)
Een bestemming (LDAP Server) opgeven
487
488
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
U kunt een e-mail adres kiezen dat is geregistreerd in de snelkeuze oproep lijst met een
eenmaal-drukken knop.
Memo
Geef een bestemming op bij stap 5 in "Een Internetfax verzenden (Procedure)".
Om de snelkeuze oproep nummers 09 tot 40 te kiezen die zijn toegekend naar eenmaal-
drukken knoppen, druk op of om te wisselen tussen de schermen.
Verbonden
Een Internetfax verzenden (Procedure)
Specificeren van een bestemming in andere methodes.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Adresboek/Groepslijst) opgeven
Een Bestemming Opgeven (Verzendgeschiedenis)
Een bestemming (LDAP Server) opgeven
489
Een Bestemming Opgeven (Verzendgeschiedenis)
U kunt een bestemming kiezen vanaf de verzendingsgeschiedenis.
Opmerking
De verzendingsgeschiedenis weergeeft alleen verzonden faxen wiens bestemmingen direct
werden ingevoerd.
Memo
Geef een bestemming op bij stap 5 in "Een Internetfax verzenden (Procedure)".
1. Druk op [Tx History] op [Internet fax] of het tabblad [Basic].
2. Wijzig de bestemming en druk vervolgens op [OK].
U kunt meerdere onderdelen kiezen.
Verbonden
Een Internetfax verzenden (Procedure)
Specificeren van een bestemming in andere methodes.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Adresboek/Groepslijst) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een bestemming (LDAP Server) opgeven
490
Een bestemming (LDAP Server) opgeven
Voor Eenvoudig zoeken
Voor Geavanceerd Zoeken
U kunt zoeken voor een bestemming vanaf een lijst op de LDAP server. Er zijn twee zoek
methodes, zoals getoond hieronder.
[Simple Search]: U kunt een zoekopdracht doen met alleen maar een sleutelwoord zoals
een gebruikersnaam. U kunt alleen zoeken naar karakter delen die in gebruikersnamen
zitten, en niet in e-mails.
[Advanced Search]: U kiest zoek condities om te zoeken voor onderdelen die alle
sleutelwoorden bevatten of een van de sleutelwoorden. U kunt gebruikersnamen of e-mail
adressen specificeren als sleutelwoorden om te zoeken.
Tot aan 100 zoekresultaten worden weergegeven.
Voor details over de instelling van de LDAP server, zie "Instellen van de LDAP-server".
Memo
Geef een bestemming op bij stap 5 in "Een Internetfax verzenden (Procedure)".
Voor Eenvoudig zoeken
1. Druk op [LDAP] op [Internet fax] of het tabblad [Basic].
2. Druk op [Simple Search].
3. Voer een trefwoord in voor het zoeken naar een gebruikersnaam in
de LDAP-server.
Tekens invoeren
4. Druk op [OK].
5. Wanneer de zoekresultaten worden weergegeven, drukt u op de
bestemming.
6. Wanneer u uw keuze gereed heeft van alle bestemmingen, druk op
491
[OK].
7. Druk op [Back] om terug te keren naar het startscherm.
Verbonden
Een Internetfax verzenden (Procedure)
Specificeren van een bestemming in andere methodes.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Adresboek/Groepslijst) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming Opgeven (Verzendgeschiedenis)
Voor Geavanceerd Zoeken
1. Druk op [LDAP] op [Internet fax] of het tabblad [Basic].
2. Druk op [Advanced Search].
3. Druk op [Search Method].
4. Selecteer [OR] of [AND].
5. Druk op [Gebruikersnaam].
6. Voer het trefwoord in waar naar gezocht dient te worden.
Tekens invoeren
7. Druk op [OK].
8. Druk op [E-mail Address].
9. Voer het trefwoord in waar naar gezocht dient te worden.
10. Druk op [OK].
11. (OK) om het zoeken te starten.
12. Wanneer de zoekresultaten worden weergegeven, drukt u op de
bestemming.
13. Wanneer u uw keuze gereed heeft van alle bestemmingen, druk op
[OK].
14. Druk op [Back] om terug te keren naar het startscherm.
Verbonden
492
Een Internetfax verzenden (Procedure)
Specificeren van een bestemming in andere methodes.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Adresboek/Groepslijst) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming Opgeven (Verzendgeschiedenis)
493
Een gespecificeerde bestemming controleren,
verwijderen of veranderen
Een Bestemming controleren
Een bestemming verwijderen
Het bestemmingstype wijzigen
Een Bestemming controleren
1. Druk op [Display All (Display All)] op het [Internet Fax (Internet
Fax)] tabblad.
2. Houdt de te controleren bestemming vast.
Druk indien nodig op [Edit (Bewerken)] om de bestemming te wijzigen.
Een bestemming verwijderen
1. Druk op [Display All (Display All)] op het [Internet Fax (Internet
Fax)] tabblad.
494
2. Druk op [Delete] van een bestemming om te verwijderen.
Het bestemmingstype wijzigen
1. Druk op [Display All (Display All)] op het [Internet Fax (Internet
Fax)] tabblad.
2. Druk op [To] om een bestemmingstype te veranderen
495
Scannen voor verzending instellen
Dit deel beschrijft de scan instellingen voor Internet Fax verzendingen.
Memo
Wanneer u Scan naar Fax Server gebruikt, zijn de volgende scan instellingen niet beschikbaar.
Instelling van een antwoord bestemming
Bewerken van een e-mail
Specificeren van een bestandsnaam (bestandsnaam)
Scannen van een duplex document (duplex scan)
Meerdere documenten continu scannen (Continu scannen)
De dichtheid aanpassen (Dichtheid)
Specificeren van de scanresolutie (Resolutie)
Een scanformaat specificeren (Scanformaat)
Een document met een gekleurde achtergrond duidelijk kopiëren
(Achtergrondverwijdering)
Een antwoordbestemming instellen
Een e-mail bewerken
Specificeren van een bestandsnaam (bestandsnaam)
Scannen van een Duplex Document (Duplex Scan)
Specificeren van een Bestandscompressieratio (Compressierate)
496
Meerdere documenten continu scannen (Continu
scannen)
U kunt een faxverzendingsdocument scannen vanaf de ADF en de documentglasplaat.
Bijvoorbeeld, u kunt een document en een deel van een boek verzenden als een enkele fax
taak.
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Internet Fax].
4. Kies het [Advanced] label.
5. Druk op [Continuous Scan].
[Continuous Scan] is ingesteld naar [ON].
Memo
Drukken op [Continuous Scan] schakelt tussen [ON] en [OFF].
6. Specificeer een bestemming.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Adresboek/Groepslijst) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming Opgeven (Verzendgeschiedenis)
Een bestemming (LDAP Server) opgeven
7. Druk op de (START) knop om het eerste document te scannen.
8. Wanneer [Please set next document] wordt weergegeven, plaats
het volgende document.
9. Druk op [Start Scan].
10. Herhaal stappen 8 en 9 voor elk fax verzending document wanneer
nodig.
11. Wanneer het scannen van alle sets van de documenten gereed is,
druk op [Scan Complete].
497
498
De dichtheid aanpassen (Dichtheid)
U kunt de dichtheid instellen in zeven niveaus.
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Internet Fax].
4. Druk op [Density] op het [Image Settings] label.
5. Kies de dichtheid.
Memo
Alternatief, kunt u deze instelling instellen vanaf [Function Settings].
[0] is de standaard waarde. Om de dichtheid te verhogen, kies [+1], [+2], of [+3]
(donkerste). Om de dichtheid te verlagen, kies [-1], [-2], of [-3] (lichtste).
6. Specificeer een bestemming.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Adresboek/Groepslijst) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming Opgeven (Verzendgeschiedenis)
Een bestemming (LDAP Server) opgeven
7. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
Verbonden
U kunt andere instellingen veranderen voor fax verzendingen.
Scannen voor verzending instellen
Een Internetfax verzenden (Procedure)
499
500
Specificeren van de scanresolutie (Resolutie)
U kunt een resolutie veranderen om een document te scannen naar de waarde om de meest
geschikte kwaliteit te verkrijgen.
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Internet Fax].
4. Druk op [Resolution] op het [Image Settings] label.
5. Kies een resolutie.
Memo
Wanneer u kiest [Photo], duurt het lang om een document te scannen.
6. Specificeer een bestemming.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Adresboek/Groepslijst) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming Opgeven (Verzendgeschiedenis)
Een bestemming (LDAP Server) opgeven
7. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
Verbonden
U kunt andere instellingen veranderen voor fax verzendingen.
Scannen voor verzending instellen
Een Internetfax verzenden (Procedure)
501
Een scanformaat specificeren (Scanformaat)
U kunt de geschikte grootte specificeren om een document te scannen.
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Internet Fax].
4. Druk op [Scan Size] op het [Basic] label.
Memo
Alternatief, kunt u deze instelling instellen vanaf [Function Settings].
5. Kies een grootte.
Memo
Zowel de ADF als de glasplaat detecteert de volgende papierformaten automatisch.
Basis Formaten die gedetecteerd worden
AB A3, A4 , A4 , A5 , A5 , A6 , B4, B5 , B5 , Folio
Letter Tabloid, Letter , Letter , Legal 14, Executive , Statement
* Als Legal14 in de Letter series wordt opgespoord dan wordt de waarde tussen Legal13,
Legal13.5 en Legal14 die gespecificeerd zijn in [Device Settings (Apparaten Instellingen)]
> [Admin Setuo (Admin Instellingen)] > [Scanner Setup (Scanner Instellingen)] >
[Default Settings (Standaard Instellingen)] > [Auto Detect Scan Size (Auto detect Scan
Afmeting)] > [Legal Size (Legal Afmeting)] als Scan Afmeting ingesteld.
Als de machine het documentformaat niet kan detecteren en de instellingen van het
[Scanformaat] staan op [Auto], zal het scherm Selectie scanformaat verschijnen
wanneer men op de startknop drukt.
A4 wordt verzonden als A4 en Letter als Letter .
6. Specificeer een bestemming.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Adresboek/Groepslijst) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
502
Een Bestemming Opgeven (Verzendgeschiedenis)
Een bestemming (LDAP Server) opgeven
7. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
Verbonden
U kunt andere instellingen veranderen voor fax verzendingen.
Scannen voor verzending instellen
Een Internetfax verzenden (Procedure)
503
Een document met een gekleurde achtergrond duidelijk
kopiëren (Achtergrondverwijdering)
Om een niveau van de document achtergrond verwijdering bij te stellen, kunt u kiezen
Automatisch, UIT, of bijstellingen in zes niveaus.
Wanneer u kiest [Auto], wordt de achtergrond automatisch verwijderd op een niveau dat
past bij het document.
Opmerking
Wanneer een grotere (heldere) waarde van de achtergrond verwijdering is ingesteld, kunnen
fijne lijnen, teksten of lichte kleuren niet goed worden gereproduceerd afhankelijk van het
document.
In de volgende gevallen kan de achtergrondkleur mogelijk niet goed gedetecteerd en de
achtergrond niet succesvol geëlimineerd worden.
Wanneer een document met een ongewoon formaat wordt geladen
Wanneer een document wordt geladen waarvan de voorrand gevouwen is
Wanneer een document waarvan de voorrand ontbreekt of een scheef document wordt
geladen
Wanneer een document geladen wordt waar een gat in zit dichtbij de voorrand
Wanneer een geplaatst document niet met de papiergeleider op de glasplaat op zijn plek
gehouden wordt
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Internet Fax].
4. Druk op [Background Removal] op het [Image Settings] label.
5. Kies een waarde.
Memo
Om een niveau van de achtergrond verwijdering te verhogen, kies [4], [5], of [6]. Om een
niveau van de achtergrond verwijdering te verlagen, kies [2], [1], of [6].
6. Specificeer een bestemming.
504
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Adresboek/Groepslijst) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming Opgeven (Verzendgeschiedenis)
Een bestemming (LDAP Server) opgeven
7. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
Verbonden
U kunt andere instellingen veranderen voor fax verzendingen.
Scannen voor verzending instellen
Een Internetfax verzenden (Procedure)
505
Een antwoordbestemming instellen
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Internet Fax].
4. Druk op [Reply To] op het [Advanced] label.
5. Voer een aantwoord bestemming in, en klik dan op [OK].
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Adresboek/Groepslijst) opgeven
Een bestemming (LDAP Server) opgeven
6. Specificeer een bestemming.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Adresboek/Groepslijst) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming Opgeven (Verzendgeschiedenis)
Een bestemming (LDAP Server) opgeven
7. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
Verbonden
U kunt andere instellingen veranderen voor fax verzendingen.
Scannen voor verzending instellen
Een Internetfax verzenden (Procedure)
506
Een e-mail bewerken
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Internet Fax].
4. Druk op [Subject] op het [Advanced] label.
5. Druk op [Select Subject].
6. Kies een onderwerp.
Wanneer u kiest [Manual Input] in stap 5, voer een onderwerp in, en druk dan op
[OK].
Memo
Wanneer u direct invoert, kunt u tot 80 karakters invoeren.
Tekens invoeren
7. Druk op [E-mail Body] op het [Advanced] label.
8. Druk op [Select Text].
9. Kies een tekst.
Wanneer u kiest [Manual Input] in stap 8, voer een tekst in, en druk dan op [OK].
Memo
Wanneer u direct invoert, kunt u tot 256 karakters invoeren.
10. Specificeer een bestemming.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Adresboek/Groepslijst) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming Opgeven (Verzendgeschiedenis)
Een bestemming (LDAP Server) opgeven
11. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
Verbonden
Een Onderwerp Opgeven
507
U kunt andere instellingen veranderen voor fax verzendingen.
Scannen voor verzending instellen
Een Internetfax verzenden (Procedure)
508
Specificeren van een bestandsnaam (bestandsnaam)
U kunt een naam specificeren van een gescand gegevens bestand.
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Internet Fax].
4. Druk op [File Name] op het [Advanced] label.
5. Voer een bestandsnaam in, en klik dan op [OK].
U kunt tot 64 karakters invoeren.
Tekens invoeren
Memo
Wanneer u geen bestandsnaam specificeert, wordt de fabriek standaard instelling naam
gebruikt.
6. Specificeer een bestemming.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Adresboek/Groepslijst) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming Opgeven (Verzendgeschiedenis)
Een bestemming (LDAP Server) opgeven
7. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
Verbonden
U kunt andere instellingen veranderen voor fax verzendingen.
Scannen voor verzending instellen
Een Internetfax verzenden (Procedure)
509
Scannen van een Duplex Document (Duplex Scan)
U kunt een duplex document verzenden met de ADF.
Opmerking
U kunt de document glasplaat niet voor deze bewerking gebruiken.
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
2. Plaats een document in de ADF.
3. Druk op [Internet Fax].
4. Druk op [Duplex Scan] op het [Advanced] label.
5. Kies een instelling.
U kunt specificeren [Long Edge Bind] of [Short Edge Bind].
6. Specificeer een bestemming.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Adresboek/Groepslijst) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming Opgeven (Verzendgeschiedenis)
Een bestemming (LDAP Server) opgeven
7. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
Verbonden
U kunt andere instellingen veranderen voor fax verzendingen.
Scannen voor verzending instellen
Een Internetfax verzenden (Procedure)
510
511
Specificeren van een Bestandscompressieratio
(Compressierate)
U kunt het juiste compressie niveau specificeren.
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Internet Fax].
4. Druk op [Compression Rate] op het [Advanced] label.
5. Kies een compressie ratio.
6. Specificeer een bestemming.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Adresboek/Groepslijst) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming Opgeven (Verzendgeschiedenis)
Een bestemming (LDAP Server) opgeven
7. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
Verbonden
U kunt andere instellingen veranderen voor fax verzendingen.
Scannen voor verzending instellen
Een Internetfax verzenden (Procedure)
512
De verzendgeschiedenis controleren
U kunt de verzendgeschiedenis controleren.
1. Druk op [Fax/Internet Fax (Fax/Internet Fax)] of de (FAX)
knop.
2. Druk op [Internet Fax (Internet Fax)].
3. Druk op [Tx History (Tx historie)] op het tabblad [Internet Fax
(Internet Fax)] of [Basic (Basis)].
4. Controleer de geschiedenis.
513
Scannen voor verzending instellen
Scannen van een Duplex Document (Duplex Scan)
Een scanresolutie (Resolutie) specificeren
Een fax tegelijkertijd naar meerdere bestemmingen verzenden
Een scanformaat specificeren (Scanformaat)
De dichtheid aanpassen (Dichtheid)
Het duidelijk scannen van een document met een gekleurde achtergrond
(Achtergrondverwijdering).
Schaduwranden wissen (Rand wissen)
Een verzendersnaam bijvoegen naar de ontvanger
De verzendersnaan die op een fax wordt afgedrukt wijzigen
Verzendresultaten automatisch afdrukken (Transmit Conf. Report)
De Naam van de Afzender Registreren (Opdrachtgever)
De standaardnaam van de afzender wijzigen
Een prefix toevoegen (prefix)
Het aantal pogingen om opnieuw te kiezen and intervallen voor opnieuw kiezen instellen
514
Scannen van een Duplex Document (Duplex Scan)
U kunt een duplex document via fax verzenden met de ADF.
Opmerking
U kunt de document glasplaat niet voor deze bewerking gebruiken.
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
2. Plaats een document in de ADF.
3. Druk op [Fax].
4. Druk op [Duplex Scan] op het [Advanced] label.
5. Kies een instelling.
U kunt specificeren [Long Edge Bind] of [Short Edge Bind].
6. Specificeer een bestemming.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Telefoonboek) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming (Verzendgeschiedenis en Ontvangstgeschiedenis) opgeven
7. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
Verbonden
U kunt andere instellingen veranderen voor fax verzendingen.
Scannen voor verzending instellen
Een fax verzenden (Procedure)
515
Een scanresolutie (Resolutie) specificeren
U kunt een resolutie kiezen om de meest geschikte kwaliteit te verkrijgen.
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Fax].
4. Druk op [Resolutie] op het tabblad [Fax] of [Basis].
Memo
Alternatief, kunt u deze instelling instellen op het [Basic] label of vanaf [Function
Settings].
5. Kies een resolutie.
Memo
[Extra-Fine] zal niet beschikbaar zijn afhankelijk van de machine van de ontvanger.
Wanneer u kiest [Fine], [Extra-Fine], of [Photo], duurt het lang om een document te
scannen.
6. Specificeer een bestemming.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Telefoonboek) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming (Verzendgeschiedenis en Ontvangstgeschiedenis) opgeven
7. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
Verbonden
U kunt andere instellingen veranderen voor fax verzendingen.
Scannen voor verzending instellen
Een fax verzenden (Procedure)
516
517
Een fax tegelijkertijd naar meerdere bestemmingen
verzenden
U kunt een fax naar meerdere bestemmingen verzenden. U kunt tot 100 bestemmingen
specificeren via gebruik van het 10-toetsenbord, snelkeuze oproep, of groep lijst.
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Fax].
4. Specificeer een bestemming.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Telefoonboek) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming (Verzendgeschiedenis en Ontvangstgeschiedenis) opgeven
5. Herhaal stap 4 om alle bestemmingen in te voeren.
6. Wijzig indien nodig andere instellingen en druk vervolgens de
(START) knop.
7. Controleer de bestemmingen, die van de schermlijst zijn ingesteld
en druk op de (START) knop.
Memo
U kunt de opgegeven adressen verwijderen.
Memo
Om de bewerking te beëindigen, druk op [RESET] op het aanraak paneel.
Een groep lijst is nuttig wanneer u wilt uitzenden. Registreer een groep lijst van tevoren
voordat u een fax verzendt.
Een Bestemming (Telefoonboek) opgeven
Wanneer [Broadcast Destination] is ingeschakeld, worden bestemming nummers
weergegeven voor het verzenden.
Faxinstelling
U kunt een fax verzending beëindigen.
Een faxverzending annuleren
518
519
Een scanformaat specificeren (Scanformaat)
U kunt de geschikte grootte kiezen om een document te scannen.
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Fax].
4. Druk op [Scan Size] op het [Basic] label.
Memo
Alternatief, kunt u deze instelling instellen vanaf [Function Settings].
5. Kies een grootte.
Memo
Zowel de ADF als de glasplaat detecteert de volgende papierformaten automatisch.
Basis Formaten die gedetecteerd worden
AB A3, A4 , A4 , A5 , A5 , A6 , B4, B5 , B5 , Folio
Letter Tabloid, Letter , Letter , Legal 14, Executive , Statement
* Als Legal14 in de Letter series wordt opgespoord dan wordt de waarde tussen Legal13,
Legal13.5 en Legal14 die gespecificeerd zijn in [Device Settings (Apparaten Instellingen)]
> [Admin Setuo (Admin Instellingen)] > [Scanner Setup (Scanner Instellingen)] >
[Default Settings (Standaard Instellingen)] > [Auto Detect Scan Size (Auto detect Scan
Afmeting)] > [Legal Size (Legal Afmeting)] als Scan Afmeting ingesteld.
Als de machine het documentformaat niet kan detecteren en de instellingen van het
[Scanformaat] staan op [Auto], zal het scherm Selectie scanformaat verschijnen
wanneer men op de startknop drukt.
Documenten in B5 of A5 worden als documenten in A4 verzonden.
Wanneer [Tx roteren] AAN staat, wordt A4 verzonden als A4 en Letter als
Letter .
6. Specificeer een bestemming.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Telefoonboek) opgeven
520
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming (Verzendgeschiedenis en Ontvangstgeschiedenis) opgeven
7. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
Verbonden
U kunt andere instellingen veranderen voor fax verzendingen.
Scannen voor verzending instellen
Een fax verzenden (Procedure)
521
De dichtheid aanpassen (Dichtheid)
U kunt de scan dichtheid instellen in zeven niveaus.
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Fax].
4. Druk op [Density] op het [Advanced] label.
5. Kies de dichtheid.
Memo
Alternatief, kunt u deze instelling instellen vanaf [Function Settings].
[0] is de standaard waarde. Om de dichtheid te verhogen, kies [+1], [+2], of [+3]
(donkerste). Om de dichtheid te verlagen, kies [-1], [-2], of [-3] (lichtste).
6. Specificeer een bestemming.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Telefoonboek) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming (Verzendgeschiedenis en Ontvangstgeschiedenis) opgeven
7. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
Verbonden
U kunt andere instellingen veranderen voor fax verzendingen.
Scannen voor verzending instellen
Een fax verzenden (Procedure)
522
523
Het duidelijk scannen van een document met een
gekleurde achtergrond (Achtergrondverwijdering).
Om een niveau van de document achtergrond verwijdering bij te stellen, kunt u kiezen
Automatisch, UIT, of bijstellingen in zes niveaus.
Wanneer u kiest [Auto], wordt de achtergrond automatisch verwijderd op een niveau dat
past bij het document.
Opmerking
Wanneer een grotere (heldere) waarde van de achtergrond verwijdering is ingesteld, kunnen
fijne lijnen, teksten of lichte kleuren niet goed worden gereproduceerd afhankelijk van het
document.
In de volgende gevallen kan de achtergrondkleur mogelijk niet goed gedetecteerd en de
achtergrond niet succesvol geëlimineerd worden.
Wanneer een document met een ongewoon formaat wordt geladen
Wanneer een document wordt geladen waarvan de voorrand gevouwen is
Wanneer een document waarvan de voorrand ontbreekt of een scheef document wordt
geladen
Wanneer een document geladen wordt waar een gat in zit dichtbij de voorrand
Wanneer een geplaatst document niet met de papiergeleider op de glasplaat op zijn plek
gehouden wordt
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Fax (Fax)].
4. Druk op [Background Removal (Achtergrondverwijdering)] op het
tabblad [Advanced (Geavanceerd)].
5. Kies een waarde.
Memo
Om een niveau van de achtergrond verwijdering te verhogen, kies [4], [5], of [6]. Om een
niveau van de achtergrond verwijdering te verlagen, kies [2], [1], of [6].
524
6.
Specificeer een bestemming.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Telefoonboek) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming (Verzendgeschiedenis en Ontvangstgeschiedenis) opgeven
7. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
Verbonden
U kunt andere instellingen veranderen voor fax verzendingen.
Scannen voor verzending instellen
Een fax verzenden (Procedure)
525
Schaduwranden wissen (Rand wissen)
Een zwarte schaduw kan worden gescand rond de hoeken van het gescande document. De
hoek verwijdering functie stelt u in staat om de zwarte schaduw te verwijderen.
Memo
[Edge Erase] is ingesteld naar [OFF] door fabriek standaard.
De standaard waarde van de hoek breedte om te verwijderen kan worden veranderd vanaf
[Admin Setup] > [Fax Setup] > [Default Settings] > [Edge Erase] > [ON] > [Width].
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Fax].
4. Druk op [Edge Erase] op het [Advanced] label.
5. Voer een waarde in vanaf 2 tot 50 mm (0.1 tot 2.0 inches) in
[Width] via gebruik van het 10-toetsenbord of via drukken op
op het aanraak paneel, en druk dan op [OK].
Memo
Wanneer u drukt op [Cancel], gaat het scherm terug naar het vorige scherm zonder de
wijzigingen op te slaan.
6. Specificeer een bestemming.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Telefoonboek) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming (Verzendgeschiedenis en Ontvangstgeschiedenis) opgeven
7. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
Verbonden
526
U kunt veranderen andere kopieer instellingen.
Scannen voor verzending instellen
Een fax verzenden (Procedure)
527
Een verzendersnaam bijvoegen naar de ontvanger
U kunt de machine zodanig instellen zodat de naam van een verzender (schepper) kan
worden geprint op verzonden faxen. [TTI] is ingeschakeld volgens fabriek standaard,
resulterend in de naam die u specificeerde met [Sender ID] geprint.
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Fax].
4. Druk op [Communication Function] op het [Advanced] label.
5. Controleer dat [TTI] is ingesteld naar [ON].
Memo
Drukken op [TTI] schakelt tussen [ON] en [OFF].
U kunt de naam van de verzender (schepper) veranderen om te gebruiken.
Eenvoudige instelling
6. Specificeer een bestemming.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Telefoonboek) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming (Verzendgeschiedenis en Ontvangstgeschiedenis) opgeven
7. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
Verbonden
De verzendersnaan die op een fax wordt afgedrukt wijzigen
De Naam van de Afzender Registreren (Opdrachtgever)
U kunt andere instellingen veranderen voor fax verzendingen.
Scannen voor verzending instellen
528
Een fax verzenden (Procedure)
529
De verzendersnaan die op een fax wordt afgedrukt
wijzigen
[TTI] is ingeschakeld volgens fabriek standaard, resulterend in de naam die u specificeerde
met [Sender ID] geprint op faxen als [Standard TTI]. Om de naam van de verzender
(schepper) te gebruiken anders dan [Standard TTI], volg de procedure hieronder.
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Fax].
4. Druk op [Communication Function] op het [Advanced] label.
5. Druk op [TTI Select].
Om een schepper te kiezen, moet u de naam van de verzender (schepper) registreren
van tevoren.
De Naam van de Afzender Registreren (Opdrachtgever)
6. Kies een naam voor de schepper.
7. Specificeer een bestemming.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Telefoonboek) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming (Verzendgeschiedenis en Ontvangstgeschiedenis) opgeven
8. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
Verbonden
Een verzendersnaam bijvoegen naar de ontvanger
U kunt andere instellingen veranderen voor fax verzendingen.
Scannen voor verzending instellen
Een fax verzenden (Procedure)
530
Verzendresultaten automatisch afdrukken (Transmit
Conf. Report)
Stelt in of automatisch de verzending resultaten geprint worden.
Memo
Om de standaard waarde te wijzigen, wijzig het vanaf [Admin Setup] > [Fax Setup] > [Default
Settings] > [Transmit Confirmation Report]. Report].
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Fax].
4. Druk op [Communication Function] op het [Advanced] label.
5. Druk op [Transmit Confirmation].
[Transmit Conf. Report] is [ON].
Memo
Het drukken op [Transmit Conf. Report] schakelt tussen [ON] en [OFF].
6. Specificeer een bestemming.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Telefoonboek) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming (Verzendgeschiedenis en Ontvangstgeschiedenis) opgeven
7. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
Verbonden
U kunt andere instellingen veranderen voor fax verzendingen.
Scannen voor verzending instellen
531
Een fax verzenden (Procedure)
532
De Naam van de Afzender Registreren (Opdrachtgever)
U kunt de naam van een verzender (schepper) veranderen die wordt geprint op een
verzonden fax. Om de naam te veranderen, moet u de naam van de schepper van tevoren
registreren.
Voordat u de volgende functie gebruikt, controleer dat de [TTI] instelling is ingeschakeld.
Een verzendersnaam bijvoegen naar de ontvanger
Opmerking
Gebruik alleen alfanumerieke karakters voor [Sender ID].
Memo
Wanneer u instelt [Sender ID], wordt de naam automatisch geregistreerd naar [TTI 1].
Eenvoudige instelling
U kunt tot drie verzender namen (scheppers) registreren.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk meerdere keren op of en druk op [User Install
(Gebruiker Installeren)].
5. Druk meerdere keren op of en druk op [TTI Register/Edit
(TTI Registreren/Bewerken)].
6. Druk op de naam van een schepper om te registreren.
7. Voer een naam in.
U kunt maximaal 22 tekens invoeren.
8. Druk op [OK].
9. Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
Verbonden
Een verzendersnaam bijvoegen naar de ontvanger
533
De verzendersnaan die op een fax wordt afgedrukt wijzigen
534
De standaardnaam van de afzender wijzigen
Wanneer u de verzender (schepper) naam heeft die vaak wordt gebruikt, wordt het
aanbevolen om de naam te specificeren als de standaard schepper naam.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk meerdere keren op of en druk op [User Install
(Gebruiker Installeren)].
5. Druk of meerdere keren en druk op [Standard TTI
(Standaard TTI)].
6. Kies een naam van de verzender (schepper) om te gebruiken.
7. Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
Verbonden
Een verzendersnaam bijvoegen naar de ontvanger
De verzendersnaan die op een fax wordt afgedrukt wijzigen
535
Een prefix toevoegen (prefix)
Een voorvoegsel registreren
Gebruiken van Kengetal Wanneer u een Fax Verzendt
Gebruiken van een Kengetal Wanneer u Registreert een Snelkeuze Oproep Nummer
U kunt een kengetal aan een bestemming nummer toevoegen. U kunt ook een kengetal
toevoegen wanneer u een nummer registreert naar snelkeuze oproep.
Een voorvoegsel registreren
U moet het kengetal van tevoren registreren naar [Prefix]. U kunt tot 40 cijfers invoeren.
U kunt gebruiken symbolen zoals "#" of "*".
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [Fax Setup].
5. Druk op [Other Settings].
6. Druk meerdere keren op of en druk op [Prefix (Prefix)].
7. Voer een voorvoegsel in.
8. Druk op [OK].
9. Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
Gebruiken van Kengetal Wanneer u een Fax Verzendt
U kunt een kengetal toevoegen alleen wanneer u een bestemming nummer invoert via
gebruik van het 10-toetsenbord. Om een bestemming te specificeren via gebruik van het
10-toetsenbord, volg de procedure hieronder.
Opmerking
U kunt de snelheidskiesschijf niet gebruiken nadat een prefix is ingegeven.
536
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
1. Druk op [PreFix:N] op het bestemming invoer scherm.
Het kengetal wordt weergegeven als "N"
2. Voer een bestemming nummer in.
3. Druk op [OK].
Gebruiken van een Kengetal Wanneer u Registreert een
Snelkeuze Oproep Nummer
U kunt een kengetal aan een snelkeuze oproep nummer toevoegen.
Faxnummers
1. Druk op [PreFix: N] op het invoerscherm van het faxnummer voor
de registratie van snelkiesnummers.
2. Voer een faxnummer in.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
3. Druk op [OK].
537
Het aantal pogingen om opnieuw te kiezen and
intervallen voor opnieuw kiezen instellen
Indien de fax uitzending verzuimt, de machine automatisch redials. Wanneer de lijn van de
ontvanger bezet is, de machine van de ontvanger niet antwoord, of een communicatiefout
optreedt, zal de machine van de verzender ook automatisch opnieuw bellen. U kunt het
aantal van herhaal pogingen voor opnieuw bellen instellen en de intervallen van de herhaal
oproep pogingen.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [Fax Setup].
5. Druk op [Other Settings].
6. Druk op [Redial Tries].
7. Voer het aantal pogingen voor nummerherhaling in.
8. Druk op [OK].
9. Druk op [Redial Interval].
10. Voer de herhaal oproep interval in.
11. Druk op [OK].
12. Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
Memo
Indien de uitzending een gespecificeerd nummer van tijden voor redial pogingen verzuimde, het
document dat in herinnering is opgeslagen is uitgeveegd en een foutmelding is geprint.
Een Bestemming (Verzendgeschiedenis en Ontvangstgeschiedenis) opgeven
538
539
Verzendinstellingen
Meerdere documenten continu op het documentglas scannen (Continu scannen glas)
Meerdere documenten ononderbroken scannen met de ADF (Ononderbroken Scan (ADF))
Verzenden op een Gespecificeerde Datum en Tijd(Uitgestelde Tx)
Verzenden Terwijl een Document wordt Gescand (Geheugen Verzending/Echte tijd
Verzending)
Een fax na een oproep verzenden (Handmatige verzending)
Handmatig Verzenden (Zonder opnemen oproep)
Verkeerde faxverzendingen voorkomen
540
Meerdere documenten continu op het documentglas
scannen (Continu scannen glas)
Opmerking
Bij continue scannen kunnen de instellingen die te maken hebben met afbeeldingsinstellingen
zoals resolutie, dichtheid en scanformaat niet gewijzigd worden.
Als documenten van verschillende formaten gebruikt worden, zullen gedeeltes van de
documenten mogelijk niet verzonden worden. (Voorbeeld: Als een A4 -document eerst
geplaatst wordt en er vervolgens een A3 toegevoegd wordt voor continue scannen, zal een
gedeelte van het A3-document niet meegenomen worden, omdat de machine het
middengedeelte van het A3-document scant (in hetzelfde bereik als A4 ).)
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
2. Plaats een document op de document glasplaat.
3. Druk op [Fax].
4. Druk op [Continuous Scan(Glass) (Voortdurende Scan (Glas))] op
het [Advanced (Geavanceerde)] tabblad en stel het op [ON (AAN)]
in.
Memo
Drukken op [Continuous Scan(Glass)] schakelt tussen [ON] en [OFF].
5. Kies het [Fax] label.
6. Specificeer een bestemming.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Telefoonboek) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming (Verzendgeschiedenis en Ontvangstgeschiedenis) opgeven
7. Druk op de (START) knop om het eerste document te scannen.
541
8.
Wanneer [Please set next document] wordt weergegeven, plaats
het volgende document.
9. Druk op [Start Scan].
10. Herhaal stappen 8 en 9 voor elk fax verzending document wanneer
nodig.
11. Wanneer het scannen van alle sets van de documenten gereed is,
druk op [Scan Complete].
Verbonden
U kunt een faxverzending beëindigen.
Een faxverzending annuleren
542
Meerdere documenten ononderbroken scannen met de
ADF (Ononderbroken Scan (ADF))
Opmerking
Bij continue scannen kunnen de instellingen die te maken hebben met afbeeldingsinstellingen
zoals resolutie, dichtheid en scanformaat niet gewijzigd worden.
Als documenten van verschillende formaten gebruikt worden, zullen gedeeltes van de
documenten mogelijk niet verzonden worden. (Voorbeeld: Als een A4 -document eerst
geplaatst wordt en er vervolgens een A3 toegevoegd wordt voor continue scannen, zal een
gedeelte van het A3-document niet meegenomen worden, omdat de machine het
middengedeelte van het A3-document scant (in hetzelfde bereik als A4 ).)
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
2. Plaats een document in de ADF.
3. Druk op [Fax].
4. Druk op [Continuous Scan(ADF) (Voortdurende Scan (ADF))] op
het [Advanced (Geavanceerde)] tabblad en stel het op [ON (AAN)]
in.
Memo
Drukken op [Continuous Scan(ADF)] schakelt tussen [ON] en [OFF].
5. Kies het [Fax] label.
6. Specificeer een bestemming.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Telefoonboek) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming (Verzendgeschiedenis en Ontvangstgeschiedenis) opgeven
7. Druk op de (START) knop om het eerste document te scannen.
543
8.
Wanneer [Please set next document] wordt weergegeven, plaats
het volgende document.
9. Druk op [Start Scan].
10. Herhaal stappen 8 en 9 voor elk fax verzending document wanneer
nodig.
11. Wanneer het scannen van alle sets van de documenten gereed is,
druk op [Scan Complete].
Verbonden
U kunt een faxverzending beëindigen.
Een faxverzending annuleren
544
Verzenden op een Gespecificeerde Datum en
Tijd(Uitgestelde Tx)
U kunt een fax verzenden op een gespecificeerde datum en tijd. Wanneer u de tijd
specificeert om een fax te verzenden, worden de fax gegevens in het geheugen van deze
machine opgeslagen en de fax wordt automatisch verzonden op de gespecificeerde datum
en tijd.
U kunt tot 20 fax uitzendingen met het aanvaardbare bereik van reservatie tot 1 maand
later voorbereiden.
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Fax].
4. Druk op [Communication Function] op het [Advanced] label.
5. Druk op [Delayed Tx].
Memo
Om de gespecificeerde reververingstijd te veranderen, beëindig het en maak een
nieuwe reservering.
Een faxverzending annuleren
U kunt een andere fax verzending reserveren zelfs als de machine een fax verzendt.
6. Specificeer de datum en tijd waarop een fax moet worden
verzonden via gebruik van het 10-toetsenbord of door drukken op
of .
Datum en tijd worden weergegeven in volgorde van datum, tijd, en minuut.
7. Druk op [OK].
8. Specificeer een bestemming.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Telefoonboek) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
545
Een Bestemming (Verzendgeschiedenis en Ontvangstgeschiedenis) opgeven
9. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
Verbonden
U kunt andere instellingen veranderen voor fax verzendingen.
Scannen voor verzending instellen
Een fax verzenden (Procedure)
546
Verzenden Terwijl een Document wordt Gescand
(Geheugen Verzending/Echte tijd Verzending)
Er zijn twee types van automatische verzendingen: Herinneringsuitzending die u toestaat te
beginnen een fax te sturen nadat het document nauwkeurig is onderzocht en directe
uitzending die u toestaat om een fax te sturen terwijl het document nauwkeurig wordt
onderzocht.
Geheugenverzending
Geheugen uitzending is een methode om een fax te sturen nadat het document
nauwkeurig in de herinnering van deze machine is onderzocht. U kunt het document
uitnemen, zonder te hoeven wachten totdat de overdracht is voltooid. Zo bespaart u tijd.
Real-time verzending
Echte tijd verzending is een methode die u in staat stelt om een fax direct te verzenden
naar de ontvanger zonder het document te scannen in het geheugen van deze machine.
De verzending begint direct nadat u de verzending bewerking gereed heeft, wat u in staat
stel om de gegevens te controleren die naar de ontvanger worden verzonden.
[Memory Tx] is ingesteld door fabriek standaard.
Om echte tijd verzending in te schakelen, volg de procedure hieronder.
Opmerking
Voorbeeldafbeeldingen kunnen niet worden getoond in de real-time verzending en bij
handmatige verzending.
Wanneer u de document glasplaat gebruikt met echte tijd verzending, kan maar een pagina
worden gescand.
U kunt niet een bewerking uitvoeren die de ADF gebruikt of de document glasplaat terwijl
een fax wordt verzonden met echte tijd verzending.
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Fax].
4. Druk op [Communication Function] op het [Advanced] label.
5. Druk meerdere keren op of en druk op [Memory TX
(Geheugen TX)] om het op [OFF (UIT)] in te stellen.
547
Memo
Drukken op [Memory Tx] schakelt tussen [ON] en [OFF].
6. Specificeer een bestemming.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Telefoonboek) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming (Verzendgeschiedenis en Ontvangstgeschiedenis) opgeven
7. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
Verbonden
U kunt andere instellingen veranderen voor fax verzendingen.
Scannen voor verzending instellen
Een fax verzenden (Procedure)
548
Een fax na een oproep verzenden (Handmatige
verzending)
Wanneer de machine van de ontvanger in handmatige ontvangst modus is, of u wilt een
oproep maken voordat u een fax verzendt, verzendt de fax dan handmatig.
Opmerking
Om de fax handmatig te verzenden, moet u van tevoren verbinden met een externe telefoon
naar de machine. Voordat u een externe telefoon verbindt, controleer hoe te verbinden de
telefoon naar de machine.
Een telefoonlijn aansluiten
Bij het handmatig verzenden, kunt u geen gebruik maken van de volgende functies.
Rondsturen
Vertraagde verzending
F-code verzenden
ID-controle verzenden
Controleer uitzending bestemmingen
Bevestig oproep
Memo
U hoeft niet de geheugen verzending uit te schakelen.
Zelfs wanneer de machine het startscherm of enige functie anders dan de fax functie
weergeeft, kunt u handmatige verzending uitvoeren door de handset op te nemen.
1. Plaats een document in de ADF.
2. Neem de mobiele telefoon van de externe telefoon aansloot aan de
machine op.
3. Kies het bestemming nummer met de externe telefoon.
4. Zet fax functies indien noodzakelijk.
5. Wanneer u een biep hoort, druk op de (START) knop.
Verzending begint.
6. Zet de telefoon neer.
Memo
Bij het neerleggen van de hoorn, nadat de verzending is voltooid, keert het displayscherm
van de machine terug naar het scherm dat werd weergegeven voor de handmatige
verzending.
549
550
Handmatig Verzenden (Zonder opnemen oproep)
U kunt de ontvangst toon vanaf de bestemming machine controleren, en dan een fax
verzenden.
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Fax].
4. Druk op [Off Hook] op het [Fax] label of [Basic] label.
5. Voer een bestemming fax nummer in via gebruik van het 10-
toetsenbord op het bediening paneel.
6. Nadat u de ontvangst toon hoort (biep) van de bestemming
machine, druk op de (START) knop.
551
Verkeerde faxverzendingen voorkomen
Met de beveiligde faxfuncties kan voorkomen worden dat u verkeerde faxberichten verzendt.
Dit apparaat heeft de volgende drie veiligheidsfuncties voor het verzenden van faxberichten.
ID-controle verzenden
Deze functie controleert of de laatste vier cijfers van het gebelde nummer overeenkomen
met de nummers geregistreerd op de machine van de ontvanger. Als deze functie
ingeschakeld is, verstuurt de machine van de verzender alleen faxen, wanneer deze
overeenkomen.
Memo
Indien de machine van de ontvanger geen geregistreerd faxnummer heeft, worden er
geen faxen verzonden.
ID-controle verzenden is niet beschikbaar bij handmatig verzenden.
De bestemming voor rondsturen controleren
Wanneer de functie voor het controleren van bestemmingen voor rondsturen is
ingeschakeld, verschijnt er een faxnummerbevestigingsscherm alvorens de verzending
van start gaat. Deze functie is ingeschakeld als standaardfabrieksinstelling.
Memo
De controlefunctie van de bestemming voor rondsturen is alleen beschikbaar indien er
meerdere bestemmingen zijn opgegeven.
Indien [Confirm Dial] ook ingeschakeld is, wordt de functie keuze bevestigen eerst
uitgevoerd.
De controlefunctie van de bestemming voor rondsturen is niet beschikbaar bij handmatig
verzenden.
Keuze bevestigen
Indien de functie keuze bevestigen is ingeschakeld, wordt u gevraagd om het
bestemmingsnummer opnieuw in te voeren bij het invoeren van het
bestemmingsnummer met behulp van het 10-cijferige toetsenbord. De fax wordt enkel
verzonden indien deze twee nummers overeenkomen.
Memo
De functie keuze bevestigen is niet beschikbaar wanneer u de bestemming specificeert
met behulp van snelkiezen.
Indien het bestemmingsnummer symbolen omvat, voer dan ook de symbolen opnieuw in.
Indien [Checking Broadcast Destination] ook ingeschakeld is, wordt keuze bevestigen
eerst uitgevoerd.
Keuzebevestiging is niet beschikbaar bij handmatig verzenden.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
552
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [OK].
5. Druk op [Fax Setup].
6. Druk op [Security Function].
7. Druk op een gewenste veiligheidsfunctie en stel het op [ON (AAN)]
in.
553
Instelling voor ontvangsten
De Ontvangstmodus Instellen
Een lade om ontvangen documenten af te drukken
Uitvoerlades wisselen
Een afdrukmethode instellen voor Wanneer een ontvangen afbeelding het papierformaat
overschrijdt.
Dubbelzijdig afdrukken
Instelling zodat u het lijnmonitorgeluid hoort
Een fax naar een ander faxnummer doorsturen
De wachttijd instellen vanaf Wanneer een inkomende oproep aankomt op Wanneer de
ontvangst start (Antwoordwachttijd)
Instelling voor Wanneer de Externe Telefoon te Bellen (Tel Voorrangsmodus)
De faxdetectiemodus instellen
De T/F-timer instellen
TAD-modus instellen
Ongewenste faxen blokkeren
Een Voorbeeld van een Ontvangen Faxbericht zien
554
De Ontvangstmodus Instellen
Fax gereed modus
Wanneer u Oproepen Ontvangt en Faxen (Tel/Fax Gereed Modus)
Wanneer u een antwoordapparaat Verbindt (Ans/Fax Gereed Modus)
Wanneer u Gebruikt als een Normale Telefoon (Tel Gereed Modus)
Wanneer u de DRD Functie Gebruikt (DRD)
Er zijn vijf ontvangstmodi voor faxberichten: [Fax Ready Mode (Modus Fax Gereed)],
[Tel/Fax Ready Mode (Tel/Modus Fax Gereed)], [Ans/Fax Ready Mode (Modus Beantw/Fax
Gereed)], [Tel Ready Mode (Modus Tel Gereed)], en [DRD (DRD)]. De ontvangsthandeling
verschilt afhankelijk van de invoermodus. Wanneer u de modus voor faxontvangst wijzigt,
controleer dan het ontvangstgedrag. In een ontvangstmodus anders dan [Fax Ready Mode
(Modus Fax Gereed)] moet u zich verbinden met een telefoon naar de machine. Een
telefoon die aangesloten is op de machine wordt een externe telefoon genoemd.
Wanneer een fax ontvangst bezig is, wordt de informatie van de verzender weergegeven op
het weergave scherm. Zelfs wanneer de ontvangst gereed is, zal de {DATA IN MEMORY]
indicator oplichten zolang als de gegevens zijn opgeslagen in het geheugen van deze
machine.
Memo
Wijzig de ontvangstmodus in [Admin Setup] > [User Install].
Gebruikersinstallatie
Wanneer een geheugenoverloop optreedt tijde gegevensontvangst, wordt de ontvangst
beëindigd. In zo'n geval vraag de afzender om het fax opnieuw te sturen.
Fax gereed modus
Deze modus is de standaardinstelling. Wanneer [Fax Ready Mode] is ingesteld, ontvangt de
machine automatisch faxen.
Wanneer u de machine alleen voor faxen gebruikt, wordt deze modus aanbevolen.
Wanneer u Oproepen Ontvangt en Faxen (Tel/Fax Gereed
Modus)
Wanneer [Tel/Fax Ready Mode] is ingesteld, bepaalt de machine automatisch of een
inkomende oproep een spraakoproep of fax is, wat u in staat stel om een telefoon en fax te
gebruiken. Om spraakoproepen te ontvangen, moet u van tevoren een externe telefoon
naar de machine verbinden.
555
Ontvangen van een Fax
Faxontvangst start automatisch.
Ontvangen van een Oproep.
Wanneer u een oproep ontvangt, begint de telefoon te rinkelen. Pak de handset op van de
externe telefoon om de oproep te beantwoorden. Om een fax te ontvangen, druk op de
(START) knop.
Memo
Voordat u een externe telefoon verbindt, controleer hoe te verbinden de telefoon naar de
machine.
Een telefoonlijn aansluiten
Wanneer u vaak spraakoproepen ontvangt, is het aanbevolen om {Tel Priority Mode] in te
schakelen.
Instelling voor Wanneer de Externe Telefoon te Bellen (Tel Voorrangsmodus)
Wanneer de verbonden telefoon op afstand is gelocaliseerd, kunt u faxen ontvangen door het
bellen van het op afstand overschakel nummer. Wanneer u het op afstand overschakel
nummer belt, voer het volgende cijfer van het nummer binnen 3 seconden tijdens bellen van
het vorige cijfer.
Een faxontvangst vanaf een telefoon op afstand inschakelen (Overschakelnummer op
afstand)
De externe telefoon kan mogelijk niet goed overgaan, afhankelijk van het type van uw
telefoon.
Wanneer u een antwoordapparaat Verbindt (Ans/Fax
Gereed Modus)
Indien [Ans/Fax Ready Mode] gezet is, kunt u de antwoordende machinale functie van de
uiterlijke telefoon en fax gebruiken. Verbindt een externe telefoon van tevoren uitgerust
met de antwoordapparaat functie.
Ontvangen van een Fax
De antwoordende machine gaat over, een antwoord boodschap wordt afgespeeld, en de
fax ontvangst start automatisch.
Ontvangen van een Oproep.
De antwoordende machine gaat over, een antwoord boodschap wordt afgespeeld, en de
boodschap opname start.
Memo
[Ans/Fax Ready Mode] kan misschien niet goed werken afhankelijk van de antwoordapparaat
machine functie van uw externe telefoon of de machine van de verzender.
Voordat u een externe telefoon verbindt, controleer hoe te verbinden de telefoon naar de
machine.
Een telefoonlijn aansluiten
Wanneer u Gebruikt als een Normale Telefoon (Tel Gereed
Modus)
Wanneer u een externe telefoon vaak gebruikt die is verbonden naar de machine, wordt {Tel
Ready Mode] aanbevolen.
556
Ontvangen van een Oproep.
Wanneer u een oproep ontvangt, begint de externe telefoon te rinkelen.
Ontvangen van een Fax
Wanneer u een signaal ontvangt, begint de externe telefoon te rinkelen. Pak de handset
op van de externe telefoon, en druk op de (START) knop. Om een gesprek te
hervatten na de fax ontvangst, hang de handset niet op. Nadat de ontvangst gereed is,
kunt u verder gaan met uw gesprek.
Memo
Voordat u een externe telefoon verbindt, controleer hoe te verbinden de telefoon naar de
machine.
Een telefoonlijn aansluiten
Wanneer u de DRD Functie Gebruikt (DRD)
Wanneer u de opmerkelijke bel detectie (DRD) functie gebruikt die wordt geleverd door een
telefoon leverancier, wordt deze modus aanbevolen..
557
Een lade om ontvangen documenten af te drukken
Een ontvangen fax wordt automatisch geprint. U kunt een papier lade specificeren om te
gebruiken.
Opmerking
Trek de papier cassette er niet uit tijdens het printen.
Zelfs als de machine geen ontvangen faxen kan afdrukken op grond van een tekort aan papier of
papierstoringen, kan de machine gegevens van maximaal 400 vel ontvangen. (Niettemin
verschilt deze hoeveelheid afhankelijk van het resterende geheugen en de inhoud van het
document.) Zelfs als de machine geen ontvangen faxen kan afdrukken op grond van een tekort
aan papier of papierstoringen, zie dan de volgende items om een probleem op te lossen. Als het
probleem opgelost is, start het afdrukken automatisch.
Papier Laden
Als een Papieropstopping zich voordoet
De communicatiestatus/verzending en ontvangstsgeschiedenis controleren
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk op [Paper Setup].
3. Druk op [Select Tray].
4. Druk op [Fax].
5. Kies een papier lade om in te stellen.
6. Kies een instelling.
De papier lade met [ON(Prior)] ingesteld wordt gebruikt voor een andere lade die
papier bevat van dezelfde grootte.
De MP lade is ingesteld naar [OFF] door fabriek standaard.
7. Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
Memo
Gebruik alleen normaal of hergebruikt papier
De beschikbare papierformaten zijn A3, A4, A5, B4, B5, Tabloid, Letter, Legal 13, Legal 13,5,
Legal 14, Statement, Folio.
558
Basis Beschikbare Papierafmetingen voor het Afdrukken van Ontvangen
Faxberichten
AB A3, A4 , A4 , A5 , A5 , B4, B5 , B5 , Folio
Amerikaans
briefformaat Tabloid, Letter , Letter , Legal 13/13.5/14, Statement , Statement
Prioriteit papierformaat
Wanneer een ontvangen fax groter is dan de gespecificeerde papier grootte, de fax is
gereduceerd, verworpen, of geprint op meerdere vellen papier afhankelijk van de ontvangst
print instellingen.
Een afdrukmethode instellen voor Wanneer een ontvangen afbeelding het papierformaat
overschrijdt.
559
Uitvoerlades wisselen
Verandert de uitvoerbestemmingen voor ontvangen faxen.
Opmerking
Controleer of de achterste uitvoerlade aan de achterzijde van de machine gesloten is.
Als de achterste uitvoerlade geopend is, wordt het papier altijd uitgevoerd via de achterste
uitvoerladevoerlade.
Memo
Als het papier op de bovenste uitvoerlade blijft, begint het waarschuwingslampje te
knipperen.
Om het waarschuwingslampje niet te laten knipperen vanuit [Device Settings
(Apparateninstelling)] > [Admin Setup (Beheerdersinstellingen)] > [Management (Beheer)]
> [System Setup (Systeeminstellingen)] > stel de[Output Tray Paper Exist Lamp
(Bestaande Lamp voor de Papier Uitvoerlade)] op [Disable (Uitschakelen)] in.
1. Druk op [Apparaatinstellingen] op het aanraakpaneel.
2. Druk op [Papierinstellingen].
3. Druk meerdere keren op of en druk op [Output Tray
(Uitvoerlade)].
4. Druk op [Fax].
5. Selecteer een uitvoerlade.
6. Druk op [Terug] tot het introductiescherm wordt weergegeven.
560
Een afdrukmethode instellen voor Wanneer een
ontvangen afbeelding het papierformaat overschrijdt.
Specificeren van een Reductie Ratio
Specificeren van een Drempel Waarde
Het teveel vanaf het gespecificeerde papier wordt gereduceerd of verwijderd, of geprint op
het volgende vel papier. Bijvoorbeeld, wanneer de machine een fax ontvangt die groter is
dan A4 met A4 papier gespecificeerd, wordt het teveel van de afbeelding geprint op het
volgende vel papier.
U kunt deze situatie voorkomen door het specificeren van een reductie ratio.
Specificeren van een Reductie Ratio
De reductie ratio bepaalt of de machine wel of niet de ontvangen afbeelding automatisch
reduceert naar de gespecificeerde papier grootte. [Auto] reduceert automatisch de
afbeelding en [100%] print de afbeelding zonder reductie. [Rx Reduc. Rate] is ingesteld
naar [Auto] door fabriek standaard.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [Fax Setup].
5. Druk op [Other Settings].
6. Druk op [Rx Reduc. Rate].
7. Kies een reductie ratio.
8. Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
561
Specificeren van een Drempel Waarde
De drempelwaarde bepaalt of de ontvangen afbeelding wel of niet wordt geprint op de
volgende pagina.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [Fax Setup].
5. Druk op [Other Settings].
6. Druk meerdere keren op of en druk op [Reduc. Margin
(Reduceren. Marge)].
7. Voer een waarde in tussen 0 en 100 (mm) (0.0 tot 3.9 inches) en
druk dan op [OK (OK)].
8. Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
Memo
Wanneer het teveel groter is dan de gespecificeerde reductie drempelwaarde, wordt het
teveel geprint op de volgende pagina.
Wanneer het teveel kleiner is dan de gespecificeerde reductie drempelwaarde, wordt de
ontvangen afbeelding gereduceerd en geprint op de volgende pagina.
Wanneer [Rx Reduc. Rate] is ingesteld naar [100%] en het teveel vanaf de papier grootte
kleiner is dan de gespecificeerde drempelwaarde, wordt het teveel verwijderd.
562
Dubbelzijdig afdrukken
Beschikbare afdrukmethoden
Drukt ontvangen faxafbeeldingen op beide zijde van het papier af.
Opmerking
Gebruik gewoon papier met een standaard formaat. Gebruik van papier anders dan papier van
standaardformaten kan leiden tot papierstoringen.
Papier Laden
1. Druk op [Apparaatinstellingen] op het aanraakpaneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [Faxinstelling].
5. Druk op [Andere instellingen].
6. Druk meerdere keren op of en druk op [Duplex (Tweezijdig)].
Het instellen van [Dubbelzijdig] op [UIT] is voor enkelzijdig afdrukken.
7. Selecteer een instelling.
8. Druk op [Terug] tot het introductiescherm wordt weergegeven.
Beschikbare afdrukmethoden
Dubbelzijdige afdrukken met de lange zijde gebonden
563
Dubbelzijdige afdrukken met de korte zijde gebonden
564
Instelling zodat u het lijnmonitorgeluid hoort
Om het geluid van de monitor te horen tijdens een fax verzending en ontvangst, stel in zoals
hieronder beschreven.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk meerdere keren op of en druk op [User Install
(Gebruiker Installeren)].
5. Druk meerdere keren op of en druk op [Monitor Control
(Monitor Controleren)].
6. Kies een monitor besturing.
7. Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
565
Een fax naar een ander faxnummer doorsturen
Wanneer [Forwarding Setting] is ingeschakeld, kunt u automatisch ontvangen faxen
doorsturen naar een gespecificeerde bestemming als fax documenten.
Opmerking
Wanneer [Forwarding Setting] is ingeschakeld, print de machine geen ontvangen faxen.
Wanneer [Reception Mode] is ingesteld naar [Tel Ready Mode], is de doorsturen functie
uitgeschakeld.
Registreer een doorsturen bestemming door het volgen van de procedure hieronder.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [Fax Setup].
5. Druk op [Fax Setting].
6. Druk op [Forwarding Setting].
7. Druk op [ON].
8. Voer een doorsturen bestemming nummer in.
9. Druk op [OK].
10. Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
566
De wachttijd instellen vanaf Wanneer een inkomende
oproep aankomt op Wanneer de ontvangst start
(Antwoordwachttijd)
Stel de wachttijd in vanaf wanneer de machine een inkomende oproep ontvangt tot wanneer
de machine begint met de ontvangst van de fax.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Kies (Fax Setup).
5. Kies [Other Settings].
6. Druk meerdere keren op of en druk op [Ring Response
(Belrespons)].
7. Kies een wachttijd.
8. Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
567
Instelling voor Wanneer de Externe Telefoon te Bellen
(Tel Voorrangsmodus)
Stelt in wanneer de externe telefoon en de machine overgaan in Tel/Fax Gereed modus.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [Fax Setup].
5. Druk op [Fax Setting].
6. Druk meerdere keren op of en druk op [Tel Priority Mode (Tel
Voorrangsmodus)] en stel het vervolgens op [ON (AAN)] in.
Memo
Drukken op [Tel Priority Mode] schakelt tussen [ON] en [OFF].
[AAN]: De verzender wordt verondersteld dat hij een telefoon oproep wil maken. De
telefoon gaat eerst over.
[OFF]: De verzender wordt verondersteld dat hij een fax verzendt. Wanneer de
machine bepaald dat de verzender een spraakoproep wil maken, gaat de telefoon
over.
7. Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
568
569
De faxdetectiemodus instellen
Stel de machine zodanig in dat het kan bepalen wanneer de verzender een fax verzendt
terwijl de ontvanger de handset vasthoudt van de externe telefoon na het opnemen om de
oproep te beantwoorden wanneer de telefoon overgaat in Tel/Fax Gereed modus.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [Fax Setup].
5. Druk op [Fax Setting].
6. Druk meerdere keren op of en druk op [CNG Detection (CNG
Detectie)] en stel het vervolgens op [ON (AAN)] in.
Memo
Drukken op [CNG Detection] schakelt tussen [ON] en [OFF].
[AAN]: De machine detecteert fax biep signalen, en begint dan automatisch met
ontvangen van een fax.
[OFF]: Wanneer de verzender een fax verzendt, ontvangt de machine een fax met
handmatige ontvangst.
7. Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
570
571
De T/F-timer instellen
Stel een tijd in voordat de machine begint met het automatisch ontvangen van een fax
wanneer een inkomende oproep niet wordt beantwoord in Tel/Fax Gereed modus of
Ans/Fax Gereed modus.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [Fax Setup].
5. Druk op [Fax Setting].
6. Druk meerdere keren op of en druk op [T/F Timer
Programming (T/F Timer Programmering)].
7. Kies een T/F tijd.
[20 seconds]: Indien een inkomende oproep binnen 20 seconden is niet beantwoord,
de machinale starts die een fax automatisch ontvangen.
[35 seconds]: Indien een inkomende oproep binnen 35 seconden is niet beantwoord,
de machinale starts die een fax automatisch ontvangen.
8. Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
572
TAD-modus instellen
Stelt een bewerking type in voor Ans/Fax Gereed modus.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [Fax Setup].
5. Druk op [Fax Setting].
6. Druk op [TAD Mode].
7. Kies een type.
[Type 1]: Fax signaal detectie start onmiddellijk nadat het antwoorden van de
machine/telefoon reageert. Wanneer de verzender een fax verstuurt, begint de
ontvangst van de fax automatisch.
Wanneer het antwoordapparaat het reageren beëindigd, begint de fax ontvangst.
Wanneer er een probleem met de fax ontvangst is, kan het gebruiken van dit type
het probleem verbeteren.
[Type 2]: Fax signaal detectie start onmiddellijk nadat het antwoorden van de
machine/telefoon reageert. Wanneer de verzender een fax verstuurt, begint de
ontvangst automatisch.
Wanneer het antwoordapparaat het reageren beëindigd, begint de fax ontvangst
niet.
Wanneer u normaal oproepen ontvangt, gebruik dan dit type.
[Type 3]: Fax signaal detectie start in 15 seconden nadat het antwoorden van de
machine/telefoon reageert. Wanneer de verzender een fax verstuurt, begint de
ontvangst automatisch.
Wanneer het antwoordapparaat het reageren beëindigd, begint de fax ontvangst.
Gebruik dit type voor normaal gebruik.
573
8. Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
574
Ongewenste faxen blokkeren
Registreren (If Selecting [OFF] of [Mode1])
Registreren (If Selecting [Mode2] of [Mode3])
Verwijderen van een Geregistreerd Nummer
U kunt ongewenste faxen door het zetten belemmeren om faxen enkel van geregistreerde
snel kies nummers te ontvangen of afkeuren van ontvangst van specifieke geregistreerde
nummers.
Er zijn drie manieren om ongewenste faxen te belemmeren.
Modus Beschrijving
Modus
1 Deze modus keurt de afzenders af die in de snel kies nummerszijn niet ingeschreven.
Indien de laatste vier cijfers van een ingeschreven fax nummerstel de afzender ID, is
ontvangst toegestaan.
Modus
2 Deze modus verwerpt de verzenders met de nummers die zijn geregistreerd om
ongewenste faxen te blokkeren.
Registreer vier tot acht cijfers van een faxnummer.
U kunt tot 10 nummers invoeren.
Modus
3 Deze modus is een combinatie van Modus 1 en Modus 2
Deze modus keurt de afzenders af die in de snel kies nummerszijn niet ingeschreven.
Deze modus keurt afzenders af die worden ingeschreven junk faxen te belemmeren.
UIT Junk faxen zijn niet belemmerd.
Registreren (If Selecting [OFF] of [Mode1])
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [Fax Setup].
5. Druk op [Other Settings].
6. Druk op [Block Junk Fax List].
7. Druk op [Settings].
575
8.
Kies [OFF] of [Mode 1].
Registreren (If Selecting [Mode2] of [Mode3])
Schrijf de aantal de afzenders in van die u junk faxen wilt belemmeren.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [Fax Setup].
5. Druk op [Other Settings].
6. Druk op [Block Junk Fax List].
7. Druk op [Settings].
8. Kies [Mode2] of [Mode3].
9. Druk op [Registered List].
10. Kies een geregistreerd venster, en druk dan op [Register].
Memo
Om een nummer te veranderen dat al is geregistreerd, druk op [Edit] voor het venster
waarin het nummer dat u wilt veranderen is geregistreerd.
11. Geef de laatste vier tot acht cijfers van het telefoonnummer in om
junk faxen met de 10-sleutel te belemmeren.
12. Druk op [OK].
13. Druk op [Close] op een bevestiging scherm.
14. Om door te gaan om een ander nummer te registreren, herhaalt u
de procedure van stap 10.
Verwijderen van een Geregistreerd Nummer
576
1.
Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [Fax Setup].
5. Druk op [Other Settings].
6. Druk op [Block Junk Fax List].
7. Druk op [Registered List].
8. Kies een geregistreerd venster, en druk dan op [Delete].
9. Druk op [Yes] op een bevestiging scherm.
Het nummer is verwijderd.
Memo
Wanneer u kiest [No], wordt het nummer niet verwijderd, en u gaat terug naar stap 9.
10. Om door te gaan om een ander nummer te verwijderen, herhaalt u
de procedure van stap 8.
577
Een Voorbeeld van een Ontvangen Faxbericht zien
U kunt het afbeeldingsvoorbeeld op het aanraakscherm controleren voordat het ontvangen
faxbericht wordt afgedrukt.
Alleen de faxberichten, die zijn ontvangen nadat "Beveiligde Ontvangst" is ingesteld, kunnen
worden ingezien.
Zorg ervoor dat het [DATA IN MEMORY (GEGEVENS IN HET GEHEUGEN)]
waarschuwingslampje gaat branden.
Beveiligingsprotocollen instellen
U kunt de ontvangen faxberichten na inzage afdrukken.
1. Druk [Device Settings (Apparaatinstellingen)] op het
aanraakpaneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Store Document
Settings (Opslaan van Documentinstellingen)].
3. Druk op [Received Documents (Ontvangen documenten)].
4. Als het scherm voor het invoeren van het wachtwoord verschijnt,
voer dan het 4-cijferige wachtwoord in, dat u invoerde bij het
instellen van beveiligde ontvangst.
De lijst van ontvangen faxberichten verschijnt.
5. Druk op [Preview (Voorbeeld)] voor het afdrukken van een
document.
6. Druk op [Print (Afdrukken)].
7. Druk op [Yes (Ja)] in het bevestigingsscherm.
Het afdrukken van ontvangen documenten start.
8. Druk op [Back (Terug)] tot het startscherm wordt weergegeven.
578
Vertrouwelijke communicatie en bulletinbord-
communicatie uitvoeren (Fcode Communicatie)
Dit onderdeel beschrijft de vertrouwelijke communicatie Bulletin Beheer Communicatie met
Fcode communicatie.
Over Fcode-communicatie
Een Fcode-venster registreren
Een geregistreerde Fcode-venster verwijderen
Verzenden van een fax naar een Bestemming Vertrouwelijk Venster (Fcode Verzending)
Printen van een document dat is ontvangen in het vertrouwelijke venster van deze
machine
Ontvangen van een Document Dat is Opgeslagen in een Bestemming Bulleting Bord
Venster via Fax (Fcode Polling)
Een document in het bulletinbord-venster van deze machine opslaan
Een document in het bulletinbord-venster van deze machine verwijderen
579
Over Fcode-communicatie
Fcode communicatie gebruikt sub adressen voor communicatie in overeenstemming met de
ITU-T standaard. U kunt Fcode dozen creëren en registreren, die toestaan dat u
vertrouwelijke communicatie en bulletin beheer communicatie te verrichten.
U kunt tot 20 Fcode dozen registreren.
Bij het registreren van een Fcode doos, zrg ervoor dan een sub adres is geregistreerd. Een
sub adres wordt gebruikt om de Fcode doos te identificeren.
Fcode-vertrouwelijke communicatie
Indien een Fcode vertrouwelijke doos in de ontvanger's machine is opgesteld, u het sub
adres van de doos kunt specificeren, die toestaat dat u vertrouwelijke transmissie
verricht.
Om een ontvangen document te printen, moet u het gespecificeerde PIN nummer ingeven.
Deze functie is nuttig wanneer u een document stuurt of ontvangt dat veiligheid
bescherming nodig heeft.
Verzenden van een fax naar een Bestemming Vertrouwelijk Venster (Fcode Verzending)
Printen van een document dat is ontvangen in het vertrouwelijke venster van deze
machine
Fcode Bulletin Beheer Communicatie
Indien een Fcode bulletin beheer doos in de afzender wordt gezet, kunt u een document
van een bulletin doos door het specificeren van zijn sub adres terugkrijgen.
Ontvangen van een Document Dat is Opgeslagen in een Bestemming Bulleting Bord
Venster via Fax (Fcode Polling)
U kunt documenten in de bulletin beheer doos van de machine opslaan.
Een document in het bulletinbord-venster van deze machine opslaan
580
Een Fcode-venster registreren
Registreren van een Vertrouwelijke Doos
Registreren van een Bulleting Bord Venster
Om Fcode communicatie uit te voeren, registreer een Fcode venster. Er zijn twee types van
Fcode vensters: Fcode vertrouwelijke vensters en Fcode bulletin bord vensters. Zorg ervoor
dat u een sub-adres en een PIN-nummer registreert (alleen Fcode vertrouwelijke
communicatie) voor elke Fcode-venster
Registreren van een Vertrouwelijke Doos
U kunt een vertrouwelijk venster naar de machine registreren, wat u in staat stel om fax
gegevens te ontvangen die u niet wilt blootstellen aan derde personen met Fcode
communicatie.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [Fax Setup].
5. Druk op [Fcode Box].
6. Druk op [Register] van een venster nummer.
Memo
Om een geregistreerde Fcode vertrouwelijk venster te bewerken, voet het PIN nummer in,
en kies dan [Edit].
7. Druk op [Confidential Box].
8. Druk op de registratie knop van [Box Name].
581
9. Voer een venster naam in.
Memo
U kunt tot 16 karakters invoeren.
10. Druk op [OK].
11. Druk op de registratie knop van [Sub-Address].
12. Voer een sub-adres in.
Memo
U kunt tot 20 karakters invoeren.
13. Druk op [OK].
14. Druk op de registratie knop van [Hold Time].
15. Voer een waarde in tussen 0 en 31 (dagen), en druk dan op [OK]
Memo
Stel [Hold Time] in wanneer nodig.
Als u [0] (dagen) instelt, wordt het document oneindig lang vastgehouden.
582
16. Druk op de registratie knop van [I.D. Code].
17. Voer een 4-cijfer PIN nummer in, en druk dan op [OK].
Opmerking
Opmerking Het ingevoerde PIN nummer wordt niet weergegeven. Wees er zeker van dat u
het nieuwe PIN nummer opschrijft en bewaar het veilig.
18. Druk op [OK].
Registreren van een Bulleting Bord Venster
Wanneer u een bulletin bord venster registreert naar de machine, kunt u de andere partij
een document laten ophalen dat is geregistreerd in het bulletin bord venster op ieder
moment bij verzending aanvraag vanaf de andere partij.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [Fax Setup].
5. Druk op [Fcode Box].
6.
Druk op [Register] van een venster nummer.
583
Memo
Om een geregistreerd Fcode bulletin bord venster te bewerken, kies [Edit]
7. Druk op [Bulletinn Box].
8. Druk op de registratie knop van [Box Name].
9. Voer een venster naam in.
Memo
U kunt tot 16 karakters invoeren.
10. Druk op [OK].
11. Druk op de registratie knop van [Sub-Address].
12. Voer een sub-adres in, en klik dan op [OK].
Memo
U kunt tot 20 karakters invoeren.
13. Druk op [OK].
584
585
Een geregistreerde Fcode-venster verwijderen
U kunt onnodige Fcode vertrouwelijke vensters en Fcode bulletin bord vensters verwijderen.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [Fax Setup].
5. Druk op [Fcode Box].
6. Druk op [Delete] van een venster nummer om te verwijderen.
7. Voer een PIN nummer in wanneer nodig, en klik dan op [OK].
Memo
Om een vertrouwelijk venster te verwijderen, voer het PIN nummer in.
8. Druk op [Yes] op een bevestiging scherm.
586
Verzenden van een fax naar een Bestemming
Vertrouwelijk Venster (Fcode Verzending)
U kunt Fcode vertrouwelijke verzending uitvoeren door het invoeren van het sub-adres dat
is geregistreerd naar een Fcode vertrouwelijk venster van de machine van de ontvanger.
Controleer het bestemming sub-adres voordat u verzendt.
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Fax].
4. Druk op [Communication Function] op het [Advanced] label.
5. Druk op [Fcode Tx].
6. Voer het sub-adres in van het venster dat is geregistreerd naar de
machine van de ontvanger.
Het sub-adres is tot aan 20 karakters in lengte.
7. Druk op [OK].
8. Druk op [Back].
9. Voeg een bestemming toe op het tabblad [Fax (Fax)].
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Telefoonboek) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming (Verzendgeschiedenis en Ontvangstgeschiedenis) opgeven
10. Verander andere instellingen wanneer nodig, en druk dan op de
(START) knop.
587
588
Printen van een document dat is ontvangen in het
vertrouwelijke venster van deze machine
Wanneer een Fcode vertrouwelijk venster dat is ingesteld naar de machine een document
ontvangt, wordt een Fcode ontvangst notitie geprint. Controleer het Fcode venster nummer,
en print dan het opgeslagen document.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Store Document
Settings (Opslaan van Documentinstellingen)].
3. Druk op [Fcode Box].
4. Druk op [Select] van een venster nummer.
5. Voer een PIN nummer in wanneer nodig, en druk dan op [OK].
6. Druk op [Print] van een bestand nummer om te printen.
7. Druk op [Yes] op een bevestiging scherm.
Memo
Ontvangen Documenten in een Fcode vertrouwelijk venster worden automatisch
verwijderd na het printen.
589
Ontvangen van een Document Dat is Opgeslagen in een
Bestemming Bulleting Bord Venster via Fax (Fcode
Polling)
U kunt Fcode polling communicatie (Fcode polling) uitvoeren door invoeren van het sub-
adres van een Fcode bulletin bord venster dat is geregistreerd naar de machine van de
verzender. Met deze functie de afzender bewerk stuurt een faxapparaat in antwoord op
instructies van uw machine.
Opmerking
Opmerking Wanneer een wachtwoord is ingesteld naar een bulletin bord venster van de machine
van de verzender, kan uw machine geen fax ontvangen.
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
2. Druk op [Fax].
3. Druk op [Communication Function] op het [Advanced] label.
4. Druk op [Fcode Polling].
5. Voer het sub-adres in van het bulletin bord venster dat is
geregistreerd naar de machine van de verzender.
Het sub-adres is tot aan 20 karakters in lengte.
6. Druk op [OK].
7. Druk op [Back].
8. Voeg een bestemming toe op het tabblad [Fax (Fax)].
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Telefoonboek) opgeven
Een Bestemming Opgeven (One-touch Knop)
Een Bestemming (Verzendgeschiedenis en Ontvangstgeschiedenis) opgeven
9. Klik op (START) knop.
Memo
Documenten die worden ontvangen met Fcode polling worden automatisch geprint.
590
591
Een document in het bulletinbord-venster van deze
machine opslaan
U kunt maar een document opslaan in een Fcode bulletin bord venster van de machine. Het
opgeslagen document wordt overschreven door een nieuw document. Om een document op
te slaan, moet u van tevoren een bulletin bord registreren.
Een Fcode-venster registreren
1. Plaats een document in de ADF of op de document glasplaat.
2. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
3. Druk meerdere keren op of en druk op [Store Document
Settings (Opslaan van Documentinstellingen)].
4. Druk op [Fcode Bulletin Board].
5. Druk op [Over Write] van een venster nummer.
6. Druk op [Yes] op een bevestiging scherm.
Memo
Een document dat is opgeslagen in een Fcode bulletin bord venster wordt niet verwijderd zelfs
als de ontvanger het document ophaalt.
592
Een document in het bulletinbord-venster van deze
machine verwijderen
U kunt een document verwijderen dat is opgeslagen in een bulletin bord venster.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Store Document
Settings (Opslaan van Documentinstellingen)].
3. Druk op [Fcode Bulletin Board].
4. Druk op [Delete] van een venster nummer.
5. Druk op [Yes] op een bevestiging scherm.
Memo
Een document dat is opgeslagen in een Fcode bulletin bord venster wordt niet verwijderd zelfs
als de ontvanger het document ophaalt.
593
Nuttige functies
Een faxontvangst vanaf een telefoon op afstand inschakelen (Overschakelnummer op
afstand)
Beveiligingsprotocollen instellen
Gegevens van een ontvangen document naar een e-mailbestemming of gedeelde mapp
doorsturen (Automatische aflevering)
Verzend- en ontvangst gegevens opslaan (Opslaan verzendgegevens)
594
Een faxontvangst vanaf een telefoon op afstand
inschakelen (Overschakelnummer op afstand)
Wanneer de verbonden telefoon op afstand is gelocaliseerd, kunt u de machine
overschakelen naar de fax ontvangst bewerking door het bellen van het op afstand
overschakel nummer op de telefoon.
Wanneer de verbonden telefoon geen drukknop lijn is, druk op de toon knop op de telefoon
om te schakelen naar toon (drukknop) signalen voordat u het op afstand overschakel
nummer belt.
Wanneer u het op afstand overschakel nummer belt, voer het volgende cijfer van het
nummer binnen 3 seconden tijdens bellen van het vorige cijfer.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk meerdere keren op of en druk op [Fax Setup
(Faxinstellingen)].
5. Kies (Fax Setting).
6. Druk op [Remote Receive Number].
7. Kies een nummer.
8. Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
595
596
Beveiligingsprotocollen instellen
Veilige ontvangst instellen
Printen van een Afbeelding Opgeslagen met Beveiligde Ontvangst
Veilige ontvangst instellen
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [Fax Setup].
5. Druk op [Security Function].
6. Druk op [Secure Receive].
7. Druk op [Setting (Instellen)].
8. Voer een 4-cijferig nummer in op het numerieke toetsenbord 10-en
druk vervolgens op [OK (OK)].
Opmerking
Als u ontvangen faxberichten inziet of afdrukt moet u dit wachtwoord invoeren dat u heeft
ingesteld tijdens deze procedure. Als u op [OK (OK)] drukt zonder een wachtwoord te
hebben ingevoerd, kunt u zonder wachtwoord de ontvangen faxberichten inzien en
afdrukken.
Memo
Om de beveiligde ontvangst uit te schakelen, druk op [Setting (Instellen)] en druk
vervolgens op [OFF (UIT)] in stap 7.
Printen van een Afbeelding Opgeslagen met Beveiligde
Ontvangst
Print een afbeelding dat is ontvangen via fax en opgeslagen in het geheugen.
Controleer dat het [DATA IN MEMORY] lampje oplicht.
597
Indien de lamp uit is, zijn er geen beelden die door fax worden ontvangen en opgeslagen in
herinnering.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Store Document
Settings (Opslaan van Documentinstellingen)].
3. Druk op [Received Documents].
4. Wanneer een wachtwoord is ingesteld, voer een 4-cijfer
wachtwoord in.
Een lijst van ontvangen documenten wordt weergegeven.
5. Druk op [Print All] om alle ontvangen documenten te printen of op
[Print] om een individueel document te printen.
Om alle documenten te verwijderen, druk op [Delete All].
Om een ontvangen document van tevoren te bekijken individueel, druk op [Preview]
voor het document dat u vooral wilt bekijken.
Om de ontvangen documenten één voor één te verwijderen, druk op [delete
(verwijderen)] bij ieder document dat verwijderd moet worden.
6. Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
Memo
Wanneer [Yes] is ingesteld voor [Delete After Print], wordt het ontvangen document
verwijderd na het printen.
Wanneer [No] is ingesteld voor [Delete After Print], blijft het ontvangen document
staan zelfs nadat het is geprint.
598
Gegevens van een ontvangen document naar een e-
mailbestemming of gedeelde mapp doorsturen
(Automatische aflevering)
Dit deel beschrijft de automatische aflevering functie en hoe deze in te stellen.
De automatische aflevering functie stuurt ontvangen gegevens door naar gespecificeerde
bestemmingen. U kunt tot vijf e-mail adressen specificeren en een netwerk map als
bestemmingen.
U kunt deze functie gebruiken voor ontvangen faxen, Internet faxen, en e-mail aanhangsel
bestemmingen. De gegevens worden doorgestuurd als een PDF of TIFF bestand afhankelijk
van het bestandsformaat of de ontvangen gegevens.
U kunt maximaal 100 sets doorstuur bestemmingen registreren voor de functie
automatische levering.
1. Open de Webpagina van deze machine
Over het IP-adres van deze machine, raadpleeg "Het controleren van de Informatie
op de Machine" aangaande "Standaardfuncties".
2. Log in als de beheerder.
3. Selecteer [Transmission Settings].
U moet van tevoren een server instellen.
Instelling van het ontvangstprotocol
4. Klik op [New] op de [Automated Delivery Setup] pagina.
5. Ga een naam in [Automated Delivery] binnen.
599
6. Kies [ON] voor [Automated Delivery].
7. Kies het controle venster van een benodigd onderdeel voor [Search
field].
8. Kies [OFF] voor [Print].
Om de ontvangen gegevens te printen, kies [ON].
600
9. Klik op [Edit] in [Deliver To].
10. Voer een bestemming e-mail adres in, en klik dan op [Add].
11. Controleer dat het ingevoerde adres wordt weergegeven in
[Address List], en klik dan op [OK].
12. Klik op [Edit] in [Deliver To].
601
Om een netwerk map te specificeren, registreer van tevoren een bestemming (profiel).
Voordat Scannen Naar Gedeelde Map Gebruikt kan worden
13. Kies een bestemming vanaf [Profile List], en klik dan op [OK].
14. Klik op [Submit].
Memo
Wanneer [Forwarding Setting] is ingeschakeld, worden ontvangen faxwn niet automatisch
afgeleverd met deze functie.
Een ontvangen fax wordt afgeleverd als een PDF bestand.
Indien een ontvangen e-mailaanhechtselbestand geen PDF, JPEG of TIFF bestand is, is het
bestand niet doorgezonden.
602
De hoofdtekst van ontvangen e-mails kan niet worden doorgestuurd.
De gegevensgrootte die deze functie aankan is begrensd.
Indien de herinneringskaartruimte van de machine onvoldoende is ontvangen faxapparaten,
Internet Faxes te bewaren of e-mail aanhechtselbestanden, de transmissiegegevens niet
automatisch bezorgden.
603
Verzend- en ontvangst gegevens opslaan (Opslaan
verzendgegevens)
Dit deel beschrijft de verzending gegevens functie en hoe deze in te stellen.
De transmissiegegevens behalve functie redden automatisch gestuurde e-mails (Internet fax
FaxServer), ontvingen e-mails (Internet fax), gestuurde faxen en ontvangen faxen in een
gespecificeerde netwerkfolder. Voor verzonden e-mails, worden alleen bijgevoegde
bestanden opgeslagen. U kunt enkel specificeren een netwerkfolder voor elke instelling,
maar u kunt een verschillend behalve bestemmingen voor gestuurde gegevens en
ontvangen gegevens respectief specificeren.
De gegevens zijn doorgezonden zoals een PDF of TIFF bestand dat van het bestandformaat
van de ontvangen gegevens afhangt.
Opmerking
De transmissie gegevens behalve functie zijn niet verkrijgbaar wanneer de volgende functies
gebruiken.
Real-time verzending
Polling verzending via gebruik van Fcode bulletin bord communicatie
Ontvangst via gebruik van Fcode vertrouwelijke communicatie
Beveiligd ontvangen
1. Open de Webpagina van deze machine
Over het IP-adres van deze machine, raadpleeg "Het controleren van de Informatie
op de Machine" aangaande "Standaardfuncties".
2. Log in als de beheerder.
3. Selecteer [Transmission Settings].
U moet van tevoren een server instellen.
Voordat u Scan Naar E-mail Gebruikt
4. Selecteer [Transmission Settings].
604
5. Selecteer een gegevenscategorie om te bewaren en klik dan [Edit].
6. Kies [ON].
Memo
De items in het scherm zijn afhankelijk van de gekozen categorie.
7. Klik op [Select Profile List].
Registreer van tevoren een profiel.
Voordat Scannen Naar Gedeelde Map Gebruikt kan worden
8. Kies een gegevens opslag bestemming vanaf [Profile List], en klik
dan op [OK].
9. Klik op [Submit].
605
Memo
Herhaal stappen 5 tot 9 totdat u klaar bent met het instellen van alle categorieën van
gegevens om op te slaan.
Een verzonden of ontvangen fax wordt bewaard als een PDF bestand.
Indien een ontvangen e-mailaanhechtselbestand geen PDF, JPEG of TIFF bestand is, is het
bestand niet doorgezonden.
De inhoudstekst van e-mails kan niet worden opgeslagen.
De gegevensgrootte die deze functie aankan is begrensd.
Indien de opslagcapaciteit van de machine onvoldoende is ontvangen en gestuurde faxen,
Internet Faxen te redden of e-mail aanhechtsel bestanden, zijn de transmissie gegevens niet
bewaard.
606
Een fax vanaf een computer verzenden
Een PC Fax verzenden
Faxen verzenden vanaf uw computer met een Voorpagina
Een PC fax tegelijkertijd naar meerdere bestemmingen verzenden
Een PC Fax-verzending annuleren
Het PC Fax-telefoonboek beheren
607
Een PC Fax verzenden
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Telefoonboek) opgeven
U kunt een fax verzenden vanaf een computer via gebruik van de fax driver. U kunt een fax
verzenden naar een bestemming via deze machine direct vanaf een computer zonder een
document te printen.
Installeer van tevoren de fax driver.
Een stuurprogramma en software op een computer installeren
Opmerking
Zet de machine niet uit wanneer een fax wordt verzonden vanaf een computer naar de
machine.
Deze functie is alleen beschikbaar voor Windows OS.
Memo
Dit deel gebruikt Notepad als een voorbeeld.
1. Open een bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File]-menu.
3. Selecteer [OKI MC873(FAX)] in [Printer selecteren] en klik
vervolgens op [Afdrukken].
4. Specificeer een bestemming.
Zie het volgende voor meer details:
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Telefoonboek) opgeven
5. Klik op [OK].
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Memo
Specificeer een bestemming in stap 4 in "Een PC Fax verzenden".
1. Voer een bestemming naam in bij [Name] op het [Specifying
numbers] label in [Recipients].
608
2. Voer het fax nummer van de bestemming in bij [FAX number].
3. Voer commentaar in bij [Comments] wanneer nodig.
4. Klik op [Add<-].
5. Herhaal stap 1 en 4 om alle bestemmingen in te voeren.
6. Klik op [OK].
Een Bestemming (Telefoonboek) opgeven
Memo
Specificeer een bestemming in stap 4 in "Een PC Fax verzenden".
1. Kies het [Phone book] label in [Recipients].
2. Kies een bestemming, en klik dan op [Add].
3. Herhaal stappen 1 en 2 om alle bestemmingen in te voeren.
4. Klik op [OK].
609
Faxen verzenden vanaf uw computer met een
Voorpagina
Opmerking
Als u [Print alle ontvangers 'informatie over elk voorblad] en naar meerdere bestemmingen
tegelijk (omroep), wordt het voorblad naar de bestemmingen verzonden met de volgende
informatie afgedrukt: alle transmissie bestemmingen' namen en faxnummers (alleen indien
ingesteld), en commentaar in het telefoonboek (alleen indien ingesteld). Wees voorzichtig bij
uitzenden naar meerdere bestemmingen naar buiten.
1. Open een bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File]-menu.
3. Selecteer [OKI MC873(FAX)] in [Printer selecteren].
4. klik op [Preferences].
5. Kies het [Cover Sheet] label.
6. Kies [Print all recipients' information on each cover sheet] of [Print
only one recipient's information on each cover sheet].
7. Kies een formaat om te gebruiken vanaf [Select cover sheet
format].
Om een vergrote afbeelding weer te geven, klik op [Zoom].
Om het faxnummer van de ontvanger te printen op het bovenste vel, kies het [Add
the recipient's FAX number] controle venster.
Om commentaren te printen die zijn geregistreerd naar het telefoonboek op het
bovenste vel, kies het [Add the recipient's comments] controle venster.
610
Om een normaal bovenste vel ontwerp toe te voegen, klik op [Custom cover sheet].
8. Voer de naam van de zender, het faxnummer en de opmerking in
op het voorblad in het scherm [Afzendergegevens] door op
[Gegevens] te klikken.
9. Klik op [OK].
10. Selecteer [OKI MC873(FAX)] in [Printer selecteren] en klik
vervolgens op [Afdrukken].
11. Specificeer een bestemming.
Een PC Fax verzenden
12. Klik op [OK].
611
Een PC fax tegelijkertijd naar meerdere bestemmingen
verzenden
Wanneer u een groep gebruikt, kunt u meerdere bestemmingen specificeren door alleen het
uitvoeren van een bewerking.
Het PC Fax-telefoonboek beheren
1. Open een bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File]-menu.
3. Selecteer [OKI MC873(FAX)] in [Printer selecteren] en klik
vervolgens op [Afdrukken].
4. Kies het [Phone book] label in [Recipients].
5. Kies een groep vanaf het rechter veld, en klik dan op [Add<-].
6. Klik op [OK] om de verzending te beginnen.
612
Een PC Fax-verzending annuleren
U kunt een faxverzending beëindigen vanaf een computer terwijl de gegevens worden
verzonden naar de machine.
Opmerking
U kunt een faxverzending niet beëindigen vanaf een computer nadat de gegevens zijn
opgeslagen in de machine.
Voor details over hoe te beëindigen van een fax verzending die is opgeslagen in het
geheugen van deze machine, zie "Afzeggen van een Gereserveerde Verzending" in "Een
faxverzending annuleren".
1. Dubbelklik op het pictogram van de printer in de taakbalk.
2. Selecteer de te annuleren opdracht in de afdrukwachtrij.
3. Selecteer [Cancel] van het [Document] menu.
613
Het PC Fax-telefoonboek beheren
Dit deel beschrijft hoe het telefoonboek te bewerken voor PC Fax vanaf uw computer.
Een uitgaand faxnummer registreren
Opmerking
U kunt niet dezelfde naam registreren. U kunt hetzelfde faxnummer registreren met een andere
naam.
1. Klik op [Start] en selecteer dan [Devices and Printers].
2. Klik met de rechter muisknop op het pictogram OKI MC873 en
selecteer vervolgens [Afdrukvoorkeuren] > [OKI MC873(FAX)].
3. Klik op [Phone Book] op het [Setup] label.
4. Kies [New (FAX number)] vanaf het [FAX number] menu.
5. Voer een bestemming naam in bij [Name] in het [New (FAX
number)] dialoog venster.
614
6. Voer het fax nummer van de bestemming in bij [FAX number].
7. Voer commentaar in bij [Comments] wanneer nodig.
8. Klik op [OK].
9. Kies [Save] vanaf het [FAX number] menu.
10. Klik op [OK] in het bevestiging venster.
11. Kies [Exit] vanaf het [FAX number] menu.
Memo
U kunt maximaal 1000 bestemmingen registreren.
De ingevoerde naam en het fax nummer in deze procedure worden op het voorblad
afgedrukt.
Meerdere bestemmingen als een groep registreren
Wanneer u geregistreerde bestemmingen groepeert, kunt u een fax naar meerdere
bestemmigen verzenden op hetzelfde moment.
1. Klik op [Start] en selecteer dan [Devices and Printers].
2. Klik met de rechter muisknop op het pictogram OKI MC873 en
selecteer vervolgens [Afdrukvoorkeuren] > [OKI MC873(FAX)].
3. Klik op [Phone Book] op het [Setup] label.
4. Kies [New (Group)] vanaf het [FAX number] menu.
615
5. Voer een groep naam in bij [Group name] in het [New (Group)]
dialoog venster.
6. Voer commentaar in bij [Comments] wanneer nodig.
7. Kies de bestemming om te registreren in de groep, en klik dan op
[Add->].
Memo
Klik op [New (FAX number)] wanneer nodig.
Het PC Fax-telefoonboek beheren
8. Wanneer u de toevoeging van de benodigde faxnummers
beëindigd, klik op [OK].
De nieuwe groep wordt toegevoegd in het linker veld in het [Phone book] dialoog
venster. Als u een groep selecteert, worden de faxnummers die in de groep zijn
geregistreerd, weergegeven in het rechterveld van het dialoogvenster.
9. Selecteer [Save] van het [FAX number] menu.
10. Klik in het bevestigingsvenster op [OK].
11. Selecteer [Exit] van het [FAX number] menu.
De gegevens van het telefoonboek exporteren naar een
CSV-bestand
De import/export functie stelt u in staat om de faxnummers in het telefoonboek te beheren
dat is gecreëerd met een andere computer. Wanneer u de procedure hieronder volgt, kunt
u een telefoonboek exporteren dat is gecreëerd met uw computer zodat het telefoonboek
gebruikt kan worden op een andere computer.
Opmerking
U kunt niet elke groep exporteren, maar u kunt iedere invoer in het telefoonboek exporteren.
1. Klik op [Start] en selecteer dan [Devices and Printers].
616
2.
Klik met de rechter muisknop op het pictogram OKI MC873 en
selecteer vervolgens [Afdrukvoorkeuren] > [OKI MC873(FAX)].
3. Klik op [Phone Book] op het [Setup] label.
4. Kies [Export] vanaf het [Tools] menu.
5. Selecteer een behalve bestemming in het [Export to file]
dialoogvenster.
6. Selecteer de naam van het bestand en klik vervolgens op [Save].
De telefoonboek gegevens worden geëxporteerd als een CSV bestand. De invoeren
worden gescheiden door komma's, en weergegeven in volgorde van weergave in het
CSV bestand. Zij zijn in bestelling van de namen, fax nummers en commentaar gered.
