Overlays en macro's (C830, alleen Windows) > 68
u de filters “Configure Image Data,” “Palette ID” en “Palette Control” (Beeldgegevens
configureren, Palet-id en Paletbeheer) uitschakelen.
4. Selecteer in de keuzelijst Files of Type (Bestandstypen) de optie PRN Files
(*.prn) (Printerbestanden *.prn).
5. Ga naar de map waarin de PRN-bestanden zijn opgeslagen en selecteer één of meer
bestanden die u in de overlayset wilt opnemen.
U kunt meer dan één macrobestand in een project opnemen. U kunt bijvoorbeeld een
macrobestand voor voorbladen en een macrobestand voor vervolgpagina’s opnemen.
Gebruik de standaardtechnieken van Windows (met de toetsen Shift of Ctrl) om
meerdere bestanden tegelijk te selecteren.
6. Klik op Open (Openen) om deze bestanden aan het huidige project toe te voegen.
(U kunt ze ook direct vanuit Windows Verkenner naar het projectvenster slepen.) Als
er een berichtvenster verschijnt waarin wordt bevestigd dat er een filterbestand is
gemaakt, klikt u op OK om het berichtvenster te sluiten.
7. In het projectvenster wordt één BIN-bestand weergegeven voor elk printerbestand
dat is toegevoegd. Schrijf deze namen op. Neem de naam en het id-nummer van elk
bestand exact over. U heeft ze later nodig.
Als u de namen of de id-nummers wilt wijzigen, dubbelklikt u op de bestandsnaam en
wijzigt u de gegevens. Hier volgen de gegevens van Volume:
0 = PCL-partitie op de vaste schijf van de printer;
1 = algemene partitie op de vaste schijf van de printer;
%disk0% = PostScript-partitie op de harde schijf van de printer;
2 = flashgeheugen PCL
%Flash0% = flashgeheugen PostScript
De namen zijn hoofdlettergevoelig. U hebt deze namen later weer nodig, exact zoals
ze in deze lijst worden weergegeven.
8. Kies Projects (Projecten)→Save Project (Project opslaan) en voer een
beschrijvende naam in (bijvoorbeeld “Briefpapier”) waaraan u het project kunt
herkennen.
9. Kies Projecten→Projectbestanden naar de printer verzenden om het project
naar de printer te laden.
10. Wanneer het bericht “Command Issued” (Opdracht verzonden) verschijnt om te
bevestigen dat het laden is voltooid, klikt u op OK om het bericht te sluiten.
E
EN
TESTAFDRUK
VAN
DE
MACRO
MAKEN
1. Kies Printers→Test Macro (Macro testen).
2. Voer in het venster Test Macro (Macro testen) het id-nummer in en klik op OK. Na
een korte pauze wordt de macro afgedrukt.
3. Klik op Exit (Afsluiten) wanneer elke macro is getest.
4. Klik op de standaardknop Sluiten (X) van Windows of kies Projecten→Afsluiten
om de Storage Device Manager af te sluiten.
O
VERLAYS
DEFINIËREN
Dit is de laatste stap voordat de nieuwe overlays gereed zijn voor gebruik.
1. Open het venster Printers (“Printers en Faxen” in Windows XP) via het menu Start
of via het Configuratiescherm van Windows.
2. Klik met de rechtermuisknop op het relevante pictogram van de PostScript-printer
en kies Afdrukvoorkeuren in het snelmenu.
3. Klik op het tabblad Job Options (Taakopties) op de knop Overlay.