Problemen oplossen > 174
C
HECKLIST
BIJ
PROBLEMEN
MET
FAXEN
Indien zich een probleem voordoet, neemt u de lijst met problemen en oplossingen door
voordat u de servicedienst belt.
Het MFP belt geen telefoonnummers.
Controleer de voedingskabel en de telefoonaansluiting
.
Controleer of de telefoonlijn (niet de externe telefoon of de handset) is aangesloten
op de LINE-aansluiting aan de achterkant van het apparaat. Indien een externe telefoon
is geïnstalleerd, tilt u de hoorn van de haak en luistert u of u een kiestoon hoort. Als
u geen beltoon hoort, is er wellicht een probleem met de telefoonlijn. Als u een beltoon
hoort, gebruikt het MFP wellicht de verkeerde belmethode (puls of toon) voor de regio.
Als u wisselende tonen hoort in plaats van beltonen, en in de regio pulstonen worden
gebruikt, wijzigt u de belparameters (Zie “Comm. Line (Comm. lijn)” op pagina 74.).
Op het display wordt een communicatiefout aangegeven. Deze kan op een aantal
problemen wijzen.
> Het MFP is mogelijk incompatibel met het externe apparaat, of het externe apparaat
kan de gevraagde functie niet uitvoeren, zoals polling of vertrouwelijk faxen.
> Het papier in het externe apparaat is mogelijk op, of het papier is erin vastgelopen.
> Een slechte telefoonverbinding kan ook communicatiefouten veroorzaken. Probeer
de fax nogmaals te verzenden en controleer of u het correcte telefoonnummer belt.
>
Als u voor een buitenlijn eerst een prefix moet bellen, of als uw oproep een internationale
bestemming heeft, moet u wellicht een onderbreking inlassen (gebruik de knop
Pause (Onderbreking) op het scherm) na het belprefix of de internationale
belcode om het apparaat op de kiestoon te laten wachten. Indien er veelvuldig
problemen zijn in de communicatie met een bepaald extern apparaat, probeert
u het telefoonnummer te programmeren onder een snelkeuzetoets en wijzigt
u de parameters van die toets (Zie “Dialling Options (Belopties)” op pagina 101.).
> Ten slotte kan onderhoud aan het lokale of het externe apparaat nodig zijn.
Probeer de fax naar een andere locatie te sturen en controleer het lokale MFP.
Faxen is mogelijk, maar het beeld van het afgedrukte document op het externe
apparaat is zeer slecht. Als het gefaxte document een klein lettertype, ingewikkelde
illustraties of foto’s heeft, of zeer licht of donker is, kunt u proberen de faxkwaliteit-
en dichtheidsinstellingen te wijzigen settings (Zie “Doc. Type (Doc. Soort)” en “Density
(Dichtheid)” op pagina 101). Kopieer het document op het apparaat om te bepalen hoe
het zal worden verzonden. Het probleem wordt mogelijk veroorzaakt door storing in de
telefoonlijn. Probeer het document nogmaals later te verzenden.
De fax is verzonden, maar het ontvangen bericht was volledig blanco. Controleer
of u het document correct hebt geplaatst voordat u het faxt, met de tekstzijde OMHOOG
in de ADF, of OMLAAG op de glasplaat.
Het beeld van de ontvangen fax is bijzonder slecht. Probeer een kopie te maken van
een document op het lokale apparaat om te controleren of dit correct werkt. Als zich nog
steeds een probleem voordoet, neemt u contact op met de persoon die de fax verzendt
en vraagt u hem of haar de faxkwaliteit- en dichtheidsinstellingen te wijzigen. Vraag de persoon
tevens een kopie te maken van het document op het lokale apparaat om te controleren of
dit correct werkt. Vraag vervolgens de fax nogmaals te sturen.
U belde met een snelkeuzenummer, maar er is niets gebeurd. Controleer of het
snelkeuzenummer dat u gebruikt, correct is geprogrammeerd.
Het lokale MFP beantwoordt de telefoon niet of ontvangt geen faxen. Controleer
eerst of de voedingskabel correct is aangesloten. Controleer ook de instelling van
de ontvangstmodus van het apparaat (Zie “Reception Mode (Modus Ontvangen)” op
pagina 74.). Dit MFP ontvangt faxberichten niet automatisch als Auto Rx (Automatisch
ontvangen) is uitgeschakeld (Zie “Auto Rx (Automatische ontvangst)” op pagina 101.).