7. Sluit het telefoonboek.
De gegevens van het telefoonboek die zijn geëxporteerd
van een CSV-bestand (Importeren)
De import/export functie stelt u in staat om de faxnummers in het telefoonboek te
importeren dat is gecreëerd met een andere computer in uw computer.
Opmerking
Geregistreerde invoeren worden niet geïmporteerd.
De gegevens van het telefoonboek importeren
1. Kopieer de uitgevoerde telefoongids naar een andere computer.
617
2.
Klik op [Start] en selecteer dan [Devices and Printers].
3. Klik met de rechter muisknop op het pictogram OKI MC873 en
selecteer vervolgens [Afdrukvoorkeuren] > [OKI MC873(FAX)].
4. Klik op [Phone Book] op het [Setup] label.
5. Selecteer [Import] van het [Tools] menu.
6. Specificeer het gekopieerde bestand voor [Choose a CSV file] in het
[Import Phone Book] dialoogvenster.
7. Klik [Browse] om een bestand te selecteren.
8. Klik op [Next].
Een nieuwe definitie koppelen aan het telefoonboekformaat.
Als u een CSV-bestand wilt importeren met het formaat dat verschilt van dat van het
telefoonboek, selecteert u een CSV- omschrijvingsbestand en wijs de omschrijving toe
aan het telefoonboek.
1. Kopieer de uitgevoerde telefoongids naar een andere computer.
2. Klik op [Start] en selecteer [Devices and Printers].
3. Klik met de rechter muisknop op het pictogram OKI MC873 en
selecteer vervolgens [Afdrukvoorkeuren] > [OKI MC873(FAX)].
618
4. Klik op [Phone Book] op het [Setup] label.
5. Selecteer [Import] van het [Tools] menu.
6. Specificeer het gekopieerde bestand voor [Choose a CSV file] in het
[Import Phone Book] dialoogvenster.
7. Relatie tussen de geïmporteerde velden en het telefoonboek
instellen.
8. Specificeer een CSV definitie bestand file in [Choose a CSV
Definition file] wanneer nodig.
Kies [Comma(,)] voor [Field Delimiter].
Memo
U kunt doorgaan met bewerken zelfs wanneer u geen definitie bestand specificeert.
Wanneer u geen definitie bestand specificeert, kies dan of u een nieuw definitie bestand
wilt opslaan in het dialoog venster dat wordt weergegeven na stap 7.
9. Klik op [Next].
10. Associeer de definitie die u importeert met de telefoonboek
definitie, en klik dan op [OK].
11. Kies [Save] vanaf het [FAX number] menu.
12. Klik op [OK] in het bevestiging venster.
13. Kies [Exit] vanaf het [FAX number] menu.
619
Verbonden
Het PC Fax-telefoonboek beheren
620
Data naar de faxserver versturen
Basisprocedure voor Scan naar Faxserver
De Scan naar Fax Server-functie inschakelen
Een bestemmingse-mailadres bewerken
De hoofdtekst van een e-mail aanpassen
621
Basisprocedure voor Scan naar Faxserver
Dit deel verklaart de basis procedure voor het verzenden van gegevens naar de fax server.
De fax server functie stelt u in staat om fax gegevens te verzenden als een e-mail
aanhangsel bestand. Het gescande document wordt geconverteerd naar een TIFF bestand.
De gegevens worden niet opgeslagen in het geheugen, en wordt onmiddellijk verzonden na
het scannen. U specificeert alleen een e-mail adres als een bestemming.
U dient de functie Scannen naar faxserver in Instellingen Admin in te schakelen.
De Scan naar Fax Server-functie inschakelen
Als de functie Scannen naar faxserver wordt ingeschakeld, worden faxontvangsten en
transmissies die een telefoonlijn gebruiken, uitgeschakeld.
Stel een netwerk en e-mail standaard instelling in voordat u de Scan naar Fax Server functie
gebruikt.
Deze machine op een netwerk aansluiten
Voordat u Scan Naar E-mail Gebruikt
Memo
U kunt geen documenten met gemengd formaat gebruiken.
De document gegevens die worden verzonden met de Scan naar Fax Server functie zal niet
juist worden geprint op de eenheid van de ontvanger.
De informatie over de functie Scannen naar faxserver is hetzelfde als die over de functie
Scannen naar e-mail.
Gescande gegevens als een emailbijlage versturen
1. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Fax].
4. Specificeer een bestemming.
Een Bestemming Opgeven (Rechtstreekse Toegang)
Een Bestemming (Telefoonboek) opgeven
Een Bestemming (Verzendgeschiedenis en Ontvangstgeschiedenis) opgeven
5. Wijzig andere instellingen in, indien nodig.
Memo
Schakel [Preview] in op het tabblad [Geavanceerd] en druk op [Preview] om een
voorbeeld te zien van de afbeelding die verzonden zal worden.
Wanneer [Tx roteren] AAN staat, worden A4 -documenten gedraaid en verzonden als
A4 -documenten en Letter -documenten gedraaid en verzonden als Letter -
documenten.
6.
Druk op de (START)-knop.
622
Verbonden
U kunt andere instellingen veranderen voor fax verzendingen.
Scannen voor verzending instellen
Een fax verzenden (Procedure)
623
De Scan naar Fax Server-functie inschakelen
Om de Scan naar Fax Server functie in te schakelen, volg de procedure hieronder in Admin
Setup.
Opmerking
Wanneer de Scan naar Fax Server functie is ingeschakeld, is de fax functie uitgeschakeld.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [FaxServer Function].
5. Druk op [Environmental Settings].
6. Druk op [FaxServer Function].
7. Druk op [ON].
8. Druk op [Yes] op een bevestiging scherm.
De machine herstart automatisch.
624
Een bestemmingse-mailadres bewerken
Een kengetal en aanhangsel worden gebruikt in het volgen formaat. Het "Faxnummer" in dit
formaat is een nummer dat wordt gekozen in het "Toevoegen Bestemming" onderdeel.
"Kengetal + Faxnummer + Aanhangsel"
Als u bijvoorbeeld "FAX=" als het voorvoegsel instelt en "@faxserver" als het achtervoegsel
en de scan to fax server functie uitvoert, wordt de e-mailbestemming (To:) ingesteld als
"FAX=012-345-6789@faxserver".
Opmerking
Stel het kengetal en aanhangsel in volgens de e-mail ontvangst specificaties van de fax server.
Het virtuele domein en anderen kunne verkregen worden om ingesteld te worden op de mail
server door de bepaalde fax server bewerking omgeving.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [FaxServer Function].
5. Druk op [Environmental Settings].
6. Druk op [PreFix].
7. Voer een kengetal in, en klik dan op [OK].
8. Druk op [Suffix].
9. Voer een aanhangsel in, en klik dan op [OK].
10. Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
625
De hoofdtekst van een e-mail aanpassen
Wanneer [Text] is ingesteld naar [ON], wordt de tekst toegevoegd aan de e-mail. Wanneer
uw fax server de verzending van e-mail tekst ondersteund, wordt de tekst bijgevoegd in de
fax verzending gegevens.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [FaxServer Function].
5. Druk op [Environmental Settings].
6. Druk op [Text].
[Text] is ingesteld naar [ON].
7. Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
8. Druk op [Fax/Internet Fax] of de (FAX) knop.
9. Druk op [Internet Fax (Internetfax)].
10. Druk op [E-mail Body] op het [Advanced] label.
11. Druk op [Select Text].
12. Kies een tekst.
Als u [Manual Input (Handmatige invoer)] selecteert in stap 11, voert u een tekst in en
drukt dan op [OK (OK)].
Memo
Wanneer u direct invoert, kunt u tot 256 karakters invoeren.
626
Beschrijving van Faxberichtschermen
Namen en functies van schermitems voor faxen
Namen en functies van schermitems voor internetfax
627
Namen en functies van schermitems voor faxen
[Fax] Label
Item Takenlijst
1 Bestemming
gebied Kies een fax bestemming. De gekozen fax bestemming verschijnt in dit
gebied.
Wanneer tenminste 1 bestemming is gespecificeerd, kunt u drukken op
[Display all] om te bewerken, toe te voegen, of een bestemming te
verwijderen.
2 Afkorting
knoppen Weergeeft afkort iconen voor gebruik van bepaalde fax functies.
De scherm afbeelding toont de fabriek standaard instelling. De instelling kan
worden veranderd via Beheerder Instelling.
3 Eenmaal-
drukken
knoppen
Weergeeft bestemmingen die zijn toegekend aan eenmaal-drukken knoppen.
Druk op een knop om een bestemming toe te voegen.
4 Functie
instellingen Weergeeft de huidige instellingen
De instelling kan worden veranderd voor bepaalde functies.
5Weergeeft Help onderwerpen.
[Basic] Label
Onderdeel Beschrijving
1 Handm. kiez Voer een faxnummer handmatig in om het te gebruiken als een
bestemming.
628
2 Snelkeuze
Oproep
Weergeeft bestemmingen geregistreerd in de snelkeuze oproep lijst.
Kies een bestemming vanaf de snelkeuze oproep lijst.
3 Groep lijst Weergeeft een lijst van groepen waarin fax bestemmingen worden
geregistreerd.
Kies een groep als een bestemming vanaf de Groep Lijst.
4 Opnieuw
bellen Weergeeft een lijst van recent gebruikte bestemmingen.
Kies een bestemming vanaf de recente dossiers.
5 Niet aan de
haak Verzendt een fax via Op de Haak bellen
Bel de bestemming, en begin handmatig met het verzenden van een fax
wanneer u een ontvangsttoon hoort (biep) van de bestemming machine.
6 Resolutie Specificeert resolutie om een document te scannen.
7 Scanformaat Specificeert de scan grootte om een document te scannen.
8 Registreren
naar taak
macro
Registreert huidige instellingen naar Taak Macro.
[Advanced] Label
Onderdeel Beschrijving
1 Dichtheid Stelt een niveau van scan dichtheid bij.
2 Dubbelzijdig scannen Specificeert dubbel scannen.
Stel deze functie in wanneer u beide zijden van een document
scant.
3 Continu scannen Scant meerdere documenten als een enkele taak via gebruik van
de document glasplaat.
4 Continu Scan (ADF) Scant meerdere documenten als een enkele taak via gebruik van
de ADF.
5 Preview Toont faxafbeeldingen die verzonden zullen worden op het
aanraakpaneel.
6 Rand wissen Elimineert een zwarte schaduw die kan verschijnen rond de
hoeken van het gescande bestand tijdens scannen van,
bijvoorbeeld, een boek.
7 Achtergrondverwijdering Verwijdert achtergrond.
8 Communicatiefunctie Geeft de volgende instellingen op: TTI, TTI Select, Transmit
Confirmation, Delayed Tx, Fcode Polling, Fcode Tx.
[Fax Job View/ Cancel] Label
629
Beëindig een uitzending of zie het detail van de taak die momenteel in voortgang is.
[Function Settings] > [Destination] Label
Voeg toe, bewerk of verwijder een bestemming waarnaar een fax is verzonden.
[Function Settings] > [Scan Setting] Label
Item Takenlijst
1 Instellen
weergave
gebied 1
Weergeeft de huidige instellingen voor weergegeven onderdelen.
2 Instellen
weergave
gebied 2
Weergeeft een lijst van instellingen die niet zijn ingesteld door
onderdelen weergegeven in instelling weergave gebied 1.
630
631
Namen en functies van schermitems voor internetfax
Tabblad [Internet Fax]
Item Beschrijving
1 Bestemming
gebied Kies een fax bestemming. De gekozen fax bestemming verschijnt in dit
gebied.
Wanneer tenminste 1 bestemming is gespecificeerd, kunt u drukken op
[Display all] om te bewerken, toe te voegen, of een bestemming te
verwijderen.
2 Afkorting
knoppen Weergeeft afkort iconen voor gebruik van bepaalde fax functies.
De scherm afbeelding toont de fabriek standaard instelling. De instelling kan
worden veranderd via Beheerder Instelling.
3 Eenmaal-
drukken
knoppen
Weergeeft bestemmingen die zijn toegekend aan eenmaal-drukken knoppen.
Druk op een knop om een bestemming toe te voegen.
4 Functie
instellingen Weergeeft de huidige instellingen
De instelling kan worden veranderd voor bepaalde functies.
[Basic] Label
Onderdeel Beschrijving
1 Adresboek Weergeeft e-mail adressen geregistreerd in het Adres Boek.
Kies een e-mail adres als een bestemming vanaf het Adres Boek.
2 Groep lijst Weergeeft een lijst van groepen waarin e-mail adressen worden
geregistreerd.
Kies een groep als een bestemming vanaf de Groep Lijst.
632
3 Tx Geschiedenis Weergeeft een verzending geschiedenis.
Kies een bestemming vanaf de verzending geschiedenis.
4 Handmatige invoer Voer een e-mail adres handmatig in om het te gebruiken als een
bestemming.
5 LDAP Zoek naar een e-mail adres vanaf de LDAP server om het te
gebruiken als een bestemming.
Er zijn twee zoek methodes: Simpel Zoeken en Geavanceerd Zoeken.
6 Scanformaat Specificeert de scan grootte om een document te scannen.
7 Registreren naar
taakmacro Registreert huidige instellingen naar Taak Macro.
8Weergeeft Help onderwerpen.
[Advanced] Label
Onderdeel Beschrijving
1 Dubbelzijdig
scannen Specificeert dubbel scannen.
Stel deze functie in wanneer u beide zijden van een document scant.
2 Beantwoord
naar Specificeert een e-mail adres als een antwoord bestemming.
Wanneer de ontvanger antwoord op de ontvangen e-mail, wordt het
antwoord verzonden naar het e-mail adres dat hier is gespecificeerd.
3 Onderwerp Specificeert het onderwerp van de e-mail.
4 E-mail
lichaam Specificeert de hoofdtekst van de e-mail.
5 Bestandsnaam Specificeert de bestandsnaam voor het gescande bestand.
Wanneer niet gespecificeerd, zal het bestand genaamd worden volgens de
fabriek standaard instelling.
6 Continue Scan Scant meerdere documenten als een enkele taak.
7 Preview Toont faxafbeeldingen die verzonden zullen worden op het aanraakpaneel.
8 Compressie
ratio Specificeert een compressie niveau voor het gescande bestand.
[Image Settings] Label
633
Onderdeel Beschrijving
1 Dichtheid Stelt een niveau van scan dichtheid bij.
2 Resolutie Specificeert resolutie om een document te scannen.
3 Achtergrond Verwijdering Stelt een niveau bij van de document achtergrond verwijdering.
[Function Settings] > [Destination] Label
Voeg toe, bewerk of verwijder een bestemming waarnaar een fax is verzonden.
[Function Settings] > [Scan Setting] Label
Item Takenlijst
1 Instellen
weergave
gebied 1
Weergeeft de huidige instellingen voor weergegeven onderdelen.
2 Instellen
weergave
gebied 2
Weergeeft een lijst van instellingen die niet zijn ingesteld door
onderdelen weergegeven in instelling weergave gebied 1.
634
635
Onderhoud
Deze sectie gaat over de vervanging van verbruiksartikelen en reiniging, om ervoor te
zorgen dat de machine comfortabel in gebruik is en langer meegaat. U vindt er ook
informatie over updates en de verwijdering van driver(s) op een computer die op de
machine aangesloten is.
Memo
De procedures voor het vervangen van verbruiksmaterialen en het reinigen van onderdelen kan
vanaf het besturingspaneel worden gezien. Druk op [Troubleshooting (Probleemoplossing)] op
het aanraakscherm.
Verbruiksartikelen vervangen
Dit onderdeel beschrijft hoe formulieren te registreren.
Reinigen van Ieder Onderdeel van de Machine
Deze paragraaf geeft uitleg over het reinigen van elk deel van uw machine.
Bijwerken Geïnstalleerde Drivers
Dit onderdeel beschrijft hoe formulieren te registreren. U moet aangemeld zijn als
Administrator om deze procedure te kunnen uitvoeren.
Verwijderen Geïnstalleerde Drivers
Dit deel beschrijft hoe computerdrivers verwijdert. U moet inloggen als de beheerder om
deze procedure te volbrengen.
Geheugen en instellingen initialiseren
Deze paragraaf beschrijft hoe het geheugen geïnitialiseerd wordt en de instellingen in het
apparaat worden opgeslagen.
636
Verbruiksartikelen vervangen
Dit deel beschrijft hoe verbruiksmiddelen te vervangen.
Voorzorgsmaatregelen bij het vervangen
De tonercartridge vervangen
Alleen voor tonercartridge K (zwart)
Voor tonercartridges met C (cyaan), M (magenta), Y (geel)
Vervangen van de afbeeldingsdrum
Vervangen van de afbeeldingsdrum en de tonercartridge op hetzelfde moment
De band vervangen
De fuser vervangen
De Invoerrol (Lade 1/Lade 2/Lade 3/Lade 4)
De Invoerrol vervangen (MP Lade).
De nietcassette vervangen
637
Voorzorgsmaatregelen bij het vervangen
Observeer de volgende voorzorgsmaatregelen bij het vervangen.
Gooi geen toner of
toner patroon in een
vuur. De toner kan
verspreiden, wat
brandwonden
veroorzaakt.
Bewaar geen toner
patroon in een locatie
waar het is
blootgesteld aan open
vuur. De toner kan
ontsteken, wat
resulteert in vuur of
brandwonden.
Zuig geen gemorste
toner op met een
elektrische stofzuiger.
Het opzuigen van
gemorste toner met
een elektrische
stofzuiger kan
resulteren in
ontsteking door
vonken van
elektrische contacten
of andere redenen.
Wanneer toner wordt
gemorst op de vloer of
andere plaatsen, veeg
de toner rustig met
een natte lap of
andere doek weg.
Sommige onderdelen
in de machine worden
zeer heet. Raak geen
locaties rondom een
"CAUTION HOT" etiket
aan. Verbrandingen
kunnen optreden.
Houdt toner patronen
buiten het bereik van
kinderen. Wanneer
een kind per ongeluk
toner inslikt, zoek
onmiddellijk medisch
advies.
Wanneer u toner
inhaleert, gorgel met
een grote hoeveelheid
water, en ga naar een
plaats met frisse lucht.
Zoek medisch advies
wanneer nodig.
Wanneer toner op uw
handen of andere
delen van uw huid
belandt, was het
grondig met zeep en
water.
Wanneer toner in uw
ogen belandt, spoel
het onmiddellijk met
een grote hoeveelheid
water. Zoek medisch
advies wanneer nodig.
Wanneer u toner
inslikt, spuug het uit.
Zoek medisch advies
wanneer nodig.
Wanneer u een papier
obstructie behandeld
of toner patronen
vervangt, wees
voorzichtig en laat
nieit uw kleren of
handen vies worden
met toner. Wanneer
toner op uw kleding
belandt, was met
koud water. Wanneer
toner heet wordt door
wassen met heet
water of andere
methodes, zal de
Haal de afbeelding
trommel of toner
patroon niet uit
elkaar. U kunt de
verspreide toner
inademen, of de toner
kan op uw handen of
kleding belanden, wat
dit vuil maakt.
Bewaar toner patronen
door ze in een zak te
plaatsen terwijl u
voorzichtig bent om
geen toner te morsen.
638
toner uw textiel
bevlekken en wordt
het onmogelijk om te
verwijderen.
Opmerking
Gebruik originele OKI Data-verbruiksmiddelen om een optimale werking van de producten te
verzekeren.
Kosten voor diensten voor problemen veroorzaakt door het gebruik van verbruiksmiddelen
anders dan originele OKI Data verbruiksmiddelen zijn opgelopen, ongeacht de garantie of in
het onderhoud contract. (Alhoewel gebruik van niet-originele verbruiksmiddelen niet altijd
resulteert in problemen, wees extra voorzichtig bij het gebruik hiervan.)
639
De tonercartridge vervangen
In deze sectie wordt beschreven hoe u kunt weten wanneer een tonercartridge vervangen
moet worden.
Wanneer het bericht "Toner [KLEUR] bijna op" ("[KLEUR]" geeft C (cyaan), M (magenta), Y
(geel) of K (zwart) aan) verschijnt op het scherm, leg dan een vervangende tonercartridge
klaar.
Wanneer "Toner [KLEUR] leeg" verschijnt en het afdrukken wordt stopgezet, vervang de
tonercartridge dan.
Memo
Zelfs als de tonercartridges voor cyaan (blauw), magenta (rood) of geel leeg zijn, kunt u nog
afdrukken in zwartwit door [Monochroom] of [Grijsschaal] te selecteren. Vervang de
tonercartridge echter snel wanneer deze leeg is. Als u dat niet doet, kan de afbeeldingsdrum
beschadigd raken.
Opmerking
Zorg dat u een nieuwe tonercartridge bij de hand hebt, aangezien de afdrukkwaliteit afneemt
na meer dan één jaar sinds het verbreken van de verzegeling.
Als u de tonercartridge/afbeeldingsdrum vervangt terwijl deze wordt gebruikt, zal de
hoeveelheid gebruikte toner niet normaal worden geteld.
Bij het openen en sluiten van de uitvoerlade nadat het bericht "Kleurtoner leeg" getoond is,
kunt u nog afdrukken. Daarna kunt u niet verder afdrukken. Vervang de tonercartridge. Als
u dat niet doet, kan de afbeeldingsdrum beschadigd raken.
Mogelijk morst u tonerpoeder wanneer u een tonercartridge verwijdert voordat de toner op
is.
Alleen voor tonercartridge K (zwart)
Voor tonercartridges met C (cyaan), M (magenta), Y (geel)
640
Alleen voor tonercartridge K (zwart)
Memo
Raadpleeg wanneer u de tonercartridges voor C, M, Y vervangt "Voor tonercartridges met C
(cyaan), M (magenta), Y (geel)".
1. Leg een nieuwe tonercartridge voor [K] klaar.
2. Houd de hendel (A) vast om de scanner-eenheid te openen.
3. Steek uw vinger in het palletje (B) aan de rechterzijde van het
apparaat en en trek aan de hendel (1) voor het naar voren openen
van de voorklep (2).
4. Draai de blauwe hendel (3) van het tonerpatroon naar u toe totdat
de top precies op het teken valt.
641
5. Til de tonercartridge (4) aan de rechterzijde omhoog en verwijder
deze uit de machine.
Gooi opgebruikte tonercartridges niet in vuur. Ze kunnen ontploffen, en de toner binnenin
kan wegstuiven en brandwonden veroorzaken.
Opmerking
Wanneer tonerpoeder op het papierinvoergedeelte binnen in de machine druppelt, kunt u
dit afvegen met een goed uitgewrongen natte doek.
U kunt zich branden.
642
6.
Pak een nieuwe tonercartridge uit.
7. Schud de cartridge verscheidene malen verticaal en horizontaal.
8. Verwijder de tape (5) van de tonercartridge.
9. Plaats een nieuwe tonercartridge (6) door de inspringing aan de
linkerzijde van de tonercartridge (7) op één lijn te brengen met
het uitsteeksel (8) op de image drum, zodat het kleuretiket van de
tonercartridge voor [K] overeenkomt met de image drum voor [K].
Breng vervolgens de rechterkant voorzichtig op zijn plaats.
Opmerking
Plaats geen tonercartridge zonder de tape te verwijderen.
10. Draai de blauwe hendel (3) van het tonerpatroon naar achteren
totdat de top precies op het teken valt en druk het
tonerpatroon naar beneden.
643
11. Sluit de voorklep (2).
Opmerking
De voorklep kan niet worden gesloten als de uitvoerlade niet goed gesloten is.
12. Houd de hendel vast (A) om de scanner-eenheid te sluiten.
13. Gelieve tonerpatronen te recycleren.
644
Memo
Als u gebruikte afbeeldingsdrums wilt wegdoen, plaats deze dan in polyethyleen zakken of
andere houders en zorg ervoor dat u de regels of instructies van het plaatselijk bestuur
volgt.
645
Voor tonercartridges met C (cyaan), M (magenta), Y
(geel)
Memo
Raadpleeg wanneer u alleen de tonercartridge voor K vervangt "Alleen voor tonercartridge K
(zwart)".
1. Leg nieuwe tonercartridges klaar.
2. Houd de hendel (A) vast om de scanner-eenheid te openen.
3. Steek uw vinger in het palletje (B) aan de rechterzijde van het
apparaat en en trek aan de hendel (1) voor het naar voren openen
van de voorklep (2).
4. Druk op de knop ( C ) en open de Uitvoerlade (3).
646
De fuser is zeer heet. Raak dit gedeelte van de printer niet aan.
5. Bepaal aan de hand van de kleur van het etiket welk tonerpatroon
leeg is.
6. Draai de blauwe hendel (4) van het tonerpatroon naar u toe totdat
de top precies op het teken valt.
7. Til het tonerpatroon (5) aan de rechterzijde omhoog en verwijder
deze uit de machine.
Gooi opgebruikte tonercartridges niet in vuur. Ze kunnen ontploffen, en de toner binnenin
kan wegstuiven en brandwonden veroorzaken.
U kunt zich branden.
U kunt zich branden.
647
8.
Installeer een nieuwe toner patroon.
9. Schud de cartridge verscheidene malen verticaal en horizontaal.
10. Verwijder de tape (6) van het tonerpatroon.
11. Plaats een nieuwe tonercartridge (5) door de inspringing aan de
linkerzijde van de tonercartridge (7) op één lijn te brengen met
het uitsteeksel (8) op de image drum, zodat de kleuretiketten van
de tonercartridge en de image drum overeenkomen. Breng
vervolgens de rechterkant voorzichtig op zijn plaats.
Opmerking
Plaats geen tonercartridge zonder de tape te verwijderen.
12. Draai de blauwe hendel (4) van het tonerpatroon naar achteren
totdat de top precies op het teken valt en druk het
tonerpatroon naar beneden.
648
Opmerking
Wanneer de tonercartridge niet goed is bevestigd, kan de afdrukkwaliteit minder worden.
13. Veeg de lens van de LED kop lichtjes schoon met een zachte tissue.
Opmerking
Gebruik geen oplossingen zoals methanol alcohol en verdunner. Deze veroorzaken schade
aan de LED-koppen.
14. Sluit de Uitvoerlade (3) door stevig op beide zijden van de
Uitvoerlade (3) te drukken.
649
15.
Sluit de voorklep (2).
Opmerking
De voorklep kan niet worden gesloten als de uitvoerlade niet goed gesloten is.
16. Houd de hendel vast (A) om de scanner-eenheid te sluiten.
17. Recycle tonercartridges.
Memo
Wanneer u zich moet ontdoen van gebruikte toner patronen, stop ze in polyethyleen zakken of
andere container, en weer er zeker van om de regels of instructies te volgen van uw lokale
overheid
650
651
Vervangen van de afbeeldingsdrum
Dit deel beschrijft hoe de vervangingsperiode van een afbeeldingsdrum te herkennen, en
hoe de afbeeldingsdrum te vervangen.
Alvorens te vervangen
Alleen de afbeeldingsdrum vervangen
Alvorens te vervangen
Wanneer het bericht "Afbeeldingsdrum [KLEUR] nadert einde levensduur" verschijnt op het
scherm, leg dan een vervangende drum klaar. Als u verder afdrukt, wordt het bericht
"Einde levensduur afbeeldingsdrum [KLEUR]" weergegeven en wordt het afdrukken
stopgezet.
Wanneer de "Installeer Alstublieft Een nieuwe Afbeelding Trommel" boodschap wordt
weergegeven en het printen stopt, vervang dan de afbeelding trommel.
Wanneer u A4 papier gebruikt (simplex printen), is de geschatte vervanging cyclus van een
afbeelding trommel ongeveer 30,000 vellen. Deze schatting neemt aan de standaard
gebruik conditie (drie pagina's worden geprint per keer). Printen van een pagina per keer
reduceert de levensduur van de trommel met ongeveer de helft.
Het actuele aantal van geprinte pagina's kan minder zijn dan de helft van de hierboven
schatting afhankelijk van de print omstandigheden.
Opmerking
Het actuele aantal pagina's dat u kunt printen met de afbeeldingsdrum hangt af van hoe u de
machine gebruikt. Het kan minder zijn dan de helft van de hierboven schatting afhankelijk
van de print omstandigheden.
Print kwaliteit kan afnemen na 1 jaar volgend op het uitpakken van de toner patroon.
Vervang de toner patroon door een nieuwe.
Hoewel u door de uitvoerlade te openen en sluiten de levensduur van een afbeeldingsdrum
enige tijd kunt verlengen, is het raadzaam om deze snel te vervangen wanneer "Nieuwe
afbeeldingsdrum installeren" wordt weergegeven.
Wanneer de [Device Setting (Apparaatinstelling)] > [Admin Setup (Beheerdersinstelling)] >
[Management (Beheer)] > [System Setup (Systeeminstellingen)] > [Near Life Status (Bijna
Op Status)] op [Disable (Uitschakelen)] wordt ingesteld dan zal de melding de "[COLOR
(KLEUR)] Afbeeldingsdrum Bijna Op" niet verschijnen.
Alleen de afbeeldingsdrum vervangen
Dit deel beschrijft hoe de afbeelding trommel te vervangen wanneer u wilt doorgaan met het
gebruik van de toner patroon.
Opmerking
Als u een nieuwe afbeeldingsdrum gebruikt in combinatie met de tonercartridges die
momenteel in gebruik zijn, zal de indicatie van de resterende hoeveelheid tonercartridge
niet juist worden weergegeven. De berichten "Afbeeldingsdrum [KLEUR] nadert einde
levensduur" or "Einde levensduur afbeeldingsdrum [KLEUR]" zullen mogelijk snel naar de
vervanging weergegeven worden.
Wees extra voorzichtig wanneer u de afbeelding trommel (de groene cilinder) hanteert,
652
omdat het breekbaar is.
Stel de afbeelding trommel niet bloot aan direct zonlicht of sterk licht (ongeveer 1500 lux of
meer). Zelfs onder binnenverlichting, verlaat de afbeelding trommel niet voor langer dan 5
minuten.
Gebruik originele OKI Data verbruiksmiddelen om een optimale werking van de producten te
verzekeren.
Kosten voor diensten voor problemen veroorzaakt door het gebruik van verbruiksmiddelen
anders dan originele OKI Data verbruiksmiddelen zijn opgelopen, ongeacht de garantie of in
het onderhoud contract. (Alhoewel gebruik van niet-originele verbruiksmiddelen niet altijd
resulteert in problemen, wees extra voorzichtig bij het gebruik hiervan.)
Memo
U kunt de instellingen voor het tonen van de melding "[COLOR (KLEUR)] Afbeeldingsdrum Bijna
Op" wijzigen. Stel in van [Device Setting (Apparaatinstelling)] > [Admin Setup
(Beheerdersinstellingen)] > [User Install (Gebruikersinstallatie)] > [Drum Near Life Timing
(Drum Bijna Op Timing)]. Beschikbare waardes lopen van 500 tot 5.000 (in tussenstappen van
500).
1. Leg een afbeeldingsdrum klaar.
2. Houd de hendel (A) vast om de scanner-eenheid te openen.
3. Steek uw vingers in de uitsparing van de hendel (B) aan de zijkant
van de machine en trek de hendel (1) voor het openen van de
voorklep (2) naar voren.
653
4. Druk op de knop ( C ) en open de Uitvoerlade (3).
5. Bepaal aan de hand van de kleur van het etiket welke
afbeeldingsdrum zijn maximale levensduur bereikt heeft.
6. Verwijder de afbeeldingsdrum (4) uit het apparaat en plaats de
afbeeldingsdrum op een vlak oppervlak.
7. Draai de blauwe hendel (6) van het tonerpatroon naar u toe totdat
de top precies op het teken valt, en druk het tonerpatroon naar
beneden.
654
8. Til het tonerpatroon (5) aan de rechterzijde omhoog en verwijder
deze uit de printer.
9. Maak een nieuwe afbeeldingsdrum open en plaats het op een vlak
oppervlak.
10. Verwijder de beschermende vellen.
11. Verwijder de klep van de toner.
12. Plaats de toner cartridge (5), die bij stap 8 werd verwijderd, terug
door ervoor te zorgen dat de uitsparing (7) aan de linkerkant
precies op het uitsteeksel (8) van de afbeeldingsdrum valt zodat
beide etiquetten van resp. de tonercartridge en de
afbeeldingstrommel één lijn vormen. Breng vervolgens de
rechterkant voorzichtig op zijn plaats.
13. Draai de blauwe hendel (6) van het tonerpatroon naar achteren
totdat de top precies op het teken valt en druk het
tonerpatroon naar beneden.
655
14. Controleer de labelkleur van de nieuwe afbeeldingsdrum en plaats
de drum in het apparaat.
15. Sluit de Uitvoerlade (3) door stevig op beide zijden van de
Uitvoerlade (3) te drukken.
16. Sluit de voorklep (2).
Opmerking
De voorklep kan niet worden gesloten als de uitvoerlade niet goed gesloten is.
656
17. Houd de hendel vast (A) om de scanner-eenheid te sluiten.
18. Gelieve de afbeeldingsdrums de recycleren.
Memo
Als u een afbeeldingsdrum moet weggooien, doet u deze in een plastic zak of een
soortgelijke verpakking en gooit u deze weg in overeenstemming met de regelgeving of
richtlijnen van uw woonplaats.
657
Vervangen van de afbeeldingsdrum en de
tonercartridge op hetzelfde moment
Dit deel beschrijft hoe de afbeelding trommel en toner patroon te vervangen met nieuwe op
hetzelfde moment.
Opmerking
Wees extra voorzichtig wanneer u de afbeelding trommel (de groene cilinder) hanteert,
omdat het breekbaar is.
Stel de afbeelding trommel niet bloot aan direct zonlicht of sterk licht (ongeveer 1500 lux of
meer). Laat de afbeelding trommel niet achter voor 5 minuten of meer zelfs onder kamer
verlichting.
Gebruik originele OKI Data verbruiksmiddelen om een optimale werking van de producten te
verzekeren.
Kosten voor diensten voor problemen veroorzaakt door het gebruik van verbruiksmiddelen
anders dan originele OKI Data verbruiksmiddelen zijn opgelopen, ongeacht de garantie of in
het onderhoud contract. (Alhoewel gebruik van niet-originele verbruiksmiddelen niet altijd
resulteert in problemen, wees extra voorzichtig bij het gebruik hiervan.)
1. Leg een nieuwe afbeeldingsdrum en tonercartridge klaar om als
vervanging te dienen.
2. Houd de hendel (A) vast om de scanner-eenheid te openen.
3. Steek uw vinger in het palletje (B) aan de rechterzijde van het
apparaat en en trek aan de hendel (1) voor het naar voren openen
van de voorklep (2).
658
4. Druk op de knop ( C ) en open de Uitvoerlade (3).
De fuser is zeer heet. Raak dit gedeelte van de printer niet aan.
5. Bepaal aan de hand van de kleur van het etiket welk tonerpatroon
leeg is.
6. Verwijder de afbeeldingsdrum (4) uit het apparaat en plaats het op
een vlak oppervlak.
Gooi opgebruikte image drum en tonercartridge niet in vuur. Ze kunnen ontploffen, en de
toner binnenin kan wegstuiven en brandwonden veroorzaken.
U kunt zich branden.
U kunt zich branden.
659
7. Maak een nieuwe afbeeldingsdrum open en plaats het op een vlak
oppervlak.
8. Verwijder de beschermende vellen.
9. Verwijder het deksel van de toner.
10. Pak een nieuw tonerpatroon uit.
11. Schud het patroon verscheidene malen verticaal en horizontaal.
12. Verwijder de tape (5) van het tonerpatroon.
13. Plaats de nieuwe tonercartridge (6) terug door ervoor te zorgen dat
de uitsparing (7) aan de linkerkant precies op het uitsteeksel (8)
van de afbeeldingsdrum valt zodat beide etiquetten van resp. de
tonercartridge en de afbeeldingstrommel één lijn vormen. Breng
vervolgens de rechterkant voorzichtig op zijn plaats.
660
Memo
Raadpleeg "De tonercartridge vervangen". voor de installatiemethode.
14. Draai de blauwe hendel (9) van het tonerpatroon naar achteren
totdat de top precies op het teken valt en druk het
tonerpatroon naar beneden.
15. Controleer de labelkleur van de nieuwe afbeeldingsdrum en plaats
de drum in het apparaat.
16. Sluit de Uitvoerlade (3) door stevig op beide zijden van de
Uitvoerlade (3) te drukken.
661
17. Sluit de voorklep (2).
Opmerking
De voorklep kan niet worden gesloten als de uitvoerlade niet goed gesloten is.
18. Houd de hendel vast (A) om de scanner-eenheid te sluiten.
19. Gelieve afbeeldingsdrums en tonerpatronen te recycleren.
Memo
Als u een afbeeldingsdrum moet weggooien, doet u deze in een plastic zak of een
soortgelijke verpakking en gooit u deze weg in overeenstemming met de regelgeving of
richtlijnen van uw woonplaats.
662
663
De band vervangen
Wanneer de melding "Transportband-eenheid Bijna Op" op het scherm verschijnt, zorg voor
een vervangende transportband-eenheid. U kunt nog ongeveer 2,000 pagina's afdrukken
totdat het volgende bericht verschijnt.
Wanneer het bericht "Band vervangen" verschijnt, vervangt u de band.
De verwachte levensduur van de band is ongeveer 80.000 A4-pagina's, enkelzijdig afgedrukt
(drie pagina's per taak).
Opmerking
Het werkelijke aantal pagina's dat u kunt afdrukken met de band, hangt af van hoe u deze
gebruikt.
Hoewel u door de uitvoerlade te openen en sluiten de levensduur van de band wat kunt
verlengen, moet u deze snel vervangen wanneer "Band vervangen" wordt weergegeven. Zo
voorkomt u storingen.
Als u de band vervangt, gebruikt u deze tot het einde van zijn bruikbare levensduur. Als u de
band verwijdert en een andere installeert en in gebruik neemt voordat de bruikbare
levensduur van de oude is verstreken, zal de levensduur van de nieuwe band niet juist
worden weergegeven.
Wanneer de [Device Setting (Apparaatinstelling)] > [Admin Setup (Beheerdersinstelling)] >
[Management (Beheer)] > [System Setup (Systeeminstellingen)] > [Near Life Status (Bijna
Op Status)] op [Disable (Uitschakelen)] wordt ingesteld dan zal de melding de [Belt Unit
Near Life (Transportband-Eenheid Bijna Op)] niet verschijnen.
De afbeeldingsdrum (de groene buis) is zeer gevoelig. Behandel deze voorzichtig.
Stel de afbeeldingsdrum niet bloot aan direct zonlicht of zeer heldere binnenverlichting
(ongeveer meer dan 1.500 lux). Zelfs bij normale binnenverlichting mag u deze niet langer
dan 5 minuten blootstellen.
Memo
U kunt de instellingen voor het tonen van de melding "Transportband-Eenheid Bijna Op"
wijzigen. Stel in van [Device Setting (Apparaatinstelling)] > [Admin Setup
(Beheerdersinstellingen)] > [User Install (Gebruikersinstallatie)] > [Belt Near Life Timing
(Transportband Bijna Op Timing)]. Beschikbare waardes lopen van 500 tot 5.000 (in
tussenstappen van 500).
1. Leg een vervangende band klaar.
2. Houd de hendel (A) vast om de scanner-eenheid te openen.
664
3. Steek uw vinger in het palletje (B) aan de rechterzijde van het
apparaat en en trek aan de hendel (1) voor het naar voren openen
van de voorklep (2).
4. Druk op de knop ( C ) en open de Uitvoerlade (3).
De fuser is zeer heet. Raak dit gedeelte van de printer niet aan.
5. Neem alle vier de afbeeldingsdrums uit de machine en plaats deze
U kunt zich branden.
665
op een vlakke ondergrond.
6. Bedek de verwijderde afbeeldingsdrums met papier, zodat de
afbeeldingsdrums niet worden blootgesteld aan licht.
7. Draai de blauwe vergrendelingen (4) aan beide zijden van de band
in de richting van de pijl om deze te ontgrendelen.
8. Verwijder de transportband-eenheid door de blauwe hendel vast te
houden.
666
9. Houd de hendel van een nieuwe transportband-eenheid met een
hand vast en ondersteun het onderste deel met de andere hand.
Breng de transportband-eenheid in het apparaat.
10. Draai de blauwe vergrendelingen (4) aan beide zijden van de band
in de richting van de pijl.
11. Plaats alle vier de afbeeldingsdrums terug in de machine.
667
12. Sluit de Uitvoerlade door stevig op beide zijden van de Uitvoerlade
(3) te drukken.
13. Sluit de voorklep (2).
Opmerking
De voorklep kan niet worden gesloten als de uitvoerlade niet goed gesloten is.
14. Houd de hendel vast (A) om de scanner-eenheid te sluiten.
668
15. Gelieve de band te recycleren.
Memo
Als u een band moet weggooien, doet u deze in een kunststofzak of een soortgelijke
verpakking en gooit u deze weg in overeenstemming met de regelgeving of richtlijnen van
uw woonplaats.
669
De fuser vervangen
Wanneer de melding "Fuser-Eenheid Bijna Op" op het scherm verschijnt, zorg voor een
vervangende fuser-eenheid. U kunt nog ongeveer 2,500 pagina's afdrukken totdat het
volgende bericht verschijnt.
Wanneer het bericht "Fuser vervangen" verschijnt, vervangt u de fuser.
De verwachte levensduur van de fuser is maximaal 100.000 A4-pagina's met enkelzijdig
afdrukken.
Opmerking
Het werkelijke aantal pagina's dat u kunt afdrukken met de fuser, hangt af van hoe u deze
gebruikt.
Hoewel u door de uitvoerlade te openen en sluiten de levensduur van de fuser wat kunt
verlengen, moet u deze snel vervangen wanneer "Fuser vervangen" wordt weergegeven. Zo
voorkomt u storingen.
Als u de fuser vervangt, gebruikt u deze tot het einde van zijn bruikbare levensduur. Als u de
fuser verwijdert en een andere installeert en in gebruik neemt voordat de bruikbare
levensduur van de oude is verstreken, zal de levensduur van de nieuwe fuser niet juist
worden weergegeven.
Wanneer de [Device Setting (Apparaatinstelling)] > [Admin Setup (Beheerdersinstelling)] >
[Management (Beheer)] > [System Setup (Systeeminstellingen)] > [Near Life Status (Bijna
Op Status)] op [Disable (Uitschakelen)] wordt ingesteld dan zal de melding de [Fuser Unit
Near Life (Fuser-Eenheid Bijna Op)] niet verschijnen.
Stel de afbeeldingsdrum niet bloot aan direct zonlicht of zeer heldere binnenverlichting
(ongeveer meer dan 1.500 lux). Zelfs bij normale binnenverlichting mag u deze niet langer
dan 5 minuten blootstellen.
Memo
U kunt de instellingen voor het tonen van de melding "Fuser-Eenheid Bijna Op" wijzigen. Stel in
van [Device Setting (Apparaatinstellingen)] > [Admin Setup (Beheerdersinstellingen)] > [User
Install (Gebruikersinstallatie)] > [Fuser Near Life Timing (Fuser Bijna Op Timing)]. Beschikbare
waardes lopen van 500 tot 5.000 (in tussenstappen van 500).
1. Leg de nieuwe fuser klaar.
2. Houd de hendel (A) vast om de scanner-eenheid te openen.
670
3. Steek uw vinger in het palletje (B) aan de rechterzijde van het
apparaat en en trek aan de hendel (1) voor het naar voren openen
van de voorklep (2).
4. Druk op de knop ( C ) en open de Uitvoerlade (3).
Omdat de fuser heet wordt, voert u de procedure voorzichtig uit. Wanneer u deze
omhoogtilt, moet u deze vastpakken bij de handgreep. Probeer deze niet vast te houden
terwijl deze heet is. Wacht totdat deze is afgekoeld en voer daarna de procedure uit.
U kunt zich branden.
671
5.
Trek de linkervergrendelingshendel (4) van de fuser naar voren toe
om deze te ontgrendelen.
6. Pak de fixeereenheid vast bij de handgreep (5) en til deze uit de
machine.
7. Houd de hendel vast en plaats de nieuwe fuser-eenheid in het
apparaat.
8. Duw de linkervergrendelingshendel (4) van de fuser naar achteren
toe om deze te vergrendelen.
672
9. Sluit de Uitvoerlade door stevig op beide zijden van de Uitvoerlade
(3) te drukken.
10. Sluit de voorklep (2).
Opmerking
De voorklep kan niet worden gesloten als de uitvoerlade niet goed gesloten is.
11. Houd de hendel vast (A) om de scanner-eenheid te sluiten.
673
12. Gelieve de fuser te recycleren.
Memo
Als u een fuser moet weggooien, doet u deze in een kunststofzak of een soortgelijke
verpakking en gooit u deze weg in overeenstemming met de regelgeving of richtlijnen van
uw woonplaats.
674
De Invoerrol (Lade 1/Lade 2/Lade 3/Lade 4)
Voor Lade 1 en Lade 2/Lade 3/Lade 4 (Optioneel)
Memo
Het aantal pagina's dat u kunt printen met een papierinvoerrol is afhankelijk van de
omgeving en het papier.
Als papierstoringen voor blijven komen zelfs na het reinigen van de papierinvoerrol, is het
aan te raden de papierinvoerrol te vervangen.
Voor Lade 1 en Lade 2/Lade 3/Lade 4 (Optioneel)
De papierinvoerrol van lade 1 heeft een andere vorm dan die van lade 2/3/4. Bepaal in
welke lade de papierinvoerrol vervangen moet worden, voordat u een nieuwe
papierinvoerrol klaarmaakt.
De procedure voor het vervangen van de papierinvoerrol voor lade 1 wordt hier als
voorbeeld beschreven. Voor lades 2/3/4 geldt dezelfde procedure.
1. Zorg ervoor dat u alles dat hieronder genoemd wordt in uw set
papierinvoerrollen voor lade 1 hebt.
Papierinvoerrol (met mechanisme)
Papierinvoerrol (zonder mechanisme)
Scheidingsroller
Veer
2. Trek de papiercassette (1) uit.
675
3. Open de lipjes (2) op de papierinvoerrol aan de voorkant van de
papiercassette naar buiten toe en schuif de papierinvoerrol (3)
naar links om hem te verwijderen.
4. Open de lipjes (4) op de papierinvoerrol aan de achterkant van de
papiercassette naar buiten toe en schuif de invoerrol (5) naar links
om hem te verwijderen.
5. Bevestig een nieuwe papierinvoerrol (met tandwiel) aan de as aan
de achterzijde.
6. Bevestig een nieuwe papierinvoerrol (zonder tandwiel) aan de as
aan de voorzijde.
676
7. Verwijder papier uit een papiercassette.
8. Open de klep (7) van de scheidingsrol door de twee lipjes (6) aan
de voorkant van de papiercassette in te drukken.
9. Druk de onderdelen naar binnen,ingebed in de projecties op beide
zijden van de papiercassettes, en verwijder de scheidingsrol en
veer.
Opmerking
Voor lade 2/3/4 worden verwijderde veren later gebruikt. Gooi ze niet weg.
10. Bevestig een nieuwe veer aan een nieuwe scheidingsrol. (Voor Lade
2/3/4 gebruik de verwijderde veren in Stap 9).
11. Plaats de veer in de papiercassette en druk de scheidingsrol in de
papiercassette.
677
12. Breng de uitsteeksels van de papiercassette in de uitsparingen aan
beide zijden van de scheidingsrol.
13. Sluit de klep van de scheidingsrol.
14. Plaats papier in de papiercassette en doe de papiercassette in de
machine.
678
De Invoerrol vervangen (MP Lade).
1. Maak de rollers van de papierinvoer in de MP-lade gereed.
2. Open de MP-lade (1) naar voren door uw vingers in de voorste
uitsparingen te plaatsen.
3. Til de MP-lade (1) lichtjes op, druk de rechterarm (2) naar binnen,
en ontgrendel vervolgens de tab (3).
4. Op dezelfde wijze, til de MP lade lichtjes op, druk de rechterarm
naar binnen en ontgrendel vervolgens het lipje.
5. Open de papierklep totdat de klep het apparaat raakt.
Open de lipjes van de bovenste papierinvoerrol naar buiten toe en
679
6.
geleidt de papierinvoerrol naar links om het te verwijderen.
7. Blijf op de scheidingsrolklep drukken, open de lipjes op de lagere
papierinvoerrol naar buiten toe en geleidt de papierinvoerrol naar
links om het te verwijderen.
8. Blijf op het midden van de MP lade drukken en open de klep van de
scheidingsrol naar voren.
9. Verwijder de scheidingsrol.
680
10. Blijf op het midden van de MP lade drukken en plaats een nieuwe
scheidingsrol.
Memo
Raak het rubberen gedeelte van de roller niet aan.
11. Sluit de klep van de scheidingsrol.
12. Plaats de papierinvoerrol (zonder tandwiel) aan de onderste as.
13. Plaats de papierinvoerrol (met tandwiel) aan de bovenste as.
681
14. Verlaag de papierklep.
15. Op dezelfde wijze druk de rechterarm op de MP lade, til de MP lade
lichtjes op en maak het lipje vast.
Opmerking
Als u de MP-lade sluit zonder het lipje weer op zijn plek te doen, kan de klep om het papier
in te stellen barsten. Vergeet dus niet het lipje terug te plaatsen.
16. Op dezelfde wijze druk de linkerarm op de MP lade, til de MP lade
lichtjes op en maak het lipje vast.
Opmerking
Als u de MP-lade sluit zonder het lipje weer op zijn plek te doen, kan de klep om het papier
in te stellen barsten. Vergeet dus niet het lipje terug te plaatsen.
17. Sluit de MP-lade.
Als de MP-lade niet kan worden gesloten, duw het gedeelte van de MP-lade waar het
papier ingesteld wordt dan naar benden om de klep om het papier in te stellen terug
op zijn plaats te doen.
682
683
De nietcassette vervangen
1. Open de klep van de nieter.
2. Verwijder de lege cartridge.
3. Doe de nieuwe cartridge erin.
4. Doe de klep van de nieter dicht.
684
Reinigen van Ieder Onderdeel van de Machine
Deze paragraaf beschrijft hoe het apparaat en de onderdelen gereinigd moeten worden.
Het oppervlak van de machine reinigen
De glasplaat reinigen
De Document Toevoerrollen en de Document Vasthoudrollen reinigen.
Schoonmaken van de Papierinvoerrollen (Lade 1/Lade 2/Lade 3/Lade 4)
De Papierinvoerrollen reinigen (MP Lade)
Reinigen van de LED-kop
685
Het oppervlak van de machine reinigen
Opmerking
Gebruik geen benzine, verdunners, of alcohol, omdat deze de plastic onderdelen van de
machine kunnen beschadigen.
Smeer de machine niet met olie. Gebruik geen olie.
1. Zet de machine uit.
De machine uitschakelen.
2. Veeg de oppervlakte van de machine af met een zacht doekje die is
bevochtigd met water of mild reinigingsmiddel en dan goed
uitgeperst.
Opmerking
Gebruikt niets anders dan water of neutraal reinigingsmiddel.
3. Droog het oppervlak van de machine met een droge zachte doek.
686
De glasplaat reinigen
Reinig de document glasplaat eenmaal per maand om de afbeeldingskwaliteit van de
afdrukken te behouden.
Opmerking
Gebruik geen benzine, verdunners, of alcohol. Zij kunnen de plastic onderdelen van de machine
beschadigen.
1. Open het deksel van de glasplaat.
2. Veeg de ADF documenthouder, glasplaat en de ADF glasplaat
zachtjes schoon met een zachte doek die lichtjes nat werd
gemaakt met water en goed werd uitgewrongen.
Memo
Wanneer de documentglasplaat en het documentvasthoudkussen zeer vuil zijn, veeg ze
voorzichtig af met een doekje dat vochtig is gemaakt met een neutraal reinigingsmiddel
en goed uitgeperst, en veeg dan nogmaals af met een doekje dat iets vochtig is gemaakt
met water en goed uitgeperst.
3.
Sluit de klep van de glasplaat.
687
688
De Document Toevoerrollen en de Document
Vasthoudrollen reinigen.
Als de documentinvoerrollen in de ADF met inkt, tonerdeeltjes of papierstof zijn bevuild,
worden documenten en afdrukken vuil en kan zich een papierstoring voordoen. Reinig de
ADF één keer in de maand om deze problemen te voorkomen.
Opmerking
Gebruik geen benzine, verdunners, of alcohol. Zij kunnen de plastic onderdelen van de machine
beschadigen.
1. Controleer de ADF afdekking.
2. Trek aan de ADF kapopeningshendel (D) en open de ADF kap.
3. Open de klep van de rol.
4. Veeg de document-invoerrollen met een zachte enigszins vochtige
689
doek met water schoon. Veeg het gehele oppervlak van de rol
schoon terwijl u deze met uw hand ronddraait.
5. Duw de klep van de rol.
Memo
Wanneer de document aanvoer rol zeer vuil is, veeg het voorzichtig af met een doekje dat
vochtig is gemaakt met een neutraal reinigingsmiddel en goed uitgeperst, en veeg dan
nogmaals af met een doekje dat iets vochtig is gemaakt met water en goed uitgeperst.
6. Sluit de ADF afdekking.
690
7.
Open de scannereenheid.
8. Trek aan de hendel en open de documenthouder.
9. Veeg de papierinvoerrollen met een zachte en enigszins vochtige
doek met water of een neutraal reinigingsmiddel schoon. Wring
deze dan goed uit.
10. Plaats de documenthouder weer terug op zijn plaats.
691
11. Sluit de scannereenheid.
692
Schoonmaken van de Papierinvoerrollen (Lade 1/Lade
2/Lade 3/Lade 4)
Reinig de papieraanvoerrol in de papiercassette en de rollen binnen in de machine.
Een voorbeeld van lade 1 wordt beschreven in de volgende procedure en dezelfde procedure
is van toepassing op lade 2/3/4.
1. Trek de lade (1) uit.
2. Veeg de twee papierinvoerrollen (2) in de machine schoon met een
vochtige doek die goed is uitgewrongen.
3. Verwijder het papier uit de lade.
4. Veeg de papierinvoerrol (3) op de lade schoon met een vochtige
doek die goed is uitgewrongen.
693
5. Plaats papier in de cassette.
6. Druk de lade terug in de machine.
7. Sluit de lade.
694
De Papierinvoerrollen reinigen (MP Lade)
Reinig de papiertoevoerrollen in de MP-lade.
1. Open de MP-lade (2) naar voren toe door uw vingers in de voorste
uitsparingen (1) te plaatsen.
2. Til de MP-trede (2) licht naar boven, druk de rechter hendel (3)
naar binnen en open het lipje (4).
3. Til op dezelfde manier de MP-trede (2) licht naar boven, druk de
linker hendel (3) naar binnen en open het lipje (4).
695
4. Open de papierklep (5) totdat de klep het apparaat raakt.
5. Veeg de rollen af.
Opmerking
Beschadig de papier- en sensorhendels niet tijdens het reinigen van de rollen.
6. Open de scheidingsrolklep (7) naar voren toe, terwijl u op het
middelste deel van de MP lade drukt.
696
7. Veeg de scheidingsrollen (8) schoon met een vochtige doek die
goed is uitgewrongen.
8. Sluit de scheidingsrolklep (7).
9. Klap de klep om het papier in te stellen (5) neer.
697
10. Til de MP-trede (2) licht naar boven, terwijl u de rechter hendel (3)
van de MP-lade (2) naar binnen duwt en haak het lipje (4) vast.
Opmerking
Als u de MP-lade sluit zonder het lipje weer op zijn plek te doen, kan de klep om het papier
in te stellen barsten. Vergeet dus niet het lipje terug te plaatsen.
11. Op dezelfde wijze druk de linkerarm (3) naar binnen op de MP lade
(2), til de MP lade (2) lichtjes op en maak het lipje vast.
698
Opmerking
Als u de MP-lade sluit zonder het lipje weer op zijn plek te doen, kan de klep om het papier
in te stellen barsten. Vergeet dus niet het lipje terug te plaatsen.
12. Sluit de MP-lade.
Als de MP-lade niet kan worden gesloten, duw het gedeelte van de MP-lade waar het
papier ingesteld wordt dan naar benden om de klep om het papier in te stellen terug
op zijn plaats te doen.
699
Reinigen van de LED-kop
Reinig de LED-kop als er verticale witte lijnen verschijnen, als de afbeeldingen vervagen of
als er vlekken zijn in het gebied rond letters op de afdrukken.
Opmerking
Gebruik geen oplosmiddelen zoals methanol alcohol en verdunners, omdat zulke chemicaliën
de LED-kop kunnen beschadigen.
Stel de afbeelding trommel niet bloot aan direct zonlicht of sterk licht (ongeveer 1500 lux of
meer). Zelfs onder binnenverlichting, verlaat de afbeelding trommel niet voor langer dan 5
minuten.
1. Houd de hendel (A) vast om de scanner-eenheid te openen.
2. Steek uw vinger in het palletje (B) aan de rechterzijde van het
apparaat en en trek aan de hendel (1) voor het naar voren openen
van de voorklep (2).
3. Druk op de knop ( C ) en open de Uitvoerlade (3).
700
De fuser is zeer heet. Raak dit gedeelte van de printer niet aan.
4. Veeg de vier lenzen van de LED-koppen met zacht papier lichtjes
schoon.
5. Sluit de Uitvoerlade door stevig op beide zijden van de Uitvoerlade
te drukken.
6. Sluit de klep van de sleuf.
Opmerking
De voorklep kan niet worden gesloten als de uitvoerlade niet goed gesloten is.
U kunt zich branden.
701
7. Houd de hendel vast (A) om de scanner-eenheid te sluiten.
702
Bijwerken Geïnstalleerde Drivers
Deze paragraaf beschrijft hoe printerstuurprogramma's die in een computer zijn
geïnstalleerd geüpdatet worden. U moet de beheerdersrechten voor de computer hebben
om deze procedure te voltooien.
Het Printerstuurprogramma (Windows) updaten
Het Faxstuurprogramma (Windows) updaten
Het Scannerstuurprogramma (Windows) updaten
Het Printerstuurprogramma (Mac OS X) updaten
Het Scannerstuurprogramma (Mac OS X) updaten
703
Het Printerstuurprogramma (Windows) updaten
Controle detailleert op de laatste driver op de Oki Data website.
Opmerking
U moet zich als beheerder aanmelden om deze procedure uit te voeren.
1. Dubbelklik het gedownloade bestand.
Memo
Wanneer het [User Account Control]-dialoogvenster wordt weergegeven, klikt u op [Yes].
2. Selecteer een model en klik vervolgens op [OK].
3. Lees de gebruikrecht overeenkomst en klik vervolgens op [Agree].
4. Installeer het driver programma in de computer.
Als het stuurprogramma van de vorige versie al is geïnstalleerd, wordt het scherm om
het bijwerken te selecteren weergegeven. Volg de instructies.
Ook het opnieuw opstarten van de computer kan bij het bijwerken van de driver
vereist zijn.
5. Als het dialoogvenster [Program Capability Assistant] na de
installatie wordt weergegeven, zorgt u ervoor dat u op [This
program installed correctly] klikt.
704
Het Faxstuurprogramma (Windows) updaten
Controle detailleert op de laatste driver op de Oki Data website.
Opmerking
U moet zich als beheerder aanmelden om deze procedure uit te voeren.
1. Dubbelklik het gedownloade bestand.
Memo
Wanneer het [User Account Control]-dialoogvenster wordt weergegeven, klikt u op [Yes].
2. Selecteer een model en klik vervolgens op [OK].
3. Lees de gebruikrecht overeenkomst en klik vervolgens op [Agree].
4. Installeer het driver programma in de computer.
Als het stuurprogramma van de vorige versie al is geïnstalleerd, wordt het scherm om
het bijwerken te selecteren weergegeven. Volg de instructies.
Ook het opnieuw opstarten van de computer kan bij het bijwerken van de driver
vereist zijn.
5. Als het dialoogvenster [Program Capability Assistant] na de
installatie wordt weergegeven, zorgt u ervoor dat u op [This
program installed correctly] klikt.
705
Het Scannerstuurprogramma (Windows) updaten
Controleer details over de laatste printer driver op de OKI Data Website.
Opmerking
U moet zich als beheerder aanmelden om deze procedure uit te voeren.
1. Dubbelklik het gedownloade bestand.
Het bestand wordt uitgepakt en vervolgens start het installatieprogramma.
2. Installeer het driver programma in de computer.
706
Het Printerstuurprogramma (Mac OS X) updaten
Controleer details over de laatste driver op de Oki Data-website.
Opmerking
U moet zich als beheerder aanmelden om deze procedure uit te voeren.
1. Verwijder de driver.
Het Printerstuurprogramma (Mac OS X) verwijderen.
2. Installeer een nieuw stuurprogramma.
Een stuurprogramma en software op een computer installeren
707
Het Scannerstuurprogramma (Mac OS X) updaten
Controle detailleert op de laatste driver op de Oki Data website.
Opmerking
U moet zich als beheerder aanmelden om deze procedure uit te voeren.
1. Verwijder de Scanner Driver.
Het Scannerstuurprogramma (Mac OS X) verwijderen.
2. Installeer een nieuwe scanner driver.
Een stuurprogramma en software op een computer installeren
708
Verwijderen Geïnstalleerde Drivers
Deze paragraaf beschrijft hoe het printerstuurprogramma die in een computer is
geïnstalleerd, verwijderd wordt. U moet de beheerdersrechten voor de computer hebben
om deze procedure te voltooien.
Het Printerstuurprogramma (Windows) verwijderen.
Het Faxstuurprogramma (Windows) verwijderen
Het Scannerstuurprogramma (Windows) verwijderen
Het Printerstuurprogramma (Mac OS X) verwijderen.
Het Scannerstuurprogramma (Mac OS X) verwijderen.
709
Het Printerstuurprogramma (Windows) verwijderen.
Opmerking
U moet zich als beheerder aanmelden om deze procedure uit te voeren.
Herstart de computer voordat u de driver verwijdert.
1. Klik op [Start], en kies dan [Devices and Printers].
2. Klik met de rechtermuisknop op het OKI MC873-pictogram en
selecteer vervolgens [Apparaat verwijderen].
Om een printerdriver te midden van meerdere stuurprogramma's te verwijderen
selecteert u [Afdrukwachtrij verwijderen] > [OKIMC873(*)].
* Kies een driver type om te verwijderen.
3. Wanneer een bevestiging boodschap wordt weergegeven, klik op
[Yes].
Opmerking
Wanneer een boodschap wordt weergegeven om u te informeren over het apparaat in
gebruik, herstart een computer, en herhaal dan stappen 1 en 2.
4. Kies een icoon in [Printers and Faxes], en klik dan op [Print server
properties] op de bovenste balk.
5. Kies het [Drivers] label.
6. Wanneer [Change Driver Settings] wordt weergegeven, klik erop.
7. Kies een driver om te verwijderen, en klik dan op [Remove].
8. Wanneer een boodschap wordt weergegeven om u te vragen om te
kiezen of u alleen de driver wilt verwijderen of de driver en het
pakket van het systeem, kies of u de driver en het pakket wilt
verwijderen, en klik dan op [OK].
9. Wanneer een bevestiging boodschap wordt weergegeven, klik op
[Yes].
10. Wanneer het [Remove Driver Package] dialoog venster wordt
weergegeven, klik op [Delete] > [OK].
Opmerking
710
Wanneer verwijdering wordt afgewezen, herstart u de computer, en herhaal dan stappen 4
tot 10.
11. Klik op [Close] in het [Print Server Properties] dialoog venster.
12. Start de computer opnieuw op.
711
Het Faxstuurprogramma (Windows) verwijderen
Opmerking
U moet zich als beheerder aanmelden om deze procedure uit te voeren.
Herstart de computer voordat u de driver verwijdert.
1. Klik op [Start], en kies dan [Devices and Printers].
2. Klik met de rechtermuisknop op het OKI MC873-pictogram en
selecteer vervolgens [Apparaat verwijderen].
Om een printerdriver te midden van meerdere stuurprogramma's te verwijderen
selecteert u [Apparaat verwijderen] > [OKIMC873(*)].
* Kies een driver type om te verwijderen.
3. Wanneer een bevestiging boodschap wordt weergegeven, klik op
[Yes].
Opmerking
Wanneer een boodschap wordt weergegeven om u te informeren over het apparaat in
gebruik, herstart een computer, en herhaal dan stappen 1 en 2.
4. Kies een icoon in [Printers and Faxes], en klik dan op [Print server
properties] op de bovenste balk.
5. Kies het [Drivers] label.
6. Wanneer [Change Driver Settings] wordt weergegeven, klik erop.
7. Kies een driver om te verwijderen, en klik dan op [Remove].
8. Wanneer een boodschap wordt weergegeven om u te vragen om te
kiezen of u alleen de driver wilt verwijderen of de driver en het
pakket van het systeem, kies of u de driver en het pakket wilt
verwijderen, en klik dan op [OK].
9. Wanneer een bevestiging boodschap wordt weergegeven, klik op
[Yes].
10. Wanneer het [Remove Driver Package] dialoog venster wordt
weergegeven, klik op [Delete] > [OK].
Opmerking
712
Wanneer verwijdering wordt afgewezen, herstart de computer, en herhaal dan stappen 4
tot 10.
11. Klik op [Close] in het [Print Server Properties] dialoog venster.
12. Start de computer opnieuw op.
713
Het Scannerstuurprogramma (Windows) verwijderen
Opmerking
U moet zich als beheerder aanmelden om deze procedure uit te voeren.
1. Klik op [Start], en kies dan [Control Panel] > [Uninstall a program].
2. Selecteer [OKI universele scanner] en klik vervolgens op
[Installatie ongedaan maken].
3. Wanneer het [User Account Control] dialoog venster wordt
weergegeven, klik op [Yes].
4. Wanneer een bevestiging boodschap wordt weergegeven, klik op
[Yes].
5. Klik op [Finish] op het "Verwijderen Gereed" scherm.
714
Het Printerstuurprogramma (Mac OS X) verwijderen.
Voor Mac OS X 10.9 tot 10.10
Voor Mac OS X 10.7 tot 10.8
Voor Mac OS X 10.6 8
Opmerking
U moet zich als beheerder aanmelden om deze procedure uit te voeren.
Voor Mac OS X 10.9 tot 10.10
1. Kies [System Preferences] vanaf het Apple menu.
2. Kies [Printers & Scanners].
3. Kies een apparaat om te verwijderen, en klik dan op [-].
Wanneer een bevestiging boodschap wordt weergegeven, klik op [Delete Printer].
4. Sluit het [Printer & Scanners] dialoog venster.
5. Plaats de "Software DVD-ROM" in een computer.
6. Dubbelklik op [OKI] > [Stuurprogramma's] > [PS] > [Installatie
ongedaan maken].
7. Volg de instructies op het scherm, geef het beheerder wachtwoord
op, en klik dan op [OK] totdat de verwijdering procedure gereed is
8. Verwijder de "Software DVD-ROM" uit de computer.
Voor Mac OS X 10.7 tot 10.8
1. Kies [System Preferences] vanaf het Apple menu.
2. Kies [Print & Scan].
3. Kies een apparaat om te verwijderen, en klik dan op [-].
Wanneer een bevestiging boodschap wordt weergegeven, klik op [Delete Printer].
4. Sluit het [Print & Scan] dialoog venster.
5. Plaats de "Software DVD-ROM" in een computer.
715
6. Dubbelklik op [OKI] > [Stuurprogramma's] > [PS] > [Installatie
ongedaan maken].
7. Volg de instructies op het scherm, geef het beheerder wachtwoord
op, en klik dan op [OK] totdat de verwijdering procedure gereed is
8. Verwijder de "Software DVD-ROM" uit de computer.
Voor Mac OS X 10.6 8
1. Kies [System Preferences] vanaf het Apple menu.
2. Kies [Print & Fax].
3. Kies een apparaat om te verwijderen, en klik dan op [-].
Wanneer een bevestiging boodschap wordt weergegeven, klik op [Delete Printer].
4. Sluit het [Print & Fax] dialoog venster.
5. Plaats de "Software DVD-ROM" in een computer.
6. Dubbelklik op [OKI] > [Stuurprogramma's] > [PS] > [Installatie
ongedaan maken].
7. Volg de instructies op het scherm, geef het beheerder wachtwoord
op, en klik dan op [OK] totdat de verwijdering procedure gereed is
8. Verwijder de "Software DVD-ROM" uit de computer.
716
Het Scannerstuurprogramma (Mac OS X) verwijderen.
Opmerking
U moet zich als beheerder aanmelden om deze procedure uit te voeren.
1. Vanaf de harde schijf, kies [Library] > [Image Capture] >
[Devices].
2. Verwijder "OKI Scanner".
3. Vanaf de harde schijf,kies [Applications] > [OKIDATA] > [Scanner].
4. Verwijder het "netwerk scanner setup gereedschap".
5. Start de computer opnieuw op.
717
Geheugen en instellingen initialiseren
Geheugen initialiseren en de opgeslagen instellingen in de machine.
Flashgeheugen initialiseren
De Apparaatinstellingen initialiseren
De netwerkinstellingen initialiseren
De macrofunctie, faxverzending en ontvangstgegevens initialiseren
718
Flashgeheugen initialiseren
Bewaarde e-mailsjablonen en andere gegevens worden in het geheugen opgeslagen.
Initialiseer het geheugen door de onderstaande procedure te volgen.
Opmerking
Wanneer u het geheugen initialiseert, worden de volgende gegevens verwijderd.
De taakgegevens opgeslagen met [Secure Print (Beveiligd Afdrukken)], [Encrypted Secure
Print (Gecodeerd Beveiligd Afdrukken)], [Store to Printe (Opslaan naar Printer)] of [ID
Secure Job (D Beveiligde Taak)].
Aangepaste voorbeeldgegevens
Gegevens voor formulieren
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk meerdere keren op of en druk op [Management
(Beheren)].
5. Druk op [Opslag onderhoudsconfigur].
6. Druk op [Initiële vergrendeling] om het scherm naar [Uitschakelen]
te wijzigen.
7. Druk op [Terug].
8. Press [Flash-geheugensetup] of selecteer een opslagmedia om te
formatteren vanuit "HDD-setup".
9. Druk op [Initialiseren].
10. Druk, als HDD geselecteerd is in stap 9, op [Formatteren van
partitie] en selecteer vervolgens uit de volgende types. Het menu
in stap 11 verschijnt alleen wanneer "HDD-setup" geselecteerd is.
Beschikbare selectietypes:
PCL, Algemeen, PS
719
Memo
Selecteer uit 2 manieren om het geheugen te initialiseren.
[Initialiseren]: Initaliseert het bereik van open gebied van Flash (weergegeven in
bestandslijst).
[Formateren van partitie]: initialiseert gebruikersinformatie.
11. Druk op [Ja] in het bevestigingsscherm.
720
De Apparaatinstellingen initialiseren
U kunt de geconfigureerde instellingen terugzetten op de standaardwaarde.
Opmerking
Als u de aparaatinstellingen intitialiseert, worden de volgende gegevens verwijderd.
Opgeslagen documenten in het mededelingenvenster voor F-codes
Faxopdrachten die niet verzonden zijn
Faxopdrachten ontvangen in het vertrouwelijk venster voor F-codes
Geregistreerde macrofuncties voor opdrachten
Nummerkeuze logbestanden
E-mail logbestanden
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk meerdere keren op of en druk op [Management
(Beheren)].
5. Druk op [Reset Settings].
Er wordt een boodschap weergegeven die bevestigt dat het feit dat u verdergaat,
ervoor zorgt dat het systeem automatisch heropgestart wordt. Selecteer [Yes] om
door te gaan.
721
De netwerkinstellingen initialiseren
Initialiseren vanaf de instellingenmenu's van deze machine.
Initialiseren vanaf het Bedieningspaneel van deze Machine (Boot Menu)
Opmerking
Deze procedure initialiseert alle netwerkinstellingen.
Initialiseren vanaf de instellingenmenu's van deze
machine.
U kunt de netwerkinstellingen terugzetten naar de standaard fabrieksinstellingen.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [Network Menu].
5. Druk op [Network Setup].
6. Druk op [Factory Defaults].
7. Druk op [Yes].
De netwerkkaart wordt opnieuw opgestart om de instellingen te initialiseren.
Initialiseren vanaf het Bedieningspaneel van deze Machine
(Boot Menu)
Als u niet kunt initialiseren vanaf het configuratiemenu van deze machine, kunt u
initialiseren vanaf het bedieningspaneel.
1. Schakel de machine in terwijl u "6" op het 10-cijferige toetsenbord
vasthoudt.
Het OKI-logo wordt weergegeven.
2. Voer het beheerderswachtwoord in.
722
Het fabrieksingestelde wachtwoord is respectievelijk "admin" en "aaaaaa".
3. Druk op "#" op het tiencijferige toetsenbord.
Het [Boot Menu]-scherm wordt weergegeven.
4. Druk op "1" op het 10-cijferige toetsenbord.
5. Druk op "1" op het 10-cijferige toetsenbord.
723
De macrofunctie, faxverzending en ontvangstgegevens
initialiseren
U kunt de apparaatinstellingen terugzetten naar de standaardfabrieksinstellingen.
Opmerking
Wanneer u de apparaatinstellingen initialiseert, worden de volgende gegevens verwijderd.
Opgeslagen documenten in het mededelingenvenster voor F-codes
Faxopdrachten die niet verzonden zijn
Faxopdrachten ontvangen in het vertrouwelijk venster voor F-codes
Geregistreerde macrofuncties voor opdrachten
Nummerkeuze logbestanden
E-mail logbestanden
Ontvangen faxgegevens (waaronder afbeeldingen ontvangen met beveiligd ontvangen)
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [OK].
5. Druk meerdere keren op of en druk op [Management
(Beheren)].
6. Druk op [Reset Settings].
De boodschap "Indien uitgevoerd, zal deze machine automatisch opnieuw opstarten"
wordt weergegeven. Selecteer [Yes] om door te gaan.
724
Problemen verhelpen
Als een Papieropstopping zich voordoet
Als een Document opstopping zich voordoet
Als de STATUS-knop op het Bedieningspaneel Oplicht of Knippert
Kopieerproblemen
Afdrukroblemen
Scanproblemen
Faxproblemen
Over problemen met afdrukresultaten
Problemen over Software
Problemen met het Apparaat of Papier
Netwerkproblemen
Problemen met AirPrint
Google Cloud Print Problemen
Faxfout codes
Als er een foutbericht wordt weergegeven op het besturingspaneel.
Memo
Wat te doen als u de verwachte zoekresutaten niet kunt vinden?
Als u de verwachte zoekresultaten niet kunt vinden, lees dan "De zoekfunctie gebruiken".
725
Als een Papieropstopping zich voordoet
Als de foutcode "370", "371" of "373" is
Als de foutcode "372" is
Als de foutcode "380" is
Als de foutcode "381" is
Als de foutcode "382", "383", "385" of "389" is
Als de foutcode "384" is
Als de foutcode "390" is
Als de foutcode "391", "392", "393" of "394" is
726
Als de foutcode "370", "371" of "373" is
Er is een papierstoring opgetreden bij de duplexeenheid.
1. Verwijder de duplexeenheid (E) door deze schuin omhoog te
trekken terwijl u de middelste uitsparing aan de achterzijde van de
machine vasthoudt.
2. Controleer op vastgelopen papier in de machine. Als er vastgelopen
papier is, verwijdert u het.
3. Controleer op vastgelopen papier in de duplexeenheid. Als er
vastgelopen papier is, trekt u het voorzichtig uit. Controleer de
achterzijde van de duplexeenheid en als het vastgelopen papier er
nog zit, verwijder het voorzichtig.
4. Open de bovenste klep van de duplexeenheid (1) en controleer op
vastgelopen papier. Als er vastgelopen papier is, trekt u het
voorzichtig uit en sluit u vervolgens de klep.
727
5. Vervang de duplexeenheid (E)in de machine.
De procedure is voltooid.
728
Als de foutcode "372" is
Er is een papierstoring opgetreden bij de voorklep.
1. Verwijder een document uit de ADF of van de glasplaat.
2. Houd de hendel (A) vast om de scanner-eenheid te openen.
3. Steek uw vinger in het palletje (B) aan de rechterzijde van het
apparaat en en trek aan de hendel (1) voor het naar voren openen
van de voorklep (2).
729
4. Verwijder voorzichtig het vastgelopen papier in de richting van de
pijl als u een rand van het vastgelopen papier kunt zien, en ga
vervolgens naar stap 11. Als u geen vastgelopen papier kunt
vinden, gaat u naar stap 5.
5. Houd de hendel vast (A) om de scanner-eenheid te sluiten.
6. Verwijder de duplexeenheid (E) door deze schuin omhoog te
trekken terwijl u de middelste uitsparing aan de achterzijde van de
730
machine vasthoudt.
7. Controleer op vastgelopen papier in de machine. Als er vastgelopen
papier is, verwijdert u het.
8. Controleer of vastgelopen papier in de duplexeenheid. Als er
vastgelopen papier is, trekt u het voorzichtig uit. Controleer de
achterzijde van de duplexeenheid en als het vastgelopen papier er
nog zit, verwijder het voorzichtig.
9. Open de bovenste klep van de duplexeenheid (3) en controleer op
vastgelopen papier. Als er vastgelopen papier is, trekt u het
voorzichtig uit en sluit u vervolgens de klep.
10. Vervang de duplexeenheid (E) in de machine.
11. Sluit de voorklep (2).
731
732
Als de foutcode "380" is
Er is een papierstoring opgetreden bij de voorklep.
1. Verwijder een document uit de ADF of van de glasplaat.
2. Houd de hendel (A) vast om de scanner-eenheid te openen.
3. Steek uw vinger in het palletje (B) aan de rechterzijde van het
apparaat en en trek aan de hendel (1) voor het naar voren openen
van de voorklep (2).
733
4. Verwijder voorzichtig het vastgelopen papier in de richting van de
pijl als u een rand van het vastgelopen papier kunt zien.
5. Houd de hendel vast (A) om de scanner-eenheid te sluiten.
6. Sluit de voorklep (2).
734
De procedure is voltooid.
735
Als de foutcode "381" is
Als er een papierstoring is opgetreden. Open de scanner en de uitvoerlade om te controleren
of " Bericht wordt getoond, er is een papierstoring opgetreden in de buurt van de
afbeeldingsdrum".
Verwijder het vastgelopen papier door de onderstaande procedure te volgen.
1. Verwijder een document uit de ADF of van de glasplaat.
2. Houd de hendel (A) vast om de scanner-eenheid te openen.
3. Steek uw vinger in het palletje (B) aan de rechterzijde van het
apparaat en en trek aan de hendel (1) voor het naar voren openen
van de voorklep (2).
736
4. Druk op de knop © voor het openen van de uitvoerlade en open de
uitvoerlade (3).
De fuser is zeer heet. Raak dit gedeelte van de printer niet aan.
5. Verwijder alle vier de afbeeldingsdrums en leg ze op een vlakke
ondergrond.
6. Bedek de verwijderde afbeeldingsdrums met papier, zodat de
afbeeldingsdrums niet worden blootgesteld aan licht.
U kunt zich branden.
737
7. Trek het vastgelopen papier voorzichtig naar de achterzijde van de
machine toe (de richting van de pijl) als u een rand van het
vastgelopen papier kunt zien.
Trek het vastgelopen papier voorzichtig uit terwijl u de ontgrendelingshendel (4) van
de fixeereenheid omhoog tilt als u geen rand van het vastgelopen papier kunt zien.
Als er nog steeds een rand van het vastgelopen papier in de printer zit, trekt u het
vastgelopen papier voorzichtig naar de achterzijde van de machine toe.
8. Plaats alle vier de afbeeldingsdrums voorzichtig terug in de
machine.
738
9. Sluit de uitvoerlade (3) door stevig op beide zijden van de klep te
drukken.
Memo
Let op de voorklep bij het sluiten van de uitvoerlade. De voorklep kan open gaan en de
uitvoerlade kan naar buiten komen.
10. Sluit de voorklep (2).
Opmerking
De voorklep kan niet worden gesloten als de uitvoerlade niet goed gesloten is.
739
11. Houd de hendel vast (A) om de scanner-eenheid te sluiten.
740
Als de foutcode "382", "383", "385" of "389" is
Als er een papierstoring is opgetreden. Open de scanner en de uitvoerlade om te controleren
of " Bericht wordt getoond, er is een papierstoring opgetreden in de buurt van de
afbeeldingsdrum".
Verwijder het vastgelopen papier door de onderstaande procedure te volgen.
1. Verwijder een document uit de ADF of van de glasplaat.
2. Houd de hendel (A) vast om de scanner-eenheid te openen.
3. Steek uw vinger in het palletje (B) aan de rechterzijde van het
apparaat en en trek aan de hendel (1) voor het naar voren openen
van de voorklep (2).
741
4. Druk op de knop © voor het openen van de uitvoerlade en open de
uitvoerlade (3).
De fuser is zeer heet. Raak dit gedeelte van de printer niet aan.
5. Verwijder alle vier de afbeeldingsdrums en leg ze op een vlakke
ondergrond.
6. Bedek de verwijderde afbeeldingsdrums met papier, zodat de
afbeeldingsdrums niet worden blootgesteld aan licht.
U kunt zich branden.
742
7. Verwijder het vastgelopen papier in de printer.
8. Trek de linkervergrendelingshendel (4) van de fixeereenheid naar
voren toe.
9. Pak de fixeereenheid vast bij de handgreep (5) en til deze uit de
machine.
743
10. Trek de ontgrendelingshendels (6) van de fixeereenheid omhoog,
en trek het vastgelopen papier voorzichtig naar voren toe uit.
11. Als het vastgelopen papier nog in de machine is, houd de beide
zijden van het papier vast om het voorzichtig te verwijderen.
12. Pak de fixeereenheid vast bij de handgreep (5) en plaats deze in de
machine.
744
13.
Duw de linkervergrendelingshendel (4) van de fixeereenheid naar
achteren toe.
14. Plaats alle vier de afbeeldingsdrums voorzichtig terug in de
machine.
15. Sluit de uitvoerlade (3) door stevig op beide zijden van de klep te
drukken.
Memo
Let op de voorklep bij het sluiten van de uitvoerlade. De voorklep kan open gaan en de
uitvoerlade kan naar buiten komen.
16. Sluit de voorklep (2).
De voorklep kan niet goed worden gesloten als de uitvoerlade niet gesloten is.
745
17. Houd de hendel vast (A) om de scanner-eenheid te sluiten.
746
Als de foutcode "384" is
Papier loopt vast bij de bovenste uitvoerlade. Volg de instructies om het vastgelopen papier
te verwijderen.
1. Verwijder een document uit de ADF of van de glasplaat.
2. Houd de hendel (A) vast om de scanner-eenheid te openen.
3. Verwijder het vastgelopen papier.
4. Houd de hendel vast (A) om de scanner-eenheid te sluiten.
747
748
Als de foutcode "390" is
Als er een papierstoring is opgetreden. Open de scanner en de uitvoerlade om te controleren
of " Bericht wordt getoond, er is een papierstoring opgetreden in de buurt van de
papiervoedingsingang".
Verwijder het vastgelopen papier door de onderstaande procedure te volgen.
1. Verwijder een document uit de ADF en van de glasplaat.
2. Als er papier is in de MP-lade, tilt u de klep om het papier in te
stellen (1) omhoog en verwijdert u het papier.
3. Houd de hendel (A) vast om de scanner-eenheid te openen.
4. Steek uw vinger in het palletje (B) aan de rechterzijde van het
apparaat en en trek aan de hendel (2) voor het naar voren openen
van de voorklep (3).
749
5. Verwijder voorzichtig het vastgelopen papier door te trekken aan
de rand van het papier.
Verwijder het papier voorzichtig langs de achterzijde als u de rand van het papier niet
kunt zien.
750
6.
Sluit de voorklep (3).
7. Als u papier plaatst in de MP-lade, tilt u de klep om het papier in te
stellen (1) omhoog en plaatst u het papier met de afdrukzijde
omhoog.
8. Klap de klep om het papier in te stellen (1) neer.
De procedure is voltooid.
751
752
Als de foutcode "391", "392", "393" of "394" is
Er is een papierstoring opgetreden tijdens het invoeren van papier vanuit een
papiercassette.
Opmerking
Als er regelmatig papierstoringen optreden, reinigt u de papierinvoerrollen. Voor meer informatie
raadpleegt u "Schoonmaken van de Papierinvoerrollen (Lade 1/Lade 2/Lade 3/Lade 4)".
In deze procedure wordt lade 1 als voorbeeld gebruikt.
1. Trek de lade waarvoor een fout wordt weergegeven voorzichtig uit
de machine.
2. Verwijder het vastgelopen papier.
Opmerking
Als er geen vastgelopen papier gevonden kan worden, controleer de posities van de
papiergeleiders en papierstoppers in de lade en zorg ervoor dat het papier correct wordt
geplaatst.
3. Druk de lade terug in de machine.
753
4. Steek uw vinger in het palletje (B) aan de rechterzijde van het
apparaat en en trek aan de hendel (1) voor het naar voren openen
van de voorklep (2).
5. Sluit de voorklep.
754
Als een Document opstopping zich voordoet
Als een document zichtbaar is in het papierpad.
Wanneer een document vastloopt in de ADF (Automatischedocumenttoevoer)
755
Als een document zichtbaar is in het papierpad.
1. Open het ADF-afdekking
2. Trek het document eruit langs boven.
3. Sluit de ADF afdekking.
Verwijder het document van de documentlade en sluit vervolgens de ADF-klep.
Anders kunnen de documenten worden gescheurd of gevouwen.
756
Wanneer een document vastloopt in de ADF
(Automatischedocumenttoevoer)
1. Trek aan de openingshendel van de ADF-klep om de ADF-klep te
openen.
2. Verwijder het vastgelopen papier. Ga verder met stap 4 als u het
vastgelopen document niet kunt verwijderen.
Opmerking
Probeer het document niet met geweld te verwijderen.
3. Als u het document hebt kunnen verwijderen, ga dan verder met
stap 7.
4. Open de binnenklep.
757
5.
Als u de rand van het vastgelopen document kunt zien, trek hem er
dan langzaam uit.
6. Als u het document hebt kunnen verwijderen, doe de binnenklep
dan dicht en ga verder naar stap 7.
7. Sluit de ADF-klep.
Als u het vastgelopen document niet kunt zien, ga dan verder met stap 8.
Hiermee is de procedure voltooid.
Verwijder het document van de documentlade en sluit vervolgens de ADF-klep.
Anders kunnen de documenten worden gescheurd of gevouwen.
8. Open de klep van de documenthouder.
758
9. Duw het hengsel naar beneden om de documenthouder te openen.
10. Trek voorzichtig aan het vastgelopen papier om het te verwijderen.
11. Plaats de documenthouder op de oorspronkelijke positie terug.
759
12. Sluit de klep van de documenthouder.
Hiermee is de procedure voltooid.
Memo
Als er een fout plaatsvindt tijdens het kopiëren, wordt het kopiëren geannuleerd.
760
Als de STATUS-knop op het Bedieningspaneel Oplicht of
Knippert
De probleemstatus controleren
Controlerend van de Apparaat Toestand en Job Status
U kunt de status van dit apparaat controleren door de (STATUS)-knop te gebruiken.
De probleemstatus controleren
Als er een probleem optreedt in deze machine, licht de (STATUS)-knop op of knippert
hij. Druk op de (STATUS)-knop en controleer de probleemstatus.
1. Druk op de (STATUS)-knop.
2. Druk op [Systeemstatus].
3. Selecteer een item.
Controlerend van de Apparaat Toestand en Job Status
U kunt de resterende levensduur van verbruiksartikelen controleren, de informatie van het
item en de takenlijst met de (STATUS)-knop.
1. Druk op de (STATUS)-knop.
2. Druk op [Apparaatinformatie].
3. Selecteer een item.
4. Druk op [Sluiten] of [Terug].
761
Kopieerproblemen
Memo
Indien u een probleem niet met de volgende oplossingen kunt oplossen, contacteer uw
handelaar.
Kan niet kopiëren
De gekopieerde uitvoer verschilt van het originele
Overige problemen (Kopiëren)
762
Kan niet kopiëren
Symptoom Punt van
controle Oplossing Referentie
Niet in staat
om te
kopiëren.
Is de machine
uitgedaan? Zet de machine aan. De machine
inschakelen
Start de machine
op? Wacht totdat het initialiseren is
voltooid. -
Is uw document
goed geplaatst? Plaats het document op juiste wijze. Een document
instellen
Zit er papier in de
lade? Plaats papier in de cassette.
Controleer of de papierbak is
geïnstalleerd in de machine.
Papier Laden
Is het juiste
papierformaat
voor het
document in de
lade geplaatst?
Laad het juiste papierformaat voor het
document. Papier Laden
Kan de papierlade
worden
geselecteerd als
[Papierinvoer]
ingesteld is op
[Auto]?
Druk op [Apparaatinstellingen],
selecteer [Papierinstelling] >
[Selecteer lade] > [Kopiëren] > de
papierlade waarop het door u
gebruikte papier is geplaatst en
selecteer vervolgens [AAN] of
[AAN(Prior)].
Specificeren van
de
papiertoevoerlade
(Papiertoevoer)
Is het geladen
papier compatibel
met dubbelzijdig
afdrukken?
Dubbelzijdige kopiëren kan niet
uitgevoerd worden afhankelijk van het
papierformaat, -soort en -gewicht.
Plaats het geschikte papier voor
dubbelzijdig afdrukken en stel dan het
papierformaat correct in, het
documenttype en het
documentgewicht.
Papier Laden
Is het mediatype
van de papierlade
ingesteld op
[Gewoon] of
[Gerecycled]?
Indien [Papierinvoer] is ingesteld op
[Auto], stel het mediatype voor de
papierlade dan in op [Gewoon] of
[Gerecycled].
Papier Laden
Is er een
papierstoring? Controleer een foutmelding en
verwijder dan het geblokkeerde
papier.
Als een
Papieropstopping
zich voordoet
Is er een lege
tonercartridge? Vervang de lege tonercartridge door
een nieuwe. De tonercartridge
vervangen
Bereikt de
afbeeldingsdrum
het einde van zijn
levensduur?
Vervang de afbeeldingsdrum door een
nieuwe. Vervangen van de
afbeeldingsdrum
Nadert het einde
van de
levensduur van
de fuser?
Vervang de fuser. De fuser
vervangen
Nadert het einde Vervang de band. De band
763
van de
levensduur van
de band?
vervangen
Zijn er kleppen op
de machine
open?
Sluit alle kleppen. -
Is er een fout
opgetreden? Los de fout op. Fout Meldingenlijst
Is nog een job
onderweg? Begin te kopiëren nadat de andere job
volledig is. -
Is een printer job
van een
computer of
ander apparaat in
voortgang?
Wacht totdat het afdrukken is voltooid. -
Wordt er op dit
moment een fax
verzonden?
Wacht totdat de verzending is voltooid. -
Staat de continu
scanmodus aan? Selecteer [Scan voltooid] op het
scherm. Continu
scanmodus
inschakelen
(Continu
scannen)
Is de machine
offline? Druk op de (AFDRUK)knop en
selecteer vervolgens [Online/Offline
(Online/Offline)].
-
Bent u
gemachtigd om
kopieën te
maken?
Voer de geautoriseerde PIN in of het
gebruikersnaam en het wachtwoord. Toegangsbeheer
Inschakelen
Kan geen
documenten
van
verschillende
formaten
kopiëren.
Is [Gemengd
formaat]
ingesteld op
[UIT]?
Stel [Gemengd formaat] in op [AAN]. Verschillende
documentformaten
kopiëren
(Gemengd
formaat)
Is de afmeting
van uw document
voor het maken
verschillende
afmeting kopieën
gesteund?
Gebruik document afmetingen die voor
vermengde afmeting kopieën zijn
ondersteund.
Verschillende
documentformaten
kopiëren
(Gemengd
formaat)
Is het papier van
de vereiste lades
geplaatst?
Laad papier van de noodzakelijke
afmetingen op elke papier lade. De
papierlades moeten worden ingesteld
op [AAN] of [AAN (Prior)] in
[Apparaatinstellingen] >
[Papierinstelling] > [Selecteer lade] >
[Kopiëren].
-
Niet in staat
om kopieën
te sorteren.
Is [Sorteren]
ingesteld op
[UIT]?
Stel [Sorteren] in op [AAN]. Iedere set in
paginavolgorde
sorteren
(Sorteren)
Is het geheugen
vol? Verklein het aantal documentpagina's.
Controleer de vrije ruimte in het
geheugen.
Verwijder onnodige taken uit het
De vrije ruimte in
het geheugen
controleren
Overbodige taken
uit het geheugen
764
geheugen.
verwijderen
765
De gekopieerde uitvoer verschilt van het originele
Oorzaak Te controleren aspect Oorzaak Oplossing
De gekopieerde
uitvoer verschilt van
het originele
document.
Is [Dubbelzijdig
kopiëren] ingesteld? Stel [Dubbelzijdig
kopiëren] in op [UIT
(Enkelvoudig)].
Printen op beide zijden
van het papier (Duplex
Kopie)
Is [Mixed Size] gezet
naar [ON]? Zet [Mixed Size] naar
[OFF]. Verschillende
documentformaten
kopiëren (Gemengd
formaat)
Het formaat van de
gekopieerde uitvoer
verschilt van het
formaat van het
originele document.
Is de gepaste papier
afmeting voor het
document dat in het
lade is geladen?
Laad de gepaste afmeting
van papier voor het
document.
Papier Laden
Is het zoom tarief goed
gezet? Zet het gepaste zoom
tarief. Vergrote of verkleinde
kopieën maken
(Zoomen)
Is [Repeat] aangezet? Zet [Repeat] naar [OFF]. Meerdere kopieën op
één vel papier maken
(Herhalen)
Staat [Boekkopie]
ingeschakeld? Zet [Boekkopie] dan UIT. Dubbele pagina's op
twee aparte vellen
kopiëren (Boekkopie)
Een deel van het
document beeld
mist op de
gekopieerde output.
Is [Edge Erase] gezet
naar [ON]? Zet [Edge Erase] naar
[OFF]. Schaduwranden wissen
(Rand wissen)
Staat
[Centrumverwijdering]
ingeschakeld?
Zet
[Centrumverwijdering]
dan UIT.
Schaduwranden wissen
(centrum wissen)
Staat
[Buitenkantverwijdering]
ingeschakeld?
Zet
[Buitenkantverwijdering]
dan UIT.
Verwijderen buitenkant
document
(Buitenkantverwijdering)
Is [Margin] gezet naar
[AAN]? Zet [Margin] naar [OFF]. Instellen Marges
(Marge)
Is [N-in-1]
ingeschakeld? Stel [N-in-1] in op [UIT]. Meerdere pagina's op
één vel papier
combineren (N-in-1)
Kleurendocumenten
worden in zwartwit
gekopieerd.
Staat de kleurselectie op
[Auto]?
De volgende
documenten zullen
mogelijk in zwartwit
gekopieerd worden.
Documenten met een
extreem klein
gekleurd gedeelte
Donkergekleurde
documenten
Lichte documenten
Stel de kleurselectie in op
[Kleur]. Kleurmodus veranderen
U kunt de criteria voor
het bepalen of een
document gekleurd of
zwartwit is instellen in
[Auto
Kleurbeoordelingsniveau].
Scannerinstellingen
Zwartwitdocumenten
worden in kleur
gekopieerd.
Staat de kleurselectie op
[Auto]?
De volgende
Stel de kleurselectie in op
[Mono]. Kleurmodus veranderen
U kunt de criteria voor Scannerinstellingen
766
documenten zullen
mogelijk in kleur
gekopieerd worden.
Geelachtige
documenten
Documenten met
gekleurde
achtergrond
het bepalen of een
document gekleurd of
zwartwit is instellen in
[Auto
Kleurbeoordelingsniveau].
767
Overige problemen (Kopiëren)
Symptoom Punt van controle Oplossing Referentie
Het duurt een
lange tijd om
te beginnen
te kopiëren.
Is [Warming Up] of
[Preparing] getoond
op het beeldscherm
op het
bedieningspaneel?
De machine maakt zich gereed.
Wacht tot de andere kopie is gestart. -
Er werd een
kopieertaak
geannuleerd.
Is er een fout
opgetreden? Een kopieertaak wordt geannuleerd
wanneer er tijdens het kopiëren een
specifieke fout optreedt.
Los het probleem op en herstart de
kopieertaak.
Fout
Meldingenlijst
Zit er papier in de MP-
lade? Wanneer u kopieert met papier vanuit
de MP-lade, controleer dan of er
voldoende papier is geplaatst in de MP-
lade alvorens u begint te kopiëren.
Druk op [Apparaatinstellingen],
selecteer [Papierinstelling] > [Selecteer
lade] > [Kopiëren] > [MP-lade] en
controleer vervolgens of [AAN] of [AAN
(Prior)] is geselecteerd.
-
768
Afdrukroblemen
Memo
Indien u een probleem niet met de volgende oplossingen kunt oplossen, contacteer uw
handelaar.
Voor problemen die door een toepassing worden veroorzaakt, contacteert u de fabrikant van
de toepassing.
Kan niet afdrukken
Netwerkaansluitingssproblemen
Draadloze LAN-verbindingsproblemen
USB-aansluitingsproblemen
769
Kan niet afdrukken
Veelvoorkomend in Windows en Mac OS X
Oorzaak Oorzaak Oplossing
Meer info De machine
staat in slaapstand of
diepe slaapstand.
Druk op de knop (ENERGIEBESPARING) om in
stand-bystatus te gaan. De
energiespaarstand
instellen
De machine is
uitgeschakeld. Zet de machine aan. De machine
inschakelen
Een LAN-kabel of USB-
kabel is ontkoppeld. Zorg ervoor dat de kabel goed is aangesloten op
het apparaat en de computer. Deze machine op
een netwerk
aansluiten
Er is mogelijk een
probleem met een
kabel.
Vervang de kabel door een nieuwe. -
De machine is offline. Druk op de knop (AFDRUKKEN) en selecteer
dan [Online/Offline]. -
Er wordt een foutbericht
weergegeven op het
scherm van het
bedieningspaneel.
Controleer de foutmeldingen op de
schermweergave of druk op [?] op het
aanraakpaneel.
Fout
Meldingenlijst
De interface-instelling is
uitgeschakeld. Controleer de interface-instellingen waarmee u
aan het werk bent op het bedieningspaneel om
te kijken of er overeenstemming is met de
machine-instellingen en de netwerkverbindings-
omgeving.
Deze machine op
een netwerk
aansluiten
Er is een probleem met
de afdrukfunctie. Controleer of het menu-overzicht kan worden
afgedrukt. Het controleren
van de
Informatie op de
Machine
Het led-lampje van de
netschakelaar knippert
snel, met tijdsintervals
van ongeveer 0,3
seconden.
Er kan een storing optreden in de machine. Trek
de stekker onmiddellijk uit het stopcontact en
neem contact op met uw leverancier.
-
Voor Windows
Oorzaak Oorzaak Oplossing
Meer info De machine is
niet ingesteld als
standaardprinter.
Stel de machine in als standaardprinter.
Klik met de rechter muistoets op het OKI MC873-
pictogram in de map [Apparaten en Printers] en kies
vervolgens [Instellen als standaard printer] (als
meerdere drivers zijn geïnstalleerd kiest u [OKI MC873
(*)]).
* Selecteer het vereiste type driver.
-
De output-poort van de Selecteer de output poort voor het verbinden van de LAN -
770
printerdriver is verkeerd. kabel of USB kabel.
De machine verwerkt
gegevens van een
andere interface.
Wacht totdat het afdrukken is voltooid. -
Er wordt [Ongeldige
gegevens ontvangen]
weergegeven op het
scherm en de machine
drukt niet af.
Druk op [Apparaatinstellingen], selecteer
[Beheerdersinstellingen] > [Afdrukinstellingen] >
[Afdrukmenu] > [Printer regelen] > [In-taak Time-out]
en selecteer dan een langere tijd. Het standaard fabriek
wachtwoord is "40".
-
771
Netwerkaansluitingssproblemen
Veelvoorkomend in Windows en Mac OS X
Oorzaak Oorzaak Oplossing
Een crossoverkabel
gebruiken. Gebruik een straight-through kabel (1-op-1). -
De machine werd
ingeschakeld voordat
een kabel verbonden
was.
Verbind de kabels voordat u de machine aanzet. Deze
machine
op een
netwerk
aansluiten
Er is een
compatibiliteitsprobleem
met de hub.
Druk op [Apparaatinstellignen], selecteer
[Beheerdersinstelling] > [Netwerkmenu] >
[Netwerkinstellingen] > [Netwerkinstelling] > [Instelling
HUB-link] en verander dan de instelling.
-
De netwerkverbinding-
instelling is verkeerd. De machine kan niet tegelijk met een bekabeld LAN en
een draadloos LAN worden verbonden. Om met een
bedraad netwerk verbonden te worden stelt u de
netwerkverbinding in op bedraad.
Deze
machine
op een
netwerk
aansluiten
Voor Windows
Oorzaak Oorzaak Oplossing
Het IP-adres is
onjuist. Controleer of hetzelfde IP-adres is ingesteld voor de
machine en de poortinstelling van de machine op de
computer.
Controleer of het IP-adres niet gedupliceerd is door
een ander apparaat.
Controleer of het IP-adres, het subnetmasker en het
gateway-adres zijn ingesteld.
Indien u OKI LPR Utility gebruikt, controleer dan de
instelling van het IP-adres in OKI LPR Utility.
Eenvoudige
instelling
Afdrukken door
OKI LPR Utility te
gebruiken
Niet alle
pagina's
worden
afgedrukt.
Indien u de WSD-poort gebruikt, verander dit dan naar
de standaard TCP/IP-poort. -
772
Draadloze LAN-verbindingsproblemen
Veelvoorkomend in Windows en Mac OS X
Oorzaak Oorzaak Oplossing
De netwerkverbinding-
instelling is verkeerd. De machine kan niet tegelijk met een bekabeld LAN en
een draadloos LAN worden verbonden. Om met een
draadloos netwerk verbonden te worden stelt u de
netwerkverbinding in op draadloos.
Deze
machine
op een
netwerk
aansluiten
Niet verbonden met een
draadloos toegangspunt.
(Indien draadloze LAN-
module geïnstalleerd is)
Controleer dat het draadloze toegangspunt is
ingeschakeld.
Controleer de instellingen voor het draadloze
toegangspunt en probeer vervolgens de handmatige
instellingen of automatische instellingen opnieuw uit
te voeren.
Start de functie voor een draadloze LAN-verbinding
opnieuw.
Druk op [Apparaatinstellingen], selecteer
[Beheerdersinstelling] > [Netwerkmenu] >
[Netwerkinstellingen] > [Draadloze instelling], en
selecteer vervolgens [Draadloze reconnectie].
Installeer dit apparaat op een plek met een goed
uitzicht en in de buurt van een draadloos
toegangspunt. (We stellen voor dat de afstand
tussen het apparaat en het toegangspunt 30 meter
of minder is.)
Als er metaal is, aluminium schraapsel of een muur
met versterkt beton tussen de machine en de
draadloze toegangspunten, kunnen aansluitingen
moeilijker tot stand komen.
Zet geen elektrische, huishoudelijke apparaten die
zwakke radiogolven uitzenden (zoals microgolfovens
of digitale draadloze telefoons) dichtbij de machine.
Deze
machine
op een
netwerk
aansluiten
Voor Windows
Oorzaak Oorzaak Oplossing
Het IP-adres is
onjuist. Controleer of hetzelfde IP-adres is ingesteld voor de
machine en de poortinstelling van de machine op de
computer.
Controleer of het IP-adres niet gedupliceerd is door
een ander apparaat.
Controleer of het IP-adres, het subnetmasker en het
gateway-adres zijn ingesteld.
Indien u OKI LPR Utility gebruikt, controleer dan de
instelling van het IP-adres in OKI LPR Utility.
Eenvoudige
instelling
Afdrukken door
OKI LPR Utility te
gebruiken
Niet alle
pagina's
worden
afgedrukt.
Indien u de WSD-poort gebruikt, verander dit dan naar
de standaard TCP/IP-poort. -
773
774
USB-aansluitingsproblemen
Veelvoorkomend in Windows en Mac OS X
Oorzaak Oorzaak Oplossing
Er wordt een niet-
ondersteunde USB-kabel
gebruikt.
Gebruik een USB 2.0-kabel. -
Er wordt een USB-hub
gebruikt. Verbindt de machine
rechtstreeks met de
computer.
Aansluiten via een USB-Interface
Een printerdriver werd niet
correct geïnstalleerd. Installeer de printerdriver
opnieuw. Een stuurprogramma en software
op een computer installeren
Voor Windows
Oorzaak Oorzaak Oplossing
[USB Assignment
(USB Toewijzing)]
wordt op [IPP
(IPP)] ingesteld.
Druk op [Device Settings (Apparateninstellingen)] >
[AdminSetup (Berheerdersinstellingen)] > [Management
(Beheer)] > [Local Interface (Lokale Interface)] > [USB
Menu (USB-Menu)] > [USB Assignment (USB Toewijzing)] >
[Legacy (Legacy)].
Beheer
De machine is
offline. Klik met de rechter muisknop op het OKI MC873-pictogram
in de map [Apparaten en printers] en kies vervolgens
[Afdruktaken bekijken] (als meerdere drivers zijn
geïnstalleerd kiest u [OKI MC873 (*)]). In het
dialoogvenster selecteert u het menu [Printer] en vervolgens
haalt u het vinkje voor [Printer offline gebruiken] weg.
* Selecteer het vereiste type driver.
-
Er wordt een
schakelaar, buffer,
verlengkabel of
USB-hub gebruikt.
Verbindt de machine rechtstreeks met de computer. Aansluiten
via een
USB-
Interface
Er wordt een
andere
printerdriver
geïnstalleerd, die
werkt wanneer hij
is verbonden via
een USB-interface.
Verwijder de andere printer driver van de computer. -
775
Scanproblemen
Memo
Indien u een probleem niet met de volgende oplossingen kunt oplossen, contacteer uw
handelaar.
Niet in staat te scannen
Kan geen E-Mail Verzenden en Ontvangen
Kan geen Bestanden Opslaan in een Netwerkmap
Netwerkaansluitingssproblemen
Draadloze LAN-verbindingsproblemen
776
Niet in staat te scannen
Punt van controle Oplossing Referentie
Is het apparaat
uitgeschakeld? Zet de machine aan. De machine
inschakelen
Is de kabel op de
machine aangesloten? Controleer de kabelverbindingen en verbind
de kabels dan op juiste wijze. Deze machine op een
netwerk aansluiten
Is de kabel
beschadigd? Vervang de kabel. -
Is de netwerkinstelling
correct? Stel de netwerkinstelling correct in. Deze machine op een
netwerk aansluiten
Is er een fout
opgetreden? Volg de instructies op het scherm van de
machine. Fout Meldingenlijst
777
Kan geen E-Mail Verzenden en Ontvangen
Punt van
controle Oplossing Referentie
Heeft u de LAN-
kabel verbonden
na het aanzetten
van de machine?
Zet de machine uit. Verbindt de LAN-kabel voordat u de
machine aanzet. De machine
uitschakelen.
Is het e-mailadres
van de machine
ingesteld?
Stel het e-mailadres van de machine in. Voordat u
Scan Naar
E-mail
Gebruikt
Is het ingevoerde
e-mailadres
correct?
Voer het juiste e-mailadres in. Voordat u
Scan Naar
E-mail
Gebruikt
Is het SMTP-
serveradres juist? Controleer de SMTP-serverinstelling. Voordat u
Scan Naar
E-mail
Gebruikt
Is het POP3-
serveradres juist? Controleer de POP3-serverinstelling. Voordat u
Scan Naar
E-mail
Gebruikt
Is het DNS-
serveradres juist? Controleer de DNS-serverinstelling. Eenvoudige
instelling
Is er een andere
opdracht aan de
gang?
Wacht totdat de andere opdracht is voltooid. -
Is er een fout
opgetreden? Volg de instructies op het scherm van de machine. Fout
Meldingenlijst
De
netwerkverbinding-
instelling is
verkeerd.
Deze machine kan niet tegelijk met een bekabeld LAN en
een draadloos LAN worden verbonden. Om de machine te
verbinden met een bekabeld netwerk, stelt u de
netwerkverbinding in op een bekabelde
netwerkverbinding. Om te verbinden met een draadloos
netwerk, stelt u de netwerkverbinding in op een draadloze
netwerkverbinding.
Deze
machine op
een netwerk
aansluiten
Niet verbonden
met een draadloos
toegangspunt.
Controleer of de schakelaar van het draadloze
toegangspunt aan staat.
Controleer de instellingen voor het draadloze
toegangspunt en voer vervolgens de handmatige of
automatische instellingen opnieuw uit.
Start de functie voor een draadloze LAN-verbinding
opnieuw.
Druk op [Apparaatinstellingen], selecteer
[Beheerdersinstelling] > [Netwerkmenu] >
[Netwerkinstellingen] > [Draadloze instelling], en
selecteer vervolgens [Draadloze reconnectie].
Deze
machine op
een netwerk
aansluiten
778
779
Kan geen Bestanden Opslaan in een Netwerkmap
Punt van controle Oplossing Referentie
Is de FTP/CIFS-
instelling juist? Controleer de profielinstellingen. Voordat Scannen Naar Gedeelde Map
Gebruikt kan worden
Is er een fout
opgetreden? Volg de instructies op het scherm
van de machine. Fout Meldingenlijst
780
Netwerkaansluitingssproblemen
Veelvoorkomend in Windows en Mac OS X
Oorzaak Oorzaak Oplossing
Een crossoverkabel
gebruiken. Gebruik een straight-through kabel (1-op-1). -
De machine werd
ingeschakeld voordat
een kabel verbonden
was.
Verbind de kabels voordat u de machine aanzet. Deze
machine
op een
netwerk
aansluiten
Er is een
compatibiliteitsprobleem
met de hub.
Druk op [Apparaatinstellignen], selecteer
[Beheerdersinstelling] > [Netwerkmenu] >
[Netwerkinstellingen] > [Netwerkinstelling] > [Instelling
HUB-link] en verander dan de instelling.
-
De netwerkverbinding-
instelling is verkeerd. De machine kan niet tegelijk met een bekabeld LAN en
een draadloos LAN worden verbonden. Om met een
bedraad netwerk verbonden te worden stelt u de
netwerkverbinding in op bedraad.
Deze
machine
op een
netwerk
aansluiten
Voor Windows
Oorzaak Oorzaak Oplossing
Het IP-
adres is
onjuist.
Controleer of hetzelfde IP-adres is ingesteld voor de
machine en de poortinstelling van de machine op de
computer.
Controleer of het IP-adres niet gedupliceerd is door een
ander apparaat.
Controleer of het IP-adres, het subnetmasker en het
gateway-adres zijn ingesteld.
Indien u OKI LPR Utility gebruikt, controleer dan de
instelling van het IP-adres in OKI LPR Utility.
Eenvoudige
instelling
Afdrukken door OKI
LPR Utility te
gebruiken
781
Draadloze LAN-verbindingsproblemen
Veelvoorkomend in Windows en Mac OS X
Oorzaak Oorzaak Oplossing
De netwerkverbinding-
instelling is verkeerd. De machine kan niet tegelijk met een bekabeld LAN en
een draadloos LAN worden verbonden. Om met een
draadloos netwerk verbonden te worden stelt u de
netwerkverbinding in op draadloos.
Deze
machine
op een
netwerk
aansluiten
Niet verbonden met een
draadloos toegangspunt.
(Indien draadloze LAN-
module geïnstalleerd is)
Controleer dat het draadloze toegangspunt is
ingeschakeld.
Controleer de instellingen voor het draadloze
toegangspunt en probeer vervolgens de handmatige
instellingen of automatische instellingen opnieuw uit
te voeren.
Start de functie voor een draadloze LAN-verbinding
opnieuw.
Druk op [Apparaatinstellingen], selecteer
[Beheerdersinstelling] > [Netwerkmenu] >
[Netwerkinstellingen] > [Draadloze instelling], en
selecteer vervolgens [Draadloze reconnectie].
Installeer dit apparaat op een plek met een goed
uitzicht en in de buurt van een draadloos
toegangspunt. (We stellen voor dat de afstand
tussen het apparaat en het toegangspunt 30 meter
of minder is.)
Als er metaal is, aluminium schraapsel of een muur
met versterkt beton tussen de machine en de
draadloze toegangspunten, kunnen aansluitingen
moeilijker tot stand komen.
Zet geen elektrische, huishoudelijke apparaten die
zwakke radiogolven uitzenden (zoals microgolfovens
of digitale draadloze telefoons) dichtbij de machine.
Deze
machine
op een
netwerk
aansluiten
Voor Windows
Oorzaak Oorzaak Oplossing
Het IP-
adres is
onjuist.
Controleer of hetzelfde IP-adres is ingesteld voor de
machine en de poortinstelling van de machine op de
computer.
Controleer of het IP-adres niet gedupliceerd is door een
ander apparaat.
Controleer of het IP-adres, het subnetmasker en het
gateway-adres zijn ingesteld.
Indien u OKI LPR Utility gebruikt, controleer dan de
instelling van het IP-adres in OKI LPR Utility.
Eenvoudige
instelling
Afdrukken door OKI
LPR Utility te
gebruiken
782
783
Faxproblemen
Memo
Indien u een probleem niet met de volgende oplossingen kunt oplossen, contacteer uw
handelaar.
Kan geen fax verzenden
Kan geen fax ontvangen
Kan geen fax verzenden of ontvangen
Overige problemen (Fax)
Faxfout codes
784
Kan geen fax verzenden
Symptoom Punt van controle Oplossing Referentie
Niet in staat om een
fax te sturen Hebt u verzonden
met de juiste
procedure?
Controleer de
procedure en
probeer vervolgens
opnieuw.
Een fax verzenden
(Procedure)
Hebt u het correcte
fax nummer
gespecificeerd?
Indien u snel keuze
gebruikt, print de
snel keuze lijst om
de inschrijving te
controleren.
Een Bestemming
Opgeven (Rechtstreekse
Toegang)
Een Bestemming
(Telefoonboek) opgeven
Een Bestemming
Opgeven (One-touch
Knop)
Een Bestemming
(Verzendgeschiedenis en
Ontvangstgeschiedenis)
opgeven
Heeft u het
geschikte beltype
opgegeven?
Specificeer het
geschikte beltype
voor uw regio.
Gebruikersinstallatie
Is er een probleem
opgetreden bij de
ontvangende
machine?
Vraag de ontvanger
om de ontvangende
machine klaar te
houden voor
ontvangst.
-
Een document kan
niet voortdurend
worden verzonden
Heeft u het
document op de
juiste wijze in de
ADF geplaatst?
Plaats het document
nadat u de voorste
rand ervan heeft
uitgelijnd.
Een document instellen
Na het kiezen, ook al
is de (START)-
knop ingedrukt, kan
de machine geen fax
verzenden.
Heeft u het
geschikte beltype
opgegeven?
Specificeer het
geschikte beltype
voor uw regio.
Gebruikersinstallatie
Is het document
goed geplaatst? Plaats het document
op juiste wijze. Een document instellen
Heeft u het juiste
nummer gekozen? Kies het juiste
nummer. -
Is de ontvanger lijn
bezig? Wacht totdat de lijn
vrij is en probeer dan
opnieuw.
-
Kan een fax niet
handmatig verzenden Heef u het
telefoontoestel
neergelegd
alvorens te
drukken op de
(START)-knop?
Druk op de
(START)-knop. Een fax na een oproep
verzenden (Handmatige
verzending)
Een document kan
niet worden gescand
tijdens de
geheugenverzending.
Is het document
goed geplaatst? Plaats het document
op juiste wijze. Een document instellen
Is het geheugen
vol? Controleer de
gereserveerde
verzending.
Verzenden op een
Gespecificeerde Datum
en Tijd(Uitgestelde Tx)
785
Druk de documenten
af die u ontving bij
de vertrouwelijke
verzending.
Verwijder de
documenten die zijn
opgeslagen in het
mededelingenvenster.
Verwijder de
documenten die
opgeslagen zijn in
beveiligd ontvangen.
Printen van een
document dat is
ontvangen in het
vertrouwelijke venster
van deze machine
Ontvangen van een
Document Dat is
Opgeslagen in een
Bestemming Bulleting
Bord Venster via Fax
(Fcode Polling)
Beveiligingsprotocollen
instellen
786
Kan geen fax ontvangen
Oorzaak Te controleren aspect Oorzaak Oplossing
Kan geen fax
ontvangen. Heeft u de geschikte
ontvangstmodus
gespecificeerd?
Controleer de
ontvangstmodus. De Ontvangstmodus
Instellen
Zit er papier in de lade? Laadt het papier. Papier Laden
Is er een papierstoring? Controleer een
foutmelding en
verwijder dan het
geblokkeerde papier.
Als een Papieropstopping
zich voordoet
Is de telefoonkabel
correct verbonden met
de machine en de
telefoonlijn?
Verbind de
telefoonkabel op juiste
wijze.
Een telefoonlijn aansluiten
Is het geheugen vol? Controleer de
gereserveerde
verzending.
Controleer of het
papier vastloopt of op
is.
Een faxverzending
annuleren
Als een Papieropstopping
zich voordoet
Druk de documenten
af die u ontving bij de
vertrouwelijke
verzending.
Verwijder de
documenten die zijn
opgeslagen in het
mededelingenvenster.
Verwijder de
documenten die
opgeslagen zijn in
beveiligd ontvangen.
Printen van een document
dat is ontvangen in het
vertrouwelijke venster van
deze machine
Overbodige taken uit het
geheugen verwijderen
Beveiligingsprotocollen
instellen
Kan een fax
niet
handmatig
ontvangen.
Heef u het telefoontoestel
neergelegd alvorens te
drukken op de
(START)-knop?
Druk op de
(START)-knop. De Ontvangstmodus
Instellen
Fcode
polling-
ontvangst is
niet
beschikbaar.
Heeft de afzender een
polling document
opgeslagen in een
mededelingenvenster?
Vraag de afzender om
het polling-document
op te slaan.
-
787
Kan geen fax verzenden of ontvangen
Oorzaak Te controleren aspect Oorzaak Oplossing
Kan geen fax
verzenden
of
ontvangen.
Heeft u een IP-telefoon
geïnstalleerd op het
apparaat in een
breedbandomgeving?
Druk op [Device Settings]
en selecteer dan [Admin
Setup] > [User Install] >
[Super G3] > [OFF].
Gebruikersinstallatie
788
Overige problemen (Fax)
Oorzaak Te controleren
aspect Oorzaak Oplossing
De
ontvangen
fax wordt
niet
afgedrukt
op het
geschikte
papier.
Heeft u een
papiersoort
opgegeven in
een andere lade
dan [Gewoon] of
[Gerecycled] in
[Mediatype]?
Geef [Gewoon] op of [Gerecycled] in
[Mediatype] voor de papiersoort in de lade. Een
afdrukmethode
instellen voor
Wanneer een
ontvangen
afbeelding het
papierformaat
overschrijdt.
Junk faxen
worden
ontvangen.
Staat [Block Junk
Fax (Blokkeer
Junk Fax)] [OFF
(Uitgeschakeld)]?
Druk op [Device Settings (Apparaten
Instellingen)] > [AdminSetup
(Beheerdersinstellingen)] > [FaxSetup
(Faxinstellingen)] > [Other Settings (Overige
Instellingen)] > [Block Junk Fax (Blokkeer
Junk Fax)] > Instellen [Setting (Instelling)]
op [Mode1 (Modus1)].
Ongewenste
faxen
blokkeren
789
Faxfout codes
Foutcode Beschrijving
01 Uw opdracht stopte de communicatie.
02 De capaciteit kwam niet overeen met de bestemming. Controleer het
bestemmingsapparaat.
03 Uw opdracht stopte de communicatie.
11 Een leesfout voor een document is opgetreden. Probeer opnieuw.
14 Geheugenoverloop.
19 Uw opdracht stopte de communicatie.
21 Geen kiestoon gedetecteerd.
Controleer de verbinding van de telefoonlijn.
22 Het bestemmingsapparaat reageerde niet. Controleer de machine.
23 Het bestemmingsapparaat ontving geen communicatie.. Controleer het bestemming.
24 Geen kiestoon gedetecteerd. Controleer de verbinding van de telefoonlijn.
25 Geen kiestoon gedetecteerd. Controleer de verbinding van de telefoonlijn.
26 Geen kiestoon gedetecteerd. Controleer de verbinding van de telefoonlijn.
27 De lijn was bezet. Probeer opnieuw.
32 De start van de communicatie in de Super G3 modus was niet volledig.
35 Rx mislukte omdat er geen toegepaste Fcode box was.
36 Rx werd geannuleerd omdat de Fcode box vol was.
37 Polling Tx mislukte omdat er geen toegepaste Fcode box was.
38 Polling Tx werd geannuleerd omdat de Fcode box niet toegankelijk was.
39 Rx werd geannuleerd omdat de Fcode box niet toegankelijk was.
40 Het bestemmingsapparaat reageerde niet. Controleer de machine.
41 Tx mislukte met een minimale snelheid. Probeer opnieuw.
43 Er was geen reactie van het bestemmingsapparaat. Controleer de machine.
45 Er was geen reactie van het bestemmingsapparaat. Controleer de machine.
46 Er was geen reactie van het bestemmingsapparaat. Controleer de machine.
47 Het verkeerde signaal werd ontvangen.
Controleer het bestemmingsapparaat.
48 De capaciteit kwam niet overeen met de bestemming. Controleer het
bestemmingsapparaat.
49 Het bestemmingsapparaat reageerde niet. Controleer de machine.
4A Via ID controle Tx, de bestemming was niet in overeenstemming met ID.
4B Rx werd geweigerd door de functie Blokkeer Junk Fax.
4C De capaciteit kwam niet overeen met de bestemming. Controleer het
bestemmingsapparaat.
4D De capaciteit kwam niet overeen met de bestemming. Controleer het
bestemmingsapparaat.
790
51 Onbekende fout opgetreden.
52 Rx werd geannuleerd omdat de afbeelding niet correct werd ontvangen.
60 Het bestemmingsapparaat reageerde niet. Probeer opnieuw.
65 Het bestemmingsapparaat reageerde niet. Probeer opnieuw.
66 Het bestemmingsapparaat kon het document niet correct ontvangen.
67 Het verkeerde signaal werd ontvangen. Controleer het bestemmingsapparaat.
69 Het verkeerde signaal werd ontvangen. Controleer het bestemmingsapparaat.
6A Sommige pagina's werden niet correct ontvangen.
80 Onbekende fout opgetreden.
82 De start van de communicatie in de SuperG3 modus was niet volledig.
83 De start van de communicatie in de SuperG3 modus was niet volledig.
84 Onbekende fout opgetreden.
90 Te veel tekens.
791
Over problemen met afdrukresultaten
Memo
Indien u een probleem niet met de volgende oplossingen kunt oplossen, contacteer uw
handelaar.
Lijst met voorbeelden van problemen
Er verschijnen verticale, witte lijnen
Richting papierinvoer
Afgedrukte afbeeldingen vervagen in verticale richting
Richting papierinvoer
Agedrukte afbeeldingen zijn te licht Er verschijnen vlekken en lijnen
Dauw Condensatie Verschijnt op
Afgedrukt Papier Verticale lijnen verschijnen
Richting papierinvoer
Er verschijnen periodiek horizontale
lijnen en vlekken
Richting papierinvoer
Het witte gedeelte van het papier is licht bevlekt.
Het tekengebied is bevlekt Bij het afdrukken op enveloppen of gestreken papier is
het hele papier licht bevlekt.
792
Er komt toner los wanneer u over het
afgedrukte papier wrijft. Oneffen glans
Er verschijnen zwarte of witte stippen Vuil wordt afgedrukt
De volledige pagina is zwart afgedrukt. Er wordt niets afgedrukt.
Witte vlekken verschijnen De volledige pagina is vuil
De marges rondom de pagina zijn vuil. De afgedrukte afbeelding staat scheef
De kleur van de afgedrukte afbeelding is
niet wat u verwacht Effen afdrukken van CMY 100% zijn te licht
793
794
Er verschijnen verticale, witte lijnen
Oorzaak Oorzaak Oplossing
De LED-kop is vuil. Veeg de LED-kop schoon met een zacht doekje. Reinigen van de LED-
kop
De toner is bijna
leeg. Als "Weinig Toner" of "Toner leeg". Wanneer
"Vervang met een Nieuwe Tonercartridge"
verschijnt, vervang de tonercartridge.
De tonercartridge
vervangen
De lichtwerende
film van de
beelddrum is vuil.
Veeg de lichtwerende film schoon met een
zacht doekje. -
De afbeelding
trommel is goed
niet geïnstalleerd.
Installeer de afbeelding trommel goed. Vervangen van de
afbeeldingsdrum
Het ADF document
glas is vuil. Reinig het ADF document glas. De glasplaat reinigen
De Document
Toevoerrollen en de
Document
Vasthoudrollen
reinigen.
Er zitten mogelijk
vreemde objecten
in de beelddrum.
Vervang de image drum. Vervangen van de
afbeeldingsdrum
795
Afgedrukte afbeeldingen vervagen in verticale richting
Oorzaak Oorzaak Oplossing
De LED-kop
is vuil. Veeg de LED-kop schoon met een zacht doekje. Reinigen van
de LED-kop
De toner is
bijna leeg. Als "Weinig Toner" of "Toner leeg". Wanneer "Vervang met een
Nieuwe Tonercartridge" verschijnt, vervang de tonercartridge. De
tonercartridge
vervangen
Het papier is
niet
geschikt.
Gebruik aanbevolen papier. Papier Laden
796
Agedrukte afbeeldingen zijn te licht
Oorzaak Oorzaak Oplossing
De toner is bijna
leeg. Als "Weinig Toner" of "Toner leeg". Wanneer "Vervang met
een Nieuwe Tonercartridge" verschijnt, vervang de
tonercartridge.
De
tonercartridge
vervangen
Het papier is
vochtig. Gebruik papier dat opgeslagen is onder een gepaste
temperatuur en vochtigheid voorwaarden. Papier Laden
Het papier is niet
geschikt. Gebruik aanbevolen papier. Papier Laden
Het papier is niet
geschikt.
De mediatype-
en
mediagewicht-
instellingen zijn
niet juist.
Druk op [Apparaatinstellingen], selecteer [Papierinstelling] >
de lade die u gebruikt en selecteer dan de geschikte
waarden voor [Mediatype] en [Mediagewicht]. Of selecteer
een dikkere waarde voor [Mediagewicht].
Papier Laden
Er wordt
gerecycled
papier gebruikt.
Druk op [Apparaatinstellingen] en selecteer vervolgens
[Papierinstelling] > de lade die u gebruikt en selecteer dan
de geschikte waarden voor [Mediatype] en [Mediagewicht].
Papier Laden
797
Er verschijnen vlekken en lijnen
Oorzaak Oorzaak Oplossing
Het papier is vochtig
of droog. Gebruik papier dat werd bewaard bij de juiste temperatuur
en vochtigheidsgraad. Papier
Laden
798
Dauw Condensatie Verschijnt op Afgedrukt Papier
Oorzaak Oplossing Meer info
Het papier is vochtig. Gebruik papier bewaard bij
een juiste temperatuur en
bij juiste
vochtigheidscondities.
Papier Laden
Het apparaat is aan het afdrukken terwijl
de temperatuur- en
luchtvochtigheidsgraadomstandigheden
hoog zijn.
Gebruik de machine onder
de juiste temperatuur en
vochtigheidsgehalte.
Installatievereisten
799
Verticale lijnen verschijnen
Oorzaak Oorzaak Oplossing
De toner is bijna
leeg. Als "Weinig Toner" of "Toner leeg". Wanneer
"Vervang met een Nieuwe Tonercartridge"
verschijnt, vervang de tonercartridge.
De tonercartridge
vervangen
De glasplaat en de
documentinvoer-rol
van de ADF zijn vuil.
Reinig de glasplaat en de documentinvoer-rol. De glasplaat reinigen
De Document
Toevoerrollen en de
Document
Vasthoudrollen
reinigen.
De image drum is
beschadigd. Vervang de image drum. Vervangen van de
afbeeldingsdrum
800
Er verschijnen periodiek horizontale lijnen en vlekken
Oorzaak Oorzaak Oplossing
Als de intervals van lijnen of
stippen ongeveer 94 mm
(3,7 inches) zijn, is de groene buis
van de beelddrum beschadigd of
vuil.
Veeg de image drum voorzichtig
schoon met een zachte tissue.
Vervang de image drum als deze
beschadigd is.
Vervangen van
de
afbeeldingsdrum
Als de intervals van lijnen of
vlekken ongeveer 40 mm
(1,6 inches) groot zijn, zitten er
mogelijk vreemde voorwerpen in
de beelddrum.
Open en sluit de uitvoerlade en druk
opnieuw af. -
De beelddrum is blootgesteld aan
licht. Plaats de beelddrum terug in de
machine en gebruik die vervolgens
niet gedurende enkele uren. Als het
probleem aanhoudt, vervang dan de
beelddrum.
Vervangen van
de
afbeeldingsdrum
Het papierinvoerpad is vuil. Druk enkele testkopieën af. Kopiëren
801
Het witte gedeelte van het papier is licht bevlekt.
Oorzaak Oorzaak Oplossing
Het papier heeft
een statische
lading.
Gebruik papier dat werd bewaard bij de juiste temperatuur
en vochtigheidsgraad. Papier Laden
Het papier is te
dik. Gebruik dunner papier. Papier Laden
De toner is bijna
leeg. Als "Weinig Toner" of "Toner leeg". Wanneer "Vervang met
een Nieuwe Tonercartridge" verschijnt, vervang de
tonercartridge.
De
tonercartridge
vervangen
802
Het tekengebied is bevlekt
Oorzaak Oorzaak Oplossing
De LED-kop is vuil. Veeg de LED-kop schoon met een zacht
doekje. Reinigen van de LED-
kop
Het papier is niet
geschikt. Gebruik aanbevolen papier. Papier Laden
Het papier is vochtig. Vervang het vochtige papier door nieuw
papier. Papier Laden
803
Bij het afdrukken op enveloppen of gestreken papier is
het hele papier licht bevlekt.
Oorzaak Oplossing Meer
info
Er kleeft mogelijk toner aan de hele oppervlakte van de
envelop of het gestreken papier. Dit is geen storing.
Gestreken papier is niet
aanbevolen.
-
804
Er komt toner los wanneer u over het afgedrukte papier
wrijft.
Oorzaak Oorzaak Oplossing
De mediatype-
en
mediagewicht-
instellingen zijn
niet juist.
Druk op [Device Settings (Apparaatinstellingen)], kies [Paper Setup
((Papierinstellingen))] > de papierlade die u gebruikt, en kies
vervolgens de juiste waarden voor en [Media Weight
(Mediagewicht)]. Of kies dikkere waarde voor [Media Weight
(Mediagewicht)].
Papier
Laden
Er wordt
gerecycled
papier
gebruikt.
Druk op [Device Settings (Apparaatinstellingen)], kies [Paper Setup
(Papierinstellingen)] > de papierlade die u gebruikt, en kies
vervolgens de juiste waarden voor en [Media Weight
(Mediagewicht)].
Papier
Laden
805
Oneffen glans
Oorzaak Oplossing Meer
info
De mediatype-
en
mediagewicht-
instellingen zijn
niet juist.
Druk op [Device Settings (Apparaatinstellingen)], kies [Paper Setup
(Papierinstellingen)] > de papierlade die u gebruikt, en kies
vervolgens de juiste waarden voor en [Media Weight
(Mediagewicht)]. Of kies dikkere waarde voor [Media Weight
(Mediagewicht)].
Papier
Laden
806
Er verschijnen zwarte of witte stippen
Oorzaak Oorzaak Oplossing
Het papier is niet geschikt. Gebruik aanbevolen
papier. Papier Laden
Als de intervals van lijnen of stippen ongeveer
94 mm (3,7 inches) zijn, is de groene buis van
de beelddrum beschadigd of vuil.
Veeg de image drum
voorzichtig schoon met
een zachte tissue.
Vervang de image drum
als deze beschadigd is.
Vervangen van
de
afbeeldingsdrum
De glasplaat of documenthouder is vuil. Reinig de glasplaat en de
documenthouder. De glasplaat
reinigen
807
Vuil wordt afgedrukt
Oorzaak Oorzaak Oplossing
Het papier is vochtig. Vervang het vochtige papier door nieuw
papier. Papier Laden
Het papier is niet geschikt. Gebruik aanbevolen papier. Papier Laden
De glasplaat of documenthouder
is vuil. Reinig de glasplaat en de
documenthouder. De glasplaat
reinigen
808
De volledige pagina is zwart afgedrukt.
Oorzaak Oorzaak Oplossing
Er kan een storing optreden in de machine. Neem contact op met uw leverancier. -
809
Er wordt niets afgedrukt.
Oorzaak Oorzaak Oplossing
Er worden twee of meer vellen papier
tegelijkertijd ingevoerd. Waaier het papier goed en
plaats het opnieuw. Papier Laden
Het document is ondersteboven geplaatst. Plaats het document op juiste
wijze. Een document
instellen
Er kan een storing optreden in de machine. Neem contact op met uw
leverancier. -
810
Witte vlekken verschijnen
Reden Oorzaak Oplossing
Het papier is vochtig. Vervang het vochtige papier door nieuw
papier. Papier Laden
Het papier is niet
geschikt. Gebruik aanbevolen papier. Papier Laden
De glasplaat is vuil. Reinig de glasplaat. De glasplaat
reinigen
811
De volledige pagina is vuil
Oorzaak Oplossing Meer info
De glasplaat is vuil. Reinig de glasplaat. De glasplaat
reinigen
De afbeelding op de
achterkant van een
dubbelzijdig document
wordt afgedrukt.
Als het dubbelzijdig document dun is,
wordt de afbeelding op de achterkant
mogelijk afgedrukt. Verklein de dichtheid.
Wijzig Toon-Via Verwijdering instelling of
verminder de dichtheid.
De dichtheid
aanpassen
(Dichtheid)
Doorzichtige
gedeelten
verwijderen
(Verwijderen
doorzichtig)
812
De marges rondom de pagina zijn vuil.
Oplossing Oorzaak Oplossing
De documentinvoer-rol of de
documenthouder is vuil. Reinig de
documentinvoer-rol
en de
documenthouder.
De Document Toevoerrollen en
de Document Vasthoudrollen
reinigen.
Het papierformaat is groter dan het
formaat van het document (wanneer
de zoomfactor is ingesteld op 100%).
Gebruik papier met
hetzelfde formaat
als van het
document.
Vergrote of verkleinde kopieën
maken (Zoomen)
Vergroten of verkleinen om op
het gespecificeerde
papierformaat te passen
Een afdrukmethode instellen voor
Wanneer een ontvangen
afbeelding het papierformaat
overschrijdt.
De documentrichting verschilt van de
papierrichting. Stel de
documentrichting
in naargelang het
papier.
De documentrichting instellen
8Richting)
Het document wordt niet verkleind
naargelang het papierformaat. Verklein het
document
naargelang het
papierformaat.
Vergrote of verkleinde kopieën
maken (Zoomen)
Vergroten of verkleinen om op
het gespecificeerde
papierformaat te passen
Een afdrukmethode instellen voor
Wanneer een ontvangen
afbeelding het papierformaat
overschrijdt.
813
De afgedrukte afbeelding staat scheef
Oorzaak Oplossing Meer info
Het document is onjuist geplaatst. Plaats het document
op juiste wijze. Een document instellen
Er is een ongeschikt document in
de ADF geplaatst. Plaats een geschikt
document in de
ADF.
Een document instellen
Er zitten mogelijk vreemde
objecten op de glasplaat van de
ADF.
Reinig het ADF-
documentglas. De glasplaat reinigen
De Document Toevoerrollen en de
Document Vasthoudrollen reinigen.
814
De kleur van de afgedrukte afbeelding is niet wat u
verwacht
Oorzaak Oplossing Referentie
De toner is bijna
leeg. Als "Weinig Toner" of "Toner leeg". Wanneer "Vervang
met een Nieuwe Tonercartridge" verschijnt, vervang
de tonercartridge.
De tonercartridge
vervangen
De instelling voor
[Zwarte
afwerking] is niet
geschikt voor de
toepassing.
Selecteer in de printerdriver [Samengesteld zwart
(CMYK)] of [Echt zwart (K)] voor [Zwarte afwerking]. Over schermen
en functies van
elke printerdriver
De
kleuraanpassing
is gewijzigd.
Voer kleurafstemming uit vanaf de printerdriver. Keurkoppeling
(Office Color)
Kleurkoppeling
(Graphic Pro)
De kleurbalans is
ontregeld. Druk op [Device Settings (Apparaatinstellingen)] >
[Admin Setup (Beheerdersinstellingen)] > [Color
Setup (Kleurinstellingen)] en pas dichtheid of
kleurbalans aan.
Handmatig
herstellen
Dichtheid
Kleurbalans
instellen
(dichtheid)
De kleurregistratie
is ontregeld. Open en sluit de uitvoerlade. Of druk op [Device
Settings (Apparateninstellingen)] > [Admin Setup
(Beheerdersinstellingen)] > [Color Setup
(Kleurinstellingen)] en vervolgens op [Adjust
Registration (Registratie Aanpassen)].
Afdrukinstellingen
815
Effen afdrukken van CMY 100% zijn te licht
Oorzaak Oplossing Referentie
[CMY100%
dichtheid] is
ingesteld op
[Uitschakelen].
Druk op [Device Settings (Apparateninstellingen)] > [Admin Setup
(Beheerdersinstellingen)] > [Color Setup (Kleurinstellingen)] .
[CMY100% Density (CMY100% Dichtheid)] en selecteer
vervolgens [Enable (Inschakelen)].
-
816
Problemen over Software
Problemen over de Configuratie Tool
Problemen met een Webbrowser
Problemen met Overige Software
Over beperkingen voor elk besturingssysteem
817
Problemen over de Configuratie Tool
[Device Setting] tab
Klonen
Symptoom Oplossing Oorzaak Oplossing
Er wordt geen kopieerdoel-
apparaat weergegeven op het
scherm.
De modelnaam van het
kopieerdoel-apparaat verschilt.
Functies enkel klonen tussen de
apparaten met dezelfde
modelnaam.
Controleer de
modelnaam van het
kopieerdoel-apparaat.
-
Als er meerdere apparaten
zijn opgegeven als
kopieerdoel, kan er niet
worden gekopieerd op
bepaalde van deze
apparaten.
Het ingevoerde
beheerderswachtwoord verschilt
van het beheerderswachtwoord
van het apparaat waarop niet kan
worden gekopieerd.
Controleer het
beheerderswachtwoord
van het apparaat
waarop niet kan worden
gekopieerd.
-
Tab [Gebruikersinstelling]
E-mailadres-beheerder
Symptoom Oplossing Oorzaak Oplossing
Bepaalde
items kunnen
niet worden
bewerkt.
De items zijn vergrendeld
omdat andere functies ze
gebruiken.
Ontgrendel het gebruikte item alvorens het te
bewerken. -
Kan niet
bewerken De items zijn vergrendeld
omdat deze machine
wordt ingesteld vanaf een
andere computer.
Wacht totdat de instelling vanaf een andere
computer is voltooid.
Onderbreek anders de instelling vanaf een
andere computer alvorens te bewerken.
-
Kan geen
bewerkingen
instellen op
deze machine
Er heeft een time-out
plaatsgevonden bij het
bewerken
Stel een langere time-outperiode in voor deze
machine alvorens te bewerken.
Druk op [Apparaatinstellingen], selecteer
[Beheerdersinstellingen] > [Beheer] >
[Systeemsetup] > [Adresinformatie slot time-
out] en voer dan een tijdsperiode in.
Beheer
Snelkeuze-beheerder
Symptoom Oplossing Oorzaak Oplossing
Bepaalde
items kunnen
niet worden
bewerkt.
De items zijn vergrendeld
omdat andere functies ze
gebruiken.
Ontgrendel het gebruikte item alvorens het te
bewerken. -
Kan niet
bewerken De items zijn vergrendeld
omdat deze machine
wordt ingesteld vanaf een
andere computer.
Wacht totdat de instelling vanaf een andere
computer is voltooid.
Onderbreek anders de instelling vanaf een
andere computer alvorens te bewerken.
-
Kan geen
bewerkingen
instellen op
deze machine
Er heeft een time-out
plaatsgevonden bij het
bewerken
Stel een langere time-outperiode in voor deze
machine alvorens te bewerken.
Druk op [Apparaatinstellingen], selecteer
[Beheerdersinstellingen] > [Beheer] >
[Systeemsetup] > [Adresinformatie slot time-
out] en voer dan een tijdsperiode in.
Beheer
Profielbeheerder
818
Symptoom Oplossing Oorzaak Oplossing
Bepaalde
items kunnen
niet worden
bewerkt.
De items zijn vergrendeld
omdat andere functies ze
gebruiken.
Ontgrendel het gebruikte item alvorens het te
bewerken. -
Kan niet
bewerken De items zijn vergrendeld
omdat deze machine
wordt ingesteld vanaf een
andere computer.
Wacht totdat de instelling vanaf een andere
computer is voltooid.
Onderbreek anders de instelling vanaf een
andere computer alvorens te bewerken.
-
Kan geen
bewerkingen
instellen op
deze machine
Er heeft een time-out
plaatsgevonden bij het
bewerken
Stel een langere time-outperiode in voor deze
machine alvorens te bewerken.
Druk op [Apparaatinstellingen], selecteer
[Beheerdersinstellingen] > [Beheer] >
[Systeemsetup] > [Adresinformatie slot time-
out] en voer dan een tijdsperiode in.
Beheer
Netwerk Scan Manager
Symptoom Reden Oplossing Referentie
Sommige
onderdelen
kunnen niet
aangepast
worden.
De items zijn vergrendeld
omdat andere functies ze
gebruiken.
Maak het gebruikte onderdeel open voor
aanpassingen. -
Kan niet
bewerken De items zijn vergrendeld
omdat deze machine
wordt ingesteld vanaf een
andere computer.
Wacht totdat de instelling vanaf een andere
computer is voltooid.
Onderbreek anders de instelling vanaf een
andere computer alvorens te bewerken.
-
Kan geen
bewerkingen
instellen op
deze machine
Er heeft een time-out
plaatsgevonden bij het
bewerken
Stel een langere time-outperiode in voor deze
machine alvorens te bewerken.
Druk op [Apparaatinstellingen], selecteer
[Beheerdersinstellingen] > [Beheer] >
[Systeemsetup] > [Adresinformatie slot time-
out] en voer dan een tijdsperiode in.
Beheer
Klonen
Symptoom Oplossing Oorzaak Oplossing
Er wordt geen
kopieerdoel-apparaat
weergegeven op het
scherm.
De modelnaam van het
kopieerdoel-apparaat verschilt.
Functies enkel klonen tussen de
apparaten met dezelfde
modelnaam.
Controleer de modelnaam van
het kopieerdoel-apparaat. -
Als er meerdere
apparaten zijn
opgegeven als
kopieerdoel, kan er
niet worden
gekopieerd op
bepaalde van deze
apparaten.
Het ingevoerde
beheerderswachtwoord verschilt
van het beheerderswachtwoord
van het apparaat waarop niet kan
worden gekopieerd.
Controleer het
beheerderswachtwoord van
het apparaat waarop niet kan
worden gekopieerd.
-
U kunt niet kopiëren op
een apparaat door te
klonen met de
volgende functies.
E-mailadres-
beheerder
Snelkeuze-beheerder
Profielbeheerder
Netwerkscan-
beheerder
Automatische
Informatie die moet worden
vervangen in het kopieerdoel-
apparaat is vergrendeld, omdat
deze wordt bewerkt of gebruikt.
Ontgrendel de gebruikte
informatie alvorens te klonen. -
819
levering-beheerder
Als ik kloon met
Automatische
levering-beheerder,
dan worden de
volgende instellingen
ook gekopieerd.
E-mailadres-
beheerder
Snelkeuze-beheerder
Profielbeheerder
Als er e-mails of snelkiesnummers
worden gebruikt voor de
automatische levering-instellingen
van het kopieerbron-apparaat,
dan moeten deze instellingen ook
tegelijk worden gekopieerd.
Om enkel de automatische
levering-instellingen te
kopiëren, verwijdert u de e-
mail, snelkeuze of andere
instellingen in het
kopieerbron-apparaat alvorens
te klonen.
-
Tab [Waarschuwingsinformatie]
Symptoom Oplossing Oorzaak Oplossing
Kan geen waarschuwing inschakelen op het scherm
[Waarschuwingsinformatie(Apparaatgebeurtenissen
detecteren en melden)]
[Bewaar de
Logbestandinstelling]
is uitgeschakeld in
deze machine.
Volg de onderstaande
procedure:
1 Druk op
[Apparaatinstellingen],
selecteer
[Beheerderinstelling]
> [Beheer] >
[Taaklogsetup] >
[Taaklog bewaren] en
selecteer dan
[Inschakelen].
2. Druk op [Yes (Ja)]
op het
bevestigingsscherm
om het apparaat
opnieuw op te
starten.
3. Klik op [Update
device (Update
apparaat)] op het
[Alert Info(Detect and
notify of device
events) (Alert Info
(Detect en kennis van
het apparaat
events))] scherm.
Beheer
820
821
Problemen met een Webbrowser
Symptoom Te controleren
aspect Oplossing
Kan geen verbinding
maken met het apparaat. Een LAN-kabel is
niet aangesloten. Zorg ervoor dat de kabel goed is aangesloten
op het apparaat en de computer.
Het IP-adres is
onjuist. Controleer het IP-adres van het apparaat en
vul het correct in.
822
Problemen met Overige Software
Memo
Indien u een probleem niet met de volgende oplossingen kunt oplossen, contacteer uw
handelaar.
Voor problemen die door een toepassing worden veroorzaakt, contacteert u de fabrikant van
de toepassing.
USB-verbindingsproblemen (voor Windows)
Symptoom Oorzaak/oplossing Oplossing
Er werd geen pictogram
gemaakt voor de machine in
de [Apparaten en printers]-
map.
De printerdriver is niet juist geïnstalleerd.
Installeer de printerdriver opnieuw en
zorg dat u deze juist installeert.
Een
stuurprogramma
en software op
een computer
installeren
Wanneer er al een
printerdriver is geïnstalleerd,
kan er geen andere
printerdriver worden
geïnstalleerd.
Voer [Aangepaste installatie] uit door de
procedure te volgen die wordt
beschreven in de referentie.
Een
stuurprogramma
en software op
een computer
installeren
De foutmelding [Kan
printerdriver niet installeren]
wordt weergegeven.
Gebruik Plug and Play. Volg de
onderstaande procedure:
1 Controleer of de machine en de
computer zijn uitgeschakeld.
2 Sluit een USB-kabel aan.
3 Zet de machine aan.
4. Zet de computer aan.
5 Wanneer de [Nieuwe hardware
gevonden wizard] wordt weergegeven,
volgt u de instructies op het scherm om
de installatie te voltooien.
-
823
Over beperkingen voor elk besturingssysteem
Windows 8/Windows Server 2012/Windows 7/Windows Vista/Windows Server 2008
R2/Windows Server 2008
Windows Server 2003 Service Pack 1
Dit onderdeel beschrijft de beperkingen voor de printerdrivers of hulpprogramma's.
Windows 8/Windows Server
2012/Windows 7/Windows Vista/Windows Server 2008
R2/Windows Server 2008
Onderdeel Symptoom Oorzaak/oplossing
Printer driver [Help] wordt niet
weergegeven. De Help-functie wordt niet
ondersteund.
Het dialoogvenster
[Gebruikersaccount-
beheer] wordt
weergegeven.
Wanneer u een installatie of
hulpprogramma opstart, wordt
mogelijk het dialoogvenster
[Gebruikersaccount-beheer]
weergegeven. Klik op [Ja] of
[Doorgaan] om de installatie of het
hulpprogramma uit te voerden als de
beheerder. Als u op [Nee] klikt of op
[Annuleren], wordt het installatie- of
hulpprogramma niet gestart.
Network Extension
(Netwerkuitbreiding) [Help] wordt niet
weergegeven. De Help-functie wordt niet
ondersteund.
Het dialoogvenster
[Gebruikersaccount-
beheer] wordt
weergegeven.
Wanneer u een installatie- of
hulpprogramma opstart, wordt
mogelijk het dialoogvenster
[Gebruikersaccount-beheer]
weergegeven. Klik op [Ja] of
[Doorgaan] om de installatie of het
hulpprogramma uit te voerden als de
beheerder. Als u op [Nee] klikt, wordt
het installatie- of hulpprogramma niet
gestart.
Het dialoogvenster
[Programma
bekwaamheid hulp] wordt
weergegeven.
Als het scherm [Assistent
compatibiliteit programma] wordt
weergegeven na installatie
(bijvoorbeeld als u stopt met
installeren voordat deze voltooid is)
moet u op [Dit programma is
geïnstalleerd] klikken.
Hulpprogramma voor
kleurcorrectie Indien het dialoogvenster
[Gebruikersaccountbeheer]
verschijnt.
Als u een installatieprogramma of
hulpprogramma start, wordt het
dialoogvenster
[Gebruikersaccountbeheer] mogelijk
getoond. Klik op [Ja] of [Verdergaan]
om het installatieprogramma of
hulpprogramma als beheerder uit te
voeren. Als u op [Nee] klikt, start het
installatieprogramma of het
824
hulpprogramma niet.
Indien het dialoogvenster
[Assistent
programmacapaciteiten]
verschijnt.
Als het scherm [Assistent
programmacapaciteiten] wordt
weergegeven na installatie
(bijvoorbeeld als u stopt met
installeren voordat deze voltooid is)
moet u [Dit programma is correct
geïnstalleerd] aanklikken.
ColorSwatchUtility Indien het dialoogvenster
[Gebruikersaccountbeheer]
verschijnt.
Als u een installatieprogramma of
hulpprogramma start, wordt het
dialoogvenster
[Gebruikersaccountbeheer] mogelijk
getoond. Klik op [Ja] of [Verdergaan]
om het installatieprogramma of
hulpprogramma als beheerder uit te
voeren. Als u op [Nee] klikt, start het
installatieprogramma of het
hulpprogramma niet.
Indien het dialoogvenster
[Assistent
programmacapaciteiten]
verschijnt.
Als het scherm [Assistent
programmacapaciteiten] wordt
weergegeven na installatie
(bijvoorbeeld als u stopt met
installeren voordat deze voltooid is)
moet u [Dit programma is correct
geïnstalleerd] aanklikken.
PS Gamma Adjuster
Gamma-aanpassing PS Indien het dialoogvenster
[Gebruikersaccountbeheer]
verschijnt.
Als u een installatieprogramma of
hulpprogramma start, wordt het
dialoogvenster
[Gebruikersaccountbeheer] mogelijk
getoond. Klik op [Ja] of [Verdergaan]
om het installatieprogramma of
hulpprogramma als beheerder uit te
voeren. Als u op [Nee] klikt, start het
installatieprogramma of het
hulpprogramma niet.
Indien het dialoogvenster
[Assistent
programmacapaciteiten]
verschijnt.
Als het scherm [Assistent
programmacapaciteiten] wordt
weergegeven na installatie
(bijvoorbeeld als u stopt met
installeren voordat deze voltooid is)
moet u [Dit programma is correct
geïnstalleerd] aanklikken.
ActKey Indien het dialoogvenster
[Gebruikersaccountbeheer]
verschijnt.
Als u een installatieprogramma of
hulpprogramma start, wordt het
dialoogvenster
[Gebruikersaccountbeheer] mogelijk
getoond. Klik op [Ja] of [Verdergaan]
om het installatieprogramma of
hulpprogramma als beheerder uit te
voeren. Als u op [Nee] klikt, start het
installatieprogramma of het
hulpprogramma niet.
Configuratiehulpprogramma Indien het dialoogvenster
[Gebruikersaccountbeheer]
verschijnt.
Als u een installatieprogramma of
hulpprogramma start, wordt het
dialoogvenster
[Gebruikersaccountbeheer] mogelijk
getoond. Klik op [Ja] of [Verdergaan]
om het installatieprogramma of
hulpprogramma als beheerder uit te
voeren. Als u op [Nee] klikt, start het
installatieprogramma of het
825
hulpprogramma niet.
Windows Server 2003 Service Pack 1
Opmerkingen m.b.t. Windows Firewall
Bij Windows Server 2003 Service Pack 1 is de Windows-firewallfunctionaliteit verbeterd.
De volgende beperkingen kunnen van toepassing zijn op printerdrivers en
hulpprogramma's.
Item Oorzaak Oorzaak/Oplossing
Printer
driver Kan geen bestand
afdrukken terwijl u
de machine
gebruikt als
gedeelde printer in
een netwerk.
Op de server klik [Start] en selecteer dan [Control Panel] >
[Windows Firewall].
Selecteer het [Exceptions] label, selecteer het [File and Printer
Sharing] selectie vakje en klik dan [OK].
OKI
LPR
Utility
Kan geen printer
vinden. Als het selectievakje [Laat geen uitzonderingen toe] geselecteerd
is op het tabblad [Algemeen] van de Windows-firewall, kunt u
niet zoeken naar een printer in een segment dat is aangesloten
op een andere router. Enkel printers binnen hetzelfde segment
als de printer zijn het doel van de zoekopdracht.
Wanneer u een printer niet kunt vinden, geeft u het IP-adres op
van de printer in het scherm [Printer toevoegen] of
[Verbindingen bevestigen].
826
827
Problemen met het Apparaat of Papier
Problemen met het Apparaat
Problemen met Documenten en Papier
Indien er een stroomstoring optreedt
828
Problemen met het Apparaat
Memo
Indien u een probleem niet met de volgende oplossingen kunt oplossen, contacteer uw
handelaar.
Symptoom Reden Oplossing Referentie
Er wordt niets
weergegeven op
het scherm nadat
de machine is
ingeschakeld.
Het stroom snoer is
uitgetrokken. Doe de machine uit en
sluit dan het stroom
snoer dan stevig in.
-
De stroom is uit. Controleer of er stroom
wordt geleverd aan de
aansluiting.
-
De machine
begint niet te
printen.
De stekker zit niet
stevig in het
stopcontact.
Steek de stekker stevig
in het stopcontact. -
De machine is
uitgezet. Zet de machine aan. De machine inschakelen
Het led-lampje
van de
netschakelaar
knippert snel,
met tijdsintervals
van ongeveer 0,3
seconden.
Er kan een storing
optreden in de
machine.
Trek de stekker
onmiddellijk uit het
stopcontact en neem
contact op met uw
leverancier.
-
Het LED-lampje
van de
schakelaar gaat
branden, de
(ENERGIE
BESPARING)-
knop
ingeschakeld en
er wordt niets
weergegeven op
het
besturingspaneel.
Er wordt een
screensaver
weergegeven op het
bedieningspaneel.
Raak het
bedieningspaneel aan. -
De uitvoerlade en
de voorklep
kunnen niet
worden gesloten.
De transportband-
eenheid en
afbeeldingsdrums zijn
niet correct
geïnstalleerd.
Verwijder de vier
afbeeldingsdrums en
installeer de
transportband-eenheid
opnieuw. Als de blauwe
sloten op de beide
zijden van de
transportband-eenheid
niet vergrendeld zijn,
kan de uitvoerlade en
de voorklep niet
worden gesloten.
De band vervangen
829
De machine
begint niet te
printen.
Er wordt een fout
weergegeven. Controleer de foutcode
en volg dan de
instructies op het
scherm.
Fout Meldingenlijst
Een LAN-kabel of
USB-kabel is
ontkoppeld.
Sluit een LAN-kabel of
USB-kabel goed aan. Deze machine op een
netwerk aansluiten
Er is mogelijk een
probleem met een
LAN-kabel of USB-
kabel.
Gebruik een andere
LAN- of USB-kabel. -
Een LAN- of USB-
kabel voldoet niet aan
de norm.
Gebruik een USB 2.0-
kabel.
Gebruik een Ethernet
10BASE-T/ 100BASE-
TX-kabel.
-
Er is mogelijk een
probleem met de
afdrukfunctie.
Druk op
[Apparaatinstellingen],
selecteer [Rapporten] >
[Configuratie] en druk
de configuratielijst af
om de afdrukprestatie
te controleren.
Het controleren van de
Informatie op de
Machine
Er wordt een
communicatieprotocol
uitgeschakeld.
Druk op
[Apparaatinstellingen],
selecteer
[Beheerdersinstelling]
> [Netwerkmenu] >
[Netwerksetup] >
[Netwerkinstelling], en
schakel dan het
communicatieprotocol
in dat u gebruikt.
-
Er wordt geen
printerdriver
geselecteerd.
Stel de printerdriver van
de machine in als
standaardprinter.
-
De output-poort van
de printerdriver is
verkeerd.
Selecteer de output
poort voor het
verbinden van de LAN
kabel of USB kabel.
-
De glasplaat is
bedekt met
condens.
De machine kan in
een vochtige plaats of
op een plaats waar
de temperatuur en
vochtigheid sterk
variëren worden
gebruikt.
Gebruik machine bij een
juiste temperatuur en
bij juiste
vochtigheidscondities.
Neem de glasplaat met
een zachte, droge en
schone doek af.
Als de binnenkant van
de glasplaat met
condens bedekt is,
wacht een tijdje totdat
de condens verdwijnt.
Installatievereisten
Er wordt niets
weergegeven op
het scherm.
Meer info De machine
staat in slaapstand of
diepe slaapstand.
Controleer of de
(ENERGIEBESPARING)-
knop knippert en start
dan de machine door
op de (POWER SAVE)
knop.
Energieverbruik
verminderen met de
energiebesparingsfunctie
830
Er worden geen
printgegevens
verzonden.
Een LAN-kabel of
USB-kabel is
beschadigd.
Sluit een nieuwe kabel
aan. -
De time-outperiode
die ingesteld is op de
computer, is
verstreken.
Stel een langere time-
outperiode in. -
Er is een
abnormaal
geluid.
De machine helt over. Plaats de machine op
een vlakke ondergrond. -
Er zitten stukken
papier of een
onbekende
voorwerpen in de
machine.
Controleer binnenin de
machine en verwijder
dan mogelijke
voorwerpen.
-
De uitvoerlade is
geopend. Sluit de uitvoerlade. -
Er is een
zoemend geluid. De machine drukt op
zwaar of licht papier
af wanneer de
temperatuur aan de
binnenkant hoog is.
Dit is geen defect. U
kunt doorgaan met
afdrukken.
-
De machine
begint niet
meteen af te
drukken
De machine warmt op
ga uit Stroom
Besparing, Slaap
modus of Diepe Slaap
modus.
U kunt de tijd periode
zetten voor het
binnengaan van Stroom
Besparing modus,
Slaap modus of Diepe
Slaap modus door het
volgen van de
procedure beneden te
verlengen.
Druk op [Device
Settings] en selecteer
dan [Management] >
[Power Save] > [Power
Save Time] > [Sleep
Time].
Energieverbruik
verminderen met de
energiebesparingsfunctie
De machine reinigt
mogelijk de
beelddrum.
Wacht een tijdje. -
De machine regelt de
temperatuur van de
fusereenheid.
Wacht een tijdje. -
De machine verwerkt
gegevens van een
andere interface.
Wacht totdat het
afdrukken is voltooid. -
Zelfs als de
[Dichtheid]-
instelling
gewijzigd is,
veranderen de
afdrukresultaten
niet.
De instellingen voor
[RGB] worden
gewijzigd.
De instelling [Dichtheid]
is gekoppeld aan de
[RGB]-instelling. Ze
bewegen binnen een
gepast bereik.
De dichtheid aanpassen
(Dichtheid)
Het afdrukken
stopt
halverwege.
De temperatuur
binnenin de machine
stijgt omwille van het
langdurig,
voortdurend
Wacht een tijdje.
Wanneer de machine de
geschikte temperatuur
bereikt, start het
afdrukken automatisch
-
831
afdrukken, waardoor
de temperatuur wordt
aangepast.
opnieuw.
De
gespecificeerde
instellingen zoals
de tijd instelling
is uitgeveegd.
De machine staat
lange tijd
uitgeschakeld, of zet
de machine aan en
uit elke keer dat u
deze gebruikt.
De batterij kan zijn
levensduur bereiken.
Neem contact op met
uw handelaar.
-
Er is onvoldoende
vrije ruimte in
het geheugen.
De afdrukgegevens
zijn gecompliceerd. Vereenvoudig de
afdrukgegevens. -
Niet alle pagina's
worden
afgedrukt.
De WSD-poort wordt
gebruikt. Wijzig de afdrukpoort
naar de Standaard
TCP/IP-poort.
-
Het afdrukken
verloopt traag. Het afdrukproces
wordt ook verwerkt in
de computer.
Gebruik een computer
met een snellere
processorsnelheid.
-
U heeft [Hoge
kwaliteit (Meerdere
tonen)] geselecteerd
op het tabblad
[Afdruktaken Opties]
van de printerdriver.
Selecteer [Fijn / Detail
(600x1200)] of
[Normaal (600x600)]
op het [Taakopties]-
tabblad van de printer
driver.
-
De print gegevens zijn
ingewikkeld gemaakt. Vereenvoudig de print
gegevens. -
De printerdriver
wordt niet
correct
weergegeven.
De printerdriver werkt
mogelijk niet correct. Verwijder de
printerdriver en
installeer deze opnieuw.
Het
Printerstuurprogramma
(Windows) verwijderen.
Het
Printerstuurprogramma
(Mac OS X)
verwijderen.
Software installeren
De machine gaat
automatisch uit. Als de machine
gedurende een
bepaalde tijd niet
wordt gebruikt (de
standaardtijd is 4
uur), dan wordt de
machine automatisch
uitgeschakeld. Deze
functie heet
Automatisch
Uitschakelen.
Druk op
[Apparaatinstellingen],
selecteer
[Beheerdersinstelling]
>
[Gebruikersinstallatie]
> [Instelling stroom] >
[Automatisch
uitschakelen] en
schakel dan de functie
uit.
Energieverbruik
verminderen met de
energiebesparingsfunctie
De webpagina
opent niet. Het IP-adres is
onjuist. Controleer het IP-adres
op de machine en voer
dan de juiste waarde in.
Open de web-pagina van
deze machine
De LAN-kabel is niet
verbonden. Zorg ervoor dat de LAN-
kabel goed verbonden
is.
Deze machine op een
netwerk aansluiten
832
833
Problemen met Documenten en Papier
Memo
Indien u een probleem niet met de volgende oplossingen kunt oplossen, contacteer uw
handelaar.
Symptoom Reden Oplossing Referentie
Het document
is niet van de
machine
uitgestoten.
Het document is
geklemd. Verwijder het vastgelopen
document en plaats het
opnieuw..
Een document
instellen
Het document
loopt vaak
vast.
Het document is niet
geschikt. Gebruik een geschikt
document. Een document
instellen
De documentgeleiders
zijn niet uitgelijnd. Pas de documentgeleiders
aan aan het document. Een document
instellen
Er bevindt zich een stuk
papier in de ADF. Open de ADF-klep om te
controleren. Als een Document
opstopping zich
voordoet
De documentinvoer-rol
van de ADF is vuil. Maak de documentinvoer-rol
van de ADF schoon. De Document
Toevoerrollen en
de Document
Vasthoudrollen
reinigen.
Papier loopt
vaak vast.
Er worden
meerdere
vellen
papier
tegelijk
ingetrokken.
Papier wordt
ingetrokken
in een hoek.
De machine helt over. Plaats de machine op een
vlakke ondergrond. -
Het papier is te licht of
te zwaar. Het papier is te licht of te
zwaar. Gebruik het geschikte
papier voor de machine.
Papier Laden
Het papier is vochtig of
heeft een statische
lading.
Gebruik papier dat werd
bewaard bij de juiste
temperatuur en
vochtigheidsgraad.
Papier Laden
Het papier is gekreukeld,
gevouwen of gekruld. Gebruik het geschikte papier
voor de machine. Zorg dat
het papier niet gekruld is.
Papier Laden
De achterkant van het
document wordt
afgedrukt.
Het papier dat eenmaal is
afgedrukt kan niet worden
gebruikt in lade 1 en lade
2/3/4.
Plaats het papier in de MP-
lade voor het afdrukken.
-
De papierranden zijn
niet uitgelijnd. Waaier de stapel papier goed
en lijn dan de papierranden
uit.
Papier Laden
Er bevindt zich slechts
één vel papier in de
cassette.
Plaats meerdere vellen
papier. -
U heeft nieuw papier
geplaatst bovenop het
papier dat al in de lade
Verwijder het reeds
geplaatste papier, laad het
bovenop het nieuwe papier
Papier Laden
834
zat. en lijn dan alle papierranden
uit.
Papier wordt geplaatst in
een hoek. Pas voor lade 1 en lade 2/3/4
de papiergeleider en -
stopper aan het papier aan.
Pas voor de MP-lade de
handmatige papierinvoer-
geleider aan het papier aan.
Papier Laden
Enveloppen worden in
de verkeerde richting
geplaatst.
Plaats de enveloppen op een
correcte manier. Papier Laden
Papier, enveloppen of
labels waarvan het
gewicht 221 tot
256 g/m is2(56 tot
95 lb), wordt geplaatst
in lade 1 en lade Tray
2/3/4.
Plaats het papier, de
enveloppen of labels
waarvan het gewicht ligt
tussen 221 en 256 g/m2(56
tot 95 lb) in de universele
MP lade.
Papier Laden
De achterste uitvoerlade
zit niet goed dicht. Sluit de achterste uitvoerlade
goed. Instellingen
Uitvoerlade
Papier is niet
ingevoerd. De [Paper Feeding
Source] instelling op de
printer driver is
verkeerd gespecificeerd.
Controleer de papierlade en
selecteer dan de juiste lade
in [Papierinvoer-bron] in de
printerdriver.
-
De handmatige invoer
werd opgegeven op de
printerdriver.
Plaats papier in de MP-lade
en selecteer vervolgens
[Opnieuw opstarten] op het
bedieningspaneel.
Schakel anders de instelling
[Gebruik MP-lade als
handmatige invoer] uit op de
printerdriver.
Handmatig één voor
één afdrukken
Papier wordt
niet ingevoerd
vanuit lade
2/3/4
(optioneel).
Lade 2/3/4 is niet
ingesteld met de
printerdriver.
Stel lade 2/3/4 in met de
printerdriver. De extra lade-
eenheid (eenheden)
van de machine
installeren
Zelfs nadat het
vastgelopen
papier werd
verwijderd,
werkt de
machine niet.
- Open en sluit de uitvoerlade. -
Papier is
gekruld. Het
papier is
gekreukt.
Het papier is vochtig of
heeft een statische
lading.
Gebruik papier dat werd
bewaard bij de juiste
temperatuur en
vochtigheidsgraad.
Papier Laden
Het papier is licht. Druk op
[Apparaatinstellingen],
selecteer [Papierinstelling] >
[(ladenaam)] >
[Mediagewicht] en geef dan
een lichter gewicht op.
Papier Laden
Het papier
wikkelt zich
rond de rollen
in de fuser.
De papiergewicht- en
papiersoortinstellingen
zijn niet juist.
Druk op
[Apparaatinstellingen],
selecteer [Papierinstelling] >
[(ladenaam)] >
[Mediatype]/[Mediagewicht]
Papier Laden
835
en geef dan de geschikte
waarden op.
Geef anders een zwaarder
gewicht op in
[Mediagewicht].
Het papier is licht. Gebruik zwaarder papier. -
De voorste papierrand is
bijna volledig opgevuld. Voeg een marge in in de
voorste papierrand.
Voer ook een marge in in de
onderste papierrand voor
dubbelzijdig afdrukken.
-
Het papier
wikkelt zich
rond de rollen
in de band.
Papier is te licht of te
dun. Gebruik zwaarder papier.
Of plaats het papier in een
andere richting. (Als het
papier in liggende positie is
geplaatst, plaats het papier
dan in de horizontale
richting.)
-
Een hoek van
het papier is
omgevouwen
(omgevouwen
rand).
Het papier is gekruld. Gebruik papier bewaard bij
een juiste temperatuur en
bij juiste
vochtigheidscondities.
-
Het papier
wordt
gekreukeld
wanneer op
enveloppen
wordt geprint.
Het papier is vochtig. Gebruik papier dat werd
bewaard bij de juiste
temperatuur en
vochtigheidsgraad.
Papier Laden
De machine print
wanneer de
temperatuur en
vochtigheid waarden
hoog zijn.
Zet [[High Humid Mode] van
[User Install] naar [ON] op
[Admin Setup]
Gebruikersinstallatie
Indien u een probleem
niet met de volgende
oplossingen kunt
oplossen
Laad de envelop met de slag
(voor het lijmen) op de
printer zijde en zet dan de
tegengestelde pagina-
oriëntatie (180°) op de print
voorkeuren.
Over schermen en
functies van elke
printerdriver
836
Indien er een stroomstoring optreedt
De werking van de machine
Als er een stroomstoring optreedt, gaat de machine als volgt te werk.
Opmerking
Aangezien de machine niet automatisch wordt aangezet, zet u deze aan door op de
netschakelaar te drukken nadat de stroom weer is hersteld.
De bediening die een ononderbroken vermogen voorziening gebruikt (UPS) of omvormer
wordt niet gegarandeerd. Gebruik geen noodvoeding (UPS) of omvormer.
Status van
de
machine
Werking
Tijdens een
oproep U kunt blijven spreken.
Tijdens een
verzending De verzending stopt halverwege.
Wanneer de stroom is hersteld,
en een geheugenverzending wordt gebruikt, verzendt de machine automatisch
opnieuw vanaf de pagina waarop de verzending stopte.
Als er een realtime-verzending wordt gebruikt, verzendt de machine de gegevens
niet opnieuw. Plaats het document en geef dan opnieuw de bestemming op om
de verzending te starten.
Tijdens een
ontvangst De ontvangst stopt halverwege.
Als de machine een of meer pagina's ontvangt, wordt het gewiste rapport afgedrukt
nadat de voeding hersteld is. Een ontvangen afbeelding wordt niet afgedrukt.
Een lijst
kopiëren of
afdrukken
Het afdrukken stopt halverwege.
Start de afdrukopdracht opnieuw zodra de stroom is hersteld. Niet-actief
Niet-actief U kunt geen andere kopieer-, fax-, scan- of afdrukopdracht starten.
U kunt ook geen andere faxen ontvangen.
Opgeslagen faxgegevens
Een back-up maken van gegevens in het geheugen
De afbeeldingsgegevens die werden opgeslagen in het geheugen worden bewaard
zelfs bij een stroomstoring of wanneer u de machine uitzet.
Gewist rapport
Als de faxgegevens in het geheugen verloreen zijn, wordt er automatisch een gewist
rapport afgedrukt.
De volgende documenten komen in aanmerking voor een gewist rapport.
Document F-codevenster
Documenten die in het geheugen werden ontvangen
Een gewist rapport geeft u informatie over de volgende items van verwijderde
837
gegevens.
Documenttype
Nummer F-codevenster
Naam F-codevenster
Doelnaam
Vertrouwelijke F-code communicatie/mededelingenvenster F-code communicatie
Moment waarop de communicatie werd gestart
Aantal ontvangen pagina's
Memo
Als er een fax werd ontvangen via handmatige ontvangst, Fcode polling-ontvangst of Fcode
vertrouwelijke ontvangst, wordt het ontvangsttype ervan ook afgedrukt.
838
Problemen met AirPrint
Opmerking
De machine heeft mogelijk enkele minuten nodig om te verbinden met een netwerk na het
aanzetten van de machine. Controleer of het apparaat verbonden is met het netwerk
alvorens u afdrukt.
Indien u Mac OS X of iOS gebruikt, upgrade dan naar de recentste versie alvorens te
beginnen.
Oorzaak Te
controleren
aspect
Oorzaak Oplossing
Het bericht
"Geen AirPrint-
printers
gevonden"
wordt
weergegeven
op een iOS-
apparaat.
Staat de
machine aan? Zet de machine aan.
Als de machine aanstaat, schakel het dan
uit en weer aan en controleer of het
probleem opgelost is.
De machine
inschakelen of
uitschakelen.
Is de machine
op hetzelfde
netwerk
aangesloten
als het iOS-
apparaat?
Controleer of de machine wordt
weergegeven op de print screen van het
iOS-apparaat.
Als de machine niet wordt weergegeven,
controleer dan het IP-adres.
Eenvoudige
instelling
De printer die
verbonden is
via USB wordt
niet
gelokaliseerd.
Staat de USB-
instelling op
"IPP"?
Druk op [Device Settings (Apparaten
Instellingen)] > [AdminSetup
(Beheerdersinstellingen)] >
[Management (Beheer)] > [Local
Interface (Lokale Interface)] > [USB
Menu (USB-Menu)] > [USB Assignment
(USB Toewijzing)] > Selecteer [IPP
(IPP)].
-
Kan niet
afdrukken. Staat de
machine aan? Zet de machine aan.
Als de machine aanstaat, schakel het dan
uit en weer aan en controleer of het
probleem opgelost is.
De machine
inschakelen of
uitschakelen.
Is de machine
op hetzelfde
netwerk
aangesloten
als het iOS-
apparaat?
Controleer of de machine wordt
weergegeven op de print screen van het
iOS-apparaat.
Als de machine niet wordt weergegeven,
controleer dan het IP-adres.
Eenvoudige
instelling
Is de recentste
versie van
firmware
geïnstalleerd?
Controleer de versie van firmware van
deze machine en het iOS-apparaat.
Als de versie van firmware niet de
recentste is, update dan de geschikte
versie op de website van OKI of Apple.
-
Zit er papier in
de lade? Controleer het bericht dat zegt dat het
papier op is. Fout
Meldingenlijst
Als de STATUS-
knop op het
Bedieningspaneel
Oplicht of
Knippert
839
Zit er toner in
de
tonercartridge?
Controleer het bericht dat zegt dat de
toner op is.
Fout
Meldingenlijst
Als de STATUS-
knop op het
Bedieningspaneel
Oplicht of
Knippert
Staat AirPrint
ingesteld op
[Inschakelen]?
Druk op [Apparaatinstellingen] en
controleer dan de status van [AirPrint].
Wanneer [Uitschakelen] wordt
weergegeven, is AirPrint niet
beschikbaar.
-
Wordt er een
fout
weergegeven?
Controleer de foutmelding of de
(STATUS)-knop. Fout
Meldingenlijst
Als de STATUS-
knop op het
Bedieningspaneel
Oplicht of
Knippert
840
Google Cloud Print Problemen
Oorzaak Te controleren
aspect Oorzaak Oplossing
De machine kan niet
worden
geregistreerd in
Google Cloud Print.
- Registreer opnieuw vanaf het begin. Google
Cloud Print
instellen
Kan niet afdrukken. Is de machine
correct
geregistreerd in
Google Cloud
Print?
Registreer de machine correct in Google
Cloud Print. Google
Cloud
Print-
registraties
controleren
Google
Cloud Print
instellen
Is er een fout
opgetreden in de
verbindingsstatus
van de machine?
Open de webpagina van deze machine
en controleer de verbinding door de
onderstaande procedure te volgen.
Selecteer [Admin Setup] > [View
Information] > [Network] > [Google
Cloud Print], en controleer dan de
[XMPP Status] en [HTTP Status]. Als
[Error(error code)] wordt
weergegeven, raadpleeg dan "Foutcode
wordt weergegeven" in dit onderwerp.
-
Gebruikt u een
intern
bedrijfsnetwerk?
Controleer of de XMPP (5222)-poort
geopend is.
Voor informatie over het netwerk,
neemt u contact op met uw
netwerkbeheerder.
-
Zelfs nadat de
machine uit Google
Cloud Print werd
verwijderd, blijft de
registratie-
informatie zichtbaar
op het
beheerscherm.
Heeft u de
registratie-
informatie
verwijderd van
de machine die
verbonden is
met een
netwerk?
Verwijder de machine op het
beheerscherm van Google Cloud Print. Controleren
of het
verwijderen
is voltooid
Zelfs nadat de
machine uit Google
Cloud Print werd
verwijderd, blijft de
registratie-
informatie bewaard
in de machine.
Heeft u de
machine
verwijderd op
het
beheerscherm
van Google
Cloud Print?
Verwijder de registratie-informatie met
het bedieningspaneel van de machine. Controleren
of het
verwijderen
is voltooid
Er wordt een foutcode weergegeven op het paneel
Indien er een fout optreedt, wordt de foutcode (alfanumerieke waarde van 8 cijfers)
weergegeven op het bedieningspaneel van de machine. Controleer de eerste drie tekens,
of de laatste twee tekens van de foutcode en volg dan de procedure van de foutcode-
lijst.
Foutcodelijst
841
Een "x" in de foutcode betekent een alfanummeriek karakter.
Foutcode Oorzaak Oplossing
00000000 De machine werkt normaal. -
10axxx13 Verbindingsfout met de HTTP-server (authenticatiefout van
de server).
Ga naar de webpagina (http://(IP-adres van deze
machine) van de machine en controleer dan de
geïmporteerde CA-licentie. Alternatief, kunt u ook de
firmware bijwerken.
Over het
importeren van de
CA-certificaten van
de proxy-server
10bxxx13
10cxxx13
10axxx16 Een aansluitingsfout met de proxy-server (server-
authenticatiefout).
Toegang tot het webpagina (http://(IP adres van deze
machine) van de machine en controleer dan de
geïmporteerde CA vergunning. Als alternatief, werk de
firmware bij.
Over het
importeren van de
CA-certificaten van
de proxy-server
10bxxx16
10cxxx16
103xxx83 Verbindingsfout met de XMMP-server (authenticatiefout
van de server).
Ga naar de webpagina (http://(IP-adres van deze
machine) van de machine en controleer dan de
geïmporteerde CA-licentie. Alternatief, kunt u ook de
firmware bijwerken.
Over het
importeren van de
CA-certificaten van
de proxy-server
10bxxx83
103xxx86 Een aansluitingsfout met de proxy-server (server-
authenticatiefout).
Toegang tot het webpagina (http://(IP adres van deze
machine) van de machine en controleer dan de
geïmporteerde CA vergunning. Als alternatief, werk de
firmware bij.
Over het
importeren van de
CA-certificaten van
de proxy-server
10bxxx86
xxxxxx11 Een fout met de DNS server is opgetreden.
Controleer de DNS server instelling van de machine. Google Cloud Print-
registraties
controleren
xxxxxx12 Kan geen verbinding maken met de HTTP-server.
De aansluiting kan ten gevolge van uw netwerkomgeving
niet gemaakt worden.
Controleer met uw netwerk administrateur.
-
xxxxxx13 Verbindingsfout van de HTTP-server.
De aansluiting kan ten gevolge van uw netwerkomgeving
niet gemaakt worden.
Raadpleeg uw netwerkbeheerder.
-
xxxxxx14 Een fout met de DNS server is opgetreden.
Controleer de DNS server instelling van de machine of de
instelling van de proxy server naam.
Google Cloud Print-
registraties
controleren
xxxxxx15 Kan geen verbinding maken met de proxyserver.
Controleer de proxy server instelling van de machine.
Indien het probleem niet opgelost kan worden, controleer
met uw netwerk administrateur.
Google Cloud Print-
registraties
controleren
xxxxxx16 Een proxy server aansluiting fout.
De aansluiting kan ten gevolge van uw netwerkomgeving
niet gemaakt worden.
Controleer met uw netwerk administrateur.
-
xxxxxx17 Een authenticatiefout van de proxyserver.
Controleer de proxy server instelling van de machine.
Indien het probleem niet opgelost kan worden, controleer
Google Cloud Print-
registraties
controleren
842
met uw netwerk administrateur.
xxxxxx81 Een fout met de DNS server is opgetreden.
Controleer de DNS server instelling van de machine. Google Cloud Print-
registraties
controleren
xxxxxx82 Kan geen verbinding maken met de XMPP-server.
Controleer dat de XMPP (5222) poort geopend is.
Indien het probleem niet opgelost kan worden, controleer
met uw netwerk administrateur.
-
xxxxxx83 Kan geen verbinding maken met de XMPP-server.
Controleer dat de XMPP (5222) poort geopend is.
Indien het probleem niet opgelost kan worden, controleer
met uw netwerk administrateur.
-
xxxxxx84 Een fout met de DNS server is opgetreden.
Controleer de DNS server instelling van de machine of de
instelling van de proxy server naam.
Google Cloud Print-
registraties
controleren
xxxxxx85 Kan geen verbinding maken met de proxyserver.
Controleer de proxy server instelling van de machine.
Indien het probleem niet opgelost kan worden, controleer
met uw netwerk administrateur.
Google Cloud Print-
registraties
controleren
xxxxxx86 Een verbindingsfout van de proxyserver.
Controleer of de XMPP (5222)-poort geopend is.
Als het probleem niet kan worden opgelost, raadpleegt u
uw netwerkbeheerder.
-
xxxxxx87 Een authenticatiefout van de proxyserver.
Controleer de proxy server instelling van de machine.
Indien het probleem niet opgelost kan worden, controleer
met uw netwerk administrateur.
Google Cloud Print-
registraties
controleren
843
844
Als er een foutbericht wordt weergegeven op het
besturingspaneel.
Als er een fout optreedt in deze machine, wordt er een foutmelding en/of foutcode (een
nummer met 3 cijfers) weergegeven op het bedieningspaneel.
In dat geval licht de (STATUS)-knop op of knippert hij.
Als u niet zeker bent hoe een probleem op te lossen, voert u het foutbericht of de foutcode
in op "Fout Meldingenlijst", en controleer vervolgens de foutoorzaak en de oplossing ervan.
Fout Meldingenlijst
845
Fout Meldingenlijst
Wacht een ogenblik. Netwerk initialisatie ...
Het netwerk is aan het initialiseren.
Wacht een ogenblik totdat het apparaat met het netwerk verbinding maakt.
Bestandsysteemcontrole.
Het bestandssysteem op de harde schijf wordt gecontroleerd. Wacht enkele ogenblikken.
Inspectie is vereist. PU Flash-fout
Schakel de machine uit en vervolgens weer aan. Indien dezelfde fout zich voordoet neem contact op met uw
dealer.
Inspectie is vereist. PU communicatie-fout
Schakel de machine uit en vervolgens weer aan. Indien dezelfde fout zich voordoet neem contact op met uw
dealer.
Offlinemodus
De machine staat offline. Druk op de Online knop om het op [Online (Online)] in te stellen.
Gegevens aanwezig.
De gegevens worden nog steeds niet afgedrukt.
Geg. verwijd.
Gegevens verwijderd.
Bezig met opwarmen.
De machine past de temperatuur van de fixeereenheid aan. Wacht enkele ogenblikken.
Voorbereiden …
Kleurregistratie en dichtheid worden aangepast. Wacht enkele ogenblikken.
Update de firmware. Schakel voeding niet UIT.
De programma's op het apparaat worden geüpdatet.
Schakel het apparaat niet uit totdat de update is voltooid.
Het apparaat herstart automatisch nadat de update is voltooid.
Toner is bijna op
De aangegeven toner op het scherm is bijna leeg. Leg een nieuwe tonercartridge klaar.
846
Opvangbak Voor Gebruikte Toner Vol Vervang deze met een nieuw Tonerpatroon.
Opvangbak voor gebruikte toner vol. Vervang deze door een nieuwe.
C: Cyaan (blauw), M: Magenta (rood)
C Niet aanbevolen toner.
Een optimum C (Cyaan, blauw) tonerpatroon is niet geïnstalleerd.
Gebruik een tonerpatroon die is geschikt voor uw apparaat.
M Niet aanbevolen toner.
Een optimum M (Magenta, rood) tonerpatroon is niet geïnstalleerd.
Gebruik een tonerpatroon die is geschikt voor uw apparaat.
Y Niet aanbevolen toner.
Een optimum Y (Geel) tonerpatroon is niet geïnstalleerd.
Gebruik een tonerpatroon die is geschikt voor uw apparaat.
K Niet aanbevolen toner.
Een optimum K (zwart) tonerpatroon is niet geïnstalleerd.
Gebruik een tonerpatroon die is geschikt voor uw apparaat.
Postscript-fout
Er is een PostScript-fout opgetreden.
Niveau Afbeeldingsdrum
De aangegeven afbeeldingsdrum is bijna op. Leg nieuwe beelddrum gereed
C: Cyaan (blauw), M: Magenta (rood), Y: Geel, K: Zwart
Levensduur Fixeereenheid.
De fixeereenheid nadert levensduur. Leg een nieuwe fixeereenheid klaar.
Levensduur Bandeenheid.
De bandeenheid nadert levensduur. Leg een nieuwe transportband-eenheid klaar.
De levensduur van de fixeereenheid is bereikt. Installeer nieuwe fixeereenheid.
De fixeereenheid is aan vervanging toe.
Vervang de fixeereenheid door een nieuwe eenheid.
De levensduur van de bandeenheid is bereikt. Installeer Nieuwe Transportband-Eenheid.
847
De transportband-eenheid is aan vervanging toe.
Vervang de transportband-eenheid met een nieuwe eenheid.
Toner op. Vervang die door een nieuwe tonercartridge.
De aangegeven toner op het scherm is leeg. Vervang de lege tonercassette door een nieuwe.
C: Cyaan (blauw), M: Magenta (rood), Y: Geel, K: Zwart
Tonerpatroon niet geïnstalleerd.
Een aangegeven kleuren-tonerpatroon op het scherm is niet geïnstalleerd.
Installeer het tonerpatroon.
C: Cyaan (blauw), M: Magenta (rood), Y: Geel, K: Zwart
Levensduur afbeeldingsdrum. Installeer nieuwe afbeeldingsdrum.
De afbeeldingsdrum moet binnenkort vervangen worden.
Vervang de afbeeldingsdrum door een nieuwe.
C: Cyaan (blauw), M: Magenta (rood), Y: Geel, K: Zwart
LADE is leeg.
Er is geen plapier in de lade geplaatst. Plaats het papier.
Bestandssysteem is vol.
Geheugen in het bestandssysteem is vol.
Verwijder onnodige bestanden.
Het bestandssysteem is schrijfbeveiligd.
Het bestand dat u probeert te schrijven is schrijfbeveiligd.
Controleer de bestandsnaam.
Onvoldoende paginageheugen voor sorteren.
fout: onvoldoende geheugen opgetreden tijdens het afdrukken, sorteren.
Verminder het aantal af te drukken pagina's.
Onvoldoende geheugen. Fout: 014
fout: vol geheugen opgetreden tijdens de PC-Fax ontvangst. Druk op [Close (Sluiten)].
Ongeauth. gebruiker, taak geann.
Ongeautoriseerde taak werd verzonden of niet-geautoriseerde gebruiker probeerde een fax af te drukken of te
sturen. Gegevens zijn gewist. Neem contact op met uw beheerder om dit apparaat te gebruiken.
848
Bestand wissen..
Opgeslagen bestanden voor afdrukauthenticatie worden verwijderd.
Wacht enkele ogenblikken.
Gecodeerde afdrukgegevens verwijderen.
Bestanden die zijn opgeslagen voor afdrukauthenticatie worden verwijderd. Wacht enkele ogenblikken.
Gewiste gegevens vol
Bestanden die verondersteld te worden gewist zijn vol. Wissen van de bestanden.
Veilige taakopslagperiode overschreden.
Bestanden waarvan de bewaartermijn voor printgegevensauthenticatie is verstreken werden automatisch
verwijderd.
Schijf lezen/schrijf fout
Er is een fout in het bestandssysteem opgetreden. Druk op [Close (Sluiten)].
Flash fout
Er is een fout opgetreden tijdens het updaten van de firmware.
Contacteer de beheerder.
Ongeld. afdrukgeg. ontvangen.
Ongeldige afdrukgegevens of PC faxgegevens werden ontvangen. Wissen van het bericht op [Close (Sluiten)].
Als u afdrukauthenticatie heeft uitgevoerd, werden de gegevens verwijderd, omdat het onvolledig was. Print
opnieuw.
Ontvangen gegevens zijn afgewezen, omdat het Soort Taak gelimiteerd is.
Gegevens waarvan het soort taak niet in de aanvaardbare soort taakinstellingen is gedefinieerd werden
ontvangen. De gegevens werden verwijderd zonder te zijn verwerkt.
Selecteer een soort taak gedefinieerd in de aanvaardbare soort taakinstellingen voor [Type Job (Soort Taak)]
van het printerstuurprogramma en druk opnieuw af.
Over schermen en functies van elke printerdriver
Manueel Verzoek.
Afdrukken op met de hand ingevoerd papier. Plaats papier in de MP-lade.
Wijzig [MEDIA_SIZE (MEDIA_FORMAAT)] [MEDIA_TYPE (MEDIA_TYPE)] in [TRAY (LADE)].
Fout:461, 462, 463, 464
Het formaat en type van het ingevoerde papier komt niet overeen met het papier dat op het scherm wordt
aangegeven. Gebruik hetzelfde formaat en type papier geselecteerd in de toepassing.
849
Wijzig [MEDIA_SIZE (MEDIA_FORMAAT)] [MEDIA_TYPE (MEDIA_TYPE)] in MP-lade.
Fout:460
Het formaat en type papier in de MP-lade komt niet overeen met het papier dat op het scherm wordt
aangegeven. Zorg ervoor dat het formaat en het type papier in de MP-lade overeenkomen met het papier
geselecteerd in de toepassing.
Wacht een ogenblik. Melding Verwerking van gegevens ...
Berichten die op het apparaat worden weergegeven worden bijgewerkt. Wacht enkele ogenblikken.
Wacht een ogenblik. Melding gegevens schrijven ...
Berichten die op het apparaat worden weergegeven worden bijgewerkt. Wacht enkele ogenblikken.
Start het apparaat opnieuw op. Schrijven berichtgegevens is voltooid.
Berichten die op het apparaat worden weergegeven worden nu bijgewerkt.
Schakel de machine uit en vervolgens weer aan.
Wacht enkele ogenblikken.
Controleer gegevens. Schrijffout gegevensbericht
Het weergeven van de geüpdate berichten op het apparaat is mislukt.
Zorg ervoor dat u juiste gegevens voor dit apparaat gebruikt.
Wacht een ogenblik. Netwerkconfiguratie schrijven ...
Netwerkinstellingen voor dit apparaat zijn gewijzigd. De nieuwe instellingen worden opgeslagen. Wacht enkele
ogenblikken.
Wacht een ogenblik. Netwerk initialisatie ...
Netwerkinstellingen voor dit apparaat zijn aan het initialiseren.
Papier [TRAY (LADE)] is leeg Stel [MEDIA_SIZE (MEDIA_FORMAAT)] in Fout: 490, 491, 492,
493, 494
Er is geen papier in de aangegeven lade. Plaats papier in de getoonde afmeting.
[TRAY (De lade)]-cassette ontbreekt. Open en sluit de aangeduide cassette. Fout: 440, 441,
442, 430, 431, 432, 433
De lade is niet geïnstalleerd. Plaats de casette. Als de cassette al is geplaatst, trek het uit en plaats deze
vervolgens opnieuw.
Onvoldoende geheugen. Fout: 420
Gegevens zijn te ingewikkeld. fout: vol geheugen opgetreden tijdens de verwerking. Verminder het volume van
de printgegevens.
850
Opvangbak Voor Gebruikte Toner Vol Vervang deze met een nieuw Tonerpatroon. Fout: 414,
415, 416, 417
Opvangbak voor het tonerpatroon is vol. Door de voorklep te openen en te sluiten kan het apparaat weer een
tijdje afdrukken, maar dit kan de afbeeldingsdrum beschadigen. Vervang het tonerpatroon zo snel mogelijk door
een nieuwe.
C: Cyaan (blauw), M: Magenta (rood)
Toner op. Vervang die door een nieuwe tonercartridge. Fout: 410, 411, 412, 413
De aagegeven patroon heeft geen toner meer.
Door de voorklep te openen en te sluiten kan het apparaat weer een tijdje afdrukken, maar dit kan de
afbeeldingsdrum beschadigen. Vervang het tonerpatroon zo snel mogelijk door een nieuwe.
C: Cyaan (blauw), M: Magenta (rood), Y: Geel, K: Zwart
Incompatibele C Toner. Fout: 552, 556, 616, 622
Het geïnstalleerde C (cyaan, blauw) tonerpatroon is niet optimaal.
We raden aan een optimaal tonerpatroon te gebruiken.
Incompatibele M Toner. Fout: 551, 555, 615, 621
Het geïnstalleerde M (Magenta, rood) tonerpatroon is niet optimaal.
We raden aan een optimaal tonerpatroon te gebruiken.
Incompatibele Y Toner. Fout: 550, 554, 614, 620
Het geïnstalleerde Y (Geel) tonerpatroon is niet optimaal.
We raden aan een optimaal tonerpatroon te gebruiken.
Incompatibele K Toner. Fout: 553, 557, 617, 623
Het geïnstalleerde K (Zwart) tonerpatroon is niet optimaal.
We raden aan een optimaal tonerpatroon te gebruiken.
Toner Niet Geïnstalleerd. Fout: 610, 611, 612, 613
Een aangegeven kleuren-tonerpatroon op het scherm is niet geïnstalleerd.
Installeer het tonerpatroon.
C: Cyaan (blauw), M: Magenta (rood), Y: Geel, K: Zwart
Afbeeldingsdrum Sensor Fout Controleer Afbeeldingsdrum. Fout: 540, 541, 542, 543
De sensorfout is opgetreden in de aangegeven afbeeldingsdrum op het scherm.
Verwijder de afbeeldingsdrum en installeer deze opnieuw.
Als de melding blijft, verwijdert u het tonerpatroon en installeert het opnieuw.
Als het tonerpatroon niet is geïnstalleerd, installeer het.
C: Cyaan (blauw), M: Magenta (rood), Y: Geel, K: Zwart
851
Meerdere vellen papier zijn ingebracht. Stel het papier in [TRAY (LADE)] opnieuw in. Fout:
401
De aangegeven lade voedt meerdere vellen papier per keer.
Haal de cassette uit de lade en plaats opnieuw papier.
Papierformaatfout. Stel het papier in [TRAY (LADE)] opnieuw in. Fout: 400
Papierformaatfout opgetreden in de aangegeven lade. Zorg ervoor dat de afmeting van het geplaatste papier in
de lade overeenkomt met de instelling van de draaischijf voor papierformaat in de papiercassette. Plaats het
papier volgens het papierformaat en de richting ingesteld voor de draaischijf voor papierformaat.
Als de draaischijf voor papierafmetingen verkeerd staat ingesteld, annuleer eerst het afdrukken, stel dan de
draaischijf voor papierafmetingen in en print hierna opnieuw.
Zorg ervoor dat de cassette niet tegelijkertijd meerdere vellen papier doorvoert na het opnieuw afdrukken. Als
dit gebeurt, verwijder het papier en plaats het papier op een correcte wijze.
Papieropstoppingen opgetreden. Open de voorklep en verwijder het papier. Fout: 390
Vastgelopen papier via de papierbaan van de MP-lade.
Als de rand van het vastgelopen papier niet zichtbaar is, opent u de voorklep en verwijdert u het papier.
Papieropstoppingen opgetreden. Trek de [TRAY (LADE)] cassette en verwijder vervolgens
het papier. Fout: 391, 392, 393, 394
Een vastgelopen papier via de papierbaan van de aangegeven lade.
Trek de cassette uit en verwijder vervolgens het papier. Als er meerdere vellen papier tegelijkertijd worden
ingevoerd, verwijder het papier en plaats het papier opnieuw.
Zorg ervoor dat het papier stoppers in de juiste positie worden ingesteld.
Papieropstoppingen opgetreden. Open de voorklep en verwijder het papier. Fout: 372, 380
Vastgelopen papier in de papierbaan van het apparaat. Open de voorklep en verwijder het vastgelopen papier.
Een papierstoring is onder de afbeeldingsdrum of rondom de fixeereenheid opgetreden.
Verwijder de papier. Fout: 381, 382, 383, 348, 389
Een papierstoring is binnen het apparaat opgetreden.
Open de klep en verwijder het papier.
Een papierstoring is onder de afbeeldingsdrum of rondom de fixeereenheid opgetreden.
Verwijder de papier. Fout: 381, 382, 383, 348, 389
Vastgelopen papier bij de duplex afdruk-eenheid.
Trek de duplex-eenheid aan de achterzijde van het apparaat en verwijder vervolgens het vastgelopen papier.
De duplexeenheid is niet correct ingesteld. Fout: 360
De duplexeenheid is niet juist geïnstalleerd. Installeer de duplexeenheid.
Levensduur afbeeldingsdrum. Installeer nieuwe afbeeldingsdrum. Fout: 350, 351, 352, 353
De afbeeldingsdrum moet binnenkort vervangen worden.
852
Vervang de afbeeldingsdrum door een nieuwe.
Door de klep te openen en te sluiten kan het apparaat weer een tijdje afdrukken. Vervang het zo snel mogelijk
door een nieuwe.
C: Cyaan (blauw), M: Magenta (rood), Y: Geel, K: Zwart
Levensduur afbeeldingsdrum. Installeer nieuwe afbeeldingsdrum. Fout: 560, 561, 562, 563,
564, 565, 566, 567
De afbeeldingsdrum moet binnenkort vervangen worden.
Vervang de afbeeldingsdrum door een nieuwe.
C: Cyaan (blauw), M: Magenta (rood), Y: Geel, K: Zwart
Levensduur afbeeldingsdrum. Installeer nieuwe afbeeldingsdrum. Fout: 680, 681, 682, 683
Het afdrukken is gestopt omdat de aangegeven afbeeldingsdrum aan vervanging toe is. Vervang de drum door
een nieuwe afbeeldingsdrum om af te kunnen drukken.
C: Cyaan (blauw), M: Magenta (rood), Y: Geel, K: Zwart
De levensduur van de fixeereenheid is bereikt. Installeer nieuwe fixeereenheid. Fout: 354
De fixeereenheid is aan vervanging toe.
Vervang de fixeereenheid door een nieuwe eenheid.
Door de klep te openen en te sluiten kan het apparaat weer een tijdje afdrukken. Vervang de eenheid zo snel
mogelijk door een nieuwe om de afdrukkwaliteit te garanderen.
De levensduur van de bandeenheid is bereikt. Installeer Nieuwe Transportband-Eenheid.
Fout: 355
De transportband-eenheid is aan vervanging toe.
Vervang de transportband-eenheid met een nieuwe eenheid.
Door de klep te openen en te sluiten kan het apparaat weer een tijdje afdrukken. Vervang de eenheid zo snel
mogelijk door een nieuwe om de afdrukkwaliteit te garanderen.
De fixeereenheid is niet juist geïnstalleerd. Installeer de fixeereenheid opnieuw. Fout: 348
De fixeereenheid is niet juist geïnstalleerd. Verwijder de fixeereenheid en installeer de eenheid opnieuw. Als de
fout aanhoudt na het opnieuw installeren, vervang de fixeereenheid door een nieuwe.
Tonerafvalbak vol. Installeer Nieuwe Transportband-Eenheid. Fout: 356
Tonerafvalbak van de transportbandeenheid is vol. Vervang de transportband-eenheid met een nieuwe eenheid.
Door de klep te openen en te sluiten kan het apparaat weer een tijdje afdrukken. Afdrukken stopt nadat 500
vellen zijn afgedrukt.
Tonerpatroon is niet correct geïnstalleerd. Fout: 544, 545, 546, 547
Een aangegeven kleuren-tonerpatroon op het scherm is niet geïnstalleerd.
Zorg ervoor dat de hendel op het tonerpatroon volledig is gedraaid en de beschermingstape is verwijderd.
C: Cyaan (blauw), M: Magenta (rood), Y: Geel, K: Zwart
853
Afbeeldingsdrum niet juist geïnstalleerd. Controleer de Afbeeldingsdrum. Fout: 340,
341,342, 343
De aangegeven afbeeldingsdrum is niet correct geïnstalleerd.
Verwijder de drum en installeer de afbeeldingsdrum opnieuw.
C: Cyaan (blauw), M: Magenta (rood), Y: Geel, K: Zwart
De fixeereenheid is niet juist geïnstalleerd. Installeer de fixeereenheid opnieuw. Fout: 320
De fixeereenheid is niet juist geïnstalleerd. Verwijder de fixeereenheid en installeer de eenheid opnieuw.
Bandeenheid niet geïnstalleerd. Stel de bandeenheid opnieuw in. Fout: 330
De band is niet juist geïnstalleerd. Verwijder de transportband en installeer de eenheid opnieuw.
[COVER (COLOR)] open. Fout: 310, 311, 587
Aangegeven klep is open. Sluit de kap.
Fout: 310 De uitvoerlade, 311 De voorklep, 587 De bovenste uitvoerlade
Controleer gegevens. Programeer Data Schrijf Fout
Er is een fout opgetreden tijdens het updaten van de firmware.
Gebruik een correct geüpdatet bestand.
IN/UIT schakelen
Schakel de machine uit en vervolgens weer aan.
Indien dezelfde fout zich voordoet neem contact op met uw dealer.
Inspectie is vereist.
Schakel de machine uit en vervolgens weer aan.
Indien dezelfde fout zich voordoet neem contact op met uw dealer.
Annuleren…
De annuleerknop werd tijdens het kopiëren ingedrukt. De kopieertaak is geannuleerd. Wacht enkele
ogenblikken.
Deksel automatische documentinvoer (ADF) open.
De ADF-klep van de scanner is open. Sluit de kap.
Papierstoring opgetreden. Open de deksel van de automatische invoer voor documenten
(ADF) op de scanner voor controle.
Vastgelopen papier in de ADF van de scanner.
Open de ADF-klep en verwijder het vastgelopen papier.
854
Fout scanner-lamp controleer de lamp.
Licht volume van de scanner is laag. Neem contact op met uw dealer.
UIT/AAN Drager Fout <1>
Er is een fout opgetreden in de drager van de scanner. Schakel de machine uit en vervolgens weer aan.
Indien dezelfde fout zich voordoet neem contact op met uw dealer.
USB-geheug. vol
Scannen Naar USB-Geheugen werd geannuleerd, omdat het USB-Geheugen vol is.
Controleer de vrije ruimte in het USB-Geheugen.
Schrijven USB-geheug mislukt.
Het USB-Geheugen is schrijfbeveiligd. Verwijder de beveiliging.
USB-geheugen ontkoppeld.
Het USB-Geheugen werd tijdens het Scannen naar USB-Geheugen verwijderd.
Aansluiten op PC mislukt.
Er werd geen bestemmingscomputer voor het Scannen naar Computer gevonden. Zorg ervoor dat uw computer
aan staat en kan worden gelezen.
Wissen van het bericht op [Close (Sluiten)].
Onvoldoende geheugen opgetr. tijdens Rx
Foutmelding voor vol geheugen is opgetreden tijdens faxontvangst. Zorg voor beschikbaar geheugen.
Communicatiefout
Er is een fout opgetreden tijdens de faxtransmissie of faxontvangst.
Telefoon
De externe telefoon is in gebruik.
Bestandstransmissiefout
Een fout zoals een storing van de server of ontkoppeling van een netwerkkabel is tijdens het Scannen Naar
gedeelde map opgetreden.
Controleer de netwerkverbinding.
Wissen van het bericht op [Close (Sluiten)].
E-mailtransmissiefout
Een fout zoals een storing van de server of ontkoppeling van een netwerkkabel is tijdens het Scannen Naar
E-mail opgetreden. Controleer de netwerkverbinding.
855
Wissen van het bericht op [Close (Sluiten)].
Control. SMTP-instellingen.
Kan geen verbinding maken met de SMTP-server. Controleer de netwerkinstellingen.
Control. POP3-instellingen.
Kan geen verbinding maken met de POP3-server. Controleer de netwerkinstellingen.
SMTP-login mislukt
Een poging op de SMTP-server in te loggen, resulteerde in een authenticatiefout.
Controleer de netwerkinstellingen.
SMTP Auth Niet-ondersteund
De SMTP-server ondersteunt het authenticatiesysteem niet.
Controleer de netwerkinstellingen.
POP3-login mislukt
Een poging op de POP3-server in te loggen, resulteerde in een authenticatiefout.
Controleer de netwerkinstellingen.
Verkrijg. doel-IP mislukt. Gelieve de DHCP-instellingen te Controleren.
De DHCP-server kan niet worden gedetecteerd/ Controleer de netwerkverbinding.
Controleer DNS-instellingen.
Kan geen verbinding maken met de DNS-server. Controleer de netwerkverbinding.
Controleer serverinstellingen
Kan geen verbinding maken met de fileserver. Controleer de netwerkinstellingen.
Serverlogin mislukt.
Inloggen op de bestandsserver is mislukt. Controleer de serverinstellingen.
Binnengaan directory mislukt.
Verbinding maken met de directory van de FTP-server is mislukt. Controleer de serverinstellingen.
Wijz. gegevenstransfertype mislukt.
Bestandstransmissie is mislukt, omdat het overdrachtstype van het bestand niet door de FTP-server werd
geaccepteerd. Wijzig het FTP overdrachtstype naar "binary".
856
Bestandsschrijven mislukt
Bestanden verzonden met Scannen Naar gedeelde map konden niet worden geschreven. Controleer de
toegangsrechten voor de gedeelde map.
FTP-bestemming vol.
Geheugen in de FTP-server is laag. Verwijder overbodige bestanden en zorg voor vrije ruimte.
Wijzig bestandsnaam.
De opgegeven bestandsnaam is niet aanvaardbaar. Controleer de FTP-server instellingen en verander de naam
van het bestand.
Apparaatcommunicatieprotocol niet ondersteund.
De server ondersteunt geen CIFS of FTP. Controleer de serverinstellingen.
Controleer netwerksharenaam.
De naam van de gedeelde netwerkmap is niet correct. Controleer de mapnaam in.
Controleer gegevens. Programeer Data Schrijf Fout
Er is een fout opgetreden tijdens de update van het programma.
Steek een USB-geheugen in.
Scannen Naar USB-geheugen of afdrukken vanaf USB-geheugen met een USB-geheugen dat niet was
aangesloten werd geprobeerd.
Sluit het USB-Geheugen aan.
[TRAY (De lade)]-cassette ontbreekt.
De cassette in de aangegeven lade is uitgetrokken.
Plaats de casette.
Fout: Beperkte toegang Afdrukken werd in zwart/wit uitgevoerd wegens kleuren
afdrukbeperking.
Een kleuren afdruktaak werd een zwart/wit taak wegens een niet-geautoriseerd gebruiker. Neem contact op met
uw beheerder voor kleuren afdrukken.
Fout: Beperkte toegang Afdrukken werd in zwart/wit uitgevoerd wegens kleuren
afdrukbeperking.
Een kleuren afdruktaak werd geannuleerd wegens een niet-geautoriseerd gebruiker. Neem contact op met uw
beheerder voor kleuren afdrukken.
Beperkte toegangsfout Gegevens verwijderd op grond van afdrukbeperkingen.
Een afdruktaak werd geannuleerd wegens een niet-geautoriseerd gebruiker. Neem contact op met uw beheerder
voor afdrukken.
857
Incompatibel USB-apparaat aangesloten. Verwijder aub het verbonden USB-apparaat.
USB-apparaat een niet ondersteund. Verwijder aub het USB-apparaat.
Verwijder aub het verbonden USB-apparaat. USB-apparaat is niet herkend.
Het aangesloten USB-apparaat werd niet herkend. Verwijder aub het USB-apparaat.
Verwijder aub de USB-hub. USB-hub is aangesloten.
Een USB-hub is aangesloten. Verwijder de USB-hub. Het apparaat ondersteunt USB-hub niet.
Inspectie is vereist. SIP Fout
Schakel de machine uit en vervolgens weer aan. Indien dezelfde fout zich voordoet neem contact op met uw
dealer.
Bel naar service. Scanner kon printer niet detecteren.
Schakel de machine uit en vervolgens weer aan. Indien dezelfde fout zich voordoet neem contact op met uw
dealer.
HDD Fout 0
Tijdens het initialiseren van dit apparaat, werd een nog te formatteren harde schijf gedetecteerd.
HDD Fout 250
Tijdens het initialiseren van dit apparaat, werd een beschadigde map voor encrypted authenticatie afdrukken
gevonden. Formatteer de harde schijf opnieuw.
Logbuffer van account is bijna vol.
De logbuffer van de account is bijna vol.
Verkrijg de log en maak de buffer leeg.
Schrijffout Logbestanden.
Fout: schrijffout Logbestand is opgetreden.
Wissen van het bericht op [Close (Sluiten)].
Taaklog Database Fout
Een database toegangsfout is opgetreden tijdens het schrijven of lezen van de taaklog. Het uitschakelen en het
opnieuw inschakelen van het apparaat kan het probleem verhelpen.
Wissen van het bericht op [Close (Sluiten)].
Logbuffer van boekhouden is vol (verwijder oude logs)
Oude logs werden verwijderd omdat de account logbuffer vol was. Verkrijg de log en maak de buffer leeg.
858
IN/UIT schakelen
Schakel de machine uit en vervolgens weer aan. Indien dezelfde fout zich voordoet neem contact op met uw
dealer.
Decoderingsfout opgetreden. Controleer de afbeeldingsgegevens.
Een fout is opgetreden in de verzending van de afbeeldingsgegevens naar dit apparaat. Controleer de
afbeeldingsgegevens.
Verwerking werd geannuleerd omdat er geen ruimtes op het apparaat was. Gelieve genoeg
vrije geheugenruimte te creëren door vermindering van het gebruik en probeer het opnieuw.
De gevensverwerking werd geannuleerd vanwege een vol geheugen.
Verminder het gebruik op het apparaat om beschikbaar geheugen te krijgen en probeer opnieuw.
Verwerking werd geannuleerd door een fout van het apparaat. Na onderhoud of een ander
apparaat, gelieve opnieuw te proberen.
De gegevensvewerking werd geannuleerd door een opgetreden fout bij het apparaat.
Repareer of vervang het apparaat en probeer opnieuw.
Toeg. tot PC geweig. Gelieve PC te controleren.
Verbinding maken met een computer mislukte tijdens het Scannen naar Computer. Controleer de instellingen op
de computer.
Geg. verwijd.
Dit apparaat heeft geen kleuren toner meer. Kleuren afdrukgegevens worden verwijderd.
PDF-fout
Het PDF-bestand is beschadigd.
Dit PDF-bestand is bev. met een wachtw.
Dit PDF-bestand is bev. met een wachtw. Voer een wachtwoord in om af te drukken.
Geld. wachtw. vereist om doc af te drukken
Dit PDF moet authenticatie. Voer een wachtwoord in om af te drukken.
Geen communicatie met de SNTP-server.
Verkrijging van de actuele tijd van de SNTP-server is mislukt. Controleer de server.
USB-geheugen ontkoppeld.
Het USB-Geheugen werd tijdens het afdrukken vanuit het USB-Geheugen verwijderd. Verwijder het USB-
Geheugen niet als er wordt afgedrukt.
859
Kan best niet openen.
Een opgegeven bestand kon niet worden geopend. Controleer de bestands.
Kan best. niet lezen.
Bestanden kunnen niet worden gelezen. Controleer het apparaat waar de bestanden zijn opgeslagen.
Best. vanaf USB laden.
Gegevens worden vanaf het USB-Geheugen gelezen.
Druk op de Stopknop om het lezen te annuleren.
Er is een fout opgetreden Scannen in behandel.
Het afdrukken is gestopt wegens een fout.
Sensorfout van de afbeeldingsdrum.
De tonersensor fout is in de aangegeven afbeeldingsdrum op het scherm opgetreden.
Afdrukken werd gestopt. Achterste uitvoerlade was tijdens het afdrukken open. Open de
uitvoerlade. Foutcode: 409
De achterste uitvoerlade verschoof tijdens het afdrukken.
Plaats de achterste uitvoerlade in de juiste positie en open en sluit vervolgens de uitvoerlade.
Toner op. Vervang die door een nieuwe tonercartridge.
De aagegeven patroon heeft geen toner meer.
Vervang de lege tonercassette door een nieuwe.
Wachttime-out is uitgeschakeld. Afdrukken staat uitgeschakeld behalve via USB. Maak de
paginabuffer leeg en schakel time-out in in het menu.
Wachttime-out uitgeschak.
Onvoldoende geheugen opgetr. tijdens Fax Tx-reservatie.
Fout: onvoldoende geheugen is tijdens het Scannen Naar Fax opgetreden.
Onvoldoende geheugen.
Fout: onvoldoende geheugen is tijdens faxontvangst opgetreden.
E-mailontvangst is geannuleerd.
E-mail ontvangst werd geannuleerd.
Controleer de bestandsindeling en de grootte van het bijgevoegde bestand.
860
Draadloze instellingen zijn incompleet.
Verkeerde waarden worden ingesteld of items blijven uitgeschakeld in de draadloze LAN-instellingen. Controleer
de draadloze instellingen.
Niet verbonden met een draadloos verbindingspunt.
Geen draadloze LAN-toegangspunten worden gevonden.
Zorg ervoor dat het toegangspunt is ingeschakeld.
Verbreek de verbinding en maak opnieuw verbinding met de draadloze LAN.
Draadloze opstart mislukt.
Start het apparaat opnieuw op. Als dezelfde fout zich blijft voordoen, neem contact op met uw dealer.
Fout update firmware Probeer het opnieuw. Als het netwerk niet werkt, probeer de firmware
update dan via USB
De firmware bijwerken mislukt. Opnieuw updaten.
Bij Google Cloud Print registreren. NIET uitschakelen, totdat de registratie voltooid is.
Dit apparaat staat bij de Google Cloud Print service geregistreerd. Wacht enkele ogenblikken.
Van Google Cloud Print verwijderen
Dit apparaat wordt van de Google Cloud Print service verwijderd. Wacht enkele ogenblikken.
Onbekend verbruiksartikel gedetect Raadpleeg de handleiding "Problemen oplossen"
Het gebruik van verbruiksartikelen die niet door OKI Data zijn aangegeven kan de afdrukkwaliteit verminderen
en resulteert in een niet optimaal werkende printer.
Kosten die worden gemaakt voor diensten voor de problemen veroorzaakt door het gebruik van
verbruiksartikelen, die niet zijn opgegeven door OKI Data, zelfs ontstaan in de garantieperiode of
onderhoudscontractperiode worden niet gedekt door het onderhoudscontract.
Als u deze risico's aanvaardt en de niet door OKI Data aangegeven verbruiksartikelen gebruikt, dient u het
volgende te doen:
Schakel de machine uit.
Houd de [Clear (Wissen)] knop vast en schakel de machine in.
Laat de [Clear (Wis)] knop los als "RAM CONTROLE 100%" verschijnt.
Deze bewerkingslog wordt in de printer opgenomen.
Mocht u vragen hebben, neem dan contact op met uw dealer.
Vervang de afbeeldingsdrum. [PAGES (PAGINA'S)] rest. pag's.
De afbeeldingsdrum moet binnenkort vervangen worden.
Vervang de afbeeldingsdrum door een nieuwe.
C: Cyaan (blauw), M: Magenta (rood), Y: Geel, K: Zwart
861
Vervang de afbeeldingsdrum. Printkwaliteit Niet Gegarandeerd.
De afbeeldingsdrum moet binnenkort vervangen worden.
Vervang de afbeeldingsdrum door een nieuwe.
C: Cyaan (blauw), M: Magenta (rood), Y: Geel, K: Zwart
Timeout gegevensontvangst.
Gegevens konden niet binnen een bepaalde tijdsperiode worden ontvangen.
IPv4-adres is conflicterend. Gelieve veranderen IPv4-adres.
De IP-adressen toegewezen aan dit apparaat zijn ook aan een ander apparaat gekoppeld.
Controleer de IP-adressen en wijs een ander IP-adres toe.
Niet-originele heldere afbeeldingsdrum [COLOR (KLEUR)]. Fout:984, 685, 686, 687, 690,
691, 692, 693, 700, 701, 702, 703, 704, 705, 706, 707
Een Niet-optimale afbeeldingsdrum is geïnstalleerd.
C: Cyaan (blauw), M: Magenta (rood), Y: Geel, K: Zwart
C Image drum niet geïnstalleerd. Fout: 696
Cyaan (blauwe) afbeeldingsdrum is niet geïnstalleerd.
Installeer de afbeeldingsdrum.
M Image drum niet geïnstalleerd.Fout: 695
Magenta (rode) afbeeldingsdrum is niet geïnstalleerd.
Installeer de afbeeldingsdrum.
Y Image drum niet geïnstalleerd. Fout: 694
Gele afbeeldingsdrum is niet geïnstalleerd.
Installeer de afbeeldingsdrum.
K Image drum niet geïnstalleerd. Fout: 697
Zwarte afbeeldingsdrum is niet geïnstalleerd.
Installeer de afbeeldingsdrum.
Blanco pagina's werden op alle pagina's gedetecteerd. Gelieve te controleren hoe het
document was ingesteld.
Gescande pagina's zijn allemaal blanco. Draai het document om.
Om papier in te stellen dat niet naar de Bovenste Uitvoerlade kan worden uitgevoerd werd
het papier uitgevoerd door de Uitvoerlade. Om dit beeldscherm af te sluiten, druk op [Close
(Sluiten)] toets.
862
Controleer het type opgegeven papier.
Druk op [Close (Sluiten)].
Enkelzijdig afdrukken werd uitgevoerd daar de papierinstelling dubbelzijdig afdrukken niet
toestond.
Dubbelzijdig afdrukken is niet beschikbaar voor het opgegeven papier.
Controleer het formaat en de dikte van het papier.
Druk op [Close (Sluiten)].
Multifunctionele lade is niet ingesteld om als lade te worden gebruikt, zodat meerdere
exemplaren zijn afgedrukt. Gelieve de multifunctionele lade-instellingen te verifiëren. Druk
op de toets [Close (Sluiten)] om het dialoogvenster te verwijderen
De instelling van de MP lade is ingesteld op [Do Not Use (Niet gebruiken)]. Wijzig de instelling van de MP lade.
Uitvoer Papier Vol. Verwijder papier uit [TRAY (LADE)]. Fout: 480, 485
Papier in de uitvoerlade is vol.
Verwijder het vouwbad.
Taal Wijzigen. Bedieningspaneel is uitgeschakeld.
De taal op het scherm wordt gewijzigd.
Wacht enkele ogenblikken.
Taalwijziging Mislukt. Fout nr.: %CODE%
Taalomschakeling op het scherm mislukt. Druk op de uit/aan toets om het apparaat uit te schakelen en zet het
vervolgens weer aan.
Afwijking in de interne database gedetecteerd. De gegevens moeten worden verwijderd. Na
het drukken op [Format (Formateren)] worden de gegevens verwijderd.
Database kan niet meer hersteld worden.
Om de database te verwijderen druk op [Format (Formatteren)].
Kan niet afdrukken omdat uw Accountsoverzicht het te goed op 0 staat. [USERNAME
(GEBRUIKERSNAAM)] Samenvatting Accountsoverzicht Naam voor Onvoldoende te goed:
[ACCOUNTNAME (ACCOUNTNAAM)] Om de afdruktaak te continueren verhoog uw te goed
en selecteer [Start (Starten)].Om het tegoed te verhogen, gelieve contact op te nemen met
de apparaatbeheerder. Om de afdruktaak te annuleren, selecteert u [Cancel (Annuleren)].
Het aantal afdruktaken overschrijdt de limiet. Geen afdruktaken zijn meer toegestaan. Contacteer uw
beheerder.
863
Standaardfuncties
Namen van onderdelen
Basishandelingen op het bedieningspaneel
De machine inschakelen of uitschakelen.
Papier Laden
Een document instellen
Instellingen Uitvoerlade
Energieverbruik verminderen met de energiebesparingsfunctie
Het energieverbruik verminderen door het apparaat automatisch uit te schakelen
Het volume aanpassen
Gelijktijdige Bewerking (Multitasking)
Het controleren van de Informatie op de Machine
Gebruik de Offline Nietmachine
Eenvoudige instelling
Profiel
One Touch-knop configureren
JOB MACRO
864
Namen van onderdelen
Het hoofdstuk beschrijft de naam van elk onderdeel.
Vooraanzicht
Achteraanzicht
Binnenkant van de machine
Vooraanzicht
Nr. Naam
1 Deksel automatische documentinvoer (ADF)
2 Documentlade
3 Scannereenheid
4 Deksel glasplaat
5 Bedieningspaneel
Basishandelingen op het bedieningspaneel
6 USB poort
7 Multifunctionele (MP) lade
865
Nr. Naam
8 Glasplaat
Nr. Naam
9 Bovenste uitvoerlade
10 Uitvoerlade
11 Papiersteun
12 Voorklep
13 Openingshendel van de voorklep
14 Lade 1
15 Knop selecteren papierformaat
16 Geïntegreerde nietmachine
Achteraanzicht
Nr. Naam
17 Telefoonconnector (voor aansluiten op een externe telefoon)
18 LIJN-verbinding
19 Deksel van de uitvoerlade
20 Achterzijde Uitvoerlade
21 Duplexeenheid
22 Voedingsconnector
23 Deksel voor draadloze LAN-module
24 Netwerkinterface-aansluiting
866
25 USB interface-aansluiting
Binnenkant van de machine
Nr. Naam
26 LED-kop
27 Fuser
28 Tonercartridge/afbeeldingsdrum (C: cyaan)
29 Tonercartridge/afbeeldingsdrum (M: magenta)
30 Tonercartridge/afbeeldingsdrum (Y: geel)
31 Tonercartridge/afbeeldingsdrum (K: zwart)
32 Knop Openen
867
Basishandelingen op het bedieningspaneel
Namen en Functies
Naam en Functies op het Aanraakpaneel
Hoe Aan te passen het Aanraak Paneel
Helderheidsaanpassing
Hoekaanpassing
Tekens invoeren
868
Namen en Functies
Dit hoofdstuk beschrijft de namen en functies van de onderdelen op het bedieningspaneel.
Nr. Naam Functie
1 Aanraak
paneel Stel u in staat om een onderdeel in te stellen door te drukken op een
weergegeven icoon.
2 [HOME] knop Weergeeft het hoofdscherm.
3 [COPY] knop Weergeeft het kopieer functie scherm.
4 [SCAN] knop Weergeeft het scan functie scherm.
5 (PRINT)
knop. Weergeeft het print functie scherm.
6 (FAX) knop. Weergeeft het fax functie scherm.
7 Indicator
DATA IN
GEHEUGEN
Licht op wanneer er zich gegevens in het geheugen bevinden.
8 [Status]
knop Weergeeft het status menu. Flikker/licht op wanneer er een fout status is.
U kunt de resterende hoeveelheid controleren van verbruiksmiddelen en fax
communicatie status.
9 (CLEAR)
knop. Voort de volgende bewerkingen uit door te drukken op, of te drukken en vast
te houden deze toets volgens het invoer onderdeel.
Hiermee minimaliseert u een instelling.
Voert nul als instelwaarde in.
Verwijdert de invoer.
Verwijdert het geselecteerde item.
10 (START)
knop. Start kopierenkopiëren, scannen, faxen, of printen vanaf USB Geheugen.
11 (STOP) knop. Stopt kopiëren, fax verzendingen, of andere taken.
12 [POWER
SAVE] knop Gaat naar of verlaat de vermogen besparing modus.
Brandt groen in de energiebesparende modus; knippert groen (om de 3
seconden) in de slaapmodus; knippert groen (om de 6 seconden) in de
diepeslaapmodus.
Energieverbruik verminderen met de energiebesparingsfunctie
13 [POWER]
knop. Zet deze machine aan of uit.
14 Tiencijferige
toetsenbord Voert nummers, alfabetten, en symbolen in.
Opmerking
869
Wanneer u de hoek verandert van het bediening paneel, wees voorzichtig dat uw handen niet
beklemd raken tussen deze machine en het bediening paneel. Verwonding kan optreden.
Druk niet hard op het aanraakpaneel of druk hier niet met een scherp voorwerp op. Hierdoor
kan het aanraakpaneel worden beschadigd waardoor het niet meer goed functioneert.
870
Naam en Functies op het Aanraakpaneel
Wanneer deze machine aangaat, wordt het hoofdscherm weergegeven op het aanraak
paneel.
Hoofdscherm
Memo
De scherm afbeelding toont de fabriek standaard instelling. Het scherm dat verschijnt door op de
knop Beginscherm (te drukken kan worden gewijzigd via [Beheerderinst.] > [Beheer] >
[Standaardmodus].
Item Beschrijving
1 Stationaire knop
gebied Weergeeft knoppen die iedere keer op het scherm verschijnen.
Weergeeft de volgende onderdelen.
[Job Macro]
[Function Settings]
[Device Settings]
[RESET]
[Logout]
Antenne-aanduiding: verschijnt wanneer de draadloze LAN is
ingeschakeld.
[]
Alleen beschikbare knoppen worden weergegeven op het gekozen
menu.
2 Titel en bewerking
geleiding gebied Weergeeft de titel van het huidige scherm en voorziet in geleiding
voor mogelijk bewerkingen.
3 Hoofdgebied Druk om de kopieerfuncties te gebruiken
Druk om de scanfuncties te gebruiken.
Druk om de afdrukfuncties te gebruiken.
871
Druk om de faxfuncties te gebruiken.
De volgende stappen en functies worden
getoond.
Wijzig Verbruik & Onderhoud
(Tonerpatronen, Afbeeldingsdrums,
Riemeenheid, Fixeereenheid)
Onderhoud en Zorg voor de Machine
(Toevoerrollers, LED-kop, Scanlezer)
Hoe te bekijken het Scherm van Iedere Functie
De volgende beschrijvingen gebruiken het [Basic] label van de kopieer functie als een
voorbeeld.
Onderdeel Beschrijving
1 Stationaire knop gebied Weergeeft knoppen die iedere keer op het scherm verschijnen.
Alleen beschikbare knoppen worden weergegeven op het gekozen
menu.
2 Titel en bewerking
geleiding gebied Weergeeft de titel van het huidige scherm en voorziet in geleiding
voor mogelijk bewerkingen.
3 Tab labels Weergeeft labels voor tabs. Druk op een label om te wisselen tussen
tabs.
Wanneer een instelling is veranderd vanaf zijn standaard instelling.
is weergegeven.
4 Hoofd gebied Weergeeft een vooraanzicht van kopieer uitvoer dat wordt
geproduceerd met de huidige instellingen.
De huidige instelling wordt weergegeven op iedere knop.
<Over markeringen op een knop>
: Geeft aan dat een instelling is veranderd vanaf zijn standaard
instelling.
: Geeft aan dat een volgende pagina bestaat.
/ : Geeft aan dat de instelling is aangezet of uitgezet.
872
Memo
U kunt een waarde invoeren in het veld met weergegeven via gebruik van het 10-
toetsenbord.
Verbonden
Over het bovenste scherm van iedere functie
Namen en functies van schermitems voor kopiëren
Schermbeschrijvingen voor de Scanner
Namen en Functies van Scherm Onderdelen voor Printen
Namen en functies van schermitems voor faxen
Namen en functies van schermitems voor internetfax
873
Hoe Aan te passen het Aanraak Paneel
Instellen van een Hoofd Icoon op het Hoofdscherm
Functies Die Kunnen worden Ingesteld naar een Hoofd Icoon op het Hoofdscherm
Instelling van een Afkorting Knop van Iedere Functie
U kunt aanpassen hoofd iconen en afkorting knoppen op het hoofdscherm en het bovenste
scherm van iedere functie om aan uw benodigdheden te voldoen.
Instellen van een Hoofd Icoon op het Hoofdscherm
Memo
U kunt maximaal 16 iconen registreren.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraakpaneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [Configure Home Screen].
5. Druk op de knop van welke instelling u wilt veranderen.
Het afkorting knop instelling scherm wordt weergegeven.
6. Bedien het aanraak paneel volgens de wijzigingen die u wilt maken.
Onderdeel Beschrijving
1 Layout
vooraanzicht
gebied
Weergeeft de locatie van de afkorting knoppen.
2 Functie toevoegen Plaatst een functie in de locatie waar is aangegeven in het layout
874
vooraanzicht gebied.
3 Leeg toevoegen Plaatst een lege knop in de locatie waar is aangegeven in het
layout vooraanzicht gebied.
4 Verplaats Verplaatst de gekozen knop naar een gespecificeerde locatie.
5 Verwijder Verwijdert de functie die is geregistreerd naar de gekozen knop.
7. Druk op [OK].
Functies Die Kunnen worden Ingesteld naar een Hoofd
Icoon op het Hoofdscherm
U kunt de volgende functies registreren.
Kopiëren*
Fax/Internet fax*
Fax
Internet fax
Scannen*
Scannen naar e-mail
Scan naar gedeelde map
Scannen naar USB-geheugen
Scan naar Computer
Scan Op afstand TWAIN
Afstandscan WSD
Printen*
Opgeslagen taak
Versleutelde taak
Afdrukken vanuit USB geheugen
Macrofunctie opdracht
Google Cloud Print
Probleemoplossing*
* geeft de fabriek standaard instelling aan.
Instelling van een Afkorting Knop van Iedere Functie
Het aantal van afkorting knoppen die kunnen worden ingesteld is afhankelijk van de functie.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraakpaneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
875
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Volg de procedure in de tabel hieronder.
Functies wiens instellingen u
wilt veranderen Weergave op het bediening paneel en
bewerking procedures
Kopie Druk op [Copy Setup] > [Configure Shortcuts].
Scannen naar e-mail Druk op [Scanner Setup] > [E-mail Setup] >
[Configure Shortcuts].
Scan naar gedeelde map Druk op [Scanner Setup] > [Shared Folder Setup] >
[Configure Shortcuts].
Verzending van fax Druk op [Fax Setup] > [Configure Shortcuts].
Internet Fax Verzenden Druk op [Internet Fax Setup] > [Configure
Shortcuts].
Scannen naar Fax Server Druk op [FaxServer Setup] > [Configure Shortcuts].
5. Druk op de knop van welke instelling u wilt veranderen.
6. Kiest een functie om te registreren.
Memo
Iedere afkorting knop die is geregistreerd kan niet worden verwijderd. Het kan worden
vervangen door een andere afkorting knop.
7. Druk op [OK].
876
Helderheidsaanpassing
Om de helderheid te wijzigen van het aanraakpaneel op het besturingspaneel moet de
onderstaande procedure worden uitgevoerd.
U kunt de helderheid van het scherm wijzigen tijdens respectievelijk de bediening en de
Energiebesparingsmodus.
1. Druk [Device Settings (Apparaatinstellingen)] op het
aanraakpaneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk meerdere keren op of en druk op [Management
(Beheren)].
5. Druk op [System Setup (Systeemopstart)].
6. Druk meerdere keren op of en druk op [Panel Brightness
During Operating (Paneelhelderheid Tijdens Bediening)] of [Panel
Brightness While Power Save (Paneelhelderheid Bij
Energiebesparing)].
7. Voer de waarden in en druk op [OK (OK)].
Beschikbare waardes van 1 tot 7. Hoe hoger het getal hoe helderder het scherm wordt.
877
Hoekaanpassing
U kunt de hoek van het bedieningspaneel wijzigen.
1. Houd beide zijden van het aanraakpaneel vast en pas het aan tot
de gewenste hoek.
878
Tekens invoeren
Invoeren met het aanraakpaneel
Invoeren met het numeriek toetsenbord met tien cijfers.
Invoeren met het aanraakpaneel
Wanneer u tekens moet invoeren terwijl u een item instelt, wordt het volgende
invoerscherm weergegeven.
U kunt hoofdletters en gewone letters invoeren in alfabet, nummer, en symbolen.
Over het invoerscherm
Het aantal knoppen in de invoerscherm is afhankelijk van de invoer.
Item Beschrijving
1 tekst invoer veld Weergeeft de ingevoerde karakters.
2 Het aantal van ingevoerde karakters/het
maximum aantal karakters dat kan
worden ingevoerd.
Geeft het maximum aantal karakters dat kan
worden ingevoerd en het aantal van
ingevoerde karakters.
3 Spatie Terug Verwijderd een karakter juist voor de cursor.
4 Karakter paneel Voert Karakters in
Het karakter type wisselt afhankelijk van de
invoer methode.
5 Return-knop Plaatst een regeleinde. De knop verschijnt
wanneer inhoudstekst van een e-mail wordt
ingevoerd.
6 Knop links/knop rechts/knop omhoog/knop
omlaag Verplaatst de cursor naar links, rechts,
omhoog of omlaag.
7 Hoofdletter Blokkering Schakelt tussen de hoofdletters en normale
karakters.
8 Knop invoermodus Wisselt tussen de invoer methode (types van
karakters) voor het invoeren van tekst.
Tekens invoeren
1. Druk op het aanraak paneel.
879
2.
Wanneer de invoer is voltooid, drukt u op [OK] of [Volgende].
Memo
Om een diakritisch teken in te voeren, houdt u een tekenknop ingedrukt waarop [...] is
weergegeven. Wanneer een diakritisch teken verschijnt, drukt u op het teken dat u wilt
invoeren.
Het scherm hieronder toont een afbeelding wanneer u de "a"-knop ingedrukt houdt.
Het wisselen van de Invoermodus (Nummers Alfabetische
Tekens)
1. Druk op [Alpha] of [Symbol].
Memo
[RU] kan worden weergegeven bij Russisch en [EL] bij Grieks. Bij andere talen kunnen alleen
[Alpha] en [Symbol] worden weergegeven.
Het wisselen van de Invoermodus (Hoofdletters Kleine
letters)
1. Druk op de knop om te wisselen tussen de hoofdletters en normale
karakters.
Een ingevoerd teken verwijderen
1. Gebruik de terug toets (tijdelijke naam) knop op het aanraak
paneel of de (CLEAR) knop.
Het karakter voor de cursor ( ) is verwijderd.
Memo
Druk op [ ], [ ], [ ], of [ ] om de cursor te verplaatsen ( ) naar het karakter naast
het karakter om te verwijderen.
Invoeren met het numeriek toetsenbord met tien cijfers.
880
U kunt de op elke toets vermelde nummers invoeren.
Opmerking
Het is onmogelijk om het alfabet in te voeren.
Voer het alfabet in vanuit het aanraakscherm.
Een ingevoerd teken verwijderen
Om het teken links van de cursor te verwijderen druk op de (CLEAR) knop.
Om tekens te verwijderen die u achtereenvolgend heeft ingevoerd, druk en houd de
(CLEAR) knop in.
881
De machine inschakelen of uitschakelen.
Over de voeding
De stroomvoorziening moet aan de volgende voorwaarde voldoen.
AC 110 tot 127VAC (Bereik 99 tot 140VAC)
220 tot 127VAC (Bereik 198 tot 140VAC)
Frequentie 50/60 Hz ± 2%
Opmerking
Als de stroomvoorziening niet stabiel is, gebruikt u een spanningsregelaar.
Het maximale stroomverbruik van deze machine is 1400 W. Controleer of de netvoeding
voldoende is.
De bediening die een ononderbroken vermogen voorziening gebruikt (UPS) of omvormer
wordt niet gegarandeerd. Gebruik geen noodvoeding (UPS) of omvormer.
Wees er zeker van dat u deze machine uitzet voor het verbinden en afsluiten van de
stroomkabel en de aardedraad.
Wees er zeker van dat de aardedraad wordt verbonden met de aangewezen aarde aansluiting.
Wanneer deze machine niet kan worden geaard, neem contact op met uw verkoper.
Overtuig u ervan dat u de aardedraad niet verbindt met een waterleiding, gasleiding of
telefoonlijn, of een bliksemafleider.
Wees er zeker van dat u de aardedraad verbindt voordat u gaat verbinden de stroomkabel met
het stopcontact. Ook, wees er zeker van dat u de stekker uit het stopcontact haalt voordat u
de aardedraad losmaakt.
Wees er zeker van dat u de stroomkabel aansluit of verwijderd door hem bij de stekker vast te
houden.
Steek veilig de stroomkabel in het stopcontact.
Haal niet eruit of plaats de stroomkabel met natte handen.
Installeer de stroomkabel in een locatie waar gebruiker er niet op kunnen stappen, en plaats
geen object op de stroomkabel.
Rol niet op of bindt vast de stroomkabel.
Gebruik geen beschadigde stroomkabel.
Overbelast het stopcontact niet.
Verbindt de stroomkabels van deze machine en andere elektrische producten niet met
hetzelfde stopcontact. Wanneer de stroomkabel van deze machine is verbonden met hetzelfde
stopcontact als andere elektrische producten, speciaal een air conditioner, kopieerapparaat, of
papier versnipperaar, kan deze machine storing oplopen door elektrisch lawaai. Wanneer u de
stroomkabel van deze machine moet verbinden met hetzelfde stopcontact als andere
producten, gebruik een commercieel verkrijgbaar geluidsfilter of lawaai beperkende
transformator.
Gebruik de stroomkabel geleverd bij deze machine, en steek de stekker direct in het
Kan resulteren in vuur of elektrische schok.
882
stopcontact. Gebruik geen stroomkabels van andere producten voor deze machine.
Gebruik geen verlengsnoer. Wanneer u een verlengsnoer moet gebruiken, gebruik een snoer
met 15A of hoger.
Gebruiken van een verlengsnoer kan resulteren in storing van deze machine door AC voltage
verlies.
Zet deze machinen niet uit of trek de stekker eruit tijdens het printen.
Wanneer u deze machine niet gebruikt voor een langere periode door vakanties, reisjes, of
andere redenen, haal de stekker eruit.
Gebruik geen stroomkabel geleverd bij deze machine voor andere producten.
De machine inschakelen
De machine uitschakelen.
883
De machine inschakelen
1. Steek de stroomkabel in de voedingsconnector.
2. Steek veilig de stroomkabel in het stopcontact.
3. Controleer dat er geen documenten zijn geplaatst op de document
glasplaat of in de ADF, en de ADF afdekking gesloten is.
4. Druk op de vermogen schakelaar voor ongeveer een seconde.
Wanneer de machine aangezet is, is de vermogen schakelaar LED verlicht.
Wanneer de machine voor het eerst wordt aangezet nadat de draadloze LAN-kaart
geplaatst is, wordt het scherm Draadloze instellingen weergegeven.
Wanneer u kiest [Yes], wordt de draadloze LAN instelling uitgevoerd.
884
Wanneer u kiest [Do not show next time.], wordt de draadloze instelling niet
uitgevoerd. Het draadloze instelling scherm wordt niet meer weergegeven.
Wanneer u kiest [No], wordt de draadloze LAN instelling niet uitgevoerd. Het
draadloze instelling scherm wordt weergegeven iedere keer dat u de machine
aanzet.
5. De machine gaat naar standby status, en dan wordt het
hoofdscherm weergegeven.
885
De machine uitschakelen.
Opmerking
Controleer of de machine geen fax of andere gegevens ontvangt vanaf een computer voordat
u deze afsluit.
Druk en houd de uitschakelknop gedurende 5 seconden of langer in om de machine uit te
schakelen. Gebruik deze methode alleen, als er een probleem optreedt.
Voor problemen van deze machine, zie "Problemen verhelpen".
1. Druk gedurende een seconde op de hoofdschakelaar.
Het "Afsluiten bezig. Een ogenblik geduld. De machine gaat automatisch uit."
boodschap wordt weergegeven, en de vermogen schakelaar LED lamp flikkert met
intervallen van ongeveer een seconde.
Na een moment, gaat de machine automatisch uit, en de vermogen schakelaar LED
lamp gaat uit.
Wat u dient te doen als u deze machine lange tijd niet
meer gebruikt
Als u deze machine niet gebruikt voor een langere periode wegens vakantie, reizen of om
andere redenen, haal dan de stekker uit het stopcontact.
Memo
886
De machine heeft geen functiestoringen, als het snoer gedurende lange tijd uit het stopcontact
blijft (vier weken of meer).
887
Papier Laden
Dit hoofdstuk geeft informatie over papier dat in een papierlade van dit apparaat kan
worden geladen.
Om het type papier en gewicht in te stellen, druk op [Device Settings
(Apparaatinstellingen)] > [Paper Setup (Papier Instellingen)] en druk op de lade die u wilt
gebruiken en selecteer vervolgens [Media Type (Media Type)] of [Media Weight
(Mediagewicht)].
Over papiersoorten die men kan laden en opslagmethoden
Papieropslag
Over papierformaten, gewicht en aantal vellen die men kan plaatsen
Papier Laden
Enveloppen laden
Over papiersoorten die men kan laden en opslagmethoden
Beschikbare papiertypes
Om hoge-kwaliteit printen uit te voeren, wees er zeker van dat u de ondersteunde papier
types die voldoen aan de eisen, zoals materiaal, gewicht, of papier oppervlakte afwerking
gebruikt. Gebruik digitaal foto print papier.
Wanneer u print op papier dat niet wordt aanbevolen door Oki Data, controleer de print
kwaliteit en dbe beweging van het papier grondig van te voeren om te verzekeren dat er
geen problemen zijn.
Papier
type Papier type en papier grootte (mm)
(De waarde ingesloten in haakjes
is aangegeven in inches.)
Papier gewicht
Gewoon
papier A3 297 x 420 64 tot 256 g/m2 (17 tot 68 lb)
Voor dubbelzijdig afdrukken, 64 tot
220 g/m2 (7 to 58 lb)
Opmerking
Als u papier laadt van 216 mm (8.5
inch) breed of smaller, dan verloopt
het afdrukken trager.
A4 210 x 297
A5 148 x 210
A6 105 x 148
B4 257 x 364
B5 182 x 257
B6 128 x 182
B6 Half 91 x 128
Letter 215,9 x 279,4
(8,5 x 11)
Legal 13 215,9 x 330,2
(8.5 x 13)
Legal 13,5 215,9 x 342,9
(8.5 x 13,5)
Legal 14 215,9 x 355,6
(8.5 x 14)
888
Executive 184,2 x 266,7
(7.25 x 10,5)
Verklaring (5,5 x 8,5)
8,5" vierkant (8,5 x 8,5)
Folio
(210 x 330 mm) 210 x 330
8K
(270 x 390 mm) 270 x 390
8K
(273 x 394 mm) 273 x 394
8K
(260 x 368 mm) 260 x 368
16K
(184 x 260 mm) 184 x 260
16K
(195 x 270 mm) 195 x 270
16K
(197 x 273 mm) 197 x 273
4x6inch (4 x 6)
5x7inch (5 x 7)
Aangepast Breedte: 64 tot 297
Lengte: 90 tot 1321 64 tot 256 g/m2 (17 tot 68 lb)
Envelop Monarch 98,4 x 190,5
(3.875 x 7,5) Enveloppen moeten uit papier van
85 g/m vervaardigd zijn2 (24 pond), en
de flappen moeten gevouwen zijn.
Com-9 98,4 x 225,4
(3.875 x 8,875)
Com-10 104,8 x 241,3
(4.125 x 9,5)
DL 110 x 220
(4.33 x 8,66)
C5 162 x 229 (6.4 x 9)
C6 114 x 162
(4.49 x 6,38)
Label A4 210 x 297 0,1 tot 0,2 mm
Letter 8,5 x 11
(215,9 x 279,4)
Papier voor
gedeeltelijk
afdrukken
Zoals gewoon papier. 64 tot 256 g/m2 (17 tot 68 lb)
Gekleurd
papier Zoals gewoon papier. 64 tot 256 g/m2 (17 tot 68 lb)
Aanbevolen papier
De machine zal een variëteit aan print media behandelen, inclusief een bereik aan papier
gewichten en groottes. Dit deel beschrijft hoe te kiezen en gebruiken media. Om de
beste prestatie te verkrijgen, gebruik 75 tot 90 g/m2 gewoon papier dat is ontworpen
voor gebruik in kopieerapparaten en laserprinters. Sterk gegaufreerd papier of papier
889
met zeer grove textuur wordt afgeraden. Voor-afgedrukt stationair kan worden gebruikt,
maar de inkt moet niet afwijken wanneer blootgesteld aan de hoge fixeer temperaturen
gebruikt in het print proces.
Enveloppen
Enveloppen moeten vrij zijn van vouwen, kreuken of andere vervormingen. Ze
moeten ook van het rechthoekige type zijn met flap voorzien van lijm die is bestand
tegen de hete rol druk fixeer eenheid in de machine. Vensterenveloppen zijn niet
geschikt.
Etiketten
Etiketten moeten eveneens geschikt zijn voor kopieer apparaten en laser printers,
waarbij het rugvel volledig moet bedekt zijn met etiketten. Andere soorten etiketten
kunnen de machine beschadigen doordat ze loskomen tijdens het afdrukken.
Papieropslag
Bewaar papier onder de volgende omstandigheden om de kwaliteit te handhaven.
In een kast of op een andere droge en donkere plaats
Op een vlak oppervlak
Temperatuur: 20
Vochtigheid: 50% RV (relatieve vochtigheid)
Sla geen papier op in onderstaande plaatsen:
Rechtstreeks op de vloer
Waar het papier wordt blootgesteld aan direct zonlicht
In de buurt van de binnenzijde van een buitenmuur
Op een oneffen oppervlak
Op een plaats waar statische elektriciteit kan worden opgewekt
Waar de temperatuur veel te hoog oploopt en de temperatuur snel verandert
Nabij deze machine, airconditioner, verwarming of leiding
Opmerking
Pak papier niet uit totdat u het gaat gebruiken.
Laat papier niet voor een lange tijd uitgepakt achter. Door dit te doen kan resulteren in print
problemen.
Over papierformaten, gewicht en aantal vellen die men
kan plaatsen
De volgende papiertypes en ladecapaciteit kan in elke lade worden geplaatst.
Laden in lade 1
Beschikbaar papierformaat Lade capaciteit Papier gewicht
A3
A4
A5*
300 vellen
(als papiergewicht 80 g/m is2)Licht
(64 tot 82 g/m2)
Medium licht
890
A6*
B4
B5
B6
Tabloid
Letter
Legal (13 inches)
Legal (13,5 inches)
Legal (14 inches)
Executive
Verklaring*
8,5" vierkant (8,5 x 8,5 inch)
Folio (210 x 330 mm)
8K (270 x 390 mm)
8K (273 x 394 mm)
8K (260 x 368 mm)
16K (184 x 260 mm)
16K (195 x 270 mm)
16K (197 x 273 mm)
Aangepast
(83 tot 90 g/m2)
Middel
(91 tot 105 g/m2)
Zwaar
(106 tot 128 g/m2)
Ultra zwaar1
(129 tot 188 g/m2)
Ultra zwaar2
(189 tot 220 g/m2)
*Papier kan niet worden gebruikt voor dubbelzijdig afdrukken.
Laden in lade 2/3/4 (optioneel)
Beschikbaar
papierformaat Lade
capaciteit Papier gewicht
A3
A4
A5*
B4
B5
Tabloid
Letter
Legal
(13 inches)
Legal
(13,5 inches)
Legal
(14 inches)
Executive
8,5" vierkant
(8,5 x 8,5 inch)
Folio
(210 x 330 mm)
8K
(270 x 390 mm)
8K
(273 x 394 mm)
8K
(260 x 368 mm)
16K
(184 x 260 mm)
535 vellen
(als
papiergewicht
80 g/m is2)
Licht
(64 tot 82 g/m2)
Medium licht
(83 tot 90 g/m2)
Gemiddeld
(91 tot 105 g/m2)
Zwaar
(106 tot 128 g/m2)
Ultra Zwaar 1
(129 tot 188 g/m2)
Opmerking
In een extra lade kunt u papier plaatsen met een
gewicht van 64 tot 176g/m2.
Het gespecificeerde papiergewicht "Ultra Zwaar1" wordt
omschreven als 129 tot 188 g/m2, maar het
afdrukbare gewicht reikt tot 176 g/m2.
891
16K
(195 x 270 mm)
16K
(197 x 273 mm)
Aangepast
* Papier kan niet worden gebruikt voor dubbelzijdig afdrukken.
Plaatsen in de MP-lade
Beschikbaar papierformaat Lade capaciteit Papier gewicht
A3
A4
A5*
A6*
B4
B5
B6
Tabloid
Letter
Legal (13 inches)
Legal (13,5 inches)
Legal (14 inches)
Executive
Verklaring*
8,5" vierkant (8,5 x 8,5 inch)
Folio (210 x 330 mm)
8K (270 x 390 mm)
8K (273 x 394 mm)
8K (260 x 368 mm)
16K (184 x 260 mm)
16K (195 x 270 mm)
16K (197 x 273 mm)
Indexkaart (3x5 inch)*
4x6inch*
5x7inch*
Aangepast
Com-10*
Monarch*
DL*
C5*
C4
100 vellen
(als papiergewicht 80 g/m is2)
10 vellen (enveloppen)
Licht
(64 tot 82 g/m2)
Medium licht
(83 tot 90 g/m2)
Middel
(91 tot 105 g/m2)
Zwaar
(106 tot 128 g/m2)
Ultra zwaar1
(129 tot 188 g/m2)
Ultra zwaar2
(189 tot 220 g/m2)
Ultra zwaar3
(221 tot 256 g/m2)
* Papier kan niet worden gebruikt voor dubbelzijdig afdrukken.
Papier Laden
Papier kan in de volgende drie lades worden geplaatst: Lade 1, Lade 2, Lade 3 en in de MP-
lade.
Laad enveloppen of labels in de MP-lade.
892
Papier in lade 1 en lade 2/3/4 plaatsen
De volgende procedure geeft uitleg over het laden van papier in lade 1 of lade 2/3/4
(optioneel).
Opmerking
De volgende procedure gebruikt lade 1 als voorbeeld en is tevens van toepassing op lade
2/3/4 (optioneel).
1. Trek de papier casette uit.
2. Zet de papierformaatknop (1) op het papierformaat dat u plaatst.
3. Schuif de papier geleider naar de breedte van het te laden papier.
4. Schuif de papier stopper naar de lengte van het te laden papier.
893
Wanneer u A6 papier plaatst, schuift u de papierstop (2) naar voren en verwijdert u
deze. Vervolgens installeert u deze op het metalen gedeelte. Schuif de papiersteun in
de richting van de pijl en zet deze vast.
5. Schud een stapel papier goed, en lijn de hoeken van het papier uit.
6. Plaats papier met de afdrukzijde naar beneden gericht.
Opmerking
Plaats geen papier boven de aanduiding " " markering van de papier geleiding.
7. Zet de papiergeleider tegen het papier.
8. Controleer of het formaat van het geplaatste papier overeenkomt
met de stand van de knop voor het papierformaat.
894
9.
Druk de papier cassette aan totdat het stopt.
Als het papier dat u plaatst niet bij de opties op de knop staat, zet u de knop op
[Ander] en stelt u vervolgens het papierformaat in op het bedieningspaneel.
10. Druk [Device Settings (Apparaatinstellingen)] op het
aanraakpaneel.
11. Druk op [Paper Setup (Papierinstellingen)].
12. Druk op de lade waarin het papier is geladen.
13. Stel [Paper Size (Papierafmetingen)],[Media Type (Media Type)] en
[Media Weight (Mediagewicht)] in.
14. Druk op [Back (Terug)] tot het startscherm wordt weergegeven.
Plaatsen in de MP-lade
De volgende procedure beschrijft het plaatsen van papier in de MP-lade.
1. Open de MP-lade naar voren door uw vingers in de voorste
uitsparingen te plaatsen.
2. Trek de papiersteun uit door het middelste deel ervan vast te
pakken en eraan te trekken.
895
3. Open de sub ondersteuning
4. Open de papiergeleidingsklep.
5. Pas de papier geleider van de handmatige invoer aan de breedte
van het te plaatsen papier aan.
896
6. Plaats het papier met de afdrukzijde naar boven omhoog totdat de
hoek de papier invoer ingang raakt.
Opmerking
Plaats geen papier boven de aanduiding " " markering.
7. Sluit de klep om het papier in te stellen.
Opmerking
Wanneer de printer in de energiebesparende stand staat, kunt u op de knop <ENERGIE
BESPAREN> drukken om de printer uit deze stand te halen.
8. Stel [Paper Size (Papierafmetingen)],[Media Type (Media Type)] en
897
[Media Weight (Mediagewicht)] op het papierinstelscherm in.
9. Druk op [Close (Sluiten)].
Opmerking
Laad geen papier in verschillende formaten, soorten of gewichten.
Wanneer u papier toevoegt, verwijdert u het geplaatste papier uit de MP-lade en legt u
beide stapeltjes netjes op elkaar en vervolgens plaatst u deze stapel opnieuw in de
lade.
Plaats geen voorwerpen, behalve papier, in de MP-lade.
Enveloppen laden
Dit gedeelte legt uit hoe u enveloppen in de MP-lade plaatst.
1. Open de MP-lade naar voren door uw vingers in de voorste
uitsparingen te plaatsen.
2. Trek de papiersteun uit door het middelste deel ervan vast te
pakken en eraan te trekken.
3. Open de sub ondersteuning
898
4. Open de papiergeleidingsklep.
5. Stel de handmatige aanvoer papier geleider bij aan de breedte van
een enveloppe die wordt geladen.
6. Laad een enveloppe met de printzijde omhoog totdat zijn hoek de
papier aanvoer ingang raakt.
Opmerking
Plaats geen enveloppen boven de aanduiding " " markering.
899
Com-10, DL, C5 C4
Memo
Als u enveloppen gebruikt met de klep (voor plakken) aan de lange kant (Com-10, DL,
C5), plaats ze dan met de klep gevouwen, zodat de klep links zit, wanneer de enveloppen
worden ingevoerd.
7. Sluit het deksel voor de documentenset.
8. Open de achterste uitvoerlade.
900
901
Een document instellen
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u het document op deze machine instelt.
Over documenten die men kan instellen
Plaatsen in de ADF
Plaatsen op de glasplaat
Over documenten die men kan instellen
Over waar een document in te stellen
Stel een document in in de ADF of op de document glasplaat om te kopiëren, scannen, of
het document te scannen.
ADF
Te scannen
formaat A3, A4 , A4 , A5 , A5 , A6 , B4, B5 , B5 , Tabloid, Letter ,
Letter , Legal 13/13.5/14, Executive , Statement , Statement ,
Folio, 8,5 vierkant
Papiercapaciteit 100 vellen (80 g/m2) of een stapel met een maximale hoogte van 10 cm
(4 inches)
Papiergewicht 60 tot 120 g/m2 (16 tot 32 lb)
Glasplaat
Te scannen
formaat A3, A4 , A4 , A5 , A5 , A6 , B4, B5 , B5 , Tabloid, Letter ,
Letter , Legal 13/13,5/14, Executive , Statement , Statement , Folio,
8,5 vierkant
Documentdikte Tot 20 mm
Memo
Een duplexscan is niet beschikbaar voor A5 , A6, B5 , Mededeling .
Opmerking
Voor documenten waarop plakmiddelen, inkt, of correctie vloeistof is gebruikt, wees er zeker van
dat zij volkomen opgedroogd zijn voor het instellen.
Over documenten die men niet kan instellen
U kunt niet de volgend documenten instellen in de ADF. Gebruik de document glasplaat,
in plaats hiervan.
Documenten met gaten of scheuren
Gevouwen of beschadigde documenten
Sterk gekruld of opgerolde documenten
Vochtige documenten
902
Documenten door statische elektriciteit aan elkaar zijn vastgeplakt
Carbon doorgedrukte documenten
Kleding, metalen vellen, OHP films
Vast geniete, afgekapte, of met tape bevestigde documenten
Documenten die met elkaar zijn geplakt, of documenten met lijm
Glanzende documenten
Bedekte documenten
Observeer het volgende om schade aan de document glasplaat te voorkomen.
Wanneer u een dik document scant, druk het niet op de document glasplaat.
Plaats een hard document voorzichtig.
Stel niet een document in die scherpe uitsteeksels heeft.
Over het scanvlak tijdens kopiëren.
Tekst of afbeeldingen binnen het 2 mm gebied vanaf de hoeken van standaard papier
kunnen niet worden gescand.
Symbolen die documentoriëntatie aanduiden.
Dit symbool geeft aan dat het document verticaal geplaatst wordt vanaf de
voorzijde van deze machine.
Plaats het document in de ADF zo dat de lange kant eerst ingevoerd wordt.
Dit symbool geeft aan dat het document horizontaal geplaatst wordt vanaf de
voorzijde van deze machine.
Plaats het document in de ADF zo dat de korte kant eerst ingevoerd wordt.
Bij het plaatsen van een A4 document in de ADF
Bij het plaatsen van een A4 document in de ADF
903
Plaatsen in de ADF
1. Plaats een document met de voorkant omhoog in de ADF.
Als de [Direction (Richting)] is ingesteld op [Top Edge on Top (Bovenrand Boven)]
plaats het document op een zodanige wijze dat de linkerrand als eerste in de ADF
wordt getrokken.
Als de [Direction (Richting)] is ingesteld op [Top Edge on Left (Bovenrand Links)]
plaats het document op een zodanige wijze dat de bovenrand als eerste in de ADF
wordt getrokken.
2. Lijn de document geleiders uit naar de document breedte.
Opmerking
Verminder het aantal documentpagina's als er problemen optreden met de
papierinvoer van de ADF.
904
Documenten kunnen tot een maximum van 100 vellen (80g/m2) en 10 mm hoog
worden geladen ongeacht de afmeting.
Let er bij gekrulde documenten op dat de papiergeleiders aansluiten op de breedte van
het document.
Memo
De machine detecteert automatisch de volgende documentformaten.
Serie Formaten die gedetecteerd worden
AB A3, A4 , A4 , A5 , A5 , A6 , B4, B5 , B5 , Folio
Letter Tabloid, Letter , Letter , Legal 14, Executive , Statement
* Als Legal14 in de Letter series wordt opgespoord dan wordt de waarde tussen Legal13,
Legal13.5 en Legal14 die gespecificeerd zijn in [Device Settings (Apparaten Instellingen)]
> [Admin Setup (Admin Instellingen)] > [Scanner Setup (Scanner Instellingen)] >
[Default Settings (Standaard Instellingen)] > [Auto Detect Scan Size (Auto detect Scan
Afmeting)] > [Legal Size (Legal Afmeting)] als Scan Afmeting ingesteld.
Plaatsen op de glasplaat
1. Open het deksel van de glasplaat.
2. Plaats een document met afdrukzijde naar beneden op de
glasplaat.
Wanneer een document in portret is, lijn zijn bovenste hoek uit met de bovenste
linkerhoek van het glas.
905
Wanneer een document in landschap is, lijn zijn rechter hoek uit met de bovenste
linkerhoek van het glas.
Opmerking
Druk niet krachtig op de glasplaat.
3. Sluit voorzichtig de klep van de glasplaat.
906
U moet de instelling [Richting] om de documentrichting (staand of liggend) in te
stellen op voorhand te wijzigen.
Over de [Direction] instelling
De documentrichting instellen 8Richting)
Memo
De machine detecteert automatisch de volgende documentformaten.
Serie Formaten die gedetecteerd worden
AB A3, A4 , A4 , A5 , A5 , A6 , B4, B5 , B5 , Folio
Letter Tabloid, Letter , Letter , Legal 14, Executive , Statement
* Als Legal14 in de Letter series wordt opgespoord dan wordt de waarde tussen Legal13,
Legal13.5 en Legal14 die gespecificeerd zijn in [Device Settings (Apparaten Instellingen)]
> [Admin Setup (Admin Instellingen)] > [Scanner Setup (Scanner Instellingen)] >
[Default Settings (Standaard Instellingen)] > [Auto Detect Scan Size (Auto detect Scan
Afmeting)] > [Legal Size (Legal Afmeting)] als Scan Afmeting ingesteld.
Opmerking
Wanneer het document op het documentglas geplaatst wordt, wordt het documentformaat
pas gedetecteerd nadat de klep van de glasplaat gesloten wordt.
Zorg ervoor dat u de klep van de glasplaat sluit.
907
Instellingen Uitvoerlade
Bovenste Uitvoerlade/Uitvoerlade
Achterzijde Uitvoerlade
De machine voert het papier naar de Uitvoerlade, Bovenste Uitvoerlade (alleen voor de
MC873 Series) of de Achterste Uitvoerlade toe. Papiersoorten die in iedere lade kunnen
worden ingevoerd zijn de volgende.
1. Druk [Device Settings (Apparaatinstellingen)] op het
aanraakpaneel.
2. Druk op [Paper Setup (Papierinstellingen)].
3. Druk meerdere keren op of en druk op [Output Tray
(Uitvoerlade)].
4. Stel de uitvoerlade in die u voor iedere functie wilt gebruiken.
Beschikbaar papier voor de uitvoerlades.
Uitvoerlade Ondersteunde
papiersoort Capaciteit
Uitvoerlade Gewoon papier
Gerecycled papier
250 vellen (80 g/m2)
Bovenste uitvoerlade (Alleen voor de
MC873 Series) Gewoon papier
Gerecycled papier
100 vellen (80 g/m2)
Achterste uitvoerlade Gewoon papier
Gerecycled papier
Envelop
3x5 inch, 4x6 inch,
5x7 inch
Etiket
100 vellen (80 g/m2)
10 vellen (dik papier en
enveloppen)
Opmerking
Open of sluit de achterste uitvoerlade niet tijdens het afdrukken. Doet u dit wel, dan kan dit
leiden tot papierstoringen.
Bovenste Uitvoerlade/Uitvoerlade
Gebruik deze uitvoerlades voor gewoon papier. Papier wordt met de afgedrukte kant naar
beneden uitgevoerd.
Zij zijn niet beschikbaar voor enveloppen, labels of lang papier.
908
Controleer of de achterste uitvoerlade aan de achterzijde van de machine is gesloten.
Wanneer de uitvoerlade aan de achterzijde open is, wordt het papier altijd via de
Uitvoerlade aan de achterzijde uitgevoerd.
Memo
Open de papiersteun, zodat de afdrukken niet uit de uitvoerbak vallen.
Achterzijde Uitvoerlade
Gebruik de uitvoerlade aan de achterzijde voor het printen van enveloppen, labels of lang
papier.
Papier wordt met de afgedrukte kant naar boven uit de machine uitgevoerd. Gewoon papier
is ook voor deze uitvoerlade beschikbaar.
1. Open de achterste uitvoerlade (F) aan de achterzijde van de
machine.
2. Vouw de papiersteun uit.
909
3. Open de onderste steun.
910
Energieverbruik verminderen met de
energiebesparingsfunctie
Het apparaat heeft drie energiebesparende modi: Vermogen Besparing, Slaap, en Diepe
Slaap.
Als u de machine een bepaalde tijd niet zult gebruiken, gaat de machine automatisch in de
Energiebesparingsmodus om stroomverbruik te sparen. Als alternatief kunt u de machine in
de Energiebesparingsmodus zetten door op de (ENERGIEBESPARING) knop te drukken.
De energiespaarstand instellen
De slaapstand instellen
Over beperkingen in de slaap- en diepeslaapstand
De procedures voor het schakelen van de machine naar elke modus en condities om elke
modus te verlaten worden getoond in de tabel hieronder.
Vermogen
Besparing
modus.
Procedure voor het
schakelen van de
machine naar elke
modus
Conditie om
naar elke
modus te
schakelen
Machine status Conditie om elke
modus te verlaten
Vermogen
Besparing
modus.
Na enige tijd*1, of
druk op de
(ENERGIEBESPARING)
knop.
- Het achterlicht op het
besturingspaneel
wordt uitgeschakeld.
De
(ENERGIEBESPARING)
knop wordt in het
groen verlicht.
Druk op een knop op
het bediening paneel.
Print gegevens, een
fax, of andere
gegevens zijn
ontvangen.
Plaats het document
in de ADF.
Open of sluit de klep
van de glasplaat.
Slaapstand Na een bepaalde tijd*2 Een bepaalde
functie*3 is
ingeschakeld.
Het scherm op het
besturingspaneel
wordt uitgeschakeld.
De
(ENERGIEBESPARING)
knop knippert (iedere
3 seconden) in het
groen.
Druk op de
(ENERGIEBESPARING)
knop. Afdrukdata,
een fax of andere
data worden
ontvangen.
Plaats het document
in de ADF.
Open of sluit de klep
van de glasplaat.
Diepe
Slaap
modus
Na een bepaalde tijd*2 Een bepaalde
functie*3 is
uitgeschakeld.
Het scherm op het
besturingspaneel
wordt uitgeschakeld.
De
(ENERGIEBESPARING)
knop knippert (iedere
6 seconden) in het
groen.
Dezelfde condities als
Slaap modus worden
toegepast of er zijn
beperkingen om
Diepe Slaap te
verlaten.*4.
*1 Als het apparaat voor een bepaalde tijd inactief is (fabrieksinstelling: 1 minuut), gaat
het apparaat automatisch over naar de energiespaarstand. Om de tijd te veranderen
om naar Vermogen Besparing modus te gaan, zie "De energiespaarstand instellen".
*2 Als de machine een bepaalde tijd uitgeschakeld is (op grond van de standaard
fabrieksinstellingen 15 minuten), schakelt de machine automatisch op de stand Slaap
of Diepe Slaap. Raadpleeg "De slaapstand instellen" om de tijd waarna de stand Slaap
911
of Diepe Slaap ingeschakeld wordt te wijzigen.
*3 Voor meer informatie over de van toepassing zijnde functie, raadpleegt u "De
slaapstand instellen".
*4 Voor meer informatie over beperkingen, raadpleegt u "Over beperkingen in de slaap- en
diepeslaapstand".
Werken met het besturingspaneel.
U kunt de energiespaarstand instellen via het bedieningspaneel.
Stel de lengte van de stilstand tijd in voordat u naar Vermogen Besparing modus gaat.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk meerdere keren op of en druk op [Management
(Beheren)].
912
5. Druk op [Energiebesparing].
6. Druk op [Power Save Time].
7. Kies overgang tijd.
De fabrieksinstelling is 1 minuut.
913
De energiespaarstand instellen
Als u het apparaat voor een bepaalde tijd niet gebruikt, gaat het apparaat automatisch over
naar de spaarstand, waarbij er stroom bespaart wordt.
Alternatief, kunt u drukken op de knop [ENERGIESPAARSTAND] drukken om het apparaat
handmatig over te schakelen naar de energiespaarstand. Als u op de (POWER SAVE)
knop in Vermogen Besparing modus, gaat de machine terug naar standby modus.
In Vermogen Besparing modus, de (POWER SAVE) knop zal dan oplichten.
Verlaten Vermogen Besparing Modus naar Standby Modus
Om te verlaten de Vermogen Besparing modus naar standby status, druk op de
(POWER SAVE) knop.
Memo
Wanneer deze machine gegevens van een computer of ander apparaat ontvangt, keert de
machine automatisch terug naar de stand-by-modus.
De machine keert ook automatisch terug naar de stand-by-modus wanneer het document in
de ADF wordt ingesteld of de klep van de glasplaat geopend of gesloten wordt.
U kunt Vermogen Besparing modus registreren op de volgen drie manieren.
De webpagina van deze machine vanaf een computer gebruiken
Dit deel beschrijf hoe u Vermogen Besparing modus instelt vanaf de Webpagina. U moet
inloggen als de beheerder om deze instelling in te stellen.
Het configuratiehulpprogramma gebruiken (alleen Windows)
In deze sectie wordt beschreven hoe u vanaf de configuratietool de energiebesparende
stand kunt instellen. U moet het wachtwoord invoeren om deze instelling in te stellen.
Het bedieningspaneel gebruiken
Dit deel beschrijft hoe de Vermogen Besparing modus in te stellen vanaf het bediening
paneel op de machine. U moet het beheerder wachtwoord invoeren om deze instelling in
te stellen.
914
De webpagina van deze machine vanaf een computer
gebruiken
U kunt de energiespaarstand vanaf de webpagina van deze machine instellen.
1. Open de Webpagina van deze machine
Hoe in te loggen op de webpage
De Controle of Wijziging van de Instellingen van Deze Machine vanaf een
Computer
2. Log in als administrateur.
3. Klik op [Beheerderinst].
4. Klik op [Beheer] > [Energiebesparing].
5. Selecteer de overgangstijd van [Tijd tot energiespaarstand] en klik
op [Verzenden].
Beschikbare overgang tijd instellingen
1 minuut*, 2 minuten, 3 minuten, 4 minuten, 5 minuten, 10 minuten,
15 minuten, 30 minuten, 60 minuten
* geeft de standaardinstelling aan.
915
Het configuratiehulpprogramma gebruiken (alleen
Windows)
U kunt de energiespaarstand vanuit het netwerk instellen met het
configuratiehulpprogramma.
Stel de lengte van de stilstand tijd in voordat u naar Vermogen Besparing modus gaat.
Voor details over Configuration Tool zie "Werken met configuratietool.".
1. Klik op [Start] en selecteer vervolgens [Alle Programma's] >
[Okidata] > [Configuratiehulpprogramma] >
[Configuratiehulpprogramma].
2. Kies de machine vanaf [Registered Device Table].
3. Klik op het [Device Setting] label.
4. Klik op [Menu settings].
5. Klik op (Beheerdersinstellingen weergeven).
6. Voer het beheerder wachtwoord in, en klik dan op [OK].
7. Klik op [Beheerderinst.] > [Beheerder] > [Energiebesparing].
8. Selecteer de overgangstijd van [Tijd tot energiespaarstand] en klik
op (Opslaan naar apparaat).
Beschikbare overgang tijd instellingen
1 minuut*, 2 minuten, 3 minuten, 4 minuten, 5 minuten, 10 minuten,
15 minuten, 30 minuten, 60 minuten
* geeft de standaardinstelling aan.
916
Het bedieningspaneel gebruiken
U kunt de energiespaarstand instellen via het bedieningspaneel.
Stel de lengte van de stilstand tijd in voordat u naar Vermogen Besparing modus gaat.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk meerdere keren op of en druk op [Management
(Beheren)].
5. Druk op [Energiebesparing].
6. Druk op [Power Save Time].
7. Kies overgang tijd.
917
De slaapstand instellen
Wanneer een ingestelde tijdsduur is verstreken, gaat deze machine vanuit de
Energiespaarstand naar de slaapstand. In Slaap modus, is de status van deze machine bijna
hetzelfde als wanneer deze machine is uitgezet.
In Slaap modus, flikkert de (POWER SAVE) knop.
Opmerking
Als er een fout is opgetreden, gaat de machine niet naar de slaapstand.
Wanneer een vertraagde verzending is gereserveerd, gaat de machine niet naar Slaap
modus.
Wanneer een fax verzending wacht op een herhaalde oproep, gaat de machine niet naar
Slaap modus.
Wanneer de bedrade netwerk verbinding wordt geschakeld naar de draadloze netwerk
omgeving, gaat de machine niet in de Diepe Slaap modus maar gaat naar Slaap modus.
Wanneer de draadloze netwerk verbinding wordt geschakeld naar de bedrade netwerk
omgeving, gaat de machine naar Diepe Slaap modus.
Overschakelen van de slaapstand of de diepeslaapstand naar de
stand-bymodus.
Om te verlaten de Slaap modus naar standby status, druk op de (POWER SAVE) knop.
Memo
Wanneer deze machine gegevens van een computer of ander apparaat ontvangt, keert de
machine automatisch terug naar de stand-by-modus.
De machine keert ook automatisch terug naar de stand-by-modus wanneer het document in
de ADF wordt ingesteld of de klep van de glasplaat geopend of gesloten wordt.
U kunt Slaap modus registreren op de volgende drie manieren.
De webpagina van deze machine vanaf een computer gebruiken
Dit deel beschrijf hoe u Slaap modus instelt vanaf de Webpagina. U moet het beheerder
wachtwoord invoeren om deze instelling in te stellen.
Het configuratiehulpprogramma gebruiken (alleen Windows)
Dit deel beschrijf hoe u Slaap modus instelt vanaf het Configuratie Gereedschap. U moet
het beheerder wachtwoord invoeren om deze instelling in te stellen.
Het bedieningspaneel gebruiken
Dit gedeelte beschrijft hoe u de slaapstand vanaf het bedieningspaneel van deze machine
instelt. U moet het beheerder wachtwoord invoeren om deze instelling in te stellen.
918
De webpagina van deze machine vanaf een computer
gebruiken
U kunt de slaapstand vanaf de webpagina van deze machine instellen.
Stel de lengte van de stilstand tijd in voordat u naar Slaap modus gaat.
1. Open de Webpagina van deze machine
Hoe in te loggen op de webpage
De Controle of Wijziging van de Instellingen van Deze Machine vanaf een
Computer
2. Log in als de beheerder.
3. Klik op [Admin Setup].
4. Klik op [Management]> [Power Save].
5. Kies de overgang tijd vanaf [Sleep Time], en klik dan op [Submit].
Beschikbare overgang tijd instellingen
1 minuut, 2 minuten, 3 minuten, 4 minuten, 5 minuten, 10 minuten,
15 minuten*, 30 minuten, 60 minutes
* geeft de standaardinstelling aan.
Verbonden
Over beperkingen in de slaap- en diepeslaapstand
919
Het configuratiehulpprogramma gebruiken (alleen
Windows)
U kunt Power Save modus van Configuration Tool zetten.
Zet de lengte van inactieve tijd voor Sleep Save modus binnengaan.
1. Klik op [Start] en selecteer vervolgens [Alle Programma's] >
[Okidata] > [Configuratiehulpprogramma] >
[Configuratiehulpprogramma].
2. Kies de machine vanaf [Registered Device Table].
3. Klik op het [Device Setting] label.
4. Klik op [Menu settings].
5. Klik op (Beheerdersinstellingen weergeven).
6. Voer het beheerder wachtwoord in, en klik dan op [OK].
7. Klik op [Beheerderinst.] > [Beheerder] > [Energiebesparing].
8. Selecteer de overgangstijd van [Slaaptijd] en klik op vervolgens op
(Opslaan naar apparaat).
Beschikbare overgang tijd instellingen
1 minuut, 2 minuten, 3 minuten, 4 minuten, 5 minuten, 10 minuten,
15 minuten*, 30 minuten, 60 minutes
* geeft de standaardinstelling aan.
Verbonden
Over beperkingen in de slaap- en diepeslaapstand
920
Het bedieningspaneel gebruiken
U kunt Auto Power Off van de webpagina van deze machine zetten.
Zet de lengte van inactieve tijd voor Sleep Save modus binnengaan.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk meerdere keren op of en druk op [Management
(Beheren)].
5. Druk op [Energiebesparing].
6. Druk op [Sleep Time].
7. Kies overgang tijd.
921
Over beperkingen in de slaap- en diepeslaapstand
Dit gedeelte beschrijft de beperkingen wanneer het apparaat zich in de slaapstand of de
diepeslaapstand bevindt.
Wanneer de machine een fout weergeeft, kan de machine niet naar Slaap modus en Diepe
Slaap modus gaan.
In Slaap modus, is de netwerk functie als volgt beperkt.
De machine gaat niet naar de slaapstand
De machine gaat niet naar de slaapstand in de volgende gevallen
IPSec is ingeschakeld.
Er is een TCP-verbinding tot stand gebracht.
Voorbeeld: Een verbinding wordt tot stand gebracht met Telnet of FTP.
Wanneer de overgangstijd om naar Slaap modus en Diepe Slaap modus te gaan vanaf
Vermogen Besparing modus verstrijkt en de verbinding is afgebroken, gaat de
machine naar Slaap modus.
E-mail ontvangst is ingeschakeld
Draadloze LAN is geactiveerd
Google Cloud Print is geactiveerd
LLTD is geactiveerd
Linkstatus HUB is 1000BASE-T
Het globale IPv6-adres is toegewezen
Toegangsbeheer in de Toegangsbeheerinstellingen wordt ingeschakeld en Plaatselijke
IC-kaart of LDAP IC-kaart in de authenticatiemethode wordt ingeschakeld.
Memo
Om te machine naar de diepeslaapstand te laten overschakelen, schakelt u IPSec of e-
mailontvangst uit.
Kan niet afdrukken
In Diepe Slaap modus, kunt u de olgende protocollen niet gebruiken om te printen.
IPv6
NBT
WSDPrint
Kan niet zoeken of instellen
In Diepe Slaap modus, kunt u niet zoeken of instellen via gebruik van de volgende
functies en protocollen.
NBT
PnP-X
UPnP
922
LLTD
MIB*
* Referenties met een aantal ondersteunde MIB (het Get-commando) bevinden zich
mogelijk in de diepe slaapstand.
Protocollen die de cliënt functie hebben werken niet.
In Diepe Slaap modus werken de volgende protocollen die de cliënt functie hebben niet.
E-mail alarm*2
SNMP Trap
WINS*1
SNTP*2
*1 De verstreken tijd, indien het apparaat zich in de slaapmodus bevindt, omvat niet de
intervallen tussen de vernieuwingstijden.
WINS regelmatige herzieningen zijn in Deep Sleep modus niet verricht, die misschien in
namen resulteert die in de WINS server zijn ingeschreven geschrapt te worden.
*2 De verstreken tijd in de slaapstand is niet opgenomen in de intervallen van de meldingstijd
van de e-mailwaarschuwing en de intervallen van de updatetijd van de NTP-server
De machine gaat automatisch over van de slaapstand van
diepeslaapstand
In een netwerkomgeving, waar een groot aantal pakketten worden verzonden, gaat de
machine automatisch van de diepe slaapstand naar de slaapstand en reageert.
Ook als een terminal zoekopdrachten uitvoert met Bonjour, zoals Mac of iPhone loopt, en
is aangesloten op hetzelfde netwerk, gaat het toestel automatisch van de diepe
slaapstand naar de slaapstand en reageert.
Deze machine gaat automatisch naar de diepe slaapstand na een bepaalde tijdsperiode.
923
Het energieverbruik verminderen door het apparaat
automatisch uit te schakelen
Als u het apparaat voor een bepaalde tijd niet gebruikt, gaat het apparaat automatisch over
naar de automatische uitschakelfunctie, waarbij het apparaat wordt uitgeschakeld. Om de
machine weer te gebruiken, zet de machine aan.
Over de items van de functie-instelling Automatisch uitschakelen
Dit deel beschrijft drie instelling onderdelen die over de Automatisch Vermogen Uit
bewerking beslissen.
Automatisch uitschakelen instellen
Dit deel beschrijft hoe u de overgangstijd instelt om naar Automatisch Vermogen Uit te
gaan. Om deze instelling in te stellen, is het beheerder wachtwoord nodig.
924
Over de items van de functie-instelling Automatisch
uitschakelen
Er zijn drie soorten instellingen voor Automatisch Uitschakelen.
[Enable]: Wanneer u de machine voor een bepaalde tijd niet gebruikt, gaat de machine
automatisch uit.
[Auto Config]: De machine gaat niet automatisch uit in de volgende gevallen.
Een LAN kabel is verbonden naar de netwerk interface verbinding.
Een telefoon kabel is verbonden naar de LIJN verbinding.
Draadloze LAN is ingeschakeld.
[Disable]: De Automatisch Vermogen Uit functie is uitgeschakeld. De machine gaat niet
automatisch uit.
Opmerking
Als een fout is opgetreden, wordt de machine niet automatisch uitgeschakeld.
Wanneer een vertraagde verzending is gereserveerd, gaat de machine niet automatisch uit.
Wanneer een fax verzending wacht op een herhaalde oproep, gaat de machine niet
automatisch uit.
925
Automatisch uitschakelen instellen
U kunt Automatisch Vermogen Uit registreren op de volgen drie manieren.
De webpagina van deze machine vanaf een computer gebruiken
Dit deel beschrijf hoe u Automatisch Vermogen Uit instelt vanaf de Webpagina. U moet het
beheerder wachtwoord invoeren om deze instelling in te stellen.
Het configuratiehulpprogramma gebruiken (alleen Windows)
Dit deel beschrijf hoe u Automatisch Vermogen Uit instelt vanaf Configuratie Gereedschap.
U moet het beheerder wachtwoord invoeren om deze instelling in te stellen.
Het bedieningspaneel gebruiken
Dit deel beschrijf hoe u Automatisch Vermogen Uit instelt vanaf het bediening paneel van
deze machine. U moet het beheerder wachtwoord invoeren om deze instelling in te
stellen.
926
De webpagina van deze machine vanaf een computer
gebruiken
Instelling Automatisch Vermogen Uit
Instellen van Overgangstijd
U kunt de automatische uitschakelfunctie vanaf de webpagina van deze machine instellen.
Instelling Automatisch Vermogen Uit
1. Open de Webpagina van deze machine
Hoe in te loggen op de webpage
De Controle of Wijziging van de Instellingen van Deze Machine vanaf een
Computer
2. Log in als de beheerder.
3. Klik op [Beheerderinst.].
4. Klik op [User Install] > [Time Setup].
5. Kies [Auto Power Off], en klik dan op [Submit].
Beschikbare waarde instellingen:
Inschakelen, Auto-configuratie*, Uitschakelen
* geeft de fabriek standaard instelling aan.
Instellen van Overgangstijd
1. Open de Webpagina van deze machine
Inloggen op een webpagina
De Controle of Wijziging van de Instellingen van Deze Machine vanaf een Computer
2. Log in als de beheerder.
3. Klik op [Beheerderinst.].
4. Klik op [Beheer]> [Energiebesparing].
5. Selecteer [Tijd Automatisch Uitschakelen] en klik vervolgens op
[Verzenden].
Beschikbare waarde instellingen:
927
1 uur, 2 uur, 3 uur, 4 uur*, 8 uur, 12 uur, 18 uur, 24 uur
* geeft de fabriek standaard instelling aan.
928
Het configuratiehulpprogramma gebruiken (alleen
Windows)
U kunt Power Save modus van Configuration Tool zetten.
Zet de lengte van inactieve tijd voor Power Save modus binnengaan.
1. Klik op [Start], en selecteer dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Selecteer de machine van [Registered Device Table].
3. Klik op het [Device Setting] tab
4. Klik op [Menu settings].
5. Klik op (Beheerdersinstellingen weergeven).
6. Voer het beheerder wachtwoord in, en klik dan op [OK].
7. Klik op [Beheerderinst.] > [Beheerder] > [Energiebesparing].
8. Selecteer de overgangstijd van [Tijd Automatisch Uitschakelen] en
klik op (Opslaan naar apparaat).
Beschikbaar overgangtijdsinstellingen:
1 uur, 2 uur, 3 uur, 4 uur*, 8 uur, 12 uur, 18 uur, 24 uur
* geeft de fabriek standaard instelling aan.
929
Het bedieningspaneel gebruiken
Automatisch uitschakelen inschakelen
Instellen van Overgangstijd
Automatisch uitschakelen inschakelen
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk meerdere keren op of en druk op [User Install
(Gebruiker Installeren)].
5. Druk op [Power Setup].
6. Druk op [Auto Power Off].
7. Selecteer de waarde.
Beschikbare instellingen voor de waarde:
Aan, Auto Config*, Uit
* geeft de fabriek standaard instelling aan.
Instellen van Overgangstijd
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk meerdere keren op of en druk op [Management
930
(Beheren)].
5. Druk op [Energiebesparing].
6. Druk op [Auto Power Off Time].
7. Kies overgang tijd.
931
Het volume aanpassen
Het volume van de toon als men een toets aanraakt, aanpassen in het bedieningspaneel
Aanpassing Zoemervolume tijdens kopiëren
Aanpassing Fax Zoemervolume
Aanpassing Papieropstopping Zoemervolume
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u het volume van het apparaat aanpast, zoals het volume van
de toetsaanraaktoon van het bedieningspaneel.
Het volume van de toon als men een toets aanraakt,
aanpassen in het bedieningspaneel
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk meerdere keren op of en druk op [Management
(Beheren)].
5. Druk op [Sound Control].
6. Druk op [Key Touch Tone Volume].
932
7. Kies een volume niveau.
Aanpassing Zoemervolume tijdens kopiëren
1. Druk op [Apparaatinstellingen] op het aanraakpaneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk meerdere keren op of en druk op [Management
(Beheren)].
5. Druk op [Geluid regelen].
6. Druk op [Kopieerzoemervolume].
7. Selecteer een volumeniveau.
Aanpassing Fax Zoemervolume
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
933
3.
Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk meerdere keren op of en druk op [Management
(Beheren)].
5. Druk op [Sound Control].
6. Druk op [FAX Buzzer Volume].
7. Kies een volume niveau.
Aanpassing Papieropstopping Zoemervolume
1. Druk op [Apparaatinstellingen] op het aanraakpaneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk meerdere keren op of en druk op [Management
(Beheren)].
5. Druk op [Geluid regelen].
6. Druk op [Volume storingszoemer].
7. Selecteer een volumeniveau.
934
Gelijktijdige Bewerking (Multitasking)
Deze machine kan verschilllende bewerkingen gelijktijdig uitvoeren. Raadpleeg voor meer
informatie de volgende tabel.
Opmerking
Als de machine documenten leest, kunt u het bedieningspaneel niet gebruiken.
Tijdens gelijktijdige bewerkingen, kan het resultaat van elke bewerking verslechteren.
Afhankelijk van de staat van de machine, zoals een vol geheugen, worden gelijktijdige
bewerkingen mogelijk niet geaccepteerd.
: Beschikbare : Niet beschikbaar
Eerste taak Tweede taak
Kopiëren Verzenden
Fax Fax
ontvangen Scannen naar gedeelde
map/Scan Naar E-
mail/Scan Naar USB-
Geheugen
Afdrukken
vanaf een
computer
Kopiëren *2*2*2
Verzenden
Fax *1
Fax
ontvangen *2*1*2
Scannen naar
gedeelde
map
Scannen naar
e-mail (Behalve voor E-mail)
Scannen naar
USB-
geheugen
Afdrukken
vanaf een
computer
*2*2*2
*1 Als de eerste taak aan het verzenden is, wordt de tweede taak opgeschort tot de eerste
taak compleet af is.
*2 Wanneer de eerste taak af is, wordt gestart met het afdrukken van de tweede taak.
935
Het controleren van de Informatie op de Machine
U kunt printen en controleren de configuratie of de taak loboeken van deze machine.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk op [Reports].
3. Kies de categorie van een rapport om te printen.
4. Kies een rapport om te printen.
Als het inlogscherm van de beheerder wordt getoond, voer de beheerdersnaam en het
wachtwoord in.
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
5. Druk op [Yes] op een bevestiging scherm.
Opmerking
Als de [Admin Setup (Admin Instellingen)] > [Management (Beheer)] > [System Setup
(Systeeminstellingen)] > [Allow All Reports To Print (Afdrukken van alle Rapporten
Toestaan)] op [Disable (uitgeschakeld)] is ingesteld, log dan in als beheerder om de
volgende rapporten af te drukken.
Scannen naar logbestand
Snelkieslijst
Groep lijst
Faxlogboek
Adresboek
Onderdeel Beschrijving
Configuratie Print gedetaillerdegedetailleerde instellingen van deze
machine.
Systeem Bestand lijst Print een lijst van job bestanden.
Demo Pagina Hiermee drukt u een voorbeeldpagina af.
Foutenlog Hiermee drukt u een fouten logboek af.
Scannen naar
logbestand Drukt de resultaten van de opdrachten voor Scannen
naar e-mail, Scannen naar gedeelde map of Scannen
naar USB-geheugen af.
936
Weergave conditie: [Admin Setup] > [Management] >
[Job Log Setup] > [Save Job Log] is ingesteld naar
[Enable].
MFP
gebruik Kopieën Hiermee drukt u het totale aantal taaklogboeken af.
Selecteer bij [Copies] het aantal pagina's dat u wilt
printen op elk vel.
Netwer
Informatie Drukt algemene informatie over het netwerk af.
Fax Snelkieslijst Drukt de lijst van de fax nummers af die zijn
geregistreerd voor snelkiezen.
Groep lijst Drukt de lijst van de fax nummers af die zijn
geregistreerd in groepen.
Logboek Fax Tx Drukt de lijst met de resultaten van verzending van de
meest recente 100 faxtaken af.
Logboek Fax Rx Drukt de lijst met de resultaten van ontvangst van de
meest recente 100 faxtaken af.
Logboek Fax
Tx/Rx Drukt de lijst met de resultaten van verzending en
ontvangst van de meest recente 100 faxtaken af.
Dagelijks
logboekrapport
Tx/Rx
Drukt Tx/Rx-rapport af voor alle communicatie
gedurende 24 uur.
F-code venster
lijst Print de lijst van F-code vensters.
Geblokkeerde
junkfax Print de adreslijst voor Block Junk Fax.
E-
mail/Internetfax Journaalrapport Drukt de verzendings- en ontvangstresultaten af van
de meest recente 50 internet faxen, bestanden van
scannen naar e-mail en bijlagebestanden van e-mails.
Adresboek Drukt de geregistreerde adreslijst af.
Afdrukken PCL-fontlijst Print een lijst van PCL lettertype voorbeelden
Lettertypelijst
PSE Drukt de lijst met voorbeelden van de PSE-lettertypen
af.
PPR Lettertype
Lijst Print een lijst van IBMPPR lettertype voorbeelden
Lettertypelijst FX Drukt de lijst met voorbeelden van de EPSON FX-
lettertypen af.
Patroon
kleurafstemming Drukt een kleurafstemmingspatroon af.
Kleurprofiellijst Drukt een lijst met kleurenprofielen af.
937
938
Gebruik de Offline Nietmachine
1. Plaats het papier ver naar achteren in de nietmachine.
Papier wordt automatisch geniet.
2. Verwijder papier.
939
Eenvoudige instelling
In [Easy Setup]. kunt u veranderen de instellingen van datum/tijd, fax, netwerk, e-mail functie via
gebruik van [Device Settings] op het bediening paneel.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk op [Easy Setup].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK (OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin" en
"aaaaaa".
4. Volg de instructies op het scherm.
Onderdeel Beschrijving
Taalinstellingen Stelt de taal in die
wordt weergegeven op
het bedieningspaneel.
Datum/Tijdsinstellingen Tiijdzone Stelt de GMT tijd zone
in.
Daglicht Besparing Stelt daglicht besparing
in naar AAN of UIT.
Server SNTP-server
(Primair) Stelt de SNTP server in
om te gebruiken voor
instelling van
dehuidige datume en
tijd. U kunt maximaal
64 tekens invoeren.
SNTP Server
(Tweede)
Handmatig Datum Stelt de huidige datum
en tijd handmatig in.
Tijd
Wachtw. beheren Nieuw wachtw
Wachtwoord invoeren (controleren) Wijzigt het
beheerderswachtwoord.
U kunt 6 tot 12 tekens
gebruiken.
Faxinst. Faxnummer Stelt het faxnummer
van de machine in. U
kunt tot 40 cijfers
invoeren.
Afzender-ID Stelt de
afzenderinformatie in.
U kunt maximaal 22
tekens invoeren.
Netwerkinstelling Netwerktype Stelt een bekabelde of
draadloze LAN in.
940
Draadloze
instellingen
(indien
draadloze
LAN-
module
geïnstalleerd
is)
Automat.
setup
(WPS)
WPS-PBC WPS-PBC wordt
uitgevoerd.
WPS-PIN WPS-PIN wordt
uitgevoerd.
Selectie
van
draadloos
netwerk
Een lijst met namen van
toegangspunten die uit de
zoekopdracht gekomen
zijn
Toont een lijst met
namen van
toegangspunten van
de draadloze LAN die
uit de zoekopdracht
gekomen zijn.
Handmatige
set-up SSID Een SSID invoeren.
Beveiliging Selecteert de
beveiliging van de
functie van de
draadloze LAN.
"WPA2-EAP" kan alleen
op het web ingesteld
worden.
WEP-sleutel
Coderingstype
WPA Selecteer een WAP2-
PSK coderingstype.
Geeft weer of [WAP2-
PSK] wordt
geselecteerd voor
[Beveiliging].
WPA Eerder
gedeelde
sleutel
Voer de eerder
gedeelde sleutel in.
Geeft weer of [WAP2-
PSK] wordt
geselecteerd voor
[Beveiliging].
Draadloze reconnectie Draadloos opnieuw
verbinden wordt
uitgevoerd.
IP-adres Hiermee stelt u het IP-
adres in. U kunt
maximaal 15 tekens
invoeren.
Subnetmasker Hiermee stelt u het
subnetmasker in. U
kunt maximaal 15
tekens invoeren.
Standaard Gateway Stelt het gateway-
adres in. U kunt
maximaal 15 tekens
invoeren.
DNS Server (Primair) Stelt het IP adres in
voor een eerste DNS
server. U kunt
maximaal 15 tekens
invoeren.
DNS Server (Secundair) Zet het IP adres van de
secundaire DNS-
server. U kunt
maximaal 15 tekens
invoeren.
WINS Server (Primair) Zet een naam of een
IP-adres voor de
WINS-server. U kunt
941
maximaal 15 tekens
invoeren.
WINS Server (Secundair) Zet een naam of een
IP-adres voor de
WINS-server. U kunt
maximaal 15 tekens
invoeren.
E-mail Instelling Mailserveradres Stelt het IP-adres of de
hostnaam in voor de
SMTP-server. U kunt
maximaal 64 tekens
invoeren.
Afzenderadres (van) instellen Stel een e-mailadres
van deze machine in.
Ontvang instelling Stelt het protocol in dat
wordt gebruikt voor
ontvangen van e-
mails.
Authenticatie methode Stelt de authenticatie
methode in.
SMTP Gebruiker ID Stelt de login-ID in
voor de server die
wordt gebruikt voor
SMTP-authenticatie. U
kunt maximaal 64
tekens invoeren.
SMTP wachtwoord Stelt het wachtwoord in
naar de server
gebruikt voor SMTP
authentificatie. U kunt
maximaal 64 tekens
invoeren.
POP3-server Stelt het IP-adres of de
hostnaam in voor de
POP3-server. U kunt
maximaal 64 tekens
invoeren.
POP gebruiker ID Stelt de login-ID in
voor de server die
wordt gebruikt voor
POP-authenticatie. U
kunt maximaal 64
tekens invoeren.
POP-wachtwoord Stelt het wachtwoord in
voor de server die
gebruikt wordt voor
POP-authenticatie. U
kunt maximaal 16
tekens invullen.
Test Verzendt een testmail
naar de mailserver.
U kunt controleren of
de communicatie
tussen uw machine en
de mailserver normaal
werkt.
Testafdruk Met testafdrukken kunt
u controleren of de
verbruiksartikelen en
papier juist ingesteld
zijn.
942
943
Profiel
U kunt printer profielen registreren en aanpassen.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk op [Profile].
3. Selecteer een nummer en druk dan op [Register (Registreren)].
Om het geregistreerde profiel te bewerken, druk op [Edit (Bewerken)].
4. Verander de instelling, en druk dan op [OK]
Druk op [Back] totdat [OK] is weergegeven aan de onderkant van het aanraak paneel wanneer nodig.
5. Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
Item Standaard
fabrieksinstellingen Beschrijving
Bewerken
/
registreren
Serverinstellingen Nr. - Geeft het nummer van
een item weer.
Profielnaam (NUL) Stelt de naam van een
profiel in. U kunt
maximaal 16 tekens
invullen.
Protocol CIFS Selecteert een protocol
om te gebruiken voor
het opslaan van
bestanden.
Netwerkpad (NUL) Stelt een serveradres en
een directory in om de
gescande gegevens op te
slaan. U kunt maximaal
144 tekens invullen.
Gebruikersnaam (NUL) Stel een login met een
gebruikersnaam voor de
server in. U kunt
maximaal 32 tekens
invullen.
Wachtwoord (NUL) Stelt een login met een
wachtwoord voor de
server in. U kunt
maximaal 32 tekens
invullen.
Transmissieoptie Codeercommunicatie Geen Selecteert een
coderingsmethode
communicatie. Niet
beschikbaar, wanneer
men een CIFS-protocol
gebruikt. Keuzes
verschillen afhankelijk
van het protocol dat
geselecteerd wordt.
Poortnr. 445 Stelt een poortnummer
in. Beschikbaar bereik: 1
tot 65535
PASV-mode UIT Stelt in of de FTP
passieve modus wordt
gebruikt.
Voorwaarde voor
weergave: FTP is
ingesteld als protocol.
CIFS-tekenset UTF-16 Selecteert de tekencode
die men moet gebruiken.
Voorwaarde voor
weergave: CIFS is
ingesteld als protocol.
Scaninstellingen Scanformaat Auto Selecteert een
scanformaat.
Afb. instellingen Dichtheid 0 Stelt de dichtheid van
beelden in.
944
Documenttype Tekst & foto Stelt de beeldkwaliteit
van documenten in.
Achtergrondverwijdering Auto Stelt de
achtergrondverwijdering
van documenten in.
Resolutie 200 dpi Selecteert een resolutie
voor het scannen.
Contrast 0 Stelt het contrast van
documenten in. De
standaard waarde is de
waarde die ingesteld is in
het menu [Instelling
admin.].
Tint 0 Stelt de kleurbalans voor
rood en groen in. De
standaard waarde is de
waarde die ingesteld is in
het menu [Instelling
admin.].
Verzadiging 0 Stelt de kleurverzadiging
van documenten in. De
standaard waarde is de
waarde die ingesteld is in
het menu [Instelling
admin.].
RGB Rood: 0
Groen: 0
Blauw: 0
Stelt het RGB-contrast in.
De standaard waarde is
de waarde die ingesteld
is in het menu [Instelling
admin.].
Bestandsnaam (NUL) Stelt de naam van een
bestand in. U kunt
maximaal 64 tekens
invullen.
De volgende opties
kunnen worden
ingesteld.*1
#n: met toevoeging van
een serienummer van
00000 tot 99999
#d: met toevoeging van
de datum van een
bestandscreatie
(jjmmdduummss)
Kleurmodus Automatische (kleur /
mono) Stelt scankleur in.
Bestandsformaat Automatische (kleur /
mono) Multi-PDF Stelt een
bestandsformaat in voor
scannen.
Automatische (kleur /
Grijswaarden) Multi-PDF
Kleur Multi-PDF
Grijsschaal Multi-PDF
Mono Multi-PDF
Compressieratio Kleur Gemiddeld Stelt een
compressiesnelheid voor
scannen in.
Grijsschaal Gemiddeld
Mono Hoog
Randverwijdering Instellingen UIT Stelt in of de
schaduwrand die is
gecreëerd in 2-pagina's
verdeelde documenten
wordt gewist.
Breedte 5 mm (0,2 inch) Stelt de
verwijderingsbreedte in.
Beschikbaar bereik: 5 tot
50 mm (0,2 tot
2,0 inches)
Centrumverwijdering Instellingen UIT Stelt in of de
schaduwlijnen in het
midden van een
document van twee
pagina's verwijderd
moeten worden.
945
Breedte 5 mm (0,2 inch) Stelt de
verwijderingsbreedte in.
Beschikbaar bereik: 5 tot
50 mm (0,2 tot 2,0 inch)
Gemengd formaat UIT Hiermee kunt u instellen
of er onderscheid
gemaakt moet worden
tussen
documentformaten bij
het scannen van
documenten van
verschillende formaten.
Richting Bovenzijde boven Selecteert de standaard
paginarichting van
documenten.
Overslaan lege pagina's UIT Schakelt de functie Lege
pagina's overslaan in- of
uit.
Gecodeerde PDF Gecodeerde PDF Niet-gecodeerd Stelt in of PDF-codering
wordt ingeschakeld.
Encryptieniveau Gemiddeld Stelt het coderingsniveau
in.
Document open-
wachtwoord Uitschakelen Stelt een wachtwoord in
voor het openen van een
gecodeerde PDF.
Het wachtwoord om een
document te openen kan
niet hetzelfde zijn als
een wachtwoord voor
toestemming.
Om een PDF-bestand te
coderen moet u een
wachtwoord instellen om
een document te openen
of een wachtwoord voor
toestemming.
U kunt maximaal 32
tekens invullen.
Wachtwoord
Wachtwoord (contr.) (NUL) Voer een wachtwoord in
(twee keer).
Toelatingswachtwoord Uitschakelen Stelt een wachtwoord in
om afdrukken of
bewerken op een
gecodeerd PDF-bestand
te regelen.
Het wachtwoord voor
toestemming kan niet
hetzelfde zijn als een
wachtwoord om een
document te openen.
Om een PDF-bestand te
coderen moet u een
wachtwoord instellen om
een document te openen
of een wachtwoord voor
toestemming.
U kunt maximaal 32
tekens invullen.
Wachtwoord
Wachtwoord (contr.) (NUL) Voer een wachtwoord in
(twee keer).
Toestemming Toestemming om af te
drukken Niet toegestaan Stelt de permissie-
instellingen voor een
gecodeerd PDF-bestand
in.
Weergaveconditie: een
toestemmingswachtwoord
is ingesteld.
Toestemming om op te
halen Niet toegestaan
Toestemming om te
bewerken Niet toegestaan
Verwijderen Verwijdert profielen.
Op naam sorteren Sorteert profielen op
alfabet.
Op nummer sorteren Sorteert profielen in
geregistreerde
numerieke volgorde.
946
Zoeken Zoekt naar een profiel.
Registr. naar leeg nr. Registreert naar een leeg
nummer.
Springen Gaat naar de pagina met
het ingevoerde nummer.
*1 Voor profielen, "#n" or "#d" kan worden gespecificeerd voor [File Name].
Wanneer u specificeert "#n": 5-cijferig serienummer vanaf 00000 tot 99999
Wanneer u specificeert "#d": Datum en tijd wanneer een bestand is gecreëerd. 12-cijferig nummer in jjmmdduummss
formaat.
jj: Jaar gecreëerd (de laatste twee cijfers van de Christelijke Eeuw) uu: Uur van aanmaak (00 tot 23)
mm: Maand van aanmaak (01 tot 12) mm: Minuut van aanmaak (00 tot 59)
dd: Dag van de maand van aanmaak (01 tot 31) ss: Seconde van aanmaak (00 tot 59)
* De datum en tijd waarop een bestand is aangemaakt zijn waarden van de timer van MC873.
Een voorbeeld van bestand naam specificatie (wanneer het bestand formaat PDF is)
Als men "Data#n" opgeeft: Opgeslagen als bestandsnamen zoals "Data0000.pdf" en "Data00001.pdf".
Wanneer u specificeert "Bestand#d": Opgeslagen met bestand namen zoals "Bestand090715185045.pdf".
Wanneer u specificeert "Scan": "Scan.pdf" wordt eerst gecreëerd, en dan worden gegevens opgeslagen met de naam
"Scan#.pdf".
Raadpleeg het bovenstaande voor "#d".
Wanneer niets is gespecificeerd: "Image.pdf" wordt eerst aangemaakt en vervolgens worden gegevens opgeslagen
onder de naam "Image#d.pdf".
Raadpleeg het bovenstaande voor "#d".
Opmerking
Bestandsnamen geregistreerd in profielen worden toegepast bij het uitvoeren van Scannen naar gedeelde map.
Wanneer automatische aflevering uitgevoerd wordt met gebruik van proielen met deze bestandsnamen, worden de
bovenstaande namen niet toegepast.
De bestandsnaam bij automatische aflevering wordt ingesteld naar "jaar/maand/dag/uur/minuut/seconde_xxxxcxxxx.pdf".
Het deel van "jaar/maand/dag/uur/maand/seconde" is de datum en tijd wanneer een bestand is gecreëerd voor het
bovenstaande "#d", en het deel "_xxxxxxxx" zijn extra alfanumeriek karakters (betekenisloze waarde) om geen andere
bestanden te dupliceren.
947
One Touch-knop configureren
U kunt frequent gebruikte bestemmingen opgeslagen in de machine opslaan zoals het
adresboek naar de eenmaal drukken knoppen. Voor elke functie, kunnen tot 40
bestemmingen worden ingesteld naar de eenmaal drukken knoppen.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk op [One Touch-knop configureren].
3. Kiest een functie die u wilt instellen voor de eenmaal drukken
knoppen.
4. Kiest een knop waarnaar u een bestemming wilt instellen vanaf
[01:] tot [40:].
5. Druk op [Replace].
Een lijst van bestemmingen die kunnen worden geregistreerd wordt weergegeven.
Memo
Wanneer u drukt op [Replace], kan een bestemming worden geregistreerd die kan
worden vervangen door een nieuwe.
Wanneer u drukt op [Delete], zal een bestemming worden verwijdert van de eenmaal
drukken knop,
6. Kies een bestemming.
7. Druk op [OK] wanneer de instelling gereed is.
8. Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
Onderdeel Fabrieksinstelling Beschrijving
Fax - Stelt een fax nummer in naar een eenmaal
drukken knop.
Internet fax - Stelt een E-mail adres in naar een eenmaal
drukken knop.
Scannen naar e-mail - Stelt een E-mail adres in naar een eenmaal
drukken knop.
Scan naar gedeelde
map - Stelt een map juist in naar een eenmaal
drukken knop.
948
JOB MACRO
Een vaak gebruikte instelling als een macro registreren
Werken met een geregistreerde macro
De titel van een macro bewerken
Controleren van de inhoud van de macro
Een geregistreerde macro verwijderen
U kunt macro's registreren van veelgebruikte functie-instellingen voor kopiëren, scannen,
faxen, internetfaxen en afdrukken in de machine en snelkoppelingen aanmaken. Deze "Taak
Macro" stelt u in staat om bewerkingen uit te voeren meer simpel en snel.
U kunt een macro creëren voor instellingen voor de volgende functies.
Kopiëren
Afdrukken vanuit het USB-geheugen
Scannen naar e-mail
Scannen naar netwerk-pc
Scannen naar USB-geheugen
Verzending van fax
Internetfax verzenden
Scannen naar faxserver
Opmerking
Als gebruikerauthenticatie is ingeschakeld, logt u in op de machine voordat u een macro
aanmaakt of bewerkt.
Memo
U kunt maximaal 16 macro's registreren.
Een vaak gebruikte instelling als een macro registreren
Voor veelgebruikte instellingen kunt u een macro aanmaken.
Nieuw registreren
1. Druk op [Copy (Kopiëren)] op het aanraakpaneel.
949
2. Druk op [Job Macro] op het aanraak paneel.
Memo
Het lijstscherm Taakmacro wordt ook weergegeven, als [Register to Job Macro (Regis.
naar taakmacro)] in de volgende werkprocedure wordt ingedrukt. In dit geval gaat u
verder met stap 4.
Functie Weergave op het bediening paneel en bewerking
procedures
Kopie [Basic] label > [Register to Job Macro]
Scannen naar Ee-mail [Basic] label > [Register to Job Macro]
Scannen naar USB-
geheugen [Scan To USB Memory] label > [Register to Job Macro]
Scan naar Computer [Basic] label > [Register to Job Macro]
Afdrukken vanaf USB
geheugen [Register to Job Macro]
Verzending van Ffax [Basic] label > [Register to Job Macro]
Internet Fax Verzenden [Basic] label > [Register to Job Macro]
Scannen naar Fax Server [Basic] label > [Register to Job Macro]
3. Druk op [Registreren] in het scherm Lijst macrofunctie.
Controleer de instelling, en druk dan op [Yes].
950
4.
5. Voer een nieuwe naam in.
Tekens invoeren
6. Druk op [OK].
Een bevestiging scherm wordt weergegeven.
Werken met een geregistreerde macro
Door macro's uit te lezen kunt u macro's gebruiken.
1. Druk op [Job Macro] op het aanraak paneel.
2. Kies een macro, en druk dan op [Apply].
Wanneer de toegang controle is ingeschakeld op de functies die u wilt gebruiken,
wordt een boodschap weergegeven om u te informearen dat het u niet is toegestaan
om ze te gebruiken, en het scherm gaat terug naar het JOB MACRO menu.
3. Voer een taak uit.
De titel van een macro bewerken
U kunt een macrotitel bewerken.
1. Druk op [Job Macro].
2. Druk op [Edit].
3. Kies een macro, en druk dan op [Title Edit].
4. Voer een nieuwe titel in.
Tekens invoeren
5. Druk op [OK].
Controleren van de inhoud van de macro
1. Druk op [Job Macro].
2. Kies een macro, en druk dan op [Description].
3. Controleer de inhoud, en druk dan op [Back].
Wanneer u drukt op [Apply] in plaats van [Back], wordt de macro toegepast.
Een geregistreerde macro verwijderen
951
U kunt een macro verwijderen.
1. Druk op [Job Macro].
2. Druk op [Edit].
3. Kies een macro, en druk dan op [Delete].
Een bevestiging scherm wordt weergegeven.
4. Druk op [Yes].
952
Adresboek bewerken
E-mailadres
Faxnummers
953
E-mailadres
Een E-mailadres vanaf een Computer Registreren
Een E-mailgroep vanaf een Computer Registreren
Het Verwijderen van een Geregistreerde Bestemming vanaf een Computer
Het Verwijderen van een Geregistreerde E-mailgroep vanaf een Computer
Bestemmingsadressen voor e-mail importeren en exporteren
Een E-mailadres vanaf het Bedieningspaneel Registreren
Een E-mailadres vanaf het Besturingspaneel registreren
Een E-mailadres vanaf de Geschiedenis registreren
Een Geregistreerde Bestemming vanaf het Besturingspaneel Verwijderen
Een Geregistreerde E-mailgroep vanaf het Besturingspaneel Verwijderen
954
Een E-mailadres vanaf een Computer Registreren
Wanneer u de E-mail Adresbeheerder van het Configuratiehulpprogramma gebruikt, kunt u
e-mailadressen registreren en bewerken.
U kunt maximaal 1000 e-mailadressen registreren in het adresboek.
Wanneer u klikt op (Save to device), worden de gewijzigde instellingen gereflecteerd
naar de machine.
Opmerking
Om de e-mailadresbeheerder te gebruiken, installeert u de invoegtoepassing
Gebruikersinstelling. U kunt de Gebruiker Instelling plug-in installeren op hetzelfde moment
als wanneer u Configuratie Gereedschap installeert of de plug-in later installeren.
Software installeren
U moet deze machine vooraf registreren in Configuratie Gereedschap.
Start het Configuratiehulpprogramma
Werken met configuratietool.
Over de pictogrammen, die in het Configuratiehulpprogramma worden gebruikt.
Lijst pictogrammen gebruikt in Configuration Tool
1. Klik op [Start], en kies dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Kies de machine vanaf [Registered Device Table].
3. Kies het [User Setting] label.
4. Klik op [E-mail Address Manager].
955
5. Voer het beheerderswachtwoord in en klik vervolgens op [OK].
6. Klik op (Nieuw (E-maiadres)).
7. Voer een e-mailadres in, en klik dan op [OK].
8. Klik op (Naar apparaat opslaan).
956
Een E-mailgroep vanaf een Computer Registreren
Wanneer u de E-mail Adresbeheerder van het Configuratiehulpprogramma gebruikt, kunt u
meerdere emailadressen opslaan in een groep. Als u een groep als bestemming opgeeft,
kunt u tegelijkertijd een e-mail naar meerdere emailadressen sturen.
U kunt maximaal 32 groepen voor e-mailadressen maken.
Indien u klikt op (Save to device), worden de gewijzigde instellingen gereflecteerd naar
de machine.
Opmerking
Om de e-mailadresbeheerder te gebruiken, installeert u de invoegtoepassing
Gebruikersinstelling.
Software installeren
U moet Configuratie Gereedschap in de machine vooraf registreren.
Start het Configuratiehulpprogramma
Werken met configuratietool.
Over de pictogrammen, die in het Configuratiehulpprogramma worden gebruikt.
Lijst pictogrammen gebruikt in Configuration Tool
1. Klik op [Start], en kies dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Kies de machine vanaf [Registered Device Table].
3. Kies het [User Setting] label.
4. Klik op [E-mail Address Manager].
957
5. Voer het beheerderswachtwoord in en klik vervolgens op [OK].
6. Klik op (Nieuw (Groep)).
7. Registreer een groep, en klik dan op [OK].
8. Klik op (Naar apparaat opslaan).
958
959
Het Verwijderen van een Geregistreerde Bestemming
vanaf een Computer
Wanneer u de E-mail Adresbeheerder van het Configuratiehulpprogramma gebruikt, kunt u
een geregistreerd e-mailadres verwijderen.
Wanneer u klikt op (Save to device), worden de gewijzigde instellingen gereflecteerd
naar de machine.
Over de pictogrammen, die in het Configuratiehulpprogramma worden gebruikt.
Lijst pictogrammen gebruikt in Configuration Tool
1. Klik op [Start], en selecteer dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Kies de machine vanaf [Registered Device Table].
3. Kies het [User Setting] label.
4. Klik op [E-mail Address Manager].
5. Voer het beheerderswachtwoord in en klik vervolgens op [OK].
960
6. Kies een e-mailadres dat u wilt verwijderen, en klik dan op
(Verwijder)
Memo
Wanneer u klikt op (Verwijder en Sorteer), de gekozen bestemming wordt
verwijderd en de opvolgende nummers schuiven omhoog.
Wanneer u klikt op (Verwijder alle), worden alle bestemmingen of groepen
verwijderd.
7. Klik op (Opslaan op apparaat).
961
Het Verwijderen van een Geregistreerde E-mailgroep
vanaf een Computer
Wanneer u de E-mail Adresbeheerder van het Configuratiehulpprogramma gebruikt, kunt u
een geregistreerd e-mailadres uit het adresboek verwijderen.
Wanneer u klikt op (Save to device), worden de gewijzigde instellingen gereflecteerd
naar de machine.
Over de pictogrammen, die in het Configuratiehulpprogramma worden gebruikt.
Lijst pictogrammen gebruikt in Configuration Tool
1. Klik op [Start], en selecteer dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Kies de machine vanaf [Registered Device Table].
3. Kies het [User Setting] label.
4. Klik op [E-mail Address Manager].
5. Voer het beheerderswachtwoord in en klik vervolgens op [OK].
962
6. Kies een groep die u wilt verwijderen, en klik dan op (Verwijder)
Memo
Wanneer u klikt op (Verwijder alle), worden alle bestemmingen of groepen verwijderd.
7. Klik op (Opslaan op apparaat).
963
Bestemmingsadressen voor e-mail importeren en
exporteren
Exporteren Adressen naar een Bestand
Adressen vanuit een bestand importeren
Wanneer u de E-mail Adresbeheerder van het Configuratiehulpprogramma gebruikt, kunt u
e-mailadressen of groepen uit het adresboek importeren en exporteren. De volgende
paragraag beschrijft een aantal functies.
Wanneer u klikt op (Save to device), worden de gewijzigde instellingen gereflecteerd
naar de machine.
Opmerking
Om de E-mail Adresbeheerder te gebruiken, installeert u de invoegtoepassing
Gebruikersinstellingen.
Over hoe de plug-in te installeren
Software installeren
Over de pictogrammen, die in het Configuratiehulpprogramma worden gebruikt.
Lijst pictogrammen gebruikt in Configuration Tool
Exporteren Adressen naar een Bestand
1. Klik [Start] en selecteer dan [All Programs]> [Okidata]>
[Configuration Tool]> [Configuration Tool].
2. Selecteer de machine die de adressen heeft die u wilt exporteren
vanaf [Registered Device Table].
3. Selecteer het [User Setting] label.
4. Klik op [E-MAIL Address Manager].
5. Voer het beheerderswachtwoord in en klik vervolgens op [OK].
Het standaardwachtwoord, dat in de fabriek is ingesteld, is "aaaaaa".
6. Klik op (Naar bestand exporteren).
7. Voer de naam van het op te slane bestand in en de naam van de
bestemmingsmap waarin het bestand moet worden opgeslagen.
Klik vervolgens op [Opslaan].
Opmerking
Na export kan het zijn dat een aangepast CSV-bestand zich niet meer geheel herstelt.
964
Adressen vanuit een bestand importeren
1. Klik op [Start], en kies dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Kies de machine naar waar u de adressen wilt importeren vanaf
[Registered Device Table].
3. Kies het [User Setting] label.
4. Klik op [E-mail Address Manager].
5. Voer het beheerderswachtwoord in en klik vervolgens op [OK].
Het standaardwachtwoord, dat in de fabriek is ingesteld, is "aaaaaa".
6. Klik op (Uit bestand importeren).
7. Klik op [Openen] vanuit [CSV-bestand selecteren].
8. Kies het bestand om te importeren, en klik dan op [Open].
9. Klik op [Next].
10. Kies de instellingen om te importeren, en klik dan op [Import].
11. Klik op (Naar apparaat opslaan).
Memo
CSV-bestanden die vanuit Outlook Express geëxporteerd worden (Windows Mail en Windows Live
Mail) kunnen ook teruggeplaatst worden.
965
Een E-mailadres vanaf het Bedieningspaneel
Registreren
Voor details over karakterinvoe methodes, zie "Tekens invoeren".
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk op [Address Book].
3. Druk op [E-mail Address].
4. Kies een nummer, en druk dan op [Register].
Memo
U kunt geen nummers selecteren die met de auto levering functie zijn gespecificeerd.
5. Druk op de registratie knop van [Name].
6. Voer een naam in, en klik dan op [OK].
U kunt tot 16 karakters invoeren.
7. Druk op de registratie knop van [E-mail Address].
8. Voer een e-mail adres in, en klik dan op [OK].
9. Druk op [OK].
966
Een E-mailadres vanaf het Besturingspaneel registreren
U kunt een e-mail groep registreren vanaf [Group No.] in [E-mail Address].
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk op [Address Book].
3. Druk op [E-mail Group].
4. Kies een nummer, en druk dan op [Register].
Memo
Om een geregistreerd groepsnummer te registreren, selecteer [Edit].
5. Druk op de registratie knop van [Name].
6. Voer een naam in, en klik dan op [OK].
U kunt tot 16 karakters invoeren.
7. Druk op de registratie knop van [Address No.].
8. Kies een e-mail adres, en klik dan op [OK].
Het controle venster is gekozen. U kunt meerdere e-mail adressen kiezen.
9. Druk op [OK].
967
Een E-mailadres vanaf de Geschiedenis registreren
U kunt een e-mailadres toevoegen aan het adresboek vanuit de verzendingsgeschiedenis.
Opmerking
De verzendingsgeschiedenis weergeeft alleen verzonden faxen wiens bestemmingen direct
werden ingevoerd.
1. Druk op [Scannen] of de (SCAN)-knop.
2. Druk op [Scan To E-mail].
3. Druk op [Tx History].
4. Druk op [Register to Address Book].
5. Kies een e-mailadres, en klik dan op [OK].
6. Druk op [Registr. naar leeg nr.].
Memo
Bij het overschrijven van een geregistreerd nummer, selecteert u het nummer en druk
op [Overwrite].
U kunt niet alle nummers kiezen die zijn gespecificeerd met de automatische
afleveringsfunctie.
7. Druk op de registratie knop van [Name].
8. Voer een naam in, en klik dan op [OK].
U kunt tot 16 karakters invoeren.
9. Druk op [OK].
10. Herhaal stappen 3 tot 9 totdat u klaar bent met het registreren van
alle e-mail adressen.
968
Een Geregistreerde Bestemming vanaf het
Besturingspaneel Verwijderen
Opmerking
U kunt niet alle e-mailadressen kiezen die zijn gespecificeerd met de automatische
afleveringsfunctie.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk op [Address Book].
3. Druk op [E-mail Address].
4. Kies een nummer, en druk dan op [Delete].
5. Druk op [Yes] op een bevestiging scherm.
969
Een Geregistreerde E-mailgroep vanaf het
Besturingspaneel Verwijderen
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk op [Address Book].
3. Druk op [E-mail Group].
4. Kies een nummer, en druk dan op [Delete].
5. Druk op [Yes] op een bevestiging scherm.
970
Faxnummers
Een Faxnummer vanaf een Computer Registreren
Een Groepsnummer vanaf de Computer Registreren
Een Geregistreerd Faxnummer vanaf een Computer Verwijderen
Een Geregistreerd Group Dial nummer vanaf een Computer Verwijderen
Sneltoetsen voor bestemmingen importeren en exporteren
Een Faxnummer vanaf het Besturingspaneel Registreren
Een Groepsnummer vanaf het Besturingspaneel Registreren
Een Geregistreerd Faxnummer vanaf het Besturingspaneel Verwijderen
Een Geregistreerde Snelkiesgroep vanaf het Besturingspaneel Verwijderen
Een Faxnummer vanaf de Geschiedenis Registreren
One Touch-knop configureren
971
Een Faxnummer vanaf een Computer Registreren
Wanneer u de Sneltoetsenbeheerder van het Configuratiehulpprogramma gebruikt, kunt u
een sneltoetsbestemming registreren en bewerken.
U kunt maximaal 1000 favoriete bestemmingen onder snelkiezen registreren.
Wanneer u klikt op (Save to device), worden de gewijzigde instellingen gereflecteerd
naar de machine.
Opmerking
Om snelkiesbeheerder te gebruiken, installeert u de invoegtoepassing Gebruikersinstelling.
Voor meer informatie over hoe u de invoegtoepassing installeert, raadpleegt u "Software
installeren".
U moet deze machine vooraf registreren in het configuratiehulpprogramma.
Start het Configuratiehulpprogramma
Werken met configuratietool.
Over de pictogrammen, die in het Configuratiehulpprogramma worden gebruikt.
Lijst pictogrammen gebruikt in Configuration Tool
1. Klik op [Start], en kies dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Kies de machine vanaf [Registered Device Table].
3. Selecteer het tabblad [User Setting].
4. Klik op [Speed Dial Manager].
972
5. Voer het beheerderswachtwoord in en klik vervolgens op [OK].
6. Klik op (Nieuw (Snelkeuze Oproep)).
7. Voer een faxnummer in, en klik dan op [OK].
8. Klik op (Naar apparaat opslaan).
973
Een Groepsnummer vanaf de Computer Registreren
Wanneer u de Sneltoetsenbeheerder van het Configuratiehulpprogramma gebruikt, kunt u
meerdere sneltoetsen als een groep registreren.
U kunt maximaal 32 groepen aanmaken en de gehele groep registreren onder een
snelkiesnummer.
Wanneer u klikt op (Save to device), worden de gewijzigde instellingen gereflecteerd
naar de machine.
Opmerking
Om snelkiesbeheerder te gebruiken, installeert u de invoegtoepassing Gebruikersinstelling.
Voor meer informatie over hoe u de invoegtoepassing installeert, raadpleegt u "Software
installeren".
U moet deze machine vooraf registreren in het configuratiehulpprogramma.
Start het Configuratiehulpprogramma
Werken met configuratietool.
Over de pictogrammen, die in het Configuratiehulpprogramma worden gebruikt.
Lijst pictogrammen gebruikt in Configuration Tool
1. Klik [Start] en selecteer dan [All Programs]> [Okidata]>
[Configuration Tool]> [Configuration Tool].
2. Selecteer de machine van [Registered Device Table].
3. Selecteer het tabblad [User Setting].
4. Klik op [Speed Dial Manager].
974
5. Voer het beheerderswachtwoord in en klik vervolgens op [OK].
6. Klik op (Nieuw (Groep)).
7. Registreer een groep, en klik dan op [OK].
8. Klik op (Naar apparaat opslaan).
975
976
Een Geregistreerd Faxnummer vanaf een Computer
Verwijderen
Wanneer u de Sneltoetsenbeheerder van het Configuratiehulpprogramma gebruikt, kunt u
geregistreerde sneltoetsen verwijderen.
Wanneer u klikt op (Save to device), worden de gewijzigde instellingen gereflecteerd
naar de machine.
Over de pictogrammen, die in het Configuratiehulpprogramma worden gebruikt.
Lijst pictogrammen gebruikt in Configuration Tool
1. Klik op [Start], en kies dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Kies de machine vanaf [Registered Device Table].
3. Selecteer het tabblad [User Setting].
4. Klik op [Speed Dial Manager].
5. Voer het beheerderswachtwoord in en klik vervolgens op [OK].
977
6. Kies de bestemming die u wilt verwijderen, en klik dan op
(Verwijder)
Memo
Wanneer u klikt op (Verwijder en Sorteer), de gekozen bestemming wordt
verwijderd en de opvolgende nummers schuiven omhoog.
Wanneer u klikt op (Verwijder alle), worden alle bestemmingen of groepen
verwijderd.
7. Klik op (Naar apparaat opslaan).
978
Een Geregistreerd Group Dial nummer vanaf een
Computer Verwijderen
Wanneer u de Sneltoetsenbeheerder van het Configuratiehulpprogramma gebruikt, kunt u
geregistreerde sneltoetsgroepen verwijderen.
Wanneer u klikt op (Save to device), worden de gewijzigde instellingen gereflecteerd
naar de machine.
Over de pictogrammen, die in het Configuratiehulpprogramma worden gebruikt.
Lijst pictogrammen gebruikt in Configuration Tool
1. Klik op [Start], en kies dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Kies de machine vanaf [Registered Device Table].
3. Selecteer het tabblad [User Setting].
4. Klik op [Speed Dial Manager].
5. Voer het beheerderswachtwoord in en klik vervolgens op [OK].
979
6. Kies de groep die u wilt verwijderen, en klik dan op (Verwijder)
Memo
Wanneer u klikt op (Verwijder alle), worden alle bestemmingen of groepen verwijderd.
7. Klik op (Naar apparaat opslaan).
980
Sneltoetsen voor bestemmingen importeren en
exporteren
Snelkiesnummers naar een bestand exporteren
Importeren Snelkeuze Oproepen naar een Bestand
Wanneer u de Sneltoetsenbeheerder van het Configuratiehulpprogramma gebruikt, kunt u
sneltoetsen of bestemmingsgroepen importeren en exporteren. De volgende paragraag
beschrijft een aantal functies.
Wanneer u klikt op (Save to device), worden de gewijzigde instellingen gereflecteerd
naar de machine.
Opmerking
Om het snelkiesbeheer te gebruiken, installeert u invoegtoepassing Gebruikersinstellingen.
Over hoe men de invoegtoepassing installeert
Software installeren
Over de pictogrammen, die in het Configuratiehulpprogramma worden gebruikt.
Lijst pictogrammen gebruikt in Configuration Tool
Snelkiesnummers naar een bestand exporteren
1. Klik op [Start], en kies dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Kies de machine die snelkeuze oproepen heeft die u wilt exporteren
vanaf [Registered Device Table].
3. Kies het [User Setting] label.
4. Klik op [Speed Dial Manager].
5. Voer het beheerderswachtwoord in en klik vervolgens op [OK].
Het standaardwachtwoord, dat in de fabriek is ingesteld, is "aaaaaa".
6. Klik op (Naar bestand exporteren).
7. Voer de bestandsnaam in, selecteer de map waarin het bestand
moet worden opgeslagen en klik vervolgens op [Opslaan].
Opmerking
Na export kan het zijn dat een aangepast CSV-bestand zich niet meer geheel herstelt.
981
Importeren Snelkeuze Oproepen naar een Bestand
1. Klik op [Start], en kies dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Kies de machine naar waar u de snelkeuze oproepen wilt
importeren vanaf [Registered Device Table].
3. Selecteer het tabblad [Gebruikersinstelling].
4. Klik op [Speed Dial Manager].
5. Voer het beheerderswachtwoord in en klik vervolgens op [OK].
Het standaardwachtwoord, dat in de fabriek is ingesteld, is "aaaaaa".
6. Klik op (Uit bestand importeren).
7. Klik op [Openen] vanuit [CSV-bestand selecteren].
8. Kies het bestand om te importeren, en klik dan op [Open].
9. Klik op [Next].
10. Kies de instellingen om te importeren, en klik dan op [Import].
11. Klik op (Naar apparaat opslaan).
Memo
CSV-bestanden die vanuit Outlook Express geëxporteerd worden (Windows Mail en Windows Live
Mail) kunnen ook teruggeplaatst worden.
982
Een Faxnummer vanaf het Besturingspaneel
Registreren
U kunt maximaal 1000 favoriete bestemmingen onder snelkiezen registreren.
U kunt maximaal 32 groepen aanmaken en de gehele groep registreren onder een
snelkiesnummer.
Een Faxnummer Eén voor Eén Registreren
Voor details over karakter invoer methodes, zie "Tekens invoeren".
Memo
De nummers die in groepen met het [Speed Dial] functie zijn geregistreerd synchroniseert met
de nummers die in groepen met de [Groep No.] functie zijn geregistreerd.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk op [Phone Book].
3. Druk op [Speed Dial].
4. Selecteer een snelkiesnummer en druk vervolgens op [Register
(Registreren)].
5. Druk op de registratie knop van [Name].
6. Voer een naam in.
U kunt maximaal 24 tekens invoeren.
983
7.
Druk op [OK].
8. Druk op de registratie knop van [Fax Number].
9. Voer een faxnummer in.
U kunt tot 40 cijfers invoeren.
10. Druk op [OK].
984
Een Groepsnummer vanaf het Besturingspaneel
Registreren
Voor details op teken ingang methoden verwijs naar "Tekens invoeren".
Memo
De nummers die worden geregistreerd in groepen met de [Speed Dial] functie synchroniseren de
nummers die zijn geregistreerd in groepen met de [Group No] functie.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk op [Phone Book].
3. Druk op [Poortnr.].
4. Kies een groepsnummer en druk vervolgens op [Register
(Registreren)].
Het controle venster is gekozen. U kunt meerdere onderdelen kiezen.
5. Druk op de registratie knop van [Name].
6. Voer een naam in.
U kunt maximaal 16 tekens invoeren.
7. Druk op [OK].
8. Druk op de registratie knop van [Speed Dial].
9. Kies snelkeuze oproep nummers, en druk dan op [OK].
985
10. Druk op [OK].
986
Een Geregistreerd Faxnummer vanaf het
Besturingspaneel Verwijderen
Opmerking
U kunt niet de snelkiesnummers verwijderen die zijn gebruikt met de gereserveerde verzending
of automatische verzending.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk op [Phone Book].
3. Druk op [Speed Dial].
4. Kies een snelkeuze oproep nummer, en druk dan op [Delete].
5. Druk op [Yes] op een bevestiging scherm.
987
Een Geregistreerde Snelkiesgroep vanaf het
Besturingspaneel Verwijderen
Memo
Zelfs wanneer u een groep verwijdert, worden de nummers die zijn geregistreerd als de
snelkiesnummers niet verwijderd.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk op [Phone Book].
3. Druk op [Poortnr.].
4. Kies een groep nummer, en druk dan op [Delete].
5. Druk op [Yes] op een bevestiging scherm.
988
Een Faxnummer vanaf de Geschiedenis Registreren
U kunt fax nummer registreren als snelkeuze oproep nummers vanaf de fax verzending
geschiedenis en de ontvangst geschiedenis.
1. Druk op de knop [Scannen] of (FAX).
2. Druk op [Fax].
3. Druk op [Redial].
4. Druk op [Tx History] of [Rx History].
5. Druk op [Regis. naar snelkiezen].
6. Selecteer een snelkiesnummer en druk vervolgens op [Register].
7. Druk op [Registr. naar leeg nr.].
Memo
Bij het overschrijven van een geregistreerd nummer, selecteert u het nummer en drukt
u op [Overschr.].
U kunt niet alle nummers selecteren die zijn gespecificeerd met de functie
automatische levering.
8. Druk op de registratieknop van [Naam].
9. Voer een naam in en druk vervolgens op [OK].
U kunt maximaal 24 tekens invoeren.
10. Druk op [OK].
11. Herhaal de stappen 3 tot 10, totdat u de registratie van alle
kiesnummers hebt voltooid.
989
990
One Touch-knop configureren
U kunt frequent gebruikte bestemmingen opgeslagen in de machine opslaan zoals het
adresboek naar de eenmaal drukken knoppen. Voor elke functie, kunnen tot 40
bestemmingen worden ingesteld naar de eenmaal drukken knoppen.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk op [One Touch-knop configureren].
3. Kiest een functie die u wilt instellen voor de eenmaal drukken
knoppen.
4. Kiest een knop waarnaar u een bestemming wilt instellen vanaf
[01:] tot [40:].
5. Druk op [Replace].
Een lijst van bestemmingen die kunnen worden geregistreerd wordt weergegeven.
Memo
Wanneer u drukt op [Replace], kan een bestemming worden geregistreerd die kan
worden vervangen door een nieuwe.
Wanneer u drukt op [Delete], zal een bestemming worden verwijdert van de eenmaal
drukken knop,
6. Kies een bestemming.
7. Druk op [OK] wanneer de instelling gereed is.
8. Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
Onderdeel Fabrieksinstelling Beschrijving
Fax - Stelt een fax nummer in naar een eenmaal drukken
knop.
Internet fax - Stelt een E-mail adres in naar een eenmaal drukken
knop.
Scannen naar e-mail - Stelt een E-mail adres in naar een eenmaal drukken
knop.
Scan naar gedeelde
map - Stelt een map juist in naar een eenmaal drukken
knop.
991
Lijst met doelen
Verbruiksartikelen vervangen
Problemen met de machine oplossen
Verbruiksartikelen en kosten besparen
Beveiliging verbeteren
Efficiency verbeteren
Een papierdocument als data gebruiken
Deze machine verplaatsen of vervoeren
De status van deze machine controleren.
992
Verbruiksartikelen vervangen
Alleen voor tonercartridge K (zwart)
Voor tonercartridges met C (cyaan), M (magenta), Y (geel)
Vervangen van de afbeeldingsdrum
Vervangen van de afbeeldingsdrum en de tonercartridge op hetzelfde moment
De band vervangen
De fuser vervangen
De Invoerrol (Lade 1/Lade 2/Lade 3/Lade 4)
De Invoerrol vervangen (MP Lade).
993
Problemen met de machine oplossen
Fout met de machine controleren
Problemen in elke functie oplossen
Problemen met een computer oplossen
Problemen met de afdrukresultaten oplossen
Andere Problemen
Fout met de machine controleren
U kunt de oplossing naar een fout controleren wanneer de fout boodschap wordt
weergegeven op het bediening paneel.
Als er een foutbericht wordt weergegeven op het besturingspaneel.
Als een Papieropstopping zich voordoet
Als een Document opstopping zich voordoet
Als de STATUS-knop op het Bedieningspaneel Oplicht of Knippert
Problemen in elke functie oplossen
Kopieerproblemen
Scanproblemen
Afdrukroblemen
Faxproblemen
Problemen met AirPrint
Google Cloud Print Problemen
Problemen met een computer oplossen
U kunt een oplossing naar een probleem controleren met een computer.
Problemen met Overige Software
Problemen over de Configuratie Tool
Over beperkingen voor elk besturingssysteem
Problemen met de afdrukresultaten oplossen
U kunt de oorzaak van een probleem controleren met de print resultaten en zijn oplossing
Over problemen met afdrukresultaten
Andere Problemen
Problemen met Documenten en Papier
Indien er een stroomstoring optreedt
994
Problemen met het Apparaat of Papier
Problemen verhelpen
995
Verbruiksartikelen en kosten besparen
Papier besparen
Geld op elektriciteit besparen
Kosten voor faxcommunicatie verminderen
Afdrukkosten verminderen
Papier besparen
Tips voor Besparen op Kopiëren
De duplex kopieer functie die u in staat stelt om te kopiëren op beide zijden van papier,
de N-in-1 functie die u in staat stelt om meerdere documenten op een vel papier te
kopiëren, en de ID kaart kopieer functie die u in staat stelt om beide zijden van een ID
kaart te kopiëren op een ven papier zijn beschikbaar.
Printen op beide zijden van het papier (Duplex Kopie)
Meerdere pagina's op één vel papier combineren (N-in-1)
Beide zijden van een kaart naar een zijde kopiëren (ID-kaart kopiëren)
Tips voor Besparen op Printen
De duplex print functie die u in staat stelt om te printen op beide zijden van papier, en de
meerdere-pagina print functie die u in staat stelt om te printen meerdere pagina's op een
vel papier zijn beschikbaar.
Op beide zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken)
Meerdere pagina's op een vel papier combineren
Tips voor Besparen op Faxen
De automatische aflevering functie die u in staat stelt om een fax als een e-mail
aanhangsel bestand te ontvangen is beschikbaar. U kunt de fax inhoud controleren
via e-mail, wat u papier laat besparen door alleen benodigde documenten te printen.
Gegevens van een ontvangen document naar een e-mailbestemming of gedeelde
mapp doorsturen (Automatische aflevering)
De PC Fax functie die u in staat stelt om een document direct naar een computer te
verzenden. U kunt papier besparen, omdat u geen document hoeft te printen om te
verzenden.
Een PC Fax verzenden
De dubbelzijdige afdrukfunctie die u in staat stelt aan beide kanten van papier af te
drukken.
Dubbelzijdig afdrukken
Geld op elektriciteit besparen
Gebruik de Vermogen Besparen modus functie. U kunt deze machine zodanig instellen dat
996
het automatisch naar Vermogen Besparen modus gaat nadat een bepaalde tijd verstrijkt.
Energieverbruik verminderen met de energiebesparingsfunctie
Kosten voor faxcommunicatie verminderen
Specificeren van de Verzending Tijd
Gebruik de vertraagde verzending functie. U kunt een nacht-tijd periode specificeren of
een andere tijdperiode om een fax te verzenden tijdens welke communicatie kosten laag
zijn.
Verzenden op een Gespecificeerde Datum en Tijd(Uitgestelde Tx)
Gebruiken van de Internet Lijn
Gebruik de Internet Fax functie. U kunt meer kosten besparen dan standaard faxen,
omdat u faxen verzendt en ontvangt via de Internet lijn.
Een Internetfax verzenden (Procedure)
Afdrukkosten verminderen
Gebruik de toner besparen modus functie. U kunt meer toner verbruik reduceren dan
normaal tijdens het printen.
Toner besparen
997
Beveiliging verbeteren
Document beveiligen om af te drukken
Zet een Papierdocument om in een Gecodeerd PDF-bestand
Gebruikers van de machine en de beschikbare functies beperken
Verkeerde faxverzendingen voorkomen
Computers beperken waarop externe scan gebruikt kan worden
Document beveiligen om af te drukken
Een wachtwoord toewijzen aan een document, zodat derden het
niet kunnen bekijken
Gebruik de authentificatie print functie. Wanneer u van tevoren een wachtwoord toekent
naar een document, kan het document alleen geprint worden wanneer hetzelfde
wachtwoord word ingevoerd vanaf het bediening paneel.
Een wachtwoord instellen voor de afdrukgegevens (Authentificatieafdruk)
Een document coderen om het te beschermen tegen onwettige
toegang
Gebruik de versleutelde authentificatie print functie. Wanneer u van tevoren een
wachtwoord toekent naar een document, kan het document alleen geprint worden
wanneer hetzelfde wachtwoord word ingevoerd vanaf het bediening paneel. Ook, het
document is versleuteld voordat het wordt verzonden vanaf een computer, wat de
informatie beschermd tegen illegale toegang.
Een wachtwoord instellen en de afdrukgegeven coderen (versleutelde
authenticatieafdruk)
Codeer Document en Vereis Gebruikersverificatie voor het
Afdrukken
Gebruik de authenticatie-printfunctie. De gebruikersinformatie die op dit moment wordt
aangemeld wordt automatisch verkregen en gekoppeld aan een gecodeerde
printopdracht, zodat u geen wachtwoord hoeft in te voeren. Om deze functie te
gebruiken, schakel de toegangsbeheersinstellingen van het apparaat in en meldt u aan
op de machine met dezelfde gebruikersinformatie die u op een computer gebruikt.
Codeer Afdrukgegevens en Gebruikersverificatie voor het afdrukken (ID Beveiligde
Opdracht)
Zet een Papierdocument om in een Gecodeerd PDF-
bestand
Gebruik de PDF versleuteling functie. U kunt instellen een versleuteling sterkte niveau, een
wachtwoord benodigd voor openen van het bestand, en andere instellingen.
Een PDF-bestand coderen
998
Gebruikers van de machine en de beschikbare functies
beperken
Gebruik de toegang controle functie. U kunt machine gebruikers en beschikbare functie
beperken.
Toegangsbeheer Inschakelen
Verkeerde faxverzendingen voorkomen
Gebruik de veiligheid functies voor het verzenden van faxen, De functies zijn nuttig voor het
voorkomen van de verkeerde fax verzending,
Verkeerde faxverzendingen voorkomen
Computers beperken waarop externe scan gebruikt kan
worden
U kunt computers beperken waarop Scannen op Afstand kan worden gebruikt.
Een computer die is aangesloten registreren
999
Efficiency verbeteren
Insteloperaties vereenvoudigen, wanneer ik vanaf een computer afdruk
Vaak gebruikte bestemmingen registreren
Deze machine extern instellen
Het introductiescherm aan mijn eigen gebruik aanpassen
Andere uitvoerbestemmingen voor verschillende taken kiezen
Insteloperaties vereenvoudigen, wanneer ik vanaf een
computer afdruk
Gebruik de snelle specificatie van de print instellingen functie. U kunt instellingen registreren
die u specificeert wanneer u print vanaf een computer, wat u in staat stelt om de
tijdrovende instellingen snel in te stellen.
Selecteer Veelgebruikte Instellingen in het printerstuurprogramma om te gebruiken.
Vaak gebruikte bestemmingen registreren
Gebruik de Adresboekfunctie en de telefoonboekfunctie. U kunt vaak-gebruikte e-mail- en
faxverzendingsbestemmingen registreren, wat u in staat stel om makkelijk een bestemming
te specificeren door alleen maar te kiezen van de geregistreerde wanneer u een document
verzendt.
Registreren van een E-mail Bestemming
E-mailadres
Registreren van een Fax Bestemming
Faxnummers
Registreren van een Internet Fax Bestemming
E-mailadres
Deze machine extern instellen
Vanaf een Web Browser.
U kunt iedere instelling veranderen van deze machine op de Webpagina vanaf een
computer.
Webpagina van Deze Machine.
Vanaf een Computer Draaiende op Windows.
U kunt iedere instelling veranderen van deze machine met Configuratie Gereedschap
vanaf een computer.
Werken met configuratietool.
1000
Het introductiescherm aan mijn eigen gebruik aanpassen
U kunt afkorting knoppen instellen in het hoofdscherm voor functie die diep in de menu
hiërarchie geplaatst worden.
Hoe Aan te passen het Aanraak Paneel
Andere uitvoerbestemmingen voor verschillende taken
kiezen
U kunt uitvoerbestemmingen selecteren voor kopieertaken, het afdrukken van ontvangen
faxen, afdrukken vanaf de PC, etc.
Afdrukken van een kopieertaak
Uitvoerlades wisselen
Afdrukken van een ontvangen fax
Uitvoerlades wisselen
Afdrukken vanaf pc
Over schermen en functies van elke printerdriver
Afdrukken van gegevens op een USB-geheugen
In USB-geheugen gegevens afdrukken
Afdrukken van e-mailbijlagen of ontvangen internetfaxen
E-mailbijlages afdrukken
1001
Een papierdocument als data gebruiken
Een document als data versturen of opslaan
Een ontvangen fax als emailbijlage ontvangen
Een ontvangen fax naar een map op een computer opslaan
Een document als data versturen of opslaan
Een gescand document als emailbijlage ontvangen
Gebruik de Scan naar E-mail functie. U kunt een gescand document converteren naar een
PDF bestand of een ander gegevens bestand formaat, en het bestand verzenden als een
e-mail aanhangsel bestand.
Scannen naar e-mail gebruiken
Een gescand document in een gedeelde map op een computer
opslaan
Gebruik de Scan naar Gedeelde Map functie. U kunt een gescand document converteren
naar een PDF bestand of een ander gegevens bestand formaat, en het bestand opslaan
naar een gedeelde map.
Hoe de functie Scan naar gedeelde map te gebruiken
Een gescand document in het USB-geheugen opslaan
De functie Scannen naar faxserver inschakelen U kunt een onderzocht nauwkeurig
document in een PDF bestand of nog een gegevensbestandformaat en behalve het
bestand naar een gedeelde folder of gedeelde harde schijf (NAS) bekeren.
Gescande Gegevens in een USB-Geheugen Opslaan
Een gescande document naar een toepassing op een computer
opslaan
De functie Scannen naar faxserver inschakelen U kunt een gescand document naar een
server op het netwerk verzenden.
Data naar een computer versturen
Een ontvangen fax als emailbijlage ontvangen
Gebruik de autoleveringsfunctie. U kunt een ontvangen document controleren als een e-
mailbijlagebestand, zodat u het bestand kunt verwijderen zonder het af te drukken als het
een overbodig document is.
Gegevens van een ontvangen document naar een e-mailbestemming of gedeelde mapp
doorsturen (Automatische aflevering)
Een ontvangen fax naar een map op een computer opslaan
1002
De functies voor geautomatiseerde verzending en opslag van verzendingsgegevens
configureren. U kunt een gestuurd faxapparaat naar een gedeelde folder als gegevens
redden en leiden.
Gegevens van een ontvangen document naar een e-mailbestemming of gedeelde mapp
doorsturen (Automatische aflevering)
Verzend- en ontvangst gegevens opslaan (Opslaan verzendgegevens)
1003
Deze machine verplaatsen of vervoeren
Dit onderdeel geeft uitleg over het verplaatsen of vervoeren van uw machine.
Deze machine verplaatsen
Dit onderdeel geeft waarschuwingen voor het verplaatsen van deze machine.
Deze machine vervoeren
Dit onderdeel geeft waarschuwingen voor het vervoeren van deze machine.
1004
De status van deze machine controleren.
Webpagina van Deze Machine.
1005
Besturingsbeheer/Specificaties
Wijzigen van het beheerderwachtwoord.
Instelling Admin
Beheerderssoftware
Gebruikersverificatie (Toegangsbeheer)
Accountbeheer
Dit apparaat Verplaatsen/Vervoeren
Specificaties
1006
Wijzigen van het beheerderwachtwoord.
Het wordt aanbevolen om het beheerderswachtwoord te wijzigen om uw veiligheid te
beschermen. Schrijf het nieuwe wachtwoord op en bewaar het veilig.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk meerdere keren op of en druk op [Management
(Beheren)].
5. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Password
(Beheerderswachtwoord)].
6. Voer een nieuw wachtwoord in en klik vervolgens op [OK].
7. Voer het wachtwoord opnieuw in.
8. Druk op [OK].
Opmerking
Zorg ervoor dat u het beheerderswachtwoord niet vergeet.
1007
Instelling Admin
U kunt de beheerdersinstellingen wijzigen. Volg onderstaande stappen om de instellingen te
wijzigen.
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin" en
"aaaaaa". Gebruik deze gegevens als er nog geen beheerdersnamen zijn geregistreerd.
1. Druk [Apparaatinstellingen] op het aanraakpaneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
4. Raak het onderwerp aan dat u wilt wijzigen en wijzig vervolgens de
instellingen.
De instellingen, die u in de [Admin Setup (Beheerdersinstellingen)] kunt wijzigen zijn als
volgt:
Als u de standaardinstelling van het menu [Beheerderinst.] wijzigt en als u wilt dat de
gewijzigde standaardinstelling onmiddellijk op het aanraakscherm wordt toegepast, drukt u
op (HOME) knop, de (COPY) knop, de (SCAN)-knop, de (PRINT) knop, de
(FAX) knop om de functie te wijzigen.
Kopieerinstellingen
U kunt de standaard instellingen controleren en wijzigen van de kopieer functie voor deze
machine.
Faxinstelling
U kunt de standaard instellingen controleren en wijzigen van de fax functies en andere
verschillende basis instellingen.
FaxServer-functie
U kunt de standaardinstellingen van de FaxServer-functie van deze machine controleren
en wijzigen.
Internetfaxinstellingen
U kunt de standaard instellingen controleren en wijzigen van de Internet Fax functie voor
deze machine.
Scannerinstellingen
U kunt de standaard instellingen controleren en wijzigen van de scanner functies en
andere verschillende basis instellingen.
Afdrukken van instellingen USB-geheugen
U kunt de standaard instellingen van de Internet Print van USB Geheugen functie voor
deze machine controleren en veranderen.
Afdrukinstellingen
U kunt een lade configuratie, print instellingen en andere verschillende instellingen van de
print functies controleren en veranderen.
1008
Menu Netwerk
U kunt verschillende instellingen van een netwerk en servers controleren en wijzigen.
Startsch. configureren
Stel het hoofd scherm in met hoof iconen.
Beheer
U kunt controleren en veranderen de tijd om het scherm te resetten op het bediening
paneel, Vermogen Besparing modus, en andere verschillende instellingen gerelateerd aan
het beheer van de machine.
Gebruikersinstallatie
U kunt controleren en veranderen de tijdzone, tijd, en andere verschillende standaard
instellingen benodigd voor het beheer van deze machine.
1009
Kopieerinstellingen
Onderdeel Fabrieksinstelling Beschrijving
Standaardinstellingen Kleurmodus Auto Auto/kleur/mono
(grijsschaal)
selecteren.
Scanformaat Auto Stelt het standaard
scanformaat in.
Duplex kopie UIT (Simplex) Stelt de standaard
instelling in of dubbel
printen aan of uit
gezet moet worden,
en de standaard bind
positie
Zoomen 100% Stelt de standaard
zoomfactor in.
Sorteer AAN Bepaalt of gekopieerde
documenten standaard
gesorteerd worden.
Afbeelding
instellingen Dichtheid 0 Stelt de
standaarddichtheid in.
Document Type Tekst en foto Stelt de
standaardbeeldkwaliteit
in.
Resolutie Normaal Stelt de standaard
resolutie in.
Achtergrondverwijdering Automatisch Stelt de standaard
achtergrond
verwijdering in.
Verwijderen doorzichtig Gemiddeld Stelt de
standaardwaarde in
van de functie voor
het verwijderen van
doorschijnende tekst.
Buitenkantverwijdering Instellingen UIT Om de
buitenkantverwijdering
in- of uit te schakelen.
Aanpassing
bereik 3 Stelt criterium in voor
de
buitenkantverwijdering.
Contrast 0 Stelt het standaard
contrast in.
Tint 0 Stelt de
standaardinstelling
van de tint in.
Verzadiging 0 Stelt de
standaardinstelling
van de verzadiging in.
RGB 0 Stelt de
standaardinstelling
van RGB-contrast in.
Richting Bovenzijde boven Selecteert de
standaard
paginarichting van
documenten.
ID-kaartkopie UIT Stelt in of de modus
ID-kaartkopie
standaard wordt
gebruikt.
continue scan UIT Stelt in of de
continuscanmodus
wordt gebruikt of niet.
Gemengd formaat UIT Bepaalt of documenten
van verschillende
grootte standaard op
elk papierformaat
1010
gekopieerd worden.
Marge Instellingen UIT Stelt de
standaardmarges in.
Voorzijde Links 0 mm (0 inch) Beschikbaar bereik: 0
tot ±25 mm (0,0 tot
2,0 inch) (stappen van
1 mm)
Bovenzijde
Terug Links
Bovenzijde
Rand wissen Instelling AAN Stelt in of de
schaduwrand die is
gecreëerd in 2-
pagina's verdeelde
documenten wordt
gewist.
Breedte 2 mm (0,1 inch) Stelt de
verwijderingsbreedte
in.
Beschikbaar bereik: 2
tot ±50 mm (0,1 tot
2,0 inch) (stappen van
1 mm)
Centrumverwijdering Instellingen UIT Stelt in of de
schaduwlijnen in het
midden van een
document van twee
pagina's verwijderd
moeten worden.
Breedte 1 mm (0,1 inch) Stelt de
verwijderingsbreedte
in.
Beschikbaar bereik: 1
tot ±50 mm (0,1 tot
2,0 inch) (stappen van
1 mm)
Overslaan lege pagina's UIT Schakelt de functie
Lege pagina's
overslaan in- of uit.
Watermerk Paginanummer Instellingen UIT Stelt in of
paginanummers als
watermerk toegevoegd
moeten worden.
Startnummer 1 Stelt het beginnummer
van de
paginanummering in.
Positie Rechtsonder Stelt de afdrukpositie
van de
paginanummering in.
Reeks Gebruikersnaam UIT Stelt in of de
gebruikersnaam als
watermerk toegevoegd
moet worden.
Modelnaam UIT Stelt in of de
modelnaam als
watermerk toegevoegd
moet worden.
Dag/tijdstip UIT Stelt in of de datum en
het tijdstip als
watermerk toegevoegd
moet worden.
Gratis Word UIT Stelt in of een
tekenreeks als
watermerk toegevoegd
moet worden.
Reeks (NUL) Stelt een tekenreeks
in.
U kunt maximaal 64
alfanumerieke tekens
registreren.
Positie Linksonder Stelt de afdrukpositie
van de tekenreeks in.
1011
Lettergrootte 10 punt Stelt de lettergrootte
in.
Beschikbaar bereik: 8
tot 24 punten
Configureer afkortingen 01: Scanformaat
02: Papierinvoer
03: Duplexkopie
04: N-in-1
05: Zoomen
06: Richting
Stelt de afkort knop in
voor het [Copy] label.
Onderbreken UIT Hiermee schakelt u de
onderbrekingsfunctie
in of uit.
1012
Faxinstelling
Onderdeel Fabrieksinstelling Beschrijving
Standaardinstellingen Resolutie Normaal Stelt de
standaardinstelling
voor beeldkwaliteit in.
Achtergrondverwijdering Auto Stelt de
standaardinstellingen
van de
achtergrondverwijdering
in.
Dichtheid 0 Stelt de
standaarddichtheid van
het scannen in.
Scan Grootte Auto Stelt het standaard
scanformaat in.
Continu scannen (glasplaat) UIT Stelt in of de continu
scannen wordt gebruikt
of niet.
Continu Scan (ADF) UIT
Preview UIT Stelt de preview van de
te verzenden
afbeelding in.
Rand wissen Instelling UIT Stelt in of de
randschaduw die op de
faxscanafbeelding
gecreëerd is,
verwijderd wordt of
niet.
Breedte 2 mm (0.1 inch) Stelt een
verwijderingsbreedte
op de
faxscanafbeelding in.
TTI AAN Stelt in of de naam van
de afzender aan de
header van de
verzonden fax
standaard wordt
toegevoegd.
Zenden confirmatie rapport UIT of AAN Stelt in of de
transmissieresultaten
automatisch worden
afgedrukt of niet.
Geheugen Tx AAN Stelt in of
geheugenverzending
(AAN) of real-time
verzending (UIT)
standaard wordt
gebruikt.
Configureer afkortingen 01: Handmatig
kiezen
02: Snelkeuze
Oproep
03: Groep lijst
04: Opnieuw bellen
05: Niet aan de
haak
06: Resolutie
Stelt de afkort knop in
voor het [Fax] label.
Venster voor F-code Bewerken/registreren Vertrouwelijk
venster Venster naam (NUL) Stelt de naam voor
vertrouwelijke vensters
in. U kunt tot 16
karakters invoeren.
Sub-adres (NULL) Stelt het sub-adres voor
vertrouwelijke vensters
in. U kunt tot 20
karakters invoeren.
Vasthoud tijd 0 Stelt de houdtijd voor
de vertrouwelijke box
1013
in.
Beschikbaar bereik: 0
tot 31 dagen
I.D.Code (NULL) Stelt het wachtwoord
voor vertrouwelijke
venster in. Registreer
alleen een 4-cijferig
numeriek nummer.
Mededelingen
venster Venster naam (NUL) Stelt een bulletin
vensternaam in. U kunt
tot 16 karakters
invoeren.
Sub-adres (NULL) Stelt het sub-adres voor
het bulletin venster in.
U kunt tot 20 karakters
invoeren.
Verwijder Verwijdert een venster
voor F-codes.
Beveiligingsfunctie ID Controle Tx UIT Stelt in of ID-controle
verzenden wordt
gebruikt.
Zendbestemming AAN Stelt in of het nummer
van de
transmissiebestemming
wordt getoond, voordat
rondsturen wordt
gestart.
Keuze bevestigen UIT Stelt het faxnummer in
van de bestemming die
opnieuw ingegeven
moet worden voordat
een fax verzonden
wordt.
Beveilig Ontvangen Instelling UIT Stelt in of een
ontvangen fax wordt
opgeslagen in het
geheugen van deze
machine zonder deze
onmiddellijk af te
drukken.
Wachtwoord (NULL) Stelt het wachtwoord in
dat is ingevoerd
wanneer een
ontvangen fax geprint
wordt dat is
opgeslagen in het
geheugen van deze
machine.
verwijder na afdruk Ja Stelt in of een fax
verwijderd wordt na
het printen.
Andere Instellingen Opnieuw kiezen Proberen 2 maal Stelt het aantal
pogingen voor
nummerherhaling in.
Beschikbaar bereik: 0
tot 9 keer
Herkeuze Interval 1 minuten Stelt de tijd in tussen de
nummerherhalingen.
Beschikbaar bereik: 0
tot 5 minuten
Geblokkeerde junk
fax Instelling UIT Stelt de modus voor het
blokkeren van
ongewenste faxen in.
Geregistreerde
Lijst Registreren/bewerken (NUL) Adressen voor het
blokkeren van
junkfaxen
registreren/bewerken.
Weergave conditie: Om
in te stellen [Mode2] of
[Mode3], [Admin
Setup] > [Other
Settings] > [Block Junk
1014
Fax] > [Setting].
Verwijder Adressen verwijderen
bij het blokkeren van
ongewenste faxen
Weergave conditie: Om
in te stellen [Mode2] of
[Mode3], [Admin
Setup] > [Other
Settings] > [Block Junk
Fax] > [Setting].
Belrespons 1 keer overgaan Stelt het aantal keren
rinkelen in dat
benodigd is alvorens
een inkomende fax
wordt ontvangen.
Duur kiespauze 2 seconden Stelt de pauze van de
kiestijd in.
Beschikbaar bereik: 0
tot 10 seconden
Rx Reducering Snelheid Automatisch Stelt de reductiefactor
voor ontvangst in.
Reduct. Marge 24 mm (0.9 inch)
of 100 mm (3.9
inch)
Stelt de drempelwaarde
van de
ontvangstreductie in.
Beschikbaar bereik: 0
tot 100 mm (0 tot
3,9 inches)
ECM Modus AAN Stelt in of de
correctiemodus voor
fouten gebruikt wordt.
Voorvoegsel (NULL) Stelt het oproep
voorvoegsel in. U kunt
tot 40 cijfers invoeren.
Ontvangen tijd markering UIT Stelt in of de
tijdstempel op
ontvangen faxen wordt
afgedrukt of niet.
Print Controle Boodschap AAN Stelt in of de
storingsinhoud wordt
gemeld als er een
transmissiestoring
optreedt.
Duplex UIT Stelt enkelzijdig of
dubbelzijdig afdrukken
in voor het afdrukken
van ontvangen faxen
en de bindpositie voor
dubbelzijdig afdrukken.
Roteren Tx AAN Stelt in of Roteren Tx
ingeschakeld of
uitgeschakeld wordt.
Fax instelling Service Byte UIT Sommige menu-items
worden niet op het
paneel weergegeven
wanneer deze op UIT is
ingesteld.
Landcode Internationaal of
U.S.A. Stelt de landcode in.
A/R-full print AAN Bepaalt of de lijst met
communicatieresultaten
automatisch wordt
afgedrukt om de 50
communicaties.
Dagelijks logboekrapport Tx/Rx Instellingen UIT Schakelt het afdrukken
van een dagelijks
rapport aan/uit.
Afdruktijd 0 uur
0 minuten
0 seconden
Voor het instellen van
de datum en tijd voor
het afdrukken van het
dagelijkse rapport.
1015
Toon voor echo (voor transmis.) Uitschakelen Wordt alleen
weergegeven als
Service Bit is ingesteld
op AAN.
Toon voor echo (voor ontvangst) Uitschakelen Wordt alleen
weergegeven als
Service Bit is ingesteld
op AAN.
H/Modem Ratio (Voor Tx) 33.6 Kbps Stelt de standaard
transmissiesnelheid
van de
modemtransmissie in
terwijl de machine een
fax verzendt.
H/Modem Ratio (Voor Rx) 33.6 Kbps Stelt de
standaardwaarde van
de transmissiesnelheid
voor de modem in
terwijl de printer een
fax ontvangt.
Demper 10 db, bereik: 0 -
15 dB Voer de verzwakker in.
Wordt alleen
weergegeven als
Service Bit is ingesteld
op AAN.
MF Demper 8 db, bereik: 0 - 15
dB Voer de verzwakker van
de MF(-toon) in. Wordt
alleen weergegeven als
Service Bit is ingesteld
op AAN.
Puls Maak Ratio 40%, Bereik: 33,
39, 40% Ingesteld om de
snelheid van DP (10
pps) tijdens een
gesprek te creëren.
Wordt alleen
weergegeven, als de
servicebit AAN staat en
de instelling voor
toon/puls PULS is.
Puls Oproep Type N, Bereik: N, 10-N,
N+1 Stelt het kiespulstype
in. Wordt alleen
weergegeven, als de
servicebit AAN staat en
de instelling voor
toon/puls PULS is.
MF (Toon) Duur 100 mseconden,
bereik: 75, 85,
100 mseconden
Voer de duur van de MF
(toon) in. Wordt alleen
weergegeven, als de
servicebit AAN staan en
de instelling voor
toon/puls TOON is.
Oproep timer 60 mseconden,
bereik: 1 - 255
seconden
Wordt alleen
weergegeven als
Service Bit is ingesteld
op AAN.
PBX-lijn UIT Wanneer verbinding
wordt gemaakt met
PBX (interne
uitwisseling), stel deze
dan in op [AAN].
Doorsturen instelling Doorsturen instelling UIT Stelt in of de
faxdoorstuurmodus
wordt ingeschakeld of
niet.
Doorsturen nummer (NULL) Stelt een faxnummer in
dat wordt gebruikt voor
de modus fax
doorsturen.
TAD Modus Type 3: Stelt een werkingstype
in de modus
Telefoon/fax klaar in.
[Type 3]: Een
faxsignaal wordt
gedetecteerd binnen 15
1016
seconden bij het
beantwoorden door het
antwoordapparaat.
Normaal, gebruik dit
type.
[Type 1]: Een
faxsignaal wordt
gedetecteerd meteen
na beantwoording door
het antwoordapparaat.
Daarna start de
ontvangst. Wanneer u
enige fax ontvangst
problemen heeft,
kunnen zij worden
verbeterd wanneer dit
type is ingesteld.
[Type 2]: Een
faxsignaal wordt
gedetecteerd meteen
na beantwoording door
het antwoordapparaat.
Stelt dit type in als u
deze machine
gewoonlijk gebruikt als
telefoon.
Telefoonprioriteitsmodus UIT Stelt in of de externe
telefoon en de machine
overgaan in de modus
Tel/fax klaar.
[AAN]: De verzender
wordt verondersteld
dat hij een telefoon
oproep wil maken. De
telefoon gaat eerst
over.
CNG detectie UIT Stelt in of er beoordeeld
moet worden of de
gebruiker al dan niet
een fax verstuurt
terwijl de telefoon van
de haak is in de modus
Tel/fax klaar.
T/F Timer Programmering 35 seconden Stelt in wanneer de
automatische
ontvangst van faxen
start als de
communicatie niet
start, zelfs niet nadat
er een inkomend
gesprek binnenkomt in
de modus Tel/fax klaar
en de modus Ans/fax
klaar.
Zacht overgaan volume Hoog Stelt een volume in
voor het rinkelen van
de telefoon in de
modus Tel/fax klaar.
Extern ontvangen nummer UIT Stelt een extern
schakelnummer in.
1017
FaxServer-functie
Onderdeel Fabrieksinstelling Beschrijving
Omgevingsinstellingen FaxServer-functie UIT Stelt in of het scannen
naar de faxserver wordt
gebruikt.
Voorvoegsel (NULL) Stelt de voorvoegsel code
voor scannen in naar fax
server.
Achtervoegsel @faxserver Stelt in op
achtervoegselcode voor
scannen naar faxserver.
Tekst UIT Stelt in of inhoudstekst
moet worden
toegevoegd.
Standaard instellingen Scanformaat Auto Stelt het standaard
scanformaat in.
Dichtheid 0 Stelt de
standaarddichtheid in.
Resolutie Normaal Stelt de standaard
resolutie in.
Achtergrondverwijdering Automatisch Stelt de
standaardinstelling van
de
achtergrondverwijdering
in.
continue scan UIT Stelt in of de continu
scanmodus standaard
wordt gebruikt.
Preview UIT Stelt de preview van de te
verzenden afbeelding in.
Compressie ratio Laag Selecteert het standaard
compressieniveau.
Configureer afkortingen 01: Handmatig
kiezen
02: Snelkeuze
Oproep
03: Groep lijst
04: Tx
Geschiedenis
05: Scanformaat
Stelt de afkort knop in
voor het [Internet Fax]
label.
Veiligheid functie Verzending Bestemming AAN Stelt in of het nummer
van de
transmissiebestemming
wordt getoond, voordat
rondsturen wordt
gestart.
Keuze bevestigen UIT Stelt in of het faxnummer
van de
transmissiebestemming
opnieuw ingevoerd moet
1018
worden alvorens te
verzenden.
Overige instellingen Roteren Tx AAN Stelt in of Roteren Tx
ingeschakeld of
uitgeschakeld wordt.
1019
Internetfaxinstellingen
Onderdeel Fabrieksinstelling Beschrijving
Standaardinstellingen Scanformaat Auto Stelt het standaard
scanformaat in.
Dichtheid 0 Stelt de
standaarddichtheid in.
Resolutie Normaal Stelt de standaard
resolutie in.
Achtergrondverwijdering Automatisch Stelt de standaard
achtergrond verwijdering
in.
continue scan UIT Stelt in of de continu
scanmodus standaard
wordt gebruikt.
Preview UIT Stelt de preview van de te
verzenden afbeelding in.
Compressie ratio Laag Selecteert het standaard
compressieniveau.
Configureer afkortingen 01: Handmatige
invoer
02: Adresboek
03: Groep lijst
04: Tx
Geschiedenis
05: LDAP
Stelt de afkort knop in
voor het [Internet Fax]
label.
1020
Scannerinstellingen
Onderdeel Fabrieksinstelling Beschrijving
Standaardinstellingen Kleurmodus Auto (kleur/mono) Stelt de standaard
kleur voor het
scannen in.
Scanformaat Auto Stelt het standaard
scanformaat in.
Auto scanformaat Standaardformaat A4 of Letter Stelt het
standaardformaat in
voor de
automatische
detectie van het
documentformaat.
Formaat Legal Legal 14 Stelt de
documentlengte in
op basis waarvan
een Legal-document
automatisch
gedetecteerd wordt.
Richting Bovenzijde boven Selecteert de
standaard
paginarichting van
documenten.
Gemengde scan UIT Hiermee kunt u
instellen of er
onderscheid
gemaakt moet
worden tussen
documentformaten
bij het scannen van
documenten van
verschillende
formaten.
Afbeelding
instellingen Dichtheid 0 Stelt de
standaarddichtheid
in.
Document Type Tekst&Foto Stelt de
beeldkwaliteit van
documenten in.
Achtergrondverwijdering Automatisch Stelt de standaard
achtergrond
verwijdering in.
Verwijderen doorzichtig Gemiddeld Stelt de
standaardwaarde in
van de functie voor
het verwijderen van
doorschijnende
tekst.
Resolutie 200dpi Stelt de standaard
resolutie in.
Contrast 0 Stelt het standaard
contrast in.
Tint 0 Stelt de standaard
kleurbalans tussen
rood en groen in.
Verzadiging 0 Stelt de standaard
verzadiging in.
RGB R:0
G:0
B:0
Stelt het standaard
RGB-contrast in.
1021
continue scan UIT Stelt in of de continu
scanmodus
standaard wordt
gebruikt.
Preview UIT Stelt de preview van
de te verzenden
afbeelding in.
Bestandsformaat Auto (kleur/mono) Multi-PDF Stelt het standaard
bestand formaat in.
[Auto(Color /
Grayscale)
(Automatisch (Kleur
/ Grijswaarde))] /
[Color (Kleur)]/
[Grayscale
(Grijswaarde)]
kunnen vanaf Multi-
PDF, Multi-HC-PDF,
Single-PDF, Single-
HC-PDF, Multi-
PDF/A, Single-TIFF,
Multi-TIFF, JPEG en
XPS worden
geselecteerd.
[Auto(Color / Mono)
(Automatisch(Kleur
/
Zwart/Wit))]/[Mono
(Zwart/Wit)]
kunnen vanaf Multi-
PDF, Single-PDF,
Multi-PDF/A, Single-
TIFF, Multi-TIFF en
XPS worden
geselecteerd.
Auto (kleur/grijsschaal) Multi-PDF
Kleur PDF
Grijsschaal PDF
Mono PDF
Gecod. pdf-inst. Document Open Wachtwoord (NULL) Stelt het standaard
wachtwoord in voor
het openen van een
versleutelde PDF.
Een document open
wachtwoord kan
niet hetzelfde zijn
als het
toestemming
wachtwoord. U kunt
tot 32 karakters
invoeren.
Toestemming wachtwoord (NUL) Stelt het standaard
wachtwoord in om
printen te
controleren of
bewerken op een
versleuteld PDF
bestand. Een
toestemming
wachtwoord kan
niet hetzelfde zijn
als het document
open wachtwoord.
U kunt tot 32
karakters invoeren.
Weergave Standaard
Wachtwoord Uitschakelen Stelt in of het
geregistreerde
wachtwoord wordt
weergegeven of niet
weergegeven op het
wachtwoord keuze
scherm voor het
document open
wachtwoord of
toestemming
wachtwoord.
1022
[Disable]: Weergeeft
het geregistreerde
standaard
wachtwoord met
gebruik van " in
plaats van elk
karakter.
[Enable]: Weergeeft
het geregistreerde
wachtwoord zoals
het is.
Compressie ratio Kleur Gemiddeld Selecteert een
standaard
compressieniveau.
Grijsschaal Gemiddeld
Mono Hoog
Rand wissen Instelling UIT Stelt in of de
schaduwrand die is
gecreëerd in 2-
pagina's verdeelde
documenten wordt
gewist.
Breedte 5 mm
(0.2 inch) Stelt de
verwijderingsbreedte
in.
Beschikbaar bereik:
5 tot ±50 mm (0,2
tot 2,0 inch)
(stappen van
1 mm)
Centrumverwijdering Instellingen UIT Stelt in of de
schaduwlijnen in
het midden van een
document van twee
pagina's verwijderd
moeten worden.
Breedte 5 mm
(0,2 inch) Stelt de
verwijderingsbreedte
in.
Beschikbaar bereik:
5 tot ±50 mm (0,2
tot 2,0 inch)
(stappen van
1 mm)
Overslaan lege pagina's UIT Schakelt de functie
Lege pagina's
overslaan in- of uit.
E-mail Setup Configureer afkortingen 01: Adresboek
02: Groep lijst
03: Tx
Geschiedenis
04: Handmatige
invoer
05: LDAP
Stelt de afkort knop
in voor het [Scan
To E-mail] label.
Bestandsnaam (NULL) Stel een bestand
naam in. U kunt tot
64 een-bits
karakters invoeren.
De volgende opties
kunnen worden
ingesteld."1
#n: met toevoeging
van een
serienummer van
00000 tot 99999
#d: met toevoeging
van de datum van
een bestandscreatie
1023
(jjmmdduummss)
(jjmmdduummss)
Sjabloon Onderw. wijz (NUL) Registreert of
bewerkt e-mail
onderwerp tekst. U
kunt tot 80
karakters invoeren.
Bewerk lichaam (NUL) Registreert of
bewerkt e-mail
lichaam. U kunt tot
maximaal 256
tekens invoeren.
Van / Antwoord aan Van (NUL) Stelt het e-mail
adres in die wordt
weergegeven in het
[From] veld. U kunt
tot 80 karakters
invoeren.
E-mail Afzender-ID (NULL) Stelt de verzender
naam in die wordt
weergegeven in het
[From] veld. U kunt
tot 32 karakters
invoeren.
Beantwoord
naar Adresboek (NULL) Stelt het e-mail
adres in die wordt
weergegeven in de
[Reply to] kolom. U
kunt tot 80
karakters invoeren.
Handmatige
invoer (NUL)
LDAP (NULL)
Verzending Bestemming AAN Stelt in of een e-mail
adres bevestiging
scherm wordt
weergegeven voor
het verzenden van
de e-mail.
MDN Antwoord UIT Stelt in of MDN
(message
disposition
notification)-
respons moet
worden
aangevraagd.
A/R Volledige Print UIT Stelt in of de
verzending en
ontvangst
geschiedenis
rapporten
automatisch geprint
worden.
MCF-rapport UIT Stelt in of er een
bevestiging wordt
afgedrukt na de
verzending van een
internetfax of een
Scannen naar e-
mail.
Timeout van MCF Rapport 15 minuten, Stelt in de time-out
in voor of er een
bevestiging wordt
afgedrukt na de
verzending van een
internetfax of een
Scannen naar e-
mail. Als de
instelperiode wordt
overschreden,
wordt het rapport
automatisch
1024
afgedrukt zonder de
MDN-respons.
Print Controle Boodschap UIT Stelt in of een fout
inhoud te
rapporteren
wanneer een
verzending fout
optreedt.
USB geheugen setup Bestandsnaam (NULL) Stelt de standaard
bestand naam in. U
kunt tot 255
karakters invoeren.
De volgende opties
kunnen worden
ingesteld als de
standaard bestand
naam."1
#n: met toevoeging
van een
serienummer van
00000 tot 99999
#d: met toevoeging
van de datum van
een bestandscreatie
(jjmmdduummss)
(jjmmdduummss)
Gedeelde Map Setup Configureer afkortingen 01: Kleurmodus
02: Scanformaat
03: Dubbelzijdig
scannen
04: Bestandsnaam
05: Sub-map
Stelt de afkort knop
in voor het [Scan
To Shared Folder]
label.
TWAIN setup Netwerk TWAIN AAN Stelt in of de
Netwerk TWAIN
wordt gebruikt.
Poort Nr.29967 Stelt het
poortnummer in.
Beschikbaar bereik:
1 tot 65535
WSD-scansetup WSD-Scan Inschakelen Specificeert het
gebruik van WSD-
scan.
Inbinden Bind lange kant Stelt de standaard
bind positie in.
PC Scan Modus Eenvoudige Scan
Modus Selecteert de
standaard PC scan
modus.
Scanner aanpassen Scannerkalibratie Uitvoeren Voert kalibratie van
de scanner uit.
Auto kleurbeoordelingsniveau 4 Hiermee kunt u de
criteria voor
documentkleur
instellen.
Beschikbaar bereik:
1 tot 5
Niveau overslaan lege pagina's 3 Hiermee kunt u de
criteria voor lege
pagina's instellen.
Beschikbaar bereik:
1 tot 5
Controle
meervoudige invoer Instellingen AAN Schakelt de detectie
meervoudige invoer
in- of uit.
Detectienauwkeurigheid Normaal Stelt de
1025
nauwkeurigheid van
de meervoudige
invoerdetectie in.
Detectiecyclus Laag Stelt de cyclus van
de meervoudige
invoerdetectie in.
*1 Voor profielen, "#n" or "#d" kan worden gespecificeerd voor [File Name].
Wanneer u specificeert "#n": 5-cijferig serienummer vanaf 00000 tot 99999
Wanneer u specificeert "#d": Datum en tijd wanneer een bestand is gecreëerd. 12-cijferig nummer in
jjmmdduummss formaat.
jj: Jaar gecreëerd (de laatste twee cijfers van de Christelijke
Eeuw) uu: Uur van aanmaak (00 tot 23)
mm: Maand van aanmaak (01 tot 12) mm: Minuut van aanmaak (00 tot 59)
dd: Dag van de maand van aanmaak (01 tot 31) ss: Seconde van aanmaak (00 tot
59)
* De datum en tijd waarop een bestand is aangemaakt zijn waarden van de timer van MC873.
Een voorbeeld van bestand naam specificatie (wanneer het bestand formaat PDF is)
Als men "Data#n" opgeeft: Opgeslagen als bestandsnamen zoals "Data0000.pdf" en "Data00001.pdf".
Wanneer u specificeert "Bestand#d": Opgeslagen met bestand namen zoals "Bestand090715185045.pdf".
Wanneer u specificeert "Scan": "Scan.pdf" wordt eerst gecreëerd, en dan worden gegevens opgeslagen met
de naam "Scan#.pdf".
Raadpleeg het bovenstaande voor "#d".
*2 Om de gewijzigde instelling in te schakelen, moet de netwerkkaart worden herstart. Volg de instructies op het
bevestiging scherm dat wordt weergegeven wanneer u de instellingen verandert, en de netwerkkaart herstart.
1026
Afdrukken van instellingen USB-geheugen
Onderdeel Fabrieksinstelling Beschrijving
Standaardinstellingen Kleur/mono Kleur Kleur/mono (grijsschaal) selecteren.
Papierinvoer Lade 1 Specificeer een papier lade om te
gebruiken.
Kopieën 1 Hiermee stelt u het aantal exemplaren
in.
Duplex UIT Schakelt de functie voor dubbelzijdig
afdrukken in of uit.
[OFF]: simpel dubbel printen
[Long Edge Bind]: dubbel printen voor
binding lange-zijde
[Short Edge Bind]: dubbel printen voor
binding korte-zijde
Passend
maken AAN Specificeert of het papier met elkaar
moet overeenkomen.
1027
Afdrukinstellingen
Menu Afdrukken
Menu Kleur
Menu Systeemconfiguratie
PCL-setup
PS-setup
XPS-instellingen
IBM PPR-setup
EPSON FX-setup
Taak voor Gecodeerd beveiligd instellen
Menu Afdrukken
Item Standaard
fabrieksinstellingen Beschrijving
Afdrukinstellingen Kopieën 1 Set(s) Stelt het aantal exemplaren
in. Voor plaatselijk
afdrukken is deze instelling
ongeldig, behalve voor
demo-gegevens.
Beschikbaar bereik: 1 tot
999
Duplex UIT Schakelt de duplex-functie in
en uit.
[UIT]: normaal printen
[Bind lange kant]: duplex
afdrukken voor binden aan
de lange kant
[Bind lange kant]: duplex
afdrukken voor binden aan
de korte kant
Mediacontrole Inschakelen Hiermee stelt u in te
controleren of de
papierafmeting
overeenkomt met de
papierafmeting in de lade.
A4/Letter overschrijven Ja Stel de functie in die
automatisch het papier dat
wordt afgedrukt verandert
van A4 in Letter, als een
lade geen A4-papier meer
heeft en er Letter-papier
wordt geplaatst of van
Letter naar A4, als een lade
geen Letter-papier meer
heeft.
Resolutie 600dpi Stelt de resolutie in.
Toner
besparen Tonerbesparingsniveau UIT Stelt de hoeveelheid toner in
die gespaard wordt.
Deze instelling wordt
ingeschakeld wanneer men
kopieert, afdrukt,
1028
ontvangen faxen afdrukt en
als men vanuit het USB-
geheugen afdrukt.
Kleur Alle [Alle]: Toner besparen wordt
toegepast op alle kleuren,
waaronder 100% zwart.
[Uitgezonderd 100% zwart]:
Toner besparen wordt
toegepast op alle kleuren,
met uitzondering van 100%
zwart.
Deze functie wordt alleen
toegepast bij het afdrukken.
Monochrome afdrukmodus Auto Stelt de afdrukmodus in voor
zwartwitpagina's.
Oriëntatie Staand Selecteert de paginarichting.
Formaat bewerken Cassettegrootte Stelt de grootte van het
afdrukgebied op pagina's in
voor wanneer de computer
geen papierformaat opgeeft
aan de printer.
Breed/Lengte 210 mm (8,3 inch) of
216 mm (8,5 inch) Stelt de breedte in voor het
aangepaste papierformaat.
Beschikbaar bereik: 64 tot
297 mm (2,5 tot 11,7 inch)
297 mm (11,7 inch)
of 279 mm (11,0
inch)
Stelt de lengte in voor het
aangepaste papierformaat.
Beschikbaar bereik: 90 tot
1,321 mm (3,5 tot 52,0
inch)
Afdrukaanpassingen Handmatige time-out 60 seconden Stelt in hoeveel seconden de
machine zal wachten op
papierinvoer alvorens een
opdracht te annuleren als
men de handmatige invoer
gebruikt.
Time-out In-taak 40 seconden Stelt in hoeveel seconden de
machine wacht totdat er
pagina's worden uitgevoerd
als het verwerken van de
ontvangen data stopt.
Time-out lokaal 40 seconden Stelt in hoe lang elke poort
open blijft nadat een taak
voltooid is. (Het netwerk is
uitgesloten.)
Time-out netwerk 90 seconden Stelt in hoe lang de
netwerkpoort open blijft
nadat een taak voltooid is.
Afdrukmodus zonder kleurtoner Alarm
Storing verhelpen Inschakelen Stelt in of de pagina's die
niet afgedrukt zijn op grond
van een papierstoring
opnieuw afgedrukt moeten
worden nadat de storing is
opgelost.
Zwarte instellingen regulier papier 0 Doet subtiele aanpassingen
als het zwartcontrast zwak
wordt of vlekken of lijnen
op beginnen te vallen bij
het afdrukken op gewoon
papier.
1029
Verlaag de waarde als er
fijne vlekjes of lijnen
verschijnen. Verhoog de
waarde als het donkere
gedeelte licht wordt.
Kleurinstellingen regulier papier 0 Doet subtiele aanpassingen
als het kleurcontrast zwak
wordt of vlekken of lijnen
op beginnen te vallen bij
het afdrukken op gewoon
papier.
Verlaag de waarde als er
fijne vlekjes of lijnen
verschijnen. Verhoog de
waarde als het donkere
gedeelte licht wordt.
Instellingen transparanten zwart 0 Doet subtiele aanpassingen
als het zwartcontrast zwak
wordt of vlekken of lijnen
op beginnen te vallen bij
het afdrukken op speciaal
papier.
Verlaag de waarde als er
fijne vlekjes of lijnen
verschijnen. Verhoog de
waarde als het donkere
gedeelte licht wordt.
Instellingen transparanten kleur 0 Doet subtiele aanpassingen
als het kleurcontrast zwak
wordt of vlekken of lijnen
op beginnen te vallen bij
het afdrukken op speciaal
papier.
Verlaag de waarde als er
fijne vlekjes of lijnen
verschijnen. Verhoog de
waarde als het donkere
gedeelte licht wordt.
SMR-
instellingen Zwart 0 Hiermee corrigeert u
variaties in afdrukresultaten
die worden veroorzaakt
door temperatuur- en
vochtigheidsomstandigheden
en verschillen in
afdrukdichtheid en -
frequentie. Wijzig de
instelling als de
afdrukkwaliteit ongelijk is.
Geel 0
Magenta 0
Cyaan 0
BG-
instellingen Zwart 0 Hiermee corrigeert u
variaties in afdrukresultaten
die worden veroorzaakt
door temperatuur- en
vochtigheidsomstandigheden
en verschillen in
afdrukdichtheid en -
frequentie. Wijzig de
instelling als de achtergrond
donker is.
Geel 0
Magenta 0
Cyaan 0
Vochtcontrole Uit Stelt in of de
condensatieregeling
ingeschakeld moet worden.
Snelheid smal papier Modus1 Stelt de afdruksnelheid in
voor smal papier.
Opwarmcontrole Uit Stelt in hoe de lamp
opgewarmd wordt.
1030
Aanp. afdrukpositie Lade 1 X-aanpassing 0 mm X-aanpassing: Stelt de
positie bij van de gehele
printafbeelding verticaal
naar de richting van
papierbeweging.
Beschikbaar bereik:
±2.00 mm (0.25
verhogingen).
Y-aanpassing: Stelt de
positie bij van de gehele
printafbeelding parallel
naar de richting van
papier beweging.
Beschikbaar bereik:
±2.00 mm (0.25
verhogingen).
X-aanpassing bij duplex
afdrukken: Stelt de
positie bij van de
afbeelding op de
achterzijde van een
dubbele afdruk verticaal
naar de richting van
papier beweging.
Beschikbaar bereik:
±2.00 mm (0.25
verhogingen).
Y-aanpassing bij duplex
afdrukken: Stelt de
positie bij van de
afbeelding op de
achterzijde van een
dubbele afdruk parallel
naar de richting van
papier beweging.
Beschikbaar bereik:
±2.00 mm (0.25
verhogingen).
Y-aanpassing 0 mm
Duplex X aanpassen 0 mm
Duplex Y aanpassen 0 mm
Lade 2/3/4
(optioneel) X-aanpassing 0 mm
Y-aanpassing 0 mm
Duplex X aanpassen 0 mm
Duplex Y aanpassen 0 mm
MP-lade X-aanpassing 0 mm
Y-aanpassing 0 mm
Duplex X aanpassen 0 mm
Duplex Y aanpassen 0 mm
Reinigen van afbeeldingsdrums UIT Stelt in of u de drum moet
schoonmaken voor het
afdrukken. Men kan een
verbetering van de
beeldkwaliteit verwachten.
Heximale dump UIT Hiermee drukt u de
gegevens af die in
hexadecimale dumpindeling
zijn ontvangen van de
hostcomputer. Om met
afdrukken te stoppen
schakelt u de machine uit.
Menu Kleur
Item Standaard
fabrieksinstellingen Beschrijving
Dichtheidscontrole Auto Selecteer "Auto" of "Handmatig" om de dichtheid
aan te passen.
Compensatie concentratie - De dichtheid wordt onmiddellijk nadat dit menu
geselecteerd wordt aangepast.
Kleurafstelling/afdrukpatroon - Er wordt een testpagina afgedrukt om te
controleren welke aanpaswaarde ingevoerd moet
1031
worden voor de andere C/M/Y/K-
afstellingsmenu's.
Afstelling
cyaan Highlight cyaan 0 Pas de waarde voor highlight/midtoon/donker voor
elke kleur aan met behulp een schaal van -3 tot
+3.
+ : Donkerder gemaakt.
- : Lichter gemaakt.
Midtoon cyaan 0
Donkercyaan 0
Afstelling
magenta Highlight
magenta 0
Midtoon
magenta 0
Donkermagenta 0
Afstelling
geel Highlight geel 0
Midtoon geel 0
Donkergeel 0
Afstelling
zwart Highlight zwart 0
Midtoon zwart 0
Donkerzwart 0
Dichtheid van Cyaan 0 Pas de totale dichtheid van elke kleur aan met
behulp een schaal van -3 tot +3.
+ : Donkerder gemaakt.
- : Lichter gemaakt.
Dichtheid van Magenta 0
Dichtheid van Geel 0
Dichtheid van Zwart 0
Compensatie kleurvervorming Aanpassing kleurregistratie is uitgevoerd.
Inktsimulatie Inktsimulatie UIT Stelt de inktsimulatie in. Deze instelling is alleen
geactiveerd voor PS-taaltaken.
UCR UCR Laag Past aan hoeveel onderkleurverwijdering wordt
toegepast.
Concentratie
CMY100% Concentratie
CMY100% Uitschakelen Selecteert of een halve tint of de volledige
dichtheid voor C, M, Y gebruikt moet worden.
CMYK-
conversie CMYK-conversie AAN Selecteert of een eenvoudige (snelle) modus
gebruikt moeten worden voor het uitvoeren van
CMYK-conversie.
Deze menu-instelling wordt uitgeschakeld wanneer
de inktsimulatiefunctie gebruikt wordt.
Menu Systeemconfiguratie
Item Standaard
fabrieksinstellingen Beschrijving
Printertaal Auto Selecteert de emulatiestand. Wanneer de emulatiemodus op
automatisch wordt ingesteld, wordt de juiste emulatie automatisch
geselecteerd elke keer dat er een afdrukopdracht wordt
ontvangen.
Alarmvrijgave Handmatig Als [Handmatig] is ingesteld, kunnen niet-cruciale
waarschuwingen, zoals verzoeken om een ander papierformaat,
worden gewist door op [HERSTELLEN] te drukken. Als [Auto] is
ingesteld, worden de waarschuwingen gewist, als de afdruktaak
wordt hervat.
Auto
doorgaan UIT Stelt in of de machine automatisch herstelt van een
geheugenoverloop.
Foutenrapport UIT Stelt in of fouteninformatie wordt afgedrukt wanneer een
PostScript-fout optreedt.
1032
PCL-setup
Item Standaard
fabrieksinstellingen Beschrijving
Lettertypebron Resident Selecteert de locatie van het te gebruiken lettertype.
Lettergr. I0 Selecteert de lettergrootte die gebruikt moet worden.
Beschikbaar bereik: I0 tot I90 indien [Resident] is
ingesteld/C1 tot C4 indien [Resident 2] is ingesteld.
Lettertypeafstand 10,00 CPI Stelt de breedte van het standaard PCL-lettertype in.
Beschikbaar bereik: 0,44 tot 99,99 CPI. (stappen van
0,01 CPI)
Letterhoogte 12,00 punt(en) Stelt de hoogte in van het PCL-standaardlettertype.
Beschikbaar bereik: 4,00 tot 999,75 punten. (stappen van
0,25 punt)
Symboolset PC-8 Hiermee selecteert u een PCL-symboolset.
A4-printbreedt 78-kolom Stelt een aantal cijfers in voor automatische regelinvoer op
A4-papier.
Overslaan lege
pagina's UIT Selecteert of lege pagina's worden afgedrukt.
CR-functie CR Stelt de machinewerking in wanneer een CR-code wordt
ontvangen.
LF-functie LF Stelt de machinewerking in, wanneer een LF-code wordt
ontvangen.
Afdrukmarge Normaal Stelt het niet bedrukbare gebied van de pagina in.
Echt zwart UIT Selecteert of zwarte afbeeldingsgegevens met een mix van
CMYK afgedrukt moeten worden of met alleen zwarte
toner.
Penbreedteaanpassing AAN Stelt in of men dunne lijnen moet benadrukken, zodat de
lijn dikker lijken.
Lade-
ID# Lade 1 1 Stelt een waarde in die een lade opgeeft bij de opdracht
voor specificatie van de PCL-papierbron.
Beschikbaar bereik: 1 tot 59
Lade 2
(optioneel) 5
Lade 3
(optioneel) 20
Lade 4
(optioneel) 21
MP-lade 4
PS-setup
Item Standaard
fabrieksinstellingen Beschrijving
Lade L1 Type 1 Stel het nummer van de papierlade voor de operator op niveau 1
in.
[Type 1]: Het effectieve nummer voor papierlades begint met 1.
[Type 2]: Het effectieve nummer voor papierlades begint met 0.
Network PS-
protocol RAW Specificeert de modus van het protocol voor PS-communicatie van
data van netwerk.
USB-PS-
protocol RAW Specificeert de modus van het protocol voor PS-communicatie van
data van USB.
Papierformaat
PDF
Huidige ladegrootte Stel het papierformaat in voor afdrukken met PDF Direct Print.
1033
PDF
Schaalformaat 99% Stelt de verkleiningsfactor in voor PDF wanneer [Papierformaat
PDF] ingesteld is op [Formaat schalen].
XPS-instellingen
Item Standaard
fabrieksinstellingen Beschrijving
DigitalSignature UIT Stelt de functies DigitalSignature in.
DiscardControl Auto Stelt de functie DiscardControl in.
MC-modus AAN Stelt de functie MarkupCompatibility in.
Unzip-modus Snelheid Stelt de methode voor decompressie van het XPS-
bestand in.
Overslaan lege
pagina's UIT Selecteert of lege pagina's worden afgedrukt naar
XPS.
IBM PPR-setup
Item Standaard
fabrieksinstellingen Beschrijving
Tekenafstand 10 CPI Specificeert tekenafstand in IBM PPR-emulatie.
Lettertypedichtheid 12CPI tot 20CPI Specificeert 12CPI-afstand voor de modus Condenseren.
Tekenset SET-2 Specificeert een tekenset.
Symboolset IBM-437 Specificeert een symboolset.
Letter O-stijl Uitschakelen Specificeert de stijl die 9BH vervangt door letter o en 9DH
vervangt door een nul.
Nulteken Normaal Stelt de nul in om al dan niet met een extra schuine streep
weergegeven te worden.
Regelafstand 6 LPI Specificeert de regelafstand.
Overslaan lege
pagina's UIT Selecteert of lege pagina's worden afgedrukt.
CR-functie CR Selecteert een regelovergang van [CR] of [CR+LF].
LF-functie LF Selecteer een regelovergang van [LF] or [LF+CR].
Regellengte 80-kolom Specificeert het aantal tekens per regel.
Formulierlengte 11,7 inch of 11 inch Specificeert de lengte van het papier.
TOF-positie 0,0 inch Geeft de afstand van de bovenste rand van het papier op,
waar men moet snijden.
Linkermarge 0,0 inch Geeft de afstand van de linker rand van het papier op, waar
men moet snijden.
Aanp aan letter Uitschakelen of
inschakelen Stelt de afdrukmodus in die het papier kan aanpassen aan het
equivalent van het afdrukvlak tot 11 inch (66 regels).
Teksthoogte Hetzelfde Stelt de hoogte van een teken in.
HETZELFDE: De hoogte blijft hetzelfde onafhankelijk van CPI.
VERSCHILLEND: De hoogte verschilt volgens CPI.
Modus continu
papier Uit Stelt de bewerkrichting van papier dat ondersteund wordt
door A3-printer op Liggend.
EPSON FX-setup
1034
Item Standaard
fabrieksinstellingen
Beschrijving
Tekenafstand 10 CPI Geeft tekenafstanden op.
Tekenset SET-2 Specificeert een tekenset.
Symboolset IBM-437 Specificeert een symboolset.
Letter O-stijl Uitschakelen Specificeert de stijl die 9BH vervangt door letter o en 9DH
vervangt door een nul.
Nulteken Normaal Stelt de nul in om al dan niet met een extra schuine streep
weergegeven te worden.
Regelafstand 6 LPI Specificeert de regelafstand.
Overslaan lege
pagina's UIT Selecteert of lege pagina's worden afgedrukt.
CR-functie CR Selecteert een regelovergang van [CR] of [CR+LF].
Regellengte 80-kolom Specificeert het aantal tekens per regel.
Formulierlengte 11,7 inch of 11 inch Specificeert de lengte van het papier.
TOF-positie 0,0 inch Geeft de afstand van de bovenste rand van het papier op, waar
men moet snijden.
Linkermarge 0,0 inch Geeft de afstand van de linker rand van het papier op, waar men
moet snijden.
Aanp aan letter Uitschakelen of
inschakelen Stelt de afdrukmodus in die het papier kan aanpassen aan het
equivalent van het afdrukvlak tot 11 inch (66 regels).
Teksthoogte Hetzelfde Stelt de hoogte van een teken in.
HETZELFDE: De hoogte blijft hetzelfde onafhankelijk van CPI.
VERSCHILLEND: De hoogte verschilt volgens CPI.
Modus continu
papier Uit Stelt de bewerkrichting van papier dat ondersteund wordt door
A3-printer op Liggend.
Taak voor Gecodeerd beveiligd instellen
Item Standaard
fabrieksinstellingen Beschrijving
Taakoptie
verifiëren Uitsch. Stel in of een taak eerst gecontroleerd moet worden voor het printen.
Bij inschakeling verifieert het apparaat dat de taak voor het afdrukken
niet is gewijzigd. De beveiliging is vergroot, maar het duurt langer
voordat het apparaat begint af te drukken.
Verwijder
de
taakoptie
Definitief Verwijderen Stel in hoe een taak te verwijderen.
U kunt de verwijderde data overschrijven, zodat het niet wordt
hersteld.
Indien ingeschakeld, duurt het langer om het te verwijderen.
Beschikbare waarde: Niet overschrijven/Onmiddellijk
Annuleren/Meerdere willekeurige overschrijvingen
Bewaar
de taak
voor
2 uur Stel de opslagperiode van de taken in.
Wanneer de ingestelde periode voor opgeslagen taken verstrijkt,
worden de taken automatisch verwijderd.
Beschikbare waarde:
15 minuten/30 minuten/1 uur/2 uur/4 uur/8 uur/12 uur/1 dag/2
dagen/3 dagen/4 dagen/5 dagen/6 dagen/7 dagen
1035
1036
Menu Netwerk
Onderdeel Fabrieksinstelling Beschrijving
Netwerk
Setup Netwerkinstelling TCP/IP Inschakelen Hiermee stelt u in of
TCP/IP ingeschakeld
moet worden.
NetBIOS over TCP Inschakelen Hiermee stelt u in of
NetBIOS via TCP/IP
ingeschakeld moet
worden.
Voorwaarde voor
weergave: TCP/IP-
protocol is ingeschakeld.
IP Adres Gezet Automatisch Stelt de methode voor
het toewijzen van een
IP-adres in.
IPv4-adres 192.168.100.100 Stelt een IP-adres in.
Voorwaarde voor
weergave: TCP/IP-
protocol is ingeschakeld.
Subnetmasker 255.255.255.0 Stelt een subnetmasker
in.
Voorwaarde voor
weergave: TCP/IP-
protocol is ingeschakeld.
Gateway-adres 0.0.0.0 Stelt een gatewayadres
in.
Voorwaarde voor
weergave: TCP/IP-
protocol is ingeschakeld.
DHCPv6 Uitschakelen Selecteert
inschakelen/uitschakelen
van DHCP wanneer IPv6
gebruikt wordt.
DNS-server (Primair) 0.0.0.0 Stelt het IP-adres van de
primaire DNS-server in.
Voorwaarde voor
weergave: TCP/IP-
protocol is ingeschakeld.
DNS Server (Secundair) 0.0.0.0 Zet het IP adres van de
secundaire DNS-server.
Voorwaarde voor
weergave: TCP/IP-
protocol is ingeschakeld.
WINS Server (Primair) 0.0.0.0 Stelt de naam of het IP-
adres van de WINS-
server in.
Voorwaarde voor
weergave: TCP/IP-
protocol is ingeschakeld.
WINS Server (Secundair) 0.0.0.0 Stelt de naam of het IP-
adres van de WINS-
server in.
Voorwaarde voor
weergave: TCP/IP-
protocol is ingeschakeld.
Proxy Uitschakelen Stelt in of proxy moet
worden gebruikt.
1037
Proxy-server (NULL) Stelt de naam in of het IP
adres voor de proxy
server. U kunt tot 15
karakters invoeren.
Poortnummer van proxy-server 8080 Stelt het poortnummer
van de proxy-server.
Proxy-gebruikersnaam (NULL) Stelt een gebruiker-ID in
voor toegang tot de
proxy-server.
Proxy-wachtwoord (NULL) Stelt het wachtwoord in
voor toegang tot de
proxy server.
Web Inschakelen Bepaalt of toegang vanaf
een webbrowser
vrijgegeven wordt.
Voorwaarde voor
weergave: TCP/IP-
protocol is ingeschakeld.
Telnet Uitschakelen Bepaalt of toegang vanaf
Telnet vrijgegeven
wordt.
Voorwaarde voor
weergave: TCP/IP-
protocol is ingeschakeld.
FTP Uitschakelen Bepaalt of toegang met
FTP vrijgegeven wordt.
Voorwaarde voor
weergave: TCP/IP-
protocol is ingeschakeld.
IPSec Uitschakelen Dit item wordt alleen
weergegeven als IPSec is
ingesteld op geldig. Dit
onderdeel kan worden
veranderd alleen naar
uitschakelen.
SNMP Inschakelen Bepaalt of toegang vanaf
SNMP vrijgegeven wordt.
Voorwaarde voor
weergave: TCP/IP dient
ingeschakeld te zijn.
Netwerkschaal Normaal [Normal]: De machine
werkt goed, zelfs als
deze is aangesloten op
een HUB met de
omspannende
boomstructuurfunctie.
Echter, de machine heeft
langer nodig om op te
starten wanneer het is
verbonden met en kleine
LAN die bestaat uit twee
of drie computers.
[Small]: Deze instelling
heeft betrekking op een
kleine LAN, dat bestaat
uit twee of drie
computers naar een
grote LAN, maar de
machine kan niet
efficiënt werken als deze
is aangesloten op een
HUB met de
omspannende
boomstructuurfunctie.
Gigabit Netwerk Uitschakelen Bepaalt of toegang vanaf
1038
Gigabit ethernet
vrijgegeven wordt.
Instelling HUB-koppeling Automatisch Stelt de hub verbinding
methode in. Normaal,
kies [Auto Negotiate].
Draadloze
Instelling
(Indien
draadloze LAN-
module
geïnstalleerd is)
Automatische Setup
(WPS) WPS-PBC - WPS-PBC wordt
uitgevoerd.
WPS-PIN - WPS-PIN wordt
uitgevoerd.
Selectie
van
draadloos
netwerk
Een lijst met namen van
toegangspunten die bij
het zoeken gevonden
zijn
- Geeft een lijst met namen
weer van draadloze LAN-
toegangspunten die bij
het zoeken gevonden
zijn.
Handmatige
set-up SSID (NULL) Voer een SSID in.
Beveiliging Uitschakelen Selecteert de
beveiligingsfunctie van
het draadloze LAN-bord
weer.
"WPA2-EAP" kan alleen
worden ingesteld op het
Web.
WEP-
sleutel (NUL) Voer de WEP-sleutel in.
WPA
Encryptie
Type
AES Selecteer een WPA2-PSK
coderingstype.
Toont indien [WPA2-PSK]
voor [Security] is
geselecteerd.
WPA
Eerder
gedeelde
Sleutel
(NULL) Voer de Voor-Gedeelde
Sleutel in
Toont indien [WPA2-PSK]
voor [Security] is
geselecteerd.
Draadloze reconnectie - Er wordt opnieuw
verbinding gemaakt met
het draadloze netwerk.
Inschakelen Bedrade Communicaties - Schakel draadloze
netwerk aansluiting naar
bedraadde netwerk
aansluiting.
Dit item wordt
weergegeven wanneer
draadloze communicatie
is ingeschakeld.
Standaardinstellingen - De instellingen van het
netwerk, de mailserver,
de LDAP-server en de
beveiligingsprotocolserver
worden teruggezet naar
de standaardinstellingen.
Mailserver-
setup SMTP Server (NULL) Stelt het IP-adres of de
server naam in voor de
SMTP server.
SMTP Poort 25 Stelt het poortnummer
van de proxy-server in.
Normaal, gebruik de
standaard instelling.
Beschikbaar bereik: 1 tot
65535
SMTP-encryptie Geen Selecteert een
coderingsmethode in de
1039
SMTP-communicatie.
Ontvang Instelling Uitschakelen Selecteert het te
gebruiken protocol voor
e-mailontvangst in.
POP3-server (NULL) Stel het IP-adres of de
server naam in voor de
POP3-server.
POP3 Poort 110 Stelt het poortnummer in
dat voorbereid is door de
POP3 op de POP3-server.
Beschikbaar bereik: 1 tot
65535
POP-encryptie Geen Selecteert een
encryptiemethode in de
POP-communicatie.
Authenticatie methode Geen authenticatie Selecteert een
authenticatiemethode
voor e-mailtransmissies.
SMTP Gebruiker ID (NULL) Stelt de login naam in
naar de server gebruikt
voor SMTP
authentificatie.
SMTP wachtwoord (NULL) Stelt een login
wachtwoord in naar de
server gebruikt voor
SMTP authentificatie.
POP gebruiker ID (NULL) Stelt een login naam in
naar de server gebruikt
voor POP certificatie of
voor het printen van
ontvangen e-mail
aanhangsel bestanden.
POP wachtwoord (NULL) Stelt een login naam in
naar de server gebruikt
voor POP certificatie of
voor het printen van
ontvangen e-mail
aanhangsel bestanden.
LDAP
Server
instelling
Server instelling LDAP Server (NULL) Stelt het IP-adres of de
server naam in voor de
LDAP server.
Poort Nr. 389 Stelt het poortnummer
van de LDAP-server in.
Beschikbaar bereik: 1 tot
65535
Timeout 30 seconden Stelt de time-out waarde
in voor de zoekrespons
van de LDAP-server.
Beschikbaar bereik: 10
tot 120 seconden
Max. invoer 100 invoeren Stelt maximum aantal
zoekresultaten in van de
LDAP-server.
Zoekwortel (NUL) Specificeert een positie
van waaruit de LDAP-
directory wordt
doorzocht.
Kenmerk Naam1 cn Specificeert de
toegewezen naam
waarnaar gezocht wordt
als de gebruikersnaam.
Naam2 sn
Naam3 gegevenNaam
1040
E-mailadres mail Specificeert de
attribuutnaam waarnaar
gezocht wordt als een
email-adres.
Extra Filter (NUL) Geef de toegekende
naam aan, die bij het
zoeken toegevoegd moet
worden.
Authenticatie Methode Anoniem Stelt de
authenticatiemethode in.
Voor de Digest-MD5 moet
de DNS-server worden
ingesteld. Voor
Beveiliging Protocol,
moet de beveiliging
protocol server zijn
ingesteld.
Gebruiker ID (NULL) Stelt een gebruiker ID in
voor LDAP server
authenticatie. U kunt tot
80 karakters invoeren.
Weergave conditie: de
LDAP authentificatie
methode is niet ingesteld
op [Anonymous].
Wachtwoord (NULL) Stelt een wachtwoord in
voor LDAP server
authenticatie. U kunt tot
32 karakters invoeren.
Weergave conditie: de
LDAP authentificatie
methode is niet ingesteld
op [Anonymous].
Versleuteling Geen Stelt de codering in van
communicatie met de
LDAP-server.
Server
instellingen
voor het
beveiliging
protocol
Domein (NULL) Stelt een omgeving naam
in voor de Kelberos
certificatie. U kunt tot 64
karakters invoeren.
Memo
Om de gewijzigde instellingen in het menu [Netwerkmenu] toe te passen, moet u een netwerkkaart opnieuw
starten. Herstart de netwerkkaart volgens een bevestiging scherm die wordt weergegeven wanneer u
instellingen verandert.
1041
Startsch. configureren
Fabriek standaard instelling Takenlijst
Kopie
Scannen
Afdrukken
Fax/Internetfax
Probleemoplossing
Veelgebruikte functies op het Startscherm Registreren.
1042
Beheer
Onderdeel Fabrieksinstelling Beschrijving
Standaard Modus Home Stelt het standaard modusscherm
van deze printer in.
Bewerking
verwijderen Bewerking timeout 3 Stelt tijd in voor automatische
reset van scherm naar begin.
Beschikbaar bereik: 1 tot 10
minuten
Na taak verwijderen UIT Bepaalt of er gereset moet
worden nadat de opdracht
voltooid is.
Geluid
besturing Toets aanraking toon
volume Midden Stelt het volume in van het
toetsgeluid.
Kopieerzoemervolume Gemiddeld Voor het instellen van het volume
van het signaal dat het kopiëren
voltooid is.
Faxzoemervolume Midden Voor het instellen van het volume
van het signaal dat de
verzending voltooid is.
Volume storingszoemer Gemiddeld Voor het instellen van het volume
van het signaal voor
papierstoringen.
AirPrint Zoemer Volume Laag Stelt het AirPrint bevestiging
werking geluid in.
Lokale
interface"1Menu USB USB Inschakelen Hiermee stelt u in of USB
ingeschakeld moet zijn.
Zachte
Herstart Uitschakelen Bepaalt of het zachte reset
commando ingeschakeld wordt.
Snelheid 480Mpbs Kiest de maximale
overdrachtsnelheid van de USB
interface.
Offline
Ontvangen Uitschakelen Stel in of gegevens in offline
status of realiseerbare foutstatus
ontvangen worden.
Serienummer Inschakelen Bepaalt of een USB-serienummer
gebruikt wordt.
USB-
toewijzing IPP Selecteert IPP-USB of Legacy
voor USB-toewijzing.
Selecteer Legacy, bij scannen via
USB.
Systeem
Setup Toegangsbeheer Uitschakelen Stelt toegangscontrole in.
Gebruiker Authenticatie
Methode Lokaal Weergaveconditie: [Access
Control] is ingesteld naar [User]
of [Password].
Eenheid van Meting Millimeter of Inch Selecteert een weergegeven
meeteenheid (millimeter/inch).
Standaard Papier Grootte. A4 of Letter Stelt het standaard
papierformaat in.
1043
datum formaat "dag/maand/jaar of
maand/dag/jaar" Stelt het datum formaat in.
Toestaan alle rapporten te
printen Uitschakelen Bepaalt of afdrukrapporten met
persoonlijke informatie
toegestaan worden.
Nabij Levensduur LED Inschakelen Bepaalt of een LED oplicht als
een Near Life-waarschuwing
optreedt.
Status nabij einde
levensduur Inschakelen Bepaalt of een bericht verschijnt
als een Near Life-waarschuwing
optreedt.
Adres Informatie blokkeer
tijd uit 30 minuten Stelt tijd in totdat een blokkering
wordt losgelaten door de
machine wanneer een
adresboek, telefoonboek, of
profiel gesloten blijft door de
diensten.
Beschikbaar bereik: 1 tot 60
minuten
Interface USB-geheugen Inschakelen Wanneer [Disable (Uitschakelen)]
is ingesteld kan het scannen
naar USB en het printen vanuit
USB-geheugenfuncties niet
worden gebruikt.
Schermhelderheid tijdens
operatie 7 Stelt de LCD paneel helderheid
in.
Beschikbaar bereik: 1 tot 7 (1
verhogingen)
Helderheid paneel in
energiebesparende stand 0 Stelt de LCD paneel helderheid
in.
Beschikbaar bereik: 0 tot 7 (1
verhogingen)
Paneelkalibratie Uitvoeren Voert de kalibratie van het LCD-
paneel uit.
Lamp papier aanwezig in
uitvoerlade Inschakelen Selecteert of er een LED gaat
branden wanneer er papier blijft
liggen in de bovenste
uitvoerlade.
Alleen voor modellen met een
bovenste uitvoerlade.
Stroom
besparen Energiespaarstand
omschakeltijd 1 minuut Stelt in wanneer de
energiespaarstand wordt
geactiveerd.
Slaap Tijd 15 minuten Stelt in wanneer de slaapstand
wordt geactiveerd.
Automatisch Vermogen Uit
Tijd 4 uren Stelt in wanneer naar
Automatisch Vermogen Uit
gegaan moet worden.
Stille Modus AAN Specificieert een
afdrukvoorbereiding bij het
activeren van de stand-bystatus
uit de slaapstand.
Wanneer [ON] is ingesteld: is het
stil daar er geen print
voorbereiding is.
1044
wanneer [OFF] is ingesteld: is er
een draaiend geluid van de
afbeelding om een print
voorbereiding uit te voeren maar
u kunt eerst eerder met printen
beginnen.
ECO Modus"1AAN Als [AAN] ingesteld is: Printen
begint zelfs voordat de
temperatuur van de fixeer
eenheid de voorgeschreven
temperatuur in graden bereikt,
wanneer het een kleine taak is.
Wanneer [OFF] is ingesteld:
Printen begint nadat de
temperatuur van de fixeer
eenheid de voorgeschreven
temperatuur in graden bereikt.
Geheugen
setup Bufferformaat voor
ontvangst Automatisch Stelt de grootte van de
ontvangstbuffer in die de lokale
interface beveiligt.
Middelenopslag UIT Hiermee stelt u de grootte van de
ruimte in die u wilt gebruiken
voor het bewaren van
netwerkbronnen.
Setup Flash-
geheugen*1Initialiseren Uitvoeren Initialiseert een onveranderlijk
geheugen.
Weergave conditie: [Initial Lock]
is ingesteld naar [Disable].
Setup
HDD*1Initialiseren Uitvoeren Initialiseert een harde schijf.
Weergave conditie: [Initial Lock]
is ingesteld naar [Disable].
Formateren
van
partitie
PCL (NULL) Formatteert een partitie
Algemeen (NULL)
PS (NUL)
Opslag
onderhoud
setup
Bestandsysteem
controleren Uitvoeren Hiermee lost u inconsistenties op
tussen het daadwerkelijke
beschikbare geheugen en het
beschikbare geheugen dat wordt
weergegeven in een
bestandssysteem en voert u
herstel van beheergegevens
(FAT-gegevens) uit.
Alle sectoren controleren Uitvoeren Herstelt defecte gegevens op een
ingebouwde harde schijf en
inconsistenties tussen
bestandssysteem zoals
hierboven toegelicht.
HDD wissen Uitvoeren Deze functie wist alle gegevens
op de harde schijf.
Initiële vergrendeling Inschakelen Stelt in of er toestemming
gegeven wordt om instellingen
te wijzigen die verband houden
met de geheugeninitialisatie.
Versleuteling
setup Taak Beperking Uitschakelen Als [Alleen gecod. taak] is
geselecteerd, worden alle
afdrukaanvragen genegeerd,
1045
met uitzondering van
gecodeerde
authenticatieafdrukken.
Bij de selectie van [ID Secure Job
only (uitsluitend ID Beveiligde
Taak)] worden behalve de ID
beveiligde taken alle overige
afdruktaken genegeerd.
Taal
onderhoud
setup
Taal kiezen Engels Om de schermtaal van het LCD-
paneel te selecteren.
Initialiseer"1Uitvoeren Verwijdert gedownloade
berichtbestanden.
Beheerder
wachtwoord Nieuw wachtwoord
Invoeren wachtwoord
(Verifieer)
aaaaaa Wijzigt van het
beheerderwachtwoord. 6 tot 12
karakters kunnen worden
gebruikt.
Instellingen resetten"2Uitvoeren Verwijdert macro's van
opdrachten, fax
verzend/ontvangstdata, en de
geschiedenisinformatie en zorgt
ervoor dat instellingen
terugkeren naar de
standaardinstellingen.
Taak
logboek
setup
Wissen Job Log*3Uitvoeren Wist de logs van opgeslagen
taken.
Print
statistieken Levert rapport Uitschakelen Stelt in of het rapport van de
verbruiksteller wordt afgedrukt.
Hoofdteller resetten Uitvoeren Hiermee stelt u de hoofdteller
opnieuw in.
Teller van voorraad
resetten Uitvoeren Reset de verbruiksteller.
Weergave conditie: [Supplies
Report] is ingesteld naar
[Active].
*1 Een bericht wordt getoond om het automatisch opnieuw opstarten van de uitrusting te
bevestigen wanneer uitgevoerd. Selecteer [Yes] om door te gaan. Selecteer [No] om te
annuleren.
*2 Een bericht wordt getoond om het automatisch opnieuw opstarten van de uitrusting te
bevestigen wanneer uitgevoerd. Selecteer [Yes] om door te gaan. Selecteer [No] om te
annuleren.
*3 Een bericht wordt getoond om te bevestigen dat alle job logs verwijderd worden
wanneer uitgevoerd. Selecteer [Yes] om door te gaan. Selecteer [No] om te annuleren.
1046
1047
Gebruikersinstallatie
Onderdeel Fabrieksinstelling Beschrijving
Tiijdzone 0:00 Stelt de GMT-tijdzone in.
Beschikbaar bereik: -12:00
tot +13:00 (stappen van
15 minuten)
Zomertijd AAN Bepaalt of the zomertijd
ingeschakeld wordt.
Tijdinstellingen Auto
Setup SNTP
Server
(Eerste)
Stelt de SNTP server in om
te gebruiken voor instelling
van dehuidige datume en
tijd. U kunt tot 64
karakters invoeren.
SNTP
Server
(Tweede)
Handmatige set-up 2001/1/1 0:00 Stelt de huidige datum en
tijd handmatig in.
Instelling stroom Automatisch
Uitschakelen Auto-configuratie Stelt het gedrag van de
automatische uitschakeling
in.
Hoge Vochtigheid Modus UIT Bepaalt of de
luchtvochtigheidsmodus
ingeschakeld wordt.
Timing nabijheid einde levensduur drum 3000 Voor het instellen van de
waarschuwing dat het
einde van de levensduur
van de drumcartridge
nadert.
Timing nabijheid einde levensduur fuser 2500 Voor het instellen van de
waarschuwing dat het
einde van de levensduur
van de fuser nadert.
Timing nabijheid einde levensduur band 2000 Voor het instellen van de
waarschuwing dat het
einde van de levensduur
van de band nadert.
MF (toon) / DP (puls) Toon Selecteer een kiestype.
Toon
Puls
Ontvangstmodus Fax Gereed Modus Stelt een ontvangst modus
in.
Fax Gereed Modus
Gereedmodus tel/fax
Gereedmodus
antw.app./fax
Telefoon Gereed Modus
DRD (Onderscheidelijke Bel
Detectie)
DRD-type Type 1 Stel de DRD
(Onderscheidende
1048
beltoondetectie) in.
Type 1
Type 2
Type 3
Type 4
Kiestoondetectie*2UIT Bepaalt of een kiestoon
wordt gedetecteerd.
Bezettoondetectie AAN Bepaalt of een bezettoon
wordt gedecteerd.
Monitor Controle UIT U kunt kiezen uit drie
opties.
UIT: Niet naar de monitor.
Type 1: Toezicht houden
tot ontvangen/verzenden
van het eerste geldige
faxsignaal.
Type 2: Type 1-controle
tijdens communicatie
uitvoeren.
Monitor Volume Midden Stelt het Mmonitor Vvolume
in.
UIT
Laag
Midden
Hoog
TTI
registreren/bewerken TTI 1 (NULL) Registreert of verandert de
verzending aansluiting
identificatie (de naam van
een verzender). U kunt tot
22 karakters invoeren.
TTI 2
TTI 3
Standaard TTI TTI 1 Selecteert de standaard
afzendernaam uit de
geregistreerde lijst.
TTI 1
TTI 2
TTI 3
TTI-nummer (NULL) Registreert het fax nummer
van deze machine.
TTI Kalender Type dd/mm/yyyy of
mm/dd/yyyy Stelt het kalender datum
formaat in van de
informatie van de
verzender.
Super G3 AAN Bepaalt of Super G3
gebruikt wordt (ultra
hogesnelheidscommunicatie
modus).
Draadloze module Uitschakelen
Priv.geg. wissen*1Uitvoeren Verwijdert de
geregistreerde
privacygegevens.
Weergave conditie: De taak
rekening is ongeldig.
1049
*1
* Er wordt een bericht weergegeven om te bevestigen, dat de apparatuur automatisch
wordt herstart. Selecteer [Yes (Ja)] om door te gaan. Selecteer [No (Nee)] om te
annuleren.
*2 Als u de kiestoondetectie-instelling op [ON (AAN)] instelt, zal het apparaat niet draaien
als het de kiestoon niet detecteerd.
1050
Beheerderssoftware
Werken met configuratietool.
Webpagina van Deze Machine.
1051
Gebruikersverificatie (Toegangsbeheer)
Dit onderdeel geeft uitleg over functies voor gebruiker authenticatie en toegangsbeheer.
De functies voor gebruikersverificatie en toegangsbeheer zorgen ervoor dat u de
beschikbare functies voor elke gebruiker kunt beperken. Als toegangsbeheer ingeschakeld
is, is gebruikersverificatie vereist alvorens deze machine te gebruiken. Als de verificatie
slaagt, kunnen enkel vooraf gespecificeerde functies worden gebruikt.
Uw apparaat heeft de drie volgende gebruikersverificatiemethoden.
Gebruikersnaam en wachtwoord
PIN (persoonlijk identificatienummer)
IC-kaart
Registreer eerst de gebruikers om de toegang tot het apparaat te beheren. U kunt maximaal
5.000 gebruikers registreren.
Als volgens de instelling het toegangsbeheer is ingeschakeld, moet de gebruiker de
gebruikersnaam en wachtwoord, PIN of IC-kaartinformatie invoeren bij aanmelding op het
apparaat.
Opmerking
De instellingen voor fax past uitzending ook toe op fax uitzending van een computer.
Om gebruikersverificatie en toegangsbeheer uit te voeren, is één van de volgende
handelingen vereist.
Gebruikersinformatie Registreren vanaf een Webpagina
Geregistreerde Gebruikers
Een PIN vanaf het Configuratiehulpprogramma Registreren
Een PIN registreren
Verbonden
Gebruikers vanaf een Webpagina beheren
Toegangsbeheer
Een gebruikersnaam en wachtwoord vanaf het Configuratiehulpprogramma registreren
Registreren van een gebruikersnaam
Wijzig de instelling voor het inschakelen van de gebruikerslimiet.
Toegangsbeheer Inschakelen
Om het apparaat te gebruiken, moet men zich aanmelden met de geregistreerde
gebruikersnaam en wachtwoord, PIN of IC-kaart informatie.
Over de Bewerking als het Toegangsbeheer is Ingeschakeld
Als u zich met gebruikersnaam en wachtwoord aanmeldt, ziet u het volgende:
Printen in de Windows-omgeving
Printen in de Mac OS X-omgeving
Faxen in de Windows-omgeving
1052
1053
Toegangsbeheer Inschakelen
Voordat u het toegangsbeheer van de machine inschakeld, dient u de gebruikersinformatie
op de webpagina van de machine te registreren.
Toegangsbeheer
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [OK].
5. Druk op [Management].
6. Druk op [Systeemsetup].
7. Druk op [Access Control (Toegangsbeheer)] om het op [Enable
(Inschakelen)] in te stellen.
Memo
Door op [Access Control (Toegangsbeheer)] te drukken, wisselt u tussen [Enable
(Inschakelen)]en [Disable (Uitschakelen)].
Wanneer het toegangsbeheer is ingeschakeld, verschijnt het volgende scherm
(wanneer het verificatietype Lokaal is).
1054
Over de Bewerking als het Toegangsbeheer is
Ingeschakeld
Aanmelden op Dit Apparaat (Voor Algemene Gebruikers)
Aanmelden op Dit Apparaat (Voor de Beheerder)
Afmelden Op Dit Apparaat
Als uw gebruikersinformatie nog niet is geregistreerd, druk op [Guest (Gast)] om u aan te
melden.
Aanmelden op Dit Apparaat (Voor Algemene Gebruikers)
1. Voer gebruikersnaam in en druk vervolgens op [OK (OK)].
2. Voer het wachtwoord in en druk vervolgens op [OK (OK)].
Memo
Als u zich met PIN of IC-kaartinformatie wilt aanmelden, druk op [Authentication Methode
(Verificatiemethode)] om het aanmeldscherm te wijzigen.
3. Druk op [OK].
Indien de authenticatie succesvol is, verschijnt het beginscherm.
Aanmelden op Dit Apparaat (Voor de Beheerder)
1. Druk op [Administrator (Beheerder)].
2. Voer de beheerdersnaam in en druk vervolgens op [OK (OK)].
3. Voer het beheerderswachtwoord in en druk vervolgens op [OK
(OK)].
4. Druk op [OK].
Als de verificatie succesvol is, wordt het startscherm getoond.
Afmelden Op Dit Apparaat
Wanneer u klaar bent met werken, moet u ervoor zorgen om u bij de machine af te melden.
1. Druk op [Logout].
2. Druk op [Yes] op een bevestiging scherm.
1055
Memo
Indien het paneel gedurende een bepaalde tijd niet bedient, wordt u automatisch uitgelogd.
1056
Printen in de Windows-omgeving
Opmerking
De XPS-printerdriver kan voor deze functie niet gebruikt worden.
Memo
In de volgende procedure worden Notepad en PCL-driver gebruikt als voorbeeld.
1. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
2. Selecteer de nodige printerdriver in [Select Printer] en klik
vervolgens op [Preferences].
3. Kies het [Extend] label.
4. Klik op [User Authentication].
5. Selecteer het selectievakje [Use User Authentication].
6. Voer de gebruikersnaam in bij [Username] en het wachtwoord bij
[Password].
Als u klikt op [Use Windows Login], wordt uw loginnaam voor Windows automatisch
ingevoerd.
7. Klik op [OK].
8. Klik op [OK] en klik vervolgens op [Print].
1057
1058
Printen in de Mac OS X-omgeving
Memo
De volgende procedure gebruikt lade 1 als voorbeeld. De beschrijvingen kunnen variëren
naargelang uw toepassing.
1. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
2. Selecteer de printerdriver van deze machine.
3. Selecteer [User Authentication] in het paneelmenu.
4. Selecteer het selectievakje [Use User Authentication].
5. Voer de gebruikersnaam in bij [User Name] en het wachtwoord bij
[Password].
6. Klik op [Print].
1059
Faxen in de Windows-omgeving
Memo
In de volgende procedure wordt Notepad gebruikt als voorbeeld. De beschrijving kan variëren
naargelang uw toepassing.
1. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
2. Selecteer de fax-driver van deze machine in [Select Printer] en klik
vervolgens op [Preferences].
3. Klik op [User Authentication] in de [Setup]-tab.
4. Selecteer het selectievakje [Use User Authentication].
5. Voer de gebruikersnaam in bij [Username] en het wachtwoord bij
[Password].
Als u klikt op [Use Windows Login], wordt uw loginnaam voor Windows automatisch
ingevoerd.
6. Klik op [OK].
7. Klik op [OK] en klik vervolgens op [Print].
1060
1061
Accountbeheer
Opmerking
Als u Afdruktaak Beheerfunctie gebruikt, kan deze functie niet samen worden gebruikt.
Als het toegangsbeheer is ingeschakeld, kunt u door de webpagina van het apparaat te
gebruiken het aantal afdruktaken voor elke gebruiker of elk gewoon account (een account
dat door gebruikers wordt gedeeld) beheren.
Zodra de gebruikersinformatie is geregistreerd wordt automatisch een account aan iedere
gebruiker toegewezen. Gewone accounts moeten bij de beheerders worden geregistreerd.
Beheerders moeten het maximale aantal gebruikers(punten) bij iedere account instellen.
En vervolgens een aantal punten aan iedere taak toewijzen, bijvoorbeeld XX punten voor het
kopiëren in kleur enz.
Iedere keer wanneer gebruikers afdrukken, wordt het overeenkomstig aantal punten op hun
accounts in mindering gebracht. Gebruikers met 0 punten kunnen niet afdrukken.
Voordat u de toegangsbeheer inschakelt, moet u de gebruikersinformatie registreren.
Toegangsbeheer
Volg onderstaande procedure om het accountbeheer in te schakelen.
Het Instellen van Accountbeheer
Volg onderstaande procedure voor het toewijzen van een account aan iedere gebruiker en
het instellen van het aantal punten voor de taken.
Het aantal Punten bij Iedere Account Instellen
Gedeelde account aanmaken
Een Gedeeld Account aanmaken
Volg onderstaande procedure voor het instellen van het aantal punten voor de taken.
Papierpunten/Tonerpunten instellen.
Volg onderstaande procedure voor het kopiëren en afdrukken vanaf een computer.
Afdrukken wanneer Accountbeheer is Ingeschakeld.
Zie het volgende als u niet kunt printen.
Let op het volgende bij de Bewerking
1062
Het Instellen van Accountbeheer
1. Open de Webpagina van deze machine.
Open de web-pagina van deze machine
2. Log in als de beheerder.
Log in als de beheerder
3. Klik op [Account Management (Accountbeheer)].
4. Klik op [Basic Settings (Basisinstellingen)].
5. Schakel de toegangsbeheer in [STEP1 (STAP1).Set access limits (
Stel toegangslimiet in)] en klik vervolgens op [Submit (Indienen)].
Opmerking
Wanneer het toegangsbeheer is ingeschakeld, verschijnt het aanmeldscherm op het
aanraakpaneel.
1063
6. Het instellen van [Quota Management (Quotabeheer)] in [STEP2.
Quota Management Settings (STAP2. Quotabeheerinstellingen)] en
klik vervolgens op [Submit (Indienen)].
Memo
Het quotabeheer betekent het beheer van de gebruiksaantallen.
7. Stel ieder item in door de instructies op het scherm te volgen en
klik dan op [Submit (Indienen)].
Limiet Gebruiksmodus: Stel een actie in wanneer u punten onvoldoende zijn.
Toon hoelang de Foutmelding: "Onvoldoende Saldo" op het scherm blijft: Wanneer u
onvoldoende punten hebt om de taak uit te voeren, verschijnt het
foutmeldingsscherm op het besturingspaneel. Stel de tijdsduur in voor het tonen
van het foutmeldingsscherm.
Bewerkingen Als het Saldo Onvoldoende is: Stel in of het afdrukken geannuleerd dan
wel gecontinueerd wordt, bij een puntensaldo van 0.
1064
Het aantal Punten bij Iedere Account Instellen
Stel het aantal punten bij iedere account in.
1. Open de Webpagina van deze machine.
2. Log in als de beheerder.
3. Klik op [Account Management (Accountbeheer)].
4. Klik op [Summary Account Settings (Overzicht Accountbeheer)].
5. Klik op [Individual Account Settings (Individueel Accountbeheer)].
6. Klik een gebruiker aan voor wie u een aantal punten instelt.
7. Voer het toegewezen aantal, saldo in en stel de bewerking in als
het saldo onvoldoende is. Voor iedere afdruktaak worden punten in
rekening gebracht.
Memo
M.b.t. het saldo kunt u geen getal invoeren dat boven het toegewezen bedrag ligt.
1065
8. Klik op [Submit (Indienen)].
1066
Een Gedeeld Account aanmaken
Maak een gedeeld account aan, dat door de gebruikers gebruikt kan worden.
1. Open de Webpagina van deze machine.
2. Log in als de beheerder.
3. Klik op [Account Management (Accountbeheer)].
4. Klik op [Summary Account Settings (Overzicht Accountbeheer)].
5. Klik op [Creating/setting/deleting shared account
(Aanmaken/instellen/verwijderen gedeeld account)].
6. Klik op [+].
7. Voer het volgende in [Shared Account Name (Naam Gedeeld
Account)], [Assigned Amount (Toegewezen Aantal Punten)], en
[Balance (Saldo)] en stel vervolgens [Operation When Balance is
Insufficient (Bewerking Bij Onvoldoende Saldo)] in.
1067
8. Stel een rol in voor het gebruik van het gedeeld account.
Zie Toegangsbeheer m.b.t. de rol.
Toegangsbeheer
9. Klik op [Submit (Indienen)].
1068
Papierpunten/Tonerpunten instellen.
Stel het aantal punten voor papierformaten en Kleur/Zwart/Wit (Grijswaarden) in. U kunt
het, bijvoorbeeld, zodanig instellen dat voor grotere papierformaten meer punten nodig zijn
of bij kleurafdrukken meer punten dan bij afdrukken in grijswaarden vereist zijn. Punten
worden per pagina in rekening gebracht, dus bij het afdrukken van twee pagina's wordt
twee keer het vastgestelde puntenaantal in mindering gebracht.
U kunt ook een systeem voor puntenreductie bij tweezijdig afdrukken of tonerbesparing
toepassen.
1. Open de Webpagina van deze machine.
2. Log in als de beheerder.
3. Klik op [Account Management (Accountbeheer)].
4. Klik op [Cost Settings (Kosteninstellingen)].
5. Papierformaatpunten, tonerpunten instellen.
Memo
De standaardwaarde voor elk papierformaatpunt wordt berekend a.d.h.v. de
oppervlakteratio in verhouding tot een A4-vel.
6. Reductiepercentage voor tweezijdig afdrukken en tonerbesparing
instellen.
1069
Klik op [Reset (Herstellen)] om de fabrieksinstellingen te herstellen.
7. Klik op [Submit (Indienen)].
1070
Afdrukken wanneer Accountbeheer is Ingeschakeld.
Volg onderstaande procedure voor het afdrukken vanaf het USB-Geheugen, Beveiligd
Afdrukken, Gecodeerd Beveiligd Afdrukken, ID-Beveiligd Afdrukken.
1. Aanmelden op het apparaat.
2. Selecteer een te gebruiken account bij meerdere beschikbare
accounts.
Memo
Om van account te wisselen, meldt u zich bij het huidige account af en vervolgens meldt u
zich bij een ander account aan.
3. Voer de vereiste bewerking uit.
Zie"Printen in de Windows-omgeving"voor het afdrukken vanaf een computer.
1071
Let op het volgende bij de Bewerking
Als het Toegangsbeheer is ingeschakeld en de resterende punten de nulstand bereiken,
stopt het afdrukken en wordt de taak na het verstrijken van een bepaalde tijdsduur
automatisch geannuleerd. (De standaard fabrieksinstelling is 40 seconden).
Wanneer taken niet worden uitgevoerd, vraag uw beheerder om uw saldo in het [Summary
Account Setting (Overzicht Accountinstellingen)] te verifiëren. De tijdsperiode tussen de
detectie van onvoldoende punten en de taakannulering van het apparaat kan op de
webpagina van het apparaat worden ingesteld.
Als het afdrukken stopt wegens onvoldoende punten, moet u de huidige taak annuleren of
punten toevoegen en het afdrukken voltooien om de volgende afdruktaken uit te voeren.
Memo
Neem contact op met de beheerder als u uw saldo zelf wilt verifiëren.
1072
Dit apparaat Verplaatsen/Vervoeren
Deze machine verplaatsen
Deze machine vervoeren
1073
Deze machine verplaatsen
Til deze machine met 3 personen, omdat het ongeveer 64 kg weegt.
1. Zet de machine uit.
De machine inschakelen of uitschakelen.
2. Ontkoppel alle kabels.
Netsnoer
LAN-kabel of USB-kabel
Telefoonkabel
3. Verwijder papier uit de papiercassettes.
4. Over beschermingshulpprogramma's.
5. til uw machine op en verplaats het naar een andere locatie.
Letsel kan het gevolg zijn.
1074
Deze machine vervoeren
Til deze machine met 3 personen, omdat het ongeveer 64 kg weegt.
Raak het fixeergedeelte niet aan, omdat het zeer heet is.
Opmerking
Wees extra voorzichtig wanneer u de afbeelding trommel (de groene cilinder) hanteert,
omdat het breekbaar is.
Stel de afbeelding trommel niet bloot aan direct zonlicht of sterk licht (ongeveer 1500 lux of
meer). Zelfs onder binnenverlichting, verlaat de afbeelding trommel niet voor langer dan 5
minuten.
1. Zet de machine uit.
De machine inschakelen of uitschakelen.
2. Ontkoppel alle kabels.
Netsnoer
LAN-kabel of USB-kabel
Telefoonkabel
3. Verwijder papier uit de papiercassettes.
4. Als de optionele extra lade-eenheid of het optionele kabinet
geïnstalleerd is, verwijder dan de 4 vergrendelstukken.
Letsel kan het gevolg zijn.
Verbrandingen kunnen optreden.
1075
5.
Til de machine op om de aanvullende lade-eenheid te verwijderen.
6. Bevestig het verpakkingsmateriaal aan de machine.
Opmerking
Gebruik de verpakkingsdoos en het verpakkingsmateriaal dat bij deze machine zat bij de
aankoop.
7. Til de machine op en plaats het in de doos.
1076
Specificaties
Algemene specificaties
Kopieerspecificaties
Faxspecificaties
PC/Faxspecificaties
Internetfaxspecificaties
Scannerspecificaties
Specificaties Scannen naar E-mail
Specificaties scannen naar gedeelde map
Specificaties Scannen naar USB-geheugen
Specificaties scannen naar computer
Afdrukspecificaties
Specificaties Printen vanaf USB-geheugen
Netwerkspecificaties
Draadloze LAN-specificaties (optie)
1077
Algemene specificaties
MFP Model Model Nummer
MC853/MC873/ES8453 MFP/ES8473 MFP N35200A, N35200B
Onderdeel MC853/MC873/ES8453/ES8473
CPU PPC464FP 800 MHz
Geheugen Resident DDR2 32 bit 1.28 GB
ROM 64 MB
HDD 2.5"SATA 250 GB
Gewicht 62 kg (inclusief verbruiksartikelen)
Afmetingen 563 (B) x 600 (D) x 700 (H)
Stroomvoorziening N35200A: 110 - 127 VAC 50/60 Hz ±2%
N35200B: 220 - 240 VAC 50/60 Hz ±2%
Vermogen verbruik: Tijdens
gewone
werking
850 W
Inactief 120 W
Piek 1400 W
Slaapstand Minder dan 30 W (zonder optie)
Diepe
slaapstand Minder dan 3 W (zonder optie)
Vermogen
besparing
modus
Minder dan 30 W (zonder optie)
Uitstand Minder dan 0,15 W
Bedrijfsomstandigheden In werking Temperatuur:10-32, vochtigheid: 20 - 80% RH
Inactief Temperatuur: 0-43, vochtigheid: 10 - 90% RH
Interface USB 2.0 (Hi-Speed), Ethernet 10BASE-T/100BASE-
TX/1000BASE-T
IEEE802.11 b/g/n/a draadloos LAN (optie)
Weergave Grafisch
paneel Kleuren aanraak paneel 7 inches, WVGA (800 x 480)
Ondersteunde besturingssystemen Windows 8.1/ Windows Server 2012 R2/ Windows 8/
Windows Server 2012/ Windows 7/ Windows Vista/
Windows Server 2008 R2/ Windows Server 2008/ Windows
Server 2003
Mac OS X 10.6.8 tot 10.10
1078
Kopieerspecificaties
Onderdeel MC853/ES8453 MC873/ES8473
Documentformaat ADF A3, A4 , A4 , A5 , A5 , A6 , B4, B5 , B5 , Tabloid,
Letter , Letter , Legal 13/13,5/14, Executive , Statement ,
Statement , Folio, 8,5 vierkant
Glasplaat A3, A4 , A4 , A5 , A5 , A6 , B4, B5 , B5 , Tabloid,
Letter , Letter , Legal 13/13,5/14, Executive , Statement ,
Statement , Folio, 8,5 vierkant
Tijd tot eerste
kopie Kleur 12,5 seconden (ADF/glasplaat)
Mono 12,5 seconden (ADF), 11,5 seconden (glasplaat)
Kopieën Maximaal 999
Kopieersnelheid Kleur Maximaal 23 cpm Maximaal 35 cpm
Mono Maximaal 23 cpm Maximaal 35 cpm
1079
Faxspecificaties
Onderdeel MC853/MC873/ES8453/ES8473
Compatibiliteit ITU-T G3/Super G3
Compressiemethode MH, MR, MMR, JBIG
Modemsnelheid Maximaal 33,6 kbps
Lijnen PSTN, PBX
Lijn interface RJ11 x 2 (Lijn/TEL)
Documentformaat ADF A3, A4 , A4 , A5 , B4, B5 , Tabloid, Letter , Letter ,
Legal 13/13,5/14, Statement , Folio
Glasplaat A3, A4 , A4 , A5 , B4, B5 , Tabloid, Letter , Letter ,
Legal 13/13,5/14, Statement , Folio
Verzend snelheid Ca. 2 seconden/pagina (ITU-T, MMR, Normaal)
Geheugengrootte
opgeslagen document 8 MB
Opslag capaciteit document Maximaal 400 pagina's (ITU-T nr.1, MMR, Normaal)
Resolutie Normaal 8 beeldpunten x 3,85 lijnen/mm
Fijn 8 beeldpunten x 7,7 lijnen/mm
Foto 8 beeldpunten x 7,7 lijnen/mm
Extra-
Fijn 8 beeldpunten x 15,4 lijnen/mm
1080
PC/Faxspecificaties
Onderdeel MC853/MC873/ES8453/ES8473
Interface USB 2.0 (Hi-Speed), Ethernet 10BASE-T/100BASE-TX/1000BASE-T
IEEE802.11 b/g/n/a draadloos LAN (optie)
Ondersteunde
besturingssystemen Windows 8.1, Windows Server 2012 R2, Windows 8, Windows Server 2012,
Windows 7, Windows Vista, Windows Server 2008 R2, Windows Server
2008, Windows Server 2003
1081
Internetfaxspecificaties
Onderdeel MC853/MC873/ES8453/ES8473
Communicatie protocol SMTP, POP3, MIME
Bestandsformaat TIFF TIFF
1082
Scannerspecificaties
Onderdeel MC853/MC873/ES8453/ES8473
Scanner type Glasplaat met ADF functie
Beeld sensor Kleur CIS
Lichtbron LED
Documentdikte ADF 60 - 120 g/m2 (16 - 32 lb)
Glasplaat 20 mm
ADF-documentcapaciteit 100 vellen (80 g/m2)
Scangebied ADF 105 x 148 - 297 x 431,8 mm (4,13 x 5,8 - 11,7 x 17 inch)
Glasplaat 297 x 431,8 mm (11,7 x 17 inch) of minder
Scansnelheid Kleur Ca. 1,2 seconden/pagina (A4, 300 x 300 dpi, ADF simplex)
Mono Ca. 1,2 seconden/pagina (A4, 300 x 300 dpi, ADF simplex)
1083
Specificaties Scannen naar E-mail
Onderdeel MC853/MC873/ES8453/ES8473
Communicatie
protocol SMTP, POP3, MIME
Bestandsformaat PDF (ondersteunde codering/hoog gecomprimeerd), M-TIFF (RAW/G3/G4
gecomprimeerd), JPEG (JFIF) (alleen kleur/grijsschaal), XPS
Authenticatie
mailserver SMTP-AUTH, POP3
1084
Specificaties scannen naar gedeelde map
Onderdeel MC853/MC873/ES8453/ES8473
Communicatie
protocol FTP, HTTP, CIFS
Bestandsformaat PDF (ondersteunde codering/hoog gecomprimeerd), M-TIFF (RAW/G3/G4
gecomprimeerd), JPEG (JFIF) (alleen kleur/grijsschaal), XPS
1085
Specificaties Scannen naar USB-geheugen
Onderdeel MC853/MC873/ES8453/ES8473
Connectiviteitsinterface USB 2.0 Host IF
Opslagapparaat USB Geheugen (Tot op 32 GB)
Het is niet gegarandeerd dat alle USB-geheugenproducten werken.
Ondersteund
bestandssysteem FAT12, FAT (FAT16), FAT32
Bestandsformaat PDF (codering/hoog gecomprimeerd), M-TIFF (RAW/G3/G4
gecomprimeerd), JPEG (JFIF) (alleen kleur/grijsschaal), XPS
1086
Specificaties scannen naar computer
Onderdeel MC853/MC873/ES8453/ES8473
Communicatie
protocol Windows TWAIN, WIA, WSD
Mac OS X ICA
Bestandsformaat TWAIN, WIA, ICA: PDF, TIFF, JPEG, BMP, PCX, GIF, TGA, PNG,
WMF
WSD: JPEG, PNG, TIFF, BMP
1087
Afdrukspecificaties
Onderdeel MC853/ES8453 MC873/ES8473
Afdruk methode Droge elektrofotografische registratiemethode met LED (light-
emitting diode)
Emulatie T PostScript 3, PCL5C, PCL6 (XL), EPSON FX, IBM ProPrinter,
XPS, PDF (v1.7 of eerder)
Ingebouwde lettertypen PCL: 87 Europese lettertypen
PS: 80 Europese lettertypen
Resolutie 600 x 600 dpi, 600 x 1200 dpi, 600 x 600 dpi 2 bit
Kleur Geel, magenta, cyaan, zwart
Print snelheid A4
Enkelzijdig afdrukken:
Maximaal 23 ppm
Duplex: Maximaal 19 ppm
Letter
Enkelzijdig afdrukken:
Maximaal 23 ppm
Duplex: Maximaal 19 ppm
A4
Enkelzijdig afdrukken:
Maximaal 35 ppm
Duplex: Maximaal 27 ppm
Amerikaans briefformaat
Enkelzijdig afdrukken:
Maximaal 35 ppm
Duplex: Maximaal 27 ppm
Tijd tot
eerste
afgedrukte
pagina
Standby 9,5 seconden of minder
Energiespaarstand 27 seconden
Papierformaat Lade 1 Legal 13/13,5/14, Letter, Executive, Tabloid, Statement, 8,5
inch vierkant, Folio, A3, A4, A5, A6, B4, B5, B6, 8K
(260 x 368 mm, 270 x 390 mm, 273 x 394 mm), 16K
(197 x 273 mm, 195 x 270 mm, 184 x 260 mm), aangepast
formaat
Extra lade-
eenheid
(optioneel)
Legal 13/13,5/14, Letter, Executive, Tabloid, 8,5 inch
vierkant, Folio, A3, A4, A5, B4, B5, 8K (260 x 368 mm,
270 x 390 mm, 273 x 394 mm), 16K (197 x 273 mm,
195 x 270 mm, 184 x 260 mm), aangepast formaat
MP-lade Legal 13/13,5/14, Letter, Executive, Tabloid, Statement, 8,5
inch vierkant, Folio, A3, A4, A5, A6, B4, B5, B6, Indexkaart
(3 x 5 inch), 4 x 6 inch, 5 x 7 inch, Banner tot 52 inch, 8K
(260 x 368 mm, 270 x 390 mm, 273 x 394 mm), 16K
(197 x 273 mm, 195 x 270 mm, 184 x 260 mm), C4, C5, DL,
Com-10, aangepast formaat
Dubbelzijdig
afdrukken
(duplex)
Legal 13/13,5/14, Letter, Executive, Tabloid, A3, A4, A5, B4,
B5, B6, 8,5 inch vierkant, Folio, 8K (260 x 368 mm,
270 x 390 mm, 273 x 394 mm), 16K (197 x 273 mm,
195 x 270 mm, 184 x 260 mm), aangepast formaat
Aangepast
formaat Lade 1
105 - 297 mm (b), 148, 182 - 431,8 mm (l) (4,1 - 11,7
inch (b), 5,8/7,2 - 17,0 inch (l))
Extra lade-eenheid (optioneel)
148 - 297 mm (b), 182 - 431,8 mm (l) (5,8 - 11,7 inch (b),
7,2 - 17,0 inch (l))
1088
Multifunctionele lade
64 - 297 mm (b), 90 - 1321 mm (l) (2,5 - 11,7 inch (b),
3,5 - 52 inch (l))
Duplex
128 - 297 mm (b), 182 - 431,8 mm (l) (5,0 - 11,7 inch (b),
7,2 - 17,0 inches (l))
Papiersoort Gewoon papier (64 g/m2- 256 g/m2), enveloppen, etiket
Invoer methode Automatische invoer vanuit lade 1, MP-lade en extra lade-
eenheid (optioneel), handmatige invoer vanuit MP-lade
Capaciteit papierinvoer Lade 1
300 vellen (minder dan 80 g/m2), totale dikte van 30 mm
of minder.
Multifunctionele lade
100 vellen (minder dan 80 g/m2) en totale dikte van
10 mm of minder, 10 enveloppen (85 g/m2).
Extra lade-eenheid (optioneel)
535 vel standaardpapier /80 g/m2 en totale dikte van
53 mm of minder.
Uitvoer methode Met voorkant naar boven/naar beneden
Capaciteit papierinvoer Uitvoerlade
250 vel (minder dan 80 g/m2)
Bovenste uitvoerlade
100 vel (minder dan 80 g/m2)
Achteruitvoerlade
100 vel (minder dan 80 g/m2), 10 vel
(ultrazwaar/enveloppen)
Gegarandeerd afdrukgebied 6,35 mm of meer vanaf de papier rand (niet van toepassing
op speciale media, zoals enveloppen)
Afdruk nauwkeurigheid Afdrukken te beginnen: ± 2 mm, schuinstand papier: ±
1 mm/100 mm
Uitbreiding afbeelding: ± 1 mm/100 mm (80 g/m2)
Opwarmtijd Vanaf vermogen aan
32 seconden (bij een kamertemperatuur van 25 en een
nominale spanning)
Vanuit de vermogen besparing modus
27 seconden (bij een kamertemperatuur van 25 en een
nominale spanning)
Gebruik omgevingscondities In werking
10 - 32 / Relatieve Vochtigheid van 20 - 80% (maximale
natte lamp temperatuur van 25, maximale droge lamp
temperatuur van 2)
Niet in werking
0-43 / Relatieve vochtigheid van 10-90% RH (maximale
natteboltemperaruur van 26,8, maximale
drogeboltemperatuur van 2)
Voorwaarden voor gegarandeerde
afdrukkwaliteit Werkingsbereik
Temperatuur 10, vochtigheid 20 tot 80% RV
1089
Temperatuur 32
, vochtigheid 20 tot 60% RV
Vochtigheid 20% RV, temperatuur 10 tot 32
Vochtigheid 80% RV, temperatuur 10 tot 27
Bereik voor gegarandeerde full-color afdrukkwaliteit
Temperatuur 17 tot 27, vochtigheid 50 tot 70% RV
Verbruiksartikelen, Onderhoud
Eenheid Tonercartridges, afbeeldingsdrums, nieter, band, fuser, set
invoerrollen
1090
Specificaties Printen vanaf USB-geheugen
Onderdeel MC853/MC873/ES8453/ES8473
Interface USB 2.0 (High Speed) Host IF
Opslagapparaat USB Geheugen (Tot op 32 GB)
Het is niet gegarandeerd dat alle USB-geheugenproducten werken.
Ondersteund
bestandssysteem FAT12, FAT (FAT16), FAT32
Bestandsformaat PDF (v1.7, ondersteunt geen gecodeerde PDF), JPEG, TIFF (TIFF 6.0
Baseline), XPS, PRN (PS/PCL/XPS)
1091
Netwerkspecificaties
Onderdeel MC853/MC873/ES8453/ES8473
Interface Ethernet 10BASE-T/100BASE-TX/1000BASE-T, IEEE802.11 a/b/g/n draadloze LAN
Protocol TCP/IPv4, TCP/IPv6, NetBIOS over TCP, LPR, Port9100, IPP, FTP, HTTP, TELNET,
SMTP, POP3, SNMPv1/v3, DHCP, DHCPv6, DNS, DDNS, UPnP, WINS, SLP, Bonjour,
SNTP, LLTD, Web Services Discovery (WSD), SSL/TLS, IPSec, CIFS, SMB (Versie
1.0), LDAPv3, Kerberos
1092
Draadloze LAN-specificaties (optie)
Onderdeel
Draadloze LAN-standaard IEEE802.11a/b/g/n conformiteit (2.4 GHz/5 GHz)
Overdrachtssnelheid IEEE802.11n: Max 150 Mbps
IEEE802.11g: Max 54 Mbps
IEEE802.11b: Max 11 Mbps
IEEE802.11a: Max 54 Mbps
Antennesysteem Ingebouwde Antenne 1T1R
Beveiliging Uitschakelen, WPA2-PSK, WPA2-EAP
Regulerende draadloze LAN verklaringen
- FCC Statement
- Merk naar gebruikers in Canada Op
EC DECLARATIE VAN CONFORMITEIT
- FCC Statement
FCC WARNING
Veranderingen of wijzigingen niet duidelijk goedgekeurde door de partij die verantwoordelijk
is voor gehoorzaamheid zou kunnen opheffen de gebruiker autoriteit om de uitrusting te
bedienen.
Opmerking: Deze uitrusting is getest en gevonden aan de limieten voor een Class B digitaal
apparaat te voldoen, overeenkomstig deel 15 van de FCC Rules. Deze limieten worden
ontworpen redelijke bescherming tegen schadelijke belemmering in een residentiële
installatie te verzorgen. Deze uitrusting genereert, gebruiken en kan radiofrequentieenergie
stralen en, indien niet geïnstalleerde en gebruikte in overeenstemming met de instructies,
kan schadelijke belemmering naar radiocommunicatie veroorzaken. Nochtans, is er geen
garantie dat belemmering in een bijzondere installatie zal niet gebeuren. Indien deze
uitrusting schadelijke belemmering naar radio of televisieontvangst veroorzaakt, die door
het draaien van de uitrusting kunnen vastgesteld worden uit en aan, wordt de gebruiker
aangemoedigd te proberen om de belemmering door een of meer van de volgende maten te
verbeteren:
- Heroriënteer of verplaats de ontvangende antenne.
- Neem de scheiding tussen de uitrusting en ontvanger Toe.
- Verbind de uitrusting in een afzetgebied op een kringloop die verschillend is van dat
waarnaar de ontvanger is verbonden.
- Raadpleeg de handelaar of een ervaren radio/tv technicus voor hulp.
- Merk naar gebruikers in Canada Op
Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van FCC Rules en Industry Canada vergunning-vrij RSS
standaarden. Operatie is onderwerp naar de volgen twee voorwaarden: (1) dit apparaat kan
belemmering en (2) dit apparaat moet aannemen belemmeringen, inclusief belemmering
niet veroorzaken die ongewilde operatie van dit apparaat kan veroorzaken.
Le présent appareil est conforme aux la partie 15 des règles de la FCC et CNR d'Ubdustrie
Canada applicables aux appareils radio exempts de licence. L'exploitation est autorisée aux
deux conditions suivantes : (1) I'appareil ne doit pas produire de brouillage, et (2)
I'utilisateur de I'appareil doit accepter tout brouillage radioélectrique subi, même si le
1093
brouillage est susceptible d'en compromettre le fonctionnement.
Deze Class [B] digitaal apparaat voldoet aan Canadees ICES-003.
Cet appareil numérique de la classe [B] est conforme à la norme NMB-003 du Canada.
Europa - CE Declaration van Conformity
Deze uitrusting voldoet aan de essentiële vereisten van de Europese Unie leidinggevende
1999/5/EC.
De telecommunicatiefunctionaliteit van dit product kan in de volgende EU en EFTA landen
gebruikt worden: Oostenrijk, België, Bulgarije, Cyprus, Tsjechië, Denemarken, Estland,
Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Ijsland, Ierland, Italië, Letland,
Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal,
Roemenië, Slovak Republic, Slovenië, Spanje, Zweden, Zwitserland, Turkije en Verenigd
Koninkrijk.
Wireless Operation Channel voor Different Domains
N.Amerika 2.412 - 2.462 GHz Ch01 - CH11
Europe ETSI 2.412 - 2.472 GHz Ch01 - Ch13
Frankrijk
Sommige gebieden van Frankrijk hebben een beperkte frequentieband. Het slechtste
gevalmaximum machtigde macht binnen is:
- 10 mW voor de volledige 2,4 GHz band (2400 MHz - 2483,5 MHz).
- 100 mW voor frequenties tussen 2446,5 MHz en 2483,5 MHz (NOTE-Channels 10 door 13
inclusief bedien in de band 2446,6 MHz tot 2483,5 MHz).
Er zijn weinig mogelijkheden voor buitengebruik: Op privébezit of op het privébezit van
openbare personen, gebruik is onderwerp naar een voorafgaande machtigingsprocedure
door het Ministerie van defensie, met maximum machtigde macht van 100 mW in de
2446,5 - 2483,5 MHz band. Gebruik buiten op gemeengoed is niet toegestaan.
In de beneden opgesomde departementen voor de volledige 2,4 GHz en:
Maximum machtigde macht binnen is 100 mW.
Maximum machtigde macht binnen is 10 mW.
Departementen waarin het gebruik van de 2400 - 2483,5 MHz band is met een EIRP van
minder dan 100 mW binnen en minder dan 10 mW buiten toegestaan:
01 Ain 02 Aisne 03 Allier 05 Hautes
Alpes 08
Ardennes 09 Ariège
11 Aude 12 Aveyron 16 Charente 24
Dordogne 25 Doubs 26
Drômeparagraph
32 Gers 36 Indre 37 Indre et Loire 41 Loir et
Cher 42 Loire 45 Loiret
50 Manche 55 Meuse 58 Nièvre 59 Nord 60 Oise 61 Orne
63 Puy de Dôme 64 Pyrénées
Atlantique 66 Pyrénées
Orientales 67 Bas Rhin 68 Haut
Rhin 70 Haute Saône
71 Saône et
Loire 75 Paris 82 Tarn et
Garonne 84 Vaucluse 88
Vosges 89 Yonne
90 Territoire de
Belfort 94 Val de Marne
Deze vereiste is waarschijnlijk over tijd te veranderen, toe te staan dat u uw draadloze LAN
1094
kaart in meer gebieden binnen Frankrijk te gebruiken. Controleer alstublieft met KUNST
voor de laatste Information (www.art-telecom.fr)
Italië
Alleen voor gebruik binnenshuis Het buitengebruik is onderwerp naar een officiële
toestemming.
Draadloze Communic Opnieuw Verbind
Deze pagina legt de radiogolf gebruikte door OkiLAN900w uit.
OkiLAN900w bedient aan 2,4 GHz.
Geen radiovergunning wordt vereist OkiLAN900w te gebruiken. Neem nota van de volgende
punten.
Gebruik geen OkiLAN900w nabij de volgende uitrusting of plaatsen.
De volgende uitrusting kan dezelfde band gebruiken. Indien u OkiLAN900w nabij deze
uitrusting gebruikt, zwaait de radio van OkiLAN900w en de volgende apparaten kunnen met
u bemoeien.
- Microwave, wetenschappelijke instrumenten, pacemaker of andere medische uitrusting.
- Licensed radiostation in een fabriek.
- Klein stroom radiostation (een niet-verleende een vergunning radiostation).
Gebruik geen OkiLAN900w nabij een zaktelefoon, TV of Radio.
Een zaktelefoon, TV en radio gebruiken een verschillende radioband dan ons product.
Algemeen indien zij nabij OkiLAN900w, zijn gebruikt zal het geen probleem veroorzaken.
Nochtans, wanneer zij OkiLAN900w, geluid benaderen of beeldgeluid kan gebeuren.
Indien daar concrete/metaal tussen draadloze apparaten is versterkt, kunnen zij
niet verbinden.
OkiLAN900w kan door hout of glas verbinden, maar kan moeilijkheid hebben die door
versterkt concrete/metaal communiceert.
Wireless Equipment voor 2.4GHz band
Deze band van uitrusting wordt door een microgolf, industrie, wetenschap, medische
uitrusting gebruikt en wordt verleend een vergunning in kamer of lage macht (niet-verlenen
een vergunning) radiostations.
- Voor u deze uitrusting gebruikt, bevestig dat het met ander uitzenden zal zich niet
bemoeien.
- Indien belemmering, einde gebeurt met de uitrusting of de band verander.
1095
1096
Netwerk
AirPrint
Google Cloud Print
Netwerkgerelateerde Software
Netwerkinstellingen
Netwerkproblemen
1097
AirPrint
Using AirPrint (Print/Scan/FaxOut Service) toestaat dat u af te drukken, te nauwkeurig
onderzoeken en te een fax van een Mac sturen zonder bestuurders te installeren. U kunt
ook afdrukken vanaf een iPhone, iPad en iPod Touch door AirPrint (Print) te gebruiken. Een
overzicht van Google Cloud Print is verzorgd en de basisinstellingen en management is hier
beschreven.
Over AirPrint (Print/Scan/FaxOut Service)
Over AirPrint (Print/Scan/FaxOut Service)
De machine op een computer registreren(Mac OS X)
Printen met AirPrint (Print)
Scannen met AirPrint (Scan)
Een Fax met AirPrint verzenden (FaxOut Service)
1098
Over AirPrint (Print/Scan/FaxOut Service)
AirPrint (Print/Scan/FaxOut Service) is een functie die geeft de gelegenheid u gemakkelijk af
te drukken, te scannen en te een fax van een Mac sturen. U kunt ook afdrukken vanaf een
iPhone, iPad en iPod Touch door AirPrint (Print) te gebruiken. Het mobiele apparaat of Mac
detecteert automatisch deze machine.
Met AirPrint (Print), kunt u gemakkelijk printen een foto, e-mail, Webpagina of andere
weergaves op het scherm door alleen maar een paar keer te klikken op het scherm.
AirPrint (Scan) is een functie om een gescande afbeelding van deze printer naar een Mac te
verzenden.
AirPrint (FaxOut-service) is een faxverzendfunctie die wordt geleverd door Apple Inc.
AirPrint (FaxOut Service) staat toe dat u een fax rechtstreeks van een Mac te sturen.
Deze kenmerken vereisen deze machine naar een Mac over een bedraadde LAN, draadloze
LAN of USB kabel te verbinden.
Voor meer informatie over AirPrint gaat u naar de website van Apple Inc.
1099
Over AirPrint (Print/Scan/FaxOut Service)
Sluit deze machine aan op hetzelfde netwerk als een mobiel apparaat.
Dit product ondersteunt de infrastructuurmodus.
Opmerking
Deze machine biedt geen ondersteuning voor ad-hoc-modus.
Deze machine is aangesloten op een mobiel apparaat via draadloze toegangspunten.
Deze machine is aangesloten op de toegangspunten met een bekabeld of draadloos netwerk.
Als u verbinding wilt maken met een draadloos LAN, stelt u de draadloze LAN op voorhand
in.
Deze machine op een netwerk aansluiten
Bij gebruik van een router of hub als toegangspunt op een bedraad netwerk, sluit u dit
apparaat aan de router of hub met een LAN-kabel.
Deze machine op een netwerk aansluiten
Om AirPrint op een Mac-computer te gebruiken, verbindt u deze MFP met de Mac.
Om af te drukken met behulp van AirPrint (Print), moet u de instellingen van de
terminalzijde configureren. Ga verder naar"Printen met AirPrint (Print)".
1100
De machine op een computer registreren(Mac OS X)
Als u AirPrint (print-/scan-/FaxOut-service) voor de eerste keer gebruikt, moet u de machine
aan een computer toevoegen.
Memo
Het scherm van Mac OS 10.10 wordt als voorbeeld gebruikt.
1. Schakel de machine en de computer in om een verbinding tot stand
te brengen.
2. Selecteer [System Preferences] in het Apple-menu.
3. Klik op [Printers & Scanners].
4. Klik op [+] en selecteer [Add Printer or Scanner].
5. Selecteer [OKI-MC873-******] en klik vervolgens op [Toevoegen].
6. Controleer dat de printer wordt weergegeven in [Printers] en dat
[OKI MC873-AirPrint] wordt weergegeven in [Soort].
1101
7. Sluit [Printers & Scanners].
1102
Printen met AirPrint (Print)
Printen vanaf een IOS Apparaat
Printen vanaf een Computer (Mac OS X)
Alvorens u AirPrint gebruikt met Mac OS X, registreer dit apparaat op de computer.
De machine op een computer registreren(Mac OS X)
Printen vanaf een IOS Apparaat
1. Open een bestand.
2. Tik (Actie).
3. Tik (Afdrukken).
De naam van het printer model dat u het laatste heeft gebruikt en bestaat op hetzelfde
netwerk wordt weergegeven.
Opmerking
Indien u voor de eerste keer print en modellen noemen behalve deze machine is getoond,
selecteer deze machine in stap 4.
4. Tik op [Printer] om uw machine te kiezen.
De functies die deze machine ondersteunt, worden weergegeven.
5. Stel opties in.
1103
6. Tik op [Print]
Printen vanaf een Computer (Mac OS X)
1. Open een bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File]-menu.
3. Selecteer [OKI-MC873] in [Printer].
4. Stel opties in.
5. Klik op [Print].
1104
Scannen met AirPrint (Scan)
Een modus selecteren voor Scannen op afstand
Eenvoudige scanmodus
Handm. scanmodus
Beveiligde scanmodus
Alvorens u AirPrint gebruikt met Mac OS X, registreer dit apparaat op de computer.
De machine op een computer registreren(Mac OS X)
Een modus selecteren voor Scannen op afstand
Er zijn drie modi voor Scannen op afstand: Eenvoudig scannen, Handmatig scannen en
Beveiligd scannen.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [Scanner Setup].
5. Druk op [Pc-scanmodus].
6. Selecteer een scanmodus en druk vervolgens op [OK].
7. Druk op [Back] totdat het hoofdscherm wordt weergegeven.
Eenvoudige scanmodus
1.
Bevestig dat dit apparaat in de standby-modus (startscherm) staat.
1105
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Start een scan programma op de computer.
4. Klik op een scan knop in het scan programma.
Handm. scanmodus
1. Druk op de (SCAN) knop.
2. Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Remote Scan AirPrint].
4. Start een scan programma op de computer.
5. Klik op een scan knop in het scan programma.
Beveiligde scanmodus
1. Druk op de (SCAN) knop.
1106
2.
Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
3. Druk op [Remote Scan AirPrint].
4. Start een scan programma op de computer.
5. Klik op een scan knop in het scan programma.
1107
Een Fax met AirPrint verzenden (FaxOut Service)
Alvorens u AirPrint gebruikt met Mac OS X, registreer dit apparaat op de computer.
De machine op een computer registreren(Mac OS X)
Memo
Het scherm van Mac OS 10.10 wordt als voorbeeld gebruikt.
1. Open een bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File]-menu.
3. Selecteer [OKI-MC873-******-fax] in [Printer].
4. Voer de bestemming in.
Voer in [Dialing Prefix], en controleer dan [Use cover page] als nodig.
U kunt meerdere bestemmingen specificeren.
5. Kies [Fax].
Om dit scherm te tonen, opent u [Open Print Queue] van [Printers & Scanners] vanuit
[System Preferences] vóór procedures.
Voor Annuleren, select [x]
1108
Google Cloud Print
Google Cloud Print is een print dienst geleverd door Google die u in staat stelt om te printen
vanaf een mobiele telefoon, smartphone, computer, of andere netwerk apparaten. Een
overzicht van Google Cloud Print wordt geleverd, en de basis instellingen en beheer worden
hier beschreven.
Over Google Cloud Print
Google Cloud Print instellen
Met Google Cloud Print afdrukken
Google Cloud Print-registraties controleren
Het gebruik van de instellingen van de Cloud-service controleren of wijzigen
De geregistreerde informatie verwijderen
Controleren of het verwijderen is voltooid
Over het importeren van de CA-certificaten van de proxy-server
1109
Over Google Cloud Print
De machine ondersteunt Google Cloud Print
Google Cloud Print is een print die u in staat stelt om gegevens uit te voeren naar een
printer vanaf een mobiele telefoon, smartphone, computer, of andere apparaten via het
Internet.
Met Google Cloud Print, kunt u documenten of afbeeldingen zenden naar een aangewezen
printer vanaf iedere plaats. Bijvoorbeeld, u kunt printen vanaf uw computer thuis naar een
printer in uw kantoor, of vanaf de applicatie die u altijd gebruikt naar uw printer thuis - dit
printen kan makkelijk worden bereikt. Het is niet nodig om driver te installeren of software
te downloaden.
Om Google Cloud Print te gebruiken, moet u het volgende voorbereiden.
Deze machine
Wanneer u Google Cloud Print instelt, moet de machine verbonden zijn met het Internet.
Deze machine op een netwerk aansluiten
Memo
Daar Google Cloud Print communicatie maakt via het Internet, wordt het aanbevolen om
veiligheid maatregelen ten nemen.
Beperk communicaties vanaf het Internet met een firewall of ander beveiliging systeem.
Verander het beheerder wachtwoord dat wordt geleverd bij de machine vanaf de standaard
waarde.
Netwerk apparaten
De netwerk apparaten zijn computers of mobiele apparaten die zijn verbonden met het
Internet. Stel in Google Cloud Print of voer print bewerkingen uit vanaf ondersteunde
applicaties.
Google rekening
Deze rekening is nodig voor het instellen van Google Cloud Print of het printen vanaf een
ondersteunde applicatie.
Ondersteunde applicatie
Applicatie die draaien op een netwerk apparaat en toestaan om Google Cloud Print te
gebruiken.
Voor details over ondersteunde OS en applicatie, bezoek de Google Website. De
aanbevolen browser is Google Chrome.
Google Website (http://www.google.com/cloudprint/learn/apps.html)
Netwerk
Gebruikt tussen de netwerk apparaten en de Cloud, en de Cloud en de machine.
1110
Google Cloud Print ondersteund niet IPv6.
1111
Google Cloud Print instellen
Om Google Cloud Print te gebruiken, is een Google rekening nodig. Dit deel beschrijft hoe de
machine te registreren in Google Cloud Print via gebruik van een Google rekening.
Wanneer u al een rekening heeft, is het niet nodig om een nieuwe rekening te creëren. Ga
verder met stap 3.
Memo
Om het [Print Google Cloud (Print Google Cloud)] menu te openen, zijn de beheerdersnaam
en wachtwoord vereist. De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn
respectievelijk "admin" en "aaaaaa".
Alhoewel deze handleiding de procedure voor het instellen van de server vanaf het bediening
paneel beschrijft, wordt het aanbevolen om de servers in te stellen vanaf de Webpagina van
deze machine wanneer u kunt bedienen vanaf een computer.
Om vanaf de webpagina te controleren selecteer [Admin Setup (Beheerdersinstellingen)]>
[Network (Netwerk)]> [TCP / IP (TCP / IP)] in "Over items die men kan instellen of
controleren".
1. Heb toegang tot de Google website van een computer, smartphone
of ander mobiel apparaat.
Google Website (https://accounts.google.com/signup)
2. Creëer een Google rekening door het volgen van de op het scherm
instructies.
3. Stel het IP-adres, het subnetmasker, het gateway-adres, enz. in op
de aan te sluiten printer.
4. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
5. Druk op [Google Cloud Print].
6. Druk op [Google Cloud Print Settings].
1112
7. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
8. Controleer de [DNS Server (Primary)] instelling waarde.
Sinds [0.0.0.0] aanduidt dat de waarde niet juist is ingesteld, stel het IP adres in dat
voldoet aan uw omgeving.
Als de secundaire DNS-server wordt gebruikt, controleert u de ingestelde waarde van
de [DNS Server (Secundair)].
Wanneer de proxy server wordt gebruikt, drukt u [Proxy] in [Enable] en ga dan door
naar stap 10.
9. Druk op [Proxy Server].
1113
10. Voer een servernaam in.
U kunt maximaal 64 tekens invoeren.
11. Druk op [OK].
12. Druk op [Proxy Server Port No.].
13. Voer poortnummer van de proxyserver in.
14. Druk op [OK].
15. Druk op [Proxy User ID].
16. Voer het proxy gebruike ID in.
U kunt maximaal 64 tekens invoeren.
17. Druk op [OK].
18. Druk op [Proxy Password].
1114
19. Voer het proxy wachtwoord in.
U kunt maximaal 64 tekens invoeren.
Memo
Voor de instellingwaardes, neem contact op met uw netwerk beheerder.
20. Druk op [OK].
21. Druk op [Back] om terug te gaan naar het [Google Cloud Print]
menu.
22. Druk op [Register to Google Cloud Print].
23. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
24. Wanneer het [Register device to Google Cloud Print? Opmerking:
[A Google account is required for registration.] boodschap wordt
weergegeven, kies [Yes].
1115
25.
De URL van de authentificatiebestemming wordt weergegeven.
Druk op [Print (Afdrukken)] en de URL van de verificatiebestemming wordt afgedrukt.
Opmerking
Er is een tijdlimiet voor registratie (authentificatie) verwerking (ongeveer 10 minuten).
Ga door met stap 32 binnen de tijdsbeperking om de registratie te voltooien.
Als u niet binnen de tijdsbeperking de taak kunt voltooien en er wordt een
foutboodschap weergegeven, keert u terug naar stap 23 en registreert u daarna
opnieuw.
26. Toegang tot de authentificatie bestemming URL die u heeft geprint
in stap 27 vanaf een computer of mobiel apparaat.
27. Wanneer het Google rekening inlog scherm wordt weergegeven,
vooer de Google rekening informatie in, en klik dan op [Sign in].
28. Wanneer het registratie scherm wordt weergegeven, klik op [Finish
printer registration].
29. Wacht todat de [Thanks, you're ready to go!] boodschap wordt
weergegeven.
1116
30. Wanneer de registratie inhoud en gereed boodschap zijn
weergegeven op het bediening paneel van de machine, controleer
de boodschap via bladeren van het scherm.
Verbonden
Met Google Cloud Print afdrukken
1117
Met Google Cloud Print afdrukken
Automatisch Printen
Handmatig Printen
Afdrukinstellingen wijzigen
Afzeggen Printen
Stel in wanneer u begint met printen wanneer de machine print gegevens ontvangt vanaf
Google Cloud Print.
Opmerking
Stel de Google Cloud Print functie in voordat u Google Cloud Print gebruikt.
Google Cloud Print
De print kwaliteit zal niet hetzelfde zijn als wanneer u print met de printer driver of print
vanaf de machine..
PDF bestanden met transparantie effecten toegepast zullen niet juist geprint worden.
Versleutelde PDF-bestanden kunnen mogelijk niet worden afgedrukt.
Automatisch Printen
Wanneer de machine uw print gegevens ontvangt, wordt het automatisch geprint.
1. Controleer dat de machine aanstaat. Druk op
2. Start een applicatie die Google Cloud Print ondersteund vanaf een
computer of mobiel apparaat.
Memo
Google Cloud Print ondersteund Google Chrome, Gmail, Google Drive, of andere
applicaties.
3. Tik op het tang icoon op de neerdalende lijst in de applicatie, en
kies dan [Print] vanaf de weergegeven neergedaalde lijst.
4. Kies de geregistreerde machine op het weergegeven scherm.
5. Stel print instellingen in, en print dan.
Memo
Om te printen, gebruik de Google rekening die u heeft gebruikt om de machine te
registreren in Google Cloud Print.
Om te printen met een andere Google rekening, moet u de [Share] instellingen
instellen die worden geleverd bij de Google Cloud Print dienst.
1118
Handmatig Printen
Print handmatig als u niet automatisch kunt printen onmiddellijk na het ontvangen van
gegevens.
1. Controleer dat de machine aanstaat. Druk op
2. Druk op [Print] of de (PRINT) knop.
3. Druk op [Google Cloud Print].
4. Druk op [Ja] in het bevestigingsscherm.
5. Wanneer de print gegevens bestaan op de Google Cloud Print
dienst, start het printen.
Memo
Om handmatig af te drukken, stelt u [Cloud Service gebruiken] in op [Inschakelen] of
[Pauzeren].
Voor details over [Use of Cloud Service], zie "Het gebruik van de instellingen van de
Cloud-service controleren of wijzigen".
Afdrukinstellingen wijzigen
Om de print instellingen te veranderen, kies [Option] op het printer keuze scherm dat wordt
weergegeven wanneer u print vanaf een ondersteunde applicatie.
U kunt print instellingen niet veranderen vanaf de machine.
Afzeggen Printen
Om af te zeggen tijdens het printen, zeg het af vanaf de machine.
Een afdruktaak annuleren
Om af te zeggen voor het printen, verwijder een print taak vanaf het beheerder scherm van
Google Cloud Print.
Het Google Cloud Print beheerdersscherm (https://www.google.com/cloudprint)
1119
1120
Google Cloud Print-registraties controleren
Controleren vanaf het Beheerder Scherm van Google Cloud Print.
Controleren vanaf de Webpagina
Controleren van het bedieningspaneel
U kunt controleren of de machine is geregistreerd in Google Cloud Print op een van de
volgende drie manieren.
Controleren vanaf het Beheerder Scherm van Google Cloud
Print.
1. Ga naar de Google Website vanaf een computer, smartphone, of
ander mobiel apparaat.
Google Website (https://accounts.google.com)
2. Voer de Google-accountinformatie in, en klik dan op [Login]
3. Klik op [Print].
De geregistreerde printer worden weergegeven.
Controleren vanaf de Webpagina
1. Open een Web browser.
2. Voer in "http://(IP adres van deze machine)" in de adres balk, en
druk dan op de <Enter> toets.
Over het IP-adres van deze machine, raadpleeg "Het controleren van de Informatie op
de Machine" aangaande "Standaardfuncties".
3. Klik op [Administrator Login].
1121
Memo
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en wachtwoord [Administrator Login (Aanmelden
Beheerder)] zijn respectievelijk "admin" en "aaaaaa".
4. Klik op [SKIP].
5. Klik op [View Information].
6. Klik op [Network].
7. Controleer dat [Registered] is weergegeven voor [Google Cloud
Print].
Controleren van het bedieningspaneel
1. Druk op (INSTELLING).
2. Druk op om [Google Cloud Print] te selecteren en druk
vervolgens op (OK).
3. Controleer dat de volgende drie onderdelen zijn weergegeven.
1122
Het gebruik van de instellingen van de Cloud-service
controleren of wijzigen
Controleren het Gebruik van Cloud Service Instellingen.
Veranderen van webpagina
Veranderen van het bedieningspaneel
U kunt controleren en bewerken de Google Cloud Print instellingen.
Controleren het Gebruik van Cloud Service Instellingen.
Controleer de gebruik status van de Cloud dienst vanaf de Webpagina van deze machine.
1. Open een Web browser.
2. Voer in "http://(IP adres van deze machine)" in de adres balk, en
druk dan op de <Enter> toets.
Over het IP-adres van deze machine, raadpleeg "Het controleren van de Informatie op
de Machine" aangaande "Standaardfuncties".
3. Klik op [Administrator Login] op het bovenste scherm.
Memo
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en wachtwoord [Administrator Login (Aanmelden
Beheerder)] zijn respectievelijk "admin" en "aaaaaa".
1123
4. Klik op [SKIP].
5. Klik op [View Information].
6. Klik op [Network].
7. Klik op [Google Cloud Print].
8. Klik op [Using Cloud Service].
De gebruik status wordt weergeven. Er zijn drie gebruik statussen:
Inschakelen: U kunt automatisch of handmatig printen.
Pauze: U kunt handmatig printen. Stel deze status in als u niet automatisch wilt
printen.
Uitschakelen: U kunt niet printen. Stel deze status in als u het gebruik van Google
Cloud Print uit wilt stellen of andere gevallen.
Veranderen van webpagina
Veranderen van webpagina Verander het gebruik van Cloud Dienst instellingen vanaf de
Web pagina van deze machine.
1. Open een Web browser.
2. Voer in "http://(IP adres van deze machine)" in de adres balk, en
druk dan op de <Enter> toets.
Over het IP-adres van deze machine, raadpleeg "Het controleren van de Informatie op
de Machine" aangaande "Standaardfuncties".
3. Klik op [Administrator Login] op het bovenste scherm.
1124
Memo
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en wachtwoord [Administrator Login (Aanmelden
Beheerder)] zijn respectievelijk "admin" en "aaaaaa".
4. Klik op [SKIP].
5. Klik op [View Information].
6. Klik op [Network].
7. Klik op [Google Cloud Print].
8. Klik op [Using Cloud Service].
9. Wijzig de instellingen
Veranderen van het bedieningspaneel
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk op [Google Cloud Print].
3. Druk op [Instellingen van Google Cloud Print].
4. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
5. Druk op [Cloud Service gebruiken].
6. Selecteer het type instellingen.
1125
De geregistreerde informatie verwijderen
Verwijder de informatie over de machine die is geregistreerd in Google Cloud Print door het
volgen van de procedure hieronder.
1. Controleer dat de machine is verbonden naar een netwerk.
Memo
Wanneer u de informatie verwijdert met de machine verbonden naar een netwerk, wordt
de geregistreerde informatie op het beheerder scherm van Google Cloud Print ook op
hetzelfde moment verwijderd.
Het Google Cloud Print beheerdersscherm (https://www.google.com/cloudprint)
2. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
3. Druk op [Google Cloud Print].
4. Druk op [Geregist. gegevens verwijderen].
5. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
6. Druk op [Ja] in het bevestigingsscherm.
7. Wanneer de verwijdering gereed is, wordt het volgende scherm
weergegeven.
1126
1127
Controleren of het verwijderen is voltooid
Controleren vanaf het Beheerder Scherm van Google Cloud Print.
Controleren vanaf de Webpagina
Controleren van het bedieningspaneel
Wanneer de Registratie Informatie Achterblijft op het Google Cloud Print Beheerder
Scherm
Wanneer U de Informatie op het Google Cloud Print Beheerder Scherm Verwijderd
U kunt controleren of de machine is verwijderd vanaf Google Cloud Print op een van de
volgende drie manieren.
Controleren vanaf het Beheerder Scherm van Google Cloud
Print.
1. Ga naar de Google Website vanaf een computer, smartphone, of
ander mobiel apparaat.
Google-website (https://accounts.google.com)
2. Voer de Google-accountinformatie in, en klik dan op [Login]
3. Klik op [Print].
Controleer dat de machine niet is weergegeven.
Controleren vanaf de Webpagina
1. Open een Web browser.
2. Voer in "http://(IP adres van deze machine)" in de adres balk, en
druk dan op de <Enter> toets.
3. Klik op [Administrator Login] op het bovenste scherm.
Memo
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en wachtwoord [Administrator Login (Aanmelden
Beheerder)] zijn respectievelijk "admin" en "aaaaaa".
4. Klik op [SKIP].
5. Klik op [View Information].
6. Klik op [Network].
1128
7. Controleer dat [Registered] is weergegeven voor [Google Cloud
Print].
Controleren van het bedieningspaneel
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk op [Google Cloud Print].
3. Controleer dat de twee onderdelen, [Register to Google Cloud Print]
en [Google Cloud Print Settings], worden weergegeven.
Wanneer de Registratie Informatie Achterblijft op het
Google Cloud Print Beheerder Scherm
Wanneer u de registratie informatie verwijdert door het volgen van de procedure in
"Verwijderen van de Geregistreerde Informatie" met de machine nog verbonden naar een
netwerk, kan de machine nog steeds achterblijven op het beheerder scherm van Google
Cloud Print (https://www.google.com/cloudprint). In dit geval, verwijder de machine op het
Google Cloud Print beheerder scherm.
Wanneer U de Informatie op het Google Cloud Print
Beheerder Scherm Verwijderd
wanneer u verwijdert de geregistreerde machine op het beheerder scherm van Google Cloud
Print (https://www.google.com/cloudprint), blijft de registratie informatie achter in de
machine. In dit geval, verwijder de registratie informatie vanaf het bediening paneel van de
machine. Druk op
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk op [Google Cloud Print].
3. Druk op [Geregist. gegevens verwijderen].
4. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
1129
5.
Druk op [Ja] in het bevestigingsscherm.
1130
Over het importeren van de CA-certificaten van de
proxy-server
U kunt het CA certificaat importeren vanaf de Web pagina van deze machine (http://(Het IP
adres van de printer)).
Specificeer het certificaat dat is uitgegeven door de certificaat autoriteit vertrouwd door de
proxy server. U kunt een PEM, DER, of PKCS#7 bestand importeren.
Memo
Voor details over uw netwerk, neem contact op met uw netwerk beheerder.
1131
Netwerkgerelateerde Software
Webpagina van Deze Machine.
Werken met configuratietool.
Afdrukken door OKI LPR Utility te gebruiken
Netwerkuitbreiding
Network Card Setup gebruiken (Mac OS X)
1132
Netwerkinstellingen
De draadloze LAN verbinden (alleen wanneer de draadloze LAN-module gemonteerd is)
Aansluiten met een LAN-kabel
De netwerkinstellingen initialiseren
De DHCP-server instellen
1133
De draadloze LAN verbinden (alleen wanneer de
draadloze LAN-module gemonteerd is)
Verbindt de machine naar een netwerk via gebruik van een draadloze LAN.
Opmerking
Hiervoor is een LAN-module (optioneel) nodig.
Lees de volgende voorzorgsmaatregelen zorgvuldig voordat u de machine gebruikt in een
draadloze LAN-omgeving.
De machine kan niet worden verbonden met een bekabelde LAN en draadloze LAN tegelijk
Wanneer u een draadloze LAN gebruikt verbindt dan niet een LAN kabel naar deze machine.
Wanneer de machine wordt gebruikt in een draadloze netwerk omgeving, gaat de machine
niet in de Diepe Slaap modus maar gaat naar Slaap modus.
Plaats geen elektronische producten die zwakke radiogolven uitstralen (zoals magnetrons of
digitale draadloze telefoons) nabij de machine.
Wanneer er metaal, aluminium belemmering, of een versterkte betonnen wand tussen de
printer en draadloze LAN toegangspunten is, worden verbindingen moeilijker om te
verkrijgen.
De communicatie snelheid van een Draadloze LAN verbinding kan trager zijn dan die van een
bedrade LAN of USB verbinding afhankelijk van de omgeving. Wanneer u veel gegevens witl
printen zoals een foto, wordt het aanbevolen om te printen met een bedrade LAN of USB
verbinding.
Voorbereidingen om een draadloze LAN te gebruiken
De machine kan verbinden naar een draadloze LAN omgeving via draadloze
toegangspunten (WPS ondersteund).
Controleer of uw draadloze LAN toeganspunt de volgende omgeving ondersteund voor
gebruik.
Onderdeel Waarde
Standaard IEEE 802.11 a/b/g/n
Toegang methode Modus Infrastructuur
Controleer de draadloze LAN instelling methode
Controleer of uw draadloze LAN toegangspunt WPS ondersteund, en kies dan een
instelling methode.
Wanneer uw toegangspunt WPS ondersteund, zie "Verbinden met WPS", en wanneer u
niet zeker weet of uw toegangspunt WPS ondersteund, zie "Kiezen van een Draadloos
Toegangspunt vanf het Bediening Paneel om te Verbinden".
1134
Verbinden met WPS
Wanneer een draadloos LAN-toegangspunt WPS ondersteunt, kunt u verbinden naar de
draadloze LAN met de WPS-knop.
Kiezen van een Draadloos Toegangspunt vanf het Bediening Paneel om te Verbinden
Wanneer een draadloos toeganspunt niet ondersteunt WPS, kunt u een draadloos LAN
toegangspunt aangeven die u wilt gebruiken vanaf de draadloze LAN toegangspunten die
de printer detecteert om een verbinding te maken.
Handmatig instellen vanaf het bedieningspaneel om een verbinding te maken
Stel de draadloze LAN toegangspunt informatie (de SSID, versleuteling methode, en
versleuteling sleutel) handmatig in om te verbinden naar de draadloze LAN.
Controleren of de verbinding correct gemaakt is
Dit deel beschrijft de procedure voor het controleren door gebruik van de printer of een
verbinding naar een draadloze LAN goed is volbracht.
1135
Verbinden met WPS
Wanneer een draadloos LAN-toegangspunt WPS ondersteunt, kunt u gemakkelijk verbinden
naar de draadloze LAN met de knop voor simpele instelling (WPS knop)
Verbindt door het volgen van de procedure hieronder.
1. Controleer de positie van de WPS-knop door te kijken in de
instructiehandleiding die wordt geleverd bij een draadloos
toegangspunt of ander document.
2. Controleer dat het draadloze LAN toegangspunt start en goed
werkt.
3. Zet de machine aan.
Memo
Wanneer het volgende scherm wordt weergegeven, kiest u [Yes], en gaat u verder naar
stap 6.
4. Druk op [Apparaatinstellingen].
5. Druk op [Wireless Setting].
6. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
De volgende boodschap wordt ongeveer 5 seconden weergegeven.
1136
7. Druk op [Automatic Setup (WPS)].
8. Druk op [WPS-PBC].
9. Druk op [Yes].
De machine begint te zoeken naar draadloze LAN-toegangspunten. Het volgende
scherm wordt ongeveer 2 minuten weergegeven, tijdens welke u drukt en vasthoudt
de WPS knop voor het draadloze LAN toegangspunt gedurende een paar seconden.
1137
Opmerking
U kunt het paneel niet bedienen wanneer WPS bezig is.
Wanneer het volgende scherm wordt weergegeven, is de instelling van de draadloze
LAN gereed.
Memo
Wanneer het volgende scherm wordt weergegeven, herhaalt u de procedure vanaf stap
8.
[Overlap] wordt weergegeven wanneer meerdere WPS drukknoppen worden gedrukt
op bijna hetzelfde moment op twee of meer draadloze LAN toegangspunten en de
verbinding nog niet is gemaakt. Wacht een moment, en probeer het dan opnieuw.
Verbonden
Controleren of de verbinding correct gemaakt is
1138
Kiezen van een Draadloos Toegangspunt vanf het
Bediening Paneel om te Verbinden
Wanneer een draadloos toegangspunt WPS niet ondersteunt, kunt u een draadloos LAN
toegangspunt aangeven die u wilt gebruiken vanaf de draadloze LAN toegangspunten die de
machine detecteert om een verbinding te maken. In dit geval, moet u een versleuteling
sleutel invoeren.
Stel in door het volgen van de procedure hieronder.
1. Controleer de SSID en versleuteling sleutel door te kijken in de
instructie handleiding die wordt geleverd bij een draadloos
toegangspunt of ander document, en schrijf de informatie op.
Memo
SSID wordt ook wel netwerknaam, ESSID of ESS-ID genoemd.
Encryptiesleutel wordt ook wel netwerksleutel, beveiligingssleutel, wachtwoord of
vooraf gedeelde sleutel genoemd.
2. Controleer dat het draadloze LAN toegangspunt start en goed
werkt.
3. Zet de machine aan.
Memo
Wanneer het volgende scherm wordt weergegeven, kiest u [Yes], en gaat u verder naar
stap 6.
4. Druk op [Apparaatinstellingen].
5. Druk op [Wireless Setting].
1139
6. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
De volgende boodschap wordt ongeveer 5 seconden weergegeven.
7. Druk op [Wireless Network Selection].
De machine begint te zoeken naar draadloze LAN-toegangspunten. Wacht enkele
ogenblikken.
8. Selecteer een draadloos LAN-toeganspunt om verbinding mee te
maken en druk dan op [Select].
Opmerking
Wanneer alleen [Manual Setup] wordt weergegeven, of de SSID of het draadloze LAN
toegangspunt dat u wilt gebruiken zich niet in de lijst bevindt, stel in via het volgen van
1140
de procedure in "Handmatig instellen vanaf het bedieningspaneel om een verbinding te
maken".
De invoerscherm van de versleutelingssleute is geschikt voor de versleutelingsmethode
van het gekozen draadloze LAN-toegangspunt dat wordt weergegeven.
9. Voer het versleutelingswachtwoord in en klik vervolgens op [OK].
Memo
De versleutelingssleutel varieert afhankelijk van het draadloze LAN-toeganspunt of
beveiliging.
Wanneer de [Enter the Pre-shared Key.] boodschap wordt weergegeven
Onderdeel Beschrijving
Beveiliging WPA2-PSK
Encryptiesleutel Geef de Vooraf-Gedeelde Sleuter in.
Als [To make this setting, make the changes from the web page.] wordt
weergegeven
Onderdeel Beschrijving
Beveiliging WPA2-EAP
Zet van de Web pagina van deze machine
Open de web-pagina van deze machine
Indien geen van bovenstaande twee gevallen is toegepast.
Onderdeel Beschrijving
Beveiliging Uitschakelen
Encryptiesleutel Geen ingang is vereist.
10. Wanneer de weergegeven SSID hetzelfde is als de SSID die u
voorbereidde in stap 1, drukt u op [Yes].
Wanneer het volgende scherm wordt weergegeven, is de instelling van de draadloze
LAN gereed.
1141
Wanneer het volgende scherm wordt weergegeven, herhaal de procedure vanaf stap 5
Verbonden
Controleren of de verbinding correct gemaakt is
1142
Handmatig instellen vanaf het bedieningspaneel om een
verbinding te maken
Configureer de informatie van het draadloos LAN-toegangspunt (SSID, coderingsmethode en
coderingssleutel) handmatig en maak een verbinding met de draadloze LAN.
Zet door het volgen van de procedure beneden.
1. Controleer de SSID en versleuteling sleutel door te kijken in de
instructie handleiding die wordt geleverd bij een draadloos
toegangspunt of ander document, en schrijf de informatie op.
Opmerking
Wanneer de versleutelingsmethode WPA2-EAP is, stelt u deze in vanaf de Webpagina van
deze machine.
Voor details open de webpagina van deze machine en klik op [Admin Setup] > [Network]
> [Wireless Setting] > [Manual Setup].
Open de web-pagina van deze machine
Memo
Een SSID wordt ook een netwerknaam, ESSID of ESS-ID genoemd.
Een verlseutelng sleutel wordt ook een netwerk sleutel genoemd, veiligheid sleutel,
wachtwoord, of voor-gedeelde Sleutel.
2. Controleer dat het draadloze LAN toegangspunt start en goed
werkt.
3. Zet de machine aan.
Memo
Wanneer het volgende scherm wordt weergegeven, kiest u [Yes], en gaat u verder naar
stap 6.
4. Druk op [Apparaatinstellingen].
5. Druk op [Wireless Setting].
1143
6. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
De volgende boodschap wordt ongeveer 5 seconden weergegeven.
7. Druk op [Wireless Network Selection].
De machine begint te zoeken naar draadloze LAN-toegangspunten. Wacht enkele
ogenblikken.
Een lijst van beschikbare draadloze LAN toegangspunten wordt weergegeven.
8. Druk op [Manual Setup].
1144
9. Voer het wachtwoord in, en druk dan op [Next].
Opmerking
De SSID is hoofdlettergevoelig. Voer de SSID juist in
10. Selecteer de coderingsmethode die u bij stap 1 geselecteerd heeft
en klik op [Next].
Memo
De versleutelingssleutel varieert afhankelijk van het draadloze LAN-toegangspunt of
beveiliging.
11. Kies AES, en druk dan op [Next].
12. Voer de voorafgedeelde sleutel in en druk dan op [Next].
13. Wanneer de weergegeven SSID hetzelfde is als de SSID die u
voorbereidde in stap 1, drukt u op [Yes].
1145
Memo
Het duurt ongeveer 30 seconden voor de machine om het draadloze LAN toegangspunt te
detecteren.
Wanneer het volgende scherm wordt weergegeven, is de instelling van de draadloze
LAN gereed.
Wanneer de machine het aangegeven draadloze LAN toegangspunt niet kan
detecteren, wordt het volgende scherm weergegeven. In dit geval, zal het
aangegeven draadloze LAN toeganspunt niet goed werken, of de ingevoerde
informatie (de SSID, versleuteling methode, en versleuteling sleutel) kunnen verkeerd
zijn. Controleer.
Verbonden
Controleren of de verbinding correct gemaakt is
1146
Controleren of de verbinding correct gemaakt is
Dit deel beschrijft de procedure voor het controleren of een verbinding juist gemaakt is naar
een draadloze LAN met de machine.
Controleer door het volgen van de procedure hieronder.
1. Wanneer de antenne markering wordt weergegeven aan de rechter
bovenkant van het bediening paneel is de verbinding goed
volbracht.
Memo
Het antenneteken wordt op sommige schermen niet weergegeven, zoals op het bovenste
scherm.
Wanneer de draadloze LAN verbinding onstabiel is
Als de draadloze LAN-verbinding instabiel is, lees de voorzorgsmaatregelen in "Deze
machine op een netwerk aansluiten" in deze handleiding en wijzig dan de posities van de
machine en het toegangspunt van de draadloze LAN. Als u zelfs na het lezen van deze
voorzorgsmaatregelen geen oplossing kunt vinden, breng de machine en het
toegangspunt van de draadloze LAN dan dichter bij elkaar.
1147
Aansluiten met een LAN-kabel
Indien er geen DHCP server op een netwerk is, moet u het IP adres handmatig op een
computer zetten of bewerken.
Zelfs wanneer u onderricht wordt een uniek IP adres te zetten dat door uw netwerk
administrateur, internetprovider of router fabrikant wordt gespecificeerd, moet u het IP
adres handmatig naar de computer zetten en bewerken.
Opmerking
Maak de netwerkinstelling gereed van de computer voor u deze procedure uitvoert.
U moet inloggen als de beheerder.
Wanneer u handmatig een IP adres instelt, neem contact op met uw netwerk beheerder of
internet dienst leverancier voor het te gebruiken IP adres. Wanneer het IP adres onjuist
ingesteld wordt, kan het netwerk instorten of Internet toegang kan uitgeschakeld worden.
Memo
Wanneer u een klein netwerk maakt die alleen uit de machine en een computer bestaat, stelt
u de IP-adressen in zoals hieronder getoond (volgens RFC1918).
Voor de computer
IP-adres: 192.168.0.1 tot 254
Subnetmasker: 255.255.255.0
Standaard gateway> Niet gebruikt
DNS server: Niet gebruikt
Voor de machine
IP-adresinstelling: Handmatig
IP-adres: 192.168.0.1 tot 254(selecteer een andere waarde van het computer IP adres)
Subnetmasker: 255.255.255.0
Standaard gateway> 0.0.0.0
Netwerkschaal: Klein
Om in te stellen [Network Scale], kies [Device Settings] > [Admin Setup] > [Network Menu]
> [Network Setup] > [Network Setting] > [Network Scale] > [Small].
1. Bereid een L/AN kabel en hub voor.
Bereid een LAN kabel voor (categorie 5 of hoger, gedraaid paar, recht) en hub.
2. Zet de machine en computer uit.
1148
De machine uitschakelen.
3. Bevestig de kern aan de LAN kabel.
Wind de LAN-kabel met een enkele lus op 2 tot 3 centimeter van het einde van de
kabel en bevestig vervolgens de kern aan de geluste kabel.
4. Steek een einde van de USB kabel in de netwerk interface
verbinding.
5. Steek het andere einde van de LAN kabel in de hub.
6. Zet de machine aan.
1149
1150
De netwerkinstellingen initialiseren
Initialiseren vanaf de instellingenmenu's van deze machine.
Initialiseren vanaf het Bedieningspaneel van deze Machine (Boot Menu)
Opmerking
Deze procedure initialiseert alle netwerkinstellingen.
Initialiseren vanaf de instellingenmenu's van deze
machine.
U kunt de netwerkinstellingen terugzetten naar de standaard fabrieksinstellingen.
1. Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel.
2. Druk meerdere keren op of en druk op [Admin Setup (Admin
Instellingen)].
3. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
en "aaaaaa".
4. Druk op [Network Menu].
5. Druk op [Network Setup].
6. Druk op [Factory Defaults].
7. Druk op [Yes].
Initialiseren vanaf het Bedieningspaneel van deze Machine
(Boot Menu)
Als u niet kunt initialiseren vanaf het configuratiemenu van deze machine, kunt u
initialiseren vanaf het bedieningspaneel.
1. Schakel de machine in terwijl u "6" op het 10-cijferige toetsenbord
vasthoudt.
2. Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK
(OK)].
De fabrieksingestelde beheerdersnaam en het wachtwoord zijn respectievelijk "admin"
1151
en "aaaaaa".
3. Druk op "#" op het tiencijferige toetsenbord.
Het [Boot Menu]-scherm wordt weergegeven.
4. Druk op "1" op het 10-cijferige toetsenbord.
5. Druk op "1" op het 10-cijferige toetsenbord.
1152
De DHCP-server instellen
DHCP wijst een IP-adres toe aan elke host in een TCP/IP-netwerk.
Opmerking
Om via een netwerk te printen, heeft deze machine een IP-adres nodig. Voor meer informatie
over hoe u een statisch IP-adres toewijst, raadpleegt u de handleiding van uw DHCP-server.
Memo
De volgende procedure wordt uitgelegd met behulp van Windows Server 2008 als voorbeeld. De
stappen en de menu's kunnen verschillen naargelang uw besturingssysteem.
1. Klik op [Start] en selecteer dan [Administrative Tools] > [Server
Manager].
Als [DHCP] al wordt weergegeven in [Administrative Tools], ga dan over tot stap 8.
2. Selecteer [Add Roles] in [Roles Summary].
3. Klik op [Next] in [Add Roles Wizard].
4. Selecteer het selectievakje [DHCP Server] en klik vervolgens op
[Next].
5. Bepaal de instellingen door de instructies op het scherm te volgen
indien nodig.
6. Controleer de instelling op het [Confirm Installation Selection]-
scherm en klik vervolgens op [Install].
7. Wanneer de installatie voltooid is, klikt u op [Close].
8. Klik op [Start] en selecteer dan [Administrative Tools] > [DHCP]
om de [DHCP]-wizard te starten.
9. Selecteer een server in de DHCP-lijst.
10. Selecteer [New Scope] in het [Action]-menu.
11. Bepaal de instellingen door, indien nodig, de instructies te volgen
op het scherm in [New Scope Wizard].
Memo
Zorg ervoor dat u de standaardgateway instelt.
Selecteer [Yes, I want to activate the scope now] op het [Active Scope]-scherm.
1153
12. Klik op [Finish].
13. Selecteer de nieuwe scope in de DHCP-lijst en selecteer vervolgens
[Reservations].
14. Selecteer [New Reservation] in het [Action]-menu.
15. Bepaal de instellingen.
16. Klik op [Add].
17. Klik op [Close].
18. Selecteer [Exit] in het [File]-menu.
1154
Netwerkproblemen
Kan niet vanuit het netwerk afdrukken
Kan niet afdrukken
Niet in staat om de gescande afbeeldingen in een netwerkmap op te slaan
Kan geen Bestanden Opslaan in een Netwerkmap
1155
Utility Software
Lijst van bijgesloten hulpprogramma's
Software installeren
Webpagina van Deze Machine.
Kleuraanpassing met PS Gamma Adjuster Utility
Werken met configuratietool.
Over ActKey
Afdrukken door OKI LPR Utility te gebruiken
Netwerkuitbreiding
Het gebruik van de Network Scanner Setup Tool (alleen Mac OS X).
Network Card Setup gebruiken (Mac OS X)
Client voor afdruktaakverantwoording
1156
Lijst van bijgesloten hulpprogramma's
Hulpprogramma's voor Windows
Hulpprogramma's voor Mac OS X
Dit deel beschrijft de diensten die u kunt gebruiken op deze machine. Voor hoe te gebruiken
de diensten, zie de respectievelijke onderwerpen.
Hulpprogramma's voor Windows
Onderdeel Relevante
functie Takenlijst Systeem vereisten Referenties
PS Gamma
Adjuster
(Gamma-
aanpassing
PS)
Afdrukken U kunt de kleur
dichtheid gebruikt voor
foto's bijstellen.
Windows 8.1/
Windows Server
2012 R2/
Windows 8/
Windows Server
2012/ Windows 7/
Windows Vista/
Windows Server
2008 R2/ Windows
Server 2008/
Windows Server
2003
Kleuraanpassing
met PS Gamma
Adjuster Utility
Configuratie
Gereedschap Instellingen U kunt de toegang
controle instellen van
deze machine, het
menu veranderen, en
de e-mail adressen
registreren, snelkeuze
oproepen, profielen,
PIN nummer,
automatische
aflevering instellingen,
en netwerk scan
instellingen.
Windows 8.1/
Windows Server
2012 R2/
Windows 8/
Windows Server
2012/ Windows 7/
Windows Vista/
Windows Server
2008 R2/ Windows
Server 2008/
Windows Server
2003
Werken met
configuratietool.
PDF Print
Direct Afdrukken Drukt PDF-bestanden af
zonder enige
toepassingen op te
starten.
Windows 8.1/
Windows Server
2012 R2/
Windows 8/
Windows Server
2012/ Windows 7/
Windows Vista/
Windows Server
2008 R2/ Windows
Server 2008/
Windows Server
2003
Afdrukken zonder
een pdf-bestand te
openen (PDF Direct
Print)
ActKey Scan Gebruik wanneer een
gescande afbeelding
doorgestuurd moet
worden naar de
aangegeven applicatie
of te bewaren in de
aangeduide map in de
Windows 8.1/
Windows Server
2012 R2/
Windows 8/
Windows Server
2012/ Windows 7/
Windows Vista/
Over ActKey
1157
computer, verzenden
van een fax met de
PCFax Sotfware.
Windows Server
2008 R2/ Windows
Server 2008/
Windows Server
2003
OKI LPR
Utility Afdrukken U kunt controleren het
printen via de netwerk
verbinding, het print
beheer, en de status
van deze machine.
Windows 8.1/
Windows Server
2012 R2/
Windows 8/
Windows Server
2012/ Windows 7/
Windows Vista/
Windows Server
2008 R2/ Windows
Server 2008/
Windows Server
2003
Afdrukken door
OKI LPR Utility te
gebruiken
Netwerk
Extensie Beheer U kunt de instellingen
controleren van deze
machine en optie
instellingen vanaf de
printer driver. Deze
dienst wordt
automatisch
geïnstalleerd wanneer
u een printer driver
installeert via een
netwerk verbinding.
Windows 8.1/
Windows Server
2012 R2/
Windows 8/
Windows Server
2012/ Windows 7/
Windows Vista/
Windows Server
2008 R2/ Windows
Server 2008/
Windows Server
2003
De computer draait
op TCP/IP.
Netwerkuitbreiding
Hulpprogramma's voor Mac OS X
Item Relevante
functie Takenlijst Systeemvereisten Referenties
PS Gamma
Adjuster
(Gamma-
aanpassing PS)
Afdrukken U kunt de kleur
dichtheid gebruikt voor
foto's bijstellen.
Mac OS X 10.6.8
tot 10.10 Kleuraanpassing
met PS Gamma
Adjuster Utility
Hulpprogramma
voor
kleurcorrectie
Afdrukken Pas de kleurkoppeling
aan.
U kunt de algehele
tendens van de
outputkleuren wijzigen
door het kleurenpalet
van de uitvoer, de
gammawaarde, de tint
en de verzadiging van
de primaire kleuren aan
te passen.
Het gebruik van
de Network
Scanner Setup
Tool (alleen
Mac OS X).
Instellingentool
netwerkscanner Scannen Dit hulpprogramma
wordt geactiveerd,
wanneer u de
scannerdriver van de
toepassing selecteert
en een aangesloten
apparaat selecteert.
Het is niet nodig om de
Het gebruik van
de Network
Scanner Setup
Tool (alleen
Mac OS X).
1158
verbindingsbestemming
in te stellen wanneer dit
is ingesteld.
Network Card
Setup Instellingen U kunt een netwerk
instellen. Network Card
Setup
gebruiken
(Mac OS X)
1159
Software installeren
Voor Windows
Voor Mac OS X
Installeer het hulpprogramma dat u wilt gebruiken door de onderstaande procedure te
volgen.
Voor Windows
Installeer de utility software door de DVD-ROM Software te gebruiken.
PCL6 Prinsterstuurprogramma
PS Printerstuurprogramma
XPS Printerstuurprogramma
Faxstuurprogramma
Scanner Driver
ActKey
OKI LPR hulpprogramma
Configuration Tool (Configuratiehulpprogramma)
PDF Print Direct
Client voor afdruktaakverantwoording
Sluit de machine via een netwerk of een USB-interface aan.
Opmerking
Controleer de status van de machine alvorens te installeren.
De machine is ingeschakeld.
Deze machine is d.m.v. een netwerkkabel op het netwerk aangesloten en het IP-adres en
andere instellingen zijn ingesteld.
USB aansluiting is standaard in de fabriek uitgeschakeld. U dient de USB-instellingsmodus te
wijzigen, voordat u met een USB-kabel deze machine op een computer aansluit.
Selecteer [Admin Setup (Admin Installatie)] - [Management (Beheer)] - [Local Interface
(Lokale Interface)] - [USB Menu (USB-Menu)] en dan wijzig [USB Assignment (USB
Toewijzing)] van [IPP (IPP)] naar [Legacy (Legacy)].
1. Plaats de "Software DVD-ROM" in een computer.
2. Wanneer [AutoPlay] wordt weergegeven, klikt u op [Run
Setup.exe].
1160
Memo
Wanneer het [User Account Control]-dialoogvenster wordt weergegeven, klikt u op [Yes].
3. Kies een taal vanaf de neerdalende lijst.
4. Lees de licentieovereenkomst en klik vervolgens op [Accepteren].
5. Lees het omgevingsadvies voor Gebruikers en klik op [Next
(Volgende)].
6. Selecteer [Network (Wired/Wireless) (Netwerk (Wired/Wireless))]
of [USB (USB)] overeenkomstig uw aansluitingsomgeving en klik
op [Next (Volgende)].
7. Selecteer de naam van uw machine en klik vervolgens op
[Volgende].
8. Klik op [Aangepaste installatie].
1161
9. Klik op [Separate Install (Aparte installatie)].
10. Klik op de driver of software die moet geïnstalleerd worden.
De installatie wordt gestart.
Memo
De procedure varieert afhankelijk van de geselecteerde software.
De onderstaande procedure gebruikt de installatie van het Configuratiehulpprogramma als
voorbeeld.
11. Selecteer de plug-ins die u wilt installeren en klik op [Install
(installeren)].
De installatie start.
12. Wanneer installatie voltooid is, klikt u op [Sluiten (Close)].
Voor Mac OS X
1162
U kunt een hulpprogramma kopiëren door dit naar een willekeurige lokatie te slepen. U kunt
ook een hulpprogramma uitvoeren vanaf de DVD-ROM met software.
1. Doe de bijgevoegde "DVD-ROM Software" in de computer.
2. Van [OKI] > dubbelklik op de map [Utilities (Hulpprogramma's)].
3. Kopieer de map van een hulpprogramma om te installeren door dit
naar een willekeurige locatie te slepen.
Memo
Om de utility software te starten, dubbelklik op het softwarepictogram in de map.
1163
Webpagina van Deze Machine.
U kunt netwerkinstellingen of menu instellingen vanaf de Webpagina van deze machine
maken.
Open de web-pagina van deze machine
Log in als de beheerder
Wijzigen van het beheerderwachtwoord.
De Controle of Wijziging van de Instellingen van Deze Machine vanaf een Computer
Communicatie coderen via SSL/TLS
Communicatie coderen via IPSec
Gegevens van een ontvangen document naar een e-mailbestemming of gedeelde mapp
doorsturen (Automatische aflevering)
Limiteren via Gebruik van een IP Adres (IP Filtering).
Limiteren via Gebruik van MAC adres (MAC Address Filtering).
E-mail waarschuwing
De status van deze machine controleren via het gebruik van SNMPv3
Deze machine verbinden met het authentificatienetwerk met gebruik van IEEE802.1X
Instellen van de LDAP-server
Instelling van het ontvangstprotocol
Toegangsbeheer
Over items die men kan instellen of controleren
1164
Open de web-pagina van deze machine
Over de besturingsomgeving
Memo
Stel de veiligheidsinstelling voor de web-pagina in op het middenniveau of schakel cookies
in.
Om toegang te krijgen tot het menu [Admin Setup (Instelling Admin)], hebt u het
beheerderswachtwoord nodig.
Om de instellingen van de machine te wijzigen op de web-pagina, moet u zich aanmelden
als beheerder van de machine.
De beschrijving gebruikt de volgende omgeving als voorbeeld:
Naam Apparaat: MC873
IP-adres van de machine 192.168.0.2
1. Start een Web browser.
2. Voer in "http://(IP adres van deze machine)" in de adresbalk, en
druk dan op de <Enter> toets.
Over het IP-Adres van deze machine, verwijs naar "Het controleren van de Informatie
op de Machine".
Opmerking
Als het IP-adres bestaat uit een waarde met een of twee cijfers, voert u geen "0" in vóór
de waarde. Communicaties zullen niet juist worden uitgevoerd.
Een voorbeeld van een juiste invoer: http://192.168.0.2/
Een voorbeeld van een onjuiste invoer: http://192.168.000.002/
1165
Log in als de beheerder
Om de instellingen van de machine in de webbrowser wijzigen, moet u zich aanmelden als
de beheerder van de machine.
1. Klik op [Administrator Login].
2. Voer "admin" in [User Name (Gebruikersnaam)] in en het huidige
wachtwoord [Password(Wachtwoord)] en klik vervolgens op [OK
(OK)].
Memo
Het wachtwoord is hetzelfde als het "beheerderswachtwoord" op het bedieningspaneel.
3. Stel de machine informatie in die kan worden gecontroleerd op een
netwerk, en klik dan op [OK] of [SKIP].
Opmerking
Om de instelling over te slaan, klikt u op [OVERSLAAN].
1166
Om niet weer te geven vanaf de volgende keer inloggen, kies het [Do not show this
page again.] controle venster, en klik dan op [OK] of [SKIP].
4. Het volgende scherm wordt weergegeven:
Opmerking
De volgende elementen zijn voor ontwikkelaars en niet beschikbaar voor algemene
gebruikers.
Geïndexeerd Scannen
sXP Toepassing
OutputManagement
1167
Wijzigen van het beheerderwachtwoord.
U kunt het beheerderswachtwoord van deze machine wijzigen vanaf de Webpagina. Het
beheerderswachtwoord dat is opgegeven op de Webpagina wordt gebruikt bij het inloggen
vanaf de Webpagina of het bedieningspaneel.
1. Open de Webpagina van deze machine
Hoe inloggen op de webpagina
De Controle of Wijziging van de Instellingen van Deze Machine vanaf een
Computer
2. Log in als administrateur.
3. Kies [Admin Setup].
4. Selecteer [Management] > [New Admin Password].
5. Voer een nieuw wachtwoord in bij [New Password].
Memo
U kunt 6 tot 12 alfanumerieke tekens invoeren voor het wachtwoord.
Het wachtwoord is hoofdlettergevoelig.
6. Voer het nieuwe wachtwoord opnieuw in bij [New Admin Password
(Verify)].
Het wachtwoord wordt niet weergegeven. Noteer het wachtwoord en bewaar het op
een veilige plaats.
7. Klik op [Submit].
De nieuwe instellingen worden geactiveerd wanneer de netwerkfunctie van deze
machine wordt herstart.
Memo
U hoeft de machine niet opnieuw op te starten. De volgende keer dat u inlogt als de beheerder,
kunt u het nieuwe wachtwoord gebruiken.
1168
De Controle of Wijziging van de Instellingen van Deze
Machine vanaf een Computer
Over de Werk Omgeving
Open de Webpagina van Deze Machine vanaf een Computer
Log in als de beheerder
U kunt het volgende besturen vanaf een Webpagina van deze machine.
Men kan de web-pagina gebruiken voor Windows en Mac OS X.
Weergeeft de huidige status van de machine.
Creëren van een profiel
Instellen van een lade, netwerk, standaard instelling van een functie, en de machine.
Weergeven van een lijst van taken.
Printen van een PDF bestand zonder gebruik van de printer driver
Instellen automatische aflevering en verzending gegevens opslag
Linken naar vaak-gebruikte Webpagina's
Over de Werk Omgeving
Memo
Controleer of uw browser als volgt is ingesteld.
Stel de veiligheid instelling in vooro de Webpagina naar het middelste niveau, of schakel
Cookie uit.
Om te gaan naar het [Admin Setup] menu, is het beheerder wachtwoord nodig. Het
standaard fabriek wachtwoord is "aaaaaa".
Om de machine instellingen te veranderen op de Webpagina, moet u inloggen als de
beheerder van de machine.
Over hoe een netwerk op te zetten.
Deze machine op een netwerk aansluiten
De beschrijving hieronder gebruikt de volgende omgeving als voorbeeld.
Naam Apparaat: MC873
IP adres van de machine: 192.168.0.2
Open de Webpagina van Deze Machine vanaf een
Computer
1. Start een Web browser.
2. Voer in "http://(IP adres van deze machine)" in de adresbalk, en
druk dan op de <Enter> toets.
1169
Over het IP-Adres van deze machine, verwijs naar "Het controleren van de Informatie
op de Machine".
Opmerking
Als het IP-adres bestaat uit een waarde met een of twee cijfers, voert u geen "0" in vóór
de waarde. Communicaties zullen niet juist worden uitgevoerd.
Een voorbeeld van een juiste invoer: http://192.168.0.2/
Een voorbeeld van een onjuiste invoer: http://192.168.000.002/
Log in als de beheerder
Opmerking
Om de instellingen van deze machine op de web browser te wijzigen, moet u als beheerder van
deze machine inloggen.
1. Start een Web browser.
2. Voer in "http://(IP adres van deze machine)" in de adresbalk, en
druk dan op de <Enter> toets.
Over het IP-Adres van deze machine, verwijs naar "Het controleren van de Informatie
op de Machine".
3. Klik op [Administrator Login].
1170
4. Voer "admin" in [User Name (Gebruikersnaam)] in en het huidige
wachtwoord [Password (Wachtwoord)] en klik vervolgens op [OK
(OK)].
Memo
Het wachtwoord is hetzelfde als het "beheerderswachtwoord" op het bedieningspaneel.
5. Stel de machine informatie in die kan worden gecontroleerd op een
netwerk, en klik dan op [OK] of [SKIP].
Opmerking
Om de instelling over te slaan, klikt u op [OVERSLAAN].
Om niet weer te geven vanaf de volgende keer inloggen, kies het [Do not show this
page again.] controle venster, en klik dan op [OK] of [SKIP].
6. Het volgende scherm wordt weergegeven:
Verbonden
Wijzig het beheerderswachtwoord op een van de volgende manieren.
1171
Wijzigen van het beheerderwachtwoord.
1172
Communicatie coderen via SSL/TLS
U kunt communicatie coderen tussen uw computer en deze machine. De communicatie
wordt gecodeerd met SSL/TLS in de volgende gevallen. Wanneer u HTTPS communicatie
instelt, kunt u een certificaat gebruiken dat vooraf in de machine is geïnstalleerd.
Een certificaat maken
U kunt een certificaat gebruiken bij het verzenden van data naar deze machine, die
verbonden is met een netwerk. Dit onderdeel beschrijft hoe u een certificaat kunt creëren
door middel van de Webpagina.
Een certificaat importeren
Dit onderdeel beschrijft hoe u een certificaat en een persoonlijke sleutel kunt importeren
vanuit de Webpagina.
Een Certificaat exporteren
Deze paragraaf beschrijft hoe u een certificaat kunt exporteren.
Inschakelen Gecodeerde Instellingen
U moet de codering inschakelen nadat u een certificaat heeft gecreëerd. Dit onderdeel
beschrijft hoe u codering kunt inschakelen door middel van de Webpagina.
Deze machine instellen als de IPP-Printer in een Windows-omgeving
Indien u IPP-printen inschakelt, kunt u printgegevens naar deze machine verzenden via
het internet. Dit onderdeel beschrijft hoe u IPP-printen in een Windowsomgeving kunt
inschakelen.
Deze machine instellen als de IPP-Printer in een Mac OS X-omgeving
Indien u IPP-printen inschakelt, kunt u printgegevens naar deze machine verzenden via
het internet. Dit onderdeel beschrijft hoe u IPP-printen in een Mac OS X-omgeving kunt
inschakelen.
1173
Een certificaat maken
U kunt op de Webpagina een certificaat maken. U kunt de volgende drie certificaten
gebruiken.
Pre-geïnstalleerd Certificaat
Een zelf-ondertekend certificaat.
Door de authoriteit uitgegeven certificaat
Opmerking
Voordat u een certificaat aanmaaktcreëert, zorgt u ervoor dat het geïnstalleerde certificaat
wordt verwijderd.
Indien u het IP adres van deze machine verandert nadat het certificaat hebt gecreëerd,
wordt het certificaat invalide. Zorg ervoor dat u het IP-adres van de printer niet wijzigt na
het maken van een certificaat.
1. Open de Webpagina van Deze Machine
Inloggen op een webpagina
De Controle of Wijziging van de Instellingen van Deze Machine vanaf een Computer
2. Log in als de beheerder.
3. Kies [Admin Setup].
4. Selecteer [Network] > [Security] > [SSL/TLS].
5. Specificeer gedetailleerde instellingen door de instructies op het
scherm te volgen.
Memo
Het IP-adres van deze machine is ingesteld op [Common Name].
6. Controleer de instellingen en klik vervolgens op [OK].
Bij een zelfondertekend certificaat sluit u de Webpagina door de instructies op het
scherm te volgen en gaat u over tot "Inschakelen Gecodeerde Instellingen".
Indien u een certificaat wilt verkrijgen dat wordt uitgegeven door een
certificeringsinstantie, gaat u naar stap 7.
7. Verzend de CSR naar een certificeringsinstantie door de instructies
op het scherm te volgen.
8. Klik op [OK].
9. Installeer een certificaat van een certificeringsinstantie door de
instructies op het scherm te volgen.
1174
10. Klik op [Submit].
Ga verder naar"Inschakelen Gecodeerde Instellingen".
1175
Een certificaat importeren
1. Open de webpagina van deze machine.
Hoe in te loggen op de webpage
De Controle of Wijziging van de Instellingen van Deze Machine vanaf een
Computer
2. Log in als de beheerder.
3. Klik op [Admin Setup].
4. Selecteer [Network] > [Security] > [SSL/TLS].
5. Selecteer [Using Certificate and Private Key after imported] om een
certificaat te importeren.
Memo
U kunt een certificaat importeren in PKCS#12-formaat.
1176
Een Certificaat exporteren
U kunt een certificaat op de Webpagina exporteren.
Voor functies die met SSL/TLS communiceren, is een procedure om het geëxporteerde
certificaat te vertrouwen op de computer vereist.
Importeer het geëxporteerde certificaat van deze machine in de trust certificate store van de
computer om het certificaat te vertrouwen.
1. Open de web-pagina van deze machine.
Hoe in te loggen op een web-pagina
De Controle of Wijziging van de Instellingen van Deze Machine vanaf een Computer
2. Log in als de beheerder.
3. Klik op [Admin Setup (Instelling admin)].
4. Selecteer [Network (Netwerk)] > [Security (Beveiliging)] >
[SSL/TLS (SSL/TLS)].
5. Selecteer [Export Certificate (Exporteer Certificaat)] om een
certificaat te exporteren.
Memo
U kunt een certificaat exporteren in PEM formaat.
1177
Inschakelen Gecodeerde Instellingen
Na het maken van een certificaat voert u de volgende procedure uit om codering in te
schakelen.
Indien u de codering inschakelt, wordt het bericht meteen gecodeerd nadat de instellingen
van de Webpagina veranderd zijn.
1. Open de Webpagina van deze machine
Hoe inloggen op de webpagina
De Controle of Wijziging van de Instellingen van Deze Machine vanaf een
Computer
2. Log in als de beheerder.
3. Kies [Admin Setup].
4. Selecteer [Netwerk] > [Beveiliging] > [SSL/TLS].
5. Selecteer [Enable] voor het protocol waarop de encodering
toegepast wordt.
6. Klik op [Submit].
1178
Deze machine instellen als de IPP-Printer in een
Windows-omgeving
Voeg deze printer toe aan uw computer als een IPP-printer.
1. Klik op [Start] en selecteer vervolgens [Devices and Printers] >
[Add a Printer].
2. Selecteer [Add a network, wireless or Bluetooth printer] in de [Add
Printer]-wizard.
3. Selecteer [The printer that I want isn't] in de lijst beschikbare
printers.
4. Selecteer [Select a shared printer by name].
5. Voer "http://(The IP address of this machine)/ipp" in of "http://IP
address of this machine)/ipp/lp" en klik vervolgens op [Next].
6. Klik op [Have Disk].
7. Plaats de "Software DVD-ROM" in de computer.
8. Voer de volgende waarde in in [Copy manufacturer's files from] en
klik vervolgens op [Use].
Voor PCL-driver: "D: Drivers _PCL"
Voor XPS-driver: "D: Drivers XPS"
Voor PS-driver: "D: Drivers PS"
Memo
De bovenstaande waarde is een voorbeeld van het DVD-ROM-station dat is ingesteld als de
D-schijf.
9. Selecteer het INF-bestand en klik vervolgens op [Open].
10. Klik op [OK].
11. Selecteer een model en klik vervolgens op [OK].
12. Klik op [Next].
13. Selecteer [Finish].
14. Druk de testpagina af nadat de installatie is voltooid.
1179
1180
Deze machine instellen als de IPP-Printer in een
Mac OS X-omgeving
Voeg deze machine toe aan een computer als een IPP-printer.
1. Plaats de "Software DVD-ROM" in de computer en installeer
vervolgens de driver.
Software installeren
2. Selecteer [System Preferences] in het Apple-menu.
3. Klik op [Afdrukken & scannen].
4. Opmerking
5. Klik op de [IP]-tab.
6. Selecteer [IPP (Internet Printing Protocol) in [Protocol].
7. Voer het IP-adres van deze machine in in [Address].
8. Voer "ipp/Ip" in [Queue].
9. Klik op [Add].
10. Klik op [Continue].
11. Controleer of de machine is geregistreerd [Print & Scan (Printen &
Scannen)].
1181
Communicatie coderen via IPSec
U kunt communicatie tussen uw computer en de printer coderen.
De communicatie wordt gecodeerd via IPSec. Wanneer IPSec ingeschakeld is, wordt
codering toegepast voor alle toepassingen door middel van IP-protocollen.
U kunt tot 50 hosts opgeven via de bijbehorende IP-adressen. Wanneer een host die niet
geregistreerd is, toegang probeert te krijgen tot de machine, wordt de toegang geweigerd.
Wanneer u probeert toegang te krijgen vanaf een host die niet geregistreerd is, is de
poging ongeldig.
Zorg ervoor dat de printer geconfigureerd is voordat u uw computer configureert.
Memo
U moet een vooraf gedeelde sleutel klaar hebben op voorhand.
Deze machine instellen
Dit onderdeel beschrijft de instellingen die u moet instellen op de printer om IPSec in te
schakelen. U moet inloggen op de Webpagina als de beheerder om deze instelling te
voltooien.
Een computer instellen
Dit onderdeel beschrijft de instellingen die u moet instellen op een computer om IPSec in
te schakelen. U moet de printer instellen voor deze instelling.
1182
Deze machine instellen
Om IPSec in te schakelen, dient u deze machine in te stellen door de Webpagina vooraf te
gebruiken.
Opmerking
Indien IPSec ingesteld is op deze machine en de host, komt IPSec-communicatie tot stand.
Indien IPSec niet ingesteld is op de host, komt de IPSec-communicatie niet tot stand.
Vergeet niet om notities te nemen van de waarden die worden gespecificeerd in deze
procedure. Deze waarden zijn nodig bij het instellen van IPSec op een computer.
1. Open de Webpagina van deze machine
Hoe inloggen op de webpagina
De Controle of Wijziging van de Instellingen van Deze Machine vanaf een
Computer
2. Log in als de beheerder.
3. Kies [Admin Setup].
4. Selecteer [Network] > [Security] > [IPSec].
5. Specificeer gedetailleerde instellingen door het volgen van de op
het witte doek instructies.
Memo
U dient [AH] of [ESP] in te schakelen in de [Phase2 Proposal]-instelling.
6. Klik op [Submit].
De nieuwe instellingen worden geactiveerd wanneer de netwerkfunctie van deze
machine wordt herstart.
Opmerking
Indien u IPSec niet kon instellen door de inconsistentie van de opgegeven parameters, kunt u de
Webpagina niet openen. In dat geval schakelt u IPSec uit met het bedieningspaneel van deze
machine of initialiseert u de netwerkinstellingen.
Verbonden
Ga over tot het instellen van een computer.
Een computer instellen
1183
1184
Een computer instellen
Een IP-Security Policy creëren
Uitwisselingssleutel instellen
Een IP-Filter instellen
Filteracties instellen
Een IP-Security Policy toewijzen
IPSec instellen op een computer.
Volg de onderstaande procedure en zorg ervoor dat alle stappen in volgorde worden
uitgevoerd.
Memo
Stel deze machine in alvorens de computer in te stellen.
Deze machine instellen
Een IP-Security Policy creëren
1. Klik op [Start] en selecteer vervolgens [Control Panel] > [System
and Security] > [Administrative Tools].
2. Dubbelklik op [Local Security Policy].
3. Klik op [IP Security Policies on Local Computer] in het [Local
Security Policy]-venster.
4. Selecteer [Create IP Security Policy] in het [Action]-menu.
5. Klik op [Next] in [IP Security Policy Wizard].
6. Voer [Name] in en [Description] en klik vervolgens op [Next].
7. Wis het selectievakje [Activate the default response rule (enkel
oudere Windows-versies)] en klik vervolgens op [Next].
8. Selecteer het selectievakje [Edit Properties] en klik vervolgens op
[Finish].
Uitwisselingssleutel instellen
1. Selecteer de [General]-tab in het New IP Security Policy Properties-
1185
venster.
2. Klik op [Settings].
3. Voer een waarde (minuten) in [Authenticate and generate a new
key after every] in het [Key Exchange Settings]-venster.
Opmerking
Specificeer dezelfde waarde als [Lifetime] in de "Phase1 Proposal"-instelling in "Deze
machine instellen". Voer in deze stap een waarde in minuten in, ook als [Lifetime]
gespecificeerd is in seconden.
4. Klik op [Methods].
5. Klik op [Add] in het [Key Exchange Security Methods]-venster.
6. Specificeer [Integrity algorithm], [Encryption algorithm], en [Diffie-
Hellman group].
Opmerking
Selecteer dezelfde waarde als deze gespecificeerd in [IKE Encryption Algorithm], [IKE
Hush Algorithm], en [Diffie-Hellman group] in de "Phase1 Proposal"-instelling in "Deze
machine instellen".
7. Klik op [OK].
8. Selecteer [OK] in het [Key Exchange Security Methods]-venster.
9. Klik op [OK] in het [Key Exchange Settings]-venster.
Een IP-Filter instellen
1. Selecteer de [Rules]-tab in het IP security policy properties-
venster.
2. Klik op [Add].
3. Klik op [Next] in [Security Rule Wizard].
4. Selecteer [This rule does not specify a tunnel] op het [Tunnel
Endpoint]-scherm, en klik vervolgens op [Next].
5. Selecteer [All Network Connections] op het [Network Type]-
scherm, en klik vervolgens op [Next].
6.
Klik op [Add] op het [IP Filter List]-scherm.
1186
7. Klik op [Add] in het [IP Filter List]-venster.
8. Klik op [Next] op [IP Filter Wizard].
9. Klik op [Next] op het [IP Filter Description and Mirrored property]-
scherm.
10. Klik op [Next] op het [IP Traffic Source]-scherm.
11. Klik op [Next] op het [IP Traffic Destination]-scherm.
12. Klik op [Next] op het [IP Protocol Type]-scherm.
13. Klik op [Beëindigen].
Filteracties instellen
1. Klik op [OK] in het [IP Filter List]-venster.
2. Selecteer een nieuwe IP-filter in de lijst op de [Security Rule
Wizard] en klik vervolgens op [Next].
3. Klik op [Add] op het [Filter Action]-scherm.
4. Klik op [Next] in de [Filter Action Wizard].
5. Voer [Name] en [Description] in op het [Filter Action Name]-
scherm.
6. Selecteer [Negotiate security] op het [Filter Action General
Options]-scherm en klik vervolgens op [Next].
7. Selecteer [Do not allow unsecured communication] op het
[Communicating with computers that do not support IPsec]-
scherm en klik vervolgens op [Next].
8. Selecteer [Custom] op het [IP Traffic Security]-scherm en klik
vervolgens op [Settings].
9. Stel in in het [Custom Security Method Settings]-venster en klik op
[OK].
Opmerking
Selecteer dezelfde waarde als deze gespecificeerd in [IKE Encryption Algorithm], [IKE
Hush Algorithm], en [Diffie-Hellman group] in de "Phase1 Proposal"-instelling in "Deze
1187
machine instellen".
10. Klik op [Next] op het [IP Traffic Security]-scherm.
11. Selecteer het selectievakje [Edit Properties] en klik vervolgens op
[Finish].
Een IP-Security Policy toewijzen
1. Als u Key PFS wilt inschakelen, selecteert u het selectievakje [Use
session key perfect forward secrecy (PFS)] in het [Filter Action
Properties]-venster.
2. Als u IPSec-communicatie uitvoert met het algemene IPv6-adres,
selecteert u het selectievakje [Accept unsecured communication,
but always respond using IPsec].
3. Klik op [OK].
4. Selecteer de nieuwe filteractie en klik vervolgens op [Next].
5. Selecteer de authenticatiemethode op het [Authentication Method]-
scherm en klik vervolgens op [Next].
6. Klik op [Beëindigen].
7. Klik op [OK]-in het New IP Security Policy Properties-venster.
8. Selecteer het nieuwe IP-beveiligingsbeleid in het [Local Security
Policy]-venster.
9. Selecteer [Assign] in het [Action]-menu.
10. Controleer of [Yes] wordt weergegeven voor [Policy Assigned] voor
het nieuwe IP-beveiligingsbeleid.
11. Klik op [x] in het [Local Security Policy]-venster.
1188
1189
Gegevens van een ontvangen document naar een e-
mailbestemming of gedeelde mapp doorsturen
(Automatische aflevering)
Dit deel beschrijft de automatische aflevering functie en hoe deze in te stellen.
De automatische aflevering functie stuurt ontvangen gegevens door naar gespecificeerde
bestemmingen. U kunt tot vijf e-mail adressen specificeren en een netwerk map als
bestemmingen.
U kunt deze functie gebruiken voor ontvangen faxen, Internet faxen, en e-mail aanhangsel
bestemmingen. De gegevens worden doorgestuurd als een PDF of TIFF bestand afhankelijk
van het bestandsformaat of de ontvangen gegevens.
U kunt maximaal 100 sets doorstuur bestemmingen registreren voor de functie
automatische levering.
1. Open de Webpagina van deze machine
Over het IP-Adres van deze machine, verwijs naar "Het controleren van de
Informatie op de Machine".
2. Log in als de beheerder.
3. Selecteer [Transmission Settings].
U moet van tevoren een server instellen.
Voordat u Scan Naar E-mail Gebruikt
4. Klik op [New] op de [Automated Delivery Setup] pagina.
5. Ga een naam in [Automated Delivery] binnen.
1190
6. Kies [ON] voor [Automated Delivery].
7. Kies het controle venster van een benodigd onderdeel voor [Search
field].
8. Kies [OFF] voor [Print].
Om de ontvangen gegevens te printen, kies [ON].
1191
9. Klik op [Edit] in [Deliver To].
10. Voer een bestemming e-mail adres in, en klik dan op [Add].
11. Controleer dat het ingevoerde adres wordt weergegeven in
[Address List], en klik dan op [OK].
12. Klik op [Edit] in [Deliver To].
1192
Om een netwerk map te specificeren, registreer van tevoren een bestemming (profiel).
Voordat Scannen Naar Gedeelde Map Gebruikt kan worden
13. Kies een bestemming vanaf [Profile List], en klik dan op [OK].
14. Klik op [Submit].
Memo
Wanneer [Forwarding Setting] is ingeschakeld, worden ontvangen faxwn niet automatisch
afgeleverd met deze functie.
Een ontvangen fax wordt afgeleverd als een PDF bestand.
Indien een ontvangen e-mailaanhechtselbestand geen PDF, JPEG of TIFF bestand is, is het
bestand niet doorgezonden.
1193
De hoofdtekst van ontvangen e-mails kan niet worden doorgestuurd.
De gegevensgrootte die deze functie aankan is begrensd.
Indien de herinneringskaartruimte van de machine onvoldoende is ontvangen faxapparaten,
Internet Faxes te bewaren of e-mail aanhechtselbestanden, de transmissiegegevens niet
automatisch bezorgden.
1194
Limiteren via Gebruik van een IP Adres (IP Filtering).
U kunt de toegang tot de machine beheren door een IP-adres te gebruiken. U kunt instellen
dat u printen of instellen toestaat vanaf een opgegeven IP-adres. In de fabriek is ingesteld
dat IP-filtering standaard uitgeschakeld is.
Opmerking
Zorg ervoor dat u het juiste IP-adres opgeeft. Een onjuiste invoer of een IP-adres geeft geen
toegang tot de printer door het IP-protocol te gebruiken.
Wanneer u IP-filtering inschakelt, wordt toegang geweigerd tot hosts die niet opgegeven zijn
in deze instelling.
1. Open de Webpagina van deze machine
Hoe inloggen op de webpagina
De Controle of Wijziging van de Instellingen van Deze Machine vanaf een
Computer
2. Log in als de beheerder.
3. Kies [Admin Setup].
4. Selecteer [Network] > [Security] > [IP Filtering].
5. Specificeer gedetailleerde instellingen door de instructies op het
scherm te volgen.
Opmerking
Indien er niets geregistreerd is in [Administrator's IP Address to Register], is toegang
tot de machine mogelijk niet toegestaan, afhankelijk van het opgegeven IP-
adresbereik.
Indien u een proxyserver gebruikt, komen [Your Current Local Host/Proxy IP Address]
en het IP-adres van uw host mogelijk niet overeen.
6. Klik op [Submit].
De nieuwe instellingen worden geactiveerd wanneer de netwerkfunctie van deze
machine wordt herstart.
Memo
U kunt enkel IPv4 gebruiken voor IP-filtering.
1195
Limiteren via Gebruik van MAC adres (MAC Address
Filtering).
U kunt de toegang tot de machine beheren door een MAC-adres te gebruiken. U kunt
toegang vanaf een opgegeven MAC-adres toestaan of weigeren. Opmerking
Opmerking
Zorg ervoor dat u het juiste MAC-adres opgeeft. Bij een onjuiste invoer van een IP-adres, wordt
geen toegang tot de machine vanaf een netwerk toegestaan.
1. Open de Webpagina van deze machine
Hoe inloggen op de Webpagina
De Controle of Wijziging van de Instellingen van Deze Machine vanaf een
Computer
2. Log in als de beheerder.
3. Kies [Admin Setup].
4. Selecteer [Network] > [Security] > [MAC Address Filtering].
5. Specificeer gedetailleerde instellingen door het volgen van de op
het witte doek instructies.
Opmerking
Indien er niets geregistreerd is in [Administrator's MAC Address to Register], is
toegang tot de machine mogelijk niet toegestaan, afhankelijk van het opgegeven
MAC-adres.
Indien u een proxyserver gebruikt, komen [Your Current Local Host/Proxy MAC
Address] en het MAC-adres van uw host mogelijk niet overeen.
6. Klik op [Submit].
De nieuwe instellingen worden geactiveerd wanneer de netwerkfunctie van deze
machine wordt herstart.
Memo
U kunt niet voor elk adres opgeven of toegang moeten worden toegestaan of geweigerd.
1196
E-mail waarschuwing
Instelling om een e-mail te sturen, maar alleen als er een
fout optreedt
Om deze functie te gebruiken, dient u uw e-mailserver van te voren in te stellen.
1. Open de Webpagina van Deze Machine
Hoe in te loggen op de webpage
De Controle of Wijziging van de Instellingen van Deze Machine vanaf een
Computer
2. Log in als de beheerder.
3. Kies [Admin Setup].
4. Selecteer [Network] > [E-mail] > [Alert Settings].
5. Voer een e-mailadres in om een melding te ontvangen in [Failure
Notification Settings].
6. Klik op [Setting] van het ingevoerde e-mailadres.
Indien u de meldingsvoorwaarden wilt toepassen op een ander adres, klik dan op
[Copy].
7. Selecteer [Upon occurrence of an event] in [Way of E-mail Alerting]
en klik vervolgens op [To Step 2].
8. Specificeer gedetailleerde instellingen door de instructies op het
scherm te volgen.
Indien u een controle invoert over fouten of waarschuwen die een melding vereisen,
wordt een venster weergegeven om het tijdsverschil te specificeren tussen het
verzenden van de melding en de fout.
9. Klik op [OK].
10. Klik op [View a summary of current configuration] om de huidige
instellingen te controleren en klik vervolgens op [x] om het
venster te sluiten.
U kunt de huidige instellingen controleren van maximaal twee adressen in het
hoofdvenster. Selecteer het adres dat u wilt controleren in de keuzelijst.
11. Klik op [Submit].
De nieuwe instellingen worden geactiveerd wanneer de netwerkfunctie van deze
machine wordt herstart.
1197
Instelling om regelmatig een e-mail van deze machine te
versturen
1. Open de webpagina van deze machine.
Hoe in te loggen op de webpage
De Controle of Wijziging van de Instellingen van Deze Machine vanaf een
Computer
2. Log in als de beheerder.
3. Kies [Admin Setup].
4. Selecteer [Network] > [E-mail] > [Alert Settings].
5. Voer een e-mailadres in om een melding te ontvangen in [Failure
Notification Settings].
6. Klik op [Setting] van het ingevoerde e-mailadres.
Indien u de meldingsvoorwaarden wilt toepassen op een ander adres, klik dan op
[Copy].
7. Selecteer [Periodically] in [Way of E-mail Alerting] en klik
vervolgens op [To Step 2].
8. Specificeer gedetailleerde instellingen door de instructies op het
scherm te volgen.
9. Klik op [OK].
10. Klik op [View a summary of current configuration] om de huidige
instellingen te controleren en klik vervolgens op [x] om het
venster te sluiten.
U kunt de huidige instellingen controleren van maximaal twee adressen in het
hoofdvenster. Selecteer het adres dat u wilt controleren in de keuzelijst.
11. Klik op [Submit].
De nieuwe instellingen worden geactiveerd wanneer de netwerkfunctie van deze
machine wordt herstart.
Memo
Indien er een fout optreedt die niet in aanmerking komt voor een melding, wordt er geen e-mail
verzonden.
1198
1199
De status van deze machine controleren via het gebruik
van SNMPv3
Indien u een SNMP-beheerder gebruikt die SNMPv3 ondersteunt, kunt u het machinebeheer
encoderen met SNMP.
1. Open de Webpagina van deze machine
Hoe in te loggen op de webpage
De Controle of Wijziging van de Instellingen van Deze Machine vanaf een
Computer
2. Log in als de beheerder.
3. Kies [Admin Setup].
4. Selecteer [Network] > [SNMP] > [Settings].
5. Specificeer gedetailleerde instellingen door de instructies op het
scherm te volgen.
6. Klik op [Submit].
De nieuwe instellingen worden geactiveerd wanneer de netwerkfunctie van deze
machine wordt herstart.
Memo
Er wordt een SNMP-agent geïmplementeerd. U kunt de machine-instellingen bevestigen en
wijzigen met een commercieel verkrijgbare SNMP-agent. Voor de MIB in de machine raadpleegt
u "Software DVD-ROM" en controleert u het "LEESMIJ"-bestand in de [Misc] > [MIB Files]-map.
1200
Deze machine verbinden met het authentificatienetwerk
met gebruik van IEEE802.1X
Deze machine ondersteunt IEEE802.1X-authenticatie. Met deze authenticatiefunctie kunt u
instellen dat de machine, die verbonden is met een netwerk, weigert te verbinden met
uitzondering van bepaalde computers.
Instellen door PEAP te gebruiken
EAP-authenticatie moet worden uitgevoerd nadat de computerverbinding geauthenticeerd
is door het inschakelen van IEEE802.1X. Dit onderdeel beschrijft hoe u PEAP kunt
instellen, een EAP-authenticatietype. U moet inloggen als de beheerder om deze instelling
te kunnen voltooien.
Instellen door EAP-TLS te gebruiken
EAP-authenticatie moet worden uitgevoerd nadat de computerverbinding geauthenticeerd
is door het inschakelen van IEEE802.1X. Dit onderdeel beschrijft hoe u EAP-TLS kunt
instellen, een EAP-authenticatietype. U moet inloggen als de beheerder om deze instelling
te kunnen voltooien.
1201
Instellen door PEAP te gebruiken
Deze machine ondersteunt de IEEE802.1X-authenticatie.
Stel deze machine en de computer in alvorens de onderstaande procedure te volgen.
Over initiële installatie en IP-adres
Eenvoudige instelling
1. Open de Webpagina van deze machine
Hoe inloggen op de webpagina
De Controle of Wijziging van de Instellingen van Deze Machine vanaf een
Computer
2. Log in als de beheerder.
3. Kies [Admin Setup].
4. Selecteer [Network] > [IEEE802.1X].
5. Selecteer [Enable] in [IEEE802.1X].
6. Selecteer [PEAP] in [EAP Type].
7. Voer een gebruikersnaam in bij [EAP User].
8. Voer een wachtwoord in bij [EAP Password].
9. Selecteer [Authenticate Server] en klik vervolgens op [Import].
10. Voer de bestandsnaam in van het CA-certificaat en klik vervolgens
op [OK].
Geef het certificaat op dat is uitgegeven door de certificeringsinstantie en dat de
RADIUS-server heeft verkregen. U kunt een PEM-, DER- en PKCS#7-bestand
importeren.
11. Klik op [Submit].
De nieuwe instellingen worden geactiveerd wanneer de netwerkfunctie van deze
machine wordt herstart.
12. Zet de machine uit nadat deze machine online komt.
13. Sluit de LAN-kabel aan op de netwerkinterface-aansluiting.
14. Sluit de LAN-kabel aan op de authenticatiepoort van een
authenticatieschakelaar.
15. Zet de machine aan.
1202
16. Installeer deze machine.
1203
Instellen door EAP-TLS te gebruiken
Deze machine ondersteunt de IEEE802.1X-authenticatie.
Stel deze machine en de computer in alvorens de onderstaande procedure te volgen.
Over initiële installatie en IP-adres
Eenvoudige instelling
1. Open de Webpagina van deze machine
Hoe inloggen op de webpagina
Open de web-pagina van deze machine
2. Log in als de beheerder.
3. Kies [Admin Setup].
4. Selecteer [Network] > [IEEE802.1X].
5. Selecteer [Enable] voor [IEEE802.1X].
6. Selecteer [EAP-TLS] voor [EAP Type].
7. Voer een gebruikersnaam in bij [EAP User].
8. Selecteer [Do not use SSL/TLS Certificate for EAP authentication]
en klik vervolgens op [Import].
9. Voer de bestandsnaam in van het certificaat.
U kunt enkel een PKCS#12-bestand importeren.
10. Voer het wachtwoord in van het certificaat en klik vervolgens op
[OK].
11. Selecteer [Authenticate Server] en klik vervolgens op [Import].
12. Voer de bestandsnaam in van het CA-certificaat en klik vervolgens
op [OK].
Geef het certificaat op dat is uitgegeven door de certificeringsinstantie en dat de
RADIUS-server heeft verkregen. U kunt een PEM-, DER- en PKCS#7-bestand
importeren.
13. Klik op [Submit].
De nieuwe instellingen worden geactiveerd wanneer de netwerkfunctie van deze
machine wordt herstart.
14. Zet de machine uit nadat deze machine online komt.
1204
15. Sluit de LAN-kabel aan op de netwerkinterface-aansluiting.
16. Sluit de LAN-kabel aan op de authenticatiepoort van een
authenticatieschakelaar.
17. Zet de machine aan.
18. Installeer deze machine.
1205
Instellen van de LDAP-server
Memo
Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor meer informatie over de LDAP-server en de
coderingsinstelling.
1. Open de Webpagina van deze machine
Hoe inloggen op de webpagina
De Controle of Wijziging van de Instellingen van Deze Machine vanaf een Computer
2. Log in als de beheerder.
Hoe in te loggen als de beheerder
De Controle of Wijziging van de Instellingen van Deze Machine vanaf een Computer
3. Kies [Admin Setup].
4. Selecteer [Network] > [LDAP].
5. Voer de domeinnaam of het IP-adres in van de LDAP-server in
[LDAP-Server].
6. Voer het poortnummer in van de LDAP-server in [Poortnummer].
7. Specificeer een time-out waarde om op de zoekresultaten te
wachten in [Timeout].
8. Specificeer het maximum aantal zoekopdrachten in [Max. Entries].
9. Specificeert een BaseDN voor toegang tot de LDAP-server onder
[Search Root].
10. Voer attribuutnamen in waarnaar gezocht wordt als de
gebruikersnaam onder [User Name].
Wees zeker een waarde aanwezig [Name 1] binnengaan.
11. Voer een e-mailadres in waarnaar gezocht kan worden onder [Mail
Address].
12. Specificeer indien nodig een zoekvoorwaarde in [Additional Filter].
13. Selecteer een noodzakelijkeauthenticatiemethode in [Method].
Opmerking
1206
Als u [Anonymous] of [Simple] selecteert, mislukt de gebruikersverificatie door middel van
LDAP. U moet [Digest-MD5] of [Secure Protocol] selecteren als u de LDAP-server wilt
instellen voor de gebruikersverificatie.
Memo
Als u [Digest-MD5] selecteert, moet u de DNS-server instellen.
Als u [Secure Protocol] selecteert, moet u zowel de DNS-server instellen als de
beveiligingsprotocol-server.
14. Als u een andere selecteert dan [Anonymous] in stap 13,
specificeer dan de gebruiker-ID en het paswoord om in te loggen
op de LDAP-server.
15. Selecteer de coderingsmethode in [Encryption].
16. Klik op [Submit].
De nieuwe instellingen worden geactiveerd wanneer de netwerkfunctie van deze
machine wordt herstart.
1207
Instelling van het ontvangstprotocol
U kunt het ontvangstprotocol (POP3, SMTP, enz.) instellen, zodat de machine e-mails kan
ontvangen.
1. Open een Web browser.
2. Voer in "http://(IP adres van deze machine)" in de adres balk, en
druk dan op de <Enter> toets.
3. Klik op [Administrator Login].
4. Voer "admin" in [User Name (Gebruikersnaam)] in en het huidige
gebruikerswachtwoord [Password (Wachtwoord)] en klik
vervolgens op [OK (OK)].
Voor Mac OS X voert u "admin" in [Name (Naam)] in en het huidige
gebruikerswachtwoord [Password (Wachtwoord)] en klik vervolgens op [Login
(Login)].
5. Klik op [SKIP].
6. Klik op [Admin Setup] aan de bovenzijde van het scherm.
7. Klik op [Network] > [Mail Server] aan de linkerzijde van het
scherm.
8. Stel de mail server in gebaseerd op de informatie op het instelling
informatie vel wanneer nodig.
9. Klik op [Submit].
10. Klik op [E-mail]> [Receive Settings] aan de linkerkant zijde van het
scherm.
11. Selecteer [POP3], en klik dan op [To STEP2].
12. Zet de POP3 protocol zo nodig op.
13. Klik op [Submit].
1208
Toegangsbeheer
Voordat u het toegangsbeheer van de machine inschakeld, dient u de gebruikersinformatie
op de webpagina van de machine te registreren.
Elke gebruikersinformatie heeft een rol en zodra het toegangsbeheer is ingeschakeld,
kunnen gebruikers uitsluitend bewerkingen uitvoeren, die bij de elke rol zijn toegestaan.
U kunt groepen creëren en meerdere gebruikers in een groep beheren.
Geregistreerde Gebruikers
Geregistreerde Rollen
Geregistreerde Groepen
De LDAP Autorisatie instellen
1209
Geregistreerde Gebruikers
1. Open de Webpagina van deze machine.
Open de web-pagina van deze machine
2. Log in als de beheerder.
Log in als de beheerder
3. Klik [User Management (Gebruikersmanagement)].
4. Klik [User List (Gebruikerslijst)].
5. Specificeer het type gebruiker.
Lokale Gebruiker: Registreer de gebruikersinformatie op de machine.
LDAP Gebruiker: Geregistreerd gebruiker op de LDAP server. LDAP server
authentificatie-instelling is vereist.
Kerberos Gebruiker: Geregistreerd gebruiker op de Kerberos server. Kerberos server
authentificatie-instelling is vereist.
6. Klik op [+].
7. Wanneer de gebruikersinformatie instelling op het scherm
verschijnt, voer de vereiste informatie in.
Gebruikersnaam Voer een gebruikersnaam in.
Wachtwoord: Voer een wachtwoord in.
Toon Naam: Voer toon naam in.
E-mailadres: Voer uw e-mailadres in.
Taalcode: Voer de taalcode in.
PIN: Voer uw PIN in.
ID-kaart: Voer uw ID-kaart informatie in.
Rol: Stel uw rol in.
Groeperen: Stel de groep waartoe u behoort in.
8. Druk op [Submit (Indienen)].
1210
Geregistreerde Rollen
Elke gebruiker heeft een rol en toegestane bewerkingen zijn afhankelijk van de rol beperkt.
Twee of meer rollen kunnen aan een gebruiker worden toegewezen.
Bijvoorbeeld, u kunt rollen voor functies en afdelingen creëren en vervolgens toegestane
bewerkingen aan iedere rol koppelen.
Controleerbare bewerkingen door rollen zijn als volgt:
Kopiëren
Scannen naar Fax Server
Scannen naar e-mail
Scannen naar USB-geheugen
Scannen Naar Fax
Versturen van data naar een fax server
Internet fax transmissie
Afdrukken vanaf een computer
Afdrukken vanuit het USB-geheugen
1. Open de Webpagina van deze machine.
Open de web-pagina van deze machine
2. Log in als de beheerder.
Log in als de beheerder
3. Klik [User Management (Gebruikersmanagement)].
4. Klik op [Role List (Rolelijst)].
5. Klik op [+].
6. Wanneer het Rolinformatiescherm verschijnt, voer de vereiste
informatie in.
Rolnaam: Voer een rolnaam in.
Rolomschrijving: Voer uitleg van een rol enz. In
Toestemming: Stel voor elke bewerking of het toegestaan is of niet toegestaan of
geen bevoegheid voor alle bewerkingen. Als er geen bevoegdheid is ingesteld, dan
worden de toegestane bewerkingen bij andere rollen niet toegestaan.
Lokale Gebruikerslijst: Voeg gebruikers aan die rol toe.
Kerberos Gebruikerslijst: Voeg Kerberosgebruikers aan die role toe.
7. Klik op [Submit (Indienen)].
U kunt geregistreerde roles kopiëren om toe te voegen.
Druk op [Copy (Kopiëren)] op de rechterzijde van de rolnaam om het
rolinformatiescherm te tonen en wijzig de elementen, indien dit vereist is en
1211
registreer.
1212
Geregistreerde Groepen
U kunt groepen creëren en meerdere gebruikers in een groep beheren. U kunt maximaal
1.000 groepen registreren. U kunt maximaal 5.000 gebruikers in een groep registreren.
1. Open de Webpagina van deze machine.
Open de web-pagina van deze machine
2. Log in als de beheerder.
Log in als de beheerder
3. Klik [User Management (Gebruikersmanagement)].
4. Klik op [Group List (Groepslijst)].
5. Klik op [+].
6. Wanneer het groepsinformatiescherm verschijnt, voer de vereiste
informatie in.
Groepsnaam: Voer een groepsnaam in:
Groepsbeschrijving: Voer de uitleg voor de groep enz. In.
Lokale Gebruikerslijst: Voeg gebruikers aan die groep toe.
Kerberos Gebruikerslijst: Voeg Kerberosgebruikers aan die groep toe.
7. Klik op [Submit (Indienen)].
U kunt geregistreerde roles kopiëren om toe te voegen.
Druk op [Copy (Kopiëren)]op de rechterzijde van de groepsnaam om het
groepsinformatiescherm te tonen en wijzig de elementen, indien dit vereist is en
registreer.
1213
De LDAP Autorisatie instellen
1. Open de Webpagina van deze machine.
Open de web-pagina van deze machine
2. Log in als de beheerder.
Log in als de beheerder
3. Klik [User Management (Gebruikersmanagement)].
4. Klik op [LDAP Authentication Settings (LDAP Authenticatie
Instellingen)].
5. Klik op [LDAP Authentication Settings (LDAP Authenticatie
Instellingen)].
6. Voer de LDAP Sleutel in om alle informatie te verkrijgen.
[Cache authentication information (Cache authenticatie informatie)] in de [User
information cash settings (Gebruikersinformatie cache instellingen)] daarmee kunt u
de LDAP authenticatie-informatie opslaan in de cache van de machine.
Memo
Cache authenticatie-informatie is een functie die automatisch naar cache authenticatie
springt als de machine niet met de LDAP server kan communiceren.
U kunt een vervaldatum voor de cache authenticatie- informatie dagelijks instellen. De
vervaldatum betekent de tijdsduur die verstreken is sinds de laatste succesvolle online
authenticatie plaatsvond. De verstreken tijdsduur wordt per gebruiker bekeken.
7. Druk op [Submit (Indienen)].
8. Klik op [Role Assignment Regulations (Rol Toewijzingsbepalingen)].
9. Klik op [+] om rollen toe te wijzen.
10. Wanneer het Roltoewijzingsscherm verschijnt, voer de vereiste
informatie in.
11. Druk op [Submit (Indienen)].
1214
1215
Over items die men kan instellen of controleren
Bekijk informatie
Item Beschrijving
Status Geeft de huidige status van de machine weer. Alle waarschuwingen en fouten die
op de machine zijn opgetreden, worden weergegeven als
"waarschuwingsinformatie". U kunt ook de werkstatus van elke netwerkservice,
een lijst met informatie over de machine en het IP-adres dat op de machine
ingesteld is controleren.
Teller Weergeeft het aantal afdrukken van printen of scannen.
Voorraad
Levensduur Weergeeft de overgebleven hoeveelheid en levensduur van verbruiksmiddelen.
Verbruik
Rapport Weergeeft de print statistiek resultaten.
Netwerk U kunt algemene informatie, de TCP/IP-status, onderhoudsgegevens en andere
netwerkinstellingsinformatie controleren.
Systeem Geeft de machine-informatie weer.
Papierinstellingen
Deze functie wordt alleen weergegeven als u inlogt als beheerder van de machine.
Item Beschrijving
Lade
Configuratie U kunt een papier grootte instellen voor elke lade, normaal papier, en andere
instellingen.
Bij het gebruik van de printerdriver krijgen de waarden die zijn ingesteld met de
printerdriver prioriteit boven deze instellingen.
1216
Kies lade Kiest een lade die wordt gebruikt wanneer een ontvangen document wordt
geprint of papier automatisch wordt gekozen.
Papier
Invoer
Opties
Stelt lade wisseling en een prioriteit order in.
Laatste
pagina
duplex
Instellen of dubbelzijdig afdrukken wordt uitgevoerd als de laatste pagina een
enkelzijdige pagina is.
Lijst
Deze functie wordt alleen weergegeven als u inlogt als beheerder van de machine.
Item Beschrijving
Profiel U kunt informatie instellen die nodig is om te scannen naar een netwerk-pc en
het registreren als een profiel. U kunt instellen een protocol, opslag
bestemming URL, bestandsnaam, dichtheid, document grootte, kleuren
formaat, monochrome formaat, en andrere instellingen naar een profiel.
NetwerkScan Registreert, verwijdert, en bewerkt een bestemming voor een netwerkscan.
Beheerderinst.
Deze functie wordt alleen weergegeven als u inlogt als beheerder van de machine.
Netwerk
Item Beschrijving
Algemene Netwerk Instellingen Zet de algemene netwerk instellingen.
Draadloze Instelling Zet de draadloze instellingen.
TCP/IP Stelt de TCP/IP-informatie in.
Eenvoudige instelling
NBT Stelt informatie over NetBIOS over TCP in.
1217
Mailserver Stelt een mailserver in.
E-mail Ontvangstinstellingen Zet een e-mail ontvangst instelling.
Voordat u Scan Naar E-mail Gebruikt
Alarm instellingen Stelt de functie in die u in staat stelt om e-mail alarmen te
ontvangen over gebeurtenissen die zijn opgetreden op de
machine.
E-mail waarschuwing
SNMP Instellingen Stelt SNMP in.
Trap Zet SNMP Trap.
IPP Instellingen Stelt de functie in waarmee u IPP-afdrukken kunt uitvoeren.
Authenticatie Stelt authenticatie in.
Google Cloud Print Om informatie voor Google Cloud Print in te stellen.
Windows Rally Stelt informatie over Windows Rally in.
IEEE 802.1X Stelt informatie over EEE802.1X/EAP in.
Secure Server Protocol Stelt serverinformatie over het beveiligingsprotocol in.
LDAP Stelt informatie over LDAP in.
Beveiliging Protocol AAN/UIT Stopt een netwerkprotocol en netwerkservice die niet worden
gebruikt.
IP-filtering Beperkt toegang via gebruik van IP adressen. Toegang van
buiten uw bedrijf wordt ook ondersteund. Echter, deze
functie heeft nodig voldoende kennis over IP adressen.
Sommige instellingen kunnen resulteren in serieuze
problemen die voorkomen dat u toegang krijgt tot de
machine via een netwerk.
MAC Adres Filteren Beperkt toegang via gebruik van MAC adressen. Toegang van
buiten uw bedrijf wordt ook ondersteund. Echter, deze
functie heeft nodig voldoende kennis over MAC adressen.
Sommige instellingen kunnen resulteren in serieuze
problemen die voorkomen dat u toegang krijgt tot de
machine via een netwerk.
SSL/TLS Codeert de communicatie tussen een computer (client) en de
machine.
IPSec Stelt de codering in voor de communicatie tussen een
computer (client) en de machine en instellingen die geknoei
voorkomen.
Veranderen Netwerk
Wachtwoord. Verandert het beheerder wachtwoord. De standaard waarde
van het wachtwoord zijn de laatste zes cijfers van het MAC
adres.
Onderhoud Resetten/herstellen Herstart en herstelt een netwerk. Zelfs nadat u naar de
Webpagina toegaat vanaf de Web browser na het herstarten,
wordt de Webpagina niet weergegeven voordat de herstart
gereed is. Resetten herstelt het IP adres naar zijn standaard
status, resulterend in dat informatie die u handmatig heeft
ingesteld verloren is. In dit geval, kan de Webpagina niet
worden weergegeven.
Netwerkschaal Verbetert operatie doeltreffendheid op een netwerk. Deze
instelling is zeer effectief als een hub met een omspannende
boomstructuurfunctie of een computer en het apparaat een-
op-een zijn aangesloten met een kruiskabel.
Kopieerinstellingen
1218
U kunt de kwaliteit, de dichtheid, de scangrootte, marges, wissen van randen, duplex en
andere instellingen instellen.
Faxinstelling
Item Beschrijving
Standaardinstellingen Stelt in de afbeelding kwaliteit, dichtheid, en andere standaard instellingen
voor het versturen van faxen.
Veiligheid functie Stelt beveiliging in voor versturen van faxen.
Andere Instellingen Stelt andere instellingen in voor versturen van faxen.
FaxServer-functie
Item Beschrijving
Omgevingsinstellingen Stelt de omgevingsinstellingen in.
Standaardinstellingen Stelt de standaard instellingen in.
Beveiligingsfunc. Stelt de beveiliging instellingen in.
Overige instellingen Stelt andere instellingen in om data van de fax naar de server te
versturen.
Internet Fax Instellingen
Stelt Internet Fax in.
Scannerinstellingen
Item Beschrijving
Standaardinstellingen Stelt in de afbeelding kwaliteit, dichtheid, en andere standaard
instellingen voor het scannen.
E-mailsetup Stelt e-mailinstellingen in die vereist zijn om scannen naar e-mail uit te
voeren.
USB geheugensetup Stelt USB Geheugen instellingen in voor het uitvoeren van Sacn naar
USB Gheugen.
TWAIN Setup Zet TWAIN.
WSD Scan Setup Stelt WSD Scan in.
Pc S-scan Mmodus Stelt Pc Scan modus in.
Auto
kleurbeoordelingsniveau Om auto kleurbeoordelingsniveau in te stellen.
Afdrukken van instellingen USB-geheugen
Stelt afdrukken vanuit USB geheugen in
Afdrukinstellingen
Item Beschrijving
Menu
Afdrukken Print Opstelling Stelt het aantal kopieën, de resolutie en andere instellingen in.
Wanneer de printer driver, de waarden gebruikend die met de
printer driver zijn gezet zijn gegeven prioriteit over deze
instellingen.
Aanpassingen
printen Stellen handmatige onderbreking, klem herstel en andere print
regeling instellingen.
Print Positie
Aanpassing Regelt voor X, voor Y, achter X en achter Y posities.
1219
Reinigen van
afbeeldingsdrums
Stelt de reiniging van de afbeeldingsdrum in.
Hex Dump Geeft alle ontvangen afdrukgegevens in hexadecimaal weer. Om
deze modus te verlaten, herstart de machine.
Menu Kleur Om kleurinstellingen in te stellen.
Menu Systeemconfiguratie Stelt de bedieningsmodus, de alarmvrijgave en andere
instellingen voor de machinebediening voor elke situatie in.
Emulatie PCL-setup Stelt de PCL in.
PS Setup Stelt PS in.
XPS Setup Stelt XPS in.
IBM PPR Setup Zet IBM PPR Setup.
EPSON FX Setup Zet EPSON FX Setup.
Taak voor
Gecodeerd
beveiligd
instellen
Taakverificatie Stel in of een taak eerst gecontroleerd moet worden voor het
printen. Indien ingeschakeld, wordt de beveiliging verbeterd
omdat de machine verifieerd of de taak niet is gewijzigd voordat
het begint te printen, maar hiermeer duurt het langer voordat de
machine begint te printen.
Verwijder de
taakoptie Stel in hoe een taak te verwijderen. U kunt de verwijderde data
overschrijven, zodat het niet wordt hersteld. Indien ingeschakeld,
duurt het langer om het te verwijderen.
Opslagperiode
van Taken. Stel de opslagperiode van de taken in. Wanneer de ingestelde
periode voor opgeslagen taken verstrijkt, worden de taken
automatisch verwijderd.
Beheer
U kunt de instellingen van het apparaat instellen.
Item Beschrijving
Lok.
interface Menu
USB Stelt USB in.
Systeem Setup Stelt toegang controle, weergave eenheden, en andere instellingen in.
Stroom
besparen Stelt de de energiebesparende instellingen in.
Geheugen setup Stelt de grootte van de ontvangst buffer in en bron opslag gegevens.
Setup
taalonderhoud Om taalinstellingen in te stellen.
Beheerder
wachtwoord Stelt een beheerder wachtwoord in.
Instellingen
resetten Initialiseert alle gegevens die zijn ingesteld in "Beheer", iclusief snelkeuze
oproep, kopieer en fax functie instellingen.
Gebruikersinstallatie
Item Beschrijving
Instelling stroom Stelt het automatisch uitschakelen en de inschakelmethode in.
Fax Setup Stelt een fax lijn, verzender, en andere instellingen in.
Tijd setup Stelt de tijd van de machine in.
Opmerking
1220
Indien u [Auto] selecteert, kunt u de tijd van het bedieningspaneel niet
zetten.
Andere
Instellingen Om hoge vochtigheidsmodus in te stellen.
Takenlijst
Item Beschrijving
Takenlijst Geeft een lijst met afdruktaken weer die naar de machine worden verzonden. U
kunt onnodige taken verwijderen.
Direct afdrukken
Item Beschrijving
Afdrukken via het web Specificeert en print een PDF bestand.
E-mail
Printen E-mail Printen Drukt een pdf-, jpeg- en tiff-bestanden af als deze zijn
bijgevoegd aan een e-mail die de machine ontvangt.
Ontvangstinstellingen Zet een e-mail ontvangst instelling.
Instellingen transmissie
Deze functie wordt alleen weergegeven als u inlogt als beheerder van de machine.
Item Beschrijving
Instellingen voor
automatische
levering
Stelt de functie in die u in staat stelt om automatisch een ontvangen fax te
converteren in een e-mail en het te verzenden, en de functie die u in staat
stelt om automatisch een ontvangen e-mail af te leveren.
1221
Verzending
Instellingen Stelt de functie i n die u in staat stelt om ontvangen en verzonden faxen
en e-mail gegevens te bewaren naar een server en andere opslag
mogelijkheden.
Geautomatiseerde
Aflevering
Logboek
Weergeeft de geautomatiseerde aflevering logboeken. Toon voorwaarde:
[Beheerderinst.] > [Beheer] > [Taaklogsetup] > [Taaklog opslaang] is
ingesteld op [Inschakelen].
Transmissie Log Toont de transmissie logs. Toon voorwaarde: [Beheerderinst.] > [Beheer]
> [Taaklogsetup] > [Taaklog opslaang] is ingesteld op [Inschakelen].
Koppelingen
Item Beschrijving
Links Geeft de koppelingen weer die door de fabrikant zijn ingesteld en de koppelingen die
door de beheerder zijn ingesteld.
Bewerk
Links Uw beheerder kan elke URL instellen. Vijf ondersteunende links en vijf andere links
kunnen worden geregistreerd. Geef op "http://" ook op in een ingevoerde URL.
1222
1223
Kleuraanpassing met PS Gamma Adjuster Utility
U kunt de halftoondichtheid aanpassen voor de CMYK-kleuren die door de printer worden
afgedrukt. Gebruik deze functie als de kleur in een foto of afbeelding te donker is.
Opmerking
Deze functie kan niet worden gebruikt in PS Printer Driver.
Met Windows kan het menu [Gamma-aanpassing] of de inhoud daarvan niet weergegeven
worden op het tabblad [Kleur] van de printerdriver na het registreren van de naam van de
aanpassing van een halftoon in [Aanpassing speciaal gamma]. Start in een dergelijk geval
uw computer opnieuw op.
Bij de aanpassing van de halftoon kan afdrukken langzamer worden. Als u snelheid de
prioriteit geeft dient u het selectievakje [Gamma Adjuster (Gamma Adjuster)] uit te vinken
in de [Color (Kleur)] tab voor het windows printstuurprogramma of selecteer [None (Geen)]
voor [Custom gamma] in de [Quality 2 (kwaliteit 2)] tab op het [Print Options (Print
Opties)] paneel voor het printerstuurprogramma van de Mac OS X.
Applicaties die worden gestart voor het registreren van [Gamma Curve Name] moten worden
herstart voor het printen.
Sommige toepassingen stellen u in staat de compensatie voor stiptoename en halftoon-
aanpassing op te geven, als men afdrukt of hebben de functie die dergelijke instelingen
omvat in een EPS-bestand. Om dergelijk functies die door de toepassing zijn verstrekt te
gebruiken dient u het selectievakje [Gamma Adjuster (Gamma Adjuster)] uit te vinken in de
[Color (Kleur)] tab voor het windows printstuurprogramma of selecteer [None (Geen)] voor
[Custom gamma] in de [Quality2 (kwaliteit2)] tab op het [Print Options (Print Opties)]
paneel voor het printerstuurprogramma van de Mac OS X.
De "Kies Printer" lijst van PS Gamma Adjuster weergeeft modelnamen. Wanneer meer dan
een printer van dezelfde naam bestaat in de [Printer and Device] map, wordt de
geregistreerde [Gamma Curve Name] toegepast op alle printers van hetzelfde model.
Hoe de PS Gamma Adjuster te installeren
Lijst van bijgesloten hulpprogramma's
Voor PS-printerdriver voor Windows
Voor PS-printerdriver voor Mac OS X
Voor PS-printerdriver voor Windows
Aan aangepaste halftint registreren
1. Klik op [Start], en kies dan [All Programs] > [Okidata] > [PS
Gamma Adjuster] > [PS Gamma Adjuster].
2. Selecteer [MC873(PS)] in [Printer selecteren].
3. Klik op [New].
4. Stel de halftoon bij.
Bewerk de grafiek of geef de gamma waarde van de toon dichtheid in het tekstvenster
1224
op om de halftoon bij te stellen.
5. Geef een instelling naam op in [Gamma Curve Name], en klik dan
op [OK].
6. Klik op [Add].
7. Klik op [Apply].
8. Klik op [OK].
9. Klik op [Stoppen] om PS Gamma-wijziger te verlaten.
Afdrukken met een geregistreerde halftint
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. Klik op [Properties].
4. Selecteer de [Gamma-aanpasser] op het tabblad [Kleur].
5. Kies de geregistreerde halftoon bijstelling naam.
6. Verander andere instellingen wanneer nodig, en klik dan op [OK].
7. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
Voor PS-printerdriver voor Mac OS X
Aan aangepaste halftint registreren
1. Start PS Gamma Adjuster
2. Klik op [New].
3. Stel de halftoon bij.
Bewerk de grafiek of geef de gamma waarde van de toon dichtheid in het tekstvenster
op om de halftoon bij te stellen.
4. Geef een instelling naam op in [Gamma Curve Name], en klik dan
op [Save].
5. Klik op [Select PPD].
Kies een PPD-bestand om een bijgestelde halftoon te registreren,
1225
6.
en klik dan op [Open].
7. Selecteer de gecreëerde halftoon bijstelling, en klik dan op [Add].
8. Klik op [Save].
9. Kies [Print & Scan] in [System Preferences].
10. Verwijder de geregistreerde printer waarnaar de bijstelling is
gemaakt, en registreer dan nogmaals de printer.
Memo
Klik niet op de knop [Configureren] die wordt weergegeven terwijl de printer
geregistreerd wordt.
Als een dialoogvenster waarin u een printeroptie kunt selecteren wordt weergegeven
terwijl de printer wordt geregistreerd, klik dan op [Annuleren] en registreer de printer
opnieuw.
Afdrukken met een geregistreerde halftint
1. Open het af te drukken bestand.
2. Kies [Print] vanaf het [File] menu.
3. Selecteer de [Print Options (Print Opties)] paneel.
4. Selecteer de gecreëerde halftoonaanpassing vanaf de [Custom
gamma] in de [Quality2 (Kwaliteit2)] tab.
5. Verander andere instellingen wanneer nodig, en klik dan op [Print].
1226
Werken met configuratietool.
In Configuration Tool kunt u meerdere machines beheren en instellingen wijzigen. Voor e-
mailadres instellingen en registratie/verwijdering snelkiezen zie "Adresboek bewerken".
De Configuratie Gereedschap functie zijn als volgr.
Start het Configuratiehulpprogramma
Lijst pictogrammen gebruikt in Configuration Tool
Deze machine verwijderen
De status van deze machine controleren.
De invoegtoepassing Netwerkinstellingen instellen
Dit paragraaf beschrijft hoe instellingen van een map worden opgeslagen en hoe
instellingen van een map te herstellen.
Profielen instellen
Dit deel beschrijft hoe profielen te exporteren die zijn geregistreerd in deze machine als
bestemmingen naar een bestand, en hoe te importeren profielen die u wilt registreren in
deze machine vanaf een bestand.
Instellen van een Netwerk Scan
Dit deel beschrijft hoe netwerk scan informatie te exporteren die is geregistreerd in deze
machine, en hoe te verwijderen de geregistreerde netwerk scan informatie van deze
machine
Klooninstellingen
Dit gedeelte beschrijft hoe u verschillende instelling van deze machine kloont.
De invoegtoepassing Waarschuwingsgegevens instellen
Dit deel beschrijft hoe een boodschap weer te geven op een computer wanneer een print
taak of andere taak gereed is via gebruik van de Alarm Informatie plug-in.
Instellen van de Netwerk Instelling Plug-in
Dit deel beschrijft hoe het IP adres van uw machine in te stellen, apparaat instellingen in
of uit te schakelen (Web), en de weergave van de Webpagina weer te geven via gebruik
van de Netwerk Instelling plug-in.
Formulieren registreren (overlay voor formulieren)
U kunt bijvoorbeeld logo's naar de machine registreren als formulieren en vervolgens de
overlays afdrukken. Dit deel beschrijft hoe formulieren te registreren.
De vrije ruimte in het geheugen controleren
Dit deel beschrijft hoe de vrije ruimte in het geheugen te controleren via gebruik van het
Configuratie Gereedschap.
Overbodige taken uit het geheugen verwijderen
U kunt print taken in het geheugen verwijderen via gebruik van het Configuratie
Gereedschap.
Een PIN registreren
Registreren van een gebruikersnaam
1227
1228
Start het Configuratiehulpprogramma
Deze machine registreren
Hoe het Configuratie Hulpprogramma te starten.
Namen en Functies van Schermelementen voor het Configuatiehulpprogramma
De volgende vijf soorten invoegtoepassingen zijn voor Configuration Tool beschikbaar.
Invoegtoepassing Gebruikersinstellingen
Invoegtoepassing Apparaatinstellingen
Invoegtoepassing Waarschuwingsgegevens
Invoegtoepassing Netwerkinstellingen
Invoegtoepassing Storage Manager
Hoe het Configuratie Hulpprogramma te installeren.
Software installeren
Deze machine registreren
Indien u deze machine voor de eerste keer installeert, registreer het Configuratie Werktuig.
1. Klik [Start] en selecteer dan [All Programs]> [Okidata]>
[Configuration Tool]> [Configuration Tool].
2. Selecteer [Register Device] van het [Tools] menu.
Zoek resultaten zijn getoond.
3. Selecteer deze machine en klik dan op [Register].
4. Klik op [Yes] op een bevestigingsscherm.
Hoe het Configuratie Hulpprogramma te starten.
Begin Configuratie Hulpmiddel plug-in door het volgen van de procedure beneden.
1229
1.
Klik op [Start], en selecteer dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
Het start scherm wordt weergegeven.
2. Kies de machine vanaf [Registered Device Table].
Het [Device Info] scherm wordt weergegeven.
Namen en Functies van Schermelementen voor het
Configuatiehulpprogramma
Dit deel beschrijft de naam en functie van elk scherm.
[Device Info] label
De status en informatie van de machine wordt weergegeven.
[Device Setting] label
Stel het apparaat menu in.
Onderdeel Beschrijving
1 Menu-instellingen Bewerkt de menu-instelling.
2 Klonen Kopieert instellingen van het apparaatmenu naar een ander
apparaat.
3 Verander
wachtwoord Verander apparaatwachtwoord.
1230
Tabblad [Gebruikersinstelling]
Stelt het adresboek, profiel en andere instellingen van het apparaat in.
Onderdeel Beschrijving
4 E-mailadresbeheer Stel in/Bewerk apparaat E-mail Adres.
5 Snelkiesbeheer Stel in/Bewerk apparaat snelkeuze oproep
6 Profielbeheerder Set/Edit apparaatprofiel.
7 Netwerkscanbeheer Deze optie zet/bewerkt een bestemming waarnaar uit te zenden
gegevens die van een apparaat worden gescand.
8 PIN-beheer Stel in/Bewerk apparaat PIN en Gebruiker.
9 Beheer voor
automatische
leveringen
Stel in/Bewerk apparaat Geautomatiseerde Aflevering Setup en
Verzending Instellingen.
10 Klonen Kopieert instellingen van elk apparaatbeheer naar een ander
apparaat.
Invoegtoepassing waarschuwingsgegevens
Detecteert een apparaat en verzendt een melding.
Onderdeel Beschrijving
11 Basisinstellingen Aanpassen van de basis Alert Info instellingen.
12 Instelling apparaten Bewerk de communicatie instellingen voor elk apparaat.
13 Filterinstellingen Bewerk de filter condities voor opduikende meldingen.
14 Logboek weergeven Weergeef de ontdekte melding informatie.
1231
Invoegtoepassing [Network Setting]
Stelt het apparaatnetwerk in.
Onderdeel Beschrijving
15 Apparaten ontdekken Ontdekt netwerk apparaten.
16 Omgevingsinstellingen Verandert de apparaat ontdekking criteria of communicatie opties.
[Storage Manager] plug-in
Creëer of bewerk een bestand om te downloaden naar een apparaat.
Registratie en verwijdering van formulier gegevens
Beheer van ee opgeslagen taak
1232
1233
Lijst pictogrammen gebruikt in Configuration Tool
Icoon naam Beschrijving
Nieuw (e-mailadres) Registreert een nieuw e-mailadres.
Nieuw (Groep) Registreert een nieuwe e-mailadresgroep.
Nieuw (Snelkeuze
Oproep) Registreert een nieuw snelkeuze oproep nummer.
Nieuw (Groep) Registreert een nieuwe snelkiesnummergroep.
Nieuw Registreert een nieuw profiel.
Aanmaken door
kopiëren Kopieer inhoud van onderdelen wiens controle vensters zijn
gekozen, en creëer een nieuw document profiel.
Nieuw (PIN) Registreert een nieuw PIN-nummer.
Nieuw (Gebruiker) Registreert een nieuwe gebruiker.
LDAP-Server Specificeert LDAP-server voor referentie naar de gebruiker die
aan de PIN verbonden is.
Geeft PIN als standaard
weer Schakelt naar de lijstweergave op basis van de PIN-codes.
Weergeeft Gebruiker
als Standaard Schakelt naar de lijstweergave op basis van de gebruikerslijst.
Nieuw Een nieuw leveringsnummer voor een automatische instelling
registreren.
Herlees Instelling Laadt de instellingsinformatie van deze machine opnieuw.
Sla op naar apparaat Bewaard de instellingen in de machine.
1234
Verwijder Verwijdert de aangegeven onderdelen.
Verwijder en Sorteer Verwijdert de aangegeven onderdelen, en verplaatst dan
andere onderdelen.
Alles wissen Verwijdert alle items.
Exporteren naar
bestand Exporteert de huidige instellingen naar een bestand.
Importeren uit bestand Importeert de instellingen vanuit een bestand.
Keer terug naar de
bovenste pagina. Keert terug naar de bovenste pagina.
Terug Keert terug naar de vorige pagina.
De laatste wijziging
ongedaan maken Verwijderdt de laatste verandering.
Weergeef beheerder
instellingen Geeft de beheerdersinstelling weer.
Backup instellingen Bewaard instellingen van het apparaat weergegeven op het
scherm in een bestand.
Instellingen herstellen Herstelt apparaatinstellingen die zijn opgeslagen in een extern
bestand.
Apparaten ontdekken Zoekt opnieuw naar de machine.
Omgevingsinstellingen Wijzigt zoekvoorwaarden voor deze machine.
Apparaat Instellingen Veranderingen in het IP-adres van de machine.
Apparaat opnieuw
opstarten Start het apparaat opnieuw op.
Wachtwoord wijzigen Wijzigt het netwerkwachtwoord.
1235
Weergeef Web Pagina Weergeeft de Webpagina van deze machine
Nieuw Project Maakt een nieuw project aan.
Open Project Opent een Project
Bewaar Project Bewaard een Project
Opslaan als... Slaat het project onder een naam op.
Bestand aan het project
toevoegen Hiermee voegt u een bestand toe aan een project.
Verwijder bestand van
een project Verwijdert een bestand van een project.
Open een macro
bestand filter venster Weergeeft een filter scherm voor PCL formulier bestand.
Creëer een download
bestand Creëert een download bestand.
Downloadbestand naar
printer verzenden Verzendt een download bestand.
Verzend project
bestand naar printer Verzendt een project.
Zend bestand(en) naar
printer Verzend een bestand.
Open een taak Beheer
venster Weergeeft het taak besturing scherm.
Open een Beheerder
Functie venster Weergeeft het beheerder functie scherm.
1236
1237
Deze machine verwijderen
U kunt een geregistreerde machine verwijderen.
1. Klik [Start] en selecteer dan [All Programs]> [Okidata]>
[Configuration Tool]> [Configuration Tool].
2. Klik met de rechter muisknop op de machine van [Registered
Device Table].
3. Selecteer [Remove device].
4. Klik op [Yes] op een bevestigingsscherm.
1238
De status van deze machine controleren.
U kunt de status en informatie van de printer controleren.
1. Klik op [Start], en kies dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Kies de machine vanaf [Registered Device Table].
3. Kies het [Device Info] label.
Memo
Als deze machine is aangesloten op het netwerk, wordt [Apparaatstatus] weergegeven.
Om de informatie te verversen, klik op [Update Device Information].
1239
De invoegtoepassing Netwerkinstellingen instellen
Bewaar Instellingen naar een Bestand
Herstellen Instellingen vanaf een Bestand
Instelling van een Wachtwoord
Met de invoegtoepassing Apparaatinstellingen kunt u het apparaatmenu wijzigen en de
instellingen naar een ander apparaat kopiëren.
Wanneer u klikt op (Save to device), worden de gewijzigde instellingen gereflecteerd
naar de machine.
Voordat u de volgende functie kunt gebruiken, installeer het Installatie plug-in van het
Apparaat.
Hoe plug-ins te installeren.
Software installeren
Over iconen
Start het Configuratiehulpprogramma
Bewaar Instellingen naar een Bestand
1. Klik op [Start], en kies dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Kies de machine vanaf [Registered Device Table].
3. Kies het [Device Setting] label.
4. Klik op [Menu settings].
5. Klik op (Backup instellingen).
6. Geef de naam van een bestand in, selecteer een bewaar
bestemmingsfolder en klik dan [Save].
1240
Herstellen Instellingen vanaf een Bestand
1. Klik [Start] en selecteer dan [All Programs]> [Okidata]>
[Configuration Tool]> [Configuration Tool].
2. Selecteer de machine van [Registered Device Table].
3. Selecteer het [Device Setting] label.
4. Klik [Menu settings].
5. Klik op (Instellingen Herstellen)
6. Controleer de inhoud van het getoonde bericht en klik dan [Yes].
7. Kies het bestand om te herstellen, en klik dan op [Open].
8. Klik op (Naar apparaat opslaan).
Instelling van een Wachtwoord
1. Klik [Start] en selecteer dan [All Programs]> [Okidata]>
[Configuration Tool]> [Configuration Tool].
2. Selecteer de machine van [Registered Device Table].
3. Selecteer het [Device Setting] label.
4. Klik op [Change password].
1241
5. Geef het huidige wachtwoord en het nieuwe wachtwoord op, en klik
dan op [OK].
1242
Profielen instellen
Exporteren Profielen naar een Bestand
Importeren Profielen vaanaf een Bestand
U kunt op deze machine profielen registreren en wijzigen door Profiel Manager in de
Gebruikersinstallatie plug-in te gebruiken. De volgende paragraaf beschrijft een aantal
functies.
Wanneer u klikt op (Save to device), worden de gewijzigde instellingen gereflecteerd
naar de machine.
Opmerking
Voordat u Profiel Manager gebruikt, installeer de Gebruikersinstallatie plug-in.
Hoe plug-ins te installeren.
Software installeren
Over profielen
Profiel
Over pictogrammen
Start het Configuratiehulpprogramma
Exporteren Profielen naar een Bestand
1. Klik [Start] en selecteer dan [All Programs]> [Okidata]>
[Configuration Tool]> [Configuration Tool].
2. Kies de machine die de profielen heeft die u wilt exporteren vanaf
[Registered Device Table].
3. Kies het [User Setting] label.
4. Klik op [Profile Manager].
5. Voer het beheerderswachtwoord in en klik vervolgens op [OK].
Het standaardwachtwoord, dat in de fabriek is ingesteld, is "aaaaaa".
6. Klik op (Naar bestand exporteren).
7. Voer de bestandsnaam in, selecteer de map waarin het bestand
moet worden opgeslagen en klik vervolgens op [Opslaan].
Opmerking
Na export kan het zijn dat een aangepast CSV-bestand zich niet meer geheel herstelt.
1243
Importeren Profielen vaanaf een Bestand
1. Klik op [Start], en kies dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Kies de machine naar waar u de profielen wilt importeren vanaf
[Registered Device Table].
3. Kies het [User Setting] label.
4. Klik op [Profile Manager].
5. Voer het beheerderswachtwoord in en klik vervolgens op [OK].
Het standaardwachtwoord, dat in de fabriek is ingesteld, is "aaaaaa".
6. Klik op (Uit bestand importeren).
7. Selecteer het bestand dat u wilt importeren en klik op [Open].
8. Selecteer de instellingen die u wilt importeren en klik op [Import].
9. Klik op (Naar apparaat opslaan).
1244
Instellen van een Netwerk Scan
Exporteren Netwerk Scan Instellingen naar een Bestand
Importeren Netwerk Scan Instellingen vanaf een Bestand
Verwijderen Netwerk Scan Instellingen
Netwerk Scan Manager in de Gebruikersinstallatie plug-in staat u toe om adressen te
registeren en te wijzigen, die u kunt gebruiken voor de netwerkscan functies zoals Scannen
naar de PC. De volgende paragraag beschrijft een aantal functies.
Wanneer u klikt op (Save to device), worden de gewijzigde instellingen gereflecteerd
naar de machine.
Voordat u Netwerk Scan Manager gebruikt, installeer de Gebruikersinstallatie plug-in.
Hoe plug-ins te installeren.
Software installeren
Over iconen
Start het Configuratiehulpprogramma
Exporteren Netwerk Scan Instellingen naar een Bestand
1. Klik op [Start], en kies dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Kies de machine die de netwerk scan instellingen heeft die u wilt
exporteren vanaf [Registered Device Table].
3. Kies het [User Setting] label.
4. Klik op [Network Scan Manager].
5. Voer het beheerderswachtwoord in, en klik dan op [OK].
Het standaardwachtwoord, dat in de fabriek is ingesteld, is "aaaaaa".
6. Klik op (Naar bestand exporteren).
7. Voer de bestandsnaam in, selecteer de map waarin het bestand
moet worden opgeslagen en klik vervolgens op [Opslaan].
Opmerking
Na export kan het zijn dat een aangepast CSV-bestand zich niet meer geheel herstelt.
Importeren Netwerk Scan Instellingen vanaf een Bestand
1245
1. Klik op [Start], en kies dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Kies de machine naar waar u de netwerk scan instellingen wilt
importeren vanaf [Registered Device Table].
3. Kies het [User Setting] label.
4. Klik op [Network Scan Manager].
5. Voer het beheerderswachtwoord in, en klik dan op [OK].
Het standaardwachtwoord, dat in de fabriek is ingesteld, is "aaaaaa".
6. Klik op (Uit bestand importeren).
7. Selecteer het bestand dat u wilt importeren en klik op [Open].
8. Selecteer de instellingen die u wilt importeren en klik op [Import].
9. Klik op (Naar apparaat opslaan).
Verwijderen Netwerk Scan Instellingen
1. Klik op [Start], en kies dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Kies de machine vanaf [Registered Device Table].
3. Kies het [User Setting] label.
4. Klik op [Network Scan Manager].
5. Voer het beheerderswachtwoord in, en klik dan op [OK].
Het standaardwachtwoord, dat in de fabriek is ingesteld, is "aaaaaa".
6. Selecteer de te verwijderen bestemming.
7. Klik op (Verwijder)
8. Klik op [Yes] op een bevestiging scherm.
9. Klik op (Naar apparaat opslaan).
1246
1247
Klooninstellingen
Klonen van de Instellingen van Deze Machine
Klonen van Gebruiker Instellingen
Klonen van de Instellingen van Deze Machine
U kunt kopiëren machine instellingen naar een ander apparaat.
1. Klik op [Start], en kies dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Kies de machine die de instellingen heeft die u wilt klonen vanaf
[Registered Device Table].
3. Kies het [Device Setting] label.
4. Klik op [Cloning].
5. Kies een kloonbestemming, en klik dan op [Next].
6. Geef het wachtwoord voor de kloon bestemming en doel op, en klik
dan op [OK].
Klonen van Gebruiker Instellingen
U kunt kopieergebruikersinstellingen kopiëren naar een ander apparaat.
1. Klik op [Start], en kies dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Kies de machine die de instellingen heeft die u wilt klonen vanaf
[Registered Device Table].
3. Kies het [User Setting] label.
4. Klik op [Cloning].
5. Geef het administrator wachtwoord in en klik dan op [OK].
Het standaardwachtwoord, dat in de fabriek is ingesteld, is "aaaaaa".
6. Selecteer een bestemming voor de te klonen bestemming en de
instellingen voor het klonen.
1248
7.
Klik op [Execute].
8. Geef het wachtwoord voor de kloon bron en doel op, en klik dan op
[OK].
Resultaten worden weergegeven.
1249
De invoegtoepassing Waarschuwingsgegevens instellen
Basis Instellingen
Apparaat instellingen
Filterinstellingen
Logboeken Controleren
U kunt de invoegtoepassing Waarschuwingsgegevens gebruiken om een melding op uw
computer weer te geven wanneer een taak voltooid is. Als een speciale term voor deze
software, het completeren van een taak wordt een "gebeurtenis" genoemd.
Opmerking
Voordat u de volgende functies kunt gebruiken, installeer de Waarschuwingsinfo plug-in.
Hoe plug-ins te installeren.
Software installeren
De invoegtoepassing waarschuwingsinformatie kan gebruikt worden met apparaten die
verbonden zijn met het netwerk.
De tijd en tijdzone van deze machine moeten overeenkomen met die van uw computer.
Basis Instellingen
U kunt de basis instellingen instellen van de Alarm Informatie plug-in.
1. Klik op [Start], en kies dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Kies [Alert Info] vanaf het [Plug-ins] menu.
3. Kies [Basic settings].
1250
4. Verander de instelling wanneer nodig.
5. Klik op [Update].
Apparaat instellingen
De Alarm Informatie plug-in instellingen kunnen verandert worden voor elk apparaat.
1. Klik op [Start] en selecteer dan [All programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Kies [Alert Info] vanaf het [Plug-ins] menu.
3. Kies [Setting device].
4. Klik op [Update device].
5. Selecteer een in te stellen apparaat.
6. Verander indien nodig andere instellingen en druk op [OK].
Filterinstellingen
U kunt weergavewaarschuwingscondities instellen voor verzenden of ontvangen van een fax,
afdrukken en verzenden en ontvangen van e-mails en internetfaxen.
1251
1.
Klik op [Start], en selecteer dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Selecteer [Alert Info] van het [Plug-ins] menu.
3. Selecteer [Filter Settings].
4. Wijzig indien nodig de instellingen.
5. Klik op [OK].
Memo
Tot 300 verzenders kunnen worden geregistreerd als e-mail-, internetfax- of fax- verzenders.
Logboeken Controleren
Met behulp van het gebeurtenislogboek, kunt u controleren of er records zijn over de
machine die wordt geregistreerd.
1. Klik op [Start] en selecteer vervolgens [Alle Programma's] >
[Okidata] > [Configuratiehulpprogramma] >
[Configuratiehulpprogramma].
2. Kies [Alert Info] vanaf het [Plug-ins] menu.
1252
3.
Kies [Display log].
Memo
U kunt het totaal aantal geregistreerde gebeurtenissen controleren in [Lognummerlijst].
U kunt de details van opgenomen logboeken controleren in [Log details].
1253
Instellen van de Netwerk Instelling Plug-in
Zoeken naar de Machine op een Netwerk
Specificeren Zoek Condities
Veranderen van het IP Adres
U kunt een netwerk instellen met het configuratiehulpprogramma. Voordat u een netwerk
instelt, installeer de Netwerk Instelling plug-in.
Hoe plug-ins te installeren.
Software installeren
Over hoe te Maken Netwerk Instellingen
Deze machine op een netwerk aansluiten
Over pictogrammen
Start het Configuratiehulpprogramma
Zoeken naar de Machine op een Netwerk
U kunt zoeken naar deze machine.
1. Klik op [Start], en kies dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Kies [Network Setting] vanaf het [Plug-ins] menu.
3. Kies [Discover Devices].
De zoekresultaten worden weergegeven.
Specificeren Zoek Condities
1. Klik op [Start], en kies dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Kies [Network Setting] vanaf het [Plug-ins] menu.
3. Kies [Environment settings].
4. Verander de zoek condities wanneer nodig, en klik dan op [OK].
1254
Veranderen van het IP Adres
U kunt het IP-adres van deze machine wijzigen.
1. Klik op [Start] en selecteer vervolgens [Alle Programma's] >
[Okidata] > [Configuratiehulpprogramma] >
[Configuratiehulpprogramma].
2. Kies [Network Setting] vanaf het [Plug-ins] menu.
3. Kies [Discover Devices].
4. Selecteer deze machine van de apparaten lijst.
5. Klik op (Apparaat instellingen).
6. Verander de instelling wanneer nodig.
1255
7.
Klik op [OK].
8. Voer het netwerkwachtwoord in en klik vervolgens op [OK].
Het standaard wachtwoord zijn de laatste zes alfanumerieke cijfers van het MAC adres.
9. Klik op [OK] om deze machine te herstarten.
1256
Formulieren registreren (overlay voor formulieren)
Een formulier maken
Registreren van een Formulier naar de Machine met Gebruik van Configuratie
Gereedschap.
U kunt bijvoorbeeld logo's naar de machine registreren als formulieren en vervolgens de
overlays afdrukken. Dit deel beschrijft hoe formulieren te registreren.
Over hoe overlays te printen
Overliggende formulieren of logo's (Overlay)
Opmerking
Voordat u deze functie kunt gebruiken, installeer de Opslagmanager plug-in.
Hoe plug-ins te installeren.
Software installeren
De XPS-printerdriver voor Windows kan niet worden gebruikt.
Een formulier maken
1. Klik op [Start] en selecteer [Devices and Printers].
2. Recht-klik de printer ikoon en selecteer dan de noodzakelijke
printer driver van [Printer Properties].
3. Selecteer het tabblad [Ports], selecteer vanuit [Port] het
selectievakje [FILE] klik vervolgens op [Configure Port].
4. Maak een formulier aan dat u wenst te registreren op de machine.
Wanneer u de PCL-printer driver voor Windows gebruikt, gaat u naar stap 9.
5. Selecteer [Print] van het [File] menu.
6. Klik op [Preferences] (of [Properties]).
7. Selecteer het [Extend] label en klik dan [Overlays].
8. Kies [Create Form].
9. Starten met printen.
10. Voer de bestandsnaam in waaronder u die wenst op te slaan.
11. Ga teru naar [Printer Port] vanaf het [Ports] label.
1257
Registreren van een Formulier naar de Machine met
Gebruik van Configuratie Gereedschap.
1. Klik op [Start], en kies dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Kies [Storage Manager] vanaf het [Plug-ins] menu.
3. Klik op (Nieuw Project)
4. Klik op (Toevoegen Bestand Project) en selecteer dan een
gecreëerd formulier bestand.
Het formulier is toegevoegd aan het project.
5. Klik op het formulierbestand.
6. Geef [ID] in en klik dan [OK].
Opmerking
Veranderen [Doelvolume] en [Pad] niet.
7. Kies de machine vanaf de onderkant van het Opslag Beheerder
plug-in scherm.
8. Klik op (Een projectbestand naar de printer verzenden).
9. Klik op [OK].
1258
De vrije ruimte in het geheugen controleren
U kunt de beschikbare ruimte in het geheugen controleren door de Opslagmanager plug-in
te gebruiken.
Opmerking
Voordat u deze functie kunt gebruiken, installeer de Opslagmanager plug-in.
Hoe plug-ins te installeren.
Software installeren
1. Klik op [Start], en kies dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Kies [Storage Manager] vanaf het [Plug-ins] menu.
3. Klik op de apparaat naam in het apparaat keuze gebied aan de
onderkant van het Opslag Beheerder plug-in scherm.
De opslag, volumenaam, afmeting, bevrijd worden ruimte, locatienaam, etiket, status,
bestandsnaam, afmeting en commentaar door het communiceren met het apparaat
getoond.
1259
Overbodige taken uit het geheugen verwijderen
U kunt afdruktaken uit het geheugen verwijderen door de Opslagmanager plug-in te
gebruiken.
Opmerking
Voordat u deze functie kunt gebruiken, installeer de Opslagmanager plug-in.
Hoe plug-ins te installeren.
Software installeren
Gecodeerde afdruktaken met verificatie kunnen niet worden verwijderd met de
invoegtoepassing Opslagbeheer.
1. Klik op [Start], en selecteer dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Selecteer [Storage Manager] van het [Plug-ins] menu.
3. Klik op (Een taakbeheervenster openen).
4. Om een specifieke print taak te bekijken, voer het beheerder
wachtwoord in, en klik dan op [Apply administrator password].
Memo
Voer het wachtwoord in om alle afdruktaken te bekijken en klik vervolgens op
[Taakwachtwoord toepassen]. Het standaard beheerder wachtwoord, dat in de fabriek is
ingesteld, is "aaaaaa".
5. Kies de taak die u wilt verwijderen, en klik dan op (Verwijder
bestand van een project).
6. Klik op [OK].
1260
Een PIN registreren
Een nieuwe PIN creëren
PIN-Instellingen wijzigen
Een PIN verwijderen
Een PIN exporteren naar een Bestand.
Een PIN importeren vanuit een Bestand
U kunt de toegang tot deze machine beperken door een PIN te gebruiken.
Wanneer u klikt op (Save to device), worden de gewijzigde instellingen gereflecteerd
naar deze machine.
Opmerking
Als u het Configuratie Hulpprogramma om PIN te registreren gebruikt, wordt de controlemethode
gewijzigd en dan kunt u bepaalde functies zoals op rol gebaseerde toegangsbeheer niet
gebruiken.
Een nieuwe PIN creëren
1. Klik op [Start], en selecteer dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Kies de machine vanaf [Registered Device Table].
3. Kies het [User Setting] label.
4. Klik op [PIN Manager].
5. Voer het beheerder wachtwoord in, en klik dan op [OK].
Het standaard wachtwoord in de fabriek is "äaaaaa".
6. Klik op (New(PIN)).
7. Voer het PIN-nummer in dat u wilt gebruiken.
8. Stel elk item in indien nodig en druk vervolgens op [OK].
9. Klik op (Naar apparaat opslaan).
PIN-Instellingen wijzigen
1. Klik op [Start], en selecteer dan [All Programs] > [Okidata] >
1261
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Kies de machine vanaf [Registered Device Table].
3. Kies het [User Setting] label.
4. Klik op [PIN Manager].
5. Voer het beheerder wachtwoord in, en klik dan op [OK].
Het standaard wachtwoord in de fabriek is "äaaaaa".
6. Selecteer het PIN-nummer waarvoor u de instelling wilt wijzigen.
7. Stel elk item in indien nodig en klik vervolgens op [OK].
8. Klik op (Naar apparaat opslaan).
Een PIN verwijderen
1. Klik op [Start], en selecteer dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Kies de machine vanaf [Registered Device Table].
3. Kies het [User Setting] label.
4. Klik op [PIN Manager].
5. Voer het beheerder wachtwoord in, en klik dan op [OK].
Het standaard wachtwoord in de fabriek is "äaaaaa".
6. Selecteer het selectievakje van de PIN die u wilt verwijderen.
7. Klik op (Verwijder)
8. Klik op [Yes] op een bevestiging scherm.
9. Klik op (Naar apparaat opslaan).
Een PIN exporteren naar een Bestand.
1. Klik op [Start], en selecteer dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Selecteer de machine met de PIN die u wilt exporteren vanuit
[Registered Device Table].
1262
3. Kies het [User Setting] label.
4. Klik op [PIN Manager].
5. Voer het beheerder wachtwoord in, en klik dan op [OK].
Het standaard wachtwoord in de fabriek is "äaaaaa".
6. Klik op (Naar bestand exporteren).
7. Voer de bestandsnaam in, selecteer de map waarin het bestand
opgeslagen dient te worden en klik op [Save].
Opmerking
Het CSV-bestand dat bewerkt is nadat het werd geëxporteerd, herstelt mogelijk niet volledig.
Een PIN importeren vanuit een Bestand
1. Klik op [Start], en selecteer dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Selecteer de machine waarnaar u de PIN wilt importeren vanuit
[Registered Device Table].
3. Kies het [User Setting] label.
4. Klik op [PIN Manager].
5. Voer het beheerder wachtwoord in, en klik dan op [OK].
Het standaard wachtwoord in de fabriek is "äaaaaa".
6. Klik op (Uit bestand importeren).
7. Selecteer het bestand dat u wilt importeren en klik op [Open].
8. Selecteer de instellingen die u wilt importeren en klik op [Import].
9. Klik op (Naar apparaat opslaan).
1263
1264
Registreren van een gebruikersnaam
Een Nieuwe Gebruiker aanmaken
De gebruikersinstellingen wijzigen
Een Gebruiker verwijderen
U kunt de toegang tot deze machine beperken door een gebruikersnaam en wachtwoord te
gebruiken.
Wanneer u klikt op (Save to device), worden de gewijzigde instellingen gereflecteerd
naar deze machine.
Opmerking
Als u het Configuratie Hulpprogramma om de gebruikersnaam en wachtwoord te registreren
gebruikt, wordt de controlemethode gewijzigd en dan kunt u bepaalde functies zoals op rol
gebaseerde toegangsbeheer niet gebruiken.
Een Nieuwe Gebruiker aanmaken
1. Klik op [Start], en selecteer dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Kies de machine vanaf [Registered Device Table].
3. Selecteer het tabblad [User Setting].
4. Klik op [PIN Manager].
5. Voer het beheerder wachtwoord in, en klik dan op [OK].
Het standaard wachtwoord in de fabriek is "äaaaaa".
6. Klik op (Nieuwe(Gebruiker)).
7. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in.
Memo
U kunt "admin" niet als een nieuwe gebruikersnaam gebruiken.
8. Selecteer een bestaande PIN in [PIN Number] of selecteer [New].
9. Indien u [New] selecteert, voer dan het PIN-nummer in bij [New
PIN Number], stel elke waarde in indien nodig en klik vervolgens
op [OK].
1265
10.
Klik op [Close].
11. Klik op (Naar apparaat opslaan).
De gebruikersinstellingen wijzigen
1. Klik op [Start], en selecteer dan [All Programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Selecteer de machine van [Registered Device Table].
3. Selecteer het tabblad [User Setting].
4. Klik op [PIN Manager].
5. Voer het beheerder wachtwoord in, en klik dan op [OK].
Het standaard wachtwoord in de fabriek is "äaaaaa".
6. Selecteer de gebruikersnaam die u wilt wijzigen.
7. Wijzig indien nodig de instellingen en klik vervolgens op [OK].
8. Klik op (Naar apparaat opslaan).
Een Gebruiker verwijderen
1. Klik op [Start] en selecteer daarna [All programs] > [Okidata] >
[Configuration Tool] > [Configuration Tool].
2. Kies de machine vanaf [Registered Device Table].
3. Selecteer het tabblad [User Setting].
4. Klik op [PIN Manager].
5. Voer het beheerder wachtwoord in, en klik dan op [OK].
Het standaard wachtwoord in de fabriek is "äaaaaa".
6. Selecteer het selectievakje van de gebruiker die u wilt verwijderen.
7. Klik op (Verwijder)
8. Klik op [Yes] op een bevestigingsscherm.
9. Klik op (Naar apparaat opslaan).
1266
1267
Over ActKey
ActKey stelt u in staat om met scannen te starten aa de hand van de opgegeven
instellingen, alleen door op een knop te klikken.
Memo
ActKey ondersteunt Mac OS X niet.
Wanneer u ActKey installeert, wordt tegelijk ook netwerkconfiguratie geïnstalleerd.
Voordat u Remote Scan kunt gebruiken
De ActKey gebruiken (Windows)
1268
Afdrukken door OKI LPR Utility te gebruiken
Starten van hulpprogramma OKI LPR
Een printer bij het OKI LPR hulpprogramma registreren
Een opmerking aan een geregistreerde printer toevoegen
De status van een geregistreerde printer controleren
Afdruktaken naar een geregistreerde printer doorsturen
Hetzelfde document vanaf de geregistreerde meerdere printers afdrukken
De web-pagina van de geregistreerde printer openen
Automatisch het IP-adres van de geregistreerde printer volgen
Het poortnummer van OKI LPR Utility instellen
Bezig met de installatie ongedaan maken van het hulpprogramma OKI LPR (Installatie
ongedaan maken)
Een bestand naar een printer sturen die geregistreerd is in het hulpprogramma OKI LPR.
Een onnodige afdruktaak verwijderen
Met behulp van het OKI LPR-hulpprogramma kunt u een afdruktaak uitvoeren via een
netwerk, afdruktaken beheren en de machinestatus controleren.
Om OKI LPR Utility te gebruiken, moet TCP/IP ingeschakeld zijn.
Opmerking
OKI LPR-hulpprogramma kan niet gebruikt worden voor gedeelde printers. Gebruik de standaard
TCP/IP-poort.
Hoe de OKI LPR Utility te installeren
Software installeren
Starten van hulpprogramma OKI LPR
1. Klik op [Start] en selecteer dan [All Programs] > [Okidata] > [OKI
LPR Utility] > [Uninstall OKI LPR Utility].
Een printer bij het OKI LPR hulpprogramma registreren
Een printer toevoegen bij OKI LPR Utility.
1269
Opmerking
U moet over beheerdersrechten beschikken.
Indien u geen printer kunt toevoegen, geef OKI LPR Hulpprogramma in en volg dan de
procedure beneden.
Klik op [Start] > [All Programs] > [Okidata] > [OKI LPR Utility], klik met de rechter
muisknop op [OKI LPR Utility] en selecteer dan [Run as administrator] om te starten.
Memo
De printer die al is geregistreerd in OKI LPR Utility kunt u niet toevoegen. Selecteer [Confirm
Connections] in [Remote Print] om de poort te veranderen.
1. Start OKI LPR Utility.
2. Selecteer [Add Printer] in het [Remote Print]-menu.
Als de boodschap "U heeft niet voldoende rechten om deze actie te voltooien." wordt
weergegeven, volg dan de procedure die wordt beschreven in "Als u geen printer kunt
toevoegen ..." bovenaan.
3. Selecteer [Printer Name] en voer vervolgens het IP-adres in.
Netwerkprinters en printers die aangesloten zijn op de LPR-poort, worden niet
weergegeven.
4. Wanneer u een netwerkprinter selecteert, selecteert u [Discover].
5. Klik op [OK].
Een opmerking aan een geregistreerde printer toevoegen
U kunt een commentaar toevoegen om de printer te identificeren die u hebt toegevoegd aan
OKI LPR Utility.
1. Start OKI LPR Utility.
2. Selecteer een printer.
3. Selecteer [Confirm Connections] vanuit het [Remote Print]-menu.
4. Voer een naam in en klik vervolgens op [OK].
5. Selecteer [Show comments] van het [Option] menu.
De status van een geregistreerde printer controleren
1. Start OKI LPR Utility.
2. Selecteer een printer.
1270
3. Selecteer [Printer Status] in het [Remote Print]-menu.
Afdruktaken naar een geregistreerde printer doorsturen
Dit onderdeel beschrijft hoe u geselecteerde afdruktaken kan doorsturen naar een
geregistreerde printer door middel van OKI LPR Utility. Dit onderdeel beschrijft ook hoe u
een afdruktaak automatisch kan doorsturen naar een andere geregistreerde printer
wanneer er zich een probleem voordoet bij de doorstuur-bestemmingsprinter.
De geselecteerde afdruktaken doorsturen
Opmerking
Afdruktaken kunnen enkel doorgestuurd worden naar een OKI-printer van hetzelfde model
als uw printer.
Alvorens een taak door te sturen, moet u een OKI-printer toevoegen van hetzelfde model.
1. Start OKI LPR Utility.
2. Selecteer [Job Status] in het [Remote Print]-menu.
3. Om een afdruktaak door te sturen, selecteert u [Redirect] in het
[Job]-menu, en daarna de bestemmingsprinter.
Afdruktaken automatisch doorsturen
Als u niet kan printen omdat de geselecteerde printer bezig of offline is, geen papier meer
heeft of omwille van andere redenen, kan u zo instellen dat een afdruktaak automatisch
doorgestuurd wordt naar een OKI-printer van een ander model.
Opmerking
Afdruktaken kunnen alleen worden doorgestuurd naar een andere OKI-printer die van
hetzelfde model is als de printer die u gebruikt.
Voordat u een opdracht doorstuurt dient u een andere OKI printer met hetzelfde model
toe te voegen.
U moet inloggen als de beheerder.
1. Start OKI LPR Utility.
2. Selecteer de printer die u wilt instellen.
3. Selecteer [Confirm Connections] in het [Remote Print]-menu.
4. Klik op [Details].
5. Selecteer het selectievak [Automatic Job Redirect Used].
6. Om afdruktaken enkel door te sturen als er zich een fout voordoet,
1271
selecteer het selectievak [Redirect only at the time of an error].
7. Klik op [Add].
8. Voer het IP-adres in van de doorstuurbestemming en klik
vervolgens op [OK].
9. Klik op [OK].
Hetzelfde document vanaf de geregistreerde meerdere
printers afdrukken
U kunt via één enkele opdracht afdrukken met meerdere printers.
Opmerking
Deze functie laat u toe om een afdruktaak te verzenden naar meerdere printers op afstand
zodat deze tegelijkertijd kunnen printen.
U moet de beheersrechten hebben.
1. Start OKI LPR Utility.
2. Selecteer de printer die u wilt instellen.
3. Selecteer [Confirm Connections] in het [Remote Print]-menu.
4. Klik op [Details].
5. Selecteer het selectievakje [Print to more than one printer at a
time]. Klik op [Opties].
6. Klik op [Options].
7. Klik op [Add].
8. Voer het IP-adres in van de printer waarmee u tegelijkertijd wilt
printen en klik vervolgens op [OK].
9. Klik op [OK].
De web-pagina van de geregistreerde printer openen
U kan de Webpagina van deze machine openen vanuit OKI LPR Utility.
1. Start OKI LPR Utility.
2. Selecteer een printer.
1272
3.
Selecteer [Web Setting] in het menu [Remote Print].
Memo
U kunt de Webpagina niet openen wanneer het Web-poortnummer is gewijzigd.
Voor details, zie "Instelling van de OKI LPR Utility Poortnummer".
Automatisch het IP-adres van de geregistreerde printer
volgen
U kan zodanig instellen dat u de verbinding met de oorspronkelijke printer kunt bewaren,
zelfs nadat het IP-adres van de printer verandert.
Opmerking
U moet over beheerdersrechten beschikken.
Memo
Het IP-adres kan veranderen wanneer DHCP IP-adressen op een dynamische manier toewijst, of
wanneer de netwerkbeheerder handmatig het IP-adres van de printer wijzigt.
1. Start OKI LPR Utility.
2. Selecteer [Setup] in het [Option]-menu.
3. Selecteer het selectievakje [Auto Reconnect] en klik vervolgens op
[OK].
Het poortnummer van OKI LPR Utility instellen
1. Selecteer een printer.
2. Selecteer [Confirm Connections] van het [Remote Print] menu.
3. Klik op [Details].
4. Voer het poortnummer in [Port Numbers] in.
5. Klik op [OK].
Bezig met de installatie ongedaan maken van het
hulpprogramma OKI LPR (Installatie ongedaan maken)
Opmerking
U moet over beheerdersrechten beschikken.
1273
1. Controleer dat OKI LPR Utility afgesloten is.
2. Klik op [Start] en selecteer dan [All Programs] > [Okidata] > [OKI
LPR Utility] > [Uninstall OKI LPR Utility].
Indien het dialoogvenster [User Account Control] verschijnt, klik op [Yes].
3. Klik op [Yes] op een bevestigingsscherm.
Een bestand naar een printer sturen die geregistreerd is in
het hulpprogramma OKI LPR.
Wanneer er een printer is dat is verbonden via een netwerk en geregistreerd in OKI LPR
Utility, kunt u de print gegevens downloaden.
1. Klik op [Start] op een computer, en kies dan [All Programs] >
[Okidata] > [OKI LPR Utility] > [OKI LPR Utility].
2. Kies de printer waarnaar de gegevens worden gedownload.
3. Kies [Download] vanaf [Remote Print].
4. Kies een bestand, en klik dan op [OK].
Het bestand wordt verzonden naar de printer.
Een onnodige afdruktaak verwijderen
U kunt OKI LPR Utility gebruiken om onnodige print taken te verwijderen.
1. Klik op [Start] op een computer, en kies dan [All Programs] >
[Okidata] > [OKI LPR Utility] > [OKI LPR Utility].
2. Selecteer [Job Status] in het [Remote Print]-menu.
3. Kies een taak om te verwijderen.
4. Kies [Delete Job] vanaf het [Job] menu.
De onnodige taak wordt verwijderd.
1274
1275
Netwerkuitbreiding
Info Network Extension
Toont de Printereigenschappen
Controleren van bedieningen van de machine
Opties automatisch instellen
Het hulpprogramma ongedaan maken
Info Network Extension
In Netwerk Extensie, kunt u de instellingen van deze machine controleren en de compositie
van de opties instellen.
Om Netwerk Extensie te gebruiken, moet TCP/IP geactiveerd zijn.
Opmerking
Hiervoor hebt u beheerdersrechten nodig.
Memo
Network Extension wordt automatisch geïnstalleerd wanneer u een printerdriver installeert
via een TCP/IP-netwerk.
Netwerk Extensie werkt in samenwerking met de printer driver. Installeer niet alleen de
Netwerk Extensie.
Netwerk Extensie alleen werkt als de printer driver is verbonden met de OKI LPR poort of de
standaard TCP/IP poort.
Toont de Printereigenschappen
Om Netwerk Extensie te gebruiken, opent u het printer eigenschappen scherm.
1276
1. Klik op [Start], en kies dan [Devices and Printers].
2. Rechts-klik op het printer icoon, en kies dan [Printer properties].
Controleren van bedieningen van de machine
U kunt de instellingen van deze machine controleren.
1. Start het printer eigenschap scherm.
Over schermen en functies van elke printerdriver
2. Kies het [Status] label.
3. Klik op [Update].
4. Klik op [OK].
Klik op [Web-instelling] om de webpagina automatisch te starten. U kunt de instellingen
veranderen van deze machine op het webpagina scherm.
Webpagina van Deze Machine.
Memo
Het tabblad [Optie] wordt mogelijk niet correct weergegeven bij het gebruik van Network
Extension in niet-ondersteunde omgevingen.
Opties automatisch instellen
U kunt de samenstelling van opties van de verbonden printer verkrijgen en het printer
besturingsprogramma automatisch instellen.
1. Start het printer eigenschap scherm.
Over schermen en functies van elke printerdriver
2. Kies het [Device Options] label.
3. Klik op [Get Printer Settings].
4. Klik op [OK].
Memo
U kunt dit niet configureren wanneer u Network Extension gebruikt in niet-ondersteunde
omgevingen.
Het hulpprogramma ongedaan maken
1277
1.
Klik op [Start] en selecteer dan [Control Panel] > [Programs] >
[Uninstall a program].
2. Selecteer [OKI Netwerk Extensie] en klik dan op [Uninstall].
3. Volg de instructies op het scherm om het verwijderen te voltooien.
1278
Het gebruik van de Network Scanner Setup Tool (alleen
Mac OS X).
Deze sectie gaat over de setup-tool voor de netwerkscanner, een tool voor de instelling van
de verbindingsbestemming.
Voordat u WSD Scan Gebruikt
1279
Network Card Setup gebruiken (Mac OS X)
U kunt Network Card Setup gebruiken om het netwerk te configureren.
Om Netwerk Kaart Setup te gebruiken, moet TCP/IP ingeschakeld zijn.
Het IP-adres instellen
Webinstellingen configureren
Network Card Setup afsluiten
Het IP-adres instellen
1. Start Network Card Setup.
Software installeren
2. Kies deze machine vanaf de lijst.
3. Selecteer [Instellingen IP-adres] in het menu [Handelingen].
4. Verander ander instellingen wanneer nodig, en klik dan op [Save].
5. Voer het wachtwoord in, en klik dan op [OK].
Het standaard wachtwoord zijn de laatste zes alfanumerieke cijfers van het MAC
adres.
Het wachtwoord is hoofdletter gevoelig.
6. Klik op [OK] om de nieuwe instellingen in te schakelen.
De netwerkkaart van deze machine herstart.
Webinstellingen configureren
U kunt de netwerkinstellingen instellen voor deze machine door Network Card Setup te
starten.
Webinstellingen inschakelen
1280
1.
Start Netwerk Kaart Opstelling.
Software installeren
2. Kies deze machine vanaf de lijst.
3. Selecteer [Webinstellingen] in het menu [Handelingen].
4. Vink [Webinstellingen apparaat zullen ingeschakeld worden] aan en
klik vervolgens op [Bewaren].
5. Voer het wachtwoord in en klik vervolgens op [OK].
Het standaard wachtwoord zijn de laatste zes alfanumerieke cijfers van het MAC
adres.
Het wachtwoord is hoofdletter gevoelig.
6. Klik op [OK] op een bevestigingsscherm.
De web-pagina openen
1. Start Netwerk Kaart Setup.
Software installeren
2. Kies deze machine vanaf de lijst.
3. Selecteer [Webpagina apparaat tonen] in het menu [Handelingen].
De Webpagina opent en de machine status pagina wordt weergegeven.
Network Card Setup afsluiten
1. Selecteer [Afsluiten] in het menu [Setup netwerkkaart].
1281
Client voor afdruktaakverantwoording
Client voor afdruktaakverantwoording is software die de gebruikersinformatie in het
printerstuurprogramma instelt om de functie taakverantwoording te gebruiken of om
toegang tot de machine toe te staan
De Windows omgeving instellen
In de Mac OS X-omgeving afdrukken
De Windows omgeving instellen
U kunt een gebruikersnaam en het ID van de gebruiker instellen voor het
printerstuurprogramma.
Opmerking
Indien u actualiseert of plaatst opnieuw een printer driver, Job Accounting modus wordt invalide,
die u vereist om de modus opnieuw te zetten. Nochtans, indien u de functie gebruikt die de
gelegenheid u geeft om dezelfde modus naar alle printer drivers te zetten, niet moet u de
modus opnieuw zetten.
De gebruikersnaam en de taakaccount-ID instellen
U kunt de gebruikersnaam en het ID van de opdrachtaccount instellen in de
eigenschappen van het printerstuurprogramma.
1. Klik op [Start] en selecteer dan [All programs]> [Okidata]> [Print
Job Accounting Client]> [Change Print Job Accounting].
2. Selecteer de bestuurder om van de lijst van bestuurders te zetten.
Indien u alle printer drivers naar dezelfde modus wilt zetten, selecteer het [Set
dezelfde modus voor Alle bestuurders]. selectievakje.
3. Selecteer [Tab], en klik dan [Change].
Er wordt een venster weergegeven.
4. Klik op [OK].
1282
5.
Selecteer [Print] van het [File]-menu.
6. Klik op [Start] en selecteer [Devices and Printers].
7. Rechter klik op het OKI MC873 pictogram en selecterr [Printer
Properties (Printer Eigenschappen)].
8. Selecteer het tabblad [Job Accounting], voer de gebruikersnaam en
het ID van de opdrachtaccount in en klik op [OK].
De popup-modus instellen
Bij gebruik van deze functie dient u een gebruikersnaam en ID van de opdrachtaccount in
te voeren wanneer u start met afdrukken.
1. Klik op [Start] en selecteer dan [All programs]> [Okidata]> [Print
Job Accounting Client]> [Change Print Job Accounting].
2. Selecteer de bestuurder om van de lijst van bestuurders te zetten.
Indien u alle printer drivers naar dezelfde modus wilt zetten, selecteer het[Set the
same mode for All drivers] selectievakje.
3. Selecteer [Popup], en klik dan [Change].
Er wordt een venster weergegeven.
4. Klik op [OK].
5. Selecteer [Print] van het [File]-menu.
Het instellen van een ID van een taakaccount voor elke
gebruiker in de verbergmodus
De systeemmanager kan een IDENTIFICATIE bestand creëren en inschrijven waarin
baanrekening IDENTIFICATIES en gebruikernamen die zijn geknoopt naar
gebruikernamen voor het hakken van hout aanwezig naar Windows is beschreven vooraf.
Gebruikers moeten hun gebruikernamen en baanrekening niet IDENTIFICATIES
binnengaan wanneer af te drukken, zoals zij met deze software kunnen geïdentificeerd
worden.
Gebruik Hide Mode voor gedeelde printers.
1. Creëer een IDENTIFICATIE bestand met Blocnote of
spreadsheetsoftware.
Memo
Beschrijf gebruikernamen en GEBRUIKERS-IDS in een IDENTIFICATIE bestand in de
volgende bestelling.
Een login gebruikernaam (een gebruikernaam die wordt binnengegaan hout aanwezig
naar Windows te hakken), een GEBRUIKERS-ID (een GEBRUIKERS-ID dat naar de
login gebruikernaam is geknoopt).
1283
De gebruikersnaam kan: Indien de gebruikernaam weggelaten is, is de login
gebruikernaam als de gebruikernaam gebruikt.
Scheid elk onderdeel met een komma.
Indien spreadsheetsoftware word gebruikt, beschrijf een login gebruikernaam,
baanrekening IDENTIFICATIE en gebruikernaam op elke lijn voor elke gebruiker.
2. Behalve het bestand in een CSV formaat.
3. Klik op [Start] en selecteer dan [All programs]> [Okidata]> [Print
Job Accounting Client]> [Change Print Job Accounting].
4. Selecteer de bestuurder om van de lijst van bestuurders te zetten.
Indien u alle printer drivers naar dezelfde modus wilt zetten, selecteer het[Set the
same mode for All drivers] selectievakje.
Opmerking
Indien u een gedeelde drukker gebruikt, gebruikt niet de functie die de gelegenheid u geeft
om alle afdrukbestuurders naar dezelfde modus te zetten. Indien op de klantzijde van een
gedeelde drukker afdrukt, beschouw als informatie is niet voortgebracht.
5. Selecteer [Popup], en klik dan [Change].
6. Klik op [OK].
7. Selecteer [Import ID File] van het [Hide Mode] menu.
8. Selecteer het Csv bestand programma dat u in stap 1 gemaakt
heeft en klik op [Open].
9. Klaar het op [Set fixed Job Account ID for all users] selectievakje
van het [Hide Mode] menu.
10. Selecteer [Print] van het [File]-menu.
In de Mac OS X-omgeving afdrukken
Dit is cliëntsoftware voor Print Job Accounting.
U kunt de gebruikersnaam en het gebruiker-ID instellen in de printerdriver.
Een gebruikers-ID registreren
1284
1. Start Print Job Accounting Client.
2. Klik op [New].
3. Voer de MAC OS X-loginnaam in, de nieuwe gebruikersnaam en het
nieuwe gebruiker-ID en klik vervolgens op [Save].
4. Klik op [Save].
5. Voer het wachtwoord in en klik vervolgens op [OK].
6. Verlaat Print Job Accounting Client.
Meerdere gebruikers tegelijk registreren
U kunt meerdere gebruiker-ID's en gebruikersnamen tegelijkertijd registreren door
middel van een CSV-bestand.
Memo
De volgende procedure gebruikt lade 1 als voorbeeld.
1. Start TextEdit.
2. Voer in als volgt: loginnaam, gebruiker-ID en gebruikersnaam,
gescheiden door komma's.
3. Sla het bestand op in CSV-formaat.
4. Start Print Job Accounting Client.
5. Selecteer [Import] in het [File]-menu.
6. Selecteer het CSV-bestand dat u creëerde in stap 3 en klik
vervolgens op [Open].
7. Klik op [Save].
8. Voer het wachtwoord in en klik vervolgens op [OK].
9. Verlaat Print Job Accounting Client.
Een gebruikers-ID en gebruikersnaam wijzigen
U kunt de gebruikersnaam en het gebruiker-ID veranderen.
1. Start Print Job Accounting Client.
1285
2.
Selecteer de te veranderen gebruiker en klik vervolgens op [Edit].
3. Voer de nieuwe gebruiker-ID en gebruikersnaam in en klik
vervolgens op [Save].
4. Klik op [Save].
5. Voer het wachtwoord in en klik vervolgens op [OK].
6. Verlaat Print Job Accounting Client.
Een gebruikers-ID en gebruikersnaam verwijderen
U kunt de gebruikersnaam en het gebruiker-ID verwijderen.
1. Start Print Job Accounting Client.
2. Selecteer de te verwijderen gebruiker en klik vervolgens op
[Delete].
3. Klik op [Save].
4. Voer het wachtwoord in en klik vervolgens op [OK].
5. Verlaat Print Job Accounting Client.
1286
Vaak gebruikte documenten
rechtstreeks afdrukken met
het bedieningspaneel
Veelafgedrukte documenten in
de printer opslaan
Makkelijk afdrukken vanuit het
USB-geheugen zonder uw
computer te gebruiken
In USB-geheugen gegevens
afdrukken
Uw eigen spandoeken creëren
Op lang papier afdrukken
Uw eigen evenementenposters
creëren
Een document opdelen om op
enkele bladen af te drukken en
een poster te maken
Uw eigen boekjes maken met
geniete rug
Een boekje maken
Papierloze faxen verzenden
vanuit uw computer
Een PC Fax verzenden
Binnenkomende faxen vooraf Scan lijvige documenten voor
Maak Het Makkelijker
1287
bekijken via e-mail
Gegevens van een ontvangen
document naar een e-
mailbestemming of gedeelde
mapp doorsturen
(Automatische aflevering)
Verzend- en ontvangst
gegevens opslaan (Opslaan
verzendgegevens)
minder rommel
Data naar een computer
versturen
Scannen vanaf een computer
De instellingen wijzigen van op
afstand
Start het
Configuratiehulpprogramma
Open de web-pagina van deze
machine
Pas het aanraakpaneel aan
volgens uw voorkeur
Hoe Aan te passen het Aanraak
Paneel
1288
1289
Vaak gebruikte documenten rechtstreeks afdrukken
met het bedieningspaneel
In de bedrijfswereld moet u vaak documenten afdrukken waarop zal worden geschreven,
zoals faxformulieren of bedrijfsMemo's. Hoe gaat u om met gestandaardiseerde vormen
zoals deze?
Gebruikt u telkens uw computer om ze af te drukken? Maakt u kopieën van elk formulier
wanneer dat nodig is? Indien u denkt dat dit te veel moeite is, raden we aan om de functie
"Opgeslagen taak" te gebruiken om elk document als afdruktaak op de machine op te slaan.
Met deze functie kunt u uw vaak gebruikte, gestandaardiseerde documenten opslaan in het
geheugen van de machine en ze rechtstreeks afdrukken van het bedieningspaneel wanneer
u ze nodig heeft. Deze mogelijkheid om af te drukken zonder uw computer te moeten
opstarten, kan u helpen om waardevolle tijd te besparen.
Veelafgedrukte documenten in de printer opslaan
Voorbeeld van ander handig gebruik
Vragenlijst afdrukken
Productflyers en toeristische informatie afdrukken
1290
Makkelijk afdrukken vanuit het USB-geheugen zonder
uw computer te gebruiken
Heeft u wel eens een vervelende situatie gehad waarbij u snel meerdere kopieën van uw
presentatie moest afdrukken, maar geen goede toegang had tot een computer?
In dat geval raden we aan de functie "Printing Data in USB Memory" te gebruiken, waarmee
u documenten kunt afdrukken zonder een computer te gebruiken.
U kunt bestanden afdrukken die zijn opgeslagen in het USB-geheugen zonder een
printerdriver te gebruiken. Plaats het USB-geheugen met de gegevens die u wilt afdrukken
eenvoudigweg in de USB-poort van de machine en gebruik het bedieningspaneel om af te
drukken.
In USB-geheugen gegevens afdrukken
Voorbeeld van ander handig gebruik
De gegevens afdrukken in een USB-geheugen van klanten
1291
Uw eigen spandoeken creëren
Spandoeken met grote, in het oog springende tekst zijn efficiënte middelen voor publiciteit.
Ze kunnen de aandacht trekken naar uw grote verkoopcampagne of evenement voor de
lancering van een nieuw product en ze zijn geschikt voor schoolevenementen en
herdenkingsplechtigheden. Heeft u er wel eens één willen gebruiken, maar twijfelde u
omdat u hem moest bestellen of omwille van de kostprijs?
In dat geval raden we aan om de functie "Afdrukken op lang papier" te gebruiken, waarmee
u kunt afdrukken op verlengd papier.
Met een OKI Data-printer kunt u een spandoek ontwerpen op uw computer en daarna de
gegevens afdrukken wanneer en zo vaak u ze nodig heeft. U kunt deze functie ook
gebruiken om levensgrote kopieën van uw favoriete panoramafoto's af te drukken.
Op lang papier afdrukken
1292
Uw eigen evenementenposters creëren
Heeft u wel eens panelen willen gebruiken voor een tentoonstelling of posters om de weg te
wijzen naar een locatie? Heeft u wel eens uw eigen posters willen maken, gewoon omdat u
er niet voldoende nodig had om een bestelling te plaatsen bij een ander bedrijf?
In dat geval raden we de functie "Poster afdrukken" aan.
De functie werkt door een poster op te delen in verschillende delen en de vergrote delen af
te drukken op meerdere bladen papier. Door de afzonderlijk afgedrukte bladen aan elkaar
te lijmen, kunt u een vrij grote poster maken.
Een document opdelen om op enkele bladen af te drukken en een poster te maken
Voorbeeld van ander handig gebruik
Evenementenposter afdrukken voor kinderkamer en kleuterschool
De prijslijst en het menu afdrukken
1293
Uw eigen boekjes maken met geniete rug
Voor een gebeurtenis als een private groepsreis, kan een afgedrukte gids de ervaring
plezieriger maken. De vorm van het boekje is compact en makkelijk draagbaar. Weet u
echter hoe u een boekje kunt maken?
In dat geval raden we de functie "Boekje afdrukken" aan.
Met deze functie kunt u de pagina's in de gepaste volgorde schikken om af te drukken. U
kunt een nietjesmachine voor boekjes gebruiken die in de handel verkrijgbaar is om een
echt boekje met geniete rug te maken.
Een boekje maken
Voorbeeld van ander handig gebruik
Productcatalogus afdrukken
Memo
Indien u verschillende soorten omslag wenst te gebruiken.
Alleen van de afdekking van een adnere lade afdrukken
1294
Papierloze faxen verzenden vanuit uw computer
Vindt u het lastig om documenten op uw computer te creëren, ze af te drukken, naar het
faxapparaat te brengen en dan het nummer te kiezen? Kiest u soms het verkeerde
nummer? Was u wel eens droevig omdat u een belangrijk document had verloren nadat u
het had gefaxt?
In dat geval raden we de "Pc-fax"-functie aan, waarmee u faxen rechtstreeks kunt
verzenden vanuit uw computer.
Met deze functie worden bestanden op uw computer rechtstreeks naar de ontvanger gefaxt
en hoeft u ze niet langer eerst af te drukken. Naast het feit dat u tijd en geld uitspaart, kunt
u ook gerust zijn dat de gegevens op uw computer worden bewaard.
Een PC Fax verzenden
Het is hinderlijk om te verzenden na het afdrukken
Indien u de pc-fax gebruikt, vermijdt u verspilling van papier en tijd.
1295
Binnenkomende faxen vooraf bekijken via e-mail
Kantoren kunnen heel wat onnodige faxen binnenkrijgen en het is een absurde
papierverspilling om deze allemaal af te drukken. Heeft u wel eens de inhoud willen
controleren van binnenkomende faxen en enkel diegenen willen afdrukken die belangrijk
zijn?
In dat geval raden we de functie "Automatische levering" aan.
Met deze functie kunt u binnenkomende faxen doorsturen naar uw computer en ze
ontvangen als e-mailbijlagen. Aangezien u de inhoud van faxen op uw computerscherm
kunt controleren, kunt u de onbelangrijke gewoon verwijderen, zonder ze af te drukken.
We raden ook aan om de functie "Opslaan verzendgegevens" te gebruiken, samen met
"Automatische levering". Met deze functie kunt u een overzicht opslaan van alle
binnenkomende en uitgaande berichten op de server, waartoe u steeds toegang heeft.
Gegevens van een ontvangen document naar een e-mailbestemming of gedeelde mapp
doorsturen (Automatische aflevering)
Verzend- en ontvangst gegevens opslaan (Opslaan verzendgegevens)
1296
Scan lijvige documenten voor minder rommel
Hoe bewaart u uw waardevolle papieren dossiers, of belangrijke papieren documenten met
handgeschreven aantekeningen? In het bedrijfsleven worden dagelijks nieuwe, papieren
documenten gegenereerd. Voor u het weet, wordt u begraven onder een berg papier.
Om dit soort situaties te vermijden, raden we u aan om uw papieren documenten te
scannen, ze te converteren naar PDF-formaat en ze te bewaren op een computer.
Met de functie "Scannen Naar Computer" kunt u het besturingspaneel van de machine
gebruiken om de gescande data op uw computer op te slaan. Met de functie "Scannen naar
PC" kunt u de machine bedienen via uw computer en de locatie selecteren om de gescande
gegevens op te slaan. Door documenten te scannen en deze op uw computer op te slaan
kunt u het risico verminderen van op een verkeerde plek leggen, beschadigen of deze
verliezen, terwijl u het ook makkelijker maakt ze terug te vinden. Tegelijk kunt u de
rommel rond uw bureau verminderen, wat u in staat stelt om efficiënter te werken. De
functie "Afstandsscan" die handig is als men foto's en afbeeldingen scant, stelt u in staat
om de gescande gegevens vooraf op uw computer te bekijken, zodat u de kleuren en de
beeldkwaliteit kunt aanpassen.
Data naar een computer versturen
Scannen vanaf een computer
Voorbeeld van ander handig gebruik
Verwerking met productgegevens om documentatie in te voeren
1297
De instellingen wijzigen van op afstand
Zeg dat u alle gegevens in het adresboek op de machine moet updaten. Dat betekent dat u
ook de instellingen op alle andere machines moet updaten, ook op diegenen die op andere
verdiepingen staan. Indien u talloze machines op verschillende locaties heeft, kan het
tijdrovend zijn om de instellingen op elke machine te wijzigen.
In dat geval raden we aan om het "Configuratiehulpprogramma" of de "Webpagina"-functie
te gebruiken.
"Configuratiehulpprogramma is een toepassing die loopt op uw computer. Indien u de
toepassing niet heeft of indien u een mobiel apparaat gebruikt, is de "Webpagina"-functie
nuttig. Dankzij deze functies kunt u de instellingen wijzigen en beheren van op afstand,
zonder de machine rechtstreeks te bedienen.
Start het Configuratiehulpprogramma
Open de web-pagina van deze machine
1298
Pas het aanraakpaneel aan volgens uw voorkeur
Er zijn waarschijnlijk enkele functies die u dagelijks gebruikt, maar moet u door
verschillende tabs en menu's navigeren om eraan te geraken? Drukt u soms gaandeweg de
verkeerde knop in en moet u dan opnieuw beginnen? Heeft u ooit gewenst snel de functies
te kunnen selecteren die u vaak gebruikt?
In dat geval is de [Shortcut]-functie handig.
Met deze functie kunt u de stress vermijden om telkens de functies te moeten selecteren
door diep gewortelde functies te bewegen, alsook functies van verschillende tabs tot aan
het bovenste scherm. Door het aanraakpaneel aan te passen, kunt u efficiënter werken.
Hoe Aan te passen het Aanraak Paneel
1299
Handelsmerken en Andere Informatie
OKI is een gedeponeerd handelsmerk van Oki Electric Industry Co., Ltd.
Energy Star is een handelsmerk van het United States Environmental Protection Agency.
Microsoft, Windows, Windows Server, Windows Vista en Internet Explorer zijn
geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Apple, Macintosh, Mac and Mac OS zijn de geregistreerde handelsmerken van Apple Inc.
iPad, iPhone, iPod, en iPod aanraak zijn handesmerken geregistreerd naar Apple Inc. in
de Verenigde Staten en andere landen.
AirPrint en het AirPrint logo zijn handelsmerken van Apple Inc.
Google, Google Docs, Android, en Gmail zijn handelsmerken van Google Inc.
Google Cloud Print is een handelsmerk van Google Inc.
Adobe, Illustrator, Photoshop, PostScript en Reader zijn handelsmerken of
handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en andere
landen.
Andere product- en merknamen zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken
van de betreffende rechthebbenden.
Als deelnemer aan het Energy Star-programma heeft de fabrikant vastgesteld dat
dit product voldoet aan de Energy Star-normen voor zuinig energieverbruik.
Dit product voldoet aan de vereisten van de Richtlijnen van de Raad 2004/108/EG
(EMC), 2006/95/EG (LVD), 1999/5/EC (R&TTE), 2009/125/EG (ErP) en
2011/65/EU(RoHS), zoals gewijzigd indien van toepassing, betreffende de
onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake
elektromagnetische compatibiliteit, lage spanning, Radio- en telecommunicatie-
eindapparatuur, Energie gerelateerde producten en beperking van het gebruik van
bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur.
De volgend kabels werden gebruikt om dit product te evalueren voor EMC richtlijn
2004/108/EC overeenstemming, en configuratie anders dan dit kan effect hebben op
deze overeenstemming.
KABEL TYPE LENGTE
(METER)
KERN AFSCHERMING
Vermogen: 1,8
USB 5,0
1300
LAN-kabel 15,0
Telefoon 3,0
NOODHULP
Wees behoedzaam met toner poeder:
Laat indien ingeslikt kleine hoeveelheden water drinken en schakel medische hulp in.
NIET laten braken.
Indien er tonerpoeder wordt ingeademd, moet de persoon naar buiten worden
gebracht voor frisse lucht. Raadpleeg onmiddellijk een arts.
Indien er tonerpoeder in de ogen is terechtgekomen, dienen deze gedurende ten
minste 15 minuten met veel water te worden uitgespoeld terwijl de ogen geopend
blijven. Raadpleeg onmiddellijk een arts.
Indien er tonerpoeder wordt gemorst, moet dit met koud water en zeep worden
verwijderd om vlekken op de huid of kleding te voorkomen.
FABRIKANT
Oki Data Corporation,
4-11-22 Shibaura, Minato-ku,
Tokyo 108-8551,
Japan
Neem voor algemene vragen en alle vragen over verkoop en ondersteuning contact
op met uw plaatselijke leverancier.
IMPORTEUR NAAR DE EU/GEAUTORISEERDE
VERTEGENWOORDIGER
OKI Europe Limited
Blays House
Wick Road
Egham
Surrey, TW20 0HJ
Verenigd Koninkrijk
Neem voor algemene vragen en alle vragen over verkoop en ondersteuning contact
op met uw plaatselijke leverancier.
OMGEVINGSINFORMATIE
1301
1302
1303
Licentie
Het product bevat software ontwikkelt door het Heimdal Project.
Copyright (c) 1995 - 2008 Kungliga Tekniska Högskolan
(Royal Institute of Technology, Stockholm, Sweden).
Alle rechten voorbehouden.
Herdistributie en gebruik in bronvorm en binaire vorm, met of zonder aanpassingen, zijn
toegestaan mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
1. Herdistributie van broncode moet boven de auteursrecht
opmerking blijven, deze lijst van condities en de volgende
ontkenning.
2. Herdistributie en binaire vorm moet reproduceren de
bovenstaande auteursrecht opmerking, deze lijst van condities
en de volgende ontkenning in de documentatie en/of andere
materialen geleverd met de distributie.
3. Noch de naam van het Instituut noch de namen van zijn
medewerkers mogen worden gebruikt om te bevestigen of te
promoten producten ontrokken aan deze software zonder
specifieke vooraf geschreven toestemming.
DEZE SOFTWARE WORDT GELEVERD DOOR HET INSTITUUT EN MEDEWERKERS "ZOALS
HET IS" EN ELKE UITDRUKKELIJKE OF GEÏMPLICEERDE GARANTIES MET INBEGRIP
VAN, MAAR NIET BEPERKT TOT, DE IMPLICIETE GARANTIE VAN HANDELS
MOGELIJKHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL WORDEN AFGEWEZEN.
IN GEEN GEVAL MAG HET INSTITUUT OF CONTRIBUANTEN AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR
ENIGE DIRECTE, INDIRECTE, INCIDENTELE, SPECIALE, EXEMPLARISCHE OF
GEVOLGSCHADE (INCLUSIEF, MAAR NIET BEPERKT TOT, INKOOP VAN VERVANGENDE
GOEDEREN OF DIENSTEN; VERLIES VAN GEBRUIK, GEGEVENS OF WINST; OF
BEDRIJFSONDERBREKING) ONGEACHT DE OORZAAK EN ONGEACHT DE THEORIE VAN
AANSPRAKELIJKHEID, HETZIJ OP GROND VAN CONTRACT, STRIKTE
AANSPRAKELIJKHEID OF BENADELING (MET INBEGRIP VAN NALATIGHEID OF
ANDERSZINS) OP GROND VAN HET GEBRUIK VAN DEZE SOFTWARE, ZELFS INDIEN
MEN OP DE HOOGTE WAS GESTELD VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE.
Open Bron Licentie Overeenkomst
De volgende open bron software is bijgesloten om Google Cloud Print te gebruiken De
beschrijvingen over de open bron licentie zijn als volgt.
json-c
Auteursrecht (c) 2009-2012 Eric Haszlakiewicz
Hiermee wordt toestemming verleend, kosteloos, aan iedere persoon die een kopie
verwerft van deze software en de bijbehorende documentatie bestanden (de "Software" ),
1304
zonder beperking handel te drijven in de Software, met inbegrip van en zonder beperking
de rechten voor het gebruik, kopiëren, wijzigen, samenvoegen, publiceren, distribueren,
in sublicentie geven, en/of kopieën van de Software te verkopen en personen aan wie de
Software is gefourneerd te doen, onder de volgende voorwaarden:
De bovengenoemde copyrightvermelding en deze toestemming vermelding worden
opgenomen in alle kopieën of substantiële delen van de Software.
DE SOFTWARE WORDT GELEVERD "ZOALS HET IS", ZONDER ENIGE VORM VAN
GARANTIE, EXPLICIET OF IMPLICIET, INCLUSIEF, MAAR NIET BEPERKT TOT, GARANTIES
VAN HANDEL MOGELIJKHEID,GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL EN NIET-
INBREUKMAKENDHEID. IN GEEN GEVAL ZIJN DE AUTEURS OF COPYRIGHTHOUDERS
AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE VORDERING, SCHADEVERGOEDING OF ANDERE
VERPLICHTING, HETZIJ DOOR CONTRACTBREUK, ONRECHTMATIGE DAAD OF
ANDERSZINS, DIE VOORTVLOEIT UIT, OF IN VERBAND MET DE SOFTWARE OF HET
GEBRUIK DAARVAN OF ANDERE TRANSACTIES MET DE SOFTWARE.
Auteursrecht (c) 2004, 2005 Metaparadigm Pte Ltd
Hiermee wordt toestemming verleend, kosteloos, aan iedere persoon die een kopie
verwerft van deze software en de bijbehorende documentatie bestanden (de "Software" ),
zonder beperking handel te drijven in de Software, met inbegrip van en zonder beperking
de rechten voor het gebruik, kopiëren, wijzigen, samenvoegen, publiceren, distribueren,
in sublicentie geven, en/of kopieën van de Software te verkopen en personen aan wie de
Software is gefourneerd te doen, onder de volgende voorwaarden:
De bovengenoemde copyrightvermelding en deze toestemming vermelding worden
opgenomen in alle kopieën of substantiële delen van de Software.
DE SOFTWARE WORDT GELEVERD "ZOALS HET IS", ZONDER ENIGE VORM VAN
GARANTIE, EXPLICIET OF IMPLICIET, INCLUSIEF, MAAR NIET BEPERKT TOT, GARANTIES
VAN HANDEL MOGELIJKHEID,GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL EN NIET-
INBREUKMAKENDHEID. IN GEEN GEVAL ZIJN DE AUTEURS OF COPYRIGHTHOUDERS
AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE VORDERING, SCHADEVERGOEDING OF ANDERE
VERPLICHTING, HETZIJ DOOR CONTRACTBREUK, ONRECHTMATIGE DAAD OF
ANDERSZINS, DIE VOORTVLOEIT UIT, OF IN VERBAND MET DE SOFTWARE OF HET
GEBRUIK DAARVAN OF ANDERE TRANSACTIES MET DE SOFTWARE.
1305
1306
Contacteer ons
Oki Systems (UK) Ltd
Blays House
Wick Road
Egham
Surrey
TW20 0HJ
Tel: +44 (0) 1784 274300
Fax: +44 (0) 1784 274301
http://www.oki.co.uk
Oki Systems Ireland Limited
The Square Industrial Complex
Tallaght
Dublin 24
Tel:+353 (0) 1 4049590
Fax:+353 (0)1 4049591
http://www.oki.ie
Oki Systems Ireland Limited - Northern Ireland
19 Ferndale Avenue
Glengormley
BT36 5AL
Northern Ireland
Tel:+44 (0) 7767 271447
Fax:+44 (0) 1 404 9520
http://www.oki.ie
Technical Support for all Ireland:
Tel:+353 1 4049570
Fax:+353 1 4049555
E-mail: tech.support@oki.ie
OKI Systems (Czech and Slovak), s.r.o.
IBC – Pobřežní 3
186 00 Praha 8
Czech Republic
Tel: +420 224 890158
Fax:+420 22 232 6621
Website: www.oki.cz, www.oki.sk
Oki Systems (Deutschland) GmbH
Hansaallee 187
40549 Düsseldorf
Tel:
01805/6544357**
01805/OKIHELP**
Fax: +49 (0) 211 59 33 45
Website:
www.okiprintingsolutions.de
info@oki.de
**0,14€/Minute aus dem dt. Festnetz der T-Com (Stand 11.2008)
Διανομέας των συστημάτων OKI
1307
CPI S.A1 Rafailidou str.
177 78 Tavros
Athens
Greece
Tel: +30 210 48 05 800
Fax:+30 210 48 05 801
EMail:sales@cpi.gr
Oki Systèmes (France) S.A.
44-50 Av. du Général de Gaulle
94246 L'Hay les Roses
Paris
Tel:+33 01 46 15 80 00
Télécopie:+33 01 46 15 80 60
Website: www.oki.fr
OKI Systems (Magyarország) Kft.
Capital Square
Tower 2
7th Floor
H-1133 Budapest,
Váci út 76
Hungary
Telefon: +36 1 814 8000
Telefax: +36 1 814 8009
Website: www.okihu.hu
OKI Systems (Italia) S.p.A.
via Milano, 11,
20084 Lacchiarella (MI)
Tel:+39 (0) 2 900261
Fax:+39 (0) 2 90026344
Website: www.oki.it
OKI Systems (Polska)
Platinium Business Park II, 3rd Floor
ul. Domaniewska 42
02-672 Warsaw
Poland
Tel:+48 22 448 65 00
Fax:+48 22 448 65 01
Website: www.oki.com.pl
E-mail: oki@oki.com.pl
Hotline: 0800 120066
E-mail: tech@oki.com.pl
Oki Systems (Ibérica) S.A.
Sucursal Portugal
Edifício Prime -
Av. Quinta Grande 53
7º C Alfragide
2614-521 Amadora
Portugal
Tel:+351 21 470 4200
Fax:+351 21 470 4201
Website:www.oki.pt
E-mail : oki@oki.pt
Oki Service
Serviço de apoio técnico ao
1308
Cliente
Tel: 808 200 197
E-mail : okiserv@oki.pt
OKI Systems Rus, LLC (Russia)
Sector B, 3rd Floor, Svyatogor-4 Business Center10/4, Letnikovskaya str.115114,
Moscow
Tel: +7 495 258 6065
Fax: +7 495 258 6070
e-mail: info@oki.ru
Website: www.oki.ru
Technical support:
Tel: +7 495 564 8421
e-mail: tech@oki.ru
Oki Systems (Österreich)
Campus 21
Businesszentrum Wien Sued
Liebermannstrasse A02 603
22345 Brun am Gebirge
Tel: +43 223 6677 110
Drucker Support:
+43 (0) 2236 677110-501
Fax Support:
+43 (0) 2236 677110-502
Website: www.oki.at
OKI Europe Ltd. (Ukraine)
Raisy Opkinoy Street,8
Building B, 2nd Floor,
Kiev 02002
Ukraine
Tel: +380 44 537 5288
e-mail: info@oki.ua
Website: www.oki.ua
OKI Sistem ve Yazıcı Çözümleri
Tic. Ltd. Şti.
Harman sok Duran Is Merkezi,
No:4, Kat:6,
34394, Levent
İstanbul
Tel: +90 212 279 2393
Faks: +90 212 279 2366
Web: www.oki.com.tr
www.okiprintingsolutions.com.tr
Oki Systems (Belgium)
Medialaan 24
1800 Vilvoorde
Helpdesk: 02-2574620
Fax: 02 2531848
Website: www.oki.be
AlphaLink Bulgaria Ltd.
2 Kukush Str.
Building "Antim Tower", fl. 6
1463 Sofia, Bulgaria
tel: +359 2 821 1160
fax: +359 2 821 1193
1309
Website: http://bulgaria.oki.com
OKI Systems (Danmark)
Herstedøstervej 27
2620 Albertslund
Danmark
Adm.: +45 43 66 65 00
Hotline: +45 43 66 65 40
Salg: +45 43 66 65 30
Fax: +45 43 66 65 90
Website: www.oki.dk
Oki Systems (Finland) Oy
Polaris Capella
Vänrikinkuja 3
02600 Espoo
Tel: +358 (0) 207 900 800
Fax: +358 (0) 207 900 809
Website: www.oki.fi
Oki Systems (Holland) b.v.
Neptunustraat 27-29
2132 JA Hoofddorp
Helpdesk: 0800 5667654
Tel:+31 (0) 23 55 63 740
Fax:+31 (0) 23 55 63 750
Website: www.oki.nl
Oki Systems (Norway) AS
Tevlingveien 23
N-1081 Oslo
Tel:+47 (0) 63 89 36 00
Telefax:+47 (0) 63 89 36 01
Ordrefax:+47 (0) 63 89 36 02
Website: www.oki.no
General Systems S.R.L. (Romania)
Sos. Bucuresti-Ploiesti Nr. 135.
Bucharest 1
Romania
Tel: +40 21 303 3138
Fax: +40 21303 3150
Website: http://romania.oki.com
Var vänlig kontakta din Återförsäljare i första hand, för konsultation. I andra hand
kontakta
Oki Systems (Sweden) AB
Borgafjordsgatan 7
Box 1191
164 26 Kista
Tel. +46 (0) 8 634 37 00
e-mail:
info@oki.se för allmänna frågor om
Oki produkter
support@oki.se för teknisk support
gällandes Oki produkter
Vardagar: 08.30 - 12.00,
13.00 - 16.00
Website: www.oki.se
1310
Oki Systems (Schweiz)
Baslerstrasse 15
CH-4310 Rheinfelden
Support deutsch +41 61 827 94 81
Support francais +41 61 827 94 82
Support italiano +41 061 827 9473
Tel: +41 61 827 9494
Website: www.oki.ch
Oki Data Americas Inc.(United States • États-Unis)
2000 Bishops Gate Blvd.
Mt. Laurel, NJ 08054
USA
Tel: 1-800-654-3282
Fax: 1-856-222-5247
http://WWW.OKIPRINTINGSOLUTIONS.COM
http://my.okidata.com
Oki Data Americas Inc.(Canada • Canadá)
4140B Sladeview Crescent Unit 7 & 8
Mississauga, Ontario
Canada L5L 6A1
Tél: 1-905-608-5000
Téléc: 1-905-608-5040
http://WWW.OKIPRINTINGSOLUTIONS.COM
Oki Data Americas Inc.(América Latina (OTRO))
2000 Bishops Gate Blvd.
Mt. Laurel, NJ 08054
USA
Tel (Español): 1-856-222-7496
1-856-222-5276
Fax: 1-856-222-5260
Email: LASatisfaction@okidata.com
Oki Data de Mexico, S.A. de C.V.
Mariano Escobedo #748, Piso 8
Col. Nueva Anzures
C.P. 11590, México, D.F.
Tel: 52-555-263-8780
Fax: 52-555-250-3501
http://WWW.OKIPRINTINGSOLUTIONS.COM
Oki Data do Brasil Informática Ltda.
Av. Alfredo Egídio de Souza Aranha, 100 - 5º Andar - Bloco C
Chácara Santo Antonio - São Paulo, SP - Brasil
CEP: 04726-170
Tel:55-11-3543-5500 (Grande São Paulo)
0800-11-5577 (Demais localidades)
Fax: 55-11-3444-3501
email: okidata@okidata.com.br
HTTP://www.okiprintingsolutions.com
Argentina/Chile/Paraguay/Perú/Uruguay
Oki Data Americas, Inc.
Sucursal Argentina
Ugarte 3610 Piso 4°(1605) Olivos
Buenos Aires, Argentina
Tel: +54 11 5288 7500
Fax: +54 11 5288 7599
1311
Colombia/Ecuador/Venezuela
/Centroamérica y Caribe
Oki Data Americas, Inc.
Sucursal Colombia
Carrera 13 #97-51, Oficina 101
Bogotá Colombia
Tel: +57 1 704 5159
Oki Data (Singapore) Pte. Ltd.
438A Alexandra Road #02-11/12,
Lobby 3, Alexandra Technopark
Singapore(119967)
Tel:(65) 6221 3722
Fax:(65) 6594 0609
http://www.okidata.com.sg
Oki Systems (Thailand) Ltd.
1168/81-82 Lumpini Tower,
27th Floor Rama IV Road
Tungmahamek, Sathorn
Bangkok 10120
Tel:(662) 679 9235
Fax:(662) 679 9243/245
http://www.okisysthai.com
Oki Data(Australia) Pty Ltd.
Level1 67 Epping Road, Macquarie Park
NSW 2113, Australia
Tel: +61 2 8071 0000
(Support Tel: 1800 807 472)
Fax: +61 2 8071 0010
http://www.oki.com.au
Comworth Systems Ltd.
8 Antares Place Rosedale,
Auckland 0632, New Zealand
Tel:(64) 9 477 0500
Fax:(64) 9 477 0549
http://www.comworth.co.nz
Oki Data(S) P Ltd. Malaysia Rep Office
Suite 21.03, 21st Floor Menara IGB,
Mid Valley City,
Lingkaran Syed Pura 59200,
Kuala Lumpur, Malaysia
Tel: (60) 3 2287 1177
Fax: (60) 3 2287 1166
1312
1313
5


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Oki MC873 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Oki MC873 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 23,09 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Oki MC873

Oki MC873 User Manual - English - 1267 pages

Oki MC873 User Manual - German - 1344 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